Werkboek:flexibele materialen

Les 1Net als bij alle andere lessen gingen we ook bij deze les bezig met het thema dieren. We moesten daarom voor de eerste les ook al een knuffel mee naar school nemen. We kregen aan het begin van de les allemaal informatie over de verschillende materialen waarvan de knuffels zijn gemaakt. We kregen ook een korte uitleg over welke verschillende materialen er zijn en waaraan je deze materialen kunt herkennen.

Hier alles even op een rijtje:- Poolweefsel doorgesneden lussen die ook in een handdoek zitten- Kleding is gebreid en rekt mee- Polyester is goedkoper, vormvaster en kleurvaster dan katoen.- Zijde zijderups- Natuurlijk geur van verbrand dierenhaar- Plantaardig geur van papier- Blend: mix aan materialen- Weefsel belangrijkste constructie bestaat uit twee draden: schering = horizontaal

en inslag = verticaal

We zijn deze les verder gegaan met het uit elkaar tornen van de knuffel. Alle stukken die aan elkaar genaaid zaten, moesten los getornd worden, van deze losse stukken moesten we vervolgens patronen tekenen.

Toen alle patronen op papier stonden gingen we onderdelen van de uit elkaar gesloopte knuffels ruilen. Zo kreeg iedereen allemaal onderdelen van verschillende knuffels. Ik zat uiteindelijk met:

- een lichaam van een lam- een konijnen kop- een poot van spongebob- 2 beren oren- een vin van een vis

Het was de bedoeling dat al deze losse onderdelen weer in elkaar genaaid werden en dat er een nieuwe knuffel van gemaakt zou worden. Ik heb alles in elkaar gezet, het lichaam is nog steeds het lichaam, de poot van spongebob dient ook nog steeds als poot, de oren zijn nu ook poten, de vin is nu een hanenkam en het konijnen hoofd is nog steeds een hoofd.Al met al is het een heel gek dier geworden. Ik heb het dier een ooglapje op gedaan en de naam pirate gegeven. Hier heb ik voor gekozen omdat hij eigenlijk een beetje eng is om te zien.

Het was voor mij niet nieuw om met de naaimachine te werken. Ik werk af en toe met de naaimachine, maar ik had nog nooit een knuffel gemaakt. Het was erg lastig om deze dikke stoffen onder de naaimachine door te halen, daarom heb ik er ook voor gekozen om sommige stukken (moeilijk bereikbare stukken) met de hand te doen. De stukken die ik met de hand heb gedaan heb ik expres met roze garen genaaid, op deze manier wilde ik de knuffel nog iets gekker en speelser maken.Deze les heb ik wel veel nieuwe informatie over materialen gekregen. Door mijn jaren lange ervaring in de textiel (kledingwinkel) heb ik redelijk wat kennis over materialen

en kan ik ze door te voelen ook vrij snel herkennen. Toch heb ik deze les veel nieuwe dingen geleerd zoals de bovengenoemde punten uit de aantekeningen

Les 2We zouden aan de leren om te droog vilten en nat te vilten. Als eerste zijn we begonnen met het leren nat vilten. We kregen eerst weer wat uitleg over de producten die bij het nat vilten gebruikt worden. Hiervan heb ik het volgende genoteerd:

- dierlijk materiaal wol en haar- vilten door wrijven zeep en water, schubben in de wol worden door wrijven en

zeep aan elkaar verbonden- nat vilten: water, olijfzeep, bubbeltjesplastic- lont: geordend schapenvacht parallel gelegd- vezels nooit knippen- horizontaal/verticaal/horizontaal- over het vilt tule of horregaas- handen erboven wassen en dan wrijven over het tule- vilt is klaar als je de draden er niet meer af kunt trekken

Er lag allemaal wol klaar om mee te vilten. We mochten allemaal een pakketje pakken dat bestond uit gekleurde wol en witte wol. Ook kregen we een stuk bubbeltjes plastic en een stukje tule.

Het was de bedoeling dat we de wol kruislings gingen neerleggen. Eerst een stuk horizontaal en daar over heen een stuk verticaal. Als je dit had gedaan kon je het tule er overheen leggen en het nat maken met olijfzeep of groene zeep en water. Je moest dan net zo lang over de wil heen strijken tot dat het een stevig lap werd. Op deze manier kon je ook patronen maken.

Want ook voor deze les gold het thema dieren. We moesten proberen om ons te laten inspireren door dierenhuiden. Aan de hand van kleur en patroon kon zo’n dierenhuis ontstaan.

Ik heb zelf geprobeerd om een aantal dierenhuiden te maken

Ook heb ik geprobeerd om bolletjes van vilt te draaien en een armband van vilt te maken. Voor de armband heb ik als basis gevlochten wol gebruikt. Hier omheen heb ik stukken vilt gelegd, heb ik het nat gemaakt met water en zeep en ben ik gaan draaien. Uiteindelijk ontstond vanzelf de armband. De bolletjes heb ik zonder vulling gedraaid. Zelf ben ik best tevreden over de resultaten van het nat vilten. Ik kan in de lappen terugzien dat ik me heb laten inspireren door dierenhuiden. Ook zie je verschillende manieren van vilten, over de 1 is heel lang gewreven en over de andere maar heel kort. Je ziet ook goed dat de ene dus ook veel steviger is dan de andere.

Les 3Als vervolg op het nat vilten ging we deze les droog vilten. We hadden onze wol weer meegenomen en er lagen nu ook stofjes klaar. We kregen een stuk schuimrubber en een naald. De basis van het droog vilten was in principe hetzelfde als bij het nat vilten. Je ging weer gekruist werken maar nu prikte je gewoon met je naald in de wol dat op het kussen lag, na een paar keer prikken zat de wol op dat stukje aan elkaar vast.

Op deze manier kan je hele vormpjes aan elkaar vilten. Omdat het thema nog steeds dieren was heb ik weer een aantal dierenhuiden gevild, ook heb ik een vis gemaakt en daarin stof verwerkt. Met droogvilten kun je namelijk de wol ook aan stof vastzetten.

Ik vond het leuker om droog te vilten dan nat. Dit komt doordat je met droogvilten iets makkelijker vormen kunt maken. Zo heb ik bijvoorbeeld een hart en een vis gemaakt. Met nat vilten wou dit niet zo goed lukken omdat je er weer overheen wrijft, op deze manier verschuift de wol makkelijker.

Ook moesten we deze les zo veel mogelijk stofjes meenemen. Wat we er precies mee gingen doen wisten we nog niet. We kregen eerst uitleg over allemaal verschillende soorten stof en wat je allemaal met deze stof kunt doen om er wat anders van te maken. Ook werden de kenmerken van de stof genoemd.

De nieuwe opdracht ging over het bewerken van de stoffen. We moeten van de bestaande stoffen nieuwe stoffen maken. We moeten gaan experimenteren wat je allemaal met stoffen kunt.

Ik ben begonnen met 4 verschillende stoffen. Deze 4 verschillende stoffen bestonden alle 4 uit andere materialen. Met alle stoffen heb ik dezelfde proefjes uit geprobeerd. Zo heb ik een stukje (plastic?) onder de brander gehouden, geföhnd en gesoldeerd. Dit heb ik met alle stoffen zo gedaan en er gebeurde steeds andere dingen. Het is leuk om te zien hoe stoffen op zulke dingen reageren.

Het is de bedoeling dat we tot aan het eind van de periode gaan experimenteren met stoffen. Aan het einde hebben we dan allemaal proefjes en allemaal nieuwe stoffen gemaakt.

Les 4De vierde les moesten we allemaal oude kleding meenemen. We werden in de klas verdeeld in groepjes en met dit groepje kregen we de opdracht om van alle kleding die we mee hadden genomen dieren te maken.

Samen met het groepje hebben we alles aangetrokken. Shirtjes en jassen om onze benen, broeken op ons hoofd en nog veel meer rare creaties om te proberen er een dier van te maken.

We hebben verschillende dieren ontdekt, de leukste vonden we zelf de duizendpoot. We hadden dit gemaakt door heel veel broeken aan elkaar te binden.

Uiteindelijk moesten we 1 dier uitwerken. Omdat de groepjes werden onderverdeeld, en ik samen met Judith in een groepje kwam, hebben wij besloten om zelf een nieuw dier te bedenken.

Het leek ons een leuk idee om een octopus te maken. We hebben dit gedaan door als basis een jurkje op een pop te doen. In dit jurkje hebben we allemaal gaten geknipt. Door deze gaten heen hebben we broekspijpen gezet. Deze broekspijpen hebben we gevuld met andere kleding en ijzerdraad. De onderkant van de pijpen hebben we met een lintje vastgezet.

Om het jurkje verder op te vullen en het een nog slierterig uiterlijk te geven, hebben we er allemaal losse slierten aan vast geniet.

We waren allebei heel tevreden over de jurk en vonden hem erg leuk geworden. Uiteindelijk heeft de jurk misschien meer het uiterlijk van een kwal gekregen door alle losse slierten. Maar door de broekspijpen kun je ook nog zien dat het een octopus is.

Les 5, 6, 7, 8De laatste vier lessen mochten we zelf kiezen wat we wilden maken als het maar met het thema dieren te maken had. We konden ervoor kiezen om op een van de voorgaande lessen hierin toe te passen. Dingen die we konden doen was bijvoorbeeld een bestaanbaar iets zoals een fiets, maken van flexibele materialen.

Samen met Anouk hadden we het idee om vogelhuisjes te maken. Deze vogelhuisjes wilden we maken van hout en vervolgens bewerken met flexibele materialen in een dierenthema.

We hadden een aantal ideeën op papier gezet zoals:- Een bek van een dier (bijvoorbeeld een slag om het gat heen waar een vogeltje in

zit)- Bekleden met veertjes- Bekleden met stof- Bekleden met allemaal kleine stukken stof als vorm van schubben- Een vogelhuisje van ijzerdraad- Vogelhuisjes van stof

Uiteindelijk hebben we van deze lijst een aantal gekozen en deze hebben we uitgewerkt. We zijn eerst begonnen met het uitmeten van de huisjes. Dit was heel lastig omdat we graag een puntdak wilden. Na wat passen en meten is het gelukt en hebben we een aantal huisjes uitgezaagd. Hier zijn we ongeveer 1 les mee bezig geweest.

De keer erop zijn we verder gegaan met de huisjes. We hebben een aantal nu een kleurtje gegeven als ondergrond. Ook hebben we allemaal proefjes gemaakt. Deze proefjes hebben we gemaakt om te kijken wat we zelf het mooiste vonden om in het huisje te verwerken. Ook hebben we een huisje helemaal vol geboord met gaatjes. Dit was een van onze proefjes en vonden we leuk om uit te werken in een huisje. Ook hier zijn we 1 les mee bezig geweest.

De 1 na laatste les hebben we de 3 huisjes versierd. Anouk is aan de slag gegaan met een huisje van stof op de naaimachine. Ondertussen heb ik 1 huisje helemaal beplakt met schubben en een huisje helemaal beplakt met veren. Het huisje waar allemaal gaatjes in zaten hebben we versierd met rood tule. Dit hebben we gedaan door het tule door de gaatjes te steken. Niet het hele huisje zit vol en daardoor krijgt het een beetje een vreemde uitstraling, het doet mij elke keer denken aan een haan.

We hadden het idee om nog een huisje te bekleden met iets wat we in de voorgaande lessen gedaan hebben. Het leek ons leuk om een patroon op een doorzichtig stuk stof te vilten en deze vervolgens om het huisje heen te spannen. Ik ben daarom begonnen met hel vilten van de stof.

Omdat we er de laatste les niet konden zijn in verband met feit en fictie hebben we helaas niet verder kunnen werken aan de huisjes. Anouk heeft thuis nog een huisje van stof gemaakt.

Ik vond het heel leuk om aan deze huisjes te werken en het samenwerken met Anouk ging ook heel erg goed. Ik kreeg alleen af en toe het idee dat we niet uit konden voeren

wat we in ons hoofd hadden. Door de ene leraar werd tegen ons gezegd dat we heel goed bezig waren en dat het een heel leuk idee was. En de andere leraar zei dat we er verder over na moesten denken en dat het niet flexibel was. Door deze tegenstrijdige feedback van de leraren vond ik het moeilijk en onduidelijk wat we precies moesten doen.

Uiteindelijk ben ik wel heel tevreden over het resultaat. We hebben 3 houten huisjes bewerkt met flexibele materialen. En 2 huisjes gemaakt van stof.