Verenigingsnieuws

2
240 TBV 21 / nr 5 / mei 2013 OSAS: BEHANDELING LEIDT TOT GEZONDHEIDSWINST Goede en tijdige diagnostiek en adequate behan- deling van het obstructieve slaapapneusyndroom (OSAS) leidt tot aanzienlijke gezondheidswinst. Het opsporen van OSAS is daarom belangrijk. Een veelvoorkomende oorzaak van slaperigheid overdag is het obstructieve slaapapneusyndroom (OSAS). Mensen met OSAS hebben regelmatig ’s nachts ademstilstanden (apneus) van 15 tot 30 seconden. Na een apneu schrikken ze even wak- ker en slapen daarna weer verder. Mensen met OSAS slapen vaak onrustig, worden niet uitge- rust wakker en zijn overdag extreem vermoeid en vallen dan soms onverwachts in slaap. Slaperig- heid en werken gaan slecht samen. Vermoeide mensen maken vaker fouten, hebben vaker bedrijfsongevallen en zijn vaak minder produc- tief dan uitgeslapen collega’s. Richtlijn Omdat niet onderkende of inadequaat behandel- de OSAS grote gevolgen voor het werk kan heb- ben, heeft de NVAB een specifieke richtlijn voor bedrijfsartsen ontwikkeld (zie de artikelen op pag. 222 en 226 van dit nummer). Beroepschauf- feurs met OSAS zijn bijvoorbeeld drie tot tien keer vaker betrokken bij een verkeersongeval in vergelijking met chauffeurs zonder deze aandoe- ning. Ook leidt OSAS vaak tot ‘presenteïsme’, pro- ductiviteitsverlies en functioneringsproblemen op het werk. Daarnaast is OSAS een risicofactor voor verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziek- ten. Door goede en tijdige diagnostiek en ade- quate behandeling van OSAS kan aanzienlijke gezondheidswinst geboekt worden. Het opspo- ren van OSAS is daarom zowel voor de werkende zelf als voor de leidinggevende belangrijk. SAMENWERKING MET VERZEKERINGSARTSEN In het kader van de Stuurgroep verbetering poortwachter zijn SZW, UWV, bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen, werkzaam in de bedrijfsge- zondheidszorg, gestart met een Paradigmagroep. Er worden thema’s en onderwerpen behandeld, die te maken hebben met de verschillende taal (paradigma’s) die UWV (als beoordelaar van het re-integratieverslag) en bedrijfsartsen en arbeids- deskundigen (als adviseur van de werkgever in het kader van de verzuimbegeleiding en re-inte- gratie van de zieke werknemer) spreken. Doel van de groep is om de onderlinge communi- catie te verbeteren. De Paradigmagroep is inmid- dels vier keer bij elkaar geweest en geeft verslag over de werkzaamheden en afspraken in haar eer- ste nieuwsbrief die op de website van de NVAB geplaatst is. De NVAB-vertegenwoordigers in die werkgroep vinden dat er vooruitgang is geboekt, maar dat er zeker nog nader overleg nodig is tussen besturen van NVVG en NVAB en UWV. Dat tripartite over- leg is inmiddels gepland en zal periodiek plaats- vinden. Een ander overleg tussen NVAB en NVVG- bestuur was op 26 februari jl. Daar werden con- crete afspraken gemaakt, onder andere om bij- eenkomsten te organiseren voor bedrijfs- en ver- zekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. De eer- ste bijeenkomst vond plaats op 16 april. VOORUITGANG Het NVAB-bestuur is er trots op dat bedrijfsartsen eigen richtlijnen hebben. Bedrijfsartsen hebben daarmee richtsnoeren voor hun professioneel handelen en worden geacht de richtlijnen te vol- gen. Met behoud van de eigen professionele expertise kan, mag (en soms moet) de bedrijfsarts afwijken van een richtlijn. Het is echter wel noodzakelijk om dit te motiveren en te docu- menteren aan de hand van medische, sociale, ethische of andere argumenten. Maar claimbe- oordeling en sociaal-medische begeleiding zijn niet hetzelfde. Dus het toetsen door UWV van het toepassen van (NVAB-)richtlijnen door bedrijfsartsen moet met de grootst mogelijke zorg gebeuren. Daarover voert de NVAB gesprek- ken met NVVG en UWV. Op een aantal punten is inmiddels vooruitgang geboekt: 1. Als verzekeringsartsen informatie opvragen bij de bedrijfsarts (indien voorgeschreven door het beleidskader RIV-toets), zullen zij zo veel mogelijk vooraf een mail sturen met vra- gen en daarna een belafspraak maken. Dat voorkomt dat de bedrijfsarts wordt overval- len met vragen. 2. In het kader van hoor en wederhoor wordt in de rapportage een verslag opgenomen van het gesprek met de bedrijfsarts; zo is het standpunt van de bedrijfsarts kenbaar. Secretariaatsbureau NVAB Els van der Putten Postbus 1594 5602 BN Eindhoven T (040) 2481322 F (040) 2480711 E-mail: [email protected] Internet: http://www.nvab-online.nl VERENIGINGSNIEUWS

Transcript of Verenigingsnieuws

240 TBV 21 / nr 5 / mei 2013

O SA S : B E H A N D E L I N G L E I DT

TOT G E Z O N D H E I D S W I N S T

Goede en tijdige diagnostiek en adequate behan-deling van het obstructieve slaapapneusyndroom(OSAS) leidt tot aanzienlijke gezondheidswinst.Het opsporen van OSAS is daarom belangrijk.Een veelvoorkomende oorzaak van slaperigheidoverdag is het obstructieve slaapapneusyndroom(OSAS). Mensen met OSAS hebben regelmatig ’s nachts ademstilstanden (apneus) van 15 tot 30seconden. Na een apneu schrikken ze even wak-ker en slapen daarna weer verder. Mensen metOSAS slapen vaak onrustig, worden niet uitge-rust wakker en zijn overdag extreem vermoeid envallen dan soms onverwachts in slaap. Slaperig-heid en werken gaan slecht samen. Vermoeidemensen maken vaker fouten, hebben vakerbedrijfsongevallen en zijn vaak minder produc-tief dan uitgeslapen collega’s.

Richtl i jn

Omdat niet onderkende of inadequaat behandel-de OSAS grote gevolgen voor het werk kan heb-ben, heeft de NVAB een specifieke richtlijn voorbedrijfsartsen ontwikkeld (zie de artikelen oppag. 222 en 226 van dit nummer). Beroepschauf-feurs met OSAS zijn bijvoorbeeld drie tot tienkeer vaker betrokken bij een verkeersongeval invergelijking met chauffeurs zonder deze aandoe-ning. Ook leidt OSAS vaak tot ‘presenteïsme’, pro-ductiviteitsverlies en functioneringsproblemenop het werk. Daarnaast is OSAS een risicofactorvoor verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziek-ten. Door goede en tijdige diagnostiek en ade-quate behandeling van OSAS kan aanzienlijkegezondheidswinst geboekt worden. Het opspo-ren van OSAS is daarom zowel voor de werkendezelf als voor de leidinggevende belangrijk.

SA M E N W E R K I N G M E T

V E R Z E K E R I N G SA RT S E N

In het kader van de Stuurgroep verbeteringpoortwachter zijn SZW, UWV, bedrijfsartsen,arbeidsdeskundigen, werkzaam in de bedrijfsge-zondheidszorg, gestart met een Paradigmagroep.

Er worden thema’s en onderwerpen behandeld,die te maken hebben met de verschillende taal(paradigma’s) die UWV (als beoordelaar van hetre-integratieverslag) en bedrijfsartsen en arbeids-deskundigen (als adviseur van de werkgever inhet kader van de verzuimbegeleiding en re-inte-gratie van de zieke werknemer) spreken.Doel van de groep is om de onderlinge communi-catie te verbeteren. De Paradigmagroep is inmid-dels vier keer bij elkaar geweest en geeft verslagover de werkzaamheden en afspraken in haar eer-ste nieuwsbrief die op de website van de NVABgeplaatst is.De NVAB-vertegenwoordigers in die werkgroepvinden dat er vooruitgang is geboekt, maar dat erzeker nog nader overleg nodig is tussen besturenvan NVVG en NVAB en UWV. Dat tripartite over-leg is inmiddels gepland en zal periodiek plaats-vinden.Een ander overleg tussen NVAB en NVVG-bestuur was op 26 februari jl. Daar werden con-crete afspraken gemaakt, onder andere om bij-eenkomsten te organiseren voor bedrijfs- en ver-zekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. De eer-ste bijeenkomst vond plaats op 16 april.

VO O RU I T GA N G

Het NVAB-bestuur is er trots op dat bedrijfsartseneigen richtlijnen hebben. Bedrijfsartsen hebbendaarmee richtsnoeren voor hun professioneelhandelen en worden geacht de richtlijnen te vol-gen. Met behoud van de eigen professioneleexpertise kan, mag (en soms moet) de bedrijfsartsafwijken van een richtlijn. Het is echter welnoodzakelijk om dit te motiveren en te docu-menteren aan de hand van medische, sociale,ethische of andere argumenten. Maar claimbe-oordeling en sociaal-medische begeleiding zijnniet hetzelfde. Dus het toetsen door UWV vanhet toepassen van (NVAB-)richtlijnen doorbedrijfsartsen moet met de grootst mogelijkezorg gebeuren. Daarover voert de NVAB gesprek-ken met NVVG en UWV.Op een aantal punten is inmiddels vooruitganggeboekt:1. Als verzekeringsartsen informatie opvragen

bij de bedrijfsarts (indien voorgeschrevendoor het beleidskader RIV-toets), zullen zij zoveel mogelijk vooraf een mail sturen met vra-gen en daarna een belafspraak maken. Datvoorkomt dat de bedrijfsarts wordt overval-len met vragen.

2. In het kader van hoor en wederhoor wordt inde rapportage een verslag opgenomen vanhet gesprek met de bedrijfsarts; zo is hetstandpunt van de bedrijfsarts kenbaar.

Secretariaatsbureau

NVAB

Els van der PuttenPostbus 1594 5602 BN Eindhoven T (040) 2481322 F (040) 2480711 E-mail: [email protected]: http://www.nvab-online.nl

V E R E N I G I N G S N I E U W S

241TBV 21 / nr 5 / mei 2013

3. ‘Klachtcontingente begeleiding in plaats vantijdcontingente begeleiding’ is geen sanctie-grond meer.

4. Het UWV gaat de interne werkwijzer RIV-toets in toegankelijke vorm openbaar maken.

5. Bedrijfsartsen zal niet meer gevraagd wordeneen FML aan te leveren.

6. Er wordt gezamenlijk gewerkt aan een vooralle partijen bruikbare methode om de belast-baarheid te beschrijven.

Tijdens de Algemene ledenvergadering op 4 aprilhebben Marlo van den Kieboom en Rocco Kloots– de NVAB-vertegenwoordigers in de Paradigma-werkgroep – de ontwikkelingen nader toegelicht.

Marjolein Bastiaanssen

AG E N DA

30-31 mei Bedrijfsgeneeskundige Dagen,Papendal, Arnhem

6 november NVAB-najaarsALV, Domus Medica, Utrecht

P RO M OT I E F E I C O Z W E RV E R

Het videofragment waarmee Zwerver de publieks-toelichting op zijn proefschrift opent, is indruk-wekkend en zeer herkenbaar. ‘Kunt u nog genie-ten?’ vraagt de verzekeringsarts een jonge vrouwmet loszittend rood haar. Ze slaat haar ogen neer.Dan volgt een voor je gevoel minutenlange stilte.Schuchter blikt ze even omhoog en zegt toonloos:‘Ik weet het niet.’ Weer gaat de blik naar binnen enna net zo’n lange stilte fluistert ze nogmaals: ‘Ikweet het niet.’De belastbaarheid beoordelen van iemand diezichzelf niet terugkent, is een hachelijke zaak.Hoe kan een buitenstaander het functionerenvaststellen van iemand die zichzelf niet meer

begrijpt? Interdoktervariatie ligt op de loer. Leidtdeze existentiële crisis tot volledige arbeidsonge-schiktheid of is er toch nog routineus werk moge-lijk? Zwerver zet zo overtuigend het bestaans-recht van het protocol Depressie neer. Maar danmoeten de verzekeringsartsen wel volgens ditprotocol werken. En zeker voor de generatie ver-zekeringsartsen die niet met protocollen is opge-groeid (gegrinnik in de overwegend grijze zaal), isdit geen vanzelfsprekendheid.Feico Zwerver deed onderzoek naar het gebruikvan het protocol Depressie door UWV-artsen. Hijontwikkelde een implementatiestrategie om deguideline adherence te vergroten. Verzekerings-artsen die de strategie kregen, waardeerden destrategie, werkten meer volgens het protocol envertoonden minder interdoktervariatie dan zijdie de gebruikelijke UWV-instructie volgden. Op29 januari verdedigde Zwerver zijn onderzoek inde aula van de Vrije Universiteit in Amsterdamten overstaan van de promotiecommissie ter ver-krijging van de graad doctor in de geneeskunde.De opponenten begonnen hun spreektijd onver-kort met lof voor het werk van Zwerver. Maar zehadden ook pittige vragen. Zwerver wist de vra-gen vaardig te pareren. Feico Zwerver, verzeke-ringsarts bij UWV in Amsterdam, is de tweedeverzekeringsarts-onderzoeker van het Kennis-centrum Verzekeringsgeneeskunde die zijnproefschrift voltooid heeft. De NVVG feliciteerthem van harte met dit succes.

Gert van Ekeren, secretaris NVVG

AG E N DA

23 mei ’s middags voorjaarsleden-vergadering met Martin Appelo

26 september ’s middags najaarsleden-vergadering

Secretariaatsbureau NVVG

Domus Medica

Postbus 24095

3502 MB Utrecht

T 030-6868764

F 030-6868779

E-mail: [email protected]

Website: www.nvvg.nl