Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China....

13
Vakken in de H2 Recht Logistiek Algemene Economie Administratieve organisatie Inkoop

Transcript of Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China....

Page 1: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Vakken in de H2

Recht

Logistiek

Algemene Economie

Administratieve organisatie

Inkoop

Page 2: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Recht Totstandkoming van rechtshandeling

1. Handel bekwaam art. 3:32 BW

2. Wil art. 3:33 BW

3. Openbaar

Onrechtmatige daad art. 6:162 BW

Rechtmatige daden art. 6:198, 6:203, 6:212 BW

Aanbod en aanvaarding art. 6:217 BW

Ontstaat door wil en verklaring

Stadia Plas/Valburg

1. Vrij om onderhandelingen af te breken

2. Vrij om onderhandelingen af te breken, maar R&B vereist betaling van gemaakte

kosten

3. Partijen zijn niet vrij om onderhandelingen af te breken, SV waaronder eventueel

gederfde winst.

Koopovereenkomst art. 7:1 BW

Wanneer geen geld betaald art. 7.47 BW (ruil)

Rechten van de koper

1. Eigendomsoverdracht art. 7:9 lid 1

2. Aflevering art. 7:9 lid 2

3. Conformiteit art. 7:17 lid 1

Contracten

Contract vrijheid art. 3:40 BW

- Dwingende wetsbepaling

- Strijd met de goede zeden

- Strijd met openbare orde Inhoud van een overeenkomst art. 6:248 BBW

- De partijafspraak

- De wet

- Gewoonterecht

- Redelijkheid en billijkheid

De partijafspraak

Schriftelijk of mondeling 3 De wet

- Aanvullend recht 7:4 BW en artikel 7:6, lid 2 BW

--> Geldt als partijen over onderwerp zelf geen afspraken maken

- Dwingend recht art. 7:667 lid 7 BW en artikel 7:6 lid 1 BW

--> Betreft regelingen waarbij partijen niet mogen afwijken

Gewoonterecht

Algemeen of plaatselijk gebruik dan wel handelsgebruik

-B.v. bij arbeidscontract heeft werknemer ook verplichtingen die in branche gebruikelijk

zijn.

Redelijkheid en billijkheid

Aanvullende werking art. 6:248 lid 1 BW

Beperkende of derogerende werking 6:248 lid 2 Bw

Page 3: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Wat de partijen meestal regelen:

Omschrijving product

Prijs product

Betalingsvoorwaarden

Leveringsvoorwaarden

Garantiebepalingen

Gevolgen wanprestatie

Wat valt onder overmacht

Conflictoplossing

Algemene voorwaarden

Definitie art. 6:231 sub a

Algemene voorwaarden

-Een of meer schriftelijke bedingen

-opgenomen in een aantal overeenkomsten

-Geen kernbeding (voldoende bepaalbaarheid)

Gebruiker artikel 6:231 sub b

Wederpartij Artikel 6:231 sub c

Vernietigbaarheid Artikel 6:233 BW

Sub a = Beding onredelijk bezwarend

Sub b = Geen redelijke mogelijkheid geboden kennis te nemen

Onredelijk bezwarend: Onredelijk bezwaren voor wederpartij, gelet op:

-Aard en overige inhoud overeenkomst

-Wijze totstandkoming voorwaarden

-Wederzijds kenbare belangen

-Overige omstandigheden geval

Bij overeenkomst gebruiker en consument :

-zijn bedingen op zwarte lijst onredelijk bezwarend artikel 6:236 BW)

-worden bedingen op grijze lijst vermoed onredelijk bezwarend te zijn 6:237 BW

-T.a.v. niet-consument: lijsten eventueel reflexwerking Beroep op 6:233 sub a niet

mogelijk:

-beding geen onderdeel algemene voorwaarden -wederpartij ‘groot'

Dan via art. 6:248 lid 2 BW proberen beding ongeldig te verklaren.

Mogelijkheid kennisname

Geen redelijke mogelijkheid geboden kennisname:

Uitwerking in 6:234 BW

In beginsel terhandstelling (lid 1)

Indien redelijkerwijs niet mogelijk: bekendmaking terinzagelegging en kosteloze

toezending op verzoek (lid 1 sub b)

Na verzoek onverwijld toezenden (lid 2)

Toezending hoeft niet voorzover deze redelijkerwijs niet kan worden gevergd (lid 3)

Dan: vernietigbaar (artikel 6:233 sub b BW)

Uitzondering vernietigbaarheid

Uitgezonderd van beroep op vernietigingsgronden:

-‘grote’ wederpartijen art 6:235 lid 1 BW

-jaarrekening gepubliceerd

-50 of meer werknemers

-‘Pot verwijt ketel’ art 6:235 lid 3 BW

Page 4: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Gevolgen van niet nakoming

Tekortkoming

- Wanprestatie: toerekenbare tekortkoming

- Overmacht: niet toerekenbare tekortkoming

- Hoofdregel: art. 6:74 lid 1 BW

- Definitie: art. 6:75 BW

Wanprestatie bij Koopovereenkomsten

Naast de gebruikelijke regelingen kan ook: Art. 7:21 BW:

- Aflevering van het ontbrekende

- Herstel van de afgeleverde zaak

- Vervanging van de afgeleverde zaak

Eerst art. 7:23 BW: - binnen redelijke termijn na levering gemeld dat de zaak niet aan de ovk beantwoord

Page 5: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Logistiek: Logistiek management: het zo beheersen van de goederen- en daarmee verbonden

informatiestromen dat tegen optimale kosten aan de wensen van de afnemers kan

worden voldaan.

Supply chain management - een principe waarbij door middel van het verbeteren van

processen en samenwerking met leveranciers en afnemers een betere functionaliteit van

het deelnemende bedrijf in de keten ontstaat.

Traject material management – omvat het geheel van activiteiten dat wordt ontplooid

om de grondstoffen- en halffabricatenstromen en de daarmee gepaard gaande

gegevensstromen zo efficiënt mogelijk naar en door het productieproces te voeren,

alsmede de werkzaamheden die worden verricht om een zo efficiënt mogelijke benutting

van het productieapparaat te bewerkstelligen.

Traject physical distribution management – houdt zich bezig met de

goederenstromen en de ermee verbonden gegevensstromen die beginnen aan einde van

het productieproces en eindigen bij consument.

Business logistics = verzamelnaam voor alle activiteiten die worden uitgevoerd om de

ingaande en uitgaande goederenstromen te beheersen (= bedrijfslogistiek, logistiek

management, etc.).

Reverse logistics = hergebruiken van producten in het primaire proces.

Logistiek concept Het ontwerp van de gewenste inrichting van de logistieke functie in

een organisatie. Hierin wordt beschreven hoe de goederen-, geld- en gegevensstromen

op elkaar worden afgestemd. Het ontwikkelen van het logistiek concept heeft drie

functies:

1. De ontwikkeling van een daadwerkelijk integrale visie op de besturing van de

goederenstroom

2. Het bieden van een raamwerk voor een gecoördineerd actieplan

3. Het creëren van een sterk logistiek bewustzijn binnen het gehele bedrijf Het vinden

van een evenwicht tussen de realisatie van zowel externe als interne doelstellingen vormt

een van de kerntaken van het logistiek

Het vinden van een evenwicht tussen de realisatie van zowel externe als interne

doelstellingen vormt een van de kerntaken van het logistiek management. Daarbij horen

vier aandachtsgebieden:

1. Fysieke inrichting – fysieke kenmerken van faciliteiten die direct van invloed zijn op

bewerken, verplaatsen en opslaan van goederen (grondvorm).

2.Beheersing – wijze waarop primaire processen worden aangestuurd en bewaakt

(besturing).

3.Informatievoorziening – logistieke beheersing is niet mogelijk zonder een

informatiesysteem.

4.Personele organisatie – zaken rondom het realiseren van een effectieve coördinatie

tussen logistiek en andere functies in een organisatie.

Logistieke grondvorm – het KOOP KOOP = het Klant Order Ontkoppel Punt Dit is het

punt dat aangeeft hoever (stroomopwaarts in een bedrijfskolom) een klantenorder

doordringt in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product of

dienst. Er zijn vijf klantorderontkoppelpunten:

Page 6: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Soorten voorraden

1. Voorraad naar traject – Gaat over de plaats in de goederenstroom gerekend vanaf

de bron tot de gebruiker; wordt gebruikt bij voorraadanalyses om te traceren waar de te

hoge voorraadvorming zich voordoet. Het betreft de keten met vier schakels: leverancier,

producent, groothandel en detailhandel

2. Voorraad naar soort – is van belang voor commerciële activiteiten

3. Theoretische voorraad – biedt houvast om de gegevens in administratieve zin vast

te leggen in de computer.

4. Normvoorraad Voorraadvorming in

Voorraadvorming in klassieke voorraadtheorie, in totalelogistieke keten, dmv

afzonderlijke voorraadpunten = voorraadbeheer vanuit één punt. Het bijsturen van de

hoeveelheid voorraad zal afhangen van wat er in de markt gebeurd. Voorraadkosten

Voorraden leggen beslag op geldstromen in een onderneming. Onderscheid in:

§ Bestelkosten – kosten voor het bestellen en aanleveren van het product. Ook bij deze

bestelcyclus is het mogelijk alles te vereenvoudigen en/of automatiseren (e-

procurement).

§ Voorraadkosten – kosten van rente, ruimte en risico. Verschil tussen preventieve

kosten (voorkomen) en correctievekosten (verbeteren).

§ Neeverkoopkosten – ook wel out-of-stock genoemd; kosten van het niet beschikbaar

zijn van producten.

Formule van CAMP Gaat over het vinden van de optimale bestelgrootte bij de

leverancier, ofwel het berekenen van één punt waarop economisch de meest

verantwoorde seriegroottes aangeschaft kunnen worden =

EOQ – Economic Order Quantity. Camp gaat daarbij wel van een paar zaken uit:

§ Afnameper tijdeenheid is constant en bekend;

§ Levertijdis vast en prompt;

§ Geen neen-verkopen;

§ Bestelkostenper bestelling zijn constant en bekend;

§ Kosten van het op voorraadhouden van één product zijn constant en bekend.

Page 7: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Bestelmethoden

Voor het beheersen van voorraden zijn er enige bestelmethoden ontwikkeld. Bij de

meeste bestellingen zijn de kosten aanzienlijk. Tegen deze achtergrond zal er een

optimale bestelgrootte moeten worden bepaald. De belangrijkste aspecten die men

hierbij onderscheidt, zijn het bestelmoment en de bestelgrootte:

Page 8: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Administratieve organisatie: Administratieve Organisatie (AO)

Handelsorganisatie:

- Contant: supermarkt

- Op rekening: groothandel

Productieorganisatie:

- Massa: legoblokjes, paperclips

- Serie: auto’s

- Stuk: jacht, exclusieve villa (bouw)

Dienstverlening:

-Goederen die eigendom zijn: restaurant

- Goederen van derden: kleding/auto waserette

- Via vaste leidingen: elektriciteit, gas, telefoonverbindingen

- Informatiediensten: marktonderzoeksbureau’s

- Ruimte met reservering: hotel

- Ruimte zonder reservering: zwembad

- Overige: makelaar, advocatenkantoor

Financiële instelling: bank, verzekeringsbedrijf

Overheid: belastingdienst

Privaatrechtelijke ondernemingen: vereniging

Functiescheiding: bestaat uit meerdere essentiële functies:

n een andere functionaris iets uitvoeren

Automatisering: tegenwoordig is bijna alles geautomatiseerd. Echter, daarbij zijn de

volgende punten van groot belang:

– voor de veiligheid van een organisatie

– wel toegang tot systeem, maar met maar een beperkt

aantal bevoegdheden. Dit wordt natuurlijk goed in de gaten gehouden, bijv door middel

van geautomatiseerde controles.

– als er wordt gecheckt wat je op het net van een organisatie hebt gedaan.

Kaders en normen: met betrekking tot kostprijscalculaties, verkoopprognoses,

afdelingsbudgetten, begrotingen, etc.

Richtlijnen: gaat o.a. over gedragscodes, daarnaast over interne controle

Verbandcontroles: o.a. de three-way-match, maar daarnaast ook verbanden

Steekproefcontroles: willekeurige controles

Oogtoezicht: toezicht houden op processen, systemen en situaties.

Innovatief resultaat – belangrijke maatstaf voor vernieuwingen die aanbieders aan hun

producten kunnen aanbrengen.

Administratieve organisatie → “Voorkomen van een puinhoop”. Vier begrippen van

belang: 1. Besturen → “de gewenste richting geven”

2. Doen functioneren → “de tent moet draaien”

Page 9: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

3. Beheersen → “activiteiten verlopen volgens plan”

4. Verantwoording afleggen → zowel intern als extern

Administratieve organisatie Administratieve organisatie is het systematisch

verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens ten behoeve van het verstrekken

van informatie t.b.v. het besturen en doen functioneren van een organisatie en t.b.v. de

verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Cruciaal begrip in AO : Betrouwbare informatie

Juist Klopt het wat er staat?

Volledig Staat alles er wat er moet staan? (volledigheid van opbrengsten)

Tijdig Is de informatie tijdig?

De zogenaamde AO gereedschapskoffer bestaat uit maatregelen die genomen kunnen

worden om de risico’s op het gebied van AO te beperken. Iedere maatregel gaat kort

besproken worden.

Functiescheiding: dit zorgt ervoor dat 1 persoon niet 2 taken kan uitvoeren. Hierdoor

wordt de uitkomst betrouwbaarder. Zo kan bijvoorbeeld één persoon de goederen

controleren en moet een ander persoon ze invoeren.

Automatisering: dit zorgt ervoor dat iedere afdeling bijvoorbeeld dezelfde gegevens tot

beschikking heeft dmv. Bijvoorbeeld een ERP systeem. Ook interneteconomie

(cloudcomputing) behoort tot automatisering.

Kaders en normen: bijvoorbeeld kostprijscalculaties, begrotingen. Deze geven

duidelijkheid. IST en SOLL (zo is het en zo zou het moeten zijn).

Richtlijnen en procedures: hierbij zijn richtlijnen wat flexibel en de procedures vast

Verbandcontrole: financiële administratie heeft centrale rol. Waardekringloop

(Bétaformules)

Steekproefcontroles: Om de bepaalde tijd wordt iets gecontroleerd. Wanneer het niet in

orde is kan dit verbeterd worden. Oogtoezicht: 4-ogen-principe. Oogtoezicht door baas of

andere medewerker. Al deze tools vergroten de betrouwbaarheid van informatie.

Stap 1 - Initiatief tot inkoop: Benodigde informatie:

- Informatie voorraden

- Informatie sales-acties

- Informatie historische verkoopgegevens

Risico’s: - Foute artikelen worden ingekocht - Te veel of te weinig wordt ingekocht

Stap 2 – Beslissing: Benodigde informatie: Informatie over prestaties leveranciers

over:

- Leveringsbetrouwbaarheid

- Kwaliteit

- Service Informatie over de “markt” Overzicht inkoopbeslissingen omkoopmedewerkers

Items: - Leveranciersbeoordeling

- Offerteregister

- Europese aanbesteding

- Long list / short list

- Valuta

- en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China.

Risico’s:

- Inkoop bij betrouwbare leverancier

- Inkoper koopt in bij ‘bevriende’ leverancier.

- Te hoge prijs

Stap 3 – Uitvoering: Benodigde informatie:

- Leveranciersgegevens

Page 10: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

- Contractgegevens (afroepcontract, contract dat je verplicht bijvoorbeeld 20.000 wc’s in

gaat kopen, als je dit niet doet krijg je een boete).

- Bestelgegevens

Items:

- Contractenregister

- Raamcontract

- Stambestand leveranciers

Risico’s: Inkoopcontract bevat fouten

Page 11: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Inkoop Specificeren: het bepalen van de behoefte (de eisen waaraan het in te kopen product

moet voldoen). Vijf groepen eisen: functionele eisen, technische eisen, logistieke eisen,

kwaliteitseisen en commerciële eisen.

Er bestaat een directe relatie tussen het moment waarop inkoop betrokken wordt bij een

project en mogelijke kostenbesparingen. Daarnaast komt het verschijnsel back-door-

sellingnogal eens ooit voor: Situatie waarbij verkopers contact opnemen met andere

afdelingen dan de inkoopafdeling met de bedoeling de leveranciersevaluatie en

specificatie in hun voordeel te beïnvloeden.

Selecteren (en offreren): offertes aanvragen en beoordelen, daarna onderhandelen en

leveranciers uitkiezen. Hoe gaat dit in zijn werking? Er wordt een lijst opgesteld met

potentiële leveranciers (bijv. voorkeurslijst – approved vendor list). Hieruit worden dmv

een prekwalificatiedrie tot vijf leveranciers gekozen. Deze komen op een shortlist te

staan. De leveranciers worden met elkaar vergeleken dmv een ranking system.

Contracteren (en onderhandelen): soms is het praktisch om verder te onderhandelen

over de uiteindelijke overeenkomst. Uiteindelijk wordt er een definitieve leverancier

gekozen en wordt er een contract opgesteld. Dit kan een eenmalig of meerdere jaren

contract zijn.

Bestellen: het plaatsen van een bestelling houdt een opdracht tot levering in. Echter, dit

kan alleen door mensen die daartoe bevoegd zijn. Het is van belang dit goed en

eenduidig te regelen. Pas op voor maverick buying: medewerkers of afdelingen kopen in

buiten de bestaande contracten om. Inkopen binnen de bestaande contracten =

participatiegraad.

Bewaken: contractbeheer: het vastleggen, actualiseren en toegankelijk maken van

contractgegevens. Contractmanagement kan onnodige risico’s en kosten helpen

voorkomen. Ordebewaking: toezien op het nakomen van gemaakte afspraken dmv een

overdue-lijst. Er zijn verschillende manieren van ordebewaking (advance status check,

routine status check of exception expediting). Chasseren: het benaderen van leveranciers

voordat de levertijd is verstreken. Bij ordebewaking hoort daarnaast ook het verwerken

van facturen en het verzorgen van de bijbehorende betalingen = inkoopfactuurcontrole.

Nazorg: standaard problemen verhelpen (bv. declareren extra kosten), maar ook

prestaties van leveranciers bijhouden en terugkoppelen (bv. leveranciersbeoordelingen

dmv vendorrating).

Routineproducten: weinig inkooptechnische problemen. inkooprisico is laag en de

invloed op de winst is gering. Voorbeelden: standaardcomponenten,

onderhoudsmaterialen en kantoorbenodigdheden. Inkopers zullen met de leveranciers

van deze producten tot eenvoudige en efficiënte bestelroutines dienen te komen (

raamcontracten ).

Hefboomproducten: Inkooprisico is laag en de producten worden dan ook vaak van

verschillende leveranciers betrokken. Producten hebben een relatief groot aandeel in de

kostprijs en zijn daarom van invloed op de strategische kwetsbaarheid van de

onderneming. Voorbeelden: bulkchemicaliën en halffabrikaten. Het realiseren van de

laagste prijs kan de boventoon voeren. Anderzijds kan het ook gaan om het ongestoord

laten verlopen van het productieproces. Dit kan inhouden dat er gebruik wordt gemaakt

van het JIT.

Knelpuntproducten– minder grote invloed op de winst, maar wel kwetsbaar in de

toelevering, waardoor vooral logistieke knelpunten kunnen ontstaan. Voorbeelden:

bepaalde natuurlijke smaakstoffen of elektriciteit. Het inkoopbeleid moet gericht zijn op

Page 12: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

het verzekeren van de toelevering van de betrokken producten op zowel de korte als de

lange termijn, zo nodig tegen meerkosten.

Strategische producten – producten met een hoog inkooprisico en een grote invloed

op de winst. Voorbeelden: grondstoffen en kerncomponenten, maar ook automatisering

van bedrijfsprocessen door een computerfirma. Samenwerken door middel van een co-

makership of partnerships.

Page 13: Vakken in de H2 - Maureen Rutte · - en prijsrisico’s: Als Plieger in gaat kopen in China. Risico’s: - Inkoop bij betrouwbare leverancier - Inkoper koopt in bij ‘bevriende’

Algemene economie: Concurrentie intensiteit

Binnen de meso-economie zijn er drie soorten concurrentie: Interne concurrentie (binnen

bedrijfstak), Externe concurrentie (afnemers en leveranciers) en potentiële toetreders

(toetreders en substituten).

Korte termijn: Als de vraag daalt neemt de concurrentie-intensiteit toe. De bedrijven

moeten harder vechten om de klant te krijgen.

Lange termijn: Als de vraag daalt neemt het aantal faillissementen toe. Dan gaat de

concurrentie-intensiteit weer dalen. Bedrijfstakken zijn dus dynamisch!

Bedrijfskolom Kolom waarbij product van oerproducent tot klant gaat via diverse

schakels. Zo begint het bij de oerproducent (grondstoffen), komt het daarna in de fabriek

en gaat het na productie naar de groothandel. Deze distribueert het door naar de winkel

die het uiteindelijk aan de klant verkoopt (eindproduct).

SGR model Het in beeld brengen van de bedrijfstakanalyse gebeurt vaak door middel

van het SGR model (Structuur, Gedrag, Resultaat)

Structuurkenmerken:

Aantal aanbieders – gericht op marktmacht. Belangrijk hierbij is de concurrentiegraad,

kleinschaligheid of grootschaligheid en de doorzichtigheid van de markt.

Aard van het product – homogene of heterogene producten. Belangrijk hierbij is

innovatieve activiteiten, exclusieve kenmerken en reclame-intensiteit.

Kostenstructuur van productie – belangrijkste element is de verhouding tussen vaste en

variabele kosten.

Toetredingsbarrières – belemmeren ondernemingen activiteiten in een bestaande

bedrijfstak te ontplooien. Gaat over of je de markt makkelijk kunt toetreden. Belangrijke

elementen hierbij zijn merknaambekendheid, binnenlands of buitenlands marktaandeel

en productheterogeniteit.

Kenmerken van de vraag – bestaan uit verschillende vraagfactoren: groei van de vraag,

concentratie van afnemers, buitenlandse vraag en aandeel consumptiegoederen in afzet.

Gedrag:

Winstmaximalisatie: streven naar maximale winst, maar wel handhaven van continuïteit

en rendementseisen. Het prijszettingsgedrag is hierbij van groot belang.

Toe- en uittreding: toetreden betekent potentiële concurrentie, aftreden betekent

maatstaf interne concurrentie.

Innovatief gedrag: invoeren van vernieuwingen op allerlei terreinen.

Ontwikkeling van de investeringen: versterken van concurrentiepositie d.m.v.

arbeidsproductiviteit te verhogen.

Resultaat:

Winstgevendheid – belangrijkste voor succes. De rentabiliteit kan met allerlei variabelen

benaderd worden.

Groei van toegevoegde waarde – geeft de bijdrage van een branche aan het nationaal

inkomen weer.

Afzetontwikkeling – bedrijven kunnen zelf veel aan de ontwikkeling van de vraag doen.

Werkgelegenheid – belangrijke maatstaf voor bijdrage van branche aan totale economie.

MES (Minimum Efficiency Schaal): Dit is de kleinste productieomvang met een

minimaal kostenniveau. Het is niet mogelijk om door uitbreiding van de

kapitaalgoederenvoorraad de concurrentiepositie nog verder te verbeteren.

Waarom is de MES in sommige bedrijfstakken hoger? Omdat de vaste kosten van

sommige bedrijven hoger zijn.

Bedrijfstakken met een hoge MES: Plieger Automerken

Hoge MES betekent: Moeilijk tot te treden tot de markt.