VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE KRING UVA...
Transcript of VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE KRING UVA...
Het sinds september 2014 vernieuwde bestuur van de Kring UvA-senioren. Op de foto van onder naar boven:
Ruud Bleijerveld (voorzitter), Annelies Pierrot-Bults (secretaris), Willy Groenman (lid), Gedi van Schriek (penningmeester), Hans de Vries (lid).
De leden van de Kring zijn allen medewerkers van de Universiteit van Amsterdam geweest en zijn daar, al dan niet vervroegd, met pensioen gegaan.
Per 31 augustus 2016 telde de Kring 344 leden.
Voor u ligt het verslag van de activiteiten van de Kring UvA-senioren
over de periode september 2014 tot en met augustus 2016. Wij
hebben er voor gekozen om, op dezelfde wijze als dit gebeurd is bij
de verantwoording over de eerste periode van ons bestaan, door
middel van foto’s met toelichtende tekst verslag te doen van onze
activiteiten.
Van die activiteiten is door het jaar heen uitvoeriger verslag gedaan in het digitale blad van de kring, de Uitdienstbode, dat drie keer per jaar verschijnt. Het blad wordt, zo bleek uit een enquête onder de kringleden, goed gelezen en bijzonder gewaardeerd.
De ontwikkeling van de organisatie van de universiteit.
17 september 2014
Mieke Zaanen, secretaris van de
Universiteit, bracht ons op de hoogte van de
ontwikkeling van de organisatie van de
universiteit de laatste jaren. De UvA heeft
ongeveer 5.000 medewerkers en zo’n
33.000 studenten. De faculteiten zijn
geconcentreerd in clusters: Roeterseiland,
Science Park, AMC en de Binnenstad. Het
laatste cluster is nu volop in ontwikkeling.
Het onderwijs wordt onderzoeksgestuurd,
daarvoor zijn er twintig onderzoeks-
zwaartepunten geformuleerd. De UvA werkt
samen met andere onderwijsinstellingen
zoals de Hogeschool van Amsterdam en de
Vrije Universiteit.
De secretaris heeft de verantwoordelijkheid voor het functioneren van staf en diensten. Zaanen zette uiteen hoe de huidige structuur van de staforganisatie en de ondersteunende diensten van de universiteit zijn georganiseerd om de complexe organisatie van de UvA zo efficiënt mogelijk te laten functioneren.
Karel Gaemers, emeritus-
hoogleraar Theoretische
fysica, vertelde tijdens de
excursie naar het NIKHEF
(Nationaal instituut voor
subatomaire fysica) op het
Science Park, bevlogen
over ‘elementaire deeltjes’,
de magische deeltjes die
een rol speelden bij de
oerknal. Op de vraag wat
we eraan hebben om
steeds maar weer kleinere
deeltjes te ontdekken in het
atoom was het eerlijke
antwoord dat er geen direct
praktisch nut is.
Het NIKHEF is nauw betrokken bij het CERN nabij Genève. De film over het ATLAS-project leerde
ons dat de deeltjesversneller een instrument is zo groot als het paleis op de Dam met een
ongelofelijke nauwkeurigheid.
In twee groepen werden we rondgeleid en zagen we een ‘nevelkamer’ en een ‘vonkenkamer’ waar
het onzichtbare zichtbaar wordt gemaakt. Aan verschillende onderzoeksprojecten naar kosmische
straling wordt in het NIKHEF-onderzoek gedaan, deze straling kan kanker bij de mens en storingen
in elektronica veroorzaken.
Excursie naar het NIKHEF 15 oktober 2014
8 november 2014. Historisch besef: over nieuwe vakken en melkmuilen op de universiteit
Marita Mathijsen, emeritus-hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde en lid van de kring UvA -
senioren, hield een lezing getiteld ‘Historisch besef: over nieuwe vakken en melkmuilen op de
universiteit’. Vanwege de AUV-dag, de jaarlijkse ledendag van de Amsterdamse Universiteits-
Vereniging, waar onze kring deel van uitmaakt, organiseerde het bestuur deze lezing samen met
de Kring Geschiedenis.
Mathijsen begon met de mededeling dat er voor 1800 nauwelijks aandacht was voor de nationale
geschiedenis. In 1800 waren er slechts twee standbeelden van historische figuren in Nederland
deze betroffen Erasmus en Lauren Janszoon Coster. Er waren geen openbaar toegankelijke
musea, de Ridderzaal was een brandweerkazerne, de abdij in Egmond werd afgebroken en
Rembrandt was niet bekend.
Een keerpunt in het denken over geschiedenis was de Franse revolutie. In 1860 wordt Robert
Fruin benoemd tot de eerste hoogleraar Vaderlandse Geschiedenis in Leiden. Het historisch
bewustzijn groeide en de opening van het Rijksmuseum als openbaar toegankelijk museum was
daarvan een resultaat.
De kerstlunch is een smakelijke traditie die wordt gehouden in de Amsterdamse Academische Club. Alle
aanwezigen genoten van een warme lunch: een buffet met een heerlijke stoofschotel en een oudhollands
appeltje als toetje. Er was ook tijd om geanimeerd bij te praten met oude bekenden en nieuwe contacten
op te doen.
Voorzitter Ruud Bleijerveld opende de bijeenkomst waarbij allereerst drie leden die het afgelopen jaar zijn
overleden werden herdacht met een minuut stilte. Verder deelt Bleijerveld mee dat de kring inmiddels 300
leden telt. Ook spreekt hij over het zeer fraaie boekje waarin de activiteiten van de kring verantwoord
worden, samengesteld en vormgegeven door Madzy Koudstaal, maakster van de (meeste) foto’s. Voor de
tekst tekende Dorothée te Riele. Het boekje dat u nu leest is het vervolg op die bundel.
KERSTLUNCH: 17 december 2014
18 februari 2015: Succes of stagnatie?
Universitaire ontwikkeling in Nederland
Sybolt Noorda, die in 2006 aftrad als voorzitter van
het College van Bestuur en daarna tot 2012 voorzitter
was van de VSNU, gaf een terugblik op de ont-
wikkelingen bij de UvA en bij de Nederlandse
universiteiten in het algemeen onder de titel ‘Succes
of stagnatie? Universitaire ontwikkeling in Nederland’. Studenten willen lang studeren, wetenschappers willen in alle vrijheid onderzoek doen, de politiek wil
de agenda bepalen en het bedrijfsleven wil snelle en toepasbare resultaten. Maar wat wil de
universiteit zelf? Toegankelijk zijn voor iedereen met een vwo-diploma of een topinstituut zijn met
alleen excellente studenten?
Vergeleken met instituten in de VS hebben Nederlandse universiteiten een laag budget en om toch
op topniveau te presteren moeten verbindingen worden aangegaan zoals de samenwerking van de
bètafaculteiten van de UvA en de VU. Volgens Noorda moeten we onze integriteit en ambitie
herstellen, gemeenschappelijke waarden moeten we erkennen en onderhouden. De universiteit zou
een voorbeeldfunctie moeten vervullen in de maatschappij.
In het algemeen geldt echter, het gaat goed met het Hoger Onderwijs, met de kanttekening dat we
meer afgestudeerden afleveren dan de markt aankan.
11 maart 2015: Talentontwikkeling: uitdagingen en
oplossingen
Klaas Visser, onderwijsdirecteur Psychologie, hield een
voordracht met als titel: Talentontwikkeling: uitdagingen en
oplossingen. In de lezing ging hij in op de nieuwe eisen
waarmee opleidingen worden geconfronteerd. De universiteit
moet de kwaliteit van het onderwijs verhogen bij toenemende
studentenaantallen en afnemende middelen.
Hij liet zien tot welke veranderingen deze eisen hebben
geleid in de opzet van de bachelor psychologie, een
populaire opleiding die jaarlijks rond de 500 studenten trekt.
Een hoog studierendement kan worden bereikt met een
schoolse aanpak en vaste structuur van het onderwijs.
Vakken duren altijd tien weken, een student volgt twee
vakken tegelijkertijd en de student moet bij inschrijving aan
deze meedoen en ze afronden.
Ook de indeling van toetsen is belangrijk, veel deeltoetsen en contacturen zijn belangrijk. Bovendien is
de instelling van ‘jaarklassen’ positief gebleken, soms een beetje schools maar de meeste studenten
varen daar wel bij. Het eerste jaar speelt daarbij een sleutelrol, er wordt afgedwongen dat ze meer op
tijd werken en de zaak goed bijhouden.
We beginnen met een lunch in het Pesthuis dat tegenwoordig dienstdoet als entree, restaurant,
vergaderruimte en museumwinkel. We zien de Oerparade waar de evolutie wordt gevisualiseerd met
lange buizen die oplichten als de naam van een plant- of diergroep wordt ingedrukt. De buizen die
uitgestorven organismen voorstellen komen niet tot het plafond, degene die dat wel doen leven nog
steeds en kunnen nog verder evolueren.
We horen het verhaal over de Tyrannosaurus Rex, de inzamelactie om de benodigde vijf miljoen bij
elkaar te krijgen wat op het nippertje is gelukt. Er is veel te veel te zien, andere dinoskeletten, het
oudste stuk steen ooit op aarde gevonden van zo’n drie miljard jaar oud, een schelp van half miljoen
jaar oud waarin waarschijnlijk de Homo erectus in Indonesië krasjes met een geometrisch patroon
heeft gemaakt.
Daarna bezichtigen we de collectietoren en de zeldzame boekencollectie met onder anderen werk
van Maria Sibylla Merian, van haar hadden we al eerder een boek in de Bijzondere Collecties in de
In 2011 is de collectie van
het Zoölogisch Museum
Amsterdam, dat een
onderdeel was van de
FNWI, samengevoegd
met het Nationaal
Herbarium Nederland en
Natuurhistorisch Museum
Naturalis. Een goed
moment om de balans op
te maken.
NATURALIS LEIDEN
Zolang er gebouwd wordt
moeten de aannemers in
een vroeg stadium
aangeven hoe zij de
werkzaamheden
organiseren en hoe zij
ervoor zorgen dat de
omgeving zo min mogelijk
hinder ondervindt. Met de
Roeterseilandkrant, die
huis aan huis wordt
bezorgd, krijgt de buurt
informatie over de
werkzaamheden
27 mei 2015: excursie naar de Roeterseilandcampus Op de verbouwde Roeterseilandcampus zitten nu al de Faculteiten Economie en Bedrijfskunde en
Maatschappij- en Gedragswetenschappen en in 2017 zal ook de Faculteit der Rechtsgeleerdheid
hier gehuisvest worden. Het is een grote campus met een mensa en een café. Een van de dingen
die meteen opvalt zijn de enorme aantallen fietsen die overal gestald zijn. Er zijn fietscoaches
ingeschakeld omdat overlast voor de wijkbewoners moet worden tegengegaan.
14 juni 2015: Concert van het Sweelinckorkest
Het UvA-Orkest J.Pzn Sweelinck, opgericht in 1878,
is het ’t oudste symfonieorkest van Amsterdam.
Daarmee is het ouder dan het Concertgebouw-
orkest. Het bestaat uit ongeveer zeventig
enthousiaste studenten van Amsterdamse
universiteiten en hogescholen en staat onder leiding
van de Cubaanse Libia Hernández. Hernández
vertelde na afloop van het concert dat zij later dat jaar
naar Cuba zal vertrekken.
Op het programma staan werken van Paul Dukas,
Johan Wagenaar, Arnold Schönberg en Gustav
Mahler. Het was een prachtig concert. Hoogtepunt
van het concert was de vierde symfonie van Mahler.
Deze symfonie vertelt over het hemelse leven, niet
alleen hoe prachtig dit kan zijn, maar ook de donkere
zijde ervan. In het vierde deel wordt het lied ‘Das
Himmlische Leben’ gezongen door een kind in de
hemel. De sopraan Charlotte Janssen vertolkte deze
rol prachtig en ook de liederen van Schönberg waren
een genot om te horen.
Recensie Liesbeth van Welie
23 september 2015: De literaire verbeelding
van de Tweede Wereldoorlog
Manet van Montfrans, voormalig universitair docent
Europese en Franse letter- en cultuurkunde gaf de
lezing: ‘Gedeeld verleden’. De literaire verbeelding van
de Tweede Wereldoorlog in het werk van Georges
Perec en Patrick Modiano.
George Perec en Patrick Modiano liggen Van Montfrans
na aan het hart. Beide auteurs hebben in Nederland
een kleine maar vaste kring bewonderaars. Bijna hun
hele oeuvre is in het Nederlands beschikbaar. Dat is
een lot dat nog maar weinig Franse auteurs heden ten
dage beschoren is.
De in 1982 jong overleden Perec heeft hier vooral bekendheid verworven met zijn fantasierijke,
veelzijdige roman La Vie mode d’emploi/ Het leven een gebruiksaanwijzing (1978, vertaling 1995). En
voor zover Modiano niet al bekend was, dan is hij het wel geworden met de Nobelprijs voor literatuur
waarmee zijn werk in oktober 2014 bekroond werd.
De verwerking van de oorlog, de bezetting, het Vichyregime en de Jodenvervolging zijn maar
moeizaam en langzaam verwerkt in Frankrijk. Voor beide auteurs is de Tweede Wereldoorlog een
alles bepalende periode geweest. Perec werd in1936 geboren als kind van Pools-Joodse ouders,
deze kwamen tijdens de oorlog om het leven. Modiano is kort na de bevrijding in juli 1945 geboren uit
het huwelijk van een Frans-Joodse vader en een Vlaamse moeder.
Het was een bijzonder genoegen dat het is gelukt voor leden van onze Kring een excursie naar het
Ateliergebouw van het Rijksmuseum te organiseren. In dit centrum voor restauratie en conservering
werkt de UvA met het Rijksmuseum samen aan het behoud van kunstvoorwerpen. Een belangrijk
onderdeel van restauraties is het onderzoek naar de herkomst en de geschiedenis van het voorwerp.
We worden ontvangen door Joosje van Bennekom en Sara Creange in het metaalatelier. Er was de
Spaanse tafel voor ons neergelegd met een blad van gedreven zilver met in reliëf scenes uit het
werk van Rafael en Titiaan. Ook lag er een beeld dat is opgegraven in Thailand. Het beeld is
bijzonder omdat het zowel ijzer als tin bevat, wat het voorstelt en hoe oud het is, is nog niet bekend.
Het volgende bezoek is aan het glas- keramiek- en steenatelier waar Guus Verhaar, een jonge
promovendus, ons ontvangt. Hij houdt zich bezig met chemische en fysicochemische achteruitgang
van bekers en glazen. Hij laat glas zien met een vettige aanblik en doffe plekken. Dit noemt hij het
zweten en huilen van glas.
13 oktober 2015: Excursie naar het Ateliergebouw van
het Rijksmuseum
Het kind in het
schilderij heeft
echter een raar
hoofd en nu wordt
na een grondige
schoonmaakbeurt
onderzoek gedaan
of het wellicht is
overgeschilderd
en er misschien
toch een andere
versie naar boven
komt en er meer
zekerheid komt of
het een echte
Lucas van Leyden
betreft.
Bij de schilderijen vertelt Willem de Ridder over het schilderij ‘Maria met kind’ dat mogelijk van Lucas
van Leyden is. Het blijkt dat het hout van het paneel waarop het is geschilderd van dezelfde boom is
als het schilderij ‘Dans om het gouden kalf’ dat in het Rijksmuseum hangt.
7 november 2015: Tijdens de AUVdag op 7 november hield
Rens Bod, hoogleraar Computationele en Digitale
Wetenschappen, de lezing ‘Digital Humanities:
een revolutie in de geesteswetenschappen?’
Bod is verbonden aan zowel de FGW als de FNWI en heeft dus zowel een alfa- als een bèta-
achtergrond. In de lezing gaat hij in op de vraag wat de humaniora ons daadwerkelijk hebben
gebracht. Ruud Bleijerveld stelt als kringvoorzitter in zijn introductie de vraag: Wie hebben de wereld
het meest veranderd, de alfa’s of de beta’s? Twee op de drie aanwezigen denkt de bèta’s maar
niets is minder waar.
Bod geeft diverse voorbeelden hoe het eeuwenoude geesteswetenschappelijke patroonzoeken
zowel de Europese Verlichting als de Wetenschappelijke Revolutie hebben ingeluid. Tegenwoordig
anayseren onderzoekers enorme hoeveelheden data met de computer en vinden zo tal van bijzon-
dere patronen. Bod ziet het zoeken naar patronen als het zoeken naar wetmatigheden, als er een
duidelijke zoekvraag is werkt het. Zijn lezing eindigde met de oproep ‘Digitalize or die’, een punt van
discussie.
De tentoonstelling ‘Op zoek naar Van Santen & de kleuren van de Gouden Eeuw’ bij de Bijzondere
Collecties wordt bezocht. Op deze bijzondere tentoonstelling waren prenten, atlassen, bijbels en
andere boeken te zien van boekbinder en ‘meesterafsetter’ Dirk Jansz van Santen (1637-1708). Het
werk van deze kunstenaar is moeilijk traceerbaar en nog niet eerder waren zoveel stukken van hem bij
elkaar te zien.
Peter van der Krogt, ‘Jansonius-conservator’ bij de Bijzondere Collecties houdt een inleiding, waarna
ieder op eigen gelegenheid de tentoonstelling kan bezoeken.
Platen werden in de Gouden Eeuw gedrukt met koperdiepdruk, ets of gravure in zwart-wit waarna ze
met de hand werden ingekleurd. Met de hand kleuren was goedkoper dan kleurendruk, dat was erg
ingewikkeld en kostbaar. Prijsverschillen tussen wel of niet ingekleurde prenten waren niet erg groot
dus veel verdienden de zogenoemde afsetters niet. Van Santen was de Rembrandt onder de afsetters
en hij staat dan ook centraal in de tentoonstelling.
25 november 2015: op bezoek bij de ‘Bijzondere Collecties’ van de Universiteit
16 december 2015: Kerstlunch
Zoals hoort bij een goede traditie werd de
kerstlunch wederom geserveerd in de
Academische Club. Na ontvangst, een
drankje en een welkomstwoord van de
voorzitter Ruud Bleijerveld wordt om 12.30
uur een warme lunch aangeboden, in
buffetvorm, waarbij vlees-, vis- en
vegetarische gerechten op het menu
staan.
Na een geanimeerde onderlinge discussie
sluit Ruud Bleijerveld de bijeenkomst af.
Hij uit zijn grote zorg over de politieke
ontwikkelingen in en nabij Europa en
hoopt dat de geweldsdreiging die hierbij
ontstaat in 2016 gekeerd zal worden. Ook
spreekt hij de wens uit dat wij met ons
allen instaat zijn het menselijk leed dat
door de gewelduitingen ontstaat te
beperken. Binnen deze context wenst hij
ons een goed 2016.
Bernard van Praag, emeritus universiteitshoogleraar
Toegepast economisch onderzoek, hield op 17
februari 2016 de lezing ‘Paniek over het pensioen’,
over het onderwerp waar we allemaal mee te maken
hebben. In de lezing ging Van Praag in op de
problematiek van ons pensioenstelsel, besteedde hij
aandacht aan diverse pensioensystemen, de politieke
aspecten en droeg hij mogelijke oplossingen aan.
Ons pensioen kent als eerste pijler de AOW. De
tweede pijler is de pensioenuitkering opgebracht door
de premies tijden het werkzame leven. De derde pijler
tenslotte is de eigen spaarpot. Voor veel mensen is de
AOW de belangrijkste bron van inkomsten van hun
pensionering, en dat is nou niet bepaald een vetpot.
Met de toename van de levensverwachting is het aantal jaren dat een gepensioneerde van zijn
pensioen geniet drastisch opgelopen. De laatste jaren hoort men zowel van regeringszijde als
van werkgevers dat het pensioen in zijn huidige vorm onhoudbaar is geworden. Strenge
toetsingscriteria suggereren dat pensioenfondsen op instorten staan en niet langer kunnen
voldoen aan hun verplichtingen. Van Praag, als gepensioneerde econoom uitermate geboeid
door de wetenschappelijke en maatschappelijke aspecten van pensioenen, is van mening dat de
soep te heet wordt gegeten. De paniek wordt volgens hem grotendeels veroorzaakt door
overbodige regelgeving.
Jerzy Gawronski, hoogleraar Maritieme
archeologie verzorgde op 15 maart 2016 de
lezing ‘De rivier is de spiegel van de stad’,
waarin hij vertelde over de archeologische
vondsten bij de aanleg van de Noord-Zuid
lijn. Voor de bouw van stations werden
pakketten grond afgegraven tot een diepte
van 25 meter. Vooral bij het station op het
Rokin kwam dat archeologisch mooi uit,
omdat daar tot in de jaren dertig van de
vorige eeuw de Amstel stroomde. En
aangezien vroegere Amsterdammers hun
afval altijd in het water gooiden is door het
project veel gevonden uit voorbije jaren.
Gawronski liet zien wat voorwerpen en de
plaats van de vondsten ons kunnen leren. Mensen gooiden hun afval dicht bij huis in het water, bijvoorbeeld een grote hoeveelheid runder-
horens wijst op leerlooierijen en op de plek van de suikerraffinaderij ‘De drie Suikerbroden’ aan het
Rokin ter hoogte van de nummers 83-89 werden vele suikertrechters en stroopkannen gevonden.
Ook werden pijpenkoppen aantroffen in de nabijheid van trekschuithaltes, zo kan de archeoloog de
trekschuitroutes achterhalen.
Een aantal van de gevonden voorwerpen zullen worden tentoongesteld in een vitrine in het nieuwe
metrostation Rokin.
Wat je niet allemaal in de
bodem vindt bij het aanleggen
van de Noord-Zuidlijn van de
metro, tot Fordwieldoppen toe!
Met de Amstelcampus is een zeer
grote onderwijsconcentratie in dit
deel van Amsterdam ontstaan. In
2018 zal de nieuwbouw van de
Amstelcampus klaar zijn en
studeren en werker er 30.000
HvA-studenten en medewerkers.
Er zijn vijf faculteiten gehuisvest in
gebouwen die vernoemd zijn naar
bekenden uit het veld zoals het
Benno Premselahuis voor Digitale
Media en Creatieve Industrie en
het Theo Thijssenhuis voor
Onderwijs en Opvoeding. Het
voormalige belastingkantoor is
thans in gebruik als het
Kohnstammhuis. Op de campus
zijn 69 studentenwoningen
gerealiseerd.
In de tijd dat nog niet bekend was dat de universiteit en de hogeschool weer een eigen College van
Bestuur krijgen, brachten wij een bezoek aan de Amstelcampus, de hoofdvestiging van de HvA aan
de Wibautstraat.
20 april 2016: de Amstelcampus
18 mei 2016: het Amsterdam Museum
De UvA en Amsterdam
Museum zijn sterk met de
geschiedenis van Amsterdam
verbonden, er bestaat tussen
beide instellingen ook een
nauwe samenwerking waar
het gaat om onderwijs en
onderzoek op het gebied van
stadsgeschiedenis en kunst.
De tentoonstelling ‘Made in
Amsterdam’ toonde honderd
kunstwerken die de afgelopen
honderd jaar in Amsterdam
zijn gemaakt. Grote namen als
Beckmann, Appel, Dumas
komen voorbij maar ook
Grotegoed en Van der Feer
staan in de tijdlijn.
Samen vormen ze een profiel van Amsterdam, de stad die dient als toevluchtsoord, broedplaats en
podium voor kunstenaars. Geen kunsthistorisch overzicht maar een rijkgeschakeerd beeld van een
kleine eigenwijze wereldstad waar kunstenaars hun talent ontwikkelen, een stad waar creativiteit deel
uitmaakt van het DNA.
Gusta Reichwein, conservator van het Amsterdam Museum, leidde de tentoonstelling in. Ook konden
we de film zien van Martijn Veldhoen (de zoon van de bekende graficus Aat Veldhoen) over zijn
moeder Lotje Ruting die in 2010 overleed.
Het Sweelinckorkest verzorgde wederom een mooi programma in de Singelkerk. Tachtig
toehoorders waren aanwezig. Het Sweelinckorkest werd geleid door de nieuwe dirigent Konradin
Herzog. Op het programma stond werk van Bartok, Kodály en Bruckner.
Hoogtepunt van het concert was de Zesde Symfonie van de Oostenrijkse componist Anton
Bruckner. Het Sweelinckorkest voerde de originele versie uit. Bruckner deed over deze symfonie
de uitspraak ‘Die Sechste ist die Keckste’ – de Zesde is de brutaalste.
Ook van dit concert is door Liesbeth van Welie een uitgebreide recensie voor de Uitdienstbode
geschreven.
Bij het bezoek aan Het
Scheepvaartmuseum zagen we hoe het
museum sinds zijn heropening in
prikkelende, interactieve
tentoonstellingen laat zien hoe de zee de
Nederlandse cultuur heeft bepaald. De
rondleiding Topstukken toonde de
mooiste museumstukken in een
rondgang langs verschillende
tentoonstellingen. Ook werd een en
ander verteld over 's Lands
Zeemagazijn, het gebouw waarin het
museum sinds 1973 in zit. Het gebouw
uit 1656 is ontworpen door Daniel
Stalpaert als pakhuis van de Admiraliteit
van Amsterdam.
Rasverteller en oud-marineman Hans Bartelsman leidde ons rond over het Marineterrein.
Bartelsman was tot voor kort plaatsvervangend commandant van het Marine Etablissement
Amsterdam, maar kreeg na bijna 39 dienstjaren begin dit jaar functioneel leeftijdsontslag. Hij
vertelde als geen ander over de maritieme historie van het terrein. Tijdens de rondleiding werden
diverse gebouwen bezocht. Het Marineterrein verandert van een gesloten militair gebied in een
waardevol openbaar toegankelijk stadskwartier. Er zijn zelfs enkele restaurants en een hotel.
Colofon:
Teksten: Annelies Pierrot-Bults
(Bron: de Uitdienstbode)
Foto’s :Dorothée te Riele (pg.19),
websites Libia Hernández en
Uva-Orkest J.Pzn Sweelinck, (pgs. 20+21)
Overige foto’s: Madzy Koudstaal
Vormgeving: Madzy Koudstaal