VAN BELGIE voor Documentatie en Voorlichting · 2012. 3. 16. · ties (3) en (4), waarvan de...
Transcript of VAN BELGIE voor Documentatie en Voorlichting · 2012. 3. 16. · ties (3) en (4), waarvan de...
NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT
voor Documentatie en Voorlichting Studiedienst VERSCHIJNT MAANDELIJKS
XXX1Xe Jaargang, Deel I, Nr 4 April 1964
Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgégeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank.
INHOUD : De theorie van het internationale economische evenwicht, door Prof. H. Brems — Literatuur in verband met de eco-nomische en financiële problemen van België — Economische wetgeving — Statistieken.
DE THEORIE
VAN HET INTERNATIONALE ECONOMISCHE EVENWICHT door Hans BREMS,
Professor aan de Universiteit van Illinois.
a Noch liegen die KrUte, welche die Bindungen aus einem konvertiblen interna-tionalen Warungssystem anerkenuen, mit den Krilften im Widerstreit, die der binnenwirtschaftlichen Entwicklung den Vorrang einrilumen x.
Karl Blessing, President van de Deutsche Bundesbank, Monatsberichte der Deutschen Bundesbank, november 1961.
1. Inleiding.
Studies over het prijsmechanisme maken zelden gewag van de wisselkoers, en zulks vermoedelijk om twee redenen. In de eerste plaats, zou een gesprek over dat onderwerp bij de mensen uit de praktijk aanleiding kunnen geven tot speculatie. Ten tweede, is het onderwerp van het internationale monetaire evenwicht voor de theoretici zeer ingewikkeld. Men kan het op een eerste manier vereenvoudigen door zich te beperken tot een pre-Keynesiaanse partiële evenwichtsanalyse, bekend als de « elasticities approach ». Het onderwerp kan op een tweede manier vereenvoudigd worden door zich te beperken tot de Keynesiaanse ontleding van het algemene evenwicht, bekend als de « absorption approach ». Eens aanvaard als een veranderlijke grootheid, dreigt de wisselkoers het zuiver lineaire karakter van elk absorptiemodel te vernietigen.
Noch de methode der elasticiteiten, noch de bena-dering via de absorptietheorie geven op zichzelf vol-doening. Dit artikel heeft tot doel beide benaderings-wijzen te integreren in een uiterst eenvoudig alge-braïsch model. In een wiskundig bijvoegsel werden
globale verbruiks- en invoerfuncties uitdrukkelijk afgeleid van de eraan ten grondslag liggende indivi-duele nuts- en bestedingsfuncties. Deze afleiding stelt ons in staat de inkomens- en prijselasticiteiten van verbruik en invoer te bepalen. Maar de lezer die bereid is de vergelijkingen (1), (2), (3) en (4) zonder verder onderzoek aan te nemen, mag het wis-kundig bijvoegsel buiten beschouwing laten. Het grootste deel van dit artikel vereist geen andere wiskundige kennis dan die van de elementaire algebra.
2. Een algebraïsch model.
Doet de algebra tijd en plaats winnen, zij vergt anderzijds duidelijke definities van de gebruikte symbolen. In het geval dat ons bezighoudt, zijn die definities de volgende :
Veranderlijke grootheden.
B = nominale uitgave voor verbruik van binnen-landse produkten en voor de invoer.
C = verbruik van binnenlandse produkten.
(1) C, = Y, c, + m,
ai c,
(zgn., • P.1 17 , M, — c, + m, EP2
Y, —
— 398 —
E = wisselkoers, in aantal munteenheden van Land 1 per munteenheid van Land 2.
M = invoer. U = nut, voor een persoon, voortvloeiend uit het
verbruik van binnenlandse produkten en uit de invoer.
X = uitvoer. Y = produktie.
Parameters.
a = geneigdheid tot het doen van uitgaven voor het verbruik van binnenlandse produkten en voor de invoer.
c = elasticiteit van het nut, voor een persoon, van zijn verbruik van binnenlandse produkten.
1 = netto-investering van binnenlandse produkten. m = elasticiteit van het nut, voor een persoon, van
zijn verbruik van ingevoerde produkten. P = prijs van de produktie van een land, uitgedrukt
in zijn eigen munteenheid.
Ondersteld wordt dat de verbruikers zowel bin-nenlandse als ingevoerde produkten vragen. Bedrij-ven investeren alleen in binnenlandse produkten. Ondersteld wordt dat er geen kapitaalbewegingen bestaan. Zo is de lezer eens en voor goed gewaar-schuwd dat de wisselkoers waarvan het evenwichts-peil in dit artikel bepaald wordt, die koers is die tot stand zou komen bij het ontbreken van kapitaalbe-wegingen tussen de landen.
De veranderlijke grootheden C, 1, M, X en Y zijn gemeten in fysieke produktie-eenheden van het land van herkomst. Ondersteld wordt dat er slechts twee landen bestaan en de cijfers 1 en 2 hebben betrekking op die twee landen.
Wanneer al de ingezetenen van het land i dezelfde nutsfuncties van het type met een constante elasti-citeit hebben en wanneer zij hetzelfde deel a i van hun nominaal inkomen uitgeven aan het verbruik en aan de invoer, waarbij a i gelegen is tussen nul en één, dan is het mogelijk, zoals in het wiskundig bij-voegsel in bijzonderheden getoond wordt, hieruit de volgende verbruiks- en invoerfuncties af te leiden :
a2 c, C, — Y,
02 +
a,m, P2Y2 (4) M, —
Vertrekkend van onze individuele nuts- en beste-dingsfuncties kwamen wij dus tot de globale ver-bruiksfuncties (1) en (2), waarvan de inkomens-elasticiteit plus één is en de transversale elasticiteit tegenover de wisselkoers en de prijs van de invoer nul is. Voorts berekenden wij de globale invoerfunc-ties (3) en (4), waarvan de inkomenselasticiteit plus één is en waarvan de directe prijselasticiteit min
één bedraagt. Vervolgens is de invoer van het ene land de uit-
voer van het andere land :
( 5 ) 311 = X2 (6) M, =
Binnenlands evenwicht vereist dat de produktie gelijk is aan de afzet, en internationaal evenwicht vergt dat de wisselkoers de buitenlandse handel in evenwicht houdt, daarom :
(7) en (8) Y i = Ci Xi
(9) EP,M, = P,M,
3. Vaste wisselkoers.
Op het eerste gezicht zou men zich door zulk niet-lineair systeem kunnen laten afschrikken. Om de zaak eenvoudiger te maken, schakelen wij een ver-gelijking en een veranderlijke grootheid uit : wij ver-onderstellen dat de wisselkoers E een parameter is en wij laten (9) buiten beschouwing. Dat geeft ons een zuiver lineair stelsel van vergelijkingen, dat voor de produktie van de twee landen volgende oplos-singen geeft :
a,m, EP,
c2 — ( 12) + 111 2 P,
/ — cl + mi c, (1 — a 2) + in
a, , [c, +
alm, P,
c, (1 — a l ) + m, EP2
/ — c, + m, c, (1 — a l ) + m,
a, +
[02 +
Deze uitdrukkingen zijn tamelijk ingewikkeld : een produktie op evenwichtspeil in elk land hangt af van de parameters van beide landen. In die zin zijn de twee landen sterk afhankelijk van elkaar. Para-doxaal genoeg, zullen de zaken sterk vereenvoudigd en de afhankelijkheid aanzienlijk verminderd worden, wanneer de wisselkoers omgevormd wordt tot een veranderlijke grootheid.
(2)
(3)
c, + ni, P,
E
I, + I,
— 399 —
4. Veranderlijke wisselkoers. zijn betalingsbalansmoeilijkheden kennelijk in het buitenland gelegen is ».
Behoudens bij toeval, zal een stelsel zoals wij pas onderzocht hebben in hoofdstuk 3 de interna-tionale handel niet in evenwicht brengen. Onderstel dus dat de wisselkoers E een veranderlijke grootheid is en dat rekening wordt gehouden met de verge-lijking (9). Klaarblijkelijk is dat volledig stelsel van (1) tot (9) niet lineair, aangezien (3), (4) en (9) produkten of quotiënten van veranderlijke groot-heden bevatten. Dank zij onze uitzonderlijk een-voudige nuts- en bestedingsfuncties, zullen de niet-lineaire aspecten echter verdwijnen bij , de oplossing van het stelsel. Wanneer wij (6), (9), (5), (3) en (1) in die volgorde gebruiken om de vergelijking (7) te wijzigen, dan krijgen wij :
Y, 1
1 1 - a,
Y 2 2
2 1 a2
Wij zien dat een produktie op evenwichtspeil in elk land afhangt van de parameters van dat land al-leen, niet van die van het andere land. In die beteke-nis zijn de twee landen sterk onafhankelijk van elkaar. Zulks betekent natuurlijk niet dat verander-lijke wisselkoersen de produktie van een land zouden stabiliseren. Onderstel, bij voorbeeld, dat de para-meters a, en II van Land 1 stationair blijven, terwijl die van Land 2 a 2 en I, sterk bewegen. De verge-lijkingen (10) en (11) tonen dat de produktie van Land 1 stationair blijft : dat land heeft zich nu vol-ledig beveiligd tegen beroeringen in het buitenland. Daarentegen moet de produktie van Land 2 de vol-ledige weerslag ondergaan van de bewegingen die zich in de parameters van dat Land voordoen. Was, anderzijds, de wisselkoers vast geweest, dan blijkt uit de vergelijkingen (I) en (II) dat de bewegingen van a2 en I, zouden overgegaan zijn op Y 1 , en dat sta-tionair blijvende a, en /, aan Y2 een zekere stabi-liteit zouden gegeven hebben. Daarom lijkt het voor Land 1 dat de veranderlijke wisselkoersen de pro-duktie stabiliseren, terwijl voor Land 2 zulks blijk-baar het geval is wanneer de wisselkoersen vast zijn. Die twee opvattingen zijn niet met elkaar in strijd. Uit het oogpunt van Land 1 komen de bewegingen uit het buitenland, terwijl zij, uit het oogpunt van Land 2, uit het binnenland komen. En, zoals Caves ( 1 ) reeds onderlijnde, « heeft een land alle redenen om een stelsel van veranderlijke wissel-koersen toe te passen wanneer de oorzaak van
(1) Richard E. Caves, « Flexible Exchange Rates », Ame-rican Economie Review, mei 1963, deel 53, blz. 123.
5. Het evenwichtspeil van de wisselkoers.
Wij laten de produktie thans buiten beschouwing en zoeken een oplossing voor het evenwichtspeil van de wisselkoers E. Wij nemen de vergelijkingen (3) en (4) op in de vergelijking (9), wij passen (10) en (11) op deze laatste toe en verkrijgen
(12) E = (1 — a2 )(c2 + 9n2)a/m/Piri
— a / )(c i + nija2m 2 P21,,
Formule (12) toont aan dat hoe zwakker de rela-tieve neiging tot sparen is, hoe hoger de relatieve prijzen zijn, en hoe hoger het relatieve investerings-volume van het Land 1 is, hoe hoger de wisselkoers zal zijn.
Thans blijkt dat beide landen niet volledig onaf-hankelijk van elkaar zijn. Onderstel dat Land 1 zijn produktie- en werkgelegenheid wenst uit te breiden en dat het met dat doel zijn autonome investeringen I ., opvoert. Indien het niets anders doet, dan toont (12) aan dat de wisselkoers E moet stijgen. De stijgende wisselkoers brengt voor Land 1 het nadeel mee dat zijn reële inkomen minder zal toenemen dan zijn produktie. Want het reële inkomen is de fysieke hoeveelheid goederen die Land 1 kan kopen met zijn netto nationaal produkt; nu kan Land 1 met een fysieke eenheid van zijn goederen minder fysieke eenheden goederen van Land 2 kopen, want de wisselkoers is gestegen, terwijl relatieve goederen-prijzen onveranderd bleven.
Weliswaar wordt door (12) ook duidelijk aange-toond dat Land 1 zulke stijging van de wisselkoers zou kunnen vermijden door zijn prijspeil P1 even-redig te verlagen. Het zou evenwel nog benadeeld zijn : met een fysieke eenheid van zijn goederen koopt Land 1 nu minder fysieke eenheden van de goederen van Land 2, omdat de relatieve prijs van de goederen van Land 2 gestegen is bij onveranderde wisselkoers.
Wij besluiten daaruit dat, terwijl beide landen on-afhankelijk zijn wat hun fysieke produktie betreft, ze via (12) nog afhankelijk van elkaar zijn wat hun reële inkomen betreft.
In ons model viel tot dusverre de last om even-wicht te brengen in het handelsverkeer alleen op de wisselkoers. Wij zullen thans zien dat het interna-tionale evenwicht ook mogelijk is wanneer de wissel-koers als een parameter beschouwd wordt, op voor-waarde dat men van een andere parametrische groot-heid een veranderlijke grootheid maakt.
(10)
- 400 —
6. Het evenwichtspeil van de relatieve prijzen.
Onderstel dat het prijspeil van een land kan worden gecontroleerd, bij voorbeeld door de geld-politiek. Wij laten het hele stelsel van vergelijkingen zoals het is, maar zonderen de wisselkoers E af uit de lijst der veranderlijke grootheden en maken er een parameter van. Anderzijds, verwijderen wij de prijspeilen P, en P, uit de lijst der parameters en maken van hun verhouding Pi /P, een nieuwe veranderlijke. Aldus bewaart het stelsel hetzelfde aantal vergelijkingen en veranderlijken en kan for-mule (12) geschreven worden als volgt :
(12a) (1 — ai )(c, + in,)a,m212 E
P, (1 — a 2)(c, m,)ai rn,I,
(12a) toont aan dat de prijsverhouding tussen beide landen zou moeten samenvallen met de vaste wisselkoers opdat de handelsbalans in evenwicht zou zijn. In het bijzonder, hoe lager de vaste wisselkoers is, hoe lager het relatieve prijspeil zal dienen te zijn.
7. Het evenwichtspeil van de relatieve investeringen.
Wij veronderstellen dat, bij vaste prijzen, het investeringspeil van een land kan gecontroleerd worden, bij voorbeeld door de geldpolitiek. Wij laten opnieuw het hele stelsel van vergelijkingen zoals het is, maar brengen de prijspeilen P, en P, weer in de lijst van de parameters, behouden daarin de wisselkoers E, maar zonderen de investeringspeilen I, en I, uit die lijst af en maken van hun verhouding / 1 /4 een nieuwe veranderlijke grootheid. Formule (12) wordt dan :
/, (1 — a,) (c, + )a2M2P2 E
1, (1 — a,)(c, + •i2)airnIPI
Formule (12b) toont aan welke de investerings-verhouding /,//, tussen beide landen zou dienen te zijn bij onveranderde wisselkoers en relatieve prijzen, opdat de handelsbalans in evenwicht zou zijn. Meer bepaald, hoe lager de vaste wisselkoers is, hoe lager het relatieve investeringspeil zal dienen te zijn.
8. Het evenwicht van de relatieve spaarneigingen.
Onderstel dat, bij vast prijs- en investeringspeil, de spaarneiging van een land kan gecontroleerd worden, bij voorbeeld door de begrotingspolitiek. De belas-tingpolitiek zou het verbruik van de huishoudingen en de dividenduitkeringen van de ondernemingen kunnen ontmoedigen of het sparen van de huis-
houdingen en de winstinhouding der ondernemingen begunstigen. Wij laten opnieuw het hele stelsel van vergelijkingen zoals het is, maar brengen het inves-teringspeil I, en I, weer in de lijst van de para-meters, behouden daarin de wisselkoers E en de prijspeilen P, en P,, maar verwijderen uit genoemde lijst de bestedingsneiging a, en a, en maken daarvan veranderlijke grootheden. Het stelsel heeft opnieuw hetzelfde aantal vergelijkingen en veranderlijken en formule (12) wordt nu :
(o, + mg )m,P,I, 1
(c, + m,)m,P,I, E
— ai ) /a i kan de verhouding besparing-ver-bruik van een land genoemd worden. (12e) toont aan wat de relatieve verhouding besparing-ver-bruik tussen beide landen zou moeten zijn bij vaste wisselkoers, relatieve prijzen en relatieve investerin-gen, opdat de handelsbalans in evenwicht zou zijn. Meer bepaald, hoe lager de vaste wisselkoers is, hoe hoger de relatieve verhouding besparing-verbruik dient te zijn.
9. Ricardo en het internationale evenwicht.
Sommige resultaten van de vorige hoofdstukken zijn anderhalve eeuw oud. In zijn Principles of
Political Economy and Taxation (1817) beschrijft Ricardo een land dat sterk gelijkt op de Duitse Bondsrepubliek omstreeks 1960, dat « uitmunt door zijn fabrikaten en aldus een toevoer van deviezen doet ontstaan ». In zulk land, ging Ricardo verder, moet zich één van de volgende twee feiten voordoen. In het eerste geval « worden de wissels verder h, pari verhandeld », d.w.z. dat de wisselkoers ongewijzigd blijft. In dat geval :
...the prices of corn and labour will be relatively higher in that country than in any other... Under the circumstances supposed, such a differente of prices is the natural order of things, and the exchange [rate] can only be at par when a sufficient quantity of money is introduced into the country excelling in manufactures, so as to raise the price of its corn and labour.
De andere mogelijkheid is de belemmering van het vrije goudverkeer :
If foreign countries should prohibit the exportation of money, and could successfully enforce obedience to such a law, they might indeed prevent the rise in the prices of the corn and labour of the manufac-turing country; for such rise can only take place after the influx of the precious metals, supposing paper money not to be used; but they could not
(12b)
1 — a,
(12e) a,
1 — a, a,
— 401 —
prevent the exchange [rate] from being very unfavourable to them. If England were the manufacturing country, and it were possible to prevent the importation of money, the exchange [rate] with France, Holland, and Spain might be 5, 10 or 20 per cent, against those countries » ( 2 ).
Kunnen wij de twee, anderhalve eeuw oude, alter-natieven van Ricardo nog onderschrijven ? Moet of wel het relatieve prijspeil zich aanpassen, waarbij onze formule (12a) nauwkeurig aangeeft met hoe-veel, of moet de wisselkoers zelf zich aanpassen, in welk geval uit formule (12) blijkt hoeveel die aan- passing juist moet bedragen ?
Wat Ricardo geschreven heeft is juist. Maar thans dient er een derde mogelijkheid aan toegevoegd. De relatieve prijspeilen, en de wisselkoers zelf, zouden ongewijzigd kunnen blijven op voorwaarde dat het land dat goud moet afstaan bereid zou zijn zijn in-komen en zijn produktie te verminderen. Zulke ver-mindering zou kunnen bereikt worden door een res-trictief monetair beleid dat het relatieve volume van de investeringen van het land waaruit goud afvloeit zou doen afnemen; formule (12b) zou juist aan-geven hoeveel die vermindering zou moeten bedra-gen. Of wel zou de vermindering kunnen verkregen worden door een belastingpolitiek die de verhouding besparing-verbruik van het land dat goud verliest zou doen toenemen, waarbij formule (1.2e) juist zou aan-geven hoeveel die toeneming dient te bedragen. Het toegepaste beleid, welk het ook zij, moet het inkomen en de produktie van het land waaruit goud afvloeit derwijze doen verminderen dat een voldoend aantal personen genoeg inkomen zouden verliezen om de invoer terug te brengen tot het peil van de uitvoer.
De Franse en Canadese devaluaties van respectie-velijk 1958 en 1962 en de Duitse en Nederlandse revaluaties van 1961 zijn voorbeelden van de aan-wending van veranderlijke wisselkoersen. Minder op-vallend was de ontwikkeling die zich in het begin van de jaren 1960 voordeed : doordat de prijzen vlugger stegen op het Europese vasteland dan in de Verenigde Staten, verminderde het Europese surplus en tevens, alhoewel in mindere mate, het tekort van de Verenigde Staten. De vertraging van de investe-ringen in de Verenigde Staten heeft hier wellicht ook toe bijgedragen.
10. Inflatie en veranderlijke wisselkoersen.
Het is een zeer verspreide opvatting dat « de noodzakelijkheid van een streng financieel en loon-beleid, ten slotte, het grootste voordeel is dat aan het
( 2 ) The Works and Correspondentie of David Ricardo, I, uitgave Piero Sraffa, met de medewerking van M.H. Dobb, New York, 1951, blz. 146-147.
stelsel van stabiele wisselkoersen kan worden toe-geschreven » (3). Bieden vaste wisselkoersen werke-lijk een betere bescherming tegen inflatie dan ver-anderlijke wisselkoersen ?
Voor inflatie ontstaan buiten de grenzen van een land is het antwoord gemakkelijk. Dat land zou zich-zelf tegen inflatie kunnen behoeden eenvoudig door een herwaardering van zijn valuta, terwijl bij vaste wisselkoersen de stijgende prijzen van zijn invoer en de stijgende opbrengst van zijn uitvoer een sterke opwaartse druk op lonen en prijzen zouden uit-oefenen.
Inflatie die binnen een land zelf ontstaat, moet nader worden onderzocht. Het staat vast dat de om-vang van een nominale loonsverhoging van twee factoren afhangt, met name de druk uitgaande van de arbeiders om ze te verkrijgen en de wil van de werkgevers om hieraan te weerstaan.
De arbeiders hebben er meer belang bij een nomi-nale loonsverhoging te vragen bij vaste dan bij ver-anderlijke wisselkoersen. Bij vaste wisselkoersen, laten de binnenlandse nominale loonsverhogingen de invoerprijzen ongewijzigd, terwijl bij veranderlijke wisselkoersen de prijzen uitgedrukt in de binnen-landse munteenheid samen met de binnenlandse nominale lonen zouden gestegen zijn. Bijgevolg zijn, in het eerste geval, de reële lonen van de arbeiders tenminste gestegen t.o.v. de ingevoerde goederen, ter-wijl, in het tweede geval, de stijging van de reële lonen veel geringer, zo niet onbestaande is. Dit ver-schil is bijzonder opvallend in landen zoals Groot-Brittannië, waarvan de invoer een grote hoeveelheid voedingsmiddelen omvat.
Maar de werkgevers hebben er eveneens meer belang bij zich te verzetten tegen een verhoging van de nominale lonen wanneer de wisselkoersen vast zijn dan wanneer ze veranderlijk zijn. Bij vaste wisselkoersen kunnen de exporteurs binnenlandse loonsverhogingen moeilijk op hun buitenlandse cliënten afwentelen; daarom zullen zij zich kracht-dadig tegen zulke verhogingen verzetten. Bij ver-anderlijke wisselkoersen -zouden de uitvoerprijzen uitgedrukt in de binnenlandse munteenheid samen met de binnenlandse nominale lonen gestegen zijn, zodat de exporteurs met deze laatste vrede zouden kunnen nemen.
Per slot van rekening, hebben wij dan, bij vaste wisselkoersen, een sterke druk waaraan krachtig weerstand wordt geboden, terwijl, bij veranderlijke wisselkoersen, de druk en de weerstand zwak zijn. Welk van de twee gevallen tot meer « loondisci-pline » leidt, kan niet a priori worden gezegd.
( 3 ) Gottfried Haberler, « Integration and Growth of the World Economy in Historical Perspective ), American Econo-mie Review, maart 1964, deel 54, blz. 20
dB i; = dBi; dC
ii + dBi; dmii = 0
dCij dall ij Y 1j
c, in, EP2 5=1
Si
Mij
= 1
P, Si
ei Ci j = Y i
CE co =
Mi, =
(1) en (2) C i =
(3) Mi —
(4) M, — Mij =
B ij
+ na, Pi
B 21
C 2 + Mg P2
m, B 1 j
ci + m, EP2
m2 B 25
02 + m2 P1 E
ai c i
c i + m i
a/m, c i + m i EP2
agni, PgY2 C2 + mg PI
E
— 402 —
WISKUNDIG BIJVOEGSEL
Laten wij de globale verbruiks- en invoerfuncties in de twee landen expliciet afleiden. Wij veronder-stellen dat alle ingezetenen van het land i identieke nutsfuncties hebben van het type met constante elasticiteit. Vandaar dat de nutsfunctie van de per-soon j in het land i luidt :
Ci mi
Uij = Cij Mij
Wij veronderstellen dat Yij de bijdrage is van de persoon j in het netto nationaal produkt van het land i; dan is het geldinkomen van die persoon gelijk aan P i Yij . Wij veronderstellen dat alle ingezetenen van het land i dezelfde fractie a i van hun geldin-komen besteden aan verbruik en invoer, terwijl a i gelegen is tussen nul en één. Dus :
B ij = ai Pi Yij
Wanneer wij deze bestedingsfunctie opnemen in de individuele vraagfuncties, krijgen wij :
a i c i —
c i mi
asml PIYI5
De waarde van de som c i + mi wordt niet ver-ondersteld gelijk te zijn aan één. Maar opdat het marginale nut positief zou zijn en voor elke goede-rensoort zou afnemen, moeten wij er de nadruk op leggen dat c i en mi beide tussen nul en één gelegen zijn. Vervolgens krijgen wij volgende individuele budgetvergelijkingen :
B 1; = PI C, 5 EP2 M0
P, B 25 = P2 C2; +
E M75
Wij veronderstellen dat de persoon j zijn Cij met deij en zijn Mij met dM ij tot in het oneindig kleine verandert, met inachtneming van twee beperkingen evenwel : vooreerst, zouden de veranderingen zijn nut niet mogen beïnvloeden, aangezien dit laatste reeds op zijn maximum staat (grafisch gezien, doen onze nutsfuncties zich voor als onverschilligheidscurven, convex naar de oorsprong) ; ten tweede, zouden de veranderingen zijn bestedingen niet moeten beïn-vloeden, deze laatste zijnde gegeven :
dU dC i , „ — dMi; -= 0 de i; dM i;
Gi + m, .2 ,1)2
a,in„ P2 Y 2/
G E + m2 PI
E
Gesteld dat het land i s i ingezetenen telt, dan is de som van de vraag als volgt :
M 15 —
M„ —
ai c i s i
=1 ij
Ci 111,i
Overwegende dat de prijzen en de wisselkoers natuurlijk buiten de controle van de individuele per-soon vallen, gebruiken wij de nutsfuncties en de be-grotingsvergelijkingen om de gedeeltelijke afleidin-gen te berekenen. Wij nemen de resulterende evenwichtsvoorwaarden van het verbruik op in de begrotingsvergelijkingen en wij vinden de oplossing voor het individuele verbruik en de vraag naar invoer.
Si
M2j
-= 1
of eenvoudig :
a,m,
Si
• 17 2 j
j = 07 + m2 2 Pi
E
LITERATUUR IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE
EN FINANCIELE PROBLEMEN VAN BELGIE
Onderstaande literatuuropgave sluit aan bij die-gene die wij gepubliceerd hebben in ons maart-nummer 1964 van het Tijdschrift. Er weze opgemerkt dat in deze literatuuropgave noch de verslagen van de verschillende instellingen, noch de statistische bronnen zijn overgenomen.
1. GELD- EN KREDIETWEZEN
A propos du financement á moyen terme des expor-tations. (Bulletin économique de la Banque de la Société Générale de Belgique, Brussel, III, n* 26, april 1964, blz. 1-4.)
CLERFAYT G., Essai sur la demande de monnaie dans l'inflation et sa fin (1° en 2° deel). (Recher-ches économiques de Louvain, Leuven, XXX, nr 2, maart 1964, blz. 85-132.)
Dette publique et marché beige des capitaux. (Bulle-tin économique de la Banque de la Société Géné-rale de Belgique, Brussel, III, n* 25, maart 1964, blz. 1-5.)
EMMANUEL P., Inflation : Oui ? non ? (Les Dossiers de l'Action sociale catholique, Bruxelles, XLI, nr 3, 15 maart 1964, blz. 193-200.)
Factoring. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XIX, nr 13, 28 maart 1964, blz. 105-107.)
Perspectives financières en 1964. (Reflets et Perspec-tives de la Vie économique, Brussel, III, nr 1, februari 1964, blz. 33-41.)
3. NIET-GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTEL-LINGEN
MUHLEN E., Les fonds de placement dans la pers-pective luxembourgeoise. (Revue de la Banque, Brussel, XXVIII, nr 1, 1964, blz. 27-42.)
Structure des portefeuilles et répartition des risques. (Bulletin financier de la Banque de Bruxelles, Brussel, n* 12, 20 maart 1964, blz. 14.)
4. OVERHEIDSFINANCIEN
DE RONS P., Les finances des grandes valles. (Reflets et Perspectives de la Vie économique, Brussel, III nr 1, februari 1964, blz. 23-31.)
Dette publique et marché beige des capitaux. (Bulle-tin économique de la Banque de la Société Géné-rale de Belgique, Brussel, III, n* 25, maart 1964, blz. 1-5.)
du ROY de BLICQUY., Les trois clefs des finances communales : responsabilité, critères et structures. (Reflets et Perspectives de la Vie économique, Brussel, III, nr 1, februari 1964, blz. 3-22.)
L'impót des personnes physiques. (Kredietbank, Brussel, 1964, 72 blz.)
WILMART J. & KOEVOETS J., Commentaire de l'arrété royal du 8 octobre 1963 organisant un régime d'option d'amortissements dégressifs. (Journal pratique de Droit fiscal et financier Brussel, XXXVIII, nrs 1-2, januari-februari 1964, blz. 5-33.)
5. NATIONAAL INKOMEN — SPAARWEZEN — INVES-TERINGEN — VERBRUIK
DE BRUYN C., Lissage exponentiel et prévision adaptive du produit intérieur brut de la Belgique. (Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, nr 20, 1963, blz. 547-574.)
EMMANUEL P., Le budget économique. (Les Dossiers de l'Action sociale catholique, Brussel, XLI, n° 1, 15 januari 1964, blz. 14.)
SNOY et d'OPPUERS (Baron), L'épargne dans le marché européen. (Epargner et Investir, Brussel, nr 122, maart 1964, blz. 12-24.)
UYTERHOEVEN H., De gewestelijke investerings-maatschappijen. (Tijd, Antwerpen, XXXIX, n , 11, 13 maart 1964, blz. 9-14.)
7. PRIJZEN EN LONEN
DELEECK H. & LAEVAERT W., La part des salaires dans le revenu national beige. (Les Dossiers de l'Action sociale catholique, Brussel, XLI, nr 1, 15 januari 1964, blz. 15-36.)
DUBOIS B., Het gewaarborgd weekloon in België. (Economisch en Sociaal Tijdschrift, Antwerpen, XVIII, nr 1, februari 1964, blz. 2345.)
LINDEMANS I., De lonen zijn in België niet buiten-sporig gestegen. (De Gids op maatschappelijk gebied, Brussel, LV, nr 2, februari 1964, blz. 150-157.)
SCHOONBRODT R., De evolutie van de bezoldigingen tussen 1948 en 1960. (De Gids op maatschappelijk gebied, Brussel, LV, n° 3, maart 1964, blz. 223-252.)
8. WERKGELEGENHEID EN WERKLOOSHEID
CHAUMONT M., Les tendances d'avenir du syndica-lisme. (Synopsis, Brussel, VI, nr 71, maart 1964, blz. 3-18.)
VERSCHUEREN A., L'année sociale 1963. (Industrie, Brussel, XVIII, nr 3, maart 1964, blz. 252-259.)
- 404 -----
9. SOCIALE VERZEKERING
VERSCHUEREN A., L'année sociale 1963. (Industrie, Brussel, XVIII, n* 3, maart 1964, blz. 252-259.)
10. ECONOMISCHE TOESTAND — ECONOMISCHE POLI-TIEK
DAVIN L., La politique beige de développement régional. (Revue d'Economie politique, Parijs, LXXIV, n' 1, januari-februari 1964, blz. 195-221.)
DE BIEVRE C., Qu'attend l'industrie beige de la programmation économique ? (Bulletin social des Industriels, Brussel, XXXVI, n* 304, februari 1964, blz. 55-61.)
De economische en financiële toestand van België. (Tijd, Antwerpen, XXXIX, n* 13, 27 maart 1964, blz. 9-13.)
GLEJSER H., Présentation de « L'économie beige en 200 séries ». (Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, nr 20, 1963, blz. 579-592.)
KIRSCHEN E.S. & anderen, Economie Policy in our Time. (North-Holland Publishing Company, Amster-dam, deel I, XI+474 blz.; deel II, VIII+224 blz.)
VAN WATERSCHOOT F. & HONS A., Gewestelijke economische evoluties in België. (Economie, Til-burg, XXVIII, nr 6, maart 1964, blz. 253-258.)
11. NIJVERHEID — LANDBOUW — VISSERIJ
De bedrijfskleding in België : een sector met toe-komst. (Weekberichten van de Kredietbank, Brus-sel, XIX, nr 10, 7 maart 1964, blz. 81-84.)
De Belgische tapijtnijverheid. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XIX, n* 14, 4 april 1964, blz. 113-116.)
La cimenterie beige. (Bulletin économique de la Banque de la Société Générale de Belgique, Brus-sel, III, nr 26, april 1964, blz. 4-7.)
PAELINCK J. & WAELBROECK J., Etude empirique sur l'évolution de coefficients « input-output ». Essai d'application de la procédure R.A.S. de Cam-bridge au tableau interindustriel beige. (Economie appliquée, Parijs, XVI, nr 1, 1963, blz. 81-111.)
13. BINNENLANDSE HANDEL
Verkoopautomaten. (Weekberichten van de Krediet-bank, Brussel, XIX, n* 12, 21 maart 1964, blz. 97-99.)
14. BUITENLANDSE HANDEL — BETALINGSBALANS
A propos du financement á moyen terme des expor-tations. (Bulletin économique de la Banque de la Société Générale de Belgique, Brussel, III, n' 26, april 1964, blz. 1-4.)
Commerce exterieur de l'U.E.B.L. en 1963. (Bulletin économique de la Banque de la Société Générale de Belgique, Brussel, III, nr 25, maart 1964, blz. 7-11.)
15. INTERNATIONALE FINANCIELE TRANSACTIES
CARTER W., World Gold Production and the Money Supply. (The Journal of Finance, Chicago, Illinois, XVIII, n* 3, september 1963, blz. 494-510.)
DIETERLEN P., Un marché monétaire parallèle : l'Euro-dollar. (Bulletin S.E.D.E.I.S., Parijs, Etude, ile 869, bijvoegsel, 20 november 1963, 19 blz.)
EINZIG P., Can Liquldity Schemes Fulfil the Func-tion of Gold ? (Optima, Johannesburg, XIV, nr 1, maart 1964, blz. 15-21.)
Evolution et tendances de la balance des paiements de l'Europe. (Bulletin économique de la Banque de Bruxelles, Brussel, nr 14, februari 1964, 12 blz.)
HARROD R., The World's Monetary Problem. (The Irish Banking Review, Dublin, maart 1964, blz. 11-18.)
MALKIEL B., The Rejection of the Triffin Plan and the Alternative Accepted. (The Journal of Finance, Chicago, XVIII, nr 3, september 1963, blz. 511-536.)
TEW B., International Monetary Co-operation, 1945-63. (Hutchinson, Londen, 7e uitgave, 1963, 199 blz.)
VAN DER VALK H., Het Bernstein Plan. (Econo-misch-Statistische Berichten, Rotterdam, XLIX, n' 2432, 25 maart 1964, blz. 278-282.)
WILLIAMS D., The I.M.F. and International Mone-tary Policy. (Economia Internationale, Genua, XVI, nr 4, november 1963, blz. 633-649.)
16. INTERNATIONALE ECONOMISCHE AANEENSLUI-TING
ADDARIO T., Liberalizzazione di movimenti di capitall. Appunti su alcuni settori. (Rivista di Politica Economica, Rome, LIV, nr 2, februari 1964, blz. 201-220.)
de CRAYENCOUR M., L'industrie pharmaceutique dans le Marché commun. (Reflets et Perspectives de la Vie économique, Brussel, III, n* 1, februari 1964, blz. 51-58.)
DUJARDIN L., Vers une politique économique euro-péenne á moyen terme ? (Recherches économiques de Louvain, Leuven, XXX, nr 2, maart 1964, blz. 133-146.)
Evolution et tendances de la balance des paiements de l'Europe (Bulletin économique de la Banque de Bruxelles, Brussel, nr 14, februari 1964, 12 blz.)
JAENICH J., Vers une politique énergétique com-munautaire ? (Socialisme, Brussel, XI, nv 62, maart 1964, 179-195.)
LAVERGNE B., L'accord de Bruxelles du 23 décem-bre 1963. (L'année politique et économique, Parijs, XXXVII, nr 177, februari 1964, blz. 25-46.)
RUTSAERT P., L'intégration des conjonctures écono-miques dans le Marché commun. (Nauwelaerts, Leuven, 1964, XV + 226 b/z.)
SNOY et d'OPPUERS (Baron), L'épargne dans le marché européen. (Epargner et Investir, Brussel, n' 122, maart 1964, blz. 12-24.)
The Antitrust Structure of the European Common Market. (Proceedings of the Fourth Annual Institute on Corporate Counsel Sponsored by Ford-ham University School of Law, December 6 and 7, 1962) (Fordham University Press, New York, 1963, 179 blz.)
ECONOMISCHE WETGEVING
Deze rubriek bevat de wetten, besluiten en andere officiële bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigd in de loop van de maand aan deze van de publikatie van ons Tijdschrift voorafgaand.
Alleen de gewichtigste wetten en besluiten hebben wij « in extenso » overgenomen. Voor de andere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, des-noods door een verklarende nota verduidelijkt.
Anderzijds, omvat de economische wetgeving de voornaamste besluiten, richtlijnen en verordeningen voorkomend in het Publikatieblad van de Europese
Gemeenschappen.
Om het naslaan ervan te vergemakkelijken, hebben wij bovenbedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht :
1. — Algemene economische wetgeving
2. — Geld-, krediet- en bankwezen
3. — Overheidsfinanciën
4. — Landbouw
5. — Nijverheid
6. — Arbeid
7. — Binnenlandse handel
8. — Buitenlandse handel
9. — Verkeerswezen
10. — Prijzen en lonen
11. — Pensioenen, sociale verzekeringen en diverse sociale voordelen
12. — Europese Economische Gemeenschap
1. — ALGEMENE ECONOMISCHE WETGEVING
Wet van 10 februari 1964
houdende goedkeuring van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Bondsrepubliek Duitsland, over de vergoeding van de oorlogsslachtoffers, en van de wisseling van brieven (Staatsblad, 25 maart 1964, blz. 2992).
Koninklijk besluit van 18 februari 1964
tot uitvoering van artikel 63 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw (Staatsblad, 24 maart 1964, blz. 2915).
Wet van 6 maart 1964
tot organisatie van de Middenstand (Staatsblad,
17 maart 1964, blz. 2606).
2. — GELD -, KREDIET- EN BANKWEZEN
Koninklijk besluit van 11 februari 1964
waarbij de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom ertoe gemachtigd wordt, onder staatswaarborg, een lening aan te gaan van F 475 miljoen (Staatsblad, 4 maart 1964, blz. 2039).
Koninklijk besluit van 3 maart 1964
houdende goedkeuring der wijzigingen van de statu-ten van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid (Staatsblad, 13 maart 1964, blz. 2507).
— 406 —
Koninklijk besluit van 3 maart 1964
tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1957 tot regeling van het verlenen van de Staats-waarborg op de terugbetaling van de hypothecaire leningen, die toegestaan worden voor het aan-kopen of voor het bouwen van volkswoningen, kleine landeigendommen of daarmede gelijkge-stelde woningen (Staatsblad, 27 maart 1964, blz. 3184).
Koninklijk besluit van 9 maart 1964
waarbij de cooperatieve vennootschap « Woning-fonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België » gemachtigd wordt, onder staatswaarborg, een drieëntwintigste lening aan te gaan, ten bedrage van driehonderd miljoen frank (Staats-
blad, 21 maart 1964, blz. 2849).
Wet van 16 maart 1964
tot wijziging van de wet van 30 april 1958 waarbij voor bepaalde spaargeldinleg de handelingsbe-kwaamheid van de gehuwde vrouw en van de min-derjarige wordt uitgebreid (Staatsblad, 19 maart 1964, blz. 2711).
Koninklijk besluit van 17 maart 1964
tot vaststelling van de interest- en delgingslasten te dragen door de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom op de gedurende het jaar 1964 te lichten tranches van haar leningen (Staats-blad, 27 maart 1964, blz. 3156).
Artikel 1. — Op de gedurende het jaar 1964 te lichten tranches van haar leningen, wordt de voet van de door de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom te dragen enkelvoudige interest vastgesteld op 3 pct. 's jaars en dit van de lichting der gelden af.
Van 1 januari 1965 af, zal de maatschappij een annuïteit dragen, omvattend de hogervermelde interest en de delging in dertig jaar.
3. — OVERHEIDSFINANCIEN
Akkoord
afgesloten bij wisseling van brieven, houdende wij-ziging van het Verdrag tussen België en Frankrijk, ter vermijding van de dubbele belasting en tot regeling van zekere andere aangelegenheden van fiscale aard, en slotprotocol (Staatsblad, 21 maart 1964, blz. 2838).
Koninklijk besluit van 18 februari 1964
houdende overdracht naar het dienstjaar 1964 van de vastleggingskredieten en van de betalingskre-dieten die op 31 december 1963 op de titel II (buitengewone uitgaven) van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en van het Openbaar Ambt van het dienstjaar 1963 beschik-baar waren (Staatsblad, 17 maart 1964, blz. 2618).
Koninklijk besluit van 24 februari 1964
houdende overdracht naar het dienstjaar 1964 van vastleggingskredieten en van betalingskredieten die op 31 december 1963 op titel II (buitengewone uitgaven) van de begroting van het dienstjaar 1963 en op de buitengewone begrotingen van sommige vorige dienstjaren van het Ministerie van Volks-gezondheid en van het Gezin beschikbaar waren (Staatsblad, 19 maart 1964, blz. 2725). Erratum (Staatsblad, 6 mei 1964, blz. 5136).
Wet van 27 februari 1964
houdende een eerste aanpassing van de begrotings-vooruitzichten voor het dienstjaar 1963 (Staats-
blad, 11 maart 1964, blz. 2410).
Wet van 27 februari 1964
Ministerieel besluit van 22 februari 1964
houdende vaststelling van de uitlotingsmodaliteiten van de 5 pct-lening 1957-1972 door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen uitge-geven (Staatsblad, 6 maart 1964, blz. 2214).
houdende de begroting van het Ministerie van Financiën voor het dienstjaar 1964 (Staatsblad,
20 maart 1964, blz. 2767).
Artikel 1. — Voor de aan het dienstjaar 1964 verbonden (...) gewone uitgaven betreffende het Ministerie van Finan-ciën, worden kredieten geopend die de som van F 5.618.772.000 belopen.
— 407 —
Wet van 29 februari 1964
houdende de begroting van het Ministerie van Eco-nomische Zaken en Energie voor het dienstjaar 1964 (Staatsblad, 10 maart 1964, blz. 2319).
Artikel 1. — Voor de aan het dienstjaar 1964 verbonden (...) gewone uitgaven betreffende het Ministerie van Econo-mische Zaken en Energie, worden kredieten geopend die de som van F 2.653.977.000 belopen.
Wet van 18 maart 1964
houdende de begroting van Pensioenen voor het dienstjaar 1964 (Staatsblad, 27 maart 1964, blz. 3144).
Enig artikel. — Voor de aan het dienstjaar 1964 verbonden (...) uitgaven betreffende de begroting van Pensioenen wor-den kredieten geopend die de som van F 21.134.160.000 belopen.
Ministeriële besluiten van 6 en 19 maart 1964 Ministerieel besluit van 25 maart 1964
betreffende de tariefcontingenten (Staatsblad, 10 en 21 maart 1964, blz. 2235-2844).
Koninklijk besluit van 13 maart 1964
tot wijziging van de Algemene Verordening op de met het zegel gelijkgestelde taksen (Staatsblad,
27 maart 1964, blz. 3154).
Ministerieel besluit van 14 maart 1964
betreffende het tarief van invoerrechten (Staats-
blad, 20 maart 1964, blz. 2794).
tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 no-vember 1957 betreffende de uitgifte van de schat-kistcertificaten op zeer korte termijn (Staatsblad,
28 maart 1964 blz. 3233).
Artikel 1. — De tekst van artikel 4 van het ministerieel besluit van 9 november 1957 betreffende de uitgifte van schatkistcertificaten op zeer korte termijn, wordt door vol-gende tekst vervangen :
« De schatkistcertificaten op zeer korte termijn renten tegen aan hun duur aangepaste tarieven, vastgesteld volgens de evolutie van de geldmarkt.
De interesten worden na vervallen termijn betaald. »
Art. 2. — Dit besluit treedt in werking de dag van de ondertekening ervan.
Wet van 16 maart 1964 Ministerieel besluit van 25 maart 1964
tot aanvulling van artikel 88, § 1, 3°, littera b, van de wet van 20 november 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen (Staatsblad, 20 maart 1964, blz. 2778).
Ministerieel besluit van 16 maart 1964
waarbij uitstel wordt verleend voor de betaling van de accijnzen (Staatsblad, 24 maart 1964, blz. 2909).
Ministerieel besluit van 16 maart 1964
tot wijziging van het reglement betreffende de accijnsheffing op gefabriceerde tabak vastgesteld bij ministerieel besluit van 22 januari 1948 en tot vervanging van de tabak der fiscale bandjes voor tabak (Staatsblad, 26 maart 1964, blz. 3096).
betreffende een door de Nationale Stichting voor de financiering van het wetenschappelijk onderzoek uit te geven vijfde tranche, groot F 300 miljoen, van haar lening van F 3 miljard (Staatsblad, 28 maart 1964, blz. 3234).
Art. 2. — Deze vijfde tranche wordt vertegenwoordigd door toonderobligaties (...) rentend tegen 2 pct. 's jaars.
Art. 5. — Deze obligaties zijn terugbetaalbaar a pari van de nominale waarde op 1 april 1994.
Art. 7. — De betaling van de rente en de terugbetaling van de obligaties worden door de Staat gewaarborgd.
Art. 8. — Er wordt afgezien van de inning van de roerende voorheffing op de interesten van de lening krachtens de bepalingen van artikel 4, 1 0. d, van het koninklijk besluit d.d. 2 december 1962 betreffende de roerende voorheffing.
4. — LANDBOUW
Wet van 1 februari 1964
houdende goedkeuring van de Internationale Tarwe-Overeenkomst en van de bijlagen (Staatsblad,
25 maart 1964, blz. 2967).
Koninklijk besluit van 5 maart 1964
waarbij een onderzoek naar de thans beschikbare hoeveelheid inlandse tarwe wordt ingesteld (Staatsblad, 10 maart 1964, blz. 2331).
— 408 —
5. — NIJVERHEID
Koninklijk besluit van 8 februari 1964
tot vaststelling, voor het burgerlijk jaar 1964, van het bedrag van de heffing ten gunste van het Direc-torium voor de Kolennijverheid (Staatsblad, 3 maart 1964, blz. 1943).
Ministerieel besluit van 5 maart 1964
houdende vaststelling van het bedrag der premies toegekend aan de instellingen die uit Belgische melk zekere melkderivaten voortbrengen (Staats-blad, 12 maart 1964, blz. 2453).
7. — BINNENLANDSE HANDEL
Koninklijk besluit van 11 december 1963
waarbij een jaarlijkse statistiek van de groothandel in voedingswaren en dranken wordt voorge-schreven (Staatsblad, 27 maart 1964, blz. 3159).
8. — BUITENLANDSE HANDEL
Ministeriële besluiten van 16 januari 1964
waarbij de in- en uitvoer van sommige goederen aan vergunning onderworpen worden (Staatsblad, 3 maart 1964, blz. 1951).
Ministerieel besluit van 14 maart 1964
betreffende het tarief van invoerrechten (Staats-blad, 20 maart 1964, blz. 2794).
Ministerieel besluit van 16 maart 1964 Ministeriële besluiten van 6 en 19 maart 1964
betreffende de tarief contingenten (Staatsblad, 10 en 21 maart 1964, blz. 2335-2844).
waarbij uitstel wordt verleend voor de betaling van de accijnzen (Staatsblad, 24 maart 1964, blz. 2909).
10. — PRIJZEN EN LONEN
Koninklijk besluit van 23 december 1963
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 17 september 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf betref-fende de beroepsindeling, de vaststelling van de basisminimumuurlonen en de koppeling van deze lonen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk, voor de werklieden en de werksters die in de fruitteelt zijn tewerkgesteld (Staatsblad, 7 maart 1964, blz. 2261).
Koninklijk besluit van 29 januari 1964
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 9 oktober 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de beslissing van 24 oktober 1957 van hetzelfde comité, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 februari 1958 (Staatsblad, 13 maart 1964, blz. 2510).
— 409 —
Koninklijk besluit van 29 januari 1964
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 25 september 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot vast-stelling der minimumuurlonen van de werklieden en werksters die in de bosbouwondernemingen zijn tewerkgesteld en koppeling van deze lonen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk (Staatsblad, 13 maart 1964, blz. 2512).
Koninklijk besluit van 29 januari 1964
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 20 augustus 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor het vervaardigén van de handel in jutezakken, tot vaststelling van de mini-mumuurlonen van de werklieden en werksters te-werkgesteld in de ondernemingen welke ressor-teren onder dit comité en koppeling van deze lonen aan het indexcijfer van de kleinhandelsprijzen van het Rijk (Staatsblad, 8 maart 1964, blz. 2675).
Koninklijk besluit van 29 januari 1964
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 11 oktober 1963 van het Gewestelijk Paritair Comité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, tot vaststelling der minimum-lonen en der arbeidsvoorwaarden van de werk-lieden tewerkgesteld in de ondernemingen welke ressorteren onder dit comité (Staatsblad, 18 maart 1964, blz. 2678).
Ministeriële besluiten van 3 maart 1964
tot het drukken van de prijzen van het kalf s- en var- kensvlees (Staatsblad, 6 maart 1964, blz. 2216).
Ministerieel besluit van 26 maart 1964
tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 sep-tember 1962 houdende vaststelling van de maxi-mumverkoopprijs van consumptiemelk aan de ver-bruiker (Staatsblad, 28 maart 1964, blz. 3236).
11. — PENSIOENEN, SOCIALE VERZEKERINGEN EN DIVERSE SOCIALE VOORDELEN
Akkoord
inzake kinderbijslag en kraamgeld ter uitvoering van het tussen België en Nederland gesloten ver-drag betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering (Staatsblad, 4 maart 1964, blz. 2040).
Overeenkomst
tussen de bevoegde Belgische en Nederlandse auto-riteiten ter uitvoering van de artikelen 8, § 7, en 15 van verordening n* 36/63/E.E.G. inzake de sociale zekerheid van de grensarbeiders en van artikel 82 van verordening n* 4 (Staatsblad, 4 maart 1964, blz. 2044).
Wet van 9 maart 1964
tot wijziging van de samengeordende wetten betref-fende de kinderbijslag voor loonarbeiders en tot verhoging van de daartoe bestemde bijdrage (Staatsblad, 20 maart 1964, blz. 2779).
Koninklijk besluit van 10 maart 1964
tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een
minder-valide kind moet voldoen om de kinder-
bijslag te genieten bij toepassing van artikel 47 van de samengeordende wetten betreffende de kinder-bijslag voor werknemers (Staatsblad, 20 maart 1964, blz. 2781).
Koninklijk besluit van 10 maart 1964
tot verhoging van de kinderbijslag voor werknemers (Staatsblad, 20 maart 1964, blz. 2782).
Koninklijk besluit van 10 maart 1964
tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 5 van de wet van 9 maart 1964, tot wijziging van de samengeordende wetten betref-fende de kinderbijslag voor loonarbeiders en tot verhoging van de daartoe bestemde bijdrage en tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 1959 ter uitvoering van artikel 62, laatste lid, van de geordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (Staatsblad, 20 maart 1964, blz. 2785).
— 410 —
Koninklijk besluit van 10 maart 1964
tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding der artikelen 1 tot en met 3 van de wet van 9 maart 1964, tot wijziging van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loon-arbeiders en tot verhoging van de daartoe bestemde bijdrage (Staatsblad, 20 maart 1964, blz. 2786).
Koninklijk besluit van 10 maart 1964
tot wijziging van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden (Staatsblad,
20 maart 1964, blz. 2787).
Koninklijk besluit van 13 maart 1964
tot regeling van de cumulatie, in hoofde van twee echtgenoten, van een rustpensioen als arbeider of van een rustpensioen als bediende (Staatsblad, 20 maart 1964, blz. 2788). Erratum (Staatsblad,
9 april 1964, blz. 3722).
Koninklijk besluit van 13 maart 1964
tot afschaffing, van 1 juli 1965 af, van de bijzondere contributie waarin artikel 27 van de wet van 3 april 1962 betreffende het rust- en overlevings-pensioen voor arbeiders en bedienden, voor het jaar 1965 voorziet (Staatsblad, 20 maart 1964,
blz. 2790).
12. — EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP
Beschikking van de Commissie van 11 februari 1964
(64/145/E.E.G.)
houdende toekenning aan het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg van een tarief-contingent voor ruw magnesium (Publikatieblad,
5 maart 1964, blz. 632/64).
Beschikking van de Commissie van 11 februari 1964
(64/148/E.E.G.)
houdende machtiging van het Koninkrijk België tot het instellen van een tarief contingent voor ruw lood (Publikatieblad, 5 maart 1964, blz. 639/64).
Beschikking van de Commissie van 21 februari 1964
(64/177/E.E.G.)
houdende machtiging van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie tot het openen van een tarief-contingent voor ruw aluminium (Publikatieblad,
17 maart 1964, blz. 739/64).
Beschikking nr 6 -64 van 4 maart 1964
houdende afwijking van aanbeveling nr 1.64 be-treffende een verhoging van de bescherming van
ijzer- en staalprodukten aan de buitengrenzen van de gemeenschap (derde uitzonderingsbeschikking) (Publikatieblad, 10 maart 1964, blz. 687/64).
Beschikking nr 7 -64 van 4 maart 1964
houdende afwijkingen van aanbeveling nr 2-64 betreffende de invoering van een specifieke bescherming van gieterijruwijzer aan de buiten-grenzen van de gemeenschap (vierde en vijfde uitzonderingsbeschikking) (Publikatieblad, 10 en 20 maart 1964, blz. 690/64 en 761/64).
Beschikking van de Raad van 4 maart 1964 (64/180/E.E.G.)
waarbij het Koninkrijk België wordt gemachtigd de interventieprijzen voor verse binnenlandse boter van eerste kwaliteit in afwijking van het bepaalde in artikel 21 van Verordening n* 13/64/E.E.G. van de Raad vast te stellen (Publikatieblad, 18 maart 1964, blz. 750/64).
Beschikking van de Commissie van 6 maart 1964
(64/161/E.E.G.)
houdende machtiging van het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg een compenserend bedrag te heffen op de invoer van sommige soor-ten melk bevattende veevoeders (Publikatieblad,
13 maart 1964, blz. 714/64).
— 411 —
Advies van de Commissie van 6 maart 1964 (64 /178 / E.E.G.)
gericht aan het Koninkrijk België met betrekking tot het ontwerp van wet inzake wijziging der wet van 25 augustus 1891, houdende herziening van de titel voorkomende in het Wetboek van Koophandel nopens de vervoercontracten (Publikatieblad, 17 maart 1964, blz. 742/64).
Verordening nr 24 /64 / E. E.G. van de Raad van 10 maart 1964
tot wijziging van artikel 13 van Verordening nr 3 en van artikel 11 van Verordening nr 4 (wetgeving die van toepassing is op uitgezonden werknemers en werknemers die in de regel werkzaam zijn in verscheidene landen (Publikatieblad, 18 maart 1964, blz. 746/64).
Verordening nr 25/64/ E. E. G. van de Raad van 10 maart 1964
houdende vaststelling van de minimum- en maxi-mumgrenzen van de oriëntatieprijzen in de sector rundvlees voor het verkoopseizoen dat op 1 april 1964 begint (Publikatieblad, 18 maart 1964, blz. 748/ 64).
STATISTIEKEN
(De inhoudsopgave en de lijst van de gebruikte afkortingen komen voor op het einde van het Tijdschrift)
Na ieder hoofdstuk vindt de lezer bibliografische referenties; zij vermelden enkele statistische publikaties die meer omstandige gegevens over het onderwerp van het hoofdstuk of overeenstemmende gegevens voor het
buitenland bevatten
I. - BEVOLKING EN NATIONALE REKENINGEN
1. — BEVOLKING
Bronnen : Nationaal Instituut voor do Statistiek en Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Bron 1947 1961 1962 1968
(duinenden, per einde jaar)
Totale bevolking N.I.S. 8.512 9.190 9.251 9.328
Bevolking op werkbekwame leeftijd (15 tot 65 jaar) 5.850 5.921
waarvan : Mannen 2.902 2.937 Vrouwen 2.948 2.984
Ministerie van Actieve bevolking 1 : Tewerkstelling
en Arbeid 3.481 8.525 3.571
waarvan : Landbouw 423 249 240
Extractienij verbeid 191 115 105
Fabrieksnijverheid 1.311 1.235 1.259
Bouwbedrijf 197 249 263
Vervoer 243 243 241
Handel, banken, verzekeringen en diensten 1.024 1.339 1.386
Volledige werklozen 92 95 77
1 Incl. de werklozen en ezel. de gewapende macht.
-413-
I 2. - VERDELING VAN HET NATIONAAL PRODUKT OVER DE PRODUKTIEFACTOREN (Ramingen van het N.I.S., genormaliseerd systeem)
(miljarden franken)
Brun : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding.
1958 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
1. Inkomen uit bezoldigde arbeid 1 a) Wedden en lonen van werknemers
onderworpen aan de Maatschappe- lijke Zekerheid
b) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan sommige bepa- lingen van de Maatschappelijke
105,9 108,8 115,1 124,2 135,7 137,2 136,8 144,8 152,7 166,0
Zekerheid c) Werkgeversbijdragen Maatschappe-
lijke Zekerheid d) Werknemers niet onderworpen aan
de Maatschappelijke Zekerheid
7,8
16,3
42,8
8,2
16,9
44,7
8,7
18,5
47,7
9,5
20,3
49,8
10,1
23,4
52,6
10,7
23,9
57,6
10,6
23,6
59,1
11,8
26,2
63,0
12,5
28,9
64,3
13,5
31,8
69,7 e) Aanvullingen en correcties 12,0 11,9 11,9 13,8 17,2 16,9 16,5 20,0 17,7 18,8
Totaal - . 184,8 190,5 201,9 217,6 239,0 246,3 246,6 265,8 276,1 299,8
2. Ondernemersinkomen van zelfstandigen en personenvennootschappen
a) Land-, tuin-, bosbouw 1 19,9 19,5 20,3 19,5 22,8 21,1 22,2 22,9 26,6 23,6 b) Vrije beroepen 1 8,7 9,3 9,5 10,0 10,2 11,3 11,9 12,7 13,3 13,8 c) Handelaars en ambachtslieden 1 d) Inkornen der personenvennootschap-
pen 2
66,1
4,9
69,3
5,3
71,6
6,0
73,9
6,4
73,0
6,1
72,7
5,5
74,1
5,9
76,6
6,4
79,5
7,0
83,0
7,3 e) Statistische aanpassing 2,1 1,9 1,7 1,7 3,2 3,0 2,4 3,3 1,5 1,0
Totaal - . 101,7 105,3 108,6 111,5 115,3 113,6 116,5 121,9 127,9 128,7
3. Inkomen uit vermogen toevloeiend aan particulieren 1
a) Intresten 10,4 11,4 12,4 13,5 14,4 15,8 17,1 19,1 20,8 23,0 b) Huur (ontvangen of toegerekend) 29,4 32,9 33,5 33,7 34,1 34,1 34,3 34,1 34,2 34,0 e) Handelaars en ambachtslieden 9,1 9,3 11,0 12,5 13,4 12,2 11,4 13,3 14,6 15,5
Totaal - . 48,9 53,6 56,9 59,7 61,9 62,1 62,8 66,4 69,6 72,5
4. Reserveringen van vennootschappen 2 6,8 9,5 12,3 13,3 10,2 7,2 10,6 11,4 13,9 13,9
5. Directe belastingen der vennootschappen van alle juridische vormen 7,3 6,8 6,7 8,3 8,7 7,8 7,6 9,2 8,9 8,9
6. Inkomens uit vermogen en ondernemers. inkomen toevloeiend aan de overheid 3,4 4,0 4,0 4,2 5,1 4,2 4,4 5,3 5,0 5,3
7. Intrest van de overheidsschuld 8,8 -- 9,2 -10,1 -11,0 -11,7 -11,8 -12,5 -14,5 -16,7 -16,8
Netto nationaal inkomen tegen factor-kosten 344,1 360,5 380,3 403,6 428,5 429,4 436,0 465,5 484,7 512,3
8. Afschrijvingen 33,6 35,8 38,5 42,3 43,5 44,2 46,2 48,0 50,0 53,2
_ Bruto nationaal produkt tegen factor-
kosten 377,7 396,3 418,8 445,9 472,0 473,6 482,2 513,5 534,7 565,5
9. Indirecte belastingen 40,7 41,7 46,2 50,8 54,2 55,2 60,1 65,2 73,2 79,5
10. Subsides 3,4 - 5,0 - 4,1 - 6,5 - 6,5 -- 6,9 - 6,4 - 6,5 - 6,7 - 7,8
Bruto nationaal produkt tegen markt-prijzen 415,0 433,0 460,9 490,2 519,7 521,9 535,9 572,2 601,2 637,2
1 V66r belastingabeffing. 2 Na belaatingaheffing.
- 414 -
I - 3. - B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE VOORTBRENGING TEGEN MARKTPRIJZEN
(Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding.
1953 1954 1955 1950 1957 1958 1959 1980 1981 1982
1. Landbouw, bosbouw en visserij 31,3 31,2 32,6 31,8 35,5 33,8 35,1 36,2 40,0 37,1
2. Extractieve industrieën 17,6 16,8 17,8 18,6 21,2 18,2 14,3 14,0 13,6 13,7
3. Be- en verwerkende industrieën a) Voedingsmiddelen, drankenentabak 37,7 38,9 39,4 41,1 41,6 42,3 43,5 44,6 47,2 48,7 b) Textiel 13,0 13,9 13,6 14,9 15,8 13,0 14,2 15,6 16,2 16,7 c) Kleding en schoeisel 5,5 5,7 6,0 6,3 6,9 6,6 6,9 7,3 8,0 8,6 d) Hout en meubelen 4,3 4,3 4,8 5,0 5,3 5,6 5,6 5,7 6,8 7,9 e) Papier, drukkerij, uitgeverij 5,9 6,6 6,6 6,9 7,4 7,5 7,8 8,5 9,3 9,6 f) Chemie en aanverwante activiteiten 10,6 11,9 12,3 13,4 13,3 12,9 13,7 14,5 15,4 17,1 g) Klei, ceramiek, glas, cement 5,8 6,1 7,0 7,5 8,0 7,8 9,0 10,1 10,4 11,3 h) Ijzer, staal en non-ferrometalen i) Metaalverwerkende industrieën
scheepsbouw
12,0
27,4
10,5
29,2
14,2
29,4
]4,9
31,6
15,4
35,2
13,6
33,7
14,5
33,2
18,7
36,8
17,2
41,3
17,9
45,9 j) Overige industrieën 9,3 10,0 10,9 11,7 12,5 12,6 13,2 14,8 15,5 16,8
Totaal van de verwerkende industrieën (rubriek 8) ". 131,5 137,1 144,2 153,3 161,4 155,6 161,6 176,6 187,3 200,5
4. Bouwnijverheid 29,0 31,0 30,8 34,0 39,9 38,0 40,2 43,1 45,8 49,5
5. Elektriciteit, gas, water 8,4 9,1 9,1 9,7 10,2 10,8 10,7 11,1 11,6 12,5
6. Handel, bank- en verzekeringswezen,
woongebouwen
a) Handel 45,6 46,6 50,8 53,7 56,6 58,0 63,7 67,2 72,5 79,1 b) Bank- en verzekeringswezen 8,9 9,4 11,5 12,0 13,0 13,4 15,0 16,0 17,3 19,2 c) Woongebouwen 30,8 34,7 35,6 36,3 37,0 37,5 38,0 38,4 38,9 39,3
Totaal van rubriek 6 85,3 90,7 97,9 102,0 106,6 108,9 116,7 121,6 128,7 137,6
7. Vervoer 30,3 30,8 33,7 37,0 38,0 38,7 40,9 44,1 46,1 47,4
8. Diensten 81,5 84,7 89,7 93,7 100,1 107,6 110,6 117,0 121,9 128,1
9. Correcties - 3,7 -2,5 --0,3 2,4 -1,2 2,7 0,9 1,7 -0,2 5,5
Bruto binnenlands produkt tegen markt-prijzen 411,2 428,9 455,6 482,5 511,7 514,3 531,0 585,4 594,8 631,9
10. Saldo van de factorinkomens ontvangen van en betaald aan het buitenland 3,8 4,1 5,4 7,7 8,0 7,6 4,9 6,8 6,4 5,3
Bruto nationaal produkt tegen markt-prijzen 415,0 433,0 460,9 490,2 519,7 521,9 535,9 572,2 601,2 637,2
— 415 —
I - 4. — B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE BESTEDINGEN Genormaliseerd systeem
(Miljarden franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Commissie van de Nationale Boekhouding.
100
600
500
400
300
200
100
—100
TEGEN COURANTE PRIJZEN TEGEN PRIJZEN VAN 1953 100
600
500
400
300
200
100
0
100
Brotonationeal produkt
Brutonationaal produkt
— ** sis ..*
vo
..
.0 0.0 Private consumptie
lina .....
rems'n
".
..... ... .. Private consumptie
Brutobinnenlandse kapitaalvorming Brutobinnenlandse kapitaalvorming —
1
_ — — — Overheidsconsumptie
1 1 1 1
Overheidsconsumptie
__ ....0!.......
1
Netto — uitvoer
1 1 1 1 1
Netto — uitvoer
1 1 1 1 1 1 1
1954 1956 1956 1960 1962 1954 1956 1958 1960 1962
--- 416 -
I • 4a. - BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT (Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem)
(miljarden franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding.
1958 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1900 1961 1902
1. Private consumptie
a) Voedingsmiddelen 88,7 91,9 94,2 99,4 102,6 103,5 106,9 108,2 113,0 119,1 b) Dranken en tabakswaren 23,0 22,8 23,6 24,0 26,1 27,2 28,3 29,1 30,5 31,0 c) Kleding en ander persoonlijk goed 29,4 31,1 34,1 34,7 36,4 36,5 37,7 39,1 40,5 42,0 d) Huur, taksen, water 38,1 42,6 44,1 45,1 46,6 47,5 48,7 49,4 50,3 51,2 e) Verwarming en verlichting 15,5 16,3 17,3 19,0 20,4 18,9 18,8 19,7 20,0 24,4 f) Duurzame huishoudartikelen 20,8 22,1 23,7 25,6 28,7 27,0 28,7 32,9 34,6 36,9 g) Onderhoud van de woning 13,9 14,6 15,2 16,0 17,1 17,5 18.3 18,9 19,5 20,3 h) Persoonverzorging en hygiëne 16,2 17,0 17,7 18,5 19,8 22,1 23,6 25,3 26,8 28,6 i) Vervoer en verkeer 21,1 22,9 24,7 27,0 29,2 29,3 31,3 35,4 36,0 37,5 j) Vrije tijdsbesteding k) Andere uitgaven en statistische aan-
passing
22,8
6,5
23,2
6,1
24,3
7,0
25,3
4,0
27,4
4,3
30,3
- 1,8
29,5
6,9
29,6
4,1
31,5
10,4
32,5
9,3
Totaal 296,0 310,6 325,9 338,6 3,58,6 358,0 378,7 391,7 413,1 432,8
2. Overheidsconsumptie
a) Bezoldigingen en pensioenen 31,9 33,5 35,7 37,0 39,3 43,3 45,3 49,3 51,1 55,4 b) Goederen en diensten 17,7 16,6 13,6 14,5 14,4 15,4 16,5 17,6 17,4 21,0 c) Toegerekende nettohuur d) Toegerekende afschrijvingen van
administratieve en onderwijsgebouwen
1,2
0,5
1,2
0,6
1,3
0,6
1,4
0,6
1,5
0,7
1,6
0,7
1,7
0,8
1,8
0,8
2,0
0,9
2,1
1,0
Totaal 51,3 51,9 51,2 53,5 55,9 61,0 64,3 69,5 71,4 79,5
3. Brutobinnenlandse kapitaalvorming
a) Landbouw, bosbouw en visserij 3,2 3,3 3,8 3,9 4,0 3,8 4,0 4,5 4,9. 4,7 b) Extractieve industrieën 2,4 2,5 2,2 3,0 3,0 2,7 1,9 1,5 1,4 1,4 c) Be- en verwerkende industrieën 13,9 14,0 16,7 20,1 20,0 18,3 18,7 26,4 28,8 31,9 d) Bouwnijverheid 1,5 1,7 1,8 2,1 2,3 1,9 2,3 2,6 9,9 9,7 e) Elektriciteit, gas en water 3,4 3,5 4,1 4,6 5,0 4,9 6,0 4,8 4,2 5,4 f) Handel, bank- en verzekeringswezen 4,4 4,6 4,8 5,3 5,5 4,9 5,5 6,2 6,6 7,0 g) Woongebouwen 18,3 22,2 20,6 23,0 31,2 26,0 29,7 33,1 35,9 36,5 h) Vervoer en verkeer 9,1 9,3 10,7 12,1 "11,9 13,4 12,8 14,4 13,0 12,8 i) Overheid en onderwijs 6,6 7,4 8,3 9,1 8,4 8,9 12,2 12,3 12,4 14,9 j) Andere diensten 2,0 2,1 2,2 2,4 2,5 2,5 2,7 2,9 3,3 3,4 k) Veranderingen der voorraden 1,8 2,9 -0,4 4,0 6,6 0,8 -1,2 3,7 4,2 3,3 1) Statistische aanpassing -0,3 -0,4 -0,5 -1,3 -1,5 - 2,1 -1,5 -2,4 -0.8 -1,7
Totaal 66,3 73,1 74,3 88,3 98,9 86,0 93,1 110,0 117,2 123,3
4. Netto-uitvoer van goederen en diensten
a) Totale uitvoer 121,9 129,0 155,2 179,6 184,4 177,1 176,1 199,8 214,3 231,4 b) Totale invoer 120,5 131,6 145,7 169,8 178,1 160,2 176,3 198,8 214,8 229,8 c) Netto-uitvoer A-1,4 -2,6 1-9,5 +9,8 +6,3 1-16,9 -0,2 A-1,0 -0,5 A-1,6
Bruto nationaal produkt tegen markt- prijzen 415,0 433,0 460,9 490,2 519,7 521,9 535,9 572,2 801,2 837,2
— 417 —
I - 4b. — BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT (In prijzen van 1953 indexcijfers, genormaliseerd systeem)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. — Commissie van de Nationale Boekhouding.
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
1. Private consumptie
a) Voedingsmiddelen 101 106 108 108 111 111 114 118 120
b) Dranken en tabakswaren 100 104 104 112 111 116 118 124 126
c) Kleding en ander persoonlijk goed 106 117 119 120 119 122 124 128 132
d) Huur, taksen, water 102 105 105 106 107 108 109 110 110 e) Verwarming en verlichting 105 111 118 117 108 110 117 121 147 f) Duurzame huishoudartikelen 108 118 125 134 125 133 158 162 171 g) Onderhoud van de woning 105 108 111 114 115 118 119 120 123 h) Persoonverzorging en hygiëne 105 108 111 113 123 128 134 138 145 i) Vervoer en verkeer 109 118 124 129 131 137 149 151 160
j) Vrije tijdsbesteding 101 105 106 111 117 114 114 120 121
Totaal 104 110 112 116 115 119 124 128 133
2. Overheidsconsumptie a) Bezoldigingen en pensioenen 106 109 109 109 114 121 122 124 126
b) Goederen en diensten c) Toegerekende huur van administra-
tieve en onderwijsgebouwen (incl afschrijvingen)
94
97
74
103 ,
76
110
72
116
79
122
84
126
89
136
87
147
103
162
Totaal 101 97 97 97 102 108 111 112 119
3. Brutobinnenlandse kapitaalvorming
a) Landbouw, bosbouw en visserij 99 112 111 109 99 103 112 120 111
b) Extractieve industrieën 102 88 111 104 93 63 51 44 44
c) 13e- en verwerkende industrieën 100 115 130 121 109 111 152 165 172
d) Bouwnijverheid 111 112 126 131 106 133 145 184 195
e) Elektriciteit, gas en water 102 115 122 125 120 148 115 100 120
f) Handel, bank- en verzekeringswezen 104 103 110 108 96 108 117 128 126
g) Woongebouwen 121 109 117 147 117 133 146 153 148
6) Vervoer en verkeer 103 115 123 115 129 123 139 123 119
i) Overheid en onderwijs 112 123 128 109 110 150 148 145 164
j) Andere diensten 104 103 110 108 107 116 121 136 135
Totaal 111 109 124 132 111 120 140 145 148
4. Netto-uitvoer van goederen en diensten
a) Totale uitvoer 111 128 141 141 144 149 166 179 195
b) Totale invoer 114 125 141 144 140 156 175 186 202
Bruto nationaal produkt tegen markt- prijzen (prijzen van 1953) 103,8 109,6 112,3 115,4 114,2 116,2 122,5 126,5 131,5
Bibliografische referenties :
Bevolking : Statistisch Jaarboek voor België. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Publikaties van het Nationaal Centrum voor mechanische bere-keningen. — Algemene telling van de bevolking, de nijverheid en de handel op 31 december 1947. — Bulletin de I'I.R.E.S.P. — Annuaire démogra-phigue (O.V.N.). — Revue Internationale du Travail (I.A.B.). — Annuaire des statiatigues du Travail (I.A.B.).
Nationaal Inkomen en B.N.P. : Statistisch Jaarboek voor België. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S., juni 1963, blz. 1121. — Cahiers Economiques de Bru-xelles (D.U.L.B.E'.A.). — Recherches Economiques de Louvain (I.R.E.S.P.). — International Financial Statiatica (1.hl.F.). — Bulletin statistigue (0.E.S.0.).
—Données statiatigues (Raad van Europa). — Yearbook of International Accounts Statietjes (0.V.N.).
II. - TEWERKSTELLING EN WERKLOOSHEID 1. - INDEXCIJFERS VAN DE TEWERKSTELLING IN DE NIJVERHEID (arbeiders)
Basis 1.958 = 100 Bron : Ministerie vnn Arbeid.
Maandgemiddelden of maanden
Algemeen Indexcijfer
Extractie- bedrijven
Fabrieksbedrijven
Bouw. nijverheid
Totaal
Nijverheid der
b ede.
metalen
Metaalverwerkende nijverheid
Textiel (excl.
confectie)
Fabricage van metaal- produkten (exclusief machines
en transport-
Machine - bouw b
(exclusief electrische machines)
oebehoren
Bouw van
elecvtrische machines, apparaten
en toebehoren
Bouw ,50 transport. materieel
1960 1961 1962 1963
1962 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
1963 le kwartaal ._ 2e kwartaal
• 30 kwartaal . 4e kwartaal
1962 December
1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
97,6 99,6
101,9 104,0
102,4 103,8 103,0
98,2 105,5 106,1 106,5
102,6
97,0 94,5
103,2 105,6 105,6 105,3 105,5 106,0 106,9 107,0 106,8 105,6
76,9 67,6 62,0 60,1
62,2 61,5 61,6
60,0 59,9 60,2 60,3
61,2
59,4 60,0 60,7 60,4 59,7 59,6 60,0 60,0 60,5 60,3 60,4 60,3
100,7 104,0 105,7 107,8
105,3 106,0 106,6
105,8 107,9 108,3 109,3
106,2
105,9 105,2 106,3 108,5 107,9 107,4 107,6 108,1 109,2 109,2 109,7 108,9
103,4 107,1 105,8 105,7
105,6 105,2 105,7
103,4 105,8 105,5 106,2
105,4
105,7 105,1 99,5
105,7 105,9 105,1 105,0 105,7 105,9 106,5 106,4 105,8
98,8 106,5 109,3 119,5
107,3 108,3 112,3
113,1 118,5 120,8 124,4
113,5
112,3 111,8 115,1 116,3 119,7 119,5 118,0 121,1 123,4 123,3 125,2 124,8
108,8 118,5 126,8 131,5
125,2 127,7 130,3
127,4 131,0 132,8 134,8
129,7
126,5 127,7 128,1 131,4 130,7 131,0 130,9 132,5 135,0 135,4 134,9 134,2
100,3 113,7 114,8 113,1
113,7 112,9 114,4
113,8 110,7 111,9 113,9
113,3
115,9 112,9 112,6 110,8 110,4 110,8 110,1 111,7 113,9 115,4 116,3 110,1
89,5 89,2 99,2
100,6
99,8 101,1 100,2
97,1 101,7 102,8 100,8
100,3
96,0 96,2 99,1
100,6 102,9 101,5 103,1 102,5 102,8 101,9 100,4 100,0
99,5 99,1 97,8 99,1
96,7 97,2 99,1
99,1 98,6 98,6
100,1
99,1
99,0 98,7 99,5 98,6 98,9 98,2 97,9 98,4 99,6 99,4
100,8 100,1
99,7 100,7 106,9 108,9
107,3 109,5 110,0
83,9 116,9 118,8 116,0
109,4
77,0 64,9
109,9 114,7 117,9 118,1 118,0 119,0 119,3 118,4 116,8 112,9
II - 2. - WERKLOOSHEID Algemene gegevens
Bron : Itificadienst voor Arbeidsvoorziening.
Aantal werkdagen
per
periode 1
Aantal gecontroleerde werklozen
(duizenden) 2
Maand- gemiddelde
van het aantal
verloren werkdagen
(duiten- den)
Gemiddeld aantal werkloosheidsdagen
per maand 3
Door de openbare besturen tewerk- gestelde werklozen (duizen- den) 2
Werkaan- vragen
4 a
Werk aanbiedingen •
gedurende de maand ontvangen
open- staande ___,..,..,...
"r_'"'"" ..." "erná'eth- maand
Volledig werklozen
Gedeelte' lijke en
toevallige werklozen
Totaal Volledige Gedeelte- lijke en
toevallige (I I duizenden)
1955 304 172,4 116,5 55,9 4.366 20,2 8,9 22,7 70,9 27,7 13,4 1956 308 144,8 91,0 53,8 3.717 20,5 8,5 9,8 49,2 23,9 14,9 1957 302 116,8 77,9 38,9 2.942 19,9 7,6 5,3 40,1 19,4 12,9 1958 302 180,9 109,7 71,2 4.556 20,0 7,0 10,5 73,1 16,2 5,6 1959 302 199,2 125,0 74,2 5.014 20,7 8,2 17,3 82,8 19,3 5,3 1960 304 158,1 110,1 48,0 4.005 20,9 6,8 9,8 61,2 18,9 7,5 1961 308 126,3 87,9 38,4 3.241 21,2 7,7 7,1 31,4 20,1 12,5 1962 6 * 252 85,5 47,1 38,4 1.791 16,0 6,7 6,6 18,1 18,3 14,6 1963 250 83,1 32,9 50,2 1.731 15,7 10,0 6,0 13,1 :15,3 16,5
1962 3° kwartaal 69 52,1 34,5 17,6 1.199 16,8 6,6 8,1 12,5 17,1 15,5 4e kwartaal 62 90,1 39,8 50,3 1.845 15,4 7,1 6,5 17,1 15,7 13,0
1963 1 0 kwartaal 65 176,1 47,0 129,1 3.816 16,9 12,0 3,4 22,3 16,6 12,2 2° kwartaal 61 44,1 30,0 14,1 897 15,0 5,9 7,2 10,1 18,3 19,6 3e kwartaal 63 35,4 24,7 10,7 743 15,4 5,8 7,4 7,9 13,6 18,9 4e kwartaal 61 72,1 29,0 43,1 1.467 15,0 8,8 6,8 12,0 12,5 16,0
1964 le kwartaal 64 82,3 32,6 49,7 1.755 16,1 7,6 4,6 13,0 :15,6 14,1
1963 Mei 19 45,1 31,1 14,0 857 14,7 5,7 7,3 10,2 18,3 19,4 Juni 24 39,5 26,6 12,9 949 16,9 6,2 7,7 7,8 15,3 19,9 Juli 19 35,8 25,1 10,7 680 14,9 6,0 7,1 8,0 12,0 17,8 Augustus 19 34,9 24,2 10,7 663 14,6 5,0 7,5 7,5 13,2 18,2 September 25 35,4 24,8 10,6 886 16,5 6,3 7,6 8,4 16,6 19,8 Oktober 19 36,3 25,1 11,2 690 13,9 5,6 7,2 8,8 :16,5 17,6 November 19 41,7 28,0 13,7 793 14,1 5,6 6,4 11,3 11,0 15,4 December 23 126,9 33,2 93,7 2.919 16,6 10,1 4,6 16,0 9,9 13,6
1964 Januari 20 119,9 36,5 83,4 2.398 15,8 9,7 3,7 16,2 15,9 13,4 Februari 20 62,8 33,5 29,3 1.256 15,6 5,7 4,6 13,1 15,0 14,3 Maart 24 67,1 28,6 38,5 1.610 16,9 6,3 5,4 9,7 16,0 14,5 April 19 40,1 26,3 13,8 762 13,0 5,9 6,7 9,1 16,5 15,0 Mei 23 35,8 23,1 12,7
1 De werkloosheidsmaand omvat 4 of 5 weken. 2 Daggemiddelde per werkloosheidsmaand.
3 Gemiddelde duur van de werkloosheid - Aantal werklozen ingeschreven in de gemeentelijke stempellokalen, per maand
Werkaanvragen en -aanbiedingen met betrekking tot arbeiders en arbeidsters alleen. 5 Normaal arbeidsbek•aine volledige werklozen.
Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn Ingevolge het ministerieel besluit van 29-12-131. • Sedert 1902 worden voor een week slechte 5 werkdagen aangerekend, daar waar vroeger 6 werkdagen in aanmerking kwamen.
Aantal verloren werkdagen per maand
— 419 —
II • 3. — WERKLOOSHEID
Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen Volledig + gedeeltelijk werklozen
(duizenden) Bron : Rijksdienst voor Arbeidavoorsiening.
300
200
100
o
300
200
100
0
•
-
-
d
_.
•4 1 \ b
1'11 .
tt
r
d
r
r
"I I -
‘ t .1. ti á
1 1 / /1 - k \‘ i
..
.
r
A di d A .
! H 1., / i \ 1 .■
•
■•.
i
. i 1 I • .. ....•. / I/ .
4 4
1961 •••..... . /- 1964
I ..................•
1 1
X 1
X 1962 / 1
•• o• °t# sim ~~~~~ ■ issimos 1963
1 i I 1 I 1 i 1 1 1 1 54 56 58 60 62 D M J S 8.
Jaar le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1961 1962 1968 1964
1955 ........
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962 1
1963
1964
172
145
117
181
199
158
126
85
83
280
247
144
204
292
221
177
141
176
82
152
122
96
166
182
149
111
64
44
116
95
88
149
150
123
90
52
35
137 115
138
204
171
137 124
90
72
Januari Februari Maart
April Mei Juni
Juli Augustus September S
Oktober November .. December
226 160 135
120 109 102
93 89 88
93 102 176
35
36
40
158 151 1 113
71 62 57
54 50 51
51 66
144
246 219
86
49 45 40
36 35
42 127
120 63 67
36
Bibliografische referenties : Maandelijkse berichten van de R.V.A. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Statistisch Jaarboek voor België. — Arbeids-blad. — Recherches écono migu es de Louvain (I.R.E.S.P.). — Industrie, tijdschrift van het V.B.N. — Int °mations Stat istigues (E.G.K.S.). — Annuairs des Statistigues du Traven (I.A.B.).
1 Sedert februari 1962 bevatten de sijfara niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn ingevolge het ministerieel besluit van 29-12-61.
- 420 -
III. - LANDBOUW EN VISSERIJ
1. - LANDBOUWPRODUKTIE
Bronnen : Ministerie van Landbouw (plantaardige produktie) - Nationaal Instituut voor de Statistiek (aantal dieren, dierlijke produktie en beteeld areaal).
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1968
Beteeld areaal 1 (duizenden hectaren)
Broodgranen 272 260 280 296 270 273 256 252 246 waarvan : tarwe 191 188 208 219 200 203 206 209 200
rogge 74 68 66 69 62 63 44 39 41
Andere granen 234 254 238 240 255 252 263 260 255 Nijverheidsgewassen 98 99 92 94 88 96 92 93 94 Wortel- en knolgewassen 152 151 145 141 134 131 120 116 114 Groenten geteeld voor het zaad 13 14 13 12 12 11 11 10 10 Hooi- en weiland 815 818 814 811 816 819 821 829 825 Diversen 147 132 137 128 137 134 142 135 134
Totaal 1.731 1.728 1.719 1.722 1.712 1.716 1.705 1.695 1.678
Plantaardige produktie ( duizenden tonnen)
Tarwe 714 596 751 779 789 773 722 835 759 Andere graangewassen 1.013 998 969 992 1.034 1.056 1.011 1.083 1.039 Suikerbieten 2.495 2.305 2.600 3.200 1.500 3.063 2.703 2.019 2.135 Vlas (zaad en stro) 272 235 182 170 124 214 196 231 240 Cichorei 95 54 51 56 43 55 60 37 47 Aardappelen 2.184 2.034 2.043 1.956 1.357 1.894 1.789 1.872 1.530
Aantal dieren 1 (duizenden stuks)
Landbouwpaarden 195 189 182 178 170 159 148 191 132 Totaal der runderen 2.393 2.413 2.485 2.596 2.649 2.696 2.728 2.832 2.805
waarvan : melk- en trekkoeien 985 974 977 996 1.015 1.024 1.025 1.051 1.044 Varkens 1.420 1.471 1.366 1.423 1.450 1.749 1.772 2.053 1.795
Dierlijke produktie
Melkleveringen aan de melkerijen (miljoenen liters) 1.168 1.198 1.277 1.319 1.303 1.420 1.538 1.630
Slachtingen ( nettogewicht van het
vlees - duizenden tonnen) 392 400 391 412 424 441 429 462
1 Telling op 15 mei van ieder jaar.
III - 2. - ZEEVISSERIJ
Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens (maandgemiddelden in tonnen)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1968
Schelvis 546 519 445 374 232 262 285 300 221
Kabeljau w 870 764 662 834 653 689 698 868 728
Pladijs 392 379 427 451 381 390 291 346 424
Tong 323 299 289 315 257 350 314 347 631
Rog 312 314 356 337 342 323 328 310 298
Haring 1.650 716 254 201 260 528 409 273 153
Garnaal 178 266 84 64 89 39 80 48 76
Bibliografische referenties : Landbouwtijdschrift (Ministerie van Landbouw). - Statistisch Tijdschrift van het N.1.S. - Statistisch Jaarboek voor Belga. - Donnefee statiatigues (Raad van Europa). - Bulletin mensuel : Economie et statistigues agricoles (F.A.O.).
IV. - NIJVERHEID
Gezamenlijke
-'
-{
Verschil
IV - 1. — RESULTATEN DER CONJUNCTUURENQUETES ( 1 )
nijverheid : Textiel — IJzer en Staal — Metaalverwerkende nijverheid — Papier — Hout — Leder.
Percentage van de antwoorden "in stijging" op vragen A en B.
Percentage von de antwoorden "Hoger dan normaal" op vragen C en D.
von de antwoorden "in daling" op vragen A en B.
Percentage van de antwoorden "Lager dan normaal" op vragen C en D.
der antwoorden "in stijging" en "in daling" op vragen A en B uitgedrukt in percentages.
Verschil der antwoo rden -Hoger" en "Lager" don normaal op vragen C en D uitgedrukt in percentages.
A - INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BINNENLANDSE MARKT (2) +60 +60
_80
1111/01/11
1 (3)
11111111111111111111IIIIIIIIIIIIIIIIIII 0
60
11011111E
'- 111111111l1 11111111 11
11111111Mr11/1111115111111111,1111110
11 111E111 111111 111111
B - INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BUITENLANDSE MARKT (2) +60 +60
0
_80
- _ (3)
11/311111/ 11
1/111111111111111111111111111111111!1111 0
60
... 141111111111 -- a
■ 111111111 11111111111
11111P1111111-1111111111/111111
111111111
k 1
11111111
1111111 1111111111
C- OORDEEL OVER ORDERPOSITIE +60 +60
60
(3) milliiIIIII IiIiiii......a.a.maiMailimililidliiim 0
-60
MOI
11111111111
"9'9121PIP '' EliiiiiijilB5115°&11°E;q110°M°:Mbliagi —boclagelMáRaMg -mddig
t t t t 111111 t t1111111iil t 11111111/1 1111111111
D - OORDEEL OVER DE VOORRAAD AFGEWERKTE PRODUKTEN +60 +60
80
IINEEMMIMI ■
(3) IIIMMONESM:::::ELISMOMOgdag5MUM ■
..31... _.m.... 0
w Eggg argèe crod mo
11111ililli
i;;;sxRmmcciiimaamm-Essige@!%--igi
11111111111 ■ 1111. 111111 11111111111 111 t 111_1 1_60
E - GEMIDDELDE VERZEKERDE ACTIVITEITSDUUR (in maanden) 5
— (a)
•••• ■.• „.r .../ 111111111 1 t
~..... ...., ■ .# 4am
,,' ,
t11 t t 11111 i
.we. .. wow amm ...w ■ ■ ■ ...
1 1 1 11111111
%,.... ..„. I
t t 11111111 t
-
1 1111111111
4
3 3 1960 1961 1962 1963 1964
1. De antwoorden der deelnemers zijn gewogen met de omzetcijfers en geven de wijzigingen tegenover de vorige maand voor de vragen A tot D' aan. 2 Seizoenbewegingen uitgeschakeld. S Staking in de ijzer- en staalnijverheid en in de metaalverwerkende nijverheid.
— 422 —
IV - 1 a. — ALGEMENE INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE Basis .1953 = 100
Maandgemiddelden of maanden
Bron : N.1.S. Bron : I.R.E.S.P. Bron : Agefi
Algemeen indexcijfer
waarvan : fabrieksnijverheid
alleen Algemeen indexcijfer
waarvan • fabrieksnijverheid
alleen
A I gemeen indexcijfer
1957 120 126 124 129 130 1958 114 121 116 122 125 1959 115 126 122 131 131 1960 125 139 129 140 143 1961 130 146 135 147 152 1962 138 155 v 143 v 157 162 1963 v 147 v 167 v 152 v 167 172
1962 3e kwartaal 131 148 v 137 v 151 158 40 kwartaal 146 166 v 149 v 163 169
1963 le kwartaal v 137 v 155 v 143 v 158 164 2 0 kwartaal v 149 v 169 v 157 v 173 173 3e kwartaal v 140 v 159 v 145 v 161 166 4e kwartaal v 161 v 183 v 161 v 177 184
1964 le kwartaal v 182
1963 Mei v 152 v 172 v 158 v 174 176 Juni v 145 v 165 v 156 v 172 170 Juli v 129 v 148 v 133 v 148 155 Augustus v 139 v 157 v 144 v 158 169 September v 151 v 172 v 160 v 176 172 Oktober v 169 12 192 v 161 v 177 188 November v 155 v 176 v 162 v 177 181 December v 159 v 181 v 160 v 177 182
1964 Januari v 156 v 176 v 157 v 172 v 185 Februari v 160 v 177 v 179 Maart v 182 April v 189 Mei 181 1
1 Programma.
IV - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (Voornaamste sectoren) Basis 1953 = 100
Bron : Institut de Recherches Economiques, Sociales et Politsques (Centre de Recherches Economtques).
Maand gemiddelden of maanden
radriple
Pul uaauragrg
waarvan :
Bra
nds
tof
en e
ner
gie
Bouw- materialen
IJz
er- e
n s
taal
- n
ijver
heid
en
non
fer
ro-
me t
alen
Met
aal-
verw
erke
nde
nijv
erhe
id
Voe
ding
s-
nijv
erhe
id
Textielnijverheid :
Totaal
Spinnerijen Weverijen Brei-goed
nijver-held
Totaal waar- van : vlak-glas Totaal Katoen Wol Totaal Katoen Wol
1957 124 104 121 130 131 135 113 123 122 115 126 119 125 118 139 1958 116 99 117 148 126 127 115 101 100 91 102 96 99 93 128 1959 122 88 131 186 136 132 116 114 118 104 126 108 110 108 139 1960 129 89 143 212 148 140 122 122 129 112 138 117 126 110 149 1961 135 88 144 184 148 150 127 131 136 115 148 122 124 127 160 1962 v 143 89 156 214 156 v 159 135 134 139 108 160 124 120 128 169 1963 v 152 93 159 205 162 v 178 v 140 144 148 111 176 131 125 . 136 200
1962 3° kwartaal v 137 81 158 202 148 v 151 152 123 128 101 144 113 110 .114 159 40 kwartaal v 149 94 161 218 158 v 165 139 147 152 121 174 134 130 .139 191
1963 1e kwartaal v 143 98 122 209 160 v 158 127 140 146 110 175 126 121 .128 192 20 kwartaal v 157 94 167 186 164 v 192 138 149 154 119 180 135 126 .142 201 3e kwartaal v 145 83 170 206 155 V 171 154 132 137 103 161 120 116 .124 175 4e kwartaal v 161 99 176 220 171 v 193 v 141 156 154 111 190 142 135 .148 229
1964 1° kwartaal v 98 v 181
1963 Maart v 148 95 135 196 164 v 168 132 141 145 108 171 127 122 .130 202 April v 158 97 162 189 165 v 189 131 151 160 139 174 135 127 .141 202 Mei v 158 96 168 184 163 v 194 141 150 153 109 187 136 126 .144 206 Juni v 156 88 170 184 165 v 192 142 147 149 108 180 134 124 .142 196 Juli v 133 73 159 196 144 v 156 155 110 119 98 120 109 109 103 97 Augustus . v 144 85 169 206 152 v 160 164 133 137 99 175 113 107 123 204 September . v 160 90 182 215 168 v 194 145 152 153 112 187 138 131 146 224 Oktober v 161 96 181 208 174 v 191 v 147 157 153 107 192 142 136 149 236 November . v 162 100 183 227 167 v 195 v 143 159 156 115 187 145 137 252 239 December . v 160 101 165 224 172 v 194 v 134 153 154 112 189 139 133 242 213
1964 Januari v 157 v 102 v 164 241 178 v 1i8 v 131 v 147 v 154 112 186 v 136 129 143 186 Februari v 160 v 97 v 176 v 247 v 180 v 192 v 126 v 151 v 155 117 184 v 141 137 245 v . 196 Maart v 96 v 185
-- 423 —
IV - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (I.R.E.S.P.) Basis 1953 = 100
vA.d d dAA./dA 62 D M 1
IJZER -EN STAALNIJVERHEID EN NON FERROMETALEN
1962
1961
IV - 3. - ENERGIE Bronnen : Algemene Directie van het Mijnwezen [kol. (1), (2) en (5)] - Administratie van de Nijver, rid [kol. (8) en (9)] - Berekeningen
door de N.B.B. [kol. (4)] - N.I.S. (kol (3), (B) en (7)1.
Steenkool Elektriciteit Ruwe petroleum (ins
Totale
Voorraden per einde periode Netto-
Waarneem- baar
verbruik Dagelijks rendement Totale
Produktie der cokesfabrieken
voor Totaal
Maandgemiddelden of maanden
produktie op de mijn-
invoer van ruwe steenkool
per onder- en bovengrondse Produktie
er Verwerking rechtstreekse
leveringen aan beschikbaar
gas terreinen 1 arbeider de nijverheid
(duizenden tonnen) (kg) (miljoenen
k1Vh ) (duizenden
tonnen) (milforn n tn3)
(1) (2) (3) (4) (5 ) (6) (7) (8) (9)
1955 2.498 371 - 287 2.702 826 912 n.b. 92 168 1956 2.463 179 35 2.777 841 987 n.b. 99 182 1957 2.424 1.413 126 2.738 838 1.051 445 97 180 1958 2.255 6.928 221 2.319 841 1.043 542 100 182 1959 1.896 7.496 233 2.410 907 1.097 546 103 188 1960 1.872 6.565 159 2.472 1.019 1.174 579 109 200 1961 1.794 4.394 122 2.479 1.090 1.247 660 102 196 1962 1.769 1.351 182 2.580 1.149 1.368 705 104 214 1963 1.785 454 474 2.664 1.166 1.483 1.013 102 224
1962 3 0 kwartaal 1.615 2.002 180 2.312 1.145 1.253 688 101 189 40 kwartaal 1.869 1.351 309 2.807 1.187 1.565 728 105 233
1963 la kwartaal 1.863 974 362 2.648 1.185 1.588 971 101 255 2° kwartaal 1.801 631 456 2.727 1.166 1.392 996 102 206 3e kwartaal 1.569 460 496 2.435 1.119 1.332 1.031 100 196 40 kwartaal 1.907 454 561 2.781 1.184 1.621 1.054 104 241
1964 le kwartaal v 1.865 v 888 v 1.178 1.647 1.022
1963 April 1.875 766 342 2.953 1.182 1.460 940 104 218 Mei 1.917 726 519 2.725 1.185 1.399 1.028 102 210 Juni 1.611 631 508 2.504 1.132 1.316 1.021 100 189 Juli 1.331 563 515 2.342 1.092 1.253 1.024 96 178 Augustus 1.663 473 437 2.480 1.114 1.324 1.047 101 201 September 1.712 460 536 2.482 1.150 1.420 1.022 101 207 Oktober 1.964 466 524 2.723 1.176 1.608 1.058 108 224 November 1.855 481 549 2.790 1.176 1.553 1.045 99 220 December 1.901 454 609 2.831 v 1.200 1.702 1.060 106 279
1964 Januari v 2.011 v 580 578 v 2.813 v 1.1'19 1.715 1.088 100 274 Februari v 1.792 v 719 v 1.182 1.555 1.090 82 233 Maart v 1.793 v 888 v 1.174 1.670 889 April v 2.001 v 1.049 v 1.186 Mei v 1.637 v 1.093
1 Steenkolenproduktie netto-invoer van steenkolen, cokes en agglomeraten voorraadbeweging (1,8 ton cokes en 0,9 ton agglomeraten ,= 1 ton ruwe steenkolen).
IV - 4. - METAALPRODUKTIE Bronren : N.I.S. [kol. (1) en (2)] - Fabrimétal [kol. (3) tot (6)].
Maandgemiddelden of maanden
ijzer- en staalnijverheid (duizenden tonnen)
Metaal verw erkende nijverheid (miljarden franken)
Produktie van an ruwstaal
Produktie van afgewerkt
staal
Binnengekomen bestellingen Totaal
der verzendingen voor de binnen- landse markt
voor do uitvoer Totaal
(1) (2) (g) (4) (5) (6)
1955 492 366 3,49 1,96 5,45 5,54 1956 532 397 4,34 2,78 7,12 6,32 1957 523 371 3,87 2,27 6,14 6,63 1958 501 350 3,44 1,99 5,43 6,62 1959 536 386 3,98 2,55 6,53 6,69 1960 599 407 4,40 2,93 7,33 7,26 1961 584 405 5,43 3,76 9,19 8,09 1962 613 451 5,35 3,74 9,09 8,94 1963 627 477 v 5,91 v 4,08 v 9,99 v 10,25
1962 3e kwartaal 592 423 5,26 3,15 8,41 8,52 4e kwartaal 614 462 5,74 3,67 9,41 9,63
1963 10 kwartaal 612 469 v 5,05 v 3,84 v 8,89 v 8,82 2 0 kwartaal 620 483 v 5,83 v 4,03 v 9,86 v 10,78 3e kwartaal 615 451 v 6,28 v 4,16 v 10,44 v 9,74 46 kwartaal 663 504 v 6,47 v 4,28 v 10,75 v 11,67
1964 le kwartaal v 703 v 537
1963 Mei 636 492 v 6,38 v 3,97 v 10,35 v 10,65 Juni 604 468 v 5,47 v 4,18 v 9,65 v 10,90 Juli 589 418 v 5,59 v 4,98 v 10,57 v 9,22 Augustus 627 445 v 6,30 v 3,77 v 10,07 v 9,26 September 628 489 v 6,94 v 3,73 v 10,67 v 10,74 Oktober 696 544 v 6,83 v 4,22 v 11,05 v 12,03 November 630 476 v 5,50 v 4,41 v 9,91 v 10,28 December 663 490 v 7,09 v 4,22 v 11,31 v 12,70
1964 Januari 706 546 v 6,29 v 4,40 v 10,69 v 10,42 Februari 682 532 v 6,55 v - 5,47 v 12,02 v 10,68 Maart 'April
v 722 - 758
v 533 , . .....
Mei 673 1 Raming op basis Agefi-eilifer.
- 425 -
IV - 5. - BOUWNIJVERHEID : jaarcijfers
drou : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Jaar
Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd
Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn
Toegestane bouwvergunningen Begonnen gebouwen
Toegestane bouwvergunningen Begonnen gebouwen
Nieuwbouw of volledige herbouw
Verbouwingen, vergrotingen of
gedeeltelijke herbouw Nieuwbouw en volledige
herbouw
Nieuwbouw of volledige herbouw
Verbouwingen, vergrotingen of
gedeeltelijke herbouw Nieuwbouw
en ver- bouwingen
Aantal
Te bouwen volume
(duizenden m3)
Aantal
Te bouwen volume
(duizenden ml)
Aantal
Te bouwen volume
(duizenden ml )
Aantal
Te bouwen volume
(duizenden m3) Aantal Aantal
1054 38.600 25.220 8.752 1.114 32.783 3.288 7.450 2.318 2.791 5.029
1955 36.615 23.564 9.468 1.220 31.698 3.588 8.561 2.569 3.731 5.422
1056 33.742 22.793 9.266 1.226 32.604 3.921 10.997 3.123 4.482 5.982
1957 34.904 24.063 9.407 1.318 31.724 3.618 9.255 3.009 3.772 6.090
1058 32.329 21.732 9.368 1.192 30.605 2.636 6.059 2.619 2.843 4.809
1959 38.989 26.683 9.724 1.368 35.333 3.036 8.661 3.135 4.951 5.209
1960 41.102 28.881 9.645 1.230 34.800 3.151 11.805 3.567 6.360 5.530
1961 44.552 31.603 10.436 1.407 38.010 3.498 12.785 3.958 7.071 6.170
1962 39.017 32.178 5.169
1963 36.619 23.355 5.384
IV - 6. - BOUWNIJVERHEID : maandcijfers
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Maandgemiddelden of maanden
Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd 1
Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn 2
Toegestane bouwvergunningen
Begonnen gebouwen Toegestane
bouwvergunningen Begonnen gebouwen
1962 2° kwartaal 3.158 3.294 630 474
3e kwartaal 3.320 3.226 1.010 476
4e kwartaal 2.943 2.337 897 486
1963 le kwartaal 3.135 656 692 158
2e kwartaal 3.303 2.636 940 593
3e kwartaal 2.901 2.426 908 490
40 kwartaal 2.867 2.052 745 553
1963 Februari 2.884 132 641 55
Maart 3.717 1.674 777 347
April 3.435 2.254 920 411
Mei 3.280 2.875 981 712
Juni 3.195 2.779 919 655
Juli 3.211 2.152 976 383
Augustus 2.989 2.354 963 555
September 2.502 2.773 786 531
Oktober 2.931 2.632 802 644
November 2.748 2.189 742 629
December 2.923 1.336 691 387
1964 Januari 3.637 1.265 673 385
Februari 3.960 1.894 827 399
1 Nieuwbouw of volledige wederopbouw waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd.
2 Nieuwbouw, herbouw, verbouwingen en uitbreidingen, waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd.
— 426 —
IV - 7. — VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.-LANDEN
Algemene indexcijfers van de industriële produktie (niet aangepast voor seizoenschommelingen) Basis 1953 = 100
Bron : 0.E.S.O.
Gezamenlijke E.E.G.-landen West-Duitsland 1 België
1962 Schommel. in pct. • 1963 Schommel.
in pct. • 1962 1963 Schommel. in pct. • 1962 1968
189 193 + 2,1 140 143 + 2,7 188 192 + 2,1
197 209 -1- 6,1 146 157 -I- 8,0 203 213 + 4,9
182 191 -I- 4,9 137 145 -I- 5,7 192 198 + 3,1
207 220 + 6,3 149 161 -I- 8,3 214 224 -1- 4,7
1968
193
209
191
220
1° kwartaal
2° kwartaal
30 kwartaal
4• kwartaal
10 kwartaal
20 kwartaal
3° kwartaal
4° kwartaal
1963 1964 1963 1964 1964
143
157
145
161
192
213
198
224
216 +12,5
Frankrijk 'talig Nederland
1962 Schommel. in pct. • 1968 Schommel.
in pct.. • 1962 1963 Schommel. in pct. • 1962 1968
196 196 -- 220 232 + 5,5 164 166 -I- 1,2
199 213 + 7,0 219 243 + 11,0 167 177 + 6,0
168 178 + 6,0 211 233 + 10,4 165 175 + 6,1
207 223 + 7,7 236 256 + 8,5 180 193 + 7,2
1963
196
213
178
223
1° kwartaal
2e kwartaal
30 kwartaal
40 kwartaal
1° kwartaal
2° kwartaal
3e kwartaal
4 0 kwartaal
1963 1964
222
1963
1964
+13,3
232
243
233
256
166
177
175
193
1904
181 + 9,0
• Schommelingspercent tegenover het indexcijfer ven het overeenstemmend kwartaal van het vorige jaar. 1 Saarland en West-Berlijn uitgesloten.
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor Belga'. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Annalen der Mijnen van Beluid. — Arbeids-blad. — Recherches dconomiques de Louvain (I.R.E.S.P.). Industrie, tijdschrift van het V.B.N. — Bulletin van Fabrimeital. — Maandelijks statistisch tijdschrift van Fddelchar. — Maandelijks tijdschrift van het M.E.Z. (Administratie van de Nijverheid - Dienst : Elektrische energie). — Energie. — Piga., informatieblad van het Verbond der Gaanijverheid. — Agence slconomigue et financière. — Het Bouwbedrijf. — Statistiques Ob:trage. (0.E.S.0.).
Algemene indexcijfers van de industriële produktie (O.E.S.O.) Basis 1953 = 100
(Niet aangepast voor seizoenschommelingen)
62 WEST-DUITSLAND (excl. Saarland en West-Berlijn)
IV - 7. — VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.-LANDEN
V. - DIENSTEN 1. - VERVOER
a). - Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de SABENA Bronnen : N.M.B.S., N.M.B. en SABENA.
Maandgemiddelden of maanden
N.M.B.S.
N.M.B. Vervoerde
ton-km 2
SABENA
Reizigers- vervoer Goederenvervoer (volledige wagonladingen)
Geregeld en betalend luchtverkeer
Aantal reizigers-km
Aantal produktieve Totale
tonnenmaat
waarvan
brandstoffen en minerale
oliën ertsen
(miljoenen passagiers-
km) (72ar
(miljoenen) (duizenden tonnen) (duizenden)
1957 713 - 548 5.558 2.321 966 797 77,4 10,0 1958 755 486 4.818 1.876 959 618 99,7 12,2 1959 710 505 4.874 1.866 1.043 364 88,7 11,3 1960 715 525 5.070 1.935 1.155 294 108,7 13,8 1961 724 538 5.115 1.937 1.177 225 98,2 12,9 1962 746 539 5.189 1.998 1.209 212 115,4 13,7 1963 569 5.444 171 112,2 13,8
1962 3° kwartaal 766 505 4.897 1.856 1.173 188 173,0 18,8 4° kwartaal 739 569 5.499 2.149 1.198 191 88,2 11,4
1963 1° kwartaal v 718 617 5.615 2.358 1.090 181 74,3 10,5 2° kwartaal v 760 552 5.428 2.216 1.162 166 112,6 13,5 3° kwartaal v 765 511 4.967 1.922 1.135 162 174,7 19,2 4e kwartaal 594 5.766 173 87,0 11,9
L964 1 0 kwartaal 585 5.566 151
1963 Februari v 688 643 5.647 2.273 1.134 174 61,2 9,0 Maart v 717 601 5.744 2.548 997 212 87,2 11,7 April v 767 580 5.612 2.429 1.153 175 91,0 11,4 Mei v 756 555 5.519 2.225 1.172 169 99,2 12,2 Juni v 756 522 5.153 1.995 1.162 153 147,6 16,9 Juli v 782 499 4.718 1.772 1.102 152 189,2 20,2 Augustus v 752 507 5.022 1.977 1.158 162 175,3 19,1 September v 762 528 5.161 2.016 1.144 171 159,5 18,3 Oktober v 764 605 6.012 2.403 1.261 186 115,0 14,4 November v 755 573 5.597 2.305 1.132 154 68,2 10,1 December 604 5.689 180 77,9 11,3
1964 Januari 618 5.837 157 82,9 11,6 Februari 578 5.472 144 76,8 11,0 Maart 558 5.389 153
1 De produktieve tou-km hebben be rekking op het commercieel vervoer (niet uitsluiting van het dienstvervoer : het is de som van do vermenigvuldigingen van het gewicht van elke verzending met de afstand van het traject.
2 De vervoerde ton-km worden berekend door optelling van de resultaten bekomen door vermenigvuldiging van de vervoerde tonnage met het aantal kilometers van het vervoer.
V - 1 b). - Zeevaart Bronnen : Havenbestuur te Antwerpen (kol. (1)1, te Cent (kol. (4)1, N.I.S. (overige kolommen).
V - 1 c). - Binnen- scheepvaart
Bron : N.I.S.
Maandgemiddelden of maanden
Hav en van Antwerpen H oven van Gent Totaal verkeer Laadvermogen van de binnen-
gekomen schepen
(duizenden register- tonnen)
Goederen (duizenden metrieke tonnen)
Laadvermogen van de binnen-
gekomen schepen
(duizenden register-tonnen)
Goed (duizenden me
eren rieke tonnen)
(duivenden (miljoenen ton•km) Binnen-
gekomen Vertrokken Binnen- gekomen
metrieke Vertrokken tonnen)
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (1) 2)
1957 3.296 1.828 1.227 171 209 79 4.642 383 1958 3.545 1.723 1.210 163 169 82 4.269 361 1959 3.622 1.668 1.266 145 152 83 4.534 402 1960 3.774 1.816 1.288 150 166 75 5.097 436 1961 3.846 1.936 1.284 139 167 61 5.426 456 1962 4.167 2.159 1.300 137 143 70 5.553 452 1963 4.356 2.602 1.282 151 162 67
1962 3° kwartaal 4.181 1.915 1.224 153 137 68 5.744 461 4° kwartaal 4.133 2.394 1.189 146 161 71 5.336 452
1963 1° kwartaal 4.225 2.363 1.228 150 137 55 2.699 198 2° kwartaal 4.367 2.482 1.202 149 151 79 6.512 532 3° kwartaal 4.448 2.703 1.290 150 179 59 6.493 525 4° kwartaal 4.384 2.858 1.408 155 180 73
1964 1° kwartaal 4.558 185
1963 April 4.160 2.489 1.209 128 103 75 6.520 526 Mei 4.497 2.458 1.205 161 158 61 6.861 561 Juni 4.444 2.500 1.193 158 191 100 6.156 510 Juli 4.386 2.593 1.348 166 206 53 6.900 562 Augustus 4.329 2.703 1.263 166 132 80 6.405 510 September 4.630 2.814 1.258 119 198 44 6.174 504 Oktober 4.574 2.845 1.592 147 163 110 6.903 572 November 4.273 2.849 1.306 168 208 24 5.372 431 December 4.305 2.880 1.325 151 169 85 5.414
1964 Januari 4.797 3.277 1.521 214 245 117 Februari 4.436 135 Maart 4.442 206 April 4.639 164
1 Binnenlands vervoer + Invoer + uitvoer + doorvoer
— 429 —
V - 2. — TOERISME
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. (duizenden overnachtingen)
Maandgemiddelden of maanden Totaal waarvan land van gewone verblijfplaats
België Frankrijk Nederland Vererngd• Koninkrijk
West- Duitsland U.S.A.
1956 1.084 815 66 35 71 23 19
1957 1.186 898 71 33 81 25 18
1958 1.341 877 84 37 102 69 51 1959 1.249 979 55 30 82 27 20 1960 1.307 982 69 33 99 33 25 1961 1.387 1.061 74 34 89 38 21 1962 1.437 1.083 82 37 98 41 23 1963 1.498 1.110 89 38 105 48 27
1962 2e kwartaal 1.369 997 77 36 115 42 28 3e kwartaal 3.590 2.852 199 70 238 82 38 4e kwartaal 412 248 30 22 16 23 16
1963 le kwartaal 334 196 24 17 14 21 12 20 kwartaal 1.422 1.009 83 41 125 50 31 3e kwartaal 3.793 2.981 214 73 260 94 45 40 kwartaal 446 255 35 23 20 26 20
1963 Januari 319 187 23 16 14 19 11 Februari 305 182 21 16 12 18 11 Maart 379 219 29 20 16 25 15 April 1.272 912 102 35 89 43 20 Mei 832 520 53 36 69 41 33 Juni 2.163 1.593 95 51 217 67 40 Juli 5.066 4.224 212 70 295 82 51 Augustus 5.172 4.033 313 110 364 149 46 September 1.142 686 117 38 122 52 37 Oktober 499 267 37 26 27 34 30 November 440 254 40 22 16 26 19 December 399 245 28 22 17 19 12
1964 Januari 348 198 25 18 15 20 13
V - 3. — BINNENLANDSE HANDEL a). — Verkoopindexcijfers
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Basis 1953 = 100
Maandgemiddelden of maanden
.
Warenhuizen met veelvuldige afdelingen co ,,'era.
even beven
Grote ondernemingen
in kleding a
(..,} t. h root-
Onder- nemin- ,en
'6 met bij- huizen
Verkoopindexcijfers na uitschakeling
van de prijs- en eeizoenbewegingen (berekeningen door de
N.B.B.)
Alge- meen Index- alter
voeding Voeding . . "kleding Ileubi lering. Huis- noa ho uden , en ,
^
Alge- meen . .
.nuex• cijfer
2
Onder- goed en bijkom- " s sti lte kleding- stukken
s
vobijkom-
Alge- ' ene
dingo- waren
Heren
Vue- ding
Waren- huizen
Colipe• ratieven
Groot-handel
in alge-alge-mens moe-
dinge-waren
1956 124 133 120 114 127 125 123 97 132 120 119 121 126 1957 129 132 126 124 139 125 125 105 131 123 121 117 122
1958 139 140 138 129 149 131 132 105 139 131 128 121 129 1959 144 145 149 126 150 132 136 104 145 138 131 120 132 1960 156 159 159 141 162 138 144 106 155 144 143 125 142 1961 161 160 164 145 165 144 168 116 163 152 145 130 147
1962 170 172 172 154 171 152 166 142 173 172 151 135 154 1963 180 177 185 164 179 161 v 186 v 139 v 179 193 156 140 v 156
1962 3e kwartaal 159 153 157 159 172 143 136 135 173 162 149 130 147 4 0 kwartaal 205 195 209 153 191 167 181 159 187 193 155 140 164
1963 le kwartaal 156 182 148 155 157 160 v 158 147 169 189 150 140 157 2e kwartaal 176 167 195 165 171 159 v 224 138 v 176 186 160 142 v 155 3e kwartaal 171 159 174 172 182 153 v 161 121 v 183 185 156 136 v 153 4" kwartaal 216 199 224 166 206 173 v 200 v 150 v 187 214 158 140 v 157
1964 le kwartaal 174 190 165 184 187 v 197 v 171 v 181 210 162 v 160
1963 April 176 177 191 167 166 155 v 258 145 174 186 154 138 154 Mei 177 172 191 173 179 165 v 217 137 186 192 160 147 166 Juni 174 153 203 156 169 156 v 196 132 v 167 181 165 142 v 146 Juli 178 147 198 177 187 147 v ].75 148 V 185 180 151 132 v 157 Augustus 172 167 164 162 185 158 v 150 108 V 181 186 169 144 V 149 September 163 162 159 176 175 153 v 158 108 v 183 189 149 131 v 153 Oktober 188 183 211 162 188 165 v 222 154 v 190 202 155 136 v 164 November 211 188 199 160 182 158 v 180 v 126 v 170 196 160 141 v 157 December 250 227 262 177 249 195 v 199 v 171 v 202 244 158 144 v 150
1964 Januari 166 179 164 176 174 169 v 175 V 244 v 182 195 150 141 v 160 Februari 173 191 153 193 206 v 170 v 124 v 168 215 175 v 156 Maart 182 199 179 182 181 v 246 v 144 V 192 219 161 v 165 April 187 189 198 184 189 159
1 Huishoudartikelen en huishoudtoestellen. — 2 Omvat hoofdrakel'jk bovenkleding. — S Onderkleding : heren en/of dames. 4 Daar een zeker aantal nieuwe firma's in de statistiek werden opgenomen, zijn de indexcijfers vanaf 1962 niet meer volledig vergelijkbaar met deze van
vorige periode.
1.268
1.626 1.407
1.820 1.873
419
475 463
636 712
66
76 66
81 84
123
89 106
82 103
334
124
354
39
444
411
122
294
45
423 353
108
384
38
428
442
108
308
42
473 462
105
326
40
538
Verleend krediet (miljoenen franken)
Verleend krediet - Percentsgewijze verdeling t.o v. het totaal
- 430 -
V - 3 b). - Verkoop op afbetaling 1° - Algemene resultaten
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Aantal lopende contracten op einde halfjaar Uitstaande kredieten
(miljarden op einde halfjaar Krediet verleend
in de loop van het halfjaar ( duizenden ) franken) (miljarden franken)
Totaal
Financiering door
Totaal
Financiering door
Totaal
Financiering door
verkopers banken
financie-ringsorga-
nismen of parti-culieren
verkopers banken
fi nancte-rin gsorga-
nism en of parti-culieren
verkopers banken
financie-ringsorga-
nismen of parti-culieren
1961 2° halfjaar 1.430 625 169 636 11,75 2,92 3,80 5,03 4,99 1,67 1,51 1,81
1962 1° halfjaar 1.405 634 170 601 11,86 3,15 3,91 4,80 5,29 1,73 1,65 1,91 2° halfjaar 1.373 646 163 564 11,94 3,30 3,96 4,68 5,24 1,87 1,47 1,90
1963 1° halfjaar 1.361 641 166 554 12,74 3,60 4,19 4,95 5,70 2,03 1,73 1,94 2° halfjaar 1.404 699 171 534 13,67 4,05 4,51 5,11 6,28 2,16 1,93 2,19
2° - Achterstallige betalingen Aantal schuldenaars
met het betalen welke in gebreke gebleven
van drie of meer vervallen in de loop van het halfjaar
zijn termijnen
Totaal der bedrogen van drie termijnen welke door de schuldenaars, bedoeld in voorgaande kolommen,
niet werden betaald (miljoenen franken) (duizenden)
Totaal
Financiering door
Totaal
Financiering door
verkopers banken financierings- organismen of particulieren
verkopers banken financlorings-organ ismen of
art ieuli eren
1961 1° halfjaar 55 27 1 27 87,1 31,4 6,3 49,4 2° halfjaar 50 26 1 23 81,8 30,0 5,9 45,9
1962 1° halfjaar 53 27 1 25 84,6 30,3 6,2 48,1 2° halfjaar 54 31 1 22 87,9 33,8 7,6 46,5
1963 1° halfjaar 57 32 1 24 100,1 35,7 8,3 56,1
3° - Indeling van de kredieten verleend tijdens het halfjaar, volgens de aard der goederen
Totaal
1961 2° halfjaar
1962 1° halfjaar 2° halfjaar
1963 1° halfjaar 2° halfjaar
829
742 781
732 848
1961 2° halfjaar 4.991
1962 1° halfjaar 5.290 2° halfjaar 5.238
1963 1° halfjaar 5.696 2° halfjaar 6.280
1961 2° halfjaar 100,0
1962 1° halfjaar 100,0 2° halfjaar 100,0
1963 1° halfjaar 100,0 2° halfjaar 100,0
Landbouw-materieel, landbouw-tractoren,
vee
Wagens voor personenvervoer
behalve autobussen
Moto's scooters,
brom-fietsen,
rijwielen
Textiel-waren, bont-
artikelen, kleding
Boeken
Huishoud-artikelen en voor-werpen
voor per soonlijl: gebruik,
niet elders
vermeld
Diensten (reizen,
herstellen van
motor. rijtuigen)
reeds eeds gebruikt
299,1
300,6 319,2
277,7 342,9
8,9
5,1 5,1
5,9 3,4
1.75]. 69
1.689 40 1.855 30
1.656 48 1.994 44
35,1 1,4
31,9 0,8 35,4 0,6
29,1 0,8 31,8 0,7
Vrachtwagens, bestelwagens,
autobussen, zwaar vervoermaterieel
reeds eeds gebruikt
Aantal contracten (duizenden)
12,6
15,3 14,1
16,4 16,9
2,4 25,4 6,7 2,5 7,1
1,7 30,7 7,8 2,3 5,6
2,0 26,9 6,7 2,1 7,3
1,4 32,0 7,8 1,9 6,4
1,6 29,8 7,4 1,7 5,2
3,5 1,2 2,6
3,7 1,2 2,8
3,5 1,1 2,2
4,1 1,2 1,8
4,2 1,2 1,7
24,4
30,5 26,6
35,3 34,6
14,4
15,8 15,6
14,0 14,8
433,1 19,6 9,5
337,6 21,4 8,0
368,6 17,3 7,2
347,8 19,7 8,2
401,1 16,2 9,3
8,4
9,0 8,8
11,2 11,3
1,3
1,4 1,3
1,4 1,3
0,8
0,8 0,7
0,7 0,6
8,9
8,0 8,2
8,3 8,6
Bibliografische referenties t Statistisch Jaarboek voor Betuig. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Bulletin van de Kamer van Koophandel van Antwerpen. - Recherches économiguee de Louvain (I.R.E.S.P.). - Maandstatistiek over de internationale trof iek der havens (N.I.S.). - Vervoerkroniek (tweemaandelijks). - Les transports maritimes, Etude Annuelle (0.E.6.0.). - Bulletin pdnefral de Statistigues (Office atatistique des Communautés Euro- péennes).
-- 431 -
VI. - INKOMENS
1. - BEZOLDIGINGEN VAN DE ARBEIDERS (mannen + vrouwen)
180
170
150
140
130
120
110
100
Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur Basis 1953 = 100
180
110
160
150
140
130
120
110
100
160
"-\.... 1954 1955 1958 1960 1962 1964
Indexcijfer van de bezoldigingen in de nijverheid Algemene gemiddelden van de uurlonen der arbeiders
Basis 1953 = 100 Bronnen : kol. (1) - (2) - (8) : N.B.B. (wijze van opstelling, zie
Novembernurnmer 1957, blz. 415). - kol. (4) : R.M.Z. - bereke-nin en N B B ( zie noot). - kol. ( 5) : I.R.E.S.P.
Gemid- delde bruto- ver-
diende
p gew uur (1)
Type-uurloon 1 Index- cijfer
van de loon- msa m9 sa
2
(4)
Index-cijfer der
arbeids-kosten
3
(5)
Ge- schoold arbeider
(2)
schOng
oold e-
arbeider
(8)
1955 106 105 106 108 106 1956 115 114 114 118 114 1957 125 125 125 129 125 1958 131 129 129 125 132 1959 133 131 132 121 135 1960 138 135 137 128 141 1961 143 140 141 134 148 1962 154 149 151 146 159 1963 167 161 163 v 175
1962 Sept. 156 152 153 161 Dec. 159 153 154 165
1963 Maart 160 156 158 168 Juni 167 160 162 176 Sept. 168 163 165 177 Dec. -. v 172 164 166 v 183
1964 Maart ._ v 177 168 172 v 189
(sociale lasten inbegrepen)
Bron : Verbond der Belgisch Nijverheid.
4 België (BF)
West- Duits- land
Groot- Brit-
tannië
Neder- land
Frank- rijk Italië
percentage in verhouding tot de Belgische lonen
1954 28,74 87,9 94,3 69,0 n.b. 83,7
1955 29,91 90,1 98,4 71,9 n.b. 84,2 1956 32,68 89,7 97,6 72,5 n.b. 82,4 1957 35,67 92,2 93,7 70,4 n.b. 78,7 1958 37,04 95,1 95,0 70,2 101,4 80,4 1959 38,30 98,9 95,0 70,4 89,8 80,7 1960 39,71 105,2 98,4 73,8 92,8 81,5 1961 41,76 115,1 100,6 82,4 96,3 82,0 1962 44,72 119,6 98,9 84,5 98,9 89,3
1960 Februari-April 39,48 99,0 97,3 72,7 n.b. 81,7 August.-Oktob. 39,93 106,7 99,5 75,6 n.b. 81,4
1961 Februari-April 41,20 107,4100,0 78,0 96,6 82,4 August.-Oktob. 42,32 116,8101,3 83,6 97,7 81,7
1962 Februari-April 43,72 120,0100,3 84,4 99,9 88,4 August.-Oktob. 45,73 119,2 97,5 84,5 100,0 90,1
1963 Februari-April 48,09 v115,4 94,6 83,3 v 99,3 v95,7
1 Ezel. de transportarbeiders. 2 Het betreft het eenvoudig indexcijfer van de totale bezoldigingen betaald aan de arbeiders die onderworpen zijn aan de maatschappelijke zekerheid en
behorend tot de eztractiebedrijven, de fabrieksnijverheid, het bouwbedrijf, het vervoer en het verkeer. (Voor de bepaling van de totale bezoldigingen, zie %Vo Jaarverslag R.M.Z., blz. 141.)
3 Dit indexcijfer, waarin de steenkolenmijnen niet werden opgenomen, geeft de arbeidskosten per uur en niet de koeten per geproduceerde eenheid. 4 De jaarcijfers zijn gemiddelden van de uurlonen van februari-april en augustus-oktober. 5 Het V.B.N. publiceert de buitenlandse uurlonen uitgedrukt in Belgische franken op basis van de wisselkoersen. De bekomen percentages houden geen
rekening met de veranderingen van het Belgisch en buitenlands prijspeil : zij geven dus niet de verhouding van de reële lonen weer.
- 432 -
VI - 2. - GEMIDDELDE VERDIENDE BRUTO-UURLONEN IN DE NIJVERHEID
(mannen + vrouwen - in frank per uur)
Bron : N.I.S.
Bedrijfsgroepen en -sektoren 1958
oktober 1959
oktober 1960
oktober 1961
oktober 1962
oktober 1963 april
1963 oktober
(voorlopig)
Extraktieve nijverheid :
Steenkolenwinning (onder- en bovengr.) 1 39,24 39,89 40,09 41,29 45,70 46,26 48,39
Groeven 1 30,99 31,83 34,61 34,79 37,58 38,53 39,84
Totaal extraktieve nijverheid 1 38,63 39,36 39,72 40,81 45,10 45,69 47,76
Fabrieksnijverheid :
Voedingsmiddelen (behalve dranken) 24,25 25,24 25,98 27,67 29,41 30,73 32,75
Dranken 27,79 29,05 29,21 30,27 32,30 32,93 34,80
Tabak 21,10 21,54 22,27 22,94 26,12 26,64 29,50
Textielindustrie 23,09 23,96 25,04 26,94 27,55 30,26 31,16
Schoeisel, kleding 18,92 19,20 20,09 21,23 23,16 24,11 25,39
Hout (behalve meubelen) 25,13 25,07 26,67 28,25 30,47 31,42 32,82
Meubelindustrie 26,14 26,08 27,59 30,05 31,38 33,56 35,27
Papier, papierwaren 27,82 26,99 28,98 30,85 33,39 35,07 35,87
Druk- en boekbindersbedrijf 31,85 32,58 32,85 34,97 37,02 38,86 39,47
Leder (behalve schoeisel, kleding) 22,53 23,25 24,34 25,80 27,82 29,03 30,90
Rubberindustrie 28,50 30,19 30,85 31,65 34,16 35,78 36,93
Chemische industrie 29,14 30,92 31,64 32,84 35,08 37,66 38,49
Derivaten van petroleum en steenkool 42,54 44,20 45,29 47,48 49,97 54,25 53,74
Steen, glas, aardewerk, enz. 28,03 29,23 30,37 32,05 34,43 35,84 37,31
Metallurgische basisindustrie 37,45 39,19 41,11 42,13 45,11 45,98 47,96
Metaalverwerkende industrie, behalve ma-chines en transportmaterieel 31,61 30,12 31,08 32,72 35,92 37,89 38,85
Machines, behalve elektrische 32,36 32,46 33,66 34,92 37,70 40,79 40,42
Elektronische industrie 28,44 28,89 29,60 30,18 33,57 35,53 35,48
Transportmaterieel 37,06 36,61 37,36 37,58 42,06 44,68 45,07
Diamantindustrie 23,88 24,90 25,42 25,99 26,72 28,01 31,50
Totaal fabrieksnijverheid 27,91 28,56 29,59 31,01 33,26 35,12 36,20 waarvan : mannen 31,60 32,20 33,30 34,63 37,13 38,97 40,10
vrouwen 18,58 19,13 20,00 21,10 22,78 24,41 25,45
Bouwnijverheid 1 30,42 30,72 32,76 33,17 36,21 37,81 38,66
Algemeen gemiddelde voor de nijverheid :
Totaal (mannen + vrouwen) 29,75 30,24 31,36 32,40 35,00 36,68 37,82 waarvan : mannen 32,51 32,98 34,16 35,14 37,99 39,61 40,81
1 Mannen alleen.
Bibliografische referenties • Statistisch Jaarboek voor België'. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Recherches économiques do Louvain (1.11.E.S.P.). -Jaarverslagen van de Rit.; .Z. - Arbeidsblad. - Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Le Cotlt de la main-d'eeuvre .dans l'Industrie européenne, Etudes et Documents, nouvelle eérie, ❑r 52, 1959 (I.A.B.). - Annuaire des statistiques du Travoil (I.A.B.).
- 433 -
VII. - PRIJZEN EN PRIJSINDEXCIJFERS 1. - GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN
Daggemiddelden
Tarwe te
New - York
Koffie te
New-York Santos IV
Merinos 64 S wol in
Verenigd -
Koninkrijk
Katoen 15/16
middling (New -York •
Spot)
Rubber te Londen « Spot . .
'mee nr 1
Koper te Londen
Tin te Londen slotkoers
Oudijzer in de
Verenigde Stoten
Ruwe petroleum
te West -Texas
cents per 60 lbs
cents per lb d per Ib cent.s. per io d per lb £ per long ton $ per
long ton $
per barrel
1956 270 57,9 113 35,5 29 329 788 53,5 2,65 1957 272 56,4 125 36,4 26 219 755 47,7 2,90 1958 256 48,2 89 36,2 23 197 735 37,8 2,90 1959 251 36,8 91 34,6 30 238 785 40,3 2,78 1960 252 36,5 89 33,2 31 246 797 33,0 2,77 1961 254 35,8 90 34,3 24 230 888 35,3 2,86 1962 267 34,0 93 35,4 23 234 897 29,4 2,89 1963 269 34,3 107 35,4 21 234 910 27,0 2,89
1962 3 0 kwartaal 270 34,2 92 35,5 22 234 855 27,3 2,89 4° kwartaal 273 33,5 93 34,9 24 234 863 25,0 2,89
1963 1° kwartaal 279 33,9 103 35,5 23 234 853 28,3 2,89 2 0 kwartaal 273 33,5 107 35,9 22 234 898 28,7 2,89 3e kwartaal 253 33,6 104 35,2 20 234 913 25,3 2,89 4 0 kwartaal 270 35,8 111 35,1 20 235 976 25,7 2,89
1964 1 0 kwartaal 272 47,3 117 35,3 v 20 253 1.072
1963 Mei 274 33,4 106 35,9 22 234 905 30,5 2,89 Juni 258 34,0 109 35,8 22 234 907 25,0 2,89 Juli 248 34,1 108 35,4 21 234 901 25,0 2,89 Augustus 252 33,8 103 35,1 20 234 905 25,0 2,89 September 259 33,8 102 35,0 20 234 934 26,0 2,89 Oktober 269 33,2 106 34,9 20 234 940 26,0 2,89 November 270 36,8 115 35,9 21 234 975 25,0 2,89 December 272 37,3 113 35,2 20 236 1.010 26,0 2,89
1964 Januari 275 45,4 115 35,3 19 238 1.041 29,0 2,89 Februari 273 46,7 119 35,3 20 252 1.109 29,0 2,89 Maart 26'i 49,9 118 35,4 v 21 270 1.073 April 275 48,9 111 35,4 v 20 312 1.043 Mei v 265 v 48,4 v 35,4 v 21 v 300 v 1.055
VII - 2. - INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN Basis 1953 = 100
Bronnen : Comtel Reuter - Moody's Investors Service - Der Volkewirt - Chamber of Shipping.
Maandgemiddelden of maanden Reuter-indexcijfer Moody-indexcijfer
Volkswirt-indexcijfers (oude Schulze-indexcijfers)
Vrachtprijzen Groot-Britt
ng per reis) 1 2 Algemeen Nijverheid Voeding
1956 98 102 105 108 100 203 1957 93 100 104 107 98 145 1958 84 96 98 100 96 87 1959 84 93 100 103 94 93 1960 85 90 99 104 90 95 1961 84 90 99 103 90 102 1962 84 89 98 101 90 85 1963 94 90 100 103 95 104
1962 3e kwartaal 83 90 97 100 89 76 4e kwartaal 85 89 97 101 89 83
1963 1 0 kwartaal 91 90 99 102 93 91 2e kwartaal 94 91 100 103 95 101
30 kwartaal 92 89 100 102 94 101 40 kwartaal 98 90 103 104 100 125
1964 1 0 kwartaal 98 92 104 105 100 110
1963 Mei 95 93 101 103 96 105 Juni 95 91 101 103 96 101 Juli 94 90 100 102 95 97 Augustus 91 88 99 102 92 100 September 91 88 100 102 94 106 Oktober 97 90 102 103 100 129 November 99 90 103 104 101 123 December 98 90 103 104 100 122
1964 Januari 99 94 104 104 102 123 Februari 98 91 104 105 100 106 Maart 96 90 104 105 99 102 April 97 91 104 106 99 105 Mei 96 92 103 106 98
1 Bevrachting per reis voor droge ladingen. 2 Gezien de uitbreiding van de statistiek, zijn de gegevens, vanaf 1960, niet meer volledig vergelijkbaar met de cijfers der vorige periodes.
- 434 -
VII - 3. - INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE
Basis 1953 = 100
Bron : Ministerie van Economische Zaken en Energie Bron : I.R.E.S.P.
Produkten Landbouwprodukten Industriële produkten Gezamenlijke industriële
produkten in do drie produktiestadia
Maandgemiddelden of maanden
Alg
emee
n In
dei
esuraequi In
gev
oerd
e
Alg
emee
n in
dex
cijf
er
Die
rlij
ke
Pla
nta
ardi
ge
Alg
emee
n in
dexc
ijfe
r
Del
fsto
ffen
Met
alen
en
met
aalp
rodu
kten
Tex
tiel
- pr
oduk
ten
Sche
ikun
dige
pr
odu
kten
nap:q:olm
-m
nog
Gro
ndst
offe
n
Fab
rik
aten
1955 101,0 99,4 101,8 94,0 97,7 90,3 102,9 100,7 105,0 97,7 104,6 105,4 98,1 100,1 102,2 1956 103,5 103,5 103,3 97,2 101,0 93,5 105,4 105,8 111,6 95,8 105,6 106,9 104,3 103,9 105,4 1957 106,3 107,4 102,2 98,7 103,1 94,5 108,3 112,1 114,4 98,2 108,9 111,9 112,2 107,5 110,6 1958 101,8 105,4 93,9 96,0 92,8 98,9 103,2 105,8 109,6 87,5 107,9 115,0 100,3 99,6 106,6 1959 101,4 104,7 95,2 95,0 95,9 94,1 103,0 103,7 109,8 84,9 107,6 115,4 95,7 99,3 105,5 1960 102,6 105,0 96,5 92,2 98,2 86,8 105,4 101,4 110,2 92,2 107,0 121,4 94,5 99,3 107,1 1961 102,4 105,0 94,8 94,3 110,2 81,5 104,5 99,4 109,1 93,3 104,5 121,7 90,9 97,1 105,7 1962 103,2 108,7 92,7 100,7 106,9 95,1 103,8 97,7 108,5 90,5 104,5 125,6 89,1 95,8 103,7 1963 105,8 110,9 94,5 107,0 117,8 97,5 105,4 99,7 109,4 95,4 105,1 130,0 v92,2 v99,5 v105,9
1962 3 0 kwartaal 102,1 107,4 91,3 96,9 102,2 92,1 103,4 97,5 108,3 89,5 103,0 127,9 88,3 95,4 103,7 4e kwartaal -. 103,6 108,7 92,9 102,0 108,7 95,9 104,0 98,2 108,2 91,0 104,4 128,6 88,3 96,0 104,0
1963 le kwartaal _. 105,5 111,3 94,5 108,2 114,5 102,3 104,9 98,3 108,5 94,4 105,8 129,0 90,3 v97,3 v104,5 2 0 kwartaal 105,1 109,9 94,7 104,9 113,5 97,2 105,1 99.6 108,9 94,4 105,3 130,0 92,0 v98,9 v105,1 3e kwartaal 105,0 109,9 93,5 105,2 118,7 93,7 104,9 99,4 109,7 94,6 103,9 130,1 92,2 v99,9 v106,4 4 0 kwartaal 107,4 112,6 95,6 109,7 125,1 96,9 106,9 101,9 110,6 98,4 105,3 131,1 v94,0 v102,1 v107,7
1964 le kwartaal 109,3 115,3 98,5 109,3 126,2 95,3 109,3 103,0 113,1 100,6 108,1 135,4 v96,6 v102,3 v109,4
1963 Maart 105,4 110,9 94,8 107,5 112,7 102,7 104,8 98,3 109,2 93,6 106,0 129,0 90,2 v97,5 v104,7 April 105,0 110,1 94,5 104,7 110,7 99,1 105,0 99,2 108,8 93,8 106,4 129,9 91,7 v98,3 v104,8 Mei 105,0 109,6 95,2 104,5 113,6 96,4 105,1 99,6 109,0 94,3 105,5 129,9 91,7 v98,5 v105,1 Juni 105,2 110,0 94,3 105,5 116,3 96,1 105,1 99,9 108,9 95,2 104,1 130,1 92,6 v99,8 v105,5 Juli 104,7 109,5 93,4 104,3 115,7 94,5 104,8 99,1 109,6 94,6 103,9 130,1 92,1 v99,5 v106,0 Augustus 104,8 109,5 93,4 104,6 119,7 92,0 104,8 99,2 109,7 94,4 104,0 130,1 92,3 v99,9 v106,3 September 105,4 110,7 93,6 106,7 120,8 94,7 105,0 99,9 109,9 94,9 103,8 130,1 92,1 v100,1 v106,5 Oktober 106,2 111,3 94,4 107,7 120,8 96,8 105,9 100,6 110,2 96,5 104,6 130,6 v92,4 v101,2 v107,2 November 107,4 112,5 95,5 109,0 124,3 96,1 107,0 101,8 110,6 99,1 105,1 130,6 v94,8 v102,2 v107,5 December 108,7 113,9 96,8 112,4 130,1 97,9 107,8 103,4 110,0 99,7 106,2 132,1 v96,2 v102,8 v108,6
1964 Januari 109,2 115,6 97,7 112,5 129,7 98,3 108,4 102,9 111,6 100,3 107,7 132,1 v96,9 v102,5 v109,0 Februari 109,2 115,0 98,6 107,2 123,5 93,7 109,6 103,3 113,5 101,1 108,2 136,2 v97,2 v102,7 v109,2 Maart 109,6 115,3 99,2 108,1 125,3 94,0 109,9 102,9 114,1 100,3 108,3 137,8 v97,8 v102,6 v110,0 April 110,2 116,3 98,6 110,4 124,1 98,8 110,1 103,0 114,6 99,1 109,3 138,2 v97,5 v102,8 v109,8 Mei v97,5 v103,4v110,6
— 435 —
120
110
100
90
120
110
100
90
120
110
100
80
eo
VII - 3. — INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE
Basis 1953 = 100
Bron. M.E.Z. INHEEMSE EN INGEVOERDE PRODUKTEN 120
110
100
90
120
110
100
90
120
110
100
90
eo
/ /
fr\ ii ..--,
/
—
/-"'",
• N. \ ....... .....—
Algemeen
Inheemse ...— ....
• ,....- ...
indexciter
produkten / ../
........,"
/ de
/‘ / /
\./.
..-
Ingevoerde produkten
1..., 1954 1956
Bron. M.E.Z.
1958 1960
LANDBOUW- EN INDUSTRIELE PRODUKTEN
1962 1964
/....."—.
"......../
/ /
0.- .... /
..., N.
♦ Industriele
/..,
Algemeen
produkten /---
•......,.....•-••
in dezsijler
....,„.. .......
Landbouwprodukten n., .../-1
1954 1956
Bron. I.R.E.S.P. •
1958 1960
PRIJZEN IN DE DRIE PRODUKTIESTADIA
1962 1964
".
/
• \
N., ........
F
/ ./
...—/
Halffabrikaten
Grondstoffen
[idealen
.... . ....
••,. ... ........ .......-...
/ I
.... ...•
/i
/ T
n.„ ,f, , 1954 1956 1958 1960 1962 1964
- 436 -
VII • 4. - INDEXCIJFERS VAN DE KLEINHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100
Bron : Ministerie van Economische Zaken en Energie.
150
140
130
120
110
100
150
140
130
120
110
100
Diensten
-
Algemeen indexctiler
Voedingswaren
A ....., ",e,
'''' ...... .. ....".."''
--
.. ..... ........"
~-
*"...". ..... ...."....... Produkten andere dan
......... ** ...... ....
voedingswaren
1958 1960 1962 1964'
Maandgemiddelden of maanden Algemeen indexcijfer
65 produkten Voedingswaren 85 produkten
Produkten andere dan voedingswaren
25 produkten
Diensten 5 produkten
1954 101,30 102,7 99,2 100,0 1955 100,80 101,6 99,2 101,0 1956 103,65 104,2 101,5 105,5 1957 106,93 107,0 104,5 111,7 1958 108,31 107,9 106,2 114,6 1959 109,64 109,5 106,6 120,0 1960 109,97 109,3 107,0 122,6 1961 111,06 110,5 107,4 125,7 1962 112,62 112,5 108,3 128,5 1963 115,05 114,7 109,9 136,3
1963 1964 1963 1904 1963 1964 1963 1964
le kwartaal 114,13 117,90 113,7 118,8 109,3 111,6 134,5 137,9 20 kwartaal 114,26 113,6 109,6 136,2 30 kwartaal 115,07 114,6 110,0 137,0 40 kwartaal 116,70 117,0 110,8 137,5
Januari 113,19 118,11 112,4 119,4 109,1 111,3 132,5 137,6 Februari 114,58 117,98 114,4 119,0 109,3 111,7 135,4 138,0 Maart 114,63 117,61 114,4 118,0 109,4 111,8 135,6 138,0 April 114 42 118,21 113,9 118,6 109,5 111,9 135,8 142,4 Mei 114,10 118,50 113,3 118,8 109,6 112,0 136,2 142,5 Juni 114,27 113,5 109,6 136,6 Juli 114,91 114,7 109,7 136,6 Augustus 114,77 114,1 110,0 137,2 September 115,54 115,1 110,3 137,3 Oktober 116,02 115,9 110,6 137,4 November 116,57 116,8 110,8 137,5 December 117,51 118,2 111,1 137,5
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor Belgii. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - A beideblad. - Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Recherches dconomiguee de Louvain (I.R.E.S.P.). - De Belgische Textielnijverheid, tijdschrift van Febeltex. - Der Vollostmrt. 1Virtechaft und Statietik. - Bulletin mensuel de statistique (0.V .N.). - Monthly Digeat of Statistica. - Bulletin statietigue de l'I.N.S.E.E. - Bulletins statie-tiquee : atatistiquee gelndrales (0.E.S.0.). - Donndes statistigues (Raad van Europa). - Financiële dagbladen : Agefi, Het Financieel." Dagblad, The Financial Times, L' Int ormation.
VIII. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U.
26
22
18
14
10
4
—4
220
180
140
100
220
180
140
100
110
1. 06
90
110
100
H
26 '
22
18
14
10
4
0
—4
220
180
140
100
220
180
140
100
110
100
90
110
100
90
I INVOER,
—
—
—
—
—
,...- ..• —
Miljarden
UITVOER EN
franken
...
I HANDELSBALANS
1'.." /
Bron.
'"" .... •
N.I.S.
..— ■ ....
... '.4 I ..•
Uitvoer
Invoer ,/..."
.. i ' •
4
A / %,/ /
.. / 4
/ .0 0"
ti / /
*. —
—
—
—
—
—
—
—
Uitvoeroverschot
Invoer verschot / —
.... LP
INDEXCIJFERS —
_
—
_
—
—
...— ... ••••
INVOER
VAN HET
e. .. .... e ./......
VOLUME
i'... p,* /
Basis 1953
•••• 4", %,
.100 Bron.
% / .....,
,......
I.R.E.S.P.
/ /
'''' .4, 4/
Maandgemiddelden
.." ... ....— /..... —._ /
'.0 ‘,....*
" n / ‘ /
V
4,- —'
‘..//
l' —
—
—
—
—
—
—
—
UITVOER I
Maandgemiddelden
—
—
—
—
—
si
INDEXCIJFERS
—
VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN
Uitvoer
PER EENHEID EN VAN DE RUILVOET Basis 1953 = 100
—
....,..._._„..—
—
..
— ••
... ... ...
Invoer
... —, ....n ".• „.. '''
—
r -k. _, ...1-`
Ruilvoet
1 I I I I l I I I l l l I I 1 l l l l l l I l 1 I l l l l l I 1
1964 (-1_, ,..r,
1954 1956 1958 1960 1962
VIII • 1. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. - ALGEMENE TABEL
Maandgemiddelden of maanden
Bron : N.I.S. Bron : I.R.E.S.P.
Waarde (miljarden franken) Percentage uitvoer
Indexcijfers basis 1958 =100
Invoer Uitvoer Handels- balans
hoeveelheid prijzen ruilvoet 1
invoer invoer uitvoer bij invoer bij uitvoer
1956 13,6 13,2 - 0,4 97 135 135 100 101 101 1957 14,3 13,3 - 1,0 93 137 132 102 105 103 1958 13,0 12,7 - 0,3 97 131 133 96 98 102 1959 14,3 13,7 - 0,6 96 145 146 93 95 102 1960 16,5 15,7 - 0,8 95 160 164 96 97 102 1961 17,6 16,4 - 1,2 93 171 169 97 96 99 1962 19,0 18,0 - 1,0 95 185 189 98 95 97
1963 21,3 20,2 - 1,1 95 201 201 100 98 98
1962 3e kwartaal 17,6 17,0 - 0,6 97 173 179 98 94 90
4e kwartaal 20,8 18,7 - 2,1 90 200 196 98 95 97
1963 le kwartaal 19,4 18,1 - 1,3 93 188 183 98 96 98' 20 kwartaal 21,2 20,6 - 0,6 98 202 216 99 94 95 3e kwartaal 21,0 19,9 - 1,1 95 201 203 99 96 97
40 kwartaal 23,6 22,0 - 1,6 93 212 202 103 104 101
1964 1 0 kwartaal v 24,1 22,8 - 1,3 95
1963 Januari -maart 19,4 18,1 1,3 93 1 Ruilvoet indexcijfer van de uitvoerprijzen
.--- indexei Eer van do invoerprijzen 1964 Januari -maart v 24,1 22,8 - 1,3 95
N. 13. - Wegens de verbeteringen van de cumulatieve cijfers, 1963 Maart 21,3 20,5 -- 0,8 96 stemmen de kwartaaleijfere en de cijfers van de
April 21,1 21,1 -- 100 eerste x maanden niet noodzakelijk overeen met het
Mei 21,6 21,1 - 0,5 98 gemiddelde van de maandcijfers.
Juni 19,9 19,7 -- 0,2 99 Juli 20,0 21,0 + 1,0 105 Augustus 20,6 18,1 - 2,5 88 September 20,9 20,5 - 0,4 98 Oktober 24,2 24,7 -I- 0,5 102 November 22,1 20,3 -- 1,8 92 December 22,8 21,0 - 1,8 92
1964 Januari 24,6 22,5 - 2,1 92 Februari v 23,6 22,4 v- 1,2 v 95 Maart v 24,0 23,4 - 0,6 97
VIII - 2. - UITVOER VAN DE B.L.E.U. VOLGENS GOEDERENGROEPEN (miljarden franken)
Bron : N.I.S. (indeling van de N.B.B. volgens de Type-classificatie voor de internationale handel van de O.V.N.).
Maandgemiddelden of maanden
IJzer- en staal-
produkten
Metaal- vetwet-
king Non-ferro metalen Textiel
Scheikun- dige
produkten
Steen- kolen-
nijverheid Petroleum- nijverheid
Glas- en spiegelglas
Parels c,„eige. e. " etsenten produkten
Landbouw Diversen Totaal
Oude reeks 1955 2,5 2,1 1,1 1,9 0,9 0,5 0,3 0,3 0,5 0,3 1,2 11,6 1956 3,0 2,3 1,2 2,1 1,0 0,5 0,4 0,3 0,6 0,3 1,5 13,2 1957 3,1 2,5 1,0 2,2 1,0 0,5 0,4 0,3 0,5 0,3 1,5 13,3 1958 2,8 2,6 0,9 1,8 1,0 0,3 0,5 0,3 0,5 0,4 1,6 12,7 1959 2,8 2,7 1,1 2,1 1,2 0,2 0,5 0,4 0,7 0,4 1,6 13,7 1960 3,5 3,2 1,3 2,4 1,2 0,2 0,5 0,5 0,7 0,4 1,8 15,7
Nieuwe reeks 1960 3,5 3,2 1,3 2,4 1,2 0,2 0,5 0,5 0,7 0,4 1,8 15,7 1961 3,1 3,8 1,3 2,6 1,2 0,2 0,4 0,4 0,8 0,5 2,1 18,4 1962 3,20 4,34 1,36 2,92 1,28 0,22 0,46 0,52 0,83 0,68 2,20 18,01 1963 3,21 5,03 1,54 3,23 1,46 0,25 0,66 0,50 0,96 0,89 2,43 20,18
1962 2 0 kwartaal . 3,36 4,46 1,45 2,90 1,35 0,22 0,48 0,54 0,75 0,54 2,11 18,18 3° kwartaal -. 3,03 4,19 1,18 2,72 1,20 0,22 0,47 0,47 0,78 0,62 2,14 17,02 4 0 kwartaal ._ 3,14 4,35 1,42 3,16 1,25 0,22 0,41 0,51 0,88 0,96 2,35 18,85
1963 le kwartaal _. 2,99 4,34 1,33 3,04 1,33 0,16 0,51 0,47 0,90 0,91 2,16 18,14 2e kwartaal _. 3,35 5,35 1,62 3,23 1,49 0,28 0,67 0,47 0,90 0,80 2,49 20,85 3° kwartaal 3,24 4,96 1,51 3,02 1,41 0,26 0,80 0,53 0,96 0,80 2,39 19,88 4e kwartaal . 3,25 5,46 1,71 3,65 1,60 0,29 0,66 0,55 1,08 1,03 2,71 21,99
1963 Februari 2,48 4,01 1,25 2,87 1,29 0,09 0,42 0,43 0,82 0,81 2,03 16,50 Maart 3,47 4,82 1,58 3,34 1,49 0,20 0,69 0,46 0,96 1,06 2,42 20,49 April 3,49 5,42 1,72 3,28 1,53 0,33 0,60 0,49 0,78 0,96 2,52 21,12 Mei 3,30 5,69 1,54 3,23 1,46 0,27 0,79 0,49 1,15 0,72 2,47 21,11 Juni 3,27 4,95 1,60 3,18 1,50 0,24 0,63 0,43 0,79 0,71 2,41 19,71 Juli 3,43 5,75 1,60 3,07 1,45 0,24 0,75 0,53 1,02 0,74 2,45 21,03 Augustus 3,18 4,30 1,23 2,73 1,43 0,26 0,91 0,49 0,60 0,72 2,28 18,13 September ._ 3,10 4,81 1,69 3,26 . 1,35 0,27 0,74 0,56 1,27 0,96 2,46 20,47 Oktober 3,71 6,06 1,93 4,14 1,84 0,28 0,78 0,60 1,13 1,33 2,91 24,71 November ._ 2,96 5,14 1,43 3,26 1,42 0,28 0,63 0,51 1,11 0,91 2,62 20,27 December 3,08 5,13 1,83 3,55 1,51 0,31 0,57 0,53 1,01 0,86 2,62 21,00
1964 Januari 3,70 5,95 1,66 3,53 1,61 0,37 0,78 0,58 1,01 0,78 2,57 22,54 Februari 3,61 5,77 1,64 3,64 1,48 0,37 0,71 0,57 1,11 0,70 2,84 22,44
N. 13. - De inhoud van elke rubriek stemt met de benaming overeen, zelfs indien de produkten worden vervaardigd door een nijverheidstak die een andere hoofdaètiviteit heeft.
- Voor een overzicht van de buitenlandse handel van 1048 tot 1957 : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXIVe Jaargang, Deel II, nl 1, juli 1959. Voor de analyse van 1959 : XXXVe Jaargang, Deel II, nr 1. juli 1960; van 1960 : XXXVIe Jaargang. Deel II, nr :L. augustus 1961; .van„ 1961 XXRVIle Deel nr, 1, ,juli 1982; van 1962 X/PIVIII, Jaargang, Deel • 2, juli-augustus 1968.
VIII - 3. - INVOER VAN DE B.L.E.0 VOLGENS GOEDERENGROEPEN (miljoenen franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Berekeningen van de N.B.B.
Maandgemiddelden
Produktiegoederen bestemd voor Verbruiksgoederen
Uitrol'. Ungs- goede-
ren 13
1 t
fi
1:12. Totaal
de metaal- nijver-
beid 1
de textiel- bedrij-
ven
de land- bouw en de voe-
dings- bedrij- ven 2
de dia-
mant- .. ni
heid
de hout-
nijver- heid
de leder- nijver-
heid 3
de papier en gra- fische - beid
4
nijver- •er -
de ,
tabaks- nijver-
heid
de bouw-
bedrij-- ven
5
de rubber- nijver-
beid 6
de petro-leem-
raffina- derijen
7
diverse produktiesectoren
Totaal
niet duurzame
duur- zame
1 2
Brandstoffen
schei- kundige
Pro - dukten
metaal- pro-
dukten 9
andere pro-
dukten 10
voedingsmiddelen
andere ij
vloei- bare
8
andere
dier- li jke
Pro- dukten
plant- aardige
Pro- dukten
Oude reeks
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960
1960 2e kwartaal
Nieuwe reeks
1960 ( . 1
1961 1962 1963
1962 le kwartaal 2e kwartaal 38 kwartaal 48 kwartaal
1963 1 0 kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
11.549
7.197 8.238 9.434 9.814 8.596 9.682
11.453
11.707
12.070 12.987 14.395
12.758 13.115 11.948 14.127 13.373 14.187 14.051
15.968
1.957 2.540 3.065 2.827 2.437 2.858 3.808
3.931
3.922 4.045 4.388 4.700
4.259 4.461 4.233 4.597 4.435 4.723 4.494 5.147
1.212 1.211 1.277 1.427
935 1.088 1.270
1.214
1.271 1.472 1.581 1.662
1.683 1.566 1.316 1.761 1.666 1.561 1.621 1.798
1.033 912
1.089 1.045 1.059 1.170 1.278
1.216
1.300 1.245 1.464 1.480
1.505 1.523 1.289 1.541 1.485 1.297 1.373 1.763
293 417 507 532 451 675 773
912
773 793 771 938
733 792 686 874 843 945 913
1.052
194 240 196 227 193 206 271
342
272 283 267 316
194 206 344 323 168 291 434 369
118 116 124 124 106 142 172
170
172 196 197 219
222 182 171 215 234 217 194 231
103 127 132 147 121 244 244
293
245 247 237 265
220 226 239 263 220 260 277 304
74 74 78 88 94 98
105
107
104 109 103 119
94 100 102 114 109 118 121 127
111 227
232
222 242 253 290
213 259 271 268 203 309 319 329
88 81 75 82
79 72 57 92 84 87 71 87
1.022
595 623 659 933
627 765 474 768 855 898 986 994
541 649 809
957 897 946
894
--....-".....---
351 344 415 393
457 396 368 438 520 366 312 375
439 474 612 717 700 677 652
672
685 724 782 960
720 765 720 923 756
1.013 973
1.097
250 306 367 401 410 445 666
696
667 696 764 898
756 766 702 835 809 941 848 993
235 277 311 344
308 313 293 330 304 344 344 386
983 1.172 1.178 1.257 1.133 1.071 1.041
1.028
647 691 720 796
688 723 683 785 682 817 771 916
2.263 2.367 2.554 2.844 2.758 2.969 3.085
3.109
3.089 3.285 3.423 4.019
3.281 3.411 3.268 3.731 3.582 4.011 4.018 4.463
349 369 385 404 351 376 359
380
353 395 377 462
367 346 365 432 394 374 512 568
643 637 735 767 742 751 804
761
798 812 846 920
742 914 754 936 808
1.003 892 975
275 313
315
307 309 314 360
337 313 319 321 336 372 354 376
1.271 1.361 1.434 1.673 1.665 1.567 1.609
1.653
1.630 1.769 1.886 2.277
1.835 1.838 1.830 2.042 2.044 2.262 2.260 2.544
1.164 1.245 1.647 1.644 1.683 1.690 1.950
1.897
1.850 2.224 2.571 2.886
2.472 2.542 2.370 2.900 2.449 2.976 2.949 3.174
10.624 11.850 13.635 14.302 13.037 14.341 16.488
16.713
16.488 17.579 18.981 21.300
18.511 19.068 17.586 20.758 19.404 21.174 21.018 23.605
• Benaderende cijfers verkregen aan de hand van de oude tariefposten. 1 Rubriek vanaf 1960 gewijzigd :
a l door opneming van sommige produkten die voordien ingedeeld waren hetzij bij de « Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten •, hetzij bij de « Duurzame verbruiksgoederen e, hetzij bij de « Uit,- rustingsgoederen e;
b) door uitsluiting van produkten die voortaan opgenomen worden bij de c Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten •. Die rubriek omvat, zowel vóór als na 1960, de losse stukken van auto-voertuigen. 3 Rubriek gewijzigd wegens opneming van produkten die voordien deel uitmaakten van de rubriek e Niet duurzame verbruiksgoederen - andere dan voedingsmiddelen .. Die rubriek omvat, zowel v661- als na 1960, de graangewassen. 3 De nieuwe reeks omvat de schoenen van alle aard, behalve die van rubber. 4 Rubriek die vanaf 1959 gewijzigd werd door opneming van produkten die voordien gerangschikt waren onder het hoofd c Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten •. 5 Vanaf 1959, nieuwe rubriek waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd c Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten e. 5 Vanaf 1960 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek e Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : scheikundige en andere produkten e. 7 Vanaf 1960 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek c Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : vloeibare brandstoffen s.
Rubriek gesplitst sedert 1960 : zie noot 7 . 9 Vanaf 1960 nieuwe rubriek waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder de rubriek c Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten e.
10 Gewijzigde rubriek, zie noot 1, 4, 5, 6 en 9. 11 Vanaf 1959 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd • Duurzame verbruiksgoederen •. 12 Rubriek gewijzigd.
a) in 1959 : zie noot 11. tij in 1960 door opneming van produkten uit de rubriek • Uitrustingsgoederen en door overplaatsing van andere produkten naar de c Produktiegoederen bestemd voor "de metaalindustrie en de metaalverwerkende nijverheid e.
13 Gewijzigde rubriek : zie noot 12 b) en door de produkten gaande naar c Produktiegoederen bestemd voor metaalbedrijven e.
95,9
94,6
105,1
95,5
93,0
108,8
96,5 96,5
100,8 98,5
100,2 100,0
92,7 92,8
83,4 82,8
90,8 87,1
89,9 86,7
170,7 171,5
113,2 113,3
108,7 112,5
104,8 105,2
113,8 119,0
104,1 104,4
102,3 98,1
95,9 98,3
91,4 92,6
96,5 97,9
78,1 76,4
84,3 82,7
92,5 86,9
96,5 95,5
95,6
92,8
104,4
95,9
102,3
98,8
91,1
83,5
88,5
87,0
167,7
114,5
104,0
103,1
115,2
103,9
101,0
96,2
90,8
95,9
78,4
84,0
89,3
95,8
94,7 93,7 94,3
94,7 93,3 94,3
108,1 110,3 108,4
96,1 95,3 95,7
97,6
99,3
91,8
82,8
87,7
89,2
170,5
112,2
116,6
100,8
113,0
109,0
100,2
93,2
92,5
103,8
78,4
81,3
99,8
95,4
96,6
99,7
90,1
82,7
85,4
93,5
166,2
110,1
109,0
100,6
116,6
111,4
100,1
93,5
92,8
114,7
76,0
82,2
85,6
94,5
96,8
99,3
91,1
82,6
85,5
97,3
167,6
108,7
112,2
98,2
112,6
108,4
100,7
96,2
90,4
101,5
74,6
84,0
93,2
94,9
VIII - 4 a. - INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID
Basis 1953 = 100 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B.
1958 1959 1981
le kwart. 12e kwart. 15e kwart. 4e kwart.
INVOER (C.I.P.)
1962
le kwart. 2e kwart. I Se kwart. 4e kwart. 1954 1955
1956 1957
1960 1961 1962
Produkt iegoederen
Verbruiksgoederen
Uitrustingsgoederen
Totaal
Ijzer- en staalnijverheid
Metaalverwerkende bedrijven
Non-ferro metalen
Textiel
Scheikundige produkten
Steenkolennijverheid
Petroleumnijverheid
Glas en spiegelglas
Landbouwprodukten
Cement
Steengroeven
Ceramiek
Hout en meubelen
Huiden, leder en schoeisel
Papier en boeken
Bewerkte tabak
Rubber
Voedingsbedrijven
Diversen
Totaal
88,5 98,9 110,2
90,1 94,0 97,3
95,7 110,7 121,1
94,5 90,0 88,2
96,9 99,0 97,9
90,5 92,6 112,0
93,2 94,8 170,6
97,9 101,2 108,2
105,4 101,9 113,2
100,1 96,9 102,0
99,9 105,1 111,7
96,4 102,9 110,1
97,0 103,7 105,7
89,4 82,5 83,2
98,4 98,9 96,7
92,8 94,5 93,0
93,0 96,7 96,6
101,4 96,7 94,0
84,2 85,1 87,6
92,8 96,6 101,5
118,0
107,5
99,2
90,8
93,4
130,5
210,3
110,1
108,0
101,6
120,3
114,5
108,7
89,2
95,8
94,7
92,7
100,5
106,5
105,8
104,0
104,1
83,6
82,0
90,9
127,1
202,5
111,3
106,6
102,6
118,4
113,8
103,2
86,0
96,7
93,3
88,6
91,7
102,5
98,3
94,4 96,5 95,9 94,5 95,8 96,6
91,2 91,3 93,3 93,2 92,9 93,3
93,6 99,1 102,8 108,4 103,9 106,7
93,6 95,6 96,1 95,7 95,9 96,8
UITVOER (F.O.B.)
96,9 107,1 102,4 97,4 103,6 103,5
99,1 96,8 98,6 99,1 98,3 98,3
93,1 97,5 92,5 91,4 91,8 94,7
77,7 82,1 83,1 82,7 82,8 82,8
89,6 89,2 89,6 85,9 91,3 88,9
104,0 94,8 89,3 91,4 92,1 89,0
190,1 172,4 172,4 168,3 177,9 175,5
111,4 110,7 112,5 111,0 111,8 113,5
105,9 104,7 106,9 111,9 106,2 107,8
100,1 97,0 101,6 100,9 99,4 98,3
113,8 120,3 116,3 114,7 121,6 116,3
111,3 100,5 103,7 108,9 103,3 100,8
99,6 101,5 102,5 100,1 101,8 104,0
93,7 95,1 94,8 93,5 95,9 90,4
89,5 91,3 89,3 92,1 92,4 91,8
88,9 89,3 93,8 104,2 89,1 93,8
86,3 82,1 78,4 76,4 79,6 77,7
83,5 83,5 83,5 82,1 83,4 83,4
101,6 97,7 92,3 90,0 92,7 95,1
94,8 97,1 96,2 94,9 96,5 96,5
94,5 96,8 101,3 104,7 95,7
98,4 96,7 95,7 97,3 94,1
93,6 95,9 94,3 102,3 101,6
95,1 96,7 99,1 102,8 96,1
INDEXCIJFERS VAN DE RUILVOET 1
Totaal ... 97,6 I 99,9 i 102,4 I 102,9 1 102,3 1 101,3 I 101,6 1 100,1
1 Indexcijfers van de ruilvoet indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de uitvoer (f.o.b.)
indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de invoer (c.i.f.)
99,2 I 100,6 1 99,7 1 99,9 1 100,0 I 99,0 I 99,3 1 99,2 I 99,2
VIII - 4 b. - INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME
Basis 1953 = 100 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B.
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1961 1962
le kwart. 120 kwart. 3e kwart. ie kwart. le kwart. 12e kwart. 13e kwart. 14e kwart.
INVOER (C.I.F.)
Produktiegoederen 113,6 124,5 136,7 17,4 131,6 146,5 163,8 172,3 191,6 172,0 173,5 163,8 184,4 186,9 192,1 178,3 206,6
Verbruiksgoederen 101,2 108,4 118,7 129,1 129,2 • 143,3 157,1 165,6 170,4 169,2 166,7 160,4 173,9 168,4 169,7 165,8 188,0
Uitrustingsgoederen 110,5 114,4 142,8 137,4 141,7 159,4 174,2 209,4 228,9 200,5' 208,3 197,4 215,1. 219,7, 227,2 215,7 243,5
Totaal 110,6 119,7 • 133,8 135,7 132,4 147,5 163,9 175,2 191,5 174,6 175,9 166,7 185,7 186,9 191,7 180,1 207,3
UITVOER : (F. .B.)
Ijzer- en staalnijverheid 107,0 131,2 143,3 140,1 140,8 156,0 179,4 165,4 179,1 146,4 178,1 168,6 169,4 182,1 187,7 171,4 176,6
MetaalverWerkende bedrijven 114,9 131,6 137,8 137,4 149,1 162,7 194,6 '210,6 245,6 205,1 232,7 204,3 231,8 250,2 263,7 232,3 . 237,3
Non-ferro metalen 107,2 110,3 118,8 110,5 122,0 135,8 151,7 161,0 165,0' 174,0 155,9 149,3 166,9 167,0 174,5 145,9. 172,8
Textiel 110,2 119,8 133,2 134,9 122,6 146,6 158,8 170,4 194,3 167,8 169,8 160,7 184,4 194,3 194,3 180,5 211,6
Scheikundige produkten • 115,7 125,2 137,6 152,5 161,2 186,3 185,7 198,7 209,8 198,1 204,6 199,6, 195,0 219,4 223,1 205,5 202,3
Steenkolennijverheid 130,0 163,7 121,0 108,7 78,9 62,2 65,0 71,6 69,5 58,2 71,2 80,1 76,8 76,8 71,1 66,8 63,4
Petroleumnijverheid 104,8 128,0 160,3 140,3 171,3 171,5 177,8 166,4 183,4 136,5 164,8 194,2 170,2 193,5 185,5 • 186,7' 164,1
Glas en spiegelglas 117,0 153,9 163,6 145,6 159,6 207,8 229,4 231,7 269,5 200,7 214,0 258,5 226,6 275,3 283,1 246,8 272,0
Landbouwprodukten 131,1 151,7 137,1 191,1 185,2 191,3 211,2 263,8 237,2 183,5 199,1. 271,3 250,9 216,1 295,5 320,4
Cement 91,4 103,7 89,4 94,3 66,1 75,7 71,5 73,6 72,3 47,5 83,4 89,7 73,6 57,7 78,5 73,8 79,0
Steengroeven 103,1 114,8 126,4 125,8 116,1 129,3 136,5 152,7 178,7 122,0 161,5 165,2 165,7 149,5 191,3 195,5 188,7
Ceramiek 119,5 135,8 147,6 124,9 112,9 136,3 195,0 259,0 221,7 189,5 281,2 297,6 290,6 229,0 245,5 206,9 235,4
Hout en meubelen 110,5 162,0 187,1 179,6 158,4 205,0 257,1 325,5 454,7 276,4 333,7 326,8 408,3 417,3 460,9 427,1 545,5
Huiden, Ieder en schoeisel 107,6 . 123,8 128,0 113,9 115,6 139,8 143,9 185,2 203,3 185,6 188,9 179,2 190,7 195,8 207,4 197,2 204,1
Papier en boeken 125,9 146,8 180,4 202,8 206,0 234,8 274,7 288,7 333,2 274,4 297,8 277,7 284,9 328,0 334,6 343,6 373,3
Bewerkte tabak 89,0 131,5 172,0 244,2 295,2 372,5 436,6 527,8 493,5 537,9 520,4 511,3 540,9 548,4 425,9 474,5 524,1
Rubber 121,9 148,4 181,2 167,4 167,7 196,2 209,3 248,4• 277,7 232,7 276,5 226,0 266,6 274,5 281,7 259,3 304,3
Voed ingsbedrijveu 74,3 96,0 97,2 92,7 100,3 113,1 130,9 154,6 186,4 142,2 143,1 159,3 174,4 179,0 185,4 170,1 213,5
Diversen 85,6 94,8 110,8 85,9 86,8 101,9 120,2 128,4 133,4 138,7 120,4 123,7 135,2 156,3 96,6 155,0 125,2
Totaal 109,4 125,7 135,3 131,8 134,7 150,3 168,3 175,0 195,3 167,6 179,9 173,0 185,1 197,7 200,4 186,9 198,8
- 442 -
VIII - 5. - GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U.
(miljarden franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
West-Duitsland 1 Nederland Frankrijk 1
invoer invoer invoer Maandgemiddelden of maanden
uitvoer handels- balans uitvoer handels.
balans uitvoer handels. balans
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1962 3e kwartaal 4° kwartaal
1963 10 kwartaal 26 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
1964 1 0 kwartaal
1963 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1964 Januari Februari Maart
- 0,28 - 0,69 -- 0,87 -- 0,77 -- 0,52 -- 0,33 -- 0,63 -- 0,37 -- 0,37
- 0,27 - 0,23
-- 0,31 -- 0,19 -- 0,32 - 0,66 - 0,50
-- 0,35 -- 0,14 -- 0,18 -- 0,18 - 0,28 - 0,24 -- 0,87 -- 0,30 -- 0,71 -- 0,75
- 0,65 v- 0,47
- 0,37
-- 0,31 - 0,21 -- 0,24 -- 0,17 - 0,55 - 0,60 - 0,75 - 0,53 - 0,26
- 0,52 - 0,57
-- 0,84 -- 0,19 -- 0,17 - 0,38 -- 0,33
-- 0,20 + 0,07 -- 0,41 -- 0,20 -- 0,03 -- 0,65 + 0,24 -- 0,56 -- 0,11 -- 0,40
- 0,21 v- 0,32
- 0,45
▪ 0,83 + 1,11 + 1,00 + 0,58 + 0,66 + 0,90 + 1,14 + 1,31 + 1,41
+ 1,21 • 1,29 + 1,08 + 1,60 + 1,44 + 1,56 + 1,66
+ 1,47 + 1,60 + 1,69 + 1,53 + 2,35 + 0,94 + 1,11 + 1,62 + 1,50 + 1,60
+ 1,33 v+ 1,65
• 1,98
1,64 2,03 2,23 2,23 2,34 2,81 3,14 3,55 4,10
3,48 3,79 3,56 4,09 4,10 4,66 4,68
4,12 4,16 4,20 3,86 3,88 3,99 4,36 4,66 4,52 4,57
4,45 v 4,63
4,97
1,36 1,34 1,86 1,46 1,82 2,48 2,51 3,18 3,73
3,21 3,56 3,25 3,90 3,78 4,00 4,18
3,77 4,02 4,02 3,68 3,60 3,75 3,99 4,36 3,81 3,82
3,80 4,16 4,60
1,47 1,62 1,70 1,51 1,80 2,24 2,59 2,77 3,20
2,49 3,10 2,93 8,31 2,89 3,70 3,86
3,14 3,35 3,43 3,11 2,95 2,74 2,91 3,95 3,36 8,74
3,75 v 3,88
3,95
1,16 1,41 1,46 1,34 1,25 1,64 1,84 2,24 2,94
1,97 2,53 2,59 8,12 2,72 3,32 3,53
2,94 3,42 3,02 2,91 2,92 2,09 3,15 3,39 3,25 8,34
3,54 3,56 3,50
1,56 1,78 2,02 2,05 2,26 2,45 2,69 2,80 8,14
2,64 3,07 2,92 3,12 3,10 3,42 3,59
3,20 3,10 8,26 2,96 2,80 2,97 3,44 3,74 3,29 3,18
3,71 v 3,48
3,57
2,40 2,89 8,02 2,63 2,92 3,35 3,83 4,11 4,55
3,85 4,36 3,98 4,72 4,54 4,98 5,25
4,67 4,70 4,95 4,49 5,15 3,91 4,55 5,36 4,79 4,78
5,04 5,13 5,55
Iteli5 Europese Economische Gemeenschap
Totaal 0.E.S.0..l nden (moederlanden) 2
Maandgemiddelden ot maanden
invoer uitvoer handels. balans invoer uitvoer handels.
balans Invoer uitvoer handels. balans
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1962 30 kwartaal 4e kwartaal
1963 1° kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 46 kwartaal
1964 16 kwartaal
1963 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1964 Januari Februari Maart v
0,18 0,20 0,27 0,28 0,34 0,39 0,48 0,56 0,74
0,57 0,57 0,62 0,71 0,82 0,79 0,89
0,69 0,71 0,74 0,68 0,78 0,82 0,80 0,95 0,70 0,72
0,83 v 0,94
0,90
4,87 5,63 6,22 6,01 6,74 7,89 8,90 9,68
11,18
9,18 10,53 10,03 11,23 10,91 12,57 13,03
11,15 11,32 11,63 10,61 10,41 10,52 11,51 13,30 11,87 12,21
12,74 v 12,93
13,40
5,17 5,90 6,12 5,72 6,35 7,95 8,71
10,25 12,26
9,66 11,31 10,75 12,73 12,12 13,44 13,96
12,42 13,13 12,94 12,12 12,65 10,77 12,94 14,44 12,92 12,95
13,34 13,87 14,65
+ 0,30 + 0,27 -- 0,10 -- 0,29 -- 0,39 + 0,06 - 0,19 + 0,57 + 1,08
+ 0,48 + 0,78 + 0,72 + 1,50 + 1,21 + 0,87 + 0,93
+ 1,27 + 1,81 + 1,31 ▪ 1,51 + 2,24 + 0,25 + 1,43 + 1,14 + 1,05 + 0,74
+ 0,60 v+ 0,94 + 1,25
6,78 7,75 8,47 8,03 8,94
10,35 11,51 12,50 14,33
11,77 13,68 12,94 14,40 13,85 16,14 16,42
14,38 14,81 14,87 13,85 13,24 13,54 14,34 17,05 15,27 15,60
16,05 v 16,41
16,79
7,44 8,26 8,42 7,92 8,71
10,78 11,68 13,25 15,51
12,47 14,45 18,83 16,05 15,21 16,97 17,36
15,77 16,48 16,34 15,34 15,86 18,88 15,91 18,67 15,75 16,48
17,01 17,13 17,93
+ 0,66 + 0,51 - 0,05 -- 0,11 - 0,23 ▪ 0,43 + 0,17 ▪ 0,75 + 1,18
+ 0,70 + 0,77 + 0,89 + 1,65 ▪ 1,86 + 0,83 + 0,94
+ 1,39 + 2,17 + 1,47 + 1,49 + 2,62 + 0,84 + 1,57 + 1,62 + 0,48 + 0,88
+ 0,96 v+ 0,72 + 1,14
0,25 0,26 0,28 0,29 0,36 0,48 0,53 0,72 1,04
0,63 0,86 0,93 0,99 1,08 1,14 1,00
1,04 0,99 0,95 1,04 0,98 1,02 1,25 1,33 1,07 1,01
0,96 1,03 1,00
+ 0,07 ▪ 0,07 + 0,01 + 0,01 + 0,02 ▪ 0,09 + 0,05 ▪ 0,16 + 0,30
+ 0,06 + 0,29 + 0,31 + 0,28 + 0,26 ▪ 0,35 + 0,11
+ 0,35 + 0,28 ▪ 0,21 + 0,36 ▪ 0,20 + 0,20 + 0,45 + 0,38 + 0,37 + 0,29
+ 0,13 v+ 0,09 + 0,10
v
1 Het Saargebied wordt gerekend bij Frankrijk tot op het einde van het 1. halfjaar 1959 en bij West-Duitsland vanaf hot 9e halfjaar 1959. 1 Incl. Spanje vanaf 1980.
- 443 -
VIII - 5. - GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. (miljarden franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Maandgemiddelden of maanden
Verenigde Staten van Amerika Verenigd-Koninkrijk Landen van het sterlinggebied exclusief liet Verenigd-Koninkrijk
invoer uitvoer handels. balans invoer uitvoer handels-
balans invoer uitvoer handels- balans
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1962 3, kwartaal 4 , kwartaal
1963 1° kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal
1964 1° kwartaal v
1963 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1964 Januari Februari Maart
1,31 1,70 1,77 1,29 1,35 1,63 1,56 1,88 1,97
1,67 2,00
1,77 1,97 1,90 2,23
2,16
2,11 2,05 1,78 2,07 1,88 1,88 1,86 2,23 2,08 2,27
2,24 v2,15 2,09
1,01 1,26 1,09 1,17 1,81 1,49 1,50 1,72 1,71
1,61 1,52
1,53 1,72 1,83 1,77
1,88
1,80 1,75 1,88 1,53 2,00 1,54 1,96 2,42 1,44 1,47
1,88 1,90 1,87
- 0,30 - 0,44 - 0,68 - 0,12
0,46 - 0,14 - 0,06 - 0,16 - 0,26
-- 0,06 -- 0,48
- 0,24 - 0,25 - 0,07 -- 0,46
- 0,28
- 0,31 -- 0,30
0,10 - 0,54 + 0,12 -- 0,34 -I- 0,10 + 0,19 -- 0,64 -- 0,80
-- 0,36 v- 0,25 - 0,22
1,00 1,10 1,17 0,98 1,19 1,21 1,33 1,53 1,76
1,44 1,65
1,69 1,84 1,62 1,89
1,79
1,90 1,67 1,88 1,94 1,60 1,64 1,54 2,06 1,85 1,71
1,70 v1,87 1,80
0,74 0,84 0,74 0,72 0,81 0,87 0,86 0,90 1,16
0,87 0,99
1,04 1,23 1,11 1,24
1,24
1,13 1,17 1,28 1,23 1,21 1,09 1,04 1,54 0,94 1,26
1,39 1,24 1,08
0,26 0,26 0,43 0,26 0,38 0,34 0,47 0,63 0,60
0,57 0,66
0,65 0,61 0,51 0,65
0,55
0,77 0,50 0,60 0,71 0,39 0,55 0,50 0,52 0,91 0,45
- 0,31 v- 0,63 - 0,72
1,12 1,14 1,18 0,95 1,11 0,95 0,94 1,14 1,29
0,93 1,17
1,19 1,37 1,42 1,19
1,29 1,26 1,32 1,16 1,49 1,35 1,00 0,93 1,06 1,28
1,65
0,80 0,94 0,87 0,80 0,68 0,83 0,81 0,74 0,81
0,68 0,78
0,86 0,80 0,73 0,84
0,88 0,82 0,82 0,76 0,85 0,68 0,67 0,96 0,71 0,83
1,09 0,99
0,32 0,20 0,31 0,15 0,43 0,12 0,13 0,40 0,48
0,25 0,39
0,33 0,57 0,69 0,35
-- 0,41 - 0,44 - 0,50 -- 0,40 -- 0,64 -- 0,67 -- 0,33 + 0,03 -- 0,35 -- 0,45
-0,56
Maandgemiddelden of maanden
Latijns-Amerika 1 Kongo en Rusuda-Uruudi Oost-Europa
invoer uitvoer handels- balans invoer uitvoer handels-
balans invoer uitvoer handels- balans
1955 0,60 0,55 -- 0,05 0,97 0,55 0,42 0,36 0,41 + 0,05 1956 0,70 0,55 - 0,15 1,01 0,59 0,42 0,43 0,45 + 0,02 1957 0,65 0,80 + 0,15 0,79 0,58 0,21 0,44 0,40 -- 0,04 1958 0,63 0,77 0,14 0,69 0,49 0,20 0,39 0,37 -- 0,02 1959 0,63 0,72 0,09 0,81 0,38 0,43 0,46 0,37 -- 0,09 1960 0,75 0,68 - 0,07 1,11 0,26 0,85 0,50 0,57 0,07 1961 0,72 0,64 - 0,08 0,96 0,19 0,77 0,56 0,55 -- 0,01 1962 0,85 0,58 -- 0,27 0,76 0,21 0,55 0,61 0,50 -- 0,11 1963 0,92 0,46 -- 0,46 0,71 0,21 0,50 0,67 0,46 -- 0,21
1962 2° kwartaal 0,93 0,59 -- 0,34 0,88 0,22 0,66 0,52 0,57 + 0,05 3° kwartaal 0,83 0,55 -- 0,28 0,77 0,20 0,57 0,65 0,46 -- 0,19 4° kwartaal 0,91 0,51 -- 0,40 0,71 0,16 0,55 0,78 0,44 -- 0,34
1963 1° kwartaal 0,89 0,44 - 0,45 0,72 0,17 0,55 0,52 0,38 -- 0,14 2° kwartaal 0,86 0,45 -- 0,41 0,67 0,18 0,49 0,63 0,47 -- 0,16 3° kwartaal 0,98 0,46 -- 0,52 0,72 0,20 0,52 0,76 0,47 -- 0,29 4" kwartaal 0,96 0,51 - 0,45 0,72 0,27 0,45 0,78 0,53 -- 0,25
1963 Februari 0,84 0,37 -- 0,47 0,49 0,17 0,32 0,50 0,28 -- 0,22 Maart 0,93 0,46 -- 0,47 0,60 0,16 0,44 0,51 0,45 -- 0,06 April 0,86 0,45 - 0,41 0,76 0,18 0,58 0,51 0,44 -- 0,07 Mei 0,90 0,44 -- 0,46 0,89 0,17 0,72 0,63 0,56 -- 0,07 Juni 0,74 0,47 - 0,27 0,30 0,20 0,10 0,72 0,41 -- 0,31 Juli 0,93 0,48 - 0,45 0,63 0,19 0,44 0,71 0,46 -- 0,25 Augustus 1,01 0,52 -- 0,49 0,85 0,18 0,67 0,84 0,41 -- 0,43 September 0,95 0,38 - 0,57 0,61 0,23 0,38 0,68 0,52 -- 0,16 Oktober 1,06 0,59 - 0,47 0,79 0,26 0,53 0,75 0,52 -- 0,23 November 0,74 0,44 -- 0,30 0,70 0,31 0,39 0,63 0,44 -- 0,19 December 0,83 0,50 - 0,33 0,53 0,23 0,30 0,81 0,62 -- 0,19
1964 Januari 1,05 0,59 -0,46 0,92 0,28 0,64 0,75 0,55 -0,20 Februari 0,58 0,29 0,43
1 Omvat : Midden-Amerika, Zuid-Amerika en Mexico.
Bibliografische referenties : Maandelijks bulletin over de buitenlandse handel van de B.L.E.U. - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Industrie, tijdschrift van de V.B.N. - De Belgische Textielnijverheid, maandelijks tijdschrift van Febeltex. - Belgisch Handelstijd-schrift van de Belgische Dienst voor de buitenlandse handel. - Randelsoversicht van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor België en Luxem-burg. - Bulletins statistiques : Commerce extérieur (O.E.S.O.). - Statistical Papers : Direction of International Trade (0.V.N.). - Algemeen Statistisch Bulletin (Statistisch Bureau van de Europese Gemeenschappen). - Recherches économiques de Louvain (I.B.E.S.P.). - dfr. N. B. van tabel VIII-2.
- 444 -
IX. - BETALINGSBALANS IX • 1. - BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE *
Jaarcijfers - Oude reeks
(miljarden franken)
1952 1958 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961
A. Goederen- en dienstentrans-acties.
1. Goederentransacties 1 :
1.1. Uitvoer - Invoer (f.o.b.) 2 + 11,1 - 1,7 - 5,9 -I- 1,5 -1- 1,0 - 6,4 + 0,9 - 4,2 - 1,9 - 5,7
1.2. Loonwerk + 3,1 + 2,1 + 1,6 + 2,0 + 2,6 + 2,6 + 2,4 + 1,8 + 2,6 + 3,4 1.3. Arbitrage + 1,1 + 1,5 + 1,7 + 1,4 + 1,9 + 2,6 + 1,2 + 0,6 + 0,6 + 2,3
2. Niet monetair goud - 0,1 ... ... - 0,1 - 0,8 - 1,1 ... - 0,6 - 0,6 - 1,1
3. Vervoer 2 - 4,6 - 2,3 - 2,7 + 1,1 + 0,8 + 3,0 + 2,8 + 2,5 + 1,2 - 0,6
4. Verzekeringspremies en -uitkeringen - 0,2 ... - 0,1 - 0,7 - 0,6 - 0,6 - 0,7 - 0,7 - 0,9 - 0,7
5. Reisverkeer 1 a - 1,5 - 0,8 - 0,2 + 0,3 + 1,0 + 1,1 + 3,3 - 1,4 - 1,4 - 1,1
6. Investeringsopbrengsten . + 0 , 8 + 1 , 1 -I- 1 , 1 + 2 , 1 + 3 , 5 + 3 , 3 + 2 , 5 + 1 , 1 + 2 , 3 + 2 , 4
7. Overheidstransacties niet elders vermeld + 0,6 - 0,4 - 1,1 - 0,2 - 1,0 + 0,1 - 0,6 - 2,2 - 2,4 - 2,7
8. Overige + 0,6 + 0,5 + 1,8 + 2,4 + 3,6 + 3,9 + 5,7 + 4,3 + 5,4 + 5,6
Totaal goederen- en dienstentransacties + 10,9 ... - 3,8 + 9,8 + 12,0 + 8,5 + 17,5 + 1,2 + 4,9 + 1,8
B. Overdrachten.
9. Particuliere + 0,2 + 0,4 + 1,0 + 1,1 + 1,3 + 1,5 + 1,2 + 3,2 + 3,1 + 3,5
10. Staat + 0,4 + 0,2 ... ... ... ... - 0,8 - 2,5 - 0,8
Totaal overdrachten + 0,6 + 0,6 + 1,0 + 1,1 + 1,3 + 1,5 + 1,2 + 2,4 + 0,6 + 2,7
C. Kapitaalverkeer.
11. Staat + 2,3 - 3,8 + 0,8 6 + 1,2 - 3,0 + 3,2 - 5,8
12. Andere overheid + 0,2 + 0,2 - 0,2 ... - 0,8 + 1,7 + 0,1
13. Parastatale bedrijven - 3,7 + 1,4 + 2,6 ... ... ... + 1,8 - 0,1 - 0,1 + 1,9
14. Parastatale kredietinstel- lingen ... ... + 0,8 - 0,6 - 0,5 + 0,1 + 0,2
15. Overige : 15.1 Geregistreerd kortlo-
pend kapitaalverkeer. - 1,3 + 0,4 + 0,5 - 0,5 + 1,0 - 0,9 - 0,1 - 1,2 + 0,2 - 1,3 15.2 Gekende effecten.
transacties 4 : a) Belgische effect. - - - - - - - - + 0,5 + 1,5 b) buitenl. effect. - - - - - - - - - 4,5 - 4,7
15.3 Overige 1 3 4 - 1,5 - 2,4 - 3,9 - 7,2 - 9,0 - 6,6 6 - 4,9 - 0,3 + 1,3 + 5,5
Totaal kapitaalverkeer - 6 , 5 - 0 , 6 - 0 , 8 - 5 , 2 - 11,6 - 6 , 1 - 2 , 6 - 5 , 9 + 2 , 4 - 2 , 6
D. Niet bepaalde transacties 1 - - - - 1,3 - 1,8 - 2,2 - 0,7 - 1,9 - 2,1 - 1,9
E. Vergissingen en weglatingen - 1,6 + 0,1 ... ... + 0,5 + 0,4 + 0,5 + 0,1 + 0,4 + 0,6
Totaal overeenstemmend met de bewegingen van de goud- voorraad en nettodeviezen- positie van de geldschep- pende instellingen + 3,4 + 0,1 - 3,6 + 4,4 + 0,4 + 2,1 + 15,9 - 4,1 + 6,2 + 0,6
• De balansen voor de jaren 1952 tot 1954 zijn niet volledig vergelijkbaar met die van de volgende jaren. 1 De niet bepaalde transacties blijken vooral goederentransacties (rubriek 1), reisverkeer (rubriek 5) en kapitaalverkeer (rubriek 15.8) te omvatten, dia niet over die
verschillende rubrieken kunnen ingedeeld worden voor al de jaren door bovenstaande tabel. Een dergelijke verdeling is nochtans mogelijk voor 1961 en werd nu door-gevoerd in tabel 1X 2, hetgeen niet het geval is voor deze tabel want als gevolg van deze verdeling zouden de cijfers van 1961 niet meer vergelijkbaar geweest zijn met die van de voorgaande jaren.
2 Do rubriek 1.1 • F.O.B.-uit- en invoer • omvat in beginsel de andere vervoeruitgaven dan die welke op de goedereninvoer betrekking hebben. 3 Het is niet steeds eenvoudig een scheiding te maken tussen het reisverkeer en de kapitaalbewegingen die onder de rubriek 15.3 Overige • moeten geregistreerd
worden. Het schijnt dat in 1955, 1956 en 1957 het saldo van de eerste van die rubrieken in werkelijkheid minder gunstig en het saldo van do tweede gunstiger waren dan uit bovenstaande tabel blijkt, terwijl in 1958 zich het omgekeerde schijnt voorgedaan te hebben. Men beschikt evenwel niet over voldoend nauwkeurige gegevens om de cijfers te kunnen verbeteren. Voor het jaar 1960 en 1961 konden de gekende effectentransacties (rubriek 15.2) van het andere knpitanlverkeer van de particuliere sector (rubriek 15.0) afgezon-derd worden; voor de periode 1952.1959 kon die verdeling bij gebrek aan inlichtingen niet gedaan worden.
5 De kapitaalinvoer opgenomen onder rubriek 11 « Staat en de kapitaaluitvoer geteld onder rubriek 15.3 Overige s, omvatten het deel van de lening van $ 80 miljoen van de Belgische Staat op de Amerikaanse markt, waarop Belgisch-Luxemburgse ingezetenen inschreven; het bedrag van die inschrijvingen is echter niet gekend.
— 445 —
IX — BETALINGSBALANS VAN DE B.L.E.U. 1
(miljarden franken)
+20 +20
+10
–10
Y
§§f,1: Saldo van de lopende ekening (2)
ier kaptaal Nettobeweging van het particulier
7./M Hettoheweging van het overheidskapit al (31 i:
'X« :: ::: ::::
..
+10
o
–10
:k*
:p
*::::
ga •••••
....
:1•:I2
r7,
.' /5 /t V/
.....4..
<40.4
•• "
/
,:;
E
..7
::ig: i;iIi;! RE
:•:.» ::•>::: •:::;): ;:::.1:22
'1'
_:-
--- _—_
-- - - _-_
- _ __
—
A A A
— Goudvoorraad
–3,6
en nettodeviezenpositie
+4,4
van de
+0,4
geldscheppende
+2,1
instellingen:
+15,9 –4,1 +6,2 +0,6
•
+4,0 –0,2
1954 1956 1958 1960 1962
+10
Ie Imataal Ie halfjaar Eerste 3 kwartalen .
+10
;•;•Z "." 0, A"
ri '," .... ,..••% "*. ".. >14 leg
%
y 3 • ..■ ', 1 >. A »Z ■ •4 ■ **4 .0" o r A ig >2
+6,6 +2,4 +4,1 +3,9 +3,3 +1,7
10 –10
1962 1963 1962 1963 1962 1963
1 De balans voor het jaar 1954 is niet volledig vergelijkbaar met die van de volgende jaren. Bovendien kunnen de balansen van de jaren 1961 tot 1963 niet helemaal vergeleken worden met die van de vorige jaren wegens de verdeling, voor die laatste drie jaar, van de rubriek « Niet bepaalde transacties » over het « Saldo van de lopende transacties » en de « Nettobeweging van de kapitalen van de particuliere sector ».
2 De lopende rekening omvat de goederen- en dienstentransacties, de particuliere transfers en de transfers van de Staat. 3 De overheidssector omvat de Staat, de lagere overheid, de parastatale bestuurs- en kredietinstellingen en de parastatale bedrijven.
- 446 -
IX - 2. - ALGEMENE BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE
Zesmaandelijkse en jaarlijkse cijfers - Nieuwe reeks *
(Miljarden franken)
1961 1962 1963
Jaar le halfjaar 2e halfjaar Jaar le halfjaar 20 halfjaar Jaar
A. Goederen- en dienstentransacties : 1. Goederentransacties :
1.1 Uit- en invoer 1 6,1 - 2,9 - 3,5 - 6,4 - 2,7 - 5,6 - 8,3 1.2 Loonwerk + 2,7 + 2,0 -1- 1,8 + 3,8 + 1,7 -I- 1,6 + 3,3 1.3 Arbitrage + 2,3 + 2,0 + 1,1 -I- 3,1 + 0,9 + 1,5 + 2,4
2. Niet-monetair goud 0,9 - 0,2 - 0,3 - 0,5 - 0,1 - 0,6 - 0,7 3. Vervoer- en verzekeringskosten
van goederen 2 + 0,4 + 0,3 + 0,7 ... - 0,3 - 0,3 4. Andere vervoerkosten , - 0,4 - 0,1 - 0,1 - 0,2 + 0,4 + 0,4 + 0,8 5. Reisverkeer 2,4 - 1,2 - 1,0 - 2,2 - 1,1 - 2,1 - 3,2 6. Opbrengsten uit investeringen + 1,8 - 0,4 + 1,1 + 0,7 - 0,7 + 0,1 - 0,6 7. Overheidstransacties niet elders
vermeld 0,4 + 0,6 - 1,2 - 0,6 - 0,7 - 0,7 - 1,4 8. Overige :
8.1 Grensarbeiders + 3,3 + 1,9 + 1,8 + 3,7 + 1,9 + 2,1 + 4,0 8.2 Overige + 1,8 + 0,7 + 0,8 + 1,5 + 0,6 - 0,5 + 0,1
Totaal goederen- en dienstentransacties + 1,7 + 2,8 + 0,8 + 3,6 + 0,2 - 4,1 - 3,9
B. Overdrachen : 9. Particulieren + 3,0 + 1,3 + 1,3 + 2,6 + 1,4 + 1,1 + 2,5
10. Staat 2,1 - 0,7 - 0,7 - 1,4 - 1,3 - 1,4 - 2,7
Totaal overdrachten + 0,9 + 0,6 + 0,6 + 1,2 + 0,1 - 0,3 - 0,2
C. Kapitaalverkeer : 11. Staat - 5,8 - 1,3 - 1,5 - 2,8 + 2,9 - 0,9 + 2,0 12. Andere overheid + 0,1 + 0,3 + 0,1 + 0,4 ... + 0,1 + 0,1 13. Parastatale bedrijven + 1,9 + 0,3 - 0,4 - 0,1 ... - 0,1 - 0,1 14. Parastatale kredietinstellingen + 0,2 - 0,6 - 0,1 - 0,7 + 0,5 + 0,2 + 0,7 15. Overige :
15.1 Geregistreerd kortlopend - 1,3 - 0,3 + 0,1 - 0,2 - 0,8 + 0,8 ... 15.2 Gekende effectentransacties :
a) Belgische effecten + 1,5 + 0,6 + 0,2 + 0,8 + 0,4 + 0,4 + 0,8 b) buitenlandse effecten - 4,7 - 1,4 - 1,6 - 3,0 - 2,7 - 2,4 - 5,1
15.3 Overige + 5,4 + 1,8 + 1,6 + 3,4 + 1,9 + 3,0 + 4,9
Totaal kapitaalverkeer - 2,7 - 0,6 - 1,6 - 2,2 + 2,2 + 1,1 + 3,3
16. Vergissingen en weglatingen + 0,7 + 1,3 + 0,1 + 1,4 + 1,4 - 0,8 + 0,6
17. Totaal overeenstemmend met de mutaties van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geld-scheppende Instellingen + 0,6 + 4,1 - 0,1 + 4,0 + 3,9 - 4,1 - 0,2
" Diverse wijzigingen ten einde rekening te houden met de richtlijnen van het » Balance of Payments Manual » van het Internationale Monetaire Fonds hebben geleid tot een onderbreking van de continuiteit van de inzake betalingsbalans beschikbare reeksen. De nieuwe reeks verschilt voornamelijk van de reeks 1955-1961 van tabel IX-1 op de volgende punten : - de invoer omvat voortaan de waarde van zekere goederen waarvoor vroeger slechts het maakloon geboekt werd, en de uitvoer, diezelfde waarde vermeer-derd met de vervoerkosten vanaf het land van herkomst tot in de B.L.E.U. en met de bewerkingskosten ; - de vervoer- en verzekeringskosten zijn thans ingedeeld volgens het nieuwe schema voorgeschreven door de 3e uitgave van het a Balance of Payments Manna] n; - do voorheen gebruikte methode voor het bekomen van een f.o.b.-raming van de invoer werd opgegeven. Hieruit volgt dat een deel van do uitgaven voor vervoer en verzekering die op de invoer betrekking hebben thans daarin begrepen zijn; - de transacties die voorheen voorkwamen onder de rubriek s Niet bepaalde transacties » konden thans ingedeeld worden in n Goederentransacties (rubriek 1) Beisverkeer » (rubriek 5) en n Overig kapitaalverkeer » (rubriek 15) ; - de lopende uitgaven van de Europese instellingen waarvan de zetel in de B.L.E.U. gevestigd is, zijn overgedragen van rubriek 8 n Overige diensten • naar rubriek 7 a Overheidstransacties niet elders vermeld s. Een volledigere beschrijving van de verschillen tussen de oude en de nieuwe reeksen komt voor in het meinummer 1063 van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting blz. 432 tot 485.
1 Voor een deel van de invoer zijn het c.i.f.-cijfers, d.w.z. inclusief de vervoer- en verzekeringskosten van deze invoer. 2 Deze rubriek vermeldt, in uitgaven, slechts een deel van de kosten van het vervoer en de verzekering van de invoer. Het andere deel kan niet gescheiden
worden van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de uitgaven van de rubriek 1.1 s Uit- en invoer n (zie noot r).
3 Voor 1961, zijn alleen de cijfers beschikbaar die terzelfder tijd betrekking hebben op de rubrieken 3. a Vervoer en verzekeringskosten van goederen » en 4. Andere vervoerkosten n. Daarenboven, kunnen deze cijfers niet helemaal worden vergeleken met de gecombineerde cijfers van de rubrieken 8 en 4 voor
1962. Zij omvatten niet de ontvangsten en uitgaven voor de verzekering van het goederenvervoer die in 1962 begrepen zijn in rubriek 3 en ook niet de ruin-en verkopen van boordproviand en de ontvangsten en uitgaven voor het personenveryoer die in 1902 opgenomen zijn in rubriek 4.
- 447 -
IR - 3. - BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE
Cijfers per kwartaal (miljarden franken)
Saldi (credit min debet) 1982 1928
le kwartaal 2e kwartaal 8e kwartaal 45 kwartaal le kwartaal 2e kwartaal 8e kwartaal 4o kwartaal
1. Goederen- en dienstentransacties en particuliere overdrachten -I- 3,7 -1- 0,4 + 1,7 + 0,4 + 1,2 + 0,4 - 1,3 - 1,7
2. Staatsoverdrachten - 0,3 - 0,4 - 0,2 - 0,5 - 1,0 - 0,3 - 0,3 - 1,1 3. Kapitaalverkeer van de overheid en
van de parastatale bedrijven en kre- dietinstellingen -i- 2,9 - 4,2 - 1,8 - 0,1 + 2,1 + 1,3 - 0,9 + 0,2
4. Ander kapitaalverkeer : 4.1 Geregistr. kortlop. kapitaalverk. - 1,2 + 0,9 - 1,7 + 1,8 - 1,0 + 0,2 + 0,4 + 0,4 4.2 Overige + 0,5 + 0,5 + 1,8 - 1,6 - 0,3 - 0,1 + 0,9 + 0,1
5. Vergissingen en weglatingen + 1,0 + 0,3 - 0,6 + 0,7 + 1,4 ... - 1,0 + 0,2
6. Totaal overeenstemmend met de bewe- gingen van de goudvoorraad en netto- deviesenpositie van de geldscheppende instellingen + 6,6 - 8,5 - 0,8 + 0,7 + 2,4 + 1,5 - 2,2 - 1,9
Bibliografische referenties : Belgische Economische Statistieken 1941-1950 (N.B.B.). - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlich ing, (N.B.B.) XXXVIIIe Jaargang, deel 1, nr 6, bie. 417 : ■ De betalingsbalans van de B.L.E.U. voor 1962 s. - Statistisch Jaarboek voor België. - De Belgische Economie in 1959 (M.E.Z.). - Recherches Economique• de Louvain (I.B.E.S.P.). - Cahiers Economiques de Bruxelles (D.U.L.B.E.A.) - Bulletin statistigue (O.E.S.O.). - International Financial Statistici (I.M.F.).
X. - VALUTAMARKT
1. - OFFICIELE WISSELKOERSEN VASTGESTELD DOOR DE IN VERREKENINGSKAMER TE BRUSSEL VERGADERDE BANKIERS
(Belgische franken) .
Daggemiddelden 1 U.S. dollar
1 Franse frank of 100 oude
franken
1 pond sterling Franse
1 Nederl. ,, golden
1 Zwit" serge frank
1 Deutsche , ,hurk
100 Ita-
liaan se 1
ZWeedSe kroon
1 Noorse kroon
1 'Deense
kroon
1 Canadese dollar 100
escudo 100
(losteer. schilling Rebel Post
1959 49,96 10,19 140,33 13,24 11,56 11,96 8,05 9,66 7,01 7,25 52,110 52,108 174,98 193,14 1960 49,86 10,17 139,98 13,22 11,54 11,96 8,03 9,65 6,99 7,23 51,427 51,425 174,41 192,11 1961 49,86 10,16 139,72 P3 ' 191 ( 13,85 2 11,54 11,951
12,512 8,03 9,65 6,98 7,22 50,469 3 48,1 ' . 53 4 50,468 3
' 48,149' 174,21 192,32 1962 49,76 10,15 139,71 13,81 11,51 12,45 8,02 9,65 6,97 7,21 46,553 46,552 174,19 192,77 1963 49,86 10,18 139,62 13,85 11,54 12,51 8,02 9,61 6,97 7,22 46,227 46.226 174',05 193,09
1963 1° kwartaal ._ 49,82 10,17 139,64 13,84 11,52 12,45 8,02 9,61 6,97 7,22 46,224 46,224 174,09 192,88 2° kwartaal 49,86 10,17 139,64 13,87 11,53 12,51 8,03 9,61 6,98 7,22 46,277 46,276 174,06 193,10 3° kwartaal ._ 49,90 10,18 139,69 13,84 11,55 12,53 8,03 9,62 6,98 7,23 46,164' 46,163 174,09 193,37 le kwartaal _. 49,87 10,18 139,50 13,84 '11,56. 12,54 8,01 9,60 6,97 7,22 46,244 46,243 173,95 192,99
1964 le kwartaal ._ 49,82 10,17 139,39 13,82 11,52. 12,54 8,00 9,63 6,96 7,21 46,118 46,118 173,80 192,83
1963 Mei 49,85 10,17 139,58 13,87 11,53 12,51 8,03 9,61 6,98 .7,22 46,272 46,270 173,98 192,99 Juni 49,90 10,18 139,74 13,86 11,54 12,54 8,03 9,63 6,99 7,23 46,277 46,276 174,18 193,38 Juli 49,90 10,18 139,76 13,85 11,54 12,53 8,03 9,63 6,98 7,23 46,221 46,219 174,20 193,38 Augustus 49,89 10,18 139,69 13,83 11,56 12,52 8,04 9,61 6,98 7,22 46,075 46,073 174,09 193,37 September _. 49,90 10,18 139,61 13,83 11,56 12,54 8,02 9,62 6,97 7,23 46,196 46,196 173,98 193,37 Oktober 49,93 10,19 139,70 13,86 11,57 12,55 8,02 9,61 6,98 7,23 46,320 46,320 174,11 193,28 November ._ 49,85 10,17 139,46 13,84' 11,55 12,54 '8,01 9,60 6,96 7,22 46,251 46,250 173,94 192,77 December 49,83 10,17 139,34 13,83 11,55 12,54 8,01 9,59 6,96 7,22 46,162 46;160 173,79 192,91
1964 Januari 49,82 10,16 139,40 13,83 11,54 12,53 8,00 9,60 6•,96 7,21 46,114 . 46;114 173,84 192,87 Februari 49,82 10,17 139,37 13,82 11,52 12,54 8,00 9,61 6,96 7,20 46,133 46,134 173,76 192,81 Maart 49,82 10,17 139,40 13,82 11,51 12,54 7,99 9,68 6,96 7,22 46,108 46,107 173,81 192,80 April 49,79 10,16 139,36 13,80 11,52 12,53 7,97 9,69 6,97 7,22 46,061 46,060 173,74 192,72 Mei 49,77 10,16 139,33 13,78 11,53 12,52 7,97 9,69 6,96 7,21 46,049 46,048 173,71 192,69
1 Gemiddelde van 1 januari tot 8 maart 1961. - 2 Gemiddelde van 6 maart tot 81 december 1961. - 3 Gemiddelde van 1 januari tot 20 juni 1901. 4 Gemiddelde van 21 juni tot 81 december 1961.
X - 2. - VALUTA'S VAN DE LIDSTATEN VAN DE E.M.A. parikoers tegenover de dollar, marges van de aan- en verkoopkoersen van de centrale banken
en uiterste noteringen te Brussel op 31 mei 1964
Land Pnrilcoers
(of gemiddelde koers)
tegenover de U.S.-dollar 1
Marges van de koers van de U.S.-dollar
in pet. van de parikoers (of van de gemiddelde
dollarkoers)
Uiterste noteringen te Brussel
aankoop 4 verkoop 5
Verkoop (+) Aankoop (-) in Belgisch e. franken voor :
Oostenrijk 26,- ach. 0,769 - 0,769 189,4080 195,2519 100 ach. België 50,- BF + 0,750 - 0,750 Denemarken 6,90714 DK + 0,729 - 0,719 7,1325 7,3459 1 DR Frankrijk 4,93706 FF + 0,748 -- 0,751 9,9769 10,2806 1 FE Duitsland 4,- DM + 0,750 - 0,750 12,3139 12,6889 1 DM Griekenland 30,- Dr. 0,500 - 0,500 IJsland 43,- IJsl.K. + 0,140 - 0,116 Italië 625,- Lires + 0,720 - 0,720 7,8832 8,1184 100 Lires Nederland 3,62 Fl. + 0,760 - 0,760 13,6052 14,0223 1 Fl. Noorwegen 7.14286 NK + 0,800 -- 0,740 6,8924 7,1050 1 NK Portugal 28,75 Esc. + 1,148 1,148 170,6499 177,2519 100 Esc. Spanje 60,- Pesetas + 0,750 -- 0,750 Zweden 5,17321 Z.K. + 0,759 - 0,739 9,5203 9,8101 1 Z.K. Zwitserland 4,37282 Z.F. + 1,765 - 1,780 11,1517 11,7287 1 Z.F. Turkije 9,- T.P. + 0,889 Verenigd-Koninkrijk 2,80 .£ 2 0,714 3 -- 0,714 3 137,9575 142,0575 1f
1 I.M.F.-parikoers, behalve voor Zwitserland, waar de aangeduide parikoers diegene is die toegepast wordt door de centrale bank. 2 Notering uitgedrukt in U.S.-dollar per pond sterling. 3 Do marges van het Verenigd-Koninkrijk kunnen niet geheel met die van de andere landen vergeleken worden; zij zijn de grenzen waartussen het, pond.
uitgedrukt in U.S.-dollars, schommelt, terwijl voor de andere landen de marges de grenzen aanduiden van de U.S.-dollarschommelingen, uitgedrukt in nationale munt.
4 (Parikoers van de BI, tegenover de U.S.-dollar - marge uitgedrukt in BF van de aankoopkoers van de Nationale Bank van 13elgi6 voor de U.S.-dollar) : (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar + marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de verkoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.) (Parikoers in BI, tegenover de U.S.-dollar + marge uitgedrukt in BF van de verkoopkoers van de Nationale Bank van 13elgié voor de U.S.-dollar) : (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar - marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de aankoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.)
Bibliografische referenties : Koerslijst der Fondsen- en Wisselbeurs van Brussel.
XI. - RIJKSFINANCIEN 1. - STAND VAN DE SCHATKIST 1
Bron : Ministerie van Financiën. (miljarden (ranken)
Tijdvak
Uitvoering van de gewone begroting
Uitvoering van de buitengewone begroting
Totaal begro-
tingssaldo
(3) -I- (6)
Financiering van het begrotingssaldo
Uitgaven
(1)
Ont- vangsten
(2)
Saldo
(2) - (1)
Uitgaven
(4)
Ont- vangsten
(5)
Saldo
(5) - (4)
Binnen- landse geves- tigde
leningen (8)
Binnen- landse
vlottende schuld
(9)
Gelden van
derden
(11)
Incasso (vermeer-dering - vermin-
dering 4-) (12)
1958 101,4 94,3 - 7,1 18,0 0,4 -17,6 -24,7 +10,7 A-12,8 -1- 3,9 -1,7 -- 1,0 1959 108,4 100,2 - 8,2 18,1 0,2 -17,9 -26,1 A-20,3 + 0,2 A- 5,2 -1,0 + 1,4 1960 111,2 108,1 - 3,1 23,7 0,3 -23,4 -26,5 A-27,1 - 9,4 +10,6 -0,2 - 1,6 1961 126,0 120,4 - 5,6 14,6 0,4 -14,2 -19,8 1-13,0 A- 5,5 + 3,4 -2,5 + 0,4 1962 130,1 131,2 + 1,1 17,8 0,5 -17,3 -16,2 A-20,1 + 6,0 - 9,3 -0,5 - 0,1 1963 141,3 139,5 - 1,8 22,1 0,5 -21,6 -23,4 +17,4 + 2,4 +10,5 -6,9 2 ...
1961 Eerste 9 na. 95,8 88,2 -- 7,6 9,1 0,2 -- 8,9 -16,5 + 7,2 + 6,1 + 4,1 -1,6 + 0,7 1962 Eerste 3 na. 37,6 30,9 - 6,7 3,3 0,1 -- 3,2 -- 9,9 + 7,2 + 4,1 -- 1,8 -0,7 + 1,1
Eerste 6 m. 68,6 61,7 -- 6,9 7,2 0,2 -- 7,0 -13,9 + 7,7 +13,6 -- 6,7 -1,0 + 0,3 Eerste 9 in. 97,7 93,8 -- 3,9 11,7 0,3 -11,4 -15,3 + 9,9 +14,3 -- 8,4 -0,3 -- 0,2
1963 Eerste 3 na. 39,3 32,6 -- 6,7 5,5 0,2 -- 5,3 -12,0 + 4,9 + 6,3 + 3,6 -3,1 + 0,3 Eerste 6 m. . 72,5 63,8 -- 8,7 9,2 0,3 -- 8,9 -17,6 + 6,0 + 7,5 + 6,7 -3,2 2 + 0,6 Eerste 9 na. 104,2 103,8 -- 0,4 15,4 0,3 -15,1 -15,5 +10,1 + 3,4 + 7,5 -5,4 2 -- 0,1
1962 December 12,1 15,2 + 3,1 2,0 0,1 - 1,9 -1- 1,2 ... - 4,0 + 0,9 +2,6 - 0,7 1963 Januari 14,0 13,5 - 0,5 2,0 0,1 - 1,9 - 2,4 ... + 4,3 + 0,5 -2,2 - 0,2
Februari 10,5 9,2 - 1,3 2,0 0,1 - 1,9 - 3,2 ... + 0,5 + 1,0 A-0,1 + 1,6 Maart 14,8 9,9 - 4,9 1,5 ... - 1,5 - 6,4 + 4,9 + 1,5 + 2,1 -1,0 - 1,1 April 11,9 10,0 - 1,9 1,3 0,1 - 1,2 - 3,1 ... + 3,5 + 0,6 -1,5 + 0,5 Mei 9,2 10,7 + 1,5 1,2 ... - 1,2 + 0,3 ... - 1,9 + 2,1 -0,3 2 - 0,2 Juni 12,1 10,5 - 1,6 1,1 ... - 1,1 - 2,7 + 1,1 - 0,2 + 0,3 A-1,7 2 - 0,2 Juli 14,0 18,8 + 4,8 2,4 ... - 2,4 + 2,4 + 4,1 - 3,7 + 0,3 -2,2 2 - 0,9 Augustus 7,7 10,4 + 2,7 2,1 ... - 2,1 + 0,6 ... - 1,1 + 0,3 -1,0 2 + 1,2 September . 10,0 10,8 + 0,8 1,7 ... - 1,7 - 0,9 ... + 0,7 + 0,2 +1,0 2 - 1,0 Oktober 12,8 12,0 - 0,8 2,3 ... - 2,3 - 3,1 + 7,3 - 2,9 + 1,5 -2,9 2 + 0,1 November 10,0 10,2 + 0,2 2,3 ... - 2,3 - 2,1 ... - 0,5 + 0,8 +0,5 2 + 1,3 December 14,3 13,5 - 0,8 2,0 0,1 = 1,9 -- 2,7 ... + 2,4 -1- 0,7 +1,3 2 - 1,7
1 De gegevens van deze tabel stemmen niet overeen met de cijfers van de officiële stand van de Schatkist, die aan het Parlement wordt medegedeeld. Alle boekhoudverrichtingen geven inderdaad niet gelijktijdig aanleiding tot beweging van gelden. Bijv. de begrotingsaanwijzing van een overschrijving op de begroting voor orde brengt op het ogenblik van de verrichting geen enkele betaling teweeg. De cijfers van onderhavige tabel vertegenwoordigen de werke-lijke uitgaven en ontvangsten. De boekhoudcijfers over de uitvoering van de begrotingen worden iedere maand in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd in de vorm van een tabel getiteld : Overzicht van de uitvoering van de begrotingen a, opgesteld door het Bestuur der Thegaurie en Staatsschuld.
2 Incl. de voorschotten aan het Wegenfonds.
XI - 2. - BELASTINGONTVANGSTEN (per begrotingsjaar) (miljarden franken)
A : werkelijke ontvangsten. Bron : Ministerie van Financiën. B : verschillen ten opzichte van de begrotingsramingen.
Begrotingsjaar Directe belastingen 2 Douanen en Accijnzen Registratierechten Totaal
A B A B A B A B
1952 31,7 + 2,6 13,7 + 1,0 24,8 + 2,5 70,2 + 6,1 1953 32,7 - 1,5 13,2 + 0,3 24,0 - 0,1 69,9 - 1,3 1954 30,3 - 3,4 13,4 + 0,4 24,7 - 0,6 68,4 - 3,6 1955 32,2 - 1,6 15,7 + 0,6 28,0 + 2,6 75,9 + 1,6 1956 35,0 + 2,8 16,6 + 1,0 31,4 + 1,7 83,0 + 5 , 5 1957 38,5 + 3 , 9 17,6 + 1,0 33,2 + 1,8 89,3 + 6,7 1958 36,1 - 1,8 18,1 - 0,3 32,9 - 2,0 87,1 - 4,1 1959 39,5 + 0,8 19,6 - 0,6 35,9 + 0,2 95,0 + 0,4 1960 41,4 + 0 , 9 22,0 - 0,9 38,5 - 0,1 101,9 - 0,1 1961 44,0 + 1,4 23,8 + 1,1 44,6 - 1,9 112,4 - 2,2 1962 51,4 + 2,2 24,5 - 0,2 48,5 - 0,5 124,4 + 1,5
1962 Eerste 6 maanden . 17,5 + 0 , 1 11,7 + 0,1 23,5 - 0,6 52,7 - 0,4 1963 Eerste 6 maanden . 16,5 - 0,1 12,1 - 0,1 24,7 - 0,2 53,3 - 0,4
1963 Maart 1,8 ... 2,1 - 0,1 4,2 - 0,2 8,1 - 0,3 April 3,1 - 0,1 2,1 ... 4,2 - 0,1 9,4 - 0,2 Mei 3,5 + 0,1 2,3 + 0,1 4,5 + 0,3 10,3 + 0,5
o Juni 3,7 - 0,1 2,1 - 0,1 4,3 + 0,2 10,1 ... Juli 11,1 A- 0,8 2,0 - 0,2 4,3 ... 17,4 + 0,6 Augustus _. 3,7 + 0,7 2,4 + 0,2 4,4 + 0 , 3 10,5 + 1,2
n September 3,6 - 0,1 2,2 ... 4,6 + 0,3 10,4 + 0,2 9 Oktober 4,2 + 0,1 2,4 + 0,2 4,9 + 0,3 11,5 + 0,6 14 November 3,1 - 0,3 2,1 - 0,1 4,5 ... 9,7 - 0,4
December 3,4 - 0,1 2,3 - 0,1 5,0 + 0,3 10,7 + 0,1 1964 Januari 5,7 + 0,4 0,5 + 0,1 •.• ••• 6,2 + 0,5
Februari 1,6 ... ... ••• ••• ... 1,6 ... Maart 1,3 - 0,3 ... ••• ••• ••• 1,3 - 0,3
1964 Januari 2,9 + 0,1 1,8 + 0,1 4,6 + 0,3 9,3 + 0,5 t:j...2, Februari 2,2 + 0,2 2,2 + 0,1 4,7 + 0,6 9,1 + 0,9
•-• Maart 2,1 + 0,2 2,2 - 0,2 5,3 + 0,7 9,6 + 0,7 1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentiemen. de ontvangsten van de muntsaneringsbelaatingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo en
Rwanda-Burundi. /1
Inch. de bij voorbaat betaalde bedrijfebelasting.
- 450 -
XI - 3. - INDELING VAN DE BELASTINGONTVANGSTEN (miljarden franken)
Bron : Ministerie van Financiën.
Boekjaar 1963 2 Boekjaar 1968 : maart 1963 Boekjaar 1964 : maart 1964
Opbrengsten Begrotings- ramingen Opbrengsten Begrotings-
ramingen Opbrengsten Bolfrotinge• ramingen
I. Directe belastingen 3 54,2 53,2 1,8 1,9 2,1 1,9 G rondbelasting 0,2 0,1 ... - - - Onroerende voorheffing 0,9 0,8 - - ... -
Mobiliënbelasting 0,6 0,4 ... ... ... ... Roerende voorheffing 4,4 5,0 0,2 0,3 0,3 0,3 Bedrijfsbelasting 3 17,8 15,5 ... ... ... ... Bedrijfsvoorheffing 22,1 20,6 1,3 1,4 1,6 1,4 Aanvullende personele belasting 3,3 3,5 ... ... ... ... Nationale crisisbelasting 0,2 0,2 ... ... ... ... Verkeersbelasting op autovoertuigen 3,3 3,3 0,1 0,1 0,1 0,1 Diversen 4 1,4 3,8 0,2 0,1 0,1 0,1
II. Douanen en accijnzen 25,9 26,0 2,1 2,2 2,2 2,4 waarvan : douanen 7,0 6,8 0,5 0,6 0,7 0,6
accijnzen bijzondere verbruikstaksen
17,6 1,0
18,9 1,4 0,/ 1,6
1,4 0,1
1,7
III. Registratie 52,5 51,5 4,2 4,3 5,3 4,6 waarvan : registratie 4,7 4,4 0,3 0,4 0,6 0,3
erfenissen 2,4 2,4 0,2 0,2 0,2 0,2 zegel en gelijkgent. taksen 44,8 44,2 3,6 3,7 4,4 4,1
Totaal 132,6 130,7 8,1 8,4 9,6 8,9 --_______...----- -...-----
0,3 -I- Verschil t.o.v. de begrotingsramingen -1- 1,9 - 0,7
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentiemen, de ontvangsten van de muntsaner ngsbelaetingen. 2 Het op 1 januari 1963 aangevangen begrotingsjaar 1963 werd op 81 maart 1964 afgesloten. 3 Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting. 4 Incl. de geinde of terugbetaalde bedragen betreffende de afgesloten dienstjaren. N. 13. - De termijn van invordering der directe belastingen is langer dan het kalenderjaar. Voor deze belastingen zijn de cijfers dus maar definitief na
het afsluiten van het begrotingsjaar. - De statistieken betreffende de stand van de Rijksschuld zijn opgenomen onder hoofdstuk XVI. - Het Belgisch Staatsblad publiceert maandelijks volledige en omstandige gegevens over de fiscale ontvangsten.
XI - 4. - BELASTINGONTVANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR Bron : Ministerie van Financiën. (miljarden franken)
Maandgemiddelden 3 Directe belastingen 2
Douanen en accijnzen Registratierechten Totaal
waarvan : vooruitbetalingen
op de bedrijfsbelasting
1955
CO
CO
CO
NO
CI
N O
<H c
D
CD CD
C
D 1-1 D
l CD
DI ‘
D C
O C
O •cl, cD
‘
0 0
CD
C-
01 C
q- Cq- C
O- CO-. C
O
-c1 C
O C
O- C
O C
O m
ww
CO
<1, •cic
•rt, .elc.
6,3 0,33 1956 6,9 0,41 1957 7,4 0,41 1958 7,3 0,35 1959 7,9 0,40 1960 8,5 0,51 1961 9,3 0,53 1962 10,3 0,69 1963 10,9 0,93 1961 Eerste 9 maanden 9,3 0,69 1962 Eerste 3 maanden 9,9 0,38
Eerste 6 maanden 9,8 0,25 Eerste 9 maanden 10,0 0,71
1963 Eerste 3 maanden 10,3 0,65 Eerste 6 maanden 10,1 0,41 Eerste 9 maanden
1-1
Cï 11,0 1,18 1963 Februari 8,4 0,04
Maart 9,1 0,13 April 9,4 0,20 Mei 10,3 0,08 Juni 10,1 0,22 Juli 17,4 8,14 Augustus 10,5 0,04 September 10,4 0,03 Oktober 11,5 0,23 November 9,7 0,03 December 10,7 0,20
1964 Januari 15,5 1,95 Februari 10,7 0,06 Maart 10,8 0,12
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentiemen, de ontvangsten van de muntsaneringsbelastingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo en Rwanda-Burundi. Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting.
3 Alleenlijk jaarlijkse en trimestriMe cijfers. Bibliografische referenties : Tijdschrift voor Documentatie (Ministerie von Financiën). - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het
N.I.S. - Belgisch Staatsblad (zie noot 1, van tabel XI - 1). - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) XXXVIe jaargang, Deel II, N* 6, november 1961 : s De begrotingen voor 1961 en 1962 s.
/41
1964 1 /
1
1
1
A. ik
—1 \ '
/. \
.
1
I
I
1
•
/ /*
I‘ te........Ii
1963 — ‘0. #.4 • .I
•••• .
« / . 1962
‘
V.
1961
.\/
1 1 i 1 1 1 i 1 I 1 t n
22
18
14
10
6
22
18
14
10
A ■ A A , .4 A A d
6
16
12
8
4
r r v r
A A A .4 • .4 0
-451-
XI • 4. - BELASTINGONTVANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR
(miljarden franken)
TOTALE ONTVANGSTEN
DIRECTE BELASTINGEN
ii 1964 1 t 1 ' 1
.
1 1 I 1 A 1 1 /-- \ i
/. `1 \ 1 _X 1 I
• •-• .....•• 1963
"••••••• ./ ...0 1962
1
DOUANEN EN ACCIJNZEN
1961
16
12
4
0
1964 1963 Isa• •••r.
1961 1962
0 REGISTRATIERECHTEN
1964 1963
...C. 1 wi ■1 •••• .M• MiM ••••■
•
1962 1961 7 A
54 56 58 60 62 1. 2
D M
XII. - VORDERINGEN EN SCHULDEN IN DE BELGISCHE ECONOMIE 1 a. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1960 1
Bron : Nationale Bank van België. (Miljarden franken) (Voorlopige cijfers)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT
Totaal van de
schulden
(15) = (6) -I- (7) +
(13) + (14)
Niet-financiële nationale sectoren
Buitenland
(7)
Financiële instellingen
Niet bepaalde sectoren -,, ,,„,,-
passingen
(14)
Gegevens niet beschikbaar
... Nihil of beneden F 50 miljoen
- Niet gedane verrichting -
Bedrijven en
(1)
Peres- totale
bedrijven
(2)
Staat (Schatkist)
(3)
Ov
erhe
idss
ecto
r n
iet
eld
ers
7
2 v
erm
eld
(o.m
. la
ger
e ov
erh
eid
)
Sociale ver
zekering
(5)
Niet- financiële nationale sectoren samen
(6) = (1) tot (5)
Geldsche - P pende instel- lingen
(3)
Renten- fonds
(9)
„- ^ aan-
Spaarkassen, hypotheek. en kapitali- satiemaat- scha ppijen
(10)
Inst. voor verzekering
o p het leven en tegen arbeids-
ongevallen, pensioen- fondsen
(11)
Niet-geld- sche ende pp openbare krediet-
instellingen ..
(12)
.. e Financiél i instellingen
samen
(13) = (8) tot (12)
Accepten, handelspapier en promessen - ... 26,1 - 2,4 2,9 31,4 6,6 38,0 Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. 25,2 - 0,2 0,1 25,6 ... 25,6 Obligaties ?,0 ... ... ... ... 8,0 0,2 ... - 1,0 13,1 ... 14,1 ... 22,4
rij
1)
Andere leningen op halfl. en lange termijn 10,4 0,1 10,5 ... - 68,2 22,9 68,2 159,3 ... 169,8 Diversen 4,3 1,1 1,5 0,2 7,5 14,7 - 1,6 6,3 0,5 8,4 • • • 23,0 (Aandelen en deelnemingen) (154,6) (0,1) (. .) (...) (154,7) __ (0,4) (-) (0,7) (2,0) (-) (3,1) (...) (157,8)
Totaal 22,8 1,2 1,5 0,2 7.5 33,2 0,2 51,3 - 73,5 42,3 71,7 238,8 6,6 278,8
Geld op zeer korte termijn - • • • - ... 0,1 0,1 ... ... ... ... . • • • • - . • • 0,1 Accepten, handelspapier en promessen - 0,7 - 0,1 0,8 ... 0,9 Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek ___ 1,0 - ... 0,1 1,1 ... 1,1 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 15,2 0,1 ... ... ... 15,3 3,0 1,5 0,7
1-1
4,9 0,6 10,9 ... 29,2
le
1
(2) Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger ... 0,3 ... 0,1 ... 0,3 0,1 0,3 ... 3,1 ... 4,9 0,2 5,6
Andere leningen op halfl. en lange termijn 0,1 0,1 1,4 ... - 0,2 2,2 2,4 0,1 4,0 Diversen 5,1 4,3 0,1 9,5 1,0 ... - • • • • • • 0,1 0,4 11,0 (Aandelen en deelnemingen) (0,7) (13,2) (3,2) ( .) (17,2) ( • • ) (-) ( • • • ) (• • • ) ( • • • ) (0,9) (18,0)
Totaal 20,3 0,4 4,3 0,4 0,1 25,4 5,6 3,5 0,8 4,6 8,3 3,0 20,2 0,7 51,9
Gelden van derden 1,9 • • • - 0,6 . • • 2,6 ... 31,0 ... • • • • • • 0,4 31,4 5,4 39,4 Certificaten op korte termijn - 0,3 __ 2,5 ... 2,8 33,8 42,3 2,6 2,0 0,3 10,2 57,4 - 0,1 93,8
na
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 101,5 2,2 ._ 1,4 0,5 105,6 8,3 26,3 3,7 27,3 34,5 5,3 97,1 1,4 212,4
Sta
;h
e (5
Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger 1,3 0,3 - ... 0,5 2,1 11,5 37,2 ... 2,5 2,6 0,5 42,8 0,8 57,2 Diversen 0,6 - 0,5 1,1 ... 0,1 1,7 0,1 1,9 • • • 3,0
Totaal ... 104,8 3,3 - 4,5 1,6 114,2 53,6 136,9 6,3 31,9 39,0 16,5 230,6 7,5 405,8
Geld op zeer korte termijn - • • • - • • • • • • • • • • • • - • • • • • • • • • • • • • • • • • - • • Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. 2,1 - ... 2,1 ... 2,1 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 16,1 0,3 ... 0,2 ... 16,5 0,5 1,1 1,0 1,0
, tb
1,0 10,2 - 0,6 26,6
ese
VE
:re (4)
Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger ... • • • ... ... • • • • • • • • • • • - • • • 2,8 • • • 9,9 • • • 9,9 Andere leningen op halfl. en lange termijn 4,2 4,2 - 0,6 39,4 39,9 ... 44,1
1,5 3,3 • Diversen 0,4 5,3 - • • • • • • • • • 1,6 6,9
Totaal 17,6 4,9 3,3 0,2 ... 26,0 0,5 3,2 1,0 4,3 13,3 40,4 62,1 1,0 89,6
Reserves van de sociale verzekering 9,4 - - - - 9,4 - - - - - - - - 9,4
;oc
h ze
i«
(51
Diversen 3,2 1,9 - 5,1 ... • .. 0,6 • • • 0,6 1,0 6,8
Totaal ... 12,6 ... 1,9 - • • - 14,5 ... ... ... 0,6 • • • 0,6 1,0 16,2
( 9)10-i
(9)( I)
Niet-financiële nationale sectoren samen . 178,0 9,8 11,0 5,3 9,2 213,3 59,9 194,9 8,0 114,2 103,6 131,6 552,4 16,8 842,3
Bu
iten
lan
d
(7)
Geld op zeer korte termijn (Belg. franken) - ... - ... ... - 0,2 ... ... ... ... 0,2 ... 0,2 Accepten en handelspapier - - 5,1 - 0,4 1,7 7,2 0,6 7,8 Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. - 1,1 - ... 1.1 ... 1,1 Overige verplichtingen op korte termijn
(incl. de van de N.B.B.) goudvoorraad ... ... - 84,9 - 84,9 ... 84,9 Obligaties 9,5 1,0 10,5 - 0,9 0,9 0,4 3,3 0,2 5,7 - 0,1 16,0
- -
Verplichtingen van de internationale kre-dietinstellingen uit hoofde van de in- schrijving van België - - 15,8 15,8 - 4,4 - - - - 4,4 - 20,2
Diversen 1,3 9,0 10,3 - - 0,5 0,5 • • • 10,8 (Aandelen en deelnemingen) (0,1) (0,4) (--) (0,8) (--) (...) (1,2) (-) (2,0) (...) _____
Totaal ... 9,5 1,3 25,8 ... 36,6 - 96.6 0.9 0.8 3.3 2_4 104.0 n_ 5 141 _ 1
SCH
UL
DE
N P
ER
SE
CT
OR
EN
PE
R S
OO
RT
Fin
anci
ële
Inst
elli
ngen
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplicht. tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes v./d. ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen' (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
205,3 - -
- 7,6 0,2
15,6 18,7
(5,8)
1,9 ... -
-
2,3 - -
- - 0,2
.. 0,2
7,4 ... -
-
0,7 ... -
-
217,5 ... - 7,2
15,6 18,8 0,2 7,6
.0,3(6,0)
- 1,3 - - - - 8,0 -
(0,5)
...
... - - -
... -
-
1,6 0,7 -
-
0,9 ... -
-
• • •
0,3
0,4 ... -
...
2,9 2,0 -
0,3 8,0
...
...
...
. ... ...
7,5 ____
220,5 2,3
21,5 7,2
15,6 19,1 8,3 7,6 7,9
(6,6)
0,2 21,5 -
- -
(0,2) • • • • •
(0,1) • • • • • -
(0,6)
254,6 1,9 2,7 7,4 0,7 267,3 21,8 9,3 ... 2,3 1,2 0,4 13,3 7,5 309,9
Ren
tenf
onds
(g)
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn
Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek Verrichtingen met recht van wederinkoop Dotatie Diversen
Totaal
-- - - - -
... - - - - -
- - - - 2,8 -
...
- - - -
•• • -- - - -
...
- - 2,8 -
...
... -- - -
... 5,8 . .. ... - . ..
- -- - - - -
• • • - ... ... - ...
• • • -
.. •
... -
• • .
.• • - ... ... - ..•
• • • 5,8
...
... - ...
. • •
...
... - 0,1
... 5,8
...
2,8 0,1
- ... 2,8 ... ... 2,8 ... 5,8 - ... ... ... 5,8 0,1 8,7
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons)
Wiskundige reserves van de kapitalisatie maatschappijen
Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
2,7 104,3
0,6 8,0
0,4 4,0
(1,1)
...
0,6
-
... -
.
- 0,2
... 0,1
3,1 104,3
4,38,0
0,4 4,2
(1,1)
__ ____ ... ...
- 0,2
- - - -
-
...
...
...
- 0,1
0,3 ... 0,1
0,3 ... ...
- • • •
0,6 ... 0,1
.....__
- 0,3
...
... 0,4 ...
... 1,7
3,4 104,3
4,8 8,0
0,4 6,1
(1,1)
- - - • ..
120,0 0,6 0,2 ... 3,2 124,0 ___ 0,2 ... 0,2 0,4 0,3 1,0 2,1 127,0
Inst
ellin
gen
vo
or
verz
eker
. op
het
lev
en
en t
egen
arb
eids
ong.
, pen
sio
enfo
ndse
n (
11)
'
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen
Totaal
...
... 16,7
118,8 0,2
...
- - ...
...
... - - 0,6
...
... - - ...
... 0,1 - - 0,9
... 0,1
16,7 118,8
1,7
... 0,1 -
____ -
... 0,8 - - ...
...
... - - ...
... 0,2 - - ...
... 4,3 - - 0,5
...
... - - ...
... 5,4 - . - 0,5
... 0,4 - - 0,4
... 5,9
16,7 118,8
2,6
135,7 ... 0,6 ... 1,0 137,2 0,1 0,8 ... 0,2 4,8 ... 5,9 0,8 144,1
Nie
t-ge
ldsc
hepp
ende
op
enba
re k
redi
etin
stel
ling
en
(12)
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek.Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke beleggerDiversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
0,9 - 3,3 0,9 ... 54,6... 2,6
(0,6)
...
... 0,2 ... . .. ... ...
(-J
- - ... _ ______ ... ... 10,1 (0,7)
0,4 ... ... 2,3 ... 0,2 ... 0,2
(...)
0,1 ... ... ... 0,8 0,4 ...
(...)
1,4 0,1
___ 55,6 0,4
12,9 (1,4)
... 0,1
... 5,4 ... ...
(0,2)
... -
- 0,4 ... - (-)
... 0,1 ... ... 0,5 9,1 7,8 0,2
(...)
...
...
... 12,8 8,6 ...
(...)
...
...
...
...
... 0,2 ... ...
(...)
... 0,2 ... ... 0,5
27,8 16,4 0,2
(0,2)
... 0,4 ... ... ... ... 1,9 3,0
(...)
1,4 0,8 3,3 3,5 0,5
85,1 18,8 16,0 (1,5)
0,1
___ 1,7 ...
_ (...)
62,3 0,3 10,1 3,1 1,3 77,1 1,8 5,5 0,4 17,7 21,4 0,2 45,1 5,3 129,4
(3-0401(8); =
(81)
Financiële instellingen samen 572,6 2,7 16,4 10,6 6,2 608,5 23,8 21,6 0,4 20,4 27,8 0,9 71,1 15,8 719,1
jg °Ia
z .,.$ •o.te-r.-
atl'_9,' 2%g'
- 4,2 2,2 1,1 - 1,2 - 0,8 - 2,9 4,2
•
7,3 0,4 0,5 - 0,2 - 2,0 6,0 7,4
(15)
(
6)
+ (7
) +
(1
4)
Totaal van de vorderingen 755,9 16,0 54,3 14,6 14,6 855,4 87,9 320,4 9,7 135,9 134,4 133,0 733,5 33,1 1.709,9
16. Totaal van de schulden [kolom (15)]
17.Saldodervorder.(+)enderschuld.(-)[(15)-(16)]
278,8
+477,1
51,9
-35,9
405,8
-351,5
89,6
-75,0
16,2
- 1,6
842,3
+13,1
141,1
-53,2
309,9
+10,5
8,7
+ 1,0
127,0
+ 8,9
144,1
- 9,7
129,4
+ 3,6
719,1
+14,4
7,4
+25,7
1.709,9
-
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk ge ijk aan de som van de posten. • Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Gemeentekrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationa e Kas voor Beroepskrediet (voor zijn niet•geldscheppende bedrijvighe d), Kredietverenigingen van de Nationale Kas voo
Beroepskrediet (voor hun niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, Herdiscontering- en Waarborginstituut (voor zijn bedrijvig beid gefinancierd met behulp van niet-monetaire middelen), Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (ezel. haar levensverzekeringskas), Huisvestingsfonds en Studiefonds van de Bond der Grote Gezinnen.
t Voor de jaren 1967 tot 1959, cf. Tijdschrift 1:007. Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1963.
XII - 1 b. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1961 Bron : Nationale Bank van Belgii.
(Miljarden franken)
(Voorlopige cijfers)
Gegevens niet beschikbaar
. . . Nihil of beneden F 50 miljoen
- Niet gedane verrichting
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT
Totaal van de
(15) = (6) + (7) -I-
(13) + (14)
Riet-financiële nationale sectoren
Buitenland
(7)
Financiële instellingen
Niet seen „m- aan-
passingen
(14)
Financiële Bedrijven en
particulieren
(1)
Peres- totale
bedrijven
(2)
Staat (Schatkist)
(3)
Ov
erhe
idss
ecto
r n
iet
eld
ers
"1- : v
erm
eld
(o
.m.
leg
ere
ove
rhe i
d)
Sociale ver-
zekering
(5)
Niet- financiële nationale sectoren samen
(6) = (1)tot (5)
Geldsehe p- pende instel- Hagen
(8 )
Renten- fonds
(9)
Spaarkassen,
a
hypotheek- en kan't li - 1 - satiemaat- Behappi ,en '
(10)
Inst. voor verzekering o n het leven -ren tegen
arbeids- ongevallen, pensioen- fondsen
(11)
Niet-geld-scheppende
openbare krediet-
instellingen
(12)
instellingen samen
(13) -= (8) tot (12)
Accepten, handelspapier en promessen - 30,5 - 1,9 3,3 35,7 7,8 43,5 Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. 28,9 - 0,2 0,1 29,2 ... 29,2 Obligaties 8,1 ... ... ... ... 8,1 0,2 ... - 1,0 13,3 ... 14,3 ... 22,6
Irij
tic
(1)
Andere leningen op halfl. en lange termijn 10,4 0,1 10,5 - 76,2 26,4 75,5 178,2 ... 188,7 Diversen 4,7 1,0 1,6 0,2 7,9 15,3 - 1,8 6,8 0,5 9,1 ... 24,4 (Aandelen en deelnemingen) (162,1) (0,1) (. .) (0,1) (162,4) 0,5 (-) (0,7) (2,2) (__) (3,4) (...) (165,8)
Totaal ... 23,2 1,1 1,6 0,2 7,9 33,9 0,2 59,4 - 81,2 46,5 79,4 266,4 7,8 308,3
Geld op zeer korte termijn - 0,1 - ... ... 0,1 ... ... ... ... ... ... ... ... 0,1 Accepten, handelspapier en promessen - 0,7 - 0,1 0,5 1,2 ... 1,3
... Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. 1,3 - ... 0,1 1,3 ... 1,3 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 14,5 0,1 ... ... ... 14,7 2,3 1,6 0,6 3,2 4,9 0,5 10,8 27,8
et
2)
Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger ... 0,3 ... 0,1 ... 0,3 2,8 1,0 ... 1,3 3,5 ... 5,8 - 0,2 8,8 Andere leningen op halfl. en lange termijn 0,1 0,1 1,1 ... - ... 0,2 2,5 2,7 0,1 4,1 Diversen 5,1 4,5 0,2 9,7 1,6 ... - ... ... 0,1 0,1 0,4 11,7 (Aandelen en deelnemingen) (0,7) (13,8) (4,2) ( .) (18,7) (...) ( --) (...) (...) (...) (...) (0,9) (19,5)
Totaal ... 19,6 0,5 4,5 0,4 ... 25,0 7,8 4,5 0,6 4,6 8,6 3,6 21,9 0,3 55,0
Gelden van derden 1,9 ... - 0,2 ... 2,0 ... 31,1 ... ... ... 0,4 31,6 7,0 40,5 Certificaten op korte termijn ... 0,3 - 2,7 ... 3,0 19,9 51,5 1,1 4,3 0,6 12,2 69,7 - 0,1 92,5
115
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 105,4 2,2 - 1,4 0,8 109,8 9,0 30,3 3,8 28,5 35,6 6,4 104,6 1,4 224,8
Sta
;h
al
(3
Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger ... 0,3 - ... 0,5 0,8 16,7 36,8 ... 2,5 2,7 0,5 42,5 0,6 60,5 Diversen 0,8 - 0,4 1,2 0,1 0,6 0,1 0,7 ... 1,9
Totaal ... 107,3 3,6 - 4,3 1,6 116,8 45,7 149,7 4,9 35,4 39,4 19,7 249,0 8,8 420,4
Geld op zeer korte termijn - . • • - ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
:C!
Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. 3,4 - ... ... ... 3,4 ... 3,4 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 15,3 0,4 ... 0,1 ... 15,8 0,5 0,6 1,2 1,1 6,0 1,1 9,9 - 0,1 26,1
sse ve
ere
(4)
Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger ... . • • ... ... ... ... ... ... ... 2,7 7,4 ... 10,1 ... 10,1 Andere leningen op half. en lange termijn _______ 4,4 4,4 - 0,5 ... 44,2 44,7 ... 49,1 Diversen 1,6 0,4 3,7 5,7 - ... ... ... ... 3,7 9,4
Totaal ... 16,9 5,1 3,7 0,1 ... 25,9 0,5 3,9 1,2 4,3 13,4 45,3 68,2 3,6 98,1
Reserves van de sociale verzekering 9,6 - - - - 9,6 - - - - - - - - 9,6
zeki
(5.
Diversen 2,4 2,3 - 4,8 ... ... 0,6 ... 0,6 1,1 6,5
Totaal ... 12,1 ... 2,3 ... - 14,4 ... ... 0,6 ... 0,6 1,1 16,1
(6) =
(1
)to
t(5)
Niet-financiële nationale sectoren samen . 179,1 10,3 12,0 5,0 9,6 216,0 54,2 217,5 6,7 125,4 108,6 148,0 606,2 21,5 897,9
Buite
nlan
d
(7)
Geld op zeer korte termijn (Belg. franken) - ... - ... ... - ... ... ... ... ... ... ... ... Accepten en handelspapier - - 5,4 - 1,0 ________ 2,6 9,0 0,7 9,7 Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. - 2,0 - ... 2,0 ... 2,0 Overige verplichtingen op korte termijn
(incl. de van de N.B.B.) goudvoorraad - 96,2 - ... 96,2 ... 96,2 Obligaties 9,0 0,9 9,9 - 1,5 0,9 0,4 3,9 0,2 6,9 - 0,5 16,4 Verplichtingen van de internationale kre-
dietinstellingen uit hoofde van de in-schrijving van België - - 12,2 - - 12,2 - 8,0 -- - - - 8,0 - 20,2
Diversen 1,1 10,7 ______ ... 11,8 - ... - ... .________ 0,4 0,4 ... 12,2 (Aandelen en deelnemingen) (0,1) (0,4) (--) (0,9) (--) (...) (1,3) (-) (2,2) ( ...) _________
Totaal ... 9,0 1,1 23,8 ... ... 33,9 -- 113,1 0,9 1.4 3.9 3.1 122.5 0.3 156_7
SC
HU
LD
EN
PE
R S
EC
TO
R E
N P
ER
SOO
RT
Fina
ncië
le in
stel
linge
n
Ge l
dsc h
eppe
nde
ins
tell
inge
n
(8)
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplicht. tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes v./d. ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
217,4 - -
16,3
-
0,1
8,0
27,0
8,6
(6,1)
2,7 ... -
-
3,3 - -
- - ...
0,2 (0,2)
-
10,3 ... -
-
0,6 ... -
-
234,3 ... -- 8,0
16,3 27,0 ... 8,6 0,3
(6,3)
... 35,3 -- - - -
- 1,4 -- - - -
10,5 -
(0,5)
... 2,6 -
3,2 - • • •
- - -
1, 6 0,6-
-
1,1 ... -
-
• • • (0,1)
0,3
11,4 ... -
. ...
...
3,1 4,6 -
0,3 13,7
... (0,6)
. . .
...
• .. ... ... ... ... 8,5
Z37,4 4,6
35,3 8,0
16,3 27,3 13,8 8,6 8,8
(6,9) 277,3 2,7 3,6 10,3 0,6 294,5 35,3 12,0 5,8 2,2 1,4 0,4 21,8 8,5 360,2
Ren
ten
fond
s
(0)
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn
Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek Verrichtingen met recht van wederinkoop Dotatie Diversen
Totaal
- - -
• - - -
... - - - - -
- - - - 2,8 -
...
- - - -
... - - - - -
...
... - - 2,8 -
...
... - - - -
... 11,0 ... ... - • • •
- - - - - -
• - • - - • • • • • - ...
• • - - • • • • - - - ...
... - ... ... - ...
... 11,0 ... ... - ...
• • • - ... ... _ 0,1
• • • 11,0
• • • • • • 2,8 0,1
- ... 2,8 ... ... 2,8 ... 11,0 - ... ... ... 11,0 0,1 13,9
Spaa
rkas
sen,
hyp
othe
ek-
en k
apita
lisat
ienn
aat-
scha
ppije
n ( 1
0)
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatie-
maatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
2,8 113,4
0,6 9,0
0,5 4,3
(1,2)
0,6
- -
-
-
0,3
3,1
-
3,1 113,4
0,5 4,3
4,3 9,0
(1,2) 0,2
-
- - -
-
- ...
... . • • ...
- 0,1
0,5 • .. 0,1
- ...
0,2 ... ...
- ...
0,8 ... 0,1
- 0,3
...
... 0,3 ...
. 1,9
3,9 113,4
4,7 9,0
0,5 6,5
(1,2) 130,5 0,6 ... ... 3,4 134,5 0,2 ... 0,1 0,6 0,2 1,2 2,2 137,9
Inst
ellin
gen
voo
r ve
rzek
er. o
p het le
ven
en t
egen
arb
eids
ong.
, pe
nsio
enfo
n dse
n (
11)
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen
Totaal
...
... 17,2
128,5 0,4
...
... - - ...
...
... - - 0,6
...
... - - ...
... 0,1 - - 1,0
... 0,1
17,2
2,0 128,5
.. 0,1 -
...
... 0,9 - - ...
• • - ... - - ...
... 0,1 - - ...
... 5,0 - - 0,9
...
... - - ...
... 6,0 - - 0,9
... 0,9 - - 0,9
• • • 7,1
17,2 128,5
3,7 146,1 ... 0,6 ... 1,1 147,7 0,1 0,9 ... 0,1 5,8 ... 6,9 1,8 156,5
Nie
t-ge
ldsc
hepp
ende
op
enba
re k
redi
etin
stel
ling
en
(12)
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
1,0 - 3,8 1,4
"' 62,6
• • • 2,5 (0,8)
...
0,4
0,1 ... ...
(...)
Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek
- -
...
... 10,3 (0,7)
0,5 ...
2,5
0,1 ... 0,2 (...)
...
1,0 0,4 ...
(...)
1,5 0,1 3,8 4,3
63,9 0,4
13,0 (1,5)
0,4
2,0 0,3
...... __ (...)
...
6,7 0,5 ...
(0,1)
-
- 0,5 -
0,5 ... - (-)
• • • 0,3 • • • • • • 0,5 8,9 7,6 0,3
(...)
.•.
...
...
.••
... 14,4 9,8 ...
(...)
...
...
...
... 0,1 0,3 ... ...
(...)
... 0,8 ... ... 0,6
30,817,9 0,3
(0,1)
... 0,2 ...
...
... 2,1 3,3
(...)
1,5 1,4 3,8 4,3 0,6
96,7 20,7 16,7 (1,7)
71,4 0,5 10,3 3,3 1,5 87,1 2,6 7,3 0,9 17,6 24,2 0,5 50,4 5,7 145,8
(13)
=
(8)t
ot(
12)
Financiële instellingen samen 625,4 3,8 17,3 13,6 6,6 666,7 38,1 31,3 6,7 19,9 32,1 1,1 91,2 18,2 814,2
113
N
iet
epaa
lde
sect
. en
(15)
= (
0)
aanp
as-
+ (7
) +
sin
gen
(13 +
(1
4) (
14)
- 4,2 2,4 1,3 - 1,5 - 1,3 - 3,2 4,2 9,9 0,5 1,0 - 0,8 - 3,2 7,4 - 8,4
Totaal van de vorderingen 809,2 17,7 54,4 17,1 14,9 913,3 96,5 371,8 14,8 147,8 143,9 149,1 827,4 40,0 1.877,2
16. Totaal van de schulden [kolom (15)]
17. Saldoder vorder.(4-)ender schuld.(-)[(15)-(16)]
308,3
+500,9
55,0
-37,3
420,4
-366,0
98,1
-81,0
16,1
- 1,2
897,9
+15,4
156,7
-60,2
360,2
+11,6
13,9
+ 0,9
137,9
+ 9,9
156,5
-12,6
145,8
+ 3,3
814,2
+ 13,2
8,4
+ 31,6
I 1.877,2
-
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. • Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Gemeentekrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationa e Kas voor Beroepskrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvighe'd), Kredietverenigingen van de Nationale Kas voor
Beroepskrediet (voor hun niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, Herdiscontering- en Waarborginstituut (voor zijn bedrijvig heid gefinancierd met behulp van niet-monetaire middelen), Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (excl. haar levensverzekeringskas), Huisvestingsfonds en Studiefonds van de Bond der Grote Gezinnen.
XII - 2. = BEWEGING VAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1961 1 Bron : Nationale Bank van Belgig.
(Miljarden franken)
(Voorlopige cijfers)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Niet-financiële nationale sectoren
Buitenland
(7)
Financiële instellingen
Niet bepaalde .„,„„„„
- en aan- paohlgen
(14)
Totaal van de
scholden
(15) = (6) + (7) +
, (13) + (14)
Gegevens niet beschikbaar
• • • Nihil of beneden 1? 50 miljoen
- - Niet gedane verrichting
Bedrijven
particulieren
(1)
Paras- totale
bedrijven
(2)
,... ,. o..‘" '
(Schatkist)
(3)
C.' -.' . % ' .,2 g„,-; gs,7,, ..t; ,77d E ^ -n 1, 1,1, . • t;
E E o 6..
O (4)
Sociale ver-
zekering
(5)
Niet- financiële nationale sectoren samen
(6) = (1) tot (5)
Geldsehep- pende instel- li
(8)
Tingen
Renten- fonds
(9)
Spaarkassen, hypotheek-en kapitali-satiemaat-
(10)
Inst. voor verzekerin g
op het leven en tegen arbeids-
ongevallen, pensioen- fondsen
(11)
Niet-geld- scheppende openbare krediet-
instellingen
. (12)
• °
Financiële instellingen
samen
(13) = (8) tot (12)
Accepten, handelspapier en promessen - + 4,4 - - 0,5 + 0,4 + 4,3 + 1,2 + 5,4 Verg in rek.-courant of voorschottenrek + 3,6 - - 0,1 ... + 3,6 ... + 3,6 Obligaties + 0,1 • • • - • • ... ... - ... + 0,2 ... + 0,2 ... + 0,2
rij
Andere leningen op halfl. en lange termijn • • • • • • ... - + 8,1 + 3,4 + 7,3 +18,7 ... + 18,7 Diversen + 0,3 - 0,1 + 0,1 - 0,1 - 0,2 +0,1 - + 0,2 + 0,3 ... + 0,5 ... + 0,6 (Aandelen en deelnemingen) (+ 4,2) (+0,1) (...) (...) (...) (+4,3) (+ 1,5)(+0,1) - (...) (+ 0,2) (-) (1- 0,3) (...) (+ 6,0)
Totaal + 0,4 - 0,1 + 0,1 - 0,1 - 0,2 +0,1 ... + 8,0 - + 7,7 + 3,9 + 7,7 +27,3 + 1,2 + 28,5
Geld op zeer korte termijn -- + 0,1 -- ... ... ... ... ... ... ... ... . • . Accepten, handelspapier en promessen - ... ... + 0,4 - + 0,1 + 0,3 + 0,4 ... Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. ... . + 0,2 - ... ... ... + 0,2 ... + 0,2 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger - 0,6 ... ... ... ... -0,6 - 0,7 + 0,1 - 0,1 ... ... - 0,1 - 0,1 ... - 1,5
Ie
(2) Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger ... ... ... ... ... ... + 2,7 + 0,7 ... - 0,2 + 0,4 ... + 0,9 - 0,4 + 3,2
Andere leningen op halfl • en lange termijn - ... ... + 0,3 + 4-1,3 ... ... Diversen + 0,2 +0,2 + 0,6 - ... ... ... ... ... -I- 0,8 (Aandelen en deelnemingen) ( • • ) (+ 0,5) (+ 1,0) (. .) (+1,5)
... (• .) (-) (••.) (•••) (•••) (•••) (•..) ( -F 1 , 5 )
Totaal ... - 0,6 + 0,2 + 0,2 ... l - 0,1 -0,4 + 2,2 + 0,9 - 0,2 - 0,1 + 0,4 + 0,6 + 1,7 - 0,5 + 3,1
Gelden van derden - 0,1 ... - - 0,5 ... -0,5 ... + 0,1 ... ... ... ... + 0,2 + 1,6 + 1,2 Certificaten op korte termijn ... ... - + 0,2 ... +0,2 - 9,9 + 9,2 - 1,5 + 2,3 + 0,3 + 2,0 +12,3 - 0,3 + 2,3
na
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger + 4,6 + 0,1 - ... - 0,2 +4,4 + 0,6 + 4,0 + 0,1 + 1,2 + 0,9 + 1,1 + 7,3 + 0,1 + 12,4
Str
21
2a
Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger - 1,3 ... - ... ... -1,4 + 5,1 - 0,8 ... - 0,1 + 0,1 ... - 0,7 + 0,3 + 3,3 Diversen + 0,2 - _______ - 0,2 +0,1 __________ ... ... ... - 1,2
Totaal ... + 3,2 + 0,3 - - 0,3 - 0,4 +2,8 - 4,2 +12,5 - 1,4 + 3,5 + 0,1 + 3,2 +17,9 + 1,6 + 18,1
Geld op zeer korte termijn -. ... - ... ... ... ... ... ... ... ... ... • • • ... • • • Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. + 1,3 - ... ... ... + 1,3 ... + 1,3 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger - 0,7 + 0,1 ... ... ... + 0,2 + 0,1 - 0,2 + 0,1 + 0,2 ... - 0,5
:sae
ve
er
e (4
)
Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger ... ... ... ... ... ... ... ... ... - 0,1 + 0,3 ... + 0,2 ... + 0,2 Andere leningen op halfl. en lange termijn + 0,1 +0,1 - ... ... + 4,8 + 4,8 ... + 5,0 Diversen + 0,4 - ... ... ... ... + 2,1 + 2,5
Totaal - 0,7 + 0,2 + 0,4 ... ... -0,2 ... + 1,2 + 0,2 ... + 0,2 + 4,9 + 6,6 + 2,1 + 8,5
Reserves van de sociale verzekering + 0 , 2 - - - +0,2 - - - - - - - - + 0,2
ke
i m
e k
(5
Diversen - 1,3 + 0,4 .. -- -0,9 ... ... ... ... ... ... - 0,8
Totaal - 1,1 ... + 0,4 ... - -0,7 ... ... ... ... ... ... - 0,7
(5) lul ( I)
(0)
Niet-financiële nationale sectoren samen . + 1,1 + 0,6 + 1,0 - 0,3 - 0,6 +1,7 - 2,0 +22,7 - 1,4 +11,2 + 4,5 +16,4 +53,4 + 4,4 + 57,6
(L)
punguen
nfi
Geld op zeer korte termijn (Belg. franken) - ... - ... ... ... - - 0,1 ... ... ... ... - 0,1 ... - 0,1 Accepten en handelspapier - - + 0,3 - + 0,6 + 0,8 + 1,8 + 0,1 + 1,9 Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. _i_ n C) -- , ,„ ± 0,9 ... 0,9 Overige verplichtingen op korte termijn
(incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) -- +11,3 -- ... +11,3 ... + 11,3 ... + 0,7 Obligaties - 0,1 -0,1 - + 0,1 ... • • • + 0,7 - 0,4 + 0,3
- -
Verplichtingen van de internationale kre-dietinstellingen uit hoofde van de in-schrijving van België - - . • • • • • - + 3 , 6 - - - - + 3,6 - 3,6 • ..
Diversen - 0,2 + 1,7 +1,5 - - - - 0,1 - 0,1 ... + 1,4 (Aandelen en deelnemingen) (- 1 , 7 ) (- .) (• .) (-1,7) - (+0,1) (-) (...) (+ 0,1) (...) (+ 0,2) (...) (- 1,5)
Tataal _n9. _L 7 R _Ll 4 - _Lig n trIA tA7 gnn glo n n n . le e
SCH
UL
DE
N P
ER
SEC
TO
R E
N P
ER
SO
OR
T
Fin
anci
ële
inst
elli
ngen
Gel
dsch
epp
ende
ins
telli
ngen
(8)
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplicht• tegenover bet buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes v./d. ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
+11,8 - -
+ 0,7 + 0,6 + 8,0 -
+ 1,0
(+ 0,4)
+ U,ti ... -
+ 1,1/ - - - - -
- 0,2
(. .)
-1- Z,V ... -
...
... -
-I-10,0 ... - + 0,7 + 0,6 + 8,0 - 0,2 + 1,0
(+0,4)
- 0,2 +14,4 - - - -
- + 0,2 - - - -
+ 2,5 -
(. .)
• • • + 2,6 - - - -
+ 3,2 - ..•
• • • - 0,2 -
"I- u, 4 ... -
... -
+ 2,6 -
... - 0,1
• • • ...
+ 1,0
+ 8,0
+ 2,4 + 14,3 + 0,7
+ 0,6
+ 5 , 5 + 1,0 + 1,0
(+ 0,3)
... - - + 5 , 7 - - - •••
• • • • • • • • • (..•)
• • • ... (• .)
+22,2 + 0,8 + 0,9 + 2,9 ... +26,7 +14,2 + 2,7 + 5,8 - 0,2 + 0,2 ... + 8,4 + 0,9 + 50,3
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn
Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek Verrichtingen met recht van wederinkoop Dotatie Diversen
Totaal
- - - - - -
... - - - - -
- - - - ... -
...
... - - - -
...
... - - ... -
...
... - - - -
...
... --- -
... + 5,2 ... ... - ...
- - - - - -
... -
. ..
... - ...
... -
••• ... - ...
... -
••• ... - ...
... + 5,2
••• ... - ...
... -
••• ... - ...
... + 5,2
...
...
...
...
- ... ... ... ... ... ... + 5,2 - ... ... ... + 5,2 ... + 5,2
Spaa
r kas
sen,
hy
poth
eek-
en
kap
italis
atie
maa
t-
seha
ppije
n (1
0)
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatie-
maatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
+ 0,1 + 9,1
+ 1,0
+ 0,3 (+ 0,1)
...
+ 0,1
- ...
... -
. .
- - 0,2
__
... + 0,2 + 0,2 + 9,1 - 0,2 + 1,0
+ 0,1
___ :..
.
- ...
- - -
- • • •
-
...
...
...
-
" • _.
+ 0,2 ...
...
...
...
+ 0,2 ...
...
... + 0,1
...
... + 0,3
_____
+ 0,4 + 9,1 - 0,1 + 1,0
... + 0,4
(+ 0,1)
- 0,2
- ...
- • • .
_.
- • • •
- • • •
- ...
.. (+0,1) ---
+10,5 + 0,1 - 0,2 ... ... +10,3 ... ... ... + 0,3 ... + 0,2 + 0,4 + 10,9
inst
ellin
gen
vo
or
verz
eker
. op
het
leve
n ?n
teg
en a
rbei
dson
g.,
pen
sioen
fon
dse
n (
11)
,
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen
Totaal
...
... + 0, 1 + 8,7 + 0,3
...
... - -
...
... - -
...
... - -
...
... -- -
+ 0,1
...
... + 0,1 + 8,7 + 0,3
...
... --
____
... + 0,1 - -
...
... - - ...
... - 0,2 - - ...
. .. + 0,7 - -
+ 0,4
...
... - - ...
... + 0,6 - -
+ 0,4
... + 0,5 - -
+ 0,2
... + 1,2 + 0,1 + 8 7 + 0,9
+ 9,0 ... ... ... + 0,1 + 9,1 ... + 0,1 ... - 0,2 + 1,0 ... + 1,0 + 0,8 + 10,8
Nie
t-ge
ldsc
hepp
ende
op
enba
re k
redi
etin
stel
linge
n "
(12)
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
+ 0,1 -
+ 0,6 + 0,5
... + 8,0
... - 0,1
(+ 0, 2 )
...
...
... --j- 0,1 ...
+ 0,1 ... ...
(•••)
... - - ...
_--- ... ...
+ 0,2 (...)
...
...
... + 0,2
... - 0,1
...
... (-)
- 0,1
...
+ 0,3 ...
(...)
+ 0,1 ...
+ 0,8
+ 8,3 ...
(+0,2)
- 0,1
...
+ 1,4 + 0,5
(-)
- + 0,5 - - -
+ 0,1 ... - (-)
... + 0,2
...
...
... - 0,2 - 0,2 + 0,1(...)
...
...
...
...
... + 1,6 + 1,1
... (.-)
...
...
...
... + 0,1 + 0,1
...
... (••.)
... + 0,6
...
. .. + 0,1 + 3,0 + 1,4 + 0,1 (•••)
... - 0,2
...
...
...
... + 0,2 + 0,4 (•••)
+ 0,1 + 0,6 + 0,6 + 0,8 + 0,1 + 11,6 + 1,9 + 0,6
(+. 0 , 2 )
+ 0,2
_____
+ 0,3 + 0,3
(...)
+ 9,1 + 0,2 + 0,2 + 0,1 + 0,2 + 9,9 + 0,8 + 1,8 + 0,6 - 0,1 + 2,8 + 0,3 + 5,3 + 0,3 + 16,4
( 31)40) (8) (8T)
Financiële instellingen samen +50,9 + 1,1 + 0,9 + 3,0 + 0,2 +56,1 +15,0 + 9,8 + 6,4 - 0,5 + 4,2 + 0,2 +20,1 + 2,4 + 93,6
0. 4, S 0 .5- :a., .g..9.-.2.
... + 0,2 + 0,3 - 0,2 + 0,2 + 0,4 - 3,6 + 2,9 + 0,1 + 0,5 - 1,5 - 1,3 + 0,8 - - 2,4
(15)
= (
6)
+ (7
) +
(1
3) +
(19
).
Totaal van de vorderingen +52,0 + 1,7 + 3,7 + 2,4 - 0,3 +59,6 + 9,4 +51,4 + 5,0 +11,8 + 7,9 +16,1 +92,3 + 3,0 +164,3
16.
17.
Totaal
Saldo der
van de schulden [kolom (15)]
vorder.(+)en der schuld.(-)[(15)-(16)]
+28,5
+23,5
+ 3,1
- 1,4
+18,1
-14,4
+ 8,5
- 6,1
- 0,7
+ 0,4
1 +57,6
+ 2,0
+15,6
- 6,2
+50,3
+ 1,1
+ 5,2
- 0,2
+10,9
+ 0,9
+10,8
- 2,9
+16,4
- 0,3
+93,6
- 1,3
- 2,4
+ 5,4
+164,3
•••
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk ge ijk aan de som van de posten. • Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Gemeentekrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationa e Kas voor Beroepskrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvighe d), Kredietverenigingen van de Nationale Kas voo
Beroepskrediet (voor hun niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, Herdiscontering- en Waarborginstituut (voor zijn bedrijvig beid gefinancierd met behulp van niet-monetaire middelen), Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (ezel. haar levensverzekeringskas), Huisvestingsfonds en Studiefonds van de Bond der Grote Gezinnen.
1 Voor de jaren 1958 tot 1960, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1963.
XII - 3. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1961
Totalen per sector
(Miljarden franken)
Bedrijven
en
particulieren
(1)
Parastatale
bedrijven
(2)
Staat
(Schatkist)
(3)
Overheide-
sector
niet elders
vermeld
(4)
Sociale
verzekering
(5)
Niet-
financiële
nationale
sectoren
(6) = (1) tot (5)
Buitenland
(7)
samen
Geld- scheppende
instellingen
(8)
Rentenfonds
(9)
Spaarkassen,
hypotheek-
en kapitali-
satiemaat-
(10)
Instellingen voor
verzekering op het leven
en tegen arbeids-
opng„esviaolelej ,
fondsen
(11)
Niet-geld-
scheppende
openbare
krediet-
instellingen
(121
Financiële
instellingen
samen
(13) ---- (8) tot (12)
Niet
bepaalde
sectoren
en aan-
passingen
(14)
Totaal
van de
schulden
(1 5) ___.
( 6) -t. (7 ) -I- (13) -I-
(14)
1. Bedrijven en particulieren 23,2 1,1 1,6 0,2 7,9 33,9 0,2 59,4 - 81,2 46,5 79,4 266,4 7,8 308,3
2. Parastatale bedrijven 19,6 0,5 4,5 0,4 ... 25,0 7,8 4,5 0,6 4,6 8,6 3,6 21,9 0,3 55,0
3. Staat (Schatkist) 107,3 3,6 - 4,3 1,6 116,8 45,7 149,7 4,9 35,4 39,4 19,7 249,0 8,8 420,4
4. Overheidssector niet elders ver- meld 16,9 5,1 3,7 0,1 ... 25,9 0,5 3,9 1,2 4,3 13,4 45,3 68,2 3,6 98,1
5. Sociale verzekering 12,1 ... 2,3 ... ... 14,4 ... ... ... 0,6 ... 0,6 1,1 16,1
6. Niet-financiële nationale sectoren samen 179,1 10,3 12,0 5,0 9,6 216,0 54,2 217,5 6,7 125,4 108,6 148,0 606,2 21,5 897,9
7. Buitenland 9,0 1,1 23,8 • • • ... 33,9 - 113,1 0,9 1,4 3,9 3,1 122,5 0,3 156,7
8. Geldscheppende instellingen 277,3 2,7 3,6 10,3 0,6 294,5 35,3 12,0 5,8 2,2 1,4 0,4 21,8 8,5 360,2
9. Rentenfonds - • • • 2,8 • • • • • • 2,8 • • • 11,0 - • • • • • • • • • 11,0 0,1 13,9
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapi- talisatiemaatschappijen 130,5 0,6 . . . . . . 3,4 134,5 ... 0,2 ... 0,1 0,6 0,2 1,2 2,2 137,9
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongeval- len, pensioenfondsen 146,1 . . . 0,6 ... 1,1 147,7 0,1 0,9 ... 0,1 5,8 ... 6,9 1,8 156,5
12. Niet-geldscheppende openbare kre- dietinstellingen 71,4 0,5 10,3 3,3 1,5 87,1 2,6 7,3 0,9 17,6 24,2 0,5 50,4 5,7 145,8
13. Financiële instellingen samen 625,4 3,8 17,3 13,6 6,6 666,7 38,1 31,3 6,7 19,9 32,1 1,1 91,2 18,2 814,2
14. Niet bepaalde sectoren en aanpas- singen - 4,2 2,4 1,3 - 1,5 - 1,3 - 3,2 4,2 9,9 0,5 1,0 - 0,8 - 3,2 7,4 - 8,4
15. Totaal van de schulden 809,2 17,7 54,4 17,1 14,9 913,3 96,5 371,8 14,8 147,8 143,9 149,1 827,4 40,0 1.877,2
16. Saldo van de vorderingen en schulden --1- 500,9 - 31,3 - 366,0 - 81,0 - 1,2 + 15,4 - 60,2 + 11,6 -j- 0,9 -I- 9,9 - 12,6 -I- 3,3 + 13,2 + 31,6 -
XIII. - GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN
1. - GEZAMENLIJKE BALANSEN VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken'
Einde periode
Geld- hoeveel-
held
(1)
Quasi-monetaire liquiditeiten Totaal van de
geldhoe- veelheid en van
de quasi- monetaire
liquiditeiten
(5) = (1) tot (4)
landee dee
Goud- voorraad en netto- deviezen-
positie
(6)
Vorderingen op de overheid
Discontokredieten, voor- schotten en accept-
i kredieten aan bedrijven particulieren en p
gevestigd in België Obligatie- leningen van de
deposito- banken
(13)
Vorderingen en schulden
tegenover niet geld-
scheppende financiële
instellingen
(14)
Diversen 2
(15)
In handen van de bedrijven en particulieren
In handen van de
Schatkist
(4)
Vorderingen op de Staat
(7)
vorderingen Netto- rderingen op het Renten-
fonds
(8)
Vorderingen op de andere
openbare besturen 6
(9)
Totaal
(10) = (7) tot (9)
Gefinan-cierd
door de geldschep-
pende instel-
lineen (11)
1'°g en
pro memorie :
gefinan- cierd door en. buiten
de ge 1- scheppende
(12)
Deposito' s 1 in Belgische
franken
(2)
Deposito's in buiten-
geldsoorten (3)
1958 Juni September 3 December
1959 Maart Juni September December
1960 Maart Juni September December
1961 Maart Juni September December
1962 Maart Juni September December
1963 Maart Juni 5 (IA
206,1 202,0 209,5
209,7 214,0 209,6 216,3
212,5 219,9 214,2 220,4
222,6 226,8 228,6 237,4
236,3 245,0 246,7 254,5
262,6 273,2
25,0 26,9 27,4
30,1 29,2 30,9 31,5
36,1 33,5 33,7 34,7
37,5 38,0 41,1 43,6
47,5 47,9 50,4 48,5
50,7 51,3
2,5 2,6 2,6
3,3 3,1 3,1 4,3
4,8 5,8 8,0 7,2
7,9 7,9 8,4 8,0
8,2 7,9 8,0 7,4
7,4 8,3
0,5 0,5 0,6
0,7 0,7 0,6 0,5
0,5 0,3 0,3 0,2
0,1 0,1 ... ...
0,1 ... ... ...
0,1 ...
234,1 232,0 240,1
243,8 247,0 244,2 252,6
253,9 259,5 256,2 4 262,5 4
268,1 4 272,8 4 278,1 4 289,0
292,1 300,8 305,1 310,4
320,8 332,8
66,2 70,1 72,1
70,3 69,7 71,2 70,7
72,8 74,5 67,2 74,8
73,3 68,2 70,9 77,8
84,6 82,4 80,9 80,5
83,8 84,4
125,0 120,4 126,4
129,5 129,6 128,0 132,4
133,6 136,2 142,7 135,9
143,6 149,3 154,3 147,4
147,3 151,9 154,8 149,0
159,8 164,5
2,0 3,7 4,1
3,9 5,0 2,0 4,6
2,0 2,1 3,9 5,8
4,0 4,1 3,4 5,2
3,2 4,4 5,8 7,0
7,2 7,5
2,2 1,7 2,1
2,9 3,9 4,0 4,0
4,3 4,5 3,7 4,7
4,2 4,7 4,2 6,1
5,6 5,5 6,6 7,7
6,0 6,4
129,2 125,8 132,6
136,3 138,5 134,0 141,0
139,9 142,8 150,3 146,4
151,8 158,1 161,9 158,7
156,1 161,8 167,2 163,7
173,0 178,4
45,7 43,5 43,8
45,2 44,8 45,1 48,1
48,5 49,2 48,8 53,0
51,4 54,1 54,6 61,2
61,7 63,5 66,8 72,9
74,5 78,7
58,3 55,8 56,3
55,9 55,8 55,9 59,6
60,1 61,2 60,0 65,4
64,5 67,3 69,7 75,2
73,9 77,8 78,6 86,7
88,6 92,5
- 5,8 - 6,3 - 6,6
- 6,8 - 6,9 - 6,9 - 6,9
- 6,9 - 7,0 - 7,2 - 7,6
- 7,9 - 8,2 - 8,4 - 8,6
- 9,1 - 9,8 -10,4 -11,1
-11,1 --11,2
+ 3,0 + 3,6 + 4,1
+ 4,4 + 4,7 + 5,3 + 5,1
+ 5,6 + 5,6 + 5,3 + 4,9
+ 5,4 + 6,1 + 6,3 + 6,8
+ 7,0 + 8,9 + 9,0 A-10,1
1-10,3 A-10,2
- 4,2 - 4,7 - 5,9
- 5,6 - 3,8 - 4,5 - 5,4
- 6,0 - 5,6 - 8,2 - 9,0
- 5,9 - 5,5 - 7,2 - 6,9
- 8,2 - 6,0 - 8,4 - 5,7
- 9,7 - 7,7
Nieuwe reeks 5
Juni September December
1964 Maart
272,3 267,8 279,0 274,3
51,3 53,1 55,0 58,3
8,2 8,4 9,1
10,1
...
..•
••.
331,8 329,3 343,1 342,7
81,6 79,1 77,6
v 77,1
167,6 166,6 171,7
v 174,6
to C
r, .ct, -
-
t— c.0
t— t-
5,0 5,1 5,8
v 4,9
180,1 178,6 184,9
v 186,5
79,0 82,2 91,1 90,3
92,8 95,7
104,1 107,6
-11,2 -11,3 -11,4 --11,2
A-10,2 +10,1 A-11,0
v4- 9,9
- 7,9 - 9,4 -10,1
V- 9,9
1 Deze deposito's omvatten de termijndeposito's en de spaarboekjes. 2 Deze rubriek omvat voornamelijk het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van het Muntfonds, van de niet elders ingedeelde vorderingen op en schulden tegenover ingezetenen, de salderingsrekeningen, de
verschillen tussen de vastleggingen en participaties eensdeels en de eigen middelen anderdeels. Zij omvat, daarenboven, tot 8u juni 1963 (oude reeks) het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van de N.R.B.R. 3 Dank zij een nieuwe indeling werden, sedert augustus 1958, de rekeningen op meer dan een maand van de financiële maatschappijen bij de banken niet meer opgenomen onder de rubriek s Geldhoeveelheid s doch onder de
rubriek e Quasi-monetaire liquiditeiten in handen van de bedrijven en particulieren : deposito's in Belgische franken 4 In beginsel zouden de deposito's van de Kongolese ingezetenen in de Belgische banken niet moeten opgenomen worden in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten. De toepassing van dit beginsel stuit op statistische
moeilijkheden. Zo waren tot einde juli 1960 de deposito's bij de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen niet-bankiers in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten begrepen; zij werden eruit verwijderd voor een bedrag van F 0,2 miljard in augustus en F 0,7 miljard in september doch deze bedragen werden er nadien gedeeltelijk weder in opgenomen en wel ten belope van F 0,3 miljard in november en december 1960, en van aan-vullende bedragen van F 0,2 miljard in januari en februari 1961. F 0,1 miljard in september 1961 en F 0,2 miljard in oktober 1961.
5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar liet artikel Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) s opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177.
6 Incl. de vorderingen op de pensioenfondsen. N. B. - Voor de wijze van opstelling van deze tabel, zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXIVe jaargang, deel II, nr 6, december 1949 - XXXe jaargang, deel II, nr 5, november 1955 - XXXIIIe jaargang,
deel II, nr 5, november 1958 - XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963. - Voor de indeling van de e Geldhoeveelheid s, zie tabel 4, hoofdstuk XIII. - Voor de indeling van de « Goudvoorraad en nettodeviezenpositie s, zie tabel 5, hoofdstuk XIII.
XIII - 2. - DE BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE, DE GELDSCHEPPENDE OPENBARE INSTELLINGEN EN DE DEPOSITOBANKEN
a) - Nationale Bank van België - Activa - Driemaandelijkse cijfers (Miljarden franken)
31-3-60 30-6-60 30-9-60 31-12-60 31-3-61 1 30-6-61 30.9-61 31-12-61 31-3-62 30-6-62 30-9-62 31-12-62 31-3-63 30-6-63 130-9-6.4 31-12-63 31-3-64
A. Vorderingen op het buitenland :
1. 0-oud 59,1 59,5 54,7 58,5 56,6 53,7 58,3 62,4 64,9 66,8 67,1 68,3 68,6 68,6 68,4 68,6 68,8 2. Deelneming in het I.M.F. 4,4 4,4 4,4 4,4 4,4 4,4 7,4 8,0 7,2 7,5 6,7 6,7 6,7 6,5 7,0 7,0 8,2 3. Obligaties 0,1 0.1 0,1 0.1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken ... ... 0,6 2,4 0,9 2,7 1,2 2,4 0,3 2,3 0,8 3,8 3,0 3,1 3,8 4,1 3,0 5. Vordering op de E.B.U. 1 5,5 5,5 4,1 3,5 3,1 2,4 0,7 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 6. Andere :
a) in deviezen 2 5,6 7,8 6,2 12,6 15,5 19,9 19,3 20,4 18,2 13,4 14,3 12,8 17,8 19,5 19,6 21,6 20,9 b) in 13elgische franken 2 0,1 ... 0,4 ... ... 0,2 ... 0,1 ... ... 0,1 ... ... 1,5 1,5 1,5 1,5
7. Statistische aanpassing - - - - - - - - - - - - - - - - - Totaal van de vorderingen op het buitenl. 74,8 77,3 70,5 81,5 80,6 83,4 87,0 93,8 91,1 90,4 89,4 92,0 96,4 99,5 100,5 103,0 102,6
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 0,7 0,7 0,7 0,6 0,7 0,6 0,6 0,5 0,6 0,5 0,4 0,3 0,4 0,3 0,3 0,2 0,3 2. Andere :
a) op de Nationale Bank van België - - - - - - - - - - - - h) op de openbare instellingen ... ... ... ... ... ... 0,1 0,1 0,2 ... ... c) op de depositobanken 1,7 0,1 ... ... ... 1,3 0,3 0,2 1,5 0,3
C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
9,0 8,4 9,4 6,0 8,4 7,2 9,7 6,5 6,4 8,1 9,9 5,2 8,8 9,9 8,2 9,3 9,6
-- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 2,3 2,3 2,2 2,3 2,2 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2;3 2,3 2,3 2,3 2,3 - overige 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0
2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
- - - - - - - - - - -
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . ... 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 - overige - - - - - - - - - - - - - - - - -
3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten ... ... 1,2 1,0 ... ... ... 0,2 ... ... ... 2,7 0,1 ... 0,5 1,7 ... b) handelspapier 2,5 2,4 3,5 3,4 2,8 2,1 1,7 2,5 2,0 1,7 1,7 3,6 2,4 2,5 1,5 3,5 3,0 c) voorschotten d) obligaties :
0,1 0,4 . . . ... ... ... ... .. ... ... ... ... ... ... ... ... ...
- verkrijgbaar door elke belegger ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... - overige - - - - - - - - - - -
4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar ... ... ... ... ... ... ... 0,6 - - - -
5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
... ... ... ...
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . ... ... ... . • . • • . ... ... ... • • . • • • - overige - - - - - - - - - - - - -
D. Andere 6,5 8,4 12,5 22,0 25,6 26,6 28,6 28,6 27,0 23,6 22,6 19,9 29,2 33,4 35,0 37,0 36,5
TOTAAL DER ACTIVA 129,9 134,0 136,2 150,9 154,4 156,4 164,0 168,6 163,6 160,8 160,5 162,7 174,5 182,4 184,2 192,3 188,6
t Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.E 6. 2 Voor de data vffir 80 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek • 6a) in buitenlandse valuta's s uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek • Ob) in Belgische franken no niet enkel
betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
a) - Nationale Bank van België - Passiva - Driemaande]ijkse cijfers (Miljarden franken)
31-3-60 30-6-60 30-9-60 31-12-60 31-3-61 30-6-61 30-9-61 31-12-61 31-3-62 30-6-62 30-9-62 31-12-62 31-3-63 30-6-63 30-9-63 31-12-63 31-3-64
A. Verplichtingen aan het buitenland :
1. I.M.F. 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
2. E.B.U. 0,1 0,1 -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --
3. Andere : a) in deviezen ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
b) in Belgische franken 1 0,5 0,7 0,6 0,8 0,6 0,5 0,8 0,9 0,4 0,6 0,5 0,8 0,8 0,6 0,8 0,6 0,6
4. Statistische aanpassing -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --
Totaal der verplichtingen aan het buitenland 0,8 1,0 0,8 1,0 0,8 0,7 1,0 1,1 0,6 0,8 0,7 1,0 1,0 0,8 1,0 0,8 0,8
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2 2,0 2,2 2,0 2,4 2,2 2,1 2,1 2,4 2,3 2,4 2,3 2,6 2,5 2,5 2,6 2,8 3,2
2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --
b) aan de openbare instellingen ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
c) aan de depositobanken 1,8 0,4 0,3 1,0 1,8 0,2 0,4 4,0 2,5 0,1 0,1 1,6 2,2 0,1 0,1 2,3 1,4
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Chartaal geld 3 113,9 117,1 118,5 121,7 120,4 122,6 123,8 126,7 125,5 129,7 131,0 135,9 138,0 143,8 144,1 147,7 145,4
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particu-
lieren 4 0,3 0,4 0,5 0,7 0,5 0,4 0,4 0,6 0,4 0,4 0,4 0,5 0,3 0,3 0,3 0,5 0,5
b) aangehouden door de overheid -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -
8. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particu-
lieren : -- deposito's in Belgische franken op meer
dan één maand -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -
- deposito's in Belgische franken op depo-sitoboekjes -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --
-
- deposito's in deviezen - -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --
b) aangehouden door de Schatkist 0,5 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,1 ... 0,1 ... ... ... ••• .•• •.• ••• •..
4. Obligatieleningen -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --
5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds 2,7 2,9 ... ... 1,6 1,9 6,4 3,2 3,2 2,1 1,7 ... -- -- -- -- -
b) tegenover de parastatale kredietinstellingen - - - - - - - - - - - - - - - - -
c) tegenover de Schatkist - - - - - - - - - - - - - - - - -
D. Andere 7,9 9,7 13,8 23,9 26,9 28,3 29,8 30,6 29,0 25,3 24,3 21,1 30,5 34,9 36,1 38,2 37,3
TOTAAL DER PASSIVA 129,9 134,0 136,2 150,9 154,4 156,4 164,0 168,6 163,6 160,8 160,5 162,7 174,5 182,4 184,2 192,3 188,6
1 Incl. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere internationale instellingen dan het I.M.F. en de E.B.U. 2 Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 3 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank.
Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Rentenfonds hetwelk onder C5a voorkomt.
a) - Nationale Bank van België - Activa - Maandelijkse cijfers (Miljarden franken)
31-8-62 30-9-62 31-10-62 30-11-62 31-12-62 31-1-63 28-2-63 31-3-63 30-4-63 31-5-63 30-6-63 31-7-63 31-8-63 30-9-63 31-10-63 30-11-63 31-12-63 31-1-64 29-2-64 31-3-64
A. Vorderingen op het buitenland :
1. Goud 67,1 67,1 67,1 67,0 68,3 68,1 68,2 68,6 68,6 68,6 68,6 67,7 68,2 68,4 68,3 68,3 68,6 68,6 68,7 68,8 2. Deelneming in het I.M.F. 6,7 6,7 6,7 6,7 6,7 6,7 6,7 6,7 6,7 6,7 6,5 6,8 6,8 7,0 7,1 7,1 7,0 7,1 7,1 8,2 3. Obligaties 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 0,3 0,8 2,0 3,0 3,8 3,5 1,6 3,0 2,7 2,3 3,1 5,0 4,2 3,8 4,0 3,0 4,1 3,1 1,5 3,0 5. Vordering op de E.B.U. 1 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 6. Andere :
a) in deviezen 2 14,2 14,3 13,7 13,1 12,8 14,4 15,7 17,8 19,0 19,4 19,5 20,3 20,2 19,6 20,9 21,5 21,6 21,2 21,0 20,9 b) in Belgische franken 2 ... 0,1 ... ... ... ... ... ... ... 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5
7. Statistische aanpassing -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -
Totaal van de vorderingen op het buitenl. 88,7 89,4 89,9 90,2 92,0 93,0 92,5 96,4 97,3 98,8 99,5 101,5 101,1 100,5 102,0 101,6 103,0 101,7 100,0 102,6
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 0,4 0,4 0,4 0,4 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 0,3 0,3 0,3 2. Andere :
a) op de Nationale Bank van België - - - - - - - - - - - - - -- - - - - - -
b) op de openbare instellingen ... ... ... 0,3 ... ... ... 0,1 ... 0,1 0,1 0,3 ... 0,2 0,2 ... ... 0,7 0,2 ... c) op de depositobanken ... ... ... 1,5 1,3 0,1 ... 0,3 ... ... 0,2 1,1 0,4 1,5 0,8 0,3 0,3 1,0 0,9 ...
C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
10,0 9,9 9,5 4,6 5,2 7,3 9,2 8,8 8,6 9,3 9,9 6,1 9,2 8,2 8,0 9,2 9,3 6,4 7,8 9,6
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,4 2,4 2,3 - overige 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0
2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
- - -- - - - -- -- -- - - - - -- - - - - - -
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 - overige - - - - -- - - - -- - - - - -- - - - - - -
3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier 1,6 1.7 1,7 1,6 3,6 2,5 2,4 2,4 2,2 2,1 2,5 3,1 2,4 1,5 1,9 1,7 3,5 3,1 3,2 3,0 c) voorschotten d) obligaties :
... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
- verkrijgbaar door elke belegger 0,1 ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
- overige - - -- - - -- -- - -- - - - - -- - - - - - - 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één
jaar - - - - 5. Op de parastatale kredietinstellingen :
a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
0,4 ... 0,5 1,0 0,6 0,3 ... 0,3 0,3 0,3 ... 0,1 ... ... ... 0,5 0,8 0,7 0,2 ...
- obhg. verkrijgbaar door elke belegger . ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
- overige - - -- - - - -- - - - - - - -- - - - - - -
D. Andere 23,9 22,6 21,6 19,5 19,9 21,5 26,6 29,2 30,5 31,6 33,4 33,9 34,0 35,0 35,2 36,4 37,0 36,2 37,2 36,5
TOTAAL DER ACTIVA 161,6 160,5 160,1 156,3 162,7 161,6 167,6 174,5 175,8 179,0 182,4 183,9 183,9 184,2 185,2 186,5 192,3186,7 186,4 188,6
1 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B U. S Voor de data vódr 80 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek • 6a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek • eb) in Belgische franken • niet enkel
betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechte geringe bedragen.
a) - Nationale Bank van België - Passiva - Maandelijkse cijfers (Miljarden franken)
31-8-62 30-9-62 31-10-62 30-11-62 31-12-62 31-1-63 28-2-63 31-3-63 30-4-63 31-5-63 30-6-63 31-7-63 31-8-63 30-9-63 31-10-63 30-11-63 31-12-63 31-1-64 29-2-64 31-3-64
A. Verplichtingen aan het buitenland :
1. I.M.F. 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
2. E.B.U. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 3. Andere :
a) in deviezen ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... b) in Belgische franken 1 0,6 0,5 0,7 0,6 0,8 0,7 0,7 0,8 0,6 0,5 0,6 0,4 0,7 0,8 0,6 0,6 0,6 0,6 0,7 0,6
4. Statistische aanpassing - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Totaal der verplichtingen aan het buitenland 0,8 0,7 0,9 0,8 1,0 0,9 0,9 1,0 0,8 0,7 0,8 0,6 0,9 1,0 0,8 0,8 0,8 0,8 0,9 0,8
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2 2,3 2,3 2,3 2,2 2,6 2,4 2,4 2,5 2,5 2,4 2,5 2,5 2,3 2,6 2,5 2,4 2,8 2,4 2,5 3,2
2. Andere : - a) aan de Nationale Bank van België - - - - - - - - - - - - - - b) aan de openbare instellingen ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... c) aan de depositobanken 0,1 0,1 0,1 0,1 1,6 0,1 0,1 2,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 2,3 0,1 0,1 1,4
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Chartaal geld 3 130,8 131,0 132,2 131,8 135,9 134,7 136,9 138,0 139,7 141,8 143,8 144,7 144,7 144,1 144,5 144,7 147,7 145,3 145,6 145,4
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particu-
lieren 4 0,4 0,4 0,4 0,3 0,5 0,3 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,2 0,3 0,5 0,3 0,4 0,5
b) aangehouden door de overheid - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particu-
lieren : - deposito's in Belgische franken op meer
dan één maand - - - - - - - - - - - - - - - - deposito's in Belgische franken op depo-
sitoboekjes - - - - - - - - - - - - - - - - deposito's in deviezen - - - - - - - - - - - - - - - -
b) aangehouden door de Schatkist ... ... .. . ••. ... ••• ••• ••• ••• ••• ••• ... ••• ••• ... - - ••• ... 4. Obligatieleningen - - - - - - - - - - - - - - - - 5. Andere :
a) tegenover het Rentenfonds 2,0 1,7 0,8 ... ••• - - - - - - - - - - - - - b) tegenover de parastatale kredietinstellingen - - - - - - - - - - - - - - - - - - c) tegenover de Schatkist - - - - - - - - - - - - - - - -
D. Andere 25,2 24,3 23,4 21,1 21,1 23,2 27,0 30,5 32,4 33,7 34,9 35,6 35,6 36,1 37,1 38,2 38,2 37,8 36,9 37,3
TOTAAL DER PASSIVA 161,6 160,5 160,1 156,3 162,7 161,6 167,6 174,5 175,8 179,0 182,4 183,9 183,9 184,2 185,2 186,5 192,3 186,7 186,4 188,6
1 Incl. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere internationale instellingen dan het I.M.F. en de E.B.U. 2 Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 3 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Bentenfonds hetwelk onder C5a voorkomt.
b) - Geldscheppende openbare instellingen - Activa - Driemaandelijkse cijfers (Miljarden franken)
31-3-60 30-6-60 30-9-60 31-12-60 31-3-61 30-6-61 30-9-61 31-12-61 31-3-62 30-6-62 30-9-62 31-12-62 31-3-63 30-6-63 30- 6 63 - 2 30-9-63 31-12-63 1 31-3-64
A. Vorderingen op het buitenland :
1. Goud - - - - - - - - - - - - 2. Deelneming in het I.M.E. - - - - - - - - - - - - 3. Obligaties - - - - - - - - - - - - - - - - - - 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 1,2 1,4 0,9 0,4 1,7 1,2 1,6 0,5 0,4 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 ... 0,2 0,1 5. Vordering op de E.B.U. - - - - - - - - - - - - - - - - - - 6. Andere :
a) in deviezen - - - - - - - - - - - - b) in Belgische franken - - - - - - - - - - - -
7. Statistische aanpassing - - - - - - - - - - - - - - - - - - Totaal van de vorderingen op het buitenl. 1,2 1,4 0,9 0,4 1,7 1,2 1,6 0,5 0,4 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 ... 0,2 0,1
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten ... ... ... ... ... ... 0,1 0,1 ... ... ... 0,1 0,1 0,1 2. Andere :
a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken
... ... ... ... ... .. ... ... ... ... ... ...
C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
29,2 30,9 32,0 34,4 33,2 33,4 34,2 34,0 34,9 36,6 36,8 37,5 40,0 41,2 41,2 40,2 44,3 42,9
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 4,8 4,9 4,9 5,1 5,1 5,1 5,1 5,1 5,2 5,2 5,1 5,3 5,5 5,5 5,6 5,7 5,7 5,7 - overige - - - - - - - - - - - - - - - - - -
2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
2,1 1,9 0,9 2,1 1,5 2,1 1,6 3,4 2,6 2,5 3,2 4,5 3,3 3,4 3,4 3,4 4,3 3,1
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,1 0,2 0,1 ... ... ... ... - overige - - - - - - - - - - - - - - - - - -
3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten 1,1 2,1 0,4 0,4 0,8 1,2 0,8 1,8 0,1 0,5 0,2 0,1 0,2 0,1 0,1 0,1 0,5 0,2 b) handelspapier 0,4 0,4 0,4 0,3 0,6 0,6 0,5 0,5 0,6 0,7 0,7 0,9 0,8 0,7 0,7 0,8 0,8 0,9 c) voorschotten d) obligaties :
0,1 .. ... ... ... 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
- verkrijgbaar door elke belegger - - - - - - - - - - - _ - overige - - - - --. - - -
4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar ... ... ... ... ... ... - - - - _
5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
- - - - - - - - - - - -
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige
... 0,2
• • . 0,2
. • • 0,2
.. • 0,2
• .. 0,2
• • • 0,2
• • • 0,2
• • 0,2
. • • 0,2
• • • 0,1
• • . 0,1
... 0,1
• • • 0,1
• • • 0,1
... 0,1
... 0,1
• • . 0,1
.. , 0,1
D. Andere 3,4 3,9 3,5 2,8 3,7 3,6 4,4 5,0 4,8 4,6 4,7 4,7 5,0 5,2 4,5 3,1 3,1 3,6
TOTAAL DER ACTIVA 42,5 45,8 43,5 46,2 147,0 47,6 48,6 51,1 49,1 50,8 51,4 53,8 55,3 56,9 56,2 53,6 59,3 56,9
1 Bestuur der Postehecks, Belgisch Muntfonds (activa op korte termijn en obligaties), Nationale Kas voor Beroepskrediet (activa op korte termijn), Gemeentekrediet van Belgié (activa die de tegenwaarde vormen van de direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Herdiscontering- en Waarborginstituut (activa gefinancierd door een beroep op de geldscheppende instellingen). Met betrekking tot het Belgische Muntfonds is de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa opgenomen in rubriek « D - Andere Wat de Nationale Kas voor Beroepskrediet betreft werd de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa tot 30 juni 1963, oude reeks. opgenomen in de rubriek • D - Andere »; van 30 juni 1963 af, nieuwe reeks, is deze tegenwaarde ondergebracht in de rubriek : C5a - Vorderingen op de parastatale kredietinstellingen - op ten hoogste één jaar
2 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel Geldscheppende instellingen - Herziening ran sommige statistische gegevens (hoofdstuk =I) • opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVILle jaargang, deel II, nr 3, september 1983, blz. 174-177.
b) - Geldscheppende openbare instellingen 1 - Passiva - Driemaandelijkse cijfers (Miljarden franken)
31-3-60 30-6-60 30-9-60 31-12-60 31-3-61 30-6-61 30-9-61 31-12-61 31-3-62 30-6-62 30-9-62 31-12-62 31-3-63 30-6-63 30- 6 -63
5 30-9-63 31-12-63 31-3-64
A. Verplichtingen aan het buitenland :
1. W.M.F. • 2. È.B.U.' 3. Andere :
a) in deviezen
- -
-
- -
-
-
- - -
- -
-
-
- -
- -
-
- -
- - - -
- -
-
- -
- - -
b) in Belgische franken 0,8 0,9 0,7 1,5 1,3 1,3 1,3 2,0 2,0 2,0 2,0 1,9 2•,6 2,6 2,6 2,5 3,1 3,1
4. Statistische aanpassing - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Totaal ' der verplichtingen aan het buitenland 0,8 0,9 0,7 1,5 1,3 1,3 1,3 2,0 2,0 2,0 2,0 1,9 2,6 2,6 2,6 2,5 3,1 3,1
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1.,Munten en biljetten 2 0,7 0,7 0,7 0,6 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0,5 0,4 0,3 0,4 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3
2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen
0,4 0,1 0,1 0,1 0,1 ... ...
.e) aan de depositobanken 2,1 1,5 2,2 2,8 2,1 1,5 2,1 1,8 0,8 1,0 0,9 2,6 0,7 0,6 0,6 0,5 3,3 2,3
• C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Chartaal geld 3 4,9 5,0 5,1 5,2 5,1 5,3 5,3 5,5 5,5 5,6 5,7 5,8 5,8 5,9 5,9 6,0 6,0 6,0
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particu-
lieren 4 25,5 26,8 25,6 28,2 27,2 28,6 28,5 29,5 29,3 30,6 31,1 32,4 33,2 34,6 33,9 32,6 34,1 33,8
b) aangehouden door de overheid 7,5 8,2 8,6 7,3 8,7 8,4 9,6 10,0 9,6 10,4 11,0 10,6 12,5 12,7 12,7 11,2 12,1 11,3
3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particu-
' lieren - deposito's in Belgische franken op meer
danéén maand - - - - - - - - - -
- deposito's in Belgische franken op depo-sitoboekjes - - - - - - - - - -
- deposito's in deviezen - - - - - - - - - -
b). aangehouden door de Schatkist - - - - - - - - - -
I. Obligatieleningen - - - - - - - - - -
5...Andere : a) tegenover het Rentenfonds 0,9 2,5 ... 1,9 1,9 1,1 1,8 1,1 0,7 0,3 0,1 - - - -
b) tegenover de parastatale kredietinstellingen ... • • . • • • ... ... 0,1 .. 0,3 ... ... 0,1 ... 0,1 0,1 0,3 0,3 ...
c) tegenover de Schatkist - - - - - - - - - - - - -
D. Andere 0,1 0,2 0,2 0,3 ... ..• • • • ... ... • .. -.. ... ... ... ...
TOTAAL DER PASSIVA 42,5 45,8 43,5 46,2 47,0 47,6 48,6 51,1 49,1 50,8 51,4 53,8 55,3 56,9 56,2 53,6 59,3 56,9
1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds (munten en biljetten, Kas voor Beroepskrediet (direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Gemeentekrediet van België (direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva),
Herdiscontering- en Waarborginstituut (passiva t.o.v. geldscheppend instellingen). 2 Alleen de munten en biljetten in de banden van de Nationale Bank van België. 3 De cijfers zijn overschat voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden.
d Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen, behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. 2 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel ■ Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) ■ opgenomen
in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177.
c) - Depositobanken - Activa - Driemaandelijkse cijfers (Miljarden franken)
21-3-60 80-8-60 80-9-80 31-12-60 31-3-81 30-6-61 30-9-61 31-12-61 31-3-62 30 -e-e2 30-9-82 31-12-62 31-3-63 843-6-613 80-61 -68 I 30-9-63 1 31-12-63 31-3-64
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. Deelneming in het I.M.F. -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
3. Obligaties 0,7 1,0 0,9 0,9 1,2 1,3 1,3 1,5 1,3 1,2 1,1 1,1 1,1 1,1 0,7 0,8 0,9 v 0,9 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 0,9 0,8 0,5 0,5 0,6 0,5 0,7 0,6 2,2 2,2 2,1 0,8 1,1 2,1 2,1 1,7 1,2 1,6 5. Vordering op de E.B.U. -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --
-
6. Andere : a) in deviezen 2 9,4 10,4 12,4 11,8 12,2 14,0 14,2 15,2 16,0 15,7 16,3 19,5 19,3 23,9 24,0 25,4 23,4 v28,5 b) in Belgische franken 2 2,2 2,3 2,8 2,4 2,2 2,4 2,3 1,9 2,2 2,5 2,2 2,2 3,3 3,4 3,8 4,1 4,0 4,5
7. Statistische aanpassing -0,7 -0,3 -0,3 -0,9 -0,5 -0,2 -0,3 -0,4 A-0,3 -0,4 4-0,6 +0,1 +0,7 -0,1 -- -- -- -- Totaal van de vorderingen op het buitenl. 12,5 14,2 16,3 14,7 15,7 18,0 18,2 18,8 22,0 21,2 22,3 23,7 25,5 30,4 30,6 32,0 29,5 v35,5
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2,0 2,2 2,0 2,4 2,2 2,1 2,1 2,3 2,2 2,3 2,2 2,6 2,5 2,5 2,5 2,6 2,8 3,1 2. Andere :
a) op de Nationale Bank van België 1,8 0,4 0,3 1,0 1,8 0,2 0,4 4,0 2,5 0,1 0,1 1,6 2,2 0,1 0,1 0,1 2,3 1,4 b) op de openbare instellingen 2,1 1,5 2,2 2,8 2,1 1,5 2,1 1,8 0,8 1,0 0,9 2,6 0,8 0,5 0,5 0,4 3,3 2,3 c) op de depositobanken 2,2 2,1 1,7 2,1 2,3 2,7 3,7 3,0 3,4 3,2 3,4 3,3 4,2 4,1 3,7 5,9 4,7 5,3
C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
33,1 35,0 39,4 32,9 39,0 45,6 46,8 42,1 39,0 39,4 39,0 14,4 19,1 22,1 22,1 24,0 22,4 v25,5
-- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 18,1 17,6 17,7 18,0 18,3 19,3 19,7 20,7 22,9 23,6 25,0 28,5 29,9 29,2 32,2 32,0 32,3 v32,6 -- overige 3,1 3,1 3,1 3,2 3,2 2,4 2,4 2,8 2,6 2,6 2,7 21,9 20,2 20,3 20,3 20,3 21,3 v22,0
2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
- - - - -- - - - - - --- -- -- -- - - -
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 1,5 1,6 1,7 1,5 1,6 1,5 1,4 1,4 1,6 1,6 1,9 1,8 1,2 1,6 0,3 0,4 0,3 v 0,3 - overige 0,7 0,8 0,8 0,8 0,9 0,9 0,9 0,9 1,0 1,0 1,1 1,1 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 v 1,2
3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten 1,0 0,8 0,6 1,4 1,2 1,1 1,5 2,1 3,8 4,1 5,1 3,0 3,5 4,9 4,9 4,3 3,9 3,8 b) handelspapier 18,6 17,2 17,0 20,3 19,6 21,0 22,0 24,1 25,1 25,4 27,2 26,9 32,2 32,9 33,4 35,1 38,1 38,8 c) voorschotten d) obligaties :
24,8 25,9 25,6 26,2 26,4 28,1 28,1 30,0 30,0 31,1 31,8 35,6 35,1 37,5 37,3 39,7 42,4 43,5
- verkrijgbaar door elke belegger 2,0 1,9 1,6 1,6 1,9 2,0 2,0 2,3 2,4 2,9 2,9 2,7 2,7 2,9 2,2 2,1 2,1 v 1,9 - overige 0,3 0,3 0,3 0,3 0,7 1,0 1,0 1,0 0,9 0,9 0,9 1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,0 v 1,1
4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 6,1 7,5 3,9 5,8 8,4 10,0 11,7 11,0 8,0 8,6 8,6 6,4 -- -- -- -- -- -
5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 5,1 5,3 5,3 5,4 5,6 5,9 6,1 6,7 7,6 8,3 8,5 8,9 9,3 9,9 9,9 10,1 10,3 v 9,6 - overige 0,3 0,5 0,5 0,6 0,7 0,7 0,7 0,7 0,5 0,5 0,5 0,5 v 0,5
D. Andere 20,2 22,0 20.5 21.9 22.0 23,6 23,7 24,4 25,4 29,8 28,1 31,1 36,2 40,4 39,3 37,8 38,5 v37,5
TOTAAL DER ACTIVA 155,4 159,5 160,0 162,4 172,9 187,2 194,3 199,9 201,8 207,6 212,4 218,1 227,6 242,0 242,0 249,5 256,8 266,0
1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer nam het artikel e Geldscheppende instellingen --- Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) ■ opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, 3201Vrile jaargang, deel 11, nr 3, september 1963, blz. 174-177. Voor de den vddr 80 juni 1968 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek 8a) in buitenlandse valuta's 7, uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek ■ 6b) in Belgische franken niet enkel betrek-king hebben op de Belgische franken doch ook op de niet•amavertande buitenlnn ,lse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechte geringe bedragen.
c) - Depositobanken - Passiva - Driemaandelijkse cijfers (Miljarden franken)
31-3-60 30-6-60 80-9-60 31-12-60 31-3-81 30-6-61 30-9-81 31-12.61 31-3-62 30-6-62 30-9.62 31-12-62 31-3-63 30-6-63 30-6 -63 4 30-9-63 31-12-63 31-3-64
A. Verplichtingen aan het buitenland :
1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
a) in deviezen 2 5,6 6,9 9,1 9,2 12,4 22,4 23,0 21,3 15,5 16,4 17,2 20,4 21,7 28,1 29,1 32,4 34,4 40,5 b) in Belgische franken 1 2 3 9,2 10,0 10,7 11,2 10,8 10,5 10,9 11,5 10,9 11,1 11,2 12,4 12,3 13,5 16,1 17,6 16,9 16,7
4. Statistische aanpassing -0,8 -0,4 -0,8 -1,1 -0,7 -0,5 -0,4 -0,6 -0,1 -0,9 -0,1 -0,3 +0,6 +0,6 - - - - Totaal der verplichtingen aan het buitenland 14,0 16,5 19,0 19,3 22,5 32,4 33,5 32,2 26,3 26,6 28,3 32,5 34,6 42,2 45,2 50,0 51,3 57,2
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten - - - - - - - - - - - - - - - - - - 2. Andere :
a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken 2,2 2,1
1,7
1,7
...
2,1
...
2,3
0,1
2,7
...
3,7
...
3,0
...
3,4
...
3,1
...
3,4
1,3
3,3
0,3
4,3
0,2
4,1
0,2
3,7
1,5
5,9
0,3
4,7
...
5,3
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Chartaal geld - - - - - - - - - - - - - - - - - - 2. Giraal geld :
a) aangehouden door de bedrijven en particu-lieren 60,4 62,4 55,8 57,4 60,7 61,4 60,9 65,1 66,1 68,3 67,5 69,3 72,9 76,0 75,8 73,6 78,5 77,3
b) aangehouden door de overheid - - - - - - - - - - - - - - - - - - 3. Quasi-monetaire liquiditeiten :
a) aangehouden door de bedrijven en particu-lieren : - deposito's in Belgische franken op meer
dan één maand 20,3 17,7 18,1 19,1 21,7 22,3 25,2 27,3 30,6 30,5 31,9 28,6 28,6 27,9 27,9 26,6 25,8 26,4 - deposito's in Belgische franken op depo-
sitoboekjes 15,8 15,7 15,6 15,7 15,8 15,7 15,9 16,3 16,9 17,4 18,4 19,9 22,1 23,4 23,4 26,4 29,2 31,9 - deposito's in deviezen 4,8 5,8 8,0 7,2 7,9 7,9 8,4 8,0 8,2 7,9 8,0 7,4 7,4 8,2 8,2 8,4 9,1 10,1
b) aangehouden door de Schatkist - - - - - - - - - - - - - - - - - - 4. Obligatieleningen 6,9 7,1 7,3 7,6 7,9 8,2 8,4 8,6 9,1 9,8 10,4 11,1 11,1 11,2 11,2 11,3 11,4 11,2 5. Andere :
a) tegenover het Rentenfonds 0,6 ... ... ... 0,9 2,2 0,7 0,8 0,5 1,3 0,7 ... - - - - - - b) tegenover de parastatale kredietinstellingen ... ... 0,1 0,7 0,4 0,2 0,4 0,6 1,1 0,2 0,3 0,2 0,1 0,3 0,3 0,3 0,2 0,4 c) tegenover de Schatkist - - - - - - - - - - - - - - - - - -
D. Andere 30,4 32,2 32,7 33,3 32,8 34,1 37,2 37,7 39,6 42,5 43,5 44,2 46,2 48,2 45,8 45,5 46,3 46,2
TOTAAL DER PASSIVA 155,4 159,5 160,0 162,4 172,9 187,2 194,3 199,9 201,8 207,6 212,4 218,1 227,6 242,0 242,0 249,5 256,8 266,0
Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel ei Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevene (hoofdstuk XIII) s opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177.
1 Voor de data veer 80 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 8a) in buitenlandse valuta's s uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek v 8b) in Belgische franken Ir niet enkel betrek-king hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
1 Incl. de verrichtingen in Belgische franken aan de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U.
d) - Totaal der geldscheppende instellingen - Activa - Driemaandelijkse cijfers (Miljarden franken)
31-3-60 30-6-60 80-9-60 31-12-60 31-3-61 30.6-61 30-9-61 131-12-61 1 31-8-82 30-6-62 30-9-62 31-12-62 31-3-63 130-6 d3 30-2-63 30-9-83 31-12-63 31-3-64
Ko
lom
va
n ta
bel X
111-
1 G
e-
zam
en
lijk
e ba
lan
sen
vn
n do
g
eld
gebe
n.
inst
el.
waar
in d
a
rubr
iek b
egre
pen
ie
A. Vorderingen op het buitenland :
1. Goud 59,1 59,5 54,7 58,5 56,6 53,7 58,3 62,4 64,9 66,8 67,1 68,3 68,6 68,6 68,6 68,4 68,6 68,8 2. Deelneming in het I.M.F. 4,4 4,4 4,4 4,4 4,4 4,4 7,4 8,0 7,2 7,5 6,7 6,7 6,7 6,5 6,5 7,0 7,1 8,2 3. Obligaties 0,8 1,1 1,0 1,0 1,3 1,4 1.4 1,6 1,4 1,3 1,2 1,2 1,2 1,2 0,8 0,9 1,0v 1,0 4. linvoeraccepten in Belgische franken 2,1 2,2 2,0 3,3 ] 3,2 4,4 3,5 3,5 2,9 4,7 3,1 4,8 4,2 5,3 5,3 5,5 5,5 4,7 5. Vordering op de E.B.U. 1 - 5,5 5,5 4,1 3,5 3,1 2,4 0,7 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 6. Andere :
a) in deviezen 2 15,0 18,2 18,6 24,4 27,7 33,9 33,5 35,6 34,2 29,1 30,6 32,3 37,1 43,4 43,5 45,0 44,9v 49,4 b) in Belgische franken 2 2,3 2,3 3,2 2,4 2,2 2,6 2,3 2,0 2,2 2,5 2,3 2,2 3,3 4,9 5,3 5,6 5,5 6,0
7. Statistische aanpassing 0,7 - 0,3 - 0,3 - 0,9 -- 0,5 - 0,2 - 0,3 - 0,4 4- 0,3- 0,4 4- 0,6 4- 0,1 4- 0,7 -0,1 -- -- -- -
Totaal van de vorderingen op het buitenl. 88,5 92,9 87,7 96,6 98,0 102,6 106,8 113,1 113,5 111,8 111,9 115,9 122,0 130,0 130,2 132,5 132,7 v138,2 (6)
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2,7 2,9 2,7 3,0 , 2,9 2,7 2,7 2,8 2,8 2,9 2,7 2,9 2,9 2,8 2,8 3,0 3,1 3,5 2. Andere :
a) op de Nationale Bank van België 1,8 0,4 0,3 1,0 11 1,8 0,2 0,4 4,0 2,5 0,1 0,1 1,6 2,2 0,1 0,1 0,1 2,3 1,4 b) op de openbare instellingen 2,1 1,5 2,6 3,1 2,1 1,5 2,1 1,8 0,8 1,0 0,9 2,6 0,9 0,6 0,6 0,6 3,4 2,4 c) op de depositobanken 2,2 2,1 3,4 2,1 2,3 2,8 3,7 3,3 3,4 3,2 3,4 4,9 4;5 4,7 4,3 7,4 5,0 5,3
C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
71,3 74,3 80,8 73,3 80,6 86,2 90,7 82,6 80,3 84,1 85,7 57,1 67,9 73,2 73,2 72,4 76,0v 78,0 (7)
__ °wig, verkrijgbaar door elke belegger . 25,2 24,8 24,8 25,4 25,6 26,7 27,1 28,1 30,4 31,1 32,4 36,1 37,7 37,0 40,1 40,0 40,3v 40,6 (7) -- overige 37,1 37,1 37,1 37,2 37,2 36,4 36,4 36,8 36,6 36,6 36,7 55,9 54,2 54,3 54,3 54,3 55,3v 56,0 (7)
2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
2,1 1,8 0,9 2,1 1,5 2,1 1,6 3,4 2,6 2,5 3,2 4,5 3,3 3,4 3,4 3,4 4,3 3,1 (9)
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 1,6 1,9 2,0 1,8 1,9 1,8 1,7 1,8 2,0 2,0 2,3 2,1 1,6 1,9 0,5 0,6 0,5 v 0,6 (9) -- overige 0,7 0,8 0,8 0,8 0,9 0,9 0,9 0,9 1,0 1,0 1,1 1,1 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1v 1,2 (9)
3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten 2,1 2,9 2,2 2,8 2,0 2,3 2,3 4,1 3,9 4,6 5,3 5,8 3,8 5,0 5,0 4,9 6,1 4,0 (11) b) handelspapier 21,5 20,0 20,9 24,0 23,0 23,7 24,2 27,1 27,7 27,8 29,6 31,4 35,4 36,1 36,6 37,4 42,4 42,7 (11) c) voorschotten d) obligaties :
24,9 26,3 25,7 26,2 26,4 28,1 28,1 30,1 30,1 31,2 31,9 35,7 35,2 37,6 37,4 39,8 42,5 43,6 (11)
-- verkrijgbaar door elke belegger 2,0 1,9 1,6 1,6 1,9 2,0 2,0 2,3 2,4 2,9 2,9 2,7 2,7 2,9 2,2 2,1 2,1 v 1,9 (15) - overige 0,3 0,3 0,3 0,3 0,7 1,0 1,0 1,0 0,9 0,9 0,9 1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,0 v 1,1 (15)
4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 3 6,1 7,5 3,9 5,8 8,4 10,0 11,7 11,0 8,0 8,6 8,6 7,0 -- -- -- -- -- -- (8)
5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar :
(14)
- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . 5,1 5,3 5,3 5,4 5,6 5,9 6,1 6,7 7,6 8,3 8,5 8,9 9,3 9,9 9,9 10,1 10,3 v 9,6 (14) - overige 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,5 0,7 0,7 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,6 0,6 0,6 0,6 v 0,6 (14)
D. Andere 30.1 34.3 36,5 46,7 51,3 53,8 56,7 56,0 1 57,2 57,6 55,4 55,7 7n,i 79,0 77,o 75 , 9 76,6 v 77,6 (15)
TOTAAL DER ACTIVA 327,8 339,3 339,7 359,5 374,3 391,2 406,9 419,6 414,5 419,2 424,3 434,6 457,4 481,3 480,6 487,3 508,4 511,5
1 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B.U. Voor de data vddr 80 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek 6a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek • 6b) in Belgische franken • niet enkel betrek-king hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
3 De data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de vorderingen op het Rentenfonds begrepen in rubriek D. • Andere Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel • ■ Geldscheppende Instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie cn Voorlichting, XXXVI1Ie jaargang, deel II, nr 8, september 1983, blz. 174-177.
d) - Totaal der geldscheppende instellingen - Passiva - Driemaandelijkse cijfers (Miljarden franken)
31-3-60 30-6-60 30-9-60 31-12-60 31-3-61 30-6-61 30-9-61 31-12-61 31-3-62 30-6-62 30-9-62 31-12-62 31-3-63 30-6-63 30-6-63
30-9-63 31-12-63 31-3-64
A. Verplichtingen aan het buitenland :
Eolo
m v
an
tabe
l X
II.
,« Gez
amen
lijke
ba l
anse
i de
gel
dsch
ep.
inst
el. •
w
de r
ubr
iek be
grep
en
1. I.M.F. 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 2. E.B.U. 0,1 0,1 - - - - - - - - - - - - - - - - 3. Andere :
a) in deviezen 2 5,6 6,9 9,1 9,2 12,4 22,4 23,0 21,3 15,5 16,4 17,2 20,4 21,7 28,1 29,1 32,4 34,4 40,5 b) in Belgische franken 1 2 10,5 11,6 12,0 13,5 12,7 12,3 13,0 14,4 13,3 13,7 13,7 15,1 15,7 16,7 19,3 20,9 20,6 20,4
4. Statistische aanpassing -0,8 -0,4 -0,8 -1,1 -0,7 -0,5 -0,4 -0,6 -0,1 -0,9 -0,1 -0,3 +0,6 +0,6 - - - - ( 6 ) Totaal der verplichtingen aan het buitenland 15,6 18,4 20,5 21,8 24,6 34,4 35,8 35,3 28,9 29,4 31,0 35,4 38,2 45,6 48,6 53,5 55,2 61,1
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 3 2,7 2,9 2,7 3,0 2,9 2,7 2,7 2,9 2,8 2,9 2,7 2,9 2,9 2,8 2,8 3,0 3,1 3,5 2. Andere :
a) aan de Nationale Bank van België ... 2,1 ... ... 0,1 ... ... ... ... ... 1,3 0,4 0,3 0,3 1,6 0,3 ... b) aan de openbare instellingen 0,3 ... ... ... 0,3 ... ... ... 0,3 ... 0,3 0,3 ... 0,1 0,1 c) aan de depositobanken 6,1 4,0 4,2 5,9 6,2 4,4 6,2 8,8 6,7 4,2 4,4 7,5 7,2 4,8 4,4 6,5 10,3 9,0
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Chartaal geld 4 118,8 122,1 123,6 126,9 125,5 127,9 129,1 132,2 131,0 135,3 136,7 141,7 143,8 149,7 149,7 150,1 153,7 151,4 (1) 2. Giraal geld :
a) aangehouden door de bedrijven en particu-lieren 5 86,2 89,6 81,9 86,4 88,4 90,4 89,8 95,2 95,8 99,3 99,0 102,2 106,4 110,9 110,0 106,5 113,1 111,6 (1)
b) aangehouden door de overheid 7,5 8,2 8,6 7,3 8,7 8,4 9,6 10,0 9,6 10,4 11,0 10,6 12,5 12,7 12,7 11,2 12,1 11,3 (1) 8. Quasi-monetaire liquiditeiten :
a) aangehouden door de bedrijven en particu-lieren : - deposito's in Belgische franken op meer
dan één maand 20,3 17,7 18,1 19,1 21,7 22,3 25,2 27,3 30,6 30,5 31,9 28,6 28,6 27,9 27,9 26,6 25,8 26,4 (2) - deposito's in Belgische franken op depo-
sitoboekjes 15,8 15,7 15,6 15,6 15,8 15,7 15,9 16,3 16,9 17,4 18,4 19,9 22,1 23,4 23,4 26,4 29,2 31,9 (2) - deposito's in deviezen 4,8 5,8 8,0 7,2 7,9 7,9 8,4 8,0 8,2 7,9 8,0 7,4 7,4 8,2 8,2 8,4 9,1 10,1 (3)
b) aangehouden door de Schatkist 0,5 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,1 ... 0,1 ... ... ... ... ... ... ... ... ... (4) 4. Obligatieleningen 6,9 7,1 7,3 7,6 7,9 8,2 8,4 8,6 9,1 9,8 10,4 11,1 11,1 11,2 11,2 11,3 11,4 11,2 (13) 5. Andere :
a) tegenover het Rentenfonds 6 4,2 5,4 ... ... 4,4 6,0 8,2 5,8 4,8 4,1 2,7 0,1 - - - - - - (8) b) tegenover de parastatale kredietinstellingen ... ... 0,1 0,7 0,4 0,2 0,5 0,6 1,4 0,2 0,3 0,3 0,1 0,4 0,4 0,6 0,5 0,4 (14) c) tegenover de Schatkist - - - - - - - - - - - - - - - - - - (7)
D. Andere 38,4 42,1 46,7 57,5 59,7 62,4 67,0 68,3 68,6 67,8 67,8 65,3 76,7 83,1 80,7 81,6 84,5 83,5 (15)
TOTAAL DER PASSIVA 327,8 339,3 339,7 359,5 374,3 391,2 406,9 419,6 414,5 419,2 424,3 434,6 457,4 481,3 480,6 487,3 508,4 511,5
1 Voor de N.B.B., inbegrepen de verbintenissen in Be gietha franken tegenover de internationale instellingen andere dan het 1.111.F. en de E B.U.; voor de andere geldscheppende instellingen, inbegrepen de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U., sedert men deze heeft kunnen verwijderen uit de binnenlandse niet geldscheppende sector, t.t.z. sedert juni 1958.
2 Voor de data vd6r 80 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « Sa) in buitenlandse valuta's » uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « 8b) in Belgische franken » niet enkel betrek-king hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
3 N.B.B. : inclusief de munten en biljetten van de Schatkist die door andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank worden aangehouden. Geldscheppende openbare instellingen : alleen de munten en biljetten van de Schatkist in de handen van de Nationale Bank van Belgié.
4 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor de Nationale Bank van Belgié en overschat voor de openbare instellingen voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van Belgig worden aangehouden.
S N.B.B. : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instellingen, behalve die van het Rentenfonds, hetwelk onder C5a of D ■ Andere s voorkomt. Geldscheppende openbare instellingen : inclusief de rekeningen op zicht van de parasta-tale instellingen, behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. Op de data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de verplichtingen aan het Rentenfonds begrepen in rubriek D. a Andere s. Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel a Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) s opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, %XXVIII° jaargang, deel II, nr 8, september 1968, blz. 174-177.
Geldschepping ten behoeve van de overheid Tegeldemaking van overheidspapier
XIII - 3. — GELDHOEVEELHEID EN QUASI-MONETAIRE LIQUIDITEITEN ( Veranderingen in miljarden franken)
A.— VERANDERINGEN
Ouasi•monetaire liquiditeiten Geldhoeveelheid
v.-04 *:* >>:« +4m
ggt:gfekt.t. :sta Ct:» Kt:t»:•:•:«
♦• $
< <
+20
+10
B.— OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN
Transacties met het buitenland Kredieten aan bedrijven en particulieren
+10
—10
+20
+10
4 60 54 58 56
1 1 1 1 1 1 1 1 1 62
— 470 —
BILI - 3. - OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN IN DE GELDHOEVEELHEID
(miljarden /ranken)
Tijdvak he id Geldhoeveel-
(1)
Quasi" monetaire
liquiditeiten
(2)
Totaal van de geldboeveel.
heid en van de
quasi- monetaire
liquiditeiten
(8)
Transacties met het
Geldschepping ten behoeve van de overheid
Tegeldemaking van overheidspapier Disconto-
kredieten, voorschotten en accept- kredieten
aan in België gevestigde
bedrijven en particulieren
(10)
Obligatie-
leningen
van de
deposito- ,_ . oanken
(11)
Kredieten
aan niet geld.
scheppende
financiële
instellingen
(12)
Diversen
(18)
buitenland (excl. de
van de Staat van de
andere overhelde-
instellingen 3 g
(7)
aankoop op de markt
door de geldschep-
pende instellingen
(8)
door
tussenkomst van het
Rentenfonde
(9)
transfers en de kapitaal-
transacties van de
overheid)
(4)
doo overdra rcht
van effecten van de schuld
(5)
door netto-
overdracht van deviezen
(6)
1958 le kwartaal - 1,0 + 1,9 + 0,9 + 3,9 - 0,6 + 0,4 + 0,2 + 0,3 - 0,1 - 3,6 - 0,4 + 0,5 + 0,3 2e kwartaal + 9,1 - 0,8 + 8 , 3 + 5,6 + 2,7 + 0, 3 - 0,1 + 0,4 + 1,4 - 3,0 - 0,5 + 0,1 + 1,4 3e kwartaal - 2,7 1 + 0,7 1 - 2,0 + 2,8 - 4,9 + 0,8 - 0,6 + 1,0 + 1,3 - 2,2 - 0,5 + 0,6 - 0,3 4e kwartaal + 7,5 + 0,6 + 8,1 + 2,6 + 7,1 - 0,1 + 0,4 + 0,2 - 0,4 + 0,4 - 0,3 + 0,5 - 2,3
Totaal +12,9 1 + 2,4 1 +15,3 +14,9 + 4,3 + 1,4 - 0,1 + 1,9 + 2,2 - 8,4 - 1,7 + 1,7 - 0,9
1959 111 kwartaal + 0,2 + 3,4 + 3,6 - 2,1 + 1,2 + 0,1 + 0,4 + 1,3 + 1,2 + 1,4 - 0,2 + 0,2 + 0,1 2e kwartaal + 4,3 - 0,9 + 3 , 4 + 0,3 + 0,3 - 1,1 + 1,1 + 0,2 + 0,9 - 0,4 - 0,1 + 0,3 + 1,9 3e kwartaal - 4,4 + 1,6 - 2,8 - 0,3 - 2,2 + 0,3 - 0,8 + 0,7 - 0,4 + 0,3 ... + 0,6 - 1,0 41, kwartaal + 6,7 + 1,7 + 8,4 + 2,8 + 7,7 - 3,3 ... - 0,4 - 0,3 + 3,1 ... - 0,2 - 1,0
Totaal + 6,8 + 5,8 +12,6 + 0,7 + 7,0 - 4,0 + 0,7 + 1,8 + 1,4 + 4,4 - 0,3 + 0,9 ...
1960 le kwartaal - 3,9 + 5,1 + 1,2 + 4,7 - 2,8 - 3,9 + 1,7 + 1,0 + 0,2 + 0,4 ... + 0,6 - 0,7 2e kwartaal + 7,4 - 1,8 + 5,6 - 0,1 + 3, 7 + 1,3 - 0,1 - 0,5 + 0,2 + 0,7 - 0,2 + 0,1 + 0,5 3e kwartaal - 5,2 2 + 2,8 2 - 2,4 2 - 4,6 + 7,3 - 1,8 - 0,7 ... + 1,0 - 0,5 - 0,2 - 0,4 - 2,5 4e kwartaal + 6,1 2 ... 2 + 6,1 2 + 1,6 - 5,2 + 5,3 + 1,3 - 0,3 + 0,5 + 4,1 - 0,3 - 0,4 - 0,5
Totaal + 4,4 2 + 6,1 2 +10,5 2 + 1,6 + 3,0 + 0,9 + 2,2 + 0,2 + 1,9 + 4,7 - 0,7 - 0,1 - 3,2
1961 le kwartaal + 2,1 2 + 3,3 2 + 5,4 2 - 1,5 + 5,2 ... - 0,6 + 1,1 - 0,5 - 1,6 - 0,3 + 0,8 + 2,8 2e kwartaal + 4,1 + 0,4 + 4,5 + 0,4 + 5,9 - 6,4 + 0,6 - 0,1 + 0,3 + 2,7 - 0,3 + 0,7 + 0,7 3e kwartaal + 1,7 2 + 3,6 2 + 5,3 2 + 4,5 + 3,6 - 1,5 - 0,4 + 0,4 ... + 0,5 - 0,2 + 0,4 - 2,0 4° kwartaal + 8,8 2 + 1,8 2 +10,6 2 + 5,6 - 6,2 + 0,6 + 2,5 + 0,1 + 0,6 + 6,6 - 0,2 + 0,5 + 0,5
Totaal +16,7 2 + 9,1 2 +25,8 2 + 9,0 + 8 , 5 - 7,3 + 2,1 + 1,5 + 0,4 + 8,2 - 1,0 + 2,4 + 2,0
1962 le kwartaal - 1,1 + 4,2 + 3,1 + 4,0 - 1,2 + 2,3 - 0,2 + 0,2 - 0,6 + 0,4 - 0,5 - 0,2 - 1,1 2e kwartaal + 8,7 ... + 8 , 7 + 2,0 + 4,0 - 4,1 - 0,1 + 0,6 + 0,5 + 1,8 - 0,7 + 2,3 + 2,4 3e kwartaal + 1,6 + 2,6 + 4,2 + 0,4 + 4,4 - 2,2 + 0,9 + 0,4 - 0,1 + 3 , 3 - 0,6 - 0,2 - 2,1 4e kwartaal + 7,9 - 2,5 + 5 , 4 - 0,2 - 4,3 + 0,1 + 1,6 - 0,7 + 0,9 + 6,1 - 0,6 + 0,6 + 1,9
Totaal .. +17,1 + 4,3 +21,4 + 6,2 + 2,9 - 3,9 + 2,2 + 0,5 + 0,7 +11,6 - 2,4 + 2,5 + 1,1
1963 le kwartaal + 8,1 + 2,2 +10,3 + 3,0 + 9,8 + 0,8 - 1,3 - 0,2 + 0,2 + 1,6 - 0,1 + 0,5 - 4,0 2° kwartaal . (r.) +10,6 + 1,5 +12,1 + 0,4 + 5,2 + 0,8 + 0,1 - 0,4 + 0,9 + 4,2 - 0,1 ... + 1,0 3e kwartaal - 4,5 + 1,9 - 2,6 - 1,0 - 0,7 - 1,2 + 0,1 - 0,9 - 0,3 + 3,2 - 0,1 - 0,2 - 1,5 40 kwartaal +11,1 + 2 , 7 +13,8 - 1,0 + 7 , 3 - 1,0 + 0,9 - 0,1 - 0,9 + 9,0 - 0,1 + 0,3 - 0,6
Totaal +25,3 + 8,3 +33,6 + 1,4 +21,6 - 0,6 - 0,2 - 1,6 - 0,1 +18,0 - 0,4 + 0,6 - 5,1
1964 le kwartaal - 4,7 + 4,3 - 0,4 v- 3,0 v + 3,3 v + 0,4 v + 0,3 v - 1,6 + 0,1 - 0,9 + 0,2 v + 0,4 v + 0,4
N. B. - Voor de indeling van de Geldhoeveelheid zie tabel 4, hoofdstuk XIII. - Voor de indeling van de « Transacties met het buiten and ., zie tabel 5, hoofdstuk XIII. - Voor de wijze van opstelling, zie opmerking onderaan tabel 1, hoofdstuk XIII.
1 De bankrekeningen op meer dan één maand van de financiële vennootschappen die tot juli 1958 in de geldhoeveelheid begrepen waren, konden van augustus 1958 af bij de quasi-monetaire liquiditeiten ingedeeld worden. De cijfers van de kolommen (1) en (2) van bovenstaande tabel wat betreft de veranderingen van de geldhoeveelheid en van de quasi-monetaire liquiditeiten in het derde kwartaal van 1958 en in het jaar 1958 houden geen rekening met de boekhoudkundige bewegingen die het gevolg waren van deze wijziging van de statistiek. - 2 Tijdens het derde kwartaal van 1960 werden de deposito's in de Belgische banken van Kongolese ingezetenen, niet banken. die tot dan toe in de monetaire statistieken niet van de rekeningen van ingezetenen waren onderscheiden in « financiële » buitenlandse rekeningen omgezet; later werd een deel van deze rekeningen opnieuw met rekeningen van ingezetenen gelijkgesteld. Deze omzettingen veroorzaakten in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten een louter boekhoudkundige vermindering van F 0,9 miljard in het derde kwartaal van 1960 en boekhoud-kundige vermeerderingen van F 0,8, F 0,2 F 0,1 en F 0,2 miljard, respectievelijk in het vierde kwartaal van 1960 en het eerste, derde en vierde kwartaal van 1961. Deze boekhoudkundige vermindering en vermeerderingen werden geweerd uit de wijzigingen van de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten, zoals ze in kolommen (1) tot (8) van onderhavige tabel voorkomen. - 3 Incl. de vorderingen op de pensioenfondsen.
'LLI- PLI '219 '8981 nqujoldou '8 iu '11 loop '2898.199 ! oHIAXXX 'fluntionlooA uo 211 D;141.U1100a Joon lkniosplu leq a/ uomoue8do • (IIIX 4n1sPI 004) s1aeo8o9 otiongspois o84Inume /me 2 LIIUDIZ
-JOH — uoilumaym! opuaddayaspiao • icolgau 401( Juut/ aozal op Ilm uazrimaae slaat eilno op aa omnaua op aassol uoilupslae up uue 211911114.109 op ao0A g •uo8colo2 plufim, 6 d ua p/olim' g 9 aam; piaj(!mgailuo aa/Ila ;ip pay aqapm/ °zap aapuoz •Inenzzoorae uo8uppie op Joop 'opaomim op 11119
ammao; 809 tunumouqu nl 0961 aaquwaop opup trad mayaaeo 903804 op ua Ispiltups op 1199 uopumi nl plaqioaeamipio8 9p00(8 op une aa/IR Ion 2 •ualolanj o8Ipun7(pnom10oq amnol aoop waom paoleulaq 1961 a040;7(0-0961 lint opo!aad op J009 [eqn3 apunulsuaeoq mie (L) molmt op
une oio& 01? 1199 8/118amoq op gup 810908 104 Daag 41a •Nuftpu 1'0 ,tI .1009 81104[0; 1961 loqopio ua aoquialdas 'puntig '0901 aacpnaaap up pm uo uatuou •o8do ul 89a•; 4840;iaapa8 aua8loene aa uapaam uo8mapaq ozap nam 'pandtui , , 9 a mie iimpaq puolineu0t3 «aa 0009 aoquzmdas tij no panfilm 1'9 g mi odolog pal 0981 004011809 u( Ploglmaae gum trapaam r!z : uadm%aq ma91aanooqpia9 op ti! 006T nuf opula lol 400 tulp 110.1800 'ualluuq.lo)u 'uoualozolltu osalano31 op mie ualunq eqnsplipa op ut punatu uoa suoloSomi do s,ousodap oa •pann °gaap/guls tree uopoqn(maoul do aunmaou Ene lasugiaq up une 8uien/1010oz oa •uhz uadal8aq uaflom plarnaaeooqpia8 op al /opa uaua;azaiitij osapa8uog op Ine Itanunq egoegilaft op x2( e,olcoodop op uapnos josuglaq III
• (z■ 400u 'T • IIIX Igclul 'ajo) paopfpeaae pmil0aeootipia8 op En uo400q op rm uafuldnyasmuz omountui op irae panvat uoo top zoom do ualaiumpa op .896T sn;on8nn game ‘uapaam 8miapul onknap] utaa f10 nuna 2
• oSumalaul apuoddaqaspia2 rap zrapnalooenna/ op une 4001;9 uN y •1108011(04911! 0411/04901014 oeaguals!tutupn rust -ga/1 t
6'99 T'99 8'99 rgg
8'99 0'99 1'99 '99
0'99
eng I'OLZ 6'1L3 0'6/.3 6'693 9'993 8'L95 3'L93 0'693
6'331 9'8I1 6'611 C'93I 3'611 3 1 811 L'LIT 9'911 2 1 811
9'111 0'801 1' 1 0II 6 1 811 17'80I 6'801 9'901 11 1 901 L 1 LOT
9'8L 8 1 9L 0'9L 8'6L 0 1 LL 1,1 9L 6'17L 3 1 9L -CU
9'39 8'19 I't£ 6'39 1'18 eeg 8 1 19 6'09 3'178
0 0 0
0 0 0
0
0
0
14,
14, C
O 0
0
7 tO
w CO
CII 9'01 9'6 1'31 8'01 C'6 3'11 I'OT 9'01
17'19I 9'191 £'181 L'291 9'091 4'09I I'091 L'091 L'09I
9'8171 1'8171 L'M 9'091 I1L171 6'9171 81917 I'LtI e'LtI
W
CO C
O
0 C
.0 CL
D tO
lawoly
plalaciag
PlmailL 1'961 laquigoga laquaoikag
JoqoPIO
aa-nalas snymOny
?IJL 6'. 9 C'ZL3 L'331 6'601 CU 3 1 39 8'3I 9'6171 3'91'1 lanc
9 821002 omnanv
CM, 3'EL3 9'231 8'01I 3'8L 3'38 1 b 0 8'31 9'61'I 3'9171 3'9 el) 9 !uni.
8'99 3'L93 9'611 6 1 L01 L'9L 6'18 9 1 0 L'IT 9'08 g'f4I 3'9 PIA1 4"99 0'393 CLII 0'901 9'81, '32 CO f''II 9'941 3 1 317I 319 'lady
9'. 9 9'393 8'811 9 1 901 I'9L 6'0£ CO 9'31 6'241 9'01q 3'9 ~V 8961
2'99 9'493 8 1 311 3 1 601 9'IL 17'08 9 1 0 9 1 01 L'In 9'891 3'9 ani:aanga
6'99 0'9173 L'601 9'66 8'69 1'63 17'0 17'01 C'921 "CUT 1'9 ]aft gni
2'99 4'L83 6'901 3'96 L'99 6 . L3 9'0 O'OI CRI 1'631 0'9 anmgooa
'99 8'933 6'86 17'06 L'39 CL6 1 l 0 9 1 8 6 1 L31 8'1'31 6'9 !uni' 1961
9'29 17'033 9'26 9'98 ,L'89 6'93 L'0 29 1 L 8'931 'en' 8'9 lagargoga
9'99 6'613 8'L6 9'68 9'89 L'93 4 1 0 3'8 I'33I CUT L'9 !uni' 0981
1. '99 £'913 0'96 17'L8 1'19 8'93 9'0 9'L CUT 9'811 9'9 anDagoaa
6'99 0 1 1, 13 L'26 6'98 9'09 6'173 17'O 8'L 2 1 031 9 1 L11 9'9 lapt 6961
4'29 9'606 6'68 0'38 29'L9 0'173 9'0 3 1 L CO3I t'LII 9'9 anaraoaa
8'29 1'903 0'88 17'08 8'99 3'63 1 1 0 9'L 1'811 8 1 911 9'9 !uu2 8961
G'89 0'861 9'38 1'9L 3'89 0'33 6'0 1''9 9'911 1 1 3II 17'9 aggraooau
'99 6 1 106 0'88 T'08 L'99 0'83 17'0 6'L 6'8T1 3'T11 9'9 ?ani. L961
Z'29 C 1 861 0'48 9'LL 9'99 8'13 9'0 9'9 CM 9'111 17'9 lno:wan
1'49 1'961 L'98 0'LL I'179 9'33 CO L'9 'II1 17'80I 17'9 iaat 9961
9'29 9'361 8'18 6'CL 9'39 8'03 9'0 6 1 L L'0T1 9'L0I 9'9 analoog('
6'29 9'L81 0'6L L'IL L'09 17'03 9'0 C'L 9'801 9'901 8'9 !ani. 9961
I'89 9'291 6'9L 9'69 17'817 9'03 9'0 4'1, L'901 L 1 30I 6'9 .18qmana(
6'49 2'681 0 1 8L 6'69 0'61, 3'03 L'0 1'8 C'T, OI 3'001 6'9 Iaat 4961
2'89 2'06I 4'4L 8 1 L9 8'917 6'61 9 1 0 I'L 6'901 9'101 6'9 antuooga
4'89 6 . 9L1 E'CL £ 1 99 1'917 9'61 9'0 6'9 9'301 17'86 8'9 !uni' 9961
ot) • (8) (6) + (9) (8) + (a) (9) (L) (9) (9) (a) (9) (3) (1) (11) — (01) = (0) c
uo8uH loom 2
GITI113911JUd 110 C104110(1 g »IIII * 1■1 plagraeo
19140,10S ingq Neg 11,"101
Op (I q 201113 401 op !Iq ...2„, C PI
4994991
luaaoad
iompoq -1Pleig
ogno,/,
igoarioq -Wil
019110
u9911 1, 08 mdooq ua
do Jo nmuslado
10 91 W e,ollsodo cr
-190o do ue„a09
t' ,I,
,...inoD
uo2uPi
-0,1 011
Op ti.
Ispirtnios op uue
uopunq u!
magma -poqpio8 Oln19110
:inp.£121,
ua llorIla
ugapluIA
ua
uunafINI
opoged opma
t uazallnaDaud ua uaeIppaq op une uoputni u!
plag louw pIa8 lunlanyo
(ualuvlf ualuDknu)
caffErmanaoHariaig — - IIIX
Evolutie
Verschil tussen
de cijfers van de
geldschep-pende instel].
[kol. (6)] en die v.d. betalings-
balans [kol. (11)]
5 (10)
Goud-voorraad en netto-deviezen-
positie volgens
de betalings-
balans van de
B.L.E.U. 6
(11)
- 0,8 - 1,5 - 2,3 + 1,1 + 0,3 - 0,4
+ 0,1 - 3,6 + 4,4 + 0,4 + 2,1 +15,9
- 1,7 + 0,3 - 1,0 - 1,7
- 4,1
+ 1,9
+ 0,6 - 0,7 - 0,8 - 0,3
- 1,2
- 0,4 + 0,9 + 0,8
+ 1,3
- 1,4 + 0,3
+ 3,4 + 1,7 - 6,0 + 7,1
+ 6,2
- 1,2 - 6,4 + 2,2 + 6,0
+ 0,6
+ 6,6 - 2,5 - 0,8 + 0,7
+ 4,0
+ 2,4 + 1,5
- 2,2 - 1,9
- 0,2
= - 5. - GOUDVOORRAAD EN NETTODEVIEZENPOSITIE VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN
(miljarden franken)
Bedragen per einde tijdvak 1 Evolutie
Tijdvak N.B.B.
(1)
Overige geld,
schep- pende instel- lingen
(2)
Goudvoorraad en nettodeviezen- positie na statistische
aanpassing
Transfers en kapitaaltransacties
van de overheid met het buitenland
Transacties met het
buitenl (excla de
nd 4
transfers en de kapitaal- transacties
van de overheid)
(9) = (6) - (7) - (8)
Totaal
( 8) = (1) -I-
(2)
N.B.B.
(4)
Overige geld-
schep- pende instel-lingen
(5)
Totaal
(6)
Staat 2
(7)
Andere 3
(3)
1953 Jaar 52,7 - 2,4 50,3 + 1,1 - 0,2 + 0,9 + 1,9 ... - 1,0 1954 Jaar 50,9 - 2,6 48,3 - 1,8 - 0,3 - 2,1 + 2,6 ... - 4,7 1955 Jaar 57,2 - 2,5 54,7 + 6,3 + 0,4 + 6,7 + 2,4 A-0,2 + 4,1 1956 Jaar 57,8 - 3,8 54,0 + 0,6 - 1,3 - 0,7 - 3,8 A-0,3 + 2,8 1957 Jaar 58,4 - 2,3 56,1 + 0,6 + 1,2 + 1,8 + 0,7 -0,2 + 1,3 1958 Jaar 75,5 - 3,4 72,1 +17,1 - 0,8 +16,3 + 1,4 ... +14,9
1959 le kwartaal 70,6 - 0,3 70,3 - 4,9 + 2,9 - 2,0 + 0,1 ... - 2,1 2" kwartaal 73,5 - 3,8 69,7 + 2,9 - 3,7 - 0,8 - 1,1 ... + 0,3 3e kwartaal 74,7 78 - 3,5 71,2 78 - 1,6 78 + 0,9 - 0,7 78 + 0,3 -0,7 8 - 0,3 4° kwartaal 72,3 7 - 1,6 70,7 7 - 2,5 7 + 1,9 - 0,6 7 - 3,3 -0,1 + 2,8
- 6,1 78 + 2,0 - 4,1 78 - 4,0 -0,8 8 + 0,7
1960 le kwartaal 74,0 - 1,2 72,8 + 1,7 + 0,2 + 1,9 - 3,9 +1,1 + 4,7 2e kwartaal 76,3 - 1,8 74,5 + 2,3 - 0,7 + 1,6 + 1,3 +0,4 - 0,1 30 kwartaal 69,7 - 2,5° 67,2 9 - 6,6 + 0,3" - 6,3 8 - 1,8 +0,1 - 4,6 4e kwartaal 80,5 - 5,7 9 74,8 9 +10,8 - 3,7 9 + 7,1 9 + 5,3 +0,2 + 1,6
+ 8,2 -- 3,9 9 + 4,3 9 + 0,9 +1,8 + 1,6
1961 1 0 kwartaal 79,7 - 6,4 9 73,3 9 - 0,8 - 1,0 9 - 1,8 9 ... -0,3 - 1,5 2 0 kwartaal 82,6 -14,4 68,2 + 2,9 - 8,6 - 5,7 - 6,4 +0,3 + 0,4 3 9 kwartaal 86,0 -15,1 9 70,9e + 3,4 - 0,4 9 + 3,0e - 1,5 ... + 4,5 4 0 kwartaal 92,7 -14,9 9 77,8 9 + 6,7 - 0,4 9 + 6,3 9 + 0,6 +0,1 + 5,6
+12,2 -10,4 9 + 1,8 9 - 7,3 +0,1 + 9,0
1962 1e kwartaal 90,5 - 5,9 84,6 - 2,2 + 8,8 + 6,6 + 2,3 +0,3 + 4,0 20 kwartaal 89,6 - 7,2 82,4 - 0,9 - 1,2 - 2,1 - 4,1 ... + 2,0 3e kwartaal 88,6 - 7,7 80,9 - 1,0 - 0,7 - 1,7 - 2,2 +0,1 + 0,4 4 0 kwartaal 91,0 -10,5 80,5 + 2,4 - 2,5 - 0,1 + 0,1 ... - 0,2
- 1,7 + 4,4 + 2,7 - 3,9 +0,4 + 6,2
1963 1 0 kwartaal 95,4 -11,6 83,8 + 4,4 - 0,6 + 3,8 + 0,8 ... + 3,0 20 kwartaal (r) 98,6 -14,2 84,4 + 3,2 - 2,0 + 1,2 + 0,8 ... + 0,4
Nieuwe reeks 10
2° kwartaal 98,6 -17,0 81,6 30 kwartaal 99,6 -20,5 79,1 + 1,0 - 3,2 - 2,2 - 1,2 ... - 1,0 40 kwartaal 102,2 -24,6 77,6 + 2,6 - 4,5 - 1,9 - 1,0 +0,1 - 1,0
+11,2 -10,3 + 0,9 - 0,6 +0,1 + 1,4
1964 1. 0 kwartaal 101,8 v -24,7 v77,1 - 0,4 ... v- 0,4 v4- 0,4 v+2,2 v - 3,0
1 Een indeling van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie per voornaamste categorie van vorderingen en verplich ingen wordt gegeven in tabel XIII-2 en, voor de periode 1950-1060, in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting van juli 1961, blz. 20 tot 27.
2 Deze kolom is dezelfde als kolom (6) van tabel XIII-3. 3 Deze bedragen omvatten inzonderheid de buitenlandse leningen ven de lagere overheid en van de administratieve parastatale instellingen en de bewe-
gingen van de door de N.M.K.N. aangehouden vorderingen in internationale akkoorden (zie noot s hierna). 4 Cijfers van deze kolom die. berekend zoals onderhavige tabel het aantoont, worden hernomen in kolom (4) van tabel XIII - 3. 5 Dit verschil omvat : a) de schommelingen van de nettotegoeden van de Luxemburgse banken tegenover de andere landen dan België; b) tot 31 decem-
ber 1960, de schommelingen van de verplichtingen der Belgische banken tegenover de Kongolese maatschappijen ; c) de schommelingen van de ver-plichtingen van de Luxemburgse banken en, tot liet tweede kwartaal van 1058, van de Belgische banken tegenover de in de B.L.E.U. gevestigde inter-nationale instellingen; d) sedert liet derde kwartaal 1963 de gezamenlijke nettotegoeden van de Luxemburgse ingezetenen bij de Belgische banken.
6 Zie tabel 1X - 1, totaal, en tabel IX - 2. rubriek 6. 7 Erachtens de wet van 19 juni 1959 mocht de N.B.B. in haar boeken, als eigen bezit, de vordering aantekenen die de Belgische Stant op het Interna-
tionale Monetaire Fonds bezit tut terugbetaling van zijn quotum als lid van het Fonds en zulke tot beloop van de door haar, ten gunste van het Fonds en ter ontlasting van de Stant, uitgegeven biljetten, verleende kredieten of gestorte goudbedragen. Een gedeelte van de vordering die de N.B.B. krachtens deze wettelijke beschikkingen boekt, vloeit niet voort uit verrichtingen niet het Fonds, doch uit eenvoudige overnamen van vorderingen van de Belgische Staat. Dergelijke overnamen hadden plaats ten bedrage van F 2,8 miljard in het derde kwartaal van 1919 en van F 0,1 miljard in het vier-de kwartaal van hetzelfde jaar. In het verloop van de Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing t, [kol. (4) en (6)] wordt met die bedragen geen rekening gehouden. Ten gevolge van de Conventie van 1 juli 1959, kocht de N.M.B.N. van de N.B.B. verscheidene gevestigde vorderingen in betalingsakkoorden af. Deze afkopen verklaren, voor ongeveer 0,6 miljard, de vermindering van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de N.B.B. [kol. (1)] tijdens het derde kwar-taal van 1959. Evenals de latere terugbetalingen door het buitenland van afgekochte vorderingen, oefenen ze echter geen invloed uit op het saldo van de transacties met liet buitenland opgenomen in kolom (9) ; in de evolutie van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie worden zij inderdaad gelijk-gesteld met kapitaaltransacties van de overheid (andere dan de Staat) met het buitenland en komen dan ook voor in de kolom (8).
9 Tijdens het derde kwartaal van 1960 werden de deposito's van de Kongolese ingezetenen bij de Belgische banken, waarmee tot dan toe geen rekening kon gehouden worden voor de berekening van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen zoals deze in kolommen (2) en (8) van onderhavige tabel voorkomt, in • bilaterale s of • financiële s buitenlandse rekeningen omgezet; later werd een deel van de financiële rekeningen opnieuw met rekeningen van ingezetenen gelijkgesteld. Deze omzettingen brachten in de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen tijdens het derde kwartaal van 1960 een loutere boekhoudkundige vermindering teweeg van 1,3 miljard en boekhoudkundige vermeerderingen van F 0,3, F 0,2, F 0,1 en F 0,2 miljard respectievelijk in het vierde kwartaal van 1960 en het eerste, derde en vierde kwartaal van 1961. Deze boek-houdkundige vermindering en vermeerderingen werden geweerd uit de evolutie van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing s. [kol. (5) en (6)].
10 Voor de verklaring van de verschillen tussen Je nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar het artikel e Geldscheppende instellingen - Her-ziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) s cipgeninrienin het • Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, n* 8, september 1983, blz. 174-177.
Posten
(Goudvoorraad Tegoed op het buitenland Te ontvangen deviezen en goud Vorderingen op het buitenland in het
kader van betalingsakkoorden : a) E.B.U. b) landen, leden van de E.B.U. c) landen, leden van het E.M.A. d) andere landen
Debiteuren termijnverkopen dev. en goud Handelspapier op België Voorschotten op onderpand
Mobilisering van spec. rekeningen E.B.U (K.B. van 22-3-1952 en 20-7-1952)
Overheidseffecten (art. 20 der statuten Overeenkomsten van 14 september 1948
en 15 april 1952) : a) schatkistcertificaten b) papier uitgegeven door instellingen
waarvan de verbintenissen door de Staat gewaarborgd zijn
c) andere overheidseffecten Rekening-courant van de Schatkist Deel- en pasmunt Tegoed bij de Dienst der Postchecks
Rekening A Rekening B
Geconsolideerde vordering op de Staat (art. 3, § b van de wet v. 28 juli 1948)
Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Te innen waarden Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het
Personeel Overgangsrekeningen
XIII - 6. - BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (1051-1058) (miljoenen franken)
1951 31 december
1952 31 december
1953 31 december
1959 31 december
1955 31 december
1958 31 december
1957 31 december
1958 31 december
ACTIVA
31.771 35.180 38.787 38.911 46.385 46.247 45.767 63.487 178 1.431 903 3.338 259 995 1.923 1.415
2.492 1.994 2.986 350 280
15.202 14.951 13.440 8.596 9.138 9.743 6.825 7.806 4.709 1.640 942 709 712 422 1.744 1.312
44 868 646 304 580 821 772 879 774
2.170 1.476 20 1.448 1 89 1.464 72 8.890 9.152 8.319 9.511 8.399 11.395 14.384 4.103
345 394 721 291 210 453 2.726 510
166 227
6.460 6.035 7.970 7.895 8.800 5.900 6.615 7.840
1.824 445 1.183 783 1.836 42 11 69 225 70 44 118 89 1
1.325 202 345 247 548 700 690 673 650
1 1 1 2 1 2 2 2
1.018 803 468 240
34.860 34.763 34.660 34.660 34.660 34.660 34.456 34.243 1.221 1.478 1.678 1.792 1.914 2.072 2.239 2.379
365 167 130 151 171 395 210 175 740 889 967 1.061 1.179 1.318 1.416 1.468
633 674 707 744 810 885 957 1.003 165 225 270 176 224 197 244 239
111.691 113.579 112.826 111.880 115.285 121.145 124.241 127.813
PASSIVA
Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant en diversen :
gewone rekening rekeningen Akkoord voor
Schatkist Econ. Samenwerking . buitengewone conjunc-
tuurtaks (Wet van 12-3-1957)
Organismen door een bijzondere wet be- heerd en openbare besturen
Banken in België Banken in het buitenland : gewone re-
keningen Particulieren Te betalen waarden
Verbintenissen tegenover het buitenland in het kader van betalingsakkoorden : a) landen, leden van de E.B.U. b) landen, leden van het E.M.A. c) andere landen
Totaal der verbintenissen op zicht
Speciale provisie : voor E.B.U.-voorschotten :
a) speciale rekeningen (K. B. van 15-9-1951,22-3-1952 en 26.7-1952)
b) Schatkist c) Overeenkomst van 14-9-54 :
N.M.K.N .
Te leveren deviezen en goud Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen Kapitaal Reservefonds
a)
Statutaire reserve b) voorzorgsfonds c) rekening der afschrijvingen op ge-
bouwen, materieel en meubelen Te verdelen netto winst
94.967 97.784 101.592 1 102.679 107.556 111.533 112.670 117.353
30 24 27 29 11 11 19 8
1.044 1.341 193 88 57 28 20 -- -- -- -- -- -- 209 632
310 405 364 269 277 320 524 313 1.805 2.446 2.143 1.997 1.888 1.663 2.546 2.876
475 476 920 1.035 171 229 179 181 393 253 261 280 348 321 340 174 831 447 465 362 390 450 654 474
644 1.471 352 71. 277 752 268 231 __ __ __ __ __ __ __ 137
1.120 879 695 462 747 273 268 302
101.619 105.526 107.012 107.272 111.722 115.580 117.697 122.681
1.079 3.872 2.817 -- -- -- -- -- 4.057 __ __ -- __ __ __ - - -- -- -- -- 275 475 500
2.478 1.483 32 1.498 71 1.551 1.850 370 633 674 707 744 810 885 957 1.003 122 106 200 143 284 289 537 446 400 400 400 400 400 400 400 400
208 232 256 283 315 349 385 425 228 234 243 243 245 247 248 254
616 789 867 961 1.079 1.208 1.306 1.353 251 263 292 336 359 361 386 381
111.691 113.579 112.826 111.880 115.285 121.145 124.241 127.813 N. B. - Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. liet geeft eveneens een beknopte toelichting aij de voor-
naamste balansposten.
- 475 -
XIII - 6. - BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (sedert 1959)
(M iljoenen franken)
Goudvoorraad Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Activa in het buitenland, in Belgische
franken Internationale akkoorden (Wetten van
28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.B.U. b) E.M.A. c) I.M.F. d) andere akkoorden
Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud
Handelspapier Voorschotten op onderpand
Overheidseffecten (Art. 20 der statuten Overeenkomsten van 14-9-1948, 15-4- 1952 en 1-2-1963)
Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat
(Wetten van 28-7-1948 en 19.6-1959) . Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het
Personeel Diversen
Orderekening :
Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Natio-nale Opvoeding en Kultuur (School-pakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant :
gewone junc-
Schatkist tuurtaks (Wet van 12-3-1957)
speciale rekening veref- fening E.B.U.
Banken in het buitenl.: gew. rekening Diverse rekeningen-courant
Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.M.A. b) andere akkoorden
Totaal der verbetering en op zicht
Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen
Orderekening : Minister van Nationale Opvoeding en
Kultuur : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (School-pakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
N. B. - Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in naarnste balansposten.
Posten 1959 81 december
1960 81 december
1961 31 december
1962 31 december
1963 81 december
ACTIVA
56.693 58.525 62.424 68.248 68.566 4.407 12.605 20.432 12.848 21.532
224 6.775 6.856 2.935 10.924
1.500
5.536 3.509 413 251 118 ... ... ... ...
4.388 4.388 7.989 6.738 7.064 ... ... ... ...
1.205 11.821 18.494 12.341 21.093 7.560 6.773 5.086 10.083 9.290
102 51 74 3.022 1.655
8.215 6.040 6.515 5.140 9.275 645 617 490 326 247
2 1 2 2 1
34.030 34.000 34.000 34.000 34.000 2.469 2.519 2.568 2.627 2.703 1.508 1.519 1.539 1.593 1.657
1.032 1.075 1.168 1.278 1.430 515 698 544 1.778 1.186
128.531 150.916 168.594 163.210 192.241
1.512 2.114 2.170 1.911 1.500
PASSIVA
118.325 124.091 129.078 138.481 150.508
7 24 1 5 3
494 185 25 27 17
1 ... ... ... 252 308 445 387 309
3.161 2.606 8.338 3.474 3.298
344 249 200 185 126 224 263 365 413 333
122.808 127.726 138.452 142.972 154.594
1.436 18.644 25.376 15.271 32.000 1.032 1.075 1.168 1.278 1.430
767 938 1.007 1.016 1.453 400 400 400 400 400
2.088 2.133 2.191 2.273 2.364
128.531 150.916 168.594 163.210 192.241
1.512 2.114 2.170 1.911 1.500 b'jlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voor-
- 476 -
XIII • - WEEKSTATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE
(miljoenen franken)
Posten 1963 4 maart
1994 i I 1963 I 1964 9 maart II 8 april I 6 april
1963 (1 mei
1964 4 mei
1963 le juni
1964 8 juni
ACTIVA
Goudvoorraad 69.563 68.678 68.605 68.926 68.608 69.568 613.665 69.607
Vreemde valuta's 16.518 20.881 18.765 20.543 19.332 19.964 20.237 21.146
Te ontvangen vreemde valuta's en goud 6.516 10.440 8.195 12.738 8.200 12.299 9.355 13.113
Activa in het buitenland, in Belgische franken 1.500 1 500 1.500 1.500 1.500
Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1918 en 19-6-1959) : a) E.B.U. 214 106 209 102 179 98 175 94 b) E.M.A. 15 ... ... ... ... c) I.M.F. 6.738 7.214 6.738 8.214 6.738 8.214 0.738 8.214 d) andere akkoorden ... ... ... ...
Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud 16.670 20.230 13.349 20.069 18.536 19.329 19.955 20.725
Handelspapier 3.552 4.433 4.191 6.971 4.572 6.206 3.868 4.680
Voorschotten op onderpand 31 1.975 244 1.973 277 1.058 280 2.297
Overheidseffecten (Art. 20 der statuten. Overeenkomsten van 14-9-1948, 15-4- 1952 en 1-2-1963) 9.150 8.975 8.175 6.575 9.525 9.575 9.500 9.900
Deel- en pasmunt 369 298 367 276 347 281 328 255
Tegoed bij het Bestuur der Postchecks 1 2 2 2 2 2 2 2
Geconsolideerde vordering op de Staat (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) . 34.000 34.000 34.000 34.000 34.000 34.000 34.000 34.000
Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) 2.702 2.793 2.702 2.794 2.702 2.793 2.7C2 2.793
Gebouwen, materieel en meubelen 1.593 1.657 1.593 1.657 1.593 1.657 ]..593 1.657
Waarden van de Pensioenkas van het Personeel 1.333 1.496 1.329 1.493 1.336 1.502 ] . .338 1.503
Diversen 847 1.131 990 1.046 785 1.225 1.073 1.104
169.812 185.809 174.454 188.879 176.732 189.271 183.309 192.590 Orderekening :
Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Natio- nale Opvoeding en Bultuur (School- pakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15) 1.491 1.195 1.345 1.091 1.255 909 1.128 727
PASSIVA
Bankbiljetten in omloop 139.969 147.762 141.157 148.785 142.386 150.225 143.934 151.325 Rekeningen-courant :
gewone rekening buitengewone conjunc-
19 13 3 24 1 2 12
Schatkist tourtaks (Wet van 12-3-1957)
speciale rekening veref- fening E.B.U.
26
...
16
...
24
...
16
...
26 15 25 15
Banken in het buitenl. : gew. rekening. 464 340 549 343 353 316 263 303 Diverse rekeningen-courant 954 1.018 782 875 1.726 883 2 . 122 768
Internationale akkoorden (Wetten van
28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.M.A. 105 112 146 128 112 127 114 102 b) andere akkoorden 240 365 212 317 269 275 321 330
Totaal der verbintenissen op zicht 141.777 149.626 142.873 150.488 144.873 151.843 146.791 152.843
Te leveren vreemde valuta's en goud 23.185 30.121 26.541 32.832 26.738 31.668 29.292 33.886 Pensioenkas van het Personeel 1.333 1.496 1.329 1.493 1.336 1.502 1.338 1.503 Diversen 814 1.173 1.008 1.273 1.082 1.465 1.185 1.565 Kapitaal 400 400 400 400 400 400 400 400 Reserves en afschrijvingsrekeningen 2.303 2.393 2.303 2.393 2.303 2.393 2.303 2.393
169.812 185.809 174.454 188.879 176.732 189.271 181.309 192.590 Orderekening :
Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (School-pakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15) 1.491 1.195 1.345 1.091 1.255 909 1.128 727
N. 13. - Het Jaarverslag van de N.B.13. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij do vo3rnatunste balans. posten.
- 477 -
XIII - 7. - VERRICHTINGEN IN POSTREKENING
Bron : Bestuur der Posteheeks.
Duizenden rekeningen
Totaal tegoed
Tegoed van particulieren
Credit Debet
Algemene beweging
Percentages van de verrich- tingen
uitgevoerd zonder
gebruik van chartaal
geld
Stortingen en diversen
Giro's Cheques
en diversen Giro's
(daggemiddelden) (maandgemiddelden of maanden) (einde
tijdvak) ( m ljarden /ranken)
1956 742 29,8 22,2 32,7 81,9 32,7 81,9 229,3 91
1957 765 30,4 22,4 36,0 89,1 36,0 89,1 250,2 91
1958 789 31,2 23,5 37,4 93,0 37,3 93,0 260,8 91
1959 819 33,1 25,1 39,4 97,9 39,1 97,9 274,3 91
1960 855 37,1 26,9 42,4 103,3 41,6 103,3 290,7 92
1961 882 40,3 29,2 45,7 111,2 46,0 111,2 314,2 92
1962 907 43,4 31,7 49,8 118,4 49,4 118,4 335,9 92
1963 933 47,9 34,8 54,8 130,5 54,6 130,5 370,3 92
1962 3e kwartaal 900 43,4 31,8 48,4 114,8 48,7 114,8 326,7 92
48 kwartaal 907 44,2 31,6 54,7 128,4 52,8 128,4 364,3 92
1963 1 8 kwartaal 913 48,8 34,5 52,1 127,5 52,9 127,5 359,8 93
2e kwartaal 915 46,8 35,0 52,0 121,8 51,5 121,8 347,0 92
3e kwartaal 924 48,5 34,6 56,6 133,8 57,6 133,8 381,7 91
48 kwartaal 933 47,7 35,1 58,4 139,0 56,4 139,0 392,7 93
1964 le kwartaal 937 49,1 36,1 57,8 140,0 58,5 140,0 396,4 93
1963 Mei 914 46,9 34,8 52,6 126,3 53,9 126,3 359,0 92
Juni 915 46,4 35,6 52,2 118,6 48,9 118,6 338,4 92
Juli 917 53,5 35,3 69,1 159,6 69,8 159,6 458,0 93
Augustus 919 45,8 34,5 49,9 123,6 53,4 123,6 350,3 89
September 924 46,2 34,0 50,8 118,2 49,5 118,2 336,7 92
Oktober 929 48,0 34,7 60,0 145,9 59,0 145,9 410,7 93
November 931 45,9 34,9 51,5 127,4 53,0 127,4 359,2 92
December 933 49,1 35,7 63,7 143,7 57,2 143,7 408,3 93
1964 Januari 935 51,6 36,5 61,7 153,6 64,9 153,6 433,8 93
Februari 936 47,5 36,0 53,9 132,7 55,8 132,7 375,2 93
Maart 937 48,3 35,8 57,9 133,7 54,9 133,7 380,2 93
April 937 49,8 36,4 63,0 150,1 63,1 150,1 426,4 93
Mei 938 48,8 37,2 58,7 139,0 58,3 139,0 395,1 93
1 Omvat het tegoed van de particulieren en van de Bijkerekenplichtigen. 2 Deze tegoeden omvatten de vrije tegoeden en, tot en met juni 1981, de effecten van de 1■Iuntsaneringslening waarin de definitief geblokkeerde tegoeden
werden omgezet; vanaf juli 1961, alleen de vrije tegoeden. De cijfers over de vrije tegoeden der particulieren per einde tijdvak, worden in de stand van de Staatsschuld gepubliceerd (cf. tabel 8, hoofdstuk XVI van onderhavig Tijdschrift).
- 478 -
XIII - 8. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN 1
Activa (miljoenen franken)
Posten 1960 81 december
1961 31 december
1962 31 december
1963 31 december
1963 28 februari
1964 29 februari
1963 81 maart
1964 31 maart
A. Spaargelden (art. 15, K.B. 42)
13. Beschikbare en vlottende middelen :
- - - - - - - -
Kas, Nationale Bank, Postrekening, N.K.B.K. 5.933 7.533 6.523 7.851 3.051 3.267 5.448 6.325 Daggeld 1.277 1.214 1.272 2.095 972 2.188 1.059 2.302 Bankiers 8.103 10.782 13.192 16.665 17.308 17.909 13.940 21.357
Moedermaatsch., filialen en dochtermaatschappijen 3.236 4.287 4.717 6.286 5.852 6.661 5.488 5.192 Andere te innen waarden op korte termijn 6.017 6.742 8.248 8.787 9.064 10.038 9.264 10.682 Wissels 55.155 66.088 46.685 72.460 55.561 76.934 55.566 76.076
a) Overheidspapier 2 33.627 40.213 16.569 29.415 19.976 33.107 20.306 32.345 b) Handelswissels 3 21.528 25.875 30.116 43.045 35.585 43.827 35.260 43.731
Prolongaties en voorschotten op effecten 1.168 1.237 1.317 1.230 1.213 1.250 1.172 1.235
Debiteuren wegens verstrekte accepten 12.682 14.318 17.927 18.784 17.334 19.389 17.936 19.474 Diverse debiteuren 26.064 30.726 38.608 45.661 38.848 45.930 38.001 46.618 Effecten 39.274 53.444 75.148 72.105 74.709 71.687 75.614 71.902
a) Belegde wettelijke reserve 401 429 468 541 468 541 470 543 b) Belgische overheidsfondsen 2 4 36.199 50.094 71.460 67.875 71.132 67.421 71.996 67.618 c) Buitenlandse overheidsfondsen 4 275 473 317 556 234 584 261 556 d) Bankaandelen 1.291 1.261 1.282 1.545 1.444 1.553 1.484 1.587 e) Andere fondsen 1.108 1.187 1.621 1.588 1.431 1.588 1.403 1.598
Diversen 1.570 1.552 2.339 2.576 2.150 2.221 1.966 2.346
Niet gestort kapitaal 7 9 9 - 9 - 8 -
Totaal beschikbare en vlottende middelen 160.486 197.932 215.985 254.500 226.071 257.474 225.462 263.509
3. Vastgelegde middelen :
Oprichtings- en eerste inrichtingskosten 20 19 17 18 16 17 16 17
Gebouwen 1.190 1.251 1.301 1.434 1.330 1.460 1.357 1.533
Participaties in dochtermaatsch. voor immobiliën 258 273 265 255 264 265 265 265
Vorderingen op dochtermaatsch. voor immobiliën 345 278 312 336 326 356 316 353
Materieel en meubilair 153 166 200 289 201 299 202 298
Totaal vastgelegde middelen 1.966 1.987 2.095 2.332 2.137 2.397 2.156 2.466
Totaal der activa 162.452 199.919 218.080 256.832 228.208 259.871 227.618 265.975
1 De algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in liet buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der activa van de Belgische zetels. De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek .1 Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen
2 Sedert juni 1963 bevat de rubriek • Overheidspapier • de effecten door de Staat of onder zijn waarborg op hoogstens één jaar uitgegeven. Behalve het berdieconteerbare of ten belope van 95 pct. mobiliseerbare overheidspapier bij de N.B.B., omvat ze dus ook overheidspapier in deviezen en effecten op hoogstens één jaar tagegsven onder staats-waarborg, actiefbestanddelen die tot nog toe onder de Belgische overheidsfondsen waren opgenomen.
3 Wissels berdisconteerd door de banken bij de N.B.B. en bij de parastatale Instellingen (Uitstaande bedragen in miljoenen franken)
1960 81 december 6.647 I 1962 31 december 8.486 I 1963 28 februari 6.316 I 1064 29 februari 9.869 1961 81 december 6.999 1968 81 december 8.673 1963 81 maart 6.832 1964 31 maart 10.858
4 Uit de rubriek e Belgische overheidsfondsen i worden daarenboven sedert juni 1968 naar de rubriek • Buitenlandse overheidsfondsen s overgeheve:d, diegene onder de effecten van de Ifougolese schuld die niet onder waarborg van de Belgische Staat werden uitgegeven.
- 479 -
XIII - 8. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN '
(miljoenen franken) Passiva
Posten 1960 31 december
1961 31 december
1962 31 december
1963 31 december
1963 28 februari
1964 29 februari
1963 31 maart
1964 31 maart
A. Spaargelden (art. 15, K. B. 42)
B. Opvraagbaar :
- - - - - - - -
Bevoorrechte of gewaarborgde schuldeisers 330 398 1.747 804 641 1.262 794 431
Daggeld 1.332 2.110 871 1.406 1.649 1.650 1.252 1.596 a) Gedekt door reële zekerheden 1.247 1.986 815 1.232 1.468 1.372 1.138 1.488 b) Niet gedekt door reële zekerheden 85 124 56 174 181 278 114 108
Bankiers 14.208 28.067 26.553 38.661 34.037 40.349 30.905 44.223
Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatsch. . 3.165 3.911 4.300 7.884 3.633 7.517 3.755 6.949
Geaccepteerde wissels 12.683 14.319 17.928 18.784 17.334 19.389 17.936 19.476
Andere te betalen waarden op korte termijn 2.382 2.776 3.875 4.901 5.318 5.748 4.510 6.479
Crediteuren wegens wissels ter incasso 990 967 1.095 1.216 1.020 1.193 1.072 1.219
Deposito's en crediteuren 103.790 121.118 130.986 150.290 133.686 150.013 136.730 153.458 a) Dadelijk opvraagbaar 61.080 66.746 71.259 81.543 72.389 78.028 73.834 80.728 b) Op hoogstens dertig dagen 4.873 6.112 5.532 5.159 6.118 5.280 6.099 5.822 c) Op meer dan dertig dagen 19.200 27.902 29.392 30.007 28.915 30.984 30.000 30.660 d) Op meer dan een jaar 956 1.529 2.201 1.138 2.036 1.194 1.662 1.151 e) Op meer dan twee jaar 1.975 2.495 2.671 3.049 2.617 3.037 2.968 3.093 f) Bankboekjes 14.115 14.613 17.937 27.355 19.577 29.441 20.171 29.976 g) Andere op boekjes ingeschreven deposito's 1.591 1.721 1.994 2.039 2.034 2.049 1.996 2.028
Obligaties en kasbons 7.573 8.619 11.060 11.433 11.134 11.145 11.120 11.185
Nog te storten bedragen op fondsen en participaties 635 615 689 672 696 679 696 688
Diversen 4.940 6.007 6.104 6.809 5.975 6.832 5.628 5.937
Totaal opvraagbaar 152.028 188.907 205.208 242.860 215.124 245.777 214.398 251.641
C. Niet opvraagbaar :
Kapitaal 6.201 6.520 7.636 8.221 7.708 8.251 7.709 8.287
Niet beschikbare reserve wegens uitgiftepremie 284 292 785 838 793 881 793 919
Wettelijke reserve (art. 13, K. B. 185) 406 428 467 541 468 541 470 543
Beschikbare reserve 3.363 3.652 3.828 4.179 4.009 4.210 4.068 4.282
Reservefonds 170 120 156 193 106 211 180 303
Totaal niet opvraagbaar 10.424 11.012 12.872 13.972 13.084 14.094 13.220 14.334
Totaal der passiva -. 162.452 199.919 218.080 256.832 228.208 259.871 227.618 265.975
1 De algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der passiva van de Belgische zetels. De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek « Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen z.
Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2 ()terleid in type-maanden van 25 dagen)
Maandgemiddelden per kwartaal
DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S POSTREKENINGEN
2,4 3,3
2,1 3,1
2,0 2,9
1,8 2,7
1,6 1,5 J' 58 60 62 64
58
60 61
64
XIII - 9. - GEZAMENLIJKE BETALINGEN DOOR MIDDEL VAN DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN
EN VAN TEGOEDEN IN POSTREKENING
Gezamenlijke betalingen herleid tot type-maanden van 25 dagen door middel van
Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2
direct opeisbare bankdeposito's 3
83,2 70,3
89,8 76,6
85,7 80,4
90,3 83,4
99,4 87,2
106,9 93,0
119,0 99,3
132,5 107,1
112,3 98,0
130,1 105,3
117,8 103,8
133,8 105,6
131,1 104,8
147,4 114,0
150,2 115,0
115,3 99,4
132,9 103,9
138,8 109,3
129,9 103,5
143,6 113,2
118,9 103,8
130,7 97,5
139,9 111,8
138,2 113,0
164,1 117,1
146,3 120,5
154,2 114,9
150,1 109,7
159,3 122,3
miljarden franken)
tegoeden in postrekening 4
Totaal bruto herleid tot type-maanden van 25 dagen
direct opeisbare bankdeposito's 3
direct opeisbare bankdeposito's 3
tegoeden in postrel:ening 4
153,5 1,98 1,95 3,01 166,4 2,10 2,08 3,25 166,1 2,01 1,99 3,25 173,7 1,93 1,91 3,13 186,6 2,09 2,06 3,04 199,9 2,19 2,18 2,96 218,3 2,25 2,23 2,139 239,6 2,25 2,23 2,135
210,3 2,12 2,10 2,84 235,4 2,36 2,34 3,09
221,6 2,12 2,09 2,78 239,4 2,24 2,26 2,80 235,9 2,24 2,18 2,80 261,4 2,41 2,38 3,05
265,2 2,46 2,43 2,99
214,7 2,10 2,02 2,68 236,8 2,30 2,30 2,74 248,1 2,34 2,34 2,97 233,4 2,07 2,15 2,68 256,8 2,47 2,38 2,93 222,7 2,08 2,00 2,81 228,2 2,17 2,17 2,66 251,7 2,46 2,28 3,03 251,2 2,16 2,25 3,07 281,2 2,60 2,60 3,04
266,8 2,42 2,33 3,10 269,1 2,52 2,52 3,03 259,8 2,45 2,45 2,85 281,6 2,64 2,54 3,13
Maandgemiddelden of maand
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1962 30 kwartaal -ie kwartaal
1963 le kwartaal 2 0 kwartaal 3 0 kwartaal 40 kwartaal
1964 1 0 kwartaal
1963 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1964 Januari Februari Maart April
1 Benaderende gegevens volgens het totaal der debetverrichtingen (incl. de rekeningen van vreemdelingen en de debetverrichtingen met betrekking tot betalingen aan het buitenland).
2 De verhouding van de omzet tot de hoeveelheid wordt bekomen door deling van het bedrag der debiteringen op do rekeningen van de direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken of op de postrekeningen van de particulieren en de buitengewone Rijksrekenpliehtingen door de gemiddelde tegoeden op deze rekeningen tijdens de beschouwde periode.
3 De telling omvat niet alle banken. 4 Uit de brutogegevens werden de dubbel getelde overschrijvingen verwijderd, die voortvloeien uit de inrichting van de Rijksboekhouding en waarvan
een telling mogelijk was.
N. B. - Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXVe jaargang, deel EI, nr 4, oktober 1050, blz. 222.
Bibliografische referenties : Jaarverelagen van de N.B.B. - Belgisch Staatsblad : algemene staat der banken. - Statistisch Jaarboek voor Balgil. -Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (cf. N. B. van tabellen 1 en 9, hoofdstuk XIII). - Jaarverslag van de Bankcommissie.
- 481 -
XIV. - NIET GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTELLINGEN
4. - VOORNAAMSTE ACTIVA EN PASSIVA VAN HET RENTENFONDS (miljoenen franken)
Bron : Jaarverslagen van het Rentenfonds.
Activa Passiva
Einde periode
Portefeuille Creditsaldo bij de
Nationale Bank
van België
Te leen gegeven
opg zeer korte
termijn
Bi de j banken
geplaatste certificaten
Te leen genomen
geld op zeer
korte termijn
Ver- richtingen met recht
van terugkoop
Krediet ontvangen van de Nationale Bank
Genoteerde waarden
1 3
Schatkist- certificaten tranche B
Andere schatkist-
certificaten Voor- schotten
Discontering van
kasbons 2 nominale waarde
1953 3.532 -- -- -- -- -- 1.999 1.000 ... 120
1954 5.023 -- -- -- -- -- 2.248 1.000 2 1.327
1955 4.533 -- -- -- -- 2.039 1.000 4 920
1956 5.930 -- -- -- -- -- 2.631 800 2 1.998
1957 4.112 1.242 -- -- -- 486 2.457 585 1.237 200
1958 3.311 1.370 -- ... -- 4.059 274 -- ... 45
1959 4.582 623 2.700 1 -- 4.608 72 -- ... ...
1960 6.653 1.403 1.200 6 15 5.812 ... -- ... ...
1961 6.923 1.086 ... 3.201 3.069 10.996 ... -- ... ...
1962 7.792 2.226 ... ... 50 6.440 ... -- 589 ...
1961 Januari 6.617 20 1.200 750 1.802 6.966 ... -- ... ...
Februari 6.434 90 ... 2.917 1.932 7.932 ... -- ... ...
Maart 5.978 10 825 1.644 3.273 8.401 ... -- ... ...
April 6.104 18 1.875 1.086 3.569 9.266 ... -- ... ...
Mei 6.054 25 2.525 2.150 2.685 10.042 ... -- ... ...
Juni 6.394 78 825 1.916 4.239 10.043 ... -- ... ...
Juli 6.288 9 100 3.131 3.272 9.442 ... -- ... ...
Augustus 6.371 ... ... 4.377 3.410 10.800 ... -- ... ...
September 6.448 ... ... 6.391 2.267 11.701 -- ... ...
Oktober 6.599 166 150 6.876 2.030 12.511- ... -- ... ...
November 6.613 ... 150 8.004 2.169 13.605 ... -- ... ...
December 6.923 1.086 ... 3.201 3.069 10.996 ... -- ... ...
1962 Januari 6.149 200 ... 6.831 75 9.996 ... -- ... ...
Februari 6.235 220 ... 3.300 2.696 9.253 ... -- ... ...
Maart 6.188 130 ... 3.188 1.600 7.961 ... -- ... ...
April 6.112 1.018 ... 3.521 1.878 9.391 ... -- ... ...
Mei 6.215 280 ... 3.003 2.192 8.492 ... -- ... ...
Juni 6.701 11 ... 2.108 2.923 8.589 ... - ... ...
Juli 6.887 438 ... 2.069 1.972 8.336 ... -- ... ...
Augustus 6.803 200 1.175 2.041 1.401 8.593 ... -- ... ...
September 6.910 248 1.100 1.724 1.681 8.623 ... -- ... ...
Oktober 7.233 572 1.200 796 2.564 9.248 ... --- ... ...
November 7.946 1.175 2.100 1 790 8.905 ... -- ... ...
December 7.792 2.226 ... ... 50 6.440 ... -- 589 ...
1 [ncl. de verrichtingen met recht van erugkoop. 2 Incl. de kasbons die elders dan bij do Nationale Bank van België gedisconteerd werden. 3 Het betreft nominale waarden voor de gegevens einde jaar en boekhoudkundige waarden voor de andere maanden.
+1200
A it 11 I t i i
I t
1 1
i I
i II i
i I il
i r 1\ il • •
i • V--.... I ■ ‘ 4 -, \\ X /I/ %
....
1964
1 I I I I 1 I 1 400
." A 42.4AA
111111111
+800
1962 X ... /» // 1961
't %
1 ‘ ‘
X // 1/4-
‘ \
‘ ‘ Ij
‘0 196430.00,00
•••
+400
Overschotten of tekorten van de stortingen t.o.v. de terugbetalingen (maandgemiddelden of maanden)
41200
+800
+400
-400 54
56
58
60
62 M
-- 482 -
XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJPRENTEKAS
5 a. - Beweging van de inlagen
Alleen de spaarboekjes van particulieren
(miljoenen franken)
Tijdvak Inleggingen
(1)
Opvragingen
(2)
Overschot of tekort
(8) = (1) - (2)
Saldi van d e Wagen por einde tijdvak
(4], ---
1953 13.204 9.684 3.520 45.493 1 1954 13.383 10.764 2.619 49.459 1 1955 13.624 12.176 1.448 52.354 1 1956 14.518 12.295 2.223 56.132 1 1957 16.783 14.455 2.328 60.144 1 1958 18.912 14.316 4.596 66.700 1 1959 21.939 16.232 5.707 74.442 1 1960 21.840 19.786 2.054 78.887 1 1961 22.799 19.585 3.214 84.633 1 1962 25.995 20.717 5.278 92.654 1 L963 v 26.345 v 23.801 v 2.544 v 97.959 1
1963 1964 1963 1964 I 1963 1964 I 1968 1964
Januari 2.388 v 2.798 1.600 v 2.032 788 v 766 93.442 v 98.715 Februari 2.020 v 2.206 1.556 v 2.517 464 v -311 93.906 v 08.404 Maart 2.016 v 2.115 2.047 v 2.431 - 31 v -316 93.875 v 08.099
April 2.051 v 2.225 2.260 v 2.558 -209 v -333 93.666 v 97.775 Mei 2.168 v 2.118 2.304 v 2.370 -135 v -252 93.531 v 97.523 Juni 2.199 2.095 103 93.634
Tuli 2.640 2.013 627 94.261 Augustus 2.254 1.765 489 94.749 September 2.112 1.877 245 94.995
Oktober 2.293 2.082 211 94.206 November 2.047 1.926 120 95.326 December v 2.187 v 2.270 v- 83 v 97.959 1
1 Deze inlagen bevatten de gekapitalieeerde rente van het boekjaar
- 483 -
XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LLTPRENTEKAS
5 b. - Voornaamste posten uit de balansen van de Spaarkas (miljarden franken)
Bron : Verslagen van de A.S.L.K.
1957
1958
1959
1960
1961
1962
ACTIVA
Beschikbaar 1 0,5 0,3 0,3 0,2 0,3 0,3
Voorlopige beleggingen : Wissels op België 7,6 7,7 9,1 10,8 12,4 15,1 Voorschotten aan de nijverheid -- 2,0 3,3 5,2 7,3 8,6 Exportkrediet -- 0,2 0,4 0,5 0,7 Beleningen ... ... ... ... ... Bankaccepten 0,4 1,6 1,7 2,4 2,5 3,0 Schatkistcertificaten 1,5 5,2 4,3 2,0 4,3 6,2 Daggeldleningen 1,3 0,8 1,1 0,8 0,7 0,9
Totaal van de voorlopige beleggingen 10,8 17,3 19,7 21,6 27,7 34,5
Definitieve beleggingen : Directe Belgische staatsfondsen 18,4 17,3 19,7 20,0 20,2 23,4 Indirecte Belgische staatsfondsen en effecten met
staatswaarborg 13,6 15,4 16,5 17,8 16,6 14,8 Effecten van Kongo of door Kongo gewaarborgd 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies,
steden en gemeenten 1,9 1,8 1,8 1,7 1,7 1,6 Obligaties van Belgische vennootschappen 1,5 1,2 1,2 1,0 1,0 0,9 Voorschotten aan de Staat voortvloeiende uit de beta-
ling van de bijkomende vergoeding aan de politieke gevangenen en voorschotten aan het Nationaal Werk voor Oorlogsinvaliden 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6
Hypothecaire leningen 2,8 2,9 3,3 3,8 4,3 4,8 Landbouwkrediet 3,4 3,4 3,5 3,6 3,6 3,8 Voorschotten aan de Nationale Maatschappij voor de
Huisvesting, aan de erkende vennootschappen en aan de gemeenten, bestemd voor de bouw van volkswoningen 18,3 19,9 21,3 22,2 22,7 24,0
Totaal van de definitieve beleggingen 60,8 62,8 68,2 71,0 71,0 74,1
PASSIVA
Opvraagbaar :
Inlagen op spaarboekjes 2 :
Particulieren 60,0 66,5 74,3 78,7 84,5 92,5 Dotatie voor Krijgsgevangenen 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 Openbare en andere instellingen 4,6 4,9 3,8 3,7 3,7 4,9 Rekening c Lijfrentezegels 0,2 0,2 0,2 0,2 0,1
Totaal der inlagen op spaarboekjes 65,0 71,8 78,5 82,8 88,5 97,6
Inlagen op rekeningen-courant 2 1,9 3,5 3,7 3,0 3,4 4,1
Niet opvraagbaar :
Dotatiefonds, fonds voor diverse voorziene uitgaven en reservefonds 6,2 6,7 7,3 7,9 8,7 9,4
1 Deze post omvat de kasmiddelen, de rekeningtegoeden bij de Nationale Bank van België en het Bestuur der Posteheeks. Omvat de gekapitaliseerde rente.
- 484 -
XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS
5 c. - Voornaamste posten uit de balansen van de Lijfrentelms * (miljarden franken)
Bron : Verslagen van de A.S.L.K.
1957
1958
1950
1960
1961
1902
ACTIVA Effectenportefeuille :
Directs Belgische staatsfondsen 7,2 7,5 7,7 7,3 7,1 6,4
Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten 9,1 10,1 11,0 11,6 12,5 13,9
Door Kongo gewaarborgde effecten 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten 1,3 1,2 1,2 1,1 1,0 1 , 0
Obligaties van Belgische vennootschappen 1 , 4 1,3 1,2 1,1 1 , 0 0,9
Hypothecaire leningen 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,1
Voorschotten aan erkende vennootschappen en aan de openbare kassen van lening met het oog op de
bouw van volkswoningen 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Totaal 19,5 20,5 21,5 21,5 22,0 22,5
PASSIVA Rentenfonds 1 13,2 13,5 13,8 13,1 1 13,4 13,6
Wiskundige reserves a 6,7 7,4 8,2 8,8 9,4 10,1
Totaal 19,9 20,9 22,0 21,9 22,8 23,7
XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIMRENTEXAS
5 d. - Voornaamste posten uit de balansen van de Levensverzekeringskas (miljarden franken)
Bron : Verslagen van de A.S.L.K.
1957 1958 1950 1960 1901 1962
ACTIVA
Effectenportefenille : Directe Belgische staatsfondsen 2,0 1,9 2,2 3,0 2,9 2,8
Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten 0,7 1,1 1,3 2,0 2,6 3,4
Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Obligaties van Belgische vennootschappen 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0 , 5
Hypothecaire leningen 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Volkswoningen : Voorschotten aan erkende vennoot-schappen 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
Totaal voor de effectenportefeuille 3,6 4,0 4,5 6,0 6,5 7,1
PASSIVA Wiskundige reserves en provisies 1 2,7 I 2,9 3,2 4,6 1 I 4,9 I 5,3
Reservefonds 1,0 1,2 1,4 1,5 i 1,8 2,0
• De A.S.L.R. publiceert afzonderlijk : a) Sedert 1957 :
1) Een balans over de uitvoering van de Algemene Wet s. Het betreft renten gevestigd krachtens de net van 16 maart 1865 en de samengeordende wetten van 1946 met betrekking tot de verzekering tegen ouderdom en vroegtijdig overlijden van de arbeiders en de vrijwillig verzekerden. ,Sinds 1960 evenwel komen de renten gevestigd krachtens de wet van 16 maart 1865 niet meer voor in de balansen van de Lijfrentekassen doch wel in de balansen van de Levensverzekeringskas.
2) Een balans over het beheer van de verzekeringen tot stand gekomen in het kader van de wetten van 1925 en 1930 op het bediendenpensioen, Op deze verzekeringen wordt het kapitalisatiebeginsel toegepast.
8) Een balans betreffende de door de wet van 12 juli 1057 vastgestelde pensioenen van de bedienden eveneens opgevat volgens het kapitalisatiebeginsel. Erachtens de wet van 8 april 1962 werd het beheer hiervan overgenomen door de Nationale K+19 voor Bediendenpensioenen. De erop betrekking hebbende middelen werden in 1963. overeenkomstig de slottoestand per 31 december 1962 overgedragen.
4) Een balans mat betrekking tot het beheer van de verzekeringen tot stand gekomen in het kader van de wet van 80 juni 1956 op het pensioen der zelfstandigen. Sinds 1960 heeft deze balans evenwel ook betrekking op het beheer van de verzekeringen tot stand gekomen in het kader van de wet van 28 maart 1960 op het pensioen der zelfstandigen.
b) Sinds 1958: Een balans betreffende het beheer van de verzekeringen tot stand gekomen in het raam van de wetten op het bediendenpensioen (aan. vullende stortingen).
c) Sinds 1960: Een balans betreffende de door de wet van 22 februari 1960 en later, door de wet van 8 april 1962 vastgestelde pensioenen van do bedienden opgevat volgens het kapitalisatiebeginsel.
1 Het nentenfonda , ,mvat de reserves betreffende de uit de e Algemene Wet n voortvloeiende renten. Deze reserves omvatten de wiskundige reserves, de veiligheids- en beheersreserves evenals de provisies. Sinds 1960 evenwel bevat het Rentenfonds niet ,neer do reserves betreffende de renten gevestigd krachtens de wet van 16 maart 1865. Deze reserves komen sedert 1960 voor in de balansen van de Levenverzekeringskas, onder de rubriek s 'Wiskundige reserves en provisies
2 De zuivere wiskundige reserves werden verhoogd met een bepaald bedrag voor dekking van de kosten van uitkering der renten en van beheer en voor de vorming van een veiligheidsmarge.
t Sedert 1960 vermeldt deze balans onder de rubriek s Wiskundige reserves en provisies s de reserves betreffende de krachtens de wet van gevestigde renten, die voorheen voorkwamen in de balans over de uitvoering van de c Algemene Wet is.
lts maart 1865
XIV - 6. - PARTICULIERE SPAARKASSEN
Indeling en bestemming van de werkmiddelen
(miljarden franken) Bron : C entraai Bureau raar de kleine spaarders.
Einde tijdvak Einde
Deposito's
Obli- gaties
en kas- bons
Geza• men-lijke depo- sito's, obli- gaties
en kas- bons
Vorderingen op de bedrijven en particulieren
Vorderingen op de overheidssector Geza-men-lijke
vorde-ringen op de bedrij-ven en park-
culieren en op
de over-heids-sector
dan 2 jaar
j op
2 jaar en meer
Dis- conto, voor-
schotten en
leningen met
borg- tocht
Hypo- theek- nemers
Diverse debi-
teuren
Totaalvan de vorde- ringen op de bedrij- veu en parti-
culieren
Staat Engere over- heid
Kongo
Ruae.nda- U rundi
Zelf- stan• dige Kas voor
Oorlogs- schade
Ge- meente krediet
van België
Overige para-
statale instel-hagen
Totaal van de
ringen op de over- heide- sector
1956
1957
1958
1959
1960
1961 30 kwartaal 4e kwartaal
1962 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
1963 10 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
1964 1 0 kwartaal Nieuwe reeks 1
le kwart
12,4
13,7
15,7
18,5
20,2
22,1 23,1
24,1 24,8 25,7 27,4
28,3 29,0 29,9 31,4
32,0
3,4
3,8
4,4
5,0
5,6
6,1 6,4
6,7 7,0 7,2 7,4
8,0 8,7 9,3 9,9
10,3
0• ri CD C 00 ri Cq u) 0-. cn op
tO co
C1 ri 01
.
. . . . . . . . . . . .
.
01 0) CO <P <P 10 u) ' 0 u) u) UD Q) UD CO CD
U)
18,5
20,6
24,0
27,8
30,6
33,3 34,7
36,3 37,5 38,8 41,1
42,6 44,0 45,4 47,4
48,5
ri <N to ri to up ri 01 01 <N 0) to 001 UD 0
. . . . . . . . . . . . . . <h.
ri ri ri 01 ri 01 Cq Cq 01 01 01 01 CO 0) 00
10,4
12,0
13,8
15,9
18,0
19,6 20,3
20,9 21,9 22,7 23,9
24,3 24,9 25,7 26,4
27,2
Cl CO CO <P 10 u) U) U) U) 10 0 CO U) <P 10 <P
. .
0 0 0 0 0 00 0000 0000 0
11,7
13,7
15,9
18,4
20,4
22,6 23,0
23,6 24,6 25,6 26,9
27,8 28,4 29,3 30,5
31,6
nl.
n.b.
4,7
5,0
6,2
6,7 6,9
7,6 7,6 8,1 8,7
9,4 9,8
10,2 10,4
10,8
Cl cg m Cl Cl cg cg Cl oP t
o op
,ffl up up mp
0 0 0 0 0 00 0000 0000 0
ri ri Cl ri ri ri ri ri ri ei ri
• • • •
• .
. .
. .
CD CD C) C) C) CD C) 0000 • • • • •
ri Cl ci 0) <P duw <P <t.
4') LJ u,tototo t o
0 0 0 0 0 00 0000 0000 0
n.b.
n.b.
0,3
0,4
0,3
0,4 0,4
0,4 0,4 0,5 0,5
0,6 0,6 0,5 0,5
0,5
n.b.
n.b.
3,8
5,4
5,6
6,1 6,4
6,6 7,2 7,3 7,4
7,9 8,3 8,6 8,7
8,8
n.b.
n.b.
9,5
11,4
12,8
13,9 14,4
15,3 16,0 16,8 17,5
18,8 19,6 20,3 20,6
21,1
n.b.
n.b.
25,4
29,8
33,2
36,5 37,4
38,9 40,6 42,4 44,4
46,6 48,0 49,6 51,1
52,7
32,0 10,3 9,9 52,2 4,0 31,2 0,4 35,6 10,8 0,5 ... 0,5 0,5 8,8 21,1 56,7
1 Het verschil voor het le kwartaal 1964 tussen de twee reeksen vloeit voort uit het feit dat in de tweede reeks rekening werd gehouden met onlangs aange-nomen maatschappijen.
XIV - 7. - NATIONALE MAATSCHAPPIJ VOOR KREDIET AAN DE NIJVERHEID
Voornaamste balansposten (miljarden franken)
Bron : Verslagen van de N.M.K.N.
1958 1959 1960 1961 1962 1963
Portefeuille :
Investeringskredieten op lange en halflange termijn :
ACTIVA
10 door de Staat gewaarborgd 6,7 8,6 9,8 10,5 10,9 11,7
20 door banken en financieringsmaatschappijen
gewaarborgd 5,1 5,5 6,2 6,7 7,2 8,0
30 andere dan deze sub 1 0 en 20 vermeld 7,1 7,8 10,5 13,1 15,7 19,6
Herstelkredieten (oorloge- en waterschade) (besluit- wet van 30 november 1944, wetten van 1 oktober 1947, 6 januari 1950, 24 maart 1953 en 26 juni 1956) 1,9 2,0 1,8 1,7 1,6 1,5
Handelskredieten op halflange termijn 1,0 0,8 0,8 1,3 1,0 1,5
Kredieten voor de financiering op halflange termijn van de uitvoer 0,6 0,8 0,9 1,1 1,3 1,3
Kredieten beheerd voor rekening van de Staat 2 2,4 2,5 2,7 2,7 2,8 2,7
PASSIVA
Obligaties 21,4 24,9 30,1 35,9 37,5 39,4
Kasbons 4,1 5,7 6,3 6,9 7,3 8,4
Belgische Staat :
Fonds Marshall-hulp 1,9 1,9 1,8 1,7 1,7 1,4
Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zee-schepen 0,7 0,8 1,1 1,2 1,2 1,3
1 Deze rubriek omvat al de andere investeringskredieten; het risico van deze verrichtingen wordt gedragen door de N.M.K.N. die, zo nodig, zakelijk lijke waarborgen vraagt. Betreft kredieten gefinancierd door de Marshall-hulp en door het Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen.
en/of perst~
XIV - 8. - GEMEENTEKBEDIET PAN BELGIE Bron : Gemeentekrediet aan België.
(miljoenen franken)
Financiering van de investeringsuitgaven van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de organismen van de provinciale en gemeentelijke sectoren
Verrichtingen in rekening-courant van de gewestelijke en plaatselijke
overheid en van de organismen Rekeningen » Toelagen en leningsgelden •» Schuld van de provinciale en gemeentelijke
op korte, sectoren (gewone uitgaven) Stortingen Opvragingen halflange Kredietver-
en lange plichtingen Gemiddelde Leningen termijn van het van de gezamenlijke
Saldo ter beschikking gesteld van de kredietnemers Saldo tegenover
het Gemeente-
krediet dagelijkse saldi Totaal
Periode beschikbaar
bij de Leningen waarvan
Kapitaal-
toelagen Voor de Voor
beschikbaar
op het einde Gemeente-
krediet van België van de
over het
aanvang Leningen waarvan de lasten gestort Totaal terug-
betaling
betaling
buiten- van Totaal van de van België debet
van de de lasten door de Staat
door de gewone periode (op het einde van die
periode door de krediet- aan de Staat en de
van leningen uitgaven
van de periode) Credit Debet rekeningen
nemers krediet- provincies uitgevoerde gedragen nemers betalingen worden worden (2) -I- (8) (1) 1- (5)
terugbetaald -I- (4) (8) + (7) - (8) (1) (2) (8) (4) = (5) (8) (7) = (8) = (9) (10) (11) (12) (13) (14)
1954 1.320 3.650 2.146 5.796 165 5.250 5.415 1.701 22.868 1.850 1.785 349 15.518 1955 1.701 4.315 2.261 6.576 363 5.794 6.157 2.120 26.192 1.563 1.700 388 14.061 1956 2.120 3.562 2.330 5.892 343 5.759 6.102 1.910 28.531 1.699 1.411 701 15.934 1957 1.910 2.603 2.389 4.992 547 4.984 5.531 1.371 29.631 835 1.588 810 16.609 1958 1.371 3.594 2.196 5.790 547 4.803 5.350 1.811 32.802 2.133 1.587 638 19.044 1959 1.811 5.640 2.819 8.459 624 7.147 7.771 2.499 36.777 2.463 1.262 1.129 19.016 1960 2.499 5.410 290 2.306 8.006 604 7.311 7.915 2.590 41.756 4.398 1.267 1.424 20.451 1961 2.590 6.182 1.262 1.858 9.302 1.011 7.427 8.438 3.454 46.849 5.231 1.504 1.519 21.917 1962 3.453 6.526 1.365 1.320 9.211 363 8.421 8.784 3.880 52.178 7.337 1.350 2.288 24.877 1963 3.880 7.481 1.517 1.351 10.349 241 9.572 9.813 4.416 58.516 1 6.827 1.589 3.214 26.300
1962 Februari 3.387 254 110 106 470 24 493 517 3.340 6.096 1.204 1.829 1.697 Maart 3.340 448 129 122 699 33 681 714 3.325 6.275 1.614 1.796 2.488 April 3.325 282 86 105 473 28 426 454 3.344 6.417 1.267 1.934 2.026 Mei 3.344 392 97 114 603 34 545 579 3.368 6.968 1.729 1.491 1.593 Juni 3.368 745 88 116 949 30 797 827 3.490 7.050 1.725 1.579 1.801 Juli 3.490 865 141 109 1.115 35 733 768 3.837 6.798 1.404 2.158 3.202 Augustus 3.837 715 105 126 946 34 758 792 3.991 6.536 1.334 2.368 1.458 September 3.991 521 125 105 751 17 881 898 3.844 6.855 1.188 2.543 1.460 Oktober 3.844 682 147 114 943 24 917 941 3.846 6.682 1.067 3.234 2.338 November 3.846 633 154 83 870 40 827 867 3.849 6.654 1.164 3.456 1.390 December 3.849 551 118 146 815 31 753 784 3.880 52.178 7.337 1.333 3.086 2.247
1963 Januari 3.880 479 155 56 690 13 784 797 3.773 52.158 7.352 1.059 4.235 3.781 Februari 3.773 675 214 140 1.029 15 607 622 4.180 53.033 6.848 1.273 3.778 1.944 Maart 4.180 820 154 78 1.052 15 758 773 4.459 53.984 7.632 1.419 3.797 1.992 April 4.459 599 69 110 778 26 415 441 4.796 54.035 7.582 1.496 3.282 2.401 Mei 4.796 566 28 82 676 20 757 777 4.695 54.611 7.930 1.689 2.824 1.743 Juni 4.695 562 59 65 686 17 788 805 4.576 55.174 8.156 1.644 3.081 1.574 Juli 4.576 724 125 173 1.022 27 880 907 4.691 55.672 7.892 1.557 3.512 3.470 Augustus 4.691 432 130 103 665 13 794 807 4.549 56.216 7.999 1.692 3.299 1.121 September 4.549 692 112 110 914 16 922 938 4.525 57.066 1 7.736 1.726 3.002 1.842 Oktober 4.525 689 148 192 1.029 38 1.053 1.091 4.463 57.385 1 7.323 1.628 2.892 2.589 November 4.463 516 160 67 743 17 750 767 4.439 58.061 1 6.962 1.922 2.459 1.583 December 4.439 727 163 175 1.065 24 1.064 1.088 4.416 58.516 1 6.827 1.959 2.409 2.250
1964 Januari 4.416 891 174 114 1.179 11 870 893 4.714 58.883 1 6.724 1.489 2.817 4.967 Februari 4.714 651 219 96 966 19 759 778 4.902 59.731 3 6.813 1.945 2.339 2.512
1 Incl. de consolidatie van gewone tekorten van de gemeenterekeningen.
- 487 -
XIV - 9. - LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN
Voornaamste balansposten
(miljarden franken)
Bron : Ministerie van Economische Zaken, Dienst van de Verzekeringen.
1958 1959 1 1960 1961 1 1982 1958 1 1959 1 1960 1 1961
Belgische maatschappijen Buitenlandse maatschappijen
ACTIVA
Onroerende goederen 1,4 1,7 2,3 2,6 3,1 1,0 1,1 ,1,2 1,4 Hypothecaire leningen 7,1 7,8 9,0 10,5 11,4 1,8 2,0 2,3 2,7 Voorschotten op polissen 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 0,4 0,4 0,5 0,5
Effecten : Belgische overheidsfondsen 2,9 3,5 4,8 5,3 5,7 2,8 3,1 3,2 3,4 Buitenlandse effecten 0,5 0,8 1,3 1,9 1,5 0,2 0,3 0,4 0,4 Effecten gewaarborgd door
Bongo 0,2 0,4 0,1 0,1 0,1 Effecten van de parastatale
kredietinstellingen 2,6 3,1 4,2 4,2 4,6 0,4 0,4 0,7 0,7 Effecten van de overige para-
statale instellingen 1,0 1,2 1,4 1,4 1,6 0,9 1,0 0,9 1,0 Effecten van de provincies en
gemeenten 1,7 1,7 1,4 1,7 1,8 0,6 0,6 0,5 0,5 Obligaties van Belgische ven-
nootschappen 6,4 7,2 7,2 7,4 8,1 0,5 0,6 0,5 0,6 Aandelen van Belgische ven-
nootschappen 2,5 1,7 2,1 2,2 2,3 0,5 0,5 0,5 0,6
Totaal voor de effecten 17,8 19,6 22,5 24,2 25,7 5,9 6,5 6,7 7,2
PASSIVA
Neergelegde waarborgen 0,2 0,2 0,3 I 0,3 0,3 0,1 0,1 0,1 0,1
Wiskundige reserves 1 27,0 31,0 35,3 I 38,7 41,7 9,0 9,8 10,7 11,6
1 Deus reserves omvatten eveneens de schadereserves, de technische participatiereserve en de waarborgreserve.
XIV - 10. - HYPOTHEEK- INSCHRIJVINGEN
Bron : Belgisch Staatsblad.
Maandgemiddelden Miljarden franken
1955 1,67
1956 1,80
1957 1,78
1958 1,77
1959 2,13
1960 2,50
1961 2,78
1962 3,03
1963 3,33
1962 3e kwartaal 3,13
4* kwartaal 3,41
1963 le kwartaal 3,05
2e kwartaal 2,99
3e kwartaal 3,48
4e kwartaal 3,80
1964 le kwartaal 3,68
1 Bedragen berekend volgens de geinde inschrijvingsrechten, incl. de vernieuwingen na vijftien jaar, die ongeveer 1 th pct. van het totaal bedragen, doch excl. de wettelijke hypotheken.
Bibliografische referenties s Belgisch Staatsblad : a) Verslag van het Bentenfonds over de verrichtingen van het jaar; b) Ministerie van Verkeerawesen : Poetchecks. - Verslagen over de verrichtingen en de toestand van de A.S.L.K. van Belgiii. - Statistisch Jaarboek voor Belga- - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S.
1962
1,6 3,2 0,5
8,6 0,4
0,8
1,1
0,5
0,6
0,7
7,7
XV. - BELANGRIJKSTE VORMEN VAN DE IN HET BINNENLAND BESCHIKBARE BESPARINGEN
Bron : Algemene Spaar- en Liffrentekas. (miljarden franken)
Spaarvormen 1954 1955 1958 1957 1958 1959 1960 1961 1962
1. Sparen in depositovorm 1 : Spaarkassen 5,0 5,0 6,0 5,5 9,8 9,9 6,6 9,3 14,2 Banken 3,0 2,2 -0,7 1,1 4,6 5,1 4,0 10,4 5,9 Parastatale kredietinstellingen 0,3 -0,2 0,3 -0,5 2,2 0,3 1,2 1,7 1,7
Totaal 8,3 7,0 5,6 6,1 16,6 15,3 11,8 21,4 21,8
2. Sparen door fondsvorming 1 : Pensioeninstellingen 3,4 3,7 3,5 5,1 5,0 3,2 2,5 3,0 1,9 Instellingen voor verzekering tegen
arbeidsongevallen 1,0 1,1 1,2 1,0 1,1 0,9 0,7 1,1 1,0 Kassen voor jaarlijks verlof 0,1 0,3 0,1 0,4 -0,1 -0,1 -0,1 -0,1 0,2 Levensverzekeringsmaatschappijen 3,1 3,4 3,5 3,5 3,8 5,4 6,8 4,9 4,6 Instellingen voor verzekering van de
burgerlijke aansprakelijkheid 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 0,1 0,2 0,2 0,2
Diverse verzekeringen, maatschap- pijen voor kapitalisatie en bouw-
sparen 0,2 0,3 0,3 0,4 0,3 0,4 0,4 0,5 1,2 Totaal 7,9 9,0 8,8 10,6 10,3 9,9 10,5 9,6 9,1
3. Sparen in hypotheek- en woningbouw-sectoren :
Hypotheekleningen verleend door de particulieren
Afbetalingen op hypotheekschulden 2,9 2,9 1,8 2,1 1,8 1,8 1,1 2,4 3,3
door particulieren Woningbouw (kapitalen door de par-
5,2 6,2 6,5 7,0 7,4 8,5 9,2 9,9 12,5
ticulieren geinvesteerd) 7,3 7,9 7,4 8,9 9,1 10,3 11,4 12,5 13,8 Totaal
t. Effectenemissies :
15,4 17,0 15,7 18,0 18,3 20,6 21,7 24,8 29,6
Nieuwe beleggingen van particulieren 13,1 10,5 7,9 13,6 16,2 13,4 17,0 13,8 18,1 Totaal (1 tot 4) 44,7 43,5 38,0 48,3 61,4 59,2 61,0 69,6 78,6
Dubbeltellingen 2 0,6 0,2 -0,6 0,2 -1,4 0,6 0,1 0,1 -0,2 Netto-totaal (1 tot 4) 45,3 43,7 37,4 48,5 60,0 59,8 61,1 69,7 78,4
5. Interne besparingen van de onderne-mingen :
Afschrijvingen 23,8 25,4 28,5 30,9 29,8 30,7 35,0 35,9 34,3 Nettobesparingen 7,8 3 9,6 3 10,0 9,2 5,2 5,2 7,7 8,4 6,0
Totaal 31,6 35,0 38,5 40,1 35,0 35,9 42,7 44,3 40,3 Algemeen totaal (1 tot 5 ) 76,9 78,7 75,9 88,6 95,0 95,7 193,8 114,0 118,7
1 Jaaraccres. 2 Aangroei of ver,,,iudering, bij de en de parastatale kredietinstellingen, van de tegoeden van verschillende instellingen waarvan de reserves - eigen of opvraagbare - in een der rubrieken van deze tabel reeds als besparing werden geteld. 3 Deze cijfers rijn niet vergelijkbaar met die van de jaren na 1955. Bibliografische referenties : Aanvullende Studién bij de Verslagen van de A.S.L.B.
XVI. - EMISSIES EN SCHULDEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR 1. - EMISSIES IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN '
(miljarden franken)
Emittenten
Door elke belegger verkrijgbare effecten 2 Niet door elke belegger
verkrijgbare effecten
Totale netto-emissies op lange en half-
lange t meer
ermijdn ( an een jaar) 1
(9) = (5) + (8)
Emissies per grote tranches Door-
lopende netto -
emissies ,
(4)
Totale netto-
emissies
(5) = (3) + (4)
Bruto-em iss ies e
5
(6)
Aflos- .ingen
( 7 )
Netto- emissie,
(8) = ( 6 ) - ( 7 )
Bruto -
emissies
(1)
Aflos -
eingen 3
(2)
Netto- emissies
(8) = (1) - (2)
1. Staat (directe schuld alleen) 1957 12,0 6,9 5,1 - 5,1 1,6 2,6 - 1,0 4,1
1958 18,2 8,9 9,3 - 9,3 0,2 2,7 - 2,5 6,8
1959 20,8 7,5 13,3 - 13,3 0,7 1,7 - 1,0 12,3
1960 27,5 12,6 14,9 - 14,9 2,3 1,4 0,9 15,8
1961 13,4 7,4 6,0 - 6,0 ..• 1,0 - 1,0 5,0
1962 26,0 12,5 13,5 - 13,5 6,2 1,8 4,4 17,9
2. Zelfstandige fondsen en instellin- 1957 3,9 1,0 2,9 . . . 2,9 1,3 0,1 1,2 4,1
gen voor maatschappelijke zekerheid 1958 3,3 1,1 2,2 2,2 2,7 0,3 2,4 4,6
• 1959 3,7 1,2 2,5 2,5 2,6 0,4 2,2 4,7
1960 0,9 1,3 - 0,4 ... - 0,4 2,7 0,4 2,3 1,9
1961 3,6 1,5 2,1 ... 2,1 1,9 0,8 1,1 3,2
1962 3,4 1,5 1,9 -- 1,9 g 3,9 0,7 g 3,2 g 5,1
3. Parastatale kredietinstellingen 1957 1,5 ... 1,5 1,6 3,1 2,5 0,2 2,3 5,4
1958 ... ... ... 5,4 5,4 2,2 0,4 1,8 7,2
1959 2,0 0,1 1,9 3,5 5,4 2,3 0,6 1,7 7,1
1960 2,4 0,2 2,2 3,8 6,0 2,0 0,4 1,6 7,6
1961 5,4 2,2 3,2 4,4 'i ,6 1,8 0,6 1,2 8,8
1962 ... 2,7 - 2,7 6,9 4,2 2,9 1,1 1,8 6,0
4. Lagere overheid en Gemeentekre- 1957 2,1 0,8 1,3 2,3 3,6 ... ... ... 3,6
dief 1958 2,4 1,6 0,8 4,8 5,6 ... ... ... 5,6
1959 1,2 1,0 0,2 4,1 4,3 ... 0,1 - 0,1 4,2
1960 1,3 2,1 - 0,8 5,0 4,2 ... ... ... 4,2
1961 0,8 1,6 - 0,8 4,7 3,9 ... ... ... 3,9
1962 2,8 2,3 0,5 5,9 6,4 ... ... ... 6,4
5. Parastatale bedrijven 1957 1,4 0,8 0,6 . . . 0,6 0,8 0,6 0,2 0,8 1958 ... 1,9 - 1,9 ... - 1,9 0,7 0,1 0,6 - 1,3
1959 4,2 1,1 3,1 ... 3,1 1,3 0,2 1,1 4,2
1960 3,8 4,5 - 0,7 ... - 0,7 0,5 0,1 0,4 - 0,3 1961 4,3 2,9 1,4 ... 1,4 0,5 0,2 0,3 1,7 1962 4,0 3,3 0,7 0,3 1,0 0,5 0,4 0,1 1,1
Totaal 1 tot 5 : totaal der emissies 1957 20,9 9,5 11,4 3,9 15,3 6,2 3,5 2,7 18,0
in Belgische franken van de Bel- 1958 23,9 13,5 10,4 10,2 20,6 5,8 3,5 2,3 22,9
gische overheidssector 1959 31,9 10,9 21,0 7,6 28,6 6,9 3,0 3,9 32,5 1960 35,9 20,7 15,2 8,8 24,0 7,5 2,3 5,2 29,2
1961 27,5 15,6 11,9 9,1 21,0 4,2 2,6 1,6 22,6 1962 36,2 22,3 13,9 13,1 27,0 g 13,5 4,0 g 9,5 g 36,5
6. Kongo en Rwanda-Burundi 1957 ... 0,3 - 0,3 ... - 0,3 ... ... ... - 0,3
1958 4,0 0,4 3,6 ... 3,6 ... ... ... 3,6
1959 ... 0,6 - 0,6 . . . - 0,6 ... - 0,6 1960 .. 1,5 - 1,5 - 1,5 ... ... ... - 1,5 1961 .. ... ... ... ... ... ... ... ...
1962 • • • . • • • • • • • • ... ... ... • • • • • •
Totaal 1 tot 6 : totaal der emissies 1957 20,9 9,8 11,1 3,9 15,0 6,2 3,5 2,7 17,7
in Belgische franken van de 1958 27,9 _13,9 14,0 10,2 24,2 5,8 3,5 2,3 26,5
Belgische overheidssector, Kongo 1959 31,9 11,5 20,4 7,6 28,0 6,9 3,0 3,9 31,9
en Rwanda-Burundi 1960 35,9 22,2 13,7 8,8 22,5 7,5 2,3 5,2 27,7 1961 27,5 15,6 11,9 9,1 21,0 4,2 2,6 1,6 22,6 1962 36,2 22,3 13,9 13,1 27,0 g 13,5 4,0 g 9,5 g 36,5
7. Aan te brengen verbeteringen om : 1957 1,9 - 1,9 - 1,9 - 1,9 - - 1,9 -
a) de evolutie te bekomen van het uit- 1958 2,1 2,1 - 2,1 - 2,1 - - 2,1 - staande bedrag, eensdeels van de door elke belegger verkrijgbare effecten en anderdeels van de door elke belegger niet
1059
1960 1,6 1,8
1,6 1,8
-
-
1,6 1,8
- 1,6 - 1,8
-
-
- 1,6 - 1,8
- -
verkrijgbare effecten - correctie • con- versie van niet verhandelbare effecten van de Muntsaneringslening in verhan- delbare effecten 6
b) uitgaande van liet nominale bedrag, het
1961
1957
1,4
- 0,5
1,4
- 0,5
-
-
1,4
- 0,5
- 1,4 - - 1,4 -
effectieve bedrag van de emissies te berekenen - correctie : verschil tussen
1958 ... . .. - ...
de nominale waarde en de uitgifte- 1959 - 0,5 - 0,5 - - 0,5 prijs 7 1960 - 0,2 - 0,2 - - 0,2
1961 - 0,4 - 0,4 - - 0,4 1962 - 0,5 - 0,5 - - 0,5
1 Voor de doorlopende emissies van de parastatale kredie instellingen en het Gemeentekrediet van België, werd de totale verandering van het uitstaande bedrag dezer effecten vermeld, aangezien het in bepaalde gevallen niet mogelijk ie de emisises van kasbons op maximum één jaar en deze op meer dan één jaar te splitsen. - Pro memorie : Netto•emissies op korte termijn (maximum één jaar) van de Staat in 1956 : - 4,0 miljard; in 1957 : - 1,4; in 1958 : 11,4; in 1959 : 8,9; in 1960 : - 3.9; in 1961 : 2,7; in 1962 : 2,3.
2 Worden als door elke belegger verkrijgbare effecten beschouwd : de effecten, die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de koerslijst is voorzien en deze welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van België, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, het Nationaal instituut voor Landbouwkrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, de Nationale Kas voor Beroepskrediet en de Nationale Maatschappij der Waterleidingen.
3 De door de Amortisatiekas der .Staatsschuld op de Beurs ingekochte effecten worden in kolom (2) e Aflossingen • opgenomen, niet op het tijdstip van
deze inkopen, doch op het ogenblik waarop zij worden vernietigd. .. ... . . . . .
4 Aangekondigd bij- een wettelijk .bericht. • . .
. .. . .. . . . . 5 In beginsel per grote tranches, doch niet inbegrip ván de doorlopende 'eriiissieS :van de paraátatale instellingen . voor. de huist,esting. 6 In de loop van het jaar 1961 werd de laatste schijf' van de Muntsaneringalehing vrijgegeven. 7 De plaatsingscommissie ie in de uitgifteprijs begrepen.
XVI - 2. - VOORNAAMSTE EMISSIES OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN VAN DE OVERHEIDSSECTOR *
Leningen in Belgische franken Openingsdatum
van de intekening Emittenten Nominale
rentevoet
Emissie- koers pct.
Looptijd
Uitge- geven
bedrog 1 (.miljoenen
• !ranken
Gemid-deld
rende-ment bij do uitgifte
Maand Dag
1961 Juni 8 Belgische Staat 1961-1973 5,25-5,50-5,75 1 98,50 5, 9 of 12 jaar 6 maand. 7.007 5,83 Augustus 24 Stad Antwerpen 5.25-5,50-5,75-6,00 b 98,00 5, 10, 15 of 20 jaar 800 5,83 Oktober 2 Belgische Staat 1961-1981 5,25-5,50-5,75 " 98,50 5, 10, 15 of 20 jaar 6.000 5,75 November 20 N.M.K.N. 5,25-5,50-5,75 " 98,50 5, 10, 15 of 20 jaar 2.650 5,88 8 December 11 Wegenfonds 5,25-5,50.5,75 0 98,50 5, 10, 15 of 20 jaar 2.500 5,78
1962 Februari 1 Belgische Staat 1962-1982, le r. 5,00-5,25-5,50 7 98,50 5, 10, 15 of 20 jaar 7.450 5,54 Maart 1 Stad Luik 1962-1982 5,25-5,50-5,75 0 98,50 5, 10, 15 of 20 jaar 800 5,75 Maart 29 R.T.T. 1962-1982 5,00-5,25-5,50 7 98,50 5, 10, 15 of 20 jaar 2.500 5,54 Mei 2 N.M.B.S. 1962-1982 5,00-5,25-5,50 7 99,00 5, 10, 15 of 20 jaar 1.550 5,48 Mei 28 Stad Brussel 1962-1982 5,00-5,25-5,50 7 99,50 5, 10, 15 of 20 jaar 1.000 5,43 Juni 14 Belgische Staat 1962-1982, 2° r. 5,00-5,25 " 100,00 5, 10, 15 of 20 jaar 8.100 5,26 Augustus 27 Stad Antwerpen 1962-1982 5,00-5,25-5,50 7 100,00 5, 10, 15 of 20 jaar 1.000 5,37 September 24 Wegenfonds 5,00.5,25 1 100,00 10, 15 of 20 jaar 2.500 5,20 November 12 Belgische Staat 1962-1982, 3e r. 4.75-5,00-5,25 ° 98,50 10, 15 of 20 jaar 10.480 5,06
1963 Maart 4 Belgische Staat 1963.1983, le r. 5.00-5,25 1' 100,00 10, 15 of 20 jaar 5.900 5,09 10 April 18 R.T.T. 1963-1983 5,50 100,00 10, 15 of 20 jaar 1.350 5,55 10 Mei 16 N.M.B.S. 1963-1983 5,50 100,00 10, 15 of 20 jaar 1.300 5,55 10 Mei 30 N.K.B.K. 1963-1968-1973 5,20-5,50 11 100,00 5 of 10 jaar 350 5,49 8 10
Juni 20 Belgische Staat 1963-1983, 2e r. 5,50-5,75 12 99,00 10, 15 of 20 jaar 5.250 5,72 10 September 3 Stad Luik 1963-1973-1983 5,20-5,40-5,60.5,80 1 " 99,00 10 of 20 jaar 1.000 5,90 10 September 3 Stad Gent 1963-1973-1983 5,20-5,40.5,60-5,80 13 99,00 10 of 20 jaar 600 5,90 1 ° Oktober 8 Belgische Staat 1963-1983, 3e r. 5,50-5,75 12 98,50 10, 15 of 20 jaar 3.232 5,80 1 ° Oktober 8 Belgische Staat 1963-1983 6,00 100 , 00 20 jaar 1.270 6,00 30 November 18 Wegenfonds 1963-1983 6,00 99 , 00 20 jaar 2.500 6,12 1 ° December 11 Stad Brussel 1963-1973-1983 5,30-5,50-5,60-5,80 19 98,00 10 of 20 jaar 5:16 6,14 10 December 11 Stad Antwerpen 1963-1973-1983 5,30-5,50-5,60-5,80 11 98,00 10 of 20 jaar 7131 6,14 10
1964 Februari 17 Belgische Staat 1964-1969-1974 6,25-6,50 1 b 100,00 5 of 10 jaar 12.000 6 , 44 10 April 13 Wegenfonds 1964-1969-1974 6,25-6,50 1 " 100,00 5 of 10 jaar 5.000 6,44 10 Mei Belgische Staat 1964-75 6,25-6,50 10 100,00 5 jaar 6 maanden of 6,41 10
11 jaar 3 maanden 1 Deze bedragen verschillen van de gegevens uit de voorgaande tabel [XVI 1 - kolom (1)) omdat ze niet de obligaties omvatten die door de Z.E.O.S. cum de
geteisterden ter betaling worden overhandigd. 2 Interesten : 5,25 pct. gedurende de eerste 5 jaar en 5,50 pct. gedurende de laatste jaren. 3 Het rendement bij de uitgifte van deze leningen is berekend op hun langste looptijd. 4 Interesten : 5,25 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pet. de volgende 4 jaar en 5,75 pct. de laatste jaren. 5 Interesten : 5,25 pct, gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pet van het Ge tot het 10e jaar, 5,75 pct. van liet 110 tot het 150 jaar en 6 pet. van hot 165 tot het
20e jaar. 6 Interesten : 5,25 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pet. gedurende de volgende 5 jaar en 5,75 pct. gedurende de laatste 10 jaar. 7 Interesten : 5 pct, gedurende de eerste 5 jaar, 5,25 pct. gedurende de volgende 5 jaar en 5,50 pet. gedurende de laatste 10 jaar. 8 Interesten : 5 pet. gedurende de eerste 10 jaar, 5,25 pct. gedurende de laatste 10 jaar. 11 Interesten : 4,75 pct. gedurende de eerste 10 jaar, 5 pet. gedurende de volgende 5 jaar en 5,25 pct. gedurende de laatste 5 jaar.
1 o Rendement op basis van de nominale interestvoeten van de lening. 11 Interesten : 5,20 pet, gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 12 Interesten : 5,50 pct. gedurende de eerste 10 jaar, 5,75 pct. gedurende de laatste 10 jaar. 13 Interesten : 5,20 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 5,40 pct, van het Ge tot het 10e jaar, 5,60 pet. van het lle tot het 15e jaar en 5,80 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 14 Interesten : 5,80 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pet. van liet 6e tot het 10e jaar, 5,60 pct. van het lle tot liet 155 jaar en 5,80 pet. gedurende do laatste
5 jaar. 15 Interesten : 6,25 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 6,50 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 16 Interesten : 6,25 pet. gedurende 5 jaar en 6 maanden, vervolgens 6,50 pct. gedurende 5 jaar en 9 maanden.
Leningen in vreemde valuta's
Datum van liet besluit 1
Emittenten Nominale rentevoet
Emissie- koers pct.
Looptijd
Uitgegeven bedrag
(in miljoenen eenheden vreemde valuta's)
G emiddeld rende-ment bij do uitgifte
Maand Dag
1961 Mei 16 N.M.B.S. 4,50 100,0 12 jaar Zw. F 50 4,50 2 Mei 18 Belgische Staat 1961-1981 4,75 100,0 20 jaar N. gld. 75 4,75 Juli 3 Nationale Maatschappij der 4,75 100,0 20 jaar N. gld. 50 4,75
Waterleidingen Juli 12 N.M.B.S. 5,00 100,0 2, 3, 4 jaar U•S. $ 8 5,00 2
Juli 12 N.M.B.S. 5,25 100,0 15 jaar U.S. $ 20 of D.M. 80
5,32 2
Oktober 3 Sabena 4,75 99,0 20 jaar N. gld. 22 4,92 November 14 Belgische Staat 1961-1964 5,50 100,0 3 jaar U.S. $ 30 5,61° November 28 Belgische Staat 1961-1976 5,50 98,0 15 jaar U.S. $ 25 5,88 December 12 Sabena 1961-1981 3 5,00 100,0 20 jaar Lux.F 250 5,06
1962 Maart 27 Belgische Staat 1962-1977 5,25 98,5 15 jaar U.S.• $ 30 5,55
1963 Mei 10 Belgische Staat 4,875 100,0 3, 4, 5 jaar U•S. $ 20 4,97 24 September 20 Belgische Staat 5,00 100,0 35 maanden U.S. $ 11 5,24 4
1 De juiste uitgiftedatum van de lei ingen in vreemde valuta's is over het algemeen niet gekend. Meestal echter wordt een lening uitgegeven of opengesteld, korte tijd nadat het betrokken besluit werd uitgevaardigd. De datum van dit besluit, die in deze tabel is opgenomen, benadert zo dicht mogelijk hee tijdstip van de uitgifte. Zijn er verscheidene beshiten, bijv. een koninklijk besluit gevolgd door een ministerieel besluit, dan wordt het jongste besluit vermeld.
2 Het rendement bij de uitgifte van deze leningen is berekend op hun langste looptijd. 3 Conversielening. 4 Deze lening is vrijgesteld van alle huidige en toekomstige belastingen en taxen ten bate van de Belgische Staat, de provincies of de gemeenten of van alle
Belgische overheden welke de macht hebben om belastingen te heffen. . Leningen van de Staat, de provincies, de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, zoals de N.M.B.S., de N.M.B., de Nationale Maatschappij der Water-
leidingen, het Gemeentekrediet, enz. (exclusief de doorlopende uitgiften), waarvan een besluit in het Belgisch Staatsblad verschenen is.
- 491 -
XVI - 3. - STAATSSCHULD
(miljarden franken)
Bron : Ministerie van Financiën.
Einde tijdvak
Directe schuld
Indirecte Totale schuld
2
binnenlandse buitenlandse
Totale
directe schuld
2
geves- tigde incl.
M.S.L. 1
op halflange termijn
°P korte
termijn
Vrije tegoeden van de partita- bl,iepromsit-
rekening
totaal geves-
bigde 2
op halflange en korte termijn
totaal 2
1951 106,5 33,9 68,0 19,4 227,8 12,8 2,1 14,9 242,7 11,9 254,6
1952 119,2 27,9 69,1 19,2 235,4 13,3 4,6 17,9 253,3 13,0 266,3
1953 130,6 29,7 67,1 21,2 248,6 13,7 7,1 20,8 269,4 12,9 282,3
1954 155,2 24,8 62,6 22,4 265,0 14,8 6,6 21,4 286,4 11,8 298,2
1955 157,2 24,9 67,2 22,8 272,1 16,5 6,9 23,4 295,5 16,1 311,6
1956 167,2 23,4 62,1 23,9 276,6 16,5 7,9 24,4 301,0 16,8 317,8
1957 170,1 24,6 60,9 23,7 279,3 17,5 8,8 26,3 305,6 18,0 323,6
1958 175,5 26,1 70,5 25,4 297,5 17,0 12,5 29,5 327,0 18,6 345,6
1959 190,8 23,0 75,8 29,1 318,7 17,7 16,5 34,2 352,9 20,7 373,6
1960 211,6 18,1 68,6 32,3 330,6 17,4 27,0 44,4 375,0 21,1 396,1
1961 217,4 17,4 70,8 32,8 338,4 18,8 28,3 47,1 385,5 25,5 411,0
1962 April 221,1 20,4 79,7 33,3 354,5 20,1 23,4 43,5 398,0 25,4 423,4
Mei 220,9 20,2 80,5 32,7 354,3 20,1 23,2 43,3 397,6 25,3 422,9
Juni 220,7 20,0 82,4 32,7 355,8 19,9 20,1 40,0 395,8 25,3 421,1
Juli 223,8 20,0 79,3 34,0 357,1 19,8 19,9 39,7 396,8 25,2 422,0
Augustus 223,6 20,0 82,0 32,3 357,9 19,8 19,0 38,8 396,7 25,2 421,9
September 223,4 20,0 82,8 32,4 358,6 19,7 18,4 38,1 396,7 25,2 421,9
Oktober 222,9 22,0 82,3 33,1 360,3 19,7 17,0 36,7 397,0 27,5 424,5
November 232,2 20,9 76,3 33,0 362,4 19,7 16,7 36,4 398,8 27,5 426,3
December 251,6 20,9 50,0 36,1 358,6 19,5 17,6 37,1 395,7 27,5 423,2
1963 Januari 250,7 16,7 56,1 37,4 360,9 19,5 18,1 37,6 398,5 27,5 426,0
Februari 249,9 16,8 60,2 34,4 361,3 19,5 19,1 38,6 399,9 27,50 427,4
Maart 254,6 16,7 60,5 35,4 367,2 19,3 21,2 40,5 407,7 27,5 435,2
April 253,9 16,3 63,4 36,4 370,0 19,2 21,9 41,1 411,1 27,4 438,5
Mei 253,8 16,2 61,9 35,8 367,7 19,2 24,0 43,2 410,9 27,4 438,3
Juni 254,0 16,2 61,4 36,1 367,7 19,0 24,3 43,3 411,0 27,4 438,4
Juli 257,7 15,8 56,0 37,8 367,3 18,9 24,6 43,5 410,8 27,2 438,0
Augustus 257,5 15,7 58,3 34,3 365,8 18,9 24,9 43,8 409,6 27,2 436,8
September 256,7 15,7 58,3 35,2 365,9 18,7 25,1 43,8 409,7 27,1 436,8
Oktober 263,5 13,3 55,9 37,4 370,1 18,6 26,6 45,2 415,3 27,0 442,3
November 262,3 13,7 57,1 35,1 368,2 18,6 27,4 46,0 414,2 27,9 442,1
December 261,6 13,7 55,1 39,8 370,2 18,4 28,1 46,5 416,7 29,3 446,0
1964 Januari 260,2 14,3 56,7 38,9 370,1 18,4 27,9 46,3 416,4 29,2 445,6
Februari 270,6 9,0 55,0 36,6 371,2 18,4 29,3 47,7 418,9 29,2 448,1
Maart 270,1 9,8 55,0 38,2 373,1 18,1 29,3 47,4 420,5 29,1 449,6
April 269,3 6,0 56,2 39,6 371,1 18,1 29,8 47,9 419,0 34,1 453,1
1 M.S.L. : Muntsaneringslening. 2 Exclusief de uit de oorlog 1914-1918 voortvloeiende intergouvernementele schuld.
XVI - 4. - INDELING VAN DE SCHULDEN IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN VAN DE OVERHEIDSSECTOR
a) Volgens de debiteuren
(nominale waar-den op het einde van het jaar, miljarden franken)
Debiteuren Verkrijgbaar door elke belegger 1 Niet verkrijgbaar door elke belegger Totaal
1958 1959 1960 1961 1962 1958 1959 1960 1961 1962 1958 1959 1960 1961 1962
A. Belgische Overheidssector (Belgische overheids- fondsen) :
1. Staat 2 170,6 187,7 204,2 216,2 231,8 48,7 45,9 44,9 42,5 66,6 7 219,3 233,6 249,1 258,7 298,4 7 2. Niet geldscheppende openbare kredietinstel. 64,9 74,2 84,5 96,1 106,0 15,6 17,3 18,9 20,2 21,9 80,5 91,5 103,4 116,3 127,9 3. Parastatale bedrijven 23,5 26,8 26,2 25,4 26,5 4,1 5,3 5,5 6,0 6,5 27,6 32,1 31,7 31,4 33,0 4. Pensioenfondsen -- -- -- -- -- 3,1 4,4 5,9 7,1 9,8 3,1 4,4 5,9 7,1 9,8 5. Overheidssector niet elders vermeld 26,2 27,0 26,2 25,7 26,2 8,3 9,2 9,9 10,1 10,6 34,5 36,2 36,1 35,8 36,8
B. Kongolese Schatkist (Kongoleseoverheidsfondsen) 12,8 12,2 10,8 10,8 10,8 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 14,1 13,5 12,1 12,1 12,1
Totaal 298,0 327,9 351,9 374,2 401,3 81,1 83,4 86,4 87,2 116,7 379,1 411,3 438,3 461,4 518,0
b) Volgens de houders
(nominale waarden op het einde van het jaar, miljarden franken)
Houders Verkrijgbaar door elke belegger 1 Niet verkrijgbaar door elke belegger Totaal
1958 1959 1960 1961 1962 1958 I 1959 1960 1961 1962 1958 1959 1960 1961 1962
A. Niet-financiële nationale sectoren : 1. Privébedrijven en particulieren 3 163,4 180,2 194,9 207,0 214,7 9,9 8,7 6,3 5,5 7,7 173,3 188,9 201,2 212,5 222,4 2. Parastatale bedrijven 1,7 2,2 2,5 2,8 3,1 0,2 0,2 0,5 0,5 0,4 1,9 2,4 3,0 3,3 3,5 3. Overheidssector niet elders vermeld 6 1,4 1,6 1,8 1,6 1,7 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 1,5 1,7 1,9 1,7 1,8 4. Sociale verzekering 1,1 1,0 1,0 1,3 1,4 0,6 0,6 1,0 1,0 0,9 1,7 1,6 2,0 ? 2,3 2,3
B. Buitenland : Kongo en Rwanda-Burundi 4,1 4,0 3,4 2,6 2,6 1,1 0,7 0,3 0,3 0,2 5,2 4,7 3,7 2,9 2,8
C. Financiële Instellingen : 1. Geldscheppende instellingen 8 31,5 35,4 35,6 41,1 49,9 36,5 36,3 37,7 37,6 59,6 68,0 71,7 73,3 78,7 109,5 7 2. Rentenfonds 3,3 4,5 6,6 6,9 7,8 -- -- -- --- -- 3,3 4,5 6,6 6,9 7,8 3. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaat-
schappijen 34,6 38,8 40,7 41,9 45,4 12,7 13,6 14,8 14,2 14,8 47,3 52,4 55,5 56,1 60,2 4. Instellingen voor verzekering op het leven
en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen . 51,4 53,7 58,3 60,8 64,8 20,0 23,2 25,7 28,0 30,7 71,4 76,9 84,0 88,8 95,5 5. Niet-geldscheppende openbare kredietinstell. 5,5 6,5 7,1 8,2 9,9 - - - - f 2,3 5,5 6,5 7,1 8,2 12,2
Totaal 298,0 327,9 351,9 374,2 401,3 81,1 83,4 86,4 87,2 116,7 379,1 411,3 438,3 461,4 518,0
1 Worden als door elke belegger verkrijgbare effecten beschouwd de effecten, die bet voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de koerslijst is voorzien en deze welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van België, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, de Nationale Kas voor Beroepskrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet.
2 Belgische gevestigde en halflange binnenlandse directe en indirecte overheidsschuld. 3 Incl. de niet-ingezetenen, behalve deze opgenomen onder de rubriek Buitenland « Kongo en Rwanda-Burundi ».
Eicl do wilg-at:di-go fz,nds-en en parastatale instellingen die de kennie.ke. geldscheppende instellingen of can insteiiingen voor het spaarwezen, de maatschappelijke zekerheid, de verzekeringen of de kapitalisatie. 5 Staat, parastatale instellingen, Centrale Bank van Belgisch-Kongo en van Rwanda-Burundi.
hot d.,.• 7 Incl. de speciale conversielening van 1962, hetzij 19,8 miljard.
Bibliografische referenties • Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Statistisch Jaarboek voor België. - Tijdschrift voor Documentatie can het Ministerie can Financiën. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : XXXVIe Jaargang, Deel I, nr 3, maart 1961 : Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen » - XXXVe Jaargang, Deel H, nr 2, augustus 1960 : • Raming, voor de jaren 1960 tot 1975, van de aflossingen van de gevestigde en halflange Staatsschuld uitgegeven tot op 30 juni 1960 ». - XXXVIIIe Jaargang, Deel 1, nr 4, april 1963 : • Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen ».
Indexcijfers van de aandelennoteringen op de contantmarkt Basis 1953 = 100
200
180
160
140
120
100
200
180
160
140
120
100
1962 1958 1960 1964
Belgische maats happijen
Í\ Ia' • I ♦♦
'1 I
Ir J %v 1 ri •
Ikl
1
Belgische en Kongolese maatschappi en
XVII. - EFFECTEN VAN DE PARTICULIERE SECTOR 1. - EVOLUTIE VAN DE OMZET, DE NOTERINGEN
EN HET RENDEMENT VAN DE BEURSWAARDEN
Tijdvak
Omzet Globaal indexcijfer van de aandelennoteringen Rendementspercentage 3
gemiddelde per beursdag -
(miljoenen franken)
1 5
Contantmarkt
Termijnmarkt Belgische
en Kongolese effecten
4 6
Belgische effecten
5
Belgische en Kongolese
effecten
Belgische Belg effecten
(Basis 1953 = 100) 2 4
1954 Maandgemiddelde .. 110 118 116 108
.c; .c; a, c
o ri N
O
s=1 q 1
4-
• c‘i C
O C
O 0
,
1955 Maandgemiddelde ... 152 157 146 141 1956 Maandgemiddelde . 113 164 158 139 1957 Maandgemiddelde ... 106 155 158 133 1958 Maandgemiddelde . 70 135 145 117 1959 Maandgemiddelde ... 105 137 166 129 1960 Maandegmiddelde . 93 121 162 116 1961 Maandgemiddelde . 103 120 169 115 1962 Maandgemiddelde ... 82 119 171 113 1963 Ililaandgemiddelde . 88 121 174 116
1963 1904 1963 1964 1963 1964 1963 1964 I 1963 1964 1963 1964
Januari 93 137 117 128 167 191 113 118 2,9 2,4 3,2 2,7
Februari 89 118 119 129 169 190 117 115 2,9 2,5 3,1 2,7 Maart • 79 83 120 127 170 187 116 113 2,9 2,5 3,2 2,8
April 89 117 128 168 188 114 117 2,9 2,5 3,2 2,9
Mei 83 117 127 168 187 114 115 2,8 2,6 3,1 3,0
Juni 83 118 170 114 2,7 3,0
Juli 89 122 176 116 2,5 2,9
Augustus 84 123 178 118 2,5 2,8 September 87 125 179 119 2,5 2,8
Oktober 85 124 179 116 2,4 2,8 November 95 125 182 117 2,4 2,7 December 98 126 184 117 2,4 2,7
1 Bron : Beurscommissie te Brussel : deze gegevens hebben betrekking op de transacties in vennootschapsobligaties en in aandelen (termijn- en kontant-markt).
2 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek : Voor de jaarcijfers : gemiddelde van de indexcijfers op de 10e en 25e van iedere maand; voor de maand-cijfers : uitsluitend indexcijfers op de 10e van iedere maand.
3 Bron : Kredietbank : Verhouding van het laatst aangekondigde of betaalde nettodividend tot de notering per einde maand. 4 Beurs te Brussel en te Antwerpen.
Beurs te Brussel. • Tot 1958, gemiddelde einde kwartaal.
Aantal getelde
vennoot-schappen
Reserves Betaalbaar
gestelde bruto-
dividenden
Betaalde tantitnnes
tlitstaana obligatie-
schuld op 81/12
1Srutobedrag van de
uitbetaalde coupons 3
Tijdvak 2
G estort kapitaal
Winst
Nettoresultaat van het boekjaar
Verlies
Obligatieleningen
(miljoenen franken)
(2) 1 (8) (4) 1 (5 ) 1 (8) (7) (8) _I (o) (1)
- 494 -
XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1
Jaarcijfers
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.).
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België
Banken 4
1954 51 2.878 2.649 661 299 37 2.759 75 1955 50 3.265 2.704 644 1 306 33 3.653 119 1956 49 3.404 2.967 695 321 36 3.972 157 1957 48 3.406 3.261 817 330 43 4.710 163 1958 48 3.628 3.414 829 0,3 355 46 6.410 212 1959 51 4.029 3.514 835 38 377 45 6.626 307 1960 52 4.572 3.624 814 0,1 423 48 7.264 305 1961 53 4.742 3.967 1.043 5,5 492 57 8.298 363 1962 54 5.353 4.390 1.318 0,4 549 70 v10.800 447
Financiële vennootschappen en maatschappijen voor onroerende goederen 5
1954 1.286 11.004 9.118 1.793 50 1.239 90 4.044 149 1955 1.327 11.694 9.721 2.095 39 1.357 99 4.811 214 1956 1.359 12.366 10.112 2.181 94 1.484 104 4.793• 249 1957 1.430 14.690 11.430 2.660 169 1.878 129 5.800, 233 1958 1.413 22.664 10.330 2.726 59 1.907 124 8.173 298 1959 1.464 24.053 12.126 2.598 93 1.903 114 9.151 414 1960 1.456 26.589 12.968 2.913 189 2.006 132 10.170 467 1961 1.483 28.302 16.075 3.611 190 2.138 140 11.200 531 1962 1.543 33.477 18.567 4.815 539 3.180 164 v12.928 602
Metaalverwerkende nijverheid
1954 1.213 10.926 7.587 2.032 234 923 101 1.426 86 1955 1.218 11.324 8.101 2.063 299 1.247 88 2.007 89 1956 1.233 11.416 8.520 2.194 429 1.065 111 2.005 101 1957 1.250 12.204 8.954 2.480 448 1.255 113 1.778 100 1958 1.245 13.211 9.489 2.402 409 1.110 106 1.733 99 1959 1.275 14.681 10.334 2.370 499 1.267 100 2.030 101 1960 1.271 15.432 10.785 2.619 499 1.533 107 1.917 120 1961 1.281 15.989 11.024 3.066 470 1.670 121 1.937 114 1962 1.300 16.480 12.038 3.400 443 1.795 133 v 1.856 117
User- en staalnijverheid
1954 108 10.332 7.522 660 53 410 33 2.303 114 1955 106 9.313 6.732 1.135 46 653 51 2.226 123 1956 106 10.026 10.072 2.369 23 1.324 85 2.158 120 1957 100 10.862 10.774 2.734 17 1.445 94 2.269 116 1958 100 12.364 12.409 1.621 37 1.057 72 3.133 119 1959 103 12.952 12.560 858 139 623 39 4.729 172 1960 100 13.918 12.628 1.928 25 992 58 4.886 282 1961 97 15.826 13.880 2.242 44 1.277 75 4.763 294 1962 100 15.985 15.576 2.023 523 940 54
. v 5.437 286
Textielnijverheid
1954 1.105 10.285 9.324 660 371 252 48 503 27 1955 1.081 10.299 9.119 793 298 291 55 522 28 1956 1.087 10.753 9.365 804 363 286 52 510 27 1957 1.094 10.894 9.160 1.156 242 348 67 529 27 1958 1.041 11.560 9.300 894 268 321 59 500 27 1959 1.047 11.954 10.077 721 614 272 45 482 27 1960 1.009 12.138 9.853 1.098 255 452 64 453 26 1961 982 12.358 10.249 1.260 265 492 76 386 25 1962 988 11.265 9.864 1.121 339 405 83 v 346 24
Noten : zie onderaan tabel XVII-2.
Tijdvak 2
Aantal getelde
vennoot-schappen
Betaalbaar gestelde bruto-
dividenden
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatie-
schuld op 81/12
Brutobedrag van do
uitbetaalde coupons 3
Gestort kapitaal Reserves
Winst
Nettoresultaat van het boekjaar
Verlies
Obligatieleningen
(miljoenen franken)
(2) (8) l (4) (6) (6) ( 7 ) (8) 1 (9) (1)
- 495 -
XVLI - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 (vervolg)
Jaarcijfers
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.).
Voedingsnijverheid
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 196°
750 7.200 3.900 799 65 394 742 7.359 4.069 881 82 425 731 7.837 4.115 954 98 446 730 7.907 4.577 1.014 91 516 701 8.881 4.833 1.077 200 466 725 9.479 5.058 1.211 155 638 725 9.591 5.505 1.381 179 720 713 9.926 5.983 1.335 165 695 722 9.969 6.374 1.470 110 667
55 765 59 792 66 789 59 906 57 925 54 992 63 892 70 805 67 v 751
41 45 48 48 58 58 62 55 52
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
Scheikundige nijverhei
546 9.270 4.907 1.036 200 502 560 9.501 5.395 1.258 52 932 561 10.015 5.582 1.468 52 750 552 11.285 6.087 1.729 200 810 538 11.690 5.405 1.354 124 543 545 12.650 6.121 1.212 179 577 534 13.309 6.442 1.639 245 711 540 14.239 6.883 1.749 360 927 544 15.930 7.064 1.888 209 1.065
Elektriciteit
59 1.091 63 1.006 68 1.038 57 1.305 61 1.384 65 1.313 76 1.290 88 1.110 87 v 962
59 58 56 55 71 82 76 75 66
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
54 12.754 2.909 1.456 1.165 52 13.525 2.968 1.503 0,3 1.164 51 15.382 2.207 1.558 1.251 47 16.784 2.454 1.581 1.365 44 17.016 2.722 1.637 0,7 1.458 41 17.422 3.609 1.748 1.511 40 17.132 3.628 1.808 0,1 1.539 36 18.581 4.260 1.800 2,6 1.608 36 20.056 3.320 2.053 0,1 1.690
88 4.764 257 85 4.494 265 82 4.434 253 79 5.543 248 83 5.871 330 86 5.525 345 85 5.441 330 86 5.703 326
82 v 6.997 340
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
Steenkolennijverheid
61 8.268 4.927 900 196 723 55 8.131 4.747 870 122 716 54 8.592 4.263 1.212 153 937 54 8.616 4.335 1.356 186 1.007 53 8.739 4.339 1.192 96 876 55 8.840 4.663 260 702 93 49 8.530 4.367 107 1.023 63 44 8.109 3.018 124 1.450 93 41 7.679 2.065 146 710 106
72 1.073 70 1.015 92 972 97 985 85 940 11 860
7 477 10 471 13 v 398
49 59 56 54 55 51 50 30 27
Totaal der vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België e 7
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
13.171 112.207 76.018 15.095 1.800 8.231 941 21.443 1.003
13.268 114.978 77.313 17.092 1.518 9.674 990 23.506 1.144
13.397 123.605 81.666 20.764 1.748 10.869 1.136 24.930 1.238
13.487 131.010 86.852 22.389 1.810 11.970 1.203 28.457 1.285
13.408 146.913 90.013 20.202 1.936 10.981 1.153 33.241 1.535
13.891 156.056 98.462 18.207 3.512 10.292 1.015 36.138 1.802
13.816 162.844 102.221 21.788 3.243 11.778 1.128 37.521 1.989
13.926 171.069 108.305 24.169 3.936 12.954 1.258 39.625 2.096
14.142 185.420 114.895 26.823 3.906 14.090 1.343 v45.172 2.259
Noten : zie onderaan tabel XVII-2, volgende bladzijde.
Tijdvak 2
G estort Nettoresultaat
Aantal Reserves kapitaal getelde Winst I Verlies vennoot- schappen (miljarden franken)
(1) (2) I (3 ) 1 ( 4 ) 1 (5) 1 (3) 11 ( 7 )
Betaalbaar gestelde bruto-
dividenden
Bruto- obligatie-
coupons 3
XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN • 1 (vervolg) Jaarcijfers
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.13.B.).
Nettoresultaat van het boekjaar Obligatieleningen
Gestort kapitaal
Winst Verlies
Aantal getelde
vennoot-schappen
Reserves Betaalbaar
gestelde bruto-
dividenden
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatie-
schuld op 81/12
Brutobedrag van de
uitbetaalde coupons 3
Tijdvak 2
(miljoenen franken)
waarvan 29.262 32.018 34.880 42.986 45.670 49.530 48.024 40.721 38.822
(1) (2)
B. - Totaal der vennootschappen (incl. de vennootschappen
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
(3 ) 1 (4) (5 ) 1 (0) I ( 7 ) 1 (8) (8 ) met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 7 de voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt)
16.773 20.039 21.254 19.520 20.620 22.740 21.895 18.636 19.383
487 527 552 579 563 560 442 336 302
8.246
156
4.917
429
1.659
73
9.356
289
5.567
393
1.883
91
10.897
423
6.801
433
2.241
95
12.222
287
7.575
428
2.799
107
9.733
320
6.492
415
3.177
125
8.296
452
6.318
380
3.351
151
9.900
348
7.284
346
1.628
78
7.192
958
4.397
212
1.096
56
5.865
644
3.048
172 v 1.019
35
C. - Algemeen totaal der vennootschappen op aandelen 7
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
13.658 13.795 13.949 14.066 13.971 14.451 14.258 14.262 14.444
141.469 146.996 158.485 173.996 192.583 205.586 210.868 211.790 224.242
92.191 97.352
102.920 106.372 110.633 121.202 124.116 126.941 134.278
23.341 26.448 31.661 34.611 29.935 26.503 31.688 31.361 32.688
13.148 15.241 17.670 19.545 17.473 16.610 19.062 17.351 17.138
23.103 25.389 27.171 31.256 36.418 39.489 39.123 40.721
v46.191
1.957 1.806 2.171 2.097 2.256 3.964 3.591 4.894 4.550
1.370 1.383 1.569 1.631 1.568 1.395 1.474 1.470 1.515
1.076 1.235 1.333 1.392 1.660 1.953 2.067 2.152 2.294
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen onder Belgisch recht. Kongolese vennootschappen aandelenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid onder Kongolees recht. Vanaf 1961 zijn de vennootschappen onder Kongolees recht die veranderd werden in vennootschappen onder Belgisch recht die in Kongo hun bedrijf uitoefenen geleidelijk in de statistieken opgenomen; de vennootschappen onder Kongolees recht zijn in de statistiek niet meer begrepen.
2 Voor de kolommen (1) tot (7) : jaar waarin het dividend werd betaald. 3 Bedrag van de vervallen rente voor het betrokken jaar; dit bedrag houdt verband niet de op 81/12 van het voorgaande jaar uitstaande obligatieschuld. 4 Excl. do N.B.B. 5 Excl. de N.M.K.N. 6 Excl. de N.B.B., de N.M.K.N. en de Sabena. 7 Netto eindtotaal, na aftrek van de dubbeltellingen.
XVII - 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 5 Cumulatieve maandcijfers
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.).
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 1959 12 maanden 13.927 156,2 98,6 18,2 3,5 10,3 1,6
1960 12 maanden 13.858 163,5 102,5 21,9 3,3 11,8 1,9
1961 12 maanden 13.957 172,8 109,1 24,3 3,9 13,1 2,4
1962 Januari 151 4,0 1,0 0,4 0,2 0,4 Eerste 2 maanden 390 4,8 2,9 1,0 ... 0,8 0,8 Eerste 3 maanden 2.198 19,9 12,9 3,6 0,3 2,0 1,1 Eerste 4 maanden 5.582 55,9 33,5 8,9 1,0 4,5 1,5 Eerste 5 maanden 9.506 122,1 71,5 17,7 2,5 9,2 1,8 Eerste 6 maanden 11.500 139,6 84,6 20,8 2,8 10,6 2,2 Eerste 7 maanden 12.189 147,2 91,0 22,1 3,0 11,2 2,6 Eerste 8 maanden 12.408 148,1 91,6 22,2 3,0 11,2 2,9 Eerste 9 maanden 12.786 150,0 92,9 22,5 3,0 11,3 3,2 Eerste 10 maanden 13.369 157,2 96,7 23,6 3,2 11,8 3,6 Eerste 11 maanden 13.760 171,2 107,5 25,1 3,7 12,8 3,9 12 maanden 14.174 186,2 115,2 26,9 3,9 14,1 4,3
1963 Januari v 103 2,2 0,7 0,2 ... 0,1 0,3 Eerste 2 maanden v 263 2,9 2,5 0,8 0,1 1,0 0,4 Eerste 3 maanden v 1.660 19,9 11,4 3,1 0,4 2,1 0,6 Eerste 4 maanden v 4.089 52,3 29,4 7,7 0,9 4,2 0,8 Eerste 5 maanden v 6.875 116,9 70,2 15,0 1,7 8,1 1,0 Eerste 6 maanden v 8.455 138,7 85,4 18,5 2,2 9,8 1,3 Eerste 7 maanden v 9.021 143,7 90,1 19,1 2,3 10,1 1,4 Eerste 8 maanden v 9.290 145,0 91,0 19,3 2,3 10,2 1,6 Eerste 9 maanden v 9.662 146,9 92,2 19,6 2,4 10,3 1,7 Eerste 10 maanden v 10.145 156,3 98,6 20,8 2,6 10,6 1,9 Eerste 11 maanden v 10.501 167,4 105,9 22,0 2,7 11,4 2,2 12 maanden v 10.877 183,5 113,9 23,7 2,8 12,7 2,4
Noten : zie volgende bladzijde.
Winst
Verlies Tijdvak
Aantal getelde
vennoot-schappen
Betaalbaar gestelde bruto-
dividenden
Bruto- obligatie-
coupons 3
Gestort kapitaal Reserves
Nettoresultaat
(mitiarde franken)
(2) (3) (4) I (6) (6 ) II ( 7 ) (1)
- 497 -
XVII - 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 5 (vervolg)
Cumulatieve maandcijfers
Bron : ,Vationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.).
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland (incl. de vennootschappen waarvan de voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt)
1959 12 maanden 560 49,5 22,7 8,3 0,5 6,3 0,2 1960 12 maanden 446 48,1 22,1 9,9 0,3 7,3 0,2 1961 12 maanden 340 41,7 19,2 7,2 1,0 4,4 0,1 1962 Januari 3 ...
Eerste 2 maanden 8 0,1 ..- Eerste 3 maanden 17 0,3 0,1 ... Eerste 4 maanden 41 1,3 0,5 0,1 Eerste 5 maanden 87 19,8 11,8 4,4 0,1 2,4 Eerste 6 maanden 194 30,0 14,4 5,4 0,2 2,8 Eerste 7 maanden 237 33,5 16,2 5,6 0,3 2,9 Eerste 8 maanden 240 33,6 16,2 5,6 0,3 2,9 Eerste 9 maanden 250 34,3 17,1 5,6 0,5 2,9 Eerste 10 maanden 267 34,7 17,2 5,6 0,5 2,9 Eerste 11 maanden 12 maanden
285 305
37,1 38,9
18,2 19,4
5,8 5,9
0,6 0,6
3,0 3,1 0,1
1963 Januari 2 ... ... Eerste 2 maanden 6 0,1 ... Eerste 3 maanden ro 24 1,7 0,6 Eerste 4 maanden 45 2,8 0,9 ... Eerste 5 maanden 85 20,2 15,8 2,0 0,1 0,8 Eerste 6 maanden 192 31,2 22,1 2,7 0,3 1,1 Eerste 7 maanden t7 228 34,4 23,9 2,7 0,4 1,1 Eerste 8 maanden 231 34,4 24,0 2,7 0,4 1,1 Eerste 9 maanden 240 34,7 24,0 2,7 0,4 1,1 Eerste 10 maanden 255 35,7 24,4 2,7 0,4 1,1 Eerste 11 maanden 273 38,6 26,0 2,8 0,6 1,2 12 maanden 291 40,7 27,4 2,8 0,6 1,2 0,1
C. - Algemeen totaal
1959 12 maanden 14.487 205,7 121,3 26,5 4,0 16,6 1,8 1960 12 maanden 14.304 211,6 124,6 31,8 3,6 19,1 2,1 1961 12 maanden 14.297 214,5 128,3 31,5 4,9 17,5 2,5 1962 Januari 154 4,0 1,0 0,4 0,2 0,4
Eerste 2 maanden 398 4,9 2,9 1,0 ... 0,8 0,8 Eerste 3 maanden 2.215 20,2 13,0 3,6 0,3 2,0 1,1 Eerste 4 maanden 5.623 57,2 34,0 9,0 1,0 4,5 1,5 Eerste 5 maanden 9.593 141,9 83,3 22,1 2,6 11,6 1,8 Eerste 6 maanden 11.694 169,6 99,0 26,2 3,0 13,4 2,2 Eerste 7 maanden 12.426 180,7 107,2 27,7 3,3 14,1 2,6 Eerste 8 maanden 12.648 181,7 107,8 27,8 3,3 14,1 2,9 Eerste' 9 maanden 13.036 184,3 110,0 28,1 3,5 14,2 3,2 Eerste 10 maanden 13.636 191,9 113,9 29,2 3,7 14,7 3,6 Eerste 11 maanden 14.045 208,3 125,8 30,9 4,3 15,8 3,9 12 maanden 14.479 225,1 134,6 32,8 4,5 17,2 4,4
1963 Januari 105 2,2 0,7 0,2 ... 0,1 0,3 Eerste 2 maanden 269 3,0 2,5 0,8 0,1 1,0 0,4 Eerste 3 maanden 1.684 21,6 12,0 3,1 0,4 2,1 0,6 Eerste 4 maanden 4.134 55,1 30,3 7,7 0,9 4,2 0,8 Eerste 5 maanden 6.960 137,1 86,0 17,0 1,8 8,9 1,0 Eerste 6 maanden 8.647 169,9 107,5 21,2 2,5 10,9 1,3 Eerste 7 maanden 9.249 178,1 114,0 21,8 2,7 11,2 1,4 Eerste 8 maanden 9.521 179,4 115,0 22,0 2,7 11,3 1,6 Eeriite 9 maanden 9.902 181,6 116,2 22,3 2,8 11,4 1,7 Eerste 10 maanden 10.400 192,0 123,0 23,5 3,0 11,7 1,9 Eerste 11 maanden 10.774 206,0 131,9 24,8 3,3 12,6 2,2 12 maanden 11.168 224,2 141,3 26,5 3,4 13,9 2,5
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen van Belgisch recht. 2 Voor de kolommen (1) tot (6) : maand waarin het dividend werd betaald. 3 De obligatiecoupons worden, zoals de dividenden, geteld in de maand waarin zij werden betaald. De betaling van de obligatiecoupons kan deze van de
dividenden voorafgaan. Om die reden vertegenwoordigen niet alle obligaties waarvan de coupons in kolom (7) voorkomen noodzakelijk leningen van ven-nootschappen waarop de voorafgaande kolommen betrekking hebben. Excl. de N.B.B., de N.ItI.K.N. en de Sabena.
5 Vanaf 1961, heeft men in deze statistiek rekening gehouden met de geleidelijke omschakeling van de vennootschappen van Kongolees recht in ven-nootschappen van Belgisch recht, die hun bedrijvigheid uitoefenen in Kongo. De vennootschappen van Kongolees recht worden niet meer in bovenstaande statistiek opgenomen.
- 498 -
XVII - 4. - UITGIFTEN VAN DE VENNOOTSCHAPPEN ' Jaarcijfers
(miljoenen franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B. 2).
Aandelen Obligaties (nominaal bedrag)
Jaren nominale uitgiften
netto- uitgiften uitgiften aflossingen netto-
uitgiften
Niet doorlopende uitgiften doorlopende netto-
uitgiften
Totale netto-
uitgiften
Aandelen en obligaties
Totale netto-
uitgiften
Aandelen en
obligaties Totale netto
uitgiften (N.I.S.)
bedrijvigheid in 1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
(1) (2) (8)
Vennootschappen met
7.358 3.489 1.777
14.192 4.273 1.560
16.557 3.503 1.701
27.682 5.573 3.220
8.801 4.908 3.144
10.227 3.760 3.196
16.065 6.266 1.367
19.013 6.014 1.667
19.173 7.519 3.138
voornaamste
879 898
1.257 303
1.404 297
1.449 1.771
1.507 1.637
1.568 1.628
1.682 - 315
1.645 22
1.845 1.293
België
529 1.427
532 835
389 686
833 2.604
1.288 2.925
814 2.442
1.009 694
844 866
1.747 3.040
4.918
5.108
4.189
8.177
7.833
8.202
8.980
8.880
10.559
8.331
8.597
6.562
10.687
12.920
11.317
11.241
12.660
15.477
( 5 ) (7) (8) (4) = (8) - (4) ( 6 ) = (6 ) ( 6) = (2) ( 7 ) (0)
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 1954 2.760 1.764 392 66 326 326 2.090 1.445
1955 4.711 2.995 316 91 225 - 7 218 3.213 2.625
1956 8.630 3.146 341 110 231 5 236 3.382 2.637
1957 6.994 1.759 724 171 553 553 2.312 1.905
1958 2.282 1.162 450 124 326 51 377 1.539 1.119
1959 2.442 613 215 87 128 - 21 107 720 606
1960 6.443 1.685 80 177 - 97 - 21 - 118 1.587 1.510
1961 269 128 85 - 85 - 24 - 109 19 -- 64
1962 v 398 195 36 - 36 - 36 159 159
Algemeen totaal
10.118 5.253 2.168 944 1.224 529 1.753 7.008 9.778
18.903 7.268 1.876 1.348 528 525 1.053 8.321 11.222
25.187 6.649 2.042 1.514 528 394 922 7.571 9.199
34.676 7.332 3.944 1.620 2.324 833 3.157 10.489 12.592
11.083 6.070 3.594 1.631 1.963 1.339 3.302 9.372 14.039
12.669 4.373 3.411 1.655 1.756 793 2.549 8.922 11.923
22.508 7.951 1.447 1.859 - 412 988 576 8.527 12.751
19.282 6.142 1.667 1.730 - 63 820 757 8.899 12.596
19.571 7.714 3.188 1.881 1.257 1.747 3.004 10.718 15.636
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1 Belgische vennootschappen : naamloze, commanditaire op aandelen en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid van Belgisch recht. Kongo-lese vennootschappen (tot 80 juni 1960 : aandelen- en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid van Kongolees recht (zie noot 3).
2 Deze wijzigingen bestaan enerzijds uit de opneming van de bijstortingen en anderzijds uit de verwijdering van de doorlopende en niet doorlopende uitgiften van de overheidssector (N.M.K.N., Sabena) en van de netto uitgiften van obligaties en kasbons van de Belgische banken.
3 Tot 80 juni 1960, incl. de Belgische vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in Kongo en de vennootschappen van Kongolees recht. Vanaf juli 1980 zijn de vennootschappen van Kongolees recht niet meer in deze statistiek opgenomen.
N. B. - Rol. (1) en (9) : bedragen overgenomen zonder wijziging van de statistieken van het N.I.S. - kol. (2) tot (8) : bedragen gewijzigd door de N.B.B. zoals hierboven in noot 2 aangeduid. Kol (1) : oprichtingen van vennootschappen en kapitaalverhogingen -kol. (2) : gestorte bedragen op aandelen (verminderd met de etortingen andere dan in chartaal geld), uitgiftepremies en bijstortingen - kol. (8) : nieuwe uitgiften (gedeelte dat werkelijk uitgegeven werd tijdens het jaar), verhoogd met het saldo van voorgaande uitgiften, verminderd met conversieleningen.
- 499 -
xvri - 5. - UITGIFTEN VAN VENNOOTSCHAPPEN
Maandelijkse cijfers 2 (miljoenen franken)
Bron • Nationaal Instituut voor de Statistiek (g egevens gewijzigd door de N.B.B. 3).
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België
B. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 4
Aandelen Obligaties (nominaal Aandelen
en obligaties Aandelen Obligaties (nominaal Aandelen
a en obligaties Tijdvak bedrag) bedrag)
niet- niet- nominale netto- doorlopende Totaal nominale netto- doorlopende Totaal uitgiften uitgiften bruto-
uitgiften uitgiften uitgiften bruto-
uitgiften
(1) (2) (8 ) (4)=. (2)-1- (8) (5) (6) ( 7 ) g0--(04- (7)
1960 12 maanden 16.065 5.216 1.213 6.429 6.443 1.628 20 1.648
1961 Eerste 3 maanden 2.929 645 176 821 28 .. ... ...
Eerste 6 maanden 6.873 1.847 357 2.204 145 6 ... 6
Eerste 9 maanden 8.945 2.648 472 3.120 145 6 ... 6
12 maanden 19.013 3.681 777 4.458 209 45 ... 45
1962 Eerste 3 maanden 3.181 1.267 220 1.487 219 30 ... 30
Eerste 6 maanden 6.691 2.877 1.564 4.441 256 31 ... 31
Eerste 9 maanden 13.945 5.084 1.590 6.674 395 196 ... 198
12 maanden 19.172 6.519 1.840 8.359 399 196 ... 196
1963 Eerste 3 maanden . 1.614 693 706 1.399 ... ... ... ...
Eerste 6 maanden . 5.805 2.829 2.360 5.189 232 40 ... 40
Eerste 9 maanden . 8.721 3.852 2.917 6.769 232 40 ... 40
1962 Augustus 570 457 3 460 ... ... ... ...
September 1.573 723 ... 723 139 165 ... 165
Oktober 1.202 790 ... 790 ... ... ... ...
November 958 155 50 205 4 ... ... ...
December 3.067 490 200 690 ... ... ... ...
1963 Januari 422 129 102 231 ... ... ... ...
Februari 500 200 100 300 ... ... ... ...
Maart 692 364 504 868 ... ... ... ...
April 1.526 1.042 1.475 2.517 ... ... ... ...
Mei 1.724 843 96 939 200 40 ... 40
Juni 940 251 83 334 32 ... ... ...
Juli 800 193 210 403 ... ... ...
Augustus 463 132 95 227 ... ... ... ...
September 1.654 698 252 950 .•. ••• ... •••
Oktober 1.145 328 120 448 ... ... ... ...
November 2.149 273 212 485 ... ... ... ...
December v 3.044 801 ... 801 ... ... ... ...
1964 Januari v 1.236 259 ... 259 ... ... ... ...
Februari v 886 272 ... 272 ... ... ... ...
Maart v 2.530 481 ... 481
April v 2.046 825 ... 825
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandelen en personenvennootschappen met beperkte aanspra-kelijkheid ouder Belgisch recht. - Kongolese vennootschappen (tot 80 juni 1960) : aandelenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en personen-vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid onder Kongolees recht.
2 De cijfers van deze tabel verschillen in volgende opzichten met die welke in tabel XVII • 4 voorkomen : s) de netto-uitgiften van aandelen bevatten de bijstortingen niet; b) de obligatieuitgiften zijn bruto (afschrijvingen niet afgetrokken) en houden geen rekening met de doorlopende uitgiften.
3 De wijzigingen bestaan in het uitschakelen van de obligaties en aandelen van de publieke sector (deze van de Sabena voor de door de tabel bestreken periode).
4 Tot 80 juni 1960, incl. de Belgische vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in Kongo en de vennootschappen van Kongolees recht. Vanaf juli 1960 zijn de vennootschappen van Kongolees recht niet meer in deze statistiek opgenomen.
Bibliografische referentiesi Statistisch Jaarboek voor Belga. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische Economische Statistieken 1941-1950 (N.B.B.). - Bulletin menauel dee Statistiguee (Beurscommissie van Brussel). - Weekberichten van de Kredietbank.
- 500 -
XVIII. - GELDMARKT
1. MARKT VAN HET DAGGELD EN VAN HET GELD OP ZEER KORTE TERMIJN * (miljoenen franken)
Daggemiddelden
Bedragen uitgeleend door Bedragen ontleend door Totaal
(9) v(1) 4- (2) 4- (8)
+ (4) of (5 ) + (6)
4-(7) + (8)
Terug- getrokken bedragen
(10)
Deposito- banken
1
(1)
R nten• feonds
(2)
H.W.I.
(8)
Overige instel-
tinges 2
(4)
Deposito-
1
(5)
banken Renten- fonds
(6)
H.W.I.
(7)
verige instel-
tingen 3
(8)
1954 2.330 ... 21 2.985 19 2.295 2.733 289 5.336 ... 1955 2.325 ... ... 3.314 23 2.807 2.556 253 5.639 43 1956 2.428 ... 15 2.780 22 2.313 2.602 286 5.223 185 1957 2.288 ... ... 3.305 17 2.786 2.514 276 5.593 5 1958 2.078 ... 8 1.821 15 968 2.504 420 3.907 577 1959 2.191 159 ... 1.165 73 29 2.981 432 3.515 188 1960 2.415 1.107 ... 1.561 1.025 10 3.001 1.047 5.083 37 1961 2.487 1.811 ... 1.523 1.817 1 3.014 989 5.821 23 1962 1.518 943 10 1.593 1.517 1 1.275 1.271 4.064 307 1963 1.585 202 73 1.568 1.600 122 925 781 3.428 49
1962 3e kwartaal 1.198 1.573 3 1.640 1.953 ... 1.083 1.378 4.414 ...
4 0 kwartaal 1.509 820 26 1.431 1.279 ... 1.134 1.373 3.786 92
1963 le kwartaal 1.780 221 46 1.651 1.430 163 1.198 907 3.898 174 20 kwartaal 1.608 373 25 1.609 1.822 56 1.000 737 3.615 20 30 kwartaal 1.115 169 64 1.493 1.766 19 591 465 2.841 3 4e kwartaal 1.855 51 155 1.523 1.384 252 923 1.025 3.584 ...
1964 le kwartaal 1.810 ... 2.024 1.426 765 1.643 3.834 45
1963 April 1.913 222 15 1.260 1.536 163 1.078 633 3.410 14 Mei 1.630 515 29 1.913 1.994 ... 1.119 974 4.087 44 Juni 1.246 382 31 1.662 1.948 ... 784 589 3.321 ...
Juli 944 343 40 1.471 1.713 ... 511 574 2.798 9 Augustus 1.058 52 119 1.737 1.926 5 672 363 2.966 ...
September 1.358 96 35 1.276 1.662 55 599 449 2.765 ... Oktober 1.800 ... 12 1.532 1.171 420 827 926 3.344 ...
November 1.114 60 304 1.646 1.767 159 334 864 3.124 ...
December 2.585 100 177 1.400 1.271 153 1.560 1.278 4.262 ...
1964 Januari 2.033 ... 127 2.118 1.288 705 1.264 1.021 4.278 ...
Februari 1.712 ... 196 2.119 1.626 1.084 392 925 4.027 141 Maart 1.669 ... 1.517 1.380 523 1.283 3.186 ...
April 1.853 20 1.729 980 270 2.352 3.602 Mei 1.399 ... 2.821 1.713 53 2.454 4.220 ...
• Van 27 februari 1956 tot 16 november 1959 verhandelde men, naast het daggeld ook geld dat op 5 en 10 dagen werd uitgeleend of ontleend. Deze bedragen zijn derhalve in bovenstaande cijfers begrepen. Sedert 17 november 1959 wordt er geen geld op 5 en 10 dagen meer uitgeleend of ontleend.
1 Tot 16 november 1959, slechts de depositobanken te Brussel en te Antwerpen. Nadien ook deze van andere plaatsen. 2 Tot 10 november 1959 inzonderheid de A.S.L.11., de Centrale Bank van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi, do R.M.Z., het Gemeentekrediet en sedert
17 november 1959 inzonderheid de A.S.L.K., het Gemeentekrediet, de N.M.B.S. 3 Tot 16 november 1959 inzonderheid de N.M.K.N., de Centrale Bank van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi, de Nationale Delcrederedienst en sedert
17 november 1959 inzonderheid de Belgische Delcrederedienst, de N.K.B.K., de N.M.K.N.
--- 501 —
XVIII - 3. — BEDRIJVIGHEID VAN DE VERREKENINGSKAMERS
Debetverrichtingen
Maandgemiddelden of maanden
Brussel
Provincie Algemeen totaal Aantal
kamers
Geld op zeer korte term . jn 1
Andere verricht . ngen 2
Totaal
Duizenden stukken
Miljarden franken
Duizenden stukken
Miljarden franken
Duizenden stukken
Miljarden franken
Duizenden stukken
Miljarden franken
Duizenden stukken
Miljarden franken
1955 38 2 133 188 96 190 229 210 56 400 285
1956 38 2 127 212 110 214 237 222 63 438 300
1957 38 2 119 232 128 234 247 239 66 473 313
1958 38 2 113 245 131 247 244 235 63 482 307
1959 39 2 124 248 142 250 266 237 64 487 330
1960 39 3 208 289 158 292 366 243 57 535 423
1961 39 3 235 409 167 412 402 261 62 673 484
1962 39 3 158 475 196 478 354 285 68 763 422
1963 39 2 129 510 226 520 356 311 73 823 428
1962 2e kwartaal 39 3 169 474 182 477 351 282 65 759 416
30 kwartaal 39 3 172 436 198 439 370 276 68 715 438
4e kwartaal 39 3 143 504 231 507 374 304 73 811 447
1963 le kwartaal 39 3 140 451 206 454 346 285 72 739 418
20 kwartaal 39 3 133 505 206 508 339 308 71 816 410
3e kwartaal 39 2 112 508 239 510 351 312 72 822 423
4° kwartaal 39 2 132 576 253 578 386 339 77 916 462
1963 Februari 39 3 121 360 191 463 312 274 69 837 381
Maart 39 2 132 480 206 482 338 284 68 766 406
April 39 3 126 519 221 522 347 318 75 840 422
Mei 39 3 158 526 209 529 367 322 74 . 851 441
Juni 39 2 116 471 188 473 304 284 65 757 369
Juli 39 3 118 546 272 549 390 340 76 889 468
Augustus 39 2 112 468 225 470 337 283 66 763 403
September 39 2 106 509 220 511 326 314 72 825 398
Oktober 39 2 134 596 283 598 417 352 80 950 497
November 39 2 103 512 232 514 335 300 69 814 404
December 39 2 160 620 244 622 404 363 82 985 486
1964 Januari 39 2 157 597 262 599 419 340 83 939 502
Februari 39 2 128 535 265 537 393 312 78 849 471
Maart 39 2 109 589 252 591 360 352 79 943 439
April 39 3 142 620 287 622 429 370 83 992 512
10 dagen uitgeleende of ontleende geld. Sedert 17 november 1959 wordt
kwijtschriften, transacties met het buitenland, enz.
— Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : money) ■ — XXXVe jaargang, deel I, nr 4, april 1980 : e De Bel-
1 Betreft het daggeld en, van 27 februari 1956 tot 16 november 1959, het op 1, 5 en het geld op 5 en 10 dagen niet meer verhandeld.
2 Eifoeten, overheidspapier, coupons, overschrijvingen, cheques, wissels, promessen,
Bibliografische referenties : Belgische Economische Statistieken 1941-1950 (N.B.B.). jaargang, deel I, nr 5, mei 1958 : • Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt (call gische geldmarkt ».
4 , - 3,50
2,50
2,50 2,50 2,80 2,80 2,85 3,25 3,30 3,50
3,60 3,65 3,75 3,80 3,80
4,25 3,75
2,75
2,75 2,75 3,10 3,10 3,15 3,50 3,60 3,80
3,90 3,95 4,00 4,05 4,05
XIX. - DISCONTO-, RENTE- EN RENDEMENTSPERCENTAGES (in pct. per jaar)
1. - DISCONTO EN RENTETARIEF VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE
Datum van de wijziging
Disconto Voorschotten in rekening-courant en beleningen op Geaccep-
teerd in een bank
g edomi- cilieerd P apier,
warrente
Accepten vooraf
door de N.B.B.
geviseerd
Geaccep- teerd
niet in een bank gedomi- cilieerd Papier
Niet geaccepteerd papier
Promessen
schatkistcertificaten certi-
ficaten van het Renten-
fonds, uit- gegeven op maximum 366 dagen
andere overheida.
fondsen 2
in een bank
gedomi- cilieerd
niet in een bank gedomi- cilieerd
uitgegeven op maximum 366 dagen 1
1958 28 augustus 30 oktober
1959 8 januari .- 24 december .
1960 4 augustus .
10 november .
1961 24 augustus
28 december .
1962 18 januari 22 maart 9 augustus 6 december
1963 18 juli 81 oktober ._
1964 4 februari ._
3,50 3,50
3,25 4,-
5,-
5,-
4,75
4,50
4,25 4,- 3,75 3,50
4,- 4,25
4,25
Met betrekking
invoer
3,50 3,50
3,25 4,-
5 ...--.
tot
uitvoer
4,25 4,-
3,75 4,50
5,50
5,50
5,25
5,-
4,75 4,50 4,25 4,-
4,50 5,-
5,-
5,- 4,50
4,25 4,75
5,75
5,75
5,50
5,25
5,-- 4,75 4,50 4,50
5,- 5,75
5,75
5,25 5,--
4,75 5,25
6,25
6,25
6,-
5,75
5,50 5,25 5,- 5,-
5,50 6,25
6,25
5,25 5,--
4,75 5,25
6,25
6,25
6,-
5,75
5,50 5,25 5,- 5,-
5,50 6,25
6,25
Rentevoet v.h. certif. + 5/16 pct., minimum 2,25 pet.
» »
»
»
»
Rentevoet van het
certificaat +5/16 pct. minimum
pet.
s
r>
»
5,25 5,-- 4,75
5 , -
6,25
6,25
6, --
5,75
5,50 5,25 5,-5,-
5,50 6,25
6,50
5,-
4,75
4,50
4,25 4,- 3,75 3,50
4,- 4,25
4,25
4,-
3,75
3,50
3,25 3,- 3,- 2,75
3,25 3,75
3,75
Schatkist- certificaten
uitgegeven aan 1 15/16 %
Schatkisteertifica- ten en certificaten
van het Rentenfonde
uitgegeven op maximum 180 dagen
Schatkist-certificaten uitgegeven
op meer dan 130 dagen
en op max. 866 dagen
2,25
2,25 2,25 2,25 -
- -
-
4,50
4,25 4,..-...-. 3,75 3,50
4,- 4,50
4,75
5,25
5,- 4,50 4,25 4,-
4,50 5,25
5,50
1 V66r 21 maart 1957 vermeld onder iet hoofd : « Schatkistcertifica en met ten hoogste 12 maanden looptijd ». 2 Incl. de schatkistcertificaten met meer dan 12 maanden looptijd. - Alleen de effecten en overheidsfondsen . aan toonder . in Belgische franken luidend, worden in
onderpand aanvaard. * Quotiteit van het voorschot op 31 mei 1964. Schatkistcert. en eert. v.h. Rentenfonds uitgegeven op max. 866 d. ... max. 95 pct.I Andere overheidsfondsen (zie noot 2 ) max. 80 pet.
XIX - 2. - DAGGELDRENTE XIX - 3. - RENTEVOET VAN DE SCHATKISTCERTIFICATEN EN VAN DE CERTIFICATEN VAN HET RENTENFONDS
Gemiddelden 1
1958 1959 Van 1- 1 tot 16-11
Van 17.11 tot 31-12 1960 1961 1962 1963
1963 Juni Juli Augustus September Oktober November December
1964 Januari Februari Maart April Mei
Einde tijdvak
1,41 1,01
2,11 1960
2,80 1961 2,57
2,13 1962 2,28
1963 Mei ._
2,19 Juni -.
2,87 Juli -.
2,49 Aug. .-
2,55 Sept -.
2,16 ()kt .-
2,78 Nov. ._
2,73 Dec. -.
3,16 1964 Januari
3,24 Feb. -.
3,77 Maart .
3,16 April
3,22 Mei .-
Schatkistcertificaten op zeer korte termijn 2
n
S co
4,50 4,-
3,-
3 , - 3,40 3,40 3,45 3,75 3,90 4,10
4,20 4,25 4,25 4,30 4,30
Schatkist- certificaten B en certificaten
van het Rentenfonde 3
4,75 4,25
4 e 5
3,30 3,27
3,40 3,40 3,75 3,80 3,85 4,-4,20 4,35
4,46 4,64 4,72 4,75 4,75
Datum
1959 6 jan. 1960 5 jan. 1961 6 jan. 1962 4 jan. 1963 3 jan.
1963 2 juli 6 aug. 3 sept. 8 okt.
12 nov. 10 dec.
1964 14 jan. 11 feb. 10 maart 14 april 12 mei 9 juni
Schatkistcertificaten uitgegeven bij gunning
7
12 maanden
3,860 4,354 4,956
* 3,450
3,600 3,900 3,950 4,200
* 4,600 4,800 4,950 5,000 5,000 4,950 5,000
S os
4,75 4,25
0
0
a
4,55 4,65 4,75 4,75 4,75
3,40 3,40 3,65 3,80 3,82 3,92 4,18 4,31
6
9 maanden maanden
3,398 3,646 4,171 4,862 4,925 4,283 4,364 3,360 3,416
3,566 3,875 3,900 4,075
* *
4,750 4,850 4,900 4,950 4,950 4,950
3,675 4,000 4,037 4,120 4,500 4,750 4,750 5,050
* 5,100 5,100
* 1 De hieronder gepubliceerde gemiddelden zijn berekend op baais van het aantal werkdagen van de periudo. Tot 16 november 1959, iet eenvoudig rekenkundig
gemiddelde van de enige dagelijkse rentevoet. Sedert 17 november 1959 : gemiddelde van de gemiddelde dagelijkse rentevoeten gewogen met de ontleende bedragen. Wij stippen aan dat het H.W.I. zijn gemiddelden berekent rekening houdend met liet totaal dagen van de maand.
2 Cf. Ministerieel besluit van 9 november 1957 (Belgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8028), gewijzigd bij ministerieel besluit van 25 maart 1964 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 1964, blz. 3238).
3 De schatkistcertificaten B worden hetzij door de banken, hetzij door het Rentenfonde aangehouden; de certificaten van het Rentenfonds worden door de banken aangehouden. Deze beide soorten certificaten vloeiden voort uit de hervorming van de geldmarkt in november 1957; de schatkistcertificaten B ontstonden uit de conversie, ten belope van 8,9 miljard, van de schuld op korte termijn die toen bij de banken was ondergebracht, terwijl het saldo van die schuld, zegge F 20 miljard, werd omgezet in schatkistcertificaten A op 12 maanden tegen 1 15/16 pet. (Ministerieel besluit van 9 november 1957, Belgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8.030). Bij K.B. van 20-12-1962 werden de A-certificaten omgezet in een « Speciale Conversielening 1962 » terugbetaalbaar in 20 jaar en verdeeld in drie tranches (F 10.000 miljoen, F 5.000 miljoen en F 4.826 miljoen) met een rentevoet van 8,50 pct. 's jaars respectievelijk vanaf 14-1962, 31-12-1966 en 81-12-1971. V66r deze data blijft de rentevoet bepaald op 1 15/18 's jaars. Het uitstaande bedrag van de schatkistcertificaten B schommelt niet; op 8 april 1960 werd het nochtans door omzetting van schatkistcertificaten A op 1 , 9,1 miljard gebracht. Sedert de hervorming van de geldmarkt van november 1957 waren de schatkistcertificaten A en B en de certificaten van het Rentenfonds het enige overheidspapier dat in aanmerking kwam voor de samenstelling van de zgn. a gedeeltelijke dekking van de deposito's op maximum den maand bij de banken met grote en gemiddelde circulatie, tot bij de opheffing van deze dek-king op 1 januari 1962. Tot einde 1981 was de rente van de schatkistcertificaten B en van de certificaten van het Rentenfonds gebonden aan de discontovoet van de Nationale Bank van België voor geaccepteerde in een bank gedomicilieerde wissels; sedert 1 januari 1962 wordt de rente voor de certificaten van het Rentenfonds vastgesteld door wekelijkse gunningen die eveneens de rente voor de schatkistcertificaten 13 bepalen.
4 Percentage van de laatste wekelijkse gunning van de maand. Gewogen gemiddelde van de percentages bepaald door de wekelijkse gunningen van de maand. Enige rentevoet, geldig voor al de toegewezen certificaten (hoogste door het Rentenfonds in aanmerking genomen rentevoet).
7 Tot einde 1963, gemiddelde rentevoeten, gewogen door de bedragen van de toegewezen certificaten. Van januari 1964 af, enige rentevoeten geldig voor al de toe-gewezen certificaten (hoogste door de Schatkist in aanmerking genomen rentevoeten).
• Geen gunning.
XIX - 4. - RENTETARIEF VOOR DEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN BIJ DE BANKEN EN BIJ DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS
Einde periode
Tarief 1 1 Depositorekeningen
Algemene Spaarkan (Spaarinlagen van particulieren)
direct opeisbaar
met 15 dagen opzegging 2
op termijn 2 tot 100.000 F van 100.001 F
tot 150.000 F 150.000 F boven
1 maand 3 maanden 8 maanden
1955 0,50 0,85 1,10 1,40 1,75 3,00 1,50 0,50
1956 0,50 0,85 1,10 1,40 1,75 3,00 1,50 0,50
tot 200.000 F boven 200.000 F
1957 0,50 1,25 2,30 2,70 3,15 3,00 2,00
tot 250.000 F boven 250.000 F
1958 0,50 0,90 1,35 1,75 2,15 3,00 3 2,00
1959 0,50 0,85 1,20 1,60 1,95 3,00 2,00
1960 0,50 1,75 2,85 3,45 3,60 3,00' 2,00 3
1961 0,50 1,30 2,40 3,15 3,30 3,00 3 2,00 3
1962 0,50 1,00 1,70 2,50 2,70 3,00 3 2,00 3
1963 0,50 1,20 2,10 3,00 3,50 3,00' 2,00 3
1963 April 0,50 1,00 1,70 2,50 2,70 2,75 3 2,00 3
Mei 0,50 1,00 1,70 2,50 2,70 3,00 3 2,00 3
Juni 0,50 1,00 1,70 2,50 2,70 3,00' 2,00 3
Juli 0,50 1,00 1,70 2,50 2,70 3,00 3 2,00 3
Augustus 0,50 1,00 1,70 2,50 2,70 3,00 3 2,00 3
September 0,50 1,00 1,70 2,50 2,70 3,00 3 2,00 3
Oktober 0,50 1,00 1,70 2,50 2,70 3,00 3 2,00 3
November 0,50 1,20 2,10 3,00 3,50 3,00 3 2,00 3
December 0,50 1,20 2,10 3,00 3,50 3,00 3 2,00 3
1964 Januari 0,50 1,20 2,10 3,00 3,50 3,00 3 2,00 3
Februari 0,50 1,20 2,10 3,00 3,50 3,00 3 2,00 3
Maart 0,50 1,20 2,30 3,30 3,80 3,00 3 2,00 3
April 0,50 1,20 2,30 3,30 3,80 3,00 3 2,00' Mei 0,50 1,20 2,30 3,30 3,80 3,00 3 2,00 3
1 Tarief toegepast door ca. 25 banken, waaronder de voornaamste. Andere banken, vooral regionale, passen ove het algemeen een hoger tarief toe. - 2 Van november 1957 tot einde 1961 bewoog de rente van de deposito's met opzeggingstermijn en van de deposito's op termijn in functie van de discontovoet van de N.B.B. voor geaccepteerde in een bank gedomicilieerde wissels. Sedert begin 1962 zijn de veranderingen dia zij in functie van de marktvoorwaarden, de toestand van de betalingsbalans en het conjunctuurverloop ondergaat, het voorwerp van een akkoord, dat door overleg tussen de Nationale Bank van België en de Belgische Vereniging der Banken is voorafgegaan. - 3 Getrouwheidspremie gelijk aan 10 pet. van de toegekende interest voor de bedragen die gedurende het gehele kalenderjaar ingeschreven bleven. Voor de bedragen tot 250.000 F, geen vermeerdering in 1959. Voor de bedragen boven 250.000 F, getrouwheidspremie vanaf 1-1-1960.
XIX - 5. - RENDEMENT VAN VAST RENTENDE WAARDEN OP DE BEURS TE BRUSSEL *
Begin der periode
Geunificeerde schuld
Vervaldag binnen 2 tot 5 jaar
Vervaldag binnen 5 tot 20 jaar Gewogen
gemiddelden (excl. de Getinifi-teerde schuld)
(rendement alleen
berekend volgens de notering)
Staat Parastatale instellingen en Steden
Staat Parastatale instellingen en Steden
4 pet. le r. 3,5 tot 5,5 pet. 3 tot 5,5 pct. 4 tot 5,75 pet. 3 tot 6 pet.
1955 4,20 -- 3,89 1 4,59 2 -- 4,46
1956 4,18 -- 3,99 1 4,63 4,71 4,57
1957 4,47 -- 5,17 1 5,54 5,59 5,45
1958 4,93 -- 5,53 1 6,47 6,51 6,41
1959 4,29 -- 4,44 4,85 4,93 4,85 1960 4,21 4,72 4,79 5,21 5,10 5,11 1961 4,39 5,55 5,69 6,07 5,80 5,89 1962 4,40 5,21 5,34 5,74 5,70 5,64 1963 4,05 4,54 4,50 4,96 5,02 4,94
1963 Mei 4,00 4,59 4,41 4,91 4,85 4,84 Juni 4,00 4,60 4,51 4,94 4,88 4,88 Juli 4,03 4,71 4,54 5,03 4,92 4,94 Augustus 4,02 4,71 4,50 5,03 4,95 4,95 September 4,02 4,74 4,47 5,02' 4,95 3 4,94 3 Oktober 4,02 4,84 4,67 5,12' 5,01' 5,03 3 November 4,03 4,89 4,82 5,17' 5,08 3 5,09 3 December 4,03 4,99 4,87 5,26 3 5,16 3 5,18 3
1964 Januari 4,04 5,04 4,92 5,32 3 5,21 3 5,23 3 Februari 4,09 5,36 5,16 5,54 3 5,38' 5,45 3 Maart 4,07 5,34 5,18 5,51 3 5,44 3 5,44 3 April 4,00 5,37 5,21 5,50 3 5,47 3 5,45 3 Mei 4,07 5,49 5,30 5,57 3 5,50 3 5,52 3 Juni 4,07 5,48 5,34 5,60 3 5,55 3 5,55 3
• Tenzij anders vermeld is het gemiddelde rendement het percentage dat, toegepast bij de berekening van de actuele waarde ven de gezamenlijke nog te ontvangen termijnen (aflossing, rente, gebeurlijke loten en premies) van de annuiteit, een actuele waarde geeft die gelijk is aan de koopprijs van het uitstaande kapitaal, berekend volgens de dagnotering, verhoogd met de courtage en gebeurlijk niet de opgelopen rente.
1 Leningen met een rentevoet van 4 en 4,5 pet. - 2 Leningen met een rentevoet van 4,25 en 9,5 pet. - 3 Alleen voor de leningen uitgegeven v66r 1 december 1962.
N. B. - Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.), =Ie Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1956.
Bibliografische referenties : Belgisch Staatsblad : weekstaten van de N.B.B. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XXVIe Jaargang, Deel I, Nr 6, juni 1951 : • De daggeldmarkt sedert september 1950 s; XXVIIIe Jaargang, Deel I, Nr 5, mei 1953 : • Een nieuwe statistiek : de dag-geldmarkt (call money) s; XXXIIe Jaargang, Deel II, Er 5, november 1957 : s De hervorming van de geldmarkt •; XXXVe Jaargang, Deel I, Nr 4, april 1960 : • De Belgische geldmarkt t.
- 504 -
XX. - BUITENLANDSE CIRCULATIEBANKEN
1. - DISCONTOVOET
Maand van de wijzigingen
Duitsland Verenigde Staten 1 Fkrijk ran Groot-
Brittannië Italië Nederland Zweden Zwitserland
Datum Discon- tovoet Datum Diston•
tovoet Datum Diston- tovoet Datum Diston•
tovoet Datum D tovoet Datum Discon iscon•
tovoet Datum Discon- tovoet Datum Disc"-
tovoet
Tarief van kracht op 1.1-1956 3,50 2,50 3,- 4,50 4,- 2,50 3,75 1,50
1956 April 13 2,75 Mei 19 5,50 Augustus . 24 3,- 25 3,25 September . 6 5,- Oktober -. 22 3,75 November . 22 , -
1957 Januari -. 11 4,50 Februari -. 7 5,- April 11 4,- Mei 15 2,60
Juli 17 4,25 11 5,- Augustus . 23 3,50 12 5,- 16 5,- September . 19 4,- 19 7 ,- November . 15 3,-
1958 Januari 17 3,50 24 2,75 24 4,50 Maart 7 2,25 20 6,- 25 4,- April 18 1,75 Mei 22 5,50 3 4,50 Juni 27 3,- 19 5,- 7 3,50 14 3,50 Augustus . 14 4,50 September. 12 2,- Oktober -. 16 4,50 November . 7 2,50 20 4,- 15 3,-
1959 Januari .- 10 2,75 21 2,75 Februari -. 5 4,25 26 2,-
Maart 6 3,- April 23 4,- Mei 29 3,50 September. 4 3,- 11 4,__ Oktober -. 23 4,- November . 16 3,50
1960 Januari 21 ,-- 15 5,- Juni 3 5,- 10 3,50 23 6,-- Augustus . 12 3,-
Oktober .- 6 3,50 27 5,50 November . 11 4,__ December . 8 5,-
1961 Januari 20 3,50 Mei 5 3,- Juli 25 7,- Oktober .- 5 6,50 November . 2 6,-
1962 Maart 8 5,60 Maart 22 5,- April 26 4,50 25 4,- 6 4,50 Juni 8 4,-
1963 Januari 3 4,- 8 3,50 18 3,50 Juni 14 4,__ Juli 17 3,50 November . 14 4,-
1964 Januari -. 6 4,- 31 4,50 Februari -. 27 5 ,- Juni 4 4,50
1 Federal Reserve Bank of New York. Voor de bepalingen van de officiële discontotarieven : zie « International Financial Statietjes • (I.M.F.).
- 505 -
XX - 2. - BANQUE DE FRANCE (millions de francs franeais)
1959 1960 1 1961 1962 1963 1964 1963 1964
31 décembre 31 décembre 131 décembre 31 décembre 9 mai 6 mai 6 juin 4 juin
ACTIF
Encaisse or 4.322 4.322 4.322 4.322 4.322 4.322 4.322 4.322
Disponibilités á vue á l'étranger 3.969 5.744 9.985 13.355 15.579 17.950 16.249 18.644
Avances au Fonds de Stabilisation des changes 1 656 1.314 2.546 2.571 2.860 2.571 3.154
Concours au Fonds Monétaire Interna-tional 2.204 2.229 2.515 2.229 2.812
Autres opérations 342 342 345 342 342
Annuités de Prat de la B.I.R.D. 340 614 340 613
Monnaies divisionnaires 101 23 18 8 15 21 10 23
Comptes courants postaug 669 561 553 481 561 802 797 871
Frats à l'Etat 2 6.500 6.500 6.500 5.450 5.450 5.450 5.450 5.450
Avances á l'Etat 3 2.640 901 2.358 3.221 4.350 3.689 3.876 4.427
Portefeuille d'escompte 16.392 18.851 18.675 20.608 15.473 17.408 15.196 15.729
Effets représentatifs de crédits A court terme : Effets escomptés sur la France 4.232 5.118 5.846 6.310 6.280 8.262 6.111 7.145
Elias escomptés sur l'étranger 1 1 1 1 1 1 1
Effets g arantis per V Of fice des céréales 4 699 878 797 1.223 355 84 311 65
Obligations cautionnées 1.273
Effets de mobilisation de crédits moyen terme : Préts spéciaux d la construction Autres crédits d moyen terme
11.460 12.854 12.031 13.074 8.837 5.112 3.950
8.773 3.225 4.020
Effets négociables achetés en France 5 2.827 3.554 2.878 2.412 3.277 3.859 3.544 4.080
Avances á 30 jours sur effets publics 169 205 187 166 132 23 137 25
Avances sur titres 83 70 74 67 67 80 70 84
Avances sur or
Effets en cours de recouvrement 863 529 553 870 474 1.314 521 635
Divers 627 764 834 885 1.047 1.358 1.043 1.298
Total 39.162 42.680 48.251 54.391 53.658 59.750 54.126 59.355
PASSIF
Engagements á vue : Billets au porteur en circulation 34.947 39.320 44.348 50.082 50.170 55.532 50.442 55.209
Comptes créditeurs • 2.943 2.066 2.590 2.718 1.998 2.385 2.142 2.391
Compte courant du Trésor public 1 1 1
Comptes des banques, institutions et personnes étrangères 200 205 199 249 466
Comptes courants des banques et 1. 965 967 1.561
institutions financières franeaises . ) 1.291 718 970 808 751
Au( ras comptes courants et de dépéts de fonds ; dispositions et autres engagements á vue 976 1.098 1.029 1.226 1.074 1.215 1.085 1.174
Capital de la Banque 150 150 150 150 150 250 150 250
Divers 1.122 1.144 1.163 1.441 1.340 1.583 1.392 1.505
Total 39.162 42.680 48.251 54.391 53.658 59.750 54.126 59.355
2 Convention du 29 octobre 1959 approuvée par la loi du 28 décembre 1959 et convention du 8 mai 1962 approuvée par Ia loi du 7 juin 1962. 3 Convention du 29 octobre 1959 approuvée par la loi du 28 décembre 1959. 4 Loi du 15 aoát 1938, décret du 29 juillet 1939 et loi du 19 mai 1941. 3 Décret du 17 juin 1938.
1 Convention du 27 juin 1949.
-- 506 --
XX - 3. - BANK OF ENGLAND
(?nilliovs of £)
1960 29 February
1901 1962 28 February 28 February
1903 28 February
1963 8 i■ fay
1964 6 I\ loy
1963 5 June
1964 8 Juno
Issue Department
Government Debt 11 11 11 11 11 11 11 11
Other Government Securities 2.136 2.237 2.313 2.338 2.388 2.538 2.438 2.588
Other Securities 1 1 1 1 1 1 1 1
Coin other than Gold Coin 2 1
Amount of 1?iduciary Issue 2.150 2.250 2.325 2.350 2.400 2.550 2.450 2.600
Gold Coin and Bullion
Total 2.150 2.250 2.325 2.350 2.400 2.550 2.450 2.600
Notes Issued :
In Circulation 2.116 2.212 2.302 2.309 2.373 2.522 2.391 2.541
In Banking Department 34 38 23 41 27 28 59 59
Total 2.150 2.250 2.325 2.350 2.400 2.550 2.450 2.600
Banking Department
Government Securities 274 1 425 507 266 246 243 186 235
Other Securities :
Discounts and Advances 33 28 44 54 47 35 59 42
Securities 20 19 20 22 21 24 20 24
Notes 34 38 23 41 27 28 60 59
Coin 1 1 1 1 1 1 1 1
Total 362 511 595 384 342 331 326 361
Capital 15 15 15 15 15 15 15 15
Best 4 4 4 4 3 3 3 3
Public Deposits
(including Exchequer, Savings Banks,
12 18 13 11 14 9 13 12
Commissioners of National Debt, and Dividend Accounts)
Special Deposits 155 241
Other Deposits :
Bankere 264 251 249 280 239 227 223 251
Others Accounts 67 68 73 74 71 77 72 80
Total 362 511 595 384 342 331 326 361
- 507 --
XX - 4. - FEDERAL RESERVE RANKS (millions of S)
1961 1962 1963 1 1963 1964 1963 1964 31 December 31 December 31 December 8 May 6 May 5 June 3 June
ASSETS
Gold certificate account 15.445 14.430 13.819 14.276 13.785 14.247 13.759
Redemption fund for F.R. notes 1.170 1.266 1.418 1.268 1.405 1.274 1.417
Total gold certificates reserves 16.615 15.696 15.237 15.544 15.190 15.521 15.176
Cash 320 288 182 356 180 342 150
Discounts and advances 130 38 63 382 247 171 365
Acceptances : Bought outright 48 52 70 44 52 42 48
Held under repurchase agreement 3 58 92 36 18
U.S. Government securities : Bought outright :
Bills 3.193 2.442 4.142 2.712 4.394 2.997 4.887 Certificates 1.699 13.182 7.066 13.571 3.265 14.443 Notes 19.984 10.717 17.729 10.562 21.622 9.699 24.905 Bonds 3.846 4.137 4.645 4.379 4.626 4.392 4.681
Total bought outright 28.722 30.478 33.582 31.224 33.907 31.531 34.473
Held under repurchase agreement 159 342 11 158 322 30 182
Total U.S. Government securities 28.881 30.820 33.593 31.382 34.229 31.561 34.655
Total loans and securities 29.062 30.968 33.818 31.808 34.564 31.774 35.086
Cash items in process of collection 6.125 6.518 6.435 4.985 5.581 5.019 5.326
Bank premiees 111 104 104 103 103 102 103
Other assets 237 357 400 527 672 341 394
Total assets 52.470 53.931 56.176 53.323 56.290 53.099 56.235
LIABILITIES
Federal Reserve notes 28.802 30.151 32.381 29.833 31.823 30.129 32.120
Deposits : Member bank reserves 17.387 17.454 17.049 16.771 17.455 16.800 17.250 U.S. Treasurer - general account 465 597 880 984 785 499 804 Foreign 279 247 171 183 137 164 119 Other 320 424 291 194 175 189 212
Total deposits 18.451 18.722 18.391 18.132 18.552 17.652 18.385
Deferred availability cash items 3.825 3.584 3.835 3.752 4.178 3.714 3.981
Other liabilites and accrued dividends 59 73 82 79 103 80 115
Total liabilities 51.137 52.530 54.689 51.796 54.656 51.575 54.601
CAPITAL ACCOUNTS
Capital paid in 445 467 497 479 511 480 512
Surplus 888 934 990 934 990 934 990
Other capital accounts 114 133 110 132
Total liabilities and capital accounts 52.470 53.931 56.176 53.323 56.290 53.099 56.235
Contingent liability on acceptances pur-
chased for foreign correspondente 126 86 92 83 117 83 147
Ratio of gold certificate reserves to deposit and F.R. note liabilities combined 34,8 % 31,8 % 29,7 % 32,2 % 29,9 % 32,3 % 29,8 % 2
1 Consolidated statement of condition of the twelve Federal Reserve Ranks. 2 « F.11 nota liabilities combined includes $ 426 million of Federal Reserve notes of other Federal Reserve Ranks netted out of the consolidated statement
abown above.
- 508 -
XX . 5. - DE NEDERLANDSCHE BANK (miljoenen guldens)
1960 31 december
1961 I 1962 31 december 31 december
1963 31 december
1968 6 mei
1964 4 mei
1963 10 juni
1904 8 juni
ACTIVA
Goud 5.487 5.698 5.698 5.770 5.698 5.770 5.698 5.770
Vorderingen en geldswaardige papieren luidende in goud of in buitenlandse geldsoorten 1.107 484 586 1.081 811 688 949 770
Buitenlandse betaalmiddelen
Vorderingen op het buitenland luidende
in guldens 40 14 7 15 5 29 5 32
Wissels, promessen, schatkistpapier en schuldbrieven in disconto 48 9 1 25
Wissels, schatkistpapier en schuldbrieven door de Bank gekocht (art. 15, onder 40
van de Bank wet 1948) 249 523 597 729 295 575 295 560
Voorschotten in rekening-courant (incl. beleningen) 12 52 72 25 5 48 4 5
Voorschotten aan de Staat (art. 20 van de Bankwet 1948)
Nederlandse munten 51 21 13 16 14 12 14 12
Belegging van kapitaal en reserves 174 183 183 178 181 186 181 187
Gebouwen en inventaris 1 1 1 1 1
Diverse rekeningen 12 8 10 11 8 11 11
Totaal 7.133 7.032 7.167 7.825 7.027 7.319 7.157 7.372
PASSIVA
Bankbiljetten in omloop 4.900 5.279 5.758 6.225 5.711 6.448 5.752 6.381
Bankassignaties
Rekening-courantsaldo's in guldens van ingezetenen 1.603 1.421 1.036 1.261 926 558 1.037 670 's Rijks schatkist 934 995 620 1.095 454 403 462 185 Banken in Nederland 519 283 283 122 365 120 443 448 Andere ingezetenen 150 143 133 44 107 35 132 37
Reken ing-courantsaldo's in guldens van niet-ingezetenen 59 77 112 76 130 69 114 70 Buitenlandse circulatiebanken en daar-
mede gelijk te stellen instellingen 48 71 106 70 124 66 109 64 Andere niet-ingezetenen 11 6 6 6 6 3 5 6
Saldo's luidende in buitenlandse geld- soorten 320 14 18 16 31 17 24 16
Kapitaal 20 20 20 20 20 20 20 20
Reserves 164 168 168 168 168 167 168 167
Diverse rekeningen 67 53 55 59 41 40 42 48
Totaal 7.133 7.032 7.167 7.825 7.027 7.319 7.157 7.372
N. B. - Circulatie der door de Bank namens de Staat in het verkeer gebrachte munt- biljetten 110 I 69 I 63 I 62 I 62 62 62 I 62
-- 509 -
XX - 6. - BANCA D'ITALIA
(miliardi di lire)
1960 dicembre
1961 dicembre
1962 dicembre
1963 dicembre
P
1963 manO
1964 nuliZO
P
1963 1964
aprile aprile P
Oro in cases 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1 .000
Oro all'estero dovuto dallo Stato
Cassa 1 10 13 12 25 20 29 31 18
Portafoglio 2 443 500 616 942 655 987 595 1.071
Effetti recevuti per l'iricasso
Anticipazioni 3 64 107 260 337 205 405 325 337
Prorogati pagamenti 7 6 12 42 13 61 21 31
Ufficio italiano dei cambi 1.257 1.810 2.146 1.770 2.072 1.498 2.053 1.464
Disponibilita in divisa all'estero 63 63 63 65 64 64 64 64
Titoli emessi o garantiti dallo Stato 4 75 83 244 167 141 146 136 181
Immobili • • •
Debitori diversi 119 123 132 232 141 345 145 249
Partite varie 2 -
Anticipazioni temporanee al Tesoro 64 -
Anticipazioni straordinarie al Tesoro 485 485 485 440 440 410 440 410
Emissioni per forze alleate
Impieghi in titoli per conto del Tesoro 20
C/c servizio tesoreria 506 477 414
Servizi diversi per conto dello Stato 1 14
Spese 43 45 56 63 9 9 11 11
Totale attivo 3.652 4.236 5.026 5.589 4.760 5.445 4.821 5.250
Circolazione dei biglietti 5 2.424 2.779 3.235 3.699 3.047 3.433 3.075 3.333
Vaglia assegni e debiti a vista 6 23 39 43 62 25 30 23 24
Conti in correnti liberi 117 118 122 87 56 54 50 51
Conti correnti vincolati 694 797 988 1.305 1.315 1.324 1.310 1.340
Creditori diversi 170 189 237 355 257 586 238 481
C/c servizio tesoreria 159 263 320 11 75
C/c servizio tesoreria - Fondo speciale
Servizi diversi per conto dello Stato 16 18 10 33 31 2
Capitale
Fondo di riserva ordinario 3 4 4 5 5 5 5 5
Fondo di riserva straordinario 2 2 2 3 2 3 2 3
Rendite 44 45 57 63 9 9 12 11
Utile provvisorio del precedente esercizio 1
Totale passivo e patrimonio 3.652 4.236 5.026 5.589 4.760 5.445 4.821 5.250
Depositanti di titoli e valori 4.407 4.775 4.845 4.273 4.371 4.200 4.588 4.374 1 Comprese monete di Stato 5 6 8 5 8 5 8 5 2 Compreso finanziamento ammassi e acquisto
grano : - aziende di credito - istituti speciali
437 246 235
298 290
343 274
291 286
357 269
292 271
362 275
3 Comprese anticipazioni a : - aziende di credito n. d. 104 256 334 203 402 323 335 - privati 3 3 4 2 2 2 2 2
4 Compresi BOT per investimento riserve obligatoria n. d. n. d. 81 7 29 18 29 41 5 Compresi biglietti presso il Tesoro 1 2 3 2 2 2 2 6 Compresi vaglia e assegni 14 21 18 29 16 16 16 14
-- 510 -
XX - 7. - DEUTSCHE BUNDESBANK (Millionen DM)
1061 61 Dezember
1962 31 Dezember
1963 31 Dezember
1963 7 Mai
1964 6 Mai
1963 7 Juni
1964 5 Juni
AKTIVA
Gold 14.426 14.490 15.138 14.770 16.039 14.786 16.082
Guthaben bei aus15,ndischen Banken und Geldmarktanlagen im Ausland 11.387 10.929 12.894 10.919 11.496 11.522 11.129
Sorten, Auslandswechsel und -schecks 292 329 417 322 412 356 431
Kredite an internationalen Einrichtungen und Konsolidierungskredite darunter : a) aus der Abwicklung der
2.442 2.289 2.122 2.271 2.105 2.270 2.104
E.Z.U. 1.038 897 751 884 739 884 739 b) an Weltbank 1.342 1.342 1.342 1.342 1.342 1.342 1.342
Deutsche Scheidemtinzen 57 45 81 78 123 84 123
Postcheckguthaben 281 546 376 159 228 180 172
lnlandswechsel 1.146 1.967 1.647 2.096 2.682 2.430 3.018
Schatzwechsel und unverzinsliche Schatz-anweisungen • • • 125 52
Lombardforderungen 220 158 208 39 37 41 29
Kassenkredite 167 739 1.749 17 21 19 25
Wertpapiere 1.484 1.369 1.222 1.335 1.178 1.335 1.176
Ausgleichsforderungen und unverzinsliche Schuldverschreibung 3.432 4.958 3.990 3.997 3.822 3.999 3.560
Kredite an Bund ftir Beteiligung an inter-nationalen Einrichtungen 2.636 2.156 2.294 2.184 2.633 2.185 2.905
Forderungen an Bund wegen Forderungs-erwerb aus Nachkriegswirtschaftshilfe und kiderung der Wahrungsparitiit 3.778 3.703 3.595 3.597 3.456 3.595 3.456
Sonstige Aktiva 307 253 406 242 386 243 353
42.055 43.931 46.264 42.024 44.670 43.045 44.563
PASSIVA
Banknotenumlauf 22.992 24.147 25.426 23.142 25.327 23.767 25.555
Einlagen von 16.600 16.795 18.006 16.334 16.637 16.732 16.280
Kreditinstituten (einschliesslich Post- scheck- und Postsparkassenlimter) 11.615 12.232 13.607 10.772 12.520 11.656 12.794
offentlichen Einlegern 4.733 4.284 4.126 5.294 3.846 4.833 3.197
Andere inliindischen Einlegern 252 279 273 268 271 243 289
Verbindlichkeiten aus dem Auslandsge- schft 368 314 270 402 289 360 298
Einlagen ausbandischer Einleger 274 353 234 361 255 333 266
Sonstige 94 21 36 41 34 27 32
Rtickstellungen 867 950 1.076 1.076 1.260 1.075 1.260
Grundkapital 290 290 290 . 290 290 290 290
Rticklagen 588 638 701 701 776 701 776
Sonstige Passiva 350 737 495 79 91 120 104
42.055 43.931 46.264 42.024 44.670 43.045 44.563
- 511 -
XX - 8. - BANQUE NATIONALE SUISSE
(millions de francs suisses)
1960 31 décembre
1961 31 décembre
1962 31 décembre
1963 31 décembre
1963 7 mai
1964 6 mai
1963 7 juin
1964 6 juin
ACTIF
Encaisse or 9.455 11.078 11.078 12.204 10.615 10.930 10.621 10.936
Devises 583 842 867 1.083 747 1.166 749 1.275
Portefeuille effets sur la Suisse 53 70 124 142 57 80 56 82 Effets de change 53 70 79 107 57 80 56 82 Rescriptions de la Confédération suisse 45 35 ...
Avances sur nantissement 38 66 72 97 10 29 15 37
Bons du Trésor de l'étranger en FS -- -- 207 207 207 207 207 207
Titres 43 43 43 52 293 57 173 57 pouvant servir de couverture 1 17 16 266 1 146 1 autres 42 26 27 52 27 56 27 56
Correspondants : 52 65 88 71 25 26 23 25 en Suisse 45 58 78 62 15 13 8 12 á l'étranger 7 7 10 9 10 13 15 13
Autres postes de l'actif 30 30 41 35 32 36 31 37
Total 10.254 12.194 12.985 13.891 11.986 12.531 11.875 12.656
PASSIE
Fonds propres 52 53 54 55 55 56 55 56
Billets en circulation 6.854 7.656 8.506 9.035 7.840 8.537 7.890 8.512
Engagements h, vue 2.756 2.947 2.800 3.188 2.452 2.275 2.290 2.420
Comptes de virements des banques du commerce et de l'industrie 2.288 1.996 2.294 2.700 1.986 1.866 1.924 1.885
Autres engagements d vue 468 951 606 488 466 409 366 535
Comptes de virements de banques tempo-rairement liés 1.035 1.035 1.035 1.035 1.035 1.035 1.035
Engagements à terme 390 293 373 357 400 400 400 400
Dép6ts obligatoires selon l'arrêté fédéral du 13 mars 1964 6
Autres postes du pasrif 202 210 217 221 204 228 205 227
Total -. 10.254 12.194 12.985 13.891 11.986 12.531 11.875 12.656
Bibliografische referenties : International Financial Statistica (F.M.I.). - Ban que de France : « Coinpte rendu des opérations a. - Report of the Bank of England. - Federal Reserve Bulletin. - De Nederlandsche Bank : Verslag over het boekjaar. - Banca d'Italia : Bollettino. - Geschdftabericht der
Deutachen Bundesbank. - Bangue Nationale Suisse (rapports).
XX - 9. - BANQUE DES REGLEMENTS INTERNATIONAUX, A BALE 1 Situations en millions de francs or
[unités de 0,29032258._ gramme d'or fin (art 5. des statuts)]
Actif 31
décembre 1962
31 décembre
1963
30 avril 1963
30 avril 1964
31 mai 1963
31 mai 1964
Passif 31
décembre 1962
31 décembre
1963
30 avril 1963
30 avril 1964
31 mai 1963
31 mai 1964
L Or en lingots et monnayé 1.883 1.603 2.444 2.128 2.455 2.554 I. Capital : Actions libérées de 25 % 125 125 125 125 125 125
II. Espèces en caisse et avoirs ban- II. Réserves 1. Fonds de Réserve légale
25 12
25 12
25 12
25 12
25 12
25 12 caires á vue 49 40 62 48 71 43 2. Fonds de réserve générale . 13 13 13 13 13 13
III. Dépóts (or) • 2.214 2.733 2.287 2.693 2.283 2.735 III Portefeuille réescomptable 667 729 267 558 206 331 1. Banques centrales :
IV. Effets div. remobilis. sur dem. 9 96 69 9 69 a) de 9 á, 12 mois b) de 6 á 9 mois
38 -
21 - -
21 -
- -
20 -
c) de 3 á 6 mois 10 10 38 21 48 31 V. Dépots á terme et avances : ... 1.344 1.666 1.206 1.462 1.354 1.457 d) It 3 mois au maximum 559 764 288 755 278 521
a) á 3 mois au maximum ... 1.184 1.427 1.071 1.037 1.233 1.290 e) It vue 1.479 1.825 1.919 1.728 1.915 1.993 b) á 3 mois au maximum (or) 3 3 3 4 3 3 2. Autres déposants : c) de 3 It 6 mois 121 227 91 337 74 79 a) de 9 It 12 mois - - - d) de 6 It 9 mois 29 9 4 9 4 13 b) de 6 á 9 mois - - -
e) de 9 á 12 mois 4 30 66 40 63 c) de 3 á 6 mois - - - - f) á plus d'un an 3 - 7 9 - 9 d) .It 3 mois au maximum ... - - - 69 - 69
e) á vue 128 113 42 99 42 100 VI. Autres effets et titres : 740 1.195 833 1.659 782 1.644 IV. Dépóts (monnaies) • 2.160 2.180 2.213 2.727 2.271 2.860
1. Or : 1. Banques centrales : a) á 3 mois au maximum ... 3 161 65 146 66 148 a) á plus d'un an 84 48 156 150 48 80 b) de 3 á 6 mois 10 134 119 146 127 b) de 9 t 12 mois - - - 15 106 73 c) de 6 t 9 mois 75 69 46 22 33 16 c) de 6 á 9 mois 69 82 21 7 29 50 d) de 9 á 12 mois 87 41 23 29 d) de 3 á 6 mois 272 364 384 323 432 374 e) á plus d'un an - - ._ - - e) á 3 mois au maximum ... 1.343 1.364 1.218 1.823 1.220 1.854
2. Monnaies : f) á vue 19 19 21 18 22 15 a) á 3 mois au maximum ... 65 380 161 590 88 468 2. Autres déposants : b) de 3 t 6 mois 367 445 303 579 294 756 a) de 9 t 12 mois - - - - c) de 6 á 9 mois 34 14 18 86 16 5 b) de 6 á 9 mois ... 28 - 28 - d) de 9 á 12 mois 28 24 45 7 60 9 c) de 3 t 6 mois - 6 15 46 - 16 e) á plus d'un an 71 60 61 87 79 86 d) á 3 mois au maximum ... 359 275 354 326 371 376
e) á vue 14 22 16 19 15 22 VII. Actifs divers 1 1 1 1 1 1 V. Effets :
á 3 mois au maximum - 77 - 158 - 158 VIII. Fonds propres utilisés en exécu- VI. Divers 40 54 43 60 24 35
tion des accords de La Haye de 1930 pour placem. en Allemagne 68 68 68 68 68 68 VII. Comptes de profits et pertes 8 8 8 8 21 25
VIII. Prov. pour charges éventuelles 189 196 189 197 197 204 Total actif ... 4.761 5.398 4.890 5.993 4.946 6.167 Total passif 4.761 5.398 4.890 5.993 4.946 6.167
Exécution des accords de La Haye de 1930 :
Déptits á long terme • 229 229 229 229 229 229
1. Dépéts des Gouvernements créanciers au Compte de Trust des Annuités (voir note 3) 153 153 153 153 153 153
221 221 221 221 221 221 2. Dépét du Gouvernem. allem. 76 76 76 76 76 76
Fonds propres utilisés en exécution 76 76 76 76 76 76 des accords (voir ci-dessus) 68 68 68 68 68 68
297 297 297 297 297 297 Total 297 297 297 297 297 297
Fonds placés en Allemagne : (voir note 2)
1. Créances sur la Reichsbank et la Golddiskontbank, effets de la Golddiskontbank et de radio. des chemins de fer et bons de l'adm. des postes (échus)
2. Effets de bons du Trésor du Gouvernement allemand (échus)
Total ...
Note 1. - Ne sont pas inclus dans la présente situation l'or sous dossier, les effets et autres titres détenus en garde pour le compte de Banques Centrales et d'autres déposants. N'y sont pas compris non plus l'or sous dossier, les avoire en banque, les effets et autres titres dé enus par la Banque en sa qualité d'Agent de l'Organisation de Coopération et de Développement Economiques (Accord Monétaire Européen , de Tiera Convenu aux termes du contrat de nantissement conclu avec la Haute Autorité de le Communauté Européenne du Charbon et de l'Acier, ainsi que de Mandataire-trustee ou d'Agent financier d'emprunts intemationaux.
Note 2. - Aux termes d'une Convention en date du 9 janvier 1953 conclue entre le Gouvernement de la République fédérale d'Allemagne et la Banque et qui fait de l'Accord sur les dettes extérieures allemandes du 27 février 1953, il a été convenu que le Banque ne réclamemit pas avant le ler avril 1966 le remboursement en principal de ses placements en Allemagne qui sont indiquéa ci-dessus, y compris les intéréts arriérés y afférents h Ia date du 31 décembre 1952.
Note 3. - La banque a recu de Gouvernements dont les dépéds s'élèvent b l'équivalent de francs or 149.920.380,-, confirmation qu'ils ne pourront lui demander, au titre de telg dép6ts le transfert de montants supérieurs á ceux dont elle pourra elle-méme obtenir le remboursement et le transfert var l'Allemasne dans les monnaies eeréées nar la Banque.
VOORNAAMSTE GEBRUIKTE AFKORTINGEN.
B.I.B.
E.B.U.
B.L.E.U.
I.A.B. I.B.H.O. I.M.P.
O.V.N.
Algemene Spaar- en Lijfrentekas.
Bank voor Internationale Betalingen.
Belgisch-Luxemburgse Economische Unie.
B.P.O. Bestuur der Postchecks.
B.B.T. Belgische Radio en Televisie.
D.U.L.B.E.A. Département d'Economie Appliquée de l'Université Libre de Bruxelles.
Europese Betalingsunie. Europese Economische Gemeenschap.
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.
Europees Monetair Akkoord. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
FABRIMETAL Federatie van de Ondernemingen der Metaalverwerkende Nijverheid.
Food and Agricultural Organization.
FEBELTEX Federatie der Belgische Textielnijverheid.
H.W.I. Herdiscontering- en Waarborginstituut.
Internationaal Arbeidsbureau.
Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling.
Internationaal Monetair Fonds.
I.R.E.S.P. Institut de Recherches Economiques, Sociales et Politiques (Centre de Recherches Economiques).
M.E.Z. Ministerie van Economische Zaken en Energie.
N.B.B. Nationale Bank van België.
N.B.V. Nationaal Bureau voor de Voltooiing der Noord-Zuidverbinding.
N.I.S. Nationaal Instituut voor de Statistiek.
N.K.B. Nationale Kas voor Beroepskrediet.
N.M.B. Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen.
N.M.B.S. Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen.
N.M.K..N. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid.
N.M.W.V. Nationale Maatschappij voor Watervoorziening.
Organisatie der Verenigde Naties.
B.L.W. Regie der Luchtwegen.
E.M.Z. Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid.
B.T.T. Regie van Telegraaf en Telefoon.
E.V.A. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
SABENA Société Anonyme Belge d'Exploitation de la Navigation Aérienne.
V.B.N. Verbond der Belgische Nijverheid.
Z.K.O.S. Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade.
E.E.G. E.G.K.S. E.M.A. 0.E.S.O.
P.A.O.
OONVENTIONELE TEKENS.
het gegeven bestaat niet.
n.b. nog niet beschikbaar gegeven.
pct. procent.
voorlopig.
g gerectificeerd cijfer.
r raming.
nihil of te verwaarlozen hoeveelheid.
STATISTIEKEN
INHOUDSOPGAVE
Nummering van de tabellen
I. - Bevolking en nationale rekeningen. 1. Bevolking I - 1 2. Verdeling van het nationaal produkt over de produk-
tiefaktoren I.2 3. B.N.P. berekend door ontleding van de voortbrenging
tegen marktprijzen I - 3 4. Besteding van het nationaal produkt :
a) Ramingen in courante prijzen I - 4a b) In prijzen van 1953 indexcijfers I - 4b
II. - Tewerkstelling en werkloosheid.
1. Indexcijfers van de tewerkstelling in de nijverheid (arbeiders) II - 1
2. Werkloosheid - Algemene gegevens II - 2 3. Werkloosheid - Daggemiddelden van het aantal
gecontroleerde werklozen II - 3
III. - Landbouw en visserij.
1. Landbou wprodu k tie III - 1 2. Zeevisserij - Voornaamste vissoorten aangevoerd in
de Belgische havens III - 2
IV. - Nijverheid. 1. a) Algemene indexcijfers van de industriële produktie IV - 1 2. Indexcijfers van de industriële produktie (voor-
naamste sectoren) IV - 2 3. Energie IV - 3 4. Metaalproduktie IV - 4 5. Bouwnijverheid : jaarcijfers IV - 5 6. Bouwnijverheid : maandcijfers IV - 6 7. Vergelijkende evolutie van de industriële produktie
der E.E.G.-landen IV - 7
V. Diensten. 1. Vervoer :
a) Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en
de Sabena V la b) Zeevaart V lb c) Binnenscheepvaart V le
2. Toerisme V 2 3. Binnenlandse handel :
a) Verkoopindexcijfers V - 3a b) Verkoop op afbetaling V - 3b
VI. - Inkomens. 1. Bezoldigingen van de arbeiders VI - 1 2. Gemiddelde verdiende bruto-uurlonen in de nijverheid VI - 2
VII. - Prijzen en prijsindexcijfers. 1. Groothandelsprijzen op de wereldmarkten VII - 1 2. Indexcijfers van de groothandelsprijzen op de
wereldmarkten VII - 2 3. Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België VII - 3 4. Indexcijfers van de kleinhandelsprijzen in België VII - 4
Nummering van de tabellen
VIII. - Buitenlandsé handel van de B.L.E.U. 1. Algemene tabel VIII - 1 2. Uitvoer volgens goederengroepen VIII - 2 3. Invoer volgens goederengroepen VIII - 3 4. a) Indexcijfers van de gemiddelde waarden per
eenheid VIII - 4e b) Indexcijfers van het volume VIII - 4b
5. Geografische spreiding VIII - 5
IX. - Betalingsbalans van de B.L.E.U. 1. Jaarcijfers IX - 1 2. Zesmaandelijkse en jaarlijkse cijfers (nieuwe reeks) IX - 2 3. Cijfers per kwartaal IX - 3
X. - Valutamarkt.
1. Officiële wisselkoersen vastgesteld door de in Verre-keningskamer te Brussel vergaderde bankiers X - 1
2. Valuta's van de lidstaten van de E.M.A. X - 2
XI. - Rijksfinanciën.
1. Stand van de Schatkist XI - 1 2. Belastingontvangsten (per begrotingsjaar) XI - 2 3. Indeling van de belastingontvangsten XI - 3 4. Belastingontvangsten zonder onderscheid van begro-
tingsjaar XI - 4
XII. - Vorderingen en schulden in de Belgische economie.
1. a) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 decem-ber 1960 XII-la
b) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 decem- ber 1961 XII-lb
2. Beweging van de vorderingen en schulden in 1961 XII - 2 3. Uitstaande vorderingen en schulden op 31 decem-
ber 1961 XII .3
XIII. - Geldscheppende instellingen.
1. Gezamenlijke balansen van de geldscheppende instel- lingen XIII . 1
2. De balansen van de Nationale Bank van België, van de geldscheppende openbare instellingen en de Depositobanken :
a) Nationale Bank van België (Driemaandelijkse en maandelijkse cijfers) XIII - 2e
b) Geldscheppende openbare instellingen XIII . 2b c) Depositobanken XIII - 2c d) Totaal der geldscheppende instellingen XIII - 2d
3. Oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid XIII - 3 4. Geldhoeveelheid XIII - 4 5. Goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geld-
scheppende instellingen XIII - 5 6. Balansen van de Nationale Bank van België (1951-
1958) XIII - 6 Balansen van de Nationale Bank van België (sedert
1959) XIII - 6 Weekstaten van de Nationale Bank van België XIII - 6
XIV - 4
XIV - 5a
XIV - 5b
XIV - 5c
XIV - 5d XIV - 6
XIV - 7 XIV - 8 XIV - 9 XIV - 10
XX. - Buitenlandse Circulatiebanken.
1. Discontovoet XX - 1 2. Banque de France XX - 2 3. Bank of England XX - 3 4. Federal Reserve Banks XX - 4 5. De Nederlandsche Bank XX - 5 6. Banca d'Italia XX - 6 7. Deutsche Bundesbank XX - 7 8. Banque Nationale Suisse XX - 8 9. Banque des Règlements internationaux, à Mie XX - 9
Voornaamste gebruikte afkortingen.
I - 4a en b
II - 3
IV - 1
IV - 2
IV - 7
VI -1
VII - 3
VII - 4
VIII
- 515 -
Nummering Nummering van de tabellen van de tabellen
7. Verrichtingen in postrekening XIII - 7 8. Algemene staat der banken XIII - 8 9. Gezamenlijke betalingen door middel van direct op-
eisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening XIII - 9
3. Rentevoet van de Schatkistcertificaten en van de certificaten van het Rentenfonds
4. Rentetarief voor deposito's in Belgische franken bij de banken en bij de Algemene Spaar- en Lijf-rentekas
5. Rendement van de vast rentende waarden op de beurs te Brussel
XIX - 3
XIX - 4
XIX - 5 XIV. - Niet geldscheppende financiële instel-
lingen.
4. Voornaamste activa en passiva van het Rentenfonds 5. Algemene Spaar- en Lijfrentekas :
a) Beweging van de inlagen b) Voornaamste posten uit de balansen van de
Spaarkas c) Voornaamste posten uit de balansen van de
Lijfrentekas d) Voornaamste posten uit de balansen van de
Levensverzekeringskas 6. Particuliere spaarkassen 7. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijver-
heid 8. Gemeentekrediet van België 9. Levensverzekeringsmaatschappijen
10. Hypotheekinschrijvingen
XV. - Belangrijkste vormen van de in het bin-nenland beschikbare besparingen. XV
XVI. - Emissies en schulden van de overheids-sector.
1. Emissies in Belgische franken op lange en halflange termijn
XVI - 1
2. Voornaamste emissies op lange en halflange termijn van de overheidssector
XVI - 2
3. Staatsschuld
XVI - 3 4. Indeling van de schuld in Belgische franken op lange
en halflange termijn van de overheidssector
XVI - 4
XVII. - Effecten van de particuliere sector.
1. Evolutie van de omzet, de noteringen en het rende- ment van de beurswaarden XVII - 1
2. Rendement van de vennootschappen op aandelen - jaarcijfers XVII - 2
3. Rendement van de vennootschappen op aandelen -cumulatieve maandcijfers
XVII - 3
4. Uitgifte van vennootschappen - jaarcijfers
XVII - 4 5. Uitgif te van vennootschappen - maandelijkse cijfers XVII - 5
XVIII. - Geldmarkt.
1. Markt van het daggeld en van het geld op zeer korte termijn XVIII - 1
3. Bedrijvigheid van de verrekeningskamers XVIII - 3
XIX. - Disconto-, rente- en rendementspercen-tages.
1. Disconto- en rentetarief van de Nationale Bank van België XIX - 1
2. Daggeldrente XIX - 2
Grafieken.
I - 4. - B.N.P. berekend door ontleding van de bestedingen
II - 3. - Daggemiddelden van het aantal gecon-troleerde werklozen
IV - 1. - Resultaten der conjunctuurenquetes .
IV - 2. - Indexcijfers van de industriële pro-duktie
IV - 7. - Vergelijkende evolutie van de indus-triële produktie der E.E.G.-landen
VI - 1. - Bezoldigingen van de arbeiders. -Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur
VII - 3. - Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België
VII - 4. - Indexcijfers van de kleinhandelsprijzen in België
VIII - - Buitenlandse handel van de B.L.E.U
IX • - Betalingsbalans van de B.L.E.U.
XI - 4. - Belastingontvangsten zonder onder-scheid van begrotingsjaar
XIII - 3. - Geldhoeveelheid en quasi-monetaire liquiditeiten
XIII - 9. - Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoe-den in postrekening. - Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid
XIV - 5a - Algemene Spaar- en Lijfrentekas -Beweging van de inlagen
XVII - 1. - Indexcijfers van de aandelennoterin-gen op de contantmarkt
XIII - 9
XIV - 5a
XVII • 1
Abonnementsprijs per jaargang 4 fr
voor België. fr 250 300 voor het buitenland.
De betaling moet vooraf geschieden door overmaking op postgironummer 500 der Nationale Bank van België, of op de in haar boeken geopende rekening-courant onder de rubriek « Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting a.
De abonnenten worden verzocht op te geven welke uitgave zij wensen te ontvangen : de Nederlandse of de Franse.
Drukkerij der Nationale Bank van België. — Hoofdingenieur van de Drukkerij Ch. AUSSEMS, 16 Natisnequare, Brussel 5.