Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog...

13

Transcript of Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog...

Page 1: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en
Page 2: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

1

Van bewaarschool tot de Wonne

Geschiedenis van een stadsklooster

1867-2011

Rien Tiehatten

Narratio

Page 3: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

2

Tekst: Rien Tiehatten 2012

© Uitgeverij Narratio, www.narratio.nl

Foto omslag: © Cees Elzenga, Hetoog.nlIllustraties: © Collectie Rien Tiehatten, tenzij anders vermeld

ISBN: 978 90 5263 888 1NUR: 704

Deze uitgave is mede tot stand gekomen door de medewerking van de Stichting Katholiek Onderwijs Enschede (St. KOE).

Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in geautomatiseerde gegevensbestanden of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Page 4: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

3

Inhoud

Voorwoord 5

Hoofdstuk 1: Het begin 13

Hoofdstuk 2: De opbouw 39

Hoofdstuk 3: Uit de annalen 39

Hoofdstuk 4: De Wonne in beeld 41

Hoofdstuk 5: Larinkstichting 1983-2011 49

Hoofdstuk 6: De Wonne bij de tijd 61

Literatuurlijst en bronnen 67

Page 5: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

4

Page 6: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

5

Voorwoord

Het klooster Larinksticht heeft een rijke geschiedenis die begint in 1867 met de erfenis van Gerardus Larink.Sinds 1976, toen de laatste zusters van O.L.V. van Amersfoort het kloos-ter verlieten en vanaf 1979 toen de Wonne zijn intrek nam in de gebou-wen is er veel gebeurd.In verband met de opening van de nieuwbouwvleugel, die een nieuwe periode in de geschiedenis van het Larinksticht inhoudt, heb ik deze geschiedenis in dit boekje samengebracht.

Sinds 1999 is de gemeente Enschede in gesprek geweest met het be-stuur van de Larinkstichting in verband met het realiseren van het muziekkwartier naast het klooster en gedeeltelijk op gronden van het klooster. Deze onderhandelingen, want zo kan men die wel noemen, waren zeker niet eenvoudig. Als toenmalig lid van het bestuur van de Larinkstichting heb ik dit voor een gedeelte van nabij meegemaakt. Degene die mij op het idee bracht was eigenlijk wijlen Jan Wiefker, die ook al een aantal kopieën van documenten uit het archief in Zwolle voor mij meebracht. Hij noemde dit de bijvangst van andere onderzoe-ken. Helaas heeft hij de voltooiing van dit boekje niet meer mee mogen maken.

Een speciaal woord van dank ook aan zuster Jacqueline van Breemen, de archivaris van de zusters van O.L.V. van Amersfoort voor de vriende-lijke ontvangst en medewerking bij het inzien van de dagboeken van de zusters uit Enschede.

Tot slot spreek ik mijn dank uit aan Hans Roelink voor de ondersteu-ning, het kritisch meelezen en het inzetten van zijn vele contacten.

Ook was zonder de medewerking van de Stichting Katholiek Onderwijs Enschede (St .KOE.) deze uitgave niet tot stand gekomen.

Ik wens u veel leesplezier.Rien Tiehatten.

Page 7: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

6

Page 8: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

7

Hoofdstuk 1

Het begin

In februari 1790 werd in Ootmarsum Gerardus Larink geboren, als zoon van het echtpaar Gerrit Larink-Catarina Robers. Dit echtpaar kwam in 1795 door vererving in het bezit van het ouderlijk huis van Catarina Robers. De broer van Catarina en mede-erfgenaam werd uitgekocht. In dit pand in de Langestraat hoek Hofstraat, woonde Gerardus vele jaren, met zijn ouders, broer Johannes en zijn zusters Joanna en Aleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht.Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en Aleida woonde de ongehuwde Gerardus er met zijn zuster Joanna.Het ging hen goed. Gerardus Larink was een belangrijk persoon in het toenmalige Enschede.Evenals zijn vader was hij koperslager maar ook was hij griffier bij het kantongerecht in Enschede en lid van de gemeenteraad.In een in 1852 opgemaakt testament bepaalde hij dat zijn zuster Joanna (Aleida en Johannes waren toen al overleden) gedurende haar leven het volle vruchtgebruik van zijn gehele vermogen zou hebben. Dit met de hand geschreven testament was opgemaakt en gedeponeerd bij notaris B.W. Blijdenstein in Enschede. Hij bepaalde ook dat, na de dood van zijn zuster, het gehele vermo-gen zou toevallen aan de Rooms Katholieke Jacobusparochie van Enschede.

Ik benoem tot mijne eenige erfgenaam de Roomsch Catholijke gemeente te Enschede, ten einde , behoudens het bovenvermelde vruchtgebruik en na uitkering der voorgeschreven legaten, mijne nalatenschap zooveel mogelijk te doen strekken als eene bijdrage tot daarstelling aan het een of ander liefdadig gesticht, onder den last dat jaarlijks in alle jaren voor de zielerust van mij en mijne overledene zuster Aleida Larink, van mijne overledene broeder Johannes Larink

Page 9: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

8

en van mijn zuster Joanna Larink buiten het gewone jaargebed en kerkelijke begrafeniskosten zullen gelezen moeten worden veertien missen, benevens het anniversarium, alles tegen voldoening der gewonen honoraria.

Ook benoemde hij in het testament tot executeuren:

“den tijdelijken pastoor en de tijdelijke kerkmeesters der Roomsch Catholijke gemeente te Enschede-------------- en zij het mij tevens vergund, mijne hartelijke geliefde, zoo verlatene zuster in hun Ed. zorg en toezigt voor eene, zo veel mogelijk, liefderijke behandeling en verpleging minzaam aan te bevelen”

Hieruit blijkt dat zijn zuster Joanna waarschijnlijk zieke-lijk en hulpbehoevend was ten tijde van het opmaken van het testament.Op 18 april 1867 overleed Gerardus Larink. Zijn zuster Joanna was al eerder over-leden zodat de gehele erfenis, behoudens een aantal legaten, naar de R.K. Parochie Enschede ging.

Wat behoorde behalve het huis in de Langestraat, nog meer tot de nalatenschap?Om te beginnen een groot aantal percelen hooiland. Verder een aandeel in een koopvaardijschip met de naam “de Vrede”. Het hoofd-deel vormde echter een groot aantal hypothecaire en andere vorde-ringen tot een bedrag van minstens fl. 40.000,-. Hij had geld uitstaan tot ver buiten Enschede tot in Duitsland toe. Dit alles viel nu toe aan de parochie Enschede.

Het eerste wat pastoor G.H. van Coeverden van de Jacobusparo-chie deed toen hij het bericht van de notaris ontving was, namens het kerkbestuur, een verzoek aan koning Willem II te richten om de erfenis te mogen aanvaarden. Volgens de toen geldende wetgeving had het kerkbestuur deze toestemming nodig Deze toestemming werd al snel verleend.

Het begin

Page 10: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

9

G.H. van Coeverden, lid van een adellijk geslacht ,was van 1837 tot zijn overlijden in 1871 pastoor en deken van Enschede. Het verhaal gaat dat hij in 1837 te paard vanuit de Lutte naar Enschede reed voor zijn installatie als pastoor en onmiddellijk na aankomst onvermoeid de plechtigheden leidde. Hij was al 71 jaar toen hij de erfenis van Larink aanvaardde en voortvarend te werk ging om deze goed te besteden. Hij had al het nodige tot stand gebracht. In 1837 begonnen in een huiskerk aan het van Loenshof had hij al in 1842 een kerk gebouwd aan de markt. Deze kerk werd verwoest tijdens de stadsbrand van 1862 maar al in 1864 stond er een nieuw gebouw. Een man dus die van aanpakken wist.

Na het geven van de toestemming tot het aanvaarden van de erfenis kon worden begonnen met het nadenken over de invulling van de belangrijkste bepaling uit het testament.“het oprichten van een liefdesgesticht.”Er volgt overleg, onder andere met bisschop Zwijssen van het aarts-bisdom Utrecht.

Op aanraden van hem neemt het kerkbestuur contact op met de zusters van O.L.V. van Amersfoort. Deze, nog jonge congregatie, had zich speciaal als doel gesteld het geven van speciaal onderwijs aan kinderen uit arme gezinnen. Deze zusters kregen dus het verzoek om onderwijsstaken in Enschede op zich te nemen. Ook Mgr. Zwijssen wenste dit dus en zo kan men in de annalen van het moederhuis van de zusters in Amers-foort onderstaande lezen:

Nauwelijks had de nieuwe algemene Overste, Zr. Xavier, haar bedie-ning aanvaard, of reeds werd haar de vraag gesteld, of zij zich met een zusterafdeling van de Congregatie te Enschede zou willen vesti-gen. Aldaar was door een zekere Heer Larink bij testament, een aan-zienlijke som gelds vermaakt aan het R.K. Kerk- en Armbestuur. De heren regenten waren van oordeel, dat dit kapitaal het beste zou kunnen worden gebruikt voor het Katholieke Onderwijs van meisjes en hadden daarom een kloostergebouw, genoemd het Larinksticht, opgericht waarin leer-, bewaar- en naaischolen konden worden gehouden en dat tevens een geschikte woning voor het zusterlijk personeel aanbood.

Het begin

Page 11: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

10

De aanvraag deed de Zeereerwaarde Heer van Coeverden, Deken en Pastoor van Enschede, die daarbij niet alleen zijn persoonlijk gevoe-lens volgde, maar recht streeks handelde volgens de wens van de Aartsbisschop, die nog voor de bouw van het Larinksticht op niet onduidelijke wijze had te kennen gegeven, dat hij de zusters van Amersfoort in die Stich-ting verlangde.Wat kon de Algemene Overste na dit alles anders doen, dan het aanbod aannemen en toezegging doen, dat zij in het voorjaar van 1869, het nodige zusterlijke personeel voor Enschede beschik-baar zou stellen. Op 21 mei 1869 vertrokken dan ook Zr. Catharina (M.M. Hagen) als Over-ste, met de zusters M.

Ildephon se (C.J.E. van Wijk), M. Werenfride (E.M.J. Geselschap) en M. Adelberta (P.M. Albarda Jelgersma) naar Enschede, weldra door anderen gevolgd.Inmiddels was er bouwgrond ter beschikking gekomen tussen de spoorweg en de Noorderhagen. Dit perceel, eigendom van Lambertus A.J. Nieuwenhuis werd door hem voor dit doel geschonken. Tot dan toe werd het voor opslag van steenkool gebruikt.

Het begin

Page 12: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

11

Het kerkbestuur van Enschede vroeg een bouwvergunning aan:

Deze dient U Edelachtbare vriendelijk te verzoeken om bouwverlof en rooiïng tot het bouwen van een Liefdesgesticht op de Noorderhagen tussen de weg naar de Brinkgaarden en het voetpad naar het spoor.

De gemeente gaf snel toestem-ming en de bouwplannen kon-den worden uitgewerkt.Architect H.J. Wennekers uit Amsterdam kreeg opdracht om het ontwerp te maken dat in Mei 1868 is uitgewerkt. De aanbe-steding volgde op donderdag 4 juni 1868 en de aannemer Tönies uit Enschede kreeg van de vijf inschrijvers de opdracht tot de bouw voor een bedrag van fl 26.985,-.Begin 1869 was het gebouw gereed.

De ontstaansgeschiedenis van deze kloosterorde is zo ingewikkeld dat men in 1993 professor Abbink, hoogleraar kerkgeschiedenis en priester van het aartsbisdom, te hulp riep om meer zicht te krijgen op de beginperiode. Met name op de vraag wie wel de stichter genoemd kan worden wil men een goed antwoord. Zijn conclusies staan, kort samengevat, hieronder.

De orde van de zusters van O.L.V. Van Amersfoort is in 1823 ontstaan uit een samenwerkingsverband met 4 componenten.1. De Roomsch-Catholijke Maatschappij van 1820.Constaterend dat bij onderwijs en opvoeding het katholiek geloof geen rol speelde, spoorde de bekeerling Joachim le Sage ten Broek (1775-1847) de katholieken aan tot actie te komen voor de vrijheid van onderwijs. Volgens hem waren alleen religieuzen in staat dit onderwijs en deze opvoeding te geven. Zo ontstond de RC Maatschappij waarvoor le Sage als leden o.a. de pastoor van de

Het begin

Page 13: Van bewaarschool - KinderdienstAleida. Er wordt zelfs in 1802 van het echtpaar Berlang nog aangren-zende grond bijgekocht. Na het overlijden van zijn ouders en later van Johannes en

12

Catharina te Utrecht en die van ‘t Zand te Amersfoort wist te winnen en de Jezuïet pater Wolff uit Culemborg.Deze maatschappij stimuleerde katholiek onderwijs en ondersteunde dit financieel.2. Pater Matthias Wolff vanuit de vrijplaats Culemborg missionaris in de Hollandse Missie, bekend predikant, gezaghebbend priester, een bevlogen man die inspireert tot kloosterleven, die de eerste kandidaten in contact brengt met de zusters van Namen en de zusters gedurende 10 jaar begeleidt.Deze pater Wolff was al in 1819 buiten Nederland, waar kloosters dan nog verboden zijn, op zoek naar een opleidingshuis voor 3, al gauw 7 jonge vrouwen die religieus wilden worden. Hij vond dit, mede met het oog op de taal, in het klooster van de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Namen te Gent. Deze congregatie is in 1804 in het Frankrijk van Napoleon gesticht door Julie Billiart (1751-1816) met Amiens als moederhuis. Spoedig echter, wanneer de bisschop de zusters alleen in zijn eigen bisdom wil inzetten en hen bovendien een strengere regel wil opleggen, verhuisde men naar Namen, omdat Julie er op staat dat de zusters zich voor de opvoeding van de jeugd overal moeten kunnen vestigen.3. Maria van Werkhoven of zuster Ignace, de stichteres van het schoolinstituut, op wier naam, om het instituut tegen derden veilig te stellen, de ‘Firma van Werkhoven en Co wordt opgericht.4. Maria Stichters of zuster Matthia, algemene overste in de crisis die de jonge congregatie tussen 1832-1840 doormaakte: door interne spanningen en doordat Matthia overhoop lag met priesters uit Amersfoort die, te goeder trouw, de congregatie teveel naar hun hand wilden zetten.

De zusters van Amersfoort; deze jonge vrouwen begonnen vanaf 1823, om de protestanten geen aanstoot te geven, onder de naam Pédagogie Chrétienne, met het geven van onderwijs aan arme kinderen, waarbij zich in de loop van de tijd allerlei andere soorten onderwijs zouden voegen. De congregatie telde rond 1930 ongeveer 1200 leden en rond 1970 nog ongeveer 1000.

Het begin