van calamiteitenbestrijder naar crisispartner
Transcript of van calamiteitenbestrijder naar crisispartner
naar crisispartner van calamiteitenbestrijder
uitvoerings- programma
crisisbeheersing
2014-2020
20142020
van calamiteitenbestrijdernaar crisispartner
NETCENTRISCH WERKEN: Prioriteit heeft het ondersteunen van Water schappen bij het implementeren van Net centrisch Werken. De themagroep organiseert informatie bijeenkomsten voor
verschillende doelgroepen en maakt een ‘helpdesk’. Waterschappen besluiten hoe Net centrisch Werken zowel mono als multidisciplinair te implementeren.
De themagroep zorgt voor afspraken over het beleggen van landelijk beheer. De themagroep werkt met Veiligheidsregio’s en Waterpartners uit hoe beschikbare informatie zowel mono als multidisciplinair te delen en maakt afspraken over een Tabblad ‘Water’ om regionale Waterbeelden multidisciplinair te kunnen delen.
COMMUNICATIE: De themagroep werkt risico en crisiscommunicatie uit en maakt presentaties om intern en extern het Uitvoeringsprogramma te presenteren. In samen werking met de werkgroep
communicatie van de Unie ontwikkelt de themagroep, mede op basis van maatschap pelijke behoefte, producten, zoals lespakketten of infographics.
MIDDELEN: Elk waterschap inventariseert de in te zetten middelen voor de crisisbeheersing t.b.v. het opstellen van een landelijk overzicht en gezamenlijk gebruik.
KENNIS: De themagroep organiseert themabijeenkomsten met als doel kennisdeling en netwerken, tussen de waterschappen en waar wenselijk met andere organisaties. De themagroep brengt
kennisleemtes en kennisbehoeftes in beeld en inventariseert innovatieve kennis bij marktpartijen om voorbereid te zijn op de toekomst. De themagroep gaat voor gekozen pilotprojecten enthousiaste trekkers zoeken. De verkregen kennis brengt de themagroep in de kennisbank die voor iedereen beschikbaar is. Er komt een kennispool met mensen die voor en tijdens een crisis ingezet kunnen worden.
KWALITEIT: De themagroep stelt een lijst met criteria voor het uitvoeren van de 0meting op. Waterschappen voeren daarmee de intercollegiale 0meting uit. De themagroep voert een onderzoek
uit naar manieren om te borgen en stelt een handreiking voor borging op. De themagroep start gesprekken met de inspecties van V&J en I&M over de criteria.
‘In 2020 vormen de waterschappen een (veer)krachtig partner schap in crisisbeheersing’ (visie “Samenwerken in crisis beheersing”, 2012). In het Uitvoeringsprogramma Crisisbeheersing 2014 -2020 is in 8 thema’s de weg naar dat partnerschap, in binnen- en buitenland, uitgewerkt. Deze folder is daarvan de samenvatting. Alle water-schappen hebben geoefende calamiteitenorganisaties, die aansluiten bij de Veiligheidsregio’s. Om crisispartner te zijn is intensievere samenwerking en afstemming (harmonisatie en standaardisatie) nodig, o.a. door netcentrisch werken. In 2014 bepalen de water-schappen de uitgangspositie met een 0-meting. Gestaag werken ze samen met de netwerkpartners in de thema’s toe naar dat (veer)krachtige partnerschap. Elk waterschap bepaalt zijn eigen ambitie en tempo, o.a. op basis van het risicoprofiel; aansluiting van crisis-beheersing met de primaire processen is van belang. De themagroepen werken aan de gemeenschap pelijke zaken; door continue delen van de resultaten, o.a. via een sharepoint, is de meerwaarde groot. Elke twee jaar meten de waterschappen of ze op koers zijn.
In 2014 en 2015 gaan de waterschappen onderstaande acties uitvoeren:
NETWERK: Elk waterschap legt in de VR de rol van de water schappen uit, gaat de dialoog over multi discipli naire samenwerking en sluit aan op alle niveaus van de VR, door aanwijzen van
waterliaisons voor COPI, ROT en GBT/RBT.
Elk waterschap voert een netwerkanalyse uit, incl. buitenlandse partners. Waterschappen versterken de positie in het speelveld via de SMWO. Elk waterschap maakt in eigen organisatie de calamiteitenorganisatie bekend en het evalueren van calamiteiten. De Adviesgroep verbindt en vertegenwoordigt de belangen. Binnen de UvW is voldoende menskracht voor crisisbeheersing.
STRUCTUUR: De themagroep inventariseert in de brede scope van crisisbeheersing bestpractices in actuele calamiteitenplannen, planstructuren en calamiteitenorganisaties, als basis voor modellen
voor de planstructuur , de toekomstige crisisorganisatie en gezamen lijke opleiding en oefenactiviteiten. Bedrijfscontinuïteit en verstoring van vitale organisatieprocessen zijn hier onderdeel van.
MENSEN: De themagroep maakt rolprofielen voor vastge stelde crisisrollen, te beginnen met sleutelfunctionarissen. Op basis hiervan vindt het OTO van deze functionarissen plaats, liefst met eigen
expertise. Er komt een inventarisatie van cursussen en een oefendatabank om elkaars kennis te gebruiken. Er komen richtlijnen ten behoeve van het evalueren van OTO activiteiten/ calamiteiten. Voor het opzetten van landelijke pools vindt een inventarisatie van kwetsbare crisisrollen plaats, te starten met een pool van waarnemers en evaluatoren.
2014 2016 2018 2020 Waterschappen kennen Veiligheidsregio en verkennen crisispartners.
Waterschap zijn een (h)erkende, partner in Veiligheidsregio en kent crisispartners.
Het Waterschap werkt samen met Veiligheidsregio en is (h)erkend bij de crisispartners.
Waterschappen en alle crisispartners werken samen.
Waterschappen zijn doordrongen van rol en verantwoordelijkheid in risico en crisiscommunicatie.
Alle waterschappen commauniceren actief over risico’s en tijdens watergerelateerde incidenten.
Waterschappen werken bovenregionaal samen op het gebied van risico en crisiscommunicatie.
Risico en crisiscommunicatie behoren tot de kern competenties van de waterschappen.
Elk waterschap heeft actueel calamiteitenplan en calamiteitenorganisatie.
Er zijn vastgestelde modellen voor uniforme planstructuur en crisisorganisatie.
Waterschappen hanteren een uniform begrippenkader en implementeren de modellen.
Waterschappen hebben uniforme crisis organisaties o.b.v. gelijke crisisplannen.
Elk waterschap heeft competente mensen in calamiteiten organisatie.
Rolprofielen zijn uitgewerkt; er is multidisciplinaire afstemming over OTO* activiteiten.
Sleutelfunctionarissen volgen een OTO programma. Opgeleide evaluatoren evalueren.
Vakbekwame sleutelfunctionarissen o.b.v. uniforme profielen en gekwalificeerde opleidingen.
Alle waterschappen besluiten Netcentrisch Werken te implementeren.
Elk waterschap is ge start met implemen tatie van de Net centrische Werkwijze.
Elk waterschap is op ‘opstart’niveau volgens de Netcentrische Werkwijze.
Elk waterschap deelt informatie volgens de Netcentrische Werkwijze.
Per waterschap is er een actueel overzicht van in te zetten middelen met operationele inzet.
Er is een landelijk overzicht van in te zetten middelen met operationele inzet.
Er is een uitwisselingssystematiek voor operationele inzet van middelen.
Er is collectieve aanschaf en inzet van middelen.
Waterschappen hebben behoefte aan ‘crisiskennis’ en gezamenlijke pilotprojecten.
Er is een actueel kennisnetwerk en een overzicht en prioritering van pilotprojecten.
Er is een kennisbank met bestaande en nieuwe kennis en een pool met experts.
Er is een kennisbank, een kennisnetwerk en een kennispool.
De positie van waterschappen is bepaald met een intercollegiale 0meting.
Borging van behaalde resultaten vindt op systematische en vaste wijze plaats.
Er zijn met de inspectie(s) afgestemde toetsingscriteria.
Waterschappen voldoen aan de vast gestelde criteria.
Unie van Waterschappen
Koningskade 40
2596 AA Den Haag
Postbus 93218
2509 AE Den Haag
Telefoon: 070 351 97 51
Email: [email protected]
Internet: www.uvw.nl
Tekstproductie: Unie van Waterschappen, Den Haag
Grafisch ontwerper: AM Produkties, www.ambd.nl
Druk: Opmeer bv, Den Haag
Oplage: 100
Uitgave: juni 2014