VAARDIG GENOEG VOOR DE 21 EEUW? - PIAAC ... In de kenniseconomie van de 21ste eeuw impliceert een...
date post
29-Jul-2020Category
Documents
view
0download
0
Embed Size (px)
Transcript of VAARDIG GENOEG VOOR DE 21 EEUW? - PIAAC ... In de kenniseconomie van de 21ste eeuw impliceert een...
VAARDIG GENOEG VOOR DE 21STE EEUW? De eerste Vlaamse resultaten bij PIAAC
Vakgroep Onderwijskunde
Sebastiano Cincinnato
Inge De Meyer
3
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.1. Onderzoek naar geletterdheid: van analfabetisme over
functionele geletterdheid tot sleutelvaardigheden.
De belangstelling voor geletterdheid is niet nieuw, maar de opvattingen rond het begrip zijn
de laatste decennia sterk geëvolueerd. Tot de jaren ’90 werd geletterdheid voornamelijk
gezien als een technische vaardigheid, met name het kunnen lezen en schrijven, die werd
geoperationaliseerd in termen van analfabetisme en alfabetiseren. Deze dichotome begrippen
delen een bevolking op in twee groepen: personen die de technische vaardigheden niet
bezitten versus de groep die deze wel bezit. De negatieve connotaties bij dergelijke deficit-
opvatting alsook de moeilijkheid tot een duidelijke afbakening van de termen zorgden ervoor
dat de definitie verruimde naar geletterdheid en meer in het bijzonder functionele
geletterdheid. Hierbij wordt het begrip positief omschreven en verruimd tot een brede waaier
van vaardigheden die nodig zijn om informatie te begrijpen en te gebruiken om volwaardig te
participeren aan de moderne samenleving. Geletterdheid wordt met andere woorden gezien
als een basisvaardigheid op het gebied van informatieverwerking.
In het internationale geletterdheidsonderzoek van de jaren ’90 vormt bovenstaande definitie
het uitgangspunt van de bevraging. De International Adult Literacy Survey (IALS) beschrijft
geletterdheid als "de vaardigheid om gedrukte en geschreven informatie te
gebruiken om te functioneren in de maatschappij, de eigen doelen te realiseren
en eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen" (OECD, 2000). De focus van het
onderzoek lag op de mate waarin volwassenen kunnen omgaan met geschreven taal en met
numerieke en grafische gegevens in functie van hun werk- en leefomstandigheden.
In de kenniseconomie van de 21ste eeuw impliceert een volwaardige deelname meer dan
beschikken over informatie verwerkende vaardigheden. Volwassenen moeten in staat zijn om
problemen op te lossen, verantwoordelijkheid te nemen, zich aan te passen aan allerlei
situaties, sociaal zijn e.d.m. Deze uitbreiding van het concept ‘functionele geletterdheid’ naar
‘sleutelcompetenties of sleutelvaardigheden’ wordt gereflecteerd in het recentste
geletterdheidonderzoek. Het Programme for the International Assessment of Adult
Competencies (PIAAC) focust nog steeds op de mate waarin volwassenen geschreven teksten
kunnen begrijpen, evalueren en gebruiken. Het breidt het onderzoek naar deze vaardigheden
ook uit met een test over het probleemoplossend vermogen van volwassenen en een
bevraging van hun vaardigheden op de werkvloer. Tevens verschuift de focus van geprinte
media naar digitale media en worden de probleemoplossende vragen ingebed in een
‘technologierijke omgeving’. Hierbij wordt gekeken naar de mate waarin volwassenen nieuwe
technologie, communicatiemiddelen en netwerken kunnen aanwenden om informatie te
vinden, te communiceren met anderen en om praktische taken en problemen op te lossen.
Hoofdstuk 1
4
Anders gezegd, recent onderzoek naar geletterdheid breidt niet enkel het gamma geteste
vaardigheden uit naar analogie met de nieuwe geletterdheidvisie, maar speelt ook in op de
opmars van de digitalisering.
1.2. Geletterdheid en sleutelcompetenties van de Vlaamse
bevolking.
Tot de uitvoering van het IALS-onderzoek waren er geen concrete Vlaamse gegevens
beschikbaar over de grootte van de groep functioneel ongeletterde volwassenen.
Cijfergegevens uit militaire statistieken, uit alfabetiseringsprojecten en/of van de sector
basiseducatie lieten wel extrapolaties of inschattingen toe, maar nooit werd op basis van een
cognitieve bevraging gekeken hoeveel mensen (niet) beschikten over de basis taal- en
rekenvaardigheden.
Dit veranderde toen de International Adult Literacy Survey aan de hand van speciaal
daarvoor ontwikkelde geletterdheidstaken naging hoe de vaardigheden inzake lezen,
schrijven en rekenen verspreid waren onder de volwassen bevolking en hoe die vaardigheden
verband hielden met sociaal-demografische variabelen en tewerkstelling (Kirsch, 1995).
IALS werd uitgevoerd in 23 landen/regio’s in de periode 1994-1998. Vlaanderen nam deel in
1996 en de resultaten van toen zijn nog steeds de recentste gegevens die over de geletterdheid
van de Vlaamse beroepsbevolking beschikbaar zijn. Zij vormden tevens de basis voor het
geletterdheidsbeleid van de voorbije jaren.
Vlaanderen scoorde globaal genomen vrij goed in het IALS-onderzoek, maar er werd wel een
beduidend verschil vastgesteld tussen de geteste schalen (Van Damme, 1997). Vlamingen
scoorden veel beter op kwantitatieve vaardigheden dan in het omgaan met proza. Zo was het
percentage Vlamingen dat gemiddeld op de hoogste niveaus van de kwantitatieve schaal
presteerde (22,5%) meer dan de helft groter dan datzelfde percentage bij de prozaschaal
(14,3%). De prestaties op de documentschaal bevonden zich met 17,2% hoogpresteerders
tussen de twee andere schalen. Verder bleek uit IALS dat de grote groep goed presteerders
niet impliceert dat er weinig mensen zijn die de basisniveaus niet halen. In Vlaanderen
schommelden de percentages volwassenen die op het laagste niveau presteerden tussen de
15,3% (documentschaal) en 18,4% (prozaschaal). Zelfs voor de kwantitatieve schaal, waar
meer dan één vijfde van de respondenten het hoogste niveau haalde, situeerde nog steeds
17,6% van de Vlaamse volwassenen zich op het laagste niveau. Deze resultaten waren
aanleiding voor de belangrijke conclusie dat meer dan 1 op 7 volwassen Vlamingen
onvoldoende kon lezen of schrijven om naar behoren te kunnen functioneren in de
maatschappij. Omgezet naar concrete aantallen: tussen 15 en 18% van de Vlaamse bevolking
ofwel zo’n 700.000 à 850.000 volwassenen.
Hoofdstuk 1
5
IALS liet niet alleen een schatting van de groep laaggeletterden toe; het inventariseerde ook
vele variabelen die mogelijks een invloed hebben op het geletterdheidsniveau van
volwassenen. Op die manier werd het mogelijk om de karakteristieken van de volwassenen
die op de laagste niveaus presteerden meer in detail te bekijken en een soort profiel voor die
groep op te stellen:
In de groep Vlaamse volwassenen die op minstens één van de IALS-domeinen op het
laagste niveau geletterdheidsniveau presteert, zijn vrouwen (60%) meer
KADER 1.1 - IALS IN EEN NOTENDOP
De International Adult Literacy Survey (IALS) is het eerste grootschalig vergelijkend onderzoek naar
de taal- en rekenvaardigheden bij volwassenen. Tussen 1994 en 1998 werd het afgenomen in:
Australië Italië Polen
Canada Finland Slovenië
Chili Groot-Brittannië Tsjechische Republiek
Denemarken Nederland Verenigde Staten
Duitsland Nieuw-Zeeland Vlaanderen
Hongarije Noord-Ierland Zweden
Ierland Noorwegen Zwitserland (Franstalige, Duitstalige
en Italiaanse regio)
In elk deelnemend land/regio werd een representatieve toevalssteekproef getrokken van de volwassen
bevolking van 16 tot 65 jaar. De Vlaamse steekproef bestond uit 2261 respondenten.
Iedere deelnemer aan IALS moest zowel een achtergrondvragenlijst als een testboekje invullen. Op
basis van die gegevens werd op drie cognitieve domeinen gerapporteerd en konden prestaties gelinkt
worden aan sociaaldemografische en andere achtergrondgegevens.
In de cognitieve instrumenten werden uiteindelijk 114 speciaal voor het onderzoek ontwikkelde
testitems opgenomen. Iedere deelnemer kreeg in zijn/haar testboekje een selectie van deze taken.
De drie IALS-domeinen slaan terug op de soorten taken die in de instrumenten werden opgenomen:
Prozageletterdheid Kennis en vaardigheden nodig om informatie uit doorlopende teksten zoals artikels, nieuwsberichten, gedichten en fictie te begrijpen en te gebruiken
Documentgeletterdheid Kennis en vaardigheden nodig om informatie uit verschillende tekstformaten zoals loonlijsten, kaarten, tabellen en grafieken te vinden en te gebruiken
Kwantitatieve geletterdheid
Kennis en vaardigheden nodig om losse of opeenvolgende rekenkundige bewerkingen met getallen uit gedrukte materialen uit te voeren (bijv. berekenen van een fooi of bepalen van de hoeveelheid interest op een lening)
Voor ieder domein werden de resultaten naar een schaal van 0 tot 500 punten omgezet. Vervolgens
werden die scores gegroepeerd tot vijf opeenvolgende geletterdheidsniveaus waarbij ieder niveau het
toepassen van bepaalde vaardigheden impliceert.
IALS maakte het voor de deelnemende landen mogelijk om de verdeling van de eigen functionele taal-
en rekenvaardigheden te vergelijken met die in de andere landen met elkaar te vergelijken, om inzicht
te krijgen in welke factoren de nationale prestaties vooral beïn
Recommended