In de zomer van 2019 is Helder Overzicht & Inzicht toegevoegd in MijnABP. Met Helder Overzicht & Inzicht krijgt uw werknemer in één keer overzicht in zijn financiële toekomst. Dit kan u als werkgever helpen tijdens een adviesgesprek. Vragen zoals ‘welk effect heeft minder werken op mijn inkomen voor later’ worden snel inzichtelijk met Helder Overzicht & Inzicht.

ABP vindt het belangrijk dat onze deelnemers een goed gevoel hebben bij hun inkomen voor later. Dat ze grip hebben op hun financiële toekomst. Daarom vragen wij u als werkgever om uw medewerkers op de voordelen van Helder Overzicht & Inzicht te wijzen. Dat kan gemakkelijk met de verschillende middelen in de ‘HO&I-toolkit’ op abp.nl/hoi-toolkit. Onderstaande tips kunnen u ook helpen uw rol te pakken in het financieel bewustzijn van uw medewerkers.

Workshop Helder Overzicht & Inzicht voor HR-adviseursZorg dat uw HR-adviseurs alles weten over Helder Overzicht & Inzicht en organiseer voorafgaand aan uw interne campagne een presentatie voor hen. Hier kunt u de PowerPointpresentatie uit de HO&I-toolkit voor gebruiken.

Inzet interne communicatiemiddelen en toolkit Er staan verschillende communicatiemiddelen in de toolkit die u kunt inzetten om uw medewerkers te wijzen op Helder Overzicht & Inzicht. Wees creatief en maak niet alleen gebruik van uw bestaande kanalen. Bedenk ook nieuwe acties die de aandacht van uw werknemers te trekken. Gebruik de posters en digitale middelen uit de

communicatietoolkit. Heeft u vragen of hulp nodig? ABP helpt u graag verder. Neem contact op met uw relatiemanager.

Persoonlijk informeren management en teamleidersInformeer management en teamleiders via de reguliere communicatie ook persoonlijk. Dit kan tijdens reguliere werkoverleggen of via een gerichte e-mail. Hierin kunt u vertellen over de meerwaarde van Helder Overzicht & Inzicht voor uw medewerkers. En dat het ook kan bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van uw organisatie. Zoals bijvoorbeeld uw duurzame inzetbaarheidsbeleid. Het is van belang dat management en teamleiders het initiatief omarmen, zodat ze hun werknemers enthousiasmeren om aan de slag te gaan met Helder Overzicht & Inzicht.

Werk- en teamoverleg Vraag management en teamleiders om er tijdens een regulier werk- of teamoverleg aandacht aan te besteden. Nodig hen ook uit om ervaringen te delen voor werknemers die al aan de slag zijn gegaan met Helder Overzicht & Inzicht.

Doe eens anders..! Op zoek naar een frisse manier om Helder Overzicht & Inzicht onder de aandacht te brengen? Denk eens aan een HO&I-lunch voor jonge medewerkers. Bij pensioen wordt vaak ten onrechte aan oudere collega’s gedacht, maar pensioen is ook nu relevant voor young professionals.

1

Verklaring omtrent ongunstige effecten

2

Inhoudsopgave

1) Vanwege de ontwerpstatus van de Regulatory Technical Standards (‘RTS’) van de SFDR en de ontbrekende gedetailleerde richtlijnen, weerspiegelt deze verklaring ABP’s best effort gebaseerd op de SFDR en de concept RTS tekst. Als zodanig is de door ABP verstrekte informatie gebaseerd op de huidige situatie en met best effort inspanning, zonder garanties van volledigheid, nauwkeurigheid en correcte naleving met het oog op de SFDR en RTS.

Samenvatting 3

1. Gedragslijnen over de vaststelling en prioritering van de belangrijkste ongunstige effecten 4

2. Beschrijving van de belangrijkste ongunstige effecten en genomen of geplande maatregelen 5

3. Engagement beleid 7

4. Verwijzing naar commitment aan internationale standaarden 8

5. Historische vergelijking 9

Verklaring omtrent ongunstige effecten 1)

3

SamenvattingStichting Pensioenfonds ABP (‘ABP’, LEI: 549300CT8FEJ1I­UK9C94) wordt aangemerkt als “financiële markt­deelnemer” in de zin van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (EU/2019/2088) (‘SFDR’).

Financiële marktdeelnemers zijn verplicht een verklaring op de website te plaatsen waaruit is op te maken of deze negatieve duurzaamheidsimpact meewegen, en – als dat het geval is – hoe het due diligence beleid daarop is afgestemd.

De SFDR definieert duurzaamheidsfactoren als ecologische, sociale en werkgelegenheidszaken, eerbiediging van de mensenrechten, en bestrijding van corruptie en omkoping.

ABP heeft deze verklaring per 10 maart 2021 opgesteld omdat ABP rekening houdt met de belangrijkste ongunstige effecten in de zin van de SFDR-verordening. Met andere woorden: voordat ABP beleggingsbeslissingen neemt, wordt actief gekeken naar de negatieve effecten op de volgende factoren: milieu, sociaal, werknemer, mensenrechten, corruptiebestrijding en anti-omkoping. Deze verklaring maakt deel uit van de vereiste lopende informatie in de SFDR en dient als informatieverstrekking aan deelnemers. ABP zal jaarlijks een verklaring omtrent ongunstige effecten op haar website plaatsen.

Bij het lezen van deze verklaring dient rekening worden gehouden met de aard en omvang van de activiteiten van ABP en het type financiële producten van ABP. Deze verklaring heeft betrekking op alle financiële producten van ABP.

Alle documenten voorzien van (*) zijn te vinden op onze website onder “Regelgeving”.

Deze verklaring omtrent ongunstige effecten bevat de volgende onderdelen:

1. Gedragslijnen over de vaststelling en prioritering van de belangrijkste ongunstige effecten – dit deel geeft informatie over het huidige beleid dat ABP al uitvoert om negatieve effecten op duurzaamheids-factoren te beoordelen, te identificeren en te prioriteren.

2. Beschrijving van de belangrijkste ongunstige effecten en genomen of geplande maatregelen – dit deel beschrijft wat ABP momenteel als negatieve effecten beschouwt, alsmede de doelstellingen en acties van ABP die zijn gepland om de belangrijkste negatieve duurzaamheidseffecten te adresseren.

3. Engagement beleid – dit deel geeft aan dat ABP de Nederlandse Stewardship Code volgt, voldoet aan de Shareholder Rights Directive (2007/36/EC), en een Stewardship beleid (*) heeft. Daarnaast publiceert ABP jaarlijks een Duurzaam en Verantwoord Beleggen Verslag(*)2) inclusief een overzicht van engagement activiteiten in het desbetreffende jaar.

4. Verwijzing naar commitment aan internationale standaarden – dit deel bevat de gedragscodes voor verantwoord ondernemen voor bedrijven en internationaal erkende normen voor due diligence en verslaglegging waar ABP zich aan houdt, en beschrijft ABP’s strategie om in overeenstemming te zijn met de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs als onderdeel van het klimaatrisicobeleid.

5. Historische vergelijking – aangezien dit het eerste jaar is waarin ABP bekendmaakt hoe de SFDR-specifieke negatieve effecten van haar beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren worden aangepakt, is een historische vergelijking op basis van de (volledige) vereisten van de SFDR en de RTS nog niet beschikbaar.

2) Vanaf boekjaar 2020 zal ABP van een separaat Duurzaam en Verantwoord Beleggen Verslag overgaan op een geïntegreerd jaarverslag, waarin financiële en niet-financiële verslaglegging is opgenomen.

4

1. Gedragslijnen over de vaststelling en prioritering van de belangrijkste ongunstige effecten

De SFDR schrijft financiële marktpartijen voor om hun beleid te beschrijven om de belangrijkste ongunstige duurzaamheidseffecten en indicatoren te beoordelen, te identificeren en te prioriteren.

We gaan ervan uit dat dit specifiek betrekking heeft op de ongunstige duurzaamheidsindicatoren die zijn opgenomen in de secundaire wetgeving Regulatory Technical Standards (RTS) van Verordening (EU) 2019/2088 (‘RTS’) die nog niet definitief zijn. Deze RTS-indicatoren zijn zeer specifiek en vereisen openbaarmaking van een grote hoeveelheid gegevens over alle beleggingen als onderdeel van de financiële producten van ABP. De Europese toezicht-houders hebben begin februari 2021 hun definitieve advies over de RTS gepubliceerd. Dit advies moet nog officieel worden overgenomen door de Europese Commissie. Aangezien de indicatoren nog in ontwerp zijn, is het nog niet efficiënt om te beginnen met het verkrijgen van een relevante en gedetailleerde data verzameling. Zodra er meer duidelijkheid is, zal ABP nagaan hoe de data­verzameling en rapportageverplichtingen binnen de keten waarvan ABP onderdeel uitmaakt uit te werken, en hoe deze verplichtingen het meest efficiënt vorm te geven.

ABP heeft het IMVB­Convenant ondertekend, dat als doel heeft de OESO richtlijnen over due diligence in de sector te implementeren. Er zijn verschillen tussen de SFDR en het IMVB Convenant. De SFDR is van toepassing op entiteiten die de ‘belangrijkste ongunstige effecten’ in aanmerking nemen. De RTS zullen zeer precies definiëren wat de inhoud van deze ‘belangrijkste ongunstige effecten’ zijn aan de hand van een groot aantal indicatoren. Het IMVB- Convenant daarentegen richt zich op het proces om ongunstige effecten te identificeren en adresseren volgens de OESO-richtlijnen. Alhoewel de OESO-richtlijnen o.a. via verwijzing naar de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals) wel naar dezelfde thema’s verwijzen, heeft ABP de vrijheid om zelf een interpretatie te geven aan ongunstige effecten.

In het document ‘ABP en implementatie van OESO due diligence’ (*) licht ABP nader toe hoe de zes due diligence stappen van de OESO­richtlijnen voor multinationale ondernemingen in het beleggingsproces van de verschillende beleggingscategorieën zijn opgenomen. Dit document is gepubliceerd op onze website.

5

2. Beschrijving van de belangrijkste ongunstige effecten en genomen of geplande maatregelen

ABP houdt rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren zoals ecologische, sociale en werkgelegenheidszaken, mensenrechten, en bestrijding van corruptie en van omkoping. Deze komen aan bod in ABP’s Beleid voor Duurzaam en Verantwoord Beleggen(*).

Hoe we rekening houden met de negatieve effecten in onze beleggingsprocessen wordt verder beschreven in het specifieke beleid dat ziet op:

CO2-reductie & Klimaatverandering – De beheerders van onze aandelenbeleggingen krijgen elk jaar te horen hoeveel CO2 ­emissies de beleggingen in de bedrijven maximaal mogen uitstoten. Door deze plafonds staps-gewijs te verlagen werken we geleidelijk toe naar onze CO2­doelstelling;

Bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen – dat beoordeelt hoe de producten en diensten van onze beleggingen bijdragen aan ongunstige effecten op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen, zoals geen armoede, geen honger, goede gezondheid en welzijn, kwaliteitsonderwijs, schoon water en sanitaire voorzieningen, betaalbare en schone energie, duurzame steden en gemeenschappen, industrie, innovatie en infrastructuur, verantwoorde consumptie en productie, klimaatactie, leven onder water en leven op het land;

Insluitingsbeleid – dat is gebaseerd op de VN Global Compact thema’s (mensenrechten, arbeidsrechten, corruptie en milieu) en de verwachtingen van investeerders en bedrijven in het kader van de OESO Richtlijnen;

Corporate Governance Raamwerk en Stembeleid – waarin we zaken als milieu, maatschappij, werknemers, mensenrechten en corruptiebestrijding adresseren door middel van de manier waarop we stemmen op de jaarlijkse algemene vergaderingen van de bedrijven waarin we beleggen. ABP’s Duurzaam en Verantwoord Beleggingsbeleid (*) en het Corporate Governance Raamwerk (*) bevatten een uitleg van de huidige indicatoren die binnen ABP worden gebruikt, het beheer en de governance van het beleid, en

een beschrijving van de methodologie om de negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren te beoordelen, waaronder eventuele bijbehorende foutenmarge binnen deze methoden.

In het afgelopen jaar heeft ABP meerdere acties onder­nomen om ongunstige duurzaamheidseffecten te vermijden en te reduceren. Hiervan doen wij verslag in ons Verslag Duurzaam en Verantwoord Beleggen, dat is gepubliceerd op onze website. Vanaf boekjaar 2020 zal ABP overgaan op een geïntegreerd jaarverslag, waarin financiële en niet-financiële verslaglegging is opgenomen.

Namens ABP, voert de vermogensbeheerder APG het Beleid Duurzaam en Verantwoord Beleggen (*) uit, waarbij doelstellingen en ambities zijn inbegrepen maar niet beperkt tot acties en doelstellingen om duurzaamheids­effecten in de komende jaren (2020-2025) aan te pakken met betrekking tot de volgende thema’s:

Klimaatverandering:• 40% CO2­reductie van onze aandelenportefeuille ten

opzichte van 2015;• Afbouwen van onze beleggingen in kolenmijnen (bij een

omzet van meer dan 30%) en teerzand (bij een omzet van meer dan 20%);

• Vaststellen van extra insluitingscriteria om bedrijven beter te beoordelen op het gebied van klimaat;

• € 15 miljard beleggen in duurzame en betaalbare energie, bijvoorbeeld door beleggingen in groene obligaties;

• Samen met Climate Action 100+ bijdragen aan het verbeteren van het klimaatbeleid van de bedrijven die het meeste invloed hebben op CO2­emissies via hun ketens en hun consumenten.

Behoud van natuurlijke hulpbronnen:• Meer beleggen in bedrijven met circulaire business­

modellen en andere innovatieve oplossingen voor voedsel- en grondstoffenschaarste;

• Verdubbelen van het vastgoed in onze beleggings­portefeuille met een ‘green building certificaat’;

• Vaststellen van criteria om bedrijven te beoordelen op aantoonbaar efficiënter, duurzamer en meer sociaal verantwoord omgaan met natuurlijke hulpbronnen.

6

Digitalisering en de vierde industriële revolutie: • Bedrijven aansporen hun verantwoordelijkheid te

nemen, door meer te beleggen in bedrijven die met hun producten en diensten bijdragen aan digitale, duurzame oplossingen;

• Vaststellen van criteria om te beoordelen of bedrijven digitale rechten van werknemers, consumenten en gebruikers respecteren.

Mensenrechten en de aantoonbaarheid:In 2050 moeten alle bedrijven aantoonbaar mensen­rechten respecteren. We gaan bedrijven hier nog meer en vaker op aanspreken. Alleen dan kunnen de drie grote transities (Klimaatverandering en de energie transitie, Behoud van natuurlijke grondstoffen, Digitalisering van de samenleving) werkelijk waarde toevoegen voor mensen. Dit betekent dat bedrijven mensenrechtenrisico’s moeten identificeren, voorkomen en adresseren.

Transitie naar nieuwe energieopwekking en duurzame energiebronnen:Hierbij sluiten wij bij voorbaat geen technieken en/of oplossingen uit. Wel wegen wij mee of oplossingen werkelijk veilig zijn, of ze maatschappelijk draagvlak hebben, en gebaseerd zijn op een goede weten­schappelijke onderbouwing van de voordelen.

Werknemersrechten: Door het voeren van engagement gesprekken met bijvoorbeeld constructiebedrijven, scheepswerven en textielbedrijven. Het is belangrijk dat bedrijven zich bewust zijn van de belangrijkste risico’s die zij op deze terreinen lopen. Daarbij is het ook belangrijk dat zij beleid hebben ontwikkeld over hoe zij met die risico’s omgaan. Daarnaast wordt gekeken of zij betrokken zijn geweest bij grote controverses en calamiteiten zoals corruptie, arbeidsongelukken en milieurampen.

Governance: Wij zien goed ondernemingsbestuur (corporate governance) als een belangrijke basis voor de stabiliteit en de ontwikkeling van ondernemingen. Dat geldt zeker ook voor duurzame ontwikkelingen: juist het op verantwoorde wijze omgaan met de transities voor klimaat, grondstoffen en digitalisering met respect voor mensenrechten vergt een goed bestuur.

Duurzame OntwikkelingsdoelenDe transities op gebied van klimaatverandering, behoud van natuurlijke hulpbronnen en digitalisering, en dit te doen met respect voor mensenrechten zijn concepten die goed aansluiten bij de Duurzame Ontwikkelingsdoelen ofwel de Sustainable Development Goals (SDG’s). In dit verband zijn de doelstellingen die specifiek betrekking hebben op de SDG’s:

• 20% van onze portefeuille gealloceerd naar beleggingen die kwalificeren als Sustainable Development Investments (SDI’s) in 2025. Het is belangrijk om een duidelijke definitie van een SDI te hebben, en dat daar onder beleggers consensus over is. We zetten ons dan ook actief in om samenwerking tussen beleggers verder te bevorderen.

• De komende jaren willen we ook beter kunnen meten hoe onze beleggingen bijdragen aan het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. We willen daarom bijdragen aan de totstandkoming van een gezamenlijke impactmeetmethode.

7

3. Engagement beleidABP houdt zich aan de Nederlandse Stewardship Code, die verwachtingen voor vermogensbeheerders uiteen zet ten aanzien van het invullen van verantwoordelijkheden van stewardship. De Stewardship Code is in lijn met de SRD, de herziene EU-richtlijn aandeelhoudersrechten (2007/36/EC).

Wij zijn er sterk van overtuigd dat doeltreffend stewardship gunstig is voor bedrijven, beleggers en de economie in het algemeen. Zodoende houden onze vermogensbeheerders zich actief bezig met vraagstukken die naar onze mening bijdragen aan de creatie van duurzame waarde op lange termijn door onze beleggingen. Hierdoor krijgen wij meer inzicht in de problematiek waar deze bedrijven mee te maken hebben en waarborgen wij dat duurzaamheids­risico’s en -kansen goed worden onderzocht.

In ons Stewardship Beleid (*) lichten we toe hoe we onze rol als rentmeester van het door onze begunstigden aan ons toevertrouwde kapitaal vervullen. De primaire focus van dit beleid is onze stewardshipbenadering van beursgenoteerde beleggingen. Stewardship is echter ook een belangrijk deel van ons beleid voor duurzaam en verantwoord beleggen binnen onze illiquide beleggingen. Een belangrijk aspect van de implementatie van ons beleid voor duurzaam en verantwoord beleggen is om inzicht te hebben in en invloed uit te oefenen op de entiteiten waarin we beleggen. Daarnaast onderhouden wij een dialoog met beleidsmakers en andere stakeholders om bij te dragen aan een duurzaam financieel systeem en een duurzame toekomst. Stemmen, monitoren, dialoog en engagement met de entiteiten waarin wij beleggen zijn essentiële onderdelen van onze stewardshipactiviteiten.

Naast engagement activiteiten met portfolio onder­nemingen, gaat ABP regelmatig met toezichthouders en beleidsmakers in diverse markten in gesprek over corporate governance standaarden, publicaties van bedrijven en andere onderwerpen die relevant zijn voor onze rol van wereldwijde lange termijn verantwoord belegger.

In onze Verslagen Duurzaam en Verantwoord Beleggen, gepubliceerd op onze website, rapporteren wij over onze Stewardship en engagement activiteiten. Vanaf boekjaar 2020 zal ABP overgaan op een geïntegreerd jaarverslag, waarin financiële en niet-financiële verslaglegging is opgenomen.

8

4. Verwijzing naar commitment aan internationale standaarden

ABP verbindt zich aan de volgende verantwoord beleggen gerelateerde codes, principes en internationaal erkende standaarden voor due diligence en verslaglegging:

• Principles for Responsible Investment (PRI) ABP is ondertekenaar van de PRI en neemt deel aan de

jaarlijkse PRI survey.• Convenant Internationaal Maatschappelijk

Verantwoord Beleggen Pensioenfondsen (IMVB-Convenant)

ABP is ondertekenaar van het IMVB­Convenant en voldoet aan de afspraken van het Convenant.

• OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen

De OESO­richtlijnen voor multinationale ondernemingen vormen mede de basis van ABP’s Duurzaam en Verantwoord Beleggingsbeleid.

• ICGN Global Corporate Governance Principles De benadering voor verantwoord beleggen van ABP is

mede afgestemd op de Global Corporate Governance Principles van het ICGN.

• UN Guiding Principles on Business and Human Rights

ABP ondersteunt de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (Principes). Deze Principes vormen mede de basis van ABP’s Duurzaam en Verantwoord Beleggingsbeleid.

• ICGN Global Stewardship Principles ABP onderschrijft de ICGN Global Stewardship Principles.• Nederlandse Stewardship Code ABP verbindt zich aan de principes van de Nederlandse

Stewardship Code waarin de verwachtingen voor pensioenfondsen en vermogensbeheerders om hun verantwoordelijkheden op het gebied van Stewardship te voldoen, worden vastgelegd. Deze code is afgestemd op de herziene Shareholder Rights Directive.

• Task Force voor Climate related Financial Disclosures (TCFD)

ABP volgt het raamwerk dat is opgesteld door de TCFD en rapporteert jaarlijks over wat ABP onderneemt met betrekking tot het adresseren van klimaatrisico’s en kansen.

• Nederlandse Klimaatakkoord ABP is ondertekenaar van het Nederlandse commitment

aan het Klimaatakkoord (Nederlandse Financiële Sector bijdrage). Als onderdeel van dit akkoord zal ABP door de vermogensbeheerder APG ondersteund worden bij het in lijn brengen van de portefeuille doelstellingen met de

internationale afspraken van het Akkoord van Parijs en het Nederlandse Klimaatakkoord. In 2022 publiceert ABP, in lijn met de verwachtingen in het Nederlandse Klimaatakkoord, klimaatdoelen voor 2030.

• Climate Action 100+ Samen met Climate Action 100+ draagt ABP bij aan het

verbeteren van het klimaatbeleid van de bedrijven die het meeste invloed hebben op CO2­emissies via hun ketens en hun consumenten.

Naast het bovenstaande verwacht ABP dat de bedrijven en fondsen waarin wij beleggen handelen in overeenstemming met de principes voor verantwoorde bedrijfspraktijken van de VN (UN Global Compact) op het gebied van mensen­rechten, arbeidsrechten, corruptie en milieu.

Klimaatakkoord van ParijsIn 2050 moet de wereldeconomie klimaatneutraal zijn. Daarom willen wij onze portefeuille in lijn brengen met de internationale afspraken van het Akkoord van Parijs en het Nederlandse Klimaatakkoord.

De vermogensbeheerder APG heeft voor haar klanten een Carbon reductie en Klimaatrisico Beleid ontwikkeld dat inzicht geeft in de volgende vooruitkijkende klimaat scenario’s. Voor meer informatie verwijzen wij u naar APG Carbon Reduction & Climate Risk Policy.

Metingen in Asset Liability Management (ALM) en Strategische Asset Allocatie (SAA)APG gebruikt deterministische klimaatscenario’s in de periodieke ALM studies voor haar klanten met als doel de gevoeligheid van de klantportefeuilles voor deze deterministische scenario’s te evalueren:• Klimaatstresstests worden gebruikt om de mogelijke

effecten en implicaties voor de Strategische Asset Allocatie te evalueren. Vanwege de veelzijdige en niet­lineaire kenmerken van klimaatrisico’s hanteert APG geen kwantitatieve modelleringsaanpak. In plaats daarvan gebruikt APG analogieën gebaseerd op situaties uit het verleden, waarbij sprake was van fysieke vernietiging en zware overheidsinterventie (bijvoorbeeld natuurrampen en oorlogen). Deze analoge situaties geven een ruw gevoel van de mogelijke effecten van klimaatverandering op de klantportefeuilles.

9

5. Historische vergelijkingAangezien dit het eerste jaar is waarin ABP bekendmaakt hoe de SFDR-specifieke belangrijkste negatieve effecten van haar beleggingsbeslissingen op duurzaamheids­factoren worden aangepakt, is een historische vergelijking conform de RTS nog niet beschikbaar.

Om duurzaamheidsinformatie te bevorderen zal ABP echter historische vergelijkingsdata bekendmaken die beschikbaar zijn en die momenteel worden gebruikt om de belangrijkste negatieve effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren in overweging te nemen.

Met name met het oog op onze CO2­voetafdruk kan ABP al een historische vergelijking maken. Dit heeft te maken met de hoeveelheid carbon die wordt uitgestoten door bedrijven waarin we via aandelen beleggen en hoeveel hiervan aan ons is toe te schrijven. Voor meer informatie verwijzen wij u naar ons laatste Verslag Duurzaam en Verantwoord Beleggen, dat is gepubliceerd op onze website (*). Vanaf boekjaar 2020 zal ABP overgaan op een geïntegreerd jaarverslag, waarin financiële en niet-financiële verslaglegging is opgenomen.