Begeleidersboekwww.hetlichtoponspad.comcode 1259

………………….Bijeenkomst 11

Maria, moeder van God(Johannes 2,1-11)

[in buttons]Moeder MariaWees gegroet

Rozenkrans

AchtergrondWe kijken deze bijeenkomst naar Maria. Heel bewust. Wie is deze vrouw? Wat betekent zij voor christenen, vroeger en nu? Aan de hand van een beeldbeschouwing en een stapsgewijs uitgevoerde gebedsdienst krijgen de kinderen uitleg over Maria. Zij is de moeder van Jezus, de moeder van God. Maar zij is meer. Zij is ook onze moeder in de hemel en de moeder van de Kerk. Zij is als het ware de ladder tussen aarde en hemel: tussen ons en haar Zoon.

De kinderen maken kennis met de liturgische kleuren. Ze passen bij de verhalen over Jezus, ze passen bij Maria. De kleuren van de Kerk passen ook bij de gevoelens die mensen in vergelijkbare gebeurtenissen in hun leven hebben.Ook maken de kinderen kennis met een heel basale vorm van de rozenkrans. Na de uitleg en het kijken naar afbeeldingen is er niet alleen ruimte voor symbolische handelingen, maar ook voor gebed. Ieder gebed, ieder Weesgegroetje, is alsof je Maria een roosje geeft. Hebben kinderen zelf wel eens een rozenkrans gezien? Hebben ze hem zien gebruiken? Het zijn vragen die aan bod zullen komen. Wat zouden ze zelf aan Maria willen vragen?

Als bijbelverhaal is gekozen voor de tekst uit Johannes over de bruiloft in Kana. Daarin wordt precies de bijzondere relatie tussen Maria, Jezus en mensen aangegeven. Dankzij de moeder is er de Zoon, de Zoon die zich openbaart als degene die het heilsplan van de Vader – geluk, vrede en eeuwig leven voor alle mensen – mogelijk zal maken. Maria heeft een bijzondere plaats in Jezus’ leven, Maria wil graag een bijzondere plaats hebben in ons leven en er voor ons zijn.

Boekje open over MariaAls bijlage bij deze bijeenkomst vindt u een boekje over Maria. Deze is bedoeld voor u als begeleider. U kunt er veel extra informatie over Maria in terugvinden.

DoelstellingCognitieve doelen:Aan het eind van deze bijeenkomst kan het kind:

- Vertellen dat Maria de moeder van Jezus is.- Vertellen dat Maria de moeder van God is, omdat Jezus de Zoon van God is en zelf

ook God.- In eigen woorden vertellen dat Maria altijd dicht bij Jezus was op alle belangrijke

momenten in zijn leven.

1

Affectief doel:Het is de intentie om met deze bijeenkomst te bereiken:

- Dat het kind Maria leert kennen als moeder van God, als middelares tussen mensen en Jezus, als moeder van de kerkgemeenschap.

BeginsituatieDe stoelen zijn in een kring geplaatst rond de kijktafel. Creëer een veilige sfeer.Op de kijktafel staat een afbeelding(en) van Maria op een mooie blauwe doek. Leg er een (grote) rozenkrans bij.

ThemaMaria is de moeder van Jezus én de moeder van God. Maar Maria is méér: ze was erbij toen de Kerk van Jezus begon te groeien. Ze was een voorbeeld voor de apostelen en voor alle gelovigen. Zo werd ze de moeder van de Kerk. Een moeder die steeds wijst naar haar Zoon. ‘Doe maar wat Hij u zeggen zal. Vertrouw op Hem.’ Zij kan al onze zorgen en vragen bij haar Zoon brengen.

InhoudDe inhoud van deze bijeenkomst is vormgegeven rond het verhaal van de bruiloft in Kana (Johannes 2,1-11). Om het kind te helpen zich dit verhaal eigen te maken staan een aantal vragen en voorwerpen centraal (zie gezamenlijke verwerking).

Catechismus van de Katholieke KerkHet verdient aanbeveling de onderstaande paragrafen uit de Catechismus door te lezen. Die geven veel duidelijkheid over Maria’s bijzondere plaats in Gods heilsplan.Paragraaf: 484, 487-507, 773,775, 963-973, 1172, 2030.

VoorbereidingMaak u de tekst bij de tien afbeeldingen van het knipvel eigen: zorg dat u over Maria kunt vertellen. Zorg dat u ook iets kunt vertellen over de kleuren van de doeken.Zorg voor:

Bijbel, kaars, lucifers (aansteker). Voldoende pennen of potloden, viltstiften, scharen, plakstiften. Doeken in de kleuren: rood, groen, paars, wit/wit met gouddraad en blauw. Blauw is

weliswaar geen liturgische kleur, maar het is de kleur van Maria. Afbeelding(en) van Maria. Vergrotingen van de afbeeldingen van Maria (van knipvel) op karton of stevig papier:

zie het werkboek op www.hetlichtoponspad.com, code 2259. (Grote) rozenkrans. theelichtjes in cupjes. Tien grote kralen. Tien (kunst)roosjes.

Voor thuisDe begeleider evalueert de bijeenkomst.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Verloop van bijeenkomst 11

2

Hand geven bij binnenkomst

OpeningsgebedBid het gebed zoals het in het werkboek staat.

Benodigdheden: werkboek op (www.hetlichtoponspad.com, code 2259).Tijd: 4 minuten.

OpeningsceremonieEén van de kinderen haalt plechtig de doek van de Bijbel af en vouwt deze op. Daarna steekt het kind de kaars aan.

Benodigdheden: lezenaar of kijktafel, Bijbel, doek, kaars, lucifers (of aansteker).Tijd: 3 minuten.

Terugblik op de vorige bijeenkomstHaal met de kinderen de essentie van de vorige bijeenkomst weer naar boven.

Vraag één van de kinderen om het verhaal kort na te vertellen. Vraag de kinderen wat het belangrijkste in het verhaal of de bijeenkomst was. Vraag de kinderen wat ze in de vorige bijeenkomst geleerd hebben.

Tijd: 5-7 minuten.

Presentatie van het themaVertel in eigen woorden:Maria is de moeder van Jezus. Jezus is de Zoon van God en zelf ook God; daarom noemen we Maria de moeder van God. Ze heeft voor Hem gezorgd vanaf zijn geboorte totdat Hij rond begon te trekken en iedereen vertelde over God. Op alle belangrijke momenten in Jezus’ leven was ze er steeds bij. En Maria is méér: ze was erbij toen de Kerk van Jezus begon te groeien. Ze was een voorbeeld voor de apostelen en voor alle gelovigen. Zo werd ze de moeder van de Kerk. Zij kan al onze zorgen en vragen bij haar Zoon brengen. Geen wonder dat zo veel mensen een bijzondere band hebben met Maria. We hebben ook een eigen gebed aan Maria: het ‘Wees gegroet’. Daar gaan we vandaag óók over praten. En we gaan het ‘Wees gegroet’ natuurlijk ook bidden.

Tijd: 5 minuten.

BijbelverhaalHet bijbelverhaal staat in het werkboek.

Benodigdheden: werkboek op www.hetlichtoponspad.com, code 2259.Tijd: 5 minuten.

Gezamenlijke verwerking

Opmerkingen vooraf: Hieronder staat vrij veel tekst, maar het is niet ‘massief’. Er is veel variatie in wat er

gebeurt: platen bekijken, vertellen, bidden, kralen en roosjes neerleggen, kaarsjes aansteken, enzovoort.

3

Lees de uitleg (een paar keer) goed door. Vertel daarna aan de kinderen wat u nog weet en wat u uzelf eigen hebt gemaakt.

U kunt de volgorde wijzigen en variëren. Bijvoorbeeld: het opschrijven van het ‘Wees gegroet’ eerder doen of het plakken van de plaatjes bij de tekst op een ander moment. U kunt ook de teksten over Maria en Jezus, aangevuld met de korte bede en het bidden van het ‘Wees gegroet’, gebruiken als afsluiting van de bijeenkomst. Het zendingsgebed komt dan te vervallen. Nog een variatie: u vertelt eerst het verhaal van Maria en Jezus, daarna komen de rozenkrans en het ‘Wees gegroet’ aan bod en u sluit af met een korte herhaling van het verhaal + de bede + het ‘Wees gegroet’.

Helemaal mooi zou het zijn als u het verhaal van Maria en Jezus in de kerk zou kunnen vertellen, dicht bij een beeltenis van Maria.

Stiltemoment bij de afbeelding(en) van Maria en kringgesprekKijk samen naar een afbeelding of enkele afbeeldingen van Maria. Wees eerst een moment stil en praat daarna samen over wat jullie zien. Enkele richtvragen:

Wat zie je? Wie is het? Waar ken je haar van? Waar kom je wel eens een afbeelding, schilderij of beeld van haar tegen? Staat zij altijd alleen op een afbeelding of is er soms iemand bij? Wie?

Benodigdheden: enkele afbeeldingen / beelden van Maria.Tijd: 7 minuten.

Het verhaal van Maria en Jezus: 10 momentenMaria heeft Jezus zijn hele leven begeleid. Ook daarna heeft ze veel betekend voor de Kerk en voor ons. U neemt de tien vergrotingen (van afbeeldingen knipvel) en vertelt er het verhaal over Maria en Jezus bij. De tekst hieronder is een hulpmiddel. Daaronder staat steeds – cursief – enige aanvulling. Als u één deel van het verhaal verteld hebt, legt u de eerst de doek neer: paars bij Advent en Veertigdagentijd, wit/wit-goud bij Kerstmis en Pasen, rood voor Pinksteren en een groene doek voor alle andere keren. Zorg ervoor dat er ruimte blijft rond de afbeelding van Maria die al op de kijktafel staat: u moet de blauwe doek kunnen blijven zien.U plaatst de eerste afbeelding (de engel) op de doek (paarse kleur). Om de beurt mogen de kinderen er een grote kraal en/of een roosje bij leggen. Zorg dat ieder kind in ieder geval een keer aan de beurt komt. Vertel waarom u de afbeelding juist op deze kleur doek zet of legt.

1. Maria, u hebt ‘ja’ gezegd toen Gods engel aan u vroeg: ‘Wil je de moeder zijn van Jezus, mijn Zoon?’ (paarse doek, kraal, roosje)Daarvoor willen we u bedanken. En daarom zeggen we: ‘Wees gegroet… (kaarsje) Een engel kwam bij Maria en vroeg of zij de moeder van Jezus wilde zijn? Maria zei toen: ‘Ja. Het zal gebeuren zoals God dat wil.’In de tijd van de Advent, als we wachten tot het Kerstmis wordt, gebruiken we in de Kerk de kleur paars. Daarom leggen we nu een paarse doek neer en zetten we daar de afbeelding op.

2. Maria, u bent naar uw nicht Elisabet gegaan. U hebt haar geholpen en uw blijdschap gedeeld. (paarse doek, kraal, roosje)Daarvoor willen we u bedanken. U laat ons het wonder van het leven en de schepping zien. U laat ons de Schepper en Jezus zien. Dank u wel. Daarom zeggen we: ‘Wees gegroet… (kaarsje)God laat wonderen gebeuren: Maria’s nicht krijgt onverwacht toch een kindje. Maria

4

gaat haar helpen en het blije nieuws vertellen dat ook zij een baby zal krijgen: een heel bijzonder kind. Vol verwachting kijken we ernaar uit. Daarom: de paarse doek.

3. Maria, u hebt een bijzondere Zoon gekregen: de Zoon van God. (witte/wit-gouden doek, kraal, roosje)Bedankt dat u de moeder van God wilde zijn. Zo kregen de mensen eeuwig leven. Daarom zeggen we: ‘Wees gegroet… (kaarsje)Na maanden wachten wordt Jezus geboren. De Koning van de wereld, in een arme stal. Maar de engelen zingen: ‘Eer zij God. De Redder is geboren!’ De koningen brachten wierook, mirre en goud. Wit en goud zijn kleuren van vreugde en feest. Daarom: de witte/wit-gouden doek.

4. Moeder Maria, samen met Jozef was u met Jezus op de vlucht. U hebt zijn leven begeleid en beschermd. (groene doek, kraal, roosje)U weet hoe moeilijk het is om op de vlucht te zijn. Wilt u een steun zijn voor vluchtelingen en hen helpen? Daarvoor zeggen wij: ‘Wees gegroet… (kaarsje)Maria en Jozef zijn op de vlucht voor wie Jezus kwaad willen doen. Maria begrijpt dat zij Hem moet beschermen: God moet zijn Rijk van vrede kunnen stichten en dat lukt niet als Jezus niet volwassen kan worden.Maria begrijpt als geen ander dat op de vlucht zijn moeilijk is. Ze wil luisteren en helpen, kracht en moed geven. We leggen de afbeelding op een groene doek: de kleur van hoop, de kleur van nieuw leven, de kleur van rust. De kleur groen wordt in de Kerk het meest gebruikt.

5. Maria, u hebt Jezus naar de tempel gebracht om Hem aan God op te dragen. (groene doek, kraal, roosje).U werd daardoor niet alleen Jezus’ moeder, maar ook de moeder van alle gelovigen. We willen u danken en zeggen: ‘Wees gegroet…(kaarsje)Maria doet wat ze beloofd heeft: alles zal gebeuren zoals God dat wil. Daarom zal haar Zoon er voor alle mensen zijn en niet alleen voor Jozef en haarzelf. Maria geeft Jezus alle ruimte.

6. Maria, u was erbij toen Jezus voor de eerste keer liet zien dat Hij Gods Zoon is. ‘Doe maar wat Hij jullie zegt. Vertrouw Hem’, zei u. Hij veranderde water in wijn. En zo werden de mensen gelukkig. (groene doek, kraal, roosje)Jezus wil ook ons gelukkig maken. U helpt ons daarbij? Dank u wel. ‘Wees gegroet… (kaarsje)Wij hoorden zojuist het bijbelverhaal. Er is een bruiloft. Maria en Jezus zijn er ook. Opeens is de wijn op. ‘Ze hebben geen wijn meer’, zegt Maria tegen Jezus. ‘ Daar hoef jij je toch niet druk over te maken?’ zegt Jezus. Maar Maria zegt tegen de knechten : ‘Doe maar wat Hij je zal zeggen.’ Er staan zes stenen kruiken. ‘Doe die maar vol met water’, zegt Jezus tegen de knechten. En dat doen ze. Dan brengen ze een beker naar de tafel van de bruid en bruidegom. Het is geen water meer: het is wijn geworden. Zo laat Jezus zien wie Hij is. De leerlingen geloven en vertrouwen Hem.

7. Maria, u hebt gezien hoe Jezus stierf aan het kruis. Toch gaf u de moed niet op en had u vertrouwen. Jezus had immers gezegd: ‘Ik zal verrijzen.’ (paarse doek, kraal, roosje)Dankzij Jezus mogen we erop vertrouwen dat de dood niet het einde is. U was en bent ons voorbeeld, dank u wel. Daarom zeggen we: ‘Wees gegroet… ( kaarsje)Eerst roepen de mensen: ‘Hij is onze Koning!’ Maar nog geen week later schreeuwen ze: ‘Aan het kruis met Hem!’ En Jezus, die alleen maar goed is geweest, zal moeten sterven. Een zoon die sterft aan het kruis, zoiets zou geen enkele moeder moeten meemaken. Ze heeft veel verdriet. Daarom gebruiken we ook een paarse doek. En toch heeft Maria vertrouwen, want Jezus heeft gezegd: ‘Ik zal verrijzen.’

5

8. Maria, u hebt het gezien: het graf is leeg. Jezus, uw Zoon, is opgestaan uit de dood. Hij gaf zichzelf. Hij zorgde er zo voor dat er voor ons, mensen, eeuwig leven is bij Vader God.Dank u wel, Maria, dat we dankzij u Jezus hebben leren kennen. Hij vertelde dat er eeuwig leven is, dicht bij Vader God. En daarom zeggen we: ‘Wees gegroet… (kaarsje)Jezus lag in het graf. Op de derde ochtend na zijn dood gaan er vrouwen naar het graf om het lichaam van Jezus te verzorgen. Maar wat zien ze: de steen is weg en het graf is leeg. Jezus is uit de dood opgestaan! Alleluia: het is feest. Daarom gebruiken we ook een witte/wit-gouden doek, de kleur van licht, van vreugde.

9. Maria, u was erbij toen Jezus al zijn leerlingen de heilige Geest stuurde. U leerde Jezus’ leerlingen moedig en vol vertrouwen te zijn. (rode doek, kraal, roosje)Maria, leer ons ook dappere christenen te zijn. ‘Wees gegroet…. ( kaarsje).De leerlingen zijn bij elkaar. Ze zijn bang om aan anderen te laten merken dat ze leerlingen van Jezus zijn. Dan stuurt Jezus de heilige Geest. Ze krijgen moed en gaan overal het verhaal van Jezus vertellen. Maria is bij hen. Ze luistert vol liefde naar mensen die naar de leerlingen komen. Ze bidt met hen. Ze luistert ook naar ons. In de Kerk wordt de kleur rood gebruikt op het feest van Pinksteren. Rood is ook de kleur van het vuur, vuur van het geloof. En het is de kleur van liefde, van warmte en trouw. Vandaar de rode doek.

10. Maria, u bent nu dicht bij Jezus in de hemel. U kunt alles wat ons bezighoudt aan Hem vertellen. En eens hopen we, samen met u, ook in de hemel te zijn bij uw Zoon. (blauwe doek, kraal, roosje)Maria: luister naar ons, help ons, wees de ladder tussen ons en Jezus. Wees een licht op ons pad. ‘Wees gegroet… (kaarsje)Maria is als een moeder voor ons. We mogen haar alles vragen en ze begrijpt wat ons bezighoudt. Zij is in de hemel dicht bij Jezus en kan bij Hem een goed woordje voor ons doen. De kleur van Maria is blauw. Het is de kleur van oneindigheid, trouw, van de goddelijke hemel. Daarom gebruiken we de blauwe doek.

Variant: u laat de kinderen een kaarsje plaatsen op een doek / bij een afbeelding van hun keuze en vervolgens aansteken.

Benodigdheden: afbeelding Maria op blauwe doek in het midden, vergrotingen van de afbeeldingen van het knipvel op stevig papier of karton, rode, groene, paarse, witte/wit-gouden doeken, grote kralen, roosjes.Tijd: 20 minuten.

RozenkransWaarom hebben we een dikke kraal en een roosje bij de afbeeldingen gelegd? Kijk, op de kijktafel ligt een soort ketting. U toont de (grote) rozenkrans.

Wie weet wat het is? Wie heeft er wel eens eentje gezien? Waar? Is het een sieraad of wordt de ketting ergens anders voor gebruikt?

Heeft u zelf een rozenkrans? Heeft u wellicht een bijzondere rozenkrans vanwege het verhaal of de herinnering die erbij hoort? Draagt u de rozenkrans vaak bij u (Maria dichtbij)? Schroom niet om de rozenkrans op dit moment te tonen. Haal ’m uit uw zak en laat de kinderen zien dat een rozenkrans ook echt gebruikt wordt.

Bekijk de rozenkrans heel goed. Hoe ziet hij er uit?

6

Wat we op de kijktafel hebben neergelegd is een klein stukje van deze ketting. We legden tien keer een kraal neer: je ziet dat de echte rozenkrans ook groepjes van tien kraaltjes heeft. Bij iedere kraal hoort een gebedje: het ‘Wees gegroet’. Iedere keer als je een Weesgegroetje bidt, is dat als een roosje dat je Maria aanbiedt. Het is een mooie bloem, maar ook een bloem met doorns waaraan je je prikken kunt. De roos is een teken dat je naar Maria gaat en haar gebed bidt om haar te eren, om haar te bedanken of om haar iets te vragen. Als je bij haar komt en haar gebed bidt omdat je verdriet hebt of hulp nodig hebt, dan denk je maar aan de steel van de roos met de doorns. Bij Maria kun je je verhaal kwijt. Zij zal je helpen te zien dat de bloem veel mooier is dan de steel met doorns.

Ken je iemand die vaak een kaarsje aansteekt voor Maria? Heb je dat zelf wel eens gedaan? Heb je toen ook gebeden, haar iets gevraagd, haar iets verteld?

Benodigdheden: (grote) rozenkrans, eventueel een kleine, persoonlijke rozenkrans.Tijd: 10 minuten.

‘Wees gegroet’In het werkboek staat de tekst van Maria’s gebed: het ‘Wees gegroet’. Lees samen de tekst door. Vertel de kinderen dat de regels van het gebed voor een groot deel in de Bijbel terug te vinden zijn. Vertel de overige ‘Weetjes’ over het ‘Wees gegroet’: zie onder ‘Wist u dat…?’ in het werkboek.

Benodigdheden: werkboek (www.hetlichtoponspad.com, code 2259). Tijd: 3 minuten.

Totale tijd: 40 minuten.

Persoonlijke verwerkingOpdracht:Schrijf op de lijntjes binnen de cirkel van je werkboek de tekst van het ‘Wees gegroet’ netjes over. Daarna kun je de plaatjes uit het knipvel knippen en bij de goede tekst plakken.

Benodigdheden: werkboek (www.hetlichtoponspad.com, code 2259), pen of potlood, schaartjes, plakstiften.Tijd: zo lang er tijd is.

Samen opruimenTijd: 7 minuten.

ZendingSluit de bijeenkomst af met de zegen uit het werkboek.

Benodigdheden: werkboek (www.hetlichtoponspad.com, code 2259).Tijd: 5 minuten.

EindceremonieHet kind dat de kaars heeft aangestoken, blaast deze uit. Het legt de doek over de Bijbel.

Benodigdheden: lezenaar of kijktafel, kaars, doek, Bijbel.Tijd: 3 minuten.

7

Hand geven bij afscheid

EvaluatieVoor de evaluatie van het groepsproces door de begeleiding: zie algemene inleiding.De evaluatie van de doelstellingen met de kinderen vindt plaats als u oefent in de kerk voor de eerste communieviering. Dat is een goed moment om voor de hele groep nog eens een kaarsje aan te steken bij Maria.

Voor het werkboek van deze bijeenkomst: ga naar www.hetlichtoponspad.com en toets code 2259 in.

8

MARIA

bijlage

boekje open over

Mei en oktoberIn mei en oktober denken we de hele maand speciaal aan Maria, de moeder van Jezus. Ze zei: ‘Ja, Vader-God, ik zal doen wat U van mij vraagt.’ Zomaar, zonder eerst precies te willen weten wat haar te wachten stond!

9

We noemen mei: Mariamaand en oktober ‘ Rozenkransmaand’. Dat komt omdat er vroeger in bijna alle katholieke gezinnen de hele maand oktober iedere dag één keer de ‘Rozenkrans’ werd gebeden. Dat is een gebed waarbij je helemaal denkt aan Maria en het leven van Jezus.

7 Oktober is een speciale dag: de dag van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. Dan herdenken we dat ééns Maria’s hulp werd gekregen na het bidden van het Rozenkransgebed. Het is al sinds 1571 een feestdag.

Wist je dat:

- Als je het héle Rozenkransgebed bidt, wel 200 keer het ‘Wees gegroet’ bidt?

- Dat je daarbij vooral aan gebeurtenissen uit het leven van Jezus en Maria denkt?

- Je ook 1/4 Rozenkransgebed kunt bidden? Dan wordt het een Rozenhoedje genoemd.

- Het Rozenkransgebed al heel lang wordt gebeden en dat dat al sinds ongeveer 1400 op bijna dezelfde manier wordt gedaan zoals wij dat nog steeds doen?

- Dat het Rozenkransgebed ook zo genoemd wordt, omdat ieder ‘Weesgegroetje’ als een roosje is dat je aan Maria aanbiedt?

- Dat de rozenkrans zelf, met al zijn kraaltjes, een hulp is bij het bidden?7 Oktober is dus een dag die speciaal gewijd is aan de Rozenkrans.

In Nederlands Limburg kreeg Maria er vanaf 2005 een nieuwe feestdag bij: 10 oktober vieren we ‘Maria, Sterre der Zee’. Het beeld ‘Maria, Sterre der Zee’ staat in Maastricht. Al heel veel mensen zijn daar, dicht bij Maria, gaan bidden.

Waarom heet het beeld ‘Sterre der Zee’? In Maastricht is toch geen zee?Vroeger konden mensen die op reis waren geen kompas of GPS gebruiken. Dat was nog niet uitgevonden.

Maar door goed naar de hemel te kijken hadden mensen geleerd dat je je weg kunt vinden als je goed kijkt naar de zon, de maan en de sterren. Het zijn wegwijzers.

10

Vooral zeelieden richtten zich op de sterren voor hun juiste koers over zee en zij vroegen Maria om hulp en om een goede reis.

Maria is erg belangrijk: zij is dé ster onder de heiligen.. Want zij heeft ons Jezus gegeven, de Zoon van God. Als zijn moeder kan zij bij Jezus en God een goed woordje voor ons doen, als wij dat in gebed aan haar vragen.Veel mensen kijken naar Maria’s voorbeeld: ze deed de wil van God, ze was trouw en vol liefde. Ze is een echte wegwijzer, net zoals een ster dat is!

We zijn allemaal ‘op reis’: ons leven is een reis vol verrassingen en vragen. Hoe moet dat later op de middelbare school? Soms zie ik er tegenop dat ik over

een paar jaar al ‘zelfstandig‘ moet zijn…wie helpt me? Hoe moet het als ik ouder word en me niet meer kan redden?Kijk dan maar eens naar ‘boven’: vraag maar aan de beste wegwijs-ster, aan Maria, of ze je wil helpen om op koers te blijven.

Dat kún je vragen door het gebed te bidden dat speciaal voor Maria is: het ‘Wees gegroet’

Heb jij dat vroeger wel eens meegemaakt: dat je hulp kon gebruiken en dat je moeder zelf net zolang mee zocht totdat je vond wat je nodig had? Soms wist ze je te vertellen: ‘Ga die-of-die maar eens vragen. Ik denk dat die jou wel verder helpen kan’.Zo’n moeder is Maria ook. Want als je haar hulp inroept, weet zij je wel te vertellen dat Jezus je kan geven wat je nodig hebt.

Maar ze probeert haar zoon Jezus óók te helpen. Want als ze merkt dat het met de Kerk van Jezus niet goed gaat dan gaat ze voor Hem op zoek. Net zolang tot ze de goede mensen gevonden heeft. Mensen op wie Jezus kan rekenen.En Maria weet wel waar ze hulp kan halen! Ze zoekt het niet bij rijke mensen of mensen die zichzelf belangrijk vinden. Nee, ze zoekt mensen die het aandurven om helemaal op Jezus te vertrouwen.

11

In Lourdes en Fatima verscheen Maria aan eenvoudige, jonge mensen. Zij luisterden en deden wat Maria – en daarmee Jezus en de Kerk - aan hen vroeg. Jonge, gewone, eenvoudige mensen hebben de Kerk altijd verder geholpen. En daarom zijn ze in de ogen van Jezus heel belangrijk. Moeder Maria weet dat heel goed.

Hiernaast zie je een raam uit een kerk. Maria staat er op. En een jong meisje.Dat meisje is Bernadette Soubirous. Haar vader was molenaar, ze waren thuis gewone, eenvoudige mensen.

Toch overkwam haar iets heel bijzonders: op 11 februari 1861 ging Bernadette, samen met haar zusje, hout sprokkelen voor de kachel.Opeens schrok Bernadette van een geluid. Ze keek om en zag een vrouw. Ze had een witte jurk met een blauwe sjerp aan. Die vrouw was Maria. Eerst geloofde niemand wat Bernadette zei. Want, wie gelooft er nu wat een eenvoudig meisje zegt? Maar Maria maakte heel duidelijk dat het om háár ging. Achttien keer verscheen zij in de grot bij Lourdes.In opdracht van Maria zorgde Bernadette ervoor dat er op de plek van de verschijning een kapel gebouwd werd. En dat gebeurde. Duizenden mensen gaan naar Lourdes om te bidden bij Maria. Ze hopen dat ze er beter worden. De kapel is intussen een grote kerk geworden!

Dit raam hiernaast kun je in dezelfde kerk zien. Hier zie je een vrouw in het wit en drie kinderen. Die kinderen zijn Lucia (10), Jacinte (7) en Francesco (9) uit Fatima in Portugal. In 1917 verscheen Maria 6 keer aan de kinderen. Bij één van die verschijningen gebeurde er een groot wonder: het zonnewonder. Heel veel mensen hebben dat gezien. In het glasraam zie je daar iets van. Na het bidden van de rozenkrans leek de zon plotseling op de mensen neer te storten, maar deinsde op het laatste moment terug. Maria vroeg de kinderen om toch vooral veel te bidden.Haar zoon, Jezus, vroeg daarom. Want het leek wel of de mensen niet veel meer van Jezus en God wilden weten. Als de mensen niet zouden bidden, zou er iets vreselijks gebeuren, voorspelde Maria.

In 1917 brak in Rusland de revolutie uit. En sinds 1914 was de wereld al in oorlog: de 1e Wereldoorlog. Dat veranderde de wereld voorgoed. Miljoenen mensen zijn toen gestorven.Maar Maria had ook gezegd: ‘Ik wil dat iedereen gered wordt, zowel de slechten als de goeden. Ik ben de moeder van de Liefde, de moeder van allen. Jullie zijn allemaal mijn kinderen. Daarom wil ik dat jullie gered worden. Dat is de reden dat ik de hele wereld uitnodig tot gebed.’ Heel veel mensen gingen bidden. Ze baden de Rozenkrans, het gebed van Maria. Ze had het toch zélf gevraagd?Ook in Fatima kreeg Maria een mooie kerk, waar duizenden mensen naartoe komen om er te bidden.

Kijk, nóg een Maria. Zij spreidt haar mantel uit over allemaal verschillende mensen. Het lijkt wel of ze zeggen wil: ‘ Iedereen mag mij om hulp vragen. Ik zal hen beschermen, troosten, helpen en bij Jezus een goed woordje doen.’

Een mini-rozenkrans

12

Een mini-rozenkrans is een kruisje en tien kralen in vijf kleuren. Met wit en die vijf kleuren kun je al de vlaggen van de hele wereld inkleuren….vijf kleuren: één wereld. Wij kunnen overal ter wereld mensen helpen. Niet alleen door geld te geven, want dat is gemakkelijk: je hoeft maar wat geld uit je portemonnee te pakken.Maar als we bidden, dan helpen we ook. Het kost misschien wel wat moeite: een paar minuutjes per dag ‘afgeven’ om te bidden.Maar in die paar minuutjes kun je veel doen. Eén ‘Onze Vader’ en tien Weesgegroetjes bidden, meer vraagt Maria niet. Als we dat overal ter wereld doen, dan zijn we samen net een team. Eén gigantisch team dat vraagt om vrede, troost, hulp en bescherming voor alle mensen. Zo kan de hele wereld één zijn. Maak en bid je eigen mini-rozenkrans!

13