Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting...

27
VETSCIENCE JULI 2020 | 1 Rubriek | onderwerp Vetscience N O 8 Juli 2020 Hoe wapenen we ons tegen ziekteverwekkers? p. 6 Vaccins ontwikkelen; een hobbelige weg p. 20 Zijn we voorbereid op een volgende corona-uitbraak? p. 40

Transcript of Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting...

Page 1: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

VETSCIENCE JULI 2020 | 1

Rubriek | onderwerp

Vetscience NO 8 •Juli 2020

Hoe wapenen we ons tegen ziekteverwekkers?

p. 6

Vaccins ontwikkelen; een hobbelige weg

p. 20

Zijn we voorbereid op een volgende corona-uitbraak?

p. 40

Page 2: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

2 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 3

Rubriek | onderwerpRubriek | onderwerp

ColofonVETSCIENCE IS EEN UITGAVE VAN

DE FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

VAN DE UNIVERSITEIT UTRECHT,

VERSCHIJNT DRIE KEER PER JAAR

EN WORDT VERSPREID ONDER

EXTERNE RELATIES, MEDEWERKERS

EN STUDENTEN

NR. 8 - JULI 2020

REDACTIE Faculteit Diergeneeskunde, afdeling Marketing, Communicatie en MultimediaBladcoördinatie: Sil HeunksVormgeving: Lisanne Rooth

REDACTIERAADHilde Aardema, Alain de Bruin, Wouter Dhert, Wieneke Driessen, Yteke Elte, Dick Heederik, Hans Kooistra, Bart Spee, Erik Wouters

DRUKXerox

©Faculteit Diergeneeskunde Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van welk medium dan ook zonder voorafgaande toestemming van de redactie.

CONTACTHebt u vragen, opmerkingen of suggesties met betrekking tot Vetscience? Of wilt u de Vetscience niet, of liever digitaal, ontvangen?E-mail dan naar [email protected] Tel: 030-2534722

VOLG ONS OOK OP TWITTER,

FACEBOOK EN LINKEDIN:

vet_uniutrecht

FaculteitDiergeneeskunde

Diergeneeskunde Faculteit

Inhoud

Hoe wapenen we ons tegen ziekteverwekkers? 6De rol van Diergeneeskunde bij onderzoek naar bestrijding van infectieziekten.

‘We weten van veel vaccins niet eens hoe ze bescherming bieden’ 20Cécile van Els, hoogleraar Vaccinologie over de hobbelige weg van ontwikkeling van een vaccin.

‘Zijn we voldoende voorbereid op een volgende virusuitbraak? Niet echt…’ 40Epidemioloog Hans Heesterbeek en viroloogMarion Koopmans over opkomende infectieziekten.

One Health in optima formaHet is een bijzondere tijd. De COVID-19-crisis beheerst ons dagelijks leven. De diergeneeskunde neemt een belangrijke positie in tijdens deze crisis. Een crisis waarbij we aan den lijve en wereldwijd ondervinden dat de gezondheid van mens, dier en omgeving onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. One Health in optima forma. En dit is dan ook één van de drie thema’s waarop we binnen de diergeneeskunde ons onderzoek stoelen en vanwaaruit we samenwerken met onze partners binnen de humane geneeskunde. Wat er nu in de samenleving gebeurt, laat goed zien wat de waarde is van alle middelen en moeite die we de afgelopen jaren in dit thema hebben gestoken. We ervaren de enorme impact van een zoönose, in dit geval een nieuw coronavirus. Een virus waar we al decennia lang onderzoek naar doen op de faculteit Diergeneeskunde en waarbij het van belang is dat de veterinaire wereld samenwerkt met de humane geneeskunde en andere stakeholders.

Ik ben ontzettend trots op de faculteit, trots op onze mensen die bijdragen aan antistofontwikkeling, vaccinontwikkeling, en aan het ontwikkelen van diagnostische testen. Het is mooi om te zien hoe snel en goed onze mensen inspelen op deze lastige situatie. Want we zien ook hoe sommigen gebukt gaan onder de sociale isolatie en wat een energie het kost om zonder de fysieke aanwezigheid van collega’s, toch iedere dag aan het werk te gaan.

Deze periode is uiteindelijk een enorme wake-up call op allerlei fronten. Er zal naar verwachting van alles veranderen en dat zal onze manier van samenwerken beïnvloeden. In positieve zin, er is minder geluidsoverlast, minder luchtvervuiling en we genieten misschien meer van de kleine, voorheen zo gewone dingen in het leven. En het laat zien wat voor mooie rol onze faculteit met al haar facetten kan spelen in de wereldwijde COVID-19-problematiek en het voorkomen van toekomstige uitbraken van zoönotische infectieziekten. Hierover meer in deze Vetscience!

WOUTER DHERT Decaan faculteit Diergeneeskunde

Voorwoord | One Health

Voorwoord

In het kort

Cover story

‘Het blijkt voor leken heel lastig om VGO en corona uit elkaar

te houden’

‘Kunnen virusdruppels op de vacht meekomen naar de behandeltafel?’

Onderzoek naar COVID-19 in mens en dier

Een kijkje achter de schermen

bij Diergeneeskunde tijdens de coronacrisis

De haat-liefdeverhouding van onze darmen met triljoenen darmbacteriën

Column Daan Roovers

Open Science

Lesgeven in tijden van corona

Student van toen, student van nu

2

4

5

14

16

18

24

36

39

46

48

50

Page 3: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

4 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 5

Nieuws | In het kort Cover story | Op de cover

‘Veterinaire Informatie’ op vergiftingen.info

Dierenartsen raadplegen steeds vaker het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) in geval

van een acute vergiftiging bij een dier. Om

dierenartsen nog sneller van dienst te kunnen zijn,

wordt veterinaire informatie vanaf nu

ook toegankelijk via de NVIC-website.

SARS-CoV-2 in ziekenhuisomgeving In vijf ziekenhuizen in Nederland start de faculteit

Diergeneeskunde onderzoek naar COVID-19. Wetenschapper Wietske Dohmen: ‘We gaan virushoudende deeltjes in ziekenhuiskamers

meten door lucht te bemonsteren. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht verkrijgen

in de mate van luchtblootstelling aan het virus én inzicht

krijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en

zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om

de juiste maatregelen te kunnen nemen.

Nieuw eiwit in strijd tegen kanker

Leverkanker is een van de dodelijkste vormen van kanker, waaraan wereldwijd zo’n 700.000 mensen per jaar overlijden. Deze kankervorm is uitermate moeilijk

te behandelen. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben een eiwit (E2F7) ontdekt dat de groei

van levertumoren bij muizen remt. Een eerste, maar belangrijke stap om een nieuwe therapiestrategie

te ontwikkelen voor patiënten met leverkanker. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke

tijdschrift Hepatology.

Werkgroep Transitie Proefdiervrije InnovatieWetenschappelijke instellingen in het Utrecht Science Park slaan de handen ineen om de transitie naar proefdiervrije innovatie te versnellen. Ze hebben een werkgroep ingesteld met toponderzoekers van diverse biomedische disciplines en innovatiewetenschappen. De werkgroep organiseert onder andere Helpathons waarbij een interdisciplinair team op zoek gaat naar proefdiervrije manieren om een bepaalde wetenschappelijke vraag te beantwoorden. De groep werkt nauw samen met het Rijksprogramma Transitie Proefdiervrije Innovatie.

Diergeneeskunde in de media

Het aantal media-optredens waarin een expert van Diergeneeskunde wordt geciteerd, is verdubbeld

vergeleken met een gemiddelde maand vorig jaar. In sommige gevallen is de vermelding in de media zelfs

toegenomen met factor 6. De persconferentie over de veelbelovende ontdekking van de virologen van de

antistof tegen het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2) werd opgepikt door de wereldpers en leidde tot interesse

van grote farmaceuten. De persconferentie werd online bezocht door 49 journalisten uit binnen- en buitenland,

waaronder ABC News, Reuters, NRC, The New York Times, Times Higher Education en Rai 1 (Italy).

PETscan uitgebreid met scoringsformulier

kortsnuitige hondenOnlangs heeft Minister Schouten van Landbouw de zes criteria

gericht op het normaliseren van de schedelvorm bij kortsnuitige honden geïmplementeerd in de wetgeving en handhaving. Aan

dierenartsen wordt nu gevraagd om kortsnuitige honden te toetsen aan deze criteria. Om dierenartsen hierin te ondersteunen

is PETscan uitgebreid met een interactief scoringsformulier voor de handhavingscriteria voor kortsnuitige honden.

De gezondheid van mens en dier zijn nauw met elkaar verbonden. Berend-Jan Bosch en zijn collega’s bij Virologie doen al jaren onderzoek naar coronavirussen. Virussen die kunnen overspringen tussen zoogdieren, vogels en mensen. Het coverportret van de onderzoeker was eerder al te zien in de Vetscience van mei 2019, waarin Bosch in het artikel ‘Vijandige virussen’ vertelt over waarom het lastig en belangrijk is om ons voor te bereiden op toekomstige uitbraken van coronavirussen. Datzelfde jaar nog, is de hele wereld in de greep van zo’n uitbraak. Een pandemie, waarvan de gevolgen nog niet te overzien zijn en waar we nog middenin zitten. ‘Het lag nog in de vriezer op de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht’, vertelde Bosch in een uitzending van Nieuwsuur over de vondst van het antilichaam. Het antilichaam was overgebleven van eerder onderzoek naar andere coronavirussen zoals het SARS- en MERS-virus. Of deze vondst het einde van COVID-19 gaat betekenen is nog niet zeker, de hoop is er wel.

Vijandige Virussen

Berend-Jan Bosch kijkt naar een model van een ‘spike complex’, het element dat door virussen wordt gebruikt om een gastcel binnen te dringen.

Lees meer over de rol van Diergeneeskunde bij onderzoek naar bestrijding van infectieziekten op pagina 6.

Page 4: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

6 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 7

Rubriek | onderwerpVerdieping | Bestrijding infectieziekten

Hoe wapenen we ons tegen

ziekteverwekkers?

Mens, dier en ziekteverwekker zijn verwikkeld in een voortdurende strijd – vaak op leven en dood. Wat speelt zich daar af? Als we beter begrijpen hoe

micro-organismen of virussen ziekte veroorzaken en hoe ze zich verspreiden, kunnen we sneller ingrijpen en besmettingen gerichter voorkomen. Zeven

onderzoekers van Diergeneeskunde over de rol van hun vakgebied.

Rol van Diergeneeskunde bij onderzoek

naar bestrijding van infectieziekten

Microscopisch beeld van coronavirussen.

Page 5: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

8 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 9

Verspreiding van infecties in populatiesHoe gedragen infecties zich in populaties mensen en dieren en wat zijn daarin de wetmatigheden? Dat onderzoekt de infectieziekten-dynamica met een scala aan kwantitatieve methoden en verschillende databronnen. ‘Populaties mensen en dieren vormen complexe systemen, grote groepen soortgelijke individuen die met elkaar in contact staan’, vertelt Hans Heesterbeek, hoogleraar Theoretische epidemiologie. ‘Kennis over de biologie en het gedrag van de ziekteverwekker is niet voldoende is om te begrijpen hoe die zich zal verspreiden in een grote populatie van sociaal actieve individuen. Ingrepen die op individueel niveau zinvol lijken, kunnen anders uitpakken op populatieniveau en zelfs contraproductief zijn.’

Hoofdrol voor wilde dierenEen belangrijk voorbeeld is begrijpen van de wereldwijde toename van opkomende infectieziekten. ‘Het merendeel van de nieuwe infecties bij de mens is afkomstig van dieren, met een hoofdrol voor wilde dieren. Niet

alleen neemt het aantal toe, maar ook de gevolgen voor de maatschappij en economie door ziekte, sterfte en ontwrichting. Meestal is dat in bepaalde gebieden in de wereld, denk aan Ebola, maar de verspreiding van SARS-CoV-2 heeft laten zien dat de pandemische ontwrichting die wij al veel langer hadden voorspeld, ineens kan optreden. Het is cruciaal dat we meer begrijpen van de manier waarop ziekteverwekkers overspringen van dier naar mens en hoe dit in onze complexe wereld kan uitgroeien tot een onbeheersbaar en ontwrichtend probleem.’

Fundamenteel onderzoek naar virussen Virologie doet fundamenteel moleculair onderzoek naar dierlijke en menselijke virussen (corona-, influenza- en picornavirussen). ‘Wij bestuderen de structuur van deze virussen, welke receptoren ze gebruiken om cellen binnen te dringen, hoe ze de cel gebruiken om hun genetisch materiaal te vermenigvuldigen en hoe virusdeeltjes vervolgens vrijkomen uit de cel’, zegt Frank van Kuppeveld, hoogleraar Virologie. ‘Verder onderzoeken wij hoe virussen vanuit dieren kunnen overspringen naar andere dieren of de mens. En ook hoe ze afweermechanismen van de gastheer kunnen onderdrukken of omzeilen.’ Met deze fundamentele kennis ontwikkelen de virologen innovatieve strategieën voor nieuwe diagnostiek, antivirale middelen, therapeutische antilichamen en vaccins.

Antistof remt nieuwe coronavirusDe huidige SARS-CoV-2-uitbraak biedt een prachtige kans om het onderzoek naar coronavirussen te vertalen naar de praktijk. ‘Wij hebben baanbrekend

onderzoek verricht aan de structuur en functie van de Spike-eiwitten aan de buitenkant van coronavirussen. Deze zijn verantwoordelijk voor de aanhechting aan de receptor en opname in de cel. Daarnaast hebben wij Spike-eiwitten gemaakt en ingespoten in muizen die menselijke antistoffen maken. Een van die antistoffen bleek ook SARS-CoV-2 te remmen. Met deze antistof kunnen we op den duur COVID-19-patiënten behandelen of ziekenhuispersoneel beschermen. Ook gebruiken we onze Spike-eiwitten als antigeen in immunologische testen om antistoffen aan te tonen. Dat is van groot belang om te onderzoeken of iemand al besmet is geweest.’

Immunologie draait om de best mogelijke afweerreactieHet immuunsysteem beschermt ons lichaam tegen gevaren van binnen- en buitenaf. Hoogleraar immunologie Femke Broere vertelt. ‘Ons lichaam moet afhankelijk van het type ontsteking of infectie reageren met een bepaalde afweerreactie. Soms werkt dat niet goed en reageert ons lichaam te veel of juist te weinig. Wij onderzoeken hoe we de afweerreactie dan kunnen sturen, zodat het lichaam geneest.’

Immuunsysteem zit overalOok bij COVID-19 reageert het lichaam soms niet adequaat. ‘Bij patiënten met een heftige infectie komt er een enorm heftige afweerreactie op gang. Die doet meer kwaad dan goed. Patiënten liggen dan ook op de intensive care vanwege de overreactie van het immuunsysteem. Dat maakt hen enorm ziek.’ In de onderzoeksgroep van Broere onderzoeken ze de afweerreactie van allerlei infecties, parasieten en verschillende ziekten zoals spierziekten, allergieën en reumatische aandoeningen. Broere vertelt dat

de immunologie voor een aantal grote uitdagingen staat. ‘Er zijn een aantal ziekten waarvoor het enorm ingewikkeld is om een vaccin te ontwikkelen, bijvoorbeeld malaria. Daarnaast blijft het begrijpen van ons immuunsysteem een uitdaging. Het immuunsysteem zit overal in je lichaam. Zo werkt het systeem nauw samen met onder meer hormonen, en krijgt aansturing van de hersenen. Probeer dat maar eens na te bootsen in een lab, om onderzoek te kunnen doen. Dat is zó ingewikkeld. Daar zijn echt álle disciplines voor nodig, van de virologie tot de klinieken. Dat is sterk aan de faculteit Diergeneeskunde, we hebben al die disciplines in huis en kunnen ze integreren.’

‘Het merendeel van de nieuwe infecties bij de mens is afkomstig van dieren, met een hoofdrol voor wilde dieren’

‘Begrijpen van ons immuunsysteem blijft een uitdaging. Het zit overal in ons lichaam’

THEORETISCHE EPIDEMIOLOGIE VIROLOGIE IMMUNOLOGIE

Page 6: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

10 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 11

De wetenschap van het ontwikkelen, bereiden, evalueren en toepassen van vaccins

DE IMPACT VAN INFECTIEZIEKTEN EN HOE DE WETENSCHAP BIJDRAAGT AAN OPLOSSINGEN

Samenwerken tegen infectieziekten

VACCINOLOGIE

Onderzoekt de verspreiding van infecties tussen dieren, tussen dieren en mensen, en tussen dierpopulaties

VETERINAIRE EPIDEMIOLOGIE

VACCINS

RESISTENT

ZOÖNOSE

duurt het gemiddeld om een vaccin te ontwikkelen

RUNDERPEST

door vaccins

POKKEN

10 tot 15 jaar

Uitgeroeid

1,7 miljoen

600.000 - 800.000

10 mlnmensen

Dicht-bevolkt

waarvoor we in Nederland een vaccin hebben

28 ziekten

mensen

landbouwdieren

In Nederland leven samen:

4 coronavirussensprongen al eerder over van dier naar mens en bezorgen ons regelmatig een verkoudheid

zullen de komende 30 jaar overlijden als we niks doen aan antibiotica-resistentie

17gezelschapsdieren30

125

Uitbraken sinds1980

1981 - HEDEN1980

1990

2000

2010

2020

Bestudeert het immuunsysteem dat ons lichaam beschermt tegen gevaren van binnenuit en buitenaf

HIV / AIDS(30 miljoen overleden)

2002 - 2003SARS(770 overleden)

2009 - 2010MEXICAANSE GRIEP(150.000 tot 500.000 overleden)

IMMUNOLOGIE

Richt zich op infectieziekten-dynamica en de complexe systemen achter de verspreiding van ziekten in populaties

Het geschat aantal soorten virussen

THEORETISCHE EPIDEMIOLOGIE

Onderzoekt hoe virussen cellen infecteren en van dieren kunnen overspringen naar andere dieren of de mens

uitdoven van ziekte

verspreiding van ziekte

EU-geld voor innovatie en onderzoek naar coronavirus (mei ‘20)

VIROLOGIE

Draagt bij aan bestrijding van infectieziekten en antibiotica-resistentie bij mens en dier

KLINISCHE INFECTIOLOGIE

Voorspeld door het IMF(april ‘20)

7,5%

KRIMP VAN DE NEDERLANDSE ECONOMIEALS GEVOLG VAN CORONA

WAAROM KOMEN ZIEKTES VAAK VIA VLEERMUIZEN?

€1.000.000.000

R0 = <1

R0 = >1

2014 - 2016EBOLA(11.000 overleden)

2019 - HEDENSARS-CoV-2/ COVID-19(435.000overleden)

Het aantal uitbraken van infectieziekten bij de mens is wereldwijd per decennium verdrievoudigd sinds de jaren ’80

van de Europese bevolking heeft een auto-immuunziekte en dit neemt nog steeds toe

75%

3x

van de nieuwe infectieziekten bij mensen komt van dieren 6%

daarvan zijn mogelijk zoönotisch

miljoenen wilde dieren

miljoen

miljoen miljoen

van de 6500 zoogdierspecies is vleermuis

± 20%

De wetenschap van het ontwikkelen, bereiden, evalueren en toepassen van vaccins

DE IMPACT VAN INFECTIEZIEKTEN EN HOE DE WETENSCHAP BIJDRAAGT AAN OPLOSSINGEN

Samenwerken tegen infectieziekten

VACCINOLOGIE

Onderzoekt de verspreiding van infecties tussen dieren, tussen dieren en mensen, en tussen dierpopulaties

VETERINAIRE EPIDEMIOLOGIE

VACCINS

RESISTENT

ZOÖNOSE

duurt het gemiddeld om een vaccin te ontwikkelen

RUNDERPEST

door vaccins

POKKEN

10 tot 15 jaar

Uitgeroeid

1,7 miljoen

600.000 - 800.000

10 mlnmensen

Dicht-bevolkt

waarvoor we in Nederland een vaccin hebben

28 ziekten

mensen

landbouwdieren

In Nederland leven samen:

4 coronavirussensprongen al eerder over van dier naar mens en bezorgen ons regelmatig een verkoudheid

zullen de komende 30 jaar overlijden als we niks doen aan antibiotica-resistentie

17gezelschapsdieren30

125

Uitbraken sinds1980

1981 - HEDEN1980

1990

2000

2010

2020

Bestudeert het immuunsysteem dat ons lichaam beschermt tegen gevaren van binnenuit en buitenaf

HIV / AIDS(30 miljoen overleden)

2002 - 2003SARS(770 overleden)

2009 - 2010MEXICAANSE GRIEP(150.000 tot 500.000 overleden)

IMMUNOLOGIE

Richt zich op infectieziekten-dynamica en de complexe systemen achter de verspreiding van ziekten in populaties

Het geschat aantal soorten virussen

THEORETISCHE EPIDEMIOLOGIE

Onderzoekt hoe virussen cellen infecteren en van dieren kunnen overspringen naar andere dieren of de mens

uitdoven van ziekte

verspreiding van ziekte

EU-geld voor innovatie en onderzoek naar coronavirus (mei ‘20)

VIROLOGIE

Draagt bij aan bestrijding van infectieziekten en antibiotica-resistentie bij mens en dier

KLINISCHE INFECTIOLOGIE

Voorspeld door het IMF(april ‘20)

7,5%

KRIMP VAN DE NEDERLANDSE ECONOMIEALS GEVOLG VAN CORONA

WAAROM KOMEN ZIEKTES VAAK VIA VLEERMUIZEN?

€1.000.000.000

R0 = <1

R0 = >1

2014 - 2016EBOLA(11.000 overleden)

2019 - HEDENSARS-CoV-2/ COVID-19(435.000overleden)

Het aantal uitbraken van infectieziekten bij de mens is wereldwijd per decennium verdrievoudigd sinds de jaren ’80

van de Europese bevolking heeft een auto-immuunziekte en dit neemt nog steeds toe

75%

3x

van de nieuwe infectieziekten bij mensen komt van dieren 6%

daarvan zijn mogelijk zoönotisch

miljoenen wilde dieren

miljoen

miljoen miljoen

van de 6500 zoogdierspecies is vleermuis

± 20%

Page 7: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

12 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 13

Vaccins voor de hoognodige preventie Vaccinologie is de wetenschap van het ontwikkelen, bereiden, evalueren en toepassen van vaccins. Cécile van Els is hoogleraar vaccinologie en richt haar onderzoek op het ontrafelen van de keten van afweerreacties die leiden tot effectieve en duurzame bescherming tegen infectieziekten. Deze zogeheten ‘correlaten van bescherming’ verschillen per ziekteverwekker maar zijn voor de meeste infectieziekten nog onbekend.

Behoefte aan nieuwe vaccinsVan Els vertelt dat de vraag naar kennis over de werking van vaccins toeneemt. ‘Binnen de humane infectieziektebestrijding leveren vaccins een grote bijdrage aan de volksgezondheid door het terugdringen van infectieziekten. Ook in het veterinaire veld heeft vaccinatie grote maatschappelijke en economische impact. Door opkomende (nieuwe) infectieziekten bij mens en dier is er behoefte aan nieuwe of verbeterde vaccins.’ Juist in de tijd van urbanisatie, toenemend reisgedrag en veranderend klimaat kunnen nieuwe infectieziekten zich mogelijk sneller verspreiden. Van

Els benadrukt dat preventie daarom belangrijk is. ‘Dat is alleen mogelijk met kennis over de correlaten van bescherming en hoe je die kunt meten.’ Van Els werkt ook binnen het Centrum voor Infectieziektebestrijding van het RIVM. Volgens Van Els een belangrijke meerwaarde: ‘Dat stelt mij in staat om het onderzoek en de kennis bij de faculteit Diergeneeskunde en het RIVM te verbinden’.

Zie ook het interview met Van Els over vaccinontwikkeling op pagina 20.

Verspreiding van infectieziekten tussen dierenDe veterinaire epidemiologie probeert te begrijpen hoe infectieziekten zich verspreiden tussen dieren en dierpopulaties, en hoe we daarop kunnen ingrijpen. ‘Er zijn drie belangrijke groepen ziekten’, vertelt Arjan Stegeman, hoogleraar Gezondheidszorg landbouwhuisdieren. ‘Ziekten die circuleren in dieren maar niet overspringen naar mensen, zoals mond- en klauwzeer en varkenspest. Daarnaast zijn er ziekten die wél kunnen overspringen naar mensen, maar die niet of nauwelijks van mens tot mens kunnen verspreiden. Voorbeelden daarvan zijn Q-koorts of vogelgriep. Zulke ziekten zijn heel vervelend voor de mensen die dat treft, maar het zorgt niet voor pandemieën. De derde groep ziekten wel. Die zijn in staat over te stappen naar mensen en dan efficiënt van mens tot mens te verspreiden. SARS-CoV-2 is daar natuurlijk een voorbeeld van, en griepvirussen.’ Onderzoek naar verspreiding doet de groep van Stegeman met wiskundige modellen, experimenten en observaties in het veld, bij veehouderijbedrijven.

‘Door opkomende infectieziekten bij mens en dier is er behoefte aan nieuwe vaccins.’

‘Wij hebben een actieve rol bij de bestrijding van infectieziekten in Nederland’

Bestrijding van infectieziekten in Nederland en mondiaal Klinische infectiologie draagt zowel nationaal als internationaal bij aan de bestrijding van infectieziekten en antibioticumresistentie bij mens en dier. Dit gebeurt door hoogstaand onderzoek en onderwijs aan onder meer (toekomstige) dierenartsen en artsen. Op nationaal niveau ondersteunt klinische infectiologie beleidsadvies voor onder meer de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. ‘Internationaal doen wij dat voor onder meer de Europese Commissie, Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Food and Agricultural Organization of the United Nations (FAO), en de World Organisation for Animal Health (OIE)’, zegt Jaap Wagenaar, hoogleraar Klinische infectiologie. De WHO en OIE hebben klinische infectiologie erkend als WHO-Collaborating Center en OIE-Referentielaboratorium.

Unieke brugfunctie‘Daarnaast hebben wij een actieve rol bij de bestrijding van infectieziekten in Nederland’, zegt veterinair

Dierenwelzijn versus risico op infectieziekten Daarnaast denkt Stegeman dat de veterinaire epidemiologie een bijdrage kan leveren in de transitie naar duurzame landbouw. ‘In de duurzame landbouw kunnen nieuwe infectierisico’s ontstaan door bijvoorbeeld ander diervoer en meer contact met de buitenwereld. Pandemische virussen ontstaan vooral bij contact van mensen en wilde dieren, zoals SARS-CoV-2, of bij contact van wilde dieren en de extensieve veehouderij. Daar lopen verschillende dieren door elkaar, bijvoorbeeld varkens, kippen en eenden. Virussen kunnen dan makkelijk erfelijk materiaal uitwisselen, waardoor nieuwe ziektekiemen ontstaan. Een voorbeeld: kippen die buiten verblijven, hebben een zeven keer hoger risico op vogelgriep dan kippen in een binnenverblijf. In de intensieve veehouderij zijn die risico’s kleiner omdat dieren binnen weinig contact hebben met andere dieren. Het is een lastige paradox tussen dierenwelzijn en minder risico op infectieziekten. Met wetenschappelijk onderzoek kunnen we hier oplossingen voor aandragen en op die manier een bijdrage leveren aan de transitie naar duurzame veehouderij.’

microbioloog Els Broens. ‘Door de signaalfunctie voor zoönosen (ziekten die worden overgedragen tussen mens en dier) en antibioticumresistentie in gezelschapsdieren, ondergebracht bij het Veterinair Microbiologisch Diagnostisch Centrum (VMDC). Denk bijvoorbeeld aan het oppikken van Brucella-infecties in geïmporteerde honden en aantonen van de eerste COVID-19-gevallen in honden en katten in Nederland, samen met onze collega’s van virologie.’ Met het uitgebreide netwerk van toponderzoekers, beleidsmakers, dierhouders en professionals uit de veterinaire en humane sector vervult klinische infectiologie een unieke brugfunctie tussen onderzoek en de praktijk.

TEKST: ROSAN REUSKEN EN MYRNA TINBERGEN | BEELD: BEREND-JAN BOSCH | INFOGRAPHIC: STEFFIE PADMOS

VACCINOLOGIEVETERINAIRE EPIDEMIOLOGIE

KLINISCHE INFECTIOLOGIE

Page 8: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

VETSCIENCE JULI 2020 | 15 14 | VETSCIENCE JULI 2020

Onderzoek | Veehouderij en Gezondheid Omwonenden

Wie in een gebied woont met veel intensieve veehouderij, heeft meer kans op een longontsteking. Dat geldt vooral voor mensen die in de buurt van geitenhouderijen

wonen. Dat blijkt uit onderzoek naar Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO) in plattelandsgemeenten in Utrecht, Gelderland en Overijssel, en eerder ook Limburg

en Noord-Brabant. Waar komt dat door? En heeft corona er iets mee te maken? Epidemioloog Lidwien Smit (Universiteit Utrecht) en geitenhouder Jeannette van de

Ven (Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland) zien dat leken alles door elkaar halen.

‘Het blijkt voor leken heel lastig om VGO en corona

uit elkaar te houden’

Merkt u als geitenhouder dat mensen in uw omgeving meer last hebben van longontstekingen? ‘Nee, in mijn omgeving niet’, zegt Jeannette van de Ven, geitenhouder en portefeuillehouder Gezonde Dieren bij LTO Nederland. ‘Ook niet in de Q-koortsperiode. Er zijn hier in de buurt nauwelijks mensen met klachten en Brabant is een typisch agrarische omgeving. Er zijn ook maar weinig mensen die zeggen dat de veehouderij weg moet. Als LTO-bestuurder hoor ik dat wel en we krijgen veel vragen. Ook over het verband tussen corona en luchtkwaliteit. Het blijkt voor leken heel lastig om VGO en corona-onderzoeken uit elkaar te houden.’

Dat merkt u als epidemioloog vast ook? ‘Ik doe erg mijn best om misverstanden te weerspreken in de media’, verzucht Lidwien Smit, epidemioloog bij

Diergeneeskunde en hoofdonderzoeker van het VGO-onderzoek, uitgevoerd onder leiding van het RIVM. ‘Het is bizar wat mensen allemaal bij elkaar gooien, van stikstof tot klimaat tot Q-koorts. Het is voor leken heel moeilijk om te zien wat mogelijk waar is en wat onzin. Wat niet helpt, is dat er bedenkelijke artikelen verschijnen die nog niet zijn gecheckt door collega-onderzoekers. Ook journalisten duiken op alles wat nieuws lijkt. Dat maakt het extra lastig.’

Er zou best een relatie kunnen zijn tussen luchtkwaliteit en corona, erkent zij, maar dan met name via slechte luchtkwaliteit in een gebied. Smit: ‘Mensen hebben daar vaak al meer last van hun longen en zijn daardoor vatbaarder voor een luchtweginfectie. Maar we weten uit wetenschappelijk onderzoek dat dit relatief bescheiden effecten zijn. Het is echt ondenkbaar dat het grote aantal besmettingen in Brabant door luchtvervuiling komt.’

Geitenhouderijen veroorzaken sowieso nauwelijks luchtvervuiling en geiten dragen geen coronavirussen bij zich waar mensen ziek van kunnen worden, weet de epidemioloog. ‘We moeten eerst beter begrijpen hoe het coronavirus zich precies verspreidt . Het is een infectieziekte met lokale uitbraken en het is deels toeval of het zich erg verspreidt of niet. Hoe meer mensen met elkaar in contact zijn, hoe meer het virus om zich heen grijpt.’

Waar ligt nu de grootste uitdaging?‘De geitenhouders zijn vooral erg benieuwd of er een oorzakelijk verband is tussen longontsteking en veehouderij. Pas dan kunnen wij stappen gaan zetten’, aldus Van de Ven. ‘Nu zijn we overgeleverd aan de politiek en dat maakt het superlastig. Je hebt geen verweer, maar hebt ook niks in handen om te zeggen dat het volgend jaar beter is.’Smit: ‘Een mooi bijeffect van VGO is dat het aanzet tot dialoog tussen veehouders

Lidwien Smit en Jeannette van de Ven over

longontstekingen rond geitenhouderijen

en andere betrokkenen over veehouderij en gezondheid. Het is belangrijk dat zij in gesprek zijn met hun omgeving en goed met elkaar in contact staan. Dat scheelt enorm in de maatschappelijke acceptatie. We wonen in Nederland met zeventien miljoen mensen en staan in de samenleving voor grote uitdagingen. Maar ik snap ook dat veehouders willen weten waar ze aan toe zijn. Zolang we niet weten wat precies de oorzaak is van de longontstekingen rond geitenhouderijen, kunnen zij ook geen maatregelen nemen. Wat dat betreft had ik liever gisteren dan morgen antwoorden gehad.’

Vindt u het een mooie bedrijfstak?‘Ik werk er nog steeds met veel plezier’, zegt Van de Ven. ‘Mijn bestuurlijke start was heel dynamisch, want ik ben in de Q-koortsperiode begonnen. Geitenhouders zijn een leuke groep

ondernemers, altijd vuurwerk. Het zijn niet de makkelijkste mensen, maar ze zijn over het algemeen slim en willen ook echt bewegen. Dan heb je als bestuurder eer van je werk. Maar geitenhouders zijn superkritisch, je krijgt hun vertrouwen niet voor niks.’‘Dat herken ik helemaal’, zegt Smit. ‘Het is prettig om met mensen te kunnen sparren over de resultaten en richting van het onderzoek. Als wetenschappers hebben wij de wijsheid ook niet in

pacht, we kennen de bedrijfstak maar oppervlakkig. We hebben elkaar dus echt nodig. Maar wij zijn wel echt vakmensen en weten goed wat we doen.’Op de achtergrond mekkeren de geiten dat het tijd is om het interview af te ronden. ‘Jullie raden nooit wat ik nu uit de vriezer ga halen’, grinnikt Van de Ven en toont twee grote bakken via de videoverbinding. ‘Geitenmelkijs! We hebben macadamia-notenijs en yoghurt-kersenijs, gemaakt van onze eigen geitenmelk. Als jullie een keertje in de buurt zijn, dan houden jullie die tegoed.’

TEKST: MYRNA TINBERGEN | BEELD: KEES RUTTEN EN IVAR PEL

‘Een mooi bijeffect van ons onderzoek is dat veehouders en andere betrokkenen in gesprek gaan over vee- houderij en gezondheid’

Onderzoekers brengen in kaart welke ziekteverwekkers op geitenhouderijen aanwezig zijn, die gerelateerd kunnen zijn aan de longontstekingen bij omwonenden. Niet alleen dieren, maar ook de mest, stof en de lucht worden onderzocht. Voor de luchtmeting worden snuffelpalen gebruikt, hier links in beeld.

Page 9: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

VETSCIENCE JULI 2020 | 17 16 | VETSCIENCE JULI 2020

Van onderzoek naar praktijk | Wetenschappelijke kennis

Wat kan de faculteit Diergeneeskunde betekenen voor dierenartsen bij een wereldwijde pandemie? Naast het delen van kennis over COVID-19 bij dieren houdt de faculteit zich ook bezig met de signalering van zoönose en onderzoek.

‘Wat was dit nuttig!’ Via de chat komen enthousiaste bedankjes binnen. Een uur eerder - bijna stipt om 19:00 uur - start de webinar cCOVID-19 en huisdieren. Op het moment

‘Kunnen virusdruppels op de vacht meekomen naar

de behandeltafel?’

dat de webinar plaatsvindt, is over dieren en COVID-19 nog veel onbekend. Het virus is gevonden bij nertsen op Brabantse fokkerijen. Niet lang na de webinar komt naar buiten dat een Nederlandse hond en katten geïnfecteerd zijn. De faculteit Diergeneeskunde houdt scherp in de gaten wat er wereldwijd gebeurt en deelt die kennis met de praktijk. Maar hoe doe je dat snel en betrek je veel dierenartsen als je midden in een wereldwijde pandemie zit? Een webinar lijkt ideaal: zo’n interactieve online presentatie is snel op te zetten en je hoeft er niet voor bij elkaar te komen, iets wat extra handig is als er een besmettelijk virus rondwaart. Zo’n 175 dierenartsen

luisteren mee als veterinair viroloog Herman Egberink van de faculteit Diergeneeskunde de webinar aftrapt. Hij deelt de meest actuele informatie over COVID-19 bij huisdieren. Het eerste bekende dier met het virus was een zeventienjarig hondje in Hong Kong. In de dierentuin in New York raakten tijgers en leeuwen besmet, vermoedelijk via een verzorger. Uit experimenten blijkt dat varkens, kippen en eenden niet gevoelig zijn voor het virus. Katten, honden, fretten, hamsters en vleermuizen zijn dat wel.

Niet levensvatbaarVia de chat vraagt een dierenarts of je je moet beschermen bij het onderzoeken van een dier dat niet ziek is, maar wel uit een huishouden met COVID-19 komt. Kunnen er virusdruppels op de vacht meekomen? Veterinair microbioloog Els Broens antwoordt dat uit onderzoeken bij andere virussen het virus op de vacht van dieren niet levensvatbaar bleek. Aannemelijk is dat dat bij corona hetzelfde is. Tot nu toe lijken huisdieren een verwaarloosbare rol in de huidige pandemie te spelen, vertelt Egberink. ‘Het is een pandemie die drijft op infecties van mens op mens.’ Zijn collega Broens bevestigt dat: ‘Bij de gevallen uit de praktijk die we nu kennen van een besmet dier, was er altijd sprake van een zieke eigenaar, van mens op dier transmissie dus. Experimenteel is aangetoond dat dieren elkaar kunnen besmetten, maar dat is wat anders dan de praktijk.’Onderzoek om meer te weten te komen over dieren en COVID-19 is van groot belang. De faculteit Diergeneeskunde werkt daarom samen met partners zoals Wageningen University & Research en het Erasmus MC aan het onderzoeksproject Fighting COVID-19 in animals and humans, a One Health approach. Els Broens is een van de projectleiders. Duidelijk moet worden hoe vaak het SARS-CoV-2-virus bij katten en honden voorkomt en in hoeverre dieren elkaar kunnen besmetten of het van mensen krijgen. Ook moet de studie uitwijzen wat het potentiële risico is dat het virus bij dieren blijft rondgaan - waardoor dieren in de toekomst misschien mensen kunnen besmetten - en welke interventies dit risico kunnen verkleinen.

Lees meer over dit onderzoeksproject op pagina 18.

Zoönotische signalenAls er een epidemie komt die (ook) door dieren aangejaagd wordt, kan er een team van deskundigen uit zowel de humane als de veterinaire sector bij elkaar geroepen worden. Ook in de huidige pandemie is dat gebeurd toen nertsen en (huis)dieren besmet bleken. De faculteit Diergeneeskunde schuift daarbij aan tafel. Els Broens. ‘In 2011 begon een structurele samenwerking tussen alle betrokken partijen in Nederland. Onderdeel van deze zoönosenstructuur is het Signaleringsoverleg Zoönosen. Elke maand komen deskundigen uit de veterinaire en humane sector nu samen om zoönotische signalen uit het hele land te beoordelen.’ Via de berichtenservice Vetinf@ct kunnen dierenartsen over actuele zoönotische onderwerpen en over incidenten op het gebied van zoönosen op de hoogte worden gehouden. Ook krijgen praktijken zo informatie over de handelingsmogelijkheden. Dierenartsen kunnen zich voor deze berichtenservice aanmelden via het RIVM (www.onehealth.nl).

Helemaal up-to-dateHet is 20:00 uur, de webinar loopt ten einde. Via de chat komen laatste vragen binnen. Moeten zwangere dierenartsen extra voorzichtig zijn? Nee. Kan een hond het virus krijgen van snuffelen aan faeces van andere dieren of mens? Ja. Is er al iets bekend over konijnen? Nee. Het is tijd om af te sluiten. Dierenarts Astrid Rutsen van De Kattenkliniek van Groningen zag al haar vragen over huisdieren en COVID-19 in de webinar beantwoord. ‘Nu is bijvoorbeeld duidelijk dat ik me geen zorgen hoef te maken om besmetting via de vacht als ik een kat op tafel heb van een eigenaar met COVID-19. En ik ben helemaal up-to-date wat betreft de onderzoeken die er zijn geweest. Het is fijn dat de faculteit Diergeneeskunde dit naar zich toetrekt. In de webinar werd alles op een rij gezet en werden de studies gelijk geduid. Als ik zelf online informatie zoek, haal ik er niet zo makkelijk uit wat de bronnen zijn. De faculteit Diergeneeskunde geeft handvatten waarmee ik verder kan in mijn praktijk.’

TEKST: EVA MUNNIK | BEELD: ISTOCK

De webinar ‘COVID-19 en huisdieren’ werd gehouden in het kader van Onderwijs voor professionals. Bezoek de website uu.nl/professionals voor meer informatie en al het aanbod.

‘In de webinar werd alles op een rij gezet en werden de studies gelijk geduid’

Wetenschappelijke kennis voor

dierenartsen tijdens een pandemie

Page 10: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

18 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 19

Onderzoek | COVID-19

In opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) coördineert de faculteit Diergeneeskunde het onderzoeksproject ‘Fighting COVID-19

in animals and humans, a one health approach’. Het project is een samenwerking tussen diverse partijen binnen het Netherlands Centre for One Health (NCOH).

Projectleider Arjan Stegeman: ‘Het belangrijkste doel is vaststellen of het nieuwe virus SARS-CoV-2, dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, tussen dieren en tussen dier en mens kan blijven circuleren wanneer de overdracht tussen mensen is ingedamd.’

Onderzoek naar COVID-19 in mens en dier

Vanuit diverse landen komen signalen dat het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2 ook dieren – met name kat- en marterachtigen – kan besmetten. In deze context heeft het Ministerie van LNV opdracht gegeven tot het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Tegelijkertijd werden in april en mei op vier nertsenbedrijven in Noord-Brabant besmettingen vastgesteld. Onderzoek door diverse partijen binnen NCOH toonde aan dat er, na de oorspronkelijke overdracht van mens op nerts, zeer waarschijnlijk twee mensen zijn besmet door nertsen. Ook werden boerderijkatten getest. Zeven van de vierentwintig katten bleken antistoffen te hebben en dus besmet te zijn geweest. Milieu-epidemioloog Lidwien Smit is nauw betrokken bij de onderzoeken in nertsen en katten: ‘Als we in huishoudens katten vinden die besmet zijn geweest, dan is het interessant om te kijken wat de risicofactoren hiervoor waren.’

Inmiddels is het grootschalige onderzoeksproject “Fighting COVID-19 in animals and humans, a one

health approach” in volle gang. De wetenschappers onderzoeken katten, honden, konijnen en wilde dieren, maar de focus ligt op huisdieren. Microbioloog Els Broens: ‘Het contact tussen mensen en huisdieren is intensief, waarbij overdracht van ziekteverwekkers kan plaatsvinden.’ Viroloog Marion Koopmans voegt toe: ‘Door gegevens over de virussen bij mensen en Voor dit onderzoek zijn

monsters van honden en katten van gezinnen met COVID-19 nodig. Omdat deze gezinnen niet zelf naar de kliniek kunnen komen, nemen dierenartsen van de Universiteit Utrecht tijdens een huisbezoek de benodigde monsters af. Om dit veilig te kunnen doen, maken zij gebruik van de mobiele kliniek van Stichting Zwerfkatten Nederland. Deze bus werd ook ingezet voor het onderzoeken van katten op de nertsenbedrijven.

WP1: Onderzoek naar het vóórkomen van SARS-CoV-2 in honden en katten in Nederlandse huishoudens.

WP2: Onderzoek naar het vóórkomen van SARS-CoV-2 in verschillende dierpopulaties.

WP3: Onderzoek naar de ziekteontwikkeling en overdracht van SARS-CoV-2 bij katten.

WP4: Genetisch onderzoek naar de overeenkomsten en verschillen tussen SARS-CoV-2 in mens en dier.

WP5: Het maken van een model van de overdracht van SARS-CoV-2 tussen katten en mensen.

WP6: Het communiceren over en delen van de bevindingen van het onderzoek.

De onderzoekers meten met onder meer mobiele meetapparatuur de lucht in een nertsenstal.

dieren te combineren, kunnen we ontrafelen hoe de verspreiding gaat.’ Het project is interdisciplinair: artsen, dierenartsen, microbiologen, epidemiologen, pathologen, modelleurs en communicatiedeskundigen zijn allen betrokken. De eerste resultaten worden binnen enkele maanden verwacht.

TEKST: DIAN PIETERS | BEELD: LIDWIEN SMIT EN BAS NIEMANS

Het onderzoek bestaat uit zes onderdelen:

Page 11: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

20 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 21

Rubriek | onderwerpVerdieping | Vaccinologie

‘We weten van veel vaccins niet eens hoe ze

bescherming bieden’

Op 8 juni was de oratie van Cécile van Els, hoogleraar Vaccinologie. Dat haar vakgebied op dat moment enorm actueel en urgent zou zijn, had Van Els acht maanden geleden bij haar benoeming als hoogleraar niet kunnen bevroeden.

We vroegen Van Els, werkzaam bij de Universiteit Utrecht en het RIVM, wat er achter de schermen gebeurt tijdens de ontwikkeling van een vaccin.

De hobbelige weg van ontwikkeling van een vaccin

Door de coronamaatregelen kon de oratie van Van Els niet plaatsvinden als bijeenkomst in het statige Academiegebouw in de binnenstad van Utrecht. Het werd een online oratie, inclusief online cortège.

Page 12: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

22 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 23

Door de coronapandemie kijkt de hele wereld vol verwachting naar vaccinontwikkelaars. Wie zijn dat? ‘Er wordt gelukkig op grote schaal samengewerkt. Wetenschappers en kleine biotechbedrijven werken samen met de grote reuzen. Zo combineren ze de fundamentele en specifieke kennis van wetenschappers, met de ervaring van grote bedrijven om vaccins op de markt te brengen. Dat is noodzakelijk om goed beslagen ten ijs te komen. Als er straks een vaccin is, gaan we dat inspuiten bij gezonde mensen hè. Het is absoluut niet de bedoeling om hen ziek te maken.’

Wat is wel de bedoeling van een vaccin?‘Een vaccin is een veilige manier om het lichaam kennis te laten maken met een ziekmaker. Het lichaam kan zo een afweerreactie opbouwen.’

Hoe lang duurt vaccinontwikkeling meestal?‘Gemiddeld tien tot vijftien jaar. Het record staat op vijf jaar, voor het vaccin tegen Ebola. Momenteel zijn er meer dan honderd vaccinontwikkelaars bezig met een vaccin tegen COVID-19, de ziekte veroorzaakt door het nieuwe coronavirus

Zijn bestaande vaccins dan allemaal gelukstreffers?‘Nee, dat nou ook weer niet. Al sinds het begin van de vorige eeuw wist men dat het lichaam beschermende stoffen aanmaakt na het inspuiten van afgezwakte ziekmakers. Voortschrijdend inzicht is altijd toegepast in vaccinontwikkeling. Maar de exacte basis van de bescherming kennen we vaak niet. Daar ga ik me dan ook op richten in mijn onderzoek. Ik wil de keten van afweerreacties ontrafelen die leiden tot effectieve en duurzame bescherming.’

Hoe werken die afweerreacties?‘Eerst start de vroege afweer in het lichaam, ook wel de aangeboren afweer. Dit is een soort inbraakalarm. Het herkent binnendringers en zet alle alarmbellen aan om de rest van het afweersysteem wakker te schudden. Daarna volgt de belangrijkste reactie, de late afweer, ook wel aangeleerde afweer. Die ruimt de ziekmaker heel specifiek en effectief op én onthoudt hem in het geheugen. Deze afweerreactie is heel grondig, maar allesbehalve snel. Pas na enkele dagen, of soms zelfs weken, komt hij volledig tot stand. Met een vaccin kunnen we dat kunstmatig in gang zetten, zonder tijdsdruk. Ons afweersysteem slaat de ziekmaker alvast op in het geheugen. De eerstvolgende keer dat de ziekmaker jou infecteert, herkent het geheugen van de aangeleerde afweer hem direct en kan dan sneller actie ondernemen. Zo heb je een grote voorsprong ten opzichte van de ziekmaker.’

Dat willen we allemaal wel voor het nieuwe coronavirus en dus kijkt de hele wereld nu hoopvol naar vaccinontwikkelaars. Wat gebeurt daar?‘Allereerst is kennis over het virus nodig, en dan met name over de interactie met ons lichaam en afweersysteem. Waar komt zo’n ziekmaker ons lichaam binnen en welke onderdelen zijn daarbij essentieel? Zodra dat bekend is, kan het vaccinkandidaat worden gebouwd. Daarna onderzoeken wetenschappers of het product veilig is en tot een afweerreactie leidt. Dat gebeurt in proefdieren. Zo ontstaat een selectie van de meest veelbelovende vaccinkandidaten.’

Testen wetenschappers een potentieel vaccin altijd in proefdieren?‘Ja, dat gebeurt altijd. Om aan te tonen of een vaccinconcept daadwerkelijk beschermt, moeten wetenschappers een gevaccineerd organisme experimenteel besmetten met de echte ziekmaker. Als we nog geen behandeling hebben, zoals bij SARS-CoV-2, kunnen we uiteraard geen mensen besmetten met de ziekmaker. Dat kan grote gevolgen hebben. Daarvoor zijn nu nog proefdieren nodig. Ook worden proefdieren gebruikt om de veiligheid van het product te testen. Pas als schadelijke effecten zijn uitgesloten, testen wetenschappers het product op mensen.’

SARS-CoV-2. Dat is enorm veel. Ik acht de kans groot dat we het record verbreken. Maar let op, ongeveer 90% van alle potentiële vaccinontwerpen belandt in de prullenbak. Een vaccin maken dat veilig en effectief is, is nog niet zo makkelijk. Voor sommige ziekten lukt het zelfs helemaal niet. De interactie met de gastheer is soms zo ingewikkeld dat het ongelofelijk complex is om een vaccin te ontwikkelen. Dat is natuurlijk niet hoopgevend.’

Hoe is dat voor het nieuwe coronavirus? ‘Ook een vaccin tegen COVID-19 moet aan de voorwaarden voldoen wat betreft veiligheid en effectiviteit. Maar om de ontwikkeltijd toch flink in te korten, gaan een aantal zaken anders. Wetenschappers wisselen kennis over het virus, vaccintechnologieën en testmethoden internationaal uit, die kennis is leidend. Fasen in de vaccinontwikkeling worden verkort en in elkaar geschoven. Bovendien starten fabrikanten al met productie van vaccinkandidaten, voordat men weet of de eindstreep gehaald wordt. Dit kan door internationale compensatie van risico’s voor de private sector. Ik verwacht dat er over een jaar wel een vaccin is. Dit zou uitzonderlijk snel zijn. Maar het is nog maar de vraag of we dan ook begrijpen op grond waarvan dat vaccin precies beschermt. Eerlijk gezegd weten dat van heel weinig vaccins. Op dat vlak staan we pas in de kinderschoenen.’

Hoe gaat dat in zijn werk?‘Uiteraard begint dat met kleine groepen, enkele tientallen volwassen proefpersonen en lage hoeveelheden vaccin, dat is fase 1. We testen dan vooral veiligheid. Daarna, in fase 2, richten we ons meer op de werking van het vaccin in grotere aantallen proefpersonen, enkele honderden. We onderzoeken in welke dosis en hoe vaak we het vaccin moeten toedienen. Bovendien testen we in fase 2 in de doelgroep, bijvoorbeeld ouderen.’

Wie is de doelgroep voor een vaccin tegen COVID-19?‘Er worden vaccins ontwikkeld voor allerlei leeftijdsgroepen en doelgroepen. Mensen met chronische ziekten hebben mogelijk andere afweerreacties dan gezonde mensen, dus misschien ook een ander vaccin nodig. Dat kan ook gelden voor ouderen. Tijdens ouder worden verandert het immuunsysteem. Het zou kunnen dat ouderen daardoor een krachtiger vaccin nodig hebben voor een goede afweerreactie.’

Wanneer beschouwen we een vaccin als klaar?‘Als het vaccin veilig én effectief is. Dat laatste kunnen wetenschappers aantonen - in fase 3 - door twee hele grote groepen te maken. Het gaat dan om enkele duizenden proefpersonen, in een populatie waarin idealiter de ziekmaker circuleert. Eén groep krijgt het vaccin en de andere groep niet. De hamvraag is dan: wordt de gevaccineerde groep minder vaak ziek dan de niet-gevaccineerde groep? Zo ja, dan is het vaccin klaar.’

TEKST: ROSAN REUSKEN | BEELD: BAS NIEMANS

‘Ongeveer 90% van alle potentiële vaccinontwerpen belandt in de prullenbak’

‘We hebben mogelijk verschillende vaccins nodig voor bepaalde doelgroepen, bijvoorbeeld ouderen of mensen met een chronische ziekte’

Cécile van Els samen met de Pedel van de Universiteit Utrecht en decaan Wouter Dhert, na afloop van de online oratie.

Page 13: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

24 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 25

In beeld | coronacrisis faculteit Diergeneeskunde

Een kijkje achter de schermen bij Diergeneeskunde tijdens de coronacrisis

En toen werd het stil, ook op de faculteit Diergeneeskunde. Maar niet overal… Nog niet eerder waren onze coronaonderzoekers zo hard nodig als nu, onze Intensieve Zorg Afdeling bleef bemand, cruciale operaties gingen door, lammetjes werden geboren en studenten kregen onderwijs op afstand. Een uniek kijkje achter de schermen.

Page 14: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

26 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 27

Lege polikamers bij de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren.

v.l.n.r. (zie ook beeld vorige pagina) Bjorn Meij - specialist chirurgie, Eline van der Brink – intern chirurgie, Tijn Wiersema - specialist in opleiding chirurgie, en Martina Lentini - Intern Anesthesie, bereiden zich voor op een operatie van een hond.

‘De crisis brengt saamhorigheid naar boven. Bovendien zijn veel eigenaren dankbaar dat hun huisdier ondanks de crisis toch geholpen kan worden door ons.’ - Tijn Wiersema, specialist in opleiding, chirurgie gezelschapsdieren

Een uitgestorven Yalelaan op het Utrecht Science Park, waaraan alle gebouwen van Diergeneeskunde zich bevinden.

Page 15: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

28 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 29

‘Door de coronacrisis ben je meer op jezelf aangewezen. Mijn wereld is daardoor een stuk rustiger geworden. Ik denk dat ik hierna weer eerder kan genieten van de kleine dingen in het leven.’ - Koen Slagboom, Schapenboer bij de Tolakker

VAD-landwerker Jorn Vernooij, zaait mais en erwten om goed voer te winnen voor de koeien.

Onderzoeks- en onderwijsmedewerker Wim Lensing op weg naar de koeien op het land.

Page 16: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

VETSCIENCE JULI 2020 | 31 30 | VETSCIENCE JULI 2020

‘Ik vind het mooi hoe de docenten alles op alles

zetten om ons nog steeds zo goed mogelijk les te

geven. Mede dankzij hen lopen studenten nu

minimale studie- vertraging op.’

- Michelle Steka, eerstejaarsstudent Diergeneeskunde.

Michelle Steka was een van de studenten die Schapenboer Koen Slagboom hielp met het

verlossen van schapen op de Tolakker tijdens de crisis.

Laarzen op stok bij kliniek Landbouwhuisdieren.

Lege onderwijsruimte bij anatomie.

Page 17: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

32 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 33

‘Na al die jaren werken aan fundamenteel onderzoek, is nu voor iedereen zichtbaar hoe maatschappelijk relevant dit werk is’ - Arno van Vliet, coronaonderzoeker

Onderzoeker coronavirus Irina Albulescu

Onderzoeker coronavirus Wentao Li

Page 18: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

34 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 35

Onderzoeksleider coronavirus Berend-Jan Bosch en collega-onderzoeker Chunyan Wang.

Page 19: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

36 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 37

In onze darmen leven triljoenen darmbacteriën, samen ongeveer één kilo. In de omgang van onze darmen met deze bacteriën wisselen liefde en strijd elkaar af. De meeste van deze micro-organismen zijn belangrijk voor onze

gezondheid, we zorgen daarom goed voor ze. Maar soms komen ziekmakende binnendringers de boel verstoren, of gaan onze darmen niet adequaat

om met de ‘goede’ bacteriën. Infectiebioloog Karin Strijbis onderzoekt de fascinerende omgang van ons lichaam met bacteriën in de darmen.

‘Welke bacteriën in jouw darm voorkomen, wordt bepaald tijdens de eerste vier jaar van je leven’, vertelt Strijbis. ‘Het begint al tijdens de geboorte. Is het een natuurlijke bevalling of keizersnede? Dat bepaalt welke eerste bacteriën zich in de darm vestigen. Daarna speelt onder meer (borst)voeding een grote rol bij het compleet maken van de populatie darmbacteriën, het darmmicrobioom.’ Eenmaal compleet leven in onze darmen triljoenen bacteriën, zo’n honderd tot tweehonderd soorten. Bij elkaar wegen ze ongeveer één kilo.

Slijmlaag met dubbele werkingStrijbis doet onderzoek naar de slijmlaag in onze darmen. ‘Die slijmlaag kun je vergelijken met de bekendere slijmlaag in je neus. De laag heeft een dubbele werking. Het zorgt ervoor dat ‘goede’ bacteriën in leven kunnen blijven en is de eerste verdediging tegen ‘slechte’ micro-organismen zoals virussen, schimmels en bacteriën.’ Je mond, neus, keel, longen, maag en darmen zijn allemaal bekleed met zo’n slijmlaag, maar over de slijmlaag in de darmen is nog weinig bekend.

De haat-liefdeverhouding van onze darmen met

triljoenen darmbacteriën

DarmproblemenEerst even over die ‘goede’ bacteriën, belangrijk voor onze gezondheid. ‘Zij helpen met verteren van voedsel, produceren essentiële vitaminen, en hebben zelfs invloed op de hersenen en auto-immuunziekten. Heel belangrijk dus, maar helaas werkt dat niet bij iedereen goed. Sommige mensen hebben snel last van een ontsteking van de darm, terwijl het grootste gedeelte van de bevolking daar nooit last van heeft. Ook zijn er mensen die kampen met darmziekten, zoals de ziekte van Crohn en chronische darmontsteking. In Nederland is dat één op de tweehonderd mensen. Om hen te helpen, moeten we beter weten hoe de slijmlaag werkt en wat de impact is van de verschillende soorten bacteriën op ons lichaam. Daar probeer ik achter te komen, om zo een bijdrage te leveren aan preventie en behandelingen van mensen met darmproblemen.’

Veelbelovende eiwittenVorig jaar ontving Strijbis een European Research Council Starting Grant, een subsidie van 1,5 miljoen euro waarmee jonge onderzoekers een eigen onderzoeksgroep kunnen starten. Inmiddels heeft Strijbis drie onderzoekers aangenomen van de subsidie. ‘We onderzoeken met name specifieke eiwitten in de darmslijmlaag. Deze eiwitten

Microscopisch beeld van een eicel van een koe klaar voor bevruchting.In het blauw zie je de cumuluscellen, in het groen de vetdruppels en in het rood de kern van de eicel. Cumuluscellen spelen een belangrijke rol tijdens de eicelrijping en kunnen de eicel beschermen tegen vetzuren. Zonder deze cellen is het voor de eicel niet mogelijk om het juiste rijpingsstadium, zoals de eicel hierboven, te bereiken om te worden bevrucht door een zaadcel.

Onderzoek | Darmgezondheid mens en dier

‘In Nederland kampt één op de twee- honderd mensen met een darmziekte’

Microscopische beelden van menselijke darmcellen waarmee de onderzoekers de interactie tussen bacteriën en de eiwitten in de slijmlaag bestuderen.

Page 20: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

38 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 39

zijn veelbelovend, want ze kunnen bacteriën in de darm opsporen. Als er een ziekmakende bacterie voorbijkomt, kunnen deze eiwitten de bacterie op afstand houden en een waarschuwingssignaal afgeven aan ons lichaam.’

Doorlopend gevechtHet verhaal krijgt een rauw randje, zodra Strijbis begint te vertellen over de ‘slechte’ bacteriën. ‘Er is voortdurend oorlog tussen ons lichaam en gevaarlijke binnendringers. De slijmlaag is samen met ons immuunsysteem doorlopend in gevecht

met ziekmakende bacteriën die het lichaam binnenkomen via onder meer rauw voedsel en oppervlaktewater.’ Voorbeelden van zulke bacteriën zijn Campylobacter en Salmonella. Naast de continue oorlog is er ook een voortdurende wapenwedloop, legt Strijbis uit. ‘Bacteriën vinden nieuwe methoden om mensen te infecteren, en wij – mensen - komen steeds met nieuwe reacties om die infecties te vertragen of verhinderen. Onderzoek naar darmbacteriën en de slijmlaag heeft misschien geen sexy imago, maar ik vind het fascinerend.’

Darmgezondheid bij dierenStrijbis onderzoekt met name darmgezondheid van mensen, maar werkt sinds kort samen met geneesmiddelenfabrikant MSD om ook de darmgezondheid van dieren te onderzoeken.

Een hybride Waar komt het coronavirus vandaan: uit een Chinees laboratorium of van een voedselmarkt? Of preciezer geformuleerd: is het virus ontstaan door menselijk ingrijpen of heeft het een natuurlijke oorsprong? Niet elke suggestie van Trump hoeft serieus genomen te worden, maar de vraag naar de herkomst van het virus deed mij denken aan een favoriet spelletje dat wij vroeger met de kinderen deden: gegroeid of gemaakt? Ik had eens gelezen dat stadskinderen dachten dat witte koeien melk gaven, en bruine koeien chocomel, dus dit leek me een aardige manier om onze kleine Amsterdammertjes iets bij te brengen over de herkomst van de spullen op de keukentafel. Het begon eenvoudig: Een komkommer: gegroeid of gemaakt? Appelsap? Een voorleesboek? De kaasfondue? De grondwet? Het Vondelpark? Jijzelf? Bijna elk ding, bleek al discussierend, leek aanvankelijk tot één bepaalde categorie te behoren, maar was uiteindelijk een combinatie van de twee processen.

Maar nu het coronavirus: gegroeid of gemaakt? Gemaakt! zegt Trump, in een heel bepaald laboratorium in China, en ik heb bewijs. De meeste wetenschappers denken dat dat klinkklare onzin is. Gegroeid lijkt waarschijnlijker. Ergens in een vleermuis en overgesprongen via een schubdier naar de mens. Maar is dat wel groeien? Een virus kan niet groeien, hooguit muteren of overspringen. En dat brengt mij op de volgende vraag: is een virus een levend wezen? Buiten zijn gastheer is een virus een pakketje levenloze informatie. Een virus kan niet zelfstandig voortbestaan, heeft altijd een gastheer nodig om zich voort te planten, heeft - in tegenstelling tot een bacterie - geen eigen stofwisseling, dus: nee, een virus is geen levend wezen. Maar toch: een virus is toch iets heel anders dan, bijvoorbeeld, een splinter. Eenmaal binnengedrongen in zijn gastheer kan het zich prima vermenigvuldigen en is het weldegelijk ‘levend’. Is het dan een levend wezen of niet?

Het virus is een tussenwezen, een hybride, met een term van de Franse wetenschapssocioloog Bruno Latour. Een getransformeerd micro-organisme, voortgekomen uit de ‘natuur’, getransformeerd, verspreid door en goed gedijend bij bepaalde ‘culturele’ gebruiken (voedselmarkten, vliegverkeer en grote mensenmassa’s). Het is niet toevallig dat dit ons zo ontregelende virus een aantal van onze vertrouwde categorieën overhoop haalt. Het laat zich slecht indelen. Het is gegroeid, noch gemaakt. Het is zowel levend als levenloos. Een grensgeval. Dat zegt niks over het virus, maar alles over de tekortkomingen van onze categorieën en begrippen. Heel ontregelend en buitengewoon leerzaam.

Column | Daan Roovers

Daan RooversFilosoof en Denker des Vaderlands

Door de darmen van mensen en dieren te vergelijken, hoopt Strijbis het onderzoek naar een hoger plan te tillen. ‘Iedere diersoort - waaronder de mens - heeft een slijmlaag met specifieke eigenschappen. Daardoor reageren diersoorten waarschijnlijk verschillend op binnendringers. We zien bijvoorbeeld dat de bacterie Salmonella in kippen geen negatieve effecten heeft, maar in mensen een ernstige darminfectie kan veroorzaken. Als we de oorzaken van dat soort verschillen begrijpen, kan dat aanknopingspunten bieden voor nieuwe behandelingen. Dit onderzoek tussen verschillende diersoorten doen we uiteraard ook met oog op ‘One Health’: de gezondheid van mensen, dieren en milieu verbeteren. We proberen te achterhalen welke ziekten kunnen overspringen van dier op mens, en welke aanpassingen daarvoor nodig zijn. Had ik al gezegd hoe fascinerend ons vakgebied is?’

TEKST: ROSAN REUSKEN | BEELD: KARIN STRIJBIS EN LISANNE ROOTH

‘Het is voortdurend oorlog tussen ons immuunsysteem en ziekmakende bacteriën’

Karin Strijbis

Page 21: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

VETSCIENCE JULI 2020 | 41 40 | VETSCIENCE JULI 2020

Verdieping | Risico-inschatting

Het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2) houdt de wereld al maanden in haar greep en we zijn er voorlopig nog niet van verlost. Hadden we deze pandemie

kunnen zien aankomen? Niet van dit specifieke virus, zeggen virologen en epidemiologen. Wel waarschuwen zij al jaren voor de dreiging van nieuwe virussen

met pandemische potentie. Krijgen we in de toekomst vaker dit soort uitbraken? Zonder meer, denken de experts. Zijn we daar voldoende op voorbereid? Nog zeker

niet, klinkt het unaniem. Een gesprek met epidemioloog Hans Heesterbeek en viroloog Marion Koopmans over de risico’s van opkomende infectieziekten.

‘Zijn we voldoende voorbereid op een volgende virusuitbraak?

Niet echt…’ Epidemioloog Hans Heesterbeek en viroloog

Marion Koopmans over opkomende infectieziekten

Page 22: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

42 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 43

‘Een pandemie door een coronavirus is voor ons niet echt een verrassing’, zegt Marion Koopmans, hoofd van de afdeling Virologie van het Erasmus MC en wetenschappelijk directeur Emerging Infectious Diseases Preparedness bij het Netherlands Centre for One Health (NCOH). Zij is inmiddels een vertrouwd gezicht in de media.‘Coronavirussen staan al een hele tijd op de lijst van ‘Potential pandemic threats’, een shortlist die de WHO heeft gemaakt na de uitbraak van Ebola in 2014. Coronavirussen staan in de ‘Top-10 Blueprint priority diseases’. We wisten dus dat we met coronavirussen zoals SARS en MERS moesten uitkijken, omdat je daarmee zo’n snelle mens-op-mens transmissie kunt krijgen. Maar de snelheid waarmee dit specifieke virus zich verspreidt en de mate waarin, is wél verrassend! Het is erg hard gegaan.’

Grotere dreiging dan vroegerDe experts waarschuwen al tientallen jaren dat steeds meer infecties van dieren overspringen naar de mens. ‘Er is een grotere dreiging dan vroeger door allerlei manieren waarop wij de wereld hebben ingericht’, zegt Hans Heesterbeek, hoogleraar Theoretische epidemiologie bij Diergeneeskunde en net als Koopmans veelvuldig in het nieuws. ‘Maar dan nog moet je bij zo’n nieuw virus afwachten wat ervan overspringt en wat de virologische, epidemiologische en klinische eigenschappen van dat virus zijn. Bij SARS vielen de eigenschappen mee ten opzichte van de verspreidingsmogelijkheden, bij dit nieuwe coronavirus viel dat tegen. Met name door vroeg-symptomatische, licht symptomatische, en misschien wel

asymptomatische besmettelijkheid. Dat maakt een virus veel moeilijker te stoppen. En dit zie je pas als het virus eenmaal is overgesprongen en zich aanpast aan de mens.’

Virus gaat ondergronds‘Vooral de grote diversiteit in symptomen en de besmettelijkheid van mensen met hele milde klachten was bij dit coronavirus echt anders’, weet Koopmans. ‘Dat zagen we bij SARS en MERS véél minder. Daardoor is de manifestatie van het virus heel anders. Als je een heleboel mensen hebt met hele milde klachten, gaat het virus gemakkelijk ondergronds. Dat maakt veel uit voor de verspreiding. We zien nu mensen met milde klachten die volop virus uitscheiden, en zelfs mensen die geen symptomen hebben, maar die toch positief

testen en het virus bij zich dragen. Hoe belangrijk die laatsten zijn in de verspreiding, daarover zijn we nog in debat.’

Nauwelijks klachten, toch besmettelijkOok een verschil met SARS en MERS is dat die virussen vooral in de lage luchtwegen zaten, dus diep in de longen en veel minder in de bovenste luchtwegen – in de neus. Daarom was SARS waarschijnlijk veel minder besmettelijk. ‘Bovendien piekte bij SARS de virusuitscheiding een week na begin van de klachten en dan waren mensen echt ziek’, zegt Koopmans. ‘Dat werkt als een vorm van automatische quarantaine, want dan gaat iemand naar bed en beperkt het aantal sociale contacten. Dat is al een deel van de oplossing.

‘We moeten ons voorbereiden op een toekomst met meer uitbraken van infectieziekten’

Hans HeesterbeekMarion Koopmans

Page 23: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

44 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 45

Bij dit coronavirus lopen mensen zonder klachten vrolijk door met volop virus in de neus. Dat is natuurlijk hét recept voor snelle verspreiding en een groot verschil met de eerdere coronavirussen.’

Is dit het eerste coronavirus dat zo snel zo pandemisch is geworden?‘Niet het eerste coronavirus, want we hadden ook SARS en MERS’, zegt Heesterbeek. ‘Die zijn weliswaar niet pandemisch geworden, maar ook toen was de wereld al met elkaar verbonden en reisden we veel. Die virussen hadden alleen andere eigenschappen. We zijn zeker bij SARS door het oog van de naald gekropen!’‘Op basis van evolutionaire studies zijn er goede redenen om aan te nemen dat bijna alle, zo niet alle gewone coronavirussen in het winterverkoudheidspakket ooit uit de dierenwereld zijn gekomen’, vult Koopmans aan. ‘Die zijn wereldwijd verspreid, dus dat zijn ooit pandemieën geweest. De vroegste is getraceerd tot ergens tussen 1800 en 1900. Dat zullen we nooit met zekerheid weten, maar speelt wel mee bij de inschatting van pandemische dreigingen door coronavirussen.’

Waren we klaar voor deze uitbraak?‘Voor een deel wel, maar voor een groot deel ook niet’, antwoordt de viroloog. ‘Binnen een paar weken was de genetische code van het virus wereldwijd gedeeld en diagnostiek uitgerold door de WHO. Dat kan écht niet sneller. Dat maakte screening van reizigers mogelijk. Ook wat betreft

de ontwikkeling van vaccins is veel gedaan. Zaken gaan nu echt sneller, maar dat betekent niet dat we zo’n uitbraak in de toekomst voor zijn. Hopelijk hebben we over niet al te lange tijd echt iets op het gebied van interventies. Met name Europa heeft daarin flink geïnvesteerd de afgelopen tien jaar. Maar als je vraagt of BV Nederland is voorbereid op zo’n snelle nieuwe verspreider, dan zeg ik duidelijk nee. De verspreidingssnelheid en kenmerken van dit virus zijn een maat te groot voor wat we nu met elkaar aankunnen.’Heesterbeek: ‘Ook vanuit mijn vakgebied epidemiologie is de kennis over infectiedynamica sterk gegroeid. We kunnen heel veel berekenen met modellen. Maar we waren niet voorbereid op deze pandemie, omdat die nooit op deze schaal voorkwam. We weten bijvoorbeeld niet welke maatregelen het meest effectief zijn en ook niet hoe zij de samenleving en economie ontwrichten. Wat is een goede balans? De moeilijkste fase komt nu, hoe we de samenleving weer openzetten.’

Komt er een tweede golf? ‘Als we weer naar de samenleving van begin 2020 gaan, dan komt er zeker een tweede golf’, zegt Heesterbeek. ‘Dat laten de modellen allemaal zien. Er is immers niks veranderd, het virus is nog hetzelfde en 90% van de wereldbevolking is wellicht nog steeds vatbaar. Een half jaar geleden konden we ons niet voorstellen dat zoiets ingrijpends zou kunnen gebeuren. Dan is het ook voorstelbaar dat er een tweede golf komt als je niets doet. Als we het nu laten versloffen, is een nieuwe lock-down het enige dat helpt. Het virus gaat niet mee in versloffing, die maakt daar juist gebruik van.’

Kunnen we ook worden ingehaald door een ander virus?‘Zo somber wil ik niet overkomen’, zegt Koopmans. ‘Maar we moeten niet denken dat de volgende pandemie pas weer over honderd jaar komt, zoals na de Spaanse griep in 1918. De wereld is behoorlijk veranderd. Het verbaast ons meer dat het nu pas gebeurt. We moeten als wereld dus wel iets doen, maar dat vraagt om coördinatie in de wereld die er niet is.’

Uitbraken door muggenNaast uitbraken door zoönoses – infecties die van dieren op mensen overspringen – zijn in Nederland ook meer uitbraken te verwachten van infecties die via geleedpotigen (vectoren) worden overgedragen, zoals muggen. ‘Zeker gezien de toename van wereldwijde handel, reizigersverkeer, landgebruik, onze natuur, en klimaatverandering. Nederland is bijzonder kwetsbaar voor dit soort uitbraken met al zijn water, transport en dichte bevolking van mensen en vee. Om beter te begrijpen of en hoe deze veranderingen tot nieuwe uitbraken leiden en ons beter voor te bereiden, kent NCOH het onderzoeksprogramma: One Health PACT, Predicting Arboviruses Climate Tipping Points.’‘Dat onderzoek vraagt echte interdisciplinaire samenwerking’, vult Heesterbeek aan. ‘Vlak voordat de COVID-19-crisis uitbrak hebben we hier onder leiding van Marion een grote subsidie voor gekregen uit de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). Ironisch genoeg wordt de start van het project door een pandemie beïnvloed.’

Maakt u zich zorgen over nieuwe uitbraken?Koopmans: ‘Ik denk dat we serieus rekening moeten houden met nieuwe infectieziekten, want je kunt ervan uitgaan dat die zich gaan voordoen. Voorbereiding op nieuwe infectieziekten hoort eigenlijk structureel te zijn, ook in de zorg. Bij de Ebola-uitbraak in West-Afrika moesten ineens alle ziekenhuizen oefenen met beschermende maatregelen om een patiënt met koorts te benaderen. Het is niet goed dat je daarover pas gaat nadenken als er een uitbraak is. We moeten de voorbereiding op uitbraken veel structureler inbedden.’

TEKST: MYRNA TINBERGEN | BEELD: SIL HEUNKS, BAS NIEMANS EN LEVIEN WILLEMSE

‘Versloffen? Dat betekent een nieuwe lock-down. Het virus gaat niet mee in versloffing, die maakt daar juist gebruik van.’

‘We zijn bij SARS door het oog van de naald gekropen!’

Page 24: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

VETSCIENCE JULI 2020 | 47 46 | VETSCIENCE JULI 2020

Verandert dat de rol van de wetenschapper?‘Niemand kan alles. Wie is er nu tegelijkertijd excellente onderzoeker, inspirerende manager, enthousiaste onderwijzer en kan óók nog eens een leuk verhaal vertellen op het Jeugdjournaal? En waarom zouden we dat allemaal in één persoon moeten zoeken?’ De overgang naar Open Science vraagt volgens Broere om een nieuwe manier van beoordelen van onderzoek en onderzoekers. ‘We moeten individuele wetenschappers beoordelen op meer dan alleen het aantal publicaties en daarnaast ook meer de nadruk leggen op wat je gezamenlijk als team bereikt, niet alleen die ene topwetenschapper.’Op internationaal niveau en in Nederland wordt hard gewerkt aan een nieuw model, legt Broere uit. Duizenden partijen, waaronder VNSU, KNAW, NWO en de Universiteit Utrecht, ondertekenden bijvoorbeeld de San Francisco Declaration on Research Assessment, een wereldwijd initiatief om bij de beoordeling van onderzoek en onderzoekers minder af te gaan op publicaties en citaties. Grote financiers zoals de EU en NWO eisen al dat resultaten open gedeeld worden en dragen daarmee ook bij aan Open Science.

Zorgt de coronacrisis voor extra momentum?‘Er is ontzettend veel behoefte aan wetenschappelijke inzichten. De overheid baseert haar coronavirusbeleid op actuele wetenschappelijke kennis die open gedeeld wordt. Natuurlijk doet het RIVM veel eigen onderzoek, maar er is ook heel veel aanvullende kennis vanuit andere instellingen die nu meteen beschikbaar komt, bijvoorbeeld over het nut van persoonlijke beschermingsmiddelen in de dierenartspraktijk en de kans dat huisdieren besmet raken.’ De grote uitgevers hebben alle coronagerelateerde literatuur achter de betaalmuur vandaan gehaald, ook artikelen over eerdere uitbraken, zoals MERS en de SARS in 2003. Cijfers over prevalentie worden gedeeld, zodat wetenschappers over de hele wereld ermee aan de slag kunnen. ‘Je merkt dat er nu grotere bereidheid is om te delen, omdat de urgentie enorm gevoeld wordt. Nieuw in deze periode is dat wetenschappelijke studies openlijk gedeeld worden voordat peer review heeft plaatsgevonden.’ Dat heeft voor- en nadelen volgens Broere: kennis is sneller beschikbaar en kan meteen benut worden. Maar de kans bestaat dat een artikel later alsnog moet worden teruggetrokken, als het niet door de peer review komt. ‘Je moet er dus op vertrouwen dat mensen de informatie op waarde weten te schatten en dat is soms best spannend.’

Wat betekent Open Science voor dierenartsen?‘Evidence-based medicine krijgt in de opleiding heel veel aandacht. Tijdens je studie kom je constant in aanraking met nieuwe wetenschappelijke inzichten. Ga je na je afstuderen in de eerstelijnspraktijk werken, dan heb je waarschijnlijk geen toegang tot wetenschappelijke publicaties. Dat verandert door Open Access; de meest actuele veterinaire kennis wordt vrij toegankelijk, dus je kunt je patiëntbehandelingen daarop aanpassen.’

En voor andere doelgroepen? ‘Kijk, de bakker heeft voor zijn dagelijkse werk niet zoveel aan een wetenschappelijke tekst over wiskundige epidemiologische modellen. Ik ook niet trouwens’, lacht Broere. ‘Je moet je kennis met je doelgroepen delen op de juiste manier, zodat het voor hen relevant is én je geen valse verwachtingen schept. Daarom is public engagement en outreach ook een pijler van Open Science. Het algemene publiek bereiken we bijvoorbeeld via het Weekend van de Wetenschap of wetenschapsprogramma’s op tv. Beleidsmakers en andere partijen informeren we via andere kanalen. Een mooi voorbeeld is het IRAS, het Institute for Risk Assessment Sciences van de Universiteit Utrecht: wat zij aan kennis genereren staat aan de basis van beslissingen in Den Haag over waar we wel of juist niet woningen gaan neerzetten. Met Open Science willen we zorgen dat wetenschap opener, betrouwbaarder, efficiënter én relevanter wordt. Hoe beter we onze kennis delen met de buitenwereld, hoe meer positieve impact we genereren.‘

‘Wat met publiek geld wordt uitgevonden moet voor

iedereen beschikbaar zijn’

Femke Broere is hoogleraar Infectieziekten en Immunologie en lid van het Universiteit Utrecht Open Science Platform. Zij zet zich in voor het promoten van Open Science binnen de universiteit en daarbuiten.

Wat is Open Science?‘Het onderliggende principe van Open Science is de integratie van wetenschap met de maatschappij: wat met publiek geld is uitgevonden moet voor iedereen beschikbaar zijn. Een van de pijlers is Open Access, het gratis toegankelijk maken van publicaties. De Universiteit Utrecht heeft duidelijke ambities: in 2021 moeten alle publicaties van UU-wetenschappers

Open Access zijn. Vooral onderzoekers in armere landen ervaren nu een barrière; zij hebben vaak geen toegang tot wetenschappelijke tijdschriften van grote uitgevers.’Afgelopen mei lanceerden Elsevier en de Nederlandse onderzoeksinstellingen de eerste nationale Open Science-samenwerking ter wereld. De overeenkomst omvat diensten voor het publiceren en lezen van wetenschappelijke content, en voor het ontwikkelen van Open Science-diensten voor het waarderen en verspreiden van kennis. ‘Naast het openzetten van artikelen is het ook belangrijk om de gegevens waarop onderzoek is gebaseerd beschikbaar te maken voor anderen, inclusief de manier waarop die gegevens zijn verzameld en geanalyseerd. Zo kunnen anderen die data hergebruiken voor nieuw onderzoek.’

‘Met Open Science willen we zorgen dat wetenschap opener, betrouwbaarder, efficiënter én relevanter wordt’

Femke Broere

Het Open Science Programma is opgericht door de Universiteit Utrecht en heeft als doel het stimuleren en faciliteren van onderzoekers om Open Science in de praktijk te brengen.

Onderzoek | Open science

TEKST: CARIEN DUISTERWINKEL | BEELD: STUDIO TURNER EN ED VAN RIJSWIJK (PORTRET)

Page 25: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

VETSCIENCE JULI 2020 | 49 48 | VETSCIENCE JULI 2020

Onderwijs | Digitalisering

In een razend tempo werd het onderwijs van Diergeneeskunde de afgelopen maanden gedigitaliseerd. En met succes: via de virtuele classroom volgen studenten werkcolleges paard, presentaties van een bedrijfsanalyse bij de veehouder en patiënt casuïstieken. Zelfs voor het onderwijs dat moeilijk op afstand is te geven, werden oplossingen bedacht.

Ook docent Marc Wösten van het bachelorvak Infectie & Afweer moest zijn vak onder hoge druk digitaliseren. ‘Ik heb in deze periode heel wat nieuwe media leren kennen en ook het digitaal afnemen van een tentamen is me goed bevallen. De keerzijde is dat het moeilijk is om de passie die je hebt voor je vak op deze manier te etaleren aan studenten. Ik mis het persoonlijke contact, de discussies met studenten

Lesgeven in tijden van corona

‘Het is echt een fantastische prestatie hoe snel

iedereen zijn onderwijs wist te digitaliseren’

en het ‘wauw-moment’ als ze inzicht krijgen in de stof.’

Digitale vragenuurtjesWösten legt uit hoe zijn docententeam het heeft aangepakt. ‘We leren de studenten gedurende zes weken de basiskennis van de vier disciplines virologie, bacteriologie, parasitologie en immunologie. Hiervoor volgen ze, naast zelfstudie, hoorcolleges, werkcolleges, werkcollege-opdrachten en practica. Vooral tijdens de practica die elk 3 tot 4 uur duren hebben we normaliter veel fysiek contact met de studenten die in kleine groepjes de experimenten uitvoeren. De hoorcolleges vervingen we door de opgenomen hoorcolleges van vorig jaar online te zetten. Voor de practica hebben we zelf de experimenten uitgevoerd en daar

foto- & filmmateriaal van gemaakt. Ook hebben we een discussieforum aangemaakt, waar studenten vragen stelden aan docenten. Tot slot zijn er digitale vragenuurtjes ingelast voor sommige werkcolleges.’

Hechten op afstand? Maarten van Emst is hoofddocent en cursuscoördinator Circulatie, Respiratie, Nieren & Urinewegen en Neurologie-zintuigen-anesthesiologie, ook hij heeft alles op alles gezet om het onderwijs zo snel mogelijk te digitaliseren. ‘Op het moment van de COVID-19 uitbraak in Nederland hebben collega’s van anatomie, met behulp van Marketing, Communicatie & Multimedia, zeer snel professionele opnames gemaakt van dissecties en preparaten in de grote snijzaal. Voor de fysiologie waren we de afgelopen jaren al druk bezig met het ontwikkelen van simulaties ter aanvulling/vervanging van echte practica waar dierlijk materiaal voor werd gebruikt. Daar plukken we nu de vruchten van. Maar we zijn er nog niet. Hoe kun je zien of een student de juiste hechttechniek oefent, goed pipetteert of de juiste anatomische structuur aanwijst als je 1,5 meter afstand moet

houden? Practica zijn essentieel voor de opleiding, dus hier moet echt nog een oplossing voor komen.’Niet alleen practica, maar ook de werkcolleges zijn lastiger digitaal te organiseren. Van Emst: ‘Tijdens een echt werkcollege heb je als docent genoeg tools om de studenten te activeren en bij de discussies te betrekken, maar dat is online toch een stuk lastiger. Alle docenten ervaren het online geven van werkcolleges als zeer intensief. Je bent continu zeer geconcentreerd bezig, maar het rendement ligt toch lager dan bij een echt werkcollege.’

Onzekerheid en verdrietCornélie Westermann, onderwijsdirecteur van de master, prijst docenten zoals Wösten en Van Emst. ‘Live onderwijs blijft de gouden standaard voor Diergeneeskunde, maar het is echt een fantastische prestatie hoe snel iedereen zijn onderwijs wist te digitaliseren.’ Benedikte Sam, beleidsmedewerker onderwijs, is trots op de docenten en de ondersteuners. ‘We hebben als faculteit de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in zaken als het opnemen

‘Ik mis het persoonlijke contact, de discussies met studenten en het ‘wauw- moment’ als ze inzicht krijgen in de stof’

van hoorcolleges en het ontwikkelen van mooie e-modules. Dit helpt de docenten en studenten nu bij het switchen naar online onderwijs. Maar ze ziet ook dat docenten en studenten worstelen met bepaalde zaken. ‘Voor de masterstudenten is het natuurlijk teleurstellend dat zij hun co-schappen niet meer kunnen lopen, omdat de klinieken alleen voor spoed open zijn. Ook extern onderwijs gaat niet door.’ Gelukkig kwamen daar razendsnel oplossingen voor. Westermann: ‘Alle studenten die net zouden starten met hun co-schappen, konden beginnen met alle theorie.’ En de studenten die al op het punt van afstuderen stonden? ‘Dit bleek gelukkig maar om een kleine groep studenten te gaan. Voor iedere student die aan het einde van zijn studie zit, maken we een persoonlijk plan met vervangende opdrachten. Zo kunnen studenten moderator worden van het onlineplatform PetTails en leren ze om de overgang te maken van wetenschap naar praktijk. Maar ook het ontwerpen van patiëntenfolders, kennisclips maken, een digitale anamnese afnemen, behoren tot de mogelijkheden’, aldus Westermann. Westermann en Sam vangen ook

signalen op over onzekerheid en verdriet. ‘Bij studenten is er verdriet omdat diploma-uitreikingen niet doorgaan, onzekerheid over afstuderen en financiën en eenzaamheid om het studeren in je eentje. Docenten kampen met stress en zoeken constant naar de balans tussen privé en werk’, aldus Westermann.

De toekomst‘Het is ontzettend fijn dat onze studenten flexibel zijn en meehelpen bij het bedenken van oplossingen. Ze weten heel goed dat we dit samen moeten doen en dat het nog onzeker is wanneer ze weer fysiek onderwijs krijgen’, zegt Van Emst. Wösten vult aan: ‘Het komende studiejaar verwacht ik dat we nog heel wat onderwijs op afstand geven, maar ook daarna als er eenmaal een vaccin is, blijf ik sommige programma’s gebruiken. Een hoorcollege in de avonduren is een stuk prettiger als dat thuis gegeven kan worden via Teams.’

TEKST: JOSIEN JACOBS | BEELD: ONNO VAN DER VEEN

Cornélie WestermannOpnames van dissecties en preparaten in de grote snijzaal om digitaal onderwijs mogelijk te maken.

Page 26: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

50 | VETSCIENCE JULI 2020 VETSCIENCE JULI 2020 | 51

In beeld | Student van toen en nu

Martijn Stijntjes is beleidsadviseur bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Hij was een van de eerste studenten Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren en Veterinaire Volksgezondheid die de One Health track volgde. Pieter van Stockum volgt nu dezelfde masteropleiding en dezelfde track. We spreken elkaar online, zoals dat nu gaat, over het belang van multidisciplinair samenwerken aan zoönosen, de bijdrage van de dierenarts en over breder kijken dan je eigen vakgebied.

Vanwaar jullie keuze voor de track One Health? Martijn: ‘Ik wilde in eerste instantie vooral verkennen wat je kunt met de studie, behalve praktiserend dierenarts worden. Dat bleek nog veel meer te zijn dan ik al dacht. Vooral de mens-dierrelatie vond ik meteen heel interessant.’ Pieter: ‘Ja, dat trekt mij ook. De maatschappij verandert en er is de laatste jaren veel meer aandacht voor hoe mensen en dieren gezond samenleven. In de One Health track leer je met een bredere blik te kijken. De groep is heel divers. Ik volg vakken met mensen van diergeneeskunde, maar ook geneeskunde, biomedische wetenschappen en andere disciplines buiten het geneeskundige veld. Echt multidisciplinair dus.’

Gaat er wat veranderen door de coronacrisis?Pieter: ‘Wat er nu gebeurt is natuurlijk One Health pur sang. Je ziet nu heel goed wat de bijdrage van dierenartsen is in kwesties als: Hoe ga je om met een uitbraak? Wat gaat dit betekenen voor hoe we met dieren omgaan, hoe we dieren houden, hoe we dieren eten? Ik denk dat meer studenten nu interesse krijgen

in One Health. Je ziet ook overal dierenartsen: Marion Koopmans is een veterinair, bij het RIVM werken veel dierenartsen. De mensen die modellen bouwen waarmee we zo goed mogelijk het verloop en de impact van de crisis kunnen voorspellen, die werken bij de faculteit. Ik volg nu colleges epidemiologie van diezelfde mensen, echt fascinerend!’ Martijn: ‘Deze situatie draagt zeker bij aan groter bewustzijn van zoönosen. Toen ik bij de GGD werkte moest ik vaak uitleggen dat mensen ziek kunnen worden van dieren. Salmonella kende iedereen wel, maar daarna hield het snel op. Dat is nu wel anders. Of er echt een fundamentele verandering komt, weet ik niet. Wij mensen zijn toch vrij stug in ons gedrag. Wat natuurlijk ook lastig is, is dat experts er altijd wel al vanuit gingen dat er een kans was op het ontstaan van een uitbraak van een ziekte. Maar welke ziekte, waar, hoe groot, daar blijft altijd een zekere mate van onzekerheid over. Dierenartsen kunnen risico’s inschatten en signaleren, maar een duidelijk 100% ja of nee is er eigenlijk nooit. Dat blijft voor mensen lastig, maar het is wel de kern van wetenschap.’

Nog tips voor de aankomend diergeneeskundestudent? Martijn: ‘Ik zou hetzelfde advies meegeven als ik kreeg van de dierenarts bij wie ik als scholier een stage deed: “Kijk verder dan het eilandje dat Diergeneeskunde is”. In mijn jaarclub zaten mensen die met heel andere onderwerpen bezig waren en door de gesprekken die ik met hen had vormde ik een bredere blik op de maatschappij en de rol die een dierenarts daarin kan vervullen.’Pieter: ‘Helemaal mee eens. Ik merk dat geneeskundestudenten een heleboel weten wat ik niet weet, maar dat wij van diergeneeskunde ze nog veel kunnen vertellen over infectieziekten. Diergeneeskunde is een fantastische faculteit, heel hecht. Maar daarbuiten is ook nog veel te leren.’

TEKST EN BEELD: CARIEN DUISTERWINKEL

MARTIJN STIJNTJES, Beleidsadviseur bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

PIETER VAN STOCKUM, Diergeneeskunde student

Page 27: Vetscience Rubriek onderwerp juli 2020_def-web.pdfkrijgen in de rol van de omgeving bij besmetting van andere patiënten en zorgmedewerkers.’ Dit is belangrijke informatie om de

Rubriek | onderwerp

Online platform PetTails voor dier-eigenaren

Online platform PetTails voor diereigenarenNaast de zorg voor elkaar, verdienen ook onze dieren onze aandacht en zorg in deze tijden van sociale isolatie. Daarom is Vrienden Diergeneeskunde PetTails gestart, het gratis online platform voor diereigenaren. PetTails wordt gemodereerd door de masterstudenten Diergeneeskunde. Zij staan klaar om kennis te delen en vragen te beantwoorden op het gebied van diergedrag, diergezondheid en dierenwelzijn. Kijk voor meer informatie op www.vriendendiergeneeskunde.nl/pettails

Adr

esw

ijzig

ing?

Zie

col

ofon

pag

ina

2.

Samen maken we het verschil Vrienden diergeneeskunde

Retouradres: Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde, Yalelaan 9 | 3584 CL Utrecht