verloskunde.weebly.comverloskunde.weebly.com/.../ontwikkeling_borsten.docx  · Web viewDe vorm en...

6
Casus B Ik ben nog nooit zo moe geweest! ‘De borstontwikkeling’

Transcript of verloskunde.weebly.comverloskunde.weebly.com/.../ontwikkeling_borsten.docx  · Web viewDe vorm en...

Casus B

Ik ben nog nooit zo moe geweest!‘De borstontwikkeling’

Cohort 2011

InleidingDe algemene ontwikkeling van de borsten van de vrouw wordt mammogenese genoemd. Dit is niet de

enige ontwikkeling die de borsten ondergaan. Tijdens de zwangerschap ondergaan de borsten een

tweede ontwikkeling, de lactogenese.1 Dit is de ontwikkelen van de borsten zodat ze klaar zijn om

borstvoeding te geven na de bevalling. De lactogenese begint in de tweede helft van de zwangerschap

en eindigt 2 dagen post partum.2 In de casus kwam naar voren dat Margot vragen had over de

ontwikkeling van de borsten tijdens de zwangerschap en over lekkende borsten. Aan de hand van uitleg

over de anatomie van de borsten en de veranderingen in de borsten onder invloed van hormonen tijdens

de zwangerschap gaan wij haar vragen in dit product beantwoorden.

Verandering van de borst aan de buitenkant:

Aan de buitenkant van de borst zie je de areola (tepelhof), dit is een donker

gepigmenteerd gebied van de borst. In de areola bevinden zich de klieren

van Montgomery. Dit zijn kleine vetproducerende klieren die de huid soepel

houden en de PH waarde van de huid veranderen, waardoor bacteriën

rondom de areola en tepel zich niet kunnen vermeerderen. In het midden

van de areola zit de tepel en de tepelopening (zie afbeelding 1).

De melkkanalen monden uit in de tepel. De tepel en de Areola zijn heel

sterk verzenuwd en daardoor heel gevoelig.2 Afbeelding 1. Buitenkant borst

Al vanaf de eerste weken van de zwangerschap groeien de borsten en wordt de huid dunner waardoor de

bloedvaten beter zichtbaar zijn. De diameter van de areola groeit onder invloed van placentair lactogeen

van gemiddeld 34 mm in de vroege zwangerschap tot 50 mm post partum. Echter is er een grote variatie

in grootte van de areola tussen vrouwen. De tepels worden ook harder omdat de prolactine spiegel stijgt

waardoor ook de klieren van Montgomery groter worden.1 Door een verhoogd oestrogeen spiegel neemt

de pigmentatie in de areola toe waardoor deze tijdens de zwangerschap donkerder van kleur wordt.3 De

verdere ontwikkeling van de tepel en areola vinden tijdens de achtste maand plaats.

Verandering van de borst aan de binnenkant tijdens de zwangerschap

De borst is een secretoire klier die is aangehecht aan de grote borstspier, deze bevindt zich achter de

borst en niet in de borst zelf. De vorm en grootte van de borst word grotendeels bepaald door het

aanwezige vetweefsel. Het betekent dus niet dat je met grote borsten makkelijker borstvoeding kunt

geven dan met kleine borsten. De melkproductie is afhankelijk van het melkgangenstelsel en niet van de

grootte van de borsten.4 De borst is opgebouwd uit:

- Klierweefsel, bestaande uit alveoli en ductuli. Elke vrouw heeft zo’n 15 à 20 lobi (grote

klierkwabben) per borst. Deze lobi zijn verdeeld in 20 à 40 lobuli (kleine klierkwabben)4

2

- Bindweefsel, dat de borst ondersteunt. Bindweefsel zorgt voor de stevigheid van de borsten. Dit

verslapt naarmate de vrouw ouder wordt. Het is niet waar dat de borsten slapper worden van

borstvoeding geven.2

- Netwerk van bloed en lymfebanen die zorgen voor de doorbloeding van de borst, de aanbreng

van de nodige stoffen voor de opbouw van melk en de verwijdering van afvalstoffen.3

- Zenuwen, die de borst gevoelig maken voor aanraking en ervoor zorgen dat door het zuigen van

de baby hormonen vrijkomen die de toeschietreflex en de productie van melk in gang zetten

- Vetweefsel, dat bescherming tegen letsel biedt3

Hieronder leggen we uit hoe de borst er van binnen uitziet, welke veranderingen er plaatsvinden tijdens

de lactogenese en waardoor deze veranderingen in gang worden gezet.

Aan de binnenkant van de borst liggen de alveoli, dit zijn trosjes klierweefsel waarin de synthese van

melk uit bloed plaatsvindt. Tijdens de zwangerschap profileren de alveoli onder invloed van progesteron.

Uit de alveoli komen de ductulli te voorschijn. Dit zijn dunne buisjes die uitmonden in de ducti, dat zijn de

grote melkgangen. De ducti verwijden zich tot de melksinussen, waar de melk verzameld wordt. Tijdens

de zwangerschap zorgt de toename van oestrogeen voor de groei en werking van het melkgangenstelsel.

Ook prolactine zorgt voor toename van het borstweefsel.1

Reeds tijdens de zwangerschap komt in de vijfde maand enige melkproductie op gang. Prolactine

stimuleert het klierweefsel om colostrum aan te maken (dit is de eerste melk die de vrouw maakt), de

secretie hiervan wordt tijdens de zwangerschap echter geremd door progesteron, dat de werking van

prolactine tegenhoudt. Omdat de borsten dan al melk kunnen produceren kan het voorkomen dat een

vrouw lekkende borsten heeft tijdens de zwangerschap.1

Conclusie

De borsten van een zwangere vrouw groeien al vanaf de eerste weken van de zwangerschap omdat het

klierweefsel onder invloed van progesteron, oestrogeen en prolactine toeneemt. Door deze groei kunnen

de borsten vaak gespannen aanvoelen. Het fenomeen van lekkende borsten kan worden verklaard

doordat al tijdens de zwangerschap, vanaf de vijfde maand, de melkproductie begint. Progesteron zorgt

echter dat het colostrum (belangrijke voedingsstof voor pasgeborenen) niet wordt uitgescheiden. Volgens

ons kunnen schommelingen in de progesteron spiegel tot secretie van colostrum al tijdens de

zwangerschap lijden waardoor een vrouw dus ‘’lekkende borsten’’ kan hebben. Hierbij zijn de vragen uit

de casus die we aan het begin hebben gesteld beantwoord.

3

Bronnenlijst

1. Riordan prof.J., Wambach,prof.K. Breastfeeding and Human lactation, Jones and Bartlett

Publishers. 2010 P.85

2. Borstvoeding materniteit dienst. 2010 beschikbaar via: http://www.europaziekenhuizen.be

geraadpleegd op november 8 2011

3. Mohrbacher.N., Stock.J., Handboek lactatiebegeleiding, Zierikzee: Lemma. 2005 P. 40-43

4. Leveno K.J., Hauth J.C., Rouse D.J. Williams Obstetrics. New York: McGraw-Hill Professional;

2009 p. 111

5. Bouman prof.dr.L.N., Bernards prof.dr.J.A., Boddeke prof.dr.H.W.G.M. Medische Fysiologie.

Houten: Bohn stafleu van loghum; 2008 p.710

4