VERSLAG DER ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN - Deerlijk

VERSLAG DER ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN DEERLIJK GEHOUDEN TEN GEMEENTEHUIZE OP TWINTIG DECEMBER TWEEDUIZEND EN TWAALF.

Waren aanwezig : Claude CROES, burgemeester voorzitter gemeenteraad;

Ann ACCOU, Jo TIJTGAT, Carl DE DONDER, Louis HAERINCK en Eddy BENOIT, schepenen; Frans DERUYTERE, Robert VANHEERWEGHE, Patrick VANROBAYS, Wim VERMEULEN, Marc BYTTEBIER, Frans KEMSEKE, Christine VAN WONTERGHEM-VANNESTE, Sabine DEKNUDT-MICHIELS, Regine VANWYNSBERGHE-ROORYCK, Toon CALLEWAERT, Ingrid DEROUBAIX, Luk SCHELFHOUT, Tony COURTENS, Valerie VANNESTE en Rudy TERRIJN, raadsleden; Trees LONGUEVILLE, gemeentesecretaris.

- - - - -

G.12.12 – Gemeenteraad van 20 december 2012 – blad 330

- - - - - De raad was conform artikel 20 van het Gemeentedecreet samengeroepen door de voorzitter van de gemeenteraad voor de afhandeling van volgende agenda: 1. OCMW a) meerjarenplanning 2013-2015 - goedkeuring b) budget 2013 - kennisname 2. Herziening provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen - openbaar onderzoek - advies 3. VZW Gaverdomein - aktename ontbinding en goedkeuring overname 4. Gemeentepersoneel - statutaire personeelsformatie - uitbreiding en aanpassing 5. Personeel - dienstvrijstelling 2013 - toekenning 6. Raden en commissies - samenstelling en berekeningswijze 7. Gemeenteraadscommissie financiën - uitbreiding bevoegdheden 8. Samenwerkingsovereenkomst tussen de politiezone Gavers en de stad Harelbeke en de gemeente Deerlijk - dienstjaar 2013 9. Dienstjaar 2013 - eerste en tweede voorlopig twaalfde 10. Kerkfabriek Sint-Anna Punt toegevoegd door VLAAMS BELANG raadslid Tony Courtens aan de agenda van de gemeenteraad bij toepassing van artikel 22 van het gemeentedecreet 11.Nieuwe brandweerkazerne in Deerlijk: de juiste stand van zaken 12. Vragen gesteld door raadsleden

G.12.12 Gemeenteraad van 20 december 2012 blad 331

- - - - - De voorzitter opent de zitting om 20.00 uur. Vooraleer aanvang wordt genomen met de afhandeling van de agenda, meldt de voorzitter dat de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen in zitting van 10 december 2012 de jaarrekening 2011 van het OCMW van Deerlijk definitief heeft goedgekeurd. Daarop volgt de afhandeling van de agenda 1. OCMW De OCMW voorzitter, mevrouw Kaat Olivier, licht dit punt toe. VLAAMS BELANG raadslid Courtens stelt nog altijd verward te zijn over de financiële steun aan asielzoekers, aangezien hij dacht dat aan asielzoekers geen financiële steun gegeven wordt, maar dit blijkbaar wel gebeurt. Hij verwijst naar de gemeenteraadszitting van 22 december 2011 waarin hij in deze ook tussenkwam, waarop hem werd geantwoord dat het een heel complexe wetgeving betreft en waarop de voorzitter had gezegd dat men de raadsleden daarover zou inlichten. Hij stelt echter tevergeefs hierop te hebben gewacht en vraagt de OCMW voorzitter thans om een korte uitleg over de vraag of asielzoekers al dan niet recht hebben op financiële steun. Hij is van mening dat men er recht op heeft aangezien dit wordt uitbetaald en vraagt waarom vroeger dan werd gezegd dat enkel materiële steun werd verleend. De OCMW voorzitter repliceert te weten waarop het raadslid alludeert maar stelt dat zij dat niet gezegd heeft. Ze herhaalt dat het een heel ingewikkelde en specifieke wetgeving betreft omdat alles afhankelijk is van het tijdstip waarop de personen in België zijn aangekomen. Ze geeft mee dat de wetgeving ook voortdurend verandert en ze nodigt het raadslid uit in het Sociaal Huis om hem daar de nodige uitleg te laten geven door de medewerkers die in die materie gespecialiseerd zijn. VLAAMS BELANG raadslid Courtens stelt zeker op de uitnodiging te zullen ingaan. Hij merkt vervolgens op dat elk jaar wordt gesteld dat het 100 procent terugbetaald wordt door de staat, maar meent te mogen weten dat dit niet het geval is. Hij merkt op dat dit ook telkens blijkt uit de verslagen van de overlegcomités waarin de OCMW ontvanger opmerkt dat de gelden maar gedeeltelijk effectief terug binnen komen en hij voegt er aan toe dat dit ook terugkeert in de verschillende rekeningen. Vervolgens merkt hij op dat het financieel meerjarenplan overeenstemt met wat de afgelopen jaren werd voorspeld en dat het plaatje klopt en hij is van mening dat dit te maken heeft met het feit dat men daar anders verder zou moeten op ingaan en een nieuw meerjarenplan zou moeten opgemaakt en ter goedkeuring voorgelegd worden. Hij vervolgt dat waar men echter niet meer binnen een bepaalde limiet moet zitten, het niet meer klopt en hij vermoedt bijgevolg dat men wat gepuzzeld heeft om alles netjes te doen inpassen zodat de raadsleden niet lastig zouden doen maar er enkel akte moeten van nemen. De OCMW voorzitter repliceert dat dit niets te maken heeft met het feit dat men lastige mensen zou willen tegenhouden. Ze geeft mee dat zij samen met de OCMW ontvanger en de OCMW secretaris de budgetten zo goed en nauwkeurig mogelijk opmaken doch dat zij geen glazen bol hebben en het heel moeilijk is om bepaalde zaken op dit vlak in te calculeren. VLAAMS BELANG raadslid Courtens stelt te snappen dat dat heel moeilijk is, maar hij merkt op dat de cijfers in 2011 en 2012 stijgen, dat ze in 2013 en 2014 wat dalen opdat alles zou kloppen en de cijfers in 2015 plots weer stijgen.


De OCMW voorzitter repliceert dat iedereen rond de tafel weet dat in het kader van een bepaalde zaak een aantal voorschotten werden uitbetaald en daardoor een serieuze stijging merkbaar is, maar dat men vervolgens opnieuw tot meer haalbare cijfers komt. VLAAMS BELANG raadslid Courtens merkt op dat in het kader van die zaak een bepaald bedrag op de rekening 2012 gereserveerd zal worden, maar hij stelt dit niet te snappen aangezien geld moet gereserveerd worden in een budget en niet in een rekening. Hij vervolgt dat in het budget 2013 echter geen geld in deze voorzien wordt, terwijl men zeker weet dit te zullen nodig hebben. De OCMW voorzitter repliceert dat men niet zeker weet dat in 2013 krediet zal vereist zijn. Ze geeft mee dat, mocht men in 2013 toch geld nodig hebben, men in overleg met de gemeente zal gaan, zoals men dat de voorbije jaren altijd gedaan heeft. Raadslid Schelfhout, onafhankelijke, merkt op dat het volgende week 2013 is. De OCMW voorzitter repliceert dat het OCMW in 2011 een bepaald bedrag over had, omdat men zuinig gewerkt en de kosten beperkt had en op vraag van de OCMW raad werd beslist om dat te gebruiken als voorziening in het kader van het betrokken dossier. Ze vervolgt dat de ontvanger verwacht dat dit voor 2012 opnieuw zal kunnen gedaan worden, maar dat dit voor 2013 nog niet kan voorspeld worden. Ze geeft mee dat men daarover altijd met de gemeente in overleg is gegaan en gaat zodat de gemeente ook niet voor grote verrassingen komt te staan. GEMBEL raadslid Vermeulen informeert naar de stand van zaken betreffende de overheveling van allerhande aanvragen van sociale aard zoals parkeerkaarten, hulp aan bejaarden, integratietegemoetkoming voor gehandicapten, inkomensvervangende tegemoetkomingen etc. van de gemeente naar het Sociaal Huis. De OCMW voorzitter antwoordt dat men daar vanaf 1 september 2012 gedeeltelijk mee gestart is. a) meerjarenplanning 2013-2015 - goedkeuring

DE RAAD, in openbare zitting vergaderd

Gelet op artikel 145 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn dat stipuleert dat de gemeentelijke bijdrage aan het OCMW wordt ingeschreven in de uitgaven van het meerjarenplan en het budget van de gemeente; Gelet op artikel 147 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn dat stipuleert dat de raad voor maatschappelijk welzijn jaarlijks waar nodig het meerjarenplan aanpast; Gelet op artikel 147, § 1 tweede en derde lid van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn dat stipuleert dat de aanpassing van het meerjarenplan facultatief is bij de vaststelling van het budget met betrekking tot het laatste financiële boekjaar van het lopend meerjarenplan maar in de financiële nota wel de financiële consequenties voor ten minste 3 boekjaren moeten beschreven worden; Gelet op artikel 148, § 1, 3e lid van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn dat stipuleert dat de aanpassingen van het meerjarenplan, vermeld in artikel 147 van hetzelfde decreet, enkel ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd, als de bijdrage van de gemeente, vermeld in artikel 145 van hetzelfde decreet, gedurende de resterende periode van de financiële nota van het meerjarenplan wordt verhoogd of als de strategische nota van het meerjarenplan inhoudelijk wijzigt en dat de gemeenteraad in dat geval het plan kan goedkeuren, niet goedkeuren of aanpassen;


Gelet op voorliggende meerjarenplanning 2013-2015 van het OCMW die gunstig geadviseerd werd in het overleg OCMW-gemeente van 23 november 2012 en werd vastgesteld in de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2012; Overwegende dat in de uitgaven van het meerjarenplan van de gemeente het bedrag van 834.366 euro werd ingeschreven als bijdrage aan het OCMW in 2012 en 848.462 euro in 2013 en 848.462 euro in 2014; Overwegende dat in het meerjarenplan van het OCMW het bedrag van 862.259 euro werd ingeschreven als gemeentelijke bijdrage in 2013, en 879.592 euro in 2014 en 908.210 euro in 2015; Overwegende dat bovenstaande bedragen in het meerjarenplan van het OCMW hoger zijn dan de bedragen vermeld in het meerjarenplan van de gemeente; Gelet op artikel 43, § 2, 10° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en zijn latere aanpassingen dat stipuleert dat beslissingen die de wet, het decreet of het uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt een bevoegdheid is die niet kan gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en schepenen zodat huidige materie tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad behoort;

BESLUIT: Met 15 stemmen voor (CD&V) en 6 stemmen tegen (GEMBEL, Luk Schelfhout, sp.a-spirit en

VLAAMS BELANG) Het meerjarenplan 2013-2015 en de financiële nota van het OCMW met de financiële implicaties voor 3 jaar goed te keuren. Huidige goedkeuring wordt aan het OCMW overgemaakt.

- - - b) budget 2013 - kennisname Het budget 2013 van het OCMW, dat gunstig werd geadviseerd in het overleg OCMW-gemeente op 23 november 2012 en werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 19 december 2012, past in het meerjarenplan. Conform artikel 150 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn neemt de gemeenteraad kennis van het budget 2013 van het OCMW. Huidige kennisname wordt aan het OCMW overgemaakt.

- - - - - 2. Herziening provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen - openbaar onderzoek - advies sp.a-spirit raadslid Vanheerweghe stelt dat zijn partij inhoudelijk achter dit advies staat, maar hij merkt op dat de positieve adviezen voor de ontwikkeling van de woonuitbreidingsgebieden Waregemstraat - Breestraat en Tapuitstraat niet werden verleend in gemeenteraadszittingen van respectievelijk 24 februari en 31 maart 2012, zoals in de ontwerpbeslissing vermeld, maar wel in gemeenteraadszittingen van respectievelijk 24 februari en 31 maart 2011.


Schepen van ruimtelijke ordening De Donder repliceert dat het een terechte opmerking is. Hij geeft mee dat de desbetreffende gemeenteraadsbeslissingen evenwel ook worden overgemaakt. De voorzitter stelt dat dit zal aangepast worden in het verslag. Raadslid Schelfhout, onafhankelijke, stelt tevreden te zijn dat gereageerd wordt, maar hij stelt zich de vraag hoe het in het verleden zo fout is kunnen lopen. Hij merkt op dat Deerlijk lid is van Leiedal sinds het ontstaan van deze intercommunale tot wiens kerntaken ondermeer ruimtelijke ordening en planning op lange termijn behoren. Hij stelt dan ook te vermoeden dat het één van hun opdrachten is om de gemeenten in deze te informeren, te adviseren en bij te staan en ook dat zij op de hoogte zijn telkens er op gewestelijk of provinciaal vlak iets gebeurt, maar hij geeft mee zich daar vragen over te stellen als hij de oproep ziet om de Molenhoek, de Belgiek en de Stationswijk alsnog op te nemen als kern en het feit dat men betreurt dat er geen bijkomend onderzoek gedaan werd. Hij geeft vervolgens mee dat hij bij zijn tussenkomsten over Sint-Lodewijk in de PROCORO telkens het antwoord kreeg dat men vroeger had moeten reageren en hij vraagt waar het is fout gelopen, wie Deerlijk niet verdedigd heeft op het juiste moment en of Deerlijk een politiek lichtgewicht binnen de provincie is. Hij stelt dat het al dan niet selecteren van Sint-Lodewijk als hoofddorp een zuiver politieke beslissing is met een op maat geschreven administratieve motivatie, maar hij geeft mee dat de overtuigingskracht van het gemeentebestuur in deze ook hem niet zou overtuigen. Hij vervolgt dat het bestuur ook een poging doet om aan te tonen dat Sint-Lodewijk meer dan 18 procent van de Deerlijkse bevolking telt, namelijk 21,45 procent, maar men het vervolgens opnieuw over 18 procent heeft en hij vraagt zich af wat het zal worden. Hij is er nochtans van overtuigd dat de bewoners van het einde van de Oude Heerweg, de Kerkstraat en de Heestertse steenweg op de vraag waar ze wonen ‘Sint-Lodewijk’ zullen antwoorden en hij geeft mee dat tussen die drie punten volgens de recentste kiezerslijst 22 procent van de Deerlijkse bevolking woont. Hij vervolgt dat het zijn vurigste wens is dat Sint-Lodewijk krijgt waar het recht op heeft, namelijk de selectie als volwaardig hoofddorp, aangezien dit een noodzaak is als Sint-Lodewijk zijn school, zijn middenstand en zijn verenigingen wil bewaren. Hij stelt dat de kracht en vooral de politieke kracht naar Brugge toe hem evenwel echt niet overtuigt en hij drukt zijn hoop uit dat de drie leden van Open VLD die vanaf 2 januari 2013 deel zullen uitmaken van de gemeenteraad Sint-Lodewijk indachtig zullen zijn en de nieuwe gedeputeerde zullen overtuigen. Hij besluit dit punt wel goed te keuren, aangezien men nu en dan nog eens moet kunnen dromen.


Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid de artikelen 2.1.1 en 2.1.2 die de aangelegenheden met betrekking tot de ruimtelijke structuurplannen regelen en de artikelen 2.1.7 tot en met 2.1.13 die de aangelegenheden met betrekking tot het provinciaal ruimtelijk structuurplan regelen; Gelet op het ministerieel besluit van 6 maart 2002 houdende de goedkeuring van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie West-Vlaanderen; Gelet op het besluit van de Provincieraad van 23 september 2010 om het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen in herziening te stellen; Gelet op het besluit van de Deputatie van 12 januari 2012 betreffende de goedkeuring van het voorontwerp addendum provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen ten behoeve van een plenaire vergadering; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 februari 2012 betreffende het advies in functie van de plenaire vergadering;


Gelet op het besluit van de Provincieraad 28 juni 2012 tot voorlopige vaststelling van het ontwerp-addendum provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen; Overwegende dat het ontwerp-addendum provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen aan een openbaar onderzoek is onderworpen dat loopt van 17 oktober 2012 tot en met 14 januari 2013 en dat de gemeenteraad hierbij uitgenodigd wordt om een advies uit te brengen; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 21 november 2012 waarin het college van burgmeester en schepenen voorstelt om volgende opmerkingen te formuleren op het addendum provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen:

Deel 1: Informatief gedeelte: - De Molenhoek vormt een duidelijke morfologische kern met een voldoende hoog

voorzieningenniveau (o.m. school, buurthuis, winkels) aangepast aan de grootte van de kern net zoals de Belgiek en de Stationswijk. De gemeente betreurt het dat bij de selectie van bijkomende kernen vertrokken werd vanuit de kernen die reeds in de preselectie van het huidig PRS werden opgenomen en er geen bijkomend onderzoek gebeurde van kernen die niet in deze preselectie waren opgenomen, zoals de Molenhoek. (opmerking onder ‘5. Elementen tot bijsturing en actualisatie van het PRS-WV’, punt 1.6.3 ‘Bijkomende selectie’);

- De gemeente vraagt om bij de herziening van het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen een aanvullend afwegingskader op te nemen voor het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden gelegen in het buitengebied en grenzend aan het regionaal stedelijk gebied (naar analogie met de visie met betrekking tot lokale bedrijvigheid) zodat deze woonuitbreidingsgebieden kunnen worden aangesneden voor het bouwen van particuliere woningen. Voor de gemeente Deerlijk is dit in het bijzonder wenselijk voor de woonuitbreidingsgebieden aan de Waregemstraat en de Breestraat en het woonuitbreidingsgebied gelegen aan de Tapuitstraat. (opmerking onder ‘6. Kwalitatieve taakstelling voor het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen’, punt 1 ‘Verdeling van het aantal woongelegenheden’); Deel 2: Richtinggevend en bindend gedeelte:

- De gemeente gaat niet akkoord met de selectie van Sint-Lodewijk als ‘Overige kern in buitengebied’ en herhaalt de vraag om Sint-Lodewijk te selecteren als hoofddorp. Dit wordt gemotiveerd aan de hand van een toegevoegde nota, gebaseerd op de motivatienota van de gemeenteraad van 9 juli 2009 die werd aangepast gezien de selectiemethode van het PRS geactualiseerd werd. De motivering is opgemaakt in functie van inwonersaantal, schaal, reikwijdte, GRS en uitrustingsgraad. (opmerking onder ‘1. Gewenste ruimtelijke nederzettingstructuur’, punt 1.4 ‘Kernselectie met vereenvoudigde categorieën en een bijkomende selectie van kernen’);

- De gemeente vraagt om een aanvullend afwegingskader op te nemen voor het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden gelegen in het buitengebied en grenzend aan het regionaal stedelijk gebied (naar analogie met de visie met betrekking tot lokale bedrijvigheid) zodat deze woonuitbreidingsgebieden kunnen worden aangesneden voor het bouwen van particuliere woningen. Voor de gemeente Deerlijk is dit in het bijzonder wenselijk voor de woonuitbreidingsgebieden aan de Waregemstraat en de Breestraat en het woonuitbreidingsgebied gelegen aan de Tapuitstraat. (Herhaling van deze opmerking onder ‘1. Gewenste ruimtelijke nederzettingstructuur’, punt 1.6 ‘Aansnijden agrarisch gebied voor wonen’);

- De gemeente vraagt om het beleidskader inzake ‘vestigingscriteria bedrijventerreinen’ uit te breiden met een aanvullend afwegingskader voor historisch gegroeide bedrijven binnen het stedelijk gebied. Deerlijk wordt immers gekenmerkt door een grote


hoeveelheid historisch gegroeide bedrijven in de kern. Deze bedrijven hebben echter geen ruimte meer voor uitbreiding, gelet op de nabijheid van woonzones, de geldende milieunormen, de bereikbaarheid, etc. Voor deze historisch gegroeide bedrijven moet mogelijkheid geboden kunnen worden voor herlokalisatie en dient bijgevolg nieuwe ruimte voorzien te kunnen worden. De afbakening van het stedelijk gebied laat echter in de gemeente onvoldoende ruimte om deze herlokalisatie binnen de afbakening te organiseren waardoor gepleit wordt om de herlokalisatiebehoefte van historisch gegroeide bedrijven te kunnen opvangen in het buitengebied, palend aan het stedelijk gebied. (opmerking onder ‘4. Gewenste ruimtelijke structuur bedrijvigheid met name punt 4.1 ‘Vestigingscriteria bedrijventerreinen’);

- De gemeente vraagt om een aanvullend afwegingskader op te maken voor kleinhandelsactiviteiten in het buitengebied maar grenzend aan het regionaal stedelijk gebied zodat ook deze nog ontwikkelingsmogelijkheden kunnen krijgen. Hierbij wordt in het bijzonder gedacht aan Gaverzicht, palend aan de E17 en het afrittencomplex ten zuiden van de E17. (opmerking onder ‘5. Gewenste ruimtelijke structuur kleinhandel’, punt 5.1 ‘Kleinhandelszones’);

- De gemeente vraagt om het stuk Vichtesteenweg tussen in- en uitrittencomplex E17 en de grens met Anzegem van lokale weg I op te waarderen naar secundaire weg II in functie van de doorstroming van het verkeer vanuit Vichte (Molecule, Jagershoek 1 en 2). (Opmerking onder ‘7. Gewenste ruimtelijke structuur verkeer en vervoer’, punt 7.2 ‘Selecties secundaire wegen’);

Overwegende dat een uittreksel van bovengenoemde beslissing werd overgemaakt aan de leden van de GECORO en er twee reacties, één namens de Deerlijkse ondernemers en één namens Natuurpunt Gaverstreke, werden ontvangen; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 5 december 2012 om bij haar standpunt te blijven gezien dit standpunt een weergave is van verschillende standpunten die reeds eerder geformuleerd werden en het voorstel om met betrekking tot de vraag naar een aanvullend afwegingskader voor het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden het standpunt zoals geformuleerd werd in zitting van 21 november 2012 nog verder aan te vullen met volgende informatie:

- Er wordt verwezen naar de gemeenteraadsbeslissing van 24 februari 2011 waarin een positief advies werd verleend omtrent de ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied aan de Waregemstraat – Breestraat en de daarin opgebouwde ruimtelijke argumentatie;

- Het woonuitbreiding gelegen aan de Tapuitstraat betreft een restperceel omgeven door bebouwing en het aansnijden ervan zorgt voor een opvulling tussen een verkaveling en een landelijk woonlint. Hierbij wordt tevens verwezen naar de gemeenteraadsbeslissing van 31 maart 2011 waarin een positief advies werd verleend omtrent de ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied langs de Tapuitstraat en de daarin opgebouwde ruimtelijke argumentatie;

Gelet op voorliggend invulformulier ‘PRS-WV openbaar onderzoek 2012 – advies lokale besturen / adviesinstanties’; Gelet op artikel 43, § 2, 10° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere aanpassingen dat stipuleert dat het tot de uitsluitende bevoegdheid van de gemeenteraad behoort om beslissingen te nemen die een wet, decreet of uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt, in casu voor huidige materie artikel 2.1.10 §3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;


BESLUIT eenparig: Art. 1. - Betreffende het addendum provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen worden volgende opmerkingen geformuleerd:

Deel 1: Informatief gedeelte: - De Molenhoek vormt een duidelijke morfologische kern met een voldoende hoog

voorzieningenniveau (o.m. school, buurthuis, winkels) aangepast aan de grootte van de kern net zoals de Belgiek en de Stationswijk. De gemeente betreurt het dat bij de selectie van bijkomende kernen vertrokken werd vanuit de kernen die reeds in de preselectie van het huidig PRS werden opgenomen en er geen bijkomend onderzoek gebeurde van kernen die niet in deze preselectie waren opgenomen, zoals de Molenhoek. (opmerking onder ‘5. Elementen tot bijsturing en actualisatie van het PRS-WV’, punt 1.6.3 ‘Bijkomende selectie’).

- De gemeente vraagt om bij de herziening van het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen een aanvullend afwegingskader op te nemen voor het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden gelegen in het buitengebied (naar analogie met de visie met betrekking tot lokale bedrijvigheid) zodat deze woonuitbreidingsgebieden kunnen worden aangesneden voor het bouwen van particuliere woningen. Voor de gemeente Deerlijk is dit in het bijzonder wenselijk voor de woonuitbreidingsgebieden aan de Waregemstraat en de Breestraat en het woonuitbreidingsgebied gelegen aan de Tapuitstraat.

Het woonuitbreidingsgebied Waregemstraat - Breestraat grenst aan het regionaal stedelijk gebied. Hierbij wordt verwezen naar de gemeenteraadsbeslissing van 24 februari 2011 waarin een positief advies werd verleend omtrent de ontwikkeling van dit woonuitbreidingsgebied en de daarin opgebouwde ruimtelijke argumentatie.

Het woonuitbreiding gelegen aan de Tapuitstraat betreft een restperceel omgeven door bebouwing en het aansnijden ervan zorgt voor een opvulling tussen een verkaveling en een landelijk woonlint. Hierbij wordt tevens verwezen naar de gemeenteraadsbeslissing van 31 maart 2011 waarin een positief advies werd verleend omtrent de ontwikkeling van dit woonuitbreidingsgebied en de daarin opgebouwde ruimtelijke argumentatie.

(opmerking onder ‘6. Kwalitatieve taakstelling voor het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen’, punt 1 ‘Verdeling van het aantal woongelegenheden’). Deel 2: Richtinggevend en bindend gedeelte:

- De gemeente gaat niet akkoord met de selectie van Sint-Lodewijk als ‘Overige kern in buitengebied’ en herhaalt de vraag om Sint-Lodewijk te selecteren als hoofddorp. Dit wordt gemotiveerd aan de hand van een toegevoegde nota, gebaseerd op de motivatienota van de gemeenteraad van 9 juli 2009 die werd aangepast gezien de selectiemethode van het PRS geactualiseerd werd. De motivering is opgemaakt in functie van inwonersaantal, schaal, reikwijdte, GRS en uitrustingsgraad. (opmerking onder ‘1. Gewenste ruimtelijke nederzettingstructuur’, punt 1.4 ‘Kernselectie met vereenvoudigde categorieën en een bijkomende selectie van kernen’).

- De gemeente vraagt om een aanvullend afwegingskader op te nemen voor het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden gelegen in het buitengebied (naar analogie met de visie met betrekking tot lokale bedrijvigheid) zodat deze woonuitbreidingsgebieden kunnen worden aangesneden voor het bouwen van particuliere woningen. Voor de gemeente Deerlijk is dit in het bijzonder wenselijk voor de woonuitbreidingsgebieden aan de Waregemstraat en de Breestraat en het woonuitbreidingsgebied gelegen aan de Tapuitstraat.


Het woonuitbreidingsgebied Waregemstraat - Breestraat grenst aan het regionaal stedelijk gebied. Hierbij wordt verwezen naar de gemeenteraadsbeslissing van 24 februari 2011 waarin een positief advies werd verleend omtrent de ontwikkeling van dit woonuitbreidingsgebied en de daarin opgebouwde ruimtelijke argumentatie.

Het woonuitbreiding gelegen aan de Tapuitstraat betreft een restperceel omgeven door bebouwing en het aansnijden ervan zorgt voor een opvulling tussen een verkaveling en een landelijk woonlint. Hierbij wordt tevens verwezen naar de gemeenteraadsbeslissing van 31 maart 2011 waarin een positief advies werd verleend omtrent de ontwikkeling van dit woonuitbreidingsgebied en de daarin opgebouwde ruimtelijke argumentatie.

(Herhaling van deze opmerking onder ‘1. Gewenste ruimtelijke nederzettingstructuur’, punt 1.6 ‘Aansnijden agrarisch gebied voor wonen’).

- De gemeente vraagt om het beleidskader inzake ‘vestigingscriteria bedrijventerreinen’ uit te breiden met een aanvullend afwegingskader voor historisch gegroeide bedrijven binnen het stedelijk gebied. Deerlijk wordt immers gekenmerkt door een grote hoeveelheid historisch gegroeide bedrijven in de kern. Deze bedrijven hebben echter geen ruimte meer voor uitbreiding, gelet op de nabijheid van woonzones, de geldende milieunormen, de bereikbaarheid, etc. Voor deze historisch gegroeide bedrijven moet mogelijkheid geboden kunnen worden voor herlokalisatie en dient bijgevolg nieuwe ruimte voorzien te kunnen worden. De afbakening van het stedelijk gebied laat echter in de gemeente onvoldoende ruimte om deze herlokalisatie binnen de afbakening te organiseren waardoor gepleit wordt om de herlokalisatiebehoefte van historisch gegroeide bedrijven te kunnen opvangen in het buitengebied, palend aan het stedelijk gebied. (opmerking onder ‘4. Gewenste ruimtelijke structuur bedrijvigheid met name punt 4.1 ‘Vestigingscriteria bedrijventerreinen’).

- De gemeente vraagt om een aanvullend afwegingskader op te maken voor kleinhandelsactiviteiten in het buitengebied maar grenzend aan het regionaal stedelijk gebied zodat ook deze nog ontwikkelingsmogelijkheden kunnen krijgen. Hierbij wordt in het bijzonder gedacht aan Gaverzicht, palend aan de E17 en het afrittencomplex ten zuiden van de E17. (opmerking onder ‘5. Gewenste ruimtelijke structuur kleinhandel’, punt 5.1 ‘Kleinhandelszones’).

- De gemeente vraagt om het stuk Vichtesteenweg tussen in- en uitrittencomplex E17 en de grens met Anzegem van lokale weg I op te waarderen naar secundaire weg II in functie van de doorstroming van het verkeer vanuit Vichte (Molecule, Jagershoek 1 en 2). (Opmerking onder ‘7. Gewenste ruimtelijke structuur verkeer en vervoer’, punt 7.2 ‘Selecties secundaire wegen’).

Art. 2. - De beslissing wordt, samen met het invulformulier ‘PRS-WV openbaar onderzoek 2012 – advies lokale besturen / adviesinstanties’ aangetekend overgemaakt aan de PROCORO, ter attentie van de voorzitter, provinciehuis Boeverbos, bureau 3.01, Koning Leopold III-laan 41 te 8200 Brugge.

- - - - - 3. VZW Gaverdomein - aktename ontbinding en goedkeuring overname sp.a-spirit raadslid Vanheerweghe wenst in het kader van dit punt nog eens terug te komen op de ingrijpende beslissing van 4 mei 2011 om het Gaverbad te sluiten. Hij stelt dat zijn fractie die beslissing is blijven aanvechten, ook na het moment waarop bleek dat de meerderheid daar niet meer op wenste terug te komen. Hij merkt op dat het zwembad gesloten werd op basis van een kort verslag van één A4 en hij is van mening dat een goede


huisvader bij het vernemen van schade aan en het onveilig verklaren van de gezinswoning, waarbij wordt gesteld dat deze beter afgebroken wordt, toch een tweede opinie zou vragen. Hij stelt dat het ook voor het zwembad zo moest gebeurd zijn en hij vraagt waarom nooit een tegenexpertise werd gevraagd. Hij geeft mee dat velen met hen hun twijfels hadden en het leek alsof het zwembad moest sluiten. Hij brengt in herinnering dat op 7 juli 2011 zelfs de vraag om een volksraadpleging werd verworpen en hij stelt dat veel kiezers dat niet vergeten zijn. Hij vervolgt dat de gemeente in deze bestaande handelsovereenkomsten eenzijdig heeft verbroken, niet tot minnelijke schikkingen is gekomen en dat van erkenning van schuld van de VZW plotseling geen sprake meer was. Hij geeft mee dat allerlei beslissingen werden genomen waardoor een welbepaalde, niet nader genoemde zaak steeds opnieuw in diskrediet werd gebracht en stelt dat de VZW Gaverdomein en de bevoegde schepen er tot op heden in geslaagd zijn dat stil te houden, maar hij is van mening dat de Deerlijkse bevolking moet weten dat het spreekwoord ‘mijn wil is wet’ in veel dossiers op de letter wordt nageleefd. Hij stelt dat zijn partij dan ook hoopt dat de vereffening van de VZW Gaverdomein op een menselijke manier kan verlopen en dat de ideologie van bij de oprichting van de VZW, meer bepaald dat het gaat om een dienst, een vereniging ten dienste van de Deerlijknaren en andere gebruikers van sport en/of ontspanningsinfrastructuur, niet uit het oog verloren wordt. Hij vervolgt dat vergeldingsacties niet meer van deze tijd zijn en zeker niet passen voor een bestuur waarvan de leuze luidt ‘iedereen inbegrepen’ en hij is bijgevolg van mening dat een beroep tegen een al eerder uitgevoerd vonnis niet van een menselijke aanpak of lange termijnvisie getuigt. Hij waarschuwt het gemeentebestuur vervolgens voor het boemerangeffect, waarbij het gemeentebestuur, gezien de overname van de VZW, zelf zal dienen in te staan voor de vereffening van de schade in deze. Hij informeert ten slotte naar de stand van zaken betreffende de gerechtelijke procedures waarin de VZW Gaverdomein partij is; hij vraagt of het klopt dat er al een uitspraak is in de zaak betreffende de powerclub, of het vonnis al voltrokken werd en wat de houding van de VZW in deze is. Schepen van sport Accou dankt het raadslid voor zijn bemerkingen, maar is van mening dat de discussie rond de sluiting van het zwembad niet opnieuw moet geopend worden. Wat de beslissingen van de VZW Gaverdomein betreft, geeft ze mee dat de vergaderingen van de VZW Gaverdomein steeds een hoog aantal aanwezigen hadden en er een heel open debat werd gevoerd. Ze vervolgt dat de dienstverlening naar de burger door een gemeenteambtenaar of door een ambtenaar van de VZW volledig dezelfde zal zijn. Ze geeft ten slotte mee dat er momenteel drie procedures lopende zijn, meer bepaald één met betrekking tot een personeelslid van de VZW die voor komt op 22 januari 2013, de procedure betreffende de cafetaria van het zwembad waarin beroep werd ingesteld tegen de VZW, die voor komt op 13 januari 2013 en de procedure betreffende de powerzaal, waarin beroep werd ingesteld en waarvan de datum van de volgende zitting nog niet vastligt. sp.a-spirit raadslid Vanheerweghe herhaalt de hoop van zijn partij dat de vereffening van de VZW Gaverdomein op een menselijke manier kan verlopen. Schepen van sport Accou repliceert dat men daarop zal toezien. VLAAMS BELANG raadslid Courtens merkt op dat raadslid Vanheerweghe vraagt of het gemeentebestuur er zich wel bewust van is dat eventuele rekeningen op het conto van het gemeentebestuur zullen komen, maar hij is van mening dat dit op vandaag ook al zo is daar het tekort van de VZW Gaverdomein wordt bijgepast door de gemeente. Schepen van sport Accou repliceert dat in alle procedures in deze steeds werd overlegd met zowel de VZW als de gemeente, aangezien de VZW uiteindelijk draait op een toelage van de gemeente. Ze geeft mee dat dit ook één van de redenen is waarom ervoor werd geopteerd om geen afzonderlijk verzelfstandigd agentschap op te richten. GEMBEL raadslid Byttebier merkt op dat bepaalde zaken te lang hebben aangesleept en hij stelt niet te begrijpen dat dat mogelijk is. sp.a-spirit raadslid Vanheerweghe is van mening dat het ene dossier gevolgd is uit en gekoppeld werd aan het andere en hij oppert, de betrokken personen indachtig, dat dat toch niet hoeft. Schepen van sport Accou repliceert dat de tussenkomst persoonlijk wordt en ze wenst hier verder op door te gaan in besloten zitting.


Raadslid Schelfhout, onafhankelijke, is van mening dat het een goede zaak is dat de VZW Gaverdomein is opgedoekt en hij stelt er persoonlijk een goed gevoel bij te hebben dat alle gelden door de gemeente en dus dezelfde ontvanger zullen worden beheerd, waardoor de gemeenteraadsleden er een beter zicht zullen kunnen op hebben en er controle op zullen kunnen uitoefenen. sp.a-spirit raadslid Vanheerweghe vraagt of het mogelijk is om hierover nog verder te gaan in besloten zitting. De voorzitter repliceert dat dit geen probleem is.


Overwegende dat bij akte van 14 november 1977 de V.Z.W. Gaverdomein Deerlijk (hierna V.Z.W. Gaverdomein), met zetel te 8540 Deerlijk, Vercruysse de Solartstraat 30, werd opgericht; Gelet op de overeenkomst tussen het gemeentebestuur van Deerlijk en de V.Z.W. Gaverdomein van 29 november 1977 betreffende de exploitatie van het Gaverdomein; Overwegende dat volgens artikel 310 van het Gemeentedecreet de bestaande binnengemeentelijke vzw’s uiterlijk op 1 januari 2013 bij gemeenteraadsbeslissing in overeenstemming moeten gebracht worden met de bepalingen van het Gemeentedecreet; Gelet op artikel 96 van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 dat stipuleert dat in artikel 310, § 1 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, gewijzigd bij het decreet van 23 januari 2009, in het eerste en het tweede lid de datum “1 januari 2013” wordt vervangen door de datum “1 januari 2014”; Overwegende dat de V.Z.W. Gaverdomein bijgevolg met ingang van 1 januari 2014 zijn huidige structuur niet langer kan aanhouden en ofwel dient omgevormd te worden tot hetzij een intern hetzij een extern verzelfstandigd agentschap ofwel ontbonden dient te worden waarbij haar werking geïntegreerd wordt in de gemeentelijke diensten; Gelet op ondermeer de gewijzigde omstandigheden binnen de V.ZW. Gaverdomein naar aanleiding van de sluiting van het zwembad in mei 2011 waardoor er bijgevolg nog slechts één personeelslid actief is binnen de V.ZW. Gaverdomein, zijnde de sportpromotor zodat het niet aangewezen is voor de tewerkstelling van één personeelslid de structuur van een agentschap aan te nemen zoals in vorige alinea beschreven; Gelet op de buitengewone algemene vergadering van de V.Z.W. Gaverdomein van 8 november 2012 waarin unaniem beslist werd om over te gaan tot vrijwillige ontbinding van de V.Z.W. Gaverdomein en tot aanstelling van de heer Arne Desmet, gemeenteontvanger, als vereffenaar, zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 30 november 2012; Overwegende dat de vrijwillige ontbinding van de V.Z.W. Gaverdomein tot gevolg heeft dat de volledige werking van V.Z.W. Gaverdomein, inclusief personeel, alle activa en passiva, lopende contracten, bestaande reglementen en de drie lopende rechtszaken met hun rechtsgevolgen worden overgedragen aan de gemeente Deerlijk; Overwegende dat het aangewezen is om de lopende contracten en bestaande reglementen van de V.Z.W. Gaverdomein in eerste instantie in de huidige vorm over te nemen om de continuïteit van de werking te garanderen;


Overwegende dat nadien de lopende contracten en bestaande reglementen zullen herzien worden tegen ten laatste eind 2013 en ter goedkeuring aan de gemeenteraad zullen voorgelegd worden; Gelet op het overzicht van de lopende contracten en bestaande reglementen dat ne varietur aan huidige beslissing wordt toegevoegd; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 5 december 2012; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald de artikelen 248 en 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op artikel 42 van het Gemeentedecreet dat de volheid van bevoegdheid van de gemeenteraad stipuleert;

BESLUIT eenparig: Art. 1 - De raad neemt akte van de vrijwillige ontbinding van de V.Z.W. Gaverdomein Deerlijk en de aanstelling van de heer Arne Desmet, gemeenteontvanger, als vereffenaar. Art. 2 - De raad beslist om de volledige werking van de V.Z.W. Gaverdomein inclusief personeel, alle activa en passiva, lopende contracten, bestaande reglementen en de drie lopende rechtszaken met hun rechtsgevolgen per 1 januari 2013 over te nemen. Art. 3 - Van huidige beslissing wordt een afschrift gestuurd naar de VZW Gaverdomein in vereffening, t.a.v. de vereffenaar, Vercruysse de Solartstraat 30 te 8540 Deerlijk.

- - - - - 4. Gemeentepersoneel - statutaire personeelsformatie - uitbreiding en aanpassing


Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 31 januari 2008 houdende de uitbreiding en aanpassing van de statutaire personeelsformatie, aangevuld bij gemeenteraadsbeslissing van 28 februari 2008; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 26 april 2012 houdende de kennisname van het ontslag van het hoofd interne werking, personeels- en burgerzaken; Overwegende dat als gevolg van het ontslag van het hoofd interne werking, personeels- en burgerzaken werd nagedacht over de huidige personeelsformatie en ieders takenpakket; Overwegende dat, het algemeen beleidsplan 2007 - 2012 indachtig, hierbij rekening werd gehouden met het feit dat de gemeente met zo min mogelijk financiële middelen een maximale dienstverlening voor alle burgers en bedrijven dient te realiseren; Overwegende dat de oefening uiteindelijk heeft geresulteerd in een interne herschikking van taken onder de huidige personeelsleden; Overwegende dat als gevolg van deze herschikking van taken, de functie van hoofd interne werking, personeels- en burgerzaken niet langer op niveau A1a-A3a dient ingevuld te worden, doch deze functie kan ingevuld worden op niveau B1-3;


Overwegende dat de huidige personeelsformatie voorziet in twee voltijdse statutaire functies niveau C1-3 op de dienst interne werking en één voltijdse statutaire functie niveau C1-3 op de personeelsdienst; Overwegende dat op de personeelsdienst tevens ook één voltijdse contractuele functie niveau C1-3 actief is; Overwegende dat het wenselijk is dat de dienst interne werking en de personeelsdienst één pool worden, waardoor de inzetbaarheid van het personeel verhoogt, zodat piekmomenten, stelsels van loopbaanonderbrekng etc. gemakkelijker en flexibeler kunnen opgevangen worden; Overwegende dat het bijgevolg aangewezen is om de statutaire personeelsformatie in die zin aan te passen en overkoepelend te spreken over de dienst interne werking; Overwegende dat binnen de dienst interne werking een secretariaat voor de burgemeester en de secretaris zal gecreëerd worden wat momenteel niet aanwezig is; Overwegende dat de functie die zal worden ingevuld op niveau B1-3 er hoofdzakelijk zal in bestaan de dienst interne werking en de dienst burgerzaken te leiden en te coördineren, zodat deze functie als ‘diensthoofd interne werking en burgerzaken’ dient benoemd te worden; Overwegende dat het diensthoofd interne werking en burgerzaken B1-3, afhankelijk van de inhoud van diens taak, respectievelijk zal dienen te rapporteren aan de beleidsmedewerker of de gemeentesecretaris; Overwegende dat het diensthoofd interne werking en burgerzaken B1-3, in tegenstelling tot het hoofd interne werking, personeels- en burgerzaken niveau A1a-A3a, geen deel zal uitmaken van het managementteam; Overwegende dat het dan ook aangewezen is om de statutaire personeelsformatie in die zin aan te passen, meer bepaald de voltijdse statutaire functie van hoofd interne werking, personeels- en burgerzaken A1a-A3a te schrappen en een voltijdse statutaire functie van diensthoofd interne werking en burgerzaken niveau B1-3, die geen lid is van het managementteam, in te schrijven; Overwegende dat de huidige statutaire personeelsformatie voorziet in een voltijdse functie van beleidsmedewerker niveau A1a-A3a van wie het de hoofdtaak is om onder leiding van de secretaris juridische ondersteuning te verlenen aan de verschillende gemeentediensten, de secretaris te assisteren bij beleidsopdrachten en in te staan voor het economisch beleid als aanspreekpunt lokale economie; Overwegende dat het diensthoofd interne werking en burgerzaken B1-3 ondermeer dient te rapporteren aan de beleidsmedewerker, dat de beleidsmedewerker, zoals thans het geval, blijft instaan voor zeer specifieke vragen van de diensten interne werking en burgerzaken en dat grote beleidsopdrachten betreffende interne werking en burgerzaken door de beleidsmedewerker zullen uitgevoerd en opgevolgd worden; Overwegende dat het instaan voor het economisch beleid van de gemeente als aanspreekpunt lokale economie werd overgeheveld van de beleidsmedewerker naar de milieuambtenaar daar deze via de milieuvergunningen een goed zicht heeft op het economisch gebeuren in de gemeente;


Overwegende dat het bijgevolg aangewezen is om de taakinhoud van de functie beleidsmedewerker aan de werkelijkheid aan te passen en deze juridisch te vertalen in het organogram als overkoepeling voor de functie van diensthoofd interne werking en burgerzaken B1-3, de dienst interne werking en de dienst burgerzaken; Overwegende dat het eveneens aangewezen is om de taakinhoud van de functie milieuambtenaar aan de werkelijkheid aan te passen en dit juridisch te vertalen in het organogram door ‘milieu’ te wijzigen naar ‘milieu en lokale economie’; Overwegende dat er op de dienst cultuur en toerisme één voltijdse functie C4-5 niet ingevuld is; Overwegende dat deze functie ook niet meer zal ingevuld worden en dus bijgevolg kan geschrapt worden; Gelet op de voorliggende functiebeschrijving van de betrekking waarmee de statutaire personeelsformatie wordt uitgebreid, meer bepaald diensthoofd interne werking en burgerzaken niveau B1-3, evenals de voorliggende functiebeschrijvingen van de beleidsmedewerker A1a - A3a en de milieuambtenaar B1-3; Gelet op de voorliggende bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden, de examenprogramma’s en de samenstelling examenjury’s van en voor de betrekking waarmee de statutaire personeelsformatie wordt uitgebreid, meer bepaald diensthoofd interne werking en burgerzaken niveau B1-3; Gelet op de voorliggende evaluatiecriteria voor de betrekking waarmee de statutaire personeelsformatie wordt uitgebreid, meer bepaald diensthoofd interne werking en burgerzaken niveau B1-3; Gelet op de voorliggende berekening van de financiële weerslag waaruit blijkt dat de voorgestelde aanpassing van de statutaire personeelsformatie financieel haalbaar is daar de personeelskost minder zal zijn dan op vandaag; Gelet op het syndicaal overleg van 7 december 2012 waarop de representatieve vakbondsorganisatie kennis nam van voorliggende materie en dit positief adviseerde; Gelet op artikel 43, § 2, 4° van het Gemeentedecreet dat bepaalt dat het vaststellen van het organogram en de personeelsformatie tot de uitsluitende bevoegdheid van de gemeenteraad behoort;

BESLUIT eenparig

Art. 1. - De statutaire personeelsformatie wordt aangepast in die zin dat de voltijdse functie van hoofd interne werking, personeels- en burgerzaken niveau A1a-A3a wordt geschrapt en dat 1 voltijdse functie diensthoofd interne werking en burgerzaken niveau B1-3, die in de plaats komt ervan, wordt ingeschreven. Art. 2. - Het in bijlage - I - bij dit besluit gevoegde organogram met de aanduiding van de leden van het managementteam wordt goedgekeurd. Art. 3. - De in bijlage - II - bij dit besluit gevoegde functiebeschrijving van de betrekking van de voltijdse functie diensthoofd interne werking en burgerzaken niveau B1-3, evenals de aangepaste functiebeschrijvingen van de beleidsmedewerker A1a - A3a en de milieuambtenaar B1-3 worden goedgekeurd.


Art. 4. - De in bijlage - III - bij dit besluit gevoegde bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden, de examenprogramma’s en de samenstelling examenjury’s van en voor de in artikel 1 van huidig besluit vermelde betrekking waarmee de statutaire personeelsformatie wordt aangepast, meer bepaald diensthoofd interne werking en burgerzaken niveau B1-3, worden goedgekeurd. Art. 5. - De in bijlage - IV - bij dit besluit gevoegde evaluatiecriteria voor de in artikel 1 van huidig besluit vermelde betrekking waarmee de statutaire personeelsformatie wordt aangepast, meer bepaald diensthoofd interne werking en burgerzaken niveau B1-3, worden goedgekeurd. Art. 6. - Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit. Art. 7. - Dit besluit wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid.

- - - - - 5. Personeel - dienstvrijstelling 2013 - toekenning


Gelet op artikel 218 van het besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, dat stipuleert dat de raad nog andere dienstvrijstellingen dan de dienstvrijstellingen vermeld in de artikelen 212 tot en met 217 van dit besluit kan regelen; Gelet op artikel 344 van de rechtspositieregeling, goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 18 december 2008, dat stipuleert dat brugdagen en andere extra dienstvrijstellingen jaarlijks door de gemeenteraad kunnen vastgelegd en toegekend worden; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 5 december 2012 om een dienstvrijstelling toe te kennen bij deelname aan de daguitstap van het personeel op vrijdag 7 juni 2013; Gelet op het syndicaal overleg van 7 december 2012 met de totstandkoming van een positief protocol met betrekking tot deze materie; Gelet op artikel 43, § 2, 10° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen waardoor de gemeenteraad exclusief bevoegd is voor deze materie;

BESLUIT eenparig:

Op vrijdag 7 juni 2013 wordt aan het gemeentepersoneel dienstvrijstelling toegekend bij deelname aan de personeelsuitstap.

- - - - - 6. Raden en commissies - samenstelling en berekeningswijze


Raadslid Schelfhout, onafhankelijke, vraagt waarom dit punt op de zitting van vandaag staat geagendeerd en niet op de installatievergadering. Het betreft immers materie die de nieuwe gemeenteraad aanbelangt. De voorzitter antwoordt dat hiervoor werd geopteerd opdat de diverse gemeentelijke raden en commissies zo snel mogelijk zouden kunnen samengesteld worden in de nieuwe legislatuur. Verder stelt hij dat de partijen die in de komende legislatuur zullen zetelen hier toch allemaal vertegenwoordigd zijn. VLAAMS BELANG raadslid Courtens vraagt waarom enkel over voorliggende raden gestatueerd dient te worden en niet over de andere. De voorzitter antwoordt dat het hier enkel gaat over deze raden waarvoor een wijziging dient te gebeuren hetzij qua aantal vertegenwoordigers vanuit de politiek hetzij qua type evenredigheidsstelsel op basis waarvan dit aantal over de diverse partijen wordt verdeeld. VLAAMS BELANG raadslid Courtens begrijpt dat naar aanleiding van de verkiezingsuitslag moet gesleuteld worden aan deze punten voor de raden waarin de vertegenwoordigers van de politieke partijen stemrecht hebben. Hier is het normaal dat de verkiezingsuitslag weerspiegeld wordt in de samenstelling; ten andere dit is decretaal bepaald bv. voor de gemeenteraadscommissies zoals de voorliggende gemeenteraadscommissie financiën. Hij begrijpt het evenwel minder dat ook aan de samenstelling dient gesleuteld te worden van de raden en commissies waarin de vertegenwoordigers van de politieke partijen geen stemrecht hebben - zo bv. de AED en de mobiliteitscommissie - gezien alsdan de verhouding tussen de diverse partijen niet speelt. In zo’n geval is hij gewonnen voor een systeem waarbij elke partij een gelijk aantal vertegenwoordigers wordt toebedeeld. Dit zou misschien als voordeel genereren dat er geen mensen tegen hun zin naar deze raden moeten afgevaardigd worden. De voorzitter stelt toch een evenredige vertegenwoordiging van de partijen in de diverse raden en commissies voor te staan doch hij kan het raadslid volgen in zijn redenering met betrekking tot deze raden en commissies waarin de vertegenwoordigers van de politieke partijen geen stemrecht hebben. sp.a-spirit raadslid Vanheerweghe vraagt zich af wat er gebeurt in de gemeenteraadscommissie financiën mocht een lid van de meerderheid afwezig zijn want dan kan het komen tot een stemming waarbij 3 stemmen tegen en 3 stemmen voor zijn. VLAAMS BELANG raadslid Courtens stelt dat er dan sprake is van staking van stemmen en alsdan moet er in de volgende commissie terug over dit punt gestemd worden. Schepen Haerinck merkt op dat een gemeenteraadscommissie advies geeft. VLAAMS BELANG raadslid Courtens repliceert dat over bepaalde punten kan gestemd worden. De gemeentesecretaris geeft mee dat op een gemeenteraadscommissie de regelgeving van toepassing is die ook op de gemeenteraad van toepassing is. a) Gemeenteraadscommissie financiën - legislatuur 2013-2018 - aantal leden

DE RAAD,

in openbare zitting vergaderd Gelet op artikel 39, § 1 van het Gemeentedecreet dat bepaalt dat de gemeenteraad commissies kan oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden; Gelet op artikel 39, § 3, eerste lid van het Gemeentedecreet dat ondermeer bepaalt dat de mandaten in iedere commissie evenredig verdeeld worden over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld en dat de gemeenteraad per gemeenteraadscommissie het aantal leden, alsook de wijze waarop de evenredigheid wordt berekend, bepaalt; Gelet op artikel 39, § 3, vierde lid van het Gemeentedecreet dat bepaalt dat, als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd


is in een commissie, de fractie een raadslid kan aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt; Overwegende dat in gemeenteraadszitting van 2 januari 2007 werd beslist voor de legislatuur 2007-2012 in de schoot van de gemeenteraad een gemeenteraadscommissie financiën op te richten, bestaande uit 8 stemgerechtigde leden, volgens het LISO-stelsel verdeeld over de verschillende in de gemeenteraad zetelende partijen; Overwegende dat deze constellatie in de legislatuur 2013-2018 niet kan aangehouden worden, aangezien artikel 39, § 3, eerste lid van het Gemeentedecreet bepaalt dat de evenredigheid in ieder geval vereist dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties, en de meerderheidspartij die zal zetelen in het college van burgemeester en schepenen niet langer de meerderheid zou hebben in de gemeenteraadscommissie financiën; Overwegende dat er dient naar gestreefd te worden dat elke in de gemeenteraad zetelende politieke partij volwaardig kan participeren in de diverse gemeentelijke raden en commissies; Gelet op het voostel van het college van burgemeester en schepenen van 5 december 2012 om bijgevolg enerzijds de verdeling van de mandaten in de gemeenteraadscommissie financiën volgens het proportioneel stelsel te berekenen en het aantal stemgerechtigde leden van de gemeenteraadscommissie van 8 terug te brengen op 7; Overwegende dat bij toepassing van het in vorige alinea vermelde voorstel de verdeling als volgt zou worden: 4 vertegenwoordigers voor CD&V en telkens 1 vertegenwoordiger voor N-VA, Open VLD en sp.a; Overwegende dat bijgevolg bij toepassing, in de volgende legislatuur, van het proportionele stelsel - elke in de gemeenteraad zetelende partij eveneens een zetel toebedeeld krijgt zoals dit

in het LISO stelsel het geval is; - de afspiegeling van de verhouding tussen de meerderheid en de minderheid in de

gemeenteraad behouden blijft;

BESLUIT eenparig: In de legislatuur 2013-2018 worden de mandaten in de gemeenteraadscommissie financiën verdeeld volgens het proportioneel stelsel en het aantal stemgerechtigde leden van de gemeenteraadscommissie financiën wordt voor de legislatuur 2013-2018 bepaald op 7. De verdeling van de zetelt is dan als volgt: 4 vertegenwoordigers voor CD&V en telkens 1 vertegenwoordiger voor N-VA, Open VLD en sp.a.

- - - b) Adviesraad Economie Deerlijk (AED)


Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 3 december 2009 houdende de goedkeuring van de statuten ter oprichting van de gemeentelijke Adviesraad Economie Deerlijk (AED); Overwegende dat artikel 3 van de statuten van de AED stipuleert dat de AED is samengesteld uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden, waarbij:


a. Stemgerechtigde leden zijn: - 1 vertegenwoordiger van de sociale economie; - 2 vertegenwoordigers van de landbouw; - 2 vertegenwoordigers van de vrije beroepsuitoefenaars; - 3 vertegenwoordigers van de ondernemers; - 3 vertegenwoordigers van de handelaars; b. Niet-stemgerechtigde leden zijn: - de schepen bevoegd voor lokale economie; - de schepen bevoegd voor milieu; - de schepen bevoegd voor ruimtelijke ordening; - vertegenwoordigers van elke politieke partij die vertegenwoordigd is in de gemeenteraad,

waarvan het aantal bepaald wordt volgens het LISO-systeem; - de ambtenaar bevoegd voor lokale economie; Overwegende dat bij de aanvang van een nieuwe legislatuur alle gemeentelijke raden en overlegstructuren opnieuw dienen samengesteld te worden, zo ook de AED; Overwegende dat de statuten van de AED het aantal vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen niet aangeeft doch enkel vermeldt dat de zetels dienen verdeeld te worden volgens het LISO stelsel; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2010 houdende de bekrachtiging van de samenstelling van de Adviesraad Economie Deerlijk, met hierin 8 vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen; Overwegende dat, bij aanhouding van het aantal vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen op 8 te verdelen via het LISO stelsel, de samenstelling van de Adviesraad Economie Deerlijk niet langer een afspiegeling is van de verhouding tussen de meerderheid en de minderheid in de gemeenteraad tijdens de komende legislatuur 2013-2018; Overwegende dat er dient naar gestreefd te worden dat elke in de gemeenteraad zetelende politieke partij volwaardig kan participeren in de diverse gemeentelijke raden en commissies; Overwegende dat aan de in vorige alinea’s vermelde problematiek kan tegemoet gekomen worden door het aantal vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen in de AED aan te passen van 8 naar 7 en dit aantal te verdelen volgens het proportionele stelsel; Overwegende dat bij toepassing van het in vorige alinea vermelde voorstel de verdeling als volgt wordt: 4 vertegenwoordigers voor CD&V en telkens 1 vertegenwoordiger voor N-VA, Open VLD en sp.a; Overwegende dat alsdan, conform artikel 21 van de statuten van de AED, de gemeenteraad de statuten van de AED dient aan te passen op het vlak van de wijze waarop de vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen worden toegekend derwijze dat het LISO stelsel wordt vervangen door het proportionele stelsel; Overwegende dat bij toepassing, in de volgende legislatuur, van het proportionele stelsel - elke in de gemeenteraad zetelende partij eveneens een zetel toebedeeld krijgt zoals dit

in het LISO stelsel het geval is; - de afspiegeling van de verhouding tussen de meerderheid en de minderheid in de

gemeenteraad behouden blijft;


Gelet op artikel 43, § 2, 14° van het Gemeentedecreet dat stipuleert dat het inrichten van adviesraden en overlegstructuren tot de uitsluitende bevoegdheid van de gemeenteraad behoort; Gelet op artikel 200, § 3 van het Gemeentedecreet dat stipuleert dat de gemeenteraad de nadere voorwaarden vaststelt voor de representativiteit en de samenstelling regelt van de raden en overlegstructuren die hij heeft opgericht conform artikel 200, § 1 en die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren;

BESLUIT eenparig: Art. 1. - In de statuten van AED, zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 3 december 2009, wordt artikel 3 aangepast in die zin dat onder de rubriek ‘niet stemgerechtigde leden’ de vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen worden berekend volgens het proportionele stelsel. Art. 2. - Voor de legislatuur 2013-2018 wordt een Adviesraad Economie Deerlijk samengesteld met 7 vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen, te verdelen volgens het proportionele stelsel. De verdeling wordt dan als volgt: 4 vertegenwoordigers voor CD&V en telkens 1 vertegenwoordiger voor N-VA, Open VLD en sp.a.

- - - c) Mobiliteitscommissie


Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 september 2007 houdende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de mobiliteitscommissie; Overwegende dat het huishoudelijk reglement stipuleert dat de mobiliteitscommissie is samengesteld uit: - de burgemeester; - de schepen van mobiliteit; - vertegenwoordigers van elke in de gemeenteraad zetelende fractie volgens de

constellatie van de gemeenteraad; - technische dienst; - Leiedal; - de zonechef; - leden van de verkeersdienst politie; Overwegende dat bij de aanvang van een nieuwe legislatuur alle gemeentelijke raden en overlegstructuren opnieuw dienen samengesteld te worden, zo ook de mobiliteitscommissie; Overwegende dat er in de huidige legislatuur 8 vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende partijen zetelen in de mobiliteitscommissie; Overwegende dat, bij aanhouding van het aantal vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen op 8, de samenstelling van de mobiliteitscommissie niet langer een afspiegeling is van de verhouding tussen de meerderheid en de minderheid in de gemeenteraad tijdens de komende legislatuur 2013-2018;


Overwegende dat er dient naar gestreefd te worden dat elke in de gemeenteraad zetelende politieke partij volwaardig kan participeren in de diverse gemeentelijke raden en commissies; Overwegende dat aan de in vorige alinea’s vermelde problematiek kan tegemoet gekomen worden door het aantal vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen in de mobiliteitscommissie aan te passen van 8 naar 7 en dit aantal te verdelen volgens het proportionele stelsel; Overwegende dat het bovenvermelde voorstel neerkomt op het gegeven dat alsdan CD&V 4 vertegenwoordigers heeft in de mobiliteitscommissie en N-VA, Open VLD en sp.a telkens 1 vertegenwoordiger hebben; Gelet op artikel 43, § 2, 14° van het Gemeentedecreet dat stipuleert dat het inrichten van adviesraden en overlegstructuren tot de uitsluitende bevoegdheid van de gemeenteraad behoort; Gelet op artikel 200, § 3 van het Gemeentedecreet dat stipuleert dat de gemeenteraad de nadere voorwaarden vaststelt voor de representativiteit en de samenstelling regelt van de raden en overlegstructuren die hij heeft opgericht conform artikel 200, § 1 en die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren;

BESLUIT eenparig: Voor de legislatuur 2013-2018 een mobiliteitscommissie samen te stellen met 7 vertegenwoordigers van de in de gemeenteraad zetelende politieke partijen, te verdelen volgens het proportionele stelsel. De verdeling wordt dan als volgt: 4 vertegenwoordigers voor CD&V en telkens 1 vertegenwoordiger voor N-VA, Open VLD en sp.a.

- - - - - 7. Gemeenteraadscommissie financiën - uitbreiding bevoegdheden sp.a-spirit raadslid Vanheerweghe is van mening dat het beter is te opteren voor het oprichten van een afzonderlijke gemeenteraadscommissie naast deze bevoegd voor financiën, vooral omdat deze laatste reeds minstens 3 keer per jaar dient samen te komen naar aanleiding van het budget en de normaliter 2 budgetwijzigingen en bij uitbreiding van haar bevoegdheid dit veel meer zou zijn. Bovendien zou het oprichten van een afzonderlijke gemeenteraadscommissie het signaal geven dat er groot belang gehecht wordt aan de intergemeentelijke samenwerking De voorzitter antwoordt dat het college van burgemeester en schepenen het niet erg nuttig leek om een nieuwe gemeenteraadscommissie in het leven te roepen daar de gemeenteraadscommissie financiën er een bevoegdheid kan bijnemen met eventueel als gevolg daar deze commissie misschien 1 of 2 keer meer zal dienen samen te komen. sp.a-spirit raadslid Vanheerweghe denkt dat er inderdaad meer bijeenkomsten van de gemeenteraadscommissie financiën zullen moeten zijn gezien o.m. de algemene vergaderingen van diverse bovengemeentelijke structuren zoals Leiedal, IMOG, PSILON, Fluvia, politiezone zullen moeten voorbereid worden. GEMBEL raadslid Byttebier is van mening dat het ook financieel niet erg interessant is een bijkomende gemeenteraadscommissie op te richten want dat zou impliceren dat men alsdan presentiegelden zou dienen te betalen voor 2 commissies terwijl er volgens de regelgeving maar 1 verplicht dient opgericht te worden nl deze die de bevoegdheid heeft waarmee de bevoegdheid van de gemeenteraadscommissie financiën zou uitgebreid worden en dat is


bovendien een in de tijd blijvend gegeven daar het gemeentedecreet de oprichting van deze ene gemeenteraadscommissie verplicht maakt. Voor spa.spirit raadslid Vanheerweghe maakt het al dan niet hebben van 2 onderscheiden gemeenteraadscommissies op financieel vlak geen verschil daar hij van oordeel is dat bij de uitbreiding van de bevoegdheid van de gemeenteraadscommissie financiën deze commissie gewoon meer zal moeten zetelen en er bijgevolg meer presentiegelden zullen moeten uitbetaald worden zodat het finaal, financieel gezien, op hetzelfde zal uitkomen.

DE RAAD,

in openbare zitting vergaderd Overwegende dat vanaf 1 januari 2013 in artikel 39, § 1 van het Gemeentedecreet een tweede lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt: ‘In elke gemeente wordt minstens een commissie opgericht die waakt over de afstemming van het gemeentelijk beleid op het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en verzelfstandigde agentschappen van de gemeente. De gemeente richt hiertoe ofwel een aparte commissie op, ofwel integreert zij deze taak in de verschillende bestaande commissies.’; Overwegende dat er in de gemeente momenteel geen verzelfstandigde agentschappen actief zijn doch dat het wenselijk is om de bevoegdheid zoals omschreven in artikel 39, § 1, tweede lid van het Gemeentedecreet, aan te houden als begrip zodat, mochten er in de toekomst dergelijke gemeentelijke agentschappen opgericht worden, huidige beslissing niet dient hernomen te worden; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 5 december 2012 om deze taak te integreren in de gemeenteraadscommissie financiën omwille van het feit dat het college van mening is dat - de door de nieuw in te richten commissie te behandelen materie eveneens het financiële

aspect zal behelzen; - deze nieuwe bevoegdheid zal dienen gekaderd te worden in het strategisch meerjarig

beleidsplan van de gemeente wat een gegeven is waarmee de gemeenteraadscommissie financiën reeds vertrouwd is daar de gemeente dit jaar al in het BBC gebeuren is ingestapt;

Gelet op artikel 39, § 1, eerste lid en artikel 43, § 2, 10° van het Gemeentedecreet dat de bevoegdheid van de gemeenteraad in deze bepaalt;

BESLUIT eenparig: De nieuw in te richten gemeenteraadscommissie die dient te waken over de afstemming van het gemeentelijk beleid op het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en verzelfstandigde agentschappen van de gemeente wordt geïntegreerd in de gemeenteraadscommissie financiën.

- - - - -

8. Samenwerkingsovereenkomst tussen de politiezone Gavers, de stad Harelbeke en de gemeente Deerlijk - dienstjaar 2013



Gelet op de gemeenteraadbeslissing van 22 december 2011 houdende de goedkeuring, voor het jaar 2012, van de samenwerkingsovereenkomst betreffende de logistieke en administratieve ondersteuning vanwege de stad Harelbeke en de gemeente Deerlijk aan de politiezone Deerlijk - Harelbeke; Overwegende dat de lopende overeenkomst per 31 december 2012 ten einde loopt; Overwegende dat omwille van de verhuis naar een locatie waarvan de stad Harelbeke niet langer de eigenaar is en de ontwikkeling van de politiezone zelf de samenwerkingsovereenkomst gereduceerd wordt tot de terbeschikkingstelling van 38 uur schoonmaakpersoneel door de stad Harelbeke en daardoor de samenwerkingsovereenkomst, die tot stand kwam in een tijdskader dat dateert van 2002 en jaarlijks opnieuw werd afgesloten, bijgevolg niet langer relevant is; Overwegende dat de participerende gemeenten en de zone in ieder geval elkaars natuurlijke partners in het nastreven van de gemeenschappelijke doelstellingen blijven, waarbij het niet uitgesloten is dat - voor uitzonderlijke prestaties - door de zone wel aan de gemeenten in kostende prijs wordt betaald; Overwegende dat de stad Harelbeke geruime tijd foutief een overheadkost van 20 procent heeft gerekend op de wedde van de poetsvrouw; Overwegende dat deze fout voor de toekomst werd hersteld en ook wordt voorgesteld een en ander te compenseren via een vrijstelling van terugbetaling van loon in 2013; Overwegende dat er bijgevolg een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor het dienstjaar 2013 werd opgesteld; Gelet op artikel 42, § 1 van het Gemeentedecreet; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 december 2012;

BESLUIT eenparig: Art. 1. - De raad hecht zijn goedkeuring aan de hierna opgenomen samenwerkingsovereenkomst:

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST Tussen: 1. De Stad Harelbeke, alhier vertegenwoordigd door de heer Willy Vandemeulebroucke,

voorzitter van de gemeenteraad en de heer Carlo Daelman, stadssecretaris, handelend in naam en voor rekening van de Stad Harelbeke in uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad van …(datum)… en onder voorbehoud van voogdijtoezicht,

- hierna genoemd 'partij enerzijds' of nog 'de stad' of 'de stad Harelbeke' - 2. De Gemeente Deerlijk, alhier vertegenwoordigd door de heer Claude Croes,

burgemeester, voorzitter van de gemeenteraad en mevr. Trees Longueville, gemeentesecretaris, handelend in naam en voor rekening van de gemeente Deerlijk in uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad van …(datum)… en onder voorbehoud van voogdijtoezicht,


- Hierna genoemd 'partij enerzijds' of nog 'de gemeente' of 'de gemeente Deerlijk' - 3. De Politiezone Deerlijk–Harelbeke (zijnde de Politiezone GAVERS), alhier

vertegenwoordigd door mevr. Rita Beyaert, voorzitter van het politiecollege en de heer Rino Defoor, zonechef, handelend in naam en voor rekening van de genoemde politiezone in uitvoering van een beslissing van de politieraad van …(datum)… en onder voorbehoud van voogdijtoezicht,

- Hierna genoemd 'partij anderzijds' of nog 'de politiezone' - Is overeengekomen hetgeen volgt: ART. 1: VOORWERP: Deze overeenkomst heeft betrekking op de wederzijdse samenwerking en ondersteuning tussen de stad Harelbeke, de gemeente Deerlijk en de politiezone Deerlijk–Harelbeke. ART. 2: INWERKINGTREDING EN DUUR VAN DE OVEREENKOMST: Deze overeenkomst treedt in werking per 01.01.2013. De overeenkomst geldt tot 31.12.2013, met uitsluiting van iedere stilzwijgende verlenging. ART. 3: SCHOONMAAK: Via de facilitaire dienst van de stad Harelbeke wordt gezorgd voor de schoonmaak van het hoofdcommissariaat gelegen aan de Deerlijksesteenweg 43 te Harelbeke a rato van 38 uur per week. De stad Harelbeke zorgt bijgevolg ook voor vervanging bij ziekte, vakantie of andere afwezigheid. Gezien de stad Harelbeke in het verleden ten onrechte 20 % bij de te betalen som heeft geteld – zijnde de vergoeding voor gebruik van materiaal, materieel en infrastructuur, daar waar dit in dit geval niet voorkwam – gaan partijen akkoord, tot slot van alle rekeningen daaromtrent, overeen te komen dat de politiezone in 2013 de kost van voormelde 38 uur per week en op jaarbasis niet dient te betalen. De aanrekening van de kostprijs van deze ter beschikkingstelling door de stad Harelbeke aan de politiezone na 31 december 2013 zal het voorwerp uitmaken van een latere overeenkomst. ART. 4: DIVERSE: Voor alle andere vormen van onderlinge verlening van diensten, werken de stad, de gemeente en de zone op een basis van wederzijdse complementariteit zonder het systematisch hanteren van een verrekeningsmechanisme. De uitzondering hierop zal telkens het voorwerp uitmaken van een voorafgaande vraag aan en beslissing van de respectievelijke colleges van de contracterende partijen, die hiervoor desgevallend per dossier een tarifering kunnen uitwerken en voorstellen aan de partij die om een ‘uitzonderlijke’ en dus te betalen dienst verzoekt. Voor zoveel als nodig geven de raden aan de respectievelijke colleges delegatie voor het treffen van dergelijke beslissing inzake tarifering binnen de grenzen van de bevoegdheden van de colleges in de gewone dienst c.q. het exploitatiebudget.


ART. 5: VOORBEHOUD: Partijen erkennen dat deze overeenkomst is aangegaan onder het voormelde voorbehoud van voogdijtoezicht betreffende zowel de beslissing van de gemeenteraden van de stad Harelbeke en de gemeente Deerlijk als van de Politiezone Deerlijk–Harelbeke. Aldus gedaan te Harelbeke op … in drie exemplaren, de stad, de gemeente en de politiezone erkennend elk één exemplaar te hebben ontvangen. Namens de Stad Harelbeke Namens de gemeente Deerlijk Carlo Daelman Willy Vandemeulebroucke Trees Longueville Claude Croes Namens de politiezone Rino Defoor Rita Beyaert Art. 2. - Een voor eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan: - de politiezone Gavers, Deerlijksesteenweg 43, 8530 Harelbeke; - de stad Harelbeke, Marktstraat 29, 8530 Harelbeke.

- - - - - 9. Dienstjaar 2013 - eerste en tweede voorlopig twaalfde

DE RAAD, in openbare zitting

Gelet op de installatie van een nieuwe gemeenteraad op 2 januari 2013; Overwegende dat het dienstjaar 2013 het eerste volledige financiële boekjaar is van de zesjaarlijkse periode waarvoor deze gemeenteraad is verkozen; Gelet op artikel 148, § 2 van het Gemeentedecreet dat stipuleert dat de gemeenteraad het budget voor het eerste volledige financiële boekjaar van de zesjaarlijkse periode waarvoor de gemeenteraad is verkozen, kan vaststellen in de loop van het eerste kwartaal van dat boekjaar; Overwegende dat het budget 2013 ter goedkeuring aan de gemeenteraad van 28 februari 2013 zal voorgelegd worden; Overwegende dat, in afwachting van de stemming door de gemeenteraad van het budget 2013, de normale werking van het gemeentebestuur voor 2013 dient verzekerd te worden; Gelet op artikel 152 van het Gemeentedecreet dat stipuleert dat, tot het budget van de gemeente is vastgesteld, de gemeente slechts kan beschikken over voorlopige kredieten onder de voorwaarden en binnen de grenzen, bepaald door de Vlaamse Regering; Gelet op artikel 124 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, dat stipuleert dat die voorlopige kredieten per beleidsdomein niet meer mogen bedragen dan een twaalfde van het overeenkomstige krediet in het exploitatiebudget van het vorige boekjaar, per verlopen of begonnen maand, tot maximaal drie twaalfden;

BESLUIT eenparig:


Voorlopige kredieten vast te stellen voor januari en februari 2013, telkens per maand, ten bedrage van één twaalfde van het krediet dat op het budget 2012 in exploitatie werd opgenomen. Deze beperking is evenwel niet van toepassing op de uitgaven voor de bezoldiging van het gemeentepersoneel, voor het betalen van verzekeringspremies en belastingen.

- - - - - 10. Kerkfabriek Sint-Anna - budget 2013 - aktename


Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikels 45-47 houdende de opmaak en indiening van het budget; Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 48 dat stipuleert dat, als de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, de gemeenteraad akte neemt van het budget binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid; Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage (aandeel Deerlijk) opgenomen in het budget 2013 van de kerkfabriek ten bedrage van 3.876,80 euro eveneens zal opgenomen worden in het gemeentelijk budget 2013, afgerond op 3.877,00 euro; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, meer bepaald artikel 17 stipulerende dat het budget bestaat uit een financiële nota en een beleidsnota; Gelet op de beslissing van de kerkraad van 20 september 2012 van de kerkfabriek Sint-Anna waarbij het budget 2013 van de kerkfabriek werd vastgesteld; Gelet op het gunstig advies verleend door het erkend representatief orgaan aan het budget 2013 van de kerkfabriek Sint-Anna en meegedeeld in een schrijven van 27 november 2012; Gelet op het indienen van het budget 2013 van de kerkfabriek Sint-Anna op 28 november 2012; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen in zitting van 12 december 2012 de voorzitter van de gemeenteraad verzocht om het budget 2013 van de kerkfabriek Sint-Anna op de zitting van heden te agenderen; Overwegende dat de exploitatietoelage in het budget 2013 van de kerkfabriek Sint-Anna vastgesteld wordt op 4.380,57 euro (aandeel Deerlijk 3.876,80 euro), wat binnen de grenzen is van het meerjarenplan 2008-2013 van de kerkfabriek Sint-Anna;

BESLUIT:

Art. 1. - De raad neemt akte van het budget 2013 van de kerkfabriek Sint-Anna. Art. 2. - Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan:


- de provinciegouverneur, Burg 4, 8000 Brugge;

- het erkend representatief orgaan, Bisdom Brugge – Dienst kerkfabrieken, Heilige Geeststraat 4 B, 8000 Brugge;

- de kerkfabriek Sint-Anna, Kapelstraat 5, 8540 Deerlijk; stadsbestuur Waregem, Gemeenteplein 2, 8790 Waregem.

- - - - - Punt toegevoegd door VLAAMS BELANG raadslid Tony Courtens aan de agenda van de gemeenteraad bij toepassing van artikel 22 van het gemeentedecreet 11. Nieuwe brandweerkazerne in Deerlijk: de juiste stand van zaken. ‘Over een nieuwe brandweerkazerne in Deerlijk is er al veel inkt gevloeid, niet in het minst in verkiezingsfoldertjes. Het Vlaams Belang is van vóór deze huidige legislatuur voortrekker geweest in deze materie en is dat op vandaag nog altijd, vandaar dit bijgevoegd punt op deze gemeenteraad omdat we van mening zijn dat we hierin nog altijd stukken van de waarheid missen en dat we willen dat er klare wijn geschonken wordt. Op één van de eerste zittingen van de gemeenteraad van deze legislatuur, namelijk in februari 2007, werd door de burgemeester een uitspraak gedaan waar wij hem willen aan herinneren en waar wij een nieuw antwoord op willen. Uittreksel uit het verslag van bewuste zitting (een punt besproken in “vragen door raadsleden”): * VLAAMS BELANG raadslid Courtens stelt dat er in het beloftenboekje van de CD&V naar aanleiding van de verkiezingen geschreven stond dat het gemeentebestuur zou zorgen voor een nieuw brandweerarsenaal. Hij betreurt het dan ook ten zeerste dat hij via een betrouwbare bron heeft gehoord dat de realisatie hiervan niet meer voor deze legislatuur zal zijn. De voorzitter antwoordt dat dit niet noodzakelijk voor de volgende legislatuur is, maar dat men momenteel aan het wachten is op de resultaten van de nakende brandweerhervormingen zodat men nu niet investeert in eventuele nutteloze zaken. VLAAMS BELANG raadslid Courtens is van oordeel dat dit kiezersbedrog is gezien het niet meer in deze legislatuur zal gerealiseerd worden. De voorzitter ontkent dit en antwoordt dat men pas in 2012 zal weten of het al dan niet kiezersbedrog was. VLAAMS BELANG raadslid Courtens meent dat hij zijn informatie uit betrouwbare bron heeft gehaald, met name bij iemand die aanwezig was op de inspectie, door de burgemeester, van het brandweerarsenaal in de kazerne. De voorzitter wenst deze informatie formeel te ontkennen. Ondertussen is het Vlaams Belang op deze gemeenteraad regelmatig tussengekomen met betrekking tot een nieuwe kazerne op Deerlijks grondgebied en telkens werd de brandweer en bij uitbreiding de Deerlijkse bevolking met een kluitje het riet ingestuurd. In tegendeel: daar waar er in 2008, 2009 en 2010 nog iets te bespeuren viel in de financiële meerjarenplanning was dit volledig verdwenen in 2011 om ook niet meer te verschijnen in 2012. In juli 2011 heeft het Vlaams Belang dan met een bijkomend agendapunt het bestuur kleur willen laten bekennen maar buiten de belofte dat er werk zou van gemaakt worden kwamen we niet. Het bestuur wilde zich niet officieel financieel engageren en dat was eigenlijk al een


teken aan de wand dat er deze legislatuur niets van terecht zou komen. Bij latere interpellaties op de gemeenteraad en op vandaag is dat dus duidelijk bewezen. De brandweer bleef dus in de kou staan tot net voor de verkiezingen van oktober 2012. Wij dachten dat er een infofolder van de brandweer in de bus was gevallen maar het was het beloftenboekje 2012 van de CD&V. En daarin staat te lezen: “Ondertussen kunnen we bevestigen dat de brandweer een nieuwe locatie krijgt in Deerlijk en dat het vrijwilligerskorps behouden blijft”. Wij dagen iedereen uit te zoeken naar het verschil met het CD&V- beloftenboekje van 2006 waarin staat: “Het Deerlijkse brandweerkorps krijgt een nieuwe kazerne”. Verkiezingspropaganda is één ding maar als er dan door de burgemeester in de pers ook nog zogezegde officiële beslissingen van Fluvia worden verkondigd en deze worden daarna tegengesproken (citaat blog: “We hebben daarover gesproken, maar er is nog geen akkoord”, reageert Tom Dekeyser, projectsecretaris bij hulpverleningszone Fluvia.”) dan vindt het Vlaams Belang dat dit hier toch wel een stap te ver is en we willen duidelijkheid in deze zaak. Wij weten dat aan het einde van een legislatuur het bestuur niet geneigd is (terecht of onterecht) om nog belangrijke beslissingen te nemen. Vandaar zal het Vlaams Belang in dit bijgevoegd agendapunt niet vragen om dit te doen. Maar als een nieuwe brandweerkazerne op Deerlijks grondgebied voor het CD&V bestuur belangrijk of zelfs prioritair is dan willen wij wel een antwoord op de volgende vragen:

Heeft het CD&V-bestuur, gelet op de uitspraken van de burgemeester op de gemeenteraadszitting van februari 2007, kiezersbedrog gepleegd? Indien dat wordt tegengesproken dan willen wij dat uitgelegd zien.

In welke verslagen van de prezonale raad is terug te vinden dat ons bestuur (bij monde van burgemeester Croes) heel specifiek heeft gepleit voor een nieuwe kazerne op Deerlijks grondgebied en in welke verslagen van de prezonale raad is terug te vinden dat er heel specifiek beslist wordt dat het bestuur de steun krijgt voor de bouw van een kazerne op Deerlijks grondgebied?

Wat is de reactie van het bestuur op het feit dat de heer Tom Dekeyser, projectsecretaris bij Fluvia, een akkoord tegenspreekt?

Heeft het bestuur al enig zicht op de budgetten die voorzien zullen moeten worden voor de bouw van een nieuwe kazerne? Wanneer denkt het bestuur deze budgetten te voorzien?

Wat is de geschatte datum waarop de nieuwe kazerne volledig operationeel zal zijn (“deze legislatuur” is niet voldoende)’

VLAAMS BELANG raadslid Courtens licht dit punt toe. De voorzitter beantwoordt achtereenvolgens de door het raadslid gestelde vragen. 1. Heeft het CD&V-bestuur, gelet op de uitspraken van de burgemeester op de

gemeenteraadszitting van februari 2007, kiezersbedrog gepleegd? Indien dat wordt tegengesproken, dan willen wij dat uitgelegd zien.

De voorzitter repliceert alles te willen kaderen in zijn tijdsgeest. Hij stelt dat het er eind 2006, begin 2007 naar uitzag dat er snel een brandweerhervorming zou komen en men het in 2006 dan ook perfect zag zitten om een brandweerkazerne te bouwen, rekening houdend met het feit dat de zone realiteit zou zijn en daarin zou meestappen. Hij geeft mee dat in 2007 de wet betreffende de civiele veiligheid werd goedgekeurd waarin ook sprake was van de brandweerhervorming en toen werd gezegd dat de hervorming in 6 maanden rond zou zijn, maar hij merkt op dat door omstandigheden op federaal niveau die 6 maanden ondertussen


5 jaar geworden zijn. Hij stelt dat er in deze veel mist en onduidelijkheid was en het dan ook nogal verstandig leek om op dat vlak geen beslissingen te nemen. Hij geeft mee dat er ondertussen wel een task force en een prezonale raad was en dat de regio in deze steeds is blijven voorbereiden en altijd voorop is blijven lopen. 2. In welke verslagen van de prezonale raad is terug te vinden dat ons bestuur (bij monde

van burgemeester Croes) heel specifiek heeft gepleit voor een nieuwe kazerne op Deerlijks grondgebied en in welke verslagen van de prezonale raad is terug te vinden dat er heel specifiek beslist wordt dat het bestuur de steun krijgt voor de bouw van een kazerne op Deerlijks grondgebied.

De voorzitter geeft volgende opsomming: - verslag werkgroep organisatiestructuur 07.09.2009: ‘Burgemeester Croes bevestigt het

voornemen van de gemeente Deerlijk om de brandweerkazerne te herlokaliseren.’ - verslag werkgroep beleid - organisatiestructuur 09.11.2009: ‘De Task Force stelt voor de

herlokalisatie van de brandweerpost Deerlijk een alternatief voor. Het voorstel bestaat uit 2 luiken: 1. de bouw van een brandweerkazerne op de middellange termijn in de omgeving van de gemeentegrens Harelbeke/Deerlijk op of met directe toegang tot de N36. 2. de integratie van de brandweerposten in deze post kan besproken worden zowel met Harelbeke als Beveren-Leie.’

- verslag prezonale raad 05.11.2010: ‘De prezonale raad verzoekt het coördinatieteam de mogelijkheid om de brandweerkorpsen Harelbeke en Deerlijk te integreren diepgaand te onderzoeken.’ Burgemeester Vanryckeghem van Waregem is de voorzitter van deze werkgroep.

- 25.11.2010: een simulatie van verschillende mogelijke integraties. - verslag prezonale raad 26.11.2010: ‘Maandag 15 november 2010 hebben de

burgemeesters van Deerlijk, Harelbeke en Waregem, de dienstchefs van de brandweer Deerlijk en Harelbeke en de projectcoördinatie een bezoek gebracht aan het Infosoftgebouw te Harelbeke.’ Dit betreft het gebouw waar thans de lokale politie gevestigd is.

- verslag prezonale raad 25.03.2011: ‘Burgemeester Croes meldt dat hij een informatiesessie heeft gehouden voor zijn schepenen, gemeenteraadsleden en brandweerkorps. Binnen het korps wenst men mee te werken aan een werkgroep om op zoek te gaan naar een locatie voor een nieuwe kazerne. De voorzitter vraagt de burgemeester hieromtrent contact te nemen met burgemeester Vanryckeghem die voorzitter is van de werkgroep kazernering.’

- verslag prezonale raad 22.04.2011: ‘De situatie rond het herschikken van brandweerposten is reeds aangekaart geworden in vorige prezonale raden. Op advies van de prezonale raad werd een informatiemoment gehouden voor de colleges van burgemeester en schepenen van Waregem, Wielsbeke, Harelbeke en Deerlijk.’

- verslag prezonale raad 27.05.2011: ‘Burgemeester Croes heeft twee vragen bij zich die leden van het korps hem gesteld hebben inzake de herstructurering en de kazerne:

Een mail van Wouter Vancraeynest van 4 mei 2011 - 12.35 uur met betrekking tot de oproep voor brand te Beveren-Leie op 25 april. De projectsecretaris bevestigt een vraag omtrent deze interventie te hebben ontvangen. Deze interventie werd onderzocht en er wordt teruggekoppeld naar het korps. De feedback zal aan de burgemeester overgemaakt worden.

Een mail van Wouter Vancraeynest van 14 mei 2011 - 12.34 uur met betrekking tot een brandoproep in de Vichteknokstraat. Hieruit blijkt dat er problemen waren geweest met de oproepinstallatie die Deerlijk activeert vanuit Harelbeke. Burgemeester Croes wenst duidelijkheid.’

- verslag prezonale raad 23.09.2011: ‘Over het afschaffen van de overgangsmaatregelen zijn de burgemeesters het eens, toch willen ze kort op de bal spelen en vragen ze, op


voorstel van burgemeester Croes, al een bijkomend evaluatierapport na 3 maand inzake de snelste adequate hulp.’

- verslag prezonale raad 23.09.2011: ‘Burgemeester Croes deelt mee dat de gemeenteraad van Deerlijk op 7 juli 2011 unaniem beslist heeft om het voorstel om een nieuwe brandweerkazerne op grondgebied Deerlijk te bouwen, uit te werken en voor te bereiden op een locatie idealiter langs de N36.’

- verslag prezonale raad 28.10.2011: ‘Er is een grimmige sfeer vanuit sommige brandweermannen van Deerlijk ten aanzien van Vichte en er wordt een incident aangehaald door burgemeester Gerniers dat zich heeft voorgedaan op Belgiek Koerse. Een brandweerman van Vichte is verbaal aangevallen door een brandweerman van Deerlijk. Burgemeester Gerniers is tevens de mening toegedaan dat de inplanting en het beslissen over de bouw van een nieuwe kazerne in Deerlijk moet gebeuren in een zonale context en niet alleen op gemeentelijk niveau. Daarboven vindt hij de affichecampagne niet kunnen en zeker niet bij inwoners van Anzegem. Burgemeester Croes bevestigt dat in 75% van de Deerlijkse huizen een affiche hangt. Hij vraagt begrip voor de situatie in Deerlijk.’

- verslag prezonale raad 25.11.2011: ‘Het artikel geeft de burger informatie die de oprichting van een nieuwe brandweerpost op Deerlijk ten goede komt. Hierbij wordt geschermd met allerlei argumenten. Niet alle argumenten zijn intellectueel eerlijk. Het strekt daarom tot de aanbeveling hieromtrent te communiceren.’

- verslag prezonale raad 22.06.2012: ‘Kazerne Deerlijk (Op vraag van burgemeester Croes) - In Deerlijk leven er al lange tijd plannen voor een verhuis van de kazerne. Deze werden in het licht van de brandweerhervorming opgeborgen. Door het uitblijven van deze zonevorming, dringen er zich toch investeringen op. De prezonale raad stemt in met lokale investeringen op voorwaarde dat meerlasten voor de toekomstige hulpverleningszone gecompenseerd worden door de gemeentelijke dotatie van het lokale gemeentebestuur zolang we geen officiële hervorming hebben.’

3. Wat is de reactie van het bestuur op het feit dat de heer Tom Dekeyser, projectsecretaris bij Fluvia, een akkoord tegenspreekt?

De voorzitter haalt volgende e-mail van de heer Tom Dekeyser aan: ‘Geachte burgemeester, Naar aanleiding van uw vraag omtrent de publicatie van een uitspraak van mij op een blog, kan ik u het volgende meedelen: Er is geen duidelijke auteur waarneembaar op deze website buiten de vermelding ‘aspirant-journalist’. Dit laat mij de link leggen met een telefoontje dat ik kreeg van een persoon die zich voordeed als student journalistiek. Hij vroeg mij naar een reactie over de kazerne te Deerlijk. Ik heb dit eerst geweigerd. Na aandringen en het meedelen dat het om een “interne opdracht, die niet voor publicatie bestemd was” ging, heb ik toch onder andere meegedeeld dat er inderdaad geen overeenkomst is waarin de zone zich engageert tot bepaalde financiële engagementen. Bij de start van de volwaarde hulpverleningszone is er een automatische overdracht van personeel en materieel, maar niet voor onroerende goederen. De mogelijkheden hierin zouden de volgende kunnen zijn: volwaardige overdracht, erfpacht, huur… In deze zin heb ik ook dan melding gemaakt dat het maar van een zelfsprekende collegialiteit betuigt dat u uw collega-burgemeesters hieromtrent informeert en raadpleegt, zoals u steeds gedaan hebt.’

4. Heeft het bestuur al enig zicht op de budgetten die voorzien zullen moeten worden voor

de bouw van een nieuwe kazerne? Wanneer denkt het bestuur deze budgetten te voorzien?

De voorzitter geeft mee dat men van mening is dat de bouw van een nieuwe kazerne heel gefaseerd moet gebeuren en dat men bereid is vanaf 2013 budget te voorzien. Wat betreft


de geschatte budgetten, stelt hij een aantal documenten in zijn bezit te hebben over Balen, Zonnebeke en heel recent ook Meulebeke en hij merkt op dat dit voorbeelden zijn op niveau van Deerlijk in een zonaal verhaal. Hij benadrukt dat het immers een Deerlijks verhaal blijft dat zonaal moet bekeken worden in een economische context. Hij geeft mee dat de kostprijs in Meulebeke ruim een miljoen euro betreft en deze in Balen gelijkaardig is.

5. Wat is de geschatte datum waarop de nieuwe kazerne volledig operationeel zal zijn? De voorzitter geeft mee dat men gefaseerd te werk zal gaan, maar dat hij van Balen en Meulebeke vernomen heeft dat de effectieve bouw van een nieuwe kazerne in een jaar rond kan zijn. Hij stelt vervolgens dat er in de prezonale raad nooit discussie geweest is over de vraag of Deerlijk een kazerne krijgt en het altijd een gegeven is geweest dat Deerlijk een kazerne moet hebben, maar het debat altijd ging over de beste locatie van deze kazerne in het kader van de zone. Hij geeft mee dat er veel verschillende simulaties geweest zijn en de locatie van het huidige depot uiteindelijk de beste locatie lijkt. Hij benadrukt nogmaals dat het een zonaal verhaal betreft waarin het Deerlijks verhaal een prioritaire rol moet spelen en dat ook de reden is waarom hij het item telkens in alle openheid heeft aangekaart in de prezonale raad. Hij geeft ten slotte mee dat hij zich nooit zorgen gemaakt heeft over het feit dat Deerlijk een kazerne zou krijgen en stelt ervan overtuigd te zijn dat Deerlijk al vele jaren een kazerne heeft en die ook zal blijven behouden, maar hij geeft mee zich de laatste tijd wel veel zorgen te maken over de bijzonder slechte sfeer binnen de brandweer, niet in het minst aan de top. Hij merkt op dat er ontslagen vallen die in beraad worden gehouden en hij hoopt oprecht dat zijn vele inspanningen als burgemeester, samen met zijn collega’s, niet voor niets zijn. Hij stelt dat men een kazerne in Deerlijk wil en men ze daar altijd al gewild heeft, maar de vraag is of ze er al komen als zoveel mensen ruzie maken in het eigen korps. Hij besluit dat dat geen reclame is in Deerlijk en in de regio en dat dit hem zorgen baart. VLAAMS BELANG raadslid Courtens dankt de voorzitter voor zijn uitgebreide repliek. Hij geeft mee blij te zijn dat hij dit extra agendapunt heeft ingediend en hij stelt dat voor hem thans eindelijk een aantal zaken duidelijker geworden zijn. Hij geeft mee in zijn vraagstelling bewust de woorden ‘heel specifiek’ te hebben onderlijnd, aangezien hij ook wel weet dat hier en daar wel iets gezegd wordt en hij merkt op dat in de ganse opsomming die de voorzitter heeft meegegeven het slechts in 2 of 3 verslagen heel specifiek over een kazerne op Deerlijks grondgebied gaat. Hij stelt ook verheugd te zijn dat de voorzitter thans kan bevestigen dat er vanaf 2013 budgetten zullen voorzien worden en dat hij de vergelijking gemaakt heeft met andere gemeentes om te weten wat het aan de gemeente en de zone zal kosten. Hij drukt ten slotte zijn hoop uit dat de voorzitter met zijn antwoord gelijk zal krijgen en hij stelt dat hij de eerste zal zijn om bij de opening van de nieuwe brandweerkazerne aanwezig te zijn. sp.a-spirit raadslid Deruytere vraagt of er in het zonale brandweergebeuren geen tendens is om naar een beroeps- in plaats van een vrijwilligerskorps te gaan. De voorzitter antwoordt dat het vrijwilligerskorps altijd zal blijven bestaan en dat er samenwerking zal zijn tussen beroeps- en vrijwilligerskorpsen. Hij benadrukt dat men de vrijwilligerskorpsen zelfs hard nodig heeft. Raadslid Schelfhout, onafhankelijke, vraagt of er thans volledig wordt afgestapt van de optie van samensmelting van twee korpsen, waarvan op een gegeven moment sprake was. De voorzitter repliceert bevestigend. Hij geeft mee dat in deze formule voor een post Deerlijk wordt geopteerd.

- - - - - 12. Vragen gesteld door raadsleden


* GEMBEL raadslid Byttebier stelt te hebben gelezen in het dagblad dat de bouw van de windmolens langs de E17 in Waregem, op de grens met Deerlijk, werd goedgekeurd. Hij stelt te hebben vernomen dat de colleges van Deerlijk en Waregem zouden samenkomen om hierover een gezamenlijk standpunt in te nemen en hij vraagt of er al een standpunt werd ingenomen. De voorzitter repliceert dat al met Waregem werd gepraat maar er nog geen gezamenlijk standpunt is. Hij geeft mee dat Waregem is komen luisteren naar Deerlijk, dat dit vandaag in hun zitting van het college van burgemeester en schepenen zou besproken worden en dat zij vervolgens hun standpunt zullen terugkoppelen naar Deerlijk. Hij stelt dat het toch de bedoeling is om een beetje uit dezelfde mond te spreken. GEMBEL raadslid Byttebier vraagt vervolgens hoe Deerlijk daar tegenover staat. De voorzitter antwoordt dat men in eerste instantie niet onmiddellijk van plan is naar de Raad van State te gaan, aangezien dit niet de tendens binnen het bestuur is. GEMBEL raadslid Byttebier merkt op dat men bijgevolg de mensen van Deerlijk in de kou laat staan, aangezien toch veel mensen daar weigerachtig tegenover staan. Hij is vervolgens van mening dat, als het bestuur beslist geen beroep in te stellen bij de Raad van State, de burgers daarover moeten ingelicht worden. Raadslid Schelfhout, onafhankelijke, stelt dat de goedkeuring de milieuvergunning betreft maar de bouwvergunning wellicht werd ingetrokken. Schepen van ruimtelijke ordening De Donder repliceert dat de bouwvergunning opnieuw moet aangevraagd worden. Raadslid Schelfhout, onafhankelijke, stelt raadslid Byttebier bijgevolg voor om de bevoegde minister daaromtrent eens aan te spreken. GEMBEL raadslid Byttebier repliceert dat dit al gebeurd is.

* GEMBEL raadslid Byttebier stelt dat de administratief medewerker van de dienst archief en toerisme binnenkort in pensioen gaat en hij vraagt of men al beslist heeft of deze dienst opnieuw zal bemand worden dan wel zal wegvallen. De voorzitter repliceert dat men daarover nog geen beslissing heeft genomen.

* sp.a-spirit raadslid Deruytere stelt dat het college van burgemeester en schepenen in zitting van 5 december 2012 beslist heeft de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning strekkende tot de bouw van een appartementsgebouw na afbraak van de bestaande villa, gelegen Hoogstraat 117, met een voorwaardelijk gunstig advies voor advies over te maken aan de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar en hij merkt op dat in de in dat kader na te leven voorwaarden niet wordt verwezen naar het gabarietenplan. Hij vraagt of dit document zomaar aan de kant wordt gezet en er geen rekening mee wordt gehouden, terwijl het toch een document is waar veel tijd en geld werd in gestoken. Schepen van ruimtelijke ordening De Donder repliceert dat de villa indertijd specifiek in het gabarietenplan is opgetekend als villa, maar die zienswijze thans voorbijgestreefd is daar er aan deze villa te veel kosten aan zijn om deze nog te kunnen renoveren. Hij geeft mee dat bijgevolg naar het Comité A toe het voorstel werd geformuleerd om daar appartementen te bouwen, dat het Comité A daarover heeft overlegd en een lijst heeft opgemaakt met de door de bouwpromotor na te leven voorwaarden en dat het college van burgemeester en schepenen vervolgens het Comité A gevolgd is. sp.a-spirit raadslid Deruytere merkt op dat het nieuwe appartementsgebouw dus niet meer kan beantwoorden aan het gabarietenplan en vraagt waarom dit niet meer moet. Schepen van ruimtelijke ordening De Donder antwoordt dat dit niet meer moet omdat daar geen villa meer komt, maar wel een appartementsgebouw. sp.a-spirit raadslid Deruytere kan zich daar niet in vinden.


* Raadslid Schelfhout, onafhankelijke, geeft een uitgebreide beschouwing over de afgelopen legislatuur. Hij merkt op dat het voor hem, althans tot 2018, voorlopig de laatste keer is dat hij bij het punt ‘Vragen gesteld door raadsleden’ kan tussenkomen en hij stelt nu nog meer vragen te hebben dan zes jaar geleden. Hij geeft mee dat hij in 2007, samen met raadslid Courtens, als gekozene voor het VLAAMS BELANG gemeenteraadslid werd, maar dat zij uiteindelijk elk hun eigen weg zijn opgegaan. Hij stelt dat hij de vraag of hij er spijt van heeft, ontkennend zou beantwoorden en dat zijn antwoord op de vraag of hij het nog zou doen, afhangt van de evolutie van het partijprogramma, aangezien het hem gaat om de inhoud. Hij voegt er aan toe voorstander te zijn van een onafhankelijke republiek Vlaanderen, wat nationale materie is, maar stelt dat dit begint in het dorp. Hij geeft vervolgens mee na zes jaar nog steeds bij dezelfde vraag uit te komen, meer bepaald welke toekomstvisie de huidige meerderheid heeft en hij wenst zich met de nodige vragen te verduidelijken op verschillende domeinen van het beleid. Hij merkt op dat de gemeente het steeds moeilijker zal krijgen om al haar taken te vervullen en dat al jaren wordt aangedrongen op samenwerking, eventueel vrijwillig, op verschillende vlakken en hij vraagt wanneer de gesprekken met andere gemeenten om te komen tot verdere vrijwillige samenwerking op lange termijn starten, zonder daarom over fusie te praten. Hij geeft mee dat de uitdagingen talrijk zijn en hij vraagt of dit aspect al aan bod gekomen is op de conferentie van burgemeesters of in de wandelgangen en zo ja, wat de standpunten zijn. Hij vervolgt dat de financiële toestand van de gemeente Deerlijk er in 2007 relatief goed uitzag, maar de reserves gaandeweg slonken en de toestand slecht werd. Hij stelt dat de beleggingen in Dexia de gemeente de laatste jaren niet echt veel hebben opgebracht en hij vermoedt dat ook de inkomsten uit energie-aandelen vlug zullen dalen. Hij stelt zich af te vragen waar het geld naartoe is gegaan en of het goed besteed werd. Hij geeft hierbij enkele voorbeelden: de renovatie van het Gaverkasteel tot Sociaal Huis met goedkeuring van CD&V en N-VA voor ongeveer 2.000.000 euro, waarbij hij vraagt hoeveel de nieuwe keukenlift nog heeft opgebracht via eBay, het gemeentehuis, de kunstwerken in Deerlijk, de nieuwe sportaccommodatie in Sint-Lodewijk en tal van beleidsnota’s, beeldkwaliteitsplannen, zoneringsplannen en RUP’s. Wat betreft de RUP’s stelt hij dat tal van RUP’s werden aangevangen en afgewerkt, dat sommige verdwenen in de kelder en andere wachten op uitvoering. Hij merkt op dat het tweede deel van het RUP Oosthoek, dat het uitzicht van het centrum van de gemeente zal bepalen, in 2007 werd opgestart en nog steeds hangende is en hij vraagt wat daarvoor de reden is. Hij stelt ook bezorgd te zijn over en interesse te hebben voor het RUP over de hoeves. Hij geeft mee dat de opmaak van een RUP veel geld kost en hij vraagt dan ook welke langetermijnvisie achter dit RUP zit. Hij vraagt eveneens of er al overleg geweest is met de schepen bevoegd voor toerisme en openbare werken. Hij stelt dat Deerlijk een landelijke gemeente met prachtige vergezichten is en het RUP via de juiste omkadering kan bijdragen tot de verdere ontwikkeling van plattelandstoerisme. Hij merkt hierbij op dat de voetwegels mooi in kaart werden gebracht en sommige werden hersteld, maar dat er toch nog heel veel werk is. Hij stelt het idee te steunen als er effectief ook een toeristische visie en toeristisch plan achter zit. Hij vraagt vervolgens nogmaals om, gezien de kostprijs, RUP’s enkel op te starten als ze slaagkansen hebben. Hij geeft mee ook te moeten vaststellen dat specifieke RUP’s worden opgemaakt voor verkavelaars of firma’s die er uiteindelijk winst willen uit halen en hij drukt zijn hoop uit dat het bestuur hier eens grondig over zal nadenken. Vervolgens informeert hij naar de stand van zaken betreffende de ontvoogding van de gemeente, aangezien de procedure voor bouwaanvragen toch een stuk eenvoudiger wordt in ontvoogde gemeenten. Hij merkt op dat het plannenregister nog niet in orde zou zijn en hij vraagt wat er fout loopt. Hij vraagt schepen De Donder ten slotte wat hij zich dient voor te stellen bij de bevoegdheid ‘Europese zaken’ wat betreft de afgelopen legislatuur. Aan de schepen van sport en mobiliteit vraagt hij ten eerste hoe het zo mis is kunnen lopen met het zwembad en welke stappen er echt ondernomen zijn om partners te zoeken voor de bouw van een nieuw zwembad. Daarnaast vraagt hij of er ooit een tonnagebeperking zal komen in de Kerkstraat, Kapelstraat en Pladijsstaat. Hij stelt vervolgens dat erfgoed een grote rol kan en moet spelen in de ontwikkeling van toeristische activiteiten en hij merkt op dat er de afgelopen jaren effectief het één en ander gebeurd is.


Hij geeft mee dat de bevoegde schepen evenwel geen voorstander was van zijn voorstel om naar aanleiding van de uitgave van het erfgoedboek een prioriteitenlijst op te stellen van gebouwen, gevels en wandplaten met belangrijke erfgoedwaarde en hij vraagt waarom. Hij vervolgt dat op de begraafplaats tal van graven aanwezig zijn met een bepaalde erfgoedwaarde, waarvan velen een zachte restauratie verdienen. Hij stelt dat de gemeente wettelijk verplicht is deze te onderhouden, maar te beseffen dat er in financieel moeilijke tijden belangrijkere dingen zijn. Hij geeft mee dat echter niet werd ingegaan op zijn vraag om een werkgroep op te richten van vrijwilligers om deze zachte restauratie uit te voeren of om peterschap te willen nemen van bepaalde grafmonumenten en hij vraagt waarom. Hij vervolgt dat de schepen van sociale zaken bij het begin van de legislatuur de meest besproken schepen was, maar hij feliciteert hem thans met de wijze waarop hij zijn schepenambt heeft vervuld. Hij stelt zich echter niet van de indruk te kunnen ontdoen dat toegankelijkheid er in Deerlijk op neerkomt dat ‘als het er maar een beetje op trekt, het goed is’ en hij heeft als voorbeeld de lift in het Sociaal Huis, het gemeentehuis en de voetpaden. Hij vraagt waarom met betrekking tot de voetpaden nooit werd geïnformeerd naar de regelgeving die in omliggende gemeenten werd gehanteerd. Hij merkt op dat er thans wel verbetering is, maar het onvoldoende blijft. Hij stelt vervolgens dat het leven draait rond cultuur, dat ieder volk zijn eigen cultuur heeft en dat ook onder meer erfgoed en musea tot cultuur behoren. Hij vraagt of er in de volgende legislatuur een schepen van Vlaamse zaken zal zijn. Hij merkt vervolgens dat de anderstalige borden in Deerlijk dagelijks toenemen en hij stelt dat de schepen in deze sensibiliserend kan optreden door bijvoorbeeld de culturele trofee uit te reiken aan bedrijven die de Nederlandse taal promoten. Hij vraagt vervolgens wanneer men een forum zal creëren waarin beeldende kunstenaars gratis hun werken kunnen etaleren. Hij stelt dat dit ingrepen betreffen die weinig financiële inspanningen vragen, maar toch een grote impact hebben. Hij vraagt eveneens of Sint-Lodewijk ooit zijn polyvalente ruimte zal krijgen. Hij richt zich vervolgens tot de voorzitter en stelt de vragen over de brandweer niet te zullen herhalen, aangezien dit al uitvoerig aan bod kwam. Hij geeft vervolgens mee dat de voorzitter de vragen over de begraafplaatsen kent, maar merkt op dat ook protocol één van zijn bevoegdheden is en hij vermoedt dat dit onder meer de wijze van bevlagging betreft. Hij merkt op dat bij de officiële viering van 11 november en op de graven van de oud-strijders de Belgische driekleur te zien is en hij vraagt waarom bij die gelegenheden nooit de officiële vlag van de Vlaamse Gemeenschap te zien is. Hij besluit dat deze en nog veel meer vragen achterblijven na zes jaar gemeenteraad, maar hij stelt er met een gerust gevoel op terug te kijken. Hij merkt op dat men hier en daar heeft kunnen scoren, bijvoorbeeld met iets bredere voetpaden voor de voetgangers en het vervolledigen van de portrettengalerij van de burgemeesters, maar hij geeft mee dat de mooiste herinnering het referendum is, waarbij de oppositie getoond heeft dat, mits samenwerking, heel veel mogelijk is. Hij verwijst vervolgens naar de installatievergadering van 2 januari 2007 waarop hij vroeg om meer vrouwen in het college van burgemeester en schepenen en hij merkt op dat vanaf 2 januari 2013 het college van burgemeester en schepenen voor de helft uit vrouwen zal bestaan. Hij geeft mee er waarschijnlijk niet mee te zullen stoppen en dankt vervolgens de collega’s die hij beter heeft leren kennen en respecteren. Hij dankt ook raadslid Courtens voor diens inzet, maar geeft mee dat het tussen hen niet klikte om samen in dezelfde partij te blijven zetelen. Hij drukt ten slotte zijn hoop uit dat de nieuwe generatie van de oppositie er met nog meer gedrevenheid zal tegenaan gaan en hij raadt de voorzitter aan veel vitaminen te vragen bij de apotheek aangezien de meerderheid krap is en ziekte de volgende zes jaar niet is toegestaan. De voorzitter dankt het raadslid voor de bloemlezing van zijn tussenkomsten van de voorbije jaren en drukt zijn waardering uit voor het werk dat het raadslid van zijn tussenkomst gemaakt heeft. Hij is van mening dat de gestelde vragen mogen aangenomen worden als aandachtspunten voor de toekomst. GEMBEL raadslid Byttebier geeft mee dat zijn partij nog altijd fier is dat de meerderheid hen gevolgd is in hun standpunt om het Sociaal Huis in het Gaverkasteel onder te brengen. Hij stelt vervolgens zijn twijfels te hebben over het consequent-zijn van het raadslid.


* VLAAMS BELANG raadslid Courtens stelt dat nationaal algemeen gekend is dat er bij harde winters problemen zouden kunnen zijn met de stroomvoorziening en de provinciegouverneur in dit kader aan iedere gemeente gevraagd heeft om een noodplan klaar te hebben voor bij eventuele stroomuitval. Hij merkt op dat Deerlijk één van de gemeenten is die daar tot vorige week nog niet op gereageerd had en hij vraagt of dit nog zal gebeuren. De voorzitter repliceert dat hij deze vraag ook gekregen heeft van de gouverneur en dit in ieder geval aan bod zal moeten komen.

* VLAAMS BELANG raadslid Courtens wenst ook even kort terug te blikken op de afgelopen legislatuur en misschien vooral zichzelf eventjes op de borst te kloppen. Hij geeft mee dat hij ietwat onwennig aan de actieve gemeentepolitiek begon en dat hij de eerste drie maanden vooral heeft geluisterd en gestudeerd, wat achteraf een goede keuze bleek. Hoewel het voor iedere politieker een streven moet zijn om deel te nemen aan het beleid, geeft hij mee dat hij zich toch wel kiplekker voelde in de rol van oppositieraadslid en hij daagt degene die beweren dat oppositie voeren makkelijker is dan besturen uit dat eens te bewijzen. Hij stelt dat hij niet de instelling had om aan de zijlijn wat te staan roepen, maar hij geprobeerd heeft met de nodige dossierkennis en altijd geargumenteerd uit te leggen waarom hij bepaalde zaken niet goed vond of niet kon goedkeuren. Hij geeft mee dat zijn tussenkomsten voor de leden van het bestuur niet altijd makkelijk en mals waren en men zich soms persoonlijk aangesproken voelde, maar dit helemaal niet hoefde, aangezien hij altijd de bal en nooit de man heeft gespeeld en hij geeft aan ook nooit nagelaten te hebben om de voorstellen van de meerderheid die hij goed vond te steunen. Hij stelt vervolgens ook heel tevreden te zijn dat op aangeven van zijn partij een aantal zaken werden gerealiseerd, bijgestuurd of net niet werden uitgevoerd. Hij geeft mee heel hard te hebben gewerkt voor en in de gemeenteraad en dat altijd met het nodige enthousiasme te hebben gedaan en hij verwijst naar zijn stokpaardjes, onder meer de werking van het OCMW, ICT, de aanbestedingen, de algemene financiën, maar vooral en heel uitdrukkelijk de veiligheid en daarin specifiek de brandweer en de problematiek van de huisvesting. Hij stelt van ganser harte te hopen dat daar één van de volgende jaren een oplossing voor komt. Hij geeft mee dat het feit dat hij dan geen deel zal uitmaken van de gemeenteraad dan wel een heel klein beetje pijn doet, maar het voornaamste zal zijn dat het doel bereikt is. Hij verwijst naar een onrechtstreeks voorstel van weddenschap die hij met de burgemeester wil aangaan en hij hoopt dat, zo de weddenschap zou worden aangegaan, hij verliest. Hij dankt vervolgens iedereen die hij via de actieve politiek heeft leren kennen, de collega’s, het publiek en de pers. Hij is van mening dat hij de lokale politieke arena met opgeheven hoofd kan verlaten en hij geeft mee terug te komen, onder welke vorm dan ook, maar met behoud van zijn idealen. Hij besluit dat het fijn was. De voorzitter repliceert het raadslid te hebben gekend als een zeer sterk voorbereid gemeenteraadslid voor om het even welke vergadering waaraan hij deelnam. Hij stelt dat men zal moeten afwachten of het raadslid terugkomt, maar het zeker is dat zowel hij als het raadslid, samen met nog veel meer mensen, het goede wensen voor de brandweer van Deerlijk. Hij besluit dat men het niet altijd over alles eens was, integendeel, maar dat men toch bepaalde doelstellingen had waar men samen ten goede naar gestreefd heeft. Waarna de zitting wordt geheven, Trees Longueville Claude Croes Secretaris Burgemeester Voorzitter gemeenteraad

VERSLAG DER ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN - Deerlijk

Documents

Transcript of VERSLAG DER ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN - Deerlijk