VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

48
Proefkatern J.H.M. Mol en drs. W.A. ’t Hart Leer-werkboek 2F mbo Zorg en Welzijn VakTraject Nederlands

description

VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn is gericht op het bereiken en behouden van niveau 2F. De inhoud is toegespitst op de context van de sector Zorg & Welzijn.

Transcript of VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Page 1: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Proefkat

ern

Proefkat

ern

Proefkat

ern

Proefkat

ern

VakTraject Nederlands is al jaren een zeer succesvolle reeks voor

het vak Nederlands in het middelbaar beroepsonderwijs. VakTraject

Nederlands leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn is bestemd voor tweede-

en derdejaars leerlingen die een mbo 2 of 3-opleiding volgen in de

sector Zorg en Welzijn.

Dit leer-werkboek is gericht op het bereiken en behouden van niveau 2F.

De inhoud is toegespitst op de context van de sector Zorg en Welzijn.

Voorafgaand aan dit leer-werkboek kan gewerkt worden met VakTraject

Nederlands leer-werkboek van 1F naar 2F.

In het boek is de theorie beknopt opgenomen. Aanschaf van een apart

theorieboek is dus niet nodig.

Naast de leer-werkboeken is er een website: www.vaktraject.nl. Op de

website staan onder andere aanvullende theorie, diverse formulieren en

extra opdrachten.

J.H.M. Mol en drs. W.A. ’t Hart

Leer-werkboek 2F mbo Zorg en Welzijn

VakTraject Nederlands

ISBN 9781111265991

5501 Thieme vaktraject Zorg-Welzijn proefh.indd 1 21-11-12 16:21

Page 2: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn
Page 3: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

VakTraject NederlandsLeer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

Proefkatern

J.H.M. MolDrs. W.A. ’t Hart

Page 4: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Colofon

Auteurs

J.H.M. Mol

Drs. W.A. ’t Hart

Page 5: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Woord voorafBeste collega,

U leest nu in het proefkatern van VakTraject Nederlands 2F. Uit de verschillendeafdelingen van dit leer-werkboek zijn representatieve clusters van opdrachtenbijeengebracht om u een indruk te geven van de inhoud. Er zullen leer-werkboekenverschijnen voor de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn en Economie. Dezeleer-werkboeken richten zich op niveau 2F. De opdrachten hierin zijnvoorbereidingen op het generieke examen (deel B uit de kwalificatiedossiers) en deberoepstaalvaardigheden (deel C/D uit de kwalificatiedossiers).

Met name de beroepstaalvaardigheden krijgen in deze leer-werkboeken de aandacht.Eerst wordt een basis gelegd van vaardigheden zoals zoekend lezen, intensief lezen,schematiseren, samenvatten, luisteren naar gesprekken, interviewtechniek,presenteren en schrijven. Vervolgens maken leerlingen een transfer binnen relevanteberoepssituaties uit de kwalificatiedossiers.

De leer-werkboeken 2F bevatten een uitgebreid hoofdstuk voor het domeinTaalverzorging. Hierin worden alle kennis en vaardigheden behandeld die nodig zijnvoor 2F, met ruim voldoende oefenstof. Alles wordt aangeboden met dehoogstnoodzakelijke theorie om de taken te kunnen uitvoeren. Aanvullende theoriestaat op de website VakTraject Nederlands Online.

Het leren van de leerlingen is ‘opdrachtgestuurd’. De leerlingen gaan van opdrachtnaar opdracht, zonder te hoeven duiken in de theorie. Het meeste leren ze impliciet.Veel leren ze vanzelf. Het minimum aan theorie dat nodig is, en dat verondersteldwordt als leerresultaat, staat bij wijze van naslagwerk overzichtelijk op de site.

Het leer-werkboek heeft vijf onderdelen. Eerst maken de leerlingen enkeleintroductieopdrachten. Daarna werken ze aan de vier domeinen. Dat zijn1 Mondelinge taalvaardigheid, 2 Lezen, 3 Schrijven en 4 Taalverzorging. Ze kunnenaan meer domeinen tegelijkertijd werken.Bij elk domein wordt ook gewerkt aan woordkennis. Elke leerling maakt eenwoordenlijst. Die lijst vult hij steeds aan met nieuwe woorden.

De leer-werkboeken bevatten enkele icoontjes.

Deze opdracht doen leerlingen in een groepje van twee.

Deze opdracht doen leerlingen in een groepje van drie.

Deze opdracht doen leerlingen in een groepje van vier.

Dit icoon staat bij opdrachten waarin leerlingen werken aan hun woordkennis.

3

Page 6: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Als dit icoon bij een opdracht staat, kijken leerlingen op VakTraject Nederlands Onlinevoor aanvullende informatie. Op deze website vinden ze ook extra opdrachten enformulieren.

Bij deze opdrachten kijken leerlingen terug op wat ze geleerd hebben.

Staat dit icoon bij een opdracht, dan is het de bedoeling dat de leerling deuitwerkingen in zijn schrift maakt of op de computer. Deze uitwerkingen kunnenook worden opgenomen in een portfolio.

Met dit katern hopen we u ervan te overtuigen dat de praktische aanpak, hetberoepsgerichte aanbod en de didactische keuzes van VakTraject Nederlands het bestpast bij u en uw doelgroep.

J.H.M. MolDrs. W.A. ’t Hart

4

Page 7: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

InhoudIntroductie

Domein 1 Mondelinge taalvaardigheid1 Gesprekken voeren

1.1 Telefoneren1.2 Interviewtechniek1.3 Gesprekken op het werk1.4 Gesprekken met cliënten1.5 Werkbespreking

2 Luisteren2.1 Horen, verstaan, begrijpen en onthouden2.2 Luisteren, begrijpen en voorspellen2.3 Luisterfragmenten en meerkeuzevragen2.4 Luisteren naar presentaties en gesprekken

3 Presenteren3.1 Spreekdoel3.2 Presenteren met audiovisuele hulpmiddelen

4 Domeinreflectie

Domein 2 Lezen1 Woordkennis

1.1 Het woordenboek1.2 Woorden in de zin

2 Leesstrategieën2.1 Voorspellen, voorkennis gebruiken en visualiseren2.2 Zoekend lezen2.3 Ordenen, samenvatten en schema’s maken2.4 Globaal en intensief lezen

3 Meerkeuzevragen4 Domeinreflectie

Domein 3 Schrijven1 Trefwoorden en zinnen2 Aantekeningen maken en werken met formulieren

2.1 Formulieren2.2 Plan van aanpak/persoonlijk ontwikkelingsplan2.3 Memo en telefoonmemo2.4 Invullen van formulieren2.5 Aantekeningen maken in trefwoorden

3 Schrijven en formuleren4 Advertenties beschrijven en schrijven5 Tekststructuur en alinea’s6 Handleiding/schriftelijke instructie7 E-mails en brieven8 Verslag en rapport9 Domeinreflectie

5

Page 8: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Domein 4 Taalverzorging1 Mindmap taalverzorging2 Lidwoorden: de, het en een3 Zelfstandige naamwoorden

3.1 Lidwoorden en meervoud: het kruis – de kruizen3.2 Verkleinwoorden: potlood en potloodje3.3 Hoop: wanhoop, hopen en hopelijk

4 Bijvoeglijke naamwoorden4.1 Woordgroep: de nieuwe tv4.2 Bijvoeglijk naamwoord: de kleine prins4.3 Voltooid deelwoord in een woordgroep: beantwoorde vragen4.4 Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: een gouden munt4.5 Trappen van vergelijking: klein, kleiner, kleinst

5 Werkwoorden5.1 De persoonsvorm staat op de tweede plaats in een zin5.2 De persoonsvorm: zij koopt, zij kocht, koop jij?5.3 Het voltooid deelwoord: stook, stookte, heeft gestookt5.4 Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: de geplande vakantie5.5 Werken met werkwoordsvormen

6 Voorzetsels: uit, van, onder, op, in7 De voornaamwoorden deze, die, dit en dat8 Zinnen met voegwoorden9 Hoofdzinnen en bijzinnen: Ik zeg dat ik die lekke band ga plakken10 Zinsdelen en zinsbouw: persoonsvorm, onderwerp en gezegde11 Lijdend voorwerp: ik begrijp het12 Werkwoordstijden, bedrijvende en lijdende vorm: Sean plaagt Ans en Ans wordt

door Sean geplaagd13 Ze kunnen aan hen hun boeken teruggeven14 Grammaticale ongelijkheid15 Over HOOFDLETTERS, punten en andere leestekens16 Een directe vraag: ‘Wat weet jij van de directe rede?’17 Lettertekens: het koppelteken, het trema, de apostrof en het

vervangingsteken18 Sommige leerlingen hebben flaporen. Sommigen niet19 Spelling van de meervoudsvormen: van cadeaus tot bh’s20 Tussenletters in samenstellingen (paardenstal) en afleidingen (paardje)21 Af-bre-ken helpt bij spellen22 Spreekwoorden en uitdrukkingen23 Domeinreflectie

6

Page 9: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

1.4 Gesprekken met cliënten

BaliegesprekBij een baliegesprek wil je de bezoeker helpen. Je onderzoekt waarvoor de cliëntkomt. Je stelt vragen en geeft alle informatie die de bezoeker nodig heeft.

Opdracht 37 Sportschool 11 Zoek informatie bij een sportschool over: abonnementsprijzen, lesprogramma/

weekrooster, andere zaken zoals sauna, clinics of fysiotherapie.2 Zorg voor een inschrijfformulier.3 Bedenk drie bezoeksituaties.4 Speel de drie situaties aan de balie na.

Opdracht 38 Baliegesprek observerenTijdens de gesprekken van opdracht 39 maak je aantekeningen. Gebruik hetformulier op VakTraject Nederlands Online.

Opdracht 39 Sportschool 2

Je werkt bij de sportschool van opdracht 37. Bereid je voor op het informeren vanbezoekers.Je docent wijst enkele bezoekers uit de klas aan. Ze bedenken een eigen vraagwaarmee ze aan de balie verschijnen.

Opdracht 40 Observatie presenterenJe docent vraagt enkele leerlingen hun observaties van opdracht 38 te presenteren.

IntakegesprekInstellingen voor zorg en welzijn maken voor iedere nieuwe patiënt en cliënt eendossier. De persoonsgegevens, de medische en zorggegevens en de voortgang van

Mondelinge taalvaardigheid Domein 1Dom

ein1

7

Page 10: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

zorg worden hierin bijgehouden. Eerst is er een intakegesprek. Een intakegesprekbegint vaak aan de balie met het registreren van gegevens, zoals naam, adres,woonplaats, naam van de huisarts, naam van de ziektekostenverzekeraar. Eenarts neemt een medische anamnese af. Een verpleegkundige een verpleegkundigeanamnese. Deze gesprekken zijn bedoeld om een zo compleet mogelijk beeld tekrijgen van de gezondheid en de zelfredzaamheid van de cliënt.Met de anamnese start het verpleegkundig proces of zorgproces.Bij anamnesegesprekken wordt vaak een formulier gebruikt, als hulp om depatiënt zo volledig mogelijk te kunnen bevragen.Deze gesprekken volgen een richtlijn, die vaak vastgelegd is in een formulier. Hetis een hulpmiddel om ervoor te zorgen dat er een zo nauwkeurig mogelijk beeldontstaat van de cliënt.

Of je daadwerkelijk anamnesegesprekken voert, is afhankelijk van de opleidingdie je volgt. Zit je in een niveau 2-opleiding, dan zul je deze gesprekken nietvoeren. Wel kun je te maken hebben met de informatie die het gevolg is vanzulke gesprekken.

Opdracht 41 IntakeJe werkt bij een welzijnsinstelling. Een cliënt komt voor een intakegesprek. Jedocent wijst cliënten aan. Ze krijgen een van de situatiebeschrijvingen 41A tot enmet 41D. Wie geen gesprek voert, observeert. Gebruik de benodigde formulieren opVakTraject Nederlands Online. Dit geldt ook voor de gesprekken in de opdrachten 42tot en met 45.

Opdracht 42 Intake- of anamnesegesprekBereid een intakegesprek en/of een anamnesegesprek voor. Zie de situaties bij 1 en/of 2.Welke vragen ga je stellen? Maak gebruik van de formulieren die in je bpv-instellinggebruikt worden.1 Je werkt bij een zorginstelling. Een cliënt komt voor een intakegesprek. Je

docent wijst een cliënt aan. Die krijgt situatiebeschrijving 42A.2 Je werkt in een ziekenhuis. Een cliënt komt voor een anamnesegesprek. Je

docent wijst een cliënt aan. Die krijgt situatiebeschrijving 42B.

Begeleidingsgesprekken met cliënt of familieledenTijdens de introductie maakt jouw cliënt kennis met de groep of de mensen vande afdeling. Je vertelt hem wie wat doet en hoe het een en ander georganiseerdis.

Daarna geef je begeleiding. Voor begeleidingsgesprekken bestaan meestalformulieren. De begeleiding hangt af van de omgeving, de leeftijd, de stoornis, dehandicap, het probleem.De meeste begeleidingsgesprekken zijn een soort coachgesprekken die moetenhelpen bij gedragsverandering. Begeleiding kan ook gericht zijn op bijvoorbeeldrouwverwerking of gebruik van hulpmiddelen.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

8

Page 11: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Gesprekken met familie zijn niet de gemakkelijkste. Het gaat om gesprekken metouders van kinderen die jij onder je hoede hebt. Het gaat om gesprekken metkinderen van bejaarde ouders die jij verzorgt of gesprekken met de echtgenotevan een meneer die een zware operatie heeft gehad.Bedenk dat de familie van je cliënt naast je staat, niet tegenover je! Ook voor henben je een steun.En samen willen jullie het beste voor je cliënt. Als de familie positief spreekt overde kinderopvang, de school, het tehuis of het ziekenhuis, heeft dat positieveinvloed op de leerling of de cliënt.

Of je daadwerkelijk dergelijke gesprekken voert, is afhankelijk van de opleidingdie je volgt. Wel zul je vaak te maken hebben met de informatie die het gevolg isvan zulke gesprekken.

Opdracht 43 Begeleidingsgesprek zorgBereid een begeleidingsgesprek voor. Zie de situaties bij 1, 2 en 3.Welke vragen ga je stellen? Maak gebruik van de formulieren die in je bpv-instellinggebruikt worden.1 Je werkt bij een kraamzorginstelling. Je bezoekt een cliënt voor een

begeleidingsgesprek. Je docent wijst een cliënt aan. Die krijgtsituatiebeschrijving 43A.

2 Je werkt bij een gezondheidscentrum. Een cliënt komt voor eenbegeleidingsgesprek om van het roken af te komen. Je docent wijst een cliëntaan. Die krijgt situatiebeschrijving 43B.

3 Je werkt in een apotheek. Je hebt je, samen met een collega, opgegeven voor debegeleiding van osteoporosepatiënten. Een patiënt bezoekt de apotheek vooreen begeleidingsgesprek. Je docent wijst een cliënt aan. Die krijgtsituatiebeschrijving 43C.

Opdracht 44 Begeleidingsgesprek welzijnJe werkt bij een welzijnsinstelling. Een cliënt komt voor een begeleidingsgesprek. Jedocent wijst cliënten aan. Zij krijgen een van de situatiebeschrijvingen 44A tot enmet 44D.

Opdracht 45 Familiegesprek zorgJe werkt als ziekenverzorgende in een verpleeghuis. Een familielid komt met eenvraag. Je docent wijst cliënten aan. Zij krijgen een van de situatiebeschrijvingen 45Atot en met 45E.

KlachtengesprekIn een klachtengesprek moet je omgaan met de gevoelens van de cliënt. De cliëntis boos of teleurgesteld. Om hem rustig te krijgen en om erachter te komen wat eraan de hand is, stel jij zakelijke vragen. Je dwingt de cliënt na te denken: wat,wanneer en hoe.Ga niet in discussie met de cliënt. Neem de klacht serieus.Maak notities.

Mondelinge taalvaardigheid Domein 1Dom

ein1

9

Page 12: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Opdracht 46 Klachtengesprek observerenTijdens de gesprekken van opdracht 47 en van opdrachten 49 tot en met 52 maak jeaantekeningen. Gebruik het formulier op VakTraject Nederlands Online.

Opdracht 47 Sportschool 3Je werkt bij de sportschool van opdracht 37. Bereid je voor op een klachtengesprekmet bezoekers.

Je docent wijst enkele bezoekers uit de klas aan. Ze krijgen een van desituatiebeschrijvingen 47A tot en met 47G.

Opdracht 48 Observatie presenterenJe docent vraagt enkele leerlingen hun observaties van opdracht 47 te presenteren.Hij kan dit ook vragen bij de opdrachten 49 tot en met 52.

Opdracht 49 VoetbalverenigingJe bent coach van een jongensteam bij een voetbalvereniging.Een ouder komt met een klacht.Je docent wijst een ‘ouder’ aan. Die krijgt situatiebeschrijving 49A.

Opdracht 50 ActiviteitencentrumJe werkt in een activiteitencentrum als sociaal-cultureel werker.Een bezoeker komt binnen met een kwartetspel dat hij bij jou heeft gekocht.Je docent wijst de bezoeker aan. Die krijgt situatiebeschrijving 50A.

Opdracht 51 Apotheek

Je werkt bij een apotheek.Een boze cliënt komt binnen.Je docent wijst de cliënt aan. Die krijgt situatiebeschrijving 51A.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

10

Page 13: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Opdracht 52 HuisartsenpraktijkJe werkt als assistente in een huisartsenpraktijk.Een cliënt komt met een klacht.Je docent wijst enkele cliënten aan. Zij krijgen situatiebeschrijving 52A of 52B.

EvaluatiegesprekJe voert een evaluatiegesprek om te weten of een cliënt of klant tevreden is. Jeneemt door wat de afspraken waren en wat er in werkelijkheid is gebeurd. Jespreekt open en stimuleert ook je gesprekspartner(s) dat te doen.Ga niet in discussie met de cliënt. Eventuele kritiekpunten noteer je.

Opdracht 53 Evaluatiegesprekken1 Voer een evaluatiegesprek met een medeleerling. Gebruik het formulier op

VakTraject Nederlands Online. Kies een van de volgende onderwerpen.a De inhoud van de lessen Nederlandsb De bpv-begeleidingc Het aanbod in de schoolkantined De hygiëne op schoole Het weer de afgelopen maandf De buitenschoolse activiteiteng De rekenlessen

2 Rapporteer over de inhoud van het evaluatiegesprek aan je docent of eenmedeleerling.

Opdracht 54 Test je kennis1 Hoe begin je een baliegesprek?2 ‘Om de cliënt te helpen heb jij bepaalde gegevens van hem nodig.’ Welke

gegevens bijvoorbeeld?3 ‘Toon begrip voor een klacht.’ Wat wordt daarmee bedoeld?4 Welke vragen stel je bij een klacht?

Opdracht 55 Test je woordenschatJe docent vertelt je op welke manier je je woordenschat test.

Mondelinge taalvaardigheid Domein 1Dom

ein1

11

Page 14: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn
Page 15: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

2.4 Globaal en intensief lezen

Globaal lezenBij globaal lezen kun je over de onduidelijkheden heen lezen. Je kijkt wat erongeveer in de alinea’s staat.

Een alinea vormt een eenheid: één hoofdgedachte per alinea.Soms staat de hoofdgedachte letterlijk geformuleerd. Soms moet je dehoofdgedachte samenstellen uit een paar trefwoorden, verspreid over de alinea.

Opdracht 135 Falen bestaat niet

- belemmeren tegenhouden- de overtuiging de dingen die we zeker weten- calvinistisch streng christelijk (volgens de leer van

Calvijn)- falen compleet mislukken- de steilste leercurve de grootste leersprongen- averechts tegenovergesteld- de nek uitsteken iets doen waarop je kritiek kunt

verwachten

Falen bestaat niet!

1 Dit artikel gaat over baantjes, belemmeringen, creatie, kansen, mogelijkheden,overtuigingen, school, rapporten.I De meest belemmerende overtuiging die ons beperkt in het creeren van watwe echt willen, is de angst om fouten te maken. En tegelijkertijd is dat dus de

5 grootste fout die er is. Fouten maken staat in ons calvinistische land gelijk aan

Lezen Domein 2Dom

ein2

13

Page 16: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

falen. En falen is niet goed. Ik vind fouten maken juist geweldig, want doordatje iets fout doet, vind je de manier waarop het wel moet. Of weet je waar jekwaliteiten wel liggen. Of weet je wat je nog kunt verbeteren aan je aanpak.II Kortom, falen bestaat niet. Er bestaan alleen resultaten. En als de resultaten

10 je niet bevallen, dan kun je je aanpak veranderen.

Aangeleerde angstenIII Met de angst om te falen worden we niet geboren. We worden alleengeboren met de angst voor harde geluiden en de angst om te vallen. Alle andereangsten zijn aangeleerd. Dat zie je aan opgroeiende kinderen. Die doen alles.Ogenblikkelijk. Op het moment dat het in ze opkomt, doen ze het. Wat het

15 ook is. Niet gehinderd door welke angst dan ook. En wanneer in je leven heb jede steilste leercurve? Juist, als je kind bent.IV Later krijgen we van alles aangepraat: dat iets gevaarlijk is (ook al hoeft datniet zo te zijn), dat iets eng is (is dat wel zo?), dat iets niet mag (van wie niet?),dat we iets niet kunnen (echt niet, of is er wat oefening nodig?). Die

20 beperkende gedachten nemen we mee in ons leven. En in sommige gevallen isdat heel erg goed (uitkijken bij oversteken, niet op te dun ijs lopen). Maar inveel gevallen niet.V In veel gevallen gaan deze aangeprate overtuigingen averechts werken in onsleven. Want wat gebeurt er als je als kind iets doet wat ingaat tegen de

25 belemmerende overtuiging van je ouders of leerkrachten? Die worden boos, dieraken in paniek, of die geven jou straf. Dus je leert niet wat er gebeurt als je hetwel doet. En je leert wel dat je straf krijgt. Je neemt hun angst over.VI En dus krijgen we angst om te falen. Die angst wordt nog eens versterktdoor ons gangbare schoolsysteem. Je wordt afgerekend op wat je fout doet. De

30 5 op je rapport: daar wordt over gesproken op de klassenavond, maar de 9 dieer ook op staat, blijft onderbelicht.VII In baantjes gaat het ook zo: wat je fout doet, dat is wat je te horen krijgttijdens je functioneringsgesprek. Je moet aan die en die kwaliteiten werken,want die zijn nog onder de maat. En de zaken waarin je goed bent, die kunnen

35 wel wat minder, als die mindere punten maar worden verbeterd.

Grijze middelmaatVIII Het gevolg hiervan is dat niemand zijn nek uitsteekt. Dat onzemaatschappij vervalt tot een maatschappij waarin de grijze middelmaat regeert.Waarin beperkingen zwaarder wegen dan kansen. Een maatschappij waarineen lening voor een hoop stenen wordt betiteld als ‘zekerheid’. En waarin

40 mensen bang zijn om iets fout te doen. En daardoor niet meer buiten huncomfortzone stappen en daardoor niet meer leren. Niet meer leven.IX Falen bestaat niet. Alleen resultaat bestaat. En als het resultaat je nietbevalt, dan moet je iets anders doen. En of het resultaat goed of slecht is, datbepaal je zelf. Laat de beperkingen van anderen, juist jouw uitdaging worden.

45 Walt Disney zei het al: als de grote menigte een bepaalde kant op gaat, ga dande andere kant op, want daar liggen veel meer kansen!

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

14

Page 17: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

1 Geef in één zin de inhoud van de tekst. Let op de titel en de illustratie.

Globaal lezen2 Geef in één zin aan wat de inhoud is van het tekstdeel na de eerste tussenkop.3 Geef in één zin aan wat de inhoud is van het tekstdeel na de tweede tussenkop.4 Geef een omschrijving van het woord comfortzone (VIII).

5 Wat voor tekstsoort is dit?

Intensief lezenBij intensief lezen wil je alles in een tekst begrijpen. De woordbetekenis leid je afof zoek je op. Je loopt verwijzingen en verbanden na.Bij intensief lezen kijk je naar de opbouw (structuur) van de tekst. Daarbij geefje aan welke alinea’s de inleiding en het slot vormen.Als je kijkt naar de kern van de tekst, dan geef je de alineaverbanden.

1 mening • argument = conclusie-argument2 oorzaak • gevolg = oorzaak-gevolg3 probleem/vraag • antwoord = probleem-oplossing

4 aantal mededelingen • samenvatting = samenvattend5 algemene uitspraak • voorbeeld = voorbeeldgevend6 feit/mening • tegengesteld feit/

mening= tegenstellend

7 argument 1 • argument 2 = opsommendmening 1 • mening 2 = opsommendvoorbeeld 1 • voorbeeld 2 = opsommend

Signalen en signaalwoorden geven een aanwijzing van het tekstverband: omdat,want, met als gevolg, het antwoord is …, kortom, dus, bijvoorbeeld, zoals, maar,ten eerste … ten tweede …, ten slotte.

Opdracht 136 Sportblessures

- acute plotselinge- chronische langdurige- preventieve ter voorkoming- de verstuiking de verrekking van gewrichtsbanden

zonder botbreuk- de verzwikking de verstuiking

Lezen Domein 2Dom

ein2

15

Page 18: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Sportblessures

1 Bij sportblessures wordt onderscheid gemaakt tussen acute blessures enchronische blessures.

OorzakenI Sportblessures kunnen ontstaan door onjuiste trainingsmethoden, slechtevoorbereiding of warming-up, onvoldoende conditie, slecht materiaal of

5 verkeerd schoeisel.II Acute blessures worden veroorzaakt door bijvoorbeeld een val, klap, botsingof verkeerde beweging. Vaak ontstaat dan een zwelling, kneuzing, scheuring,verstuiking of botbreuk.Een chronische blessure, ook wel overbelastingsblessure genoemd, ontstaat

10 door het voortdurend herhalen van een (vaak verkeerd uitgevoerde) bewegingwaardoor bepaalde spieren en pezen overbelast raken. Een voorbeeld hiervan isde tennisarm.III Sportblessures kunnen ook ontstaan door interne factoren, zoals leeftijd,lichaamsbouw, een afwijkend bewegingspatroon, een slechte houding of de

15 invloed van bepaalde ziekten (infecties). De meeste sportblessures, 63 procent,komen voor aan enkels, knieen, polsen of handen.

Hoe zijn sportblessures te voorkomen?IV Een groot deel van de blessures kan worden voorkomen door het gebruikvan juist schoeisel, goede kleding en veilig materiaal. Ook preventievehulpmiddelen, zoals zwachtels en bandages, kunnen hieraan een belangrijke

20 bijdrage leveren.V Ook ontstaan veel blessures wanneer iemand te snel te grote prestaties willeveren en de spieren en gewrichten dan te zwaar of verkeerd worden belast.Bouw de training daarom zorgvuldig op. Een warming-up van tien minutenzorgt voor een goede doorbloeding van de spieren en bereidt de spieren en

25 gewrichten voor op de te leveren inspanning.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

16

Page 19: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Neem pijnsignalen serieus en geef oude blessures de tijd om te herstellen.Versterk zwakke plekken met sporttape.VI Zorg voor gezonde voeding en neem voldoende rust. Na de inspanningmoet men echter niet meteen gaan rusten. In de spieren hebben zich allerlei

30 afvalstoffen opgehoopt, die pijn en een vermoeid gevoel veroorzaken. Tijdensde zogenaamde cooling-down worden deze afvalstoffen afgevoerd, waardoorspierpijn wordt voorkomen.

Wat kunt u er zelf aan doen?VII Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kan er door bijvoorbeeld ruw spel, eenverkeerde beweging of vallen toch iets misgaan. Voor iedere blessure geldt een

35 aparte behandeling. Spierpijn en kramp reageren heel goed op warmte, maarde meeste blessures zijn juist gebaat bij kou. Bij een acute blessure moet u hetgekwetste lichaamsdeel zo veel mogelijk rust gunnen. Om een zwelling tevoorkomen kan de zere plek gekoeld worden met ijskompressen of koud water.U kunt dit doen door verspreid over de dag steeds 10 tot 15 minuten te koelen

40 en dit na 60 minuten te herhalen.

HulpmiddelenVIII Er zijn veel verschillende hulp- en verbandmiddelen die kunnen helpen bijde behandeling van sportblessures. Bij sportclubs zijn deze middelen vaakaanwezig. Wanneer dat niet het geval is of wanneer u niet in clubverbandsport, is het verstandig zelf het een en ander in huis te halen. Vraag daarbij uw

45 apotheek om advies.IX De warming-up en cooling-down kunnen worden ondersteund door middelvan massage. Het gebruik van massagemiddelen hierbij voelt prettig aan, maaris niet noodzakelijk. Het is een modeverschijnsel om spierverzorgende middelente gebruiken. Ze kunnen en mogen echter niet in de plaats komen van goede

50 oefeningen en een zorgvuldige warming-up.X Voor het koelen van een blessure bestaan verschillende hulpmiddelen. Eencoldpack koelt het gewricht bij verstuiking of verzwikking en vermindert dezwelling en de pijn. Een coldpack kan slechts een keer gebruikt worden. Hetbestaat uit kristallen en een oplosmiddel, die door een vlies van elkaar zijn

55 gescheiden. Door dit vlies kapot te knijpen lossen de kristallen op en blijft hetzakje 30 minuten ijskoud. Het is erg handig en klein: een aanrader voor elkeEHBO-trommel.XI Bandages, zwachtels en tapes worden veel gebruikt ter voorkoming enbehandeling van sportblessures. In de praktijk is dit vaak niet nodig. Laat u

60 daarom adviseren door een deskundige voordat u tot het gebruik ervanovergaat.

1 Geef in één zin de inhoud van de tekst. Let op de titel en illustratie.

Globaal lezen2 Lees de eerste alinea(’s) en de tussenkopjes. Schrijf een korte aanvulling op het

antwoord bij vraag 1.

Lezen Domein 2Dom

ein2

17

Page 20: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Intensief lezen3 Geef per alinea twee trefwoorden aan die de inhoud het best samenvatten.4 Geef in drie zinnen aan wat de inhoud is van de vier tekstdelen.5 Geef de betekenis van: blessure (o.m. II), massage (IX). Welke werkwoorden kun

je ervan afleiden?6 ‘De meeste sportblessures, 63 procent, komen voor aan enkels, knieën, polsen of

handen.’ (III) Welke blessures worden in de tekst genoemd?7 Hoe behandel je een acute blessure?8 Wat is het verband tussen alinea III en II? Noteer het eventuele signaalwoord.9 Wat is het verband tussen alinea V en IV? Noteer het eventuele signaalwoord.10 Wat voor tekstsoort is dit?

Opdracht 137 Pesten

- schrijnend zorgelijk, pijnlijk- subtiele manier onopvallende manier- impact invloed

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

18

Page 21: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Ouderen worden net zo vaak gepest als kinderen1 Pestende bejaarden zijn volgens het Nationaal Ouderenfonds een schrijnend

probleem. Gisteren werd daarom het Platform Pesten gelanceerd.I Vernietigende blikken, even de neus optrekken, giechelend langs iemandlopen of opzettelijk hard over iemand roddelen. Het lijken signalen van pesten

5 die vooral op het schoolplein te vinden zijn, maar volgens het NationaalOuderenfonds wordt er net zoveel gepest in bejaardentehuizen en anderezorgcentra als op scholen. Gisteren lanceerde het fonds daarom het PestenPlatform. Dit platform biedt online zorgverleners een plek om ervaringen enkennis uit te wisselen over pestende bejaarden.

10 II ‘Overal waar mensen zijn, wordt gepest’, zegt Lieke Michiels van hetOuderenfonds. ‘Het is dus logisch dat ook oudere mensen elkaar pesten.’ Hetpesten gaat volgens Michiels vaak op een subtiele manier. ‘Het gaat vooral ombuitensluiten en opzettelijk negeren. Even snel je tasje op de stoel leggen, omdeze zogenaamd bezet te houden of opeens het kaartclubje tien minuten eerder

15 laten beginnen zodat een ander niet meer mee kan doen.’ Toch kunnen dezesubtiele treiterijen volgens Michiels grote impact hebben. ‘Ouderen zijn eenkwetsbare groep. Ze komen in een zorginstelling terecht waar ze vaak niet meerweg kunnen. Het is echt triest als zij opzettelijk worden buitengesloten en zohun oude dag moeten doorbrengen.’

20 III Gutker de Geus werkt zeventien jaar in de zorg en heeft in die jaren veelgepeste bejaarden gezien. ‘Toen ik in een revalidatiecentrum werkte, werd ereen vrouw die halfzijdig verlamd was, telkens buitengesloten door het groepjewaarmee zij oefende. Vlak voordat zij de deur uit was, werd er hard gezegd:“Nou, dat wordt ook nooit meer iets”, terwijl deze vrouw heel hard haar best

25 deed om weer te kunnen lopen. Het was extra pijnlijk, omdat dit groepje haartelkens buitensloot. Deze mevrouw heeft hier heel hard om gehuild.’ Depesterijen onder ouderen blijven niet altijd beperkt tot mentale treiterijen.‘Fysiek wordt er ook gepest’, zegt De Geus. ‘Deze vormen van pesten zijn welzeldzamer, maar bijvoorbeeld even expres met de rollator tegen iemand aan

30 rijden, gebeurt ook. Ouderen gaan zich door het pesten terugtrekken en nemenniet meer actief deel aan leuke activiteiten.’

Pesten onder ouderen – een veelvoorkomend probleemPesten onder ouderen is volgens het Ouderenfonds een veelvoorkomendprobleem. Op het gisteren gelanceerde online Pesten Platform kunnenzorgverleners die met bejaarden werken, ervaringen uitwisselen.

■ Uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen blijkt dat een op de vijfouderen weleens slachtoffer van pesterijen is. Volgens verzorgend personeelligt het percentage zelfs op 40 procent van de ouderen in woonzorgcentra.

■ Pesten onder bejaarden leidt in de meeste gevallen tot uitsluiting en daarmeevereenzaming. Ook kunnen de bloeddruk en het stressniveau stijgen, enneemt het risico op een depressie toe.

■ Vorig jaar bracht het Ouderenfonds het Pestprotocol uit. Door de vele reactieshierop sprak het fonds met woonzorgcentra die zelf initiatieven nemen omhet probleem aan te pakken. Nu het platform is gelanceerd kunnen dezeinitiatieven gedeeld worden.

Lezen Domein 2Dom

ein2

19

Page 22: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

1 Geef in één zin de inhoud van de tekst. Let op de titel en illustratie.

Globaal lezen2 Lees de tekst onder de titel. Schrijf een korte aanvulling op het antwoord bij

vraag 1.

Intensief lezen3 Geef van de drie alinea’s twee trefwoorden aan die de inhoud het best

samenvatten.4 Geef per punt van de tekst in het kader één trefwoord.5 Wat is een ‘Pestprotocol’?6 Geef de betekenis van: kwetsbare (II), revalidatie (revalidatiecentrum, III). Welke

werkwoorden kun je ervan afleiden?7 Verzamel alle voorbeelden die de tekst geeft van ‘mentale treiterijen’ en ‘fysiek

gepest’. Orden ze onder deze twee kopjes.8 Welke gevolgen kunnen de handelingen van vraag 7 hebben?9 Wat voor tekstsoort is dit?

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

20

Page 23: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

2 Aantekeningen maken en werken metformulieren

Aantekeningen makenAantekeningen maken doe je als je iets wilt onthouden. Bijvoorbeeld als je ietsleest of naar iemand luistert. Het is een lees- en luistervaardigheid: wat isbelangrijk? Maar het is ook een schrijfvaardigheid: hoe schrijf je dat handig op?Je schrijft de belangrijkste informatie in trefwoorden op.

Veel bedrijven werken met formulieren. Met een formulier structureer je deaantekeningen en de informatie die belangrijk is.

2.1 Formulieren

Opdracht 150 Formulieren in de bpvSchrijf op welke formulieren er worden gebruikt in je bpv-instelling/organisatie.

Formulieren in de bpv; naam instelling/organisatie

1 72 83 94 105 116 12

Opdracht 151 Formulieren verzamelenVerzamel bij je bpv-instelling/organisatie zo veel mogelijk formulieren die met jetoekomstige beroep te maken hebben. Zorg ervoor dat je deze formulieren hebt,voordat je opdracht 210 doet. In die opdracht maak je een verslag over hetonderwerp formulieren.

2.2 Plan van aanpak/persoonlijk ontwikkelingsplan

Opdracht 152 Plan van aanpak/persoonlijk ontwikkelingsplanMaak een plan van aanpak/persoonlijk ontwikkelingsplan voor het maken vanopdrachten Nederlands. Gebruik hiervoor het volgende formulier. Je docent geeftrichtlijnen die je in je plan van aanpak en je planning moet meenemen.

Schrijven Domein 3Dom

ein3

21

Page 24: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Doel Activiteit Resultaat Planning Wat heb je nodig

Naam en handtekening medewerker (leerling):

Naam en handtekening leidinggevende (docent):

Datum:

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

22

Page 25: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

2.3 Memo en telefoonmemo

MemoBij elke vorm van overleg worden aantekeningen gemaakt. Dit zijn memo’s.Organisaties gebruiken memo’s, zoals telefoonmemo’s. Je schrijft op een memo inhet kort de belangrijkste gegevens op. Ook boodschappenbriefjes zijn memo’s. Jemaakt aantekeningen om ze niet te vergeten. Memo’s zijn geen officiëledocumenten, maar ze zijn in de praktijk heel belangrijk.

Opdracht 153 BoodschappenlijstjeJij en een medeleerling organiseren een feestje voor vrienden. Dat gebeurt bij jouthuis. Als iedereen komt, ben je met twaalf mensen. Maak een boodschappenlijstje.

TelefoonmemoOp een telefoonmemo maak je aantekeningen van een telefoongesprek: met wieheb je gesproken, jouw naam, datum, tijd, onderwerp van gesprek en anderegegevens (fax- en telefoonnummers, adres en/of e-mailadres). Wat moet er methet memo gebeuren: voor wie is het memo? Je schrijft telefoonmemo’s voorcollega’s. Telefoonmemo’s worden vaak als e-mailbericht naar de te informerenmedewerker verstuurd.Voorbeeld: zie het telefoonmemo bij opdracht 153.■ Onder aan een memo zet je je paraaf. Een paraaf is een korte handtekening.

Iedereen weet dan dat jij de aantekeningen hebt gemaakt.■ Noteer eventuele telefoonnummers als volgt.

(070) 385 67 88: netnummer tussen haakjes; 06-33 79 62 03

Schrijven Domein 3Dom

ein3

23

Page 26: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Opdracht 154 ZiektekostenverzekeringHierna staat een telefoonmemo. Zet de gegevens op de juiste plaats.

Datum: noteer de datum van vandaag.Tijd: noteer hoe laat het is.Yannick Verheij, Schimmelpenninckstraat 66, 4481 AJ, Kloetinge, heeft een vraagover een vergoeding van tandartskosten: het gaat om het plaatsen van een kroon eneen eventuele wortelkanaalbehandeling. Je wilt hem doorverbinden naar je collegadie daarover gaat, Gülsüm Gülçiçek, maar je hoort dat zij op dit moment in eenvergadering zit. Je belooft de heer Verheij dat mevrouw Gülçiçek vanmiddag (datumnoteren) terugbelt. Telefoonnummer: (0113) 75 21 43. Als je alles hebt ingevuld, zetje je paraaf onder aan je memo.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

24

Page 27: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Opdracht 155 Huisartsenpost 1Vul het volgende telefoonmemo in. Zet de gegevens op de juiste plaats.

Je werkt als receptioniste bij Gezondheidscentrum De Jongh. In ditgezondheidscentrum werken huisartsen, fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers,een psychotherapeute, een haptotherapeute en een ergotherapeute samen. Zijworden ondersteund door praktijkassistenten, praktijkondersteuners, eenreceptioniste (jij dus), een financieel medewerkster en een secretaresse.Mevrouw Van Passel, Vossenlaan 466, 6532 BL, Nijmegen, (024) 756 19 54, heeftmorgen om 11.50 uur een afspraak met huisarts Carla Buiskool. Mevrouw Van Passelkan dan niet aanwezig zijn. Ze vraagt of het mogelijk is of de huisarts haar morgenin de namiddag, na 16.00 uur, belt. Morgen om 11.50 uur is nu een andere cliëntgepland: Nikita de Geus.

Schrijven Domein 3Dom

ein3

25

Page 28: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Opdracht 156 Huisartsenpost 2Vul het volgende telefoonmemo in. Zet de gegevens op de juiste plaats.

Je werkt als receptioniste bij Gezondheidscentrum De Jongh. Zie voor aanvullendeinformatie: opdracht 155.

Dr. Singh, dermatoloog, heeft zojuist, om 13.35 uur, gebeld. Hij wil van CarlaBuiskool, huisarts, nadere informatie hebben over een van haar cliënten: mevrouw A.Netrebko, geboren 27 september 1967. Graag vandaag na 16.30 uur terugbellen:(024) 361 09 18.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

26

Page 29: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

2.4 Invullen van formulieren

BestelformulierIn veel instellingen werk je met bestelformulieren. Vaak zijn dat papierenformulieren. Een invulvenster op een computer is eigenlijk ook een soortformulier.

Opdracht 158 Bestelling voor een informatieavondJe werkt bij een van de volgende organisaties en doet een bestelling. Kies deorganisatie die het best bij je opleiding past. De bestelling is nodig voor eeninformatieavond, volgende week donderdag.

Kindercentrum De Waterwiebels, Nieuwesluisplein 46, 3218 VP, Heenvliet,(0181) 66 18 45Verpleegtehuis Zonneburg, Groene Kruisweg 445, 3088 NB, Rotterdam, (010) 391 7446Sportclub Botlek, Veertig Morgenweg 8, 3202 LN, Spijkenisse, (0181) 71 33 30

Er worden vijftig gasten op de informatieavond verwacht. Bepaal wat en hoeveel jenodig hebt. Zorg ervoor dat je bestelling aansluit bij de doelgroep op deinformatieavond.

Je bestelt bij Catering Hoogvliet XL, Middenbaan-Zuid 145, 3191 AH, Hoogvliet. Jewilt de bestelling woensdagmiddag rond 15.30 uur ontvangen (juiste datum en tijdnoteren). Betaling op rekening.

Douwe Egberts koffie roodmerk 500 gram, DERM500; € 7,95Douwe Egberts thee Pickwick 20 stuks, DEPW20; € 2,45Pepsi-Cola 1 liter; PC1; € 1,75Pepsi-Cola light 1 liter; PCL1; € 1,75Seven-Up 1 liter; SU1; € 1,75Seven-Up light 1 liter; SUL1; € 1,75Sourcy bronwater 1 liter; SB1; € 1,75Sourcy bronwater koolzuurhoudend 1 liter; SBK1; € 1,75Appelsientje jus d’orange 1 liter; AJUS1; € 1,75Bavaria Malt krat; BMK24; € 13,75Heineken Bier krat; HBK24; € 13,75Huiswijn rood 1 liter; HWR1, € 4,99Huiswijn wit 1 liter; HWW1, € 4,99Kaas jong per kilo; KJ1000; € 7,69Roomboterkoekjes 250 gram; RBK250; € 2,99Cocktailnootjes mix 250 gram; CNM250; € 2,99Pinda’s 250 gram; P250; € 2,99

Vul het bestelformulier in. Zet de gegevens op de juiste plaats. Tel de bedragen op ennoteer het totaal op het bestelformulier.

Schrijven Domein 3Dom

ein3

27

Page 30: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

28

Page 31: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Werkoverdracht en dienstoverdrachtDe werkzaamheden van medewerkers en afdelingen worden op elkaar afgestemd.Dat gebeurt vaak schriftelijk tijdens de werkoverdracht of dienstoverdracht. Alser fouten zijn gemaakt, blijkt ook wie waarvoor verantwoordelijk is. Decommunicatie bestaat vaak niet alleen uit het formulier. Er komt meestal eenmondelinge toelichting bij. Hiervoor is een observatieformulier beschikbaar opVakTraject Nederlands Online.

Opdracht 159 Dienstoverdracht kindercentrumLiesbeth Kok werkt als pedagogisch medewerker parttime op kindercentrum DeWaterwiebels. Op maandag, woensdag en vrijdag werkt zij ’s middags (van 12.30 uurtot 18.00 uur) en op dinsdag en donderdag ’s ochtends (van 7.00 uur tot 12.30 uur).Ze werkt op de babygroep met vier kinderen tot 1 jaar.Het is donderdag en Liesbeth draagt haar dienst om 12.30 uur over aan haar collegaFátima Al-Jabara. Het ingevulde dienstoverdrachtformulier doet zij in de multomapop de groep.

Schrijf het overdrachtsformulier van Liesbeth Kok. Gebruik hiervoor de volgendegegevens.Betreft: babygroep Gele visjesDatum: vandaagPedagogisch medewerkers: zie de beschrijving, noteer ook hun werktijden.Aanwezige kinderen: Daan Bergwerff, Sem van Oudheusden, Lieke van der Stok enStijn Conijn■ Sem is beweeglijk. Volgens zijn moeder slaapt hij te weinig. Flesje om 11.00 uur:

40 cc melk over. Is om 12.00 uur in de swing in slaap gevallen. Sem wordt om15.30 uur opgehaald. Dus niet om 17.45 uur.

■ Lieke slaapt veel. Om 11.15 uur flesje gegeven. Dunne luier, één keer, om 12.15uur.

■ Daan heeft geslapen tot 11.30 uur. Flesje om 11.40 uur gegeven, na overleg metvader.

■ Stijn begint te brabbelen. Om 9.30 uur fruithap gegeten en diksap uit bekergedronken. Boterham zonder korst om 12.00 uur, daarna melk, 180 cc op. Moetom 12.45 uur naar bed, met speen en knuffel. Vindt liedjes leuk. Hoedje vanpapier moet je vanmiddag nog maar eens doen. Stijn wordt om 16.45 uur doorzijn opa en oma opgehaald.

Schrijven Domein 3Dom

ein3

29

Page 32: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Dienstoverdrachtformulier Kindercentrum

De WaterwiebelsDatum:Groep:Pedagogisch medewerker 1:Pedagogisch medewerker 2:

Aanwezig:

Naam kind:Eten/drinken:Bijzonderheden:

Naam kind:Eten/drinken:Bijzonderheden:

Naam kind:Eten/drinken:Bijzonderheden:

Naam kind:Eten/drinken:Bijzonderheden:

Naam:Paraaf:

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

30

Page 33: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

InschrijfformulierWie bijvoorbeeld van een vereniging of een sportschool lid wil worden, moet eeninschrijfformulier invullen. Je ondertekent het ingevulde formulier. Daarmee gaje akkoord met de voorwaarden van die organisatie en de eventuele kosten.

Opdracht 160 VakTraject Fitness & Health CentreJe wilt gaan sporten bij een nieuwe sportschool. Het inschrijfformulier ligt voor je.Dat vul je nu in. (Het formulier vind je op de volgende bladzijde.)

Schrijven Domein 3Dom

ein3

31

Page 34: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Inschrijfformulier VakTraject Fitness & Health Centre

Inschrijfdatum: Eerder ingeschreven? ja nee (aankruisen)

Voornaam:Achternaam:Geboortedatum:Man/vrouw (doorstrepen wat niet van toepassing is)BSN-nummer:Adres:

:staalP :edoctsoP:remmun-60 :remmunnoofeleT

E-mailadres:Eventuele bijzonderheden over gezondheid:

Abonnement (Zie actuele kosten op blad Tarieven contributie VakTraject Fitness & Health Centre) 1 x trainen Onbeperkt 2 x trainen

Betaalwijze Korting Per maand Per half jaar Scholieren/studenten Per kwartaal Per jaar

VoorwaardenBetaling van lidmaatschapsgelden kan uitsluitend via automatische incasso. Bij wanbetaling wordt een incassobureau ingeschakeld. Lidmaatschapsgelden worden tijdens de vakantieperiode doorbetaald. Doorbetaling vindt ook plaats bij langdurig ziek zijn of bij opnamen in het ziekenhuis, tenzij dit tijdig wordt gemeld. De directie is niet aansprakelijk voor ongevallen, beschadiging en/of diefstal van eigendommen tijdens/na uw verblijf.

MachtigingOndergetekende (bij minderjarigheid ouders of voogd) verklaart hierbij kennis te hebben genomen van het reglement van VakTraject Fitness & Health Centre en zich aan de voorwaarden die daarin worden genoemd, te zullen houden. Opzegging van het lidmaatschap dient schriftelijk of per e-mail te worden gemeld en wel één maand van tevoren voor de eerste van de maand.

Datum:

Handtekening aanvrager:

Indien de aanvrager jonger is dan 18 jaar, ook een van de ouders/verzorgers laten tekenen.

Handtekening ouder/verzorger:

INCASSOMACHTIGING

Ik betaal tot wederopzegging mijn contributie automatisch. Ik machtig VakTraject Fitness & Health Centre om deze contributie af te schrijven van mijn rekeningnummer.

Naam:

Bankrekeningnummer:

:mutaD :staalP :gnineketdnaH

VakTrajectFitness & Health Centre

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

32

Page 35: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

IntakeformulierEr zijn veel organisaties die werken met intakeformulieren. Dit zijn eigenlijk ookinschrijfformulieren die meestal voorafgaand aan een intakegesprek ingevuldworden.Vooral in de zorg worden deze formulieren gebruikt. Het doel van hetintakeformulier is om een beeld te krijgen van de zorgvrager. Intakeformulierenzijn een goed hulpmiddel om ook over gevoelige kwesties te spreken.De aangeboden zorg wordt zo veel mogelijk afgestemd op de behoeften van dezorgvrager.

Opdracht 161 Intakeformulier: onderdelen persoonlijke en socialevaardighedenVul voor jezelf de volgende onderdelen van een intakeformulier in. Deze onderdelenkomen uit een intakeformulier van een zorgcentrum. Bespreek na het invullen deresultaten met een medeleerling.

Persoonlijk Hoe ga je ermee om?

EmotiesHerken je je eigen emoties? Denk hierbij aan bang, boos, verdrietig en blij.

GrenzenKun je grenzen aangeven? Bijvoorbeeld als iemand iets doet wat jij niet leuk vindt? Geef je aan wanneer je iets niet kunt?

VerantwoordelijkheidGa je goed om met de eigen spullen en de spullen van anderen? Overzie je de gevolgen van je gedrag?

InitiatiefBen je initiatiefrijk of afwachtend?

AngstBen je wel eens bang? Waarvoor? Wat doe je dan? Hoe kunnen we je dan helpen?

VerdrietBen je wel eens verdrietig? Hoe laat je dat dan merken?

Zie verder op volgende bladzijde.

Schrijven Domein 3Dom

ein3

33

Page 36: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

CommunicatieSta je open voor contact? Maak je makkelijk een praatje? Kun je duidelijk maken wat je wilt?

TelefoonKun je de telefoon opnemen of zelf iemand opbellen?

VriendschappenHeb je vrienden? Hoe onderhoud je het contact met je vrienden?

Sfeer en stemmingHoe ga je om met de sfeer in je omgeving en met je eigen stemming?

AngstBen je wel eens bang? Waarvoor? Wat doe je dan? Hoe kunnen we je dan helpen?

VerdrietBen je wel eens verdrietig? Hoe laat je dat dan merken?

Sociaal Hoe ga je ermee om?

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

34

Page 37: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

6 Voorzetsels: uit, van, onder, op, in

Voorzetsels staan vaak in een woordgroep met een zelfstandig naamwoord.Voorzetsels kun je aanvullen met de woordgroep het kooitje, zoals voor hetkooitje en naar het kooitje.

Opdracht 319Maak een lijst van twintig voorzetsels. Neem die op in je woordenlijst.

Opdracht 320Maak met tien van de voorzetsels in opdracht 319 een zin.

Opdracht 321Onderstreep de woordgroepen met een voorzetsel.

BijvoorbeeldIk kocht deze prachtige broek in de uitverkoop.In de uitverkoop kocht ik deze prachtige broek.

102-jarige Belg mag naar kleuterschool1 Een 102-jarige man uit de Belgische plaats Retie heeft in de maand januari een

brief van vier kleuterscholen gekregen.2 De man kreeg een uitnodiging om binnenkort in de eerste klas aan zijn

schoolloopbaan te beginnen.3 De uitnodiging was het gevolg van een administratieve fout.4 In Retie in de Antwerpse Kempen ontvangen kinderen die in 2009 zijn geboren,

een brief van de kleuterscholen.5 Bij het zoeken naar dat jaartal zijn waarschijnlijk alleen de twee laatste cijfers

van het geboortejaar, 09, bekeken.6 Daardoor kreeg ook de in 1909 geboren 102-jarige een brief.

Opdracht 322Zet de woordgroep met het voorzetsel vooraan in de zin.

BijvoorbeeldDe verkoopmedewerker kreeg een aanstellingsbrief van de afdeling Personeelszaken.Van de afdeling Personeelszaken kreeg de verkoopmedewerker een aanstellingsbrief.

Brommer rijdt 121 kilometer per uur1 De politie zag woensdag tussen de Groningse plaatsen Niebert en Tolbert een

brommer voorbij scheuren.2 Een 18-jarige bestuurder uit Leek reed op zijn brommer omgerekend 121

kilometer per uur.3 Politieagenten konden hem pas na een achtervolging op de Holm in Tolbert

aanhouden.4 De bestuurder bleek na correctie 116 kilometer te hebben gereden.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

35

Page 38: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

5 Een bromfietser mag buiten de bebouwde kom op de rijbaan niet harder dan 45kilometer gaan.

6 Hij krijgt dus een bekeuring voor 71 kilometer te hard rijden.7 De bromfietser kan rekenen op een forse boete.8 De politie heeft de brommer en het rijbewijs van de inwoner uit Leek in beslag

genomen.

Voorzetsels staan meestal vooraan in een woordgroep. Ze kunnen ook achter eenzelfstandig naamwoord staan. De betekenis is vaak anders.

Opdracht 323Bespreek de verschillen tussen de eerste en tweede zin.1a Mijn ouders reden met een gehuurde auto Polen in.1b Mijn ouders reden met een gehuurde auto in Polen.2a Leo fietste hard de stoep op.2b Leo fietste hard op de stoep.3a De inbrekers zijn de tuin door gewandeld.3b De inbrekers zijn door de tuin gewandeld.4a Kate sprong het water in.4b Kate sprong in het water.

Opdracht 324Vul de juiste voorzetsels in.

Beginnersfout nekt winkeldief

1 Een winkeldief bleek donderdagmiddag Nijmegen toch wat minder pienter dan

hij zelf dacht.

een sportwinkel verwijderde hij alle alarmlabels de spullen die hij

zich wilde nemen. die manier wilde hij de poortjes komen. De 30-jarige

5 dief had de labels echter zijn jaszak gedaan.

Het personeel betrapte de dief het moment dat hij de winkel liep.

Surveillerende agenten sloten hem pardon de boeien. Die noemden het

een typische beginnersfout en namen de dief mee het hoofdbureau.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

36

Page 39: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Opdracht 325Vul de juiste voorzetsels in.

Kleinste vrouw ter wereld

1 Een Indiase studente is vrijdag Guinness World Records uitgeroepen de

kleinste vrouw de wereld. Jyoti Amge komt een lengte 62,8 centimeter

de meeste mensen net de knie. De Indiase kreeg de onderscheiding

haar 18de verjaardag. ‘Het is geweldig om mijn verjaardag vieren een

5 nieuw wereldrecord. Het is eigenlijk een extra verjaardagscadeau’, zei ze. De vorige

titelhoudster, de Amerikaanse Bridgette Jordan Sandoval, Illinois, was 7

centimeter langer dan Jyoti. Jyoti werd de afgelopen 24 uur drie keer een arts

gemeten. Ze lijdt de erfelijke aandoening achondroplasie, een vorm

dwerggroei, die de groei haar botten remt. In 2009 werd de studente al

10 uitgeroepen de kleinste tiener de wereld. Ze was toen 61,9 centimeter.

Hoewel ze niet groter is dan een gemiddelde tweejarige, heeft de familie Jyoti

haar altijd een zo normaal mogelijk leven proberen te laten leiden. Ze slaagde deze

maand haar middelbareschooldiploma en droomt nu een carrière als

Bollywoodactrice.

15 De Indiase is niet de kleinste vrouw de geschiedenis. Die titel behoort toe

de Nederlandse Pauline Musters, 19-jarige leeftijd 1895 een

longontsteking overleden, die slechts 61 centimeter groot was.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

37

Page 40: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Sommige woorden hebben een vaste combinatie met een voorzetsel. Vaak is debetekenis van dat voorzetsel dan anders. Als je gek bent op iemand, is dat ietsanders dan wanneer je gek wordt van iemand.

Opdracht 326Op VakTraject Nederlands Online vind je een lijst van woorden met vaste combinaties.Kijk in die lijst en zet bij 1 t/m 16 het juiste voorzetsel. Schrijf daaronder een zinwaarin je de combinatie gebruikt. Zorg ervoor dat je de betekenis van de combinatiekent.

Bijvoorbeeld: zich abonneren …… iets

Zich abonneren op ietsWij zijn geabonneerd op de Donald Duck.

1 Aandringen iets

2 Boos worden iemand

3 Zijn deelneming betuigen iets

4 Zich hechten iemand

5 Medelijden hebben iemand

6 Zich ontfermen iets

7 Onverschillig zijn iets

8 Profiteren iets

9 Slagen een examen

10 Spotten iets

11 Stoppen iets

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

38

Page 41: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

12 Trots zijn iemand of iets

13 Zich uitgeven iemand

14 Verantwoordelijk zijn iets

15 Verlangen iets

16 Zwichten iets

Opdracht 327Schrijf met de volgende werkwoorden steeds twee korte zinnen zoals in hetvoorbeeld.

BijvoorbeeldAandringen – Ik drong op uitbetaling aan – Ik heb op uitbetaling aangedrongen.

1 Achterblijven

2 Doornemen

3 Voorgaan

4 Nakomen

5 Aannemen

6 Omkijken

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

39

Page 42: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Opdracht 328Laat je zinnen van opdracht 302 controleren door een medeleerling. Bespreek daarnade resultaten.

Opdracht 329Neem interessante woorden uit de opdrachten 296 tot en met 303 op in jewoorddossier.Overhoor je kennis van de woorden die al in je dossier staan.

Opdracht 330Breid je mindmap ‘taalverzorging’ uit met trefwoorden bij ‘voorzetsel’.

7 De voornaamwoorden deze, die, dit en dat

Bij het hoort ‘dit’ en ‘dat’, en bij de hoort ‘deze’ en ‘die’: het boek dat op tafel ligt;de trein die op tijd vertrekt.

Opdracht 331Vul in: de, het, deze/die of dit/dat.

Parkeerrekening van 51.000 euro

1 eigenaar van een Franse Citroën BX, in een parkeergarage in

centrum van stad Luxemburg staat, kan beter een andere auto kopen.

auto staat al vijf jaar weg te stoffen.

parkeerkosten inmiddels betaald moeten worden, zijn opgelopen tot

5 ongeveer 51.000 euro. Wat er met eigenaar van auto is gebeurd, weten

beheerders van garage niet. Ze weten zich geen raad met

voertuig. dagtarief is 26,90 euro per dag en door bedrag is

rekening zo opgelopen. Mocht eigenaar auto echt terug willen, dan

moet hij veel meer betalen dan waarde van wagen. Omdat auto

10 correct staat geparkeerd, wil politie, door beheerders benaderd is,

hem niet wegslepen. Maar kans dat eigenaar komt opdagen, is nihil.

Doet hij toch, dan zal hij spijt hebben van feit dat hij geen

jaarabonnement heeft genomen. kost namelijk 3000 euro per jaar. Daarmee

zou rekening op ‘slechts’ 15.000 euro uitkomen.

Opdracht 332Beantwoord de vragen op VakTraject Nederlands Online.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

40

Page 43: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

Opdracht 333Vul in: de, het, deze/die of dit/dat.

Brede bierfiets verboden

1 rechter in Amsterdam heeft een zogenoemde bierfiets, vaak voor feestjes

gehuurd wordt, verboden. Volgens een vonnis woensdag gepubliceerd is,

voldoet rijdende bar niet aan regels.

rechter deed zijn uitspraak in een zaak over een ongeluk met zo’n bierfiets.

5 vond in mei vorig jaar plaats. Er raakten toen drie vrouwen gewond.

voertuig, tijdens rit een lekker vaartje had, was tegen een viaduct

gebotst.

verhuurder van voertuig, tijdens rechtszaak aanwezig was,

kreeg van rechter een boete van 1500 euro. helft van bedrag was

10 voorwaardelijk. boete kreeg verhuurder ook, omdat hij zijn klanten niet

voldoende had voorgelicht over gebruik van bierfiets.

Volgens vonnis moet rijdende bar – in verkeer opvalt door

fietsende berijders om een tap zitten – worden beschouwd als een fiets.

Maar fietsen mogen volgens Regeling Voertuigen niet breder zijn dan

15 anderhalve meter. bierfiets bij het ongeluk was betrokken, was 2,20

meter breed. uitspraak van rechter zou dus betekenen dat bierfietsen

voortaan niet zomaar weg op mogen.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

41

Page 44: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

gemeente Amsterdam overwoog eerder om voertuig te verbieden, omdat

bierfietsen, vooral populair zijn bij vrijgezellenfeestjes, in stad

20 voor overlast en onveilige verkeerssituaties zouden zorgen.

gemeente zag uiteindelijk van een algemeen verbod af. Wel wordt

bierfiets geweerd uit Wallengebied. In gebied, internationaal

bekend is onder naam Red Light District, geldt een alcoholverbod.

Opdracht 334Beantwoord de vragen op VakTraject Nederlands Online.

Opdracht 335Neem interessante woorden uit de opdrachten 306 tot en met 309 op in jewoorddossier.Overhoor je kennis van de woorden die al in je dossier staan.

Opdracht 336Breid je mindmap ‘taalverzorging’ uit met trefwoorden bij ‘voornaamwoorden’.

8 Zinnen met voegwoorden

Voegwoorden verbinden zinnen.1 Je kunt mee-eten als je op tijd bent.

Deze zin bestaat eigenlijk uit twee zinnen:2 Je kunt mee-eten

en3 Je bent op tijd.

Opdracht 337Voeg de volgende zinnen samen. Gebruik een voegwoord.

BijvoorbeeldJe oefent veel. Je komt ver.Als je veel oefent, kom je ver. Of: Je komt ver als je veel oefent.

1 Ik ben te laat. De bus had vertraging.2 Mijn zus heeft gesolliciteerd. Ze zag een interessante advertentie in de krant.3 Wilmar regelt veel zaken in het magazijn. Hij is magazijnbeheerder.4 De verkoper is tevreden. Vandaag heeft hij twee scooters verkocht.5 Mijn moeder wil het weten. Ik kom thuis eten.6 De chef is vandaag niet aanwezig. Ik bel u morgen.7 Mijn broer wil op zichzelf wonen. Hij spaart zo veel mogelijk.8 Het feest begon om 20.00 uur. ‘s Middags was alles klaargezet.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

42

Page 45: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

9 Gina begon aan haar presentatie. Het publiek werd stil.10 Aletta mailde de tekst naar haar collega. De tekst had zij helemaal

gecontroleerd.

Een voegwoord kan vooraan in de zin staan. De zinsvolgorde is afhankelijk vaneen voegwoord.Kijk naar de plaats van ‘ik ga’ en ‘ik rijd’ in de volgende zinnen.1 Ik ga naar school. Ik rijd altijd langs het ziekenhuis.2 Als ik naar school ga, rijd ik altijd langs het ziekenhuis.

Opdracht 338Noteer onder elke zin of de woordvolgorde goed of fout is.

1 De winst en de omzet zijn gestegen, omdat er zijn in het vierde kwartaal veelsmartphones verkocht.

2 De winst en de omzet zijn gestegen, want er zijn in het vierde kwartaal veelsmartphones verkocht.

3 Ik bel u terug, zodra ik nadere informatie voor u heb.

4 Ik bel u terug, zodra ik heb nadere informatie voor u.

5 Het wordt druk op oudejaarsavond, want rond twaalf uur komen al mijnvrienden bij ons thuis.

6 Het wordt druk op oudejaarsavond, omdat rond twaalf uur komen al mijnvrienden bij ons thuis.

Opdracht 339Maak telkens van de volgende zinnen één zin. Verander aan de zinnen niet meer dannoodzakelijk is.1 We gaan naar het zwemparadijs. Daar zijn hoge glijbanen.2 De ouders zijn ongerust. De operatie duurt al twee uur.3 Het werd stil. De leraar ging de namen oplezen.4 We kunnen u meteen helpen. U komt vandaag langs.5 Je komt op tijd. Je rijdt mee.6 Ik vind het vervelend. Je laat me altijd wachten.7 Ik maak me zorgen. De wereld vergaat.8 Het begon erg hard te waaien. De parasol vloog de lucht in.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

43

Page 46: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

9 Ik stond tien minuten te wachten. De bus kwam eraan.10 De bus had vertraging. Ik kwam te laat voor mijn afspraak.

Opdracht 340Neem interessante woorden uit de opdrachten 312 tot en met 314 op in jewoorddossier.Overhoor je kennis van de woorden die al in je dossier staan.

Opdracht 341Breid je mindmap ‘taalverzorging’ uit met trefwoorden bij ‘voegwoorden’.

9 Hoofdzinnen en bijzinnen: ik zeg dat ik dielekke band ga plakken

Hoofdzinnen hebben een vaste woordvolgorde.■ De persoonsvorm staat bijna altijd op de tweede plaats.■ Tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan nooit andere woorden.■ Andere werkwoordsvormen staan achteraan in de zin.

In alle andere gevallen zijn het bijzinnen.

Opdracht 342Geef van de volgende zinnen aan of het schuingedrukte deel een hoofdzin of eenbijzin is.

1 We gaan zwemmen.

2 Vandaag gaan we zwemmen.

3 Ik denk dat we gaan zwemmen.

4 Ik denk dat we vandaag gaan zwemmen.

5 Ik denk dat je je vergist als je denkt dat we gaan fietsen.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

44

Page 47: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

6 Ik denk dat je je flink vergist als je denkt dat we vandaag gaan fietsen.

7 Ik ga naar huis, want we gaan fietsen.

Opdracht 343Geef van de volgende zinnen aan of het schuingedrukte deel een hoofdzin of eenbijzin is.

Lachen maakt jonger

1 Mensen die lachen, worden gemiddeld twee jaar jonger geschat.

2 Foto’s van vrolijke mensen zijn mogelijk misleidend, omdat je niet goed kunt zienof rimpels rond de mond en ogen veroorzaakt worden door de leeftijd of door hetlachen.

3 Lachen maakt mensen ook aantrekkelijker.

4 De leeftijd werd het best geschat bij neutrale gezichten, aldus een uitgebreidonderzoek.

5 Het blijkt over het algemeen dat de leeftijd van oudere mensen slechter werdingeschat dan die van jongere mensen.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

45

Page 48: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2F mbo Zorg & Welzijn

6 Hoe ouder de deelnemers zelf waren, hoe moeilijker ze het vonden om de juisteleeftijden te schatten.

7 De deelnemers aan het onderzoek zeiden dat ze het het makkelijkst vonden om deleeftijd te schatten van leeftijdsgenoten.

Opdracht 344Neem interessante woorden uit de opdrachten 342 en 343 op in je woorddossier.Overhoor je kennis van de woorden die al in je dossier staan.

Opdracht 345Breid je mindmap ‘taalverzorging’ uit met trefwoorden bij ‘voegwoorden, hoofdzinnenen bijzinnen’.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Zorg en Welzijn

46