Mundo – Thema 7 – Blok 1

‘Peper en nootmuskaat’

Deelvraag: ‘Waarom reisden peper en nootmuskaat in de 17e eeuw de wereld over?’

Begrippen:

Aandeel: Bewijs dat je mede-eigenaar bent van een bedrijf bent.

Afzet: De hoeveelheid die is verkocht van een product.

Brutowinst: Het bedrag dat je overhoudt van de omzet nadat je de inkoopwaarde ervan hebt afgetrokken.

Handelsonderneming: Een onderneming die goederen koopt en verkoopt, maar deze niet bewerkt.

Monopolie: Alleenrecht

Multinational: Een onderneming met vestigingen over de hele wereld. Bijv. Philips. Of in de tijd van regenten en vorsten, de VOC.

Nettowinst: Wat je overhoudt van de omzet als je alle kosten ervan afhaalt.

Omzet: Het geldbedrag dat is verdiend met de verkoop van producten.

VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie. Onderneming die handel dreef op Azië, opgericht in 1602

WIC: Onderneming die handel dreef op Afrika en Amerika

Jaartallen:

1602: Oprichting VOC

1600 – 1700: Tijd van regenten en vorsten

Samenvatting:

De 17e eeuw was de Gouden Eeuw voor Nederland, dat wilde zeggen dat de handel bloeide. Het ging heel goed met de handel. Uit Amsterdam voeren schepen naar het gebied rond de Oostzee en de landen rond de Middellandse Zee.

In 1596 bereikte een Nederlandse expeditie Indië. Dat was het begin van de winstgevende handel met Azië.

Nederland heette in de tijd van de regenten en vorsten de Republiek.

www.maaikezijm.com

Steeds meer Nederlandse kooplieden gingen specerijen uit Azië halen. Daardoor stegen de prijzen. Het aanbod van specerijen werd groter, dus daalden de prijzen. De regering wilde dat Nederlandse kooplieden samen gingen werken oprichting van de VOC in 1602

De VOC was een handelsonderneming, dat wil zeggen zij goederen kochten en weer verkochten zonder dat deze producten bewerkt werden.

De VOC was het eerste bedrijf dat aandelen uit gaf. Ook was de VOC de eerste multinational, het had vestigingen over de hele wereld.

Rechten die de VOC kreeg:

- Monopolie op de handel in specerijen.- Het recht om langs de kusten op weg naar Indië forten te bouwen.- Oorlog voeren.

Redenen waarom specerijen belangrijk waren voor de handel:

- Lang houdbaar- Relatief klein, compact. Je kon er makkelijk veel van vervoeren.- Kostbaar, je kon er veel geld aan verdienen.

Aantekeningen:

Amsterdam was een belangrijke stad in de internationale handel. Er was natuurlijk een haven en er waren veel pakhuizen, waar producten werden opgeslagen.

Kooplieden uit de hele wereld kwamen naar Amsterdam toe, Amsterdam werd een stapelmarkt. Hier werden de producten opgeslagen, omdat er zoveel producten bij elkaar kwamen konden hier ook eindproducten gemaakt worden.

Stapelmarkt: havenstad waar veel producten worden ingevoerd en opgeslagen om weer te worden doorverkocht. Amsterdam was een belangrijke stapelmarkt. Er was een grote haven en er waren veel pakhuizen. Kooplieden uit heel Europa kwamen hier. Er werden Producten verhandelt, krediet verlening en aandelenhandig .

Eindproducten die gemaakt werden: Suiker / Tabak / Jenever / Zeep / Verf / Textiel (Textiel was de grootste van Europa)

Waarom in Amsterdam? Omdat alle grondstoffen bijeen kwamen op de stapelmarkt. Alles was dus dicht bij elkaar, er konden daar dus ook eindproducten gemaakt worden. En op die manier konden ze ook meteen weer verhandeld worden.

VOC: Onderneming die handel dreef op Azië, opgericht in 1602

WIC: Onderneming die handel dreef op Afrika en Amerika

Aandeel: betekende dat je mede-eigenaar was van een onderneming. Je deelde dus mee in de winst, Amsterdam werd het financiële centrum van de wereld.

www.maaikezijm.com

Reden waarom de VOC werd opgericht:

- VOC mocht als enige handelen met Azië. Zo zou concurrentie binnen de Republiek verkomen worden.

Belangrijkste handelswaar: specerijen.

Vaardigheden:

Afzet = aantal verkochte producten

Omzet = afzet (aantal verkochte producten) x prijs

Brutowinst = omzet – inkoopwaarde

Nettowinst = brutowinst – bedrijfskosten

Sokken bij de Action:

Sokken bij de Action kosten 0,50 cent.

Maaike wil graag geld verdienen, dus koopt ze 100 sokken in voor 0,50 cent.

Maandag op de markt verkoopt Maaike deze sokken voor 1,00 euro.

Er zijn 100 mensen geweest die sokken bij Maaike hebben gekocht.

Wat heeft Maaike verdiend?

Afzet = 100 (want 100 mensen hebben sokken gekocht)

Omzet = 100 (want 100 mensen hebben sokken gekocht) x 1 (want sokken zijn 1 euro)

Brutowinst = 100 (want dat is de omzet) – 50 (want voor 50 euro heeft ze de sokken gekocht, 100 sokken voor 0,50)

Nettowinst = 50 – 0 (want Maaike heeft geen verdere kosten gemaakt).

www.maaikezijm.com