Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren...

8
[jaattgang \2. <IEaim5i»ag \ 1\*hmati \<)Q5 Tl*. 2\. Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. Onder Redactie van: W. DRUCKER en Th. P. B HAVER. Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.75 Voor België, 't overige Buitenland en Ned.-Indie* „ 1.02* Afzonderlijke Nummers „ 0.05 iTMMTTfiïïiTiiiiMTririitriiMiii^tiiiiiiiiiiiiiii til.iiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiitiiiiiiiiii l_IIIIMUH_IH"l".'l Bureau van Redactie en Administratie: Weesperzijde 14 AMSTERDAM. IIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIÏII UiiMMINIIIIIIl"! M..IIMIHI.II.1III Advertentie'n per regel Groote letters naar plaatruimte. Boekaankondigingen per regel... en 4/3 maal. Aanvragen en betrekkingen f 0.15 . 0.10 „ 0.05 i m i i M m i m i 111 INHOUD. Door goed naar kwaad. Louise MIchel. Sprookjes vol waarheid. Binnen de Grenzen. Vit den Vreemde. Vergaderingen. Ingezonden. Feuilleton: Fragmenten uit Artstofanes : „Het Vron wen parlement. ** ..jk, Jk* Jk» Jfc. ^ate». ~ifc. «Jfc. -Jfc- ^fc. -ifc. -jfc- -sfc. ^fc- Jfc- j^fe. -jfc, ^fc> -Jb. Jte~ jk* Jk~ I>rmit 0ü0b naac fetoaafc. Het plan van verschillende vereenigingen om in zake het Ontworp-Ondorzoek naar hot Vaderschap op touw te zetten een groote betooging door heel het land is afge- stnit op niet bekende bezwa? - cn; uit de saam-gokomenen heeft zicli echter een Comité gevormd, dat de beweging heeft, overgenomen en haar intrede doet door het uitgeven van een brochure, de harten neigende tot „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan voor dit Ontwerp, dat bedoelt „een onrecht te herstellen" —vergeten is voorzeker hier: „aangedaan der vereenigingen on lichamen, die zich moeien met de verzor- ging van bovengenoemd kind." Het Comité bestaat uit de heeren: J/N. v. Munster, W. Hovy, Mr. G. P. A. M. v. d. Aa, J. Douwes Jr. en G. Velthuysen Jr. en de dames: H. van Biema-Hyiiians, Everwijn-Laiige, Teding van Berkhout en C. Sanders-Huidekoper, Secr.-penningm. te Amersfoort. Elk Wetsontwerp, dat verdedigd moot worden door verdraaiing, heeft zich zelf veroordeeld — het Comité verwrikt het meest essontieele Artikel, Artikel 344r en waar staat: „Het bedrag dor uit te keeren golden wordt bepaald overeenkomstig de behoeften van het kind en het inkomen van den verweerder", zegt het, en dat nog wel tusschen aanhalingsteekens alsof woordelijk word geciteerd: „overeenkomstig zijn inkomen en de be- hoeften van het kind." Deze onwaarheid, waardoor naar voren wordt geschoven wat moost zijn, maar niet wordt bedoeld door, niet gezegd in het Ontwerp, herhaalt zich in het aan het slot der brochure gegeven resumé. Van vergis- sing dus geen sprake. Hebben wij hier een compliment aan wat moest zijn? Of vreest men, dat het „reohts- bewustzijn van ons volk" zich zal verzetten tegen zulk soort van goedkoop recht-gcdoe ? Waarom eigenlijk deze brochure? Het Ontwerp, zooals het daar ligt, is zóó ellendig voor het buitenechtsclie kind, zoozeer een vrijbrief voor slechte of lafhartige vaders en moeders, dat men heusch niet bang behoeft te Wezen, dat het niet zal worden aangenomen. Daarvoor ook nog werkende een andere factor: finantiëel belang. Zoolang daar niet waren de zoogenaamde Kinderwetten, heeft noch Mr. Loeft', noch eenige andere rechtsgeleerde er op gewezen, dat ook ons huidig Art. 342 B. W. recht gaf den vader aansprakelijk te stellen voor het onderhoud van zijn kind; eerst nu, nu verwaarloosde en arme kin- deren komen ten laste van den Staat, eerst nu begint men er aan te denken hem te doen betalen wat anders des Staats zou zijn en heel weinigen onder onze Volks- vortegenwoordiging zullen dan ook hun stem verheffen tegen, een wet, die 's lands kas ontlast, het onwettig kind geeft, zoo mogelijk nog minder rechten dan in het heden en, last noi least, de ongehuwde ouders, tegen betaling- van een luttel sommetje, ontslaat van alle in den ver- volgo gebeurlijke moeielijkheden. Heusch, men behoeft geen pagina's vol te schrijven om er door te krijgen zulk een wet; hoogstens kunnen zij, sprookjes vol schijn van blijk van waarheid, suggereeren zoodanig het volksgeweten, dat het naief-kinderlijk aanvaardt onrecht voor recht. Vooraf dit, reeds verscheidene malen door ons ge- expliceerd, maar wat niet genoeg kan worden herhaald: het gaat hier niet om het beperken der kinder- sterfte onder de buitenecht geborenen. Bij Art. 374a van het herzien B. W., waarvan het Ontwerp aanhangsel, kunnen uit de ouderlijke macht worden ontzet zij, die leiden een slecht levensgedrag of wel hun kinderen ver- waailoozen, terwijl bij Art. 489a „verlaten of zonder toe- zicht" zijnde kinderen worden toevertrouwd aan de zorg van den voogdijraad. Voor de geheel verlaten, de aan ellende en misdaad overgeleverden is dus, voor zooverre dit bij wet kan geschieden, alreeds gezorgd; voor mede- lijden op dit punt dus geen plaats meer. In haar aanvang zegt de brochure: Men kent het zoo gruwelijk onrechtvaardig klinkend art. 342 van ons Burgerlijk Wetboek: Het onderzoek naar het vaderschap is verboden." „Gruwelijk onrechtvaardig!" Wie na die uitspraak meent, dat het comité zich zal ver- klaren vóór onderzoek naar liet vaderschap, slaat de plank

Transcript of Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren...

Page 1: Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan

[jaattgang \2. <IEaim5i»ag \ 1\*hmati \<)Q5 Tl*. 2\.

Veert iendaagsch Blad voor de Vrouw. Onder Redactie van:

W. DRUCKER en Th. P. B HAVER.

Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.75 Voor België, 't overige Buitenland en Ned.-Indie* „ 1.02* Afzonderlijke Nummers „ 0.05 i T M M T T f i ï ï i T i i i i M T r i r i i t r i i M i i i ^ t i i i i i i i i i i i i i i i t i l . i i i i i i i i i i i i i i

i i i i i i i i i i i t i i i i i i i i i i l _ I I I I M U H _ I H " l " . ' l

Bureau van Redactie en Administratie: Weesperz i jde 14

AMSTERDAM. I I I I H I I I I I I I I I I I I I I I I I Ï I I U i i M M I N I I I I I I l " ! M . . I I M I H I . I I . 1 I I I

Advertentie'n per regel Groote letters naar plaatruimte. Boekaankondigingen per regel...

en 4/3 maal. Aanvragen en betrekkingen

f 0.15

. 0.10

„ 0.05 i m i i M m i m i 111

I N H O U D . Door goed naar kwaad. Louise MIchel. Sprookjes vol waarheid. Binnen de Grenzen. Vit den Vreemde. Vergaderingen. Ingezonden. Feuilleton: Fragmenten uit Artstofanes : „Het Vron wen parlement. **

. . j k , Jk* Jk» Jfc. ate». ~ifc. «Jfc. -Jfc- ^fc. -ifc. -jfc- -sfc. ^fc- Jfc- j^fe. -jfc, ^fc> -Jb. Jte~ jk* Jk~

I>rmit 0ü0b naac fetoaafc. Het plan van verschillende vereenigingen om in zake

het Ontworp-Ondorzoek naar hot Vaderschap op touw te zetten een groote betooging door heel het land is afge-stnit op niet bekende bezwa?-cn; uit de saam-gokomenen heeft zicli echter een Comité gevormd, dat de beweging heeft, overgenomen en haar intrede doet door het uitgeven van een brochure, de harten neigende tot „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan voor dit Ontwerp, dat bedoelt „een onrecht te herstellen" —vergeten is voorzeker hier: „aangedaan der vereenigingen on lichamen, die zich moeien met de verzor-ging van bovengenoemd kind." Het Comité bestaat uit de heeren: J /N. v. Munster, W. Hovy, Mr. G. P. A. M. v. d. Aa, J. Douwes Jr. en G. Velthuysen Jr. en de dames: H. van Biema-Hyiiians, Everwijn-Laiige, Teding van Berkhout en C. Sanders-Huidekoper, Secr.-penningm. te Amersfoort.

Elk Wetsontwerp, dat verdedigd moot worden door verdraaiing, heeft zich zelf veroordeeld — het Comité verwrikt het meest essontieele Artikel, Artikel 344r en waar staat: „Het bedrag dor uit te keeren golden wordt bepaald overeenkomstig de behoeften van het kind en het inkomen van den verweerder", zegt het, en dat nog wel tusschen aanhalingsteekens alsof woordelijk word geciteerd: „overeenkomstig zijn inkomen en de be-hoeften van het kind." Deze onwaarheid, waardoor naar voren wordt geschoven wat moost zijn, maar niet wordt bedoeld door, niet gezegd in het Ontwerp, herhaalt zich in het aan het slot der brochure gegeven resumé. Van vergis-sing dus geen sprake. Hebben wij hier een compliment aan wat moest zijn? Of vreest men, dat het „reohts-bewustzijn van ons volk" zich zal verzetten tegen zulk soort van goedkoop recht-gcdoe ?

Waarom eigenlijk deze brochure? Het Ontwerp,

zooals het daar ligt, is zóó ellendig voor het buitenechtsclie kind, zoozeer een vrijbrief voor slechte of lafhartige vaders en moeders, dat men heusch niet bang behoeft te Wezen, dat het niet zal worden aangenomen. Daarvoor ook nog werkende een andere factor: finantiëel belang. Zoolang daar niet waren de zoogenaamde Kinderwetten, heeft noch Mr. Loeft', noch eenige andere rechtsgeleerde er op gewezen, dat ook ons huidig Art. 342 B. W. recht gaf den vader aansprakelijk te stellen voor het onderhoud van zijn kind; eerst nu, nu verwaarloosde en arme kin-deren komen ten laste van den Staat, eerst nu begint men er aan te denken hem te doen betalen wat anders des Staats zou zijn en heel weinigen onder onze Volks-vortegenwoordiging zullen dan ook hun stem verheffen tegen, een wet, die 's lands kas ontlast, het onwettig kind geeft, zoo mogelijk nog minder rechten dan in het heden en, last noi least, de ongehuwde ouders, tegen betaling-van een luttel sommetje, ontslaat van alle in den ver-volgo gebeurlijke moeielijkheden. Heusch, men behoeft geen pagina's vol te schrijven om er door te krijgen zulk een wet; hoogstens kunnen zij, sprookjes vol schijn van blijk van waarheid, suggereeren zoodanig het volksgeweten, dat het naief-kinderlijk aanvaardt onrecht voor recht.

Vooraf dit, reeds verscheidene malen door ons ge-expliceerd, maar wat niet genoeg kan worden herhaald: het gaat hier niet om het beperken der kinder-sterfte onder de buitenecht geborenen. Bij Art. 374a van het herzien B. W., waarvan het Ontwerp aanhangsel, kunnen uit de ouderlijke macht worden ontzet zij, die leiden een slecht levensgedrag of wel hun kinderen ver-waailoozen, terwijl bij Art. 489a „verlaten of zonder toe-zicht" zijnde kinderen worden toevertrouwd aan de zorg van den voogdijraad. Voor de geheel verlaten, de aan ellende en misdaad overgeleverden is dus, voor zooverre dit bij wet kan geschieden, alreeds gezorgd; voor mede-lijden op dit punt dus geen plaats meer.

In haar aanvang zegt de brochure: „ Men kent het zoo gruwelijk onrechtvaardig klinkend art. 342 van ons Burgerlijk Wetboek: Het onderzoek naar het vaderschap is verboden." „Gruwelijk onrechtvaardig!" Wie na die uitspraak meent, dat het comité zich zal ver-klaren vóór onderzoek naar liet vaderschap, slaat de plank

Page 2: Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan

162 E V O L U T I E .

mis, integendeel juicht het van harte toe, dat dit niet behoeft bij het Ontwerp en dit ook heeft behouden de mogelijkheid voor de moeder om zich van den hals te schuiven het niet gewenschte kind. Ook nu, zegt het, blijft het het kind ver-boden zijn vader te dwingen tot erkenning, maar dit het ten geluk, ten eere. Immers hot Ontwerp noemt zoo een man niet eens vader, maar „verwekker". Het acht zulk een man, die zijn eigen kind niet erkennen wil, noch vader-naam, noch vader-rechten waard." Waar is in het Ontwerp van zoo iets sprake ? Waar straalt er in door zulk een geest? Het „verwekker" wordt alleen gebruikt, wijl het Ontwerp zich voorstelt, en dit ook zegt, dat de man kan huwen of gehuwd zijn, en het voor zijn vrouw, kinderen, overige familie onaangenaam kan zijn Gen wezein dat hen choqueert, hem te hooren betitelen met den vadernaam. Niet hij wordt in dit Ontwerp verklaard onwaardig om te vaderen, maar het kind onwaardig om bevaderd te worden. Waartoe dient het den volke zoo iets diets te maken ? Phraseologie of tartuffianisine ? Geen der Heeron en Dames meent een letter van wat zij hier zeggen. Geschandvlekten zijn voor hen moeder en kind — n.1. als do moeder zich hecht aan een wezentje, waarvan uitstraalt do schande —, hij, de vader, een on-verlaat, een den vadernaam onwaardige, edoch als het aankomt op het slaan aan den schandpaal, dan raden zij aan het Leipziger stelsel, waarbij 's mans naam, mits hij maar offert, blijft buiten spel, terwijl het kind wordt vast-gosnoerd ten aanschouwe van op martelen belust publiek. De den „vader-naam" onwaardige kan zich, ook in de pogen van het Comité, ontpoppen tot waardig vader over andore kinderen en, zoo hij maar afdraagt eenige guldens aan vereeniging die of die, buigt het voor hem als voor elk ander, denkt er zelfs niet aan hem te behandelen of aan te wijzen als schurftig schaap in de kooi; rehabilitatie voor het kind vindt* het echter even onmogelijk als het plukken van zon, maan of sterren. Conclusie dezer rede-neering: de „onwaardige", blijft onder de auspicen van Wet, Voogdijraad, gestichtsbesturen, geëerd burger ofwel ongehuwd kinderen-verwekker met sanctie dor regeering; het kind wordt opgevoed als paria, tot paria.

Maar niet alleen te goed voor den vader, ook te goed voor de moeder is in vele gevallen het buitenechtsche kind. „Waarom moet er onderscheid gemaakt worden tusschen den onwaardigen man, die het kind verwekt en de onwaardige vrouw, die het gebaard heeft? Is hij de vaderrechten, zij is de moederrechten onwaardig." De lichtzinnige, ongevoelige moeder, die haar kind niet wenscht te erkennen, moot daar evenmin toe worden gedwongen. Het kan het kind immers niet ton geluk zijn, dat het wordt ingelijfd bij een familie, die hot niet begeert, op-gedrongen aan een moeder die het niet lieft! Wat sublieme leer! Als wij het wel hebben zijn hier aan het woord mannen en vrouwen, vol woede zich koerende tot hen die beweren, dat ook moederliefde slechts is een cultuur-zaak, mannen en vrouwen, doceerende, dat moederliefde is hot hoog-hoiligste instinctieve in den mensch . . als het wordt geheiligd door een stadhuis-papier — dit laatste, als zijnde niet ethisch, wordt er natuurlijk niet aan toegevoegd.

Het geluk van hot kind! Wat cynische raillerio! Wat beweegt het Comité geluk te noemen voor de buiten-echt-geborenen datgene, wat het zou beschouwen als eon ramp waar het geldt een binnonechtsche ? Zou het een vooiTecht

noemen zoo een kind uit huwelijk werd verstooten uit do familie, beroofd van stand, positie, erfrecht, omdat de ouders het niet minnen, terwijl broeders en zusters zich verheugen in het vette der aarde? Zeker, het is een geluk voor het kind als het op klompen of doorluchtig schoeisel sjokt-sjouwt door de straten ter zoeking van wat werk, terwijl zijn haarster, geëerd en geacht, zit te midden van het kroost, waarvan zij wel waard is te zijn de moeder; zeker, het is een geluk zijn moeder te zien liefkoozen anderen uit haar schoot 'voortgekomen, haar eer aanbrengende kinderen on te weten dat zij zich van je afkeert, omdat zij zich voor je schaamt; het is een geluk te weten, dat het drek op je werkerskiel is opge-zwabberd door het rijtuig van je verwekker of wel het is zijn paardenzweep die striemt je hielen; zeker, zeker, hot is een geluk, een voorrecht voor het knaapske, waar-over wij spraken in vorig nummer, te mogen verblijven op De Kruisberg of eenig ander gesticht van dien aard en zijn vader, den onwaardige, voor zijn straf te zien zitten op de veranda zijner villa, omringd door weelde!

Er zijn kinderen, binnen- on buitenechtsche, voor wien het is een voorrecht te worden onttrokken aan de ouderlijke macht; geholpen worden zij door boven aan-gehaald Art. 374a B. W.; wat het Comité dus vraagt is iets anders, een der vrouw schenken dezelfde vrijheid als den man om, waar haar, dit van pas komt, niet alleen te negeeren heur kind, maar het ook te berooven van alle voordeden, verbonden aan de erkenning. Geheel bijzijden de waarheid daarbij het oordeel, dat die vrouw juist moet zijn „lichtzinnige en ongevoelige". Het Comité neemt aan, dat menig jonge man zou huwen de moeder van zijn kind, zoo daar van buiten af niet werkten omstandigheden, invloeden, die hem tegenhielden. Diezelfde factoren, maar nog in veel grooter mate, werken ook in bij de vrouw; familie, uiterlijk schandaal, vriendinnen doen haar ver-loochenen een kind dat, zoo zij het had moeten erkennen, zou geworden zijn haar lieveling, haar alles. Kleeft er schande aan de buitenechtsche geboorte, dan behoort in eerste instantie deze te drukken op de procreators, niet op het kind; het Comité werkt echter in tegenovergestelde richting on wenscht, zooveel maar verkrijgbaar, uiterlijke eerbaarheid voor beide ouders, maatschappelijke uitstooting van het kind.

„Tenzij men de grondslagen van gezin en maat-schappij zou willen verwrikken, moet den rechter do bevoegdheid worden onthouden blijven in de plaats van den vader do erkenning van eon kind uit te spreken," zegt de Mom. van Toel. bij het Ontwerp. Tenzij men de grondslagen van stand on convenancos zou willen ver-wrikken, moot den rechter de bevoegdheid onthouden blijven in de plaats van de moeder en den vader de erkenning van een kind uit te spreken, is de quintessence van Comité's rodeneering. Hij of zij van voorname familie, wiens of' wier positie zou worden geschaad door zoo een kind, of wel zij wien het zou kunnen hinderen bij het later aangaan van een goed huwelijk, moet worden ge-laten volle vrijheid hun kind over te laten aan philan-tropen, gestichtsmenschjes, die het opbrengen in eer en deugd tot proletariër, overtuigd, intens overtuigd, dank zij de leering in zijn jeugd, van zijn minderwaardige buitenissigheid. Zoowel Ontwerp als Comité dekken deze beschouwing der ouders onder de vlag: „voor het kind."

Page 3: Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan

E V O L U T I E . 163

Geen rechten voor onwaardige ouders, roept het Comité — en de would-be fatsoenlijken vinden dit prettig, erg prettig; zoo toch blijven zij heel netjes buiten schot — maar plichten, „alleen plichten!" Veel geraas, maar weinig wol. Heel die plicht-zaak toch bestaat in het öt' alleen, of wel gezamenlijk uitbetalen van een wellicht „vijftien-honderd a tweeduizend, gulden" in 21 jaar. Genomen in het ergste geval is zoo een vader of moeder er dus af met een f 95.25 per jaar, uit te betalen aan deze of gene com-binatie, voor welk fooitje strenge geheimhouding van naam, rang, positie van gever of geefster, zelfs tegenover het kind in quaestie. Waarom behoeft zoo een kind ook te weten, wie of wat is zijn vader of zijn moeder, waar verblijft hij of zij ? Voor die f 95.25 tevens . afgekocht alle mogelijke vcrontrustingen, nu maar al te vaak voorkomende in de gezinnen. Gekortwiekt is het kind; zijn vader en zijn, moeder hebben immers al gedaan wat de wet hen oplegt! Een zaak, in de brochure niet vermeld: n. 1. of het, natuurlijk voor het geluk van het kind, niet goed zou zijn, dat het kiudeke steeds verre werd getransporteerd van zoo een betalonden vader of moedor.

Wat schitterende opvoeding zal zoo een kind wel krijgen voor die /' 95.25 per jaar! Wat hooge plicht ligt er op hem die ze heeft uit te betalen! Maar niet altijd is het dan ook zooveel; die enorme som alleen maar te putten uit welgevulde beurzen ; de anderen betalen minder. Heel de plichten-geschiedenis condenseert zich dan ook in Comité's woorden: „ Met wat sigaren on een paar borrels minder spaarde hij misschien het leven van zijn kind" — dit laatste superflu, alleen wat gewerk op de sentimentaliteit; gezien toch de gehoele reeks Kinder-wetten, zal kindersterfte door armoede of verwaarloozing wel worden gereduceerd, zonder dat daarvoor juist noo-dig is dogoütantc afkooping van natuur-banden.

FEUILLETON. Jfyagmenfen uif

Jïijisfo/anes „i ef Afyouwenparlemenf," overzetting van Dr. A. HALBEBSTADT.

Vervolg. Moeten er schepen zijn, de arme stemt ervóór; maar geld- en landman niet. Geen schip wordt das gebouwd. Korinthe haat gij steeds en dit u evenzeer; maar na dit meegaand is, let nu op uw belang! Argeios noemt gij dom, Jeronymos juist slim, op redding krijgt men kans, — en Thrasybulos bant gij nu juist uit den staat en roept hem niet te hulp.

VROUW A. Wat leep is deze man!

• PHAXAGORA.

Nu spreekt gij, zooals 't hoort. Gij, volksraid, draagt daarvan geheel alleen de schuld, gij plukt de staatskas steeds; en 't algemeen belang deert u niet verder dan 't uzelven voordeel brengt. Ja, wagg'len doet de staat als lamme Aisimos. Wilt gij recht voorwaarts gaan en luistert gij naar mij, dan wordt de gansche staat, zooals hij reilt en zeilt, aan vrouwen toevertrouwd. De vrouw toch leidt en stuurt ' t gezin, den kleinen staat. Aan haar dus het beheer !

VROUW B. Zoo is 't, zóó is 't, bij Zeus ! Zóó is 't, ga voort, hoezee !

PRAXAGORA. Dat haar karakter vaster is, bewijst het feit

dat steeds in heete verf de vrouw de wol nog kleurt, gelijk voorheen, en nooit een and're proef begeert.

„Onze Tuin" tot. Bescherming van Onechte kinderen, schrijft in een brochure, waarover later:

En al wordt dit ontwerp ook ongewijzigd tot wet verheven, dan nog doet het ons goed, dat feitelijk (volstrekt niet wettelijk, Red.) het onderzoek naar 't vaderschap niet langer verboden is en dit Napo-leonsche onding, bijna drie kwarteeuw een schandvlek onzer wet, uitgebannen is. Maar — veel meer zal ons deze wet van Minister Loeif, tenzij gewijzigd, dan ook niet brengen.

Evenals wij alreeds betoogden bij de verschijning van het Ontwerp, ziet ook hier het Bestuur, lieden zich occu-peerende met buitenhuwelijksche kinderen, al heel weinig in het oflïciëele stuk. Wat dan toch doet het Comité den volkc voorstellen zoo verleidelijk, zoo rechtvaardig dit Ontwerp, dat, wet geworden, en men zie dit niet over het hoofd, beslist over het lot van duizenden ? Wij zoudon zeggen : ondoor-dachte, averechtscho, goedkoopo humaniteit. Het Leipziger stelsel met zijn algemeenen voogd, geholpen door vooral dames, schittert voor oogon, is doel. Daar toch is „op practiseho wijze en met treffenden uitslag het lot der onwettige kinderen verbeterd." Wie beweert dat? De menschen die er van hebben geprofiteerd ? Of wol de vaders, wier naam, wier persoon blijft buiten spel V Heeft hot Comité, dat in zijn lust om te doen eenig maatschap-polijk werk, als experiment eischt daarom het buitenhuwelijk-sche kind, wel eens bedacht, dat wat het wil juist is het tegenovergestelde van het „onderzoek naar hot vader-schap" ; zich afgevraagd wie hot nu eigenlijk wil be-schermen. den vader of het kind ? Hoeft het, in zijn lust om te stiofmoederen, zich wel eens geplaatst voor hot dilemma: wat zou ik kiezen: de dood of wol een vader-loos, moederloos, familieloos leven Jop de laagste sport der maatschappij, waarin banneling, dank zij de zorg van heel, heel goede menschen ? Het Comité, dat doceert: waar het den vader niet in zijn kraam te pas komt zich te moeien met zijn kind, is het gelukkig voor dit zoo

Indien nu onze staat bij d' oude wetten bleef, en niet met nieuwigheên verwarring werd gesticht, was hij dan niet gered ? Een ander feit is d i t : Nog, evenals voorheen, zit zij, wanneer zij bak t ; nog, evenals voorheen, draagt zij een vracht op 't hoofd ; nog, evenals voorheen, viert zij het vrouwenfeest; nog, evenals voorheen, bakt zij de zoete koek ; nog, evenals voorheen, besteelt zij haar gemaal; nog, evenals voorheen, houdt z' er een lief op n a ; nog, evenals voorheen, kookt zij iets goeds voor zich ; nog, evenals voorheen, drinkt zij den sterfcsten wijn : nog, evenals voorheen, is naaien haar genot. Waartoe dan lang gepraat en telkens onderzoek ? Er is niets wijzer dan dat voortaan het bestuur in vrouwenhanden komt. Vraagt ook niet hoe 't zal gaan, maar geeft hun kort en goed de teugels van ' t bewind. Het leven des soldaats gaat haar reeds aan het hart, omdat zij moeder is ; de zorg voor ruim proviand is haar het best vertrouwd, die 't kind ter wereld bracht. Bij geldverlegenheid weet ook een vrouw steeds raad. Heeft zij eens het beheer, geen man haar ooit bedriegt ; want slimheid is haar zaak, en zij kent elk bedrog. Dit zij vooreerst genoeg; en hoort gij naar mijn raad, dan brengt g'in zaligheid uw leven verder door.

VROUW A.

Bravo, Praxagora ! hoe lief en juist gezegd ! Vanwaar, gij slimme vos, deedt gij die wijsheid op ?

PBAXAOORA.

Ik woonde met mijn man niet veraf van de Pnyx, toen d'oorlog in de stad de meesten vluchten deed. Daar luisterd' ik getrouw naar groote redenaars.

Page 4: Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan

164 E V O L U T I E .

het hem niet kent; waar de moeder denkt dito-dito, is liet voor hetzelve gelukkig, dat het ook niet weet wie en wat zij is, moest consequent durven zijn en zeggen: niet-leven is, vooral voor zulk een maatschappelijk ge-vloekte, geluk, ergo moet ik zorgen, dat het sterft.

Het Comité — en dit volkomen te goeder trouw — meent te werken voor het kind. maar zoekt in waarheid een uitweg voor eigen liefde-sentiment. Veel wonden, om veel te kunnen hooien. Ongelukkigerwijs is het echter geen chirurg; kapt de voet af, terwijl het hem zat in het hart. De diagnose anders goed: „En de man? De hoofdschuldige ? — Misschien zoekt hij alweder een nieuw slachtoffer, dat op hare beurt zal boeten voor zijn ongebrei-delden lust," roept het emphatisch. Maar nu de medicijn? Zal het Comité plakken 's mans naam aan de hoeken der straten, voor hem waarschuwen in couranten en tijdschriften ? Ach' kom! Een boete van eenige guldens 's jaars in de algemeene buitenechtsche k inderen-kas . . . . en hij kan op maagden-jacht gaan zooveel hem maar lust. Hoe meer kindertjes toch, hoe meer wezentjes, waarover heeren en dames met lievende harten, kunnen uitstrekken hun aederbuigen.de goedheid.

Onkunde, of wel stemming maken, dat telkens debi-teeren: de ouders belmoren gewoonlijk tot denzelfden stand ? Dr. Mendes de Leon begon de beweging en, gezien het inslaan, hebben wij te wachten, dat weldra deze of die geleerde, steunende op physiologischo, psychologische, patho-logische on alle andere -logische verschijnselen, leeraart: bij sexueele gemeenschap tusschen verschillende lagen der samenleving is alle kans van vruchtbaai'heid buiten-gesloten. zoodat een kantonrechter het wel zal laten een procedure aan te vangen tegen een vermogend man daar waar de moeder is dienstbare of daarmede gelijkstaande.

VROUW A.

Dus waart gij niet vergeefs, vriendin, bekwaam en vlug; en voert gij inderdaad uw schoone plannen uit, dan kiezen w' u terstond aan 't hoofd der vrouwenschaar. Maar wil soms Kefalos met schelden u te lijf, hoe weert ge hem dan af in 't mannenparlement ?

PRAXAGORA.

Ik scheld hem dan een gek. PRAXAGORA en haar gezellinnen gaan nu op ter raadsvergadering,

zingende: Komt mannen, naar het raadsgebouw Want dreigend sprak de wethouder: Wie niet vóór d'ochtendschemering met stof bedekt aanwezig is, met knoflooksaus de maag gevuld en nijdig uit zijn oogen ziend, het raadshcei'loon verliezen zal. Charitimides en Smikythos en Drakes, loopt nu toch wat gauw, en let er op dat gij niet faalt, wanneer g'u mengt in het debat en als g' uw scherf in handen hebt, dan ook uw plaats neemt naast elkaar. Zoo stemt dan do vriendinnenschaar — wat zeg 'k, ik meen de vriendenschaar alleen wat ons kan nuttig zijn. Duwt ook de mannen uit de stad met kracht op zij, ze komen haa9t. Zij kwamen reeds, sinds één obool werd uitbetaald, ter zitting op, met kransen op van 't drinkgelag, Eu kletsten veel maar deden niets. Nu zijn zij dol bij ' t hooge loon.

Wij hebben steeds geageerd tegen de redeneering, dat per sé en alleen voorname mannen buiten-echt procreëeren, maar feit is, dat onder de buitenhuwelijkschen die wij gekend hebben en nog kennen — en dat zijn er heel wat — 9/io ten vador hadden gefortuneerde mannen. Dat academiesteden opleveren een tamelijk contingent dier kinderen, is overbekend; dat vooral de nieuwe wijken der groote steden voor een deel bevolkt worden door lang niet altijd kinderlooze maitresses van rijke mannen, eveneens. Daarom strijden wij tegen het boetetje, tegen geheimhouding. Onderzoek naar het vaderschap zegt: maatschappelijke band-vormen tusschen bij natuur aaneen-geklonkenen; wie daarvan maakt: afkoppeling tegen een zeker sommetje, is nog misdadiger dan hij, die negeert eigen vleesch en bloed.

Laat het Comité aanvangen een anderen kamp, minder liefjes, minder poetig, minder sentimenteel, minder ge-wild op den koop toe, maar afdoend, kastijdende wie kastijding verdient. Laat het, in stede van te leggen op het kind schande, heel veel schande, opdat zijn velouté-marmer handen kunnen verkoelen hot gloeiend hoofd, zijn graniet-harden knods doen nederkomen op den schouder van den roover, den kinderbeul, den gelukvreter. Laat het om zich vormen een club mannen en vrouwen, gereed altijd en overal uit te bannen hem of haar die zijn of haar kind beschouwt als excrement, thuis behoorende in het cabinetd'aisance. Roept hun namen van de daken! Trekt terug het kleed der jeugd, dat effieureert het hunne! Sluit voor hen uw huizen ; weigert in hetzelfde vertrek te vermengen uw. adem met den hunnen! Duldt in uw midden geen mannen en vrouwen van hun allooi! Zorgt dat de lust hun vergaat zich te onttrekken aan de gevolgen hunner daden!

Myronides, de braav' archont die liet niet toe dat 's lands bestuur een man verrijkt'; maar ieder bracht in zak of tasch zijn wijntje mee met brood erbij, twee uien soms, 'n olijf of drie. Maar nu men drie obolen krijgt, strekt elke boef de hand ernaar en zegt hij werkt met hart en ziel voor ' t staatsbelang.

In het tweede tooneel klagen BLEPYROS, echtgenoot van PRAXA-OORA, en een buurman elkander hun nood. Opstaande van uit hun bed, waren verdwenen vrouw, opperkleed, sandalen. BLEPYROS heeft zich getooid met vrouws rok, ten einde toch maar op te gaan naar de vergadering. CHREMES komt op; hij keert van de vergadering alweder huiswaarts. BLEPYROS vraagt: En kreegt gij 't zittingsgeld?

CHREMES.

O, was dat maar waar! Ik kwam nog veel te laat en schaam mij ook, bij Zeus! Ik keer met leege beurs.

BLEPYROS.

Hoe komt dat zoo, mijn vriend? CHREMES.

Er was een massa volk, zooals er nooit heenkomt, die stormde naar de Pnyx ; en ieder, die hen zag, dacht aan de schoenmakers. Met m^elgezichten leek de heele buurt bezet. \ Zoo mis ik nu mijn loon met zeer veel anderen

BLEPYROS.

O, wee, waar moet dat heen? Beklaag mij, Antilooch! terwijl mij 't leven rest, ben ik mijn raadsgeld kwijt en heb ik dus niets meer! Maar zeg mij, lieve vriend, hoe kwam reeds op dit uur die mass: volk bijeen?

Wordt vervolgd.

Page 5: Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan

E V O L U T I E . 165

Maar. . . hoe dan met de knutserige meewarigheid? Neen, neen, het is veel piquanter te glimlachen tegen Mevrouw Die en Die en te weten, zoo in het geheimpjes, dat haar kindje is in gesticht hier of daar, of' welletjes besteed in een achterbuurt; te bemoedigen door zijn blik-ken Mijnheer Sus of Zoo, courtiseerende oen rijk bebruid-schatte juffer, terwijl zijn zoon onder uw leiding wordt opgeleid tot daglooner, wegwerker, polderman of eenig vak van nog minder qualiteit. Interessant een s p e l . . . . voor cynische wrecdaards.

Het Comité, verlangt, waar de ouders of een der ouders dit begeeren, een onoverklimbaren muur tusschen kind en procreators. Dat het voelt, intens voelt, de porte'e van zijn willen, kan er bij ons niet in. Het kent van de duizenden buitenhuwelijksche kinderen een paar hon-derd en waar deze nu behooren tot het proletariaat, concludeert het: alle die kinderen behoeven slechts een proletariërs-opvoeding; aldus niet verheffende een enkele, edoch omlaag trekkende duizenden. Door den omgang met die kinderen, helaas van het leven ook in het ouderlijk huis niet moer genietende dan schriel voedsel, povere kleedij on de armenschool, schijnt het te meenen, dat dit nu is het eenigst noodige voor alle deze kinderen. Niet kloppen doet daar evenwel bij de zóó herhaaldelijk aangeprezen geheimhouding; de man uit de lagere rijen der samenleving deert niet heel erg het noemen van zijn naam; zijn persoonlijkheid verliest zich in de massa.

Het eenig reëele in Comité" s brochure de eisch gelijk aan :374/« herzien B. W., waarbij de Voogdijraad het recht verkrijgt bij niet-nakoming der finantiëele verplich-tingen, beslag te leggen op zijn of haar loon.

üouise j]2icï>el. Op Maandagavond 9 Jan. overleed te Marseille een vrouw, wel

waard, dat wij eenige oogenblikken de aandacht aan haar schenken. Clémence Louise Michel, wier doodsbericht reeds tweemaal de

ronde deed door de pers, ofschoon beide keeren de medicus er in slagen mocht haar aan den dood te ontrukken, is thans bezweken aan de gevolgen eener hevige longontsteking in den ouderdom van bijna 72 jaar.

Geboren 20 April 1833, uit een ouderpaar, niet door den echt verbonden op het kasteel Vroncourt in Haute-Marne, waarvan haar vader eigenaar was, doch waar haar moeder eenonderge-schikte positie bekleedde, bleef zij daar tot den dood haars vaders, die — nobeler dan zoo vele anderen — haar bij zich hield en op-vbeddè. Op zeventienjarigen leeftijd verloor zij haar vader door den dood en begaf zich met haar moeder naar Parijs, waar zij, goed onderwezen als zij was, een school begon in de Batignolles. Eerst vroom en koningsgezind ten gevolge harer opvoeding, werd zij door den omgang met de kinderen des volks en het aanschouwen van zooveel treurigs en onbillijks tot andere gedachten gebracht. En toen de republikeinsche geest meer en meer over Frankrijk waaide, vond men haar als actief strijdster tegen het Keizerrijk.

De Commune brak uit, en in 1871 aarzelde zij niet langer, doch kleedde zich in. het costuum van de mannen der nationale garde, greep een geweer en snelde naar de barricades. Zij was leidster van de Club der Revolutie, organiseerde het centraal comité van den Bond der vrouwen en was ijverig medewerkster aan de t'Cfi de Paris.* Bij de verdediging van het fort van Issy werd zij gewond, en toen de troepen uit Versailles aanrukten, gearresteerd om op 16 Dec. '71 voor den Krijgsraad gebracht te worden. Ofschoon zij haar rechters tartte haar ter dood te veroordeelen, werd over haar uitgesproken het vonnis van verbanning naar Nieuw-Caledonië.

Te nauwernood aldaar aangekomen, wist zij van den gouverneur der kolonie verlof te krijgen om een school te beginnen voor de in-boorlingen, die haar sympathie wisten te wekken met hun eenvou-digen aan kinderzielen gelijk staanden geest, en die door de zooge-naamd beschaafden verdreven werden uit hun hutten en van hun velden. Omgekeerd werd ook zij zoo bemind door de arme bewoners van dat land, dat deze, trotseerende het gevaar van zwaar gestraft te worden, haar eens kwamen aanbieden haar in het geheim met een prauw te voeren naar het schip, dat eenige harer gezellen, de oudste onder de bannelingen in Nieuw-Caledonië, zou transporteeren. De administratie had een laatst onderhoud geweigerd, doch bij het

vallen van den nacht werd zij door twee Canakken naar de *Navarin« geroeid en tot het afscheid nemen in staat gesteld.

Had zij eerst alleen zich gekeerd tegen de wereldsche machten, langzamerhand voltrok zich ook bij haar het proces, dat zij van ge-loovige, ijverige Catholieke veranderde in vrijdenkster, daartoe ge-komen door de aanschouwing der menschelijke zotheid en wreedheid, de ellende des volks, de nooden der onschuldigen. Toen zij, met de amnestie in 1880, weer in Parijs terugkeerde, yjas zij naar uiterlijk oud geworden, doch innerlijk was zij gebleven de vurige strijdster voor recht, de onvermoeide, opkomende voor de lijdende menschheid. Niet lang daarna in '83 nam zij ijverig deel aan een manifestatie van werkelooze arbeiders en werd zij op nieuw gearresteerd en ver-oordeeld om zes jaar in de gevangenis — ditmaal St. Lazare — door te brengen. Ook hier won zij aller harten door haar humani-teit, haar zich geven zonder eenig vertoon, ook zonder aanzien des persoons, zonder te letten op oorzaken der ellende of meeningen der lijdenden. Haar eigen sober maal heeft zij haar leven lang gedeeld met ieder, die haar weg kruiste en honger had.

Terwijl zij in St. Lazare vertoefde, werd haar moeder ernstig ziek; haar een laatste maal te omhelzen werd haar niet toegestaan; wel mocht zij de begrafenis volgen, edoch gecncadreerd door twee politie-agenten. Van de zes jaar bracht zij slechts drie door in de gevangenis; de overige drie werden haar kwijtgescholden. Ten gevolge eener redevoering werd zij echter na een half jaar alweder veroordeeld, thans tot vier maanden en kwam dus weer in St. Lazare terug.

Al die straffen waren niet bij machte om de «rouge vierge« van haar propaganda terug te houden en steeds ging zij voort op ver-gaderingen en meetings haar vrijheidsideeën te verkondigen, gelijk zij ook tweemaal op een tocht door ons land in verscheidene plaatsen deed. Men verbaasde zich een oogenblik, als men die voor de ver-drukten optredende vrouw haar toekomst-idealen hoorde beschrijven, de vrijheid hoorde bezingen, dat zij wa» de vrouw van de barricade-dat die zachte — toen wij haar hoorden en leerden kennen bejaarde zelfs goedig-kalme — vrouw eenmaal de vuurwapens gehanteerd had en de taak der pétroleuse aanvaardde. Een oogenblik echter slechts, want wie, haar aanziende, niet te veel lette op haar niet-mooie, eer leelijke gelaatstrekken, doch zag naar haar fonkelende en toch tot weenen geneigde oogen, begreep dat oneindige liefde voor de ver-drukten kon veranderen in woede tegen de verdrukkers.

Op een harer conférences — het was te Havres, 22 Jan. 1888 — pleegde zekere Lucas, een aanslag op haar leven en schoot een revolver op haar af. Door een toevallige beweging kreeg zij slechts een lichte wonde aan het hoofd; zij zelve wilde geen aanklacht in-dienen, en deeds zelfs pogingen, toen Lucas toch gearresteerd was, om zijn invrijheidstelling te verkrijgen. Dit gelukte niet, doch tijdens zijn verblijf in de gevangenis, deed Louise haar best om voor zijn vrouw en zijn kinderen te zorgen.

Eenige jaren woonde zij eigenlijk in Londen en kwam van tijd tot tijd op het vaste land in Frankrijk, vooral — tweemaal was zij ook Nederland — om een série conférences te houden. De laatste drie jaren scheen de vrees voor haar opruienden geest in Frankrijk te zijn geweken; zij werd ten minste door een deel der weidenkenden met open armen ontvangen en zij zij profiteerde van de wel-willendheid om voor haar armen steun te vragen en voelde zich gelukkig als zij helpen kon, een ware liefdezuster gelijk.

Zij heeft verschillende boeken en twee drama's het licht doen zien. Deze laatste Nadinc en de Coq j-ouge werden opgevoerd respec-tievélijk in de Bouffes-du-Nord 29 April '82 en in het theatre des Batignolles op 19 Mei 1888.

Van haar werken noemen wij: La Misere (1881); Les Mépriscs. (1882); La Fille du pcuple (1883); Le Batard impérial (1883) Contes et Légendes (1884); Les Microbes humains (1886) enz. Ook gaf zij uit: Mémoires.

Ofschoon te Marseille gestorven, is zij toch te Parijs op Pïre la Chaise begraven. Zoowel bij het transporteeren van het lijk uit het huis harer vriendin, M m e Léger, waarheen zij zich in allerijl be-geven had, toen zij te Sisteron weer een aanval voelde opkomen van de kwaal, waarvan tijdelijk dokter Bertollet haar had genezen, als bij de eigenlijke begrafenisplechtigheid in Parijs, waren tal van vooruitstrevende politieke groepen en arbeiders-syndicaten met hun vaandels tegenwoordig, duizenden menschen op de been, andere duizenden voor de vensters der huizen, en werd haar door middel van bloemkransen van velerlei zijden een laatste hulde gebracht.

$pi[ooÉjes vol waarheid. Snorrebaard.

Midden in het Duitsche Rijk lag het vorstendom Snork-Steinarm-Blui-koushauaen, dat 'n zéér democratische Regeeringavorm bezat.

Bijzonder groot was het Staatje niet ; wie krachtig was van arm, kon een steen werpen van de Ooster- naar de Westergrens, en wie aan de Zuidgrens woonde, kon bij helder weer op de klok van een noor-delijken Staat zien, hoe laat ' t niet was ; want de Duitsche openbare klokken zijn aan de Hollandsche dito gelijk in absentie van nauw-keurigheid.

Snork-Steinarm-Blufkoashausen telde 3090 inwoners, had een Staatsbudget van 150.000 Mark, en besteedde daarvan 50.000 Mark voor het leger, dat 40 gewone soldaten telde, 8 man kader, een luitenant, een kapitein en een pairdek >p.

De trailitUtu van dit leger waren van den meest roemrijken aard,

Page 6: Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan

166 E V O L U T I E .

en zelfs io de schoolboekjes werd daarvan aan de jeugdige Blufkous-hauscrs met ophef verhaald, opdat ook hunne harten reeds vroeg zouden gaan kloppen voor de eer des lands. Het glanspunt dier militaire geschiedenis lag in den 18-jarigen oorlog, waarin 3 soldaten, een korporaal en een sergeant waren doodgeschoten en het legerpaard was gewond. In dien 18-jarigen krijg vocht men zich vrij van het juk der Slokauf-Dribbelbeiuers, met het roemrijk gevolg, dat de be-lastingen voortaan niet meer in tientallen-van-Thalers, maar in hon-derdtallen-van-Marken werden opgebracht, 't Gewonde paard had lang gesukkeld, maar was eindelijk bezweken, en nadat de kop was opgezet diende deze, op een staak in pimpelpaarsche landskleur gestoken, als vaandel en trofee, naai 't welk het leger vol heiligen eerbied opzag als naar ' t symbool der eer van 't vaderland.

Ee t kader van de Snorksche armee behoorde tot het staande leger; de soldaten waren miliciens, want ook in Blufkoushausen bestond de conscriptie, op den voet van algemeenen dienstplicht. Na de jaren in het leger kwam men bij de landweer, van de landweer bij den landstorm, en van den landstorm bij den laatsten ban, zoodat om zoo te zeggen ieder Snorker een soldaat-onder-de-wapenen was öf een soldaat-met-verlof.

Eenzelfde zegenrijke inrichting dus als in de meeste moderne Staten, het achterlijke Engeland uitgezonderd. Ook had Snork-Steinarra-Blufkoushausen een eigen parlement; maar anders saamgesteld als de meeste Europeesche parlementen, n.1. véél minder praktisch, véél minder wetenschappelijk. In plaats van voor '/i m e ' ' advocaten, voor '/j met adellijke lui, voor l/i met dominé's en voor '/. met clowns, zooals een rechtgeaard parlement behoort bezet te wezen, waren de Snorksche parlementszetels bezet door menschen uit alle in het volk vertegenwoordigde beroepen en bedrijven. Er zat een schoenmaker in en een kleermaker, een kok en een baker, een timmerman en een metselaar, een loodgieter en een linnenweefster, een dienstmeisje en een tuinman, een lakenfabrikaut en een onderwijzeres, een journaliste en een ingenieur, een barbier en een met veel kinderen gezegende weduwe, een straatmaker en een boerin, een telegrafiste en een vee-kooper, een boekhandelaar en een kellaerin, een smid, een leerares, een brouwer, een dokter, een Pfarrer, een letterzetter, een gasfabrikant, enz. enz. enz. Kortom daar waren, in dat Snorksche parlement, en ten getale van 73, alle rangen, standen, groepen, kringen, sekten, partijen, richtingen, cirkels en clubs van Snork-Steinarm-Blufkous-hausen vertegenwoordigd.

Bij zulk ecne samenstelling behoef ik u wel niet te zeggen, gelukkige Nederlandsche lezer, dat in dat Snorksche parlement véél woorden werden verspild zonder dat iets gezegd werd; — dat er véél werd gezeurd en gezanikt en gezadokt; — dat veel nationale tijd werd verknoeid; — dat veel wat haa9t had werd verschoven; — dat veel particuliere belangetjes, buurtbelangetjes, wijkbelangetjes werden gediend in plaats van 't algemeen Snorksch belang; — dat soms (als er eens 'n tijd was waarin géén wetten tot stand kwamen) allergekste, onnoodige, schadelijke of hinderlijke wetten werden gestemd, terwijl dringend noodige en hoogst nuttige wetten bleven wachten, géén dag en géén nacht, maar jaren, jaren, jaren, ja ren!

En zoo kom ik er toe, u te vertellen van één zoo'n malle parle-mentszitting.

De kapitein van de Snorksche armee was 65 jaar geworden en had bij het parlement een verzoek om Staatspensioen ingediend.

In zijn adres deelde hij mede, geplaagd te worden door rheumatiek, 'n nieraandoening, verkalking van de stembanden, kaalhoofdigheid, tandloosheid, bijziendheid en ouderdomszwakte, waartegen hij viuch-teloos twee electrische zwendelceintuurs had aangewend.

Hij somde op het aantal jaren, maanden, weken en dagen, waarin hij met eere de Snorksche armee had aangevoerd.

Hij wees er op, dat in tal van door hem met name genoemde landen (ook Nederland haalde hij aan) reeds op 32-jarigen leeftijd door onderofficieren en „minderen", en op iets ouderen leeftijd door officieren pensioen kan worden aangevraagd, zonder dat men daarvoor éónig lichaamsgebrek behoeft te bezitten, zonder dat men één Pfennig premie behoeft te hebben betaald.

Dat men op 55-jarigen leeftijd, al of niet gebrekkig, gepensionneerd wordt, zelfs zonder dat men het vraagt.

En ten slotte sprak hij als zijn heilig vertrouwen uit, dat het Snorksche parlement met hem evenzoo zou handelen, want dat hij den paardekop ongeschonden had bewaard, en geen smetje kleefde op den pimpelpaarschen vaandelstok.

Na voorlezing van dit adres door een advocaat, die als griffier eens iets nuttigs deed, vroeg de voorzitster ('n leerares) aan de rond een lindeboom vergaderde parlementsleden, wie hunner het woord verlangde,

De Brouwer: Ik ondersteun het verzoek. De Baker: Zeker omdat-i nog bij je in ' t krijt staat! Ik begrijp

niet waarom die kapitein Staatspensioen moet krijgen, en mijn ouwe vader, die 70 jaar is en altijd als landarbeider nuttige dingen heeft gedaan, in armoe moet blijven.

De Brouwer: Ik vraag het woord voor een persoonlijk feit. Van die insinuatie trek ik mij niets aan. Daarop zal ik dus niet antwoorden; maar op de vraag waarom de Staat onzen legercommandant moet pensionneeren en niet de lui zooils de vader van de baker, doe ik opmerken, dat onze geachte en dappere kapitein in dienst van den Staat is geweest en de baker-haar-vader niet.

De schoenmaker: Als ik z'n zolen niet had gelapt, zou-d-i niet hebben kunnen loopen. I

De kleermaker: En als ik zijn uniform niet had gemaakt, was t-i nooit voor den dag durven komen.

De lakenfabrikant, de linnenweefster, de kok, de veekooper, de

boerin, de dokter (in koor): En als ik er niet geweest was, zou hij naakt, hongerig, dood zijn geweest!

De Smid: Als ik zijn sabel en z'n geweer niet had „geripereerd", zou d-i weerloos geweest zijn!

De onderwijzeres: Wie zou z'n kinderen en z'n soldaatjes hebben leeren lezen en schrijven zonder mij ?

De timmerman, de metselaar, de verver, de loodgieter (woest dooreen): En wie had 'm gehuisvest, als wij er niet waren?

De Baker: Heb ik z'n negen-kinderen-in-ééns en die drie stumpers van tweelingen gebakerd of niet ?

De tuinman: Mij heeft-i kunnen missen: hij bouwde een fort in zijn tuin!

De voorzitster: Dat is ten minste niet gevaarlijk ! De kellnrin: Ik weigerde hem grocjes als-t-i er al twee te veel

had ! De dienstbode: Geen booi kon 't uithouwen bij die vent. Overal

morst"-'t-i tabaksasch en hij vloekt als 'n ketter! De pfarrer: Hij vloekt . . als . . 'n • . ke t ter ! Ik ben tegen

dat pensioen! De voorzitster: Ik ben vóór het pensioen. Ik ben er vóór, ook

dezen oud<m man niet prijs te .geven aan armoede op zijn ouden dag. Ik zeg: ook dezen ouden man, en ik bedoel eigenlijk: dezen ouden mentch. Want er is waarheid, groote onaantastbare waarheid in de uitroepen, die we daar straks hebben gehoord. Wij allen, wij allen, voor zoover wij nuttige burgers zijn van den Snorkschen Staat, hebben dezen snorrebaard onderwezen, gevoed, gekleed, gewapend, gehuisvest, bij ziekte verpleegd.

Zonder ons, géén kapitein! En daarom: laat ons 'n wet stemmen, die aan iedereen, aan

mannen en aan vrouwen, óók aan dezen ouden militair, op zekeren leeftijd recht geeft op Staatspensioen.

De-weduwe-met-veel-kinderen: Geachte voorzitster, u hebt het juiste woord gesproken. Maar bij de opsomming van hetgeen wij allen, nuttige Staatsburgers, hebben gedaan om dezen man in staat te stellen te zijn wie hij is en geweest is, hebt u ééne belangrijke zaak vergeten.

I Zijne moeder heeft hem in pijn en smarten gebaard, zijne eerste ' schreden geleid.

En als niet vele vrouwen zonen hadden geschonken aan Snork-Steinarm-Blufkoushausen, dan ook ware hij geen kapitein geweest. Geen kapitein toch zonder leger; geen leger zonder soldaten; geene soldaten zonder moeders ; geen goede moeders zonder flinke, oppassende, arbeidzame, nuttige mannen; geen mannen weer zonder moeders en vaders.

Ik stem er voor: pensioen aan allen ! En zoo geschiedde.

(De Nederl. Pensioenpartij.) PEBIO.

binnen de $ren£en. De dames Dr. Aletta H. Jacobs, Tesselschadestr. 15 ;H. C. Van Loe-

nen de Bordes, 2e Const. Hutjgensstraat 36 ; Johanna W. A. Naber, van Eeghenstraat 5; Elis. Boddaert, v. Eeghenstraat 163 en O. Schöffer-Bunge hebben zich tot een comité vereenigd om Mevr. Charlotte Perkins-Gilman, de Amerikaaosche schrijfster van Womtn and Economics, the Home, Hutnan Work e t c , een der grootste orateurs van onzen tijd, op haar tournee door En-

gelaud en Duitschland, ook in Amsterdam een voordracht te doen houden. L)e to'zegging diartoe is reeds van mevr. Gilman verkregen. Het hangt slechts af of er genoegzame deelneming zal zijn om de kosten te dekken.

Bij de vier eerstgenoemde dames kan men zich schriftelijk aan-melden als men kaarten a f 1,— voor den voordrachtavond verlangt. Door tijdelijke uitstedigheid van de 5e genoemde is het niet wensche-lijk zich bij haar aan te melden.

Hoogst waarschijnlijk zal de voordracht Zaterdag 4 Maart t;ehou-den worden en zal het onderwerp zgn: TThe home and te World."

Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de „ Ver. ter beh. v. d. belangen der Vrouw", verscheen in het Hollandsen een feestuitgave van de Proloog van Anna Brunnemann, die op het Vrouwencongres te Berlijn door Eriederike Stritt zoo indrukwekkend werd voorgedragen. Gaarne vestigen de aandacht van Vrouwenver. en Afd. van Vrouwen-kiesr. op deze uitgave, daar de Proloog bijzonder geschikt is om bij een feestelijke gelegenheid als voordracht en tevens als propaganda-middel gebezigd te worden. In Rotterdam werd hij met groot succes voorgedragen door Corry Nagtegaal die, waarschijnlijk wel bereid zal zijn elders haar talent ten beste te geven. De Proloog is niet in den handel, maar zoolang de voorraad strekt verkrijgbaar bij Mevr. Kut-gers—Hoitsema, Hugo de Grootstraat 32 Den Una;. 25 ex. f 1.25; 50 ex. f 2.25; 1 ex. 10 cents.

Voor de vier telephonisten (zie Evolutie No. 18 v.d. 12en Jaarg.) hebben in A'damsch Gemeenteraad een lans gebroken de Heeren Henri Polak en P. L. Tak. De eerste richtte tot B. en W. de vraag of voor de ambtenaren der gemeente een police desmoeurshestonêl, en. zoo ja, of ten opzichte van andere ambtenaren die police niet behoefde werkzaam te zijn. Juist dus als wij, trok de Heer P. te velde tegen de tweeërlei moraal. De ouders der meisjes haddeu toestemming gegeven tot het beruchte souper, waarom de Heer Polak B. en W. verweet, dat zij zich gesteld hadden in de plaats van het ouderlijk gezag. Een disciplinaire

Page 7: Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan

EVOLUTIE . 167

straf ware hier in ieder geval voldoende geweest; te raadselachtiger is het geven van een eervol ontslag.

De Burgemeester deelde uit het rapport mede, dat een paar der bewuste meisjes den volgenden morgen (het souper had geduurd van 's avonds 8 uur tot 's morgens 7 uur) niet in staat waren behoorlijk haar dienst te verrichten, dat de collega's zich geërgerd hadden en ten getale van 72 op het ontslag hadden aangedrongen, alsook vele ouders van andere telephonisten hun dochters niet in dien dienst wilden laten, wanneer bedoelde meisjes dat corps door haar aanblijven in miscrediet brachten. De toestemming tot bijwoüing van de fuif, door de ouders dier vier gegeven, mocht men niet als basis nemen, want er zijn wel meer ouders die hun kinderen verlof geven tot oaverdedig-bare zaken. Als andere ambtenaren dingen deden in hun vrijen tijd, welke den dienst konden schaden, zouden B. en W. eveneens handelen.

Wij gelooven, dat B. en W. niet zullen schromen een ambtenaar te ontslaan, als de dienst werkelijk belangrijk geschaad wordt, doch was zulks hier het geval? Twee meisjes waren minder fri^ch en konden haar dienst niet behoorlijk waarnemen; zij begingen bovendien de domheid, onvoorzichtigheid, onhandigheid — of hoe men het noemen wil — misschien uit pochzucht, misschien uit domme naiveteit, om haar wedervaren te vertellen en wekten daardoor den afkeer harer collega's op, mogelijk wel van enkelen de jalouzie welke zich — uit zucht tot hooghouden van zich zelf — ook voor afkeer uitgaf. Zeker een te laken gedrag dat der vier; maar ook te laken is de stap dier 72, niet gerechtigd over collega's vonnis te vellen en aan te vragen de zwaarste straf: broodeloosheid.

Als zoo iets gebeurd was met jongelingen en hun collega's — wat bijna niet denkbaar is — hadden eens bij zóó óvergroote meerderheid den braven Hendrik uitgehangen, dan zouden de schuldigen zijn ge-roepen; zij hadden een vermaning gekregen en met een tegen derden schouderophalend „il faut que jeunesse passé" was het zaakje met een sisser afgeloopen. Het niet volkomen behoorlijk waarnemen van den dienst zou dan zeker niet gelijk gesteld zijn met: schadelijk voor den dienst.

Terecht maakte de Heer Nolting de opmerking, dat de abonné, die de medeplichtige of liever de verleider was der telephonisten, van de telephoon zou moeten geweerd worden. Volkomen juist. Wie de telephoon gebruikt voor doeleinden, strijdig met het belang van den dienst en choqueert de gevoelens van fatsoen, moet buiten het corps abonné's gezet worden, onverschillig of zijn voorstellen in dank zijn aangenomen of wel met verontwaardiging van de hand gewezen. Heeft Parijs niet om onhebbelijken en Delft om onwelvoegelijken praat bij een abonné doodeenvoudig het toestel doen weghalen?

Te meer dus verbaasde het ons, dat de Heer Nolting niet stond aan de zijde der Heeren Tak en Polak, toen dezen een motie indienden, waarin verklaard werd dat het ontslag niet tvas gerechtvaardigd. Niemand der overige 36 aanwezige raadsleden steunde de motie, zoodat zij niet eens in stemming gebracht kon worden.

Gelijk had de Burgemeester in zijn beweren, dat de toestemming der ouders geen maatstaf mag zijn in de beoordeeling der gedragingen, aangezien de opvatting van sommige ouders al heel wonderlijk is. Voornaamste eisch moet zijn: de dienst worde uitstekend waargenomen. Wil men daarnaast van de ambtenaren vragen, dat hun moreele leven hoog sta, ons goed, maar dan s. v. p. van allen, niet van de vrouwelijke alleen, en dan nog wel van haar die met half-salaris worden afgescheept. Het gebeurde, hoe treurig ook, is voor een deel het gevolg van de slechte loonen, waarop mannen als deze abonné speculeeren om meisjes over te halen tot verkeerde handelingen. Het daarop gevolgde ontslag kan niet anders dan deze slachtoffers, die niet licht ergens een betrekking z«llen krijgen en toch eten moeten in de armen der prostitutie voeren.

Vlugger nog dan wij vermoed hadden wordt het voorbeeld van Veendam's Gemeenteraad gevolgd, ditmaal door Obdam, welks Raad op 14 Jan. j .I . Mevr. Veltman—v. d. Bilt ontsloeg, niet op haar verzoek, doch omdat zij zwanger was en dat wel zonder eenige waar-schuwing of eenig voorafgaand overleg.

Acht jaren ruim is deze onderwijzeres aan de O. L. S. te Obdam in functie; in al dien tijd kon zij haar werkzaamheden zóó nauw-gezet waarnemen, dat zij gemiddeld hoogstens één dag per jaar heeft verzuimd. Begin Dec. '04 was zij een paar dagen ongesteld, al of niet gevolg van den zwangeren toestand, waarin zij verkeerde; ook 22 Dec. moest zij thuis blijven en na de Kerstvakantie berichtte zij het Hoofd der school haar taak nog niet te kunnen opvatten. Dien-zelfden dag nog — wij leven ook in een eeuw van stoom en electriciteit, waarin Burgemeesters met bekwamen spoed kunnen handelen, als zij maar willen — ontving Mevr. V.—v. d. B. een briefje, dat nu juist niet getuigde van bekwamen stijl of hooge ontwikkeling. Om der curiositeits-wille laten wij het hier volgen:

Mejuffrouw, Door deze ter uwer kennis brengende, dat gij mij ook moet

kennis geven als gij meent niet ter school om onderwijs te geven kunt present zijn 't geen natuurlijk voor de goede gang van zaken niet gewenscht is, dat u afwezig blijft.

w. g. J. Buis Pz., Burgemeester. Bezoek en mondelinge toelichting van den Heer Veltman volgde,

nader bevestigd op 10 Jan. door een attest van den dokter, welke verklaarde dat Mevr. V.—v.d.B. tijdelijk verhinderd was haar be-trekking waar te nemen. Geen onderzoek, of dit «tijdelijk» soms van langen duur kon zijn; zonder vorm van proces werd reeds 14 Jan. het besluit tot haar ontslag genomen. Dat heeten wij nog eens snel recht, neen snel o«recht.

Als immer op zijn post, trok het Hoofdbestuur van den Bond van Ned. Ond. reeds er op af. Zoowel het Hoofd der school als de Burgemeester verklaarde deze bijzondere vlugheid uit zucht om in de ontstentenis te voorzien. Het Hoofdbestuur kreeg evenwel den indruk, dat een andere zucht de hoofdrol hier had gespeeld, want het bleek dat het Hoofd der school een beslist tegenstander was van de gehuwde vrouw in de school. Deze bijzondere haast zal dus wel zijn oorzaak vinden in zijn zienswijze. De Burgemeester trouwens erkende, dat aan ontslag niet zou gedacht zijn, wanneer de Koninklijke be-slissing in de zaak Veendam hem daartoe niet hadde gesterkt.

Hoe Ida Heyermans nu juichen zal, dat alweer een moeder gedwongen wordt bij haar kindje te blijven, al gaat dat dan ook ten koste van de broodwinning. Wat zal dat kindje er wel bij varen, vooral later, als de ouders maar over een half of 3/5 inkomen te beschikken hebben!

Gelukkig staat nog altijd de Bond v. Ned. Ond. op hetzelfde standpunt als wij, n. 1. dat ontslag van ambtenaren alleen mag gegrond zijn op nadeel, toegebracht aan den dienst en dat zulke maatregelen al te zeer ingrijpen in de individueele vrijheid. Het Hoofdbestuur zond dan ook reeds een adres aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om dit Raadsbesluit niet te sanctionneeren. Aan dit verzoek zal wel worden voldaan.

"Geen nood,« denkt de Gemeenteraad van Obdam, »il y a encore des juges . . . a la Haye.«

<Ö(if dei^ ^Vreenide. Bij Kon. Besluit van 25 Juni 1875 verkregen de Deensche

vrouwen het recht te promoveeren in alle vakken aan de Universiteit te Kopenhagen, de eenigste van Denemarken; daarvan uitgesloten was alleen de Theologie. Een nieuw Kon. Besluit van 30 Dec. 1.1. verbrak ook deze barrière en de Deensche kan dus voortaan ook verwerven het doctoraat in de godgeleerdheid.

De Heer J. C. Christensen, die de vrouw deze nieuwe gelijkwaardigheidsverklaring met den man wist te bezorgen, is ook de man die een paar jaar geleden voor haar heeft veroverd het kerkelijk kiesrecht. Deze waarachtige Feminist werd eenige dagen geleden geroepen tot de voornaamste post in den lande, tot eersten Minister, en waar nu aan zijn zijde staat de Heer Svend Högsbro, een bekend Feminist, terwijl de Staats-Secretaris gelijke gevoelens is toegedaan, mag het zeker geen verbazing wekken, dat het jonge Kabinet in zijn Regeerings-Manifest zegt: »wat betreft politieke vrijheid en gelijkheid, zulleti allen, zonder onderscheid van klassen, vermogen of sexen, dezelfde i-echten hebben. *

Een program van een pas optredend Ministerie mag worden beschouwd als den wensch der meerderheid; de groote vraag is nu maar, of de Regeering snel haar woorden zal omzetten in daden ? Lang genoeg aanblijft om dit te kunnen doen?

—«Ki« i.w« «JJV> - M . » J y A | • " « —*<» É^&l **^^ tjic*. - ^ » .JK*. . JK. 1, ^mé —J»*. ifjK» ^g!£fc jesnÉn. - J* - ~ -

"Vei[gQderinget|. Het 10-jarig bestaan der Ver. t e r Beharting v. d. Belangen

der Tronw te R'm. is op 16 Jan. 11. feestelijk herdacht in de met groen, tafeltjes en boeketjes gezellig gemaakte bovenzaal van „Tivoli''. Een feestcommissie van vier leden had geen moeite gespaard om ter opluistering van den avond welwillende artiesten uit te noodigen en de op het laatste oogenblik verhinderde te vervangen, en de leden der Vereeniging, zoowel de oprichtsters als de later toegetredenen met haar introducees, waren talrijk opgekomen. Reeds het begroeten van zooveel oude getrouwen bracht eon feeststemming. In haar openings-woord herdacht de Presidente, Mevrouw Rutgers-Hoitsema, het werk der Vereeniging in deze eerste tien jaren van haar bestaan, en con-stateerde daarbij hoe noodig zij nog is en hoe nuttig zij zich reeds gemaakt heeft voor de vrouwenbeweging. Zoowel de maandelijksche bijeenkomsten der leden als de openbare vergaderingen hebben veel gedaan tot ontwikkeling en vermeerdering der kennis van wie ze bezochten. Sprekers en spreeksters van verschillende richtiug hebbeu door cursussen en voordrachten den horizon der leden uitgezet en tevens aan de Vereeniging meer bekendheid naar buiten gegeven. Wij herinneren slechts aan den debat-avond van de professoren Treub en Winkler over de vraag, of de vrouw al of niet geschikt is voor de studie.

Voorts heeft de Ver. t. Behart. v. d. Bel. d. Vr. ook getracht andere instellingen en veieenigingen in 't levon te roepen ten bate der vrouwen, voornamelijk der maatschappelijk minder bevoorrechte. Zoo heeft zij de Buurtvereeniging gesticht, die zij nog steeds snbsi-dieert en aan clubleidsters en onderwijskrachten helpt. Zij heeft meermalen getracht vakvereenigingen van vrouwen op to richten, maar helaas zijn die telkens na korten tijd weer te niet gegaan uit gebrek aan belangstelling bij de arbeidsters zelvon. Beter is zij geslaagd met de bevordering der ontwikkeling van vrouwen uit arbeidersklingen, door voor haar toegang te verkrijgen tot de Volksvoordrachten, die het Nut reeds lang voor mannen hield.

Ontelbare malen heeft de Ver. t. B. v. d, B. d. Vr. zich ook gewend tot staats- en stadsbestuur, tot Gemeenteraden en Gedeputeerde Staten, telkens wanneer op scholen de toelating van meisjes werd geweigerd of wanneer de vrije mededinging naar ambten en betrek-kingen aan vrouwen werd verboden of bemoeilijkt. Vooral in het laatstverloopen jaar is de Vereeniging krachtig opgekomen tegen het

l

Page 8: Veertiendaagsch Blad voor de Vrouw. · 2012-02-26 · „he.t zoozeer misdeelde buiten echt geboren kind" doo^ te werken op het „rechtsbewustzijn van ons volk", dat moet opgaan

168 EVOIUTJ.E.

weren van de gehuwde 'ambtenares bij onderwijs, post, telegraaf en telephoon, en nam zij het initiatief tot de oprichting van het Nat. Comité in zake Wett. Regeling v. Vrouwenarbeid.

Waar op beter loon of korter arbeidstijd van slecht gesalarieerde arbeidsters moet aangedrongen worden, daar is de V. t. Behart. v. d. B: d. Vr. op haar post: voor de kioskenjuffrouwen heeft zij een middagschafttijd) verkregen, en van het Comité voor wett. sluitingsuur v. winkels en magazijnen maakt zij deel uit. Niet altijd had zij succes met haar adressen ,en vertoogen bij het gemeentebestuur, — verre van daar. Zoo is er bijv. nooit acht geslagen op haar verzoek om openbare privaten voor vrouwen te maken, om voor het herhalings-onderwijs kookscholen in te richten, enz. Daarentegen heeft de Gemeente jwel jjeen? kostelooze bad- en zweminrichting voor meisjes (de tweede in ons land) in de Baan geopend.

Met een blik op den vooruitgang der vrouwenbeweging, sedert zij op 16 Jan. 1895 in de eerste openbare vergadering der V. t. Beh. de achterstelling der vrouw bij wet en onderwijs besprak, blijkende uit het aantal vrouwelijke leerlingen, dat thans onze scholen voor M. O. en H. O. bezoekt, en ons toenemend getal vr. doctoren, advokaten enz., besloot Mevr. Rutgers haar overzicht over het werken derfeest-vierende vereeniging.

Toen zij had uitgesproken bood Mevr. J. Wolfson baar namens het Bestuur bloemen aan als een hartelijke betuiging van erkentelijk-heid, dat Mevr. R. steeds de ziel en de drijfkracht der Ver. was, wat men hoopte, dat zij nog lang zou blijven.

Over de verdienstelijke wijze, waarop de genoodigde artiesten door zang, spel en deklamatie den avond opluisterden, kan een kort verslag als dit niet uitweiden. Alleen kunnen wij niet laten den indrukwekkenden proloog te vermelden, waarmee dezen zomer het Vrouwencongres te Berlijn geopend is, en welke voor deze gelegenheid vertaald was en door Mevr. Corry Nagtegaal met vuur en overtuiging werd gezegd. (Deze vertaling is bij de Sekr. der Ver. t. B. v. d. B. d. Vr., Mevr. H. Le Grand-Goudschaal, Provenierssingel 81, a 10 et. te verkrijgen).

De telegrafische gelukwenschen, die de Vereeniging ontving van de Vrije Vrouwenver. en van Dr. Aletta Jacobs verhoogden ook nog het genot van dezen onvergetelijken avond.

Nijmegen, 22 Jan. — Heden had alhier de 23e Jaarvergadering plaats van de Nieuw-Malthusiaanse Bond, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 30 Jan. 1895 en gevestigd te 's-Gravenhage, Hugo de Grootstraat 32.

Uit het verslag van de secr. Dr. J. RUTGBRS bleek, dat het aantal Afdeelingen gedurende het afgeloopen jaar was vermeerderd met Schiedam, Leeuwarden en Gouda, terwijl het aantal leden klom van 860 tot 1117.

De rekening en verantwoording van de Penn. Dr. DE VRIJ sloot met een batig saldo van f 241,53. In meer dan 50 bladen werd dit jaar geadverteerd. Dagelijks komen er tal van brieven in, om inlich-tingen betreffende bewuste regeling van het kindertal. Ruim 80.000 geschriften en blaadjes werden dit jaar verspreid.

Na afloop der huishoudelijke werkzaamheden had een Openbare Vergadering plaats, waarin het werken van de Bond werd geschetst en de grote vooruitgang der denkbeelden, vooral in het buitenland; zelfs in Spanje, waar ook reeds een eigen Bond met vele afdeelingen en een eigen Orgaan bestaat.

Nu onze kerkelijke regeering de vrijheid van drukpers in ons land illusoir wil maken, moet ieder individueel medewerken, om in de gezinnen die kennis te verspreiden, die hun kunstmatig onthouden wordt.

Dr. J. RUTGERS.

Op 12 Jan. j.1. hield de Vrije Vrotiwcnver. haar jaarvergadering, die later dan anders plaats had omdat de Ver. haar 15 jarig bestaan door een feestelijke bijeenkomst herdacht had. Bij de opening herinnerde de presidente even aan den zoo goed geslaagden avond en deelde tevens mede dat een zuster vereeniging te Rotterdam, n.1. de Ver. ter Beh.-u. d.Bel.d. Vr. op Maandag 16 Nov. haar tienjarig' bestaan zou herdenken. Besloten werd dien avond een telegram ter felicitatie te zenden. Ook was het vrouwenjaarboekje aanwezig, waarvan eenige exemplaren gekocht werden.

Als Alg. Bestuurslid voor den Nat. Vrouwem-aad werd Mevr. Drucker herkozen. Uit het jaarverslag der secretares releveeren wij eenige punten. Eigenlijk uit twee jaarverslagen, want het vorig jaar was door verschillende omstandigheden het uitbrengen van het jaarverslag uitgesteld, zoodat thans een terugblik werd gehouden over twee jaar. Het ledental was zoowat stationnair gebleven; de uittredingen waren maar even gedekt door de toetreding van nieuwe leden. Aangesloten bij den Nat. Vrouwenraad en het Comité tot wettelijke regeling van Vrouwenarbeid was het direct optreden der Ver. beperkter dan vroeger. Toch zond de V. V. V. nog verscheidene malen zelfstandige adressen aan Koningin, Tweede Kamer, Gedepu-teerde Staten of Gemeenteraad, o. a. voor de gehuwde onderwijzeres, voor de vrouw-getuige bij notaris-acten, in zake de voorstellen tot Grondwetsherziening, terwijl bij gelegenheid van de Drankwet een »open brief» tot de betrokken Ministers werd gericht. Herdacht werd ook in groote trekken, wat voor de vrouw gedaan was door het Vrouwenarbeids Comité, waarbij het aandeel der V. V. V. niet gering was geweest.

Het jaarverslag der penningmeesteres gaf een nadeelig saldo aan, zoodat een beroep op de offervaardigheid der leden het wagentje weer in het rechte spoor zal dienen te brengen.

De Bestuursverkiezing werd uitgesteld tot de volgende vergadering.

Ingebonden.

Geachte Eedactie!

Eenige jaren geleden was er 'n sterke beweging voor Algemeen Kiesrecht. Zouden daarin ook de vrouwen opgenomen worden? Neen;

• zeiden sommige leidei s, dat zou op 't oogenblik maar verdeeldheid : brengen, en onze kracht verzwakken. Eerst 't kiesreeht voor den man! J Daarna komt de vrouw aan de beurt! Dat is practisch ! We zijn in

beginsel natuurlijk voor algemeen kiesrecht, d. i. voor man en vrouw. Maar laten we ons nu niet zelf gaan verzwakken, door op 't oogenblik eok vrouwenkiesrecht op 't program te plaatsen.

Krachtig zijt gij destijds te velde getrokken tegen deze practische lui, en gij weet, met mijn volle instemming.

Te meer verbaast het mij daarom thans, dat gij mij juist be-schuldigt van onpractisch te zijn, door te ijveren voor de algemeene volksschool, hoewel gij het in beginsel heelemaal met mij eens zijt. Is het onpractisch den strijd tegen de reactionnaire elementen te aanvaarden onder een leus, die tot krachtige blijvende actie aanspoort wijl ze een geheel nieuw beginsel inhoudt, en geen halfheid? Evenals Algemeen Kiesrecht geen groot beginsel uitdrukt, als men de vrouw het kiesrecht onthouden wil, evenzoo is de openbare school nog geen volksschool, als een derde deel der natie haar niet bezoekt, Maar even zeker is 't dan ook, dat de volksontwikkeling nog op zeer lagen trap staan moet, en zal blijven staan. De Volksschool moet algemeen zijn, of zij is geen Volksschool. Zonder een waarachtige Volksschool echter, geen verhooging van onze volksontwikkeling, onze volkszede-lijkheid, onze volkswelvaart. Het is de vloek van Nederland, dat zelfs in de 20ste eeuw de zoogenaamde intellectueele elementen, zoo-wel in de arbeidersklasse als in de liberale bourgeoisie, daarvan geen besef schijnen te hebben. Kolommen, bladen vol worden in de pers gevuld met de onnoozelste, beuzelachtigste zaken, of met berichten over oorlogen bij onze tegenvoeters, maar haast geen letter heeft de pers over voor ons eigen hoogste levensbelang als natie.

De algemeene Volksschool, — 'n utopie! Nederland gaat ten onder zonder deze utopie.

Ik heb den weg gewezen, om daaraan te ontkomen. Meer kan ik helaas niet doen. >

. J. W. GERHARD. Den heer Gerhard moeten wij opmerken, dat hij een onjuiste vergelijking

maakt. Toen voor eenige jaren wederom een beweging voor alg. kiesr. ontwaakte en men daarbij om der mannen wil — of liever op hoop van tot zich te lokken de Werkliedenverbonders en Patrimonium-mannen — het vrouwenkiesrecht liever niet had willen noemen en het daardoor dus verwees naar het »St. jamaist, hadden wij te doen met een agitatoriseh lichaam, een comité ter propagcering van ïeen 'idee. Kr was geen sprake van een wet, die wilde afnemen ook maar het geringste deeltje van de op kiesrechtterrein gemaakte veroveringen. Men wilde stemming maken voor een samenstelling der Volksvertegenwoordiging, die haar naam met recht droeg en daartoe voorbereiden een uitbreiding van het kiesrecht, waardoor volgens de geldende opvatting •grondwetswijziging" noodig was. Hierbij de vrouw uit te sluiten was misdaad tegenover de vrouw, tegenover de maatschappij, was onpractisch, omdat nog immer de volksvertegenwoordiging eenzijdig zou blijven, kan hoogstens genoemd worden politiek, in dien zin, dat a. s. candidaat Kamerleden zich een grooteren kring van kiezers daardoor hoopten te verzekeren.

Thans echter ve keert de onderwijs-quaestie in een geheel ander stadium; wij hebben een openbare school, waaraan nog veel valt te verbeteren, zeker; maar die toch is een instituut dat gunstig afsteekt bij de bijzondere school, voor allen die, als de heer G. en wij, van oordeel zijn, dat der bijzondere school, krachtens haar wezen als secte-sehool, paedagogische en sociaal-humane fouten moeten aankleven. Gaat dat instituut na een zeker aantal jaren sterk achteruit, zelfs verloren, dan zijn wij tot een achterwoartsehe beweging gedwongen, die in geen halve eeuw kan worden ingehaala. Is nu niet het voornaamste belang dien gedwongen aehterwaartschen stap te voorkoman ? Ons lijkt dit het meest practisch, wij behoeven dan denzelfden weg niet tweemnal af te leggen.

Als het dreigend gevaar, dat thans de openbare school boven het hoofd hangt, is 'afgewend, zal de heer G. ons bereid vinden met hem te strijden voor de algemeene volksschool gelijk hij die opvat. Ook staan wij thans reeds aan zijn zijde wanneer hij met deze brochure alleen heeft willen zeggen : »Weest niet tevreden, zoo het u gelukt, stemming te maken tegen deze echt Kuyperi-aansche onderwijs-novelle, doch zet daarna uw werk voort en verbeter wat wij hebben.» Maar daarvoor had immers de brochure ook wel wat later kunnen verschijnen, tenzi j . . . . liet den sehrijvei er slechts om te doen is van de nu opgewekte belangstelling voor onderwijszaken te proliteeren ten bate van het idee en daardoor de propaganda er voor te prepareeren.

/Vdver ten t i ën .

Verschenen bij A. H. ADRIANI, Leiden:

ADA NEQRI. • ® MOEDERSCHAP.

Prijs: f 1.50, in Prachtband f 1.90.

DRUKKERIJ ELSEVIER, VAN OSTADEHTBAAT 299, AMSTERDAM.