VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve...

18
STUDENTENBROCHURE VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Sector Man, vrouw en kind Ingang 50 Route 650

Transcript of VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve...

Page 1: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

STUDENTENBROCHURE

VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Sector Man, vrouw en kind

Ingang 50 Route 650

Page 2: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

2

1 INLEIDING

De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke

baby’s, te vroeg geboren baby’s (prematuur) of pasgeboren baby’s met een te laag geboortegewicht

(dysmatuur) opgenomen worden.

Die kinderen hebben allemaal speciale zorg en aandacht nodig.

De dienst Neonatale intensieve zorg bestaat uit de NICU (Neonatale Intensieve Care Unit) en een N*-

functie. Beide zijn te bereiken via ingang 50, route 650.

Op de N* afdeling verblijven patiënten die minder intensieve zorg nodig hebben en bij opname

beantwoorden aan de volgende criteria: inborn (geen intra-uteriene transfer), GG > 2000g,

zwangerschapsleeftijd > 32 weken, geen te verwachten endotracheale beademing en/of nasale

CPAP. Elke materniteit moet wettelijk een N*-afdeling hebben.

Veel succes met de stage!

Page 3: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

3

2 VOORSTELLING VAN DE AFDELING

2.1 Locatie

De NICU bestaat uit:

- de intensieve zorgen: zaal A en B

- de bijzondere zorgen: zaal C en D

- 2 afzonderlijke isolatieboxen

De N*functie, die geen deel uitmaakt van de NICU, omvat 4 à 5 bedposities.

2.2 Organisatie

Het aantal studenten op de afdeling is maximum vijf. Samen met andere scholen loop je op de afdeling

stage voor minimum 3 weken. Onze afdeling heeft gekozen voor mentorschap als begeleidingsvorm. Wij

werken met patiëntentoewijzing: samen met je mentor(en) ben je verantwoordelijk voor een toegewezen

aantal patiënten.

1. Medische equipe

Vaste stafleden

Prof. dr. K. Smets (diensthoofd)

Prof. dr. C. De Praeter

Prof. dr. S. Vanhaesebrouck

Dr. A. Zecic

Dr. L. Goossens

Dr. K. De Coen

Dr. A. Keymeulen

Dr. L. Garabedian

Dr. J. De Meulemeester

Doktersassistenten: wisselend (viertal).

2. Verpleegkundig equipe

Hoofdverpleegkundige: Geert Lingier. Hij heeft de eindverantwoordelijkheid over het verpleegkundige

niveau (organisatie, coördinatie, personeelsbeleid (meer dan 100 verpleegkundigen), facturatie,

financiëring …).

Adjunct-hoofdverpleegkundigen: Carine Stals, Karen Van Quekelberghe, Eveline van Dijk en Nele

Lyppens. Zij hebben een ondersteunende, coachende en leidinggevende taak (stafverpleegkundigen) in

overleg met de hoofdverpleegkundige. Nele Lyppens is o.a. verantwoordelijk voor de praktische organisatie

van de stage (opvang eerst dag, rondleiding, verwachtingen naar de student, eindevaluatie …).

Page 4: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

4

Verpleegkundigen en vroedvrouwen verzorgen alle baby’s. Alle verpleegkundigen werken zowel op de

NICU als op de N*.

3. Logistieke hulp

Zorgkundigen en logistiek personeel verlenen logistieke hulp. Zij onderhouden de couveuses en de

apparatuur, maken specifieke sets klaar enzovoort.

4. Administratief personeel

Ria De Lannoy, Ines Blondeel en Astrid De Brycker zijn verantwoordelijk voor de administratie op de

dienst. Ariane Clabau verzorgt de administratieve ondersteuning voor het medisch diensthoofd en de

artsen-stafleden.

5. Onderhoudsmedewerkers

Onderhoudt de dienst elke dag.

6. Paramedisch personeel

Kinesisten, ergotherapeuten, logopedisten en audiologen komen langs op vraag van de artsen.

De dienst beschikt over een sociaal verpleegkundige en een verpleegkundige van Kind en Gezin, die vast

verbonden zijn aan de afdeling. Er is ook een psycholoog, die de ouders en medewerkers indien nodig

ondersteuning biedt.

7. Technisch medewerker

Staat in voor het goed functioneren van het technische materiaal en de apparatuur op de dienst. Hij

adviseert bij de aankoop van nieuw materiaal.

8. Consulenten

Omwille van de diversiteit van de soort pathologieën wordt veel samengewerkt met andere medische

disciplines zoals cardiologie, nefrologie, gastro-enterologie, oogheelkunde, kinderchirurgie en genetica.

Page 5: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

5

3 INFORMATIE OVER DE AFDELING

3.1 Medisch patiëntenprofiel

Prematuriteit

Small for dates (dysmaturen): baby’s met laag geboortegewicht in verhouding tot de

zwangerschapsleeftijd.

Asfyxie bij de geboorte

Hyperbilirubinemie

Ademhalingsmoeilijkheden:

○ hyaliëne membranenziekte (RDS)

○ pneumonie

○ pneumothorax

○ transiënte tachypneu van de neonaat (TTN)

Open ductus van Botalli

Apnoes

Chronisch longlijden (CLD)

Meconiumaspiratie

Persisterende pulmonale hypertensie van de neonaat (PPHN)

Infecties: ·

○ sepsis

○ meningitis

○ huidinfecties

○ urineweginfecties

○ darminfecties

Macrosomie: te zware en grote baby volgens de zwangerschapsleeftijd

Problemen van bloeddruk en anemie

Hersenbloedingen

Convulsies

De pasgeborene met chirurgische problematiek:

○ slokdarmatresie

○ hernia diaphragmatica

○ darmobstructie

○ anusatresie

○ omfalocoele en gastroschisis

○ aangeboren hartafwijkingen

○ afwijkingen aan het urogenitaal stelsel

○ …

Congenitale malformaties, chromosomale afwijkingen

Metabole uitwerking

ROP

Baby van drugverslaafde moeder

Endocrinologische problemen, vb. aangeboren stofwisselingsziekte, baby van een diabetische

moeder

Neurologische problemen

Observatie na een moeilijke bevalling

Adoptie

Page 6: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

6

3.2 Verpleegkundige zorgen en observatie - dienstgebonden verpleegkundige

aandachtspunten

1. Verpleegkundig zorgenplan en dossier

Dat is een som van communicatiemiddelen zowel naar de arts, de verpleegkundige als de studenten. Het

bevat alle verpleegkundige gegevens en observaties.

Ook jij neemt als student actief deel in het bijhouden van de gegevens. Dat houdt in dat je observaties en

verpleegkundige zorgen noteert.

Je kunt er steeds informatie uit putten. Omwille van het beroepsgeheim en van privacyredenen mogen

geen kopies genomen worden.

Bij onderstaande oplijsting van zorgen wordt er een onderscheid gemaakt tussen zorgen onder toezicht,

onder supervisie en bijwonen van zorgen:

Onder toezicht: de mentor moet in de zaal zijn.

Onder supervisie: de mentor staat bij de technische handeling aan het bed van de baby die de student

verzorgt.

Bijwonen: de student volgt mee maar mag de handeling zelf niet uitvoeren.

2. Basiszorgen en observaties: algemeen overzicht van de verpleging

De student mag geen baby’s onder de 1300 gram verzorgen.

Basiszorg (onder toezicht van een mentor + supervisie)

De regels toepassen van de strikte handhygiëne.

De voorgeschreven isolatiemaatregelen correct toepassen.

De regels van steriliteit goed uitvoeren.

Ontwikkelingsgerichte zorg; richtlijnen op de dienst over comfortzorg kennen en toepassen.

Wasprotocol kennen.

Ouders installeren om te kangoeroeën (samen met en onder supervisie van de mentor).

Het verpleegkundige dossier invullen (laten checken door de mentor).

Babybadje: bedbadje kunnen toedienen (onder toezicht van de mentor); wanneer een infuus

aanwezig is (onder supervisie van de mentor).

Couveuseverzorging van een baby boven de 1300gram (onder toezicht van de mentor).

Lichaamsverzorging volgens protocol:

○ afkoelen vermijden

○ bedjes sluiten

○ navelverzorging (zie standaard verpleegprocedures)

○ detailzorgen

Voeding:

○ flesvoeding (onder toezicht van de mentor)

○ maagsonde plaatsen (onder supervisie van de mentor)

Page 7: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

7

○ sondevoeding toedienen – residubepaling (vertering) (onder toezicht van de mentor).

medicatie per os toedienen (supervisie door de mentor).

medicatie via maagsonde toedienen (supervisie door de mentor).

Specifieke huidverzorging: vb. stuitverzorging, AP-verzorging … (onder supervisie van de

mentor).

Wegen.

Algemene observatie: lichamelijke kenmerken en beoordeling van de huidskleur, de ademhaling,

het gedrag.

Specifieke zorgen (onder toezicht van een mentor)

Elektroden aanbrengen voor:

Hartmonitoring

Apnoemonitor

SaO2 – meting

Temperatuurcontrole

Speciale zorgen

Steriele voorbereiding van TPN-leidingen (enkel bijwonen).

Sets klaarzetten voor verschillende technieken zoals (enkel bijwonen)

○ arteriële katheter plaatsen

○ thoraxdrainage

○ lumbale punctie

Toedienen van medicatie I.V.

○ via een pyepomp, spuitpomp, de infuusleiding …

○ via perifeer infuus (onder supervisie van de mentor)

○ via diepe lijnen (jugularis catheter, VUC, Longline Hickmann) (enkel bijwonen)

○ dubbelcheck risicomedicatie (enkel onder supervisie van de mentor).

Controle van infuus en overschakelen (perifeer infuus onder supervisie van de mentor; bij diepe

lijnen enkel bijwonen).

Controle van arteriële lijn (enkel bijwonen).

Bloed en bloedderivaten toedienen (enkel bijwonen).

Aspiratie van:

○ mond en neus (onder supervisie van de mentor)

○ van de endotracheale tube: onder steriele omstandigheden (enkel bijwonen)

Observatie beademingsapparatuur (noteren in het dossier onder supervisie van de mentor).

Wondverzorging (enkel onder supervisie van de mentor).

Verwijderen van hechtingen (enkel onder supervisie van de mentor).

Zorg bij continue open maagdrainage (onder supervisie van de mentor).

Zorg bij continue maagsuctie via een replogesonde (onder supervisie van de mentor).

Controle op O2-therapie (onder supervisie van de mentor).

Controle thoraxdrainage (onder supervisie van de mentor).

Fototherapie toedienen (onder supervisie van de mentor).

Neusbril en oxyhood plaatsen (bijwonen).

Parameters bij basiszuurstoftherapie (nasale, neusbril en oxyhood) noteren (onder toezicht van

de mentor).

Page 8: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

8

Nasale sonde (onder supervisie van een mentor).

Urinezakje, buisje aanbrengen voor opname urinestaal (onder toezicht in zaal low care en

midcare onder supervisie).

Zorg bij baby met body cooling (bijwonen).

3. Verpleegtechnische of medische handelingen

Glycemie d.m.v. glucosestriptest bepalen (hielprik; onder supervisie van de mentor).

pH-capillair: voor het bepalen van veneus bloedgas (bijwonen).

Bloedbeeld: wordt met veneus of arterieel afgenomen bloed bepaald (bijwonen).

PKU-screening: opsporen van behandelbare stofwisselingziekten.

Hemocultuur: de arts neemt veneus of arterieel bloed op strikt steriele wijze af in een flesje met

kweekbodem om infecties op te sporen (bijwonen).

Verpleegkundige hulp bij lumbale punctie: door middel van een speciale naald wordt

cerebrospinaal vocht afgenomen voor onderzoek of als ontlastende punctie (bij hydrocephalie)

(met de mentor mee assisteren mag).

4. Frequente onderzoeken op Neonatale intensieve zorg (bijwonen)

Echografie schedel:

De kop van het toestel wordt met een dikke laag geleidingsgel ingestreken om doorheen de fontanel

de hersenen en ventrikels te kunnen visualiseren om congenitale of verworven afwijkingen op te

sporen. Gel verwijderen na onderzoek! De artsen-supervisoren van de dienst voeren het onderzoek

uit aan bed. Je kunt meevolgen en vragen stellen.

RX-opname:

Tijdens de RX–opname ter plaatse moet men warmteverlies van het patiëntje voorkomen. De persoon

- ook jij - die helpt, moet zich beschermen tegen stralen. Daarom wordt een loden schort gedragen.

Rx-SMD (radiologisch onderzoek van de slokdarm, de maag en het duodenum).

Dat gebeurt op de poli Kindergeneeskunde.

ECG (Electro cardiogram): de elektrische geleiding van het hart wordt weergegeven op een

strook papier. De verpleegkundige aan bed neemt die af.

Echo-cardio:

Maakt gebruik van ultrasone geluidsgolven om congenitale of verworven afwijken op te sporen t.h.v.

het hart. Kan op dienst met eigen echotoestel door de kindercardiologen gedaan worden. Student kan

mee volgen en vragen stellen.

Hartkatheterisatie:

Gebeurt in de katheterisatiezaal, diagnostisch als aanvulling op de echocardio om een nog duidelijker

beeld te krijgen van de hartafwijking(en). Kan eventueel therapeutisch ook op zaal bij bepaalde

cardiale pathologie.

Page 9: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

9

CT/MRI:

Radiografische opname via sneden door weefsel (vb. hersenen). De opnamen gebeuren op de dienst

Radiologie. Bij MRI wordt gewerkt met electromagnetische energie. Er zijn specifieke

voorzorgsmaatregelen nodig in de MRI-zaal.

Oogheelkundig onderzoek:

Gebeurt wekelijks op de afdeling om neonatale retinopathie op te sporen.

EEG (elektro-encefalogram):

Door middel van elektroden op het hoofd worden elektrische potentiaalverschillen in de hersenen

geregistreerd en in curven (op papier) weergegeven. Aan de hand van de vorm van de curven kunnen

de artsen bepaalde abnormaliteiten vaststellen. Een EEG gebeurt op de dienst Neurologie of aan bed.

CFM (cerebral function monitoring) aan bed:

Continue gedeeltelijke EEG-registratie aan bed van de patiënt. Vooral van toepassing bij

asfyxiepatiënten.

IVP (intraveneuze pyelografie):

Op de RX-afdeling worden nieren, ureters en uretha gevisualiseerd door middel van een contraststof.

BERA (Brainstem Evoked Response Audiometry)

Een objectieve gehoortest waarbij het gehoor tot op het niveau van de hersenstam wordt gemeten.

Die test gebeurt op de poli Neus-, keel- oorheelkunde en op de afdeling zelf.

pH-metrie

Een meting van de zuurtegraad in de slokdarm in het kader van daignostiek bij gastro-oesophagale

reflux. De test meet hoeveel keer, hoelang en wanneer er zure maaginhoud terugvloeit naar de

slokdarm. Zo weten we hoe ernstig de terugvloei is en of ze abnormaal is. De plaatsing van de sonde

gebeurt op de poli Kindergeneeskunde.

Bij alle onderzoeken kun je aanwezig zijn. Je neemt geen verantwoordelijkheid.

5. Geneesmiddelen (enkel onder supervie van de mentor)

De dienst beschikt over een eigen medicatieklapper ‘FarN®NIC’ met alle noodzakelijke gegevens voor

toediening. Voor sommige medicatie wordt de dubbelcheckprocedure toegepast. Die procedure vind je in

het documentenbeheerssysteem, vraag gerust na bij je mentor.

Per orale toediening: vitaminen mogen samen met de voeding toegediend worden (dubbelcheck

met de mentor).

I.M.-toediening: zeer uitzonderlijk (maar niet door de student).

I.V.-toediening: I.V. kan via perifeer infuus of via diepe lijn (longline [PICC], jugulariscatheter,

hickmanncatheter, VUC)

○ controle van infuus (steeds onder supervisie van de mentor)

stand van de infuuspomp (totaal volume)

prikplaats

○ intraveneuze toediening medicatie enkel via perifeer infuus (onder supervisie van de

mentor)

Page 10: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

10

We weiden daar niet over uit, gezien de grote verscheidenheid in medicatie en de zeer specifieke

maatregelen voor de medicatie toe te dienen.

6. Apparatuur

Transportincubator: mobiele couveuse om zieke pasgeborenen intern en extern te transporteren.

Die is voorzien van monitoring, beademing, spuitpomp(en) voor infuustoediening. Je kunt mee naar

onderzoeken en op transport naar de eigen materniteit of de perifere ziekenhuizen.

Glucosestriptest: om het glucosegehalte in het bloed te bepalen (enkel onder supervisie van de

mentor).

Hartmonitoring: bewaakt de hartfrequentie. De alarmgrenzen worden ingesteld op 80 – 200/min.

(onder toezicht van de mentor).

Bloeddrukmeter: de alarmgrenzen worden ingesteld op 40 (diastolisch) - 100 mm/Hg (systolisch).

Niet-intensieve manier (NIBP): de breedte van de manchet moet 2/3 bedragen van de lengte van

de bovenarm. Men kan de bloeddruk ook continu invasief meten via een arterieel geplaatste

katheter in de navel of perifeer (enkel onder supervisie van de mentor).

SaO2-meter: meet capillair het met zuurstofgesatureerde hemoglobine in het bloed. De

alarmgrenzen worden meestal ingesteld op 80 – 95 procent (onder toezicht van de mentor).

Capnometrie: meet het uitgeademde koolzuurgehalte (CO2) bij beademde patiënten (of

transcutaan via de huid) (bijwonen).

Temperatuurmonitor: meet de huidtemperatuur. We letten erop dat een reflecterend, isolerend

plaatje geplaatst wordt op de elektrode (bijwonen).

Nasaal CPAP-toestel (Infant flow driver): om CPAP via een neusstuk te geven, waardoor de

longblaasjes continu worden opengehouden met een ingestelde druk. Verbetert de oxygenatie van

de patiënt (verzorging enkel onder supervisie van de mentor. Aspireren van baby’s aan de Nasale

CPAP enkel bijwonen).

Beademingstoestellen: Dräger Babylog VN500. Drukbegrensde, volumegestuurde en tijdgestuurde

beademingsmachine. Voor het toepassen van conventionele beademing en hoogfrequente

beademing, al dan niet in combinatie met NO (stikstof). NCPAP en neusbril zijn ook mogelijk met

dit toestel.

Oxyhood of zuurstofklok: om gelijkmatig O2 toe te dienen.

Neusbril en minimale nasale flow: een kleine hoeveelheid zuurstof wordt gegeven ter

ondersteuning van de baby.

Incubator: verwarmde, isolerende, doorzichtige minikamer, waarbij temperatuur, vochtigheid en O2

kunnen aangepast worden.

Verwarmd bed: bed waarbij de gelmatras verwarmd wordt.

Page 11: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

11

Weegschaal: is soms ingebouwd in open tafel en couveuse.

Echografietoestel: toestel voor opname van echografie.

pH-toestel: om bloedgaswaarden en pH van het bloed te bepalen.

Spuiten- en infuuspomp: voor het toedienen van infuus.

○ Spuitpomp: om nauwkeurig kleine hoeveelheden vocht en medicatie toe te dienen

gedurende lange periodes. Medicatiebibliotheek en dosiscalculatie gebruiken (onder

supervisie).

○ Pyepomp: kleine spuitpomp die gebruikt wordt voor medicatietoediening.

Aspiratietoestel: voor het afzuigen van slijmen. Aspirator dichtzetten na gebruik en de max.

toegelaten neg. druk = 200mbar.

EKG-toestel: voor afname EKG.

RX-toestel: loden schort aandoen of minstens twee meter afstand houden.

Fototherapielamp: toedienen van fototherapie. Ogen van de patiënt zeer goed beschermen!

(onder supervisie van de mentor)

Body Cooling: wordt opgestart na asfyxie. De baby moet een minimumzwangerschapsleeftijd

van 36 weken hebben en binnen de 6 uur na geboorte op onze dienst zijn. Dan starten we 72

uur Total Body Cooling op om de hersenschade te beperken.

In de spoelruimte tonen onze kinderverzorgsters/logistieken je graag hoe ze de apparatuur reinigen en

opnieuw opbouwen voor gebruik.

Page 12: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

12

4 INFORMATIE OVER DE STAGE

4.1 Dienstgebonden stage-informatie

1. Aanmelden

Je meldt je op de eerste stagedag om 8.30 uur aan bij het S-loket (ingang 12, route 1513) om de

administratie in orde te brengen (badge en sleutel). Nadien kun je je omkleden in de aangeduide

kleedkamer.

Aansluitend verwachten we jou op de afdeling NICU (ingang 50, route 650).

Je ontmoet de hoofd- en/of adjunct-hoofdverpleegkundigen.

Je krijgt mentoren toegewezen voor de ganse stageperiode. We streven ernaar om je te koppelen aan

twee mentoren. Eén ervan is aanwezig op de eindevaluatie.

Je mentor begeleidt je zoveel mogelijk. Bij afwezigheid wijst de mentor een vervangende

verpleegkundige toe.

Als je geen les volgt aan een Gentse school, moet je op de eerste dag van je stage een kopie van een

medisch attest meebrengen dat aantoont dat je gezond bent en stage mag lopen. Dat attest geef je af

aan het S-loket.

2. Infomoment

We organiseren vijfmaal per jaar een rondleiding en infomoment op de dienst van 18 tot 19 uur.

Hieronder vind je de data voor het academiejaar 2018-2019. We verwachten jou op één van die

momenten vooraleer je stage begint.

Dinsdag 27 augustus 2019

Donderdag 12 september 2019

Donderdag 24 oktober 2019

Donderdag 28 november 2019

Donderdag 23 januari 2020

3. Opvang de eerste dag

Een secretariaatsmedewerker verwelkomt jou.

Voor de aanvang van je stage formuleer je de doelstellingen schriftelijk en bespreek je die de eerste

dag grondig met de mentor(en). Indien nodig worden de doelstellingen bijgestuurd.

Je krijgt de stage-uren voor de volledige periode mee. Je overloopt die wel eerst nog met de

mentoren. Je bent zelf verantwoordelijk voor het behalen van het aantal uren. Je wordt geacht de

uren van de mentor te volgen zowel in de week, de nacht als in het weekend!

Page 13: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

13

4. Studentenboek

Van zodra je de planning van je uren hebt ontvangen vul je het boek in. Je vermeldt je naam, je stage-

uren en wie de begeleidende mentor is. Het boek bevindt zich in de studentenschuif ter hoogte van

het secretariaat.

5. Handen wassen

Je mag geen armbanden, uurwerken en ringen dragen. Die verhinderen een correcte handhygiëne en

zijn bronnen van infectie. Nagels zijn kortgeknipt. Geen kunst- of gelakte nagels.

Voor je de dienst betreedt was je je handen en voorarmen grondig met water en zeep in de toiletten

in de containers. Ontsmet je handen met handalcohol.

Voor en na elk fysiek contact met patiëntjes was je de handen met gewone vloeibare zeep en droog je

ze af met een wegwerphanddoekje. Indien de handen niet bevuild zijn worden ze ontsmet met

handalcohol (correcte dosering: tweemaal pompen) die we ook bij elke patiënt terugvinden.

Page 14: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

14

6. Specifieke kledij

Op de dienst draag je steeds een propere schort of broekpak. Die moet DAGELIJKS gewassen

worden. Isolatiepatiënten: neem bij besmette patiënten de nodige richtlijnen in acht.

7. Handschoenkastje

Op de afdeling zijn er handschoenkastjes voor studenten in het ouderinkomsas. De sleutel vind je in

de studentenschuif. Na elke shift leg je de sleutel terug in de schuif.

Page 15: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

15

8. Badge en kleedkamer

Procedure, zie de algemene studentenbrochure van het UZ Gent (www.uzgent.be).

9. Lichamelijke hygiëne

Lichamelijke hygiëne is vanzelfsprekend.

Bind lange haren steeds samen.

Wanneer je een besmettelijke ziekte hebt, mag je de dienst niet betreden (vb. windpokken).

Draag een masker bij bovenste luchtwegeninfecties.

Verwondingen of infecties aan de handen maken het verplegen van patiënten op neonatologie

onmogelijk.

Koortsblaren (herpes simplex) moeten dringend gemeld worden wegens het hoog risico voor de

baby’s. De student mag kinderen met een infuus dan niet verzorgen. Een masker is verplicht.

10. Werkverdeling

In de werkverdeling kun je terugvinden voor welke patiëntjes je mentor verantwoordelijk is gedurende

een bepaalde shift. Jij staat steeds onder toezicht van een mentor en werkt met hem of haar samen.

11. Feedback – eindevaluatie

Er zijn daarvoor uniforme formulieren, die het UZ Gent heeft opgesteld samen met de Gentse

scholen. We gebruiken die formulieren ook voor studenten van de niet Gentse scholen.

Je vindt ze terug op www.uzgent.be.

De mentor geeft dagelijks feedback aan de hand van het feedbackformulier. Vraag de mentor naar

feedback. Noteer zelf de activiteiten van de dag en de feedback (zelfreflectie). De begeleidende

verpleegkundige geeft een waardering en leerpunten op het feedbackformulier.

Een eindevaluatie gebeurt tijdens de laatste stagedagen met de adjunct-hoofdverpleegkundige

verantwoordelijk voor studenten, je mentor en eventueel de lector. Maak daarvoor zelf een afspraak

tijdens de eerste stageweek.

12. Diensturen:

Vroege: 6.45 – 14.45 uur

Late: 14.15 – 22.15 uur

Nacht: 22 – 7 uur

13. Pauze

15 min. koffiepauze

30 min. hoofdmaaltijd

Page 16: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

16

4.2 Specifieke leerpunten van de afdeling

1. ALGEMEEN

De regels van de strikte handhygiëne toepassen.

De isolatiemaatregelen correct toepassen.

De regels van steriliteit goed uitvoeren.

Ontwikkelingsgerichte zorg; richtlijnen op de dienst over comfortzorg kennen/toepassen.

Ouders installeren om te kangoeroeën, samen met en onder toezicht van de verpleegkundige.

Het verpleegkundige dossier invullen en laten checken door de verpleegkundige.

De TPN klaarmaken en bijwonen.

Medicatie optrekken en berekenen, onder supervisie van een verpleegkundige.

De student trekt geen verdoving op.

Contact met de baby en observatie van de baby, onder toezicht van de verpleegkundige.

Correct en adequaat rapporteren.

De diverse parameters kunnen observeren op de monitor; electroden aanleggen, saturatieprobe

en bloeddrukmanchet. De parameters interpreteren gekoppeld aan de pathologie.

Infuus plaatsen (enkel bijwonen), helpen bij het stuwen en bevestigen van de kleefpleisters

(onder supervisie van de verpleegkundige).

Een maagsonde plaatsen, onder supervisie van de verpleegkundige.

Routineonderzoeken bijwonen.

Transport bijwonen:

○ babylance

○ controle van de transportincubator

○ inhoud transportkoffer en checklijst (bijwonen)

2. MOGELIJKS TE BEHALEN DOELSTELLINGEN OP LOW CARE EN MID CARE

ZALEN C/D/N* en B

Zie basiszorgen en observaties: algemeen overzicht van de verpleging.

3. MOGELIJKS TE BEHALEN DOELSTELLINGEN OP DE HIGH CARE ZAAL A

Bijwonen hoe een voorbereiding van de opname verloopt.

Kennis hebben van nasale CPAP.

Dossier leren invullen en de baby’s observeren aan de Nasale CPAP (onder supervisie van de

mentor).

De verzorging van een baby bijwonen aan de Nasale CPAP (kan ook in zaal Midcare).

De verzorging van een geïntubeerde baby bijwonen.

Het aspireren van een geïntubeerde baby bijwonen.

Kennis maken met de verschillende soorten kunstmatige ventilatie op dienst.

Dossiers invullen en beademde baby’s observeren in een open incubator (onder supervisie van

de mentor).

Het installeren van continue maagsuctie bijwonen.

Het plaatsen van een veneuze en arteriële katheter bijwonen.

Een bloedafname via safe-draw observeren en het gebruik van het pH-toestel bijwonen.

Page 17: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

17

Het plaatsen van een thoraxdrain bijwonen. Hoe zit een pleurevac in elkaar? Wat wordt er

geobserveerd en genoteerd?

Het plaatsen van een blaassonde bijwonen.

Kijken hoe de controle gebeurt van de reanimatiewagen.

Eventueel indien mogelijk aanwezig zijn bij de ouderbegeleiding.

Uitleg krijgen over omgaan met stervensbegeleiding.

Wanneer ouders vragen hebben moet de student(e) steeds verwijzen naar de verantwoordelijke

verpleegkundige van de baby.

Page 18: VERPLEEGAFDELING NEONATALE INTENSIEVE ZORG Opleiding...2 1 INLEIDING De dienst Neonatale intensieve zorg (pasgeborenenleer) is een gespecialiseerde afdeling waar zieke baby’s, te

18

5 CONTACTGEGEVENS

Verpleegafdeling Neonatale intensieve zorg 09 332 35 37

(Bij ziekte moet je steeds de afdeling verwittigen)

Adjunct-hoofdverpleegkundige: Nele Lyppens

[email protected]

Laat je vooral niet afschrikken door het intensieve karakter van de afdeling, maar weet dat we zeer

studentminded zijn en we je graag begeleiden tijdens de vele leermomenten die je bij ons

aangeboden krijgt als student.

Het succes van je stage op de dienst Neonatale intensieve zorg hangt ook af van jouw inzet en het

zelf opzoeken van die leermomenten. Je bent meer dan welkom.

Het team Neonatale intensieve zorg