Veranderingen in de farmaceutische zorg: de gevolgen in...

42
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie Veranderingen in de farmaceutische zorg: de gevolgen in beeld Onderzoeksrapport overgang naar prestatiebekostiging en vrije prijzen

Transcript of Veranderingen in de farmaceutische zorg: de gevolgen in...

Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie

Veranderingen in de farmaceutische zorg: de gevolgen in beeld Onderzoeksrapport overgang naar prestatiebekostiging en vrije prijzen

De KNMP is de beroeps- en branche organisatie voor apothekers. Wij behartigen de belangen van leden, de branche en de farmacie in het algemeen.

KNMP_Onderzoeksrapport_cover.indd 1 07-03-12 14:29

Onderzoeksrapport KNMP

Veranderingen in de farmaceutische zorg: de gevolgen in beeld

Onderzoeksrapport overgang naar prestatiebekostiging en vrije prijzen

KNMP 14 maart 2012

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 1 07-03-12 14:26

2

Samenvatting

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 2 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

3

Apothekers leveren een belangrijke bijdrage aan het effectief, veilig en doelmatig gebruik

van geneesmiddelen. Als professionals in medicijngebruik verlenen zij bereikbare, laag-

drempelige, veilige en transparante zorg aan de patiënt, met een betere gezondheid als

resultaat. Als beroeps- en branchevereniging voor apothekers waarborgt de KNMP de

kwaliteit van deze zorg.

Met ingang van 1 januari 2012 heeft de farmaceutische zorg enkele ingrijpende veranderingen

ondergaan. Er is een nieuw stelsel ingevoerd van prestatiebekostiging en vrije prijzen.

De minister van VWS wil met de invoering meer ruimte voor innovatie creëren en de

patiëntenzorg verbeteren.

Waarom een onderzoek?In de aanloop naar de invoering van het nieuwe stelsel heeft de KNMP signalen gekregen

dat apothekers tegen problemen aanlopen. Onder meer het afsluiten van contracten met

zorgverzekeraars verliep verre van vlekkeloos. Deze signalen waren voor de KNMP aanleiding

om in januari en februari 2012 een digitale enquête te houden onder alle 1997 apotheken in

Nederland. In totaal hebben 447 gevestigd en beherend apothekers aan het onderzoek deel-

genomen. Niet alleen openbare apothekers, maar ook keten-, dienst- en poliklinische apo-

thekers hebben meegedaan. Zij hebben antwoord gegeven op 39 vragen over onder meer het

contracteringsproces, de informatievoorziening, de werkdruk en het behalen van de doelstel-

lingen die met deze systeemwijziging beoogd worden. De resultaten geven een representatief

beeld van de gevolgen van de omschakeling naar prestatiebekostiging en vrije tarieven voor

de farmaceutische zorg en van de consequenties voor de patiënt.

Dit betekent niet dat alle conclusies gelden voor alle apotheken, alle zorgverzekeraars en

alle softwareleveranciers. Sommige problemen doen zich op landelijke schaal voor; andere

problemen verschillen per regio, apotheek, zorgverzekeraar of softwareleverancier. Met het

onderzoek heeft de KNMP getracht de ervaringen van apotheken met de omschakeling naar

prestatiebekostiging en vrije prijzen aantoonbaar te maken. Het doel hierbij is om met zorg-

verzekeraars en andere belanghebbenden in overleg te treden om samen tot verbeteringen

en oplossingen te komen. Met de bedoeling de beoogde verbeterde farmaceutische zorg

voor de patiënt te realiseren. De veranderingen in de sector zijn onder “stoom en kokend

water” tot stand gekomen. Alle partijen hebben hier last van en hebben elk op hun wijze

getracht deze voor zich zelf uitvoerbaar te maken. Dat is niet altijd gelukt, omdat het

bijvoorbeeld ICT- technisch niet mogelijk bleek, maar ook omdat men de (uitvoerings-)

risico’s bij de ander kon neerleggen.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 3 07-03-12 14:26

4

De KNMP wil alle apothekers die hebben deelgenomen aan dit onderzoek, en de zorgverze-

keraars die gereageerd hebben op een conceptversie van dit rapport, hartelijk bedanken

voor hun bijdrage.

De veranderingen: invoering vrije tarieven en prestatiebekostiging

Per 1 januari worden de tarieven voor geneesmiddelen niet langer vastgesteld door de

Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), zoals voorheen het geval was. Het is nu aan zorgverzeke-

raars en zorgverleners om hierover overeenstemming te bereiken. In een contract leggen

beide partijen vast welke zorgverlening de zorgverzekeraar inkoopt bij de apotheek en

tegen welke prijzen.

Deze zorgverlening is onderverdeeld in elf zogenaamde ‘prestaties farmaceutische zorg’.

De prestaties, die voorheen onzichtbaar voor de patiënt in de prijs van geneesmiddelen

waren verwerkt, zijn nu expliciet en transparant gemaakt. De apotheek brengt ze apart in

rekening bij de zorgverzekeraar of de patiënt. Het gaat dan bijvoorbeeld om het geven van

instructies bij hulpmiddelen als een inhalator, of het uitvoeren van een medicatiebeoordeling.

Vijf prestaties zijn door het College voor Zorgverzekeringen aangewezen als verzekerde

zorg. De zorgverzekeraar is verplicht deze voor haar verzekerden voldoende in te kopen bij

zorgaanbieders. Over de overige prestaties kunnen beide partijen aparte afspraken maken

in het contract.

Naast de invoering van het nieuwe bekostigingsstelsel zijn per 1 januari nog enkele andere

wijzigingen doorgevoerd in de farmaceutische zorg. Deze hebben te maken met de vergoeding

van medicijnen. Zo worden maagzuurremmers alleen nog vergoed door de basisverzekering

wanneer er sprake is van chronisch gebruik. Wie deze middelen korter dan zes maanden

gebruikt, betaalt ze voortaan zelf. De eerste uitgifte komt bovendien in alle gevallen voor

rekening van de patiënt.

Positie van de KNMP

De KNMP maakt zich sterk voor een verbeterde, meer transparante farmaceutische zorg.

Het nieuwe bekostigingsstelsel biedt apothekers een uitgelezen mogelijkheid om de kwaliteit

van de zorg voor de patiënt te verhogen. Bij het werk van de apothekers staat de zorg voor

de patiënt immers centraal. De huidige positie en ambities van de Nederlandse apotheken

op dit gebied zijn vastgelegd in het Witboek Farmacie. Ook ontwikkelt de KNMP steeds actuele

kwaliteitsrichtlijnen en -indicatoren, bijvoorbeeld voor medicatieoverdracht en medicatie-

beoordeling.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 4 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

5

Zowel met de minister van VWS als met de NZa en de zorgverzekeraars heeft de KNMP

constructief overleg gevoerd over de invoering van het nieuwe bekostigingsstelsel.

Zo hebben apothekers meegewerkt aan een pilot om te onderzoeken of de nieuwe zorg-

prestaties in de praktijk uitvoerbaar zijn. Met de zorgverzekeraars heeft de KNMP uitvoerig

gesproken over het kader voor de contractering en het scheppen van een gelijk speelveld

voor de onderhandelingen met de apotheken. Hiermee is geprobeerd de prestatiebekostiging

zo vorm te geven dat er daadwerkelijk ruimte voor innovatie ontstaat en de zorg voor de

patiënt verbetert.

De leden van de KNMP zijn uitgebreid geïnformeerd over en voorbereid op de wijzigingen

in de apotheek. Voor patiënten is in samenwerking met het ministerie van VWS een

informatiecampagne opgezet.

Zorgen over de invoering

Onder andere via de speciale ‘Helpdesk 2012’ van de KNMP hebben apothekers aangegeven

dat de omschakeling naar een nieuw systeem niet vlekkeloos verloopt, zowel in de aanloop

als in de praktische uitwerking aan de apotheekbalie. Hierdoor is niet alleen de lastendruk

voor de apotheek toegenomen, maar is ook de zorg aan de patiënt onder druk komen te

staan. De KNMP heeft daarop in januari 2012 in een brandbrief naar de minister van VWS

en de Tweede Kamer haar zorgen geuit over deze ontwikkelingen. In reactie hierop heeft

de minister de NZa opdracht gegeven eind 2012 de wijzigingen in de farmaceutische zorg

te evalueren. De KNMP wil hier echter niet op wachten en heeft daarom zelf een onderzoek

uitgevoerd.

Conclusie: zeven knelpuntenUit het onderzoek blijkt dat de prestatiebekostiging nog niet de gewenste resultaten oplevert.

Uit de antwoorden van de apothekers komen zeven belangrijke knelpunten naar voren die

leiden tot een verhoogde lasten- en werkdruk voor de apotheek. Daarmee staan ze de beoogde

kwaliteitsverbetering ernstig in de weg, en hinderen dus het effectief, veilig en doelmatig

medicijngebruik van de patiënt.

1. Informatievoorziening aan patiënten is onvoldoende

Ondanks een informatiecampagne van de KNMP in samenwerking met VWS blijken patiënten

onvoldoende op de hoogte van veranderingen in de zorg, en de voorwaarden die een zorg-

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 5 07-03-12 14:26

6

verzekeraar stelt aan een vergoeding. Er ontstaan bij patiënten veel vragen over de prijzen

en vergoedingen van geneesmiddelen en de bijbehorende verplichte farmaceutische zorg.

Ook is voor patiënten niet duidelijk wat de gevolgen van het preferentiebeleid van de

verzekeraar zijn. Hierdoor zijn apotheekteams veel tijd kwijt aan het geven van uitleg over

regelgeving, en het beleid van de minister en verzekeraars. Dit gaat ten koste van de tijd

voor daadwerkelijke zorgverlening.

2. Nieuwe regelgeving maagzuurremmers leidt tot verhoogd risico

Sinds 1 januari worden maagzuurremmers alleen nog vergoed bij chronisch gebruik.

Bovendien moet de patiënt de eerste uitgifte altijd zelf betalen. In de praktijk leidt dit ertoe

dat veel patiënten zonder dit geneesmiddel de apotheek verlaten, omdat zij hiervoor niet

willen betalen. Hiermee stijgt op termijn de kans op maagbloedingen, met hogere zorg-

kosten op landelijk niveau tot gevolg.

3. Zorgprestaties worden onvoldoende gecontracteerd

De zorgprestaties die zijn aangewezen als verzekerde zorg, worden door verzekeraars onvol-

doende ingekocht bij de eerstelijnszorg. Dat betekent dat maar een gering aantal apothekers

ook daadwerkelijk een vergoeding ontvangt voor de geleverde zorg. Met name de medicatie-

beoordeling en medicatieoverdracht worden nauwelijks gehonoreerd. Dit terwijl deze zorg

juist een grote meerwaarde heeft voor de patiënt. Daarnaast is binnen de contracten met

zorgverzekeraars ook geen sprake van de met het systeem beoogde ‘ruimte voor innovatie

in de farmaceutische zorg’. Geen enkele van de apothekers geeft aan dat de voor innovatie

bestemde ‘facultatieve zorgprestatie’ is gecontracteerd. Ook voor het Landelijk Schakelpunt is,

ondanks een eerdere toezegging van Zorgverzekeraars Nederland, geen expliciete vergoeding.

4. Strategische inkoop van zorgverzekeraars leidt tot beschikbaarheidsproblemen

Zorgverzekeraars bepalen per werkzame stof welke merken of varianten van bepaalde

soorten geneesmiddelen wel en niet worden vergoed. Deze strategische inkoop heeft grote

invloed op de beschikbaarheid van deze preferente geneesmiddelen. Apothekers signaleren

grote problemen rondom de beschikbaarheid van preferente middelen. Als deze niet

beschikbaar zijn, duurt het vaak minimaal twee weken voordat verzekeraars een alternatief

aanwijzen. Hierdoor verstrekken apothekers regelmatig op eigen initiatief een ander dan

het voorgeschreven geneesmiddel. Dit is niet alleen een financieel risico voor de apotheek,

maar leidt ook tot veel verwarring bij de patiënt.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 6 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

7

5. Financiële risico’s liggen bij de apotheek

Verzekeraars leggen de financiële risico’s van stijgende geneesmiddelenprijzen neer bij de

apotheek. Dit kan diens relatie met de patiënt negatief beïnvloeden. Het komt nu voor dat

het de apotheker geld kost om farmaceutische zorg op maat te leveren aan een patiënt.

Bovendien wordt de te verwachte volumestijging in afname als gevolg van vergrijzing en

toegenomen levensverwachting door zorgverzekeraars “gecompenseerd” door de tarieven

te verlagen. Apothekers worden dus geacht meer zorg te leveren tegen lagere tarieven.

Opnieuw ligt het financiële risico bij de apotheek, met minder ruimte en aandacht voor

de patiënt tot gevolg.

6. Er is geen gelijk speelveld in het onderhandelingsproces

In het onderhandelingsproces tussen apotheek en zorgverzekeraar is geen sprake van een

gelijk speelveld. Zorgverzekeraars hebben vaak een dominante positie in hun eigen regio.

In de regio Friesland is bijvoorbeeld meer dan 80% van de patiënten is aangesloten bij één

verzekeraar. Dit betekent dat apothekers hoe dan ook een contract met de dominante

verzekeraar af moeten sluiten. Bovendien kwamen veel zorgverzekeraars pas in december

2011 – de drukste maand van het jaar in de apotheek – met een eerste contractvoorstel,

waar voor veel apothekers niet of nauwelijks over te onderhandelen viel.

7. Timing contracteringsproces brengt declaratieverkeer in gevaar

Naast de inhoud levert ook de slechte timing van het contracteringsproces problemen op.

Doordat er vaak pas in december 2011 contractvoorstellen zijn gedaan, hebben software-

leveranciers onvoldoende tijd gehad om de informatiesystemen van de apotheek op tijd

klaar te maken voor de nieuwe situatie. Hierdoor kunnen apothekers geneesmiddelen

en zorg zelfs op het moment dat dit rapport wordt geschreven nog niet overal declareren.

Ook moeten zij handmatig tarieven invoeren, omdat de prijsbestanden van verzekeraars

vaak pas in het systeem beschikbaar komen wanneer de zorg al verleend is. Deze bestanden

zijn bovendien vaak niet deugdelijk getest, waardoor de kwaliteit ervan te wensen overlaat.

Vervolgens worden fouten in het declaratieverkeer alleen gecorrigeerd als dit ten gunste is

van de verzekeraar. Ook worden er declaraties afgekeurd op basis van informatie waarover

een apotheker onmogelijk had kunnen beschikken.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 7 07-03-12 14:26

8

Moeizame omschakeling naar prestatiebekostiging Uit bovenstaande knelpunten bij de invoering van het nieuwe systeem blijkt dat veel

partijen er nog niet klaar voor waren. De zorgprestaties, die in juli 2011 zijn vastgesteld en

waarvan in augustus 2011 door het CVZ is vastgesteld welke daarvan tot de verzekerde zorg

behoren, worden nog niet of nauwelijks gehonoreerd door zorgverzekeraars. Ook konden

zorgverzekeraars niet tijdig het contracteringsproces ingaan, waardoor apotheekteams en

softwareleveranciers geconfronteerd werden met een onmogelijk korte voorbereidingstijd.

Uiteindelijk ondervindt ook de patiënt hier hinder van in de vorm van gebrekkige informatie-

voorziening en minder tijd voor individuele zorg.

Samen werken aan verbeteringenDe invoering van vrije tarieven en prestatiebekostiging leidt nog niet tot de gewenste

innovatie, transparantie en kwaliteitsverbetering van de zorg voor de patiënt; dat heeft dit

onderzoek uitgewezen. Het is in ieders belang dat dit zo snel mogelijk verandert. Daarom

doet de KNMP op basis van de geconstateerde knelpunten negen concrete aanbevelingen.

Op basis hiervan wil de KNMP het gesprek aangaan met de zorgverzekeraars en de overheid

om er gezamenlijk voor te zorgen dat knelpunten verdwijnen en het gewijzigde systeem ook

daadwerkelijk tot resultaten leidt. De KNMP blijft, ondanks de geconstateerde problematiek,

onverminderd positief over het uitgangspunt dat apothekers werken op basis van zorg-

prestaties en hier ook voor worden gehonoreerd. Zo kunnen apothekers optimale kwaliteit

leveren aan de patiënt, en krijgt deze ook in de toekomst de zorg waar hij recht op heeft.

Aanbevelingen

1. Informeer patiënten beter

De (farmaceutische) zorg ondergaat veel veranderingen. Hierdoor ontstaat een complex

systeem, dat aan een gemiddelde patiënt nauwelijks valt uit te leggen. Wil men de zorg

transparant maken, dan moet deze ook begrijpelijk zijn. Vereenvoudig de systematiek en

informeer de patiënt op maat over veranderingen in de zorg in het algemeen, en over de

(polis)voorwaarden die aan de vergoeding worden gesteld. Aan zorgverzekeraars de taak

om de gevolgen van het preferentiebeleid helder uit te leggen. Wanneer de systematiek

vereenvoudigt, en overheid en verzekeraars hun informatievoorziening verbeteren, krijgen

apotheekteams voldoende tijd om te doen waar zij goed in zijn: zorg verlenen. Een apotheek

is immers geen loket van een zorgverzekeraar of van een ministerie, maar een balie voor

bereikbare, laagdrempelige, veilige en transparante zorg voor de individuele patiënt.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 8 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

9

2. Vergoed eerste uitgifte maagzuurremmers

Patiënten weigeren vaak om maagzuurremmers af te nemen nu zij hier in veel gevallen

zelf voor moeten betalen. Dit verhoogt het risico op maagbloedingen, en daarmee stijgen

de zorgkosten. Omwille van de patiëntveiligheid zou tenminste de eerste uitgifte van een

maagzuurremmer en de zorg die hierbij hoort toch vergoed moeten worden. Enkele zorg-

verzekeraars hebben deze stap inmiddels gezet. De KNMP ziet graag dat andere verzekeraars

dit voorbeeld volgen.

3. Contracteer verzekerde zorg

De patiënt heeft recht op verzekerde zorg. Daarom moet deze voldoende worden ingekocht.

De KNMP roept de NZa op haar rol als marktmeester te pakken en hierop toe te zien. Daarnaast

moeten verzekeraars bewaken dat de ingekochte zorg conform afspraken en op transparante

wijze wordt uitgevoerd.

4. Laat preferentiebeleid los bij onvoldoende beschikbaarheid

De strategische inkoop van zorgverzekeraars levert grote logistieke problemen op. Nu is het

voor apothekers en patiënten vaak lange tijd onduidelijk welk alternatief middel verstrekt

kan worden als een preferent middel niet beschikbaar is. Dit brengt veel administratieve

rompslomp met zich mee voor de apotheek en onnodige overlast voor de patiënt, terwijl

er voor zorgverzekeraars geen consequenties aan verbonden zijn. De KNMP is daarom van

mening dat het preferentiebeleid moet vervallen wanneer de betrokken leveranciers en

verzekeraars niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen omtrent de beschikbaarheid van

een preferent middel. De patiënt kan dan vertrouwen op zijn apotheker die in zijn rol als

medicijnspecialist hem het juiste alternatief verstrekt. Dit scheelt gedoe aan de apotheekbalie.

De KNMP gaat de beschikbaarheidsproblemen van preferente middelen kritisch monitoren.

Daarnaast kan de uitvoering van het preferentiebeleid worden bevorderd door het vermin-

deren van uitzonderingen en het hanteren van een uniforme definitie en handelswijze voor

de ‘medische noodzaak’.

5. Neem tegenstrijdige prikkels weg

Op dit moment zijn er contractvoorwaarden die ervoor zorgen dat wat goed is voor de

patiënt, financieel nadeel oplevert voor de apotheek. Een voorbeeld van zulke ‘tegenstrijdige

prikkels’ is de situatie waarin een apotheker voor een bepaalde patiënt zijn medicijnen

met verlies moet afleveren, als gevolg van de bevriezing van de vergoedingsprijzen door

verzekeraars. De apotheker kan hier geen invloed op uitoefenen en wordt financieel

benadeeld, terwijl hij juist goede zorg verleent. Dit beïnvloedt de relatie tussen apotheker

en patiënt. De KNMP stelt voor dit soort tegenstrijdige prikkels weg te nemen. Contract-

voorwaarden moeten gericht zijn op het verbeteren van de zorgverlening.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 9 07-03-12 14:26

10

6. Creëer een gelijk speelveld

De regionale dominante positie van verzekeraars werkt verlammend op de marktwerking.

Op dit moment mogen apothekers niet samen het onderhandelingsproces ingaan zolang zij

geen economische eenheid vormen. Om een werkbare schaal te ontwikkelen waarin onder-

handelingen kunnen plaatsvinden, moeten hier ruimere mogelijkheden voor de apotheker

worden gecreëerd. Een wetswijziging zou apothekers de kans moeten geven zich komend

jaar op regionaal niveau te kunnen organiseren bij de contractonderhandelingen, en

gezamenlijk contractvoorstellen uitbrengen aan verzekeraars. Op deze manier kan de

beoogde samenwerking in de regio worden verbeterd en komt een gelijk speelveld dichterbij.

7. Vervroeg het contracteringsproces

Het is van cruciaal belang dat het contracteringsproces vroeger in het jaar plaatsvindt.

De KNMP stelt voor dat zorgverzekeraars komend jaar op 1 juli een eerste contractvoorstel

aanbieden, waar de apotheken tot uiterlijk 1 oktober over kunnen onderhandelen. Dan heeft

de patiënt bij de keuze van de zorgpolis in december duidelijkheid over de verzekerde zorg

bij zijn apotheek. Bovendien hebben apothekers genoeg tijd om de aanbieding zorg vuldig te

kunnen beoordelen. Tevens is er genoeg voorbereidingstijd voor apotheekteams en software-

leveranciers om de contractafspraken ook goed te kunnen uitvoeren. De KNMP ziet in de NZa

graag een marktmeester die actief, tijdig en zichtbaar toezicht houdt op het contracterings-

proces en deze toetst aan de door haar zelf gepubliceerde Good Contracting Practises.

8. Breng correctiemogelijkheid declaraties in evenwicht

Er is een grote onevenwichtigheid in de afhandeling van het declaratieverkeer. Apothekers

kunnen bij de meeste verzekeraars maximaal drie maanden na het indienen van een declaratie

nog corrigeren, terwijl een verzekeraar enkele jaren na het indienen van een declaratie nog

correcties kan aanbrengen. Dit levert een extra risico op voor de apotheker. De KNMP stelt

voor dit verschil in evenwicht te brengen door beide partijen maximaal een periode van zes

maanden te geven om eventuele correcties uit te voeren. Bovendien moeten fouten in het

declaratieverkeer niet selectief, maar eenduidig en consequent worden gecorrigeerd. Het

geheel aan fouten binnen het declaratieverkeer kan verder worden ingeperkt wanneer de

aangeleverde prijsbestanden deugdelijk worden gecontroleerd door een onafhankelijke derde

partij. Daarnaast is de KNMP van mening dat een apotheker gehonoreerd moet worden voor

de zorg die hij levert op basis van de informatie waar hij redelijkerwijs over kan beschikken.

Dit betekent met het raadplegen van het informatiesysteem van de apotheek en navraag bij

de patiënt, de apotheek voldoende inspanning levert om zorg te verlenen.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 10 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

11

9. Vermijd nieuwe grote veranderingen

De omschakeling naar prestatiebekostiging en vrije prijzen is er één met grote gevolgen,

en grote opstartproblemen. De beoogde doelstellingen van de minister zijn nog niet van

de grond gekomen nu zorgprestaties en innovatie niet of nauwelijks worden gehonoreerd.

Het is echter niet de systematiek van prestatiebekostiging, maar de uitvoering ervan die

dit verhindert. Prestatiebekostiging is volgens de KNMP nog steeds het uitgangspunt voor

apothekers om optimale zorg en kwaliteit te kunnen leveren. Steek dus tijd in het verbeteren

van de uitvoering binnen het huidige systeem, en niet in het ontwikkelen van een andere

systematiek die opnieuw opstartproblemen met zich meebrengt. De KNMP treedt met haar

stakeholders graag in overleg om op de korst mogelijke termijn concrete verbeteringen te

realiseren in de zorgpraktijk en het contracteringsproces.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 11 07-03-12 14:26

Hoofdstuk1

Hoofdstuk2

Hoofdstuk3

Onderzoeksresultaten

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 12 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

13

Inhoud

Inleiding 14

1.1 Aanleiding 15

1.2 Doel 15

1.3 Methodiekenverantwoording 16

Onderzoeksresultaten 18

2.1 Contracteringsproces 19

2.2 Financiëledruk 22

2.3 Strategischeinkoop 24

2.4 Patiëntveiligheideninformatie 26

2.5 Zorgprestaties 28

2.6 Werkdruk 29

Conclusiesenaanbevelingen 32

3.1 Conclusies 33

3.2 Aanbevelingenenvervolg 35

Colofon 39

Hoofdstuk1

Hoofdstuk2

Hoofdstuk3

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 13 07-03-12 14:26

14

HooFDStuk1

Inleiding

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 14 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

15

1.1 AanleidingHet jaar 2012 heeft ingrijpende veranderingen voor de farmacie met zich meegebracht.

Niet langer worden de tarieven vastgesteld door de marktmeester NZa, maar voortaan

is het aan zorgverzekeraars en zorgverleners om hierover tot overeenstemming te komen.

Deze afspraken moeten zij maken binnen het nieuwe kader van nieuw omschreven prestaties

farmaceutische zorg. In 2011 stelde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in totaal elf prestaties

farmaceutische zorg vast, waarvan er vijf door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ)

zijn aangewezen als verzekerde zorg. De zorgverzekeraar heeft de plicht deze vijf prestaties

voor haar verzekerden voldoende in te kopen bij zorgaanbieders. Met de prestatiebekostiging

en vrije prijzen wil de minister de farmaceutische patiëntenzorg verbeteren en meer ruimte

bieden voor innovatie.

Om aan te geven binnen welk kader de onderhandelingen plaats zouden moeten vinden,

heeft de NZa in 2010 zogenaamde Good Contracting Practices opgesteld voor zorgverzeke-

raars en vrije beroepsbeoefenaren. Deze hebben onder andere betrekking op informatie-

stromen, tijdspad en transparantie gedurende het onderhandelingsproces. Apothekers

gaven echter aan dat zij tijdens het contracteringsproces en bij de zorgverlening tegen

problemen aanliepen die de veranderingen in de farmaceutische zorg met zich meebrachten.

Als beroepsorganisatie streeft de KNMP naar optimale farmaceutische zorg voor de patiënt.

Ernstige signalen kunnen dan ook niet onbeantwoord blijven. Om deze signalen te kwantifi-

ceren en kwalificeren, heeft de KNMP een uitgebreid onderzoek uitgevoerd onder apothekers.

Het is bovendien conform de Good Contracting Practises dat een brancheorganisatie het

contracteerproces evalueert.

1.2 DoelMet dit onderzoek wil de KNMP de gevolgen voor de farmaceutische zorg van de overgang

naar prestatiebekostiging en vrije tarieven in kaart brengen. Het onderzoek richt zich onder

andere op het contracteringsproces, de informatievoorziening, de werkdruk en het behalen

van de doelstellingen die met deze systeemwijziging beoogd werden. Er is hierbij nadrukkelijk

gelet op wat de gevolgen zijn voor de patiënt. Het onderzoek zou een antwoord moeten

geven op de vraag of de veranderingen leiden tot incidentele of landelijke problemen in de

farmaceutische zorg, en wat de voornaamste knelpunten zijn. De uitkomsten van dit onder-

zoek dienen voor de KNMP als voedingsbodem om in overleg te treden met partijen om op

de kortst mogelijke termijn verbeteringen te realiseren.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 15 07-03-12 14:26

16

1.3 Methodiek en verantwoordingVoor dit onderzoek is een enquête ontwikkeld met 39 vragen. Alle 1997 apotheken in

Nederland kregen tussen 20 januari en 28 februari 2012 de gelegenheid om deze online en

anoniem in te vullen. In totaal hebben 447 gevestigd en beherend apothekers meegewerkt.

Dit is ruim 22% van de doelgroep.

De vragen uit de enquête zijn opgesteld op basis van signalen uit het veld. Onder andere

via de speciale ‘Helpdesk 2012’ van de KNMP hebben apothekers hun ervaringen gemeld

over het contracteringsproces en praktische uitwerkingen van de veranderingen in de

farmaceutische zorg. Deze signalen zijn gebundeld en via dit onderzoek getoetst aan een

landelijk representatieve groep van gevestigd en beherend apothekers.

De enquête is door verschillende soorten apothekers uit het gehele land ingevuld. Naast

een landelijk beeld zijn ook regionale verschillen en verschillen per zorgverzekeraar te

onderscheiden. Niet alleen openbare apothekers, maar ook keten-, dienst- en poliklinische

apothekers hebben meegedaan. De antwoorden per type apotheek vertoonden geen

significante verschillen en geven daarmee een beeld van de gehele apothekerspopulatie.

Deelnemers aan de enquête hebben alleen vragen over het contracteringsproces beantwoord

indien zij in een eerder stadium hebben aangegeven de contractering niet in handen van

een externe partij te hebben gelegd. Gelet op het aantal deelnemers en de trend in de

beantwoording kan worden geconcludeerd dat de enquête een representatief beeld geeft.

Tijdens een reeks van negen districtsledenbijeenkomsten in februari heeft de KNMP de

voorlopige resultaten aan haar leden voorgelegd, conform de Delphi-onderzoeksmethode.

Op deze manier werden bij de diverse ledenpanels de voorlopige onderzoeksresultaten

getoetst en werd aanvullende informatie verzameld. Ook dit is meegenomen in het

onderzoeksrapport.

Bij de totstandkoming van dit onderzoeksrapport is nauw samengewerkt met de Stichting

Farmaceutische Kengetallen (SFK). Verschillende publicaties van de SFK zijn gebruikt als

spiegel- en aanvullende informatie en completeren daarmee de uitkomsten van de enquête.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 16 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

17

Het volgende hoofdstuk geeft een overzicht van de enquêteresultaten aan de hand van

de centrale thema’s uit het onderzoek: contracteringsproces, financiële druk, preferentie-

beleid, patiëntveiligheid en informatie, zorgprestaties en werkdruk.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 17 07-03-12 14:26

18

HooFDStuk2

Onderzoeks resultaten

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 18 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

19

2.1 ContracteringsprocesVanaf 2012 stelt de marktmeester NZa niet langer de maximumtarieven vast voor de prestaties

farmaceutische zorg. Het is aan zorgverzekeraars en apothekers om hierover afspraken te

maken. Hiermee verandert de status van een contract. Een contract is niet langer voorspel-

baar, maar verschijnt in verschillende vormen en is hierdoor niet eenvoudig te beoordelen.

Uit de antwoorden blijkt dat het contracteringsproces erg laat op gang is gekomen. 64% van

de apothekers geeft aan pas na 1 december een eerste contractvoorstel te hebben ontvangen.

In de Good Contracting Practises, zoals de NZa deze in december 2010 opstelde voor zorg-

verzekeraars en vrije beroepsbeoefenaren, is echter vastgesteld dat zorgverzekeraars tijdig

het procesverloop van de contractering communiceren richting de beroepsgroep. Bovendien

is december traditiegetrouw de meest drukke maand in de apotheek. Patiënten halen bij

voorkeur in december nog hun medicijnen om te voorkomen dat zij deze in het nieuwe jaar

via het eigen risico moeten betalen.

Patiënten weten bij de keuze voor een zorgpolis niet of zij bij een apotheek terecht kunnen voor

hun verzekerde zorg, omdat de meeste apotheken pas in december een eerste contractvoorstel

ontvangen van verzekeraars. Dit is echter wel informatie waar de patiënt recht op heeft.

Uit het onderzoek blijkt bovendien dat onderhandelen over het contractvoorstel voor veel

apothekers onmogelijk was. Slechts één op die tien apothekers lukte het om het standaard-

contract van de verzekeraar aan te laten passen naar de eigen situatie. Apothekers mogen

niet gezamenlijk onderhandelen met de zorgverzekeraar wanneer zij geen economische

eenheid vormen. Uit het onderzoek blijkt voorts dat slechts 37% van de apothekers zelf een

contractvoorstel richting zorgverzekeraars heeft gedaan. Dit wordt door veel apothekers

gemotiveerd met het argument dat zij zich geen interessante gesprekspartner voelen voor

een (regionaal dominante) verzekeraar. Ook in de beantwoording van vragen over de

contracten wordt dit beeld gecreëerd: de 60% van de apothekers die vragen hebben gesteld

over de contracten geven aan dat de grootste vier zorgverzekeraars vaker geen (15%) of een

onduidelijk antwoord (53%) gaven dan een duidelijk antwoord (33%).

Wanneer onderhandelen niet of nauwelijks mogelijk is, is de vraag wat voor apothekers de

belangrijkste redenen zijn om wel of niet te tekenen. Uit het onderzoek is gebleken dat de

regionale dominantie van zorgverzekeraars de voornaamste reden is om een contract te

tekenen. 63% van de apothekers geeft dit als voornaamste reden aan. Wanneer een zorg-

verzekeraar een te groot deel van het aantal patiënten vertegenwoordigt, is het niet onder-

tekenen van een contract bijna geen optie. Ruim 95% van de apotheken heeft te maken met

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 19 07-03-12 14:26

20

minimaal één dominante verzekeraar. De meest voorkomende secundaire redenen om te

tekenen waren angst om patiënten te verliezen en om gedoe aan de balie te voorkomen.

Ook de SFK heeft in het najaar van 2011 al aangetoond hoe sterk regionaal de verzekeraars

georganiseerd zijn (Pharmaceutisch Weekblad 17 november 2011). Op de bladzijde hiernaast is

bijvoorbeeld te zien dat meer dan 80% van de verzekerden in de regio Friesland is aangesloten

bij één verzekeraar. Het afsluiten van een contract met de regionaal dominante verzekeraar is

voor een apotheek dan ook van levensbelang. Apothekers hebben vaak noodgedwongen

contracten getekend waarvan zij de consequenties niet kunnen overzien, omdat er complexe

risico’s in de contractvoorwaarden zijn opgenomen (zie 2.2).

Bovendien stellen apothekers vast dat er door de late contractering grotere administratieve

problemen zijn ontstaan voor de apotheek en de patiënt, omdat apotheekteams te weinig

tijd hebben gehad om zich goed voor te bereiden. De apotheekinformatiesystemen waren op

1 januari 2012 nog niet aangepast aan den nieuwe situatie, waardoor apothekers geleverde

prestaties en middelen niet correct konden registreren, laat staan declareren. Bijna 68% van

de apothekers beschikte niet over de gecontracteerde prijzen voor genees-en hulpmiddelen.

0% 20% 40% 60%

30,0%

10,6%

59,5%

Is het gelukt om het standaardcontract van de zorgverzekeraar aan te passen naar uw situatie?

Ja

Nee, de zorgverzekeraardeed een niet-onderhandelbaar

aanbod

De zorgverzekeraar heeft zijn eerste aanbod later bijgesteld,

maar dat had geen directe relatie met mijn

onderhandelingsproces

0% 10% 20% 30% 40% 50%

0,5%

13,3%

38,8%

43,6%

3,8%

Nu de contracten voor 2012 zijn getekend, hoe schat u uw bedrijfsresultaat van dit jaar in ten opzichte van 2011?

+5% of meer

0%

-5%

-10% of minder

Weet ik niet

0% 20% 40% 60% 80%

32,2%

67,8%

Waren op 1 januari 2012 de gecontracteerde prijzen voor genees- en hulpmiddelen beschikbaar in uw apotheekinformatiesysteem?

Ja

Nee

0%

10%

20%

30%

40%

Agis-Achmea

36,5%

Coöperatieve VGZ

19,3%

Menzis

14,8%

CZ

17,9%

de Friesland

5,2%

Zorg & Zekerheid

3,8%

DSW

2,5%

Salland

1,3%

Geen dominantezorgverzekeraar

4,5%

Is er in uw regio een dominante zorgverzekeraar (minimaal 40% van uw patiënten)?

0% 20% 40% 60% 80% 100%

8,7%

91,3%

Indien een contract van een zorgverzekeraar werkt met zogenaamde historische taxeprijzen:Heeft u een realistische inschatting kunnen maken van hoe groot het bedrijfseconomisch risico voor u maximaal is?

Ja

Nee

0% 20% 40% 60%

30,0%

10,6%

59,5%

Is het gelukt om het standaardcontract van de zorgverzekeraar aan te passen naar uw situatie?

Ja

Nee, de zorgverzekeraardeed een niet-onderhandelbaar

aanbod

De zorgverzekeraar heeft zijn eerste aanbod later bijgesteld,

maar dat had geen directe relatie met mijn

onderhandelingsproces

0% 10% 20% 30% 40% 50%

0,5%

13,3%

38,8%

43,6%

3,8%

Nu de contracten voor 2012 zijn getekend, hoe schat u uw bedrijfsresultaat van dit jaar in ten opzichte van 2011?

+5% of meer

0%

-5%

-10% of minder

Weet ik niet

0% 20% 40% 60% 80%

32,2%

67,8%

Waren op 1 januari 2012 de gecontracteerde prijzen voor genees- en hulpmiddelen beschikbaar in uw apotheekinformatiesysteem?

Ja

Nee

0%

10%

20%

30%

40%

Agis-Achmea

36,5%

Coöperatieve VGZ

19,3%

Menzis

14,8%

CZ

17,9%

de Friesland

5,2%

Zorg & Zekerheid

3,8%

DSW

2,5%

Salland

1,3%

Geen dominantezorgverzekeraar

4,5%

Is er in uw regio een dominante zorgverzekeraar (minimaal 40% van uw patiënten)?

0% 20% 40% 60% 80% 100%

8,7%

91,3%

Indien een contract van een zorgverzekeraar werkt met zogenaamde historische taxeprijzen:Heeft u een realistische inschatting kunnen maken van hoe groot het bedrijfseconomisch risico voor u maximaal is?

Ja

Nee

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 20 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

21

Voor genees-en hulpmiddelen geeft 26% van de apothekers aan dat zij deze (ten tijde van

het onderzoek) niet correct kunnen declareren. 24% kan dit wel. Voor zorgprestaties kan

39% niet correct declareren, tegenover 32% wel.

Het overige deel van de apothekers geeft aan hierover nog geen zekerheid te hebben.

In contracten zijn de systeemrisico’s bij de apotheek neergelegd. De benodigde prijsbestanden

komen vaak pas beschikbaar nadat de zorg is verleend, waardoor het indienen van de

declaratie later (opnieuw) moet plaatsvinden. Deze prijsbestanden zijn bovendien niet

deugdelijk getest. Daarnaast heeft tweederde van de apotheken problemen gehad met het

controleren van de verzekerde status van een patiënt, wat voornamelijk het gevolg was van

veranderingen in de labels van een verzekeringsmaatschappij. Voorts worden in sommige

gevallen declaraties afgewezen op grond van informatie waar een apotheker geen beschik-

Verzekeraars met het grootste marktaandeel per regio in 2011

Achmea

CZ

DSW

Menzis

UVIT

Zorg en Zekerheid

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 21 07-03-12 14:26

22

king over kan hebben. De apotheker beschikt in tegenstelling tot de verzekeraar niet over

een landelijke administratie per patiënt, en moet dus afgaan op zijn eigen informatiesysteem

en navraag bij de patiënt. Toch worden er nu ondanks deze inspanning van de apotheker

declaraties afgewezen, terwijl de zorg reeds heeft plaatsgevonden.

2.2 Financiële drukAls gevolg van de geringe onderhandelingsruimte bij het afsluiten van contracten verwachten

apothekers dit jaar een significant lager bedrijfsresultaat. De SFK heeft reeds berekend dat,

bij een vergelijking van de maximumtarieven in 2011 en de basiscontracten in 2012, voor de

helft van de apotheken de tariefinkomsten in 2012 dalen met 4,0% tot 4,7% (PW 5 januari

2012). Ruim 80% van de apothekers geeft aan te verwachten dat het totale bedrijfsresultaat

over 2012 minimaal 5% lager is dan in 2011. Minder dan 1% van alle apothekers geeft aan in

2012 een beter bedrijfsresultaat te verwachten dan in 2011. De gehele farma ceutische zorg

rekent dus op financiële tegenwind.

Verschillende zorgverzekeraars hebben, o.a. in hun contracten, aangegeven dat het budget

voor 2012 gelijkgesteld is aan het budget van het voorgaande jaar. Maar er wordt, als gevolg

van vergrijzing en toegenomen levensverwachting, in 2012 een volumestijging van 5%

verwacht. In een contract van een grote zorgverzekeraar staat hierover het volgende:

0% 20% 40% 60%

30,0%

10,6%

59,5%

Is het gelukt om het standaardcontract van de zorgverzekeraar aan te passen naar uw situatie?

Ja

Nee, de zorgverzekeraardeed een niet-onderhandelbaar

aanbod

De zorgverzekeraar heeft zijn eerste aanbod later bijgesteld,

maar dat had geen directe relatie met mijn

onderhandelingsproces

0% 10% 20% 30% 40% 50%

0,5%

13,3%

38,8%

43,6%

3,8%

Nu de contracten voor 2012 zijn getekend, hoe schat u uw bedrijfsresultaat van dit jaar in ten opzichte van 2011?

+5% of meer

0%

-5%

-10% of minder

Weet ik niet

0% 20% 40% 60% 80%

32,2%

67,8%

Waren op 1 januari 2012 de gecontracteerde prijzen voor genees- en hulpmiddelen beschikbaar in uw apotheekinformatiesysteem?

Ja

Nee

0%

10%

20%

30%

40%

Agis-Achmea

36,5%

Coöperatieve VGZ

19,3%

Menzis

14,8%

CZ

17,9%

de Friesland

5,2%

Zorg & Zekerheid

3,8%

DSW

2,5%

Salland

1,3%

Geen dominantezorgverzekeraar

4,5%

Is er in uw regio een dominante zorgverzekeraar (minimaal 40% van uw patiënten)?

0% 20% 40% 60% 80% 100%

8,7%

91,3%

Indien een contract van een zorgverzekeraar werkt met zogenaamde historische taxeprijzen:Heeft u een realistische inschatting kunnen maken van hoe groot het bedrijfseconomisch risico voor u maximaal is?

Ja

Nee

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 22 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

23

VERREKENING BIj AFWIjKING VAN LANDELIjKE GEMIDDELDE VOLUMESTIjGING

Zoalsvermeldishierbijhetuitgangspuntdathetbudgetvoorfarmaceutischezorg

in2012gelijkblijftaan2011.Doorvooraftecorrigerenvoordeverwachtelandelijke

volumegroeivan5%inaantallenreceptregelswordtditgewaarborgd.

Budgetneutraal contracteren betekent voor verzekeraars de volumegroei corrigeren door

de tarieven te verlagen. Maar een hoger volume betekent voor een apotheek ook meer werk

en dus hogere kosten. De mogelijkheid om het verschil via andere zorgprestaties terug

te verdienen ontbreekt bij de meeste verzekeraars. Ook heeft een apotheker vanwege zijn

zorgplicht geen mogelijkheid om de volumestijging te beïnvloeden. Apothekers worden

dus geacht meer zorg te leveren tegen lagere tarieven en een lager bedrijfsresultaat.

Dit betekent dat er minder ruimte is voor aandacht voor de individuele patiënt.

Bovendien lopen apothekers tegen nieuwe bedrijfsrisico’s aan, die haaks staan op het

belang van de patiënt. Enkele grote zorgverzekeraars hanteren een zogenaamde historische

prijs als maximumprijs. Dit betekent dat wanneer de prijs van een geneesmiddel stijgt,

een apotheker dit middel met verlies aan de patiënt aflevert. Omgekeerd werkt het niet zo:

wanneer de prijs van een geneesmiddel daalt, dan declareert de apotheker deze lagere prijs.

De apotheker kan hier zelf geen invloed op uitoefenen. Het risico op stijgende prijzen van

geneesmiddelen wordt dus afgewenteld op de apotheker. Maar bovenal is de situatie waarin

een patiënt een apotheker geld kost nooit goed voor de kwaliteit van de zorgverlening.

0% 20% 40% 60%

30,0%

10,6%

59,5%

Is het gelukt om het standaardcontract van de zorgverzekeraar aan te passen naar uw situatie?

Ja

Nee, de zorgverzekeraardeed een niet-onderhandelbaar

aanbod

De zorgverzekeraar heeft zijn eerste aanbod later bijgesteld,

maar dat had geen directe relatie met mijn

onderhandelingsproces

0% 10% 20% 30% 40% 50%

0,5%

13,3%

38,8%

43,6%

3,8%

Nu de contracten voor 2012 zijn getekend, hoe schat u uw bedrijfsresultaat van dit jaar in ten opzichte van 2011?

+5% of meer

0%

-5%

-10% of minder

Weet ik niet

0% 20% 40% 60% 80%

32,2%

67,8%

Waren op 1 januari 2012 de gecontracteerde prijzen voor genees- en hulpmiddelen beschikbaar in uw apotheekinformatiesysteem?

Ja

Nee

0%

10%

20%

30%

40%

Agis-Achmea

36,5%

Coöperatieve VGZ

19,3%

Menzis

14,8%

CZ

17,9%

de Friesland

5,2%

Zorg & Zekerheid

3,8%

DSW

2,5%

Salland

1,3%

Geen dominantezorgverzekeraar

4,5%

Is er in uw regio een dominante zorgverzekeraar (minimaal 40% van uw patiënten)?

0% 20% 40% 60% 80% 100%

8,7%

91,3%

Indien een contract van een zorgverzekeraar werkt met zogenaamde historische taxeprijzen:Heeft u een realistische inschatting kunnen maken van hoe groot het bedrijfseconomisch risico voor u maximaal is?

Ja

Nee

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 23 07-03-12 14:26

24

Een concreet voorbeeld hiervan is het groeihormoon genotropin. De oktoberprijs van dit

geneesmiddel, die door enkele verzekeraars als maximumprijs wordt gehanteerd, bedroeg

€ 375,80. In januari was de prijs van dit geneesmiddel echter € 581,38. Indien een patiënt dit

geneesmiddel afneemt, legt de apotheker hier dus € 205,58 op toe, per patiënt en per eenheid.

Een apotheker krijgt dus een negatieve financiële prikkel: het kost hem geld om farma-

ceutische zorg op maat te leveren.

Naast deze factoren zijn er ook nog autonome ontwikkelingen die de financiële druk op

de sector verhogen. De sociale en pensioenpremies zijn dit jaar fors gestegen, waardoor

personeel aanzienlijk duurder is geworden. Daarnaast wordt de zogenoemde OVA-ruimte

(Overheidsbijdrage Arbeidsvoorwaarden-ontwikkeling, het door de overheid ter beschikking

gestelde percentage ten behoeve van inkomens- en arbeidsvoorwaardenontwikkeling) pas

op dit moment, na de contractering, vastgesteld. Bij het tekenen van de contracten konden

apothekers hier dus geen rekening mee houden, terwijl dit aspect wel aanzienlijke gevolgen

heeft voor de sector. Bij een groeiende vraag en complexiteit van zorg is het van groot belang

om de sector aantrekkelijk te houden en bekwaam personeel voor de patiëntenzorg te

behouden.

Ook heeft de eurocrisis nog gevolgen voor de kosten van geneesmiddelen. Voor veel genees-

middelen geldt dat de prijs wordt uitgedrukt in Engelse ponden. Door de huidige eurocrisis

is de euro ten opzichte van de pond gezakt, waardoor geneesmiddelen aanzienlijk duurder

zijn geworden.

2.3 Strategische inkoopHet door zorgverzekeraars geïnitieerde preferentiebeleid is in de afgelopen jaren succesvol

geweest in het bewerkstelligen van aanzienlijke bezuinigingen op de kosten van genees-

middelen. Deze strategische inkoop van zorgverzekeraars brengt echter ook veel logistieke

problemen met zich mee.

Nagenoeg alle apotheken (98%) geven aan dat er problemen zijn met de beschikbaarheid

van preferente middelen. In vrijwel alle gevallen is niet duidelijk welk alternatief middel in

plaats van de van de niet beschikbare preferente geneesmiddelen kan worden verstrekt, zo

blijkt uit dit onderzoek. Het duurt bij 70% van de respondenten minimaal twee weken voor-

dat een zorgverzekeraar een alternatief aanwijst. Dit betekent dat patiënten vaak worden

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 24 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

25

geconfronteerd met een ander (merk) medicijn, dat apothekers tegen eigen risico verstrekken.

Ook wordt in dergelijke situaties niet altijd de zorg vergoed. Een meerderheid van de

apothekers (53%) schat de kosten van afgekeurde declaraties over 2011 tussen de € 5.000

en € 20.000, terwijl 20% van de apothekers deze kosten zelfs nog hoger schat. Er zijn geen

consequenties voor leveranciers en zorgverzekeraars wanneer zij niet aan hun verplichtingen

kunnen voldoen rondom de beschikbaarheid van preferente middelen.

Ook hier werkt de timing van het contracteringsproces door. Zorgverzekeraars wijzen pas

in de laatste maanden van het jaar definitief de preferente middelen voor het komende jaar

aan. Fabrikanten willen geen risico lopen en wachten deze beslissing vaak af. Met als gevolg

dat zij de explosief toegenomen vraag van een als preferent aangewezen geneesmiddel niet

voldoende kunnen leveren. Voor de patiënt betekent dit dat hij (tijdelijk) een ander merk

geneesmiddel krijgt. Patiënten zijn hiervan vooraf niet op de hoogte en dus worden aan de

apotheekbalie de consequenties van het preferentiebeleid van zorgverzekeraars uitgelegd.

Daarnaast wordt de uitvoering van het preferentiebeleid bemoeilijkt doordat zorgverzekeraars

uitzonderingen en verschillende definities hanteren. Zo geldt bijvoorbeeld in sommige

gevallen dat alleen aan nieuwe gebruikers het preferente middel moet worden geleverd.

0% 20% 40% 60%

2,5%

0,9%

4,7%

37,6%

54,0%

Zijn alle middelen uit het voorkeursassortiment van de zorgverzekeraars leverbaar?

Geen problemen metde leverbaarheid

van preferente middelen

0-25 middelenniet leverbaar

26-50 middelenniet leverbaar

51-100 middelenniet leverbaar

101-150 middelenniet leverbaar

151-200 middelenniet leverbaar

Meer dan 200 middelenniet leverbaar

0% 20% 40% 60% 80%

61,4%

0,3%

0,3%

26,5%

11,8%

Constateert u dat patiënten minder vaak maagzuurremmers afnemen, omdat zij hiervoor zelf moeten betalen?

Ja, patiënten willen hierniet voor betalen en

lopen zonder geneesmid...

Ja, patiënten gaan terugnaar de voorschrijver

Nee, ik zie niet ofnauwelijks verschil

Nee, er worden juistmeer maagzuurremmers

verstrekt dit jaar

0% 10% 20%5% 15% 25%

9,3%

23,9%

8,9%

13,9%

23,6%

20,5%

Indien u heeft gemeld dat een preferent middel niet leverbaar is, hoe lang duurt het gemiddeld voordat een zorgverzekeraar een alternatief middel aanwijst?

Een of enkele werkdagen

Een week

Twee weken

Een maand

Twee maanden

Langer dan twee maanden 0% 20% 40%10% 30% 50%

5,9%

34,7%

8,8%

45,9%

4,7%

Voor hoeveel van uw patiënten heeft u contracten met zorgverzekeraars afgesloten?

Minder dan 70%

70-79%

80-89%

90-98%

99-100%

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 25 07-03-12 14:26

26

Bestaande gebruikers hoeven niet te wisselen van genees-of hulpmiddel. Dergelijke uitzon-

deringen kan een apotheker niet uit zijn systeem halen en ook de uitvoering hiervan wordt

niet ondersteund. Dit betekent voor de apotheker dat er een aparte administratie van alle

uitzonderingen van zorgverzekeraars nodig is en dat het apotheekteam hiervoor aanvullende

instructies moet krijgen. Door deze uitzonderingen nemen de administratieve lasten en de

kans op fouten toe. Daarnaast hanteren verzekeraars een verschillende interpretatie van het

begrip ‘medische noodzaak’, de enig toegestane voorwaarde voor apothekers om van het

preferentiebeleid af te wijken. Sommige verzekeraars laten deze beoordeling over aan de

apotheker; andere zorgverzekeraars juist weer niet. Doorgaans betekent de medische nood-

zaak dat er een geneesmiddel wordt verstrekt dat duurder is dan het preferente middel.

In sommige contracten wordt dit financiële risico bij de apotheker neergelegd, terwijl hij

hier in beginsel geen invloed op kan uitoefenen.

2.4 Patiëntveiligheid en informatieOok de patiënt merkt dat de farmaceutische zorg er per 1 januari 2012 aanmerkelijk anders

uitziet. Wat niet is veranderd, is dat zijn apotheek nog steeds bereikbare, laagdrempelige en

veilige zorg aanbiedt. Maar er hangt nu wel een prijslijst voor de prestaties farmaceutische

0% 20% 40% 60%

2,5%

0,9%

4,7%

37,6%

54,0%

Zijn alle middelen uit het voorkeursassortiment van de zorgverzekeraars leverbaar?

Geen problemen metde leverbaarheid

van preferente middelen

0-25 middelenniet leverbaar

26-50 middelenniet leverbaar

51-100 middelenniet leverbaar

101-150 middelenniet leverbaar

151-200 middelenniet leverbaar

Meer dan 200 middelenniet leverbaar

0% 20% 40% 60% 80%

61,4%

0,3%

0,3%

26,5%

11,8%

Constateert u dat patiënten minder vaak maagzuurremmers afnemen, omdat zij hiervoor zelf moeten betalen?

Ja, patiënten willen hierniet voor betalen en

lopen zonder geneesmid...

Ja, patiënten gaan terugnaar de voorschrijver

Nee, ik zie niet ofnauwelijks verschil

Nee, er worden juistmeer maagzuurremmers

verstrekt dit jaar

0% 10% 20%5% 15% 25%

9,3%

23,9%

8,9%

13,9%

23,6%

20,5%

Indien u heeft gemeld dat een preferent middel niet leverbaar is, hoe lang duurt het gemiddeld voordat een zorgverzekeraar een alternatief middel aanwijst?

Een of enkele werkdagen

Een week

Twee weken

Een maand

Twee maanden

Langer dan twee maanden 0% 20% 40%10% 30% 50%

5,9%

34,7%

8,8%

45,9%

4,7%

Voor hoeveel van uw patiënten heeft u contracten met zorgverzekeraars afgesloten?

Minder dan 70%

70-79%

80-89%

90-98%

99-100%

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 26 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

27

zorg in de apotheek. Deze is van toepassing is indien de patiënt verzekerd is bij een zorg-

verzekeraar waarmee de betreffende apotheek geen contract heeft afgesloten. Ook geldt hij

bij de verstrekking van geneesmiddelen waarvan de vergoeding niet in het basispakket zit.

Beide situaties komen door de veranderingen in het basispakket en in contracten steeds vaker

voor. Patiënten blijken echter in veel gevallen niet op de hoogte te zijn van de veranderingen

in de farmaceutische zorg. Zo geeft 68% van de apothekers aan dat de meeste patiënten niet

weten dat maagzuurremmers alleen nog onder voorwaarden worden vergoed. Naast het feit

dat dit tot discussie aan de apotheekbalie leidt, blijkt uit dit onderzoek ook dat veel patiënten

niet voor het geneesmiddel wensen te betalen en zonder genees middel de apotheek verlaten.

Dit verhoogt de kans op maagbloedingen, waarmee op termijn op macroniveau de gezond-

heidskosten kunnen oplopen. Daarnaast ontvangt de KNMP veel vragen van patiënten over

hun rekening nu de prijzen voor het geneesmiddel en de (wettelijk verplichte) farmaceutische

zorg gescheiden vermeld worden. De vrije tariefvorming heeft ertoe geleid dat de prijs van

hetzelfde geneesmiddel per zorgverzekeraar, per zorgpolis en per apotheek kan verschillen.

In de meeste gevallen bepalen de gemaakte afspraken tussen de zorgverzekeraar en apotheker

de hoogte van deze bedragen. In de praktijk leidt dit tot op heden vooral tot gedoe aan de

apotheekbalie.

EEN APOTHEKERSASSISTENTE CITEERT EEN PATIëNT TIjDENS EEN DISTRICTSLEDENBIjEENKOMST:

“Indeapotheekwordtsteedsmeertijdbesteedaanhetuitleggenvanallerleiregel-

geving,waardoorermindertijdoverblijftomovermedicijngebruiktespreken.”

0% 20% 40% 60%

2,5%

0,9%

4,7%

37,6%

54,0%

Zijn alle middelen uit het voorkeursassortiment van de zorgverzekeraars leverbaar?

Geen problemen metde leverbaarheid

van preferente middelen

0-25 middelenniet leverbaar

26-50 middelenniet leverbaar

51-100 middelenniet leverbaar

101-150 middelenniet leverbaar

151-200 middelenniet leverbaar

Meer dan 200 middelenniet leverbaar

0% 20% 40% 60% 80%

61,4%

0,3%

0,3%

26,5%

11,8%

Constateert u dat patiënten minder vaak maagzuurremmers afnemen, omdat zij hiervoor zelf moeten betalen?

Ja, patiënten willen hierniet voor betalen en

lopen zonder geneesmid...

Ja, patiënten gaan terugnaar de voorschrijver

Nee, ik zie niet ofnauwelijks verschil

Nee, er worden juistmeer maagzuurremmers

verstrekt dit jaar

0% 10% 20%5% 15% 25%

9,3%

23,9%

8,9%

13,9%

23,6%

20,5%

Indien u heeft gemeld dat een preferent middel niet leverbaar is, hoe lang duurt het gemiddeld voordat een zorgverzekeraar een alternatief middel aanwijst?

Een of enkele werkdagen

Een week

Twee weken

Een maand

Twee maanden

Langer dan twee maanden 0% 20% 40%10% 30% 50%

5,9%

34,7%

8,8%

45,9%

4,7%

Voor hoeveel van uw patiënten heeft u contracten met zorgverzekeraars afgesloten?

Minder dan 70%

70-79%

80-89%

90-98%

99-100%

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 27 07-03-12 14:26

28

Er is ook onderzocht voor welk deel van de patiëntenpopulatie een contract is afgesloten.

Uiteraard is een apotheek erbij gebaat om voor zoveel mogelijk van zijn patiënten een contract

af te sluiten. Echter, ruim één op de tien apotheken geeft aan dat er voor minder dan 80%

van de patiënten contracten zijn afgesloten met zorgverzekeraars. In het onderzoek gaven

apothekers als belangrijkste redenen aan om geen contract te sluiten met een zorgverzekeraar

de te lage financiële voorwaarden (31%), gevolgd door een te gering aantal patiënten om het

(preferentie)beleid van de zorgverzekeraar rendabel te kunnen uitvoeren (19%).

Voor patiënten betekent dit dat zij steeds vaker zelf aan de balie voor hun zorg en medicijnen

moeten betalen. Wanneer hun zorgverzekeraar immers geen contract heeft met de apotheek,

moeten zij zelf de kosten voorschieten en krijgen zij deze lang niet altijd vergoed.

Uit het onderzoek blijkt dat patiënten dit vaak niet weten. Dit leidt ertoe dat apotheekteams

relatief meer tijd spenderen aan het uitleggen van regelgeving dan aan daadwerkelijke

zorgverlening.

2.5 ZorgprestatiesSommige zorgprestaties die zijn aangewezen als verzekerde zorg, worden niet voldoende

ingekocht in de eerstelijnszorg. In dit onderzoek is apothekers gevraagd welke zorgprestaties

zijn gecontracteerd bij de dominante zorgverzekeraar. De resultaten laten zien dat de prestatie

‘terhandstelling’ in 97% van de gevallen is gecontracteerd, en dat de andere vier prestaties

0% 20% 40% 60%

2,5%

0,9%

4,7%

37,6%

54,0%

Zijn alle middelen uit het voorkeursassortiment van de zorgverzekeraars leverbaar?

Geen problemen metde leverbaarheid

van preferente middelen

0-25 middelenniet leverbaar

26-50 middelenniet leverbaar

51-100 middelenniet leverbaar

101-150 middelenniet leverbaar

151-200 middelenniet leverbaar

Meer dan 200 middelenniet leverbaar

0% 20% 40% 60% 80%

61,4%

0,3%

0,3%

26,5%

11,8%

Constateert u dat patiënten minder vaak maagzuurremmers afnemen, omdat zij hiervoor zelf moeten betalen?

Ja, patiënten willen hierniet voor betalen en

lopen zonder geneesmid...

Ja, patiënten gaan terugnaar de voorschrijver

Nee, ik zie niet ofnauwelijks verschil

Nee, er worden juistmeer maagzuurremmers

verstrekt dit jaar

0% 10% 20%5% 15% 25%

9,3%

23,9%

8,9%

13,9%

23,6%

20,5%

Indien u heeft gemeld dat een preferent middel niet leverbaar is, hoe lang duurt het gemiddeld voordat een zorgverzekeraar een alternatief middel aanwijst?

Een of enkele werkdagen

Een week

Twee weken

Een maand

Twee maanden

Langer dan twee maanden 0% 20% 40%10% 30% 50%

5,9%

34,7%

8,8%

45,9%

4,7%

Voor hoeveel van uw patiënten heeft u contracten met zorgverzekeraars afgesloten?

Minder dan 70%

70-79%

80-89%

90-98%

99-100%

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 28 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

29

hier ver bij achterblijven. De meest in het oog springende zijn de farmaceutische zorg voor

patiënten bij opname in of ontslag uit het ziekenhuis. Minder dan 8% van de apothekers

geeft aan deze prestaties te hebben gecontracteerd. Conform de richtlijnen horen apothekers

in zowel de eerste als de tweede lijn zorgprestaties te leveren bij opname in en ontslag

uit het ziekenhuis. De Inspectie voor de Gezondheidszorg handhaaft ook op de Richtlijn

Medicatieoverdracht, waarin dit is vastgelegd. Een apotheker wordt hier dus wel op

gecontroleerd, maar vaak niet voor gehonoreerd.

Er is overigens een belangrijk verschil tussen contracteren en honoreren: niet alle zorg die

gecontracteerd is, wordt ook daadwerkelijk gehonoreerd. Sommige zorgverzekeraars vragen

apothekers namelijk deze zorgprestaties wel te registreren, maar vergoeden deze tegen een

nultarief of tegen één eurocent. Dit betekent dat het tarief voor de terhandstelling door

sommige zorgverzekeraars wordt beschouwd als een ‘all-in-tarief’. Zo is het aantal apothekers

dat een expliciete vergoeding ontvangt voor bijvoorbeeld de prestatie ‘Instructie patiënt

UR-geneesmiddel gerelateerd hulpmiddel’ lager dan de bijna 47% die aangeeft dat deze

prestatie is gecontracteerd.

Geen enkele van de apothekers die hebben deelgenomen aan dit onderzoek heeft aangegeven

dat de zogenaamde facultatieve zorgprestatie, de ruimte voor de innovatieve zorg, is gecon-

tracteerd. Er wordt dus geen gebruik gemaakt van de ruimte om via de prestatiebekostiging

innovatie binnen de farmaceutische zorg te stimuleren. Daarnaast geven nagenoeg alle

0% 40% 80%20% 60% 100%

97,3%

7,0%

47,6%

7,3%

46,6%

Welke prestaties heeft u bij de dominante zorgverzekeraars gecontracteerd?(meerdere antwoorden mogelijk)

Terhandstelling van eenUR-geneesmiddel (inclusief

deelprestaties/t...

Instructie patiëntUR-geneesmiddel-

gerelateerd hulpmiddel

Medicatiebeoordelingchronisch

UR-geneesmiddelgebruik

Farmaceutische begeleidingbij ziekenhuisopname

of polikliniekbezoek

Farmaceutischebegeleiding i.v.m. ontslag

uit het ziekenhuis

0% 40% 80%20% 60%

3,8%

0,3%

28,1%

Wat is het effect van de veranderingen per 2012 op de werkdruk van de apotheker(s)?

0% 20% 40%10% 30% 50%

48,9%

0,3%

10,7%

0,3%

39,8%

Wat is het effect van de veranderingen per 2012 op de werkdruk van de apotheekassistenten?

De werkdruk issterk toegenomen

De werkdruk isietswat toegenomen

De werkdruk is min of meer gelijk gebleven

De werkdruk isietswat afgenomen

De werkdruk issterk afgenomen

De werkdruk issterk toegenomen

De werkdruk isietswat toegenomen

De werkdruk is min of meer gelijk gebleven

De werkdruk isietswat afgenomen

De werkdruk issterk afgenomen

67,8%

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 29 07-03-12 14:26

30

apothekers (99%) aan dat er, ondanks een eerdere toezegging van Zorgverzekeraars

Nederland (ZN), geen expliciete vergoeding plaatsvindt voor deelname aan het Landelijk

Schakelpunt (LSP). De doorstart van deze infrastructuur voor het uitwisselen van patiënt-

gegevens op regionale schaal werd mogelijk door afspraken van KNMP met andere zorg-

koepels. Via het LSP kunnen apothekers beslissingen op basis van relevante medische

gegevens, zoals medicijngebruik en gezondheidstoestand, beter uitvoeren. Om de goede

zorg en de veiligheid van de patiënt te kunnen garanderen, is accurate gegevensuitwisseling

onontbeerlijk. Deze innovatie wordt vooralsnog niet gehonoreerd door verzekeraars.

Het is de rol van de marktmeester NZa om te controleren of de verzekerde zorg voldoende is

ingekocht. Indien daarvan geen sprake is, mag verwacht worden dat zij hier tegen optreedt.

2.6 WerkdrukDe veranderingen in de farmaceutische zorg per 1 januari hebben consequenties voor de

werkdruk in de apotheek. Voor apothekersassistenten en in nog grotere mate voor apothekers

is deze sterk toegenomen. Dit constateert bijna 68% van de respondenten.

Al in 2010 constateerde de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA) in haar Arbeidsmarkt-

monitor: “De werkdruk in de apotheek is gestegen en is momenteel hoger dan ooit”.

Daar lijkt de omschakeling naar prestatiebekostiging en vrije prijzen, in combinatie met

de andere veranderingen in de farmaceutische zorg, nog een schep boven op te doen.

De toegenomen vraag naar farmaceutische zorg wordt door verzekeraars gecorrigeerd door

lagere tarieven, terwijl de toegenomen vraag voor de apotheek wel hogere kosten oplevert.

Er is dus geen ruimte om bijvoorbeeld extra personeel aan te trekken. De consequenties

hiervan zijn een hogere werkdruk en minder aandacht voor de individuele patiënt.

Daarnaast geeft bijna 90% van de apothekers aan dat de administratieve lastendruk als gevolg

van de veranderingen per 1 januari 2012 is toegenomen. Deze loopt op van één tot tien

minuten per patiënt. Meer administratieve lastendruk betekent minder tijd voor de patiënt.

Voor de gezondheidszorg als geheel is het van belang dat zoveel mogelijk zorg in de eerste

lijn wordt verleend. Het beleid van VWS is hierop gestoeld. Een patiënt heeft recht op farma-

ceutische zorg in de apotheek met persoonlijke aandacht. Het is dan ook van publiek

belang om voorwaarden te scheppen waarbinnen apothekers ook in de toekomst effectief,

veilig en doelmatig gebruik van geneesmiddelen kunnen bevorderen.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 30 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

31

QUOTE VAN EEN APOTHEKER UIT HET ONDERZOEK:

“Deadministratievelasttenbehoevevandeverzekeraarlooptdespuigatenuit.

Verderbrengthetvolgenvanalle(nieuwe)regelsenpreferentiebeleidenormveel

werkdrukmetzichmee...zondevandetijddiejebeteraanzorgkuntbesteden.”

0% 40% 80%20% 60% 100%

97,3%

7,0%

47,6%

7,3%

46,6%

Welke prestaties heeft u bij de dominante zorgverzekeraars gecontracteerd?(meerdere antwoorden mogelijk)

Terhandstelling van eenUR-geneesmiddel (inclusief

deelprestaties/t...

Instructie patiëntUR-geneesmiddel-

gerelateerd hulpmiddel

Medicatiebeoordelingchronisch

UR-geneesmiddelgebruik

Farmaceutische begeleidingbij ziekenhuisopname

of polikliniekbezoek

Farmaceutischebegeleiding i.v.m. ontslag

uit het ziekenhuis

0% 40% 80%20% 60%

3,8%

0,3%

28,1%

Wat is het effect van de veranderingen per 2012 op de werkdruk van de apotheker(s)?

0% 20% 40%10% 30% 50%

48,9%

0,3%

10,7%

0,3%

39,8%

Wat is het effect van de veranderingen per 2012 op de werkdruk van de apotheekassistenten?

De werkdruk issterk toegenomen

De werkdruk isietswat toegenomen

De werkdruk is min of meer gelijk gebleven

De werkdruk isietswat afgenomen

De werkdruk issterk afgenomen

De werkdruk issterk toegenomen

De werkdruk isietswat toegenomen

De werkdruk is min of meer gelijk gebleven

De werkdruk isietswat afgenomen

De werkdruk issterk afgenomen

67,8%

0% 40% 80%20% 60% 100%

97,3%

7,0%

47,6%

7,3%

46,6%

Welke prestaties heeft u bij de dominante zorgverzekeraars gecontracteerd?(meerdere antwoorden mogelijk)

Terhandstelling van eenUR-geneesmiddel (inclusief

deelprestaties/t...

Instructie patiëntUR-geneesmiddel-

gerelateerd hulpmiddel

Medicatiebeoordelingchronisch

UR-geneesmiddelgebruik

Farmaceutische begeleidingbij ziekenhuisopname

of polikliniekbezoek

Farmaceutischebegeleiding i.v.m. ontslag

uit het ziekenhuis

0% 40% 80%20% 60%

3,8%

0,3%

28,1%

Wat is het effect van de veranderingen per 2012 op de werkdruk van de apotheker(s)?

0% 20% 40%10% 30% 50%

48,9%

0,3%

10,7%

0,3%

39,8%

Wat is het effect van de veranderingen per 2012 op de werkdruk van de apotheekassistenten?

De werkdruk issterk toegenomen

De werkdruk isietswat toegenomen

De werkdruk is min of meer gelijk gebleven

De werkdruk isietswat afgenomen

De werkdruk issterk afgenomen

De werkdruk issterk toegenomen

De werkdruk isietswat toegenomen

De werkdruk is min of meer gelijk gebleven

De werkdruk isietswat afgenomen

De werkdruk issterk afgenomen

67,8%

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 31 07-03-12 14:26

32

HooFDStuk3

Conclusies en

aanbevelingen

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 32 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

33

3.1 ConclusiesMet dit onderzoek wil de KNMP de gevolgen voor de farmaceutische zorg van de overgang

naar prestatiebekostiging en vrije tarieven in kaart brengen, zowel voor de apotheker als

voor de patiënt. Doel is het beantwoorden van de vraag of de veranderingen leiden tot

incidentele of landelijke problemen in de farmaceutische zorg, en waar de belangrijkste

knelpunten liggen.

Uit het onderzoek blijkt dat de prestatiebekostiging nog niet de gewenste resultaten

oplevert. Er is nog geen sprake van een kwaliteitsverbetering van de patiëntenzorg, en even-

min van meer transparantie en mogelijkheden voor innovatie. De omschakeling naar het

nieuwe bekostigingssysteem brengt zowel in de aanloop als na de invoering landelijke en

structurele problemen met zich mee. Uit de antwoorden van de apothekers komen zeven

belangrijke knelpunten naar voren. Deze staan goede zorg aan patiënten in de weg.

1. Informatievoorziening aan patiënten is onvoldoende

Ondanks een informatiecampagne van de KNMP in samenwerking met VWS blijken patiënten

onvoldoende op de hoogte van veranderingen in de zorg, en de voorwaarden die een zorg-

verzekeraar stelt aan een vergoeding. Er ontstaan bij patiënten veel vragen over de prijzen

en vergoedingen van geneesmiddelen en de bijbehorende verplichte farmaceutische zorg.

Ook is voor patiënten niet duidelijk wat de gevolgen van het preferentiebeleid van de verze-

keraar zijn. Hierdoor zijn apotheekteams veel tijd kwijt aan het geven van uitleg over regel-

geving, en het beleid van de minister en verzekeraars aan de apotheekbalie. Dit gaat ten

koste van de tijd voor daadwerkelijke zorgverlening.

2. Nieuwe regelgeving maagzuurremmers leidt tot verhoogd risico

Sinds 1 januari worden maagzuurremmers alleen nog vergoed bij chronisch gebruik.

Bovendien moet de patiënt de eerste uitgifte altijd zelf betalen. In de praktijk leidt dit ertoe

dat veel patiënten zonder dit geneesmiddel de apotheek verlaten, omdat zij hiervoor niet

willen betalen. Hiermee stijgt op termijn de kans op maagbloedingen, met hogere zorg-

kosten op landelijk niveau tot gevolg.

3. Zorgprestaties worden onvoldoende gecontracteerd

De zorgprestaties die zijn aangewezen als verzekerde zorg, worden door verzekeraars onvol-

doende ingekocht bij de eerstelijnszorg. Dat betekent dat maar een gering aantal apothekers

ook daadwerkelijk een vergoeding ontvangt voor de geleverde zorg. Met name de medicatie-

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 33 07-03-12 14:26

34

beoordeling en medicatieoverdracht worden nauwelijks gehonoreerd. Dit terwijl deze zorg

juist een grote meerwaarde heeft voor de patiënt. Daarnaast is binnen de contracten met

zorgverzekeraars ook geen sprake van de met het systeem beoogde ‘ruimte voor innovatie

in de farmaceutische zorg’. Geen enkele van de apothekers geeft aan dat de voor innovatie

bestemde ‘facultatieve zorgprestatie’ is gecontracteerd. Ook voor het LSP is ondanks een

eerdere toezegging van ZN geen expliciete vergoeding.

4. Strategische inkoop van zorgverzekeraars leidt tot beschikbaarheidsproblemen

Zorgverzekeraars bepalen per werkzame stof welke merken of varianten van bepaalde

soorten geneesmiddelen wel en niet worden vergoed. Deze strategische inkoop heeft grote

invloed op de beschikbaarheid van deze preferente geneesmiddelen. Apothekers signaleren

grote problemen rondom de beschikbaarheid van preferente middelen. Als deze niet beschik-

baar zijn, duurt het vaak minimaal twee weken voordat verzekeraars een alternatief aan-

wijzen. Hierdoor verstrekken apothekers regelmatig op eigen initiatief een ander dan het

voorgeschreven geneesmiddel. Dit is niet alleen een financieel risico voor de apotheek,

maar leidt ook tot veel verwarring bij de patiënt.

5. Financiële risico’s liggen bij de apotheek

Verzekeraars leggen de financiële risico’s van stijgende geneesmiddelenprijzen neer bij

de apotheek. Dit kan diens relatie met de patiënt negatief beïnvloeden. Het komt nu voor

dat het de apotheker geld kost om farmaceutische zorg op maat te leveren aan een patiënt.

Bovendien wordt de te verwachte volumestijging in afname als gevolg van vergrijzing en

toegenomen levensverwachting door zorgverzekeraars “gecompenseerd” door de tarieven

te verlagen. Apothekers worden dus geacht meer zorg te leveren tegen lagere tarieven.

Opnieuw ligt het financiële risico bij de apotheek, met minder ruimte en aandacht voor

de patiënt tot gevolg.

6. Er is geen gelijk speelveld in het onderhandelingsproces

In het onderhandelingsproces tussen apotheek en zorgverzekeraar is geen sprake van een

gelijk speelveld. Zorgverzekeraars hebben vaak een dominante positie in hun eigen regio.

In de regio Friesland is bijvoorbeeld meer dan 80% van de patiënten is aangesloten bij één

verzekeraar. Dit betekent dat apothekers hoe dan ook een contract met de dominante ver-

zekeraar af moeten sluiten. Bovendien kwamen veel zorgverzekeraars pas in december 2011

– de drukste maand van het jaar in de apotheek – met een eerste contractvoorstel, waar

voor veel apothekers niet of nauwelijks over te onderhandelen viel.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 34 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

35

7. Timing contracteringsproces brengt declaratieverkeer in gevaar

Naast de inhoud levert ook de slechte timing van het contracteringsproces problemen op.

Doordat er vaak pas in december 2011 contractvoorstellen zijn gedaan, hebben software-

leveranciers onvoldoende tijd gehad om de informatiesystemen van de apotheek op tijd

klaar te maken voor de nieuwe situatie. Hierdoor kunnen apothekers geneesmiddelen en

zorg zelfs het moment dat dit rapport wordt geschreven nog niet overal declareren. Ook

moeten zij handmatig tarieven invoeren, omdat de prijsbestanden van verzekeraars vaak

pas in het systeem beschikbaar komen wanneer de zorg al verleend is. Deze bestanden zijn

bovendien vaak niet deugdelijk getest, waardoor de kwaliteit ervan te wensen overlaat.

Vervolgens worden fouten in het declaratieverkeer alleen gecorrigeerd als dit ten gunste is

van de verzekeraar. Ook worden er declaraties afgekeurd op basis van informatie waarover

een apotheker onmogelijk had kunnen beschikken.

Moeizame omschakeling naar prestatiebekostiging Uit bovenstaande knelpunten bij de invoering van het nieuwe systeem blijkt dat veel

partijen er nog niet klaar voor waren. De zorgprestaties, die in juli 2011 zijn vastgesteld en

waarvan in augustus 2011 door het CVZ is vastgesteld welke daarvan tot de verzekerde zorg

behoren, worden nog niet of nauwelijks gehonoreerd door zorgverzekeraars. Ook konden

zorgverzekeraars niet tijdig het contracteringsproces ingaan, waardoor apotheekteams en

softwareleveranciers geconfronteerd werden met een onmogelijk korte voorbereidingstijd.

Uiteindelijk ondervindt ook de patiënt hier hinder van in de vorm van gebrekkige

informatie voorziening en minder tijd voor individuele zorg.

3.2 Aanbevelingen en vervolgHet is belangrijk dat bovenstaande knelpunten zo snel mogelijk worden opgelost. De KNMP,

de apothekers, de zorgverzekeraars en de overheid hebben immers een gemeenschappelijk

doel: optimale zorg bieden aan de patiënt. Daarom formuleert de KNMP op basis van de

geconstateerde knelpunten negen concrete aanbevelingen. Op basis hiervan wil de KNMP

het gesprek aangaan met de zorgverzekeraars en de overheid, om gezamenlijk oplossingen

te vinden en te zorgen dat het gewijzigde systeem ook daadwerkelijk tot resultaten leidt.

De KNMP blijft, ondanks de geconstateerde problematiek, onverminderd positief over het

uitgangspunt dat apothekers werken op basis van zorgprestaties en hier ook voor worden

gehonoreerd. Zo kunnen apothekers optimale kwaliteit leveren aan de patiënt, en krijgt

deze ook in de toekomst de zorg waar hij recht op heeft.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 35 07-03-12 14:26

36

1. Informeer patiënten beter

De (farmaceutische) zorg ondergaat veel veranderingen. Hierdoor ontstaat een complex

systeem, dat aan een gemiddelde patiënt nauwelijks valt uit te leggen. Wil men de zorg

transparant maken, dan moet deze ook begrijpelijk zijn. Vereenvoudig de systematiek

en informeer de patiënt op maat over veranderingen in de zorg in het algemeen, en over

de (polis)voorwaarden die aan de vergoeding worden gesteld. Aan zorgverzekeraars de taak

om de gevolgen van het preferentiebeleid helder uit te leggen. Wanneer de systematiek

vereenvoudigt, en overheid en verzekeraars hun informatievoorziening verbeteren, krijgen

apotheekteams voldoende tijd om te doen waar zij goed in zijn: zorg verlenen. Een apotheek

is immers geen loket van een zorgverzekeraar of van een ministerie, maar een balie voor

bereikbare, laagdrempelige, veilige en transparante zorg voor de individuele patiënt.

2. Vergoed eerste uitgifte maagzuurremmers

Patiënten weigeren vaak om maagzuurremmers af te nemen nu zij hier in veel gevallen

zelf voor moeten betalen. Dit verhoogt het risico op maagbloedingen, en daarmee stijgen

de zorgkosten. Omwille van de patiëntveiligheid zou tenminste de eerste uitgifte van een

maagzuurremmer en de zorg die hierbij hoort toch vergoed moeten worden. Enkele zorg-

verzekeraars hebben deze stap inmiddels gezet. De KNMP ziet graag dat andere verzekeraars

dit voorbeeld volgen.

3. Contracteer verzekerde zorg

De patiënt heeft recht op verzekerde zorg. Daarom moet deze voldoende worden ingekocht.

De KNMP roept de NZa op haar rol als marktmeester te pakken en hierop toe te zien.

Daarnaast moeten verzekeraars bewaken dat de ingekochte zorg conform afspraken en

op transparante wijze wordt uitgevoerd.

4. Laat preferentiebeleid los bij onvoldoende beschikbaarheid

De strategische inkoop van zorgverzekeraars levert grote logistieke problemen op. Nu is het

voor apothekers en patiënten vaak lange tijd onduidelijk welk alternatief middel verstrekt

kan worden als een preferent middel niet beschikbaar is. Dit brengt veel administratieve

rompslomp met zich mee voor de apotheek en onnodige overlast voor de patiënt, terwijl

er voor zorgverzekeraars geen consequenties aan verbonden zijn. De KNMP is daarom van

mening dat het preferentiebeleid moet vervallen wanneer de betrokken leveranciers en

verzekeraars niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen omtrent de beschikbaarheid

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 36 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

37

van een preferent middel. De patiënt kan dan vertrouwen op zijn apotheker die in zijn rol

als medicijnspecialist hem het juiste alternatief verstrekt. Dit scheelt gedoe aan de apotheek-

balie. De KNMP gaat de beschikbaarheidsproblemen van preferente middelen kritisch moni-

toren. Daarnaast kan de uitvoering van het preferentiebeleid worden bevorderd door het

verminderen van uitzonderingen en het hanteren van een uniforme definitie en handels-

wijze voor de ‘medische noodzaak’.

5. Neem tegenstrijdige prikkels weg

Op dit moment zijn er contractvoorwaarden die ervoor zorgen dat wat goed is voor de

patiënt, financieel nadeel oplevert voor de apotheek. Een voorbeeld van zulke ‘tegenstrijdige

prikkels’ is de situatie waarin een apotheker voor een bepaalde patiënt zijn medicijnen met

verlies moet afleveren, als gevolg van de bevriezing van de vergoedingsprijzen door verze-

keraars. De apotheker kan hier geen invloed op uitoefenen en wordt financieel benadeeld,

terwijl hij juist goede zorg verleent. Dit beïnvloedt de relatie tussen apotheker en patiënt.

De KNMP stelt voor dit soort tegenstrijdige prikkels weg te nemen. Contractvoorwaarden

moeten gericht zijn op het verbeteren van de zorgverlening.

6. Creëer een gelijk speelveld

De regionale dominante positie van verzekeraars werkt verlammend op de marktwerking.

Op dit moment mogen apothekers niet samen het onderhandelingsproces ingaan zolang

zij geen economische eenheid vormen. Om een werkbare schaal te ontwikkelen waarin

onderhandelingen kunnen plaatsvinden, moeten hier ruimere mogelijkheden voor de

apotheker worden gecreëerd. Een wetswijziging zou apothekers de kans moeten geven zich

komend jaar op regionaal niveau te kunnen organiseren bij de contractonderhandelingen,

en gezamenlijk contractvoorstellen uitbrengen aan verzekeraars. Op deze manier kan de

beoogde samenwerking in de regio worden verbeterd en komt een gelijk speelveld dichterbij.

7. Vervroeg het contracteringsproces

Het is van cruciaal belang dat het contracteringsproces vroeger in het jaar plaatsvindt.

De KNMP stelt voor dat zorgverzekeraars komend jaar op 1 juli een eerste contractvoorstel

aanbieden, waar de apotheken tot uiterlijk 1 oktober over kunnen onderhandelen. Dan

heeft de patiënt bij de keuze van de zorgpolis in december duidelijkheid over de verzekerde

zorg bij zijn apotheek. Bovendien hebben apothekers genoeg tijd om de aanbieding zorgvuldig

te kunnen beoordelen. Tevens is er genoeg voorbereidingstijd voor apotheekteams en soft-

wareleveranciers om de contractafspraken ook goed te kunnen uitvoeren.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 37 07-03-12 14:26

38

De KNMP ziet in de NZa graag een marktmeester die actief, tijdig en zichtbaar toezicht

houdt op het contracteringsproces en deze toetst aan de door haar zelf gepubliceerde Good

Contracting Practises.

8. Breng correctiemogelijkheid declaraties in evenwicht

Er is een grote onevenwichtigheid in de afhandeling van het declaratieverkeer. Apothekers

kunnen bij de meeste verzekeraars maximaal drie maanden na het indienen van een declaratie

nog corrigeren, terwijl een verzekeraar enkele jaren na het indienen van een declaratie nog

correcties kan aanbrengen. Dit levert een extra risico op voor de apotheker. De KNMP stelt

voor dit verschil in evenwicht te brengen door beide partijen maximaal een periode van zes

maanden te geven om eventuele correcties uit te voeren. Bovendien moeten fouten in het

declaratieverkeer niet selectief, maar eenduidig en consequent worden gecorrigeerd.

Het geheel aan fouten binnen het declaratieverkeer kan verder worden ingeperkt wanneer

de aangeleverde prijsbestanden deugdelijk worden gecontroleerd door een onafhankelijke

derde partij. Daarnaast is de KNMP van mening dat een apotheker gehonoreerd moet

worden voor de zorg die hij levert op basis van de informatie waar hij redelijkerwijs over kan

beschikken. Dit betekent dat met het raadplegen van het informatiesysteem van de apotheek

en navraag bij de patiënt, de apotheek voldoende inspanning levert om zorg te verlenen.

9. Vermijd nieuwe grote veranderingen

De omschakeling naar prestatiebekostiging en vrije prijzen is er één met grote gevolgen,

en grote opstartproblemen. De beoogde doelstellingen van de minister zijn nog niet van

de grond gekomen nu zorgprestaties en innovatie niet of nauwelijks worden gehonoreerd.

Het is echter niet de systematiek van prestatiebekostiging, maar de uitvoering ervan die dit

verhindert. Prestatiebekostiging is volgens de KNMP nog steeds het uitgangspunt voor apo-

thekers om optimale zorg en kwaliteit te kunnen leveren. Steek dus tijd in het verbeteren

van de uitvoering binnen het huidige systeem, en niet in het ontwikkelen van een andere

systematiek die opnieuw opstartproblemen met zich meebrengt. De KNMP treedt met haar

stakeholders graag in overleg om op de korst mogelijke termijn concrete verbeteringen

te realiseren in de zorgpraktijk en het contracteringsproces.

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 38 07-03-12 14:26

Onderzoeksrapport KNMP

39

Colofon Geraadpleegde bronnen

KNMP Enquête ‘Contracteringsproces

en farmaceutische zorg 2012’

SBA Arbeidsmonitor 2009-2010

SFK Data en Feiten 2011

SFK rubrieken:

Daling tariefinkomsten verwacht voor 2012

5 januari 2012, Pharmaceutisch Weekblad,

jaargang 147 Nr 1

Prijsrisico afgewenteld op apotheek

12 januari 2012, Pharmaceutisch Weekblad,

jaargang 147 Nr 2

Verzekeraars nog steeds stevig in regio

17 november 2011, Pharmaceutisch Weekblad,

jaargang 146 Nr 46/47

ContactgegevensDe KNMP is de beroeps-en brancheorganisatie voor

apothekers. Zij behartigt de belangen van leden,

de branche en de farmacie in het algemeen.

Voor vragen of opmerkingen over dit onderzoeksrapport

kunt u contact opnemen met de afdeling Public Affairs

van de KNMP: [email protected].

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 39 07-03-12 14:26

KNMP_OnderzoeksrapportBWr.indd 40 07-03-12 14:26

Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie

Veranderingen in de farmaceutische zorg: de gevolgen in beeld Onderzoeksrapport overgang naar prestatiebekostiging en vrije prijzen

De KNMP is de beroeps- en branche organisatie voor apothekers. Wij behartigen de belangen van leden, de branche en de farmacie in het algemeen.

KNMP_Onderzoeksrapport_cover.indd 1 07-03-12 14:29