Verslag Opdracht Mediawijsheid Algemeen 1
description
Transcript of Verslag Opdracht Mediawijsheid Algemeen 1
Oriëntatie Mediawijsheid
Gedurende de Opleiding Mediacoach voor Bibliotheekprofessionals voeren de deelnemers bij elke module een opdracht uit. De uitgewerkte opdrachten bij de module Mediawijsheid Algemeen 1 hebben wij in dit docu-ment gebundeld. De opdracht was: Zoek op www.mediawijzer.net een mediawijsheidproject dat je bijzonder inspireert. Review het project, en neem daartoe ook contact op met een van de projectleiders. Daarnaast dienden de mediawijsheidniveaus waar het project zich op richt in kaart gebracht te worden aan de hand van het net verschenen competentiemodel van Mediawijzer.net.
DE BIBLIOTHEEK GEEFT SENIOREN EEN GEZICHT
door Marianne Vonk en Gerda Blok
In het kader van het projectplan mediawijsheid 2011-
2013 biedt de bibliotheek aan senioren de mogelijk-
heid om mediawijs te worden om vervolgens goed te
kunnen participeren in de samenleving. Hiertoe wor-
den er in de bibliotheek workshops Facebook gege-
ven. Voor meer informatie over dit project, spraken
wij met Désirée Hazekamp, vestigingsmanager en
vakteamlid mediawijsheid.
Désirée Hazekamp
Workshop Facebook
De workshop Facebook bestaat uit twee bijeenkom-
sten. Tussen de sessies zit twee weken, zodat deelne-
mers zelf thuis tijd genoeg hebben om met de ver-
kregen informatie en vaardigheden aan de slag te
gaan. Aan de hand van een duidelijke hand-out kun-
nen deelnemers vooraf een account aanmaken, zodat
dit tijdrovende gedeelte alvast achter de rug is. De
hand-out is samengesteld door een oud-docent van
een ID-College. Uiteraard kan men naast het gebruik
van de hand-out ook in de bibliotheek terecht voor
hulp (alle medewerkers van Bibliotheek De Groene
Venen hebben 23dingen gedaan). Tijdens de work-
shop wordt er een Facebook-groep aangemaakt,
waardoor deelnemers ook elkaar met raad en daad
kunnen bijstaan.
Het maximum aantal deelnemers is 10. Naar be-
hoefte kan de workshop meerdere keren gegeven
worden. Aanmelders dienen tijdens de cursus te kun-
nen beschikken over hun eigen e-mailadres (dit is niet
altijd vanzelfsprekend als men Outlook of Windows
Live mail gebruikt). Workshopbezoekers mogen hun
eigen laptop of tablet meebrengen, maar door een
subsidie van de Rabobank heeft Bibliotheek De Groe-
ne Venen ook beschikking over 10 laptops. Voorwaar-
de voor het kunnen geven van workshops is uiteraard
dat alle vestigingen
beschikken over Wi-Fi.
Belangrijk onderdeel
van deze workshop is
2
CYBERSOEK AMSTERDAM: COMPUTER EN IN-
TERNET VOOR ONDERNEMERS
door Maria Sabel
Cybersoek is een laagdrempelige ontmoetingsplaats
in stadsdeel Amsterdam-Oost waar mensen van alle
leeftijden welkom zijn om hun computervaardighe-
den te kunnen opkrikken. Wat begonnen is met een
open inloop voor de buurt, is uitgegroeid tot een ICT
woonkamer met aanbod in de vorm van inloop, cur-
sussen, workshops, lezingen, et cetera. Doel van dit
project is om de sociale cohesie tussen de bewoners
van dit stadsdeel te bevorderen en te verbeteren;
internet en de computer zijn daarbij een middel. Cy-
bersoek organiseert projecten voor alle leeftijden:
kinderen, jongeren, volwassenen, senioren, allochto-
nen en autochtonen, mannen en vrouwen.
Uitgelicht: Computer en internet inloop voor Onder-
nemers
Ondernemers hebben vaak vragen over het gebruik
van de computer en het internet. Bijvoorbeeld over
een nieuwsbrief die de deur uit moet, of over hoe je
Twitter en Facebook kunt gebruiken om meer klanten
te krijgen. Sommige ondernemers worstelen met Ex-
cel als ze een begroting of een bestellijst willen ma-
ken, anderen willen graag een website, maar hebben
geen idee waar te beginnen. De vraag naar kennis en
informatie voor ondernemers en zzp’ers was/is een
gat in de markt, waar o.a. Cybersoek Amsterdam
twee en een half jaar geleden op ingesprongen is.
Samen met Ondernemershuis Amsterdam (en in
tweede instantie met meerdere ondernemershuizen)
is een programma ontwikkeld voor ondernemers.
Programma najaar 2012
Workshop “emailmarketing m.b.v. MailChimp”
Mailchimp is een gratis en professioneel programma
waarmee je snel en makkelijk nieuwsbrieven maakt,
verstuurt en beheert.
dat de deelnemers nadenken over wat ze doen op
Facebook, waarom ze het doen en wat ze wel/niet
willen delen.
Opvallend
Na een eerste evaluatie vallen er een aantal dingen
op. Zo had een beginnend ondernemer zich aange-
meld voor de workshop, maar na een eerste gesprek
bleek dat hij toch heel andere vragen had dan waar in
de workshop op in wordt gegaan. Met hem is toen
een aparte afspraak gemaakt en Désirée geeft aan
dat het wellicht een idee zou zijn om te overwegen
dergelijke mediawijze workshops ook voor onderne-
mers aan te gaan bieden. Ook is het opvallend dat er
zich veel 40 plussers aanmelden voor de workshop en
dat de avondsessies beter lopen dan de sessies die
overdag gepland stonden.
Mediawijsheidcompetenties
C3: Participeren in Sociale Netwerken (niveau 3)
S1: Reflecteren op eigen mediagebruik (niveau 3)
Links
http://www.bibliotheekdegroenevenen.nl/
http://www.23dingen.nl/
3
Er zijn 17 bibliotheken bezocht, waarvan er 15 aan de
slag gaan met het project (waaronder Bibliotheek
Kennemerwaard). Er is een handboek vervaardigd,
een toolkit ontwikkeld en sinds enige dagen is de
website online:
www.debibliotheekvoorondernemers.nl.
De doelstelling van Cybersoek was kostendekkend te
draaien, dankzij allerlei subsidies konden activiteiten
redelijk voordelig aangeboden worden. Mooiste as-
pect aan dit project is dat eigen kennis wijder wordt
verspreid, dat de expertise landelijk wordt uitgezet.
Informatie verkregen van Heleen Snoep, Cybersoek
Amsterdam.
Soortgelijke initiatieven en rol bibliotheek
Ozebo Alkmaar: dé ruimte om te ondernemen in
Noord Holland! Dit initiatief biedt ondernemers
maatschappelijk verantwoorde, duurzame en inspire-
rende ruimte om te ondernemen en biedt haar klan-
ten een soortgelijk programma aan (events). Op dit
moment zijn wij als Bibliotheek Kennemerwaard met
eigenaar Erik Plas in gesprek om te kijken of we wel-
licht iets voor elkaar kunnen betekenen.
Mediawijsheid competenties
B2 – begrijpen hoe media gemaakt wordt: ni-
veau 3
B3 – zien hoe media de werkelijkheid kleuren:
niveau 2/3
G2 – oriënteren binnen media-omgevingen: ni-
veau 3
C1 – informatie vinden en verwerken: niveau 3
C2 – content creëren: niveau 3/4
S2 – doelen realiseren met media: niveau 3/4
Links
www.debibliotheekvoorondernemers.nl
Lezing Online Marketing
Lezing van een ervaren online marketeer over het
landschap van online marketing. Tijdens de lezing
wordt geleerd wat online marketing is en wat belang-
rijke succesfactoren zijn.
Cursus Wordpress
Als ondernemer is het een must om je onderneming
ook op internet zichtbaar te hebben. WordPress is
een prachtig gratis systeem, waarmee in no time een
website kan worden opgezet en kan worden onder-
houden.
Workshop huisstijl ontwerpen in GIMP
GIMP (GNU Image Manipulation Program) is het uit-
gebreidste en beste gratis programma voor fotobe-
werking. Als u geen professioneel grafisch ontwerper
bent dan kunt u waarschijnlijk prima uit de voeten
met GIMP. Om te tekenen is GIMP ook heel geschikt.
Lezing LinkedIn
LinkedIn is een online sociaal netwerk, actief sinds 5
mei 2003, dat gericht is op vakmensen.
Resultaten en voortgang
Niet alle activiteiten werden volop bezocht; de com-
binatie lezing en workshop is een succesvolle formu-
le: de vele vragen die een lezing oproept kunnen
meteen in een workshop beantwoord worden. Cyber-
soek heeft vervolgens contact gezocht met het SIOB
om het product verder uit te rollen in de bibliothe-
ken: Bibliotheek Voor Ondernemers.
4
Ervaringen in Drenthe
Marion Loos kreeg in Drenthe vragen vanuit de bibli-
otheken om een nieuw klassenbezoek te organiseren
voor de brugklassen. Marion kwam in aanraking met
het spel whodunnit, wat alle aspecten van informa-
tievaardigheden bevatte. Ze heeft dit spel vervolgens
via Cubiss gekocht voor de bibliotheken en scholen in
Drenthe. In de praktijk past Marion het klassenbe-
zoek aan voor de verschillende niveaus. Havo scholie-
ren moeten veel meer zelf lezen, bij basis kader moet
het klassenbezoek helemaal gestuurd worden. Bij
beroepskader leg je moeilijke woorden uit als fraude,
bij een havo klas vraag je of iemand dit wil uitleggen.
Mooie aspecten van dit spel
De kinderen leren hoe ze moeten zoeken in verschil-
lende bronnen. Ook via Library thing, blogs en youtu-
be. Het spelelement is voor de kinderen erg aantrek-
kelijk, ze vinden het spannend en zijn hierdoor erg
gemotiveerd om te gaan zoeken.
Wie zijn allemaal bij de ontwikkeling betrokken?
Het project ‘Whodunnit?’ Is oorspronkelijk ontwik-
keld door Saskia Dellevoet van bibliotheek Midden-
Brabant. De pilotgroep Multimediaal klassenbezoek,
gevormd in opdracht van de Brabantse Netwerk Bibli-
otheek, heeft ervoor gezorgd dat het project is aan-
gekocht door Cubiss en gezamenlijk is aangepast om
het geschikt te maken voor het gebruik in andere bi-
bliotheken.
Marion als politieagent
WHODUNNIT: EEN MOORD IN DE BIBLIOTHEEK
door Monica Veeningen
‘Whodunnit?’ is een klassenbezoek nieuwe stijl aan
de bibliotheek. Tijdens het bezoek wordt een moord-
spel gespeeld. Na de voorbereidingsles op school
(optioneel) gaan de leerlingen uit de onderbouw van
het voortgezet onderwijs in kleine teams op onder-
zoek uit. Elk team wordt gekoppeld aan een verdach-
te en door het uitvoeren van verschillende opdrach-
ten vinden zij gezamenlijk de dader. Tijdens het op-
lossen van de moord maken de jongeren op een bij-
zondere en interactieve wijze kennis met de biblio-
theek en gebruiken zij nieuwe media
(internettoepassingen).
Klassenbezoek nieuwe stijl
Tijdens het spel zoeken leerlingen in de kasten van de
bibliotheek, in de catalogus en de digitale bestanden
van de bibliotheek. Ook kijken ze naar filmpjes op
YouTube en zoeken ze aanwijzingen op een blog. De
bibliothecaris wordt ‘rechercheur’ en leidt het onder-
zoek dat door de klas wordt uitgevoerd. Op deze bij-
zondere en interactieve wijze maken de leerlingen
kennis met de bibliotheek en alles wat zij te bieden
heeft. Een wereld van informatie die ontsloten wordt
door boeken, maar daarnaast ook door allerlei digita-
le bestanden en toepassingen. Het klassenbezoek
‘oude stijl’ wordt een klassenbezoek ‘nieuwe stijl’ en
speelt in op actuele, digitale ontwikkelingen.
Doel
Het gaat er om dat leerlingen in staat zijn om nieuwe
media (internettoepassingen) te gebruiken en dat zij
een gezonde mentaliteit ten opzichte van deze media
hebben, waarbij de leerlingen zich bewust zijn van de
mogelijkheden en van de context van de informatie.
5
de ontwikkeling heeft gekost. Wij verkopen het pro-
duct aan de bibliotheken en zij kunnen daarmee het
onderwijs bedienen.
Bestaan er soortgelijke initiatieven?
Volgens mij heeft bibliotheek Rotterdam ook wel
eens iets gedaan met een moordspel in de biblio-
theek.
Mediawijsheid competenties
Inzicht hebben in de medialisering van de sa-
menleving
Zien hoe media de werkelijkheid kleuren
Apparaten, software en toepassingen gebruiken
Oriënteren binnen mediaomgevingen
Informatie vinden en verwerken
Reflecteren op het eigen mediagebruik
Links
http://www.cubiss.nl/educatie-producten/
mediawijsheid-12-18-jaar/whodunnit
Interview met Ingrid de Jong van Cubiss
Het oorspronkelijke idee voor het ´Whodunnit?’ pro-
ject is van Saskia Dellevoet. Vanuit de Brabantse bibli-
otheken was een sterke behoefte aan een mediawijs
groepsbezoek voor het voortgezet onderwijs en daar-
om heeft Cubiss dit concept overgenomen, geprofes-
sionaliseerd en doorontwikkeld. Zij zijn dus eigenlijk
de maker van ‘Whodunnit?’ in de huidige vorm.
Wat is de doelgroep van dit project?
De brugklas van het voorgezet onderwijs.
Was daar vraag naar of was het een spontaan initia-
tief?
Er was vraag naar vanuit de Brabantse bibliotheken
om het spel te professionaliseren en door te ontwik-
kelen.
Wie zijn allemaal bij de ontwikkeling betrokken?
Het concept is bedacht door Saskia Dellevoet. De pro-
fessionalisering en doorontwikkeling is gedaan door
Cubiss (onderdeel van de Brabantse Netwerkbiblio-
theek) door met name Angélique de Kort en Ingrid de
Jong (dat ben ik)
Wat zijn volgens de makers de mooiste aspecten van
het initiatief?
Het is een leuk bezoek aan de bibliotheek waarmee
leerlingen ontdekken hoe leuk de bibliotheek kan zijn
en wat de bibliotheek te bieden heeft. Daarnaast is
het mediawijze component erg mooi. Leerlingen wor-
den echt uitgedaagd om goed te kijken naar de waar-
de van de gevonden informatie en deze in de juiste
context te plaatsen. Daar moeten ze uiteindelijk con-
clusies uit trekken en een mening over vormen.
Wat is het verdienmodel? En hoe wordt het ver-
markt?
Cubiss heeft geen winstoogmerk. De bibliotheek be-
taalt voor de materialen en een deel van de uren die
6
DE DIGITALE NIEUWSCOLLAGE
door Ron Strik
De Digitale Nieuwscollage is een leerarrangement dat
leerlingen actief stimuleert om de actualiteit te be-
spreken en te verwerken tijdens de lessen Neder-
lands. Leerlingen combineren tekstanalyse met de
actieve bespreking van hoe (nieuws)media te werk
gaan in hun berichtgeving. Dit doen zij door teksten
en beelden te markeren en annoteren, het onder-
scheid tussen feiten en meningen te bespreken en de
betrouwbaarheid van bronnen te bediscussiëren. Zo
verbindt De Digitale Nieuwscollage taalvaardigheid
aan mediawijs burgerschap.
IPON Mediawijzer.net Award
De Digitale Nieuwscollage is ontwikkeld door Nieuws
in de Klas (voorheen Krant in de Klas) in samenwer-
king met de Waag Society (een cultureel research en
innovatie centrum voor communicatietechnologie).
Zij kregen subsidie van SNS Reaalfonds en het stimu-
leringsfonds voor de Pers. Op 28 maart 2012 won het
initiatief De Digitale Nieuwscollage de IPON Media-
wijzer.net Award. Uit de vele inzendingen koos de
jury uiteindelijk voor De Digitale Nieuwscollage, “(...)
omdat het met behulp van nieuwe technologieën
jongeren op positieve wijze laat ervaren wat nieuws-
media hen te bieden hebben.”
Waarom is dit initiatief gestart
Nieuwsbedrijven willen graag dat jonge burgers – nu
en in de toekomst – nieuwsmedia leren gebruiken als
relevante maatschappelijke informatiebronnen. Do-
centen willen graag de actualiteit bij hun onderwijs
betrekken; zij willen hun lesstof verrijken en relate-
ren aan de werkelijkheid buiten school. Leerlingen
zijn gemotiveerder wanneer innovatieve technologie
op een betekenisvolle en activerende manier wordt
toegepast.
Doelgroep
De doelgroep van De Digitale Nieuwscollage zijn jon-
geren in het voortgezet onderwijs. De pilot is breed
ingezet in de onderbouw van het VMBO en in de bo-
venbouw (klassen 4 en 5) van Havo/VWO.
Wat inhoudelijk het mooiste is aan dit initiatief is dat
leerlingen eenvoudig kunnen werken met nieuws, dat
ze feiten en meningen kunnen scheiden en nieuws
kunnen analyseren. Technisch gezien is de combina-
tie van iPad en digibord heel interessant, want wat
een leerling doet op de iPad kunnen de anderen zien
op het digibord. Hierdoor kan de hele klas mee dis-
cussiëren. Verder gaan de jongeren aan de slag met
het nieuws van nu en dus niet met het nieuws dat
vanmorgen in de krant stond.
Hoe werkt het in de praktijk
De huidige eerste versie van De Digitale Nieuwscolla-
ge is gericht op het schoolvak Nederlands. Daar is
voor gekozen omdat het actief, kritisch en bewust
kunnen omgaan met media (mediawijsheid) begint
bij een goede taalbeheersing. Leerlingen maken met
behulp van iPads opdrachten, presentaties en
nieuwscollages over teksten uit zowel papieren als
digitale nieuwsmedia. Ze leren de journalistieke func-
ties, de opbouw, inhoud en rubrieken van (papieren
en digitale) nieuwsmedia kennen. In de onderbouw
wordt toegewerkt naar het schrijven van een infor-
matieve tekst (een nieuwsbericht) en in de boven-
bouw ligt de nadruk meer op de opbouw van een ar-
gumentatie en het schrijven van een betoog.
Toekomst
Om De Digitale Nieuwscollage een structurele toe-
komst te geven zijn er nog wat aanpassingen nodig.
Er wordt momenteel gezocht naar extra geld om dit
mogelijk te maken.
7
“De Digitale Nieuwscollage is een leer-
arrangement dat leerlingen actief sti-
muleert om de actualiteit te bespreken
en te verwerken tijdens de lessen Ne-
derlands.”
8
De handleiding is uitgebreid en de opdrachten zijn
praktisch, dus het zou ook mogelijk zijn om als media-
coach hiermee aan de slag te gaan. De docent Neder-
lands moet het echter kunnen koppelen aan de leer-
doelen, die bekend zijn.
Mediawijsheidcompetenties
Er zijn heel veel competenties waarvoor De Digitale
Nieuwscollage gebruikt kan worden:
B2: begrijpen hoe media gemaakt wordt (niveau
2)
B3: zien hoe media de werkelijkheid kleuren
(niveau 2)
G2: oriënteren binnen media-omgevingen
(niveau 2/3)
C1: informatie vinden en verwerken (niveau 1/2)
C2: content creëren (niveau 3)
S2: doelen realiseren met media (niveau 2)
Informatie in dit stuk is verkregen van Chris van Hall,
projectleider Onderwijs, Nieuws in de Klas.
Chris van Hall
Links
http://www.nieuwsindeklas.nl/vo/project-de-digitale
-nieuwscollage/
http://www.nieuwsindeklas.nl/
http://waag.org/nl
DREUMESEN STARTEN DIGITAAL
door Nynke van der Molen en Janneke Oosterveld
Het Advies-en Onderzoeksbureau Sardes gaf in sep-
tember 2012 tijdens een inspiratiedag van Boekstart
een enthousiaste presentatie over het digitale project
Digidreumes. Wij waren hierdoor geraakt en kregen
zo belangstelling voor het project, des temeer daar
de bibliotheken van Tynaarlo nauw samenwerken
met de Kinderopvang.
Denise Bontje
Interview met Denise Bontje
We hebben telefonisch contact gezocht met Denise
Bontje en zij wilde graag wat vertellen over het pro-
ject en de training. Zij is bij Sardes betrokken bij pro-
jecten rond taal en media. In opdracht van Het Kin-
deropvangfonds is zij als projectleider verantwoorde-
lijk voor de ontwikkeling van de training die aansluit
bij het pilotproject Digidreumesen.
Wat houdt het project in en voor wie is het?
“Het project is een training voor pedagogische mede-
werkers, werkzaam in de kinderopvang
(peuterspeelzalen en kinderdagverblijven), die wer-
ken met kinderen in de leeftijd van 0 – 4 jaar. De trai-
ning wil pedagogische medewerkers informeren en
inspireren om zelf media te gebruiken bij het werken
met jonge kinderen (vanaf 2 jaar). Zij leren dat er
naast de oude vertrouwde blokken en prentenboe-
ken nu ook de app is. Alle inspanningen moeten lei-
den tot het met plezier werken met digitale toepas-
singen en het vergroten van mediawijsheid onder
pedagogische medewerkers, kinderen en ouders.”
9
Wie zijn bij de ontwikkeling betrokken en hoe ver-
loopt de samenwerking?
“Het Kinderopvangfonds heeft de opdracht gegeven
en elke instantie levert zijn eigen aandeel. Bijvoor-
beeld Medid heeft de portal gemaakt, Mijn Kind On-
line vult de portal en Sardes levert de pedagogische
en didactische kennis met een training voor de peda-
gogische medewerkers.”
Wat is het mooiste aspect van dit project?
“Er zijn een aantal mooie aspecten van dit project te
noemen. Er is eindelijk iets gemaakt voor de mede-
werkers van de Kinderopvang. Mediawijzernet richt
zich voornamelijk op oudere kinderen (middenbouw/
bovenbouw). Pedagogische medewerkers worden
zich er nu van bewust dat de mediaopvoeding al van-
af de geboorte begint. Ook al is een heel klein kind er
zelf nog niet mee bezig, het ziet dat de volwassenen
dat wel doen. Hun gedrag is voorbeeldgedrag voor
kinderen. Pedagogische medewerkers spelen daar,
samen met de ouders, een grote rol in. De training
moet hen inspireren om op een leuke en goede ma-
nier met media en jonge kinderen aan de slag te
gaan.
Pedagogische medewerkers leren welke media zij
kunnen inzetten en ook welke inhoudelijke argumen-
ten zij kunnen gebruiken, om de juiste media in te
zetten.”
Hoe zet je het project in de markt?
“De pilot loopt van september 2012 tot begin 2013
op verschillende locaties in Nederland. Na de pilot
gaat Het Kinderopvangfonds het project evalueren en
daarna wordt het in de markt gezet onder andere
door contact te zoeken met bestaande initiatieven
zoals Boekstart.”
Mediawijsheidcompetenties
Hieronder volgen de competentieniveaus vanuit de
training bekeken, dus voor de pedagogische mede-
werker.
Bewust
B1: t/m niveau 3 / 4: speelt een belangrijke rol bij
de mediaopvoeding.
B2: t/m niveau 2: kwaliteitskenmerken zijn heel
belangrijk. De pedagogische medewerker moet
meerwaarde zien in het gebruik van het digitale,
moet kritisch kijken naar kwaliteit van digitale/
geanimeerde prentenboeken en educatieve tv
programma’s. Ook moeten zij weten waar apps
aan moetens voldoen.
Gebruik
G1: t/m niveau 2: Ze moeten zelf digitale foto’s
kunnen maken en daar met de kinderen over
praten (taalontwikkeling). Denise noemt het pro-
ject Kiek! van Cubiss.
“Peuters krijgen een digitale camera en dan kan het
feest beginnen! Het project Kiek! gaat over media-
wijsheid. Peuters leren hoe ze zelf foto’s maken, ze
kijken naar foto’s en worden zich bewust dat een foto
een representatie is van de werkelijkheid.”
Pedagogische medewerkers moeten met de iPad
kunnen werken, omdat kleine kinderen ook met
de iPad kunnen omgaan. De iPad wordt ook in de
training gebruikt.
Communicatie
Sociale netwerken worden niet gebruikt.
Strategie
S1: t/m niveau 3: Pedagogische medewerkers
moeten zich bewust zijn van hun eigen mediage-
bruik. Hun gedrag is voorbeeldgedrag voor kin-
deren.
Meer
Voor meer informatie kunt u terecht bij
[email protected] of [email protected].
Links
http://www.boekstart.nl/
http://www.digidreumes.nl/
http://www.leesplein.nl/LL_plein.php?
hm=1&sm=2&id=101
10
GENERATIE MAASTRICHT GAME
door Monique Notermans
De Generatie Maastricht Game is een ontwerpwed-
strijd voor scholieren in het voortgezet onderwijs. Zij
leren om mobiele GPS-tours en games te ontwerpen
via het platform van 7scenes, en deze in praktijk te
testen. Als onderwerp van de tour putten zij uit histo-
risch/culturele bronnen uit en over Maastricht. Die
content wordt in het ontwerpproces gekoppeld aan
fysieke locaties in de stedelijke omgeving. Qua in-
houd sluit het aan bij het vak geschiedenis, maat-
schappijleer, nieuwe media of ckv.
Het programma
Scholen die aan de ontwerpwedstrijd meedoen krij-
gen een boeiend educatief programma, bestaande uit
verschillende informatiedossiers, toegang tot de on-
line werkomgeving van 7scenes, instructiebijeen-
komst voor docenten/ begeleiders en de hardware
die nodig is voor het lopen van de tour of spelen van
de game. In samenwerking met de school kan een
wedstrijd voor de beste tours georganiseerd worden
– binnen school of tussen scholen onderling. De beste
tours en games zullen bewerkt worden zodat ze voor
iedere bezoeker en inwoner van Maastricht te spelen
valt.
Europese Culturele Hoofdstad 2018
In de opmaat naar 2018 en Maastrichts' kandidatuur
voor Europese Culturele Hoofdstad in 2018, stimu-
leert de gemeente Maastricht diverse initiatieven. Dit
projectplan is een doorontwikkeling van het project-
voorstel 'Mobiel Maastricht' dat in 2010 geïnitieerd
werd door Kaleidoscoop in samenwerking met 7sce-
nes (Waag Society). Tout Maastricht, Centre Cérami-
que en Kaleidoscoop namen daarin het voortouw.
Met een 6-tal organisaties is het huidige projectplan
opgesteld en omgedoopt tot ‘Generatie Maastricht
Game’ (GMG).
Centre Céramique, Kaleidoscoop, Tout Maastricht,
RHCL, BV Limburg en VVV Maastricht zijn partner in
het op te richten ‘consortium GMG’. Het project
heeft een doorlooptijd van 2 jaar (1 dec. 2012 tot 1
dec. 2014). De projectbegroting wordt gedekt via
gelijke financiële bijdragen van de partners, en is
deels afkomstig via een bijdrage van de Elisabeth
Strouven-stichting. Verder verbinden partners zich
via een inspanningsverplichting.
Doel
Met de GMG beogen de projectpartners om jongeren
op een eigentijdse manier met kunst, cultuur en his-
torie in de omgeving te verbinden. Middels creatief
gebruik van moderne technologie ervaren scholieren
dat zij zelf bepalen hoe zij zich verhouden tot hun om-
geving. Het doel is om jongeren via een tour of game
hun eigen verhaal te laten vertellen. Via de virtuele
en fysieke interactie krijgt de omgeving meer beteke-
nis(lagen). Met GMG zorgen we dat jongeren media-
wijzer worden en zij een gevoel van eigenaarschap
ontwikkelen. Kennis en vaardigheden met mobiele -,
internet - en GPS-techniek worden gestimuleerd. Alle
projectpartners bereiken in gezamenlijkheid scholie-
ren en vergroten daarmee hun bekendheid.
11
Jurn Glazenburg over GMG
Jurn Glazenburg, informatiespecialist en mediacoach
bij Centre Céramique, over Generatie Maastricht Ga-
me:
“Het is een leuk project waarbij het gebruik van
smartphone, spelelementen, contentontsluiting en
cultuureducatie gekoppeld worden. Zichtbaarheid
speelt ook een rol. Het is een ingang naar een moeilijk
bereikbare doelgroep die zou kunnen werken.
Nu is er voor jongeren in het Centre Céramique een
jongerenpunt. Een passieve manier om jongeren te
bereiken. Als mediacoach geef ik daarnaast voorlich-
ting over mediawijsheid tijdens ouderavonden en op
verzoek van vo-scholen is er een databankprofiel op-
gesteld als hulpmiddel bij profielwerkstukken.
Het mooiste aspect van dit project vind ik dat in de
huidige vorm van samenwerking de partners met elk
een eigen visie gezamenlijk naar buiten treden.
Scholen mogen gratis deelnemen maar hebben wel
een lichte inspanningsverplichting. Docenten volgen
een
korte opleiding. Er is al interesse van scholen.
7scenes levert het internetplatform voor GMG en in-
strueert de docenten.
Leerlingen maken in groepjes via het platform een
route door de stad en koppelen daaraan zelf hun op-
drachten. Daarna wordt de route gelopen en de op-
drachten uitgevoerd m.b.v. Smartphones. Totale tijds-
besteding ca. 12 uur. In 2 jaar tijd zullen ca. 200 rou-
tes zijn gemaakt.
Leerlingen moeten nadenken over wat ze gaan doen
en leren samenwerken. De pilot start in december.
Met dit project hopen we ook aan te sluiten op pro-
jecten in de euregio en op Via 2018 (Maastricht &
Euregio Kandidaat Culturele Hoofdstad van Europa
2018).”
Jurn Glazenburg
Mediawijsheidcompetenties
Competentie-index voor de leerlingen:
De leerling is zich bewust van de medialisering
van de samenleving (B1) en beseft dat dit vraagt
om nieuwe mediavaardigheden (niveau 2).
De leerling begrijpt hoe media worden gemaakt
(B2) en herkent de primaire doelstellingen van
mediaboodschappen (niveau 1).
De leerling kan zich oriënteren binnen media-
omgevingen (G2) waarin apparaten, content en
toepassingen op meerdere wijze met elkaar ver-
bonden zijn of kunnen worden (niveau 3).
De leerling kan informatie vinden en verwerken
(C1) en kan diverse gedrukte, digitale en audiovi-
suele informatiebronnen benutten om informatie
te vinden en kan bij verschillen informatiebe-
hoeften het juiste medium kiezen (niveau 1).
De leerling kan content creëren (C2) en plaatst
eigen content op meerder sociale netwerksites.
Uploadt foto's en video's. Kan delen via e-mail en
sms en verstuurt tweets (Niveau 2).
Links
www.7scenes.com
www.waag.org
www.via2018.eu
www.toutmaastricht.nl
www.centreceramique.nl
www.kaleidoscoop.net
www.rhcl.nl
www.bv-limburg.eu
www.vvvmaastricht.nl
12
HEB JIJ OOK DE L-FACTOR?
door Lidy Swieters-Hanenbergh
Het project Factor-L (Factor Lezen) is een multimedi-
aal leesbevorderingsproject dat is ontstaan doordat
in het voorgezet onderwijs steeds meer aandacht
wordt besteed aan het lezen, het stimuleren van lees-
plezier en de vraag naar passende leesbevorderings-
projecten. Het project is gebaseerd op het succesvol-
le leesbevorderingsproject Leesvirus.nl (een leesbe-
vorderingsproject voor kinderen uit groep zes van de
basisschool, waarin leesbevordering en het aanleren
van digitale informatievaardigheden hand in hand
gaan).
Interview met Marion Loos
Voor deze opdracht heb ik Marion Loos geïnterviewd.
Zij is accountmanager/domeinspecialist voortgezet
onderwijs en mediacoach bij Biblionet Drenthe en
heeft dit project ontwikkeld.
Wat is het doel van het project Factor-L?
De doelen van dit project zijn:
Leesbevordering en leesplezier
Toepassen van digitale vaardigheden/
mediawijsheid
Communicatieve vaardigheden: het leren formu-
leren van je mening en reacties uitlokken
Voor wie is dit project bedoeld?
Het project is bedoeld voor brugklasleerlingen
(VMBO, Havo, VWO).
Hoe ziet het project er uit?
Leerlingen lezen 5 geselecteerde boeken en wisselen
vervolgens via de website hun mening uit met leer-
lingen van andere brugklassen binnen de school die
hetzelfde boek hebben gelezen. Op de website van
Factor-L worden wekelijks nieuwe (digitale) verwer-
kingsopdrachten geplaatst. Elke deelnemende school
krijgt een eigen inlogcode voor de website. De op-
drachten kunnen onder lestijd worden uitgevoerd in
de mediatheek of OLC ( Open Leer Centrum), in sa-
menwerking met de docent Nederlands. De media-
thecaris kan ondersteuning bieden aan de leerlingen,
maar is ook het aanspreekpunt voor de contacten
tussen de docent en de medewerkers van de biblio-
theek. De opdrachten bestaan bijvoorbeeld uit infor-
matie zoeken op internet over bepaalde thema’s die
in de boeken worden besproken. Ook is er een op-
dracht waarbij de leerlingen wordt gevraagd een film
te maken over een boek. Deze filmpjes worden ge-
plaatst in de bioscoop van Factor-L. Het winnende
schoolfilmpje wordt na 5 weken op de finale pagina
van de website Factor-L getoond en hiermee hebben
de leerlingen tevens de Factor-L status bereikt. De
duur van het project is 6 weken en kan het hele jaar
worden uitgevoerd.
Wie zijn bij het project betrokken?
Het project wordt door Biblionet Drenthe en Biblio-
theek Emmen aangeboden in de doorgaande leeslijn
voor het voortgezet onderwijs. De scholen kunnen
zich via de bibliotheek inschrijven en deelnemen aan
de aangeboden projecten.
Hoe ver is het project al ontwikkeld?
Het project is nog in ontwikkelingsfase. Binnenkort
wordt de pilot uitgevoerd op het Esdalcollege te Em-
men, met 10 VMBO brugklasleerlingen uit 5 verschil-
lende brugklassen. Na de pilot wordt gekeken of de
opdrachten ook gecombineerd kunnen worden met
het toepassen van sociale media als Facebook,
Twitter of het bijhouden van een weblog.
De vragen en opdrachten worden geproduceerd en
de antwoorden worden beoordeeld door de mede-
werkers van de afdeling Leespromotie & communica-
tie (Educatieve Dienst) van Biblionet Drenthe te As-
sen.
13
Wat is een mooi aspect van Factor-L?
Een bijzonder aspect van Facor-L en het Leesvirus.nl
is dat leesplezier wordt gecombineerd met digitale
vaardigheden. Niet alleen voor de leerlingen maar
ook de docenten maken kennis met de diverse vor-
men van mediawijsheid.
Meer
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
Mediawijsheidcompetenties
Bewust: Inzicht hebben in de werking van media
(Passief)
B1 t/m niveau 2 : kennis maken met nieuwe me-
diavaardigheden
Gebruik: Gebruik maken van media (Actief)
G1 t/m niveau 2 : frequent gebruik maken van
diverse media
G2 t/m niveau 2 : gebruik maken van koppeling
PC, video/fotocamera
Communicatie: Interactief informatie uitwisselen
via media
C1 t/m niveau 2 : informatie vinden, beoordelen
en verwerken
C2 t/m niveau 2 : uploaden foto’s / video’s
C3 t/m niveau 2 : actief informatie uitwisselen
met medescholieren
Strategie: Effectief omgaan met media
S1 t/m niveau 1 : bewust worden van eigen me-
diagebruik
S2 t/m niveau 1: digitale en online media toepas-
sen
ONTDEK DEN HAAG MET DIGITALES
door Lidy Munninghoff en Thea Schellekens
Interview met Heleen Hebly
Voor deze opdracht hadden wij een gesprek met He-
leen Hebly van Bibliotheek Den Haag. Zij is program-
maleider en houdt zich voornamelijk bezig met ‘oral
history’ programma’s voor senioren. Senioren treffen
elkaar aan verhalentafels en tekenen hun herinnerin-
gen op aan de hand van gekozen Haagse historische
thema’s. Deze verhalen verschijnen veelal in boek-
vorm, worden geplaatst op de website haagseherin-
neringen.nl (Haags Gemeentearchief) en maken soms
deel uit van tentoonstellingen in het Haags Historisch
Museum. Met de komst van het project Digitales, een
concept ontwikkeld door MiraMedia in samenwer-
king met ETV, zag Heleen kans haar ‘oral history’ pro-
gramma te verbinden met de digitales, zoals ze zelf
zegt: ‘gesproken PowerPoints’.
Heleen Hebly
Wat is precies een Digitale?
“Digitales zijn korte, persoonlijke, YouTube-achtige
films met gesproken en in beeld gebrachte verhalen,
herinneringsplekken, voorwerpen en documenten.
Het ingesproken verhaal en persoonlijke foto's zijn de
belangrijkste ingrediënten.
In speciale verhalentafels komen senioren bij elkaar,
halen herinneringen op aan echt Haagse thema's,
maken korte verhalen en leggen ze vast in de vorm
van een filmpje. Dat gaat aan de hand van een 5 stap-
penplan: 1. Herinneringen ophalen. 2. Verhaal schrij-
ven. 3. Beeldmateriaal verzamelen. 4. Voice over op-
nemen en 5. Digitale maken met Windows Movie
Maker.
14
Vrijwilligers worden getraind om het proces van film-
pjes maken te begeleiden. Dit zijn meestal senioren
die zelf eerder een digitale hebben gemaakt.”
Waarom ben je dit project gestart?
”De inzet is het cultureel erfgoed van Den Haag, oral
history en nieuwe media met elkaar te verbinden,
waardoor vele bibliotheekaspecten samenkomen. De
ontmoetingsfunctie, waardoor senioren met elkaar
spreken aan de verhalentafels over hun herinnerin-
gen; maar ook het leren van nieuwe vaardigheden,
zoals het schrijven van een storyboard, foto’s scan-
nen en bewerken en een filmpje maken in Windows
Moviemaker.”
Hoe weet je senioren te motiveren hieraan deel te
nemen?
“De thema’s zijn een belangrijke insteek. In eerste
instantie voelen zij zich aangesproken door het the-
ma. Ze voelen zich echt uitgenodigd. Behalve oproep-
jes in kranten en andere media die senioren kennen,
wordt specifiek per thema gezocht naar organisaties
of instellingen die van betekenis kunnen zijn. Bijvoor-
beeld voor verhalen over 125 jaar Haagse Huishoud-
school werf je ook via allerlei vrouwenorganisaties.
Natuurlijk werven we ook via alle eerder genoemde
samenwerkingspartners.”
Hoe beleven de deelnemers dit project?
“De verhalen zijn voor hen de motor. Het verwerken
via nieuwe media is best spannend, maar door het
prachtige eindresultaat zijn ze over het algemeen erg
gemotiveerd en hebben ook veel plezier met elkaar.
Ze vinden veel herkenning bij elkaar.
Zij zijn niet alleen mediaconsument, maar nu ook pro-
ducent. Ze leren spelenderwijs!”
Wat is de meerwaarde voor de bibliotheek Den
Haag?
“Deelnemers aan dit project zijn de beste ambassa-
deurs voor de bibliotheek en de mediawijze pro-
jecten. Zij zorgen voor een goede publiciteit waar-
door een anders moeilijk binnen te krijgen groep, nu
wel binnenkomt, en met plezier. Na 2 jaar stopt de
subsidie van de Provincie Zuid-Holland. We zijn nu
met de samenwerkingspartners bezig om de metho-
de in een handleiding vast te leggen.
Behalve in gedrukte vorm met demo-filmpjes voor
musea en erfgoedpartners, wordt de methode ook
digitaal beschikbaar gesteld op de website.
Ik hoor graag tips van collega’s in het land hoe wij
potentiële klanten kunnen verleiden naar deze websi-
te te gaan en te gebruiken.”
Meer
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
Heleen Hebly ([email protected] of 06-
11953265). Op 10 december is er een slotmanifesta-
tie ‘Ontdek Den Haag met Digitales’. U bent hier van
harte voor uitgenodigd.
Mediawijsheidcompetenties
We gaan verder in gesprek met Heleen over de com-
petenties mediawijsheid, zoals wij die in de training
mediacoach aangereikt krijgen. Heleen vindt het een
handig model.
”Op zoiets zat ik nu al lang te wachten. Ik zie als be-
langrijkste competenties het gebruik van de compu-
ter, en eenvoudige software (G1), maar ook het vin-
den en verwerken van informatie (C1). Denk aan het
scannen van foto’s en documenten, het raadplegen
van websites etc.). En uiteraard het creëren van con-
tent (C2): een filmpje. Wat betreft de niveaus kun je
over het algemeen zeggen dat de meeste deelnemers
van niveau 0 naar 1 à 2 gaan.
Doordat deze producties ook op sociale netwerken
worden gezet, worden de digitale verhalen voor ie-
dereen toegankelijk.”
Links
http://www.haagseherinneringen.nl/
http://www.youtube.com/watch?
v=3b04zDmT5tM&list=PL15737B8189F0D632&index=
2&feature=plpp_video (keuze uit 44 filmpjes)
15
“Senioren treffen elkaar aan verhalentafels en teke-
nen hun herinneringen op aan de hand van gekozen
Haagse historische thema’s.”
16
RIJNMONDTWEEPUNTNUL
door Hetty van der Wijden en Karin van Adrichem
Het mediawijsheid project Rijnmond 2.0 is voor het
eerst gestart in Zeeland. Zeeland 2.0 is op 1 decem-
ber 2011 van start gegaan. Doel van het project is om
mensen met een verstandelijk beperking mediawijzer
en daarmee zelfstandiger te laten worden. Dit project
gaat onder de naam Nederland 2.0 uitgerold worden
in alle provincies van Nederland. Rijnmond 2.0 is als
tweede van start gegaan op 10 september 2012.
Wij hebben telefonisch contact gehad met mevrouw
Halley, projectleider van Rijnmond 2.0. Ook hebben
wij contact gehad met mevrouw Teclegiorgis, pro-
jectleider van Zeeland 2.0. Beide dames waren bij-
zonder enthousiast over hun project tijdens het ge-
sprek.
Samenwerking MEE Rotterdam
Rijnmond 2.0 werkt nauw samen met MEE Rotter-
dam. Deze organisatie is in de regio Rotterdam Rijn-
mond een dienstverlenende organisatie voor alle
mensen met een beperking en/of chronische ziekte
en hun directe omgeving. De meeste cursisten komen
uit het klantenbestand van MEE Rotterdam, maar via
de website kunnen andere belangstellenden zich ook
aanmelden.
De cursisten zijn zowel jongeren vanaf 18 jaar als ou-
deren. De cursisten worden gekoppeld aan vrijwil-
ligers die zich hebben aangemeld via de website van
Rijnmond 2.0. De vrijwilligers krijgen een media 2.0
training van vier dagdelen. Tijdens de training wordt
vooral gewezen op de gevaren van internet en sociale
media. Voor ons is het misschien vanzelfsprekend dat
je bepaalde dingen beter niet kan doen op het inter-
net, maar voor de doelgroep hoeft dit niet zo te zijn.
Per cursist wordt een volledig op maat gemaakt tra-
ject aangeboden, rekening houdend met de vraag
van de cursist en het competentieniveau.
Sommige cursisten weten nog helemaal niet hoe ze
informatie kunnen vinden en verwerken, andere cur-
sisten zijn al een stapje verder. In acht à tien sessies
wordt de cursist media- en webwijzer gemaakt. De
cursisten leren bijvoorbeeld om zelf informatie te
vinden, digitale formulieren in te vullen, digitaal te
solliciteren en eigen zorgplannen en cliëntendossiers
in te kunnen zien. De training kan helpen met het
vinden van werk, dagbesteding of om meer betrok-
ken te zijn bij de maatschappij. Mevrouw Halley geeft
in het gesprek aan dat het vooral ook belangrijk is dat
de cursisten het ontzettend leuk vinden om deel te
nemen aan deze sessie.
Sponsoren
Rijnmond 2.0 wordt voor de lesmaterialen gespon-
sord door Nemesys en Vodafone. Momenteel krijgt
het project nog geen subsidie van de overheid.
Uitbreiden naar de bibliotheken
Een soortgelijk project zou ook in bibliotheken opge-
zet kunnen worden. Door de mediacoach niet alleen
in te zetten op scholen en in bibliotheken, maar ook
voor mensen met een verstandelijke beperking. Deze
doelgroep loopt minder makkelijk bij een bibliotheek
naar binnen.
Rijnmond 2.0 spreekt ons aan, omdat het een laag-
drempelige manier is om mensen met een verstande-
lijke beperking mediawijs te maken. Juist deze doel-
groep mag niet achterblijven in de maatschappij. Ze
hebben vaak al (meer) moeite om aansluiting bij de
maatschappij te vinden en te houden.
Links
http://www.rijnmondtweepuntnul.nl
http://www.facebook.com/Rijnmond2.0
http://www.facebook.com/#!/
Rijnmond2.0Vrijwilligers?fref=ts
http://www.meerotterdamrijnmond.nl/
17
WIKIKIDS
door Willy de Meij
Ik koos voor WikiKids, omdat ik op zoek was naar een
activiteit voor basisschoolleerlingen en daarbij veel
papieren hulpmiddelen tegenkwam, zoals werkbla-
den en handleidingen. Bij Wikikids ontbreken die pa-
pieren materialen, alles is digitaal.
Wat is WikiKids
WikiKids is de interactieve Nederlandstalige internet-
encyclopedie voor en door kinderen. Het is daarmee
het kleine broertje van Wikipedia. WikiKids maakt
gebruik van de Wikitechniek. Deze techniek zorgt er-
voor dat iedereen aan een Wiki kan meewerken,
door bijvoorbeeld een artikel te schrijven of foto’s te
plaatsen. Als je iets hebt geschreven staat het direct
op internet. Daarom wordt er gewerkt met modera-
toren om ervoor te zorgen dat de inhoud gecontro-
leerd wordt.
De belangrijkste doelen van Wikikids sluiten goed aan
op een aantal kerndoelen (Nederlands en Oriëntatie
op jezelf en de wereld) van het basisonderwijs:
Kinderen artikelen laten maken die passen in een
encyclopedie;
Kinderen informatie laten vinden die ze kunnen
gebruiken voor spreekbeurten en werkstukken.
Anno oktober 2012 telt WikiKids 11.716 artikelen en
ongeveer 8.600 afbeeldingen. In totaal hebben sinds
de oprichting in 2006 193.502 gebruikers zich aange-
meld. (Bron: Google)
Interview met Gerard Dümmer
Gerard Dümmer is de man die het initiatief nam voor
het ontwikkelen van een Wikipedia voor kinderen:
WikiKids. De vragen die ik per mail aan hem heb ge-
steld, heeft hij beantwoord op zijn blog. Leuk voor
deze opdracht, maar ook voor zijn volgers.
Via de mail kreeg ik de vraag of ik antwoord wilde
geven op vragen die Willy de Meij had opgesteld in
het kader van haar opleiding tot mediacoach. De vra-
gen hebben betrekking op WikiKids, de internetency-
clopedie voor en door kinderen. Omdat ik denk dat
het voor mensen interessant is om de antwoorden op
de vragen te lezen, publiceer ik de antwoorden hier
op mijn weblog.
Waarom heeft u dit gemaakt?
WikiKids is ontstaan in 2006. Ik was toen bezig met
het maken van internetopdrachten voor leerlingen
van het basisonderwijs. Onder andere opdrachten
met het programma Google Earth. Ik gebruikte hier-
voor onder andere de vorm van webquests. Daarvoor
wilde ik kunnen verwijzen naar informatie op internet
die kinderen zouden kunnen gebruiken. Ik vond het
lastig om goede informatie te vinden. Informatie die
betrouwbaar was, informatie die ook duurzaam op
een plek zou blijven staan en informatie die begrijpe-
lijk was. Verschillende keren kwam ik op Wikipedia
uit als ik zocht op een onderwerp op internet. Maar
lang niet altijd vond ik Wikipedia begrijpelijk voor kin-
deren. Vaak te lange, ingewikkelde zinnen en te veel
detailinformatie. Ik kwam zo op het idee om een
Wikipedia voor kinderen te starten. Ik postte een be-
richt op de Scholenlijst en zo is het balletje gaan rol-
len.
Dag allemaal,
Een ideetje dat ik kreeg tijdens het werken aan een
opdracht rondom het WK. Ik
maak veel gebruik van verwijzingen naar Wikipedia.
Ik probeer hierbij rekening
te houden met het leesniveau. Maar lang niet alles is
geschikt om te gebruiken.
Dacht toen: een Wikipedia voor kinderen zou dat
niets zijn? Gemaakt door
leerkrachten, leerlingen, educatieve instellingen,
...Met informatie dus
afgestemd op het leesniveau van het basisonderwijs.
Ben benieuwd hoe jullie hier
tegen aankijken. Is het wenselijk? Mogelijk? Uitvoer-
baar? Ik hoor het graag.
Groeten, Gerard Dümmer
18
19
Was daar vraag naar of was het een spontaan initia-
tief?
Het was een spontaan initiatief. Niet alleen van mij
maar direct van een flinke groep vrijwilligers die zich
flink hebben ingespannen om het initiatief van de
grond te krijgen.
Dat er behoefte aan was, werd me echter wel duide-
lijk gezien het feit dat er zo veel reacties op kwamen
in zo’n korte tijd. Dus je zou kunnen zeggen dat het
waarschijnlijk een latente vraag was die leefde.
Sinds april hebben we ook Google Analytics op de site
lopen. Die laat zien dat we vanaf april zo’n 160.000
unieke bezoekers al hebben gehad. Op moment van
schrijven zie ik dat er ruim 60 mensen nu actief zijn
op WikiKids.
Wat zijn volgens u de mooiste aspecten van het initi-
atief?
De mooiste aspecten van het initiatief vind ik de sa-
menwerking tussen de verschillende mensen die
WikiKids hebben gemaakt tot wat het nu is. In het
begin de samenwerking op de Scholenlijst. Alle idee-
ën die daar opborrelden. Later de samenwerking in
de Stichting die we hebben opgericht rondom
WikiKids. En nu de samenwerking online met de mo-
deratoren die de kwaliteit van WikiKids bewaken.
Iedereen heeft hetzelfde doel: Van WikiKids een
mooie internetencyclopedie maken.
Andere mooie aspecten zijn: de samenwerking met
Kennisnet, de IPON-award die we hebben gewonnen,
een subsidie voor ons open source project en de
wedstrijden die we hebben georganiseerd (en de in-
zendingen daarop).
Het is gestart door vrijwilligers, is dit nog steeds zo?
Dat is nog steeds zo. Stichting WikiKids is een Stich-
ting zonder winstoogmerk. Schrijvers en moderato-
ren doen dat vrijwillig.
Ik zag dat er al heel veel items zijn gemaakt, hoe
wordt er bekendheid aan het bestaan van WikiKids
gegeven?
We proberen op verschillende manieren bekendheid
te geven aan WikiKids. We hebben bijvoorbeeld ver-
schillende keren op de NOT gestaan op de stand van
Kennisnet, we hebben presentaties
gegeven op andere beurzen zoals de IPON. Er
zijn artikelen verschenen in bladen zoals Vives en Cos.
We hebben workshops op scholen gegeven. We pra-
ten er over met iedereen die we tegen komen. En we
maken gebruik van ons netwerk om het te versprei-
den. In het begin was dat bijvoorbeeld via de Scho-
lenlijst. Nu hebben we ook een account op Twitter.
We zijn daar echter nog niet zo heel actief.
Bestaan er soortgelijke initiatieven?
Ja, er bestaan soortgelijke initiatieven in Duitsland,
Frankrijk en Spanje. In het artikel over WikiKids op
WikiKids vind je de linken naar deze andere wiki’s.
We hebben weinig tot geen contacten echter met de
andere wiki’s. Daarvoor ontbreekt het ons jammer
genoeg aan de tijd.
WikiKids en de mediawijsheidcompetenties
Welke competenties van toepassing zijn op Wikikids
en op welk niveau? Ik had het overzicht nog niet ge-
zien. Op mediawijzer.net kon ik het ook niet zo snel
vinden. Vandaar dat ik het hieronder ook nog een
keer opneem. Welke mediawijsheidcompetenties zijn
op WikiKids van toepassing? Bij alle competenties zou
je wel iets met WikiKids kunnen doen. In ieder geval
kun je bij WikiKids uit de voeten met C1 (Informatie
vinden en verwerken) en C2 (Content creëren). Als je
actief aan WikiKids bijdraagt functioneer je minimaal
op niveau 3.
Het diamantmodel als uitgangspunt voor Wikikids
Het departement Onderwijs van de Vlaamse overheid
heeft een brochure uitgegeven, waarin het diamant-
model gebruikt om duidelijk te maken aan welke
competenties van basisschoolleerlingen gewerkt
wordt door middel van ICT. Het diamantmodel be-
staat uit drie lagen. In de eerste laag zijn de Leerpro-
cesgerichte competenties opgenomen. In de tweede
laag de Instrumentele vaardigheden en in de derde
laag de Sociaal ethische competenties. Het diamant-
model dient als uitgangspunt voor Wikikids.
20
Het diamantmodel
Mediawijsheidcompetenties
De nummers van de competenties heb ik achter de
competenties van Mediawijzer.net geplaatst. Dit is
wellicht stof voor een discussie.
Inzicht hebben in medialisering van de samenle-
ving
Begrijpen hoe media worden gemaakt (9)
Zien hoe media de werkelijkheid kleuren (9)
Apparaten, software en toepassingen gebruiken
(8)
Oriënteren binnen mediaomgevingen (4)
Informatie vinden en verwerken (3)
Content creëren (7)
Participeren in sociale netwerken (9)
Reflecteren op het eigen mediagebruik (9)
Doelen realiseren met media (1+3)
Links
http://www.wikikids.nl/
http://www.gerarddummer.nl/blog/2012/10/
mediawijsheid-en-wikikids-2.html
http://www.werkenmetgoogleearth.nl/
http://www.not-online.nl/nl-NL/Bezoeker.aspx
http://www.ipon.nl/
https://twitter.com/wikikids
http://wikikids.wiki.kennisnet.nl/Wikikids
SPELENDERWIJS MEDIAWIJS
door Herman Wevers en Jos Boon
Binnen Bibliotheek Rivierenland zijn momenteel ze-
ven mediacoaches werkzaam in de brede scholen van
verschillende gemeentes. Het aanbod van onder an-
dere de medialessen, vindt binnen- en buitenschools
plaats. Als mediacoaches zoeken we naar uniformiteit
binnen het aanbod van deze lessen, zodat de lessen
overdraagbaar en breed inzetbaar zijn voor heel het
werkgebied van Bibliotheek Rivierenland. Niet alleen
binnen de brede school, maar ook bruikbaar als
workshop voor andere doelgroepen.
Ganzenbord
Via de weblog ICT-idee van Herman van Schie, kwa-
men we een informatief, interactief online Ganzen-
bordspel over mediawijsheid tegen. Dit spel kan ver-
sterkend worden ingezet als verwerking op onze le-
sinhoud over mediawijsheid. De toegevoegde waarde
van het spel is dat vraag en antwoord gelijk zichtbaar
zijn. Het spel kan zowel klassikaal als in kleine groep-
jes worden gespeeld, waardoor een levendige discus-
sie kan ontstaan.
Het spel is ontwikkeld voor de bovenbouw van het
basisonderwijs en de brugklas van het voortgezet
onderwijs.
ICT-idee.blogspot.nl
ICT-idee is in de eerste plaats bedoeld voor de klas-
sen 1 en 2 van het voortgezet onderwijs en de klas-
sen uit de bovenbouw van het basisonderwijs, maar
vele toepassingen zijn ook bruikbaar in andere leerja-
ren, privé en zelfs in het bedrijfsleven.
Het initiatief voor ICT-idee komt van de 62-jarige Her-
man van Schie. Hij is docent aan het Bogerman, de
christelijke school voor vmbo, havo en vwo in Sneek.
Hij was daar werkzaam als teamleider en docent in-
formatiekunde. Vanwege een interne reorganisatie
zal Herman per 1 januari 2013 niet meer werkzaam
zijn op deze school. Op dit moment geeft Herman
alleen Nederlands en heeft een aantal niet gelabelde
uren, waarin hij het weblog en de daarbij horende
beschrijving kan onderhouden.
21
Herman van Schie schreef in 2011 een groot aantal
lesbrieven met ICT-toepassingen die gebruikt kunnen
worden binnen het onderwijs. Deze lesbrieven zijn
later verzameld op het weblog. Alle toepassing zijn
voorzien van een uitgebreide beschrijving/
handleiding, omdat veel collega’s niet voldoende toe-
gerust zijn voor het gebruik van digitale media. Her-
man wil de toegankelijkheid en het gebruik van de
beschreven tools zo laagdrempelig mogelijk houden,
om zo de competenties van collega’s te bevorderen.
De waardering voor zijn werk blijkt uit het feit dat ICT
-idee op initiatief van ‘Lente in het Onderwijs’ ver-
eerd is met een onderwijziger. En sinds juni heeft
Herman van Schie ook zijn eigen fanclub.
Thinglink
Herman maakt voor het Ganzenbordspel gebruik van
de gratis tool “Thinglink”. Hij zegt hierover op zijn
blog het volgende: “Ik zag op Twitter een tweet over
de tool Thinglink. Thinglink is een toepassing waar-
mee je illustraties kunt voorzien van zogenaamde
pointers. Als je met de muiswijzer naar zo'n pointer
gaat verschijnt er een tekst, klik je op zo'n pointer dan
kan er een illustratie, link of filmpje worden opgeroe-
pen.”
In het telefoongesprek vertelde Herman over het ont-
staan van het spel. Vorig jaar heeft de school voor
groep 8 een aantal lessen mediawijsheid verzorgd en
daarbij werd gebruik gemaakt van een ganzenbord
spel. De vraag naar mediawijsheid lessen is vanuit de
basisscholen opnieuw gesteld en bij het uitproberen
van de tool kreeg Herman het idee er een spel mee te
maken, waarmee hij meteen aan de slag is gegaan.
Op zijn blog staan reacties van gebruikers die het spel
doorontwikkeld hebben.
Onze ervaring is dat het spel goed te spelen is op de
pc en het digibord. Gebruikers van een iPad moeten
gebruik maken van een fysieke dobbelsteen, aange-
zien de dobbelsteen draait onder flash, dat niet on-
dersteunt wordt door de iPad. Tip voor iPad gebrui-
kers: gebruik iSwifter.
Wij vinden het blog van Herman zeer inspirerend,
omdat er zoveel bruikbare toepassingen op staan.
Daarnaast geeft hij op zijn blog bij elke tool een dui-
delijke en heldere uitleg over het gebruik daarvan.
Mediawijsheidcompetenties
Wanneer wij de competenties naast het spel leggen
concluderen wij bij dit spel:
Begrip: B1 niveau 0 t/m 2, B2 niveau 0 t/m 2, B3
niveau 0 t/m 2
Gebruik : n.v.t. op spel
Communicatie: n.v.t. op spel
Strategie: n.v.t. op spel
Links
http://www.bibliotheekrivierenland.nl/
http://ict-idee.blogspot.nl/
http://www.lenteinhetonderwijs.nl/
http://onderwijziger.nl/
http://www.thinglink.com/
scene/311559031955128322#tlsite
22
23
WEB 2.0 DINGEN
door Dorine Reinders
Tijdens mijn zoektocht naar een mediawijsheidpro-
ject voor de bibliotheek kwam ik het project ‘Web 2.0
dingen’ tegen. Ik wist al van het bestaan van het pro-
ject ‘23 dingen’, wat met name is gericht op biblio-
theekmedewerkers, maar deze variant voor senioren
kende ik nog niet. Wij werken in onze organisatie al
jaren samen met Seniorweb, maar het project ‘Web
2.0 dingen’ is ontwikkeld voor ouderen die meer ver-
dieping willen.
In de bibliotheek waar ik werkzaam ben merk ik dat
er behoefte is aan het leren van zoeken naar informa-
tie op het internet in relatie tot de bibliotheek, maar
deze workshop zou ook in een behoefte kunnen voor-
zien voor privézaken. Een deel van onze bezoekers is
namelijk niet op de hoogte van wat de mogelijkheden
binnen de huidige bibliotheek zijn en mijdt uit angst
de bibliotheeksite, of erger: de bibliotheek. De digita-
le kloof wordt op deze manier steeds groter en het
zou jammer zijn wanneer er een groep mensen ont-
staat die als gevolg hiervan de bibliotheek helemaal
niet meer zal bezoeken. Daarnaast is het belangrijk
dat de bibliotheek zich lokaal profileert in het digitale
cursusaanbod.
Interview met Herman Wevers
ProBiblio heeft in samenwerking met de Overijsselse
Bibliotheekdienst, Biblioservice Gelderland en de Bi-
bliotheek Culemborg, 2.0 Dingen voor senioren ont-
wikkeld. Herman Wevers van bibliotheek Rivieren-
land, vestiging Culemborg, heeft met behulp van de
site www.20dingen.nl workshops georganiseerd. Via
Herman kreeg ik meer informatie over de workshop.
Hoe ziet het project Web 2.0 dingen eruit?
We organiseren in Culemborg dagelijks lessen. In sa-
menwerking met het Seniorweb en in overleg met de
docenten zijn we op zoek gegaan naar een lesvorm
die ten opzichte van hun aanbod meer de diepte in-
gaat. We hebben in nauw overleg gekozen om zes
“dingen” uit te lichten. Die zes hebben te maken met
de cyclus van de blokken van het Seniorweb. Er wor-
den 4 studieblokken aangeboden van 6 lessen en het
moet synchroon lopen met dat aanbod. Intentie was
de lessen samen ontwikkelen en na verloop van tijd
loslaten en onderbrengen bij het Seniorweb. De eer-
ste blokken geven we de lessen zelf en lopen er twee
docenten van het Seniorweb mee. Verder moeten de
lessen overdraagbaar zijn, zodat we het ook kunnen
uitzetten in andere vestigingen waar geen Seniorweb
actief is.
Bestaan er soortgelijke initiatieven?
Toen we de lessen schreven was het uniek, nu zullen
er inmiddels meer van zijn. Het is een dankbare vij-
ver, waar veel aanbieders in vissen. Volksuniversitei-
ten, maar ook commerciële aanbieders.
Cursusmateriaal
Op de site van 2.0 dingen leren senioren omgaan met
web 2.0 sites. Op de site staan stap-voor-stap hand-
leidingen die senioren kunnen gebruiken bij het leren
omgaan met populaire web 2.0 sites. Het gaat daarbij
om de basisvaardigheden, niet om geavanceerde
vaardigheden.
Er is gekozen voor sites die Google-gerelateerd zijn,
zodat de deelnemers slechts één account hoeven aan
te maken. Deelnemers kunnen zelfstandig aan de slag
24
met het materiaal. Bibliotheken kunnen het materiaal
ook als basis gebruiken voor een serie workshops. Er
is een apart hoofdstuk toegevoegd met tips hoe zo'n
workshop georganiseerd kan worden. Deze tips staan
onder het kopje ‘Voor docenten’ (het wachtwoord
voor dit onderdeel is 20dingen). Naast de doelgroep
senioren is de workshop ook inzetbaar voor alle
leeftijden (al zou ik de lesstof voor jongeren in een
ander jasje aanbieden om het aantrekkelijker te ma-
ken). Voor digibeten ligt de lat te hoog. De lessen
worden in Culemborg aangeboden voor 60 euro per
cursist, met een maximum van 12 cursisten per blok.
Deze lessen zijn in het aanbod van het Seniorweb
opgenomen.
Mediawijsheidcompetenties
Bewust zijn van de medialisering van de sa-
menleving (B1) - 2 t/m 3: men beseft dat de
gemedialiseerde samenleving vraagt om nieuwe
mediavaardigheden en dat men die media met
anderen willen delen.
Begrijpen hoe media worden gemaakt (B2) - 1
t/m 2: men weet het verschil tussen commerci-
ële boodschappen en informerende boodschap-
pen, zoals bij het onderdeel zoeken met Google.
Zien hoe media de werkelijkheid kleuren (B3) -
1 t/m 2: het verschil kennen tussen nieuws dat
op journaal wordt gebracht of via een entertain-
mentprogramma. Voor selecteren van informa-
tie is het belangrijk wanneer men websites her-
kent die gekleurd zijn door politieke, ideolo-
gische of levensbeschouwelijke overtuigingen.
Apparaten, software en toepassingen gebrui-
ken (G1) - 1 t/m 2: men moet enige basiskennis
hebben van nieuwe media apparaten en toepas-
singen en wil deze actiever gaan inzetten voor
eigen gebruik.
Oriënteren binnen mediaomgevingen (G2) –2 t/
m 3: begrijpt bijvoorbeeld de koppeling tussen
een fotocamera en pc en begrijpt dat bijvoor-
beeld sociale netwerken, smartphones en video
editors op meerdere manieren met elkaar ver-
bonden kunnen zijn.
Informatie vinden en verwerken (C1) - 1 t/m 2:
weten welk medium voor welk doel moet wor-
den ingezet. Men kan de betrouwbaarheid van
informatie beoordelen: wat is waar?
Content creëren (C2)- 0 t/m 2: men produceert
zelf nog geen mediacontent t/m wel kunnen e-
mailen en smsen en content delen.
Participeren in sociale netwerken (C3) - 1 t/m 2:
men volgt anderen op sociale netwerken en on-
derhoudt contacten.
Reflecteren op het eigen mediagebruik (S1) - 1
t/m 3: men is zich bewust van eigen mediage-
bruik, waar je het voor gebruikt en dat er meer
kennis opgedaan moet worden om verder te
komen.
Doelen realiseren met media (S2) - 1 t/m 2:
men gebruikt media wanneer het nodig is maar
beseft dat toepassingen meerwaarde hebben bij
het realiseren van persoonlijke doelstellingen en
kan deze effectief inzetten, bijvoorbeeld via
marktplaats of een datingsite.
Links
http://20dingen.nl/
25
Voor meer informatie over de Opleiding Mediacoach
voor Bibliotheekprofessionals:
www.siob.nl/mediacoach
SIOB coördinator Maaike Toonen
T 070 309 02 71
Opleidingscoördinator Daniel Lechner
T 06 52306327