Mundo – Thema 3 – Blok 2: ‘Grieken en Romeinen’

Begrippen:

Christendom: Het geloof dat is gesticht door Jezus Christus. Christenen, geloven net als joden en moslims in één god. In Europa is het Christendom het grootste geloof

Democratie: Manier van besturen waarbij het volk veel invloed heeft op hoe het land wordt geregeerd.

Kolonie: In de tijd van de Grieken en Romeinen, een stadstaat (polis) gesticht door Grieken buiten Griekenland.

Mythe: Een verhaal over goden.

Aantekeningen:

Democratie: manier van besturen waarbij het volk veel invloed heeft op de regering. Demos betekent volk en cratio betekent macht, letterlijk betekent dit dus –> Het volk heeft de macht. Meeste stemmen gelden.

Hoofdstad van Griekenland: Athene

Mythologie: alle verhalen over goden waarin dingen worden uitgelegd die voor mensen onbegrijpelijk zijn.

Olympus: Een berg in Noord-Griekenland waar volgend de Griekse Mythologie de goden wonen.

2 Bijzondere eigenschappen van de Griekse Goden:

- Zij bleven altijd jong.

- Zij waren onsterfelijk.

www.maaikezijm.com

“Alle wegen leiden naar Rome”

Vanuit alle richtingen waren er wegen die naar de stad Rome, als centrum van het Rijk, leiden.

Hoe beschermden de Romeinen hun rijk?

Langs de wegen hadden zij forten (castella) aangelegd.

Godsdienstvrijheid: Je mag zelf bepalen waar je in gelooft.

Romeinse goden:

Jupiter: Oppergod

Juno: Waakt over alle vrouwen

Neptunus: Zee

Minerva: Wijsheid en wetenschap

Mars: Oorlog

Diana: Jacht

Apollo: Kunst en muziek

Venus: Liefde en schoonheid

Mercurius: Kooplieden en dieven

www.maaikezijm.com

www.maaikezijm.com