Moeten alle vluchtelingenkinderen naar school?

In 2015 heeft Nederland 48.957 vluchtelingen mogen ontvangen waarvan ongeveer 5000 kinderen. Hiervan 5% Afghaan, 7% Irakees, 7% Ethiopisch, 10% Eritrese, 48% Syrisch en 23% overig (Lowan, 2015). De voorspelling is dat er in 2016 de zelfde instroom te verwachten is. Dit betekent dat Nederland dat jaar nogmaals 5000 nieuwe kinderen krijgt die onderwijs nodig hebben (PORaad, 2014). Alle kinderen in Nederland vanaf 5 jaar hebben recht op onderwijs. Hieronder vallen dus ook de vluchtelingenkinderen met of zonder status. Na aankomst in Nederland is het van belang dat deze kinderen zo snel mogelijk onderwijs kunnen volgen. Deze kinderen hebben behoefte aan een veilige omgeving. Voor de school gaat het dan om het inrichten van een goed pedagogisch klimaat waar de leerlingen zich welkom en veilig voelen (PORaad, 2014). Deze leerlingen hebben vaak traumatische ervaringen meegemaakt. Ze willen het liefste weer een normaal leven waarin zij weer naar school kunnen en zo mee kunnen stromen in de samenleving van Nederland. Vele scholen hebben nog geen afdeling binnen het onderwijs waarin zij les geven aan deze kinderen. De meest voorkomende oorzaak is het gebrek aan geld of ruimte. Ook in Doetinchem zijn er de laatste tijd vele ISK-afdelingen (Internationale Schakel Klas) gekleineerd of zelfs gesloten. De toekomst van deze kinderen komt hierdoor op het spel te staan. Ik ben daarom van mening dat er meerdere plekken moeten komen waar deze kinderen naar school te kunnen gaan, de situatie waar ze vandaan komen kunnen vergeten, en weer kunnen leren en ontwikkelen.

De stelling van mijn betoog luidt: “Alle basisscholen moeten verplicht een ISK-afdeling hebben”. Ik onderbouw mijn stelling door een literatuurstudie, interviews met vluchtelingenleerlingen en leidinggevende van ISK-afdelingen en observaties en ervaringen van het lesgeven binnen een ISK-afdeling. Ik vind het belangrijk aandacht te besteden aan dit onderwerp omdat Nederland hier veel mee te maken heeft en dit fenomeen de aankomende tijd zich voort zal zetten.

Zoals beschreven hierboven heeft Nederland eind 2015 ongeveer 50.000 vluchtelingen mogen ontvangen waarvan 5000 kinderen. Toch is Nederland er nog niet in geslaagd al deze kinderen onderwijs te bieden. Elk kind vanaf 5 jaar in Nederland heeft recht op onderwijs en zo ook dus deze kinderen (PORaad, 2014). Om deze kinderen zo goed mogelijk te kunnen opvangen is het van belang verschillende aspecten te bekijken.

Ten eerste is het belangrijk te weten wat de behoeftes zijn van deze kinderen. De kinderen moesten zich allereerst veilig en welkom voelen en lekker in hun vel zitten. Alleen dan kom je tot leren (Van der Laar, 2015). De leerlingen hebben een geschiedenis achter de rug en veel mee gemaakt. Toch is het belangrijk de kinderen te behandelen voor wat ze zijn; kinderen. Zowel de kinderen als hun ouders hebben behoefte aan een normaal leven en school is hiervan een belangrijk onderdeel. Onderwijs biedt enerzijds een kans om de ogen van de kinderen weer te richten op de toekomst en zich te ontwikkelen voor de samenleving en anderzijds als afleiding van al het nare dat ze hebben meegemaakt. Een van de belangrijkste reden dat vluchtelingen uitgerekend naar West-Europa vluchten, is omdat hier de kinderen zich weer kunnen ontwikkelen voor de toekomst (Pharos, 2015). Waarom zouden wij deze kinderen dan niet die kans geven?

Ten tweede is het van belang om te weten wat deze vluchtelingenstroom van leerkrachten vraagt. Leerkrachten die bij een ISK-afdeling willen werken moeten in

ieder geval een bevoegdheid hebben om les te geven aan het basisonderwijs. Werkervaring met NT2-onderwijs is een pre, maar geen verplichting (de Vries, n.d.). Iets waar vluchtelingleerlingen ook veel mee hebben te maken is verwerking van traumatische ervaringen of rouw. Er wordt aan de leerkrachten gevraagd om dit professioneel en vroegtijdig op te pakken en indien nodig door te verwijzen naar een professional. Van de Laar (2015) stelt dat uit onderzoek blijkt dat leerkrachten dit goed beheersen. De leerkracht moet beheersen over vriendelijkheid, een open houding waarin we laten zien dat wij niets weten over de situatie waar de leerlingen vandaan komen. Alleen zo kunnen de leerlingen zich richten op de toekomst (Delfos, n.d.). Daarnaast moeten leraren kunnen omgaan met de grote verschillen in taalniveau, achtergrond, competenties van leerlingen en de continue instroom van leerlingen. Jongeren uit Syrië of Eritrea zijn de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig (Rijksoverheid, 2015). Een taalspel bij de Gruitpoort werd met veel plezier gespeeld en met opperste concentratie. Dit bewees voor mij dat de leerlingen echt willen leren, willen spelen, willen genieten maar vooral willen vergeten. Ze willen zich klaarmaken voor de Nederlandse maatschappij. Bij de les over solliciteren ontstond dan ook een grote discussie hoe de leerlingen zich het beste konden voorbereiden.

Als laatste rust er de vraag wat de stroom vraagt van onderwijs- en opvanginstellingen. Onderwijsinstellingen die een ISK-afdeling willen opnemen in hun school moeten beschikking hebben over een ruimte waar les gegeven kan worden en leerkrachten die een ISK draaiende kan houden. Besturen hebben recht op bekostiging voor vluchtelingleerlingen. In een brief van 1 april 2016 van staatssecretaris Sander Dekker wordt aangekondigd dat vanaf schooljaar 2016/2017 het primair onderwijs dezelfde bekostiging krijgt als voortgezet onderwijs. Om deze bekostiging te mogen ontvangen heeft de school echter minimaal 4 vluchtelingleerlingen nodig (de Vries, n.d.). Als er sprake is van een toename van minimaal tien asielzoekerskinderen na 1 oktober en vóór 1 juli, kan een schoolbestuur een aanvraag indienen voor bijzondere bekostiging op grond van artikel 43. Dit schooljaar 2014/2015 hebben tot nu toe vijftien scholen met een groei van 602 leerlingen een totaalbedrag van € 800.000 op basis van deze bijzondere bekostiging ontvangen (Ministerie van OCW, n.d.). Daarnaast voorziet de OBHA-regeling , ook wel Onderwijshuisvestingsbudgetten, een bijdrage in de stichtingskosten voor huisvesting van basisonderwijs aan kinderen. Het gaat hierbij om een budget voor nieuw te realiseren voorzieningen of een uitbreiding op als bestaande voorzieningen. De gemeente kan hier een beroep op doen om deze regeling in te schakelen. Vanuit deze regeling kunnen scholen dus geld krijgen voor een nieuw lokaal, materialen, meubilair, verzekeringen, en zelfs klokuren gymnastiek. Er bestaan 3 types scholen die onderwijs bieden aan vluchtelingleerlingen. Als eerste is type 1 een school die gekoppeld is aan een asielzoekerscentrum, type 2 is een grotere zelfstandige school die expliciet lesgeven aan vluchtelingleerlingen of een basisschool die aan 4 of meer vluchtelingleerlingen les geeft. Als laatste is type 3 een basisschool, of moederschool genoemd, die een losse klas heeft binnen de school waar expliciet vluchtelingleerlingen les krijgen. Van deze typen scholen waren er op 7 december 2015, 31 type 1 scholen, 25 type 2 scholen en 92 type 3 scholen wat een totaal brengt van 148 scholen (Lowan, 2015). Vergeleken met de 6430 scholen die Nederland kent (CBS, 2015) is dit een in mijn mening te klein getal. Die 148 scholen kunnen de 5000 kinderen niet aan en al helemaal niet de 5000 kinderen die er dit jaar bij zijn gekomen.

De Gruitpoort heeft vanaf dit jaar een samenwerking met het Graafschap College gestart waarbij vluchtelingenleerlingen les krijgen in cultuuronderwijs. Daarnaast is

het van belang dat de leerlingen zoveel mogelijk met de Nederlandse taal bezig zijn. Volgens Bahman Zarghami (Persoonlijke communicatie, 9 december, 2016) is het van belang dat de leerlingen zo snel mogelijk mee kunnen draaien in de Nederlandse maatschappij. Daarom krijgen de leerlingen les in solliciteren, huisartsafspraken, openbaar vervoer, werkgelegenheid en Nederlandse politiek. Naast de gerichte lessen krijgen de leerlingen ook tijd om op spelmanieren de taal eigen te maken. Zo worden er elke week taalspellen gespeeld. In de eerste lessen heb ik de leerlingen geobserveerd. Wat mij opviel is het verschil tussen de leerlingen van verschillende afkomst. Sommige leerlingen zijn erg beleefd, leergierig en spontaan, terwijl anderen juist verlegen, agressief of zelfs ongeïnteresseerd zijn. Dit is volgens Bahman te verklaren vanuit de situatie waaruit de leerlingen komen. Syriërs hebben over het algemeen goed onderwijs gehad en zijn hierdoor wat lakser in aanwezigheid of interesse tijdens de lessen. Leerlingen uit Eritrea zijn veel leergieriger en gemotiveerder tijdens de lessen. Deze leerlingen geven vaker antwoord op vragen of stellen zelf vragen (Observatie, 16 december, 2016). Over het algemeen zijn de leerlingen gemotiveerd en dankbaar dat ze welkom zijn en les krijgen. Tijdens de lessen die ik heb gegeven merkte ik dat het grootste gedeelte van de groep gemotiveerd, vriendelijk en leergierig is. Leerlingen stellen veel vragen aan je, zoeken contact met je en laten zien dat ze iets willen leren. Er zijn altijd leerlingen die wat stiller zijn of “vervelend” gedrag vertonen. Echter moet je dit vanuit een ander visie bekijken, de leerlingen zijn namelijk wél komen opdagen. Dit kan betekenen dat zij wel graag iets willen leren. Net zoals de leerlingen in onze klassen hebben deze leerlingen verschillende onderwijsbehoeftes die we net zo serieus moeten nemen.

Nederland staat voor een groot vraagstuk. Vluchtelingen zijn mensen en komen met vele vragen en behoeftes naar ons land toe. Ook het onderwijs heeft hier mee te maken. Vele scholen geven aan geen vluchtelingen willen op te vangen in hun school omdat ze er geen geld, personeel, of ruimte voor hebben. Echter is dit alles niet waar. Scholen kunnen een bedrag krijgen van de gemeente om deze kinderen op te vangen. Deze kinderen hebben traumatische gebeurtenissen meegemaakt en willen zo snel mogelijk weer een ‘normaal’ leven. Hoe mooi zou het zijn als wij daar een steentje aan bij kunnen dragen.

Literatuurlijst:

Anker, E. (2016). Geen geld voor onderwijs vluchtelingenkinderen. Vekregen op 16 december, 2016, van

http://www.metronieuws.nl/nieuws/binnenland/2016/02/geen-geld-voor-onderwijs-vluchtelingenkinderen

CBS. (2015). Aantal en omvang van instellingen in het primair onderwijs. Verkegen op 18 december, 2016, van

https://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/primair-onderwijs/instellingenpo/aantal-instellingen

Delof, M. (n.d.). Vluchtelingkinderen. Verkregen op 18 december, 2016, vanhttp://www.lowan.nl/primair-onderwijs/nieuws/vluchtelingenkinderen/

Laar, M., van de. (2015). Vluchtelingenkinderen bij ons op school. Verkregen op 13 december, 2016, van

http://www.verus.nl/sites/www.verus.nl/files/documenten/draaiboek-vluchtelingenkinderen-bij-ons-op-school-kpc-groep.pdf

Lowan (2015). Toestroom vluchtelingen vraagt veel van scholen. Verkregen op 17 december, 2016, van

http://www.lowan.nl/voortgezet-onderwijs/nieuws/toestroom-vluchtelingen-ook-op-scholen/

Pharos. (2015). Handreiking vluchtelingenkinderen op school. Verkregen op 18 december, 2016, van

http://www.pharos.nl/documents/doc/handreiking_vluchtelingenkinderen_op_school.pdf

PORaad. (2014). Vijf vragen over onderwijs aan vluchtelingenkinderen. Vekregen op 16 december, 2016, van

https://www.poraad.nl/nieuws-en-achtergronden/vijf-vragen-over-onderwijs-aan-vluchtelingenkinderen

Rijksoverheid (2015). Kamerbrief over vluchtelingenonderwijs. Verkregen op 18 december, 2016, van

file:///Users/colintebooij/Downloads/kamerbrief-over-vluchtelingenonderwijs.pdf

Vries, R., de. (n.d.). Veelgestelde vragen over onderwijs aan vluchtelingenkinderen. Verkregen op 13 december, 2016, van

http://www.verus.nl/onderwijs-aan-vluchtelingenkinderen/veelgestelde-vragen-over-onderwijs-aan-vluchtelingenkinderen

Persoonlijke communicatie Bahman Zarghami (9 december, 2016).

Activiteitenlijst maatschappelijke stage

Dag nummering Datum1 5 oktober2 28 oktober3 4 november4 9 december5 16 december6 20 januari7 27 januari8 10 februari9 24 februari10 3 maart

Informatie ExpertBahman Zarghami is een jongere die zich al een tijd inzet bij de Gruitpoort in Doetinchem om jongeren met ideeën of problemen te helpen. Daarna heeft hij, in samenwerking met het Graafschap College in Doetinchem, besloten om allochtonen jongeren te helpen met de Nederlandse taal. Dit doet hij door middel van lessen over de Nederlandse politiek, het spelen van Nederlandse spelletjes of het plakken van een fietsband. Dit doet hij in samenwerking met andere Nederlandse jongeren. Bahman is goed in het houden van de orde onder de jongeren en het houden van structuur. Daarnaast ziet hij de verschillen tussen de allochtonen jongeren en probeert hij altijd het positieve van iemand te zien. Doordat hij zelf in een soort gelijke situatie heeft gezeten, is het voor hem makkelijk om contact met allochtonen te leggen.

FeedbackIk van twee medestudenten en mijn begeleider feedback gekregen op mijn werkplan en mijn schriftelijk betoog. Deze feedback heb ik toegepast. Gerichte feedback werd vooral gespitst op de verschillende niveaus die voorkomen in het betoog. Ook de argumentaties heb ik feedback op ontvangen. Iets wat ik meer moest laten zien was mijn eigen mening wat betreft het onderwerp van het betoog. Na al het feedback te hebben toegepast kwam ik over het limiet van woorden en moest ik mijn betoog verder inkorten. Dit was lastig want ik vond alle informatie belangrijk en kon in mijn ogen weinig schrappen. Uiteindelijk is het gelukt met hulp van medestudenten en heb ik mijn betoog afgerond.

VA4,VR4 en DR4Studiejaar 2016-2017Onderzoeksvoorstel themalijn

Toelichting onderzoeksvoorstel themalijn 2016-2017

Inleiding

In dit document vind je aanwijzingen om je onderzoeksvoorstel te kunnen schrijven. Het goedgekeurde onderzoeksvoorstel is een voorwaarde om deel te nemen aan het betoog en beoordeeld te worden. Het onderzoeksvoorstel helpt je om goed voorbereid en kansrijk de starten met de stage, het onderzoek en het betoog. Medestudenten en jouw begeleider zullen het onderzoeksvoorstel van feedback voorzien en met je bekijken waar het onderzoeksvoorstel aanscherping behoeft.

Wat is een geschikt onderwerp voor de themalijnNiet ieder onderwerp is geschikt voor de themalijn. Globaal kunnen de volgende kwaliteitseisen worden beschreven. Zorg er voor dat het gekozen onderwerp of thema hieraan voldoet:

Het onderwerp is voldoende afgebakend. Je voelt persoonlijke en professionele betrokkenheid bij het onderwerp Het onderwerp betreft een actueel, maatschappelijk thema op het gebied

van onderwijs en cultuur (kunst, erfgoed), burgerschapsvorming, mens en samenleving (ico, levo, geestelijke stromingen), pedagogische opdracht aan het onderwijs (morele ontwikkeling, ethiek, identiteit), onderwijs en zorg, onderwijs over de grenzen (grote stad en/of internationalisering), onderwijs en politiek.

De betrokkenen hebben verschillende opvattingen over het onderwerp Het onderwerp moet voldoende mogelijkheden bieden tot literatuurstudie.

Er moet voldoende en gevarieerde literatuur beschikbaar zijn over het onderwerp.

Het onderwerp moet voldoende mogelijkheden bieden tot praktijkonderzoek.

Wat is een geschikte stageplek

De stageplek laat toe dat je observeert, interviewt of een vragenlijst afneemt;

De stageplek laat toe dat je tien dagdelen aanwezig bent; Er is een aanspreekpersoon die jou introduceert binnen de organisatie, die

je vragen kunt stellen en die jouw onderzoeksvoorstel ondertekent.

1. Zakelijke gegevens

Naam student Colin te BooijKlas VR4AStageplek Jimmy’s DoetinchemContactpersoon stageplek

Bahman Zarghami

Begeleider themalijn Nancy van Maanen

gekozen onderwerp binnen de themalijn

Korte beschrijving van het gekozen onderwerp:

In de Gruitpoort te Doetinchem is er in samenwerking met het Graafschap College een ISK-afdeling ontstaan. Elke vrijdagmiddag tussen 13:00 en 15:00 worden er in de Gruitpoort lessen gegeven aan Vluchtelingen. Tijdens deze lessen leren de vluchtelingen de basiskenmerken van een Nederlandse burger. Onder meer krijgen zij les in taal, kunstzinnige en culturele vorming, maatschappijleer, sociaal-emotionele vorming en krijgen zij voorlichting in seks en drugs. Het uitgangspunt van deze lessen is dat de vluchtelingen door coöperatieve werkvormen op een speelse manier leren hoe de samenleving in Nederland eruitziet en hoe een burger zich daar in moet plaatsen. Verschillende stagiaires en jongerenwerkers geven deze lessen op vrijdagmiddag. Tijdens de praktijkstage sluit ik mij bij deze groep mensen aan. Ik observeer lessen en ga uiteindelijk zelf lessen verzorgen. Daarnaast voer ik gesprekken met deze groep mensen en de leidinggevende binnen het project. Ook wil ik gesprekken gaan voeren met de vluchtelingen zelf om zo een breed mogelijk aspect te creëren waarin ik mijn mening kan opstellen.

Probleemstelling: Door de onveilige situaties in het Midden-Oosten en delen van Afrika vluchten vele mensen naar Europa op zoek naar een beter bestaan. Ook Nederland heeft te maken met deze vluchtelingenstroom. Volgens Kuiper, Pelgrim, Brummelman en Versteegh (2016) hebben rond de 94.000 vluchtelingen dit jaar asiel aangevraagd in Nederland.

Nederland is een multicultureel land. Al meer dan 5,3% van onze inwoners zijn zonder Nederlandse identiteit. Hiervan zijn veel van Poolse afkomst. Door de oorlog in Syrië vluchten er veel Syriërs naar Nederland. Vergeleken met januari 2015 verdrievoudigde dit aantal naar 25.000 mensen met een Syrisch paspoort (CBS, 2016). Deze toegenomen diversiteit in de samenleving vraagt om nieuwe eisen in het onderwijs. Er wordt een nieuwe opdracht gegeven aan de leerkracht van de toekomst.

Mijn stelling is: Basisscholen moeten verplicht een ISK-afdeling hebben.

ISK-afdelingen staan voor Internationale Schakelklassen. In deze klassen worden de kinderen van vluchtelingen opgeleid om zo snel mogelijk te kunnen doorstromen naar het reguliere, Nederlandstalige onderwijs. Vele basis- en voortgezet onderwijsinstanties hebben ISK-

afdelingen maar nog niet allemaal. Ook worden sommige kleine ISK-afdelingen bedreigd met sluiting of verkleining. De groep leerlingen die bij de ISK-afdelingen les volgen is erg divers. Zo zijn er vluchtelingen die hun land hebben verlaten vanwege de onveiligheid, kinderen van ouders die in Nederland komen werken en huwelijksmigranten (leraar24, 2011). Wanneer deze leerlingen worden aangemeld voor een ISK-afdeling wordt er specifiek gekeken naar de onderwijsbehoeftes van deze leerlingen. Zo kan de duur van onderwijs op de ISK-afdeling verschillen per leerling. Dit kan verschillen van een paar maanden tot 3 jaar. Hierbij wordt er gekeken naar of de leerlingen al kan lezen en schrijven, of de taal van herkomst dichtbij de Nederlandse taal ligt, en of de leerlingen extern les krijgt of heeft gekregen in de Nederlandse taal.

Deze groep leerlingen zijn erg gemotiveerd om naar school te gaan en hebben hun blik gespitst op de toekomst. Hierdoor moeten juist deze leerlingen het recht en de mogelijkheid krijgen om onderwijs te kunnen volgen in Nederland.

Praktische relevantie: Ik ben zelf van mening dat de vluchtelingenstroom een groot effect heeft op het onderwijs binnen Nederland. Hier moeten wij allen, als leerkrachten, iets aan doen. Er zijn nog vele scholen die aan hebben gegeven geen ondersteuning te willen bieden aan het vluchtelingenonderwijs. We moeten ons wel beseffen dat deze mensen op zoek zijn naar een beter bestaan en alle recht hebben een plek te krijgen om te wonen en onderwijs te volgen. De kinderen van deze vluchtelingen willen maar al te graag naar school omdat ze niets liever willen dan weer kind te zijn. Ik ben van mening dat er genoeg leerkrachten zijn die, misschien nog niet eens een baan hebben, hier vorm willen geven aan het vluchtelingenonderwijs, waaronder ik. Als we samen een doel voor ogen hebben kunnen wij de kinderen van de vluchtelingen goed onderwijs geven en ze zo klaar te stomen voor de Nederlandse maatschappij.

Voorbereiding literatuurstudieWerkwijze Zoektermen:

ISK-afdelingen, Internationale schakel klassen, eersteopvangschool, vluchtelingenstroom, vluchtelingenonderwijs, vluchtelingenjeugd.

Zoekmachines:Google.nlScholar.google.nlMetacrawler.comIjsselgroep.onderwijsdatabank.nl

Beslisregels van bronnen:Bronnen mogen niet ouder zijn dan 2006, mits de bron relevant is, geschreven is door bekende auteur of instantie.

4. Onderzoeksvragen en onderzoeksmethodiek

Ik onderzoek en bevraag

Ik bezoek (organisatie en contactpersoon/personen en ik denk aan micro-, meso- en macroniveau

Ik ontwikkel, ontwerp implementeer, presenteer en/of organiseer. (Opbrengsten)Wat ontwikkel etc je?

Methodiek van onderzoeken

Hoe onderzoek en ontwikkel etc. Je?

1. Welk effect heeft de vluchtelingenstroom op het regulieronderwijs in Nederland?

1. Het bezoeken van een ISK-afdeling in de Gruitpoort te Doetinchem.2. Het interviewen van de leidinggevende binnen het ISK-project.

Deelvragen:

Microniveau: Wat zijn de onderwijsbehoeftes van vluchtelingen?Mesoniveau: Welk effect heeft de vluchtelingenstroom op het regulieronderwijs.Macroniveau: Wat is het effect voor vluchtelingen in het regulieronderwijs in Nederland?

Ik maak een argumentatieschema waarin de voor- en tegenargumenten worden opgesteld zodat er in het betoog duidelijk is welke argumenten er tegenover elkaar staan.

Literatuurstudie en InterviewIk bestudeerd literatuur en welke voor- en tegenargumenten zijn voor de stelling. Daarnaast interview ik de leidinggevende over zijn mening.

2. Welke eisen worden er gesteld aan de leerkrachten in het vervolgonderwijs door de vluchtelingenstroom

1. Het volgen van vluchtelingen binnen het ISK-project.2. Het interviewen van de leidinggevende binnen het ISK-project.

Door het interview met de leidinggevende kom ik erachter welke voorargumenten er zijn voor de ISK-afdelingen. Daarnaast interview ik een directeur van een basisschool

Interview met leidinggevende,Observaties van lessen binnen ISK,Gesprekken met leerkrachten binnen ISK.

naar Nederland? 3. Het interviewen van de directeur van een basisschool.

Deelvragen: Welke eisen worden er gesteld aan leerkrachten in het regulieronderwijs?Microniveau: Welke eisen worden er gesteld aan onderwijsinstellingen en opvang instellingen?Macroniveau: Welke eisen worden er gesteld aan het onderwijs binnen Nederland?

om zo de tegenargumenten op te stellen.

Daarnaast observeer en geef ik verschillende lessen aan vluchtelingen om zo zelf te ervaren wat het effect is voor vluchtelingen en hoe zij dit ervaren. Zo stel ik zelf een eigen mening op.

Bronnen1 http://www.multicultureelopleiden.nl/klas/pedagogiek/omgang-met-

verschillen/2 http://www.republiekallochtonie.nl/nederlanders-buitenlanders-allochtonen-

de-cijfers3 https://www.nrc.nl/nieuws/2016/02/02/dit-zijn-de-feiten-over-asielzoekers-in-

nederland-a1405200#vraag14 https://www.leraar24.nl/video/2886/internationale-schakelklassen#tab=05 https://www.leraar24.nl/video/1741/asielzoekerskinderen-eerste-

opvang#tab=0

Planning van het thema van september tot januari (ca.168 uur)

Activiteit Week/weken Aantal urenWerkplan opstellen Week 44 t/m 45 10Literatuuronderzoek Week 44 t/m 48 35Werkgroepen met medestudenten Week 42 t/m 2 1510 dagdelen praktijkstage Week 49 t/m 6 60Betoog schrijven Week 45 t/m 2 45Betoog inleveren 2 -Presenteren betoog, luisteren naar medestudenten

3 5

6. Wat wil je aan de orde stellen, waar wil je feedback op in het overleg met medestudenten halverwege de periode?

De probleemstelling, deelvragen, literatuurstudie en in de invulling van het praktijkgedeelte. Ik wil zo duidelijk mogelijk voor mezelf krijgen of ik door mijn literatuurstudie en praktijkgedeelte een goed voorbereid betoog kan houden waar de inhoud goed bij elkaar past.

7. Akkoordbevinding

Het onderzoeksvoorstel is akkoord bevonden op d.d. dd-mm-jj vóór 14.11.2016.

Handtekening begeleider

Handtekening inhoudelijk betrokkene

Handtekening student