VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

42
Proefkatern J.H.M. Mol en drs. W.A. ’t Hart Leer-werkboek 2F mbo Techniek VakTraject Nederlands

description

VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek is gericht op het bereiken en behouden van niveau 2F. De inhoud is toegespitst op de context van de sector Techniek

Transcript of VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Page 1: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Proefkat

ern

Proefkat

ern

Proefkat

ern

Proefkat

ern

ISBN 9781111265984

VakTraject Nederlands is al jaren een zeer succesvolle reeks voor

het vak Nederlands in het middelbaar beroepsonderwijs. VakTraject

Nederlands leer-werkboek 2F Techniek is bestemd voor tweede- en

derdejaars leerlingen die een mbo 2 of 3-opleiding volgen in de sector

Techniek.

Dit leer-werkboek is gericht op het bereiken en behouden van niveau 2F.

De inhoud is toegespitst op de context van de sector Techniek.

Voorafgaand aan dit leer-werkboek kan gewerkt worden met VakTraject

Nederlands leer-werkboek van 1F naar 2F.

In het boek is de theorie beknopt opgenomen. Aanschaf van een apart

theorieboek is dus niet nodig.

Naast de leer-werkboeken is er een website: www.vaktraject.nl. Op de

website staan onder andere aanvullende theorie, diverse formulieren en

extra opdrachten.

J.H.M. Mol en drs. W.A. ’t Hart

Leer-werkboek 2F mbo Techniek

VakTraject Nederlands

5501 Thieme vaktraject Techniek proefh.indd 1 21-11-12 16:32

Page 2: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek
Page 3: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

VakTraject NederlandsLeer-werkboek 2F Techniek

Proefkatern

J.H.M. MolDrs. W.A. ’t Hart

Page 4: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Colofon

Auteurs

J.H.M. Mol

Drs. W.A. ’t Hart

Page 5: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Woord voorafBeste collega,

U leest nu in het proefkatern van VakTraject Nederlands 2F. Uit de verschillendeafdelingen van dit leer-werkboek zijn representatieve clusters van opdrachtenbijeengebracht om u een indruk te geven van de inhoud. Er zullen leer-werkboekenverschijnen voor de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn en Economie. Dezeleer-werkboeken richten zich op niveau 2F. De opdrachten hierin zijnvoorbereidingen op het generieke examen (deel B uit de kwalificatiedossiers) en deberoepstaalvaardigheden (deel C/D uit de kwalificatiedossiers).

Met name de beroepstaalvaardigheden krijgen in deze leer-werkboeken de aandacht.Eerst wordt een basis gelegd van vaardigheden zoals zoekend lezen, intensief lezen,schematiseren, samenvatten, luisteren naar gesprekken, interviewtechniek,presenteren en schrijven. Vervolgens maken leerlingen een transfer binnen relevanteberoepssituaties uit de kwalificatiedossiers.

De leer-werkboeken 2F bevatten een uitgebreid hoofdstuk voor het domeinTaalverzorging. Hierin worden alle kennis en vaardigheden behandeld die nodig zijnvoor 2F, met ruim voldoende oefenstof. Alles wordt aangeboden met dehoogstnoodzakelijke theorie om de taken te kunnen uitvoeren. Aanvullende theoriestaat op de website VakTraject Nederlands Online.

Het leren van de leerlingen is ‘opdrachtgestuurd’. De leerlingen gaan van opdrachtnaar opdracht, zonder te hoeven duiken in de theorie. Het meeste leren ze impliciet.Veel leren ze vanzelf. Het minimum aan theorie dat nodig is, en dat verondersteldwordt als leerresultaat, staat bij wijze van naslagwerk overzichtelijk op de site.

Het leer-werkboek heeft vijf onderdelen. Eerst maken de leerlingen enkeleintroductieopdrachten. Daarna werken ze aan de vier domeinen. Dat zijn1 Mondelinge taalvaardigheid, 2 Lezen, 3 Schrijven en 4 Taalverzorging. Ze kunnenaan meer domeinen tegelijkertijd werken.Bij elk domein wordt ook gewerkt aan woordkennis. Elke leerling maakt eenwoordenlijst. Die lijst vult hij steeds aan met nieuwe woorden.

De leer-werkboeken bevatten enkele icoontjes.

Deze opdracht doen leerlingen in een groepje van twee.

Deze opdracht doen leerlingen in een groepje van drie.

Deze opdracht doen leerlingen in een groepje van vier.

Dit icoon staat bij opdrachten waarin leerlingen werken aan hun woordkennis.

3

Page 6: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Als dit icoon bij een opdracht staat, kijken leerlingen op VakTraject Nederlands Onlinevoor aanvullende informatie. Op deze website vinden ze ook extra opdrachten enformulieren.

Bij deze opdrachten kijken leerlingen terug op wat ze geleerd hebben.

Staat dit icoon bij een opdracht, dan is het de bedoeling dat de leerling deuitwerkingen in zijn schrift maakt of op de computer. Deze uitwerkingen kunnenook worden opgenomen in een portfolio.

Met dit katern hopen we u ervan te overtuigen dat de praktische aanpak, hetberoepsgerichte aanbod en de didactische keuzes van VakTraject Nederlands het bestpast bij u en uw doelgroep.

J.H.M. MolDrs. W.A. ’t Hart

4

Page 7: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

InhoudIntroductie

Domein 1 Mondelinge taalvaardigheid1 Gesprekken voeren

1.1 Telefoneren1.2 Interviewtechniek1.3 Gesprekken op het werk1.4 Gesprekken met klanten1.5 Werkbespreking

2 Luisteren2.1 Horen, verstaan, begrijpen en onthouden2.2 Luisteren, begrijpen en voorspellen2.3 Luisterfragmenten en meerkeuzevragen2.4 Luisteren naar presentaties en gesprekken

3 Presenteren3.1 Spreekdoel3.2 Presenteren met audiovisuele hulpmiddelen

4 Domeinreflectie

Domein 2 Lezen1 Woordkennis

1.1 Het woordenboek1.2 Woorden in de zin

2 Leesstrategieën2.1 Voorspellen, voorkennis gebruiken en visualiseren2.2 Zoekend lezen2.3 Ordenen, samenvatten en schema’s maken2.4 Globaal en intensief lezen

3 Meerkeuzevragen4 Domeinreflectie

Domein 3 Schrijven1 Trefwoorden en zinnen2 Aantekeningen maken en werken met formulieren

2.1 Formulieren2.2 Werkplanning2.3 Memo en telefoonmemo2.4 Invullen van formulieren2.5 Aantekeningen maken in trefwoorden

3 Schrijven en formuleren4 Advertenties beschrijven en schrijven5 Tekststructuur en alinea’s6 Handleiding/schriftelijke instructie7 E-mails en brieven8 Verslag en rapport9 Domeinreflectie

5

Page 8: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Domein 4 Taalverzorging1 Mindmap taalverzorging2 Lidwoorden: de, het en een3 Zelfstandige naamwoorden

3.1 Lidwoorden en meervoud: het kruis – de kruizen3.2 Verkleinwoorden: potlood en potloodje3.3 Hoop: wanhoop, hopen en hopelijk

4 Bijvoeglijke naamwoorden4.1 Woordgroep: de nieuwe tv4.2 Bijvoeglijk naamwoord: de kleine prins4.3 Voltooid deelwoord in een woordgroep: beantwoorde vragen4.4 Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: een gouden munt4.5 Trappen van vergelijking: klein, kleiner, kleinst

5 Werkwoorden5.1 De persoonsvorm staat op de tweede plaats in een zin5.2 De persoonsvorm: zij koopt, zij kocht, koop jij?5.3 Het voltooid deelwoord: stook, stookte, heeft gestookt5.4 Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: de geplande vakantie5.5 Werken met werkwoordsvormen

6 Voorzetsels: uit, van, onder, op, in7 De voornaamwoorden deze, die, dit en dat8 Zinnen met voegwoorden9 Hoofdzinnen en bijzinnen: Ik zeg dat ik die lekke band ga plakken10 Zinsdelen en zinsbouw: persoonsvorm, onderwerp en gezegde11 Lijdend voorwerp: ik begrijp het12 Werkwoordstijden, bedrijvende en lijdende vorm: Sean plaagt Ans en Ans wordt

door Sean geplaagd13 Ze kunnen aan hen hun boeken teruggeven14 Grammaticale ongelijkheid15 Over HOOFDLETTERS, punten en andere leestekens16 Een directe vraag: ‘Wat weet jij van de directe rede?’17 Lettertekens: het koppelteken, het trema, de apostrof en het

vervangingsteken18 Sommige leerlingen hebben flaporen. Sommigen niet19 Spelling van de meervoudsvormen: van cadeaus tot bh’s20 Tussenletters in samenstellingen (paardenstal) en afleidingen (paardje)21 Af-bre-ken helpt bij spellen22 Spreekwoorden en uitdrukkingen23 Domeinreflectie

6

Page 9: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

1.4 Gesprekken met klanten

BaliegesprekBij een baliegesprek wil je de bezoeker helpen. Je onderzoekt waarvoor de klantkomt. Je stelt vragen en geeft alle informatie die de bezoeker nodig heeft.

Opdracht 37 Autobedrijf 1

1 Zoek bij een bedrijf dat tweedehandsauto’s verkoopt, informatie oververkoopprijzen, keuringen, betalingswijzen, garantie en milieueisen.

2 Bedenk drie bezoeksituaties.3 Speel de drie situaties aan de balie na.

Opdracht 38 Baliegesprek observerenTijdens de gesprekken van opdracht 39 maak je aantekeningen. Gebruik hetformulier op VakTraject Nederlands Online.

Opdracht 39 Autobedrijf 2Je werkt bij het autobedrijf van opdracht 37. Bereid je voor op het bezoek van enkeleklanten.

Je docent wijst enkele klanten uit de klas aan. Ze bedenken een eigen vraagwaarmee ze aan de balie verschijnen.

Opdracht 40 Observatie presenterenJe docent vraagt enkele leerlingen om hun observaties bij opdracht 38 tepresenteren.

Mondelinge taalvaardigheid Domein 1Dom

ein1

7

Page 10: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

KlachtengesprekIn een klachtengesprek moet je omgaan met de gevoelens van de klant. De klantis boos of teleurgesteld. Daarom stel jij zakelijke vragen. Je dwingt de klant na tedenken: wat, wanneer en hoe.Ga niet in discussie met de klant. Neem de klacht serieus.Maak notities.

Opdracht 41 Klachtengesprek observerenTijdens de gesprekken van opdracht 47 en van opdrachten 49 tot en met 52 maak jeaantekeningen. Gebruik het formulier op VakTraject Nederlands Online.

Opdracht 42 WoodmateJe werkt in een winkel voor professioneel tuingereedschap.

Een klant komt met een kapotte kettingzaag van het merk Woodmate die hij viermaanden geleden voor € 60 bij jouw bedrijf heeft gekocht. De klant is boos.

Je docent wijst een klant uit de klas aan. Die krijgt situatiebeschrijving 42A.

Opdracht 43 Observatie presenterenJe docent vraagt enkele leerlingen hun observaties van opdracht 42 te presenteren.Hij kan dit ook vragen bij de opdrachten 44 tot en met 49.

Opdracht 44 Radiografisch bestuurbare truck

Je werkt in een elektronicawinkel die radiografisch bestuurbare auto’s verkoopt. Eenboze klant komt binnen.

Je docent wijst een klant aan. Die krijgt situatiebeschrijving 44A.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

8

Page 11: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 45 RoetsjJe werkt bij een fietsenzaak. Je verkoopt fietsen van bekende en onbekende merken.Nieuw gekochte fietsen kunnen worden afgeleverd in de doos, maar ook geheelrijklaar. Dat laatste kost twintig euro extra. Handige mensen maken hun fiets lieverzelf rijklaar en betalen dus geen twintig euro extra.Bij het rijklaar maken hoort ook een gratis servicebeurt: je controleert na eenmaandje fietsen even alle moertjes, boutjes, spanners en kabels. Zodat er geenongelukken kunnen gebeuren.Een boze klant komt binnen met een beschadigde nieuwe fiets.

Je docent wijst de klant aan. Die krijgt situatiebeschrijving 45A.

Opdracht 46 Huishoudelijke apparatenJe werkt in een winkel voor huishoudelijke apparaten. Een klant komt met eenklacht.

Je docent wijst de klant aan. Die krijgt situatiebeschrijving 46A.

Opdracht 47 Aan de slag

Je werkt in een doe-het-zelfwinkel. Een klant komt binnen met een ladder die hij bijjou heeft gekocht.Je docent wijst de klant aan. Die krijgt situatiebeschrijving 47A.

Opdracht 48 GrasmaaiersJe werkt bij Tomas, een winkel voor tuingereedschappen van het zwaardere soort.Als er een klacht is, haal je soms de bedrijfsleider erbij. Je noteert altijd eerst degegevens.

Je docent wijst de klanten aan. Die krijgen een van de situatiebeschrijvingen 48A toten met 48C. Je docent wijst ook een bedrijfsleider aan, aan wie je de klachteventueel voorlegt.

Mondelinge taalvaardigheid Domein 1Dom

ein1

9

Page 12: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 49 BouwmarktJe werkt bij de klantenservice in een bouwmarkt. Standaardklachten mag je zelfbehandelen. Maar bij moeilijke gevallen of als de klant erom vraagt, roep je debedrijfsleider erbij. Als verkoper noteer je altijd eerst de gegevens.

Je docent wijst de klanten aan. Die krijgen een van de situatiebeschrijvingen 49A toten met 49D. Je docent wijst ook een bedrijfsleider aan, aan wie je de klachteventueel voorlegt.

VerkoopgesprekVerkooptechniek wordt soms gezien als een soort judogreep die een verkopertoepast op een klant. Maar een goede verkoper gaat klantgericht te werk. Deklant koopt alleen als de verkoper heeft wat hij zoekt.

Voor het gesprekNog voordat je de klant begroet hebt, bepaal je hoe je met hem zult omgaan.Observeer het non-verbale gedrag.Wat verwacht de klant van het product, de prijs en de presentatie?

BegroetingGroet de klant bij het eerste oogcontact: verbaal en non-verbaal. Spreek de klantop een persoonlijke manier aan als hij geholpen wil worden.

KoopwensonderzoekJe noemt alleen de verkoopargumenten die aansluiten bij de koopargumentenvan de klant. Daarom stel je eerst vragen: dat heet het koopwensonderzoek. Elkeklant heeft andere koopargumenten.

Tonen en demonstrerenMet het tonen en demonstreren help je de klant zijn keus te bepalen. Je laat deklant het product zien, voelen en ervaren.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

10

Page 13: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Tegenwerpingen en onderhandelingenReken erop dat je tegenwerpingen krijgt. Tegenwerpingen zijn signalen vanbelangstelling!Reageer met een vraag en ga verder met het verkoopgesprek.

BijverkoopBij bijverkoop bied je iets aan wat het hoofdartikel compleet maakt (batterijen ineen zaklamp) of aanvult (boortjes bij de boormachine).

AfsluittechniekenSoms vindt de klant het moeilijk om een koopbeslissing te nemen. Je kunt hemhelpen. Bijvoorbeeld met opmerkingen als: ‘Zal ik het voor u inpakken?’, ‘Wilt uhem meenemen of bezorgd krijgen?’ en ‘Nu is het tijdelijk in de aanbieding’.

SellogramAls verkoper kun je de eigenschappen van een product en de redenen van deklant om te kopen in een schema zetten. Zo’n schema noem je een sellogram.Verticaal staan de verkoopargumenten en horizontaal de mogelijkekoopargumenten van de klant. De verkoopargumenten die sterk zijn enaansluiten bij een koopargument, kruis je aan.

Opdracht 50 Klant observerenWelke informatie over de klant krijg je als je zijn gezicht observeert? Kies uit devolgende mogelijkheden.

1 Leeftijd

2 Smaak

3 Hobby’s

4 Leefstijl

5 Karakter

6 Beroep

7 Stemming

8 Inkomen

9 Type klant

10 Hij heeft veel of weinig tijd.

Opdracht 51 Uiterlijk observerenWelke informatie over de klant krijg je als je zijn uiterlijke verzorging, kleding enschoeisel observeert? Gebruik de mogelijkheden 1 tot en met 10 van opdracht 50.

Mondelinge taalvaardigheid Domein 1Dom

ein1

11

Page 14: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 52 Gebaren observerenWelke informatie over de klant krijg je als je zijn gebaren, houding en bewegingenobserveert? Gebruik de mogelijkheden 1 tot en met 10 van opdracht 50.

Opdracht 53 Accessoires observerenWelke informatie over een klant krijg je als je let op voorwerpen, zoals een tas,koffertje, horloge, mobieltje, paraplu, bril en sieraden? Gebruik de mogelijkheden 1tot en met 10 van opdracht 50.

Opdracht 54 Taalgebruik beluisterenWelke informatie over een klant krijg je als je naar zijn taalgebruik en stem luistert?Gebruik de mogelijkheden 1 tot en met 10 van opdracht 50.

Opdracht 55 Non-verbaal gedragWelk non-verbaal gedrag van de klant geeft aan dat hij geholpen wil worden?

Opdracht 56 OpeningszinSchrijf vijf zinnen op waarmee je een klant op persoonlijke wijze kunt begroeten.

Opdracht 57 VerkoopargumentenVerzamel informatie over twee uiteenlopende typen van een bepaald product. Jemoet denken aan verschillende merken, kwaliteiten en prijzen (verkoopargumenten).Kies een gereedschap of elektrisch apparaat dat in jouw branche gebruikt wordt.Bedenk vragen die je kunt stellen aan een klant om hem het juiste product teadviseren en de juiste argumenten te geven.

Opdracht 58 SellogramVerwerk je informatie in twee sellogrammen.Zet de producteigenschappen verticaal en de klantwensen horizontaal. Kijk naar hetvoorbeeld van een zonnecrème hieronder.

KoopargumentVerkoop-argument

Veilig Gemak-kelijk

Mooi Duur-zaam

Exclu-sief

Voor-delig

Getest ophuideffect

X

Milieubewust XIn spuitflacon X X XDoorzichtigreservoir

X X

Dubbelverpak-king metaftersun

X X

Bekend Fransmerk

X X

Zomer-aanbieding

X

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

12

Page 15: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 59 Verkoopgesprek voerenJe voert een verkoopgesprek met een medeleerling. In de voorbereiding verzamel jeinformatie over producten (zie opdrachten 57 en 58). Zorg ervoor dat het gesprekalle fases doorloopt.

Opdracht 60 Verkoopgesprek observerenTijdens de gesprekken van opdracht 59 maak je aantekeningen. Gebruik hetformulier op VakTraject Nederlands Online.

Opdracht 61 Observatie presenterenJe docent vraagt enkele leerlingen hun observaties van opdracht 59 te presenteren.

EvaluatiegesprekIn een evaluatiegesprek wil je weten of een afnemer tevreden is. Je neemt doorwat de afspraken waren en wat er in werkelijkheid is gebeurd. Je spreekt open enstimuleert ook je gesprekspartner(s) dat te doen.Ga niet in discussie met de klant. Eventuele kritiekpunten noteer je.

Opdracht 62 Evaluatiegesprek school1 Voer een evaluatiegesprek met een medeleerling. Gebruik het formulier op

VakTraject Nederlands Online. Kies een van de volgende onderwerpen.a De inhoud van de lessen Nederlandsb De bpv-begeleidingc Het aanbod in de schoolkantined De hygiëne op schoole Het weer de afgelopen maandf De buitenschoolse activiteiteng De lessen rekenen

2 Rapporteer over de inhoud van het evaluatiegesprek aan je docent of eenmedeleerling.

Opdracht 63 Evaluatiegesprek werk1 Voer een evaluatiegesprek met een medeleerling. Kies een van de volgende

situaties.a Je levert een klus af en loopt met de klant alles nog eens na.b Je levert een product af en controleert samen met de klant of het product

naar wens is.c Na een bepaalde periode bezoek je de klant en controleer je of deze nog

tevreden is over de levering van het werk of het product.2 Ontwerp een controlelijst voor het evaluatiegesprek en gebruik die.

Opdracht 64 Test je kennis1 Hoe begin je een baliegesprek?2 ‘Om de klant te helpen heb jij bepaalde gegevens van hem nodig.’ Welke

gegevens bijvoorbeeld?3 ‘Toon begrip voor een klacht.’ Wat wordt daarmee bedoeld?4 Beschrijf het verloop van een verkoopgesprek.

Mondelinge taalvaardigheid Domein 1Dom

ein1

13

Page 16: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 65 Test je woordenschatJe docent vertelt je op welke manier je je woordenschat test.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

14

Page 17: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

2.4 Globaal en intensief lezen

Globaal lezenBij globaal lezen kun je over de onduidelijkheden heen lezen. Je kijkt wat erongeveer in de alinea’s staat.

Een alinea vormt een eenheid: één hoofdgedachte per alinea.Soms staat de hoofdgedachte letterlijk geformuleerd. Soms moet je dehoofdgedachte samenstellen uit een paar trefwoorden, verspreid over de alinea.

Opdracht 145 Falen bestaat niet

- belemmeren tegenhouden- de overtuiging de dingen die we zeker weten- calvinistisch streng christelijk (volgens de leer van

Calvijn)- falen compleet mislukken- de steilste leercurve de grootste leersprongen- averechts precies tegengesteld- de nek uitsteken iets doen waarop je kritiek kunt

verwachten

Falen bestaat niet!

1 Dit artikel gaat over baantjes, belemmeringen, creatie, kansen, mogelijkheden,overtuigingen, school, rapporten.I De meest belemmerende overtuiging die ons beperkt in het creeren van watwe echt willen, is de angst om fouten te maken. En tegelijkertijd is dat dus de

5 grootste fout die er is. Fouten maken staat in ons calvinistische land gelijk aan

Lezen Domein 2Dom

ein2

15

Page 18: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

falen. En falen is niet goed. Ik vind fouten maken juist geweldig, want doordatje iets fout doet, vind je de manier waarop het wel moet. Of weet je waar jekwaliteiten wel liggen. Of weet je wat je nog kunt verbeteren aan je aanpak.II Kortom, falen bestaat niet. Er bestaan alleen resultaten. En als de resultaten

10 je niet bevallen, dan kun je je aanpak veranderen.

Aangeleerde angstenIII Met de angst om te falen worden we niet geboren. We worden alleengeboren met de angst voor harde geluiden en de angst om te vallen. Alle andereangsten zijn aangeleerd. Dat zie je aan opgroeiende kinderen. Die doen alles.Ogenblikkelijk. Op het moment dat het in ze opkomt, doen ze het. Wat het

15 ook is. Niet gehinderd door welke angst dan ook. En wanneer in je leven heb jede steilste leercurve? Juist, als je kind bent.IV Later krijgen we van alles aangepraat: dat iets gevaarlijk is (ook al hoeft datniet zo te zijn), dat iets eng is (is dat wel zo?), dat iets niet mag (van wie niet?),dat we iets niet kunnen (echt niet, of is er wat oefening nodig?). Die

20 beperkende gedachten nemen we mee in ons leven. En in sommige gevallen isdat heel erg goed (uitkijken bij oversteken, niet op te dun ijs lopen). Maar inveel gevallen niet.V In veel gevallen gaan deze aangeprate overtuigingen averechts werken in onsleven. Want wat gebeurt er als je als kind iets doet wat ingaat tegen de

25 belemmerende overtuiging van je ouders of leerkrachten? Die worden boos, dieraken in paniek, of die geven jou straf. Dus je leert niet wat er gebeurt als je hetwel doet. En je leert wel dat je straf krijgt. Je neemt hun angst over.VI En dus krijgen we angst om te falen. Die angst wordt nog eens versterktdoor ons gangbare schoolsysteem. Je wordt afgerekend op wat je fout doet. De

30 5 op je rapport: daar wordt over gesproken op de klassenavond, maar de 9 dieer ook op staat, blijft onderbelicht.VII In baantjes gaat het ook zo: wat je fout doet, dat is wat je te horen krijgttijdens je functioneringsgesprek. Je moet aan die en die kwaliteiten werken,want die zijn nog onder de maat. En de zaken waarin je goed bent, die kunnen

35 wel wat minder, als die zwakke punten maar worden verbeterd.

Grijze middelmaatVIII Het gevolg hiervan is dat niemand zijn nek uitsteekt. Dat onzemaatschappij vervalt tot een maatschappij waarin de grijze middelmaat regeert.Waarin beperkingen zwaarder wegen dan kansen. Een maatschappij waarineen lening voor een hoop stenen wordt betiteld als ‘zekerheid’. En waarin

40 mensen bang zijn om iets fout te doen. En daardoor niet meer buiten huncomfortzone stappen en daardoor niet meer leren. Niet meer leven.IX Falen bestaat niet. Alleen resultaat bestaat. En als het resultaat je nietbevalt, dan moet je iets anders doen. En of het resultaat goed of slecht is, datbepaal je zelf. Laat de beperkingen van anderen, juist jouw uitdaging worden.

45 Walt Disney zei het al: als de grote menigte een bepaalde kant op gaat, ga dande andere kant op, want daar liggen veel meer kansen!

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

16

Page 19: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

1 Geef in één zin de inhoud van de tekst. Let op de titel en de illustratie.2 Geef in één zin aan wat de inhoud is van het tekstdeel na de eerste tussenkop.3 Geef in één zin aan wat de inhoud is van het tekstdeel na de tweede tussenkop.4 Geef een omschrijving van het woord comfortzone (VIII).5 Wat voor tekstsoort is dit?

Intensief lezenBij intensief lezen wil je alles in een tekst begrijpen. De woordbetekenis leid je afof zoek je op. Je loopt verwijzingen en verbanden na.Bij intensief lezen kijk je naar de opbouw (structuur) van de tekst. Daarbij geefje aan welke alinea’s de inleiding en het slot vormen.Als je kijkt naar de kern van de tekst, dan geef je de alineaverbanden.

1 mening • argument = conclusie-argument2 oorzaak • gevolg = oorzaak-gevolg3 probleem/vraag • antwoord = probleem-oplossing

4 aantal mededelingen • samenvatting = samenvattend5 algemene uitspraak • voorbeeld = voorbeeldgevend6 feit/mening • tegengesteld feit/

mening= tegenstellend

7 argument 1 • argument 2 = opsommendmening 1 • mening 2 = opsommendvoorbeeld 1 • voorbeeld 2 = opsommend

Signalen en signaalwoorden geven een aanwijzing van het tekstverband: omdat,want, met als gevolg, het antwoord is …, kortom, dus, bijvoorbeeld, zoals, maar,ten eerste … ten tweede …, ten slotte.

Opdracht 146 Computerscherm is kwijlproof

- huidige van deze tijd- lanceren op de markt brengen- de hendel het handvat- door de strot duwen opdringen- educatief om van te leren

Lezen Domein 2Dom

ein2

17

Page 20: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Het scherm is kwijlproof

1 Erg educatief: kleine kinderen die spelen met apps en tablets. Maar alleen als deouders meedoen.I Typ op YouTube ‘baby’ en ‘tablet’ in en er komen honderden filmpjestevoorschijn. Baby’s en peuters vingersurfen geroutineerd langs interactieve

5 kleurplaten, muziekinstrumenten en katten die spinnen als je ze aait. Ze tikkenook op tijdschrift en tv-scherm, maar die apps reageren niet.II Negentig procent van alle ouders laat hun jonge kinderen met digitale mediaspelen. Dat zeggen de makers van het rapport App Noot Muis, dat isuitgevoerd in opdracht van Mijn Kind Online, tv-zender Z@ppelin, omroep

10 NTR en onderzoeker Stefanie Jansen. Voor het onderzoek werd een steekproefgedaan onder 575 ouders met jonge kinderen en werden 35 kinderengeobserveerd. Peuters en kleuters, zo bleek, weten vooral de weg te vinden optouchscreens: ze vinden het leuker en begrijpelijker.III En binnen twee jaar hebben alle gezinnen met jonge kinderen een tablet,

15 voorspelt Justine Pardoen, hoofdredacteur van de websites Mijn Kind Onlineen Mediaopvoeding.nl. Voor de huidige generatie peuters wordt ‘tikken’ en‘vegen’ een tweede natuur. Daar valt geld aan te verdienen. In de appstoresverschijnen dagelijks nieuwe applicaties voor kinderen. Grofweg kanonderscheid worden gemaakt tussen apps die vooral handig zijn voor ouders

20 (rammelaars, slaapgeluiden, maar ook apps die het kolven bijhouden) en appsdie bedoeld zijn om kinderen te vermaken, zoals interactieve prentenboekjes,animaties en natuurlijk spelletjes.IV Andere fabrikanten pakken het groter aan, en lanceren speciale tablets voorkinderen. Zo heeft producent Archos een Child Pad, geschikt voor kinderen

25 van 5 tot 10 jaar. Bij de Child Pad is de software vooral afgestemd opkinderen. Het apparaat is voorzien van 28 vooraf geınstalleerde kinder-apps enveilig internetsurfen. De VINCI Tab, geschikt voor kinderen van 0 tot 4 jaar,heeft ook een kindvriendelijke buitenkant. De VINCI heeft zachte kunststof

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

18

Page 21: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

hendels, waar op gekauwd kan worden. Het scherm is extra dik en kwijlproof,30 volgens de makers.

V Een korte rondgang in de appstores leert dat bijna elke applicatie zichprofileert als leerzaam en nuttig, vaak onderbouwd door niet gespecificeerdwetenschappelijk onderzoek. Tablet VINCI prijst zichzelf bijvoorbeeld aan alsde manier om uw kind muzikaal, organisatorisch en analytisch te laten

35 excelleren: ‘Give them VINCI, and inspire the Genius in your baby.’VI Maar Pardoen stoort zich aan dit soort claims. ‘Applicaties voor baby’s enpeuters zijn niet educatief of goed voor de ontwikkeling’, zegt Pardoen.‘Zeggen dat dat wel zo is, is een misdadige manier om ze bij de ouders door destrot te duwen.’ Volgens Pardoen leren baby’s of peuters die met een tablet vol

40 ‘educatieve apps’ in een hoekje worden gezet, helemaal niks. ‘Het is net alsvoorlezen. Het gaat erom dat kinderen iets samen met hun ouders doen. Daarleren ze iets van.’VII Zolang ouders samen met hun kinderen spelen en de educatievemeerwaarde van applicaties met een korreltje zout nemen, valt er volgens

45 Pardoen genoeg te ontdekken. ‘Als kinderen met geluidjes en kleurtjes spelendie bestemd zijn voor hun ontwikkelingsniveau, kunnen applicaties heelstimulerend werken.’VIII Peter Nikken, bijzonder hoogleraar Mediaopvoeding aan de ErasmusUniversiteit Rotterdam, beaamt dat: ‘Zolang kinderen vooral in 3D spelen, zijn

50 apps een leuke aanvulling op de rest van het speelgoed.’

1 Geef in één zin de inhoud van de tekst. Let op de titel en illustratie.

Globaal lezen2 Lees de eerste alinea(’s). Schrijf een korte aanvulling op het antwoord bij vraag 1.

Intensief lezen3 Geef per alinea twee trefwoorden aan die de inhoud het best samenvatten.4 Geef de inhoud van alinea VI, VII en VIII weer. In de volgorde: VIII, VII en VI.5 Geef de betekenis van: zich profileren (V) en excelleren (V). Geef van het eerste

woord een zelfstandig naamwoord en van het tweede een bijvoeglijk naamwoord.6 Wat betekent door de strot duwen (VI) letterlijk? Wat is de figuurlijke betekenis?7 Wat is het verband tussen alinea III en II? Noteer het eventuele signaalwoord.8 Wat is het verband tussen alinea IV en III? Noteer het eventuele signaalwoord.9 Wat is het verband tussen alinea VI en V? Noteer het eventuele signaalwoord.10 Wat voor tekstsoort is dit?

Opdracht 149 Arbowet

- het welzijn goede lichamelijke en geestelijkegezondheid

- de arbeidsomstandigheden de omgeving waarin je werkt- ongeacht onafhankelijk van- het beleid een aantal maatregelen- naleven handelen volgens (bijv. een wet)

Lezen Domein 2Dom

ein2

19

Page 22: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Arbowet1 I De Arbowet moet de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers

beschermen en bevorderen. De wet geeft werkgevers duidelijkheid over watgoede arbeidsomstandigheden zijn.

5 II De Arbeidsomstandighedenwet, afgekort tot Arbowet, moet ervoor zorgendat de arbeidsomstandigheden bij alle werkgevers in Nederland, ongeacht hetaantal werknemers, gelijkwaardig en veilig zijn. Dit om te voorkomen datwerknemers ziek worden door hun werk of door de manier waarop ze hunwerk moeten uitvoeren. De wet verplicht werkgevers om een arbobeleid te

10 hebben.

De wetIII De eerste Arbowet werd tussen 1983 en 1990 gefaseerd ingevoerd en vervingde Veiligheidswet uit 1934. Sindsdien is de wet een aantal keren gewijzigd. Zowerd in 2007 de verantwoordelijkheid van de werkgever vergroot.

15 IV De arbowetgeving bestaat vooral uit zogenoemde doelvoorschriften voorgoede arbeidsomstandigheden. Hoe de werkgever deze doelen bereikt, mag hijvoor een groot deel zelf bepalen. De inrichting van arbeidsplaatsen moetbijvoorbeeld ‘zo veel mogelijk worden aangepast aan de persoonlijkeeigenschappen van werknemers’.

20V In de wet staat ook een aantal regels waar werkgevers aan moeten voldoen.Voor de blootstelling aan lawaai zijn er bijvoorbeeld geluidsnormen. Allearboregels zijn te vinden op www.arboportaal.nl.

25 VI De Arbeidsinspectie (een overheidsorgaan) controleert of werkgevers deArbowet naleven en is bevoegd om boetes uit te delen.

Samenwerking tussen werkgever en werknemerVII In de Arbowet staat nadrukkelijk dat de werkgever bij de uitvoering vanhet arbeidsomstandighedenbeleid moet samenwerken met zijn personeel. Bijeen bedrijf met minder dan tien werknemers overlegt de werkgever rechtstreeks

30 met hen. Heeft hij meer personeel in dienst, dan vindt overleg plaats met depersoneelsvertegenwoordiging of de ondernemingsraad.

VIII Hoe werkgevers en werknemers de doelen bereiken, kan ook per sectorgeregeld worden. Vakbonden en werkgeversorganisaties kunnen een

35 zogenoemde arbocatalogus samenstellen waarin staat op welke manier en metwelke middelen bedrijven de doelvoorschriften kunnen halen.

Beantwoord de volgende vragen.1 Geef in één zin de inhoud van de tekst.

Globaal lezen2 Lees de eerste alinea. Beschrijf in je eigen woorden wat de Arbowet is.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

20

Page 23: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Intensief lezen3 De Arbowet werd ‘gefaseerd’ ingevoerd (III). Beschrijf hoe dat gegaan kan zijn.4 Waarom zou de Arbowet ‘gefaseerd’ ingevoerd (III) zijn? Gebruik voor je

antwoord alinea IV en V.5 Geef het verband tussen alinea V en IV en eventueel het signaalwoord.6 Beschrijf in eigen woorden wat de arbeidsinspectie doet (VI).7 Wat doet een ondernemingsraad (VII)?8 Wat voor tekstsoort is dit?

Opdracht 150 Tekst voor globaal en intensief lezen onlineMaak de tekst met vragen op Vak Traject Nederlands Online.

Lezen Domein 2Dom

ein2

21

Page 24: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek
Page 25: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

2 Aantekeningen maken en werken metformulieren

Aantekeningen makenAantekeningen maken doe je als je iets wilt onthouden. Bijvoorbeeld als je ietsleest of naar iemand luistert. Het is een lees- en luistervaardigheid: wat isbelangrijk? Maar het is ook een schrijfvaardigheid: hoe schrijf je dat handig op?Je schrijft de belangrijkste informatie in trefwoorden op.Veel bedrijven werken met formulieren. Met een formulier structureer je deaantekeningen en de informatie die belangrijk is.

2.1 Formulieren

Opdracht 159 Formulieren in de bpvSchrijf op welke formulieren er worden gebruikt in je bpv-bedrijf.

Formulieren in de bpv; naam instelling/organisatie

1 72 83 94 105 116 12

Opdracht 160 Formulieren verzamelenVerzamel bij je bpv-bedrijf zo veel mogelijk formulieren die met je toekomstigeberoep te maken hebben. Zorg ervoor dat je deze formulieren hebt, voordat jeopdracht 217 doet. In die opdracht maak je een verslag over het onderwerpformulieren.

2.2 Werkplanning

Opdracht 161 WerkplanningMaak een werkplanning voor het maken van opdrachten Nederlands. Gebruikhiervoor het volgende formulier. Je docent geeft richtlijnen die je in je werkplanningmoet meenemen.

Schrijven Domein 3Dom

ein3

23

Page 26: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Werkzaamheden Benodigde tijd Planning Opleverdatum Aandachtspunten

Naam en handtekening medewerker (leerling):

Naam en handtekening leidinggevende (docent):

Datum:

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

24

Page 27: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

2.3 Memo en telefoonmemo

MemoBij elke vorm van overleg worden aantekeningen gemaakt. Dit zijn memo’s.Organisaties gebruiken memo’s, zoals telefoonmemo’s. Je schrijft op een memo inhet kort de belangrijkste gegevens op. Ook boodschappenbriefjes zijn memo’s. Jemaakt aantekeningen om ze niet te vergeten. Memo’s zijn geen officiëledocumenten, maar ze zijn in de praktijk heel belangrijk.

Opdracht 162 BoodschappenlijstjeLet op: noteer hoeveel tijd je besteedt aan het uitwerken van deze opdracht. Je hebtde gegevens nodig voor opdracht 166 (Werkbriefje).

Jij en een medeleerling organiseren een feestje voor vrienden. Dat gebeurt bij jouthuis. Als iedereen komt, ben je met twaalf mensen. Maak een boodschappenlijstje.

TelefoonmemoOp een telefoonmemo maak je aantekeningen van een telefoongesprek: met wieheb je gesproken, jouw naam, datum, tijd, onderwerp van gesprek en anderegegevens (fax- en telefoonnummers, adres en/of e-mailadres. Wat moet er methet memo gebeuren: voor wie is het memo? Je schrijft telefoonmemo’s voorcollega’s. Telefoonmemo’s worden vaak als e-mailbericht naar de te informerenmedewerker verstuurd.Voorbeeld: zie het telefoonmemo bij opdracht 163.■ Onder aan een memo zet je je paraaf. Een paraaf is een korte handtekening.

Iedereen weet dan dat jij de aantekeningen hebt gemaakt.■ Noteer eventuele telefoonnummers als volgt.

(070) 385 67 88: netnummer tussen haakjes; 06-33 79 62 03

Schrijven Domein 3Dom

ein3

25

Page 28: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 163 Huren van een boorhamerLet op: noteer hoeveel tijd je besteedt aan het uitwerken van deze opdracht. Je hebtde gegevens nodig voor opdracht 166 (Werkbriefje).

Hierna staat een telefoonmemo. Zet de gegevens op de juiste plaats.

Datum: noteer de datum van vandaag.Tijd: noteer hoe laat het is.Yannick Verheij, Schimmelpenninckstraat 66, 4481 AJ, Kloetinge, heeft een vraagover het huren van een boorhamer 52 mm. Je wilt hem doorverbinden naar je collegadie daarover gaat, Gülsüm Gülçiçek, maar je hoort dat zij op dit moment inwerkoverleg zit. Je belooft de heer Verheij dat mevrouw Gülçiçek vanmiddag (datumnoteren) terugbelt. Telefoonnummer: (0113) 75 21 43. Als je alles hebt ingevuld, zetje je paraaf onder aan je memo.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

26

Page 29: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 164 AannemingsbedrijfLet op: noteer hoeveel tijd je besteedt aan het uitwerken van deze opdracht. Je hebtde gegevens nodig voor opdracht 166 (Werkbriefje).

Vul de volgende telefoonmemo’s in. Zet de gegevens op de juiste plaats.

Je werkt bij Aannemingsbedrijf De Boer in Gouda. Je docent geeft jou de gegevens.

Schrijven Domein 3Dom

ein3

27

Page 30: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

28

Page 31: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

6 Voorzetsels: uit, van, onder, op, in

Voorzetsels staan vaak in een woordgroep met een zelfstandig naamwoord.Voorzetsels kun je aanvullen met de woordgroep het kooitje, zoals voor hetkooitje en naar het kooitje.

Opdracht 319Maak een lijst van twintig voorzetsels. Neem die op in je woordenlijst.

Opdracht 320Maak met tien van de voorzetsels in opdracht 319 een zin.

Opdracht 321Onderstreep de woordgroepen met een voorzetsel.

BijvoorbeeldIk kocht deze prachtige broek in de uitverkoop.In de uitverkoop kocht ik deze prachtige broek.

102-jarige Belg mag naar kleuterschool1 Een 102-jarige man uit de Belgische plaats Retie heeft in de maand januari een

brief van vier kleuterscholen gekregen.2 De man kreeg een uitnodiging om binnenkort in de eerste klas aan zijn

schoolloopbaan te beginnen.3 De uitnodiging was het gevolg van een administratieve fout.4 In Retie in de Antwerpse Kempen ontvangen kinderen die in 2009 zijn geboren,

een brief van de kleuterscholen.5 Bij het zoeken naar dat jaartal zijn waarschijnlijk alleen de twee laatste cijfers

van het geboortejaar, 09, bekeken.6 Daardoor kreeg ook de in 1909 geboren 102-jarige een brief.

Opdracht 322Zet de woordgroep met het voorzetsel vooraan in de zin.

BijvoorbeeldDe verkoopmedewerker kreeg een aanstellingsbrief van de afdeling Personeelszaken.Van de afdeling Personeelszaken kreeg de verkoopmedewerker een aanstellingsbrief.

Brommer rijdt 121 kilometer per uur1 De politie zag woensdag tussen de Groningse plaatsen Niebert en Tolbert een

brommer voorbij scheuren.2 Een 18-jarige bestuurder uit Leek reed op zijn brommer omgerekend 121

kilometer per uur.3 Politieagenten konden hem pas na een achtervolging op de Holm in Tolbert

aanhouden.4 De bestuurder bleek na correctie 116 kilometer te hebben gereden.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

29

Page 32: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

5 Een bromfietser mag buiten de bebouwde kom op de rijbaan niet harder dan 45kilometer gaan.

6 Hij krijgt dus een bekeuring voor 71 kilometer te hard rijden.7 De bromfietser kan rekenen op een forse boete.8 De politie heeft de brommer en het rijbewijs van de inwoner uit Leek in beslag

genomen.

Voorzetsels staan meestal vooraan in een woordgroep. Ze kunnen ook achter eenzelfstandig naamwoord staan. De betekenis is vaak anders.

Opdracht 323Bespreek de verschillen tussen de eerste en tweede zin.1a Mijn ouders reden met een gehuurde auto Polen in.1b Mijn ouders reden met een gehuurde auto in Polen.2a Leo fietste hard de stoep op.2b Leo fietste hard op de stoep.3a De inbrekers zijn de tuin door gewandeld.3b De inbrekers zijn door de tuin gewandeld.4a Kate sprong het water in.4b Kate sprong in het water.

Opdracht 324Vul de juiste voorzetsels in.

Beginnersfout nekt winkeldief

1 Een winkeldief bleek donderdagmiddag Nijmegen toch wat minder pienter dan

hij zelf dacht.

een sportwinkel verwijderde hij alle alarmlabels de spullen die hij

zich wilde nemen. die manier wilde hij de poortjes komen. De 30-jarige

5 dief had de labels echter zijn jaszak gedaan.

Het personeel betrapte de dief het moment dat hij de winkel liep.

Surveillerende agenten sloten hem pardon de boeien. Die noemden het

een typische beginnersfout en namen de dief mee het hoofdbureau.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

30

Page 33: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 325Vul de juiste voorzetsels in.

Kleinste vrouw ter wereld

1 Een Indiase studente is vrijdag Guinness World Records uitgeroepen de

kleinste vrouw de wereld. Jyoti Amge komt een lengte 62,8 centimeter

de meeste mensen net de knie. De Indiase kreeg de onderscheiding

haar 18de verjaardag. ‘Het is geweldig om mijn verjaardag vieren een

5 nieuw wereldrecord. Het is eigenlijk een extra verjaardagscadeau’, zei ze. De vorige

titelhoudster, de Amerikaanse Bridgette Jordan Sandoval, Illinois, was 7

centimeter langer dan Jyoti. Jyoti werd de afgelopen 24 uur drie keer een arts

gemeten. Ze lijdt de erfelijke aandoening achondroplasie, een vorm

dwerggroei, die de groei haar botten remt. In 2009 werd de studente al

10 uitgeroepen de kleinste tiener de wereld. Ze was toen 61,9 centimeter.

Hoewel ze niet groter is dan een gemiddelde tweejarige, heeft de familie Jyoti

haar altijd een zo normaal mogelijk leven proberen te laten leiden. Ze slaagde deze

maand haar middelbareschooldiploma en droomt nu een carrière als

Bollywoodactrice.

15 De Indiase is niet de kleinste vrouw de geschiedenis. Die titel behoort toe

de Nederlandse Pauline Musters, 19-jarige leeftijd 1895 een

longontsteking overleden, die slechts 61 centimeter groot was.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

31

Page 34: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Sommige woorden hebben een vaste combinatie met een voorzetsel. Vaak is debetekenis van dat voorzetsel dan anders. Als je gek bent op iemand, is dat ietsanders dan wanneer je gek wordt van iemand.

Opdracht 326Op VakTraject Nederlands Online vind je een lijst van woorden met vaste combinaties.Kijk in die lijst en zet bij 1 t/m 16 het juiste voorzetsel. Schrijf daaronder een zinwaarin je de combinatie gebruikt. Zorg ervoor dat je de betekenis van de combinatiekent.

Bijvoorbeeld: zich abonneren …… iets

Zich abonneren op ietsWij zijn geabonneerd op de Donald Duck.

1 Aandringen iets

2 Boos worden iemand

3 Zijn deelneming betuigen iets

4 Zich hechten iemand

5 Medelijden hebben iemand

6 Zich ontfermen iets

7 Onverschillig zijn iets

8 Profiteren iets

9 Slagen een examen

10 Spotten iets

11 Stoppen iets

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

32

Page 35: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

12 Trots zijn iemand of iets

13 Zich uitgeven iemand

14 Verantwoordelijk zijn iets

15 Verlangen iets

16 Zwichten iets

Opdracht 327Schrijf met de volgende werkwoorden steeds twee korte zinnen zoals in hetvoorbeeld.

BijvoorbeeldAandringen – Ik drong op uitbetaling aan – Ik heb op uitbetaling aangedrongen.

1 Achterblijven

2 Doornemen

3 Voorgaan

4 Nakomen

5 Aannemen

6 Omkijken

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

33

Page 36: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 328Laat je zinnen van opdracht 302 controleren door een medeleerling. Bespreek daarnade resultaten.

Opdracht 329Neem interessante woorden uit de opdrachten 296 tot en met 303 op in jewoorddossier.Overhoor je kennis van de woorden die al in je dossier staan.

Opdracht 330Breid je mindmap ‘taalverzorging’ uit met trefwoorden bij ‘voorzetsel’.

7 De voornaamwoorden deze, die, dit en dat

Bij het hoort ‘dit’ en ‘dat’, en bij de hoort ‘deze’ en ‘die’: het boek dat op tafel ligt;de trein die op tijd vertrekt.

Opdracht 331Vul in: de, het, deze/die of dit/dat.

Parkeerrekening van 51.000 euro

1 eigenaar van een Franse Citroën BX, in een parkeergarage in

centrum van stad Luxemburg staat, kan beter een andere auto kopen.

auto staat al vijf jaar weg te stoffen.

parkeerkosten inmiddels betaald moeten worden, zijn opgelopen tot

5 ongeveer 51.000 euro. Wat er met eigenaar van auto is gebeurd, weten

beheerders van garage niet. Ze weten zich geen raad met

voertuig. dagtarief is 26,90 euro per dag en door bedrag is

rekening zo opgelopen. Mocht eigenaar auto echt terug willen, dan

moet hij veel meer betalen dan waarde van wagen. Omdat auto

10 correct staat geparkeerd, wil politie, door beheerders benaderd is,

hem niet wegslepen. Maar kans dat eigenaar komt opdagen, is nihil.

Doet hij toch, dan zal hij spijt hebben van feit dat hij geen

jaarabonnement heeft genomen. kost namelijk 3000 euro per jaar. Daarmee

zou rekening op ‘slechts’ 15.000 euro uitkomen.

Opdracht 332Beantwoord de vragen op VakTraject Nederlands Online.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

34

Page 37: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

Opdracht 333Vul in: de, het, deze/die of dit/dat.

Brede bierfiets verboden

1 rechter in Amsterdam heeft een zogenoemde bierfiets, vaak voor feestjes

gehuurd wordt, verboden. Volgens een vonnis woensdag gepubliceerd is,

voldoet rijdende bar niet aan regels.

rechter deed zijn uitspraak in een zaak over een ongeluk met zo’n bierfiets.

5 vond in mei vorig jaar plaats. Er raakten toen drie vrouwen gewond.

voertuig, tijdens rit een lekker vaartje had, was tegen een viaduct

gebotst.

verhuurder van voertuig, tijdens rechtszaak aanwezig was,

kreeg van rechter een boete van 1500 euro. helft van bedrag was

10 voorwaardelijk. boete kreeg verhuurder ook, omdat hij zijn klanten niet

voldoende had voorgelicht over gebruik van bierfiets.

Volgens vonnis moet rijdende bar – in verkeer opvalt door

fietsende berijders om een tap zitten – worden beschouwd als een fiets.

Maar fietsen mogen volgens Regeling Voertuigen niet breder zijn dan

15 anderhalve meter. bierfiets bij het ongeluk was betrokken, was 2,20

meter breed. uitspraak van rechter zou dus betekenen dat bierfietsen

voortaan niet zomaar weg op mogen.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

35

Page 38: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

gemeente Amsterdam overwoog eerder om voertuig te verbieden, omdat

bierfietsen, vooral populair zijn bij vrijgezellenfeestjes, in stad

20 voor overlast en onveilige verkeerssituaties zouden zorgen.

gemeente zag uiteindelijk van een algemeen verbod af. Wel wordt

bierfiets geweerd uit Wallengebied. In gebied, internationaal

bekend is onder naam Red Light District, geldt een alcoholverbod.

Opdracht 334Beantwoord de vragen op VakTraject Nederlands Online.

Opdracht 335Neem interessante woorden uit de opdrachten 306 tot en met 309 op in jewoorddossier.Overhoor je kennis van de woorden die al in je dossier staan.

Opdracht 336Breid je mindmap ‘taalverzorging’ uit met trefwoorden bij ‘voornaamwoorden’.

8 Zinnen met voegwoorden

Voegwoorden verbinden zinnen.1 Je kunt mee-eten als je op tijd bent.

Deze zin bestaat eigenlijk uit twee zinnen:2 Je kunt mee-eten

en3 Je bent op tijd.

Opdracht 337Voeg de volgende zinnen samen. Gebruik een voegwoord.

BijvoorbeeldJe oefent veel. Je komt ver.Als je veel oefent, kom je ver. Of: Je komt ver als je veel oefent.

1 Ik ben te laat. De bus had vertraging.2 Mijn zus heeft gesolliciteerd. Ze zag een interessante advertentie in de krant.3 Wilmar regelt veel zaken in het magazijn. Hij is magazijnbeheerder.4 De verkoper is tevreden. Vandaag heeft hij twee scooters verkocht.5 Mijn moeder wil het weten. Ik kom thuis eten.6 De chef is vandaag niet aanwezig. Ik bel u morgen.7 Mijn broer wil op zichzelf wonen. Hij spaart zo veel mogelijk.8 Het feest begon om 20.00 uur. ‘s Middags was alles klaargezet.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

36

Page 39: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

9 Gina begon aan haar presentatie. Het publiek werd stil.10 Aletta mailde de tekst naar haar collega. De tekst had zij helemaal

gecontroleerd.

Een voegwoord kan vooraan in de zin staan. De zinsvolgorde is afhankelijk vaneen voegwoord.Kijk naar de plaats van ‘ik ga’ en ‘ik rijd’ in de volgende zinnen.1 Ik ga naar school. Ik rijd altijd langs het ziekenhuis.2 Als ik naar school ga, rijd ik altijd langs het ziekenhuis.

Opdracht 338Noteer onder elke zin of de woordvolgorde goed of fout is.

1 De winst en de omzet zijn gestegen, omdat er zijn in het vierde kwartaal veelsmartphones verkocht.

2 De winst en de omzet zijn gestegen, want er zijn in het vierde kwartaal veelsmartphones verkocht.

3 Ik bel u terug, zodra ik nadere informatie voor u heb.

4 Ik bel u terug, zodra ik heb nadere informatie voor u.

5 Het wordt druk op oudejaarsavond, want rond twaalf uur komen al mijnvrienden bij ons thuis.

6 Het wordt druk op oudejaarsavond, omdat rond twaalf uur komen al mijnvrienden bij ons thuis.

Opdracht 339Maak telkens van de volgende zinnen één zin. Verander aan de zinnen niet meer dannoodzakelijk is.1 We gaan naar het zwemparadijs. Daar zijn hoge glijbanen.2 De ouders zijn ongerust. De operatie duurt al twee uur.3 Het werd stil. De leraar ging de namen oplezen.4 We kunnen u meteen helpen. U komt vandaag langs.5 Je komt op tijd. Je rijdt mee.6 Ik vind het vervelend. Je laat me altijd wachten.7 Ik maak me zorgen. De wereld vergaat.8 Het begon erg hard te waaien. De parasol vloog de lucht in.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

37

Page 40: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

9 Ik stond tien minuten te wachten. De bus kwam eraan.10 De bus had vertraging. Ik kwam te laat voor mijn afspraak.

Opdracht 340Neem interessante woorden uit de opdrachten 312 tot en met 314 op in jewoorddossier.Overhoor je kennis van de woorden die al in je dossier staan.

Opdracht 341Breid je mindmap ‘taalverzorging’ uit met trefwoorden bij ‘voegwoorden’.

9 Hoofdzinnen en bijzinnen: ik zeg dat ik dielekke band ga plakken

Hoofdzinnen hebben een vaste woordvolgorde.■ De persoonsvorm staat bijna altijd op de tweede plaats.■ Tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan nooit andere woorden.■ Andere werkwoordsvormen staan achteraan in de zin.

In alle andere gevallen zijn het bijzinnen.

Opdracht 342Geef van de volgende zinnen aan of het schuingedrukte deel een hoofdzin of eenbijzin is.

1 We gaan zwemmen.

2 Vandaag gaan we zwemmen.

3 Ik denk dat we gaan zwemmen.

4 Ik denk dat we vandaag gaan zwemmen.

5 Ik denk dat je je vergist als je denkt dat we gaan fietsen.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

38

Page 41: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

6 Ik denk dat je je flink vergist als je denkt dat we vandaag gaan fietsen.

7 Ik ga naar huis, want we gaan fietsen.

Opdracht 343Geef van de volgende zinnen aan of het schuingedrukte deel een hoofdzin of eenbijzin is.

Lachen maakt jonger

1 Mensen die lachen, worden gemiddeld twee jaar jonger geschat.

2 Foto’s van vrolijke mensen zijn mogelijk misleidend, omdat je niet goed kunt zienof rimpels rond de mond en ogen veroorzaakt worden door de leeftijd of door hetlachen.

3 Lachen maakt mensen ook aantrekkelijker.

4 De leeftijd werd het best geschat bij neutrale gezichten, aldus een uitgebreidonderzoek.

5 Het blijkt over het algemeen dat de leeftijd van oudere mensen slechter werdingeschat dan die van jongere mensen.

Taalverzorging Domein 4Dom

ein4

39

Page 42: VakTraject Nederlands leer-werkboek 2f mbo Techniek

6 Hoe ouder de deelnemers zelf waren, hoe moeilijker ze het vonden om de juisteleeftijden te schatten.

7 De deelnemers aan het onderzoek zeiden dat ze het het makkelijkst vonden om deleeftijd te schatten van leeftijdsgenoten.

Opdracht 344Neem interessante woorden uit de opdrachten 342 en 343 op in je woorddossier.Overhoor je kennis van de woorden die al in je dossier staan.

Opdracht 345Breid je mindmap ‘taalverzorging’ uit met trefwoorden bij ‘voegwoorden, hoofdzinnenen bijzinnen’.

VakTraject Nederlands Leer-werkboek 2F Techniek

40