mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van...

17
Beatrijs

Transcript of mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van...

Page 1: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

Beatrijs

Het middeleeuwse verhaal van de verliefde non

Page 2: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

2

Inhoud pag.

1. Maria redt een hoofse non - het verhaal 3

- In het klooster 3

- In de wereld 4

- Terug in het klooster 6

2. De moraal van het verhaal 7

3. Beatrijs en de voordrachtskunst 7

4. De Latijnse bron en de Middelnederlandse bewerkingen 8

5. De kloosterorde van Beatrijs 8

6. De datering van de Beatrijs, het handschrift 9

7. Het publiek: Brabantse hofkringen? 9

8. Opdrachten 10

Page 3: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

3

1. Maria redt een hoofse non - het verhaal

In het middeleeuwse verhaal Beatrijs wordt verteld hoe Maria de reputatie en het zielenheil redt van een non die een ernstige misstap begaat. Deze redding gebeurt op wonderlijke wijze en daarom wordt de Beatrijs getypeerd als een Maria-legende.

Het is zeker geen heiligenlegende: hoewel de non Beatrijs weer op het goede pad terecht komt, zij is geen heilige geworden. Zij doorstaat de vergelijking met de heilige vrouwen uit de middeleeuwse letterkunde niet. Zij is eerder een bekeerde zondares.

In het klooster

Ons verhaal gaat over ene Beatrijs die rond haar twaalfde jaar in een klooster voor adellijke nonnen treedt. Er wordt niet verteld waarom zij in het klooster gaat, maar in de middeleeuwen waren er een paar voor de hand liggende redenen om in te treden:

Een jong meisje vond het soms haar roeping om God te dienen als non. Als ouders en familie toestemming gaven, dan kon zij intreden in een klooster. Twaalfjarigen werden al in verschillende opzichten handelingsbekwaam geacht. (Biechten, huwen, intreden in een klooster).

Een minder fraaie reden om een kind in het klooster te laten treden, was een geestelijk of lichamelijk gebrek. Adellijke families stopten zo’n kind in een klooster om ervan af te zijn. Dit was in het geval van Beatrijs niet aan de orde: zij blijkt fraai van lijf en leden te zijn en bij haar volle verstand.

In de meeste gevallen zal het echter zo zijn gegaan: bij ieder kind dat de puberleeftijd naderde, stond de aristocratische vader voor de vraag of het op een huwelijk, het klooster of de vrijgezelle ridderschap moest uitdraaien. De keuze voor huwelijken had zo zijn consequenties. Hoeveel zonen wilde hij in de erfenis laten delen? Voor hoeveel dochters had hij een bruidsschat over?

In het geval van Beatrijs is het dus het klooster geworden. Dankzij haar toewijding (en hoge komaf?) schopt Beatrijs het in het klooster na verloop van tijd tot kosteres. In deze functie

was het haar plicht om de olielampen en de kaarsen aan te steken, de gebedenboeken klaar te leggen en de klok te luiden. Ook beheert zij de sleutels van het klooster. Dit laatste komt haar goed van pas.

Wat is het geval? Alhoewel Beatrijs op het eerste gezicht prima lijkt te aarden in het klooster, is in haar hart het vuur voor haar jeugdliefde blijven sluimeren. Aan haar edele komaf heeft zij niet alleen haar knappe uiterlijk en beschaafd-hoofse manieren te danken, ook is zij in aanraking geweest met alle genoegens van het luxe bestaan en de kracht van de hoofse liefde.

De liefde waarnaar Beatrijs verlangt, behoort buiten het bereik van een non te blijven. Beatrijs weet dat en is zich terdege bewust van haar plichten. Ze vecht tegen haar gevoelens van wereldse liefde door te vasten en zich te kastijden. Ze bidt intens tot God, maar de gewenste verlossing uit haar lijden blijft uit en ze voelt dat ze het

Page 4: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

4

kloosterkleed gaat afleggen. Ze besluit een bode naar haar geliefde te sturen met een brief, waarin zij de jongeman dringend vraagt naar het klooster te komen.

Hij komt zo snel hij kan en spreekt met Beatrijs. Hij zegt precies de goede woorden: hij bevestigt dat de liefde wederzijds is en dat hij haar zal helpen het klooster te ontvluchten. Hij belooft haar bestaanszekerheid en zweert haar trouw. Tja… dan is de keuze snel gemaakt.

Haar besluit staat vast: ze zal vluchten om in een vreemde omgeving een werelds bestaan op te bouwen. Een week na hun ontmoeting moet de jongeman ’s nachts met alle benodigdheden terugkomen om haar als het ware te schaken. De jongeman gaat de stad in om inkopen te doen en hij spaart kosten noch moeiten om zijn adellijke vriendin van alles te voorzien. Enerzijds lijken de dure cadeaus zuchten van bewondering bij de toehoorders te moeten losmaken: hoor eens wat de jongeman allemaal voor zijn geliefde over heeft. Anderzijds typeert deze weelde de materialistische manier waarop een man soms meent zijn liefde te moeten tonen. In ieder geval komt hij een week later bepakt en bezakt in de nacht terug bij het klooster en wacht zijn vriendin op onder de eglantier, een wilde rozenstruik.

Die nacht geeft Beatrijs toe aan de verleiding van de aardse liefde, ze vraagt Maria nog wel om vergeving voor de zonde die zij zal begaan. Beatrijs legt haar habijt, sluier en sandalen op het Maria-altaar en haar sleutels hangt zij aan het beeld, zodat de andere nonnen ze de volgende morgen gemakkelijk zullen vinden bij het begroeten van Maria.

Slechts gekleed in een hemd loopt Beatrijs de boomgaard in. Niet zozeer als preutse non, maar vooral als fiere jonkvrouw schaamt zij zich tegenover de jongeman dat ze in haar hemd staat. Wie blootshoofds, barrevoets en in zijn hemd loopt, komt zich volgens de middeleeuwse rechtsopvattingen als misdadiger berouwvol vernederen tegenover zijn meerdere. De jongeman voelt haarfijn aan hoe pijnlijk dat voor Beatrijs moet zijn en hij biedt haar tactvol de gelegenheid om zich te kleden zoals het een jonkvrouw betaamt. Beatrijs kleedt zich in de kleuren van Maria, waardoor zij de banden met de ‘Moeder der Barmhartigheid’ niet definitief doorsnijdt. Haar relatie met Maria zal zij de komende jaren blijven koesteren. Ook als God zich van je afkeert, dan kan je altijd nog rekenen op Maria’s hulp.

In de wereld

Zodra Beatrijs de kleren draagt die bij haar nieuwe situatie behoren, kust de jongeman haar op de mond. Te paard vluchten zij door de nacht en tegen de morgen stellen zij opgelucht vast dat zij niet gevolgd worden. Het lijkt een romantische vlucht van twee geliefden, maar vluchten uit een klooster was moreel en juridisch een ernstige misstap. Beatrijs heeft bindende geloften, waaronder die van de gehoorzaamheid, geschonden. Er kon haar excommunicatie boven haar hoofd hangen, dat wil zeggen: uitstoting uit de geloofsgemeenschap en ontzegging van sacramenten. De ochtend van haar vlucht beleeft Beatrijs dan ook een moment van twijfel. De jongeman is dan enigszins gepikeerd en belooft haar nogmaals zijn eeuwige trouw. En financieel hoeft zij zich ook geen zorgen te maken. Ze hebben zoveel geld: dat krijgen ze in geen zeven jaar op. Een aandachtig toehorend publiek gaat nu al vermoeden hoe bedrogen Beatrijs nog zal uitkomen.

Een tweede signaal volgt meteen. Als het jonge stel door een lieflijk bos rijdt, krijgt de jongeman lustgevoelens. Hij stelt Beatrijs voor bloemen te plukken en -wat op hetzelfde neerkomt- in het gras de liefde te bedrijven. De plek in het bos heeft veel kenmerken van de zogenaamde locus amoenus (lieflijke plek), maar Beatrijs windt zich erover op dat de

Page 5: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

5

jongeman juist hier het ‘huwelijk’ wil consumeren. Als zij hem verontwaardigd voor ‘lompe boer’ uitmaakt, bedoelt zij daarmee dat hij zich onhoofs gedraagt. Een van de allerbelangrijkste hoofse eigenschappen is: zelfbeheersing. Ook in de middeleeuwen gold al dat een beschaafd mens zijn primaire driften in toom kon houden. De jongeman kan het duidelijk niet. Vlug verontschuldigt de jongeman zich en Beatrijs vergeeft hem liefdevol. De toehoorders hebben inmiddels wel allemaal door dat het niet goed afloopt met die twee. Maar de dichter zegt niets, in tegenstelling tot veel van zijn middeleeuwse collega’s, en dat houdt de spanning erin.

De twee geliefden gaan ergens in een stad samenwonen. Volgens de precieze leer van de kerk was dit een zonde, maar er was ook een wat minder strakke kerkopvatting, die inhield dat er na lichamelijk gemeenschap sprake was van een officieus huwelijk. Het paar krijgt twee zoontjes, die vanzelfsprekend net zo knap zijn als hun aristocratische ouders. Ze leven een luxe leventje, maar na zeven jaar is het geld op en moeten de bezittingen verkocht worden. Het gezin komt in grote problemen. Geen van de ouders heeft een vak geleerd, waarmee de kost verdiend kan worden. Het is hun eer te na om te gaan bedelen en de armoede drijft een wig tussen Beatrijs en haar vriend. De man vertrekt met de noorderzon en Beatrijs staat er alleen voor. Na zeven vette jaren breken voor Beatrijs zeven magere jaren aan.

Beatrijs bidt tot Maria om hulp, zodat zij en haar jongetjes niet van de honger omkomen. Ze ziet nog maar twee manieren om zichzelf en de kinderen in leven te houden: bedelarij of prostitutie. Ze verlaagt zich tot bermprostitutie. De vraag is waarom bedelarij kennelijk nog erger is dan prostitutie. Sinds Beatrijs het klooster is ontvlucht, is zij teruggevallen op haar oude aristocratische waarden en normen. Religieuze begrippen als deugd en zonde hebben weer plaatsgemaakt voor de waarden van eer en schande. Heel belangrijk is daarbij hoe de naaste omgeving ergens over denkt. Prostitutie kan nog enigszins in het geheim gebeuren, maar bedelen is voor iedereen zichtbaar. Ze wil zich niet openlijk vernederen. Bovendien heeft zij als hoer haar lot nog enigszins in eigen hand.

Dit verhaal is fictie en de auteur heeft een maximum aan tragiek in zijn verhaal willen brengen. De dichter heeft een zo groot mogelijk contrast willen creëren. Immers: hoe diep kan een mens zinken. Van bruid van God tot liefje van Jan en alleman.

Zo leeft Beatrijs zeven jaar en ze vergeet ook in deze tijd niet om regelmatig tot Maria te bidden. Na deze zeven barre jaren geeft God haar berouw in haar hart. Vanaf dat moment sterft zij liever dan dat zij haar lichaam nog langer verkoopt. Alleen berouw is niet genoeg om weer bij God in de gratie te komen, dat beseft Beatrijs maar al te goed. Ze zal moeten biechten, maar dat durft zij nog niet. Wel roept zij alvast de bijstand van Maria als middelares in, want zelfs voor de zwaarste zonden moet vergeving mogelijk zijn.

Beatrijs legt de adellijke trots en schaamtegevoelens af en keert terug naar de religieuze waarden. De hoofse Beatrijs verkoos prostitutie boven bedelarij. De godvruchtige Beatrijs

Page 6: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

6

kiest het omgekeerde. Ze gaat met haar kinderen zwervend en bedelend door het land. Bedelen was geen zonde en vanuit religieus perspectief ook geen schande. Bedelorden als de franciscanen brachten het ‘bidden om brood’ al lange tijd in praktijk. Beatrijs behoorde overigens niet tot een bedelorde.

Op een avond belandt Beatrijs in de buurt van haar oude klooster. Zij krijgt onderdak bij een weduwe. Als Beatrijs zinspeelt op een gerucht dat de kosteres veertien jaar geleden het nabijgelegen adellijke klooster is ontvlucht, wekt dit de woede van de weduwe. De vrome kosteres heeft namelijk altijd stipt haar diensten vervuld, behalve als zij haar werk aan een ander moest overlaten als ze ongesteld was -in hun periode van ‘onreinheid’ mochten nonnen niet in aanraking komen met het liturgisch vaatwerk en het altaar-. Beatrijs begrijpt niets van wat de weduwe vertelt over de kosteres. Blijkbaar is het in de omgeving van het

klooster niet bekend geworden wat zich veertien jaar gelden heeft afgespeeld in het klooster.

Voor het slapengaan bidt Beatrijs tot Maria. Ze belijdt haar berouw en beseft dat er altijd genade mogelijk is. Maria kan zelf geen genade schenken, maar is wel een onfeilbaar pleitbezorgster bij haar Zoon. Tijdens het gebed valt Beatrijs in slaap en zij krijgt een visioen. Er klinkt een hemelse stem die zegt dat Maria mededogen met Beatrijs heeft gehad en dat zij veertien jaar haar taak als kosteres in het klooster heeft waargenomen, in Beatrijs’ gedaante. Niemand in de abdij heeft Beatrijs ooit gemist en ze kan dus veilig terugkeren. Haar kleren zal ze terugvinden waar zij ze heeft achtergelaten. Als Beatrijs ontwaakt, vreest zij door de duivel in maling te zijn genomen.

In de tweede nacht wordt Beatrijs opnieuw geroepen om naar het klooster terug te keren. Maar zij vertrouwt het nog steeds niet. De derde nacht is Beatrijs wakker en gaat de stem gepaard met een fel licht. Ditmaal is zij ervan overtuigd dat ze naar het klooster terug kan keren. Met bloedend hart laat zij haar zoontjes achter bij de weduwe, doet haar wereldse kleding uit en in haar hemd sluipt zij het klooster in; de deuren zijn niet op slot.

Terug in het klooster

Op het altaar vindt zij inderdaad haar habijt, sluier en sandalen terug. Ze neemt de sleutels weer van het Maria-beeld en dankt Maria en God voor hun barmhartigheid. Dan loopt zij naar het koor, waar in alle hoeken olielampen of kaarsen een helder licht verspreiden. Plichtsgetrouw hervat Beatrijs haar werk en niemand merkt dat Beatrijs de plaats van Maria weer heeft ingenomen. Het lijkt wel of de verteller hier zijn verhaal wil afronden met de woorden:

Zo was de zondares bekeerdDank zij Maria, die elk vereert,

Die de hemel mag regerenEn die zonder mankeren

Haar vrienden weet te bereikenAls die onder zorgen bezwijken. (vs. 859-864)

Page 7: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

7

Er zijn wetenschappers die vinden dat het verhaal hier oorspronkelijk eindigde en voor ons zou dat ook kunnen, maar voor het middeleeuwse publiek was de kous echt nog niet af. In de eerste plaats blijft het publiek met de vraag zitten hoe het met de kinderen gaat. Maar in de tweede plaats en dat was misschien nog wel belangrijker, zal het publiek zich zorgen hebben gemaakt over Beatrijs’ zielenheil. Maria’s aardse dienstjaren moeten toch ook een hoger doel hebben gehad dan alleen Beatrijs’ wereldse reputatie redden. Beatrijs ontloopt haar wereldse straf, maar haar hemelse straf natuurlijk niet. Het is absoluut noodzakelijk dat zij gaat biechten. Een vroom publiek weet dat maar al te goed.

Verder vereist het verhaal dat het wonder wordt bekendgemaakt en daar is natuurlijk ook de biecht voor nodig.

Het verhaal kan dus niet afgelopen zijn, voor er gebiecht is. Bij vs 864 is er dus alleen een rustmoment in de vertelling. De zoontjes van Beatrijs blijven bij de weduwe, die goed voor hen zorgt.

Eens per jaar komt de abt van het klooster op bezoek om te kijken hoe het met de kloostertucht gesteld is en om als biechtvader op te treden. Hét moment voor Beatrijs om te biechten. Beatrijs is in tweestrijd en de duivel doet weer zijn best om haar van de goede keuze te weerhouden: hij wakkert haar oude aristocratische schaamtegevoelens aan. Opnieuw is hemels ingrijpen nodig. Er verschijnt een engel met een dood kindje op de arm. Beatrijs begrijpt de boodschap. Beatrijs biecht haar zondige levensloop op. Zij krijgt zonder mankeren absolutie.

De abt wil het wonder openbaren, omdat het Gods almacht laat zien, maar hij kleedt het zo in dat Beatrijs er geen hinder van ondervindt. De abt neemt Beatrijs’ zoons mee naar zijn klooster, waar het vrome monniken worden in dezelfde orde als hun moeder.

Helemaal aan het einde van het verhaal maakt de verteller pas de naam bekend van de hoofdpersoon. Dat gebeurde in middeleeuwse verhalen wel meer.

In het verhaal had Beatrijs de bijstand van Maria hard nodig, maar het publiek moet er vooral van doordrongen zijn dat iedereen ooit Maria’s voorspraak bitter hard nodig heeft. Wie op de Dag des Oordeels Maria als advocate heeft, mag zich gelukkig prijzen. Met een hardgrondig ‘Amen’ sluit de verteller het gedicht af.

2. De moraal van het verhaal

De voor de hand liggende moraal van het verhaal is, dat Maria-verering van het allergrootste belang is voor het eigen welzijn en zielenheil. Ook het belang van berouw en biecht krijgt veel nadruk. Het publiek moet ervan doordrongen worden dat de genade en vergeving alleen te krijgen zijn door het kerkelijk sacrament van de biecht.

Op een ander niveau is er een strijd te zien tussen hoofsheid en devotie, tussen adellijke normen en religieuze waarden, tussen aarde en hemel. De dichter heeft dat handig gedaan door de strijd van het personage Beatrijs. In deze strijd triomfeert uiteindelijk het geloof.

3. De Beatrijs en de voordrachtskunst

Het verhaal Beatrijs was bedoeld als voordrachtstekst, want er komen zinnetjes in voor als ‘luister nu’ en ‘hoor hoe het verder ging’. Door de eerste zinnen is het wel waarschijnlijk dat het gedicht gemaakt is door een professionele dichter. In de 14e-eeuw heetten die beroepsdichters vaak sprooksprekers, en zij gingen met hun vertellingen-op-rijm op zoek naar publiek. Zij dienden zich aan bij de rijke elite in de kastelen en de steden. Ze traden vaak ’s avonds op tijdens of na de maaltijd. Na

Page 8: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

8

afloop werd de sprookspreker beloond door de gastheer. De klacht van de dichter ‘dat met het dichten en vertellen van verhalen geen droog brood te verdienen valt’ aan het begin van dit verhaal, lijkt wel op de retoriek van een sprookspreker om zijn armoede onder de aandacht te brengen, in de hoop op een mooie beloning aan het einde van de avond.

Dat veel vertellingen op rijm waren, heeft een reden. De sprooksprekers droegen het verhaal voor en dan het liefst zoveel mogelijk uit hun hoofd. Het rijm was daarbij behulpzaam, want daardoor konden zij het hele verhaal makkelijker onthouden.

De dichter zal de eerste voordrager zijn geweest. Zijn naam is onbekend, hoewel het waarschijnlijk een Brabantse dichter zal zijn geweest. De sprooksprekers haalden de stof voor hun verhalen overal-en-nergens vandaan. De dichter van Beatrijs zegt het verhaal van een geestelijke te hebben gehoord. Reden te meer voor de middeleeuwers om het verhaal daarom te geloven.

4. Latijnse bron en Middelnederlandse bewerkingen

De Beatrijs is ooit begonnen als kort Latijns exempel in proza. Caesarius van Heisterbach heeft dat exempel waarschijnlijk voor het eerst opgeschreven. Er zijn twee versies bekend, één uit 1223 en één uit 1227, de eerste is veel korter dan de tweede versie. De tweede is de basis van het Middelnederlandse verhaal, maar het is door de creativiteit van de middeleeuwse dichter helemaal aangepast. Hij heeft het behoorlijk ‘opgeleukt’.

De dichter heeft het verhaal aangepast aan zijn publiek: hoofse literatuurliefhebbers uit aristocratische kringen (leken). Verder is de religieuze strekking nog een beetje aangezet. De dichter heeft het verhaal opgesierd met allerlei details. Hij heeft de tekst verlevendigd met dialogen, bovendien heeft hij van de personages meer mensen van vlees en bloed gemaakt. De hoofse cultuur wordt erin verwerkt, door de aristocratische levensstijl en denkwijze. Ook worden er twee zoontjes aan toegevoegd. Dit had natuurlijk gevolgen voor het verloop van de geschiedenis. Tot slot is een getals- en kleurensymboliek aan het verhaal toegevoegd.

5. De kloosterorde van Beatrijs

Tot welke kloosterorde Beatrijs behoorde, is natuurlijk een moeilijk te beantwoorden vraag, maar de meeste kenners noemen de cisterciënzer orde. Deze orde werd in 1098 gesticht. Typerend voor deze orde was de strengheid waarmee men de oude orderegels van Sint Benedictus herstelde en onderhield. Deze veronderstelling berust op de opmerking dat

Page 9: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

9

Beatrijs’ habijt ‘grau’ is en later dat van haar zoons ook. Dat ‘grau’ wordt dan verklaard als het ‘bijna-wit’ van de cisterciënzers. Maar de betekenis van ‘grau’ is toch vooral ‘grijs’ en Beatrijs kan geen grijs habijt gedragen hebben.

Misschien moet je de vraag naar de kloosterorde helemaal niet stellen. Misschien is ‘grau’ wel gewoon een lelijke onbestemde kloosterkleur. Beatrijs was een non, gewoon een non en het doet er eigenlijk niet toe wat voor non en bij welke orde. Het is geen erg strenge orde geweest, want anders was het Beatrijs nooit gelukt om een brief naar haar geliefde te sturen. Ook was het in een strenge orde niet mogelijk geweest om met haar vriend te spreken door een luikje.

6. De datering van Beatrijs en het handschrift waarin het verhaal is bewaard

Het Latijnse exempel waarop de Beatrijs gebaseerd is, wordt gedateerd op 1227. Het handschrift waarin Beatrijs overgeleverd is, kan gedateerd worden op 1374 of kort daarvoor. Het verhaal is dus na 1227 en vóór 1374 gedicht, maar erg precies is dat niet. Over het algemeen wordt aangenomen dat het in de 14e-eeuw is gemaakt.

Het handschrift waarin Beatrijs is overgeleverd, stamt uit ca. 1374. Het handschrift (KB Den Haag) bevat luxueus perkament en is prachtig versierd (verlucht). Het moet voor een rijke opdrachtgever zijn geweest. Het handschrift bevat nog veel meer teksten, die allemaal met het geloof te maken hebben. Het was een zeer geschikt handschrift voor een leek die interesse had in het geloof, maar die geen Latijn kon lezen.

De voordrachtstekst Beatrijs is dus op een gegeven moment een schriftelijk leven gaan leiden. Er zitten in de tekst die we nu nog hebben wat fouten van de kopiisten, daaruit blijkt dat er een oudere geschreven versie van Beatrijs moet zijn geweest. Het is best mogelijk dat er nog meer schriftelijke Beatrijsverhalen in omloop zijn geweest, maar daarvan is niets bewaard gebleven.

7. Het publiek: Brabantse hofkringen?

Voor wie het verhaal precies gemaakt is en voor wie de codex bestemd was waarin het verhaal is overgeleverd, weten we niet, maar het zouden de hertogen van Brabant te Brussel geweest kunnen zijn. Zij voldeden aan het geschetste publieksprofiel van kapitaalkrachtig, vroom en hoofs-aristocratisch lekenpubliek. De voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om zijn rijke mecenaat en zijn bevordering van de Middelnederlandse literatuur. Dat gold ook voor de hertogin die Jan III opvolgde, Johanna van Brabant.

Bronvermelding:

Naar: Meder, T. (1999) Beatrijs, een middeleeuws Maria-mirakel. Vertaald door Willem Wilmink. Prometheus/ Bert Bakker, Amsterdam.

Page 10: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

10

8 Opdrachten

Groepsopdracht 1

Elke groep bestaat uit vier leerlingen. Elke leerling doet een onderzoek voor de hele groep.

Jullie gaan het leven van de (late) middeleeuwers bekijken aan de hand van de volgende

aspecten: geuren, kleuren en geluiden, muziek, huisvesting, kleding en voeding.

- Leerling 1 onderzoekt het hofleven in de late middeleeuwen op de genoemde

aspecten.

- Leerling 2 doet dat voor het kloosterleven in de late middeleeuwen.

- Leerling 3 doet onderzoek naar het leven van de burgerij in de late

middeleeuwen.

- Leerling 4 gaat bekijken hoe het leven van de boeren en andere lage standen

eruit zag in de late middeleeuwen.

Doel: Alle leerlingen krijgen een idee hoe het alledaagse leven voor de verschillende

bevolkingsgroepen eruit zag in de late middeleeuwen.

Het resultaat: Elke leerling doet verslag van zijn/haar onderzoekje aan de rest van de groep en de docent,

en levert een uitgewerkt document aan met tekst en plaatjes. (a4 - Arial 12). Elke leerling

beschikt op deze manier over alle informatie.

NB: Je maakt gebruik van minstens vier verschillende bronnen en uiteraard worden die bronnen correct vermeld.

Groepsopdracht 2

In de toelichting bij Beatrijs staat een aantal vetgedrukte woorden en woordgroepen.

Verdeel de woorden onder de groepsleden en ga op zoek naar de betekenis van deze

woorden, vooral in verband met het gelezen verhaal over Beatrijs. Ook hiervan breng je

verslag uit aan je groepsgenoten en je docent. (a4 - Arial 12)

NB: Vergeet niet om je bronnen te vermelden en wees kritisch ten opzichte van je bronnen.

Page 11: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

11

Eindopdracht Beatrijs

Voor deze eindopdracht schrijf je een tekst. De opdracht wordt beoordeeld met onvoldoende, voldoende of goed. Je kunt hiermee de eerste punt voor de literatuurtoets over de middeleeuwen verdienen. Voor de toets kun je negen punten halen. De tiende punt haal je dus binnen met deze opdracht. Bij een beoordeling met ‘goed’ krijg je één punt, bij een beoordeling met ‘voldoende’ een halve punt en bij een beoordeling met ‘onvoldoende’ krijg je geen punt. Je kunt in het laatste geval dus nog maximaal een negen halen voor je toets.

Aanwijzingen:

Maak de opdracht in tweetallen.Maak gebruik van Dautzenberg, www.literatuurgeschiedenis.nl en de informatie die je in de les hebt verzameld en gekregen. De omvang is minimaal één A4’tje (lettergrootte 12).Maak een overzichtelijke bladindeling. Geef met kopjes de verschillende onderdelen aan. Verzorg je taalgebruik! Bij drie of meer spelfouten in de eerste alinea wordt het werk met een onvoldoende beoordeeld. Je mag citeren, maar ook met eigen woorden navertellen. Besef dat dit alles een middel is om het verhaal beter te begrijpen.Inleverdatum: in overleg met de docent. Opdrachten die na die tijd ingeleverd wor-den, krijgen een onvoldoende.

SUCCES!

Opdracht:

Bewijs dat Beatrijs een typisch middeleeuws werk is.

Page 12: mevrouwvanderwaals.files.wordpress.com · Web viewDe voordracht zou dan geweest zijn ten tijde van hertog Jan II of hertog Jan III van Brabant. Jan III van Brabant stond bekend om

12