Verzameld door Tom Overtoom 1. Er is een Kindeke · 2017. 12. 26. · Kerstliedjes Verzameld door...
Transcript of Verzameld door Tom Overtoom 1. Er is een Kindeke · 2017. 12. 26. · Kerstliedjes Verzameld door...
KerstliedjesVerzameld door Tom Overtoom
1. Er is een Kindeke
gaar.get.bij.
strooi. Er
't Kwam't HadDaar
't KwamEr�
huis.
alalsgelrener
ren
�aard.
�op
geenin 'ttjeslale
�
optweezijnisopis
�
al-leeendeeen
��Er
6. 't Kwam5. 't Had4. Daar3.
2. 't Kwam1. Er
43���
de
geenge
�
driejestenkedeke�
dezo
voor
�bo
't hadboen
zwartons
oogschoon
�Kin-de
aarKin-denach
aar
�aard.huis.
strooi.bij.get.
gaar.
�
gel
�rener
ren
alsal
�op
geenin 'ttjeslale
��isopis
zijntweeop
eendeeenal-le
schoonde
�aar
Kin-de
Kin-de
5
� ��
tenjes
�geenge
driezo
voorde
�bo
't hadboen
zwartons
nachoogaar
kede
�ke
�maal.kruis.hooi.blij.net.jaar.
�
nieuw
al
�al
meter
hemlig
�le
zijnwatzozo
op
�'t Kwam't Kwam
't LagZij
TweeEn
�op
inwie-genblo-zen't wenst
�dedeeenhetdeons
stond
9
� ��en
dedebe,je
jes,len
�voor
�
geendateen
�ons
't droegdekt
't slaapt
za
�aaraarkribkindkaak
al
�maal.kruis.hooi.blij.net.jaar.
�
hem
�alal
meter
lig
�le
zijnwatzozo
nieuw
't LagZij
TweeEn
�opopin
wie-genblo-zen't wenst
't Kwam
�dedeeenhetdeons
13
� �� �'t Kwam
dat
dede
bbe,
jes,len
�voorengeenje
een
�ons
't droegdekt
't slaaptstond
za
kind
alkaak
kriaaraar
� �
2
2. Eer zij God in deze dagen �
elkode
� �ze
ningke
� �
lediezij
� �
totzein
�
schuldon
God
prijs.is.
tijd.
��God, Gij
diein
�GodGod
�
van
�
hebton
�zij
�1. Eer
��� �Eer
zij
�de
3. Lam2.
��dava
�gen,dergendra
eerenal
ze
�ze
ge
�
�
ekovre
� �de
mene
� �
enonsop
� �
ky-rigede
�
vree,toeaar
leis.is.uit.
��on ze
diehet
�Godvan
� �
leop
�
in
���5
Eer zijsen
�
Geef
welMen
� � �haaarda
�gen,de
peisgennaarroept
��bede
vens
a,�
ri
� �in
�� � � �o.
�ex
�cel
�sis
�de
� � �9
� � �Glo
� � � � � �� ��
in
��cel
�ex
��� �ri
�a, de
�sis
� � o.
� � � �� � � �Glo
�� �� ��15 ��
3
3. De herdertjes lagen bij nachte
tjeke
doorhet
�
lelijlenin
� �
ootkwaamt.vreugd.
een.veld.
�
moedtengen
�
rineed' stalliefstra
nacht
�
geen
driebij
� �
je,aer
der
� �la gen
�scho
KindbloosBeth
�
ochdiete
tjes
Ma2. Toen1. De
86�� �3.
Kindrizijher
�
4. Och
� ��le
Zij la
��
In 'tVanDaar
�
den,de,
men,te,
hembij
�
vandat
�
deheweelkwanach
je
ge
men
�
reldsenjejes
�
we
neên.
� �
schaamd.neugt.
beteld.
�
bege
�den
GijKindstraalhad hun schaap
�
dederhet krib
�
hebtjeuit
onsde
vanden
�
paJo
hoogtrou
�
UwSintomvol
���
laatgoe
straalhiel
�
Ach,De
EenZij
� �� �te,
men,de,
�
den,
de
�
Want
�
tredenzefzijwe
hij streelnawach
� �Zij
EenHet
be
ver
telenkeen
�
andgede
end
� �
slaan,schaar.
teer.klaar.�
tigkensopde
�
vijd'enKinvloei
�
steaanhetren
� �
omderser
den
�
weva
'd en
�
komt debeeenzij
���
Gijher
vlamd'hoor
��straal
DeToenDaar
�
nen.den,gen,gen,��
machschaap
viellie
�
DeHunEn
Hun�
reldlen
�lenhuntete win
weio
zin
��geuit
weerwezuswe
�
helnieuJe
nieu
�
staan.
�
jaar.neer.jaar.
�
wewachkniel
te
�
nochhetbijhet
�
reldtendengen
�
unendenders
�
lief
�schreiBeth
�
wervan 't
totnaar
���
krachtkunstonher
�
kribDeWijZijDe
� ��
bin KanWijEn
't Liep
�
nen.den,gen,gen,
�
nietbe
hem
�wo
deje
ensle
�
scheivan
gin
�
4
4. Wij komen tezamen
�blinvergroe ten
�ken,re
��dermengen
't stererU
�renvanbe
�Eenzijen
�kowijwij
�menzenuit
� �� �Wij1.
Drie2.
Ook3.
�men,rookren,
�on
kwamo
�zawiekover
mette
�
�lelenu
hem.hem
ël
� �BethBethmasen
�liedvolgkus
�moetden
�weerzijnuw
5
� �
re
� �ken,
ten,
�voornaarEm
�klinstervoe
koprijle
��genmenen
�d' eng'
Jegeest
��lenzusen
ren.zen.ven.
���
geenlenwil
�bowijge
Chris
� � �HerWij
9 �tusders
�zinko
hart
�ren,zenven
�do
aan
�rebid
�nila wij
�te
ten
�a
�mus,den,
�Ve
Komt
�nila
�te
ten
�� � �Ve
Komtof:
rebid den,
�mus,
�do
wija
�aan Komt
Ve
�
num.
�mize
�Heer.
��Doon
�nila
�te
ten
� �a
wij
17
� � � �mus,den,
��aan
rebid
do
5
4. Van vrouden ons die kinderkens zingen
zinnachtbom
� �gen,
ren.-
�der
��kensstege
�desdieIn
�vrouwasBeth
�43 �� �Van1.
Dat2.
Te3.
�diere
werd
�kin
koudhi
� �onsal
le hemdieden
Dat
�gen;
ren:
� �ge
� �wert
ver
�gingaf,ko Daar
die
�a
Godeen
�vonds
derre
�doewe
krib
5
� �ie
�reldwerd
�heimsi
hi
�
be-
wart
�schiep,
dan
���rengebi
inJo
op
�GodGodwas
� �onsderwel noch
9
� �re
na
�-
mandreldge
�iebo
��Heewenie
�stesgeMa
�nacht.leid.rie.
higed
�wel
�eeneenseph
�reen
kerheikrib
�13
� � ��libedie
genwerdMa
�
de
6
6. Nu sijt wellecome
�Heer,blij,lied,land,
dat
� �Gij
Daarzin
�su,onsdenzo
�lie
eenver
�ve
gennieuw
re zij
�zijtte
dersli
�welKyopge
�le
dendrie
� ��rie
�Nu1.
Chris2.
D' her3.
D'hei4. gen
�meson,de
uit
�Je
laathoor
�koleivel
Koon'
�
fertennenzo veer.
vrij.'t niet.hand.
zijmet
�al
ginwisof
ook
�komtmeed'
Jezoch
�van
zusten
�alon
wasbe
on
5
� � �ge,senren,re
�van
�zozegeze He
bo
�holei
en deden
kerstmel
� neer.
nacht,klaar;goud
hoheizultwie
vin
�geli
Hemrook
�hege
wel
Z'of
�zijtzusaanfer
�
'Gaatis
geenden
�legederoot
�9
� � �NuJe de
de
�merentende
�
gij
� �vanopenlijk
�kobo
stramoe
�
myr',
ri
�
ri leis.
leis.
Ky e
e
�
houdt.waar.'acht.meer.
bevoorge
nooit
�Ky
�is de
geddit
�
van den
Main
�
re Kinl'em ste
reiaard
���13
Betheenal
�
t'e
VanHier
�
al
hoogGij
�
dingschied
zijnzien
�
't islege
moetge
�rijkne,de,
�
de,
�zijt
datwaardie
7
7. Zeg eens herder
�daan?zien?meer?meer?
schoon?zegd?ge
jijjijjij
somslief
niets
� �vange
nognogen
�
5.
Zeg6.
Zeg
eenseenseenseenseenseens
�herherher
�� �42
Zeg1.
Zeg2.
Zeg3.
Zeg4.
derder
her
�waarwatwatzagis
heeft
�komhebzagje
hethet
der
herher
�
der
derder
degeen:maan,nam,kou.bak.stal.
�
het
de
tennerin
end
een
�
dederde
�
men
vraagtdand'arvanvoeou
�
hetnertoenik
eenheb
�
JaScho
'k ZagJa
'k Zagzag
vroegdandat
Ikos
eens
�� ��5
�
de,licht,
adje,zelken
�
schatscho
't kindschrei
bijin
�geeneenMahetom
�kee
kin
zonri
lief
dak.
leen.staan.lam.wou.
zal.
�
ook
�
totde
tel
hetkwam'k ver
�
renkleinmenhetlen
�
alhemstereenwardoor
daar
tenneren
�er
zag
�
zelstond
een
�
La wijdan
ebij
koudik
9
schoosEn
't WasDaar
�en
��
ken
dat
�
lenmel
tochtzef,ker,der
�
nu
dieen
waargaanal
de
�wondonJokehe
8
8. O Kindeke klein
�keke
�teer.teer.
�KinKin
�dede
�VanGij
�KinKin
���� �� 43O1.
O2.
�klein,klein,de
�oo
�keke
de
�neer.Heer.
� �Gijren
�VerIkons
hozijt
�ge
� �uit
5
he
� ��� �melver
�daaltko
�huis.mijn.
�lijkte
�WordtAch,
�laatgeef
�uws
u
9
� ���
het
�ders
�heerhar
�va
heel
zijn.kruis.
�O
�eenu
�O
�mij
armlaat
�en
� �hulp
al
13
� ���'loos,tijd
� �draagt
bij
�keke teer.Kin
�teer.
�dedede
�KinKin
�de
�Kin
ke
17
ke
� ��� �oo
��klein,klein,
9
9. Midden in de winternacht
renle
het
�o
kwabo
duis
�pen.menmen,ter.
�dedeen
lend
mel
�hediealin
��dende
danksdaar
�in
waswin
staat
��� �� �Mid1.
Vre2.
On3.
Zie4.
�verengen
de
�nacht,
al,ijs,
ster,
�gingwil
bloeistramor
�win
osneeuw
deterer
ter
�
den
luiskosaho
�
dege
�pen.men.men.ter.
�woord
zijvande
ons
�op
speelnachtvan
�� �onsdehetdeWant
�'t heilschaaarddag
der
3 �� �� �DieBij
want rameer
pen
�bracht,
stal,dijsver,
�antenisbo
�weinpa
nietisse
de
�reld
�tengij
�niet?aan.
�LaatLaatders
�waarblaast
�omuw
�zingtflui
�dede
vo
�keons
�wel
�geldra
ders
�5 �� �
Elrefr. 1-4
DieRefr. 5:
�lied,gaan,
�herher
�op
�zijnzal
zingt
�
�LaatKe
�dere
�tenrom
�aan!bom!
45�ci
bel
�tersbim
7
� ��delaat
�de
�flui
tromblaast
��slaan,bam,
�isis
�gege
�bobo
��ChrisChris tus
�tus
�ren!ren!
�laatke
�dere
�trom,om,
�� 458
� �bel,om,
belbel
�tromtrom
�hoho
� ren:ren.
��dedelaat
laat
�
10
10. Stille nacht �vidszoen
��Kind,
geligge
�nacht!
nacht!
� �DaDat
Vreed'
Zoon,trouwheil
��� �le
loosle
� ��� 86Stil1.
Hulp2.
Stil3.
� �li-li
�nacht,Kind,nacht,
� �
heiheihei
�
��li
domren
�genontin
rijk
�eensGe Uver
�za
lo
�zegd,
schuld;
�zal,
� �wacht,mint,bracht
�ge
�Dieookaan
�4
� ��langzon
wordt
�ver
daars
�joemijwe
� �nenhebtreld,
�milvooreen
me Umen,
��
schepdanGo
�� �
sekende
stal,legd.vuld.
� �Hij,Leer
A
der
�len
daarzij
�
lof
�ge
G' opbe
�bo
stro
� �renente
7
� �� �wordtwordtGods lijk
�le
ken
�hems
gever
�inin
wordt
�Bethdoeheer
�
Heer.voor.eer!
��se
kende
��len
daarzij
���
Heer,voor.eer!
� �� �Hij,LeerA
10
� �� �der
me Umen,
�schepdanGo
��
11
11. Herders hij is geboren
ke.
ke.ke.
zijn.nacht.�
Ont
���
kleinzijn
kleinde
den
mezelderende
�
lammoekinboevan
�
wijmijndaarme,hij�
namwijar
ders�
schen-ken
gete
�
fluit-je,zijn
slechis
�Wij
1. Her
86� �2.
ge
5. Ziet,4. Ik3. Als
men
Ziet,GeIn
�
Diedermenkensren
een
't mid
teernameenlijk
� �
Een
�boliekoansa
�
u
�
�heeftmalamkinmonlief
�vernemedede
Voor
�weinals
't zoeuw
�relddeeente
LeitEnBo
�zotenop
duster,
wek
�lang
ons't strooi
fluimelk
�van
Zoet
5
� �Die
zonza
nieuw
� �ren
kensrengenne
�DeEn
Voor
buur
ten
�tegegeenen
bo
vo
�
nietnietnenmegel��
krijtkrijt meer.
meer.
staan.stal,kens,�
tra
sussusmende
gen
�
en
ard'en
�
envolze
ons�
d'Oog
Na,Na,
Lie'Vro
�lijk,
na,na,
skenspen
� �
ke.ke:ke.
schijn,wacht.
��8
teer,aan
schalkens'
�
teerjeje
geder
�Naar
Sus,Sus,Zagden
Zon
�van
na,
�
na,
herblijstonkindkind
�metO
�
�
tentenfebele
�hem'.
dwang.kou.moe.moe.
dezijnzijn
�naarmaal
zevanvan
�Bethtoe
strafkrijkrij
�met
�genonsdeU
uw
�de
vanwe
klein
�blij
tedrukoog
11
en
� �Zon
Daar't Ween
DoetDoet
rouwtoe,toeoog
�'Haast
AlInZijZij
�u
�degelen
skensskens
�stem:zang
�
12
12. Eeuwen geleden
�trelief-de
� �menons
�ge
Gods
�den,
bracht.ge
�wenin
�de
�leheil'-geKind-je
�� � �Eeu1.
2.
� �den,
nacht,
�kwaDat
mewe
�ge
stal.
schaard,
�ar
krib
��HerOok
derswij
hemsinstaan
�5
� � �leU
�om
Beth
�
�enle
�teer.zijn,
je
�'t Kind
wij
�zo
�kleinstil
� �'t He
klinktde
�ziethei
�Lief, lig
�kin
9
moe
� � �Zacht neer,der
de
�kijn, nu
Op
��
al.
aard.de opver
�en
�zachtmel
�se
��13
Vreo
�der:
schijnt
�licht
�te
13
13. Hoe leit dit Kindeke��
deteeroock
kou,schaep,
by,
��
komt
hiervoor
�indit
hierghy,
�leyteen
�ditsoet
o
� ��43
Hoe1.
Singht2.
En3.
�ken,
�dedegel
ken
�kinlieen
�tjens
�be
fluitkowen
uw
�deopu
�kens
�ven.jens,
ninck.
�SietEn
Singht
�eensghyeen
�hoeo
mo voor
5
� �le
�
kenderte
�kenssijn
� �speelt
�al
herle
tet
�
�vaninlo
�kou.
slaep.dy.
�haest
uw
�krijtvaltme
�Hoort
MaecktWilt
�eensdathem
� �hoeditver
en
9
� � �hetde
ken
��
weentkendoor
��
maeckindat
�
�kenkin
��de
� �teer.
��nana
�13
�na
� �Na
�refr.
� � �na
�na
�krijt
��niet
��en
�meer.Ey
�swycht
� �toch
17
� � �sus
�
sus,stil,
��
14
14. Geen wiegje als rustplaats
dicht bij,waakt,
eer,
�
Gij
�waar
maar
�kribkind
afont
�wasjeen
�'t wel
�'t
�wieg't loei
ze
�jeengen
�als
de
1.�� �
43Geen
derDoor2.
O,3.
��plaats,
tjesren
maarwasver
�eenhet
-
� �rustkoe
kind'
gemij.
maakt.neer.
�
vanschreiveel
ter
�jeenals
� �De
HeerGij
daarhoudt
�de
doorvan
Kin
�ke
werdhen
�Je
't kind
�5
� � �nietlenal
�lei
aane
�zijn't
ven
hoofdzus
�
klein,neer,mooi,
� �naar
ikbij
�melmelwij
�zoternog
�hetzij
�ren,zus,dat
�
wilt,nuwij
�
zijn
9
� � �sterJe Ge
� �vanuitalren,
�dede
�hehe
kind'ziet
�ke ken
��het
waart,len
hooi.Heer.zijn.
kindeens
�sliep
�inje
zulu
�deu,in
dank
�kedatde
�Je
13
� � �Kin
ook
�zus,
gijmel
�hoeookeens
�hijeen
he
15
16. Kers-liedt: Komt, wilt u spoeden��
lemelsgen
��hem,Hof,
Prins!
�hoort,
�Beth's Hejon
leytSijn
�wilt
�Heerwilt
�� � 86Komt,1.
Den2.
Komt,3. nengees
�denten
min
�naarvanden
��u
derbe
spoe
by 't
u
�megale
��deven
Ver
denDieBe
�voeght
algeeft
le
�u
totenbees
�dedete
� �vroe
zin
�detennen
�3
� � �als
voorsach
stem.
��'lenen
geen
�derinver sins.
stof.
�Eng
dreckgramt ��
daerdeen
�hoort.beeft.meer.den
�da
vanvolght
�menkou
meerEenWilt
�Nu
sij
�ac
domner
�rijck
� �coort.geeft,eer.
ven,'t Iseen
6 �� � �soet
Sijn
�en
moeten
� �vrelaze-
�depays
� �Maegt
wet
A
te
� �sche
deughsoe
��nenden,
't Licht
ckenomOm
��is
onsHem
on
�ver
metinvreuch
�verderver
� �dwe
kloe
�nenden
-
�9
� � �is
Godtu
nacht,
��t'reenen
��denu
cken nacht.schreyt,
�duistra
dagh �daeltvast,
slecht,
�dieonssijnden
�weden
zijn
�neerzijn
��
dam's't kreb
al
�geje
uw
�12
� �
paSijn
� �douhan
�slacht.leyt.
kracht.sijn
�Een
��
besensijn
�wedede, wort
�heeftsteltghy
�Godde gast.
knecht.
paelt.weg
�wedenden
�ontop
�haelt.
recht.
�14
last,
� �roubanre
�Jongh
teghy
��
vroupanspa
�SietsijnAl
�
komt
eenZiel
16
17. O denneboom �tak
�ken
�won
��� �zijnwat
�je
�der
�schoon.
�� �ne
��� �43
O1-2. boom,
�den
� �ne
�boom,
��den
�o
��
geende
� �ligt
kaars
�sneeuw
za er
�opten
�d' aar
�gejes
�spreid.
aan.
�heb
inje
�bar
laatst
�� � ��Jij1.
Ik2.
� �groeit
�ter
zien
�staan,tijd,
�als
�re
in 't
�toen
��winbos
je tak
� �ken
�won
��wat� �
zijn
� �der
�schoon.
� �ne
�� �boom,
�O1-2.
�den
�ne
�boom,
��o den
� �
17
18. Allemaal onder de boom
nen.
�bin
� � ��zel
�lig
�33 ��
le
�maal
�on
�derAl
�1
� � �ge
�kom
� � �boom,
�de
��
�men
�naar
��ken
�ko
�be
�nee.
�� �eensKijk
�wat
�3
� � � ��Pak
�sneeuw!
�een
�
af
�glij
�den,dijk
� �gaan
� �5
gen
�Mor
2
�� � �de
�we
�
�rij
�den.
��sen
�Er
�bal
�sneeuw
�len schaat
7
� � � � �en
��gooi en
�
� �genzin
�ken
� �jes:
�wijsal
�ligt
3
���9 �
klok
���ijs,
dong.
�ge
�� �din
�ge
�'t Is
��Ding
�dong
��11 � �
din
�
�en
� �gel
�tjeshoor
� �de
� �in
��zet
� �je bes
��13 �� �
Kerst, been
� �tje
�voor,te
� �
e
�� �e
�ri
� �leis!
��koor.
�Ze
���15 �
Ky
��
gen:
�zin
�
18
19 Kling klokjes klingelingeling
�klok
�jes
�ling.
�Kling
kling.
�klok
�jes
�kling
�� ��e
�Kling1-2.
��e ling
�
bo
�nege
�bozijn
�zus
�groe
is
�men.ren.
is�
feestde
�bood
�schap
5
� ��ge
�Kerst1.
Laat2.
�men,ren,
�metJe
�koho
�jes
God
� �brandan
�je
len
�lichtwij
�den.ken.
��indieMet
alblij
�de
9
le
� �� �En
�denken,
�ziewil
lan
� �klan
�klok
�jes
�ling.
�Kling
kling.1-2.
�klokKling
�jes
�kling
�13
e
�� � ��e ling
�
19
20. Jingle bells
while you'rea
pen
� �sleigh.ride,
young.
onethought
gotake
�horse
I'dit
�o
� �and
�DashdayNow
�ingorthe
��� �� �1.
A2.
3.
�snow,
gowhite,
two
�a
ground
�the
Iis
through in a�
�themying
�way.side.song;
ed
�ing
this
�allby
sleigh
� �TheJust
soonTake
�ver
Missthe
O
�fieldsFangirls
�wenyto
5
� ��
and
� �Was
�laughseatsing
�go,
Brightnight
�bright.
lot.speed.his
�kingtune
tyhis
�spi
seemedas
�rits
�What
WeThen
��
get
�on
wasa
horsebobleanbob
�tail
tailed
9
and
� ��
Bells
� �Mistwo
�Maforfor
�ring,lank.bay,
sot!
�to,upthe
�night.
lead.
��ingWe
you'll
�songgot
take
�to
�itin
him
�is
to
�toa
an crack!
13
� ��
fungot
hitch
andted
� �singbanksleighpen
�a
andAnd
�sleighwe?...
odrifride
�
� �O
� �the
�way!
� ��what
�fun
� �it
��le
�bells, jing all
17
� � �Jingref.
�jing
�le
��le
�bells,
�le
�bells,
�jing
� �Jing le
� �bells,Into
�ride
�� �a
22
� � �is
�horse
�o
�pen
�sleigh!one
�
�a
�one
�horse
�to
�ride
�In
�o
�pen
�sleigh!
��the
�way!
� �27
� � �jing
�le
�all
� ��what it
��fun
��isO
�
20
21. Hop hop hop, ging het ezeltje
�Bethon
wareen
�le
derme
�lezefhet
�maalzochtrook
�naarnaar
�hem.dak.stal.
�sjok,sjok,hop,
�sjoksjokhop
�liepliepliep
� �hetSjok,
�� � �1.
Sjok,2.
Hop,3.
tje,het
�zelzelzel
�tje,
tje,
�heJo
wanthet
�eee
�Bethon
wareen
�le
derme
�lezefhet
�maalzochtrook
�naarnaar
�hem.dak.stal.
�sjok,sjok,hop,
�sjoksjokhop
�liepliepliep
� �het
5
� � �Sjok,Sjok,Hop,
tje,
�zelzelzel
�het
tje,tje,
�heJo
want
�eee
het
geenin
o
ren
� �gen
slaapdiege
�af
hebzus
� �enben laas
�toehebo
�haar
�toe
plaatsnacht.wie
zeiwas
� �
enze
wat
�Maden:had
�ri
Hetdat
9
� � �O
MaarDaar,
� �� �ze
zeer,werd
�deedweJe
ons
�a
spijtge dacht,
moe,
�
21
22. O salich, heylich Bethlehem
al
� �O
hoe
niein
�on
wordtwaermant
��lecege
een
�hem,groot,
maeckt,stal,
derghijUbe
�
wort
O2.
Ghij3.
Ghij4.
�saCo
hebt
1.
�lich,
ninckhetghe
ment
�� �� 23 �O
hey
� � �lichtemaren
�BethPrinChris
��
bofir
sul
oen
rucken
�� � � �sabo
singheel
stroo,ven
23 �
helsgein
blootinJe�
hen verde
denhedusuyt
�
inven's
alsent
�
nacht
vonco
��
melsghever
�3
kentlo
hierduy
� 24��ver
le.
eert
� ��
ten.InMaerMaer
�
d'ingstilgees nu
hoy,
�ren,den.
�ten.
bowonbeeswil
�ren.den.
� �u
teervangoe
�gheghede
den le.'
Want
naeckt,al:
� �noot, in
light'Peys
�Je
ghijmet
6
ar
� � �lem,
mensch
�inkensdelvan
��susmeintden
middoecx
�is
22
23. In dulci jubilo
so
da!tas!weh!froh!
�
dennni
�get
�ist
und
�
mehrle
mirseid
�
gendti Wir
��
biPaJedul
�
gauca
par
Nir
�
sunttrissuci
�46�� �In ju
4. U3. O2. O1.
�� �NunNach
O
�sindirNa
�bivuridi
�
a
loletas!
naca,
meo,
� �op
�prae
ertravi
�si
�crican
�pitimiti
UndDurch
So
�mein
�sersmirrendie
�Her
DaallEn
�zensGevergel
5
� � �Un
Tröstwä
�nete
renNogennospu
�Liegt
OPer
in
��Wonmülo
sin
�
o,ae.aa.
� � �gre
�in
cepsrumgis
�glogaucu
�miridiri
�dei
�tetleerdie
�als
Unduns
Schel
�dieneerlen
9
� � �leuch
alhat
nete
gen
�MaO
CoeIn
ben
�trisprin
lore
�
klinworGüSon
� �
�
da!da!te!O!
� �
wä-ren
�phaheia,ia,
�esmewä-ren
� �et
postwirwir
wä-ren
�phaheia,ia,
�esme
wä-ren
�et
postwirwir
13
� � �Al
TraEE
E
� � �Al
Tra
E
�
da!da!te!O!
�
23
24. Quem pastores
ve
�larina
� ��dabuMao
bant,a
to,
re,
Chris4.
3.
�pas
quemulto
�� ��� 43Quem1.
Ad2.
Ex musDecum
� �resges
gi,
amlau
�toretere
�xetachida
heino
�di
porrarbis
re,bant,
ato,
��quiauInper
� �bus
rum,cœ
ham
Ma
5
� ��� ��ge
myrrti
am
�lian
thus,les
�
ri
cere,
pive
�me
�ti
sincenet
�are
re
�abimName
�sitmotumri
9
� ��� �bis
bantmatre
�jamhæcvosoto
prolavo
�
ridi
�æ.æ.a.a.
�ri
� �ri
��naLe
LausDul
tuso
hoci
�est
glo
13
� ���
et
� �rexvic
norme
�gloto
lo
ni
cum
24
25. Een kint gheboren
�
MerDesVer
� �blie-widat
�kijn,
�lebe
ghe
�hem
we-ten,
� �det
ghendit
�Kintleidos ende
� �ghe
Hemdie
Een
�� �431
Si2
Die3
een
� �in
die
�Bethcribheb-bent
�bo-renone-sel
��a
�mor,
�a
�mor,
�mor,a
�a
Je-sus
�Je
dersis
�ruSo
��6
� �al-leVaKint
�� �A
�mor,
he-tenneghe
sa
� �lem:kijn:
�mor!
�a
�estquam
�mor,
���13
�cisdul
�
25
26. Entre le boeuf et l'âne gris
�tit
�fils. Mille
�dors,
� �pe
�ledors
� �ges
�dian
�
pasro
boeuf
�
leslesle
�touses
��En
2. En1. En
���
3. tretretre
�et
lys,lis,
gris,
�
jo
�Refr. Dors,
��l 'âet
reauxles
�ne
� �
�ce
�grand
�Dieu
��tour
�de
�d'a
�mour.sé
�le
� �ra
5
� � �vins,
�Mil
�Vo
�lent
�à
�l enphins,
�
26
27. A la Berline Postiljon
---la�
-----a
�
-ne
---
--
ber
�
-
van
�
--
ge-
nietver,
�
ditnogge
�
huis,meer.leefd,stad,
staan.re,men
�
Beth
hebhekinTe
sterko
�
le
geen
kenlegij
van
� �
benmelde
1. Wij
42�� �
Gij
�
6. Wij5. Ja,4. En't3. -2.
voordanlanschostilko
�
alen
diezowij
�men
��
zo
zonaar
heefthemmoetOos
� �ten,erinerde
gen
huis,Heer.heeft.zat:
gaan,ster,
�ber
�la�
a
��
Beth-le
gaan weGodschade
met
�
danvangekin
-
weer naardepenkenhem toeeen
� ��-
--
jon!
�
----
-
til
�
-----
Dat'tMaGijWij gen
�pos
--
��5
�
-----
ne
� �
-----li
�
pente
aarhaaronsko
�
eeneenen
metmetdrie
� � �
ningkende
kleinnaarnin
-Dat
Geeft
Heri
moetzijn
��
-
aerer
�
ons
�
melis
zijn
�wij
� ��in
�de
�knie;
� �drie
�ko
�ninks
�pos
�til
�jon.
11
� ��li
�ne
�a
�mi,
� �tot
�Van
�cher
�chervande
� ��lo,
�a
�mi!
�de
�ren,
�Sa,
�pa
16
� � �kin
� ��trok naar
�Venter
�
27
28. We wish you a Merry Christmas
�mas,ding,ding,some,
�We
NowWeWe
gy pudgy
we've
�Christ
pudgot4. And we
�wishbring
allwon't
ry�� �
43We1.
Now2.
For we3.
�a
some
�Merfigfigtill
��uslike
you
go
�mas,ding,ding,some,
�We
NowWeWe
�Christ
pudpudgot
bring
� �wish
�
allwon't
�usyou
3 �Merfigfigtillgo
�rygygy
we've
some
�a
like
�Year!here!here!here!
��
Goodrefr.
bring
�py
somesomesome
�Newoutoutout
�youuslikego
�a
some
�Merfigfigtill
bring
5
� � �wishbring
allwon't
� �mas,ding,ding,some,
�And aAndSoSo
�hap
bringgy
we've
�Christ
pudpudgot
gyry
�your
�kin;and
� �Weings
�tid
� �9
we
� � �To
�you
�bring
And New
�py
��a
�hap
�Year!a
�you
� �mer
�13
� ��wish
�Christ
�masry
�
28
29. Prettige KerstdagenC7
�o
� �ver
F
�al.'t is
B��
Kerst mis
� � �We1.
We2.
Het3.
Wij4.
F
�Kerst
�mis,
�� 't Is1-4.
� �mis,
�Kerst
�� F
't is
bo
ta
vre
bo
�men.
ren.
de.
len.
�
is
is
sier
�
ler
er
zus
ver
� �
han
�de
ge
geen
de
F
Dus
�
het
lang
nog
on
�
ven
al
ten
men
� �ze
steeds
ge
her
F
�dro
ho
5
� C7
�dro
la
is
blij
den
len, al
�
le nog
Je
�bij
dat
maar
in
mooi
�C7
ha
ren,
�men,
� � � C7
�� � �� ��sen
�wij
�el
C
kaar:
9
� �G7
�wen
� � �C7
�C7
�
Kerst
�
Weih
�
Christ
�
ry
�
��
mer
�
ge
�
�
he
�
ti
�
No
�
da
Jo
�
mas,
�nach
�
�
�
yeux
�
ten,
gen,
�
�
Mer
�
ge
�
�
he
�
ti
�
�
�Weih
�
Kerst
�
C7
ry
�
� �
Pret
� �F
Fro
�
�Christ
�
8
� �
gen,
yeux
�
ten,
�
�
�
�
el,
�
fro
�
pret
�F
No
�mas,
�
Jo
�nach
�
da
�
�
nieuw
�
Bonne
�
Neu
�
C7
née!
�
Year!
�
Jahr!
�
jaar!
�
F
es
An
�
New
�
el,
�Hap
�
Gu
�
luk
�
F
et
�
py
�
tes
�
kig
�
�
�
�
�
�
�
�
��
ge
�
mer
�
�
he
�
ti
�
Weih
�
Christ
�
�
Kerst
�
C7
ry
�
�
5
�
�8
�
�el,
��
�
fro
�
pret
�F
No
�
and
�
und
�
een
�en
� �
a
�
ein
�
ge
Jo
�
mas,
�
yeux
�
da
�
nach
�
ten,
�
gen,
�
29
30. I wonder as I wonder
�the
WithA
�sky
shepherdsstar
�un
cow'swee
�derstallthing
�howandin
�won
JesusJesus
�derwas
had ny
43 �� ��I1.
When2.
If3.
was
�
for
�derina
�outa
�as
born
�Iit
wanted
wan
�die
singsall
for
�
OrThe
wing.
� �to
bles
�forofof
�Je
wisethe
�susmensky
�theandor
5
� ��
and
�gelsbird
�didviour
on
�comeall.the
�Saana
�I;
weasuHe
�andAndsing,
�likethe
�I
ryre
�poor
christGod's
�on'
masAn
�ry
fromgels
9
� ��
didplevenhea
�like
�
ven
�youfall,to
�peoheain �
der
King.
�the
� sky.un
�outcall.was
��
thely
�der
wokecould
world
�asto
have
�I
13
� �� �won
� der
viour'she
�theit,
�Sa
wan
'cause
30
31. Away in a manger
��Hisby
stay
bedwakesClose
�cribpoorThee
�forBato
�TheButby
�waycat
near
� �
asktleme,
43 �� �inA1.
The2.
Be3.
�ger,ingI
�
NoThe
��
Lordarea man
lowJesus,
��
�head.
makes.Blesspray
He
�HisingI
�sweet
�The
Iallfor
litlitme
� �tletle
�
�LordLord
mee
5
� � �sussusAnd
�LaidNolove
�downcry
�JeJever
Andthe sky
lay�
careten
He
�wherefromder
� �TheAndtakedear
starslovethe
� �in
Thee,
� � �the
Lordchild
down
9
� � �
ThyLook
skysusIn
Looked
�
down
��bright
Jeren
�
�theis
there
�hay.nigh.
�
with
sleepmor
�on
ningTheeto
stayus
� �tleby
lit
�
Lordmy
13
hea
� � � �susdle,To
�A
'Tillive
�Je
cradven
31
32. Resonet in laudibus�
on
purvosi le
cum
�
to
fi
�
pivi-ri
��
gacene
�si
hopsavir
plau bus,
��
num,te,ne,
Si
��
miligi
�
rema
dacontusin
�
laurinanet
�
Dociholau
�Chris
1. Re
86�� �2.
S
on,e
tusso
�
4. Si3. Pu
�
na
reri
to
cun
�
sal vato
Maju
tee,
bus,
� �
cum
minididi
�ex
��disa
�
giremnum,
Ma
Ma
� �ri
ri
��ge
ge it
�nu
nu
�it
�a.
a.
�6
�bus:ne:te
num:
�ap
ap
cri
�� �desedi
�li
micimi ru
�it
it
ru
�quem
quem
���pa
pa
32
33. Fum fum fum
�fum,fum,fum,
� �fum.fum.fum.
� �tytying
�fum,fum,fum,
�DeDewill
� �cemcemsend
�� 42On1.
On2.
God3.
�and
�andof
�twentwenfeast
�berberus days
�fivefive
fum.
�
fum.fum.
�Oh,
ComesBoth
�fum,fum,fum,
��fumfum,fum,
� �aain
�DeDewill
� �cemcemsend
�berus
5
ber
� �OnOnGod
�andandof
�twentwenfeast
� � �ty,tying
�fivefivedays
white.
�
old.gay.
of
�SonWeWe
�us
�soletfor
�ro
�
young
�sybe
and willgo
�wasim
months
�bornporand
�thistantin
�day.cold
9
night
� �childmosthot
�rous
�sybe
andyoung
�white,gay,old,
�so
forLet
fum,fum,fum,
�
ry.dy.ly.
� �
fum.fum.fum.
�
fum,fum,fum,
�and
43 �
his
lowand
�
of
�
glocan
lyandgin
�
hochurch
vir
�buns
stothenho
��13
thetory,
� ��
tellfirstMa
�sweesing
sta
�
vertest
mean
�
ing
ble,
�
rythewe
ly,
�in
havee
a
��
33
34. Maria durch ein Dornwald ging
�rierierie
�eee
� �ging,
Herz'n?trag'n,
�KyKyKy
�leileilei
�ri
trughab'n
�a
Madie
��S �� ��Ma1.
Was2.
Da3.
�Dorn
unRo
�waldter'msen ge
�durch
riDor
�eina
nen
�nwald
nege
� �ging,
Schmerz'n,trag'n,
�derdasda
�� �Doroh
Wald
�
Als
son.son.son.
� �MaEin
� � �4
� ��
Kind
�a
nesdas
��
durchklei
Kind
�einleindurch den
�
sie
ri
MaMaMa
�ririri
� �sus
�sus
sus
�undundund
� a.a.a.
sieb'nMadie
�Jahrn
riDor
� �keinanen
�7
� �� �hattrughab'n
�Herz'n.
�ge
ter'mge
�trag'n.
trag'n.
�JeJeJe
��Laub
unRos'n
�
34
35. Maria die zoude
laat
�gaan,koudmoe,gaan,zong.
� �Kerst
De
totGods
er
�leer
dera
�hemzozogedie
�rihari
kwaklei
�a
a
� �geld'
�� 46Ma1.
Het2.
Ma3.
Zij4.
Het5.
naar
men
�dede,de:-
de,
�en't'IknigMa
�Bethwasbenverrine
�dieendieeen
Kind weenwei
�zou
sneeuwzei
zefzefeen
Heer
�
te
�zoud'totwei
Je-zusza
�al
Manigge
men
�JoJoonsdaar waarkwa-men
�rijmonsaanen
�vondlageeneengels
a
�vooropweiboeuit
dede
�3
� �� �
re.nig
� �ne;kenten.
nen,
� �SintSintLaat't Iszij
�noedarusschutrode
re
� � �den.ken?'ten!'ren.nen.
wij
�schap
lenlen
sters-
�tewij
nocha
�houmarusdeukro
�
gerendera
haar
�
daarAan een
'Ma
ri
��
daald:werd,gaan;sprakgaan
�6
om
� �� �metriverbone-der Zij
�azetenmen
�ge
watkennochMa
�zelzulzulven
�haarri
huislo
kwa
35
36. Sint Josef ging al treuren�
tefernach
re,
��
gelmen!ten,
deu
���
zonderonstochvan
� � � �
ofontvertot gaan
pantochhierdeur
SintHeraan
zefsefsef
�
was
�
zon deral
al
�
huisging
sprakging
�
Sint1. Sint
��� �2.
JoJoJo
�met
4. Het3. Sint
vel.'Ach,'Laat
hij
��
'tmen:ten:ren,
�
Waswiltonsging
�
ge
�
kerklachtreu
� �
al.schuurschuur,steld:
� �'Zie,
JeWaardoor
��
hemhem
sprak,
�
dezenzenne
�
vaneeneenont
�
Goddaardaarg'heel
�
zusdede
mijn
wierdtochMaom
��
sefdanhiergen
�gies.
���
bemijnrilo
�5
�vra
�
Jobergtveerd
��
zij
�
daar
zijde weer
�a.'
ligtwewedin
�
nauwd.vrouw.'
En
EnEn
Maar
��
of
geld.'
�
penmuur.
ofveel
�muur.
wor stal.eenderder
ren
� �al
ver
�metdeurdeur
�
draagtden
windis
�
jegenge,mer
kruisja
kwa
��
zijnwind
enbe
��9 �
vla
�kahavla
huis
de
�was
Hij
't HuisVoor
�
't Huis wasligt
�hezonzonin
� �menge.
gen.je.
36
37. Ons is geboren een Kindekijn
lijn,kijn,
��
nogal
metmetder
mijn
�
de
kijn.schijn,kijn,
�
toe,wederbetende
�
zwijgt,u,
Kin-delegd'steris
�
kijnhem
ge
��Zij
6. Nu5. Wel4. Dat3.
ren2. Die1. Ons
43���
jonk
�
wel
ven
de
�eenonseender
ren
mijn
�kinlichkribmoevrouin
�
speel
nu
�bogein
u,zwijgt,
den.re.
kens.
��
DatMaZijHetDatVan
� � �ne.gen.den.
�klaardoorhazijzoe
God,
�derdenrennenter
mijn
5
� �� �degetennender
mijn
�zondronhanarmstonHee
�
sneeuw-wit
weertroost,
klei
he-meldan
�
� �al
metlijn,metmetbe
�deve
monlijkdeder
�zijn,kind,
detoe,kijn,zijn,
�zalri-akus
lach-teuu
�onsdiete
haardatzoo
9
� ��vrou
�haarvoorzooteik
�ler
liezijn
zoe-teKinmoezal
zoeal
hemheeft
al
�
� �ne.
nen.gen.
skens.nen.ren.
�wonwonlanoogwonee
��totgandesbliminhou
� �der
scherhadde
nenden
13
� �� �len
�ge
genenzeerken
-
re
�en
minhaarblinheeftmijn
�
gedever
Kerstliedjes