VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

19

Click here to load reader

description

Jeroen Olyslaegers “Ik maak geen onderscheid tussen fictie en werkelijkheid.”

Transcript of VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

Page 1: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

TIJD

SCH

RIF

Tto

elat

ing

gesl

oten

ver

pakk

ing

2030

- A

ntw

erpe

n X

- P6

0262

4

Driemaandelijks tijdschrift van Creatief Schrijven vzwJaargang 7/nummer 4/oktober-november-december 2012 - 4 euro

© K

atrijn Van Giel

Het tijdscHrift dat je aan Het scHrijven zet

DEBUTEREN

“ Debuteren is een ontdekkingstocht ”

UiTgEvER zoEkT

jouw manuscript

Het debuut van ARNoN gRUNBERg

JERoEN olyslAEgERs

“ ik maak geen onderscheidtussen fictie en werkelijkheid ”

Page 2: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

Cursus in de kijker

Wedstrijd in de kijker

18

30

02 03COLUMN /

COLOFON

- door Ellen Weis

Een lezer verzamelt wat hij graag leest. Hij kan de boeken ordenen, alfabetisch, per genre, kleur bij kleur. Op het nachtkastje ligt een boek dat bijna uit is of misschien herlezen wordt. Als het laatste hoofdstuk is verorberd, wordt het exemplaar met veel liefde en zorg op de juiste plaats gezet. Lezers lezen ook minder goede boeken uit, in de hoop dat de laatste bladzijden geniaal zullen zijn.

Op die laatste bladzijde wil de schrijver meestal niet wachten. De boekenkast van de schrijver herken je vooral aan het uitzicht. In elke keurige rij boeken vind je een donker gat waar ooit een boek zat. De lege plek is er omdat de schrijver bladert. Hij zoekt, proeft en legt het werk snel neer. De boekenkast is een plek waar vaak de inspiratie begint. Dan moet de schrijver hollen, zodat hij het idee vers kan neer-schrijven. Daarom zijn er lege plekken in de kast. En stapels boeken in de buurt ervan.

Ook de inhoud verschilt. Eén vak vult de schrijver met praktische tips: boeken met verschillende methodes en vingeroefeningen. Daarnaast liggen de boeken van bekende schrijvers die over schrijven schrij-ven. In hun dwalende gedachten probeert de schrijver de alchemie van het schrijven te ontdekken. Hij markeert zinnen en krabbelt uit-

roeptekens in de marge. Dan legt hij het boek naast de computer en kijkt peinzend naar het scherm. Maar één vraag spookt door zijn hoofd: zal ik ooit zo goed zijn als Stephen King?

Boeken lezen is een moeilijke zaak voor een schrijver. Eens hij schrijft, is het moeilijk om een werk niet te analyseren. Hij leest, hij herkent de trucjes, hij bewondert het vakmanschap. Op basis van dit vakmanschap heeft de schrijver zijn collectie ingedeeld. Onderaan staan de waardige pogingen die uiteindelijk het criterium toch niet haalden. Helemaal bovenaan staan de werken die de moeite waard zijn. Ergens heeft de ene schrijver de andere verrast, met op de juiste plaats de juiste, originele plottwist of glasheldere personages. Dan heb je ook nog de boeken vol mooie zinnen. Op ooghoogte staan de meesterwerken die hem wegvoerden op een golf van vervoering en jaloezie.

De staat, de structuur en de inhoud van de boekenkast verklappen alles over de smaak en de stijl van de schrijver. De kast vertelt over hoe hij denkt en schrijft. Een schrijver is altijd een lezer, het blijft een basisregel. Wil je een goede schrijver worden? Dan moet je lezen, lezen, lezen.

VERZIN

oktober/november/december 2012Jaargang 7, nummer 4

Verschijnt vier keer per jaar.

Oplage: 1000 exemplaren

Uitgever: Creatief Schrijven vzw

Hoofdredacteur: Yves Joris

Eindredactie: Anja Giegas en

Ben Schokkaert

Redactieraad: Sofie Rycken, Nina Vincx,

Peter Mangel Schots, An Leenders, Bram

Michielsen, Annelien De Geest en Michiel

Leen

Werkten ook mee aan dit nummer:

Ellen Weis, Kirsten Cornelissen, Ken van

de Steene, Arnon Grunberg, Joey Brown,

Maarten Billiet, Hedwig Bogaerts, Ingrid

Verhelst en Daniel Billiet

Vormgeving: Albino {www.albino.be}

Druk: EPO drukkerij

Redactieadres:

[e] [email protected]

[w] www.creatiefschrijven.be

[t] +32 3 229 09 90

[a] Waalsekaai 15 – 2000 Antwerpen

V.U.: Frank Van Damme

Abonnementen

12 euro (voor 4 nummers) –

17 euro met factuur – 30 euro buitenland.

Over te schrijven op rekening

001-4238815-88 met vermelding abo

VERZIN + adresgegevens

BIC: GEBABEBB – IBAN:

BE56 0014 2388 1588

Los nummer: 4 euro

VERZIN is te koop in:

Antwerpen: IMS: Meir 125, Melkmarkt 17

De Groene Waterman: Wolstraat 7

Mechelen: De Zondvloed:

Onze-Lieve-Vrouwestraat 70

Brugge: IMS: Noordzandstraat 26

De Reyghere: Markt 12

Gent: Poëziecentrum: Vrijdagmarkt 36

BVBA Jupiter: Zwijnaardsesteenweg 6

Leuven: IMS: Diestsestraat 115

Johannes: A. Smetsplein 10

Hasselt: IMS Demerstraat 80a

Copyright berust bij Creatief Schrijven

vzw. Overname van de teksten is toegela-

ten mits bronvermelding en voorafgaand

akkoord van de uitgever. Iedere medewer-

ker/inzender is verantwoordelijk voor zijn

of haar bijdrage. Creatief Schrijven vzw

is het aanspreekpunt voor iedereen die

schrijven niet laten kan. De vzw adviseert,

ondersteunt en begeleidt niet-professio-

nele schrijvers en literaire verenigingen.

Advertentiemogelijkheden en -tarieven op

aanvraag: [email protected]

INHOUD

Uitgever aan het woord14

Webkijker Digitale taalkronkels ............................................. 13

Uitgever aan het woord Eva Berghmans ................................ 14

Literair tijdschrift Samplekanon ........................................... 22

Vakliteratuur ........................................................................ 32

Reportage Karkas ................................................... 24

Evenement in de kijker Belgisch Kampioenschap

Poetry Slam ............................................................ 29

Wedstrijd in de kijker Turing ................................. 30

Ben jij een echte schrijver? .................................. 6

Oplossing kruiswoordraadsel ............................ 28

Boekenbeurs .................................................... 33

Agenda ........................................................... 36

Jeroen Olyslaegers8Interview

Eva Berghmans

Turing

Humor

Cursus in de kijker Humor .............................................18

Workshop Alle Dagen Dichten .......................................20

Letterfabriek SPRKJ ......................................................26

Schrijfuitdaging Slam Poetry .......................................28

SCHRIJFTIPS

SCHRIJVERS AAN HET WOORD

INFORMATIE

REPORTAGE

EN VERDER

Ik schrijf, dus ik lees

Column Ellen Weis ...................................................................... 2

Interview Debutanten ....................................................................4

Interview Jeroen Olyslaegers ........................................................8

Column Arnon Grunberg .......................................................... 16

Page 3: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

04 05

— Van spontaan tot moeizaam: drie jonge vrouwen schreven hun debuut elk op hun eigen manier. Wat hebben ze uit hun ervaring geleerd en welk advies hebben ze voor toekomstige schrijvers? We vroegen het op de vrouw af. door Kirsten Cornelissen

INTERVIEW

Debutanten aan het woord

Zijn jullie het eens met de stelling dat schrijven een beetje lijden is?Ilka De Bisschop: “Schrijven bete-kent alleszins vaak ontevreden zijn over jezelf. Dit manuscript was het eerste waarin ik echt geloofde. Het is heel spontaan gegroeid uit aparte kortverhalen. In het heil van schrijf-cursussen geloof ik niet zo. Voor mij begint leren schrijven bij waan-zinnig veel lezen en literair werk analyseren. Mijn studie Germaanse Talen hielp me aan een zeke-re literaire radar. Maar dat neemt niet weg dat ik mijn manuscript zeker vijftig keer heb moeten nalezen en veel andere me-ningen heb gevraagd.”

Ineke Vander Aa: “Ik heb wel een schrijfcursus gevolgd, bij Creatief Schrijven vzw. Via die weg heb ik mijn eigen - chaotische - werkwijze ontdekt en gecultiveerd. Ik leerde vooral bewust te leven en indrukken te verwerken tot inspiratie. Je kunt debuteren gerust vergelijken met een ontdekkingstocht. Je leert anders schrijven én leven.”

Veronique Marien: “Ik ben heel on-gedwongen aan mijn debuut begon-nen en na een vijftal maanden had ik een eerste versie. Op basis van commentaren en na een paar afwij-zingsbrieven, heb ik het manuscript

helemaal herschreven en er zeker zeventig pagina’s uit gewied. Het herschrijven duurde langer dan het schrijven.”

Hebben jullie de stap naar een uitgever vlot kunnen zetten?Ilka: “Ik werk als eindredacteur voor verscheidene kranten. Nu werden de

rollen omgewisseld: een uitge-ver schaafde aan mijn tekst.

Dat ging er minder gena-deloos aan toe dan in de krant, maar toch kon ik mijn tekst moeilijk loslaten. De band was blijkbaar toch hechter

dan bij een artikel. (lacht)Een roman is veel minder

vluchtig. Een negatief onthaal van mijn literair werk kan bo-

vendien ook nadelig zijn voor mijn carrière als freelancer. Een roman balt het beste van je kunnen samen. Als mensen dat dan maar niks vin-den, is dat pijnlijk.”

Veronique: “Als schrijver, en zeker als debutant, voel je je inderdaad kwetsbaar. De standaardafwijzingen van uitgevers lieten me verweesd achter. Zonder concrete feedback begin je zelf redenen te verzinnen en dat is niet constructief. Gelukkig kreeg ik van één uitgever een echt leesrapport dat me meteen gerust-stelde. Meer dan wat polijsten had mijn manuscript niet nodig.”

Ineke: “De gedachte dat iemand anders mijn kronkels leest, blijft wen-nen. Als ik geen enorme afstand van het manuscript had genomen op de dag dat ik het inleverde, had ik die inkijk misschien zelfs als onprettig er-varen. Het boek is historisch en psy-chologisch beladen en moest ook juiste informatie bevatten. Daarom liet ik bepaalde stukken proeflezen op geloofwaardigheid en correct-heid. Dat gaf een gerust gevoel toen ik het manuscript naar de uitgever stuurde.”

Je hoort verhalen van torens manuscripten op het bureau van de uitgever, die nooit aan jouw exemplaar toekomt. Hoe waar-heidsgetrouw is dat beeld?Ineke: “Ik ben een van de weinige gelukkigen die mag samenwerken met zijn eerste uitgeverijkeuze. Uit-gevers en redacteurs hebben het vaak bijzonder druk dus heb ik mijn manuscript zo toegankelijk en over-zichtelijk mogelijk aangeboden. Wat ook hielp: ik heb niet echt aan een lezerspubliek gedacht, wel aan de literaire kwaliteit. Daardoor kon ik op een nuchtere manier aan het uitgeef-proces beginnen.”

Veronique: “Nuchter kun je mijn start niet echt noemen. De eerste versie van mijn manuscript heb ik heel naïef opgestuurd, zonder kennis van het uitgeefproces. Op de Boe-

kenbeurs sprak ik andere schrijvers over hun ervaringen. Zij gaven me de raad eerst de fondsen van de verschillende uitgeverijen uit te plui-zen. Na wat zoekwerk bleek Kramat de beste keuze. Hun fantasy-aanbod sloot perfect aan bij mijn manuscript en ik voelde een echte klik tijdens het gesprek. Voor ik met mijn herwerkte manuscript bij hen aan durfde klop-pen, liet ik het wel beoordelen door Creatief Schrijven vzw. Een positief leesrapport zette het licht op groen.”

Ilka: “Op de Schrijfdag ontmoette ik een uitgever van Linkeroever. Het klikte meteen. Ik denk dat ook mijn job zijn interesse heeft gewekt. Na die eerste ontmoeting is het verras-send snel gegaan. De week nadien kreeg ik al een kant-en-klaarcontract. Maar blijkbaar heb ik veel geluk ge-had.”

De boekenmarkt is sterk gericht op bestsellers, waardoor debu-ten minder kans maken op een goede plaats in de boekhandel. Ze krijgen ook weinig recensies.Een overdreven verzuchting of de bittere waarheid?Veronique: “Kort na mijn debuut won ik de John Flanders-prijs voor mijn Vlaams Filmpje. Dat heeft me wel wat publiciteit opgeleverd, vooral in de lokale media. Echte recensies vond ik alleen op het internet.”

Ilka: “Ik mag niet klagen, er verschenen een paar korte recensies en drie interviews. Maar na-tuurlijk gaan de Pieter Aspes met meer aan-dacht lopen.”

Ineke: “Uiteraard zullen be-kende schrijvers meer aan-dacht krijgen, maar ook zij hebben ooit gedebuteerd, nietwaar? Ik denk dat we vooral moeten onthou-den dat het om een (hopelijk) renda-bele markt gaat. Onze ‘woordelijke

kinderen’ vormen een product, en positieve en negatieve aandacht raken niet aan onze persoon. Met die instelling heb ik genoten van media-aandacht bij kran-ten en tijdschriften, ook online.”

Hebben jullie raad voor mensen die een debuutwillen uitbrengen?Ilka: “Alle ballast schrappen maakt je tekst sterker. Ik dacht dat ik mijn tekst al grondig had gekuist, maar Laurens De Keyzer, columnist van De Standaard, gaf me de tip om nog meer te schrappen. En inderdaad: vooral adjectieven en bijwoorden brengen zelden iets bij. Het werkt be-ter om de lezer zelf zijn conclusies te laten trekken.”

Veronique: “Je tekst is inderdaad nooit af. Laat hem eens drie maan-den liggen. Dan kun je hem met een frisse blik bekijken en je groei echt benutten. Ik heb zeker een les in ge-duld gehad.”

Ineke: “Geef vooral niet op. Luister naar je eigen stem en blijf schrijven. Het is belangrijk om een focus te kie-zen en daarvoor te gaan. Openstaan voor nieuwe indrukken in je dagelijk-se leven, helpt je aan inspiratie.”

Waaraan mogen lezers zich de komende jaren verwachten?

Veronique: “Ik ben volop bezig aan een roman voor

een wat oudere doel-groep. Geen luchtige avonturenroman deze keer, maar iets met meer ernst, mysterie en

dreiging. In de toekomst wil ik ook prentenboeken

maken.”

Ilka: “Mijn volgende werk zal een wraakroman zijn, even luch-tig van stijl als Er is tenminste koffie maar geen chicklit. Later wil ik wel opnieuw met dezelfde personages

doorgaan, als zij - en ik - verder zijn geëvolueerd.

Zo wil ik proberen om af en toe een doorsnede te maken van een levensfase.”

Ineke: “Voor mij is het nog wat af-wachten en aftasten. Schrijvers kun-nen blijven experimenteren, maar elke schrijver heeft toch zijn prikkel. Bij mij hoort geschiedenis daar so-wieso bij, maar elke nieuwe dag kan de stem doen ontwaken van een nieuw personage met een nieuw ver-haal. Ik spits alvast mijn oren.”

DEBUTANTEN

IlkA DE BISSCHOPis freelancejournaliste. In haar

debuutroman Er is tenminste koffie

delen vier jonge vrouwen een kan-

toor en een hoop vertwijfeling. Een

luchtig en komisch verhaal met een

beetje seks, veel innerlijke zoektoch-

ten, een ronkende promotie en...

koffie. Uitgever: Linkeroever

Foto: Thomas Heyman

INEkE VANDER AAheeft een boon voor geschiedenis.

In De lichtekooi van Loven brengt

ze het achttiende-eeuwse Leuven en

het prostitutiemilieu van die tijd tot

leven. Uitgever: De Geus

Foto: Liesbeth Kuipers

VERONIQUE MARIEN werkte enkele jaren in de zaken-

wereld maar zette alles opzij om

aan haar schrijfkriebels gehoor te

geven. Met De Maansteen levert

ze een spannende avonturenroman

voor tieners af. Actie en humor

gegarandeerd. Uitgever: Krawat

"Schrijven is vaak ontevreden zijn over jezelf"

Ilka De Bisschop

Veronique Marien

Ineke Vander AA

Page 4: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

— Je hebt gevoel voor taal. Je schrijft elke dag. Je bouwt coherente zinnen en je krijgt de kriebels van spelfouten. Je hebt een weblog en regelmatig stuur je je teksten naar kranten, tijdschriften of uitgeverijen. Het liefst zie je je naam binnenkort op de cover van een boek. En toch twijfel je: ben ik wel een echte schrijver? Hoe weet je of je uit het goede hout gesneden bent? Doe de test en ontdek of je geschikt bent voor het vakmanschap dat schrijven is. Let op: de test meet niet je talent, noch je goesting om te schrijven. En vooral dat laatste heb je nodig, want schrijverschap vraagt behoorlijk wat offers. door Joey Brown

06 07

DOE DE TEsT

Ben jij een echteschrijver?

TEST

1. ’s Ochtends schrijf je het eerste hoofdstuk van een nieuw verhaal. Wat later herlees je het hoofdstuk en vind je er niks meer aan. “Dodelijk saai,” is je strenge oordeel. Wat doe je?

A. Je duwt de deleteknop in, klapt je laptop dicht en vergeet het hele ver-haal. De dagen daarna loop je in een grote boog om je schrijftafel heen.

B. Je leest het hoofdstuk nog een keer, klapt je laptop dicht en gaat televisie kijken. Dit ritueel van lezen, laptop dichtklappen en gefrustreerd televisie kijken herhaalt zich nog een paar keer vooraleer je beslist een an-der verhaal uit te schrijven.

C. Je leest het hoofdstuk nog een keer en je markeert de zinnen die je leesritme verstoren. Wat maakt mijn tekst zo saai, vraag je je af. Dan klap je je laptop dicht voor een wandeling. Nadien zet je met een fris hoofd weer je tanden in dat stuk tekst en enkele uren later heb je de saaiheid uit je tekst geschrapt.

D. Je herleest je teksten nooit vooral-eer je het volledige boek hebt neer-gepend.

2. De zomer staat voor de deur en je hebt twee weken vrij. Wat doe je?

A. Je boekt twee weken zon en strand. Uitgebreid eten, lange wan-delingen, heerlijke cocktails en ’s avonds de nodige danspasjes. Je neemt een schrijfblokje mee voor het geval je inspirerende figuren ont-moet, maar meestal blijft dat onaan-geroerd.

B. Je gunt jezelf een week totale ontspanning. Reden: je wilt je hoofd volledig leegmaken van de voorbije werkperiode en je voorbereiden op wat je de tweede week wilt doen: doorschrijven aan dat verhaal dat al zo lang in je kast ligt.

C. Je pluist de zomerbrochure van Creatief Schrijven vzw uit want je wilt korte metten maken met je schrijf-kramp. Je boekt jezelf eerst een cursus ‘Hoe schrijf ik dialogen?’ en daarna een weekschrijversverblijf: eindelijk doorschrijven onder bege-leiding van een gevierd auteur.

D. Het woord ‘vakantie’ ken je niet. Die twee weken breng je achter je schrijftafel door.

3. Je zit geconcentreerd te schrijven. Midden in je verhaal vragen je partner, je huisgenoot, je kinderen, je schoonmoeder, je bemoeizieke vader of je onverwacht binnen gevallen buurvrouw je aandacht. Wat doe je?

A. Je houdt onmiddellijk op met schrijven en luistert naar hun verhaal, klacht of wens.

B. Je zegt hen even te wachten. Je maakt je zin af en dan luister je naar hun verhaal. Misschien zit er een idee in voor een dialoog?

C. Je antwoordt “hm” en “ach” en “ik begrijp het”, maar je ogen blijven aan je scherm gekleefd. Wie je aandacht vroeg, druipt na een tijdje af.

D. Niemand durft je te storen terwijl je werkt, want dat heb je erg duide-lijk afgesproken. Buren krijg je nooit onverwacht over de vloer: daar zorgt het bord ‘pas op voor de hond’ (die je niet hebt) wel voor.

4. Tijdens een lang en druk gesprek met een vriend(in) krijg je plots een briljant idee. Wat doe je?

A. Je hoopt dat je het idee onthoudt. Je hebt nu geen zin om te schrijven.

B. Je onderbreekt het gesprek even om het idee in enkele steekwoorden op te schrijven. Je draagt immers altijd een pen in je jaszak en er zijn bierkaartjes genoeg voorhanden.

C. Je vertelt je vriend(in) over je geniale inval en tijdens het hele verdere gesprek werk je het idee verder uit: het schriftje dat je altijd bij je draagt, staat boordevol aantekeningen.

D. Je hebt zelden lange en drukke gesprekken. Dat past niet in je schrijf-routine.

5. Je droomt luidop van succes. Maar wat is het concrete beeld dat je daarvan voor ogen staat?

A. Je ziet rijen fans die voor je aan-schuiven op de Antwerpse Boeken-beurs. Je ziet jezelf als gast in een laatavondprogramma en je bent het middelpunt van de aandacht op de feestjes van je uitgeverij.

B. Je droomt bescheiden: je ziet je naam op de voorflap van een boek.

C. Je droomt van een afgewerkt ma-nuscript.

D. Je droomt niet. Je houdt je ogen strak op je computerscherm gericht.

6. Heb jij veel inspiratie en ideeën? En hoe ga jij daarmee om?

A. Je hebt een idee voor de beste roman aller tijden, een bestseller zonder meer en aan ieder die het horen wil, vertel je je verhaal. Jammer genoeg schreef je nog geen letter neer.

B. Je hebt ideeën voor een stuk of vier verhalen. Van één verhaal schetste je de volledige verhaallijn, maar het ver-haal uitschrijven deed je nog niet.

C. Je schreef de plots van een aan-tal verhalen uit en je hebt nog een handvol ideeën voor verschillende romans. Momenteel schrijf je aan een dialoog.

D. Je hebt honderden verhaalideeën en voor minstens tien verhalen verza-melde je gedetailleerde informatie: de muren van je schrijfkamer hangen vol tekeningen, interieurafbeeldingen en krantenartikels, en elke dag schrijf je een nieuw stuk verhaal uit.

7. Wat en hoe vaak lees je?

A. Af en toe de krantenkoppen en strips op het toilet.

B. Bestsellers van zodra je vrije tijd hebt. Soms stip je boeken aan in de shortlist van de Gouden Boekenuil, maar die aangestipte (en gekochte) boeken blijven vaak ongelezen.

C. Altijd, want zonder boek panikeer je. Je leest zowat alles wat je in han-den krijgt: van stationsromannetjes tot klassiekers.

D. Als je niet schrijft, lees je. Je leest uitsluitend klassiekers.

Als je een echte schrijver bent, twijfel je altijd. In elk boek wil je diepere emoties verkennen of een meer precieze taal gebruiken. Tel-kens opnieuw worstel je daarmee. Als je jezelf een expert vindt, ben je eigenlijk een halve gare. Michael Cunningham (The Hours)

sCORE

Tel het aantal keren dat je A, B, C of D antwoordde en lees de commentaar bij je resultaat. Je antwoordde:

OVERWEGEND A - Misschien moet je verhalenverteller worden en het aan een schrijver overlaten om jouw verhalen neer te pennen? Feit is: je hebt fantastische ideeën voor een boek, maar niet de fut om er daadwerkelijk aan te begin-nen. Bovendien is je idee over het schrijverschap te romantisch.

OVERWEGEND B - Je hebt een ver-moeden van wat dit beroep wer-kelijk inhoudt, maar het idee, dat je ervan hebt, is te romantisch. Als je werkelijk voor het schrijverschap wilt kiezen, zul je op je tanden moeten bijten en af en toe teleur-stellingen moeten verwerken. De kans bestaat echter dat je, eens je jezelf het startsein hebt gegeven, het plezier van het schrijven zult ontdekken.

OVERWEGEND C - Als je kunt schrij-ven: volhouden dan. Want je hebt in je wat nodig is: talent, doorzet-tingsvermogen en realiteitszin.

OVERWEGEND D - Grote kans dat je een geweldig schrijver bent. Maar dan eentje met neurotische trek-ken: je zou het niet merken als er een bom naast je ontploft. Je vol-ledig afsluiten van de buitenwereld is goed voor je concentratie, maar pas op dat je het hier en nu niet aan je laat voorbijgaan.

Page 5: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

INTERVIEW

Jeroen Olyslaegers

Onderweg naar een zonovergoten terras bij het Antwerpse Konink-lijk Museum voor Schone Kunsten (KMSKA) valt ons een titel van de symbolist Mallarmé in, L’Après-midi d’un faune. Het is zo’n zomerse mid-dag, geschikt voor sluimerende hal-lucinaties, en ja, de figuur van Jeroen Olyslaegers heeft wat van een faun, een bosgod, een sater. Bovendien heeft ook hij, net zoals het gedicht thematiseert, een bijzondere band met de realiteit. Meer dan naar die band vragen is niet nodig om hem van wal te doen steken voor een be-vlogen gesprek.

“Ik maak geen onderscheid tussen fictie en werkelijkheid”, zegt hij. “Als het een goed verhaal is, geloof ik het, (monkelt) wat mij soms in gênante situaties brengt… Wanneer iemand mij een goed in elkaar gestoken samenzweringstheorie vertelt, ben ik geneigd die te geloven, ik kan er niet aan weerstaan. Dat heeft voor mij filosofische en spirituele implica-ties: de mens is een verhalenvertel-ler en we maken onszelf voortdurend van alles wijs, over onszelf, de men-sen met wie we samenwonen, onze kinderen… En het fascinerende is: mocht men die verhalen op een em-pirische wijze onderzoeken, dan zou blijken dat het overgrote deel van de dingen die we elkaar vertellen niet waar is. Dat fascineert mij, en dat maakt mij radicaler: er is geen onder-scheid tussen fictie en waarheid. Wat in de krant staat, dat zijn verhalen.

Zijn die waar? Wel, ze zijn gedeelte-lijk waar, het zijn momentopnames. Ik wantrouw mensen die zeggen: ‘Het is waar want het is zo!’ Dat is voor mij een heel bizar standpunt. Ik zal mij altijd op sleeptouw laten nemen door goed vertelde verhalen.”

In je eigen verhalen probeer je wel altijd iets te zeggen over (de werkelijkheid van) vandaag.“Klopt. Maar door de jaren ben ik wel van strategie veranderd. Mijn eer-ste teksten probeerden echt de tijd te vatten en, zoals mijn leermeester Louis Paul Boon, een seismograaf te zijn. Gaandeweg is dat meer en meer veranderd, kies ik andere invalshoe-ken, zoals vanuit een andere tijdspe-riode reflecteren om te zien wat de parallellen met nu zijn. De laatste tijd ook meer en meer vanuit de Griekse mythologie. Door het bestuderen van de Griekse mythen heb ik gemerkt

dat de goden geen rechtlijnige figu-ren zijn en dat sommige mythografen bijvoorbeeld Dionysos beschouwen als de zoon van Zeus en anderen als de zoon van iemand anders. Alles hangt dus af van de context, ik vind dat dat iets kan zeggen over de tijd waarin wij leven. “De werkelijkheid heeft ook te ma-

ken met dromen. Iemand heeft een droom, bijvoorbeeld degene die het KMSKA wou oprichten en dacht: zo zou het moeten zijn. Jaren later staat dat gebouw er en is het een deel van de realiteit geworden, maar wat ik nog altijd zie is de droom, een droom in iemands hoofd die dat ge-combineerd heeft met wilskracht en daardoor andere mensen overtuigd heeft – want je hebt altijd tegenstan-ders. Er is altijd iemand nodig die het verhaal waar maakt, die er anderen mee besmet. Taal is een virus, een verhaal is een virus. Ik zou eens een roman, of theaterstuk, willen schrij-ven dat Het gebouw heet, met wat gesjacher en corruptie maar vooral mensen die anderen overtuigen en het dan dóén.”

Dat is toch ook wat een roman-schrijver doet: met een idee een uitgever en lezers overtuigen?“Inderdaad, er is geen onderscheid. Opeens ligt het resultaat van dat denken in de boekhandel. Je dringt iets op aan wat andere mensen de werkelijkheid noemen. Dat is het: je dringt echt iets op. Iets dat in je hoofd zit. Dat is echt een plek, archi-tectuur. Ik weet perfect hoe een huis in mijn roman eruitziet, waar het toilet in de villa van het hoofdpersonage zich bevindt, welk uitzicht hij door het keukenraam heeft… Ik ga die plek-ken in mijn hoofd echt bezoeken. Ik zorg ervoor dat ik die ruimtes tot in detail in mijn hoofd heb. Bij mijn eer-ste romans was ik te gestresseerd, ik bezocht die plekken en ik wou per se dat de personages tegen mij spraken. Maar soms zeggen die he-lemaal niks. Ik heb bij het schrijven van Wij geleerd om een soort medi-tatie toe te passen, om die plekken uit de roman te bezoeken zonder dat ik wou dat die personages tegen mij spraken. Ik ging bij wijze van spreken gewoon aan dat zwembad uit de ro-man liggen en kijken, zoals ik op een

— 'Wij'. Met dat woord begon Jeroen Olyslaegers een tijdlang zijn co-lumns in De Morgen. Niet toevallig: het is ook de titel van zijn roman uit 2009. Sinds september is daar een vervolg op: Winst. En wie vaak naar het theater gaat, zal weleens een stuk van hem hebben gezien. Naast (bijna) allesschrijver is het bovendien een boeiende mens. Er is slechter gezelschap denkbaar om een middag mee door te brengen. door Peter Mangel Schots

“Er is voor mij geen onder-scheid tussen fictie en

waarheid. Als het een goed verhaal is, geloof ik het.”

“ In een roman zou ik een type als

Jeroen Olyslaegersdirect op de hak nemen ”

© K

atrijn Van Giel

Page 6: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

11

terras zit en de mensen bekijk en ver-halen over hen fantaseer. Maar deze keer op een ontspannen manier. Dat heeft mij heel erg geholpen. En na een paar uur beginnen die vaak toch te spreken en zie ik het verhaal.”

Welke omstandigheden creëer je daarbij? Lig je met de ogen dicht op bed, wandel je?“Dat kan echt van alles zijn. Voor Winst, het boek dat net uit is, heb ik mij vaak op de sofa gelegd om na te denken en dan in slaap te val-len. Met het vastbesloten idee dat ik iets zou dromen dat mij zou helpen om eruit te geraken. Na die siësta of power nap word ik wakker en ik maak mezelf wijs dat ik ondertussen ideeën heb gekregen. Dan begin ik te schrijven, en meestal lukt dat, om-dat net die ontspanning zo belangrijk is. Maar het heeft mij wel jaren ge-kost om daar zo mee om te gaan. Als jonge schrijver was ik veel meer geobsedeerd door moeten: dat moet af, dat moet werken, die scène moet er liggen op het eind van de dag… Dat wil niet zegen dat mijn twijfels nu weg zijn. In mijn lessen als gastdo-cent aan de hogeschool heb ik het daarover. Ik zeg aan de studenten: de twijfels die je hebt zijn ook mijn twijfels. Maar die twijfels zijn goed, dat zijn de demonen die met jou ko-

men spelen. Demonen die zeggen: je kunt het niet, je hebt het nooit ge-kund, je hebt het misschien vroeger gekund maar nu niet meer, je zult je ambities moeten bijstellen... Ik maak er een punt van om mijn studenten daar echt over te spreken. Je zult met die demonen moeten onderhandelen of je zult ze moeten verslaan. Het is

altijd een pijnlijk gevecht en altijd een tijdelijke overwinning als je het haalt. Maar het zijn geen slechte invloeden, ze willen je helpen doordat ze een weerstand opbouwen, je wordt uitge-daagd om de test aan te gaan.”

DREMPEL sLECHTEN

Jij schrijft verschillende zaken: romans, theater, columns en an-dere stukjes voor de krant. De tijdsindeling lijkt me problema-tisch. Om een roman te schrijven moet je daar toch volledig in op-gaan?“Wel, ik heb geleerd om heel specifiek en heel geconcentreerd aan kleine opdrachten te werken. Voor een column bijvoorbeeld drie uur in het weekend om het idee te vormen en te researchen en één uur op woensdag om het uit te schrijven. Als ik dat niet zo doe, dan begint alles daaronder te lijden. Dan begint ook dat boek te slabakken, enzovoort. Ik heb echt geleerd om mij in vakjes op te delen en daar specifiek dagen aan te geven. Het is wel niet zo dat ik tegelijkertijd een theaterstuk en een roman kan schrijven. Dat is niet te doen, dat begint met elkaar te zingen. Je moet je in die materie kunnen laten inzinken.”

Jij bent behoorlijk actief op Face-book, waar je nogal eens maat-schappijkritische dingen post. Welke rol speelt dat engagement in je schrijverschap, want ik neem aan dat het niet vrijblijvend is? “Ik ben in eerste instantie op Face-book gekomen omdat de drempel tussen schrijver en lezer daar perfect geslecht kon worden. Het is zo toe-gankelijk, mensen die geïnteresseerd zijn in mijn werk kunnen mij aanspre-ken en een soort van gesprek met mij voeren. Maar dan merkte ik dat het

te beperkend was om het alleen over schrijven te hebben. Met jou voer ik nu wel een gesprek over schrijven, maar dat is eerder uitzonderlijk. Mijn

vrienden val ik daar niet mee lastig, ze zouden mij zien aankomen… Over kunst spreek ik meestal met schilders, omdat dat anders is en ik er zelf iets uit leer. Op Facebook ben ik tekst, ik kan er een heleboel dingen van mijn persoonlijkheid laten zien, de muziek waar ik van houd, de din-gen waar ik van wakker lig, de manier waarop ik op anderen reageer, din-gen die mij nauw aan het hart liggen. Want ik geloof heel erg in een open communicatie.”

Je lijkt me twee drijfveren te heb-ben om daar dingen te posten: woede en verwondering.“Dat is eigenlijk wel zo, ja.”

Zijn dat ook goede drijfveren om te gaan schrijven?“Verwondering zeker. Woede is ge-vaarlijk. Dat heb ik ook aan den lijve ondervonden. Het probleem met woede is dat het zich invreet op humor. Ik gebruik graag satirische humor, ik beschouw mijzelf als een satireschrijver, als een sater – van-daar dat ik me ook afficheer als een sater. Ik geloof heel erg in de kracht van satire, maar ik moet eerlijk toege-ven dat die satire mijn woede op een afstand moet houden. Ik kan mij op Facebook over iets kwaad maken, ik kan mij ook als een loyaal ‘merk’ op Facebook gedragen en daar geen vraagtekens bij stellen, maar in een

roman zal ik dat wel doen. In een roman zou ik een type als Jeroen Olyslaegers direct op de hak nemen, onmiddellijk laten zien: jaja, dat en-gagement…”

Is jouw schrijven een schrijven uit drang of discipline?“Dat is een goeie... (denkt even na) Het begint met drang en dan moet het gaandeweg discipline worden.”

Is het idee de drang en de uitwer-king ervan de discipline?“Dat is nogal schetsmatig, maar in feite is het wel zo. Ik moet van de drang een discipline maken. Je moet in die wereld, in die ideeën zitten en je ermee confronteren, want anders komt er niks.”

HOE DOET HIJ DAT TOCH ?!

Wat is de gouden tip die je een beginnende schrijver zou geven?“Koppigheid. Je moet je eerst rea-liseren dat je helemaal alleen bent. Daar geniet je heel je leven van… (grijnst) Eigenlijk is het filosofisch, metafysisch: beseffen dat we al-leen zijn en daar geen schrik van hebben. Want de kans is heel groot dat mensen je gaan uitlachen, of toch niet noodzakelijk bemoedigend gaan zijn, neerbuigend gaan doen en vooral gaan zeggen dat het niet realistisch is. Daar moet je dus eerst vanaf, maar je moet er wel rekening mee houden. Als schrijver denken: ‘ik ben niet alleen’, dat lijkt me geen goed uitgangspunt. Je bént alleen. De koppigheid groeit vanuit het al-leen zijn: de wereld kan mijn gat kus-sen, ik ga sowieso schrijven! Je hebt dat nodig, je moet die stem vinden en die vind je echt alleen. Die vind je niet in een schrijfcursus, daar ben ik echt van overtuigd. Zo’n cursus kan je wat begeleiden en je in het beste

geval wat technische dingen leren, maar je stem moet je vinden door je eigen koppigheid te gebruiken.”

Ook door te lezen?“Dat kan dubbel zijn. Boon heeft mij gekloot dat het niet normaal is, want je bewondert die zó dat je in zijn stijl gaat schrijven en dan denk je opeens: ‘Ho! Ik ben niet geboren in 1912 in Aalst, dit is waanzin.’ Je moet je daarvan kunnen losmaken. Imite-ren gebeurt sowieso, maar ik heb iets belangrijks geleerd door een sce-nario te schrijven met Harry Kümel (regisseur van o.a. Eline Vere, nvdr). Wat hij me leerde is: als je dan toch een boek of een film hebt waarvan je buikgevoel zegt: ‘hier kan ik iets uit leren’, bekijk die film dan twintig, der-tig keer, lees dat boek twintig, dertig keer. Waarom? De eerste vier, vijf keer word je door het verhaal meege-sleept, maar de zesde keer herinner je je: nu gaat er dit gebeuren, nu gaat dat personage die uitspraak doen. Dat is de fase van de herkenbaar-heid, daar moet je ook door, tot je hem bij wijze van spreken vanbuiten kent. Door hem verder tot vervelens

toe, tot tranen toe bijna, te herbekij-ken, te herlezen, begint de techniek te spreken. Dan begin je in een film de shots te zien, de montage, en op den duur zie je de blauwdruk van de film of van het boek. Dan zie je hoe het werkt: dat pakje sigaretten op pa-gina tien komt terug op pagina zestig en heeft daar die rol, die vrouw die vreemd keek in het eerste frame van de film die komt daar terug en die krijgt daar die functie. Dat is Tsjechov, hé: je moet het pistool laten zien in het eerste bedrijf als je in het vierde bedrijf wilt dat er iemand mee wordt neergeschoten.”

Welk boek heb jij twintig keer ge-lezen?“Ik heb er verschillende twintig keer gelezen, maar Het verdriet van België bijvoorbeeld heb ik wel dertig keer gelezen, omdat er iets in dat boek zat dat mij heel erg aansprak. Ik wou erin leven en tegelijkertijd had ik iets van: hoe doet Claus dat toch?! Ik wou dat echt te pakken krijgen. Of dat gelukt is weet ik niet, maar ik heb er wel veel door geleerd.”

Win het boek WINST Schrijf voor 15 november 2012 een korte motivatie waarom jij dit boek verdient naar: [email protected]

“Schrijven is iets opdringen aan wat andere mensen de

werkelijkheid noemen.”

“Je hebt altijd demonen die zeggen: je kunt het niet, je hebt het nooit gekund, je

hebt het misschien vroeger gekund maar nu niet meer.”

10

© K

atrijn Van Giel

Page 7: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

13tell me a story - vertel me een verhaal - raconte-moi une histoire

Reis zonder je te verplaatsen!Het Vlaams-Nederlands Huis deBuren heeft een unieke collectie audioboeken die je gratis kunt downloaden in diverse talen. Korte literaire luisterverhalen voor op vakantie, als filetroost of ... tijdens het strijken.

Op www.city-books.eu vind je unieke stadsportretten van verrassende steden door meer dan 60 internationale auteurs. Ontdek de gratis citybooks als audioboek (podcast) van een half uur, lees de verhalen online als webtekst of download ze als e-book. Alle verhalen zijn te lezen en beluisteren in het Nederlands, Engels, Frans én in de taal van het gastland. Zo lees je Saskia de Coster in het Macedonisch, Arnon Grunberg in het Pools en Ester Naomi Perquin in het Roemeens. Bovendien kun je de stad niet alleen via 5 literaire portretten ontdekken maar ook via 24 foto’s en 24 City One Minute-filmpjes.

Een greep uit het aanbod: Bernard Dewulf & Peter Holvoet-Hanssen over Oostende

Arnon Grunberg & Mauro Pawlowski & Maud Vanhauwaert over Lublin Ester Naomi Perquin & Anna Luyten over Boekarest

Stefan Hertmans & Frank Westerman over Tbilisi Abelkader Benali & Saskia de Coster over Skopje

Simone Lenaerts & Milena Michiko FlaŠar over GrazBart Van Loo & Jeroen van Rooij over Chartres

ontdek ze allemaal op www.city-books.eu!

Ontdek meer audioboeken van deBuren op www.radioboeken.eu.

De citybooks en de Radioboeken zijn beschikbaar via de iTunes Store. Download ze op je iPod en neem

je eigen literaire audiotheek overal mee naartoe!

Volg ons op facebook/citybooks en via twitter #citybooks_eu

www.city-books.eu

... Tegen de jongen van de mini-market, waar je een fles water haalt, zeg je nonchalant

‘mulţumesc’. Hij glimlacht vertederd. Pas als je de winkel

uit bent, schiet je te binnen waarom: hij is degene die je het woord leerde uitspreken, toen je er op de eerste dag langsging...

www.city-books.eu V

U: D

oria

n va

n de

r Bre

mpt

, Leo

pold

stra

at 6

, 100

0 Br

usse

l / d

esig

n m

arie

mer

le

Ester Naomi Perquin (Utrecht, 1980) bracht

in 2012 de bundel Celinspecties uit, gedichten

geïnspireerd op haar ervaringen als bewaker in een gevangenis, waar zij werkte om haar opleiding

aan de Schrijversacademie te bekostigen.

Uit: Boekarest. Een eenpersoonsreisadvies, het citybook van Ester Naomi Perquin

citybooks

© Frosina Stojkovska

© Lea Titz

© Martijn van de Griendt

© Christian Binder

advVerzin-citybooksv1.indd 1 13/08/12 15:31

— Creatief omspringen met onze vaderlandse taal, nostalgisch terugkij-ken naar het Oud-Nederlandsch of gewoon foutloos schrijven: er is geen tekort aan websites met als thema ‘onze taal’. VERZIN zet je op weg naar websites die ‘fout’ taalgebruik en belegen woorden promoten. door Ken van de Steene

TAALPROF.WEBLOg.NL

Wie veel belang hecht aan correct taalgebruik, surft bij de minste twij-fel naar taalprof.weblog.nl. De site noemt zichzelf ‘je hulp bij gramma-ticale nood’. Of de man in kwestie een echt taalfenomeen is, laten we even in het midden. Zijn berichten over taal zijn alvast de moeite van het lezen waard. De taalprof beant-woordt zo snel mogelijk de vragen die je hem stelt. Onder ‘Vragen en Reacties’ vind je oude vragen en op-merkingen.

WWW.TAALPOsT.NL

Deze digitale nieuwsbrief van het Ge-nootschap Onze Taal, een vereniging voor taalliefhebbers, informeert snel en goed over de taalactualiteit. Wie zich inschrijft (gratis!), krijgt driemaal per week Taalpost in de mailbox. Elke nieuwsbrief is kort, krachtig en een-voudig gepresenteerd. Hij begint met het belangrijkste taalnieuws. Dan vol-gen twee rubrieken met nieuws over websites, weetjes, wedstrijden, op-roepen, fi lmpjes, tv-programma's en uitglijders. Op maandag bespreekt de Taaladviesdienst een taalkwestie. Een uitstekend Vlaams alternatief voor Taalpost is de minder uitgebrei-de Taalmail van de VRT.

WWW.CONTAMINATIE.NL

Normaal gezien streven we in alle ge-vallen naar correct taalgebruik. Deze website gaat echter actief op zoek naar die ene veelgemaakte taalfout: de contaminatie. De site gaat er prat op de grootste verzameling van con-taminaties te herbergen. Ze wil het gebruik van deze taalfout bevorde-ren en de collectie niet laten verloren gaan voor de komende generaties. Handig is de zoekrobot. Je kunt er een trefwoord ingeven en zoeken naar contaminaties die een bekend persoon heeft uitgesproken.

WWW.KOMMA.NET

De website Komma Punt Net gaat niet over punten en komma's, maar over de leuke kanten van taal. Ru-brieken zoals ‘kantoortaal’, ‘spreek-moorden’ of ‘het rommelhok’ hebben ons alvast nieuwsgierig gemaakt. Gebruik zeker eens de ‘onzingenera-tor’: klik op een van de knoppen en er verschijnt een zin met een reeks uitdrukkingen, voornamelijk uit het ambtelijke circuit en dat van de za-kelijke dienstverlening. Wat dacht je van ‘functionele organisatorische modelontwikkeling’ of ‘spiritueel ver-menselijkend naar-de-ander-gaan?’ Plezier verzekerd.

WWW.BELEgENWOORDEN.NL

Het Neerlandsch Genootschap ter bevordering van het Belegen Woord gaat op zoek naar woorden die je kent van vroeger, maar waarvan je niet exact de betekenis kunt om-schrijven. Het genootschap is in-middels opgedoekt, maar de lijst met jong en oud belegen woorden is nog steeds consulteerbaar.

WWW.BONDTEgENLEEN-WOORDEN.NL

De Bond tegen Leenwoorden, om-streeks 1994 in Veenendaal opge-richt, zet zich in voor het gebruik van zuiver Nederlands en het terugdrin-gen van leenwoorden. Het belang-rijkste middel van de Bond is een lijst met Nederlandse woorden ter ver-vanging van leenwoorden. Op de website - excuseer, de web-stek - kun je die woordenlijst raadple-gen. Je kunt zelf een woord aan de lijst toevoegen via e-mail - excuseer, netpost.

WEBKIJKER

Digitale taalkronkels

De taalprofweet het beter

Page 8: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

14 15UITGEVER AAN HET WOORD

“Schrijven isniet te veel uitleggen”

— Iedere uitgeverij heeft haar eigen visie op en verwachtingen over de manuscripten die bij haar op de leestafel belanden. Eva Bergh-mans, acquirerend redacteur bij De Bezige Bij Antwerpen, spreekt over het verloop van het selectieproces bij haar uitgeverij en geeft tips voor auteurs in spe. door Annelien De Geest

Eva Berghmans werkt sinds april 2011 voor De Bezige Bij Antwerpen. Daarvoor was ze chef van de Stan-daard der Letteren. De liefde voor li-teratuur zit haar dus al langer in het bloed. Als acquirerend redacteur zoekt en begeleidt ze schrijftalent.

De Bezige Bij Antwerpen is een relatief jonge uitgeverij die voort-bouwt op het fonds van uitgeverij Meulenhoff/Manteau. Hoewel ze nauw samenwerkt met De Bezige Bij Amsterdam functioneert ze niet louter als een buitenpost van de Nederlandse uitgeverij maar bouwt ze een eigen schrijversbestand uit.

Welk soort boeken publiceert De Bezige Bij?Eva Berghmans : “Wij publiceren zowel fictie als non-fictie, zowel proza en essays als poëzie. Onze boeken hebben een paar dingen gemeenschappelijk. Ze vertellen iets over onze wereld, vaak met oog

voor de geschiedenis. Ze zijn goed en sterk verhalend geschreven, ook de non-fictie. De uitgeverij heeft ook de ambitie om een rol te spelen in het maatschappelijk debat.”

Hoeveel manuscripten krijgen jullie wekelijks toegestuurd?“We krijgen ongeveer één ma-nuscript per dag spontaan toege-stuurd, maar daarnaast doen we ook zelf actief aan scouting. We le-zen kranten, bladen en blogs en bena-deren journalisten en opiniemakers als we denken dat ze een boek in zich hebben. We houden ook de culturele we-reld in de gaten en volgen de lite-raire tijdschriften. Een blad als De Brakke Hond is erg gericht op het ontdekken van nieuw talent. Ik lees ook nY, DWB en Deus ex Machina. Voor mensen met schrijfambities

is het dus interessant om zich in literaire tijdschriften en wedstrijden te laten opmerken. Het is ook een goede manier om feedback over je werk te krijgen zonder dat je al een volwaardig manuscript klaar hebt.”

Hoeveel pagina’s lees je vooral-eer je een oordeel velt over een manuscript?“Ik ben daar te soft in, vermoed ik. Ik denk altijd aan de tijd en moeite

die iemand in een manuscript geïn-vesteerd heeft en koester stiekem de hoop dat een ver-haal dat zwak start, naarmate het vor-dert, toch nog ster-

ker wordt. Toen ik pas bij de uitge-verij begon, wilde ik elk manuscript volledig lezen, maar dat is natuur-lijk onhaalbaar. Veel professionals zeggen dat ze al na één bladzijde weten of het een ‘ja’ of een ‘nee’

wordt. Meestal lees ik een vijftigtal bladzijden, al voel ik vaak na drie pagina’s al of het iets wordt of niet. Zolang ik twijfel, lees ik door.”

Wat moet er wel of niet in de be-geleidende brief staan?“De meeste schrijvers zijn heel on-zeker, maar af en toe krijg ik een brief van een auteur die zichzelf ge-weldig vindt en zichzelf presenteert als de volgende Hugo Claus. Ten-zij ze dat op zo’n groteske manier doen dat het bijna een stijloefening wordt, ben ik daar meestal niet echt van onder de indruk. Daarnaast vind ik het ook vreemd wanneer mensen zich enkel tot de clichés beperken, want uiteindelijk ben je toch een schrijver. Een tip die ik graag wil meegeven: vermeld wat je ambities zijn met je manuscript. Wat wil je met het boek bereiken? Waar gaat het voor jou over? Ik heb het dan niet over de plot of de thematiek, maar over waar jouw schrijven vandaan komt en waarom jij gelooft in de urgentie van je boek. Ik mis dat niet alleen in begeleidende brieven, maar vaak ook in gesprekken met aspirant schrijvers.”

Zijn er typische fouten die terug-keren in het werk van debutan-ten?“Beginnende schrijvers leggen vaak te veel uit. Ze lijken weinig vertrouwen te hebben in het inter-pretatievermogen van hun lezers en verklaren daarom te expliciet de handelingen van hun persona-ges. Ook bouwen ze soms grote filosofische dialogen in om het on-derliggende thema van hun boek duidelijk te maken. Op die manier schep je geen levende personages. In echt goede boeken gebeurt heel veel impliciet.Daarnaast is het ook belangrijk om na te denken over de keuze

van verteltijd en vertelperspectief. Sommige verhalen worden beter in de verleden tijd geschreven, terwijl andere beter werken in de tegen-woordige tijd. Hetzelfde geldt voor de keuze van het vertelperspectief: ga je voor een auctoriale verteller of toch eerder voor de ik-vorm? Als je zelf veel leest, krijg je automatisch een beter zicht op het vertelper-spectief dat geschikt is voor jouw verhaal.”

Wat maakt voor jou een debuut geslaagd?“Het is moeilijk om uit te leggen wat ik precies zoek in een boek, aange-zien het toch vooral buikgevoel is. Uiteraard moet het goed geschre-ven zijn, maar het moet meer dan dat zijn. Er moet ergens een hoek af zijn. We hebben geen nood aan de zoveelste Brusselmans-kloon. Je moet de imitatie en de clichés overstijgen en iets kunnen toevoegen aan de literatuur. Een perfect debuut is voor mij Op de hoogte van Chris-tophe van Gerre-wey, een jongen die zich al in tijd-schriften en kleinere publicaties had laten opmerken en overigens ook de eerste debutant is die ik begeleid heb. In zijn boek slaagt hij erin om vorm en inhoud perfect te laten samenvallen. De verteller schrijft een brief naar zijn ex-geliefde, maar wil die brief tege-lijkertijd als een boek publiceren. Het hele boek is een slim en gees-tig spel, over een groot onderwerp als de liefde, en Christophe is niet bang om zijn verteller een zeur te laten zijn en hem indirect te karak-teriseren. Hij weet de fout van de ‘uitleggerigheid’ helemaal te ver-mijden. Die interactie tussen vorm en inhoud maakt dit voor mij een

kwaliteitsvol debuut. Om mijn ant-woord op deze vraag ten volle te begrijpen, zou je dus eigenlijk Op de hoogte moeten lezen.”

Is er een specifiek soort roman, genre of thema waarnaar jullie op zoek zijn?“In de non-fictie valt het me op dat er weinig mensen zijn die op een vlotte en toegankelijke manier over economie en wetenschap kunnen schrijven. Wat proza betreft zijn we niet op zoek naar een specifieke roman of stijl. We houden gewoon onze ogen en oren open voor frisse stemmen en wilde ideeën.Wat ik niet goed begrijp, is waarom de hedendaagse realiteit zo onder-vertegenwoordigd blijft in de lite-ratuur. Soms krijg ik de indruk dat veel jonge schrijvers eigenlijk oude mensen in jonge lichamen zijn. Ze grijpen graag terug naar de ne-

gentiende eeuw en naar het modernis-me, terwijl we toch in geweldig span-nende tijden leven. Onze literatuur heeft deugd van schrijvers als Joost Vandecasteele, die in Massa de verha-

len achter de economische crisis opzoekt. Iedereen zit op Facebook, maar in een boek sturen de perso-nages bij wijze van spreken nog een telegram. Jeroen van Rooij is een van de weinigen die de sociale media een volwaardige rol gaf in zijn roman Het licht. Bij deze roep ik alle aspirant-schrijvers op om hun inspiratie eens in de ruïnes van de eurozone te gaan zoeken in plaats van op de Akropolis.”

Eva Berghmans, De Bezige Bij Antwerpen

"Voor mensen met schrijf-ambities is het interessant

om zich in literaire tijd-schriften en wedstrijden te

laten opmerken."

"Bij deze roep ik alle aspirant-schrijvers op om hun inspiratie eens in de ruïnes van de eurozone te gaan zoeken in plaats van

op de Akropolis.”

© Ivan P

ut

Page 9: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

16

COLUMN

Op 2 mei 1994 werd mijn roman Blauwe maandagen gepresenteerd in boekhandel Athenaeum in Am-sterdam. Ik had een poffertjestent voorgesteld – ik eet graag poffertjes maar de uitgever vond boekhandel Athenaeum geschikter en ik legde me neer bij zijn argumenten. “De li-teraire wereld gaat niet voor een de-buut naar een poffertjestent,” had hij gezegd.

Toen ik naar Athenaeum liep, het was een stralende dag, zei ik tegen mijn toenmalige vriendin: “We kunnen nu ook naar Zandvoort.”Dat gevoel heeft mij nooit verlaten: de behoefte zodra je als schrijver de openbaarheid betreedt, signeerses-sies, televisieoptredens, prijsuitrei-kingen en dergelijke, te willen vluch-ten. Lezingen zijn nog het draaglijkst, want je hebt in elk geval wat te doen en halverwege het uitspreken van je eigen lezing vergeet je dat je had wil-len vluchten.

Blauwe maandagen geldt als mijn debuut en het is mijn debuutroman, maar voordat Vic van de Reijt had besloten dat boek uit te geven had ik mijzelf al uitgegeven. Ik miste het geduld te wachten tot een gerenom-meerde uitgever zou toehappen. Uitgeverij Van Oorschot had mij af-gewezen, weliswaar vriendelijk, een redactrice was bij mij op bezoek ge-weest en had haar bezwaren tegen mijn proza in volzinnen uit de doeken gedaan, uiteraard niet zonder uit te leggen dat ze ook wel door iets ge-troffen was namelijk ‘mijn woede’.

In 1988 had ik het Vossius Gymnasi-um zonder diploma verlaten. Ik wilde naar de toneelschool, een gymnasi-umdiploma leek mij voor een acteur alleen maar ballast.

Maar ik werd nergens aangenomen. Ik schreef toneelstukken, produceer-de ze ook, en voerde ze op in het Polanentheater in Amsterdam voor vrienden, bekenden en enkele dak-

lozen. Parttime werkte ik als jongste bediende bij de Nederlandse Uit-geverij voor Handelsinformatie en Adresboeken aan de Willemspark-weg, waar ik het kantoorwezen gron-dig leerde kennen. Wat de Tweede Wereldoorlog was voor Hermans was het kantoorwezen voor mij.

Ik leerde de mens kennen en be-greep dat ik mij anders moest opstel-len als ik op deze wereld wenste te overleven. Als je zelf niet sterk was, moest je bescherming zoeken; tot je sterk genoeg was om het zelf te doen of tot je betere bescherming nodig had. De mens handelt in be-scherming.

Toen ik ontslagen werd bij de NUHA richtte ik een literaire uitgeverij op: Kasimir. Ik had namelijk een plan. Ik zou gerenommeerde literatuur uitgeven en na een paar jaar zou ik opeens een onbekende Roemeense of Duitse schrijver uitgeven en die onbekende schrijver was ik dan stie-

kem. Als ik de literatuur via de ach-teringang moest betreden, dan was ik daartoe bereid. Want voor mij ging het om niet minder dan redding. Het toneel had nagelaten mij te redden, sterker nog dat toneel had mij afge-wezen, vermoedelijk niet ten onrech-te, de literatuur moest het nu maar doen.

Maar het plan om de literatuur te be-treden als vergeten Roemeen uit het interbellum werd ingehaald door de werkelijkheid. Vic van de Reijt, die ik had ontmoet op de Buchmesse in Frankfurt, bood mij een contract aan op basis van enkele mondelinge ver-halen, een in eigen beheer uitgege-ven dichtbundel en nog wat andere verhalen.

Ik had twee zomerbroeken die ik elk seizoen droeg. Als ze allebei in de was zaten, moest ik een broek van mijn overleden vader aan die mij net niet helemaal paste. Ik leefde in een universum dat bestond uit angst en verlangen. ’s Avonds liep ik soms tien rondjes om een café tot dat ik besloot toch maar naar huis te gaan om daar te gaan lezen. Zo zag mijn leven eruit in de jaren voor het ver-schijnen mijn debuutroman.

Toch zou ik liegen als ik zou zeg-gen dat het een miserabele tijd was. Nooit meer heb ik het gevoel gehad dichter bij de waanzin te zijn geweest dan toen. Merkwaardig genoeg pleit dat voor die periode uit mijn leven; in de vaardigheid je min of meer nor-maal te gedragen ligt ook een verlies besloten.

Bron: De Volkskrant

8 december 2012

5 november 2012

Het debuut van

Arnon Grunberg

© B

en Kleyn

Page 10: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

18 19CURSUS IN DE KIJKER

Lennaert Maes won de publieks-prijs van het Leids Cabaret Festival in 2011. Deze herfst begeleidt hij de cursus ‘Humor-comedy en cabaret’ van Creatief Schrijven vzw. Maes maakt onmiddellijk reclame. “Geen paniek. Je hoeft je tekst niet op het podium brengen. Als hij op papier maar grappig is.” Wat ikzelf super-grappig vind? “Het is belachelijk, ik weet het, maar ik moet altijd lachen met zoiets banaals als kak.”

Lennaert Maes herkent zijn zin voor humor in zijn dochter Marie. Ze is drie en moet keihard lachen om alles wat stinkt. “Tuurlijk weet ik meer over humor dan ‘kak’ en ken ik ook de andere ingrediënten die een lach verzekeren. Heel vaak weet je op het moment dat je een

grap opschrijft of die zal werken bij je lezers en je publiek. Maar dat is niet genoeg. Je verhaal moet ook goed opgebouwd zijn.”

KIJKEN NAAR ANDEREN

Lennaert Maes haalde de mosterd vooral bij komieken, cabaretiers en schrijvers: gewoon goed kijken hoe anderen te werk gaan om iets te la-ten binnenkomen bij het publiek. “Let op, ik pleit niet voor plagiaat. Maar de grote Romeinse schrijvers wis-ten al dat je je eigen stijl ontwikkelt

door te observeren en van anderen te leren. Voor mij zijn de anderen mijn

echte triggers.” Op die manier door-grondde Maes het systeem waar-

mee iemand een verhaal opbouwt. “Denk aan het sausje waarmee je de verschillende stukken in je ver-haal doordrenkt en aan elkaar bindt. Jury’s van cabaretwedstrijden vinden het belangrijk dat je de cirkel rond-maakt, weet ik uit ervaring. Ik steek ook erg veel op van de onverwachte wendingen of elementen in een ver-haal. Theo Maessen valt bijvoorbeeld in zijn show met de deur in huis: ‘Ja, ook mijn ouders verstopten joden in hun kelder… van 1980 tot 1984.’ Ik vind dat keigrappig, terwijl het er toch over is. En hij komt er mee weg, maar in een andere context zou hij door-gaan voor antisemiet.”

Maes heeft net de roman De één van de ander van de Schotse misdaad-auteur Philip Kerr gelezen. “Erg span-nend. Maar wat het hoofdpersonage

— “Humor is subtiel. Wat voor de ene werkt, is een afknapper voor anderen,” aldus Lennaert Maes. Wij willen van hem weten hoe je humor inpakt op papier

om anderen in te pakken. door Hedwig Bogaerts

Lachen met Lennaert Maes (maar vooral met jezelf)

denkt, is zo grappig dat het boek mij helemaal in zijn greep had. Zo’n tekst is niet gemaakt om op het podium te brengen, ook al staat hij bol van de humor.”

REgIssEUsE OP DE BAL

“Vroeger ging ik het makkelijk te ver zoeken”, bekent Lennaert Maes. “Ik liep geregeld vast in de vraag: ‘Waar moet ik het in hemelsnaam over heb-ben?’ Tot mijn regissseuse Collette Noteboom me zei om het niet te ver te zoeken. ‘Blijf bij jezelf, want je kent jezelf het best.’ Ik zou wel eens iets willen brengen over de Islam in plaats van over Jezus, maar dat staat veel te ver van mij af. Nu heb ik het over mijn eerste keer en de spelling van mijn naam. Heel onnozele dingen, maar ik heb ze wel zelf meegemaakt. Ik kan er ondertussen een heel avondpro-gramma mee vullen.”

Nog een bekentenis: “Comedy pur sang is niet voor mij weggelegd. De ene mop na de andere, waarbij je tel-kens weer de vorige overtreft? Nee, dat kan ik niet. Ik ben behoorlijk ad rem, maar ik heb dat sausje nodig doorheen een show. Zoals Katinka Polderman of Kommil Foo. In wat zij brengen zit ook een zekere sérieux. Brei een sterk thema door de ver-schillende stukjes of liedjes, en je vergroot de kans dat je je publiek ook kan raken.”

“Mijn regisseuse heeft mij enorm ge-holpen om in mijn verhaal de goede keuzes voor de juiste elementen te maken. Ze reageert altijd heel kort op de bal als ik met iets afkom. Dat heeft een goeie dynamiek. We versterken elkaar. Een goede coach breekt je nooit af, maar tilt je naar een hoger

niveau. Ik heb coaching lang gewei-gerd. Achteraf gezien was dat im-mature arrogantie van me. Ik stond niet open om te leren, ik sloot mezelf op in mijn ego. ‘Ik had dat toch allemaal niet nodig’: een typische beginnersfout. Ik heb ook geleerd de dingen waar com-mentaar op komt niet onmiddellijk weg te gooien.”

“Wie zichzelf teveel au sérieux neemt, heeft niet veel zin voor humor. Ik kan gewoon niet lang serieus blijven. ‘Al-ways look at the bright side of life’ zingen aan het kruis, zoals Brian in Monthy Pyton, vind ik een perfect voorbeeld van goeie relativering. Zelf gooi ik er altijd iets grappigs uit op de klassenraden van de school waar ik lesgeef. Het werkt goed als je je zwakke kanten uitspeelt en jezelf te kakken zet. Zoals ook een goede hu-morist heel veel moet kunnen relati-veren. Je trapt snel op de tenen van de mensen die verstikt zitten in hun eigen ego.”

EEN gOEDE sLECHTE gRAP

“Ook een slechte grap is soms grap-pig. En af en toe moet je erg lachen met iemand die niet doorheeft dat er een grap gemaakt wordt. Toen jij mij belde om een moment voor dit interview af te spreken, vroeg ik of je net op dat moment moest gaan line dancen. Jij vond dat helemaal niet grappig, je reageerde er zelfs niet op. Net dat vond ik hilarisch.”

In november wordt Lennaert Maes eventjes docent voor Creatief Schrij-ven vzw. “Ik ga met de deelnemers

erg mijn best doen om de sterkte van alle stukjes tekst uit te vergro-ten. Ik wil het principe hanteren dat

ik leerde van Bram Vermeulen in een cursus songwriting. Hij kreeg ons zover om geen oordeel te hebben over wat we

te horen kregen. Het is niet omdat je zelf een behaagzieke flapuit bent dat de introverten moeten onderdoen. Nee, je kunt net heel veel opsteken van elkaar. Misschien loont het dat je de schwung van de extraverte kant op het continuüm omgooit naar een ingetogener stukje. We gaan elkaar niet de grond inboren. De woorden ‘slechte grap’ gaan dus niet vallen.”

Lennaert Maes, jarenlang de front- man van Lenny & de Wespen, ging vanaf 2010 zijn eigen weg. In 2005 won hij de jury- en publieks- prijs van Cabareteske in Eindhoven en in 2011 de publieksprijs van het Leids Cabaret Festival.

www.lennaertmaes.be

CURSUS ‘Humor – comedy en cabaret’ vanaf 14 november drie woensdagavonden (14, 21 en 28 november) in Leuven.

www.creatiefschrijven.be

“Ik moet altijd lachen met zoiets banaals als ‘kak’.”

"Je weet vaak vooraf of een grap zal werken bij je

publiek.”

Wie zichzelf au sérieux neemt,

“heeft niet veel zinvoor humor.”

© Filip C

laessens

Page 11: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

2120WORKSHOP

Alle Dagen

Dichten— Hoe begin je aan een gedicht? Het antwoord krijg je op de website van Creatief Schrijven vzw in Alle Dagen Dichten, een blog met dagelijkse poëzietips. Verwacht je niet aan grote, uitgewerkte schrijfopdrachten, wel aan originele en stimulerende kern-ideeën. Exclusief voor de lezers van VERZIN: drie gloednieuwe tips die binnenkort ver-schijnen. door Daniel Billiet

De vraag die me bij workshops het meest gesteld wordt, luidt “hoe be-gin je daar nu aan, aan een gedicht?” Goede vraag, al is het antwoord niet zo simpel. Het hangt immers af van persoon tot persoon. Ben je iemand die vooral visueel denkt en visueel gestimuleerd wordt? Of wordt je creatief vermogen eerder op gang getrokken door woorden? Door een sfeer, een herinnering, een schok? Natuurlijk kan het een combinatie van de voorgaande elementen zijn die je hand tot versregels verleidt. Het is belangrijk dat je weet wat er het sterkste op je inwerkt. Zo kun je de startpositie innemen die voor jou het beste is. Ben je een beelden-mens, dan kun je voor de schrijftip bij Allerheiligen (zie verder) op zoek gaan naar visuele indrukken, fanta-siebeelden, foto’s die je in je hoofd fotoshopt… Tussen haakjes: het is wetenschappelijk bewezen dat de vi-suele indrukken die we lijfelijk ervaren hebben, het hevigst blijven inwerken.

ZINTUIgLIJKE vRAgEN

Durf woorden, groepjes woorden, halve zinnen, indrukken, een geur, een beeld zomaar op te schrijven. Denk niet dat je meteen afgewerkte volzinnen moet noteren. Soms doe je er ook goed aan om zonder naden-ken door te schrijven.

Stel jezelf indringende vragen. Zin-tuiglijke vragen. Allerlei vrolijke zoete parfums op dat kerkhof. Een mama brengt op het kerkhof zonnebrand-crème aan bij haar kind, voor het graf van de opa. Vraagt zo’n kind: “Zou opa het nu ook zo warm hebben, mama?”

Wat zie je op het kerkhof of in de buurt ervan? Softijsverkopers? Met een bijzondere smaak voor de ge-legenheid? Zonnepetjes? Korte rok-jes? Kleurrijke teenslippers? Probeer beelden van op het strand te vertalen naar dat (uit)zonnig kerkhof.

Begin dan je materiaal te ordenen. Probeer vooral niet te veel inhoud te proppen in een gedicht. Uitzuiveren is de boodschap. In een gedicht moet alles te maken hebben met alles. Ga dus voor één kernidee. Schrap al je adjectieven. En je hulpwerkwoorden. Probeer eerst je gedicht in de tegen-woordige tijd te schrijven, dat is de sterkst inwerkende tijd in een tekst.

BEELDEN ROEPEN BEELDEN OP

We hebben allemaal favoriete lied-jes. Teksten, melodieën die ons zo-veel meer raken dan zovele andere, zelfs genialere liedjes. Ergens raken melodie en tekst ons op een niveau dat we niet kunnen benoemen; dat de betekenis van de woorden ont-glipt. Zoals je kunt ontroerd worden door een gebaar of een beeld in het straatgebeuren zonder dat je goed weet waarom. Sommige liedjes heb-ben dezelfde kracht, telkens als je ze hoort. Een gegeven dat een dichter kan ontginnen tot/in een gedicht.

Vertrek van concrete, alledaagse fei-ten, maar blijf niet in dat stadium van de realiteit hangen. Link andere, niet-alledaagse elementen met veel fan-tasie aan de bestaande feiten. Het beeld van ‘een meisje op de fiets’ is

een soort oerbeeld, maar doe daar dan iets verrassends mee. Zoom bijvoorbeeld in en kijk: dat beeld van een vrolijk, onschuldig meisje op de fiets is vals want ze huilt. Vijf pedaalslagen verder zoom je nog meer in en blijken het geen tranen van verdriet, maar van een geluk dat te groot is om op een fiets mee te dragen: van de andere kant komt een jongen aangereden die met al zijn ledematen dolle blijdschap de avond in bokst. “I’m your man”, zingt Cohen nu.

MENsELIJK DRAMA

Het is een harde wet, maar in de schrijverij wel eentje van Meden en Perzen: in ongeluk schuilt meer in-teressante verzinstof dan in geluk. Misschien omdat geluk niet méér nodig heeft, niet méér vraagt dan dat momentane geluk. Ga voor deze schrijftip niet op zoek naar economi-

sche wetten, filosofische gedachten of maatschappelijke ontwikkelingen, maar focus op het menselijke drama en vooral op de tastbare, zichtbare, hoorbare en gevoelsmatige ontspo-ringen.

Show, don’t tell. Alweer. Leg niet uit, maar toon in de dagelijkse kleine zaken hoe het gezin ontwricht raakt. Maak het uitgebreide ontbijt heel so-ber. Laat een broek inleggen voor een jonger kind. Sluit de jacuzzi af. Neem de bus, want de tweede auto, de cabrio, staat te koop voor een appel en een ei. Bak zelf dat brood. Slank noodgedwongen alles af, ook jezelf. Schrap de jaarlijkse skitrip. En-zovoort.

DE ALLE DAGEN DICHtEN-tIp VOOR ALLERHEILIGEN:

Elke dag wordt het duidelijker dat het klimaat ontregeld is. Stel je eens voor dat er nu al meer dan een week hit-tetoestanden woeden zoals tijdens de voorbije maand augustus. Hoe zou Allerheiligen eruitzien en beleefd worden tijdens een hittegolf? Niet met chrysanten, noch met dikke jassen en dito sjaals. Kleurrijke parasols op de kerkhoven? Of zou je dit uitzonder-lijke gebeuren niet nog sterker kun-nen oproepen door het van onderaf te bekijken? Vanuit het standpunt van een dode?

Misschien behoorde je wel tot een van de tienduizenden bofkonten die op zo’n zwoele, magische zomeravond een van de vijf memorabele concerten van Leonard Cohen hebben bijgewoond. Nog maar eens bewees deze nu 78-jarige Canadese singer-songwriter zijn absoluut superieure smaak door Gent te kiezen als start van zijn wereldtournee. Hij kreeg dan ook elke avond als dank een sublieme zonsondergang boven Gent aangeboden. Beluister een aantal van zijn liedjes, lees de bijgevoegde teksten. Stel je open voor zijn magische, weemoedige sfeer en woorden. Kies uiteindelijk één lied, maakt niet uit welk, één lied dat jou om een persoonlijke reden extra raakt. Laat schrijvenderwijs het lied los en draai en keer het tot het iets van jou wordt.

De crisis, ik hoop dat jij er minder last van hebt dan velen die echt de broeksriem moeten aanhalen. Ar-moede wordt heel vaak in stilte ge-leden, want nog altijd geassocieerd met falen, met een mislukkeling zijn. terwijl er soms maar beangstigend weinig moet misgaan om aan de wei-nig benijdenswaardige zelfkant van onze maatschappij te belanden. Schrijf een gedicht vanuit het stand-punt van een vrouw die erg aan comfort, luxe en status gewend en gehecht is, maar wiens echtgenoot plots zonder werk gevallen is. En nee, dit is geen seksistische op-dracht. Je mag natuurlijk de rollen omdraaien: hoe verder je van het cli-chématige wegblijft, hoe beter.

MEER ALLE DAgEN DICHTEN?

Je gratis abonneren op deze poëzie-service?

Laat je e-mailadres achter op http://blog.creatiefschrijven.be.

Elke voormiddag ontvang je dan gratis het idee van de dag.

Heeft dit artikel je geïnspireerd en wil je jouw gedichten delen?

Post ze dan op www.storees.net.Daar ontdek je ook teksten van andere deelnemers aan Alle Dagen Dichten en krijg je feedback van schrijfgenoten.

Page 12: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

22

Papiermier staat voor... tja... alles in papier. De voor de hand liggende kaartjes, notitieboekjes enschriftjes zien er bij Papiermier nét iets leuker uit.Het gamma wordt aangevuld met stempels, washi tape,

boeken, lampen, rietjes, vogelhuisjes en nog zoveel meer.Shop je liever live? Dat kan in de Kokkie shop in Wijgmaal

(Leuven), open op donderdag en vrijdag van 10u tot 20u en(Leuven), open op donderdag en vrijdag van 10u tot 20u enelke tweede zaterdag van de maand van 10u tot 18u.

www.papiermier.be

LITERAIR TIJDSCHRIFT

Samplekanon is het geesteskind van de Nederlanders Frank Keizer, Maarten Van der Graaff en Daniël Labruyère. “Samplekanon is een online non-budget literair tijdschrift dat het beste uit de literatuur naar boven haalt,” klinkt het strijdbaar op de site. “Een vast programma hebben we niet,” zegt mede-initiatiefnemer Frank Keizer. “We kunnen ons wel vinden in elkaars literaire voorkeuren.”

De exclusieve verschijningsvorm op het internet is een bewuste keuze, al verdiende Keizer zijn sporen bij het literaire tijdschrift parmentier. Ook is hij betrokken bij de literaire weblog Ooteoote en de Amsterdamse poë-ziestichting Perdu.

De opvallende titel Samplekanon is een knipoog naar de bundel Sam-pleton van de Nederlandse dichter C.B. Vaandrager. “Alleen willen wij ons strijdbaarder opstellen en sam-ples bieden uit de literatuur van nu, met focus op teksten en auteurs die elders moeilijker een plaats krijgen. Vandaar Samplekanon.”

Wie de site bezoekt, zal merken dat de teksten uiteenvallen in twee ru-brieken, toepasselijk ‘Sample’ en ‘Kanon’ geheten. ‘Kanon’ is de po-lemische rubriek. Driemaal per jaar wordt het kanon in stelling gebracht om een bepaald thema verder uit te diepen. “Via die rubriek willen we po-lemiek voeren over auteurs waar we iets tegen hebben,” klinkt het. “En propaganda voeren voor de auteurs in ons tijdschrift, natuurlijk.” Als eer-ste krijgt schrijver Marcel Möring een lel om de oren voor zijn kritiek dat “de roman zich zou hebben geconfor-meerd aan de hapklare verleidingen van het consumentisme.” Waarop Samplekanon antwoordt: “Vind je het gek, Marcel?”

In de sectie ‘Sample’ worden dan weer doorlopend nieuwe teksten gepresenteerd, veelal van jonge au-teurs die net uit hun schelp komen. Browsend doorheen het lekkers stuiten we snel op Belgisch werk: de ‘Suggesties van een onbestaand oeuvre’ van de naar Milaan uitgewe-ken Kortrijkzaan Thomas Buysens, met spaarzame observaties genre: “Wie was het die ‘romans in drie zin-nen’ schreef? Ik kan het in twee.” Hallo Thomas? “Het zijn fragmentari-sche oefeningen in observatie,” klinkt

het. “We leven in een tijd waarin ro-mans schrijven moeilijk wordt. Alles is zo gefragmenteerd. Vandaar: elke zin is de suggestie van een verhaal dat niet bestaat en roept de onmo-gelijkheid op om er een roman van te maken.” Of hij zicht heeft op de ver-wachtingen die aan de inzendingen gesteld worden? “Er lijkt een zekere voorkeur te bestaan voor prozapoë-zie,” aldus Buysens. “De redactie lijkt op zoek naar teksten met een helder taalgebruik, met een terugkoppeling naar alledaagse ervaringen, vaak in een urbane setting.” De redactie zoekt altijd beelden bij de teksten, zo ook voor Buysens’ werk. Op die ma-nier ontstond al een nieuwe samen-werking tussen de jonge schrijver en illustratrice Jemaine Jacobs.

Een geprinte pendant voor het online geweld zit er (voorlopig) niet in. Toch is het de bedoeling dat het tijdschrift zich ook in real life manifesteert. “We willen in de toekomst zeker werk ma-ken van evenementen,” zegt Keizer. “Zo willen we debatten en auteursle-zingen organiseren. Bovendien willen we ook de beeldende kunstenaars die aan Samplekanon meewerken, de kans geven om hun werk op die gelegenheden te tonen. En de debu-terende auteurs

Samplekanonschiet met scherp

— “Een online non-budget literair tijdschrift,” zo presenteert Samplekanon zich sinds dit voorjaar aan de lezer. Daar wilden we bij VERZIN het fijne van weten. Zeker toen bleek dat één van de allereerste auteurs op de site een Belg is. door Michiel Leen

Page 13: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

DE ZEs vAN KARKAs

Vincent Van Meenen (°1989) Schrijft, speelt en doet Woordkunst aan het conservatorium van Antwerpen. Met zijn gedichten treedt hij op in motorpak. Won in juni 2012 de schrijfwedstrijd Write Now! Schreef een gemeentegedicht voor de gemeente De Pinte. Wil graag forel vissen in Amerika.

Fleur Ordoukhani (°1986) Behaalde een master Westerse literatuur en studeerde daarna Woordkunst in Ant-werpen. Volgt momenteel een opleiding bij a.pass in Brussel, schrijft teksten en treedt op met eigen werk.

Astrid Haerens (°1989) Is één meter negenenzeventig en maagd van sterrenbeeld. Beëindigt dit jaar haar master Woordkunst aan het conserva-torium van Antwerpen. Kijkt en schrijft. Houdt daarnaast van dieren, koffietafels en rurale gemeentes.

Hendrik Wittock (°1993)Is professioneel jong. Neemt een detail uit de werkelijkheid, dikt het aan, kleurt het in en schrijft het neer als fictie. Stu-deert Taal- en Letterkunde (Nederlands-Engels) in Gent. Houdt van koffie, koude dagen met heldere hemel en alcohol, haat tijd en komt altijd te laat.

24 25

AFG

IFTE

KAN

TOO

R 2

020

- AN

TWER

PEN

2

Hebt u ooit overwogen om u te abonnerenop een spraakmakend literair tijdschrift?...

...Dan kunt u geen beter instapmoment kiezen dan nu om een abonnement te nemen op Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, dat niet alleen in 2012 dertig jaar bestaat, maar binnenkort ook uitpakt met een uitzonderlijk themanummer:Zomernummer 116 (september 2012) – ‘The Orgierik Files’: Peter Holvoet-Hanssen, Betty Antierens, Guy Commerman, de Marquis de Sade, Ivo De Kock, Eric Brogniet, Silvio Senn, Thierry Deleu, René Hooyberghs, Wim van Rooy, Charles Hausman, Marc Zwijsen… introduceren ons in de wereld van orgieën van woord, lichaam, ideologie, gevoelservaringen…!

Als abonnee helpt u jong talentVolgens een wetenschappelijk onderzoek door het Vlaams Fonds voor de Letteren in 2007 komen 80% van de in Gierik & NVT gepubliceerde debutanten bij een reguliere uitgever terecht. Van alle Vlaamse literaire tijdschriften behaalde Gierik & NVT de beste score!

Neem nu een abonnement door overschrijving op rekening IBAN BE26-0682-2376-9529, BIC- code GKCC BE BB van Gierik & NVT. Gewoon jaarabonnement 28 euro (4 nummers). Steunend abonnement 50 euro. Ere-abonnee 75 euro (op verzoek wordt uw naam dan vermeld in het impressum). Buitenland: 40 euro

Gratis proefnummer via mail (zie hieronder), of schriftelijk op het redactieadres: Gierik & NVT, Kruishofstraat 144, 2020 Antwerpen of [email protected] Bezoek ook onze website www.gierik-nvt.be en het unieke poëziearchief (al 2777 gedichten van 437 dichters). U vindt ons ook op facebook.

Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift- al 30 jaar een pittig literair speerpunt in Vlaanderen en Nederland - The Orgierik Files

30ste jaargang

Herfstnummer 116

9 euro

buitenland 13 euro

Nieuw Vlaams TijdschriftGIERIK Literair t i jdschrift met init iat ief

&

AFG

IFTE

KAN

TOO

R 2

020

- AN

TWER

PEN

2

vers bloed en stoutmoedige jongeren

Nieuw literair platform Karkas — Een collectief van en voor jonge schrijvers dat kansen wil creëren voor jong literair talent en predebutanten: de ambitie van Karkas is niet min. door Nina Vincx & Karkas

REPORTAGE

Durf,

Karkas formuleert op een vernieu-wende manier vragen over de rol van tekst en literatuur in verschillende kunsttakken, van papier tot podium. “We kijken kritisch naar de rol die tekst speelt in de huidige samenle-ving”, zegt het collectief. Het bestaat uit zes jonge redactieleden met elk een heel eigen stijl. “De verschillende stijl en visie van de leden is de voor-naamste kracht van het collectief”, vindt de redactie. Discussie is erg belangrijk. “We praten heel veel over elkaars tekstmateriaal. Zo blijven we elkaar uitdagen en inspireren.”

DIALOOg

Op www.karkas.be publiceert het vaste team zelfgeschreven teksten, regelmatig aangevuld met teksten van gastschrijvers. “Experimenteren zonder waardeoordelen”, heet het. “We gaan op zoek naar durf, vers bloed en stoutmoedige jongeren die nieuwe mogelijkheden blootleg-gen.” Karkas buigt zich over elke ingezonden tekst en selecteert of zij al dan niet gepubliceerd worden. Elke inzending, geselecteerd of niet, ontvangt een persoonlijke mail met feedback. “De dialoog met de gast-schrijvers is een van de belangrijkste aspecten van het literaire platform.” Op die manier wil Karkas een brug slaan tussen predebutanten en uit-geverijen.

Maarten Van den Bussche (°1991)Is Jack of all trades, Master of none, Joker van dienst en Brugse zot. Studeerde twee jaar in Brussel en resideert nu in de Schelde-stad. Schrijft vooral naar zijn eigen bek, “het podium is zijn tweede thuis”. Is beschikbaar voor verdere vragen, vooral in verband met evenementen.

Cootje Veelenturf (°1989). uit Nederland studeert Woordkunst aan het Conservatorium in Antwerpen. Intuïtie is voor haar het allerbelangrijkst. Haar verhalen ont-staan in rustige omgevingen wanneer er zich chaos in het hoofd bevindt. Of andersom.

LIvE OP DE gERIATRIE

Karkas is echter meer dan een online platform. De leden van Karkas wil-len een prominente beschouwende en kritische rol vervullen binnen het literaire podiumlandschap. Bij op-tredens beperken ze zich zelden tot voorlezen uit eigen werk. Liever den-ken ze na over originele totaalcon-cepten en nieuwe manieren om als

schrijver in contact te komen met het publiek. Ze beperken zich ook niet tot literaire evenementen. De leden van Karkas, aangevuld met gastschrij-vers en jong podiumtalent, waren al te zien op De Nachten, Vamos Bra-sil!, Studio Villanella, Vama Veche, Haute Koture en TANK. In augustus verbleef het schrijverscollectief vijf dagen op de afdeling geriatrische re-validatie van het ZNA Sint-Elisabeth

in Antwerpen. "De oudere generatie wordt vaak onder de mat geveegd. Onze maatschappij is gefixeerd op jongeren en jong talent." Het resultaat van hun ervaringen verwerkte Karkas in een voorstelling die plaatsvond in het ziekenhuis tijdens het openings-weekend van DE Studio.

www.karkas.be

“Met karkas scheuren wij het rottend vlees aan

flarden. leve karkas”.

Page 14: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

2726LETTERFABRIEK

SPRKJ— In de letterfabriek bespreekt een auteur of docent de inzendingen van de schrijfuitdaging uit het vorige nummer. Ingrid Verhelst boog zich over SpRKJS, verhaaltjes die beginnen met “Er was eens …” en precies 101 woorden tellen. door Ingrid Verhelst

Het moet een jaar of vijf geleden zijn dat een van mijn cursisten me het boek Anthropology and other sto-ries, a collection of 101 x 101-word stories onder de neus duwde. Of we dat ook eens konden proberen? An-thropology… is het debuut van Dan Rhodes en dateert van 2000. Sinds-dien is het genre in opmars. Twitter-verhalen, sms-poëzie, 101’tjes … ze hebben één ding gemeen: je kunt ze lezen zonder te scrollen en in een minimum aan tijd. In China spreekt men van ‘rooklange’ fictie, leesbaar tijdens een sigarettenpauze.

Ook in mijn cursussen hebben we ermee geëxperimenteerd. Het 101’tje is het aanbevolen genre voor wie zich op een leuke manier wil bekwamen in schrappen en schaven, maar vergis je niet, de productie ervan is een stuk moeilijker dan de consumptie. Het grootste deel van onze westerse ultrakorte fictie is terug te brengen tot wat Ernest Hemingway ‘de top van de ijsberg’ noemde: de auteur deelt enkel mee wat gebeurt, zonder motivatie of achtergrond. Het bekendste voorbeeld van de master himself is ‘For sale: babyshoes, never worn.’ Een aanpak die mooie

sfeerstukjes en veel implicatie oplevert, maar zelden een echt verhaal met een begin, een midden en een eind. Moeilijker dan het lijkt.

En dan wil ik het ook even hebben over sprookjes. Een sprookje is in oorsprong een mondeling overgele-verd volksverhaal dat gebruikmaakt van magie en fantasie. Het opent normaliter met de woorden "Er was eens..." en speelt zich meestal af op een onbepaalde plaats in een onbe-paald verleden. Als ongeschreven vertelling richtte het zich tot ongelet-terde volwassenen. Tegenwoordig zijn sprookjes (kinder)verhalen met al dan niet verbloemde levenslessen.

Is een gewoon 101’tje schrijven al geen sinecure, dan is het schrijven van een SPRKJ ronduit moeilijk. Een verhaal met een begin, een midden en een eind, met op de koop toe nog een moraal, en dat alles in 101 woorden. Je moet al over een heel scherpe pen beschikken om dat tot een goed einde te brengen.

Dat de opdracht moeilijker bleek dan ze leek, werd duidelijk bij lezing van de ingezonden SPRKJS. Een flink

sCHRIJFTIPs

• Gooi adjectieven en bijwoorden over boord. Blijft je verhaal over-eind, dan kun je verder.

• Heb je een plot? Een helder be-gin? Een sterk middenstuk? Een lo-gisch einde? Zonder die zaken is je tekst niet meer dan een stuk uit een groter (onafgewerkt) geheel.

• Grijpt je einde de lezer bij de keel? Laat het hem achter met een glimlach of een aha-erlebnis? Dat is tenslotte het minste wat hij mag verwachten.

• Is elk woord dat je schreef nood-zakelijk? Schrappen van ballast geeft je misschien de (letterlijke)ruimte om een pointe aan je verhaal te breien.

• Besteed, meer nog dan door-gaans, aandacht aan je formule-ring. Heb je weinig woorden ter be-schikking, dan is het zaak precies degene te gebruiken die uitdrukken wat je wilt zeggen, en die de juiste sfeer uitademen.

• Lees je tekst hardop. Zo kun je aanvoelen of het ritme van de tekst goed zit.

• En specifiek voor SpRKJS: welke conclusie moet de lezer trekken na het lezen van je verhaal? Welke boodschap wil je overbrengen? 0ndersteunen alle elementen in je verhaal deze boodschap? Zo niet, dan krijg je een tekst waarin de le-zer verdwaalt, zelfs al telt de tekst niet meer dan 101 woorden.

deel van de inzendingen las als een (klein) deel van een groter geheel, waardoor ik als lezer achterbleef met het gevoel bedrogen te zijn. Bij minstens evenveel SPRKJS was er niet of onvoldoende nagedacht over de inhoud. Met andere woorden: de eenduidigheid ontbrak. Waar ik toch een lijn meende te bespeuren, werd die bijna altijd doorgeknipt op het einde, waardoor het verhaal platviel. Ook de taal was niet om over naar huis te schrijven. Die was doorgaans gewoontjes, in sommige gevallen zelfs schabouwelijk: foutief gebruikte woorden, spellingfouten en zinscon-structies waar kop noch staart aan te krijgen was. Een schrijver in spe onwaardig. Op vlak van inventiviteit werd er ook niet zo vaak gescoord. Ze verdienen een dikke pluim, de en-kelingen die de platgetreden paden (bijna plagiaat soms) wisten te ver-mijden, en de witte raven die begre-pen dat je verder komt met één dub-bele bodem dan met tien platitudes.

Wie daar op een even simpele als geniale manier in slaagde, was de auteur van ‘De Fuzwol’: Er was eens een fuzwol. Die had een zwakje voor een fizwa en droomde van samen bleisen bij maneschijn. Jammer ge-noeg had ze geen tufjes en kon niet prieten. Handig als hij was, braiseer-de hij glansrijke tufjes uit het fijnste spinrag. Ze prietten dat het een lieve lust was. tot de prietlijn gehakseld werd. Aanvankelijk merkten de stak-kerds niets, maar alras werd hen diets dat ze met een schiepigeviolatora te maken hadden. Ziedend om deze snode zurf, stortte hij in zak en as en zij ontstak in een alles verterende sola. Wat rest van de fuztortels, is een flinterdun swilver. Einde.Anne Beevers

Zelf zou ik gekozen hebben voor een sterker einde. Het ‘in zak en as stor-ten’ is nogal magertjes. Had onze fu-zwol actie ondernomen, dan zou hij roemrijker ten onder zijn gegaan, of misschien zelfs – je weet maar nooit – hebben kunnen zegevieren. Maar het gebruik van die niet-bestaande woorden maakt veel goed. Het levert een verhaal op dat iedereen naar ei-

gen goeddunken kan invullen, zon-der dat het onduidelijk wordt. Wat kan een mens meer verwachten van een 101’tje?

Ook ‘De man die de gevolgen niet wou dragen’ bekoorde me. Meer zelfs. Tot en met “de gang naar de markt” vond ik het fantastisch ge-vonden, goed geschreven en dege-lijk geconstrueerd. Het gratuite slot zette echter een zware domper op mijn plezier. Was er hier en daar iets economischer omgesprongen met woorden (bv: het 'bedenken' in zin 3 schrappen en de man meteen naar de marktlaten gaan, en 'aan voorbij-gangers' weglaten) dan zou dat 13 extra woorden hebben opgeleverd waarmee een dynamischer en vooral logischer slot mogelijk werd. Een slot dat de boodschap van het verhaal ondersteunde zonder dat een wijze vrouw plots moest veranderen in een toverheks: Er was eens een man die de gevolgen niet wou dragen. Wan-neer hij een misstap beging, stopte hij het gevolg in een zak en knoopte die dicht. toen zijn kamer met zakken volgestouwd was, bedacht hij een manier om van zijn lasten af te raken. Hij ging naar de markt en verkocht de mysterieuze zakjes voor grof geld aan voorbijgangers. Een wijze vrouw kwam naar hem toe en vroeg wat die onzin te betekenen had. toen de man haar uitlachte, toverde ze hem om in een ezel. Hij balkte en huilde luid maar daar gaf de vrouw geen gevolg aan. Einde.Sofie De Moor

Opstarten bleek duidelijk een stuk simpeler dan afronden. Zo was ik bijvoorbeeld echt gecharmeerd door “Er was eens een klein zwart puntje dat op zoek was naar de zin van haar leven”. Mooi begin met dat dubbel-zinnige gebruik van ‘zin’. Er was eens een klein zwart puntje dat op zoek was naar de zin van haar leven. Het dwaalde door een groot boek en ontmoette duizenden let-ters en woorden. Het keek naast de hoofdletters, waar er altijd wel punt-jes te vinden waren. De lange zinnen joegen het verder: ‘ Scheer je weg, wij willen niet gesplitst worden’. En zo

keerden de bladzijdes in het boek, tot hem plots op de allerlaatste terecht kwam. Helemaal beneden, achter het laatste woord, zag het een plaatsje. Het puntje liep bliksemsnel en met een glimlach kwam het tot rust. EindeBasil Janssens

Al even enthousiast was ik over “Er was eens een granaatboom die de Egyptische hitte kotsbeu was.” Jam-mer dat de daaropvolgende zinnen niet even doordacht en/of spitsvon-dig waren, en het verhaal al in het middenstuk begon te zwalpen (bij het puntje) of zich te clichématig ont-wikkelde (bij de granaatboom). Die intro’s hadden pakkende verhalen kunnen opleveren. En een moraal. Er was eens een granaatboom die de Egyptische hitte kotsbeu was. Hij griezelde van het zand tussen zijn te-nen, snakte naar water en verdroeg amper de granaten die weelderig aan zijn takken zogen.In Haspengouw, wist hij, groeiden bomen met uitheemse blozende vruchten. Dat leek hem een interes-sante optie. Hij worstelde zich los en stevende recht naar België. Het regende er stevig en hij wist dat hij de juiste beslissing had genomen. In een bloeiende boomgaard, werd hij verliefd op een prachtige appelboom. Hij pootte zich ernaast en hun wortels verenigden zich. Ze kregen heel veel granaatappelkindjes, die dit sprkj aan alle granaatbomen vertelden.Ann Broeckaert

WIE Is INgRID vERHELsT?

Ingrid coacht, leest, schrapt en schaaft al meer dan 20 jaar, waarvan de laatste acht jaar bij Wisper, waar ze verant-woordelijk is voor het reilen en zeilen van de afdeling ‘schrijven’. Ze werkt ook als ghostwriter. Ze publiceerde twee romans en een twintigtal kortverhalen in diverse tijdschriften, heeft net een derde roman afgewerkt en is meteen begonnen aan nummer vier.

Erwaseens

eenfuzwol

Einde.

Page 15: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

28

S P E F K O A A N

H U G O C A M P S O

A R S R S T E L

W A N B A N R E E

S A R A M A G O N

S T I R A D E I S

P S O E Z A F O N

E T B O L L D A

R O S T O V I B I S

M A O R I O P A A L

A M A C B E T H A

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

OPLOssINg KRUIsWOORDRAADsEL vorige editie VERZIN

4

10

9

6

8

5

2 3

11

12

7

1

WinnAARSHoe word ik een beroemd schrijver?van Ilja Leonard Pfeijffer

Elsje De Pauw Winny Cornil

sCHRIJFUITDAgINg

Zoals je kunt lezen in het artikel op blz 29 zit Slam Poetry in de lift. Het genre laat poëzie flirten met alle ongedwongen conven-ties en gaat kruisbestuivingen aan met andere takken in de woord- en muziekkunst als beat-box, rap en stand-upcomedy.

Wij dagen je uit om een slamtekst te schrijven die vertrekt vanuit alliteratie. Kies een letter en schrijf zoveel mogelijk alliteraties met de gekozen letter op. Probeer vooral verschillende soorten woorden te gebruiken: werkwoorden, substan-

tieven, adjectieven, enz. (banaan, beven, boormachine, bierkaartje, beestig, bij, beetgaar,…) Kies ver-volgens vijf woorden uit je lijst en gebruik ze in je slamtekst. Eén van die woorden wordt ook de titel van je tekst. De andere vier gebruik je hoe en waar je wil.

Bij Slam Poetry ligt de nadruk sterk op performance. Indien je ons een geluidsfragment of een filmpje wil bezorgen met een opname van je tekst, is dat welkom, maar geschreven inzendingen aanvaar-den we ook. Ervaren slammer Max Greyson geeft in het volgende nummer van VERZIN feedback op een aantal inzendingen.

• Maximaal 16 regels

• Zet je geluids- of filmfragment online (bijv. YouTube, soundcloud, vimeo, …)

• Mail je tekst voor 7 november 2012 naar [email protected] en vermeld eventueel de link naar film- en of geluidsop-name.

• Eén zelfgeschreven tekst per persoon

• Gebruik geen bijlagen maar zet je tekst in de mail zelf

• Vermeld in de onderwerplijn van je e-mail: schrijfuitdaging VERZIN

EVENEMENT IN DE KIJKER

The point is not the points,

the point is

poetry

Zes Nederlandstalige en zes Frans-talige kandidaten proberen op 1 december met hun poëzie en perfor-mance het publiek en de jury te over-tuigen van hun Slam-kwaliteiten. De Nederlandstalige kandidaten deden dit al op de voorrondes in Hasselt, Brussel, Gent, Watou en Antwerpen.

In Hasselt triomfeerde de Antwerpse Kempenaar Simon Den Haerynck. Hij versloeg Rien Thoma in de lokale slambattle. Flor Declerq uit Vorst vertegenwoordigt de Nederlandstalige Brusselaars. In de hoofdstedelijke finale gaf hij publieksfavoriet Elli Severino Fernandes het nakijken. Tijdens de Gentse Feesten ging het er in de Hotsy Totsy hard aan toe. Jacques Bardthesque deelde de mooiste slagen toe aan runner-up Kevin Amse. Lotte Dodion overtuigde publiek en jury in Watou ten nadele van Elisabeth Isabelle. Op 16 september vond de voorronde in Antwerpen plaats. Bij het ter perse gaan van dit nummer was de winnaar nog niet bekend (kijk op www.beslam.be voor al het laatste nieuws). De jury koos in Antwerpen ook de beste van de vijf runners-up, die mee gaat naar de finale. De kandidaten uit Mons zijn Effel en Serial D'Rimmeur. Franstalig

Brussel vaardigt Léila Duquaine en Youness Mernissi af. De voorronde in Luik stond op 19 september gepland en stuurt ook twee kandidaten.

De voorrondes leverden een ge-spierd stel dichters op dat je op 1 december aan het werk kunt zien in Espace Magh. Dit uniek kunstencen-trum in Brussel trekt al jaren aan de Slam Poetry-kar. Bij de vorige editie ging Youness Mernissi met de over-winning lopen. Hij is dan ook een taaie brok om te verslaan voor de Nederlandstalige kandidaten. You-ness vertegenwoordigde België in Reims 2010 op het eerste individu-ele Europees kampioenschap en be-haalde daar een mooie derde plaats.

Het Europees kampioenschap be-staat dit jaar uit twee disciplines: een ploegenkampioenschap en een individueel. De ploegen vechten het onderling uit in Reims op 12 decem-ber. De 18 nationale kampioenen kampen op zaterdag 15 december in Antwerpen voor de titel van individu-eel kampioen. De Scheldestad loopt midden december over van de Slam Poetry. Voor wie niet bekend is met het genre, zijn deze dagen een bui-tenkans om de beste Slammers van het continent aan het werk te zien. De

nationale kampioenen treden onder meer op bij Mama's Open Mic en De Muzeval.

Slammers van bij ons krijgen ook de unieke kans om bij de Poetry konin-gen van Europa workshops te volgen en zo het eigen niveau op te krikken. Als kers op de taart is er het Euro-pees kampioenschap, waar naast de nationale titelhouders ook enter-tainment van internationaal niveau te bewonderen is. Kortom, een feest voor iedereen die de poëzie graag ziet en hoort, want: "the point is not the points, the point is poetry" (Allan Wolf).

1 december, finale BK: 19.30 u., Espace Magh, Priemstraat 17, 1000 Brussel

15 december, finale EK: 20 u., DE Studio, M. Gérardstraat 4, 2000 Antwerpen

PUBLICATIE POETRY sLAM POETRY

Wil je graag een publiek kort en krachtig inpakken met woorden? Is spelen met de ritmiek van teksten en de klank van let-ters jouw onontgonnen sterkte? Creatief Schrijven vzw geeft een publicatie uit over Slam Poetry. In vele dolle bladzijden leer je wat Slam Poetry is en kun je zo aan de slag. Gratis te verkrijgen op www.creatiefschrijven.be

— En toch worden er punten uitgedeeld op 1 december. Dan vindt in Brussel de finale van het Belgisch Kampioenschap Slam poetry plaats. twaalf kandidaten strijden om de titel van Belgisch kampioen. Deze po-etische performer (M/V) verdedigt onze nationale eer op het Europees kampioenschap op 15 december in Antwerpen. door Maarten Billiet

Page 16: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

3130WEDSTRIJD IN DE KIJKER

Turing

— De turing Nationale Gedichtenwedstrijd is geen poëziewedstrijd als een ander. Daar zorgen de kleppers in de jury, de ruime persaandacht en de hoofdprijs van 10.000 euro wel voor. Wie volgt de Vlaming David troch op als eindwinnaar? door Michiel Leen

Nationale Gedichtenwedstrijd

eeuwige roem en harde euro’s

De Turing Nationale Gedichtenwed-strijd is in zekere zin schatplichtig aan de in juli overleden Nederlandse dichter Gerrit Komrij. Komrij richtte in 2001 de Poëzieclub op, die heden de organisatie van de wedstrijd op zich neemt. Financiële en logistieke steun krijgt de organisatie van de Turing Foundation, een fonds dat opge-richt werd met gelden uit de beurs-gang van GPS-fabrikant TomTom. De Turing Foundation, genoemd naar de wiskundige Alan Turing, steunt goede doelen in verband met de bescherming van de natuur, de be-strijding van lepra en het promoten van onderwijs. Maar het opvallend-ste project waar de stichting haar schouders onder zet, is de Nationale Gedichtenwedstrijd.

Het concept van de wedstrijd is ont-leend aan een Brits model. De Na-tional Poetry Competition zet over het Kanaal al sinds 1978 ieder jaar duizenden poëzieliefhebbers aan het schrijven. De organisatie hecht erg

veel belang aan de anonimiteit van de deelnemers, die gegarandeerd wordt door het online indienen van de teksten. “Het beoordelen van poëzie blijft een subjectieve zaak, ondanks de onafhankelijkheid en deskundig-heid van onze jury. De selectie van de gedichten is echter eerlijk en on-bevooroordeeld. De gedichten wor-den anoniem beoordeeld, dus een reputatie of het ontbreken daarvan speelt geen rol in het selectieproces van de jury,” motiveert de organisatie die aanpak op de website.

Naast voormalig dichter des vader-lands Ramsey Nasr bemanden in het verleden ook enkele kleppers als Mauro Pawlowski – die zich bijwijlen ontpopt tot een verdienstelijk pro-zaïst en de Nederlandse dichteres Ellen Deckwitz de jury. De precieze samenstelling van de jury voor editie 2012 volgt in de loop van het najaar.Deelnemen aan een gedichtenwed-strijd die het stempel draagt van wijlen Gerrit Komrij, is dus duide-

lijk geen klein bier. En dat wéét het dichtende volkje ook: vorig jaar kon de organisatie bogen op meer dan 10.000 inzendingen uit Vlaanderen en Nederland. Turing winnen is dan ook een unieke ervaring in je dich-terscarrière.

Wie ervan kan meespreken, is de Vlaamse dichter David Troch, die vorig jaar de hoofdvogel afschoot. “Toen ik te horen kreeg dat ik de wed-strijd won, was ik verbaasd. Verbaasd en verrast. Je wordt op voorhand ook zo perfect in spanning gehouden. In de eerste fase verneem je dat je tekst bij de laatste duizend gedichten is.

Wat later volgt er een mail: je bent bij de laatste honderd, en je tekst wordt opgenomen in de bloemlezing. Om het nog wat spannender te maken, worden de auteurs die in de bloemle-zing terecht komen, ook uitgenodigd voor de prijsuitreiking in de Amster-damse Stadsschouwburg. Die avond word je samen met de twintig beste auteurs vooraan op het podium ge-roepen, waarna de lezing van het ju-ryverslag begint. Daar zit je dan dui-zend doden te sterven, vooraan in die zaal. Dus het is razend spannend tot het allerlaatste moment.“

Troch is, met bundels als Ontkroond en Laat (avond) taal op zijn actief, hoegenaamd geen debutant meer. Het wedstrijdreglement vereist ech-ter wel dat de ingezonden werken nooit eerder gepubliceerd werden, ook niet op het internet. Dus moet je zorgen dat je steeds een voorraadje sterk, onuitgegeven werk achter de hand hebt. “Voor mij was dat niet zo’n probleem,” zegt Troch. “Ik ben constant aan het schrijven, dus ik had nog wel wat achter de hand.”

Wie wil deelnemen, moet rekening houden met een inschrijvingsgeld van 4 euro per ingezonden gedicht. Een praktijk die in het buitenland wel vaker voorkomt, maar voor Vlaamse poëzieliefhebbers misschien nog wat onwennig is. David Troch is alvast niet tegen. “Zie je, wanneer ik in mijn vrije tijd aan een sportwedstrijd deel-neem, wordt daar ook inschrijvings-geld gevraagd. En zeker bij Turing staat daar toch een mooi bedrag

tegenover voor de winnaar. Dat is wat anders dan deelnemen aan een poëziewedstrijd, waarbij je enkel de bloemlezing met deelnemende ge-dichten kunt winnen, of wordt afge-scheept met een muf boekenpakket. Als je aan je deelnemers geld vraagt, zorg dan godverdomme dat er voor de winnaars een mooie prijs aan vast hangt.”

Onbetaalbaar is alleszins de media- aandacht die het winnen van de Nati-onale Gedichtenwedstrijd je oplevert. Troch kan ervan meepraten. “De dagen na Turing waren hels. Plots krijg je van alle kanten aanbiedingen voor optredens, alle mogelijke media laten je aan bod komen. Mijn echt-genote (dichteres Sylvie Marie) en ik haalden zelfs de tv-journaals.”

Tot zover het relaas van de winnaar. Maar wie naast de hoofdprijs grijpt, hoeft niet meteen in een hoekje te gaan zitten grienen. Immers: de honderd beste gedichten worden in een bloemlezing gegoten door uitge-verij Atlas Contact. De beste twintig auteurs krijgen bovendien de kans om een bundel ter publicatie voor te leggen aan diezelfde uitgeverij. Voor de drie beste gedichten wordt een plaatsje ingeruimd in Nederlands oudste literaire tijdschrift, De Gids. En de honderd beste gedichten wor-den op de radio besproken door jury-voorzitter Ramsey Nasr.

Mocht je nog twijfelen of deelnemen iets voor jou is, dan hebben we tot slot een statistiekje: bij de honderd beste inzendingen van de editie 2011, waren er vijftien Vlamingen. Misschien ben jij volgend jaar één van hen?

INsCHRIJvEN

Praktisch: ben je ouder dan 16 en woon je in Nederland of België, dan mag je meedoen. Het hebben van de Belgische of Nederlandse natio-naliteit is dus geen vereiste. Je tek-sten zijn maximum 40 regels lang; qua thematiek of stijl ben je volledig vrij. Je mag ook opteren voor een va-riant van de Nederlandse streektaal.

Inschrijven kan online tot 15 november 2012 om 0.00 uur. Tot die datum kun je ook wijzigingen uitvoeren aan de teksten die je geüpload hebt. Je naam mag hierin niet voorkomen.

Dus grabbel je beste, nieuwste, origi-neelste teksten uit de kast en schrijf je als de bliksem in.

De winnende teksten worden bekendgemaakt op 6 februari 2013.

www.nationalegedichtenwedstrijd.nl

Page 17: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

De Boekenbeurs, Red Bull en Crea-tief Schrijven vzw slaan de handen in mekaar voor een zoektocht naar jong schrijftalent (14-35 jaar).

De Belgische groep Amatorski heeft een gloednieuw nummer klaar, maar vond nog geen geschikte songtekst. Denk jij over de nodige taalvaardig-heid te beschikken of schuilt er in jou een ontluikend songwriter? Schrijf dan een Nederlandstalige tekst en wie weet neemt Amatorski in novem-ber een song op met jouw lyrics.

DEELNEMEN

Van zaterdag 1 september tot en met zaterdag 20 oktober kun je jouw tekst indienen via www.boekenbeurs.be

3332VAKLITERATUUR

Waarom lezeneen betere schrijvervan je maakt...

— terwijl ‘schrijfboeken’ zich meestal beperken tot regels, zoekt auteur Francine prose de schrijfmosterd in bestaande literatuur. Wie wil schrij-ven, moet lezen. Reading Like a Writer leidt de lezer doorheen talloze voorbeelden uit de Engelse literatuur. Yves Joris ging gluren bij de buren en zag dat het er goed toeven is. door Yves Joris

Lezen en schrijven zijn onafscheide-lijk met elkaar verbonden. Wie leest, schrijft beter. Ook critica en essay-iste Francine Prose is van mening dat aspirant-schrijvers veel kunnen leren uit de klassiekers van de we-reldliteratuur. In elf hoofdstukken en een uitgebreide (Engelstalige) lees-lijst dwingt ze ons om stil te staan bij bekende schrijfonderwerpen zoals vertelstandpunt, uitwerking van ka-rakters en dialoog. Daarnaast wijdt Prose een apart hoofdstuk aan de kleine fi nesses die schrijvers on-sterfelijk maken. Wie kent niet de ‘madeleine’-scène van Proust of de kaasneologismen die Elsschot in zijn novelle Kaas op de lezer loslaat? Prose focust niet alleen op wat er geschreven staat, maar ook op hoe de lezer met een tekst moet omgaan. Zoals de madeleine een hoop emoties en herinneringen

oprakelt bij het hoofdpersonage van A la recherche du temps perdu, zo pleit ook Prose ervoor om stil te staan bij beelden en gevoelens. Slow

down and read every word: op deze manier dwingt de lezer (en aspirant-schrijver) zichzelf om na te denken over de bedoeling van de schrijver. Waarom opteert de auteur voor dit woord en niet voor een synoniem? Close reading, en dus trager lezen, daagt de lezer uit om de schrijfstijl van de grote meesters tot zich te nemen.

NIEUWE PENNEN

Zoals Francine Prose meer dan twin-tig jaar aan verschillende Amerikaan-se universiteiten doceerde, neemt ze in bijna 270 bladzijden de geduldige lezer mee naar het Arcadië van de literatuur. Ik schrijf met opzet “gedul-dig”, want Reading Like a Writer is geen boek dat zich laat hertalen tot enkele schrijftips. Prose omschrijft het als volgt: “Een essentieel verschil tussen het leerproces van een schrijf-boek en literatuur is dat het eerste je in principe vooral wijst op hoe je be-paalde zaken niet moet aanpakken. In dat opzicht verschillen schrijfboe-ken weinig van workshops, waar de nadruk ligt op het vermijden of verbe-teren van fouten. Schrijven vanuit een vertrouwdheid met voorbeelden uit de wereldliteratuur vertrekt daarente-gen vanuit een positieve invalshoek.” (vertaling YJ, red)

Francine Prose focust niet alleen op schrijvers zoals Kafka, Joyce en Mar-quez, maar ook op schrijvers die in onze contreien minder bekend zijn. Sommigen zouden dit een manco durven noemen, ik vind het een uitda-ging om de confrontatie met nieuwe pennen aan te gaan. De kracht van het boek is tegelijkertijd zijn zwakte:

Prose wil overtuigen, waardoor ze zich soms verliest in een overvloed aan voorbeelden. Nochtans is Rea-ding Like a Writer, net zoals Waarom zou je de klassieken lezen van Italo Calvino, een boek dat bij elke (aspi-rant-)schrijver op het nachtkastje zou moeten liggen. Jammer dat het niet in het Nederlands beschikbaar is.

Francine Prose, Reading Like a Writer: A Guide for people Who Love Books and for those Who Want to Write them. 272 blz. ISBN 9780060777050

Trager lezen daagt de lezer uit om de schrijfstijl van de grote meesters tot zich te

nemen

Prose dwingt ons om stil te staan bij bekende schrijf-

onderwerpen

BOEKENBEURS

Boekenbeurs en Red Bull zoeken songtekst voor Amatorski

DEElNEMEN

Verken de grenzen van je woorden-schat en fantasie: alles kan, alles mag. Beschik je naast schrijf- ook over het nodige zangtalent, of ken je iemand in je buurt die jouw tekst kan inzingen, dan kun je de complete song ook doorsturen. Vergeet in dat geval niet ook je tekst afzonderlijk door te sturen.

Wie wil deelnemen maar niet meteen inspiratie heeft, vindt in de publicatie ‘Er moet ook nog tekst op’ bruikbare tips en ideeën. Je kunt deze publica-tie gratis downloaden op www.creatiefschrijven.be

Amatorski maakt op donderdag 8 november de winnende songtekst bekend, en zingt de song tijdens hun set op de Boekenbeurs Noc-turne in Antwerpen.

Info: www.boekenbeurs.be.

kORTINGSBON 10%BOEkENBEURS 2012

Ter gelegenheid van de Boeken-beurs 2012 bundelt het Forum voor Amateurkunsten opnieuw alle publi-caties van de amateurkunstensector in een gezamenlijke stand.

Meer dan veertig verschillende titels waaronder boeken, cd’s, kunstedu-catieve pakketten, werkmappen, enz., worden aangeboden op stand 207 in Hall 2.

De lezers van VERZIN krijgen een exclusieve korting van 10% op alle aankopen uit ons aanbod. Daar-naast organiseren enkele amateur-kunstenorganisaties een interessan-te randprogrammatie op de stand.

Kortom, meer dan de moeite om af te zakken naar Antwerp Expo voor de Boekenbeurs 2012.

Page 18: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

35

bij SHOPMYbook JOUW boekJOUW boekgratis

Publiceer

Bundel al jouw recepten in een uiterst

persoonlijk CookBook. Kies zelf een

stijl voor jouw boek, voeg je eigen

recepten toe en die van grootmoeder,

vul jouw boek eventueel aan met

leuke recepten uit onze database

en creëer erop los. Wij zorgen ervoor

dat je jouw eigen CookBook binnen

enkele dagen kan ontvangen. Een mooi

boek in kleur gedrukt met een harde

gepersonaliseerde kaft. Zo uniek. Een

echte cadeautip of toch eerder een

musthave voor elke hobbykok?

Je creëert een PhotoBook met de meest

professionele software waar ook

fotografen mee werken. De grafische

mogelijkheden zijn enorm. Je kan jezelf

eindeloos verdiepen in het creëren.

Na enkele dagen ontvang je dan jouw

PhotoBook in kleur gedrukt en met een

harde gepersonaliseerde kaft.

Of hou je het toch liever bij een volledig

zelf ontwikkeld boek?

Via ShopMyBook kan je zelf jouw

werk opladen. De handige wizard helpt

je vervolgens bij de opmaak van jouw

kaft. Wil je anderen laten kennismaken

met jouw boek? Dan kan je het boek

gratis te koop aanbieden via onze online

bookshop. Via ShopMyBook beschik je

immers over een wereldwijd verkoop-

en distributieplatform. ShopMyBook

zorgt voor de productie, de betaling en

de verzending, zodat jij jezelf volledig

kan toeleggen op het schrijven zelf.

€ 6,46vanaf

Maak jouw eigen unieke CookBook!

Maak jouw eigen unieke PhotoBook!

Maak jouw eigen unieke boek!

Creatiefschrijven-advert.indd 1 25/05/12 16:58

34

WORkSHOP THRILLERsCHRIJvEN 31 oktober : 16u-17.15u Leer zelf een thriller schrijven. Verwijzend naar de geschiedenis van het genre en aan de hand van sterke voorbeelden en een uitgebreide leeslijst gaat thrillerken-ner John Vervoort in op alle facetten van het spannend verhaal.

WORkSHOP

gELEgENHEIDsTEKsTEN sCHRIJvEN 1 november: 13.30u-14.45u

Is jouw deelneming innig? Zijn jouw ge-lukwensen hartelijk? Soms willen we onze deelneming betuigen of onze wensen op papier zetten. In deze workshop ontdek je hoe je grenzeloze verbeelding in de juiste woorden kunt gieten. Voortaan schrijf je vlot voor elke gelegenheid een tekst.

WORkSHOP

sLAM POETRY: voor leer-krachten secundair onderwijs 2 november: 15u-16.15u

Het genre slam poetry zit in de lift. In de Antwerpse urban scene palmen jonge-ren diverse podia in. Ervaren slammers geven concrete tips om met de jongeren van jouw klas aan het slammen te gaan. Laagdrempelig, hedendaags, ritmisch en met veel pratkische oefeningen. Wedden dat je bij de slamles de hele klas onmid-dellijk mee hebt?

WORkSHOP

HUMOR OP PAPIER 3 november: 16u-17.15u Lennaert Maes, publieksprijswinnaar van het Leids Cabaretfestival, illustreert hoe humor werkt. Hoe begin je aan het schrijven van een humoristische tekst, een stukje stand-up comedy of cabaret? We trekken de lades van onze geest open en bewandelen de grappige kant van het leven.

lEZING

MANUsCRIPT PUBLICEREN 4 november: 16u-16.45u Bloed, zweet en tranen heeft het je gekost om die roman of dichtbundel te schrijven. Eindelijk is hij klaar, maar wat nu? Hoe ga ik publiceren? Bij een erkende uitgever of in eigen beheer? Hoe lever ik mijn manu-script aan? Met of zonder begeleidende brief? Bij welke uitgeverij klop ik het best aan? Kom met al je vragen naar deze le-zing. Een specialist helpt je op weg.

WORkSHOP

KORTE POËZIE 5 november: 15u-16.15u Hoe ontdek je de poëzie in je leven? Eenvoudig. Door open te staan voor de indrukken die elke dag opnieuw op je afkomen. En ze een vorm mee te geven. Dichter en tijdschriftenmaker Xavier Roe-lens helpt je bewust je zintuigen in te zet-ten. En hij reikt je ook vormen aan om in korte gedichten je alledaagse indrukken een eigen rijkdom te geven.

WORkSHOP

sCHRIJvEN MET JE TWEE HERsENHELFTEN 8 november: 20u-21.15u

Hoe maak je jouw zakelijke teksten cre-atief? In deze workshop ontdek je je de mogelijkheden van je rechterhersenhelft. Een fris idee voor een artikel, een origine-le invalshoek op je website, een fantasie die de lezer bij het nekvel grijpt? Gebruik je beide hersenhelften en pas creatieve technieken toe. Met een zintuiglijke, cre-

atieve en associatieve aanpak lever je pit-tiger teksten af en vermijd je ingeslepen schrijfpatronen.

PRIJSUITREIkING

gOUDEN MEEUW 11 november: 16u Wie een boek wil uitgeven, kan dit ge-makkelijk zelf doen; in eigen beheer. Ook in dit circuit verschijnen af en toe parels. Creatief Schrijven vzw reikt daarom de vierde Gouden Meeuw uit, de prijs voor het beste Nederlandstalige fi ctieboek uit-gegeven in eigen beheer. Friedl’ Lesage (Radio 1), Eva Berghmans (De Bezige Bij Antwerpen) en Michaël De Cock (schrij-ver) brengen hun favoriete fragmenten uit deze onbekende oogst. Ontdek wie zijn vleugels uitslaat, dankzij deze prijs.

Deelnemen aan de Gouden Meeuw kan tot 10 oktober. Stuur vier exemplaren van je boek naar Creatief Schrijven vzw, Waalsekaai 15, 2000 Antwerpen en vul het deelnameformulier in op www.creatiefschrijven.be

Boekenbeurs praktisch Data: 31 oktober-11 november Locatie: Antwerp Expo, Jan Van Rijs- wijcklaan 191, 2000 Antwerpen

Tips voor de

BoekenbeursHet programma van Creatief Schrij-ven vzw op de Boekenverdieping biedt je kansen om je schrijftalent aan te scherpen en je favoriete au-teurs te ontmoeten.

Deelname is gratis. Schrijf je in via [email protected] of op stand 206 op de Boekenbeurs.

BOEKENBEURS

Page 19: VERZIN, jaargang 7, nummer 4 (2012)

Zin in literatuur? Wil je zelf schrijven? Werp een blik op de cursussen, wedstrij-den en literaire evenementen in deze lijst. Een uitgebreid overzicht vind je op de website www.creatiefschrijven.be

GOUDEN MEEUW

Wat: wedstrijd voor het beste fictie- boek uitgegeven in eigen beheerDeadline: 10/10Organisatie: Creatief Schrijven vzwInfo: [t] 03 229 09 90[w] www.creatiefschrijven.be

HOREN, ZIEN EN SCHRIJVEN

Wat: schrijfcursusData: 10, 17, 24/10, 7 en 14/11Waar: SchaarbeekOrganisatie: De KriekelaarInfo: [t] 02 245 75 22[w] dekriekelaar.vgc.be

DONDERDAGEN VAN DE POËZIE

Wat: pittige poëzie tijdens de lunch voor leesplezierData: 18 en 25/10, 15 en 22/11Waar: Bibliotheek Permeke en Letteren-huis, AntwerpenInfo: [t] 03 222 93 20[w] www.antwerpen.be

SONGTEKSTWEDSTRIJD

Wat: schrijf tekst voor song Amatorski Deadline: 20/10Organisatie: Boek.be, Red Bull, Creatief Schrijven vzw Info: [w] www.boekenbeurs.be

GENIETEN MET POËZIE

Wat: schrijfcursusData: 23/10, 6 en 20/11, 4/12Waar: Brugge Organisatie: WisperInfo: [t] 050 33 01 12 [w] www.wisper.be

DIALOOGSCHRIJVEN EN THEATERSCÈNES

Wat: schrijfcursusData: 24 en 31/10, 7, 14 en 21/11Waar: Gent Organisatie: WisperInfo: [t] 09 229 21 72 [w] www.wisper.be

BOEKENBEURS

Wat: boekenstanden en auteursprogrammaData: van 31/10 tot en met 11/11Waar: Antwerp Expo[w] www.boekenbeurs.be

INTERNATIONALE AMBROZIJN-WEDSTRIJDEN

Wat: wedstrijd poëzie en kortverhaal voor volwassenen en jeugdData: 1/11 Organisatie: Kulturele Kring Ambrozijn vzwInfo [t] 057 20 97 71[w] www.ambrozijn-vzw.be

AUTOBIOGRAFISCH SCHRIJVEN

Wat: schrijfcursusDeadline: 6,13,27/11 en 4,11/12Waar: WilrijkOrganisatie: CC De Kern i.s.m. Creatief Schrijven vzwInfo [w] www.ccdekern.be

CROSSING BORDER

Wat: festival waar de combinatie litera-tuur, muziek, film en beeldende kunst centraal staatData: 17 en 18/11Waar: Arenberg en Bourlaschouwburg, Antwerpen[w] www.crossingborder.be

COLUMNS SCHRIJVEN

Wat: schrijfcursusData: 24/11 en 1 en 8/12Waar: LeuvenOrganisatie: WisperInfo: [t] 016 25 16 21[w] www.wisper.be

BELGISCH KAMPIOENSCHAP POETRY SLAM

Wat: finale spoken word Data: 1/12Waar: Espace Magh, BrusselOrganisatie: Creatief Schrijven vzw i.s.m. Espace Magh Info: [t] 03 229 09 90[w] www.beslam.be

SCHRIJVEN EN ILLUSTREREN VOOR KINDEREN - KENNISMAKING

Wat: schrijfcursusData: 7 en 14/12 Waar: BruggeOrganisatie: VormingplusInfo: [t] 050 33 01 12[w] www.vormingplus.be

ESSAYPRIJS WEL/STAD LEUVEN

Wat: schrijfwedstrijdDeadline: 15/12Organisatie: Universitaire Werkgroep Literatuur en MediaInfo: [t] 016 22 93 24[w] uwel.allegro.be/wedstrijden

AgENDA / Evenementen, cursussen en wedstrijden