UvA - STUDIEGIDS BACHELOR ...ictomci.socsci.uva.nl/student-doc/overig/studiegids_4406...online voor...

FA C U L T E I T D E R MA A T S C H A P P I J - E N GE D R A G S W E T E N S C H A P P E N

ME D I A E N CO M M U N I C A T I E CO L L E G E

ST U D I E G I D S BA C H E L O R CO M M U N I C A T I E W E T E N S C H A

P 2009-2010

F A C U L T E I T D E R M A A T S C H A P P I J - E N G E D R A G S W E T E N S C H A P P E N

Studiegids Bachelor Communicatiewetenschap 2009-2010

M E D I A E N C O M M U N I C A T I E C O L L E G E

Voorwoord

Voorwoord

Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam is de afgelopen vijftien jaar sterk gegroeid en heeft zich ontwikkeld tot een bloeiende studierichting. Het gaat goed met de opleiding zoals blijkt uit het positieve oordeel van de visitatiecommissie in het afgelopen jaar, de positieve evaluaties van studenten en de gestaag groeiende instroomcijfers.

Nadat een aantal jaren geleden het universitaire onderwijs overal in Nederland in twee onderdelen is gesplitst, namelijk het bachelor en het masteronderwijs, is aan de Universi-teit van Amsterdam nu ook het onderwijs organisatorisch in twee eenheden onderge-bracht. Bij communicatiewetenschap wordt het masteronderwijs verzorgd door de Graduateschool of Communication. Het onderwijs op bachelorniveau wordt verzorgd door het Media en Communicatie College. Deze studiegids is de eerste van dit College.

In het bacheloronderwijs is veel aandacht voor het onderzoek van de wetenschappelijke staf. Dat gebeurt op natuurlijke wijze, omdat vrijwel alle docenten die voor ons instituut werken, participeren als onderzoeker in de internationaal gerenommeerde onderzoek-school ASCoR (The Amsterdam School of Communications Research). We vinden die relatie met onderzoek belangrijk aan de universiteit, ook met oog op doorstroommogelijk-heden naar masterprogramma’s.

In de bachelor is de afgelopen jaren het aanbod van Engelstalige modulen uitgebreid om studenten uit het buitenland meer mogelijkheden te bieden om bij ons onderwijs te volgen. Internationalisering is ook voor de Nederlandse studenten interessant omdat het de mogelijkheid opent voor allerlei andere contacten en zo de drempel verlaagt naar studeren in het buitenland en een internationale carrière. De keuzeruimte in de bachelor biedt mogelijkheden om ook in het kader van de studie al de eerste internationale stappen te zetten.

In deze studiegids is informatie te vinden over de opleiding. Daarnaast zijn er ook allerlei algemene gegevens te vinden over faciliteiten, de organisatie van het instituut en van de faculteit. Het onderwijsinstituut maakt deel uit van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG) van de Universiteit van Amsterdam.

Als je gaat studeren word je lid van de academische gemeenschap en die gemeenschap omvat meer dan je eigen studierichting en meer dan de Universiteit van Amsterdam. Voor studenten die geïnteresseerd zijn in meer dan de verplichte activiteiten is het volgen van een speciaal honoursprogramma een interessante mogelijkheid. Het programma biedt de mogelijkheid van extra onderwijs en voor samenwerking met studenten die een vergelijk-bare belangstelling hebben.

i

Voorwoord

Nieuwsgierigheid, geloof in het debat en respect voor andermans mening vormen de basisvoorwaarden voor vooruitgang in de wetenschap. Maak van de mogelijkheid om te studeren gebruik om jezelf te vormen en samen met anderen te zoeken naar de grenzen van het kennen. Ik wens jullie daarbij ook in het komende jaar veel plezier en succes.

Dr. Jan de Ridder Directeur Media en Communicatie College

ii

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Voorwoord i

1 Belangrijke informatie 11.1 Plattegrond 11.2 Belangrijke data 21.2.1 Academische kalender 2009-2010 21.2.2 Inschrijf- en onderwijsperioden 21.2.3 Uitreiking getuigschriften 31.3 Belangrijke adressen 31.4 Belangrijke informatiebronnen 31.5 Belangrijke veranderingen 41.6 Onderwijsaanbod bachelor Communicatiewetenschap 5

2 Bachelor Communicatiewetenschap 92.1 Bachelor Communicatiewetenschap 92.1.1 De opleiding 92.1.2 Onderwijsprogramma 112.1.3 Verkorte bacheloropleiding voor HBO studenten 132.1.4 Keuzeruimte 152.1.5 Studeren in het buitenland 232.1.6 Disciplinair honoursprogramma 252.2 Minor Communicatiewetenschap (30 en 60 stp. variant) 262.2.1 Algemeen 262.2.2 Soorten minoren 262.2.3 Studieplanning 272.2.4 Verdere inlichtingen 282.3 Moduulinformatie 282.3.1 Verplichte modulen 292.3.2 Bachelor seminars 512.3.3 Keuzevakken CW 812.3.4 Afstudeerfase 892.4 Organisatie van het onderwijs 912.4.1 Inschrijven voor vakken 912.4.2 Ingangseisen 922.4.3 Onderwijsvormen 942.4.4 Normen studiebelasting 942.4.5 Tentamens en tentamenreglement 952.4.6 Examens en Cum Laude 952.4.7 Onderwijs- en Examenregeling (OER) 952.5 Vrij onderwijsprogramma 962.6 Na de bachelor 96

iii

Inhoudsopgave

3 Studie algemeen 993.1 Inschrijfprocedures en inschrijfperiodes 993.1.1 Algemeen 993.1.2 Voorinschrijving seminars 1003.1.3 Inschrijven voor het masteronderwijs 1003.2 Opleidingscommissie 1013.3 Examencommissie 1023.4 Tentamenadministratie 1023.5 Maximale literatuurkosten 1023.6 Aanvragen examen 1023.7 Tentamen 1033.8 Fraude en plagiaat 1043.9 Onderwijsevaluaties 1053.10 Onderwijsbalie 1053.11 Studievoorlichting en studieadvisering 1063.12 Studievereniging Mercurius 107

4 Faciliteiten 1094.1 Bibliotheken 1094.1.1 Universiteitsbibliotheek van Amsterdam 1094.1.2 Bushuisbibliotheek 1094.2 UvA ICT-diensten 1104.2.1 Informatiseringscentrum 1104.2.2 Studiecentra 1124.3 Kantines 1134.4 Kopiëren 1134.5 Informatievoorzieningen 1134.5.1 Algemeen 1134.5.2 Belangrijke websites 1144.5.3 Onderwijsbalie 1144.5.4 Studentenzaken 1154.5.5 Prikborden 1184.5.6 Audiovisuele apparatuur: Phanta Vision 118

5 Organisatie van het Media en Communicatie College (MCC) 1195.1 Algemeen 1195.2 Managementteam 1195.3 Studenteninspraak 1195.4 Bureau van het Media en Communicatie College 1205.4.1 Onderwijsbalie 1205.4.2 ICT & Onderwijs (ICTO) 120

6 Rechtsbescherming 1216.1 Studentenstatuut 121

iv

Inhoudsopgave

6.2 Privacyregeling 1226.3 Interne klachtenregeling 1226.4 Ombudsman 1236.5 Vertrouwenspersoon 1236.6 College van Beroep voor de Examens (COBEX) 1246.7 Bezwaar-/beroepsprocedure bij CvBHO 1246.8 Juridische ondersteuning 1246.9 Het RechtsBureau van de ASVA Studentenunie 124

7 Persoonsregister 1277.1 Media en Communicate College 1277.2 Docenten 127

Cursusindex 131

Trefwoordenlijst 133

v

Inhoudsopgave

vi

Belangrijke informatie Bela

ngrijke

info

rma

tie

1 Belangrijke informatie

1.1 Plattegrond

1

Belangrijke informatie

1.2 Belangrijke data

1.2.1 Academische kalender 2009-2010

De academische kalender is als volgt:

■ Eerste semester: 31 augustus 2009 - 29 januari 2010 ■ Tweede semester: 1 februari 2010 - 25 juni 2010 ■ Geen colleges:

Kerstvakantie: 21 december 2009 t/m 1 januari 2010 Goede vrijdag: vrijdag 2 april 2010 2e paasdag: maandag 5 april 2010 Koninginnedag: vrijdag 30 april 2010 Bevrijdingsdag: woensdag 5 mei 2010 Hemelvaart: donderdag 13 mei 2010 + vrijdag 14 mei 2010 2e Pinksterdag: maandag 24 mei 2010

1.2.2 Inschrijf- en onderwijsperioden

Hieronder vind je de inschrijf- en onderwijsperioden. Raadpleeg voor informatie over de inschrijfprocedure hoofdstuk 3. Belangrijke onderwerpen zijn onder andere de voorin-schrijving voor seminars, verlate inschrijving, en inschrijven voor het onderwijs in de master na de bachelor. De details van het onderwijs zijn te vinden op Blackboard of het werkboek van het betreffende vak.

Onderwijs 2009-2010:

1e semester

■ Inschrijfperiode: (voor blok 1 en blok 2): 22 juni 2009 - 17 juli 2009 ■ Onderwijsperiode:

■ Semestervak: 31 augustus 2009 - 15 januari 2010■ Blok 1 vak: 31 augustus 2009 - 6 november 2009 ■ Blok 2 vak: 9 november 2009 - 29 januari 2010

■ Uiterlijke uitschrijfdata .

■ Blok 1- en semestervakken: 4 september 2009■ Blok 2 vakken: 13 november 2010

2e semester

■ Inschrijfperiode (voor blok 1 en blok 2): 7 december 2009 - 15 januari 2010 ■ Onderwijsperiode:

■ Semestervak: 1 februari 2010 - 11 juni 2010■ Blok 1 vak: 1 februari 2010 - 9 april 2010■ Blok 2 vak: 12 april 2010 - 25 juni 2010

2


ngrijke

info

rma

tie

■ Uiterlijke uitschrijfdata ■ Blok 1- & semestervakken: 5 februari 2010 ■ Blok 2 vakken: 16 april 2010

Onderwijs 2010-2011:■ Inschrijfperiode 1e semester (voor blok 1 en blok 2): 21 juni 2010 - 16 juli 2010

1.2.3 Uitreiking getuigschriften

De getuigschriften worden (onder voorbehoud) op de volgende data uitgereikt:

■ Propedeuse uitreiking: 2 november 2009 ■ Bachelor uitreikingen: 22 oktober 2009 en 25 maart 2010

1.3 Belangrijke adressen

Media en Communicatie College Kloveniersburgwal 48 1012 CX te Amsterdam http://www.fmg.uva.nl/mci

■ Onderwijsbalie: 020-525 3003, openingstijden: ma. t/m vr. 10.30u.-13.00u. telefonisch bereikbaar: ma. t/m vrij. 10.00u. - 16.00u. Veel gestelde vragen en het contactformulier http://www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw.

■ Studieadviseur: mw. drs. M.S. Sillekens, afspraken kunnen bij de onderwijsbalie gemaakt worden. Veelgestelde vragen en het contactformulier zijn te vinden op http://www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw.

■ OwI-student : [email protected]. ■ Internationalisering: mw. drs. H. Straesser, inloopspreekuur: di. 11–12 uur, kamer

D004. Telefonisch spreekuur: woensdag, 9.30-10 uur, 020-525 4474, [email protected].

■ ExamencommissieCommunicatiewetenschap, Kloveniersburgwal 48, 1012 CX Amsterdam.

■ Studievereniging Mercurius: ma. t/m vrij. 12–14 uur, tel. & fax: 020-525 3988 [email protected].

■ Directiesecretaresse: mw. E.H.A. Erents, 020-525 3198 (niet aanwezig op woensdag). ■ Onderwijsdirecteur: dr. J.A. de Ridder, bereikbaar via de directiesecretaresse,

[email protected] € e-mail.

1.4 Belangrijke informatiebronnen

■ Internet ■ website bachelor: http://www.student.uva.nl/cw

3


■ studieweb: http://studieweb.student.uva.nl ■ webmail: http://webmail.student.uva.nl■ blackboard: http://blackboard.ic.uva.nl■ MijnUvA: http://www.mijnuva.nl ■ studiegids: http://www.studiegids.uva.nl

■ E-mail: de UvA beschouwt de UvA studentenmail als een officieel communicatiekanaal. Controleer daarom regelmatig je UvA-mailbox. Zorg regelmatig voor het opschonen van je mailbox, zodat je alle e-mail ontvangt.

■ Studiegids: de studiegids verschijnt jaarlijks en bevat informatie over de bachelor zoals die in het betreffende studiejaar worden aangeboden. Raadpleeg de studiegids online voor het complete onderwijsaanbod aan de UvA en de meest actuele stand van zaken. Deze studiegids bevat informatie over de opleiding zoals deze per 31 aug. 2009 wordt aangeboden. Ben je voor 31 aug. 2009 met de opleiding gestart, raadpleeg dan ook de studiegids van het jaar waarin je bent begonnen.

■ Semestergids: per semester wordt er een aanvulling op de studiegids uitgebracht met gedetailleerde informatie over het inschrijven voor modulen en eventuele wijzigingen op de studiegids. Je krijgt uiterlijk een week voor aanvang van de inschrijfperiode via je studentenmail bericht wanneer je deze semestergids op de website kunt bekijken en downloaden.

■ Onderwijsbalie: Heb je de studiegids doorgenomen, de 'veelgestelde vragen' op de website gelezen en blijft een vraag onbeantwoord? De medewerkers van de onderwijsbalie staan graag voor je klaar. In hoofdstuk 3 vind je informatie over de bereikbaarheid. Je kunt je vraag ook stellen via het webformulier op www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw.

■ Studieadviseur: Een overzicht van de meest gestelde vragen aan de studieadviseur is te vinden op www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw de studieadviseur van de opleiding is op diverse manieren bereikbaar: via het telefonisch terugbelspreekuur, op het inloopspreekuur en op het afsprakenspreekuur. In hoofdstuk 3 zijn de bereikbaarheidsgegevens opgenomen.

1.5 Belangrijke veranderingen

■ Media en Communicatie CollegeHet Media & Communicatie Instituut heeft zich opgesplitst in het Media en Communicatie College (MCC) en de Graduate School of Communication (GSC). Onder het MCC valt de bacheloropleiding Communicatiewetenschap. Onder de GSC vallen de masteropleiding Communicatiewetenschap en de research master Communication Science.

■ Verhuizing Media en Communicatie College In de zomer van 2009 zal het Media en Communicatie College zich verplaatsen naar een ander deel in het gebouw. Onderwijsbalie, studieadviseurs en

4


ngrijke

info

rma

tie

onderwijssecretariaat zullen dit studiejaar hun deuren openen op de begane grond van het Oost Indisch Huis (OIH) in het gedeelte achter de onderwijsbalie.

■ Bereikbaarheid onderwijsbalie en studieadviseurVanaf heden wordt de e-mail van de onderwijsbalie en de studieadviseur niet meer beantwoord. De meest voorkomende vragen staan op de 'veel gestelde vragen' pagina op de website. Blijft je vraag onbeantwoord, maak dan gebruik van het webformulier dat je op de website vindt.

■ Afronding cijfersEindcijfers tussen de 5,0 en 6,0 worden om administratieve redenen afgerond. Onvoldoende resultaten van een 5,1 tot en met een 5,4 worden in de administratie opgenomen als een 5,0. Voldoende resultaten van een 5,5 tot en met een 5,9 worden afgerond naar een 6,0.

■ Speciale HerkansersgroepenVoor de volgende vakken worden dit studiejaar speciale herkansersgroepen georganiseerd: Inleiding Communicatiewetenschap (ICW), Methoden van Communicatie Onderzoek I (MCO-I), Communicatiebeleid (CB), Media Entertainment & Populaire Cultuur (MP), In- & Externe communicatie (IEC), Media Economie (ME), Methoden van Communicatie Onderzoek II (MCO-II), Communicatie Ethiek (CE) & Communicatie Advies (CA).

■ Drastische herziening bachelor Communicatiewetenschap In het studiejaar 2010-2011 zal het eerste jaar van de bachelor geheel herzien worden. In 2011-2012 het tweede en derde jaar van de bachelor opleiding. Realiseer je dat het niet halen van vakken extra vervelende gevolgen kan hebben. In veel gevallen zal het vak er na een jaar anders uitzien.

1.6 Onderwijsaanbod bachelor Communicatiewetenschap

Raadpleeg hoofdstuk 1.2 (Belangrijke data) voor de start-en einddata van de semesters en blokken. De gehanteerde afkortingen zijn hc voor hoorcollege, bg voor begeleidingsgroep en vg voor virtuele groep.

Propedeuse

semester blok vak stp. onderwijsvorm

1 1 Inleiding Communicatiewetenschap (ICW) 10 hc en bg

1 1 Practicum Mondelinge en Schriftelijke Vaardigheden (PMSV)

5 practicum

1 - Methoden van Communicatie Onderzoek I (MCO-I) semes-tervariant voor HBO-instromers en premasterstudenten

10 hc, bg & practicum

1 2 Methoden van Communicatie Onderzoek I(MCO-I) blokva-riant voor reguliere propedeusestudenten

10 hc, bg& practicum

5


1 2 Communicatie en Sociale Beïnvloeding (CSB) 5 hc en bg

1 2 Practicum Academische Vaardigheden (PAV) LET OP: Alleen voor HBO-instromers

5 practicum

2 - Practicum Literatuur- en Empirisch Onderzoek (PLEO) 10 practicum

2 1 Media Entertainment & Populaire Cultuur (MP) 5 hc en bg

2 1 Communicatiebeleid (CB) 5 hc en bg

2 2 In- en Externe Communicatie (IEC) 5 hc en bg

2 2 Media Economie (ME) 5 hc en bg

Vervolgfase

Verplichte vakken in de reguliere bachelor CW


1 - Methoden van Communicatie Onderzoek II (MCO-II) 10 hc en practicum

1 - Leeronderzoek (LO) 10 werkgroep

1 1 Wetenschapsfilosofie (WF) 5 hc en bg

1 1 Internet, Communicatie en Technologie (ICT) 5 hc en vg

1 2 Communicatie Ethiek (CE) 5 hc en bg

1 2 Communicatieadvies (CA) 5 hc en bg

2 - Methoden van Communicatie Onderzoek II (MCO-II) 10 hc en practicum

2 - Leeronderzoek (LO) 10 werkgroep

2 2 Onderzoekspracticum (OP) voor premasterstudenten 10 practicum

Keuzevakken


1 1 Communicatiewetenschap voor niet-cw'ers 10 hc

1 1 Internationale communicatie 5 hc

1 2 Conflict en media 5 hc

2 1 Kwalitatief Methoden van Communicatie Onderzoek 5 hc

2 1 Politiek en media (Universiteit Leiden) 6 hc en bg

2 2 Strategische communicatie 5 hc

Propedeuse

6


ngrijke

info

rma

tie

Bachelor seminars *


1 1 Mediaplanning (CCV) 5 seminar

1 1 Reclame & cultuur (CCV) 5 seminar

1 1 Communicating Europe (MJPO) 5 seminar

1 1 Entertainment genres (MEPC) 5 seminar

1 1 Mondiale communicatie & de informatiesamenleving (MJPO)

5 seminar

1 1 Gezondheidsvoorlichting & gedragsverandering (CCV) 5 seminar

1 1 The media "frame" politics: content and effects (MJPO) 5 seminar

1 1 Europese uitbreiding, publieke opinie & media (MJPO) 5 seminar

1 2 Televisie & publiek (MEPC) 5 seminar

1 2 Gezondheidsvoorlichting op maat (CCV) 5 seminar

1 2 Participatory media (MJPO) 5 seminar

1 2 Customer media (CCV) 5 seminar


2 1 Gezondheidsvoorlichting& gedragsverandering (CCV) 5 seminar

2 1 Reclame & cultuur (CCV) 5 seminar

2 1 Gamers & games (MEPC) 5 seminar

2 1 Producten & effecten van publieke opinie (MJPO) 5 seminar

2 1 Participatory media (MJPO) 5 seminar

2 1 Kwaliteit van online journalistiek (MJPO) 5 seminar

2 2 Interne communicatie (MJPO) 5 seminar

2 2 Expanding the boudaries of journalism (MJPO) 5 seminar


2 2 Populaire cultuur; representaties in de media (MEPC) 5 seminar

2 2 Media innovation (MJPO) 5 seminar

2 2 De autonome dynamiek van communicatie (MJPO) 5 seminar

2 2 Merkcommunicatie (CCV) 5 seminar

2 2 Overtuigende communicatie (CCV) 5 seminar

2 2 Media influence on imagery (MEPC) 5 seminar

Vervolgfase

7


* Raadpleeg de online studiegids en semestergids voor een actueel aanbod van bachelor-seminars.

** Ieder blok worden enkele afstudeerseminars aangeboden. Raadpleeg de online studie-gids en semestergids voor titels en de moduulbeschrijving. Let op: afhankelijk van je stu-dieprogramma duurt een afstudeerseminar 16 of 20 weken. Raadpleeg de algemene moduulomschrijving van het afstudeerseminar voor de precieze regeling.

Indien er te weinig belangstelling is voor een seminar bij de inschrijving kan worden besloten dat het seminar uit het aanbod vervalt. Voor de ingeschreven studenten wordt een passende oplossing gezocht.

2 2 Media invloed op beeldvorming (MEPC) 5 seminar

2 2 Mondiale communicatie en de informatiesamenleving (MJPO)

5 seminar

2 2 Voorlichting (CCV) 5 seminar

2 2 Contact met de pers (MJPO) 5 seminar

Afstudeerseminars **

Vervolgfase

8

Bachelor Communicatiewetenschap

Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

2 Bachelor Communicatiewetenschap

2.1 Bachelor Communicatiewetenschap

2.1.1 De opleiding

Onderwijsdirecteur: dr. J.A. (Jan) de Ridder. Programmacoördinator: dr. R. (Richard) van der Wurff. Opleidingscoördinator: mw. drs. W.F.M. (Wendy) van der Linden. Studieadviseur: mw. drs. M.S. (Mieke) Sillekens. Directiesecretaresse: mw. E.H.A. (Esther) Erents. Onderwijssecretariaat: mw. N. Bouras, mw. E.H.A. (Esther) Erents, mw. drs. J.H. (Riek) Slotboom en mw. S. (Sanne) Vissers.

2.1.1.1 Studieobject & arbeidsmarktperspectief

Het hoofddoel van de bachelor Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam is studenten voor te bereiden op de uitoefening van een beroep in de informa-tie-, communicatie- en mediasector op academisch niveau. De opleiding is breed opgezet en houdt zich bezig met de relatie tussen media en sociale processen, waarbij die relatie op het microniveau van individuen, het meso-niveau van instituties en het macroniveau van de samenleving als geheel wordt bestudeerd. Meer specifiek gaat het om de studie van productie, inhoud, gebruik, betekenis en effecten van door de media gestuurde com-municatieprocessen op micro-, meso- en macroniveau. Op micro-niveau spelen processen als individuele media-selectie en gebruik, en de effecten daarvan op cognities, emoties en gedragingen. Op institutioneel niveau kijken we naar de manier waarop maatschappelijke en media-instituties de randvoorwaarden organiseren en reguleren waarbinnen communi-catie kan plaatsvinden. Op het niveau van de samenleving zijn we geïnteresseerd in de effecten van media op de publieke opinie en de betekenis van media voor burgerschap en groepsvorming. Communicatiewetenschap is een interdisciplinaire wetenschap. Naast communicatiewetenschappelijke theorieën gebruikt zij theorieën uit de psychologie, sociologie, politicologie, economie, filosofie en het recht. Vanwege haar interdisciplinaire karakter hecht Communicatiewetenschap grote waarde aan de pluraliteit van haar weten-

CommunicatiewetenschapVol- en Deeltijd - Dagonderwijs

Onderwijsinstituut Media en Communicatie College

Studielast 180

Duur 3 jaar

Voertaal Nederlands

Inlichtingen Onderwijsbalie CW

telefoon: +31 20 5253003

Vooropleidingseis alle profielen geven toegang

9


schappelijke methoden en technieken. Een bachelor Communicatiewetenschap is een wetenschappelijke opleiding. Functies die goed aansluiten bij de opgedane inzichten en vaardigheden liggen op het terrein van communicatieonderzoek (ondersteuning bij media-, markten opinieonderzoek), communicatieadvies (beleidsmedewerker bij de overheid of op communicatieafdelingen van bedrijven) of management (bijv. ondersteu-nende staf in mediaorganisaties).

2.1.1.2 Eindtermen

Als je de bachelor Communicatiewetenschap hebt afgerond, beschik je over kennis van en inzicht in:

■ de belangrijkste communicatiewetenschappelijke theorieën, stromingen en empirische bevindingen met betrekking tot de productie, de inhoud, de distributie, het gebruik en de effecten van communicatieboodschappen in maatschappelijke en organisatorische context;

■ de voornaamste communicatiemiddelen (kranten, televisie, radio, tijdschriften, internet etc.) binnen maatschappelijke en organisatorische communicatiestelsels;

■ relevante sociaal-wetenschappelijke, filosofische, ethische en juridische perspectieven op communicatievraagstukken;

■ de onderzoeksdesigns en de gangbare methoden en technieken van sociaal-wetenschappelijk communicatieonderzoek.

Verder beschik je over de volgende praktische vaardigheden:

■ de vaardigheid om resultaten van communicatiewetenschappelijk onderzoek analytisch en kritisch te evalueren;

■ de vaardigheid om helder schriftelijk en mondeling te rapporteren en te adviseren over communicatievraagstukken en communicatieonderzoeken;

■ de vaardigheid om communicatieproblemen te analyseren en te vertalen in onderzoekbare vraagstellingen en een eenvoudig onderzoek zelfstandig uit te voeren.

En de volgende attitudes:

■ een kritische en analytische houding ten aanzien van communicatievraagstukken in de maatschappij;

■ besef van de maatschappelijke rol van communicatiewetenschap en de communicatiewetenschapper, alsmede van de ethische aspecten van de beroepsuitoefening;

■ wetenschappelijke integriteit, die tot uitdrukking komt in bijvoorbeeld het besef van de eigen beperkingen en de bereidheid tot het herzien van de eigen standpunten.

10


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

2.1.1.3 Toelating

In het studentenhandboek – deel B – is opgenomen welke eisen binnen de UvA gesteld worden aan de vooropleiding. Dit studentenhandboek kan worden geraadpleegd bij de onderwijsbalie en via de website van de UvA (http://www.uva.nl). Voor de bachelor CW zijn de volgende toelatingseisen van kracht:

■ Engels: de vaardigheid om op vwo-eindexamen niveau om een Engelse tekst in goed Nederlands te vertalen.

■ Geschiedenis: kennis van de geschiedenis op het niveau van het gemeenschappelijk deel van de tweede fase vwo.

■ Wiskunde: kennis van het vwo-basisprogramma wiskunde zoals dat in alle vwo-profielen voorkomt.

■ Bezitters van vwo-diploma’s ‘oude stijl’ zonder wiskunde a of b hebben geen automatisch toelatingsrecht tot de bachelor Communicatiewetenschap. Zij kunnen op grond van artikel 7.25, vierde lid WHW een verzoek tot toelating doen. Er kan uitsluitend ingeschreven worden met een beschikking van het College van Bestuur.

Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor bezitters van een buitenlands diploma wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het Staatsexa-men NT 2, dan wel door het verkrijgen van een vrijstelling voor het afleggen van dit examen.

2.1.1.4 Voltijd & deeltijd opleiding

De bachelor Communicatiewetenschap kent de mogelijkheid tot een voltijdse en deel-tijdse inschrijving. Voltijdstudenten ronden 60 stp. per collegejaar af. De bacheloroplei-ding neemt dan drie jaar in beslag. Er wordt geen aparte deeltijdopleiding aangeboden; er zijn dus geen avond- of weekendcolleges. Voltijd- en deeltijdstudenten hebben hetzelfde onderwijsprogramma en volgen de studieonderdelen samen. Deeltijdstudenten volgen het reguliere programma in een aangepast tempo, afhankelijk van hun werksituatie en/of andere nevenactiviteiten. Wil je de opleiding in deeltijd volgen, neem dan voor de start van de bachelor contact op met de studieadviseur voor een individuele onderwijsplan-ning.

2.1.2 Onderwijsprogramma

Indien je problemen ervaart met je studieplanning, neem dan contact op met de studiead-viseur. Lees voor meer informatie over studiebegeleiding hoofdstuk 3.

2.1.2.1 Curriculum reguliere opleiding 2009-2010In onderstaande figuur is opgenomen welke vakken onderdeel uitmaken van het curricu-lum van de bachelor CW als je in het collegejaar 2009-2010 start met de opleiding. De propedeuse omvat 60 stp., de vervolgfase 120 stp. In totaal omvat de bachelor 180 stp.

11


In de volgende studieschema'sis te zien hoe de voltijdse bachelor in drie jaar is gepland. In deze planning zijn keuzevakken van 5 en 10 stp. als uitgangspunt genomen. Je kunt dit invullen naar wens. De bachelor seminars, keuzevakken, MCO-II en Leeronderzoek zijn modulen die niet semestergebonden zijn. Ben je vertraagd omdat je bepaalde vakken nog niet hebt gehaald, dan kun je, mits je aan de ingangseisen voldoet, nagaan welke vakken je wel kunt gaan volgen.

Curriculum bachelor CW

Propedeuse: 1e jaar

moduul stp.

Inleiding Communicatiewetenschap (ICW) 10

Practicum Mondelinge en Schriftelijke Vaardigheden (PMSV) 5

Methoden van Communicatie Onderzoek I (MCO-I)(blokvariant) 10

Communicatie en Sociale Beïnvloeding (CSB) 5

Practicum Literatuur- en Empirisch Onderzoek (PLEO) 10

Themamoduul: In- en Externe Communicatie (IEC) 5

Themamoduul: Media Entertainment & Populaire Cultuur (MP) 5

Themamoduul: Communicatiebeleid (CB) 5

Themamoduul: Media Economie (ME) 5

Propedeuse in totaal 60

Vervolgfase: 2e, 3e jaar

moduul stp.

Methoden van Communicatie Onderzoek II (MCO-II) 10

Leeronderzoek (LO) 10

Wetenschapsfilosofie (WF) 5

Communicatie Ethiek (CE) 5

Communicatie Advies (CA) 5

Internet, Communicatie en Technologie (ICT) 5

Keuzeruimte 30

Drie bachelor seminars van elk 5 stp. 15

Afstudeerseminar 15

Bachelor Stage 20

Bachelor in totaal 180

12


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

Bovenstaande planning ziet er anders uit als je een minor wilt gaan volgen of in het bui-tenland wilt gaan studeren. Het is aan te raden om dan in een vroeg stadium samen met de studieadviseur een individuele planning te maken, raadpleeg hoofdstuk 3.11 voor meer informatie over studieadvies.

2.1.2.2 Curriculum reguliere opleiding 2008-2009 & 2007-2008

Studenten die in 2008-2009 en studenten die in 2007-2008 met de reguliere bachelor CW zijn gestart, volgen hetzelfde curriculum en studieschema als studenten die in 2009-2010 met de opleiding starten.

2.1.3 Verkorte bacheloropleiding voor HBO studenten

Ongeacht de lengte en de aard van de afgeronde HBO opleiding, word je niet direct toegelaten tot de master CW. Als je de master CW wilt volgen, volg je eerst de bachelor CW met vrijstellingen. Het aantal vrijstellingen wordt individueel toegekend en is afhankelijk van de HBO opleiding die je hebt afgerond.

Heb je een inhoudelijk nauw verwante HBO opleiding afgerond (bijvoorbeeld de vierjarige HBO opleiding Communicatie, Management of Economie) dan volg je de verkorte bacheloropleiding met een omvang van 90 stp. Indien je een minder verwante HBO opleiding hebt gevolgd, gelden andere vrijstellingen (met een maximum tot 50 stp.). Neem voor meer informatie contact op met de studieadviseur: studieadviseur-cw-

Propedeuse: 1e jaar

Semester 1 Semester 2

Blok 1: ICW, PMSV Blok 1: PLEO, MP, CB

Blok 2: MCO-I, CSB Blok 2: PLEO (vervolg), IEC, ME

Vervolgfase: 2e jaar


Blok 1: MCO-II, ICT, WF Blok 1: LO, keuzevakken (10 stp.)

Blok 2: MCO-II (vervolg), CA, CE Blok 2: LO (vervolg), keuzevakken (10 stp.)

Vervolgfase: 3e jaar


Blok 1: Twee bachelorseminars, keuzevak (5 stp.) Blok 1: Afstudeerseminar (vervolg), Bachelor stage

Blok 2: Eén bachelorseminar, keuzevak (5 stp.), Af-studeerseminar

Blok 2: Bachelor stage (vervolg)

13


[email protected] € e-mail. Na afronding van de verkorte bacheloropleiding, wordt de titel Bachelor of Science toegekend, waarna je met de Master Communicatiewetenschap kunt starten.

2.1.3.1 Verkorte bacheloropleiding 2009-2010HBO studenten die op 31 augustus 2009 met de verkorte bachelor CW beginnen, volgen het volgende programma:

In het studieschema hieronder is te zien hoe de voltijdse verkorte bachelor in 1,5 jaar is gepland. Let op, als je niet aan de ingangseisen van vakken voldoet bij aanvang van het onderwijs loop je vertraging op. Wanneer je één of meerdere vakken niet voldoende afrond is het raadzaam tijdig contact op te nemen met de studieadviseur om een aange-paste planning te maken. De ingangseisen staan vermeld in de moduulomschrijvingen van de afzonderlijke vakken en in hoofdstuk 3.

moduul stp.

Inleiding Communicatiewetenschap (ICW) 10

Methoden van Communicatie Onderzoek I (MCO-I)(semestervariant) 10

Communicatie en Sociale Beïnvloeding (CSB) 5

Practicum Academische Vaardigheden (PAV) 5

Methoden van Communicatie Onderzoek II (MCO-II) 10

Themamoduul: Media Entertainment & Populaire Cultuur (MP) 5

Themamoduul: Communicatiebeleid (CB) 5

Themamoduul: In- en Externe Communicatie (IEC) 5

Bachelorseminar 5

Leeronderzoek (LO) 10

Wetenschapsfilosofie (WF) 5

Afstudeerseminar 15

Verkorte bachelor in totaal 90

2009-2010


Blok 1: ICW, MCO-I Blok 1: MCO-II, MP, CB

Blok 2: MCO-I (vervolg), CSB, PAV Blok 2: MCO-II (vervolg), IEC, Bachelor seminar*

14


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

*Let op de ingangseisen. Alle te volgen propedeuse onderdelen (waaronder de themamo-dulen) zijn ingangseis voor bachelorseminars. Indien voldaan is aan alle eerdere verplich-tingen en IEC het enige themamoduul is dat nog afgerond moet worden, kom je in aanmerking voor dispensatie voor bachelorseminars. Als je een bachelor seminar van CCV wilt volgen, moet je de tentamenstof van het themamoduul IEC voor de start van het onderwijs hebben gestudeerd. Zie voor alle overige ingangseisen hoofdstuk 3.

Uitgebreide informatie over de master CW vind je in de studiegids van de master Com-municatiewetenschap. Meer informatie over het inschrijven voor het masteronderwijs na afronding van je bachelor vind je in hoofdstuk 6.

2.1.3.2 Verkorte bacheloropleiding 2008-2009

HBO studenten die op 1 september 2008 met de verkorte bachelor CW zijn begonnen, volgen hetzelfde curriculum als studenten die in 2009-2010 starten.

2.1.4 Keuzeruimte

Algemene informatieJe mag keuzevakken die aangeboden worden door de opleiding Communicatieweten-schap volgen als je ten minste 40 stp. van de propedeuse hebt afgerond waaronder ICW. Als je een keuzevak volgt bij een andere opleiding kan het zijn dat er andere eisen worden gesteld. Dit geldt ook voor de vakken die zijn opgenomen in de aanbevolen keuzevakken-lijst.

StudieplanningHoewel je een keuzevak kiest op inhoud is een voorwaarde dat het past in je planning. Het studiepad is flexibel; het is toegestaan om bachelorseminars eerder op te nemen in je pro-gramma. Dit kan nodig zijn als je een keuzevak wilt volgen dat alleen in een bepaald semester wordt aangeboden, je een periode in het buitenland wilt studeren, je een minor of schakelprogramma volgt of als je nog niet aan de ingangseis van het vak voldoet.

Hoe kun je je keuzeruimte invullen?

■ bij andere opleidingen binnen de UvA■ bij andere opleidingen buiten de UvA

2010-2011


Blok 1: LO, WF, afstudeerseminar Start master CW

Blok 2: LO (vervolg), afstudeerseminar (vervolg)

15


■ Door het volgen van een minor (30 stp): een minor is een samenhangend programma van 30 of 60 stp. dat je volgt binnen een bepaald vakgebied.

■ in het buitenland (maak altijd een afspraak met de studieadviseur)■ door het volgen van een schakelprogramma (vanaf 30 stp): een schakelprogramma

geeft toegang tot een master van de desbetreffende opleiding.

Wat je moet weten bij het kiezen van keuzevakken

■ Neem het volgende ter overweging mee: ■ waar ligt je interesse?■ wil je je breed oriënteren of juist specifieke kennis genereren?■ wat wil je met je studie bereiken?■ vraagt het beroepsveld waarin je terecht wilt komen specifieke kennis of

vaardigheden?■ zijn er deficiënties die je moet wegwerken om een bepaalde master te kunnen

beginnen?■ waar heb je ruimte in je programma om een keuzevak te volgen?

■ Toestemming nodig van twee instanties: Houd er rekening mee dat je bij het volgen van keuzevakken toestemming nodig hebt van twee verschillende instanties. a. de examencommissie van CW bepaalt of het door jou gekozen keuzevak of minor

geschikt is als invulling van de keuzeruimte bij CW.b. het organiserende onderwijsinstituut (en dus niet de desbetreffende docent!) bepaalt

of je als CW-student aan de ingangsvereisten voldoet en het vak mag volgen.

■ Ruim van tevoren plannen: Het invullen van je keuzeruimte is afhankelijk van je interesse en de mogelijkheden. Als je ruim van tevoren plant, kun je de vakken volgen die echt je interesse hebben. Bovendien voorkom je hierdoor onnodige studievertraging. Houd bij de inschrijving ook altijd rekening met een alternatief voor het geval je op het laatste moment alsnog niet wordt toegelaten tot het vak. Dit kan gebeuren als studenten van de eigen opleiding, ondanks je inschrijving, voorgaan.

■ Bij voorkeur keuzeruimte vullen buiten CW: Het heeft de voorkeur de keuzeruimte buiten de eigen opleiding in te vullen zodat je leert vanuit een andere discipline kennis op te doen.

■ Deficiënties wegwerken met keuzeruimte: Als je al weet welke master je na de bachelor CW wilt gaan volgen, en voor toelating tot die master enkele deficiënties moet wegwerken, dan kun je wellicht je keuzeruimte binnen de bachelor CW hiervoor gebruiken. Raadpleeg bij de betreffende master of je (en zo ja, welke) deficiënties moet wegwerken en leg je programma voor aan de examencommissie CW.

16


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

Stappenplan voor het kiezen van keuzevakken

1. Hoeveel punten nog? Bepaal hoeveel keuzeruimte je hebt: ■ De bachelor opleiding CW bevat 30 stp. keuzeruimte

2. Op welk niveau? Bepaal op welk niveau de vakken zijn die je wilt volgen. ■ Je mag maximaal 10 stp. op propedeuse/vaardigheidsniveau doen■ De overige vakken moeten op vervolgfaseniveau zijn

3. Minor of losse vakken?Bepaal of je een minor wilt volgen of dat je zelf een selectie van keuzevakken wilt maken. ■ In de bachelor CW kun je een minor volgen van 30 stp.■ Extra gevolgde (goedgekeurde!) keuzevakken worden opgenomen op je cijferlijst.

4. ZoekenZoek een vak/minor in je interessegebied ■ Bekijk de lijst met aanbevolen keuzevakken■ Of zoek zelf een keuzevak of minor:

■ Deze kun je vinden via deze (digitale) studiegids.■ Op andere universiteiten: zoek op de websites van de verschillende

universiteiten.■ In het buitenland: lees de brochure ‘Studeren in het buitenland’ en raadpleeg de

studieadviseur voor een planning.

5. Toestemming examencommissie nodig? Controleer of de vakken die je wilt volgen in de lijst met aanbevolen keuzevakken staan (zie hieronder). ■ Zo ja: je hoeft geen toestemming te vragen aan de examencommissie.■ Zo nee: je moet door middel van een formulier toestemming vragen aan de

examencommissie van CW (http://www.student.uva.nl/cw onder 'download&formulieren'). Dit geldt ook voor vakken die je ‘extra’ volgt, maar wel graag op je cijferlijst wil laten zetten.

6. Toestemming onderwijsinstituut? Controleer altijd VOORAF bij het organiserende onderwijsinstituut of je het vak of de minor mag volgen. Toestemming van de docent alleen is niet voldoende! ■ Voldoe je aan de ingangseis? Zie de moduulinformatie in de studiegids.

17


■ Staat het vak open voor studenten van andere opleidingen? Informeer bij de opleiding.

7. Tijdig inschrijvenEen goede planning voorkomt studievertraging ■ Houd er rekening mee dat de inschrijfperiodes sterk kunnen verschillen per

onderwijsinstituut. Controleer dus lang van tevoren wanneer de inschrijfperiode is en welke procedure je moet volgen (zie hiervoor o.a. de cursusbeschrijvingen in de studiegids).

■ Bij twijfel over de inschrijfprocedure: neem contact op met het organiserende onderwijsinstituut.

2.1.4.1 Goedgekeurde keuzevakken

De examencommissie heeft een groot aantal modulen dat aan de UvA wordt aangeboden goedgekeurd als keuzevak. Deze vakken mogen zonder meer worden opgenomen in de keuzeruimte. De volledige lijst is hieronder opgenomen.

Aanbod keuzevakken Media & Communicatie InstituutDe volgende vakken worden door het Media & Communicatie Instituut aangeboden en zijn zonder meer goedgekeurd als keuzevak op vervolgfaseniveau. De informatie over deze modulen is opgenomen in dit hoofdstuk.

■ Conflict en media (pag. 83) (5 EC)■ Internationale communicatie (pag. 84) (5 EC)■ Strategische communicatie (pag. 86) (5 EC)■ Kind en media (pag. 87) (5 EC)■ Politiek en media (Universiteit Leiden) (5 EC)■ Kwalitatieve Methoden van Communicatie Onderzoek (pag. 85) (5 EC)

Aanbevolen keuzevakkenlijstDe examencommissie heeft een groot aantal modulen dat op de UvA wordt aangeboden goedgekeurd als keuzevak. Deze vakken mogen zonder meer worden opgenomen in de keuzeruimte.

Keuzevakken op propedeuse/vaardigheidsniveau:

Let op: de aanbevolen keuzevakkenlijst geeft aan welke vakken je als onderdeel van je keuze-ruimte mag laten gelden. De lijst geeft echter niet aan of de betreffende opleidingen een garantie geven op deelname bij het vak. Informeer daarom altijd tijdig bij de opleiding waar je een vak wilt volgen of er plaatsen beschikbaar zijn en of er (extra) ingangseisen zijn.

18


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

Semester 1*

ANTROPOLOGIE Inleiding Culturele Antropologie (10 EC)

ECONOMIE Organisatie en Omgeving [PV] (5 EC)

GEESTESWETENSCHAPPEN Inleiding filosofie: historische en metafysische verkenningen 1 (10 EC) Academic English (10 EC) Europese cultuurgeschiedenis (5 EC) Journalistieke vaardigheden (10 EC)

INFORMATIEKUNDE verschillende vakken

LERARENOPLEIDING Academisch Schrijven (5 EC)

POLITICOLOGIE Inleiding gender, seksualiteit en politiek (10 EC) Politieke en economische geschiedenis (6 EC) Bestuur en beleid (6 EC)

PSYCHOLOGIE Inleiding in de Psychologie (5 EC)

RECHTSGELEERDHEID Constitutioneel recht (10 EC) Encyclopedie der rechtsgeleerdheid (15 EC) Bestuursrecht (10 EC) Staats- en bestuursrecht in perspectief (5 EC) Strafrecht (10 EC)

Semester 2*

ECONOMIE Organisatie en Management [PV] (6 EC)

GEESTESWETENSCHAPPEN Cultuur en recht (10 EC) Inleiding Amerikanistiek: de verbeelding van geschiedenis in het gewone Amerikaanse leven (5 EC) Cultuur en samenleving (5 EC)

19


Academic English (10 EC) Journalistieke vaardigheden (10 EC)

INFORMATIEKUNDE verschillende vakken

LERARENOPLEIDING Academisch Schrijven (5 EC) Didactiek en Communicatie (12 EC)

POLITICOLOGIE Inleiding gender, seksualiteit en politiek (10 EC) Politieke theorieën (6 EC) Internationale betrekkingen (6 EC)

PSYCHOLOGIE Arbeids- & Organisatiepsychologie (4 EC) Ontwikkelingspsychologie, inclusief opvoeding & onderwijs (5 EC)

RECHTSGELEERDHEID Europese rechtsgeschiedenis (5 EC)

SOCIOLOGIE Inleiding sociologie (10 EC)

Keuzevakken op vervolgfaseniveau:

Semester 1*

ECONOMIE Ontwikkelingseconomie [KV] (5 EC) Strategie & Organisatie (S&O) [VV] (5 EC) Strategisch Management [BV] (5 EC) Cases in Entrepeneurship (5 EC) Cultural Industries/ Cultural Economics (5 EC)

ONTWIKKELINGSSTUDIES Onderwijs en ontwikkeling (10 EC)

GEESTESWETENSCHAPPEN Inleiding auteursrecht (5 EC) Kunstwerelden: theorie en beroepspraktijk (10 EC)

INTERDISCIPLINAIR Wetenschapsgeschiedenis (6 EC) Religie Nu (6 EC)

20


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

Big History (10 EC) Macht en Onmacht in het Midden-Oosten (5 EC) Rechten van het kind (6 EC)

POLITICOLOGIE UNISCA (10 EC) Visies op organiseren (10 EC)

PSYCHOLOGIE Algemene emotieleer (5 EC) Interpersoonlijke, inter- en intragroepsprocessen (7 EC) Sociale Cognitie (7 EC) Basisprogramma Brein en Cognitie (6 EC) z

RECHTSGELEERDHEID Staats- en bestuursrecht in perspectief (5 EC) International Human Rights Law (5 EC)

SOCIOLOGIE Keuzemodule: Argumenten (5 EC) Basismodule Arbeid, Organisatie & Beleid: Inleiding Arbeids- & Organisatiesociologie (10 EC) Basismodule Cultuursociologie: thema's en theorieën (10 EC)

Semester 2*

ECONOMIE Marketing [BV] (5 EC) Management Support Systems [CC] (5 EC) Strategie & Organisatie (S&O) [VV] (5 EC) Strategisch Management [BV] (5 EC)

GEESTESWETENSCHAPPEN Journalistieke Cultuur in Nederland (5 EC)

INTERDISCIPLINAIR Geschiedenis in het groot (10 EC) Keerpunten in de natuurwetenschappen (6 EC) The dark site of Democracy (5 EC) Intercultural Compentencies (6 EC)

POLITICOLOGIE Experiencing differences (10 EC)

RECHTSGELEERDHEID Conflictbeslechting (10 EC)

21


SOCIOLOGIE Keuzemodule: Argumenten (5 EC) Verdiepingsmodule specialisatie: Organisatieadviesprocessen (OAP) (10 EC) Verdiepingsmodule specialisatie: Human Resources Management (HRM) (10 EC)

* Let op: de periode kan gewijzigd zijn. Controleer altijd vooraf het niveau en de periode in de cursusbeschrijving.

2.1.4.2 Een minor volgen

Studenten Communicatiewetenschap kunnen ook elders een minor van 30 stp. afronden. Je mag met de minor starten op het moment dat je de propedeuse CW hebt afgerond. In de onderstaande lijst staan ter indicatie minoren die door de examencommissie zijn goedge-keurd:

■ Minor Antropologie■ Minor Bedrijfseconomie■ Minor Bedrijfskunde■ Minor Bestuurskunde■ Minor Gender, seksualiteit en cultuur■ Minor Educatie■ Minor Entrepreneurship■ Minor Europese Studies ■ Minor Informatiekunde (gelijk aan schakelprogramma)■ Minor Internationale Betrekkingen■ Minor Kritiek en Journalistiek■ Minor Media en Cultuur■ Minor Media, Cultuur en Informatie: De openbare bibliotheek■ Minor Organisatiekunde■ Minor Politieke Theorie en Politiek Gedrag■ Minor Science and Technology Studies■ Minor Sociologie■ Minor Wijsbegeerte

Als je een minor wilt volgen die niet op de bovenstaande lijst staat, is goedkeuring van de examencommissie nodig. In dat geval leg je een studieplan met een opgave van de keuzeonderdelen en een motivering van deze keuze aan de examencommissie voor. Dat kan met behulp van het daarvoor bestemde formulier dat je kunt vinden op de website (zie het formulier 'Toestemming Minor/Keuzevakken CW' onder downloads en formulieren). Ook hier geldt dat je moet letten op de inschrijfprocedure en -periodes die per onderwijsinstituut verschillen.

Kijk ook op http://www.student.uva.nl/minor. Hierop is uitgebreide informatie te vinden

22


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

over o.a. het minoraanbod binnen de gehele UvA en de procedure van aanmelden en inschrijven voor minoren.

2.1.5 Studeren in het buitenland

Studie in het buitenlandEr zijn vele mogelijkheden om een deel van de studie in het buitenland te doen via uit-wisselingsprogramma’s, veelal met een beurs. Er zijn meer dan veertig partneruniversitei-ten waar studenten naartoe gestuurd worden, en waar we studenten van ontvangen. Naast deze facultaire programma’s is er een groot aantal uitwisselingsmogelijkheden via de brede universitaire programma’s die gecoördineerd worden door het UvA Bureau Interna-tionale Studentenzaken (BIS). Een tijdelijk verblijf in een ander land kan op talloze manieren zijn vruchten afwerpen: de studie kan worden uitgediept, je komt in contact met een andere cultuur, het verbetert je taalvaardigheid en het verbetert je positie op de inter-nationale arbeidsmarkt. Uitzending geschiedt in principe in het derde bachelors jaar of in het derde of vierde doctoraal jaar voor een periode van minimaal 3 maanden (1 trimester) of 5 maanden (1 semester) en maximaal 10 maanden (1 academisch jaar). Alleen in een paar uitzonderingsgevallen is uitwisseling mogelijk op Master niveau (zie brochure voor verdere informatie).

In het buitenland behaalde studieresultaten dienen te worden erkend door de eigen oplei-ding. De mogelijkheid voor deze erkenning wordt in principe vooraf voorlopig bepaald door de studieadviseur of de academische contactpersoon van de uitwisseling; na terug-komst wordt er een verzoek ingediend bij de betreffende examencommissie voor defini-tieve erkenning van de studiepunten. De studieadviseur of de academische contactpersoon van de uitwisseling kan hier meer informatie over geven en tekent voor vertrek het Learning Agreement (leerovereenkomst). Het European Credit Transfer System (ECTS) is binnen Europa ontwikkeld om erkenning van studiepunten te verge-makkelijken en wordt ook door de UvA gehanteerd. Indien het ECTS niet kan worden toegepast, dan vindt de erkenning van de studieresultaten zoveel mogelijk plaats conform de ECTS-systematiek.

Studeren in het buitenland vergt een goede voorbereiding. Voor deelname aan een uitwisselingsprogramma dien je je altijd van tevoren aan te melden. De verschillende uitwisselingsprogramma’s kennen verschillende deadlines, bijvoorbeeld 1 december, 1 februari en 1 maart om je aan te melden voor een studieperiode in het daarop volgend academisch jaar. Het verdient daarom aanbeveling om ongeveer een jaar voor uitzending met de eerste oriëntatie te beginnen. Meer informatie is te verkrijgen bij de contactpersoon internationalisering: mw. drs. H.M. Straesser. Inloopspreekuur: dinsdag 11-12, kr. D0.04 Bushuis/Oost-Indisch Huis, e-mail: h.m.straesser@ uva.nl, tel : 020 525 4474 (ma, wo, do). Het informatieboekje Studeren in het Buitenland is zowel bij haar als bij de onderwijsbalie te verkrijgen, en is tevens te downloaden van de website van de opleiding. Twee maal per jaar wordt een voorlichtingsmiddag georganiseerd die via de

23


prikborden en website wordt aangekondigd. In september vindt de UvA buitenland actieweek plaats. Zie ook http://www.uva.nl/internationaal. Voor informatie over stages in het buitenland dient contact opgenomen te worden met de stagecoördinator van de opleiding.

Engelstalig onderwijs Om buitenlandse (uitwisselings-)studenten de mogelijkheid te bieden aan de UvA sociale wetenschappen en communicatiewetenschap te studeren, worden er programma’s in het Engels aangeboden. Deels gebeurt dat door het onderwijsinstituut zelf, deels door de International School for Humanities and Social Sciences (ISHSS). Meestal zijn deze pro-gramma’s in principe toegankelijk ook voor studenten van de UvA. Dat geldt in ieder geval voor de modulen van de ISHSS die in deze gids zijn opgenomen. Wel is in sommige gevallen voor het volgen van deze modulen toestemming van de studieadviseur of de exa-mencommissie vereist.

Ondersteuningsfonds studie in het buitenland Ter financiering van studie, stage of onderzoek in het buitenland binnen de opleiding kunnen studenten een STUNT-beurs aanvragen. Per 1 september 2008 is het niet meer mogelijk een bijdrage uit het Internationaliseringsfonds te ontvangen, maar zijn de moge-lijkheden voor de STUNT-beurs verruimd. De STUNT-beurs is een vaste bijdrage in de reiskosten die door de Universiteit van Amsterdam en de opleiding wordt uitgekeerd om studenten in staat te stellen een buitenlandervaring op te doen. Studenten die geselecteerd zijn voor een uitwisselingsprogramma’s van het centrale Bureau Internationale Samen-werking krijgen indien van toepassing automatisch een STUNT-beurs toegekend.

De criteria om in aanmerking te komen voor de STUNT-beurs zijn:

■ Ingeschreven staan voor een hoofdstudie bij een AIM of MCC opleiding tijdens verblijf in het buitenland;

■ Nog niet eerder een STUNT-beurs hebben ontvangen;■ De studie, stage of onderzoek beslaat een periode van minimaal 4 aaneengesloten

weken; ■ De studiepunten worden erkend door opleiding:

a. In geval van studie dient de student een door de studieadviseur ondertekend Learning Agreement te hebben b. In geval van stages dient de student een door de stagebegeleider of stagecoordinator goedgekeurd stagevoorstel te hebben c. In geval van onderzoek dient de student over een goedgekeurde onderzoeksopzet te beschikken

■ Een cijfergemiddelde van minimaal een 7 in een redelijk studietempo behaald; ■ Een complete aanvraag ingediend te hebben, bestaand uit het aanmeldingsformulier,

een goede motivatie, een goedgekeurd studie, stage of onderzoeksplan, een recente cijferlijst en kort cv

24


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

■ Geen Erasmusbeurs of veldwerkvergoeding ontvangen voor dezelfde buitenlandse studieperiode.

■ Er kan maar éénmaal in de studie een beroep gedaan worden op dit fonds.■ De aanvragende student dient het derde jaar van het studieprogramma bereikt te

hebben.■ Alleen studenten met een cijfergemiddelde van een 7 of hoger, in redelijk tempo

behaald, komen in aanmerking voor ondersteuning.■ Het plan is helder en samenhangend en heeft een duidelijke plaats in het

studieprogramma.■ De aanvragende student beschikt over een schriftelijk bewijs van toelating van de

ontvangende instelling.

Studenten vragen de STUNT-beurs aan bij de Coordinator Internationalisering van hun opleiding met het daartoe bestemde formulier dat van de website van de opleiding te downloaden is. In de brochure Studeren in het Buitenland voor studenten Communicatie-wetenschap staat een uitgebreide handleiding voor het samenstellen van de beursaan-vraag. Daar staat ook het overzicht van de uit te keren bedragen per regio. Ook deze brochure is te downloaden en is tevens bij de onderwijsbalie te verkrijgen.

2.1.6 Disciplinair honoursprogramma

Excellente studenten kunnen vanaf hun tweede jaar deelnemen aan het disciplinair hon-oursprogramma Communicatiewetenschap. Het programma biedt studenten een extra uitdaging en heeft een extra studielast van 27 - 30 studiepunten. Deze studiepunten moeten naast het reguliere onderwijs worden behaald. Na afronding wordt een honoursdi-ploma uitgereikt naast de bachelorbul.

Inhoud programma Het honoursprogramma bestaat uit de volgende onderdelen:

■ Een aparte werkgroep MCO-II.■ Een verzwaard Leeronderzoek van 13 punten.■ Regelmatige gesprekken met een tutor die aan het honourstraject verdere invulling

geeft, afgestemd op de individuele student.■ Het volgen van enkele interdisciplinaire modulen bij het Instituut voor

Interdisciplinaire Studies (IIS). Ter indicatie kan gedacht worden aan de volgende titels: Meesters van het wantrouwen, Geschiedenis in het groot en Interculturele competenties.

■ Het volgen van Media & Overreding (10 EC), een speciaal ontwikkeld CW-Honoursmoduul.

■ Het individueel schrijven van een thesis van 15 punten en een extra bachelor seminar in plaats van een afstudeerseminar.

25


■ Het bijwonen van een promotie, lezing of lunch vanuit de Amsterdam School of Communications Research (ASCoR) .

DeelnameDeelname is alleen mogelijk indien je per september 2008 met de reguliere bachelor CW bent gestart en je de propedeuse in één jaar gaat afronden (studenten die de verkorte bachelor CW volgen, komen niet in aanmerking voor deelname). Bovendien dien je een (gewogen) gemiddelde van een 7 of hoger te hebben behaald tijdens je propedeuse. Stuur een motivatiebrief aan de Examencommissie voor 1 juni 2009. Kijk voor meer informatie op http://www.student.uva.nl/cw/downloads_formulieren.cfm of je kunt contact op nemen met de studieadviseur.

2.2 Minor Communicatiewetenschap (30 en 60 stp. variant)

2.2.1 Algemeen

Communicatiewetenschap houdt zich bezig met de bestudering van de maatschappelijke productie, distributie en receptie van communicatieboodschappen. Daartoe onderzoeken communicatiewetenschappers maatschappelijke communicatiestelsels en de wijze waarop samenlevingen in hun communicatie- en informatiebehoeften voorzien, zowel in de publiekssector als in de zakelijke sector. De minor CW kan gecombineerd worden met elke bachelor. Het Media en Communicatie College biedt een minor aan van 30 stp. en van 60 stp.

2.2.2 Soorten minoren

Het Media en Communicatie College biedt twee minoren aan:

■ minor van 30 stp. voor alle bachelor studenten ■ minor van 60 stp. voor studenten zonder sociaal wetenschappelijke achtergrond (bv.

bachelor Media & Cultuur studenten)

Communicatiewetenschap: variant 30 of 60 stp.Vol- en Deeltijd - Dagonderwijs


Studielast 30 of 60

Duur Afhankelijk van omvang en samenstelling minor

Voertaal Nederlands


telefoon: +31 20 5253003

26


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

Instromen in de master CommunicatiewetenschapDe schakelprogramma's komen overeen met de minoren. Na een sociaal wetenschappe-lijke bachelor en een minor van 30 stp. kun je instromen in de master CW. Na een niet-sociaalwetenschappelijke bachelor kun je met de minor van 60 stp. instromen in de master CW.

Indien de minor niet gebruikt wordt als schakelprogramma voor instroom in de master CW, dan kan in plaats van twee themamodulen ook gekozen worden uit de volgende keu-zevakken CW: Internationale communicatie (pag. 84) (5 EC), Strategische communicatie (pag. 86) (5 EC), Kwalitatieve Methoden van Communicatie Onderzoek (pag. 85) (5 EC)en Conflict en media (pag. 83) (5 EC)Kind en media (pag. 87) (5 EC).

2.2.3 Studieplanning

■ Communicatiewetenschap voor niet-CW'ers wordt aangeboden in semester 1, blok 1

Minor van 30 stp. (Schakelprogramma voor studenten met een sociaal-wetenschappelijke achtergrond)

Communicatiewetenschap (voor niet-CW'ers) 10 stp.

Drie themamodulen: ■ Communicatiebeleid (CB) (5 stp.)■ In- en Externe Communicatie (IEC) (5 stp.)■ Media Entertainment & Populaire Cultuur (MP)

(5 stp.)

15 stp.

Communicatie en Sociale Beïnvloeding (CSB) 5 stp.

Totaal minor 30 stp.

Minor van 60 stp. (Schakelprogramma voor studenten zonder een sociaal-wetenschappelijke achtergrond)

Communicatiewetenschap (voor niet-CW'ers) 10 stp.

Drie themamodulen: ■ Communicatiebeleid (CB) (5 stp.)■ In- en Externe Communicatie (IEC) (5 stp.)■ Media Entertainment & Populaire Cultuur (MP)

(5 stp.)

15 stp.

Communicatie en Sociale Beïnvloeding (CSB) 5 stp.

Methoden van Communicatie Onderzoek I (MCO-I) 10 stp.

Methoden van Communicatie Onderzoek II (MCO-II) 10 stp.

Onderzoekspracticum (OP) 10 stp.

Totaal minor 60 stp.

27


■ De themamodulen (MP, CB, IEC) worden aangeboden in semester 2, blok 1 en 2 ■ Communicatie en sociale beïnvloeding (CSB) wordt aangeboden in semester 1, blok 2 ■ Methoden van communicatie onderzoek I (MCO-I) wordt aangeboden in semester 1,

blok 2 en als semestervariant in semester 1■ Methoden van communicatie onderzoek II (MCO-II) wordt elk semester aangeboden■ Onderzoekspracticum wordt aangeboden in semester 2 blok 2■ De keuzevakken worden verspreid over het jaar aangeboden

Ingangseis voor deelname aan een minor Communicatiewetenschap is een afgeronde pro-pedeuse van de eigen majoropleiding. Verder geldt dat eerst CW voor niet CW-ers moet zijn afgerond alvorens deel kan worden genomen aan andere vakken, MCO-I moet zijn afgerond voordat met MCO-II wordt gestart en er kan pas gestart worden met Onderzoek-spracticum als de voortgang bij MCO-II voldoende is.

2.2.4 Verdere inlichtingen

Als je een minor wilt gaan volgen, meld je je uiterlijk 1 juni aan door een verzoek te richten aan de examencommissie. In de brief dient vermeld te worden met welke majoropleiding je bezig bent, een overzicht van de behaalde modulen/vakken, een kopie van je propedeusebul en de minorvariant (30 of 60 stp.) die je zou willen volgen. Indien je in het tweede semester wilt starten met de minor, meld je dan uiterlijk 1 november aan.

Voor verdere inlichtingen kun je terecht bij de studieadviseur, Kloveniersburgwal 48, 1012 CX te Amsterdam. Telefoon: 020-525 3003 op ma t/m vr van 10-16u., of via het formulier op de website http://www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw.

2.3 Moduulinformatie

In de moduulbeschrijvingenvind je gedetailleerde informatie over alle modulen. De onderwijstijden zijn te raadplegen in het webrooster. Indien tijdens de inschrijving blijkt dat er te weinig aanmeldingen voor een module zijn, kan besloten worden dat de module uit het aanbod vervalt. Er wordt dan een passende oplossing gevonden voor ingeschreven studenten.

28


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

2.3.1 Verplichte modulen00C001.

LeerdoelAan het eind van de cursus heb je kennis over aanbod, gebruik, geschiedenis, wetgeving en belangrijke ontwikkelingen in het Nederlandse medialandschap: kranten, tijdschriften, boeken, radio, tv, beelden geluidsdragers, film, telecommunicatie en internet/nieuwe media. Daarnaast weet je meer over verschillende manieren van communiceren: journa-listiek, reclame, pr en voorlichting. Ook heb je kennis over belangrijke theorieën en onderzoeksresultaten op het gebied van de communicatiewetenschap, met name over pro-ductie, inhoud en ontvangst van communicatieboodschappen. Tevens is het de bedoeling dat je een kritische en onderzoekende houding ten opzichte van communicatieweten-schappelijke verschijnselen ontwikkelt, vooral omdat veel kennis op ons terrein nog volop in ontwikkeling is en er vrij weinig zaken echt vaststaan.

InhoudICW bestaat uit drie hoorcolleges per week gedurende acht weken. Er wordt aandacht besteed aan modellen die gebruikt worden om communicatie te onderzoeken (wat is com-municatie? wat zijn belangrijke onderdelen?), aan het Nederlandse medialandschap (overzicht van media), aan de inhoud, het gebruik en de mogelijke effecten van media (wat doen media met mensen, wat doen mensen met media). Omdat het behoorlijk veel stof is, wordt het tentamen in twee delen gesplitst, het eerste tentamen aan het eind van week vier, het tweede tentamen aan het eind van de cursus. In de begeleidingsgroepen wordt de literatuur nader uitgediept en besproken. Bij de begeleidingsgroepen is aanwe-zigheid verplicht. De participatie bij de begeleidingsgroepen telt mee bij het eindresultaat.

Aanmeldenvia Studieweb: http://studieweb.student.uva.nl

OnderwijsvormHoorcollege en begeleidingsgroepen en herkansersgroepen

Onderwijstijdenhttp://www.student.uva.nl/cw/roosters.cfm

Inleiding Communicatiewetenschap (ICW)

Vakcode 00C001

Studielast 10 ( 28 uur per week)

Periode(n) Semester 1 blok 1


Docent(en) drs. D.P. van Bennekom (coördinator), prof.dr. K. Schönbach, dr. R.J.W. van

der Wurff


telefoon: +31 20 5253003

Onderdeel van Bachelor Communicatiewetenschap

29


Studiemateriaal■ Bakker, P. & Scholten, O. (2009). CommunicatieKaart van Nederland (7e herziene

druk). Alphen a/d Rijn: Kluwer. ■ Boer, C. de & Brennecke, S. (2009). Media en publiek; Theorieën over media-impact

(6e herziene druk). Amsterdam: Boom. ■ McQuail, D. (2005). McQuail’s Mass Communication Theory (5e druk). London:

Sage. ■ Zoonen, L. van. (2005). Media, cultuur & burgerschap (3e druk). Amsterdam: Het

Spinhuis. ■ Werkboek & eventueel syllabus

ToetsvormParticipatie, werkstuk, schriftelijk tentamen

Toetsdataseptember 2009 (deeltentamen), oktober 2009 en januari 201001C00105.

Leerdoel■ kennis van de stijl- en vormgevingscriteria voor schriftelijk en mondeling taalgebruik

in de (sociale) wetenschappen en deze kunnen toepassen;■ kennismaking met de functies van de onderdelen van een onderzoeksartikel;■ kennismaking met de beoordeling van onderzoeksartikelen;■ kennismaking met de vaardigheid relaties tussen onderzoeksartikelen te onderkennen.

InhoudEr zijn specifieke regels voor schriftelijk en mondeling taalgebruik in de (sociale) weten-schappen die in dit practicum aan bod zullen komen en waarvan je in latere fases van je studie steeds gebruik zult maken. De ervaring leert verder dat de meeste studenten nog enige zorgvuldigheid moet worden bijgebracht bij het toepassen van bestaande regels voor schriftelijk en mondeling taalgebruik. In dit practicum komt onder meer aan de orde welke de meeste gemaakte fouten zijn in spelling, stijl en vormgeving van studentenpa-pers, en leer je deze uiteraard te vermijden. Naast schriftelijke en mondelinge vaardighe-den, zul je ook (verder) kennismaken met onderzoek op het gebied van de

Practicum Mondelinge en Schriftelijke Vaardigheden (PMSV)

Vakcode 01C00105

Studielast 5 (14 uur studie per week)



Docent(en) mw. drs. S. van Pelt (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003


30


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

communicatiewetenschap. Je leert de structuur van onderzoeksartikelen te doorgronden, leert dit soort wetenschappelijke artikelen te beoordelen en schrijft zelf samenvattingen, recensies en een eerste paper.

Aanmeldenvia Studieweb (http://studieweb.student.uva.nl)

OnderwijsvormPracticum


StudiemateriaalWerkboek, Onderzoeksartikelen

ToetsvormOpdrachten04C.

LeerdoelNa afronding van de module heb je kennis genomen van de meeste gangbare methoden van onderzoek binnen communicatiewetenschap. Je hebt kennis genomen van verschil-lende methoden van dataverzameling en data-analyse en tijdens de practica en bij het maken van de opdrachten heb je hierin ook geoefend.

InhoudTijdens de hoorcolleges zullen de methoden van dataverzameling, onderzoeksdesigns en data-analyses worden uitgelegd. Methoden van dataverzameling als observaties, vragen-lijstonderzoek, inhoudsanalyse en interviews en onderzoeksstrategieën (zoals experiment, enquête, veldonderzoek) worden uitvoerig besproken en met praktijkvoorbeelden geïllus-treerd. De helft van de hoorcolleges MCO-I wordt besteed aan beschrijvende statistiek: datamatrix, frequentieverdelingen, centrum- en associatiematen, analyse van kruistabel-

Methoden van Communicatie Onderzoek I (MCO-I)

Vakcode 04C

Studielast 10 (Blokvariant: 28 uur per week / Semestervariant: 18 uur per week)

Periode(n) Semester 1 (Semestervariant voor studenten die een minor/

schakelprogramma volgen en studenten die de verkorte bachelor CW volgen)

Semester 1 blok 2 (Blokvariant voor reguliere eerstejaars studenten)


Docent(en) mw. dr. C. de Boer, mw. drs. B. van Groningen (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003


Minor Communicatiewetenschap: variant 30 of 60 stp.

31


len en regressie-analyse. In de bijbehorende practicumbijeenkomsten staat het praktisch werken met beschrijvende statistiek centraal. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het sta-tistische programma SPSS. Tijdens de werkgroepbijeenkomsten zal dieper op de litera-tuur worden ingegaan en worden de opdrachten besproken. Bij de werkgroep is aanwezigheid verplicht. De opdrachten die moeten worden gemaakt, tellen mee voor de eindbeoordeling.


OnderwijsvormHoorcollege, werkgroep of herkansersgroep, en practicum


Studiemateriaal■ Boeije, H., 't Hart, H & Hox. J. (red.) (2009). Onderzoeksmethoden (8e druk),

Amsterdam: Boom onderwijs.■ Groningen, B. van & Boer, C. de (2008). Beschrijvende statistiek; het berekenen en

interpreteren van tabellen en statisteken. Amsterdam: Boom ■ Elektronisch werkboek

ToetsvormOpdrachten, practicumtoets en schriftelijk tentamen

ToetsdataSemestervariant: Practicumtoets: december 2009, tentamen: december 2009, april 2010 & juni 2010 Blokvariant: Practicumtoets: januari 2009, tentamen: januari 2010, april 2010 & juni 2010

BijzonderhedenHet onderwijs wordt in twee varianten in het eerste semester aangeboden, die inhoudelijk niet van elkaar verschillen. De semestervariant start in het eerste blok en loopt in het tweede blok nog enkele weken door; de blokvariant valt geheel in het tweede blok van het eerste semester. N.B. Als een student zich voor MCO-I inschrijft en het vak niet haalt, kunnen volgend studiejaar niet nogmaals de practica en werkgroepsbijeenkomsten worden bijgewoond. Er kunnen dan wel hoorcolleges worden gevolgd in combinatie met enkele bijeenkomsten in een herkansersgroep.

32


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

03C001.

Leerdoel■ Inzicht hebben in belangrijke onderwerpen en onderzoeken binnen communicatie en

sociale beïnvloeding■ Inzicht hebben in belangrijke theorieën binnen communicatie en sociale beïnvloeding

InhoudHet studie-onderdeel "Communicatie en Sociale Beïnvloeding” geeft een overzicht van inzichten met betrekking tot sociale beïnvloeding. Onderwerpen zijn ondermeer confor-miteit, massacommunicatie, propaganda, overredings-processen, sociale cognitie, zelf-rechtvaardiging en agressie. De studenten bestuderen algemene theorieën en empirische bevindingen. Tijdens werkgroepbijeenkomsten wordt de stof besproken en worden opdrachten gemaakt.

Hoorcolleges In de hoorcolleges komen telkens delen van het boek aan de orde. De hoorcolleges bestaan, mede naar de aard van het desbetreffende hoofdstuk, uit preciezere toelichtingen op de tekst, maar ook worden theorieën nader en uitvoeriger aan de orde gesteld en expe-rimenten worden besproken. Daarnaast zal met enige regelmaat worden geoefend in het beantwoorden van vragen zoals ze op het tentamen gesteld kunnen worden (tentamenoe-fening en -gewenning). In het rooster wordt per week aangegeven welk hoofdstuk aan de orde is. De hoorcolleges zijn niet verplicht. Op het tentamen zullen geen vragen worden gesteld die niet ook vanuit het boek kunnen worden beantwoord.

Werkgroepbijeenkomsten Elke week komen de deelnemers op donderdag of vrijdag bijeen onder leiding van één van de werkgroepdocenten. In het rooster wordt aangegeven welk(e) hoofdstuk(ken) aan bod komen. Iedereen wordt geacht de stof te hebben bestudeerd. Elke bijeenkomst begint met de bespreking van de stof. Diverse onderwerpen, vragen en problemen worden door de deelnemers aan de andere deelnemers voorgelegd. Daarnaast zal de werkgroepdocent een aantal vragen stellen. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat iedereen actief meewerkt in de bijeenkomst door vragen te stellen, door antwoord te geven en door onderwerpen te

Communicatie en Sociale Beïnvloeding (CSB)

Vakcode 03C001

Studielast 5 (14 uur per week)



Docent(en) dr. G.J. de Bruijn (coördinator), dr. A.S. Velthuijsen


telefoon: +31 20 5253003



33


voorzien van voorbeelden en toelichting. Wanneer er tijd is kunnen ook groepsopdrachten worden uitgevoerd.


OnderwijsvormHoorcollege en begeleidingsgroepen


StudiemateriaalAronson, E., Wilson, T. D., & Akert, R. M. (2007). Social Psychology (Sixth Edition). NJ: Prentice Hall.

Toetsvorm■ Schriftelijk tentamen: 80%■ Deelname werkgroepen: 20%

Puntenregeling werkbijeenkomsten (1) Er zijn acht werkgroepbijeenkomsten, waarvoor je voor elk 25 punten (5 punten voor de aanwezigheid, 20 punten voor actieve participatie) krijgt. Bij afwezigheid behoud je de 5 aanwezigheidspunten en de 20 participatiepunten niet. Wie te laat is, kan geen aanwe-zigheidspunten behouden, maar nog wel 10 participatiepunten (mits deze persoon het gedeelte na de pauze actief participeert). De regel voor laatkomers is niet toch binnenko-men nadat de deur gesloten is, maar gewoon wachten tot de pauze en daarna de draad oppakken. (2) Bij non-participatie behoud je de 20 punten niet; dit kan tot gevolg hebben dat je 10 punten verliest (in het geval van non-participatie voor óf na de pauze) of het gehele aantal participatiepunten (in het geval van non-participatie voor én na de pauze). Van non-parti-cipatie is sprake als studenten (herhaaldelijk) geen correct antwoord geven op vragen over de stof door de docent, als ze gevraagd of ongevraagd geen vragen stellen, geen ant-woorden geven op vragen van medestudenten, geen toelichting of uitleg (kunnen) geven, geen voorbeelden (kunnen) geven of anderszins non-participeren (sms-sen, de krant lezen, hangen, slapen, kletsen, e.d.).

Toetsdatajanuari 2010, april 2010

BijzonderhedenDeelname onderzoek binnen de cursus Binnen de cursus wordt ook de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan lopend onderzoek binnen Communicatiewetenschappen, waarvoor bonuspunten gehaald kunnen worden. Deze worden bij de werkgroepen tentamenpunten opgeteld, tot een maximum van 1000 totaalpunten. Meer informatie volgt kort voor het begin en/of tijdens de cursus.

34


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

02C001.

LeerdoelIn deze cursus verwerf je kennis van de globale inhoud van het onderzoek binnen de afdeling Communicatiewetenschap (CW) door bestudering van onderzoeksartikelen van de wetenschappelijke staf. Daarbij wordt met name aandacht besteed aan de opbouw van deze artikelen, aan de onderdelen van de onderzoeksopzet (probleemstelling, maatschap-pelijke en wetenschappelijke relevantie, theoretisch kader en onderzoeksmethoden) en aan de wijze waarop gangbare onderzoeksmethoden (zoals inhoudsanalyse, survey en experiment) zijn toegepast. Na afloop van dit practicum heb je kennis van en inzicht in het gebruik van diverse soorten publicaties die bij CW relevant zijn (boeken, artikelen, dagbladen, vakliteratuur, internetdocumenten, statistieken) en heb je geleerd om te gaan met diverse literatuurzoeksystemen waarbij de nieuwe elektronische ontsluitingssystemen zeer belangrijk zijn. Daarnaast ben je in staat een onderzoeksopzet te maken waarbij je theorie ontleent aan zelfstandig gevonden wetenschappelijke artikelen.

InhoudBij PAV gaat het om het leren beoordelen, samenvatten en opzetten van artikelen waarin verslag wordt gedaan van communicatiewetenschappelijk onderzoek. Dit betekent dat je je de verschillende onderdelen (inleiding, methode, resultaten en conclusie) eigen moet maken. Je schrijft een aantal samenvattingen, beoordeelt het onderzoek dat in bestudeerde artikelen wordt beschreven en je schrijft een verslag op basis van zelfstandig gevonden literatuur. Op basis van deze gevonden literatuur zul je een eigen onderzoeksopzet maken. Tijdens de werkgroep zal er kritisch gekeken worden naar wetenschappelijke literatuur.




Practicum Academische Vaardigheden (PAV)

Vakcode 02C001


Periode(n) Semester 1 blok 2 (Dit vak is verplicht voor studenten die de verkorte bachelor

CW volgen.)


Docent(en) mw. drs. M. Baars (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003


35


StudiemateriaalMaterialen op Blackboard

BijzonderhedenDit vak is onderdeel van de verkorte bachelor CW en wordt niet gevolgd door reguliere studenten Communicatiewetenschap05C00305.

Leerdoel■ Kennis verwerpen van de theorieën en empirische bevindingen over een voor

communicatiewetenschap relevant onderwerp;■ Wetenschappelijke iteratuur zoeken (o.a. in de digitale bibliotheek);■ Toepassen en herkennen van gangbare onderzoeksmethoden binnen de

communicatiewetenschap;■ Schrijven van een wetenschappelijk verslag aan de hand van de zelf gevonden

literatuur;■ Uitvoeren van een empirisch onderzoek.

InhoudIn groepjes doe je eerst een literatuurstudie over een van de onderwerpen die binnen de cursus worden aangeboden. Je zoekt artikelen waarin verslag wordt gedaan van onderzoek dat aansluit bij het gekozen onderwerp. Dat zoeken zal grotendeels langs elek-tronische weg plaatsvinden; op internet, in de Digitale Bibliotheek en in databanken. Op basis van die literatuur wordt een empirisch onderzoek opgezet en uitgevoerd. Tijdens de bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan verschillende onderzoeksmethoden en aan de samenhang tussen probleemstelling, theorie, onderzoeksdesign en resultaten. Over de verzamelde literatuur en het onderzoek wordt een schriftelijk verslag gemaakt. Daarnaast zijn er individuele opdrachten.



Practicum Literatuur- en Empirisch Onderzoek (PLEO)

Vakcode 05C00305


Periode(n) Semester 2


Docent(en) mw. drs. B. van Groningen (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003


36


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap


StudiemateriaalSyllabus

Toetsvorm■ Individueel: model 10 % ■ Individueel: peer review (literatuuronderzoek) 5 % ■ Individueel: peer review (eindverslag) 5% ■ Individueel: operationalisatie (opdracht) 15 % ■ Groep: inleiding en probleemstelling 5 % ■ Groep: theoretisch kader 25 % ■ Groep: onderzoeksdesign 10 % ■ Groep: onderzoeksverslag 25 % 06C0001.

LeerdoelBij dit vak krijg je inzicht in

■ de voornaamste begrippen en theorieën aan de hand waarvan overheidsbeleid kan worden beschreven en geanalyseerd;

■ de hoofddoelstelling van communicatiebeleid, de communicatievrijheid; ■ de voornaamste actoren, nationaal en internationaal, die communicatiebeleid voeren

dan wel daarbij betrokken zijn;■ de verschillende onderdelen van communicatiebeleid, te weten mediabeleid en

telecommunicatiebeleid;■ de voornaamste instrumenten en vormen van communicatiebeleid.

InhoudDe cursus biedt een inleiding in het beleid van nationale en internationale overheden terzake van het maatschappelijk communicatiebestel en de maatschappelijke informatie-voorziening. De cursus begint met een introductie in de voornaamste begrippen en

Communicatiebeleid (CB)

Vakcode 06C0001




Docent(en) W.C.H. Alsemgeest (coördinator), prof. dr. J.L.H. Bardoel


telefoon: +31 20 5253003



Minor Media, cultuur en informatie: de openbare bibliotheek

37


theorieën aan de hand waarvan overheidsbeleid in het algemeen en op het terrein van de communicatie in het bijzonder kan worden beschreven en geanalyseerd. Vervolgens komen de hoofdlijnen aan de orde van verschillende onderdelen van het communicatiebe-leid, met name mediabeleid (pers, omroep) en telecommunicatiebeleid (telefonie, inter-net). Na een behandeling van de hoofddoelstelling van communicatiebeleid - de communicatievrijheid - wordt aandacht besteed aan de verschillende instrumenten van communicatiebeleid (regelgeving, subsidiëring, heffingen) en de verschillende vormen waarin communicatiebeleid door overheden wordt gevoerd, zoals: mededingingspolitiek, cultuurpolitiek, industriepolitiek.


OnderwijsvormHoorcollege en begeleidingsgroepen of herkansersgroep


Studiemateriaal■ Bardoel, J.L.H. & Cuilenburg, J.J. van (2003). Communicatiebeleid en

communicatiemarkt. Amsterdam: Otto Cramwinckel Uitgever. ISBN: 9075727577. ■ Delen uit: Mc Quail, D. (2005). Mass Communication Theory (5e druk). Londen:

SAGE.■ Beleidsdocumenten van Nederlandse en Europese overheden

Toetsvorm■ Deelname werkgroepen en schriftelijke opdrachten 20%■ Tentamen 80%

Toetsdataapril 2010 & juni 2010

BijzonderhedenEr zijn geen werkgroepbijeenkomsten voor herkansers

38


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

06C0005.

Leerdoel■ In staat zijn om te verwoorden wat de maatschappelijke rol en betekenis van media

entertainment en populaire cultuur is;■ In staat zijn om voorbeelden van wetenschappelijk onderzoek te koppelen aan actuele

debatten over media entertainment en hier op een kritische en wetenschappelijke wijze op te reflecteren.

InhoudSeks in videoclips, geweld in games, stereotypering in tijdschriften, gevaar op het internet en privacy in reality-tv: thema's die te maken hebben met entertainment en populaire cultuur leiden met grote regelmaat tot maatschappelijke discussies. Aan de hand van deze vijf thema's wordt in dit seminar dieper ingegaan op de belangrijkste theorieën op het gebied van entertainment en populaire cultuur. Elk thema zal kritisch belicht worden vanuit diverse onderzoeksbenaderingen en theorieën, zoals Uses & Gratifications, aan-trekkingskracht- en effecttheorieën, culturele indicatorenbenadering, encoding/decoding en semiotiek. Centraal staat steeds de betekenis van entertainment en populaire cultuur in de samenleving en in het dagelijks leven van het individu.

AanmeldenVia Studieweb (http://studieweb.student.uva.nl)

OnderwijsvormHoorcollege en begeleidingsgroepen/ herkansersgroep


StudiemateriaalOnderzoeksartikelen

Toetsvorm■ Schriftelijk tentamen 80% ■ Aanwezigheid, participatie en opdrachten/toetsen werkgroepen 20%

Media Entertainment & Populaire Cultuur (MP)

Vakcode 06C0005




Docent(en) mw. drs. A Bijl (coördinator), mw. dr. L. Duits PhD., drs. R.A. Kartosen

(coördinator), prof.dr. E.S.H. Tan


telefoon: +31 20 5253003



39


BijzonderhedenEr zijn geen werkgroepbijeenkomsten voor de herkansersgroep 06C0006.

LeerdoelNa deze cursus heb je elementaire kennis van de rol van communicatie bij het onderhou-den van in- en externe relaties van commerciële en non-profit organisaties. Hierbij wordt inzicht verworven in hoe dit is gerelateerd aan organisatiedoelen alsmede aan hoe organi-saties zijn gestructureerd en functioneren.

InhoudDe cursus ‘interne en externe communicatie’ is een inleiding in de werkvelden interne communicatie, corporate communicatie, marketingcommunicatie en gezondheidscommu-nicatie. Het betreft de communicatie van, binnen en tussen organisaties. Hierbij wordt het gebruik van verschillende communicatie-instrumenten bestudeerd, zoals public relations, reclame, promotie, voorlichting en sponsoring, evenals de effecten van communicatie van organisaties op interne en externe doelgroepen. Dat kunnen zowel commerciële doelgroe-pen zijn (zoals consumenten, zakelijke klanten en leveranciers), als niet-commerciële doelgroepen (zoals burgers, journalisten, politici en vertegenwoordigers van maatschap-pelijke groeperingen). Centraal staan verschillende communicatiewetenschappelijke theorieën en benaderingen waarmee het communicatieve gedrag van organisaties wordt geanalyseerd en bestudeerd.




In- en Externe Communicatie (IEC)

Vakcode 06C0006




Docent(en) dr. W.J.L. Elving, dr. S.J.H.M. van den Putte, dr. P. Verhoeven, mw. drs. Y.

Wesseling (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003



40


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

StudiemateriaalWordt nader bekend gemaakt

ToetsvormWerkgroepparticipatie, opdrachten, schriftelijk tentamen

Toetsdatajuni 2010 & juli 2010

BijzonderhedenEr zijn geen werkgroepbijeenkomsten voor de herkansersgroep06C0004.

Leerdoel■ De module Media-Economie biedt een inleiding in de economische aspecten van het

maatschappelijk communicatiebestel en de maatschappelijke informatievoorziening. De module leert je hoe media- en communicatieorganisaties niet alleen als sociaal-culturele, maar ook als economische entiteiten kunnen worden beschreven en begrepen. Daarbij staan de begrippen 'mediamarkt', 'strategisch management', 'media-innovatie' en 'mediamarketing' centraal;

■ na afloop van de cursus heb je kennis van de belangrijkste economische processen die zich op mediamarkten en binnen mediabedrijven afspelen;

■ daarnaast heb je inzicht in wat die processen betekenen voor de kwaliteit, beschikbaarheid en toegankelijkheid van informatie en communicatie in onze maatschappij.

InhoudMedia Economie bestaat uit wekelijkse hoorcolleges en begeleidingsgroepbijeenkomsten. Op de hoorcolleges worden verschillende thema's geïntroduceerd en uitgelegd. Je verdiept je zelf in die thema's door de literatuur te bestuderen en een aantal opdrachten te maken. Tijdens de begeleidingsgroepbijeenkomsten, tenslotte, worden op basis van deze opdrachten de thema's verder uitgediept en afgerond. Op deze manier besteden we aandacht aan de media-economie als manier van kijken naar de mediasector, aan markten

Media Economie (ME)

Vakcode 06C0004




Docent(en) W.C.H. Alsemgeest (coördinator), prof.dr. J.J. van Cuilenburg, dr. R.J.W. van

der Wurff


telefoon: +31 20 5253003


41


en concurrentie, aan strategisch management van media-ondernemingen, aan innovatie en mediamarketing, aan financiële verslaggeving, en aan 'marktfalen'.




Studiemateriaal■ Delen uit: Bardoel, J.L.H. & Cuilenburg, J.J. van (2003). Communicatiebeleid en

communicatiemarkt. Amsterdam: Otto Cramwinckel Uitgever. ISBN: 9075727577. ■ Delen uit: Mc Quail, D. (2005). Mass Communication Theory (5e druk). Londen:

SAGE. ■ Wetenschappelijke artikelen en online notities.

Toetsvorm■ Deelname werkgroepen en schriftelijke opdrachten 20%■ Tentamen 80%

BijzonderhedenEr zijn geen werkgroepbijeenkomsten voor herkansers 20C001.

LeerdoelNa afronding van deze module heb je

■ basale kennis verworven van methoden van schaalconstructie en inferentiële statistiek ■ geleerd om deze methoden toe te passen.

Methoden van Communicatie Onderzoek II (MCO-II)

Vakcode 20C001


Ingangseis 40 stp. uit de propedeuse waaronder MCO-I en ICW


Semester 2


Docent(en) dr. W. de Nooy PhD. (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003



42


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

InhoudIn MCO-II ligt de nadruk niet op de formele statistiek, maar op de praktische toepasbaar-heid van de geleerde analysemethoden. De cursus begint met een introductie in methoden van schaalconstructie. Naast schaalconstructie bevat de cursus een introductie in de infe-rentiële statistiek (schatten en toetsen). De in MCO-I geïntroduceerde analysemethoden zijn in die cursus alleen besproken op het niveau van de steekproefgegevens waarmee gewerkt werd. Bij inferentiële statistiek gaat het om de vraag hoe je op basis van steek-proefgegevens uitspraken kunt doen over de populatie waaruit deze steekproef is getrok-ken. Aan bod komen enkele binnen het communicatieonderzoek veel gebruikte methoden, zoals bivariate samenhangsmaten en multivariate technieken (variantieanalyse en regressieanalyse). Uiteraard wordt de stof van MCO-I bekend verondersteld.

De methoden worden geoefend in het practicum dat via tussentijdse practicumtoetsen wordt afgerond. Voor het practicum moet je een voldoende halen. Het practicumcijfer telt voor 1/3e mee in het eindcijfer voor het vak. Het schriftelijke tentamen moet ook voldoende zijn en telt voor 2/3e mee in het eindcijfer.


OnderwijsvormHoorcollege & practicum, herkansersgroep


Studiemateriaal■ Howitt, D. & Cramer, D. (2007). Statistiek in de sociale wetenschappen (derde editie).

Amsterdam: Pearson Education Benelux (ISBN 978-90-430-1281-2). ■ Digitaal werkboek (beschikbaar via Blackboard).

Toetsvorm■ Tentamen (67%, moet voldoende zijn). ■ Practicumtoetsen (33%, moet voldoende zijn).

43


26C001.

Leerdoel■ inzicht verwerven in de onderlinge samenhang van verschillende onderzoeksfasen; ■ inzicht en vaardigheden verwerven in het vertalen van een vraag in een onderzoekbare

probleemstelling; ■ inzicht en vaardigheden verwerven in het ontwikkelen van een uitvoerbare

overzichtelijke onderzoeksopzet, gegeven een geformuleerde probleemstelling; ■ inzicht en vaardigheden verwerven in het selecteren en gebruiken van geschikte

methoden en instrumenten ten behoeve van dataverzameling en data-analyse;■ inzicht en vaardigheden verwerven in het opstellen van een verantwoord en leesbaar

onderzoeksverslag


Onderwijsvormwerkgroep: 1 x per week, 6 uur


StudiemateriaalDe onderwerpen van het leeronderzoek worden bekend gemaakt in de semestergids

Toetsvorm■ onderzoeksverslag■ opdrachten & presentaties ■ aanwezigheid alle bijeenkomsten ■ zie verder de cursusbeschrijving op blackboard

Leeronderzoek (LO)

Vakcode 26C001


Ingangseis propedeuse en MCO-II


Semester 2


Docent(en) mw. dr. J.D.K.I.A. Oppenhuisen (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003



44


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

21C001.

Leerdoel■ Welke antwoorden geven filosofen op de vraag wat (sociale) wetenschap is en hoe ze

zich heeft ontwikkeld? ■ Aan welke eisen moet communicatiewetenschappelijke kennis voldoen? ■ Op basis van een kennismaking met verschillende filosofische stromingen leer je

kritische vragen stellen over de aanspraken van communicatiewetenschap. Daarbij ligt de nadruk op de waarheidsclaims en de sociale bronnen van onze kennis.

InhoudEen systematische inleiding in de methodologie en wetenschapsfilosofie van communica-tiewetenschap als sociale wetenschap: hoe verzamelt communicatiewetenschap kennis en hoe toetst zij deze kennis kritisch?

We leren de antwoorden van filosofen kennen op fundamentele vragen, zoals: wat is de relatie tussen wetenschappelijke resultaten en de realiteit? Hoe laat zich bijv. bepalen of een wetenschappelijke uitspraak over de wereld “waar” is? Wat is het nut van een weten-schap zoals communicatiewetenschap? Wat is de rol van de wetenschapper?

Daarbij komen we uiteraard ook vragen tegen over het onderzoeksproces, zoals: waar komen onderzoeksvragen vandaan? Hoe komen hypothesen tot stand? Hoe zien verkla-ringen eruit? Door welke eigenschappen worden bruikbare definities gekenmerkt? Met behulp van welke criteria laat zich de kwaliteit van communicatiewetenschappelijk onderzoek beoordelen?


OnderwijsvormHoorcolleges, werkgroepbijeenkomsten en opdrachten die tijdens de werkgroepen moeten worden gemaakt.


Wetenschapsfilosofie (WF)

Vakcode 21C001


Ingangseis 40 stp. uit de propedeuse waaronder ICW



Docent(en) mw. drs. A Bijl (coördinator), prof.dr. K. Schönbach


telefoon: +31 20 5253003


45


Studiemateriaal■ Vries, G. de (1995). De ontwikkeling van wetenschap: Een inleiding in de

wetenschapsfilosofie. 3e, herziene en uitgebreide druk. Groningen: Wolters-Noordhoff;

■ overige teksten worden tijdens het college bekendgemaakt.

Toetsvorm■ Opdrachten (20%) ■ Schriftelijk tentamen (80%). 27C003.

LeerdoelAt the end of the module, students should be able to

■ demonstrate knowledge and a critical understanding of the key cultural transformations taking place in society today;

■ make sense of the way in which the internet is embroiled in these changes;■ handle the complexity of the contemporary communication environment by critically

applying various theoretical concepts and frameworks;■ apply their knowledge and develop their problem solving ability in regard to a wide

range of practical debates concerning the internet, communication and technology.

InhoudIn this module, you will be introduced to a range of concepts and theories necessary for understanding the internet and its relationship to the ways in which individuals and groups within society communicate. The extent to which the internet is a radically different medium, and in what ways it is different, will be evaluated. You will learn about virtuality, identity, online communities, virtual organisations, etc. and their relationship to debates about the 'information society' and 'globalisation'. You will be exposed to a range of theoretical ideas to enable you to assess critically whether or not the internet contribu-tes to a fundamental restructuring of communication in politics, in organisations, in enter-tainment. The rise of the internet is a complex phenomenon - connecting both people and ideas - we will therefore, draw on insights from sociology, economics, cultural studies, science and technology studies as well as communication studies.

Internet, Communicatie & Technologie (ICT)

Vakcode 27C003





Docent(en) dr. J.M. Slevin (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003


46


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap


OnderwijsvormHoorcollege en discussies via Blackboard waarin actieve participatie is vereist.


Studiemateriaal■ Barney, D. (2004) The Network Society. Cambridge: Polity Press. ■ Electronic reader and course outline are made available on Blackboard.

Toetsvorm■ Portfolio 10%■ Written exam 90%

Bijzonderheden■ This course is in English■ Lectures are accompanied by Blackboard group discussions■ The exam may be completed in either English or Dutch21C00201.

LeerdoelAan het einde van de cursus heb je kennis verworven inzake de betekenis van de disci-pline ethiek binnen communicatiewetenschap en inzicht verkregen in de belangrijkste eigentijdse kwesties op het gebied van communicatie ethiek. Daarnaast heb je het vermogen ontwikkeld om zelfstandig te werken aan de oplossing van ethische dilemma's op het gebied van de maatschappelijke communicatie; en een kritisch besef ontwikkeld van de ethische aspecten van communicatievraagstukken.

InhoudDe cursus biedt een inleiding tot de belangrijkste stromingen en concepten in de ethiek, in de methodiek van de toegepaste ethiek en in de belangrijkste morele kwesties die zich voordoen met betrekking tot maatschappelijke communicatieprocessen in journalistiek, entertainment, communicatie en reclame. De cursus begint met een uiteenzetting over de

Communicatie Ethiek (CE)

Vakcode 21C00201





Docent(en) J.S. Fransman, mw. dr. M. Timmers (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003


47


relatie tussen communicatie, recht en ethiek. Daarna wordt ingegaan op wezenlijke thema's uit de communicatie ethiek.


OnderwijsvormHoorcolleges, discussies via Blackboard en enkele werkgroepbijeenkomsten of herkan-sersgroep


StudiemateriaalNog niet bekend

ToetsvormOpdrachten en tentamen

Toetsdatajanuari 2010 & april 201027C004.

LeerdoelHet algemene leerdoel van de module is om inzicht te bieden in de theorie en praktijk van communicatieadvies. In de module wordt daarom aandacht besteed aan de verschillende thema’s en vraagstukken waarover communicatiewetenschappers advies geven, het verloop van een adviesproces en de manieren waarop een adviseur kan werken tijdens het uitvoeren van een adviesopdracht. In de begeleidingsgroepen komen vaardigheden aan bod als het inzetten van theorie voor het oplossen van praktijkproblemen, het gebruik van data in een adviestraject, en het schrijven van een adviesrapport en eigen professionalise-ring.

Communicatieadvies; Oriëntering op de beroepspraktijk (CA)

Vakcode 27C004





Docent(en) J.S. Fransman


telefoon: +31 20 5253003


48


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

InhoudDe module draait om één centrale vraag: “Communicatieadvies: wat is dat en hoe doe je dat?” Als communicatiewetenschapper beschik je na je opleiding over specialistische kennis die je kunt inzetten voor bijvoorbeeld, communicatiemanagement, mediabeleid, entertainment, reclame, publieksinformatie etc. Je wordt als deskundige regelmatig gevraagd om advies te geven over communicatievraagstukken of om advies van anderen te beoordelen. Misschien maak je daar zelfs je beroep van. In het eerste hoorcollege wordt ingegaan op het werkveld waarop communicatieadvisering betrekking heeft. Binnen een adviesproces worden verschillende fasen onderscheiden. Deze fasen komen aan de orde in de volgende hoorcolleges. We beginnen met de eerste oriëntering op de opdracht en het maken van afspraken met een opdrachtgever. Dan komt de uitvoering van een adviesop-dracht aan bod. In het laatste college gaan we in op het beëindigen van een adviesop-dracht. Ervaren adviseurs komen als gastdocent vertellen over hun praktijk. In de begeleidingsgroepen oefen je met enkele ambachtelijke aspecten van adviseren. Professionele communicatieadviseurs beschikken niet alleen over wetenschappelijke vaardigheden maar zijn ook bedreven in het inzetten van hun kennis en ervaring in de praktijk. We oefenen daarom met het vertalen van communicatiewetenschappelijke theorie naar concrete oplossingen voor vragen van een opdrachtgever. Adviseurs beschik-ken ook over specifieke communicatieve vaardigheden zoals het schrijven van een adviesrapport. We bekijken daarom hoe een adviesrapport verschilt van wetenschappe-lijke rapportage. Ten slotte leer je adviseren niet alleen uit een boek. Tijdens de werkbij-eenkomsten die bij dit vak horen, komen de fasen in het adviesproces naar voren en wordt gewerkt aan de voorbereiding op de stage. Door toe te passen wat je in boeken hebt gelezen, te reflecteren op je eigen handelen en de effecten daarvan ontwikkel je je als adviseur. Daarom gaat de laatste begeleidingsgroep over eigen professionalisering, die bedoeld is om bij te dragen aan de keuze die je in het derde jaar maakt bij de bachelorse-minars, de stage en de thesis.


OnderwijsvormHoorcollege en enkele werkgroepbijeenkomsten


Studiemateriaal■ P.W.M. van Haaren (2000). Doeltreffende adviesrelaties. Anphen a/d Rijn: Samsom ■ Reader

ToetsvormTentamen

49



LeerdoelHet doel is om praktische ervaring te krijgen in het doen van onderzoek waardoor je inzicht verwerft in de onderlinge samenhang van verschillende onderzoeksfasen. Verder verwerf je inzicht en vaardigheden in het opzetten van een onderzoek en het uitvoeren en rapporteren ervan.

InhoudDe kern van wetenschappelijk onderwijs is de relatie tussen onderwijs en onderzoek. In het onderzoekspracticum wordt die relatie expliciet gelegd. Je gaat samen met een docent een onderzoek doen op het terrein waar de docent zelf als onderzoeker actief is. Daardoor is het onderwerp van het onderzoekspracticum afhankelijk van de docent/onderzoeker die het vak geeft. Een groot deel van het werk zal in subgroepjes worden verricht. Aan het eind van het practicum presenteren de studenten het onderzoek dat ze hebben verricht aan hun medestudenten. De beoordeling geschiedt op basis van een onderzoeksverslag, opdrachten en presentaties.


OnderwijsvormWerkgroep



ToetsvormOnderzoeksverslag, opdrachten en presentaties

Onderzoekspracticum

Vakcode 26C002


Ingangseis Goede voortgang bij MCO II

Periode(n) Semester 2 blok 2 (Het onderzoekspracticum is uitsluitend toegankelijk voor

studenten die een schakelprogramma van maximaal een jaar volgen)


Docent(en) NAJM van Doorn


telefoon: +31 20 5253003

Onderdeel van Minor Communicatiewetenschap: variant 30 of 60 stp.

50


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

BijzonderhedenDit vak is geen onderdeel van het reguliere programma communicatiewetenschap en alleen toegankelijk voor studenten die het schakelprogramma volgen

2.3.2 Bachelor seminars

In een bachelorseminar wordt stilgestaan bij relevante vragen over een specifiek commu-nicatiewetenschappelijk thema. Als afsluiting wordt een individueel paper geschreven. De volgende leerdoelen gelden voor alle bachelorseminars:

■ de vaardigheid om een analytische en kritische evaluatie uit te voeren van communicatiewetenschappelijke literatuur over het thema van het seminar

■ de vaardigheid om een analytische en kritische evaluatie uit te voeren van communicatiewetenschappelijke literatuur over het thema van het seminar

■ kennis van en inzicht in communicatiewetenschappelijke theorieën, stromingen en empirische bevindingen met betrekking tot het thema van het seminar

■ kennis van onderzoeksdesigns en de gangbare methoden en technieken blijkend uit het kritisch en verantwoord gebruik maken van gepubliceerd onderzoek op het gebied van het thema van het seminar

■ de vaardigheid om helder en bondig een wetenschappelijk betoog te kunnen schrijven de vaardigheid relevante literatuur te zoeken en te verwerken in bovengenoemd wetenschappelijk betoog

■ wetenschappelijke integriteit, die tot uitdrukking komt in bijvoorbeeld het besef van de eigen beperkingen en de bereidheid tot het herzien van de eigen standpunten

19C00028.

InhoudOrganisaties hebben regelmatig contact met de pers. Soms omdat ze iets te melden hebben dat ze graag voor het voetlicht willen brengen, maar ook omdat ze door journalis-ten worden gebeld over nieuws dat van anderen afkomstig is en dat ze liever niet bekend zouden willen maken. Of omdat organisaties willen reageren op nieuws dat van derden

Contact met de pers (MJPO)

Vakcode 19C00028


Ingangseis Propedeuse CW



Docent(en) J.S. Fransman


telefoon: +31 20 5253003


51


afkomstig is. De eerste afdelingen communicatie van organisaties waren vrijwel uitslui-tend gericht op deze contacten; tegenwoordig is het één van de vele specialismen van communicatiemanagement. In dit seminar zullen we verschillende theorieën over pers-communicatie behandelen. Uitgangspunt daarbij is dat perscommunicatie onderdeel is van het publieke communicatiesysteem in de samenleving, en dat perscommunicatie invloed heeft op het journalistieke handelen, maar dat het journalistieke handelen evengoed invloed heeft op de perscommunicatie, en wellicht zelfs op de strategische keuzes binnen een organisatie. In de cursus bestuderen we wetenschappelijke artikelen en selecties uit boeken. Verder lezen we het klassieke boek Deciding what’s news van Herbert Gans. Ook zullen actuele kwesties en casussen tijdens de bijeenkomsten worden besproken. Er worden opdrachten uitgevoerd en er wordt een paper geschreven waarin relevante literatuur is verwerkt in een wetenschappelijk betoog. Ook worden enkele opdrachten gemaakt.

AanmeldenVooraanmelding via het web (raadpleeg tzt de semestergids)

OnderwijsvormBachelor seminar

Onderwijstijdenhttp://www.student.uva.nl/cw/roosters.cfm19C00055.

Leerdoel■ Integreren van theoretische en praktische kennis;■ Kennis maken met een communicatiewetenschappelijk vakgebied;■ Leren schrijven van wetenschappelijke tekst; ■ Leren schrijven van een toegepaste tekst voor het bedrijfsleven; ■ Het systematisch werken aan de oplossing van een bedrijfsprobleem.

InhoudIn acht à tien bijeenkomsten wordt het vakgebied van Customer Media behandeld. Customer Media worden ook wel relatiemedia of bedrijfsmedia genoemd. Deze media

Customer Media (CCV)

Vakcode 19C00055





Docent(en) mw. prof. dr. E.G. Smit (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003


52


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

worden door organisaties uitgegeven en dienen een organisatie of marketingcommunica-tie doel. Ontvangers van deze media zijn leden (bijvoorbeeld ANWB leden die de Kampioen ontvangen), werknemers (die een personeelsblad ontvangen of een digitale nieuwsbrief), winkelbezoekers (die bijvoorbeeld de Allerhande meenemen) of andere sta-keholder groepen. De cursus bestaat uit verschillende thema’s die worden besproken vanuit de literatuur en die worden toegelicht met cases. De thema’s zijn: trends, redactio-nele content, creatie, strategie, doelgroepen, middelenkeuze, geloofwaardigheid afzender en effectiviteit.




Studiemateriaal■ Van den Boom, S. (Redactie) (2006). Relatiemedia; Praktijkboek voor

doelgroepgericht communiceren. Amsterdam: FT Prentice Hall (ISBN 90 430 1132 0; Prijs €44,95)

■ Digitale reader via Blackboard met daarin meerdere artikelen

Toetsvorm■ Schrijfopdracht(en) 40%■ Groepsopdracht 50%■ Participatie 10%

BijzonderhedenHet is mogelijk om na de cursus stage te lopen bij de deelnemende bedrijven van de leerstoel Customer Media (UvA).19C00069.

De autonome dynamiek van communicatie (MJPO)

Vakcode 19C00069





Docent(en) dr. L.A. Leydesdorff


telefoon: +31 20 5253003


53


InhoudMet de uitspraak dat “niet mensen, maar communicaties communiceren,” heeft de socioloog en systeemtheoreticus Niklas Luhmann willen provoceren tot een andere wijze van denken over communiceren. Hij stelt voor om de mensen als de psychologische omgeving van communicatie te onderscheiden van de zich ontwikkelende structuren in intermenselijke communicatie. Mensen geven betekenis aan zowel de vorm als de inhoud van communicaftie en die betekenisgeving verandert opties en keuzes. De structuur van communicatie kan zodoende onbedoeld en snel veranderen (en kan bijv. ook uit de hand lopen).

Communicatie wordt in deze theorie opgevat als een intermenselijk coördinatie-mecha-nisme. Zulke mechanismen worden ontwikkeld in verschillende contexten. Op de markt bij voorbeeld kunnen we onderhandelen over de prijs, maar we kunnen ook betalen met geld. Geld maakt het mogelijk om de communicatie kort te sluiten. Geld kan dan dus ook als een communicatie-medium worden beschouwd. Giraal betalingsverkeer versnelt deze “economische” communicatie nog eens met een grootte-orde. Analoog in de wetenschap: door binnen een bepaalde context (bijv. een paradigma) te communiceren kan ruis worden onderdrukt en meer precies worden gecommuniceerd. Er is een code van de communica-tie ontwikkeld. Die codes verschillen sterk, bijv. tussen commerciële of wetenschappe-lijke communicatie. Dit genereert vertaalproblemen aan de interfaces tussen communicatiesystemen. Beleidsmakers gebruiken bijv. andere codes in de communicatie dan wetenschappers.

Naarmate de codes van de communicatie meer van elkaar verschillen, kan meer com-plexiteit worden verwerkt. In moderne, pluriforme samenlevingen worden subsystemen vrij gelaten om hun eigen codes zelf te organiseren; bijv. op de “vrije” markt, in de publieke sfeer (“vrijheid van meningsuiting”) of in de wetenschap (“academische vrij-heid”).

Door de relatieve afwezigheid van centrale coördinatie ontstaan fricties tussen de subsys-temen die kunnen leiden tot beheersproblemen en nieuwe typen communicaties (verta-ling) aan interfaces. Bij voorbeeld kunnen patenten beschouwd worden als output van het wetenschapssysteem, maar als input voor het economisch subsysteem. Ten derde bieden ze juridische bescherming van het intellectueel eigendom. Er ontstaan kortom subsyste-men van communicatie met hun eigen rationaliteit die elkaar storen en zich daardoor verder moeten ontwikkelen.

Dit “zelf-organisatie” model van de communicatie (op boven-individueel) kan worden vergeleken met zelf-organisatie modellen uit de psychologie of de biologie. Intermense-lijke coördinatie-mechanismen zijn echter geen levende systemen en vertonen daarom een andere dynamiek. Bij voorbeeld kent politieke communicatie een cyclus van vier jaar door verkiezingen. In wetenschap en politiek kent men geen equivalent van giraal beta-lingsverkeer. (Of toch wel?)

54


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

Dit zijn de vragen die we in deze cursus zullen onderzoeken. Eerst moet het model helder zijn. Daarvoor gebruik ik een inleiding van een collega uit Leuven met de titel “Commu-nicatie zonder mensen.” We zullen ook originele teksten van Luhmann en zijn critici (o.a. Habermas) in het Engels lezen. Daarnaast is een Nederlandstalig boek met de titel “De Boom van de Kennis” beschikbaar waarin het biologische model eenvoudig wordt uitge-legd. In toenemende mate zijn ook onderzoeksresultaten in de communicatie-wetenschap-pelijke tijdschriften beschikbaar die dit perspectief uitwerken in empirisch onderzoek.



StudiemateriaalInleidend: Rudi Laermans, Communicatie zonder Mensen, Amsterdam: Boom, 1999.

Er wordt een reader met teksten voorbereid die we op college bespreken voorbereid. Deze bevat bijv. o.a.:■ Herbert A. Simon (1973). “The Organization of Complex Systems,” in: H. H. Pattee

(ed.), Hierarchy Theory. The Challenge of Complex Systems (New York: George Braziller, 1973), pp. 1-27

■ Niklas Luhmann (1992) “What is Communication?” Communication Theory 2 (3), 251–259

■ Niklas Luhmann (2000). The Reality of the Mass Media. Stanford: Stanford University Press, pp. 1-24

■ Niklas Luhmann (1997). Limits of Steering, Theory, Culture, & Society 14(1), 41-57■ Paul Wouters, Iina Hellsten, and Loet Leydesdorff, “Internet time and the reliability of

search engines,” First Monday 9(10), October 2004. ■ Peter B. Andersen (1998). “WWW as a self-organizing system,” Cybernetics &

Human Knowing, 5(2), 5-4119C00036.

Entertainment genres (MEPC)

Vakcode 19C00036





Docent(en) mw. dr. R. van Bronswijk


telefoon: +31 20 5253003


55


LeerdoelNa afronding van het seminar hebben de deelnemers

■ Kennis over en inzicht in theorieën, opvattingen over en praktijk van narratieve genres in televisie en film

■ de vaardigheid geoefend om zelfstandig een analyse op te zetten en uit te voeren en te presenteren in een wetenschappelijk paper

■ een analytische houding ontwikkeld ten aanzien van verschillende keuzes van film- en tv-makers

InhoudIn dit seminar bestuderen we literatuur over entertainment-genres en confronteren we de inzichten daaruit met televisie- en filmmateriaal. Vanuit twee perspectieven wordt naar het thema genre gekeken. Ten eerste de cultural studies benadering. De basisliteratuur behandelt genres als historisch gegroeide vormen van populaire cultuur. Gezocht wordt naar algemene kenmerken van thema’s, stijl en realisatie van genres, en varianten daarop. Kwalitatieve beschrijving, interpretatie en vergelijking zijn in deze benadering de courante vormen van studie. (NB: De benadering wordt ook critical genoemd, te vertalen als ‘interpretatief’). Ten tweede de empirische benadering. Genres kunnen bepaald worden door kwantitatieve inhoudsanalyse. Voorts worden genres gebruikt en zelfs bepaald door publieksgroepen, en komen ze tot hun recht in de receptie. Het cultural studies perspectief komt dan ook in de basisliteratuur aan bod, het kwantitatief-empirisch onderzoek in de aanvullende literatuur die door de deelnemers wordt verzameld. Genres hebben een aantal verschillende kenmerken. Er zal dan ook aandacht besteed worden aan verschillende manieren van naar beeldmateriaal kijken, zoals cameravoering, kostuums, geluid, narrativiteit en intertextualteit.




Studiemateriaal■ Bram Stoker. Dracula (Fictie; editie onbelangrijk)■ Dix, A., Beginning Film Studies,(2008), Manchester: Manchester University Press.

Toetsvorm■ Individuele opdrachten 20%■ Groepspresentatie 40%■ Individueel eindpaper 40%

56


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

BijzonderhedenIn een van de laatste lessen wordt een verfilming van het boek Dracula van Bram Stoker besproken. Het boek en de film dienen ruim van te voren gelezen en bekeken te zijn.19C00067.

InhoudSinds haar oprichting is de Europese Economische Gemeenschap (en haar opvolgers) elk decennium uitgebreid met nieuwe lidstaten. En het is onwaarschijnlijk dat met de toetre-ding van Roemenië en Bulgarije in de Europese Unie hier een einde aan is gekomen. Maar waar in vroegere tijden uitbreiding werd aanvaard met een “permisive consensus”, is publieke opinie de afgelopen jaren steeds negatiever geworden over verdere uitbrei-ding, met de meeste weerstand (tot nu toe) tegen de mogelijke toetreding van Turkije.

Waar komt deze weerstand nu vandaan? Verschillende onderzoeken proberen opinie over de EU in het algemeen en over uitbreiding specifiek te verklaren vanuit attitudes over de economie, de regering, immigranten en nationale identiteit. Hoewel deze factoren inderdaad enige verklarende kracht hebben, is het belangrijk om de media in de verkla-ring te betrekken.

Volgens verschillende academici heeft de media meer invloed op onderwerpen die burgers niet direct raken. Voor veel onderwerpen op Europees niveau, waaronder uitbrei-ding, blijkt dit het geval. En inderdaad blijkt uit onderzoek van de Europese Commissie dat een grote meerderheid van de bevolking de nieuwsmedia aanwijzen als hun belang-rijkste bron voor informatie over Europa.

In deze cursus zal dus aandacht worden besteed aan de relatie tussen de media en de Europese Unie in het algemeen en over uitbreiding specifiek. Voordat de relatie tussen beide zal worden behandeld, zal apart aandacht besteed worden aan bestaande verklarin-gen voor EU attitudes en verschillende media-effecten theorieën. Daarnaast zal speciale aandacht worden besteed aan operationaliseringen van belangrijke concepten in zowel media-analyse als publieke opinie. Deze kennis zal vervolgens kleinschalig empirisch worden toegepast.

Europese Uitbreiding, Publieke Opinie & Media (MJPO)

Vakcode 19C00067





Docent(en) drs. R. Azrout


telefoon: +31 20 5253003


57



OnderwijsvormBachelor Seminar


StudiemateriaalReader

ToetsvormPresentaties en participatie (30%) Werkstuk (70%)

Beide dienen voldoende te zijn19C00056.

LeerdoelOn completion of the module, a student should be expected to:

■ Be familiar with current trends in journalism research, which challenge or expand traditional notions of journalism.

■ Understand ongoing developments in Western news media and the implications for the practice and responsibility of journalists.

■ Critically reflect on alternative definitions, practices, and values for journalism

InhoudJournalism is changing. New media, minority groups, economic and political forces are diversifying the ways in which news is produced. More and more, people seem to be getting their news from blogs, transnational media, entertainment programs, and alterna-tive news outlets. These unconventional news sources are challenging some of the basics assumptions of professional journalism. They are rising new and interesting questions, such as: Who is a journalist? Is a blogger a journalist? What is “good” journalism? Should journalists take sides for their communities (e.g. ethnic minorities, women,

Expanding the boundaries of Journalism (MJPO)

Vakcode 19C00056



Periode(n) Semester 2 block 2 Voertaal: English

Onderwijsinstituut Media and Communication College

Docent(en) I Awad Cherit PhD.


telefoon: +31 20 5253003


58


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

homosexuals)? What kind of relationship should they establish with their sources? How should journalists relate to global and ethnic audiences? Overall, can we still talk about journalism or should we talk about different journalisms?

In this course, we will examine these questions through both academic discussions and concrete examples of journalistic practice. We will start with an overview of professional mainstream journalism and of the technological, economic, social, and political forces that are changing it. We will then discuss alternative news practices that result from these changes, including civic journalism, independent online news sites, minority and transna-tional media, and the incorporation of humor and irony in news production.




Studiemateriaal■ Reader■ Academic articles available through the digital library

Toetsvorm■ Mid-term quiz: 20%■ Final quiz: 20%■ Interview assignment (and presentation): 15%■ Final paper: 45%

BijzonderhedenThis is an English-language course. 19C00035.

Gamers en games (MEPC)

Vakcode 19C00035





Docent(en) mw. drs. M Vosmeer


telefoon: +31 20 5253003


59


Leerdoel■ de vaardigheid om een analytische en kritische evaluatie uit te voeren van

communicatiewetenschappelijk literatuur op het gebied van video games en de mensen die ze spelen. In dit kader zijn de studenten in staat de theorie toe te passen bij het analyseren van grotere en kleinere, online of offline beschikbare videogames;

■ kennis van en inzicht in communicatiewetenschappelijke theorieën, stromingen en empirische bevindingen met betrekking tot Games en Gamers. Studenten zijn in staat systematisch onderscheid te maken tussen een mediaculturele benadering van het onderwerp en een mediapsychologische;

■ kennis van onderzoeksdesigns en de gangbare methoden en technieken blijkend uit het kritisch en verantwoord gebruik maken van gepubliceerd onderzoek op het gebied van Games en Gamers. Studenten zijn in staat systematisch onderscheid te maken tussen mediaculturele en mediapsychologische methoden van onderzoek;

■ de vaardigheid om helder en bondig een wetenschappelijk betoog te kunnen schrijven gericht op de ontwikkeling van een interessante probleemstelling;

■ de vaardigheid relevante literatuur te zoeken en te verwerken in bovengenoemd wetenschappelijk betoog

InhoudEr gaat bijna geen dag voorbij of in de media wordt wel iets bericht over videogames: bizarre gebeurtenissen in grote online role playing games zoals World of Warcraft, of ver-ontrustend onderzoek over de negatieve effecten van het spelen van games. Videogames nemen een steeds belangrijkere plaats in in het medialandschap van tegenwoordig. In dit bachelor seminar bespreken we diverse aspecten van games: we praten over genres, gameplay en game karakters, en over wetenschappelijk onderzoek naar video games en de mensen die ze spelen. Onderzoek naar veronderstelde negatieve effecten van het spelen van videogames, zoals agressie en verslaving wordt behandeld, maar ook de manier waarop videogames en virtuele werelden in toenemende mate worden ingezet voor educatieve of commerciële doelstellingen. We maken daarbij gebruik van twee ver-schillende wetenschappelijke benaderingen: een mediaculturele en een mediapsychologi-sche. De confrontatie tussen de benaderingen brengt een kritische reflectie met zich mee op de waarde van deze benaderingen, inclusief de bijbehorende kwalitatieve en kwantita-tieve onderzoeksmethoden.


OnderwijsvormWerkgroepen: 8 maal per week 2 uur


60


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

StudiemateriaalActuele literatuur uit de online bibliotheek op gebied van video game theorie, aan te kondigen in de handleiding van de cursus

Toetsvorm■ Individuele weekopdrachten 30% ■ Participatie in de discussie 10% ■ Academische lezing (groepsopdracht) 10%■ Individuele eindpaper 50% 19C00050.

Leerdoel■ Wetenschappelijke kennis opdoen van theorie en onderzoek met betrekking tot de

ontwikkeling, implementatie en evaluatie van gezondheidsbevorderende interventies ■ Het aanleren van een kritische en creatieve benadering van theorie en praktijk

InhoudDit seminar is opgezet als een algemene inleiding in de gezondheidsvoorlichting. Vragen als: Hoe maak je een programma om jongeren in beweging te houden? Waarom roken mensen eigenlijk? Hoe bepaal je of een voorlichtingscampagne over veilig vrijen effectief is geweest? Hoe kan het aantal orgaandonoren vergroot worden?, komen aan de orde in dit keuzevak. Daarbij staat de rol van gezondheidsvoorlichting met als doel gedrag te ver-anderen centraal. Na een korte introductie op het vakgebied, wordt tijdens de bijeenkom-sten aandacht besteed aan de analyse van gezondheid en gezondheidsgedrag, het ontwikkelen van strategieën om risicogedrag te veranderen en het implementeren en evalueren van dergelijke strategieën in de praktijk. In de bijeenkomsten wordt door middel van presentaties, opdrachten en praktijkvoorbeelden actief omgegaan met de te gebruiken literatuur. Na afronding van dit seminar heb je niet alleen kennis van theorie en onderzoek met betrekking tot de ontwikkeling van gezondheidsbevorderende interven-ties, maar weet je ook hoe je na kunt gaan in hoeverre de invoering -ofwel implementatie- van het programma in de praktijk succesvol is en op welke manier je de effecten van de interventie kunt evalueren. Een meer op 'meta-niveau' liggend maar elementair doel is het

Gezondheidsvoorlichting & gedragsverandering (CCV)

Vakcode 19C00050




Semester 2 blok 1


Docent(en) drs. M. Keer, mw. dr. J. van Weert


telefoon: +31 20 5253003


61


aanleren van een kritische en creatieve benadering van theorie en praktijk. Deze doelein-den worden nagestreefd met opdrachten die je deels thuis voorbereid en deels tijdens de bijeenkomsten aangereikt worden. Tijdens de bijeenkomsten wordt daarom een actieve houding verwacht van de studenten. Er wordt gewerkt in een goede sfeer, waarbij door discussie en gedachtewisseling het kritisch inzicht verder vergroot wordt.

Aanmeldenvia Studieweb: http://www.studieweb.student.uva.nl



StudiemateriaalBrug, J., Assema, P. van, Lechner, L. (2007). Gezondheidsvoorlichting en gedragsveran-dering. Een planmatige aanpak (5e herziene druk). Assen: van Gorcum

Toetsvorm■ Individuele vragen beantwoorden over boek (40%) ■ Individueel literatuurpaper (40%) ■ Presentaties (20%)

Toetsdata■ Individuele vragen over boek: wekelijks (m.u.v. week van presentatie) ■ Individueel literatuurpaper: laatste bijeenkomst inleveren ■ Presentaties: wekelijks door een of twee subgroepen 19C00047.

Leerdoel■ Belangrijke theorieën uit gezondheidsvoorlichting kennen■ Inzicht hebben in effecten van massamediale gezondheidscampagnes■ Inzicht hebben in mechanismen van Advies-op-Maat ■ Inzicht hebben in effecten van Advies-op-Maat, zowel via print als via internet ■ Bovengenoemde inzichten en theorieën kunnen integreren in een onderzoeksvoorstel.

Gezondheidsvoorlichting op maat (CCV)

Vakcode 19C00047





Docent(en) dr. G.J. de Bruijn


telefoon: +31 20 5253003


62


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

InhoudNaast massamediale voorlichtingscampagnes om gezond gedrag te bevorderen, is er de laatste jaren een groeiende aandacht voor getailorde gezondheidscommunicatie: bood-schappen die toegespitst zijn op de individuele karakteristieken van de ontvanger. Deze boodschappen worden verstrekt via een aantal kanalen, waarvan het internet een van de meest gebruikte is. Hoewel dergelijke boodschappen vaak via gezondheidsinstanties worden uitgezet (denk hierbij aan de Gezond Leven Check van de Hartstichting of de Drinktest van het Trimbos-instituut), kun je hierbij ook denken aan programma's als "Je Echte Leeftijd". Hoewel er in dit seminar aandacht besteed zal worden aan de theoretische achtergrond van gezondheidscommunicatie, is er in dit seminar ook voldoende aandacht voor de praktijk van gezondheidscommunicatie-op-maat.


OnderwijsvormSeminar


StudiemateriaalEngelstalige en Nederlandstalige onderzoeksliteratuur die beschikbaar wordt gesteld via koppelingen op Blackboard.

Toetsvorm■ Wekelijkse vragen over de literatuur (30%) ■ Wekelijkse groepspresentatie en groepspaper (20%) ■ Individueel eindpaper (50%)

BijzonderhedenDit vak kan niet gevolgd worden door studenten die het vak "Getailorde gezondheids-communicatie" al gevolgd hebben.

Aanwezigheid De bijeenkomsten zijn een belangrijk onderdeel van het seminar want het is een belang-rijk forum voor actieve verwerking. Door gedachtewisseling kan je je mening en visie toetsen en aanscherpen. Daarom is aanwezigheid verplicht, maar o.a. door ziekte en NS niet altijd haalbaar. Als je niet kan, hoef je dat niet te melden want de docent maakt geen onderscheid tussen meer en minder geldige redenen van afwezigheid. Dat levert hoogstens vermoeiende discussies op over de vele grensgevallen. Ook te laat komen (om wat voor reden dan ook) is uiterst storend. Na aanvang om 11.00 gaat de deur 'op slot', en mag je pas weer binnen na de pauze. Als je te laat bent of helemaal niet komt, moet je de huiswerkopdracht over de literatuur

63


uiteraard toch inleveren. Deze moet uiterlijk dezelfde dag om 17.00 uur ingeleverd zijn. In geval van ziekte kan natuurlijk over de deadline worden onderhandeld.

Als je 2 keer of meer afwezig bent,mag je niet meer meedoen aan het seminar en krijg je een onvoldoende. De eerste bijeenkomst is aanwezigheid verplicht. Indien je niet komt, kan je plaats aan iemand op de wachtlijst worden gegeven.19C00003.

InhoudDoor de voortgaande globalisering zal het contact tussen mensen afkomstig uit verschil-lende culturen blijven toenemen. Bekend is dat de culturele afstand tussen mensen een van de belangrijkste knelpunten kan zijn in het bereiken van een adequaat communicatie-proces. In dit seminar wordt een aantal visies op cultuur en interculturele communicatie besproken. Er zal aandacht geschonken worden aan factoren die het interculturele com-municatieproces beïnvloeden, zoals culturele verschillen in waarden en communicatiere-gels. Ook zal aandacht worden geschonken aan het effect van media op het ontstaan van vooroordelen en stereotypen. Implicaties voor voorlichting zullen tevens aan bod komen. In de bijeenkomsten wordt door middel van opdrachten en voorbeelden actief omgegaan met de te gebruiken literatuur.





ToetsvormIndividueel literatuurpaper, presentatie, opdrachten

Interculturele Communicatie (CCV)

Vakcode 19C00003


Ingangseis Propedeuse



Docent(en) mw. dr. B.C. Schouten


telefoon: +31 20 5253003


64


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

19C00061.

InhoudIs GeenStijl eigenlijk journalistiek? Mogen lezersreacties op nieuwssites bewerkt worden? Welke rol speelt Twitter in het nieuwsproces? Internet heeft gezorgd voor nieuwe vormen van nieuws en journalistiek. Deze ontwikkelingen hebben het voortdu-rende debat over wat professionele journalistiek precies inhoudt en of gedragscodes voor journalisten wenselijk en haalbaar zijn een nieuwe impuls gegeven. Immers hoe kunnen journalistieke normen gehandhaafd worden in een omgeving waarin iedereen journalist kan zijn?

In dit seminar wordt een overzicht geschetst van de huidige wetenschappelijke discussies over kwaliteit van online journalistiek. We beschouwen kwaliteit vanuit de online nieuwsconsument, de journalist, en de samenleving als geheel. Thema’s die aan bod zullen komen zijn: de nieuwsvraag van de consument, de veranderende werkwijzen en rolopvattingen van de journalist, de maatschappelijke vraag om verantwoording, en de concrete morele dilemma’s in de journalistieke praktijk.


Onderwijsvormseminar


StudiemateriaalDe literatuur bestaat uit wetenschappelijke artikelen die digitaal via de Elektronische Bibliotheek van de UvA beschikbaar zijn

ToetsvormEindpaper (60%) Wekelijkse opdrachten (20%) Participatie werkgroepen (20%)

Kwaliteit van online journalistiek (MJPO)

Vakcode 19C00061





Docent(en) mw. drs. C.G.C. Burgt


telefoon: +31 20 5253003


65


19C00030.

InhoudMedia vernieuwen zich permanent, vooral om bestaande gebruikers meer tevreden te stellen en nieuwe aan te trekken. Soms zijn het kleine aanpassingen (andere formats voor kranten, tv-programma’s of internet sites), in andere gevallen gaat het om het uitbrengen van nieuwe producten: muziek downloads, gratis kranten, digitale tv. In dit seminar zullen een aantal van deze vernieuwingen en hun successen (of het uitblijven daarvan) aan de orde komen. Specifiek zal in dit seminar gekeken worden hoe het traditionele dagblad zich vernieuwt d.m.v. internet-strategieën, radio en tv, prijsdifferentiatie, gratis uitgaven, tabloids en compacts, bijlagen en magazines, jongeren-uitgaven, regionalisering, marketing en promotie. Het zal zowel om binnen- als buitenlandse voorbeelden gaan.


Onderwijsvormseminar


StudiemateriaalWordt via Blackboard bekend gemaakt

ToetsvormIndividueel eindpaper

Media innovation (MJPO)

Vakcode 19C00030





Docent(en) dr. P. Bakker


telefoon: +31 20 5253003


66


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

19C00066.

InhoudMedia in het algemeen en internetgebruik in het bijzonder zijn tegenwoordig niet meer weg te denken als vrijetijdsbesteding. Dagelijks zitten mensen hun profiel op Hyves te pimpen, videoclipjes online te bekijken, naar seks op internet te kijken, een toekomstige partner te zoeken op een online datingsite en ga zo maar door. Hierbij speelt beeldvor-ming bewust of onbewust een grote rol. Internet heeft ook verschillende effecten op beeldvorming met betrekking tot individuen en groepen. Dit kan variëren van werkgevers die toekomstige werknemers op Hyves checken tot het beeld dat we hebben van vrouwen door het zien van seksueel getinte videoclips of porno. In dit seminar zal vooral aandacht worden besteed aan beelden die worden gecreëerd via het internet, zowel door interper-soonlijke communicatie, bijvoorbeeld in de communicatie op sociale netwerksites, als door de massamediale uitingen, bijvoorbeeld in videoclips en via reclames



StudiemateriaalWordt via Blackboard gecommuniceerd

ToetsvormPresentatie, participatie & papers

BijzonderhedenDit seminar wordt zowel in het Nederlands als Engels aangeboden

Media invloed op beeldvorming (MEPC)

Vakcode 19C00066





Docent(en) mw. drs. M.L. Antheunis, drs. S. Joshi


telefoon: +31 20 5253003


67


19C00008.

InhoudIn dit seminar wordt de rol van media als reclamedrager bestudeerd zoals dat bij media-planning aan de orde komt. Verschillende mediumtypen komen daarbij uitgebreid aan bod. We kijken steeds naar kwantitatieve aspecten (zoals bereik en kosten), kwalitatieve aspecten (zoals communicatievermogen en Umfeld) en mediuminzet (zoals timing en fre-quentie). Belangrijke elementen van mediaplanning zijn de doelgroepselectie en het bepalen van de mediastrategie. Het seminar zal nadrukkelijk de praktijk van mediaplan-ning centraal stellen.




StudiemateriaalBoon, A. den & Neijens, P. (Redactie) (2003). Media & Reclame. vierde druk. Groningen: Wolters-Noordhoff (ISBN 90 207 3252 8).

ToetsvormIndividuele Paper (45%) Mediaplan (45%) Nieuwsbrief (10%)

BijzonderhedenEén van de colleges zal door een gastdocent verzorgd worden

Mediaplanning (CCV)

Vakcode 19C00008




Semester 2 blok 1

Semester 2 blok 2


Docent(en) dr. A. van Meurs, mw. drs H.A.M. Voorveld MSc.


telefoon: +31 20 5253003


68


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

19C00009.

InhoudBij het op de markt zetten van een merk moet een aantal duidelijke keuzes worden gemaakt. Bijvoorbeeld ten aanzien van de positionering van het merk en de keuze van de doelgroep. De laatste jaren wordt er steeds vaker gekozen voor positionering en segmen-tatie op basis van waarden. Waarden spelen dan ook een rol in de communicatie met de consument. Ze komen voor in de reclame van de merkproducten en bijvoorbeeld op de verpakking. Waarden hangen samen met cultuur. In de communicatie zal dus ook rekening moeten worden gehouden met de cultuur van de doelgroep. Waarden en cultuur in de merkcommunicatie staan dus centraal in dit seminar, met speciale aandacht voor globale merkcommunicatie.




StudiemateriaalMooij, K. de, (2005). Global marketing and advertising: Understanding cultural paradoxes (2nd edition). London: Sage.

ToetsvormPresentatie, individueel eindpaper, open boek tentamen

BijzonderhedenDit seminar komt in de plaats van ‘de rol van waarden in de merkcommunicatie’ Studenten die dat seminar hebben gevolgd, kunnen zich niet voor dit seminar inschrijven. Let op: Dit seminar is eveneens niet toegankelijk als je je hebt ingeschreven voor "Reclame & Cultuur" wegens te veel inhoudelijke overlap.

Merkcommunicatie (CCV)

Vakcode 19C00009





Docent(en) mw. drs. S. van Pelt


telefoon: +31 20 5253003


69


19C00044.

InhoudIn de laatste decennia heeft een versnelling in het proces van internationalisering en inte-gratie plaats gevonden. Dit proces heeft ingrijpende gevolgen voor cultuur, politiek en economie op wereldschaal. Aan de groei van grensoverschrijdende informatiestromen wordt dan ook groot belang toegekend. Dit wordt onder meer duidelijk door het gebruik van omschrijvingen als de ‘informatiesamenleving’. Het is nog maar de vraag in hoeverre hiermee de realiteit van deze ontwikkelingen adequaat wordt weergegeven. Het staat wel vast dat er zowel kansen als risico’s besloten liggen in de opkomst van nieuwe informatie en communicatie technologieën. Er zijn dan ook uiteenlopende visies op de huidige stand van zaken en op de toekomstige ontwikkelingen op dit terrein geformuleerd. Tijdens de bijeenkomsten zullen deze visies worden voorgesteld, geanalyseerd en bediscussieerd. Wat is er nieuw, wat is niet veranderd en hoe zou het beter kunnen, zijn vragen die we trachten te beantwoorden. Tijdens het seminar zal een aantal brandende kwesties op het gebied van mondiale communicatie worden besproken. Dit houdt in de opkomst van internationale nieuwsmedia en de productie van het ‘werlednieuws’, de invloed van dien op de wereldpolitiek en ook interculturele communicatie. Op deze manier wordt getracht meer duidelijkheid te krijgen over de rol van informatie-/ en communicatieprocessen in relatie tot concepten als culturele mondialisering, internationale betrekkingen, ontwikke-ling en wereldeconomie.




StudiemateriaalDigitale artikelen (worden per week opgegeven)

Mondiale communicatie en de informatiesamenleving (MJPO)

Vakcode 19C00044




Semester 1 blok 1


Docent(en) mw. drs. J. Hoffmann LL.M.


telefoon: +31 20 5253003


70


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

ToetsvormParticipatie, opdrachten, paper19C00038.

InhoudIn de cursus "overtuigende communicatie & massamedia" bestuderen we een groot deel van het boek "Resistance and persuasion" van Knowles en Linn bestuderen. De bestu-deerde teksten worden in de werkgroep besproken. Centraal staan hierbij de theorieën en de methoden bij overtuigende communicatie. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer multiple routes to resisting attitude change, the intensity of affect, attitude cer-tainty, narrative persuasion, self-affirming, critical consumers, consumer psychology. Elke week worden delen van het boek bestudeerd en in de werkgroepbijeenkomst bespro-ken. In kleine groepjes worden korte presentaties (10 à 15 minuten) voorbereid. De stof wordt verder besproken aan de gand van vragen en toepassingsopdrachten.




StudiemateriaalKnowles, E.S., & Linn, J.A. (2004). Resistance and persuasion. Mahwah, New Jersey: Lawrence Erlbaum Indien van toepassing wordt extra materiaal beschikbaar gemaakt via blackboard

ToetsvormParticipatie, tentamen, paper

Overtuigende Communicatie (CCV)

Vakcode 19C00038





Docent(en) dr. A.S. Velthuijsen


telefoon: +31 20 5253003


71


19C00065.

InhoudThe present-day media are often celebrated for their participatory potential, as evidenced by the public’s enthusiastic appropriation of social networking, file sharing and blogs. Different forms of ‘user-generated content’ have been connected with the shift from the mass communication model to the interactive communication model, which is characteri-zed by the blurring of boundaries between production and consumption. The aim of this course is to critically reflect on the diversity of participatory practices and products in the media. The focus has been on the potential of the new media, and especially web 2.0 tech-nologies, for increased participation but we should not assume that some media technolo-gies are per definition more participatory than others: the participatory potential of media technologies is always dependent on the way they are used.

We will start with examining the organizational and cultural context of contemporary practices of media participation. We will then discuss the diverse ways in which people participate as well as the ways in which the old and new media facilitates citizen partici-pation. What is the significance of the media participation for the public and for society more widely? What are we participating in when we are blogging, sharing files, writing a letter to the editor of a newspaper or appearing in a talk show? Does media participation necessary mean empowerment and emancipation? In this course, we will examine these questions through both academic discussions and concrete examples of participatory practices in the media.

Participatory Media (MJPO)

Vakcode 19C00065

Studielast 5 (14 hours a week)

Studiejaar Propedeuse CW


Semester 1 block 2 Voertaal: English


Docent(en) dr. M Pantti, A.R.T Schuck MA


telefoon: +31 20 5253003

Onderdeel van Undergraduate Certificate Programme in Humanities and Social Sciences


72


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

19C00063.

LeerdoelThe general aim of this course is for students to become critical and analytical consumers of news and information, based on a deeper knowledge of the theories and the methods used in the field. More particularly, the course will provide them with the theoretical and empirical knowledge that enables them to think more critically about the news selection and production processes as well as the links between news, opinion formation and political action.

InhoudEvery day, news media inform us about current events. As such they are essential for the formation of public opinion on all kinds of political and social issues. In this seminar, we will analyse the role of news media in public debate and the potential impact their repre-sentations can have on public opinion. From the universe of events, media select what they think is newsworthy and frame issues and events in their own ways. In this seminar students will be introduced to the factors that drive the construction of reality in the news. Why, for example, do some issues reach the public agenda and others do not? How and to what extent are people influenced by what they see and read in the news? What, for example, is the impact the media have during election campaigns? And finally, how well do the media function in the process of modern democracy? As part of the course, students are encouraged to propose and conduct their own small empirical research projects and thus gather some practical 'hands-on' research experience. This is an intensive seminar that can only be successful with maximum preparation and full and active participation by the students.

AanmeldenPreregistration required


Onderwijstijden http://www.student.uva.nl/cw/roosters.cfm

Political Communication (MJPO)

Vakcode 19C00063

Studielast 5 (14 hours a week)

Ingangseis Propedeuse

Periode(n) Semester 2 block 2 Voertaal: English, (Komt te vervallen)


Docent(en) A.R.T Schuck MA


telefoon: +31 20 5253003


73


19C00046.

Leerdoel■ de vaardigheid om een analytische en kritische evaluatie uit te voeren van

communicatiewetenschappelijke literatuur over het thema van het seminar; ■ kennis van en inzicht in communicatiewetenschappelijke theorieën, stromingen en

empirische bevindingen met betrekking tot het thema van het seminar; ■ kennis van onderzoeksdesigns en de gangbare methoden en technieken blijkend uit het

kritisch en verantwoord gebruik maken van gepubliceerd onderzoek op het gebied van het thema van het seminar;

■ de vaardigheid een interessante probleemstelling te formuleren; ■ de vaardigheid om in een helder en bondig wetenschappelijk betoog een

probleemstelling te kunnen beantwoorden op basis van (literatuur)onderzoek; ■ wetenschappelijke integriteit, die tot uitdrukking komt in bijvoorbeeld het besef van

de eigen beperkingen en de bereidheid tot het herzien van de eigen standpunten.

InhoudPopulaire cultuur is lange tijd verguisd. Traditionele cultuurcritici maakten een onder-scheid tussen enerzijds de verfijndheid van de elitaire cultuur, en anderzijds het vermeende platte, commerciële en massale karakter van populaire cultuur. Sinds de jaren zeventig wordt dit onderscheid steeds meer in twijfel getrokken. Binnen Communicatie-wetenschap en aanverwante disciplines is sindsdien sprake van een groeiende aandacht voor de rol en betekenis van populaire cultuur voor de hedendaagse samenleving. Onder populaire cultuur wordt tegenwoordig verstaan: het samenhangend geheel aan stijlvor-men, beeldtradities en narratieve structuren in populaire mediaproducten als films, tv-pro-gramma’s, radioprogramma’s, tijdschriften, etc. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de vraag hoe deze mediaproducten door de consumenten worden toegeëigend in het alledaagse leven, welke betekenis eraan ze geven.

In dit BA-seminar worden de centrale theorieën en methoden geïntroduceerd die nodig zijn om populaire cultuur te kunnen bestuderen. Tegelijkertijd worden de studenten uitge-daagd om de verworven kennis toe te passen op concrete voorbeelden uit de populaire cultuur van hier en nu. Na een algemeen intro zullen vier analyses/benaderingen van

Populaire Cultuur: representaties in de media (MEPC)

Vakcode 19C00046





Docent(en) mw. drs. A Bijl


telefoon: +31 20 5253003


74


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

populaire cultuur worden uiteengezet: semiotiek, genretheorie, narrativiteit en discours. Na afloop van dit seminar heb je kennis van en inzicht in de verschillende manieren waarop populaire cultuur kan worden getheoretiseerd en geanalyseerd.




Studiemateriaal■ Analysing Media Texts, 2006. Edited by M. Gillespie and J. Toynbee. ■ Selectie wetenschappelijke artikelen (zie werkboek).

Toetsvorm■ Twee groepspapers. 40% ■ Twee groepspresentaties. 20% ■ Individueel paper over een onderwerp naar eigen keuze. 40%

Bijzonderheden■ Het handboek van het seminar is Marie Gillespie & Jason Toynbee (2006) Analysing

media texts. Maidenhead: Open University Press. Dit dient elke student aan te schaffen vóór aanvang van het seminar.

■ Dit seminar beoogt studenten wegwijs te maken in de kwalitatieve onderzoeksmethoden.

■ Tijdens dit seminar worden opdrachten zowel in subgroepverband als individueel gemaakt.

■ Het college bevat eventueel een excursie. 19C00059.

Leerdoel■ Kennis verwerven van invloedrijke en klassieke theoretische stromingen op het gebied

van publieke opinie en de media

Productie en effecten van de publieke opinie (MJPO)

Vakcode 19C00059





Docent(en) drs. J. von Engelhardt


telefoon: +31 20 5253003


75


■ Inzicht opdoen in de historische context van hedendaags onderzoek naar publieke opinie en de media

■ Leren kritisch om te gaan met diverse theoretische teksten uit verschillende sociaalwetenschappelijke disciplines

■ Leren zelfstandig relevante literatuur te vinden en deze in een wetenschapshistorisch kader te plaatsen

InhoudIn de 18e eeuw door de Franse filosoof Jean-Jacque Rousseau geïntroduceerd, heeft het idee van een “opinion publique” generaties van politieke filosofen, sociologen, politicolo-gen en communicatiewetenschappers bezig gehouden. Wat echter wordt verstaan onder dit begrip verschilt niet alleen sterk tussen maar ook in grote mate binnen de verschil-lende wetenschappelijke disciplines.

Gaat het om de opinie van de heersende klasse? Om de meerderheidsopinie? Om de “zichtbare” publieke opinie, expliciet gemaakt door (onder andere) de massamedia? Om datgene wat men als publieke opinie “ervaart”? Om “effectieve” publieke opinie binnen een democratie die in staat is invloed uit te oefenen op politieke beslissingen? Of simpelweg om het statistische gemiddelde van alle opinies binnen een samenleving?

Sinds de “empirische revolutie” in de VS in de jaren dertig van de vorige eeuw – als gevolg van vooruitgangen op het gebied van survey onderzoek en de toegepaste statis-tische wiskunde – werden deze verschillende benaderingen bovendien geconfronteerd met de vraag van de “meetbaarheid” van publieke opinie. Dit moment van empirische “emancipatie” in het nadenken over de publieke opinie en de spanningen die dit voort heeft gebracht, vormen het beginpunt van dit seminar.

Uitgaande hiervan zullen we in de daaropvolgende bijeenkomsten uiteenlopende theorieën en benaderingen bespreken die zich richten op de interactie tussen aan de ene kant de publieke opinie (lees: één bepaalde benadering van publieke opinie) en aan de andere kant de massamedia. We zullen beginnen met de “first steps” van de (empirische) communicatiewetenschap en zullen eindigen met hedendaagse discussies over het internet en de (veronderstelde) fragmentatie van “het publiek”. Verder zal er aandacht worden besteed aan methodologische en epistemologische vraagstukken die bij onderzoek naar de publieke opinie aan bod komen.

De nadruk van dit seminar ligt op het lezen van en werken met klassieke teksten op het gebied van publieke opinie en media (o.a. Blumer, Lippmann, Lazarsfeld, Noelle-Neumann, Galtung & Ruge, McCombs & Shaw, Bourdieu, Adorno, Chomsky, Postman). De bedoeling is om deze klassiekers niet te lezen als stoffige teksten uit het verre verleden. We zullen proberen de toegankelijk van de teksten te verhogen door ze in een betekenisvolle context te plaatsen (waar komen de ideeën vandaan?) en bovendien hun hedendaagse relevantie uit te werken door middel van discussies en recente onderzoeks-artikelen.

76


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap




Studiemateriaalworden later bekendgemaakt

Toetsvorm■ Wekelijkse literatuuropdrachten: 60%■ Eindpaper: 40% 19C00068.

InhoudBij het op de markt zetten van een merk moet een aantal duidelijke keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld ten aanzien van de positionering van het merk en de keuze van de doelgroep. De laatste jaren wordt er steeds vaker gekozen voor positionering en segmen-tatie op basis van waarden. Waarden hangen samen met cultuur. In de merkcommunicatie zal dus ook rekening moeten worden gehouden met de cultuur van de doelgroep. In hoeverre waarden verschillen per cultuur en of deze verschillen ook (zouden moeten) terugkomen in de reclameuiting staat centraal in dit seminar. Er is hierbij speciale aandacht voor globale merkcommunicatie. Daarnaast is er aandacht voor de vraag of en hoe waardeverschillen tussen culturen vast te stellen zijn.

AanmeldenAanmelden via het web (zie tzt de semestergids)


Reclame & Cultuur (CCV)

Vakcode 19C00068




Semester 2 blok 1


Docent(en) mw. drs. M. Baars


telefoon: +31 20 5253003


77


Studiemateriaal■ Mooij, M.de (2005). Global marketing and advertising. Understanding cultural

paradoxes. (Second Edition) Thousand Oaks: Sage Publications. ISBN:1 4129 1476 0. (zo snel mogelijk kopen/bestellen, is al nodig bij het voorbereiden voor bijeenkomst 2)

■ Wetenschappelijke artikelen die te downloaden zijn via de digitale bibliotheek (deze worden t.z.t. op Blackboard bekend gemaakt)

■ Overige te bestuderen materialen worden in de les uitgereikt

ToetsvormPresentatie (20%) Individueel paper (50%) Mini-tentamen (30%)

Bijdragen aan overige opdrachten moeten voldoende zijn bevonden, evenals participatie aan het gehele programma Voor de presentatie, het paper en tentamen moet gemiddeld tenminste een 5,5 worden gehaald, terwijl voor het paper an sich ook tenminste een 5,5 moet worden gehaald.

BijzonderhedenLet op: dit seminar komt in plaats van het in eerdere jaren aangeboden bachelorseminar Merkcommunicatie; de rol van cultuur en waarden (voorheen ook wel de rol van waarden in merkcommunicatie). Daarom mogen studenten die dat seminar reeds behaald hebben zich niet inschrijven voor dit seminar. Raadpleeg bij twijfel de docent.19C00060.

LeerdoelNa het volgen en voltooien van het BA seminar Televisie & Publiek beschik je over:

■ de vaardigheid om een analytische en kritische evaluatie uit te voeren van communicatiewetenschappelijk literatuur op het gebied van receptie onderzoek;

■ kennis van en inzicht in communicatiewetenschappelijke theorieën, stromingen en empirische bevindingen met betrekking tot receptie onderzoek;

Televisie en Publiek: TV bekeken (MEPC)

Vakcode 19C00060





Docent(en) drs. R.A. Kartosen


telefoon: +31 20 5253003


78


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

■ kennis van onderzoeksdesigns en de gangbare methoden en technieken blijkend uit het kritisch en verantwoord gebruik maken van gepubliceerd onderzoek op het gebied van receptie onderzoek;

■ de vaardigheid om helder en bondig een wetenschappelijk betoog te kunnen schrijven gericht op de ontwikkeling van een interessante probleemstelling;

■ de vaardigheid relevante literatuur te zoeken en te verwerken in bovengenoemd wetenschappelijk betoog;

■ wetenschappelijke integriteit, die tot uitdrukking komt in bijvoorbeeld het besef van de eigen beperkingen en de bereidheid tot het herzien van de eigen standpunten.

InhoudIn de westerse wereld blijft televisie onverminderd een van de belangrijkste massamedia waar dagelijks vele miljoenen mensen naar kijken. Zo ook in Nederland, waar in februari 2008 een ongekend hoog aantal van ruim zeven miljoen kijkers afstemde op een uitzen-ding van Peter R. De Vries. Maar ook andere kijkcijferkanonnen zoals Radar, Spoorloos en Mooi Weer de Leeuw weten keer op keer miljoenen kijkers te trekken. Gemiddeld zitten Nederlanders ruim drie uur per dag voor de buis en het ziet er voorlopig niet naar uit dat de kijktijd substantieel zal dalen. Gezien de grote aantallen mensen die dagelijks naar de televisie kijken, is het relevant om ons af te vragen waarom zij dit doen. In dit seminar draait het daarom om de kijkers en de vraag waarom zij naar televisie kijken; welke rol speelt het kijken naar televisie en bepaalde televisieprogramma’s in het bijzonder in het leven van de kijkers? We zullen dieper ingaan op de receptiekant van televisie en we onderzoeken waarom mensen eigenlijk zo graag naar televisie kijken en welke betekenissen zij hieraan geven. Verschillende theoretische perspectieven die de afgelopen decennia zijn ontwikkeld ten aanzien van het zogeheten kijkplezier zullen aan bod komen. Inzichten worden ontleend aan een belangrijk paradigma in de studie naar televisie, het cultural studies paradigma. Zo zullen vanuit deze benadering identiteit/identificatie, betekenisgeving, encoding/deco-ding, genderverschillen, en kijkposities van verschillende publieken de revue passeren. Uitgangspunt hierbij is dat we niet spreken van één publiek, maar van publieken die zich bevinden in een discursieve arena waar steeds opnieuw betekenissen worden gevormd. Aan het eind van dit seminar ben je in staat om deze benadering in eigen literatuuronder-zoek toe te passen en er zodoende kritisch op te reflecteren.


OnderwijsvormSeminar 1 maal per week 2 uur


79


Studiemateriaal■ Reader ■ Artikelen ■ Boek

Toetsvorm■ Eindpaper 50% ■ Wekelijkse opdrachten (KAVV) 40% ■ Verplichte aanwezigheid werkgroepen 10%

BijzonderhedenStudenten die het bachelor seminar Loving the Tube al gevolgd hebben, kunnen zich niet voor dit bachelor seminar inschrijven19C00062.

LeerdoelParticipants will learn to

■ understand the relationship between daily-life politics and the study of ‘framing’ ■ critically analyze academic literature that deals with ‘framing’ ■ relate ‘framing’ literature to other theories and approaches of communication science

(and their empirical findings) ■ understand methods and research designs that have been used in studies on ‘framing’

InhoudWe can choose from a wide variety of media sources to get informed about current political events: Newspapers, magazines, TV news and internet websites offer an abundance of news stories, interviews, analyses and opinion pieces concerning every move of our political surrounding.

The concept of ‘framing’ helps us to understand how citizens make sense of political news. In a world with growing complexity, frames are patterns of interpretation which we use to understand media information and process it. Frames emphasize certain aspects of a topic, and push others into the background. However, what political frames are used by

The Media "frame" Politics: Content and Effects (MJPO)

Vakcode 19C00062





Docent(en) drs. S.K. Lecheler


telefoon: +31 20 5253003



80


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

the national and international media, how do these affect the citizens and what role do politicians play in the process?

This seminar deals with the role of frames and framing in current political news coverage in the Dutch, European and international context. The course focuses on discussing (1) common frames used in political news coverage today, (2) how journalists select or even produce these frames and (3) what the effects of news framing on the everyday citizen may be.


OnderwijsvormSeminar: 1 maal per week 2 uur


StudiemateriaalCourse literature consists of academic articles only

Toetsvorm■ Class participation (10%) ■ Student group presentation (30%) ■ Assignment A: Essay (20%)■ Assignment B: Final paper (40%)

Toetsdatato be announced

BijzonderhedenThe course is taught in English (including student participation and presentations, assign-ments and final paper).

2.3.3 Keuzevakken CW40C.

Communicatiewetenschap (voor niet CW-ers)

Vakcode 40C

Studielast 10 ( 28 uur per week)




telefoon: +31 20 5253003

Onderdeel van Minor Communicatiewetenschap: variant 30 of 60 stp.

Minor Entrepreneurship

81


LeerdoelDeze module biedt een inleiding in de verschillende facetten van de communicatieweten-schap. Je maakt kennis met verschillende vormen van communicatie zoals de journalis-tiek, reclame, voorlichting en PR. Je verwerft kennis van en inzicht in de kenmerken en ontwikkeling van het Nederlandse medialandschap. Daarbij komen aanbod en vraag, economie en beleid, en verleden en de toekomst, van verschillende media -- kranten, tijd-schriften, boeken, radio, tv, beelden geluidsdragers, film, telecommunicatie en inter-net/nieuwe media -- aan bod. Tot slot verwerf je inzicht in de belangrijkste communicatiewetenschappelijke theorieën, die betrekking hebben op de productie, de inhoud, de ontvangst en de effecten van communicatieboodschappen. Op basis van deze kennis en inzichten kun je een kritische en onderzoekende houding aannemen ten opzichte van de belangrijke en veranderende rol die communicatie en media spelen in ons dagelijks leven en in de maatschappij.

InhoudCommunicatiewetenschap bestaat uit acht hoorcolleges. Er wordt aandacht besteed aan modellen die gebruikt worden om communicatie te onderzoeken (wat is communicatie? wat zijn belangrijke onderdelen?), aan het Nederlandse medialandschap (overzicht van media), en aan de inhoud, het gebruik en de mogelijke effecten van media (wat doen media met mensen, wat doen mensen met media). De collegecyclus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen.


OnderwijsvormHoorcollege


Studiemateriaal■ Bakker, P. & Scholten, O. (2009). CommunicatieKaart van Nederland (7e herziene

druk). Alphen a/d Rijn: Kluwer. ■ Boer, C. de & Brennecke, S. (2009). Media en publiek; Theorieën over media-impact

(6e herziene druk). Amsterdam: Boom. ■ McQuail, D. (2005). McQuail’s Mass Communication Theory (5e druk). London:

Sage. ■ Zoonen, L. van. (2005). Media, cultuur & burgerschap (3e druk). Amsterdam: Het

Spinhuis. ■ Werkboek

ToetsvormSchriftelijk tentamen

82


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

Toetsdataoktober 2009, januari 201049C001.

LeerdoelHet verwerven van inzicht in de rol die media kunnen spelen in tijden van conflict staat in deze cursus centraal. De student maakt kennis met de meest belangrijke theorieën en modellen met betrekking tot de rol van communicatie in de escalatie en de-escalatie van conflicten. Verder worden historische ontwikkelingen en recente initiatieven op het gebied besproken.

InhoudSinds de opkomst van de massamedia hebben deze een belangrijke rol gespeeld in alle grote conflicten van de 20e en 21e eeuw. Dit geldt zowel voor de bij het conflict betrokken partijen als ook voor de “toeschouwers” voor wie de media meestal de enige bron van informatie zijn. Tijdens de hoorcolleges worden verschillende rollen belicht die media kunnen spelen met betrekking tot (gewapende) conflicten. Zo zijn media in het verleden bewust ingezet ter ophitsing en het aanzetten tot geweld, zoals in de aanloop naar de genocide in Nazi-Duitsland en Rwanda. De verantwoordelijkheid van journalis-ten, internationale afspraken en reacties van de internationale gemeenschap als ook mogelijke alternatieven en oplossingen zullen tijdens deze cursus aan bod komen. Het tweede deel van de cursus zal zich vooral richten op de positie die journalisten door hun verslaggeving over conflicten innemen in het proces van publieke besluitvorming en de verschillende invloeden, aan die zij zijn blootgesteld. Hoe objectief is, of kan oorlogs-verslaggeving zijn? Wat zijn onderliggende redenen en mechanismen die de onpartijdig-heid van de media kunnen beïnvloeden? Welke gevolgen heeft dit voor de informatievergaring en opinievorming van het publiek? De discussie rondom deze vraag-stukken zal ook in de context van de ontwikkelingen en veranderingen na de aanslagen van 9/11 worden geplaatst.


Conflict en media

Vakcode 49C001


Ingangseis 40 stp uit de propedeuse waaronder ICW (externe studenten: propedeuse)



Docent(en) mw. drs. J. Hoffmann LL.M.


telefoon: +31 20 5253003



83





ToetsvormTentamen


LeerdoelHet vak is opgezet als een algemene inleiding in de internationale communicatie. Je verwerft kennis en inzicht in de belangrijkste kwesties van de internationale communica-tie; over theoretische gezichtspunten die begrip van de economische, politieke en culturele betekenis van de internationale communicatie bevorderen. Daarnaast is het de bedoeling dat je inzicht verwerft in mensenrechtelijke vraagstukken op het gebied van de internationale communicatie.

InhoudIn de hoorcolleges wordt de betekenis van internationale communicatie voor internatio-nale politieke, economische en culturele betrekkingen besproken. Daarbij komen onder meer aan de orde: de wereldmarkten voor nieuws en amusement, de rol van journalisten in internationale conflicten, wereldwijde reclame en McDonaldisering, digitale oorlog en cyberterrorisme, surveillance in cyberspace en de politiek van de internationale commu-nicatie. Ook wordt aandacht gegeven aan de betekenis van internationale afspraken op het gebied van de mensenrechten voor de organisatie en de inhoud van internationale com-municatie.

Internationale communicatie

Vakcode 44C005


Ingangseis 40 stp. uit de propedeuse waaronder ICW (externe studenten: propedeuse)



Docent(en) prof.dr. C.J. Hamelink, mw. drs. J. Hoffmann LL.M. (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003



84


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap


OnderwijsvormHoorcolleges


Studiemateriaalnog niet bekend

ToetsvormSchriftelijk tentamen

Toetsdataoktober 2009 & januari 201047C001.

Leerdoel■ Kunnen formuleren wat de doelen en de voor- en nadelen zijn van de belangrijkste

kwalitatieve dataverzamelingsmethoden: diepte-interviews, focusgroepen, en participerende observatie

■ De verschillende stappen in de analyse van kwalitatieve data kunnen uitvoeren en hierop kunnen reflecteren

■ De basisvaardigheid deze methoden van dataverzameling en –analyse toe te passen.

InhoudBinnen de communicatiewetenschap wordt steeds vaker gebruik gemaakt van kwalita-tieve methoden. Het gaat dan bijvoorbeeld om participerende observatie op nieuwsredac-ties, diepte-interviews over game-gedrag of focusgroepen met consumenten. Maar wat zijn kwalitatieve methoden eigenlijk? Wanneer en hoe gebruik je deze methoden, en waarom zou je voor deze methoden kiezen? Deze vragen staan centraal in dit vak. Sociaal-wetenschappelijk onderzoek kenmerkt zich door een systematische aanpak.

Kwalitatieve Methoden van Communicatie Onderzoek

Vakcode 47C001





Docent(en) mw. dr. L. Duits PhD. (coördinator)


telefoon: +31 20 5253003



85


Hoewel kwalitatief onderzoek minder regels kent dan kwantitatief onderzoek, betekent dit niet dat er geen regels zijn. Het seminar eindigt met het evalueren van de kwaliteit van kwalitatief onderzoek.

Aanmeldenvia studieweb (http://studieweb.student.uva.nl)



Studiemateriaal■ Bryman, A. (2008). Social research methods (3e ed.). Oxford: Oxford University

Press.■ Reader

Toetsvorm■ 5 opdrachten 50%■ Multiple choice tentamen 50%50C00105.

LeerdoelHet vak is opgezet als een algemene inleiding en oefening in strategische communicatie. Je krijgt kennis van en inzicht in de verschillende opvattingen over en de historische ont-wikkeling van strategische bedrijfscommunicatie. We zullen nader ingaan op de rol van communicatie als kritieke succesfactor in de realisatie van organisatiedoelen, zowel in de profit- en non-profit sector als bij de overheid. Daarnaast behandelen we planningsmodel-len in theorie en praktijk en gaan we in op de rol en kennisvereisten van communicatie-deskundigen en hun positie als communicatieadviseur, -manager en -specialist.

InhoudDe rol van strategische communicatie wordt benaderd vanuit de communicatietheorie, geplaatst in het licht van strategisch management en bezien vanuit een organisatieper-

Strategische communicatie

Vakcode 50C00105





Docent(en) A. Warner


telefoon: +31 20 5253003



86


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

spectief en een samenlevingsperspectief. Daarbij staat de rol van communicatie binnen grote organisaties en bij de overheid centraal. In de hoorcolleges worden de diverse theorieën behandeld en wordt ingegaan op de geschiedenis van het vakgebied, alsmede op de spanning tussen theorie en praktijk en tussen ideaal en realiteit. Aan de orde komen de concepten van openheid en openbaarheid, corporate communicatie, het symmetrisch model van public relations en de reflectieve benadering waarin issues management een belangrijke rol speelt.

AanmeldenVia studieweb: (http://studieweb.student.uva.nl)

OnderwijsvormHoorcolleges


Studiemateriaal■ Cornelissen, J. (2004). Corporate Communications; Theory and practice. London:

Sage. ■ Collegedictaten en college presentatiemateriaal (modellen, schema's)

Aantal deelnemersMax. 200

ToetsvormTentamen met MC en open vragen

Toetsdatajuni 2010 & juli 201051C001.

Kind en media

Vakcode 51C001


Ingangseis 40 stp uit de propedeuse waaronder ICW (externe studenten: propedeuse)



Docent(en) mw. dr. M.A. Buijzen, mw. prof.dr. P.M. Valkenburg


telefoon: +31 20 5253003



Minor Media, cultuur en informatie: de openbare bibliotheek

87


LeerdoelNa afloop van dit vak heb je kennis van en inzicht in theorie en onderzoek met betrekking tot gebruik en effecten van media in relatie tot kinderen en van de belangrijkste weten-schappelijke en maatschappelijke discussies over actuele thema’s op het gebied van kind en media. Voorts kan je theorieën en onderzoeksresultaten vertalen naar praktijkrelevante informatie en adviezen.

InhoudWorden kinderen agressief van mediageweld? Wat is de invloed van reclame? Wat vinden kinderen fascinerend aan televisie, computerspellen en internet? Deze vragen komen aan bod in dit keuzevak Kind en Media. Na een introductie over de ontwikkeling van de voor-keuren van kinderen voor media, richten we ons op een aantal concrete onderzoeks-thema’s, zoals de invloed van media op agressie en angst, de effecten van reclame op kinderen en het gebruik van computergames en internet. Theoretische, empirische en praktische inzichten over de verschillende thema’s worden belicht in de hoorcolleges.




Studiemateriaal■ Valkenburg, P.M. (2002). Beeldschermkinderen: Theorieën over Kind en Media.

Amsterdam: Boom. ■ Reader met theoretische en empirische artikelen

ToetsvormTentamen

Toetsdata3 april 2009 & 23 juni 2009

88


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

2.3.4 Afstudeerfase29C003.

LeerdoelDe volgende leerdoelen gelden voor alle afstudeerseminars:

■ de vaardigheid om een analytische en kritische evaluatie uit te voeren van communicatiewetenschappelijke literatuur over het thema van het seminar;

■ kennis van en inzicht in communicatiewetenschappelijke theorieën, stromingen en empirische bevindingen met betrekking tot het thema van het seminar;

■ kennis van onderzoeksdesigns en de gangbare methoden en technieken blijkend uit het kritisch en verantwoord gebruik maken van gepubliceerd onderzoek op het gebied van het thema van het seminar;

■ de vaardigheid een interessante probleemstelling te formuleren;■ de vaardigheid om in een helder en bondig wetenschappelijk betoog een

probleemstelling te kunnen beantwoorden op basis van (literatuur)onderzoek; ■ wetenschappelijke integriteit, die tot uitdrukking komt in bijvoorbeeld het besef van

de eigen beperkingen en de bereidheid tot het herzien van de eigen standpunten.

InhoudIn een afstudeerseminar wordt evenals in de bachelor seminars dieper ingegaan op een specifiek communicatiewetenschappelijk thema. Tijdens het eerste deel van dit seminar zijn er collectieve bijeenkomsten. Studenten maken opdrachten en er wordt een thesis-voorstel geschreven dat de basis moet zijn voor de systematische literatuurstudie die in het tweede, individuele deel van het seminar wordt uitgevoerd. Het thesisvoorstel moet voldoende zijn om aan dit tweede deel te mogen beginnen. Tijdens het individuele deel van het afstudeerseminar schrijft de student het eindpaper/de thesis en daarbij wordt van

Afstudeerseminar CW

Vakcode 29C003

Studielast 15 (deel 1: 14 uur per week; deel 2: 28 uur per week (indien je na het

afstudeerseminar een stage gaat volgen, ben je fulltime met deel 2 bezig zodat je na

week 16 kunt starten met de stage))

Ingangseis Een bachelorseminar & Methoden van Communicatie Onderzoek II (MCO-II) Het

wordt aanbevolen dat ook het Leeronderzoek en Wetenschapsfilosofie zijn afgerond.

Periode(n) Semester 1 blok 1 ((thesis in blok 2 semester 1))

Semester 1 blok 2 ((thesis in blok 1 semester 2))

Semester 2 blok 1 ((thesis in blok 2 semester 2))

Semester 2 blok 2 ((thesis in blok 1 semester 1 2010/2011))



telefoon: +31 20 5253003


89


de studenten een grote zelfstandigheid verwacht. Het eindpaper is een wetenschappelijk verslag van 15-20 pagina’s over het literatuuronderzoek dat door de student is uitgevoerd.


Bijzonderheden1. Reguliere studenten werken tijdens het individuele deel van het afstudeerseminar fulltime aan hun thesis, zodat het seminar in de 16de/17de week is afgerond en zij aan de stage kunnen beginnen. Voor studenten die de verkorte bachelor volgen, beslaat het afstu-deerseminar twee blokken en vindt afronding van het afstudeerseminar in de 20ste week plaats. Daardoor kunnen deze studenten naast het afstudeerseminar het leeronderzoek volgen.

2. Aangezien het afstudeerseminar in de regel het laatste onderdeel is van de bachelorop-leiding van de student is het voor zowel student als docent verstandig rekening te houden met de einddatum van het semester. Als een thesis voor de einddatum van het semester is ingeleverd bij de docent (bewijs hiervoor is de Ephorus administratie), is inschrijving voor de master mogelijk. Deze inschrijving is voorlopig en op eigen risico in afwachting van de voldoende beoordeling. Als de thesis na die datum wordt ingeleverd of de thesis met een onvoldoende wordt beoordeeld, betekent de harde knip dat de student pas een half jaar later aan de master kan beginnen.

3. Indien je zonder eindbeoordeling van je thesis op eigen risico instroomt in de master, is het noodzakelijk een kopie van je bachelorthesis in te leveren bij de onderwijsbalie. Indien je zonder eindbeoordeling instroomt in de master én er is geen kopie van je thesis bij de onderwijsbalie, word je automatisch uitgeschreven voor de master.29C001.

InhoudIn het derde studiejaar van de bachelor loop je een stage. Deze stage heeft tot doel dat je op academisch niveau inzicht verwerft in de communicatiewetenschappelijke praktijk en dat je ervaring opdoet met praktische werkzaamheden, die relevant zijn voor de studie Communicatiewetenschap. Tijdens je stage heb je de gelegenheid kennis en vaardigheden die je tijdens je studie hebt opgedaan in de praktijk toe te passen. Je zult ontdekken wat je nu eigenlijk hebt geleerd; daarnaast zul je ook kennis en vaardigheden verwerven die niet

Bachelor stage

Vakcode 29C001

Studielast 20

Ingangseis MCO-II en twee bachelor seminars

Periode(n) Semester 1 en 2 (De stage kan op elk moment worden gestart mits aan de

ingangseisen is voldaan.)



90


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

bij de opleiding aan bod komen. Bovendien voer je tijdens je stage een onderzoek uit. Voor dit uit te voeren onderzoek zijn er twee mogelijkheden: ofwel je doet onderzoek in opdracht van de stage-instelling of je onderzoek is gericht op de stage-instelling. Mocht een onderzoek niet mogelijk zijn dan is het noodzakelijk door middel van academische reflectie je werkzaamheden bij de stage-instelling in een wetenschappelijk kader te plaatsen. Om een stageplaats te vinden die het best aansluit bij jouw opleiding, wensen en toekomstverwachtingen, is een goede voorbereiding noodzakelijk. Deze voorbereiding begint met het lezen van de stagehandleiding - verkrijgbaar bij de onderwijsbalie - en te raadplegen op de stagesite: http://www.student.uva.nl/stagecw. Daarna kun je beginnen met het zoeken van een stageplaats. Op de stagesite worden tevens stageplaatsen aangeboden. Houd rekening met een zoektijd van 1 tot 4 maanden, afhankelijk van jouw specifieke wensen. Zorg er bovendien voor dat je ruim op tijd een voorlopig stagevoorstel indient (zie stagesite). Pas na goedkeuring van dit voorstel kun je met je stage beginnen. Mocht je na het lezen van de stagehandleiding nog vragen hebben, dan kun je terecht op het telefonisch of inloopspreekuur, of je kunt een korte e-mail sturen naar [email protected]. Afgeronde stageverslagen zijn ter inzage bij de stageadministratie. Voor alle procedures rond het aanvragen van begeleiding kun je de stagesite te raadplegen via http://www.student.uva.nl/stagecw. Behalve up-to-date informatie over spreekuurtijden, kun je er ook het laatste aanbod op het gebied van stagevacatures vinden. Stagevacatures vind je ook op de prikborden naast kamer E105 en D109.

OnderwijsvormIndividuele begeleiding

BijzonderhedenStagecoördinatie: Dr. M. (Monique) Timmers, tel.: 020-525 7369. E-mail: [email protected]. Website: http://www.student.uva.nl/stagecw. Stageadministratie: tel. 020-525 7369.

2.4 Organisatie van het onderwijs

2.4.1 Inschrijven voor vakkenIn hoofdstuk 3 staat uitgebreide informatie over de precieze organisatie van de vakinschrijving. Hieronder worden enkele aandachtspunten genoemd die van belang zijn voor de bachelor CW.

Voor deelname aan alle vakken, met uitzondering van bachelor seminars, moet je je van tevoren inschrijven tijdens de inschrijfperiode via Studieweb (http://studieweb.student.uva.nl, kies voor administratie CWA). Alle vakken zijn op Studieweb opgenomen onder Aanmelden cursusgroepen.

91


Voor deelname aan bachelorseminars geldt een voorinschrijving. Tijdens de voorinschrijving kun je een voorkeur voor een onderwerp/onderwerpen opgeven. Na een eventuele loting wordt bekendgemaakt bij welk onderwerp/onderwerpen je bent ingeschreven. De voorinschrijving vindt plaats in de eerste twee weken van de inschrijfperiode via een aparte website. De aankondiging hiervoor wordt per e-mail gedaan, tegelijkertijd met het verzenden van de semestergids, uiterlijk een week voor de start van de inschrijfperiode.

Als je je niet tijdens de inschrijfperiode inschrijft voor vakken waar je aan wilt deelnemen, kun je (als er plaats is) eenmaal in je studie de mogelijkheid tot na plaatsingafkopen à €10,- per vak. Je wordt dan op de zwarte lijst geplaatst. Een verzoek tot naplaatsing kan uitsluitend via het inloopspreekuur van de studieadviseur.

Schrijf je uiterlijk in de eerste week van het onderwijs via studieweb uit voor vakken die je niet gaat volgen. Je houdt anders onnodig een kostbare plaats bezet voor iemand die nog in jouw plaats kan deelnemen. Bovendien ontvang je een NAV (niet aan verplichting voldaan) als resultaat voor het betreffende vak. De consequentie hiervan is dat je in speciale herkansersgroepen terecht komt van de niet behaalde vakken.

2.4.2 Ingangseisen

Voor speciale regelingen voor studenten die de verkorte bachelor volgen, zie hieronder de 'verkorte bachelor & ingangseisen'.

■ Studenten dienen 40 stp. uit de propedeuse van de bachelor Communicatiewetenschap te hebben afgerond, waaronder ICW, alvorens te worden toegelaten tot de vakken in de vervolgfase van de opleiding.

■ Studenten dienen 40 stp. uit de propedeuse te hebben afgerond waaronder ICW alvorens te mogen deelnemen aan CW keuzevakken.

■ Studenten dienen 40 stp. uit de propedeuse te hebben afgerond waaronder ICW en MCO-I alvorens MCO-II te mogen volgen.

■ Studenten dienen de propedeuse en MCO-II te hebben afgerond alvorens aan het Leeronderzoek te mogen deelnemen.

■ Studenten dienen de propedeuse te hebben afgerond alvorens aan bachelor seminars te mogen deelnemen.

■ Studenten dienen de propedeuse, MCO-II en twee bachelorseminars te hebben afgerond alvorens aan de stage te mogen beginnen.

Stuit je op problemen bij het inschrijven voor het onderwijs? Neem dan direct contact op met de onderwijsbalie in het OIH/Bushuis (020-525 3003 op werkdagen tussen 10-16 uur, of het formulier op www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw).

92


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

■ Studenten dienen de propedeuse, een bachelorseminar en MCO-II te hebben afgerond alvorens aan het afstudeerseminar te mogen deelnemen. Daarnaast wordt aanbevolen dat ook het Leeronderzoek en Wetenschapsfilosofie zijn afgerond.

De examencommissie kan afwijken van het in het voorgaande bepaalde vanuit het oogpunt van onbelemmerde studievoortgang.

De verkorte bachelor & ingangseisen Voor studenten van de verkorte bachelor gelden dezelfde ingangseisen als hierboven genoemd. Let echter op de volgende speciale regelingen:

■ Propedeuse: Waar de propedeuse als ingangseis wordt gesteld, geldt voor studenten van de verkorte bachelor dat voldaan moet zijn aan alle door hen te volgen propedeuse-onderdelen en PAV.

■ Bachelorseminar: Het is voor studenten van de verkorte bachelor onmogelijk om aan de ingangseis te voldoen voor een bachelorseminar in S2B2, vanwege het nog moeten volgen van het themamoduul In- & Externe Communicatie (IEC). Studenten die voldaan hebben aan alle eerdere verplichtingen, komen in aanmerking voor dispensatie voor bachelorseminars van MEPC & MJPO.

Controle op naleven van ingangseisen Controle op de rechtsgeldigheid van deelname aan modulen vindt plaats als de uitslagen van de tentamens van het voorafgaande semester bekend zijn. Studenten die zich inschrij-ven voor vakken waarvoor zij niet aan de voldoen, nemen deel op eigen risico. Als uit de behaalde studieresultaten blijkt dat zij hieraan niet hebben voldaan, verliezen zij hun recht op deelname. Studenten die hun recht op deelname hebben verloren, krijgen hiervan per e-mail bericht en hebben dan enkele dagen de tijd om gemotiveerd tegen de uitsluiting bij de examencommissie in beroep te gaan. De examencommissie doet uiterlijk na veertien dagen uitspraak. De docenten worden schriftelijk in kennis gesteld van de uitspraak.

Criteria voor het aanvragen van dispensatieDe examencommissie kan afwijken van de hierboven genoemde ingangseisen vanuit het oogpunt van onbelemmerde studievoortgang. Deze dispensatieregeling geldt in uitzon-derlijke gevallen en de procedure is als volgt. Als je niet voldoet aan de ingangseis zul je van de studieadviseur per e-mail een dispensatieformulier ontvangen. In de e-mail wordt tevens de termijn vermeld waarbinnen je het formulier terug dient te sturen om in aanmer-king te komen voor behandeling van je verzoek. Onvolledige verzoeken worden niet in behandeling genomen. Alle verzoeken voor dispensatie worden individueel door de exa-mencommissie behandeld. De examencommissie hanteert als vuistregel dat geen dispen-satie gegeven wordt in geval er studiealternatieven zijn. Houd er rekening mee dat ook bij het ontbreken van studiealternatieven slechts in zeer uitzonderlijke gevallen dispensatie wordt gegeven indien het vak dat men wil volgen inhoudelijk voortbouwt op het ontbre-kende vak.

93


2.4.3 Onderwijsvormen

De volgende collectieve onderwijsvormen worden gehanteerd:

■ Hoorcolleges: college waarbij de docent kennis en inzicht overdraagt aan de studenten. De studenten hebben beperkt de mogelijkheid voor interactie door middel van het stellen van vragen of het voeren van discussie.

■ Begeleidingsgroep (in combinatie met een hoorcollege): een ondersteuning van het hoorcollege waarin de literatuur die bij het college gebruikt wordt nader wordt uitgediept en besproken.

■ Practicum : onderwijsvorm waarbij de student praktische werkzaamheden moet verrichten die betrekking hebben op de voor de opleiding essentiële vaardigheden. Het zelf opdoen van vaardigheden door de student onder toezicht van een docent staat hierbij voorop.

■ Seminar : onderwijs waarbij de interactie tussen studenten en docent voorop staat door middel van probleemoplossing, casusbehandeling of discussie. Van studenten wordt actieve participatie gevraagd in de vorm van schriftelijke en/of mondelinge prestaties.

■ Virtuele groepen (in combinatie met hoorcollege): een ondersteuning van het hoorcollege via Blackboard € Tref waarbij online met medestudenten literatuur wordt besproken en online opdrachten worden ingeleverd.

2.4.4 Normen studiebelasting

De volgende normen voor studielast € Tref worden voor elk studieonderdeel als richtlijn gehanteerd:

■ 1 studiepunt staat voor 28 uur studie (inclusief hoorcolleges, werkgroepen en voorbereiden van tentamen), een jaar is 60 studiepunten.

■ Voor studieonderdelen in de propedeuse geldt voor literatuurstudie als norm 140 pagina’s per studiepunt.

■ Voor de vervolgfase geldt voor literatuurstudie als norm ca. 170 pagina’s per studiepunt.

■ Voor het bestuderen van literatuur voor een werkstuk of referaat wordt als norm 8 à 10 pagina’s per uur gehanteerd.

■ Voor het maken van een (inclusief het rangschikken van het materiaal, schematisch opzetten van het werkstuk en uittypen) wordt 8 uur per pagina gerekend. Dit geldt niet

Let op: bij veel (propedeuse)vakken is sprake van een aanwezigheidsplicht dan wel participatie-plicht bij de begeleidingsgroepen. Ontgroeningsactiviteiten bij studentenverenigingen zijn geen geldige reden voor afwezigheid en kunnen leiden tot studievertraging. Als je overweegt je aan te sluiten bij een studentenvereniging, informeer jezelf dan goed om eventuele studievertraging te voorkomen.

94


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

voor de thesis; zie hiervoor de normen in het thesisreglement (te verkrijgen via de onderwijsbalie).

■ Voor het voorbereiden en uitwerken van een hoorcollege of begeleidingsgroep wordt de helft van het aantal contacturen van het desbetreffende moduul gerekend (met een maximum van 12 uur per moduul).

2.4.5 Tentamens en tentamenreglement

Alle vakken die afsluiten met een tentamen hebben twee tentamenmogelijkheden. Alleen de vakken Methoden van Communicatieonderzoek I en II (MCO I en II) hebben drie ten-tamenmogelijkheden. In het geval van bijzondere omstandigheden kan de onderwijsdirec-teur beslissen dat er alsnog een derde tentamenmogelijkheid bij een specifiek vak wordt aangeboden. Voor alle tentamens geldt dat je je er niet apart voor hoeft in te schrijven. Als je je tijdens de inschrijfperiode voor het onderwijs hebt aangemeld, ben je automatisch ook ingeschreven voor de tentamens.

In hoofdstuk 3 vind je informatie over de gang van zaken rondom de tentaminering, de beoordeling en vaststelling van de uitslag en de inzage. Ook wordt daar verder ingegaan op de tentamenadministratie. Een aantal praktische zaken rondom tentamens wordt geregeld in een door de examencommissie opgesteld tentamenreglement. Dit reglement is verkrijgbaar bij de onderwijsbalie en te downloaden via de website.

2.4.6 Examens en Cum Laude

De opleiding bestaat uit een propedeutische fase met een studielast van 60 stp., afgesloten met een propedeuse examen en uit een vervolgfase met een studielast van 120 stp., afge-sloten met een bachelor examen. In hoofdstuk 3 vind je de data van de propedeuse en bachelor examens. Als alle onderdelen voor een examen met voldoende resultaten zijn afgelegd, ben je voor dit examen geslaagd. Als het gewogen gemiddelde van uitslagen uitkomt op 8,10 of hoger, overweegt de examencommissie de toekenning van het predikaat cum laude. Bij de overweging speelt o.a. de opbouw van de cijferreeks een rol. De aantekening 'cum laude' wordt derhalve niet automatisch toegekend en wordt niet op verzoek van de student (her)overwogen.

NB. De verkorte bachelor Communicatiewetenschap kent geen propedeutisch examen.

2.4.7 Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Onderwijs- en examenregeling van de opleiding Communicatiewetenschap staat gepubli-seerd in de online studiegids.

95


2.5 Vrij onderwijsprogramma

Het in dit hoofdstuk beschreven curriculum is het onderwijsprogramma zoals dat is vast-gelegd in de opleidings- en examenregeling van de opleiding. De wet (whw art. 7.3c) kent ook de mogelijkheid een individueel zgn. vrij onderwijsprogramma samen te stellen uit de onderwijseenheden die aan de UvA worden verzorgd. Voor het volgen van een vrij programma is de toestemming van de examencommissie vereist. De examencommissie CW stelt als voorwaarde dat er maximaal 80 stp. buiten de opleiding mogen worden gevolgd. Verplicht zijn de propedeuse CW, MCO-II, LO, een bachelor seminar, WF en het afstudeerseminar. Als je overweegt een verzoek voor een vrij onderwijsprogramma in te dienen, word je aangeraden een afspraak te maken met de studieadviseur.

2.6 Na de bachelor

Na afronding van de bachelor Communicatiewetenschap heb je diverse mogelijkheden:

■ Je kunt de aansluit master Communicatiewetenschap (CW) gaan volgen. Meer informatie over deze master vind je in de studiegids van de master Communicatiewetenschap en via http://www.studeren.uva.nl/ma-communicatiewetenschap. Lees ook hoofdstuk 3.1.3 met informatie over het aanmelden voor de master CW na de bachelor.

■ Je kunt de onderzoeksmaster Communication Science gaan volgen. Voor deze master geldt een selectieprocedure. Meer informatie over deze master vind je in de studiegids van de master Communicatiewetenschap en via www.communicationscience.nl.

■ Je kunt een duale master gaan volgen; een beroepsgeoriënteerd programma op academisch niveau van anderhalf tot twee jaar, inclusief (betaalde) stage. Voor alle duale masters geldt – in verband met het beperkte aantal stageplaatsen – een selectieprocedure. Meer informatie vind je op http://www.studeren.uva.nl/masteropleidingen/duale-masters.cfm

■ Je kunt een master van een andere discipline gaan volgen, mits je aan de ingangsvoorwaarden van die master voldoet. In sommige gevallen is het noodzakelijk een schakelprogramma te volgen op basis waarvan je toegelaten kunt worden tot de master, in bepaalde gevallen heb je direct toegang tot de master. Informeer bij de studieadviseur van de opleiding die je aanspreekt naar de mogelijkheden en ingangsvoorwaarden van de master. Zie http://www.studeren.uva.nl/master voor de meest recente informatie over het masteraanbod binnen de UvA. Bij het Service- en Informatiecentrum (SIC), Binnengasthuisstraat 9, vind je informatie over masters aan andere Nederlandse en buitenlandse universiteiten.

■ Tot slot, je kunt na de bachelor ook de arbeidsmarkt op. Voorbeelden van beroepen waar oud-studenten terecht zijn gekomen zijn: producent of redacteur bij de televisie, medewerker op een afdeling communicatie van een bedrijf, culturele instelling of

96


Ba

chelo

r Co

mm

un

icatieweten

schap

overheidsdienst, mediaplanner, campagneleider van een politieke partij tijdens verkiezingen, marketingmedewerker van een groot uitgeverijconcern, strateeg bij een reclamebureau marktonderzoeker, voorlichter of woordvoerder van een groot bedrijf, stichting of overheidsinstelling, journalist, onderzoeker van de publieke opinie.

Gedurende het collegejaar zijn er verschillende voorlichtingsactiviteiten over de moge-lijkheden na de bachelor CW. Deze worden aangekondigd via de website en je studenten-mail.

97


98

Studie algemeen

Stu

die a

lgem

ee

n

3 Studie algemeen

3.1 Inschrijfprocedures en inschrijfperiodes

3.1.1 Algemeen

Voor deelname aan alle vakken moet je je van tevoren inschrijven in de inschrijfperiodes via studieweb: http://studieweb.student.uva.nl. Een uitzondering hierop vormen de seminars waarvoor een voorinschrijving geldt. Informatie over de voorinschrijving vind je in het volgende hoofdstuk.

Je logt in in studieweb met je collegekaart en een password. Dit password is hetzelfde als voor je UvA webmail account. Kort nadat de inschrijving bij de UvA is afgerond, krijg je dit password en verdere informatie over het e-mail account thuis gestuurd. Kies voor de administratie CWA. Alle vakken zijn opgenomen onder aanmelden cursusgroepen. Van iedere geslaagde handeling op studieweb krijg je een bevestiging via je e-mail. Naast het in- en uitschrijven voor het onderwijs kun je via studieweb je tentamenresultaten bekijken. Een uitgebreide instructie voor het gebruik van studieweb is te downloaden van de website onder 'downloads & formulieren'.

De volgende punten zijn van belang met betrekking tot het inschrijven:

■ Je kunt je maximaal voor 40 stp. per semester inschrijven. Alleen wanneer toestemming is verkregen van de studieadviseur kan het aantal vakken waarvoor je je mag inschrijven worden uitgebreid.

■ Als je je hebt ingeschreven voor een vak, maar toch besluit om niet deel te nemen, dan moet je jezelf weer uitschrijven, dit kan tot uiterlijk 1 week na de start van het onderwijs.

■ De inschrijving is bindend. Er wordt een NAV (niet aan verplicting voldaan) in de administratie opgenomen als je je inschrijft maar een vak maar niet deelneemt, of het vak niet binnen de daarvoor gestelde termijn afrondt. De consequentie hiervan is dat je in speciale herkansersgroepen terecht komt van de niet behaalde vakken.

■ Niet inschrijven betekent dat je niet kunt deelnemen aan de vakken. Je hebt tijdens je studie 1x de mogelijkheid een na-inschrijving af te kopen (à €10,- per vak). Dit kan uitsluitend via het inloopspreekuur van de studieadviseur.

■ Er is geen afzonderlijke inschrijving voor tentamens. Als je je tijdens de inschrijfperiode hebt aangemeld voor modulen, dan sta je automatisch ingeschreven voor de tentamens van die modulen. Mocht je alleen willen deelnemen aan een tentamen zonder het onderwijs te volgen, dan kun je je bij de onderwijsbalie apart laten inschrijven.

Mocht je tijdens de inschrijving niet meer terecht kunnen in een groep van je voorkeur, ben je niet tevreden met je plaatsing, of is je interesse na de inschrijving toch veranderd? Dan is het wellicht mogelijk nog een ruil te bewerkstelligen met een van je medestuden-

99

Studie algemeen

ten op de Ruilbeurs CW. De ruilbeurs is een community op blackboard. Je wordt automa-tisch lid gemaakt.

3.1.2 Voorinschrijving seminarsVoor deelname aan bachelorseminars en afstudeerseminars dien je gebruik maken van de voorinschrijving. De voorinschrijving heeft als functie om, in geval van een scheve belangstelling voor de verschillende onderwerpen, studenten zo eerlijk mogelijk in te delen voor de seminars en niet volgens het ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’-principe dat wel op studieweb geldt. De voorinschrijving vindt plaats in de eerste twee weken van de inschrijfperiode op een aparte website. Meer informatie over de inschrij-ving wordt en de url van de website worden uiterlijk een week voor de start van de inschrijfperiode via de e-mail aangekondigd. Wanneer je niet meedoet aan de voorin-schrijving heb in de laatste week van de inschrijfperiode nog de mogelijkheid om je via studieweb in te schrijven, mits er plekken vrij zijn.

* let op: in de derde week van de inschrijfperiode is het niet mogelijk je voor seminars in te schrijven. In de vierde week kun je je via studieweb nog inschrijven, mits er plekken vrij zijn, of je inschrijven voor de wachtlijst.

3.1.3 Inschrijven voor het masteronderwijs

Als je de bachelor Communicatiewetenschap hebt afgerond, word je zonder meer toegela-ten tot de master Communicatiewetenschap. Je kunt op twee momenten in het jaar instromen in de master, namelijk elk semester. Inschrijven voor het masteronderwijs is toegestaan als:

■ voor de start van het onderwijs aan verplichtingen van de bachelor is voldaan.■ of er een reële mogelijkheid bestaat dat aan alle verplichtingen van de bachelor zal

worden voldaan voor aanvang van het onderwijs. De inschrijving voor het onderwijs is in dit geval voorlopig. Deelname aan het onderwijs is alleen toegestaan als alle onderdelen van de bachelor voldoende zijn beoordeeld voor aanvang van het

Indien je problemen ervaart bij de inschrijving, neem dan direct, tijdens de inschrijfperiode, contact op met de onderwijsbalie (020-525 3003 op werkdagen tussen 10-16 uur, of via het webformulier op www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw).

Inschrijfperioden bachelor onderwijs*

Vakken in het 1e semester Vakken in het 2e semester

22 juni 2009 - 17 juli 2009 7 december 2009 - 15 januari 2010

Voorinschrijving seminars: 22 juni 2009 - 6 juli 2009 Voorinschrijving seminars: 7 december 2009 - 4 januari 2010

100

Studie algemeen

Stu

die a

lgem

ee

n

onderwijs. Als alle onderdelen zijn afgerond, maar nog niet alle resultaten bekend zijn, is deelname op eigen risico. Indien je op eigen risico instroomt in de master, moet er een kopie van het stageverslag en/of thesis bij de onderwijsbalie worden ingeleverd. Mocht bij de controle van ingangseisen blijken dat je niet voldoet aan de toelatingseisen zul je worden uitgeschreven voor het onderwijs. Je ontvangt hierover bericht op je studentenmail.

Alle informatie over het masterprogramma en de inschrijving voor het onderwijs kun je vinden in de studiegids van de master Communicatiewetenschap.

* let op: in de derde week van de inschrijfperiode is het niet mogelijk je voor seminars in te schrijven. In de vierde week kun je je via studieweb nog inschrijven, mits er plekken vrij zijn, of je inschrijven voor de wachtlijst.

3.2 Opleidingscommissie

De opleidingscommissie communicatiewetenschap is het wettelijk voorgeschreven orgaan dat desgevraagd of op eigen initiatief advies uitbrengt over de kwaliteit van de opleidingen aan de onderwijsdirecteur en de decaan. De commissie is paritair samengesteld, met vijf studenten uit verschillende studiejaren en vijf docenten van verschillende specialisatie en rang, waaronder de voorzitter. Daarnaast zijn ook de OwI-student en een vertegenwoordiger van de Facultaire Studentenraad (FSR) vaak bij de vergadering aanwezig. De commissie vergadert tenminste tienmaal per jaar op basis van een vooraf vastgestelde jaarplanning. Vaste agendapunten zijn de advisering over onderwijs- en examenregelingen, nieuwe onderwijsprogramma’s en studiegidsteksten, alsmede de jaarlijkse evaluatie van alle opleidingsmodulen. Na elk semester brengt de subcommissie Evaluatie, bestaande uit tenminste een docent en een student, verslag uit over de uitkomsten van de onderwijsevaluatie, waarna de voltallige commissie een advies vaststelt. In het geval van een slechte evaluatie van opleidingsonderdelen en/of docenten worden altijd maatregelen gevraagd dan wel verbeteringsvoorstellen gedaan. Door de voortdurende ‘monitoring’ van de kwaliteit van de opleiding is de gemiddelde beoordeling van het onderwijs in de afgelopen vijf jaar over de hele linie verbeterd en het aantal problematische onderwijsonderdelen verminderd. De commissie probeert door middel van een actief publiciteitsbeleid zoveel mogelijk studenten en docenten bij haar werk te betrekken. Via de website (http://www.student.uva.nl/cw onder het kopje Medezeggenschap) is de samenstelling van de commissie te vinden.

Inschrijfperioden master CW*

Seminars in het 1e semester Seminars in het 2e semester

Voorinschrijving: 22 juni 2009 - 6 juli 2009 Voorinschrijving: 7 december 2009 - 4 januari 2010

Open inschrijving: 13 juli 2009 - 17 juli 2009 Open inschrijving: 11 januari 2010 - 15 januari 2009

101

Studie algemeen

3.3 Examencommissie

Voor het afnemen van de examens en voor de organisatie en coördinatie van de tentamens wordt door de decaan van de faculteit voor iedere opleiding een examencommissie inge-steld. De examencommissie kan tentaminatoren en de tentamenkandidaten aanwijzingen geven. Deze aanwijzingen zijn neergelegd in het tentamenreglement dat op de website van de opleiding staat (onder ‘downloads & formulieren’) en op papier verkrijgbaar is bij de onderwijsbalie. Ook behandelt de examencommissie verzoeken om vrijstelling van examenonderdelen, bijv. op grond van eerdere studie(s) en dispensatieverzoeken. Voor de rol van de examencommissie bij fraude en plagiaat zie Fraude en plagiaat.

Contactadres van de examencommissie: Kloveniersburgwal 48, 1012 CX te Amsterdam. De examencommissie bestaat uit de volgende leden: dr. Hajo Boomgaarden, dr. Stijn Reijnders, dr. Moniek Buijzen, dr. Connie de Boer en prof. dr. Jo Bardoel (voorzitter). De examencommissie komt minimaal een keer per maand bij elkaar om uitspraken te doen met betrekking tot lopende zaken.

3.4 Tentamenadministratie

De tentamenresultaten worden geregistreerd in het geautomatiseerde gegevensbestand isis/s&s. Per afgerond studieonderdeel ontvang je een tentamenuitslag per e-mail. Via studieweb kan je je tentamenresultaten bekijken. Ten behoeve van beurs- en stageaanvra-gen kan je bij de onderwijsbalie een (getekend) papieren overzicht krijgen. Elke student ontvangt aan het einde van het studiejaar een studievoortgangsoverzicht vergezeld van een uitnodiging de studievoortgang te komen bespreken met de studieadviseur. Eerste-jaars studenten krijgen daarnaast een wettelijk verplicht studieadvies.

3.5 Maximale literatuurkosten

Voor het studiejaar 2009-2010 is de maximale financiële belasting voor het studiemate-riaal vastgesteld op € 10,50 per studiepunt.

3.6 Aanvragen examen

Propedeuse examenHet propedeuse examen kan tot uiterlijk een maand voor de uitreikingsdatum aangevraagd worden middels het formulier 'Aanvraag getuigschrift'. Deze is af te halen bij de onderwijsbalie en te downloaden van de website http://www.student.uva.nl/a-z/studentenadministratie.cfm. Bij de aanvraag moet een kopie van de tenaamstelling van het paspoort, de identiteitskaart of een uittreksel uit het bevolkingsregister worden ingeleverd.

102

Studie algemeen

Stu

die a

lgem

ee

n

In 2009-2010 wordt de bul uitgereikt op 2 november 2009 aan de studenten die de prope-deuse in één jaar hebben behaald. Deze uitreiking heeft een feestelijk tintje. Studenten die niet aan de uitreiking willen deelnemen, kunnen hun bul na de uitreiking komen ophalen bij het onderwijssecretariaat in het Oost-Indisch Huis. Studenten die hun propedeuse examen op een later tijdstip behalen krijgen na de aanvraag bericht wanneer zij deze kunnen komen ophalen. Na ontvangst van je propedeuse bul wordt je inschrijving auto-matisch gewijzigd naar een inschrijving voor de bachelor communicatiewetenschap.

Bachelor examen Voor het aanvragen van het bachelor examen moeten twee stappen ondernomen worden: 1. Het aanvragen van het examen bij de onderwijsbalie. Het examen kan worden aangevraagd tot uiterlijk een maand voor de gewenste uitreikingsdatum d.m.v. het formulier 'Aanvraag getuigschrift'. Deze is af te halen bij de onderwijsbalie en te downloaden van de website http://www.student.uva.nl/a-z/studentenadministratie.cfm. Bij de aanvraag moet een kopie van de tenaamstelling van het paspoort, de identiteitskaart of een uittreksel uit het bevolkingsregister worden ingeleverd. Op het moment van aanvraag hoeven nog niet alle uitslagen bekend te zijn. 2. Het controleren van de tentamenlijst bij het onderwijssecretariaat. Dit gebeurt per e-mail nadat het examen is aangevraagd. Je krijgt per e-mail bericht over de cijfercontrole. Als aan alle verplichtingen is voldaan, zal het diploma worden aangevraagd. Alle resultaten moeten tenminste een maand voor de buluitreikingsdatum bekend zijn bij de administratie. Zo niet, dan zal de student worden uitgenodigd voor een van de volgende uitreikingen, mits dan wel aan alle verplichtingen is voldaan.

Om te kunnen deelnemen aan de uitreiking dien je uiterlijk drie weken voor de uitreiking een korte samenvatting van de thesis inleveren bij de onderwijsbalie. Deze samenvatting wordt gebruikt voor de invulling van de uitreiking. Na ontvangst van de samenvatting wordt door de onderwijsbalie een uitnodigingsbrief voor de uitreiking gestuurd. In alle andere gevallen wordt de student niet uitgenodigd. Wanneer je niet aan de uitreiking deelneemt kan je je bul na de uitreikingsdatum ophalen op het onderwijssecretariaat. Studenten die hun bul op een later tijdstip aanvragen krijgen na de aanvraag bericht van de onderwijsbalie wanneer de bul kan worden opgehaald bij het onderwijssecretariaat in het Oost-Indisch Huis.

De bachelorbullen zullen in 2009-2010 op de volgende data worden uitgereikt: 22 oktober 2009 en 25 maart 2010.

3.7 Tentamen

Voor alle vakken die afsluiten met een tentamen worden in een studiejaar twee tentamen-mogelijkheden georganiseerd. Alleen Methoden en technieken I (MCO-I) en Methoden en Technieken II (MCO-II) hebben drie tentamenmogelijkheden. In geval van bijzondere

103

Studie algemeen

omstandigheden kan de onderwijsdirecteur besluiten om alsnog een derde tentamenmoge-lijkheid aan te bieden bij een specifieke module.

Bij het afleggen van tentamens dient de collegekaart te worden meegebracht. Een aantal praktische zaken rondom tentamens wordt geregeld in een door de examencommissie opgesteld tentamenreglement. Dit reglement is verkrijgbaar bij de onderwijsbalie en te downloaden via de website. Aan de geldigheid van tentamens is geen beperking in de tijd gesteld. Spelregels met betrekking tot de deelname aan het onderwijs en de afronding worden opgenomen in een zogenaamde modulehandleiding. Modulehandleidingen worden opgenomen in de ‘blackboard course’ van de module en eventueel ook in een schriftelijk werkboek.

Bij de beoordeling van het resultaat worden twee systemen gebruikt: a. de cijferreeks 1,0 (het laagste) t/m 10,0 (het hoogste). b. de beoordeling ‘aan verplichtingen voldaan’ (‘avv’) of ‘niet aan verplichtingen voldaan’ (‘nav’). Dit systeem wordt alleen gehanteerd indien het onderdeel zich naar het oordeel van de tentaminator niet leent voor een cijfer-matige beoordeling.

Je bent geslaagd bij de beoordelingen 5,5 en hoger, dan wel ‘avv’. Je bent gezakt bij de beoordelingen lager dan een 5,5 en ‘nav’. Studenten die ingeschreven staan voor het onderwijs van een moduul en niet deelnemen aan de afronding krijgen eveneens een beoordeling ‘nav’.

Gedurende dertig dagen na de bekendmaking van de beoordeling van een schriftelijk tentamen krijg je op verzoek inzage in het beoordeelde werk. Tevens kun je op eigen verzoek tegen kostprijs een kopie krijgen van dat werk. De examencommissie kan voor de inzage van het tentamen vaste tijdstippen vaststellen.

3.8 Fraude en plagiaat

De examencommissie kan sancties opleggen wanneer is vastgesteld dat een student fraude of plagiaat gepleegd heeft. Als er (grotendeels) identieke werkstukken van studenten of groepen studenten worden aangetroffen, wordt dit beschouwd als fraude. Van plagiaat is sprake als (passages uit) het werk van een ander woordelijk zijn overgeno-men zonder dat is aangegeven dat het andermans woorden zijn en/of zonder vermelding van de precieze vindplaats van de passage. Plagiaat is ook het parafraseren van (passages uit) het werk van anderen of het overnemen van ideeën van anderen, zonder daarbij aan te geven dat de gedachtegang door iemand anders is bedacht en zonder de vindplaats van de gedachtegang aan te geven. Een uitgebreide omschrijving is te vinden in het Studenten-handboek deel B7. De sancties op plagiaat en fraude kunnen uiteen lopen van het geven van een onvol-doende cijfer of helemaal geen cijfer voor een tentamen of opdracht tot uitsluiting van de studie voor maximaal één jaar. De examencommissie baseert zich bij het vaststellen van

104

Studie algemeen

Stu

die a

lgem

ee

n

een sanctie op de Fraude en Plagiaatregeling Studenten UvA, die is vastgesteld door het College van Bestuur. Er is speciale software aangeschaft die papers en scripties op fraude controleert, studenten dienen daarom het gemaakte werk digitaal aan te leveren. Wanneer het vermoeden bestaat dat een student fraude heeft gepleegd, wordt dit door de tentaminator/docent gemeld bij de examencommissie. De betrokken student wordt van deze melding op de hoogte gesteld. De examencommissie onderzoekt vervolgens of er sprake is van fraude en/of plagiaat en stelt daarbij de betrokken student in de gelegenheid door de commissie te worden gehoord. Als wordt vastgesteld dat er sprake is van fraude of plagiaat wordt de student van dit feit en van de eraan gekoppelde sanctie schriftelijk op de hoogte gesteld. Tegen de uitspraak van de examencommissie kan binnen vier weken na bekendmaking van de beschikking beroep worden aangetekend. Zie hiervoor het Studentenhandboek deel B7. De examencommissie adviseert wel om van tevoren contact op te nemen met de studieadviseur om de procedure te bespreken.

3.9 Onderwijsevaluaties

Eén van de belangrijkste taken van het onderwijsinstituut is de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs. Voor de evaluatie van het onderwijs wordt gebruik gemaakt van het eva-luatieprogramma EvaSys. Alle vakken die door het onderwijsinstituut worden aangebo-den worden door middel van een digitaal formulier geëvalueerd. Er wordt gevraagd naar het oordeel over de cursus, het lesgeven van de docent en eventueel naar het tentamen. Na het verwerken van de reacties krijgt de docent een pdf-rapport uit EvaSys zodat zij/hij kan lezen welke opmerkingen en suggesties studenten hebben gemaakt om het onderwijs verder te verbeteren. Het Media & Communicatie College maakt van de gesloten vragen een verslag voor de Opleidingscommissie en het management (de afdelingsvoorzitter, de onderzoeksdirecteur en de onderwijsdirecteur). Als je op- of aanmerkingen hebt over de onderwijsevaluaties kun je contact opnemen met de OwI student.

3.10 Onderwijsbalie

Het centrale informatiepunt voor informatie over het onderwijs van de opleiding is de onderwijsbalie in het Oost-Indisch Huis (OIH), Kloveniersburgwal 48, 1012 CX Amsterdam. De balie is geopend van ma t/m vrij. van 10.30-13.00u en telefonisch te bereiken op dezelfde dagen van 10.00-16.00u via 020-525 3003. Vragen aan de onderwijsbalie kunnen ook worden gesteld via het webformulier dat is te vinden op de site. Raadpleeg altijd eerst de veelgestelde vragen. Wanneer je vraag hier niet tussen staat, kun je via het webformulier contact opnemen met de onderwijsbalie. http://student.uva.nl/veelgesteldevragen-cwBij de onderwijsbalie kun je o.a. terecht voor allerlei handleidingen en reglementen (stage- en scriptiehandleidingen, semestergids, lijst met aanbevolen

105

Studie algemeen

keuzevakken/minoren, onderwijs- en examenreglement) die veelal ook via de website te bekijken en te downloaden zijn. Bij de balie kunnen ook afspraken gemaakt worden met de studieadviseur.

3.11 Studievoorlichting en studieadvisering

VoorlichtingAan het begin van de studie worden de propedeusestudenten tijdens de (verplichte) introductiedag voorgelicht over de studie in het algemeen en over het eerste semester in het bijzonder. Daarna aan het eind van elk semester, aansluitend aan een hoorcollege. Daarnaast is er voor alle studenten jaarlijks een aantal collectieve voorlichtingen over studeren in het buitenland, voorlichting over de specialisaties in de master en de invulling van de keuzeruimte. Tijd en plaats worden kort tevoren bekend gemaakt via de website. Gedurende het jaar worden studenten per e-mail geïnformeerd over belangrijke beslismomenten tijdens de studie. Houd je studentmail hiervoor beschikbaar. Bijna alle informatie die je nodig hebt om je studie goed te kunnen plannen, kun je terugvinden in de studiegids. De website biedt daarnaast aanvullende en actuele informatie, onder andere in de vorm van een aparte pagina met veelgestelde vragen (zie http://www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw).

Studiebegeleiding Aan de opleiding is mw. drs. M.S. Sillekens (Mieke) verbonden als studieadviseur. Zij wordt ondersteund door een aantal medewerkers van het onderwijsinstituut. Studieadviseurs bieden begeleiding bij het opstellen van een (aangepast) studieprogramma, de studievoortgang en –planning, de keuzemomenten in de studie en de voortzetting van de studie na de bacheloropleiding. Ook kan de studieadviseur worden geraadpleegd bij belemmering van de studievoortgang door bijzondere (persoonlijke) omstandigheden. Geef studievertraging binnen twee maanden door zodat er mogelijk een regeling getroffen kan worden. De studieadviseur is op verschillende manieren te bereiken. Het inloopspreekuur (voor korte vragen) is op dinsdag van 14-16 u, Kloveniersburgwal 48, check voor bereikbaarheid de website http://www.student.uva.nl/cw. Een telefonische afspraak is mogelijk op woensdag tussen 11-13 u. Gedurende de week kun je je hiervoor opgeven via de onderwijsbalie. Ook afspraken voor het afsprakenspreekuur kunnen gemaakt worden bij de onderwijsbalie (tel. 020-525 3003). De meest voorkomende vragen staan op de website bij ‘Veelgestelde vragen’. Staat je vraag er niet bij dan kun je via een webformulier contact opnemen met de studieadviseur of de onderwijsbalie. Let op: rond de overgang naar een nieuw blok/semester is het druk. Maak tijdig een afspraak en zeg de afspraak af als je verhinderd bent. Raadpleeg, voordat je een afspraak maakt, de studiegids en de veelgestelde vragen op de website. Vragen over stage, thesis,

106

Studie algemeen

Stu

die a

lgem

ee

n

scriptie en/of studeren in het buitenland worden beantwoord door de daarvoor aangestelde coördinatoren. Op de website vind je de contact informatie.

Docenten Alle docenten houden spreekuur voor vragen en problemen met betrekking tot de modulen die zij geven. Dit spreekuur is zowel voor studenten die overwegen een moduul te gaan volgen en daarover in aanvulling op de studiegids of semestergids nadere infor-matie wensen, als voor studenten die een moduul volgen en vragen hebben over de stof en/of de afronding van de module. In de regel kan via e-mail een afspraak worden gemaakt.

Tutorsysteem BachelorEerstejaarsstudenten worden in principe twee keer per jaar uitgenodigd voor een gesprek met een tutor . De eerste kennismaking vindt plaats in het eerste semester. Aan het einde van zowel het eerste als het tweede semester heb je een gesprek met je tutor. Tijdens dit gesprek wordt er gesproken over je ervaring en de behaalde studieresultaten.

3.12 Studievereniging Mercurius

Mercurius, de studievereniging voor Communicatiewetenschappers, is in 1988 met de oprichting van de studie ontstaan uit de studentenfractie Mercurius. In de loop der jaren is Mercurius gegroeid tot een studievereniging met ongeveer duizend leden. Mercurius biedt verscheidene faciliteiten aan haar leden en organiseert daarnaast tal van activiteiten die interessant zijn voor communicatiewetenschappers. Bij de Mercuriusbalie zijn elk semester studieboeken voor alle verplichte vakken, en grotendeels de boeken van keuzevakken en seminars, met korting te koop. Alle leden krijgen automatisch informatie over de (digitale) boekenverkoop. Vier keer per jaar ontvangen leden Medium, een tijdschrift speciaal geschreven voor en door communicatiestudenten. In Medium zijn artikelen te vinden over communicatiewetenschappelijke onderwerpen, over de opleiding Communicatiewetenschap zelf en over Mercurius. Verder organiseren de commissies tal van activiteiten zoals symposia, een docenten/studentenlunch, een studiereis (o.a. New York, Boedapest, en Moskou zijn al bezocht) en carrière event. Maar ook worden er meerdere keren per jaar bedrijfsbezoeken aangeboden, een aantal grote feesten per jaar gegeven, een introductiedag- en weekend voor eerstejaars verzorgd en is er maandelijks MerCurious Deluxe, een hip en gezellig samenzijn in een mooie loungebar. Voor actuele informatie over het lidmaatschap kun je terecht op de website: http://www.studieverenigingmercurius.org. De balie, in het Oost Indisch Huis (OIH), is van ma. t/m vr. in ieder geval van 12-14 uur geopend, maar vaak zijn er de hele dag mensen aanwezig. Je kunt ook bellen of faxen op 020-525 3988 of mailen naar [email protected] .

107

Studie algemeen

108

Faciliteiten

Fa

ciliteite

4 Faciliteiten

4.1 Bibliotheken

4.1.1 Universiteitsbibliotheek van Amsterdam

Singel 425, 1012 WP Amsterdam, tel. 020-525 2301 Postadres: Postbus 19185, 1000 GD Amsterdam; fax 525 2311, e-mail: [email protected] Homepage: http://www.uba.uva.nl

De UB en de faculteitsbibliotheek(en) (UBA) staan ten dienste van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek aan de UvA. Wie wil lenen of materiaal wil inzien dient in het bezit te zijn van een inzage pas( niet nodig in de faculteitsbibliotheken, alles staat in de open opstelling, dus alleen m.b.t. de collecties van de UB vereist) of een lenerspas. Inschrijving geschiedt voor studenten aan andere Nederlandse universiteiten(gratis) en hogescholen (niet gratis, alleen voor de HvA studenten!) op vertoon van collegekaart en een geldig identiteitsbewijs (paspoort, Nederlands rijbewijs, gemeentelijke identiteitskaart). UvA studenten lenen met een geldige collegekaart. Het lidmaatschap van de UBA is gratis voor studenten van de UvA(en de HvA), evenals het gebruik van de facultaire bibliotheken. Elke student kan gebruik maken van de diensten van alle bibliotheken. Alleen de UvA en HvA studenten kunnen met hun student-ID inloggen om info uit onze elektronische bestanden te kunnen printen.

Uitgebreidere informatie Uitgebreidere informatie omtrent de diensten van de UB plus informatie over andere faculteitsbibliotheken is te vinden in de informatiebrochure van de UB, Bibliotheek € Tref Universiteit van Amsterdam en op de homepage.

4.1.2 Bushuisbibliotheek

Bibliothecaris: dhr. drs. G.H.J. Kohler, tel. 020-525 4275, e-mail: [email protected], faculteitsbibliothecaris Bushuisbibliotheek en Pierson Revesz bibliotheek: dhr. drs. B. Gazendam, tel. 020-525 2242, e-mail: [email protected], Vestigingsmanager: mw. Y.B. Brockotter, tel: 020-525 7107, e-mail: [email protected]

De facultaire bibliotheekorganisatie van de FMG/AIM en MCC is gevestigd in het Bushuis, Kloveniersburgwal 48, 1012 CX Amsterdam, tel: 020-525 2403, fax: 020-525 2179 Email: [email protected]. Openingstijden: ma t/m do 9.00-19.30 uur, vr. 9.00-17.00 uur. In de collegevrije periode in de zomer is de bibliotheek beperkter geopend. Dit wordt tijdig bekend gemaakt.

De bibliotheek omvat publicaties op de volgende gebieden: culturele antropologie, medische antropologie, sociologie, communicatiewetenschap, politieke wetenschappen,

109

n

Faciliteiten

geschiedenis van Azië, nieuwste geschiedenis, economische politiek en wetenschapsdynamica. De publicaties staan in open opstelling. Men kan deze zelf uit de betreffende kasten halen om te raadplegen c.q. te lenen. Ze staan op de eerste en tweede verdieping van het Bushuis en zijn herkenbaar aan het plaatsnummer, dat begint met 313. De uitleentermijn is 30 dagen en verlenging is mogelijk, mits de publicatie niet gereserveerd is. In de bibliotheek is een groot aantal studieplaatsen met en zonder computer aanwezig. Verder zijn in de bibliotheek printen kopieerfaciliteiten aanwezig.

Uitgebreidere en actuele informatie is te vinden op de website van het Bushuis http://www.uba.uva.nl/bushuis .

4.2 UvA ICT-diensten

4.2.1 Informatiseringscentrum

Het Informatiseringscentrum (IC) verleent digitale diensten aan studenten en medewerkers en voor de bedrijfsvoering. Het kopen van software bijvoorbeeld gaat via de UvA een stuk goedkoper. Maar ook toegang tot internet thuis (via inbel of adsl) en de netwerken van telefonie en dataverkeer worden door het IC geregeld. UvA-studenten kunnen gebruik maken van de volgende digitale diensten: (zie ook op internet: http://www.student.uva.nl/ictdiensten.cfm).

MijnUvA(mijn.uva.nl)

Via het studentenportaal mijn.uva.nl is het nog maar één keer nodig om in te loggen. Daar staat een overzicht van studieresultaten, nieuwe e-mailberichten, mededelingen op Black-board, et cetera. Mijn UvA is een enkele inlog verwijderd, op mijn.uva.nl.

Studentenmail

Alle studenten van de UvA krijgen een eigen e-mailadres. Dit gratis studentenmail-account blijft de gehele studietijd geldig. Naast belangrijke informatie van de onderwijs-balie en over stages en studiebeurzen, komen hier ook tentamencijfers, algemene mede-delingen van de UvA, opmerkingen van een docent over een werkstuk en mailtjes van medestudenten terecht.

Het is mogelijk ervoor te zorgen dat de UvA-post wordt doorgestuurd naar een ander e-mailadres. Op de site www.student.uva.nl/ictdiensten en dan het kopje ‘Studentenmail’, staat beschreven hoe die optie in te stellen is. Een student kan vanuit mijn.uva.nl e-mailen ontvangen en versturen vanaf het eigen UvA e-mail account, of door met het UvAnetID (collegekaartnummer) en wachtwoord in te loggen op de webmailpagina. MijnUvA en Webmail zijn bereikbaar vanaf elke willekeurige pc met internetaansluiting. Het regelmatig ververste viruspakket zorgt er bovendien voor dat kwaadaardige virussen niet

110

Faciliteiten

Fa

ciliteite

bij UvA-studenten terechtkomen. En een optioneel in te stellen spamfilter zorgt voor het afvangen van spam (ongewenste e-mails).

Studieweb

Vanaf de computer thuis of op een (buitenlandse) stageplek kijken welke tentamencijfers binnen zijn? Dat doe een student via ‘Studieweb’ (bereikbaar via mijn.uva.nl). Na het inloggen met je UvAnetID en wachtwoord krijg je toegang tot je eigen gegevens bij de studentenadministratie. Behalve tentamenuitslagen bekijken, geef je daar ook je adreswij-ziging door en meld je je aan (of af) voor tentamens en werkgroepen. Snel en handig te gebruiken op een moment dat goed uitkomt. Je kunt je tentamenresultaten overigens ook per SMS ontvangen. Alle handelingen die je via Studieweb doet, worden bevestigd via de e-mail. Zo controleer je of alles goed is gegaan. Je kunt ook meteen een printje maken. Dat is nodig als inschrijfbewijs bij sommige tentamens en werkgroepen, want helemaal papierloos is de UvA nog niet.

Udrive

Alweer een diskette stuk? Op zoek naar een veilige plek voor je scriptie? Bewaar die bestanden dan op de Udrive. Daar kan een student tot 100 Mb op kwijt, veilig en vanaf iedere internet-pc bereikbaar en alleen voor hem/haar persoonlijk toegankelijk. De Udrive wordt standaard opgestart zodra een student inlogt op één van de pc's in de Studiecentra.

Software

Veel software die handig is om bij de studie te gebruiken is voor studenten tegen een laag tarief te koop via www.surfspot.nl. Na betaling wordt de bestelling in twee werkdagen thuis bezorgd. Zo is de software die op de pc’s in de Studiecentra staat te koop, plus nog veel meer programma’s. Denk naast de gewone tekstverwerkingspakketten (Office) en spreadsheetpakketten aan grafische pakketten (bijvoorbeeld voor het maken van webpagina’s), statistische en mathematische pakketten (SPSS) en -niet onbelangrijk!- virusscanners.

Al deze software is sterk gereduceerd in prijs. Kijk voor het volledige overzicht van aangeboden software en prijzen op de site www.surfspot.nl.

UvAvpn

Enkele digitale diensten van de UvA (zoals de digitale bibliotheek) zijn alleen beschikbaar binnen het UvA-netwerk. Dit kan vanuit de gebouwen van de UvA of via UvAinbel, UvAdsl of UvAdraadloos. Vanaf andere internetverbindingen kan gebruik worden gemaakt van Virtual Private Networking. Kijk voor handleidingen en de benodigde software op www.student.uva.nl/ictdiensten, onder het kopje UvAvpn.

UvAinbel

111

n

Faciliteiten

UvAinbel is een gratis internetabonnement waarmee studenten overal in Nederland tegen voordeelnummertarief kunnen internetten. UvAinbel is een snellere internetverbinding dan andere gratis internetproviders en daarom goedkoper in het gebruik. Aanmelden kan online via het accountbeheer, dat is te vinden op www.student.uva.nl/ictdiensten, onder het kopje ‘Inloggen UvAnetID accountbeheer’.

UvAdsl

De snelheid van een UvAdsl-verbinding is acht tot bijna veertig keer hoger dan die van UvAinbel en is gegarandeerd. Dit is een verschil met kabelinternet, waarbij de verbinding wordt gedeeld met andere gebruikers in de buurt. Een student betaalt voor UvAdsl een vast bedrag per maand en een abonnement voor meerdere studenten is extra voordelig. Met UvAdsl ben je onderdeel van het UvAnetwerk en heb je toegang tot de digitale bibliotheek. Kijk voor tarieven, een aanmeldformulier en meer informatie op www.student.uva.nl/ictdiensten en dan het kopje ‘UvAdsl’.

UvAdraadloos

Om van UvAdraadloos gebruik te kunnen maken, is een laptop nodig met een draadloze netwerkkaart. Zo’n kaart is in veel moderne laptops ingebouwd. Verder is minimaal Windows 2000 met Service Pack 4 of Windows XP (SP1) noodzakelijk, of voor Mac-gebruikers Mac OS 10.3. Bij de balie van een Studiecentrum kan de versie op juistheid gecheckt worden.

Binnen verschillende UvA-gebouwen zijn zogenaamde ‘hotspots’ waar studenten en medewerkes op het UvA-netwerk kunnen inloggen. Niet iedereen mag zomaar op het UvAnetwerk inloggen, daarom is een beveiliging aangebracht. In gebruikershandleidingen wordt stapsgewijs beschreven aan welke eisen de laptop moet voldoen en hoe toegang te verkrijgen tot UvAdraadloos. De website over UvAdraadloos is te vinden via het kopje UvAdraadloos op: www.student.uva.nl/ictdiensten.

Homepages

Elke student kan een eigen homepage maken, van maximaal 25 Megabyte en op het internet zetten via het UvA-netwerk. Bijvoorbeeld om werkstukken op te zetten. Om de UvA-homepage te activeren, moet eerst worden ingelogd via de webpagina van Homepages (zie www.student.uva.nl/ictdiensten en dan het kopje ‘Homepages’).

4.2.2 Studiecentra

UvA-studenten hebben toegang tot de ruim 650 werkplekken in de zes studiecentra van de UvA: Binnengasthuis 1, Binnengasthuis 5, P.C. Hooft, Bushuis, Roeterseiland en Almere (zie voor de adressen en openingstijden: http://www.student.uva.nl/ictdiensten.cfm en dan ‘Studiecentra’). Iedere student kan met zijn UvAnetID inloggen op de pc’s in de studiecentra. Op iedere

112

Faciliteiten

Fa

ciliteite

werkplek staat een pc met een 15- of 17-inch beeldscherm, een cd-rom drive, een internetaansluiting en bekende programmatuur zoals Microsoft Office. Voor het afdrukken op de laserprinter wordt een chipkaart gebruikt. Bij de balie kan men teksten en afbeeldingen laten scannen.

Studiecentrum Binnengasthuis BG5 (1e verdieping) Oudez. Achterburgwal 237, 1012 DL Amsterdam Open: ma t/m do 9.00-21.45 uur, vr 9.00-17.00 uur, za en zo 10.00-17.45 uur

Studiecentrum P.C. Hoofthuis (begane grond) Spuistraat 134, 1012 VB Amsterdam Open: ma t/m do 9.00-20.00 uur, vr 9.00-17.00 uur

Studiecentrum Roeterseiland (3e verdieping) Roetersstraat 11, 1018 WB Amsterdam Open: ma en do 9.00-21.45 uur, di en wo 9.00-18.45 uur, vr 9.00-17.00 uur

Studiecentrum Bushuis (begane grond en zolderverdieping) Kloveniersburgwal 48, 1012 CX Amsterdam Open: ma t/m do 9.00-18.45 uur, vr 9.00-17.00 uur

Studiecentrum Oudemanhuispoort (kelder) Oudemanhuispoort 4-6, 1012 CN Amsterdam Open: zie Studiecentrum Bushuis

Soms zijn er afwijkende openingstijden; die worden dan via mijn.uva.nl gemeld.

4.3 Kantines

In alle gebouwen zijn koffie- en lunchvoorzieningen aanwezig.

4.4 Kopiëren

Je kan kopiëren met je eigen chipknip (€0,05 per kopie). Ook is het mogelijk bij de recepties van het Binnengasthuis, Bushuis/Oost-Indisch Huis en het Spinhuis een chipknip te kopen ter waarde van €10,-.

4.5 Informatievoorzieningen

4.5.1 Algemeen

Informatie is snel aan verandering onderhevig. Dat geldt ook voor deze gids, die in juni wordt gedrukt. Daarom verschijnt er per semester de zogenoemde semestergids waarin een update van de informatie in deze gids wordt gegeven, bijvoorbeeld wijzigingen in het collegeaanbod of de roosters. De semestergids verschijnt altijd een week voor de start van

113

n

Faciliteiten

de inschrijfperiode voor het onderwijs en wordt per e-mail naar alle studenten verstuurd. Tevens is de semestergids te downloaden van de website van de opleiding en af te halen bij de onderwijsbalie. Ook wordt incidenteel andere informatie per e-mail verstuurd. Kort nadat de inschrijving bij de UvA volledig tot stand is gekomen ontvang je informatie over het UvA e-mail account en de mogelijkheid deze door te linken naar een e-mail account bij een andere internetprovider. Het onderwijsinstituut gaat er dan ook van uit dat iedere student zijn/haar UvA-studentmail regelmatig leest. Veel informatie op papier is ook te vinden op de website van de opleiding. Hier vind je ook tussentijdse wijzigingen en mededelingen, zoals ziekmeldingen van docenten, zaal-wijzigingen e.d. Meer hierover in de volgende paragraaf. Het lezen van de studiegids en de semestergids, het regelmatig controleren van je e-mail en het bekijken van de website van de opleiding op actuele mededelingen is een voorwaarde om goed te kunnen studeren. Tot slot: veel informatie in deze gids, over het studieprogramma en allerlei regelingen is gebaseerd op de Opleidings- en Examenregeling (OER) van de opleiding. De tekst van deze regeling is te vinden op de website van de opleiding en op papier verkrijgbaar bij de onderwijsbalie.

4.5.2 Belangrijke websites

Voor in de gids staat onder belangrijke informatiebronnen het webadres van je opleiding. Via deze pagina kan ook een aantal andere belangrijke pagina’s worden bereikt, waaron-der:

■ Het centrale internetadres van de UvA is: http://www.uva.nl■ De UvA portal voor zittende studenten is: http://www.student.uva.nl■ Het ‘studieweb’, waarop je je in- en uitschrijft voor modulen, je tentamens kunt

raadplegen en daar een uitdraai van kunt maken en je adreswijziging kunt doorgeven: http://studieweb.student.uva.nl.

■ De elektronische studiegids van de UvA: http://www.studiegids.uva.nl. Een groot aantal onderwijsinstituten (vanaf 2005: alle) publiceert naast de papieren studiegids een elektronische versie, waarin de meeste, maar niet alle, informatie uit de papieren versie is opgenomen.

■ De ‘blackboard’ site, met gedetailleerde informatie over de modulen van het onderwijsinstituut: http://blackboard.ic.uva.nl, primair bestemd voor de deelnemers aan een moduul. Per moduul wordt er een blackboard course aangemaakt.

■ De UvA portal voor aankomende studenten is: http://www.studeren.uva.nl

4.5.3 Onderwijsbalie

In het Bushuis/Oost-Indisch Huis (BSH/OIH) is de onderwijsbalie gevestigd. De onder-wijsbalie is het centrale punt voor informatie over het onderwijs van de opleiding. In het

114

Faciliteiten

Fa

ciliteite

hoofdstuk "Organisatie Faculteit en Onderwijsinstituut" staat vermeld voor welke zaken je bij de balie terechtkunt, waar de balie te vinden is en de openingstijden.

4.5.4 Studentenzaken

Studentenzaken

Studenten, afgestudeerden en promovendi van de Universiteit van Amsterdam (UvA) die behoefte hebben aan informatie en/of advies over zaken met betrekking tot studeren kunnen langskomen in het Service & Informatiecentrum. Studentenzaken bestaat uit de afdelingen: Service & Informatiecentrum, Studentendecanen, Bureau Studentenpsycholo-gen, Bureau Internationale Studentenzaken en Loopbaan Advies Centrum. Het Trainings-centrum - Studentenzaken organiseert het hele studiejaar door diverse workshops & trainingen rondom studie en loopbaan.

Service & Informatiecentrum

Heb je vragen over studeren aan de UvA, bijvoorbeeld over in- en uitschrijving, studie-mogelijkheden of studiefinanciering? Kom dan langs bij het Service & Informatiecen-trum. Hier vind je brochures van alle opleidingen van de UvA. Tevens is er informatie over de arbeidsmarkt, het hoger onderwijs in Nederland en studeren in het buitenland. Wil je individueel advies bij vragen en problemen van persoonlijke aard, bezoek dan een stu-dentendecaan, een loopbaanadviseur of een medewerker internationalisering tijdens een van de spreekuren. Een afspraak met een studentenpsycholoog maak je via Bureau Stu-dentenpsychologen. Ben je op zoek naar een kamer? Het kamerbureau van de ASVA Stu-dentenunie is ook in het Service & Informatiecentrum gevestigd.

Studentendecanen

Adres: Binnengasthuisstraat 9, 1012 ZA Amsterdam

Openingstijden: ma t/m vr van 10.00 - 17.00 uur

Telefoon: 020-525 8080, bereikbaar op ma t/m vr van 09.00 - 17.00 uur

Internet: http://www.uva.nl/studentenzaken

Telefoon: 020-525 8080, bereikbaar op ma t/m vr van 09.00 - 17.00 uur


E-mail: [email protected]

115

n

Faciliteiten

Heb je behoefte aan advies bij vragen en problemen van meer persoonlijke aard? Voor een individueel gesprek kun je terecht bij de studentendecanen. Wij bieden dienstverlening die vooral gericht is op studiekeuze, -voortgang en -planning, inschrijvingsproblemen, financiële problemen en beroepsprocedures. Ook besteden de studentendecanen speciale aandacht aan bijzondere groepen studenten (buitenlandse studenten, topsporters en studenten met een functiebeperking). Schakel de hulp van de studentendecanen tijdig in, dan is de kans het grootst dat wij je kunnen helpen bij een oplossing.

Bureau Studentenpsychologen

Psychische of studiegerelateerde problemen (zoals faalangst) hebben vaak een nadelig effect op de studievoortgang. Heb jij een dergelijk probleem dan kun je terecht bij de stu-dentenpsychologen. Wij bieden groepstrainingen en kortdurende individuele gesprekken. In geval van problemen waarbij langdurige begeleiding nodig is, werken wij samen met psychotherapeuten van Mentrum. Je kunt bij de studentenpsychologen ook terecht voor voorlichting over andere mogelijkheden van psychotherapeutische hulp. Bel ons tijdens het telefonisch spreekuur voor informatie en advies of om je aan te melden.

Bureau Internationale Studentenzaken

Wil je graag studeren in het buitenland? Een tijdelijk verblijf in het buitenland biedt mogelijkheden je studie te verdiepen, intensief kennis te maken met een andere cultuur of je taalvaardigheid te verbeteren. Via Bureau Internationale Studentenzaken kun je er achter komen of je in aanmerking komt voor de diverse uitwisselingsprogramma's. De medewerkers van Bureau Internationale Studentenzaken adviseren en begeleiden je. In het Documentatiecentrum van Studentenzaken kun je documentatie van buitenlandse instellingen bekijken en de brochure Studeren in het buitenland halen.

Telefonisch spreekuur: di t/m vr van 09.00 - 10.00 uur (020-525 8080)

Spreekuur op afspraak: afspraak maken via het Service & Informa-tiecentrum (020-525 8080)


Telefonisch spreekuur: ma t/m vr van 10.30 - 12.30 uur (020-525 2599)

Spreekuur op afspraak: afspraak maken via Bureau Studentenpsy-chologen (020-525 2599)



116

Faciliteiten

Fa

ciliteite

Loopbaan Advies Centrum

Welke studie past het beste bij mij? Wat zijn de mogelijkheden om verder te studeren na mijn bachelor? Hoe vind ik een baan na mijn studie? Ik overweeg om te promoveren, hoe pak ik dat aan? Hoe bereid ik me goed voor op een sollicitatiegesprek? Met dit soort vragen en voor feedback op je sollicitatiebrief en cv kun je terecht bij een van de loopbaa-nadviseurs van het Loopbaan Advies Centrum. Wij adviseren je over je studie- en loop-baanoriëntatie: voor, tijdens én na je studie of promotie. Daarnaast verzorgen wij de trainingen Studiekeuze en Effectief Solliciteren en organiseren wij informatiebijeenkom-sten over de verschillende sectoren van de arbeidsmarkt.

Trainingscentrum

Om je vaardigheden met betrekking tot het maken van een goede studiekeuze, het studeren en het leren solliciteren (verder) te ontwikkelen, kun je workshops & trainingen bij het Trainingscentrum volgen. Onder andere de volgende workshops & trainingen worden aangeboden: Studiebegeleiding, Omgaan met depressieve klachten, Vergroten van zelfvertrouwen, Studiekeuze, Time-Management, Fondsen werven voor je studie, Scriptie opstarten, Effectief Solliciteren, Psychologisch onderzoek en Angst voor presentaties. Het meest actuele programma staat op internet.

Telefonisch spreekuur: di t/m do van 09.00 - 10.00 uur (020-525 8080)

Inloopspreekuur: di t/m do van 11.00 - 12.00 uur


Documentatiecentrum: adresgegevens en openingstijden zie: Stu-dentenzaken


Telefonisch spreekuur: di t/m vr van 09.00 - 10.00 uur (020-525 8080)

Inloopspreekuur: di t/m vr van 11.00 - 12.00 uur

Spreekuur op afspraak: afspraak maken via het Service & Informa-tiecentrum (020-525 8080)

E-mail: [email protected] of [email protected]



117

n

Faciliteiten

4.5.5 Prikborden

Op diverse plaatsen, zoals in de hal van de gebouwen waarin het Onderwijsinstituut en de afdelingen gehuisvest zijn en bij de onderwijsbalie, zijn prikborden geplaatst, waar actuele mededelingen opgehangen worden.

4.5.6 Audiovisuele apparatuur: Phanta Vision

Phanta Vision is de organisatie waar studenten audiovisuele apparatuur kunnen lenen, bij-voorbeeld voor straatinterviews. Phanta Vision is gevestigd aan de Gijsbrecht van Aem-stelstraat 16-18 en geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur. De procedure is als volgt. Voor iedere aanvraag tot uitleen moet je een autorisatieformu-lier ophalen bij de onderwijsbalie in het Bushuis/Oost-Indisch Huis. Dit kan iedere werkdag tussen 10.00 uur en 16.00 uur. De autorisatie wordt verstrekt na verificatie van je gegevens in het studentenregistratiesysteem, waarna door een baliemedewerker een formulier wordt ingevuld en ondertekend. Met dit formulier, en onder vertoon van een geldige collegekaart en legitimatiebewijs en tegen betaling van een borg kun je vervol-gens bij Phanta Vision de aangevraagde apparatuur ophalen. Voor meer informatie over de uitleentermijnen, het soort te lenen apparatuur en de overige voorwaarden kun je terecht bij de onderwijsbalie.

118

Organisatie van het Media en Communicatie College (MCC)

Org

anisa

tie va

n het M

ed

ia en

Com

mu

nica

tie

5 Organisatie van het Media en Communicatie College (MCC)

5.1 Algemeen

Het onderwijsinstituut is verantwoordelijk voor het onderwijs van de opleiding. De decaan van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen heeft de taken ten aanzien van de organisatie en coördinatie van het onderwijs (whw art. 9.26 lid 1) en de bevoegdheden ten aanzien van het geven van aanwijzingen aan afdelingen met betrekking tot de uitvoering van de onderwijs- en examenregeling (OER) (whw art. 9.26 lid 4) gede-legeerd aan de directeur van het instituut.

5.2 Managementteam

De directeur van het onderwijsinstituut is verantwoordelijk voor de organisatie, coördina-tie en kwaliteitsbewaking van al het onderwijs dat onder verantwoordelijkheid van het instituut wordt aangeboden. De directeur van het Media en Communicatie College is dr. J.A. (Jan) de Ridder, hij wordt in zijn taakuitoefening bijgestaan door de bachelorcoördi-nator, opleidingscoördinator en studieadviseur. De bachelorcoördinator en de oplei-dingscoördinator ondersteunen de directeur op het terrein van de beleidsontwikkeling en de organisatie van het onderwijs. De studieadviseur is belast met voorlichting en studie-advisering aan studenten en belangstellenden. Van dit managementteam maken de volgende medewerkers deel uit: dr. R.J.W. (Richard) van der Wurff, drs. W.F.M. (Wendy) van der Linden en mw. drs. M.S. (Mieke) Sillekens. Het managementteam wordt bijge-staan door de directiesecretaresse mw. E.H.A. (Esther) Erents. Voor zowel het Media en Communicatie College als het Amsterdams Instituut voor Maatschappijwetenschap is de medewerker internationalisering mw. drs. H. (Heleen) Straesser.

5.3 Studenteninspraak

De advisering door studenten aan de directeur gebeurt door de Studentenraad van de FMG. In deze raad zijn studenten vertegenwoordigd uit alle FMG-opleidingen. De leden van deze studentenraad worden jaarlijks gekozen door de studenten die bij de opleidingen van de FMG staan ingeschreven. De Studentenraad heeft advies- en instemmingsrecht op onderdelen van de onderwijs- en examenregelingen, het opleidingsstatuut en het faculteitsreglement. Ook zijn de studenten vertegenwoordigd in de opleidingscommissie. Daarnaast kent het instituut een zogenaamde OwI-student . Deze student heeft contact met de directeur en toegang tot alle informatie die de opleiding betreft en brengt de directeur gevraagd en ongevraagd advies uit. De OwI-student houdt regelmatig contact met de studenten die zitting hebben in de opleidingscommissie. Ook behandelt de OwI-

119

Organisatie van het Media en Communicatie College (MCC)

student vragen en klachten van studenten omtrent de opleiding en het onderwijs. Kijk op http://www.student.uva.nl/cw onder Medezeggenschap voor meer informatie over de OwI-student en de bereikbaarheid.

5.4 Bureau van het Media en Communicatie College

Het Media en Communicatie College is gehuisvest in het Bushuis/Oost Indisch Huis aan de Kloveniersburgwal 48 te Amsterdam.

5.4.1 Onderwijsbalie

De onderwijsbalie in het Bushuis/Oost-Indisch Huis is het algemene informatiepunt voor studenten en belangstellenden over de opleiding. De onderwijsbalie wordt bemenst door de medewerkers van het onderwijssecretariaat. Bij de balie wordt informatie over de opleiding gegeven, worden readers en syllabi verkocht en kunnen afspraken gemaakt worden met de studieadviseur. Ook worden docenten ondersteund bij hun onderwijstaken. Voorts voeren zij het secretariaat van de opleidingscommissie en de examencommissie en zijn zij belast met de voorbereiding en organisatie van de examens. De balie is geopend op werkdagen van 10.30-13u, telefonisch te bereiken op werkdagen van 10-16u op 020-525 3003 en via het webformulier op de website http://www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw.

5.4.2 ICT & Onderwijs (ICTO)

Het ICT-in-het-Onderwijs-team van CW (ICTO) is belast met het volgen van de ontwik-kelingen op het terrein van de informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs. Het ICTO heeft als doel het Media en Communicatie College en de Graduate School of Communication van dienst te zijn bij het adviseren en organiseren van innovatieve ICT toepassingen, zowel bij het primaire proces als bij het proces van organisatie dat daaraan ten grondslag ligt. Het ICTO-team handelt zowel pro-actief als op verzoek van de onder-wijsinstituten en individuele docenten. In dit kader ondersteunen de ICTO-medewerkers onder meer het gebruik van Blackboard en Ephorus. Het ICTO zal ook dit jaar weer een Grassrootsproject organiseren waarin tien kleinschalige projecten op basis van ideeën van docenten met betrekking tot ICT in het onderwijs zullen worden uitgevoerd. Tevens zal ICTO het gebruik van online video verder stimuleren en faciliteren.

120

Rechtsbescherming

Re

chtsb

esch

erm

ing

6 Rechtsbescherming

6.1 Studentenstatuut

Universiteiten zijn verplicht om jaarlijks een studentenstatuut uit te brengen. Dit is een beschrijving van de rechten en plichten van studenten. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: een algemeen deel en een meer gedetailleerde uitwerking per opleiding: het opleidingsdeel. Het algemeen deel van het statuut is opgenomen in het Studentenhand-boek. Verder bevat het Studentenhandboek allerlei nuttige informatie over voorzieningen aan de UvA. Het wordt jaarlijks per september opnieuw vastgesteld door het College van Bestuur na instemming van de Centrale Studentenraad. Beide delen van het statuut zijn niet alleen beschrijvend van aard, maar hebben ook een recht scheppend karakter, dat wil zeggen dat ze gebruikt kunnen worden om nieuwe afspraken tussen universiteit en studenten of faculteit en studenten vast te leggen.

In het algemene deel, dat voor alle studenten aan de UvA geldt, komen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde:

■ toegang en inschrijving bijzondere vormen van inschrijving ■ rechten en plichten op basis van inschrijving ■ administratie en privacybescherming ■ onderwijs (o.a. kwaliteit, studeerbaarheid en betaalbaarheid) ■ tentamens en examens medezeggenschap ■ universitaire omgangsvormen (o.a. studieomstandigheden, gebruik

computervoorzieningen) ■ financiële ondersteuning ■ studentenvoorzieningen ■ rechtsbescherming (o.a. de procedure bij het College van Beroep voor Examens,

ombudsman, klachtenregeling).

Het studentenhandboek is te vinden op de website van de UvA (http://www.uva.nl ). Een geprinte versie ligt ter inzage bij het Service- en Informatiecentrum.

Het opleidingsstatuut wordt per faculteit of per opleiding vastgesteld en bestaat uit een aantal reglementen en beschrijvingen. De Faculteit der Maatschappij- en Gedragsweten-schappen heeft voor het opleidingsstatuut geen aparte brochure samengesteld. Vooral met het oog op de toegankelijkheid en overzichtelijkheid is de meeste informatie van het opleidingsstatuut in deze studiegids geïncorporeerd. De verschillende reglementen zijn echter niet steeds integraal opgenomen in deze gids. Deze zijn via de onderwijsbalie op te vragen en veelal ook te vinden op de website. Het betreft de volgende reglementen:

■ het faculteitsreglement ■ de onderwijs- en examenregelingen

121

Rechtsbescherming

■ tentamenreglement ■ privacyreglement.

De overige informatie met betrekking tot het opleidingsstatuut treft u verspreid over de verschillende hoofdstukken van deze studiegids aan. Het betreft de volgende onderwer-pen:

■ organisatie van de faculteit (bestuur, commissies, faciliteiten, informatievoorzieningen, studieverenigingen, etc.);

■ onderwijs- en studentenzaken (onderwijsbalie, service en informatiecentrum, studieadviseurs, vertrouwenspersonen e.d.);

■ rechtsbescherming (o.a. interne klachtenregeling, ombudsman); ■ studie algemeen (opleidingen, studiepunten, studiebegeleiding, stages, studie in het

buitenland, tentamens en examens, beroep etc.); ■ de programma’s van de opleiding (bachelor, master, doctoraal, de modulen).

6.2 Privacyregeling

Binnen het onderwijsinstituut is het Privacyreglement van kracht. Deze regeling heeft betrekking op de studievoortgangsregistratie van de faculteit. Exemplaren van dit reglement zijn verkrijgbaar via de onderwijsbalie.

6.3 Interne klachtenregeling

Aanvullend op al langer bestaande wettelijke en universitaire klachten -, bezwaar- en beroepsprocedures zoals die voor beroep tegen examenuitslagen of die voor klachten met betrekking tot (seksuele) intimidatie, is per 1 april 2000 een studentenklachtenreglement in werking getreden. Dit reglement biedt studenten de mogelijkheid zich al dan niet collectief met een klacht te wenden tot de decaan van de faculteit. In eerste instantie dient een student met een klacht zich te richten tot de direct betrokkene(n) met wie het mis is gegaan of tot een bemiddelende derde, bijvoorbeeld de studieadviseur of de studentendecaan. Als een klacht niet op deze wijze informeel kan worden opgelost, kan hij vervolgens mondeling of schriftelijk worden ingediend bij de FMG klachtencommissie, p/a Nieuwe Prinsengracht 130, 1018 VZ Amsterdam. Deze draagt zorg voor een correcte behandeling binnen zes weken, met een uitstel van ten hoogste vier weken. De werkwijze van de facultaire klachtenbehandeling is in een reglement vastgelegd. Dit reglement is verkrijgbaar bij het secretariaat van de decaan, Nieuwe Prinsengracht 130, e-mail [email protected] en bij de onderwijsbalie. Ook op de facultaire website www.fmg.uva.nl is het klachtenreglement na te lezen.

122

Rechtsbescherming

Re

chtsb

esch

erm

ing

6.4 Ombudsman

Iedere studerende aan de UvA met een klacht over de universiteit, faculteit, instituut of medewerker daarvan kan terecht bij de ombudsman Studenten, mw. mr. Christel Holtrop. De ombudsman werkt als onafhankelijk persoon binnen de UvA en kan worden ingeschakeld, nadat klachten binnen de eigen faculteit of het instituut, al dan niet via de studentenklachtenregeling, niet oplosbaar zijn gebleken. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld de toepassing van het studentenstatuut, over de organisatie of kwaliteit van het onderwijs, maar ook over de organisatie of toegankelijkheid van universitaire voorzieningen. De ombudsman is onpartijdig en streeft ernaar problemen via bemiddeling op te lossen, maar is ook bevoegd een formeel onderzoek in te stellen. Het werk van de ombudsman is altijd vertrouwelijk. Een andere belangrijke taak van de ombudsman is het signaleren van structurele problemen binnen de universiteit. Zij kan verantwoordelijke organen en personen aanbevelingen en suggesties doen ter voorkoming van problemen of ter verbetering van een bepaalde situatie. De werkwijze van de ombudsman is in een reglement vastgelegd. Dit reglement kan worden aangevraagd bij het bureau van de ombudsman . Meer informatie is te vinden in het Studentenhandboek 2009-2010 en op http://www.uva.nl/ombudsman

Contactinformatie: Mw. mr. M.C. (Christel) Holtrop Oude Turfmarkt 151 1012 GC Amsterdam Tel. 020 - 525 3798 Fax 020 - 525 3797 E-mail [email protected] op maandag, dinsdag en donderdag van 09.00 tot 13.00 uur.

6.5 Vertrouwenspersoon

Studenten die geconfronteerd worden met ongewenste omgangsvormen, (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie, kunnen terecht bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon zorgt voor eerste opvang en ondersteuning. In onderling overleg wordt naar een oplossing voor het probleem gezocht. De vertrouwenspersoon onderneemt niets zonder uitdrukkelijke instemming van de kla(a)g(st)er. Er is een formele en een informele klachtafhandeling. Een formele klacht wordt behandeld door de klachtencommissie ongewenst gedrag . De vertrouwenspersoon voor studenten Communicatiewetenschap is studieadviseur mw. drs. M.S. (Mieke) Sillekens. Studenten kunnen met haar in contact treden via het webformulier op de website http://www.student.uva.nl/veelgesteldevragen-cw.

123

Rechtsbescherming

6.6 College van Beroep voor de Examens (COBEX)

Studenten kunnen tegen een beschikking van de examencommissie beroep aantekenen direct bij het College van Beroep voor de Examens. Zie voor de gronden voor beroep, de te volgen procedure en de beroepstermijn het Studentenhandboek, deel B. Aangeraden wordt om altijd contact op te nemen met de studieadviseur om te bespreken of interne bemiddeling, bijv. door de voorzitter van de examencommissie, de opleidingsdirecteur of de studieadviseur zelf, tot een oplossing kan leiden. Deze procedure heeft geen opschor-tende werking t.a.v. de beroepstermijn.

6.7 Bezwaar-/beroepsprocedure bij CvBHO

De procedure bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs is een bezwaar- en beroepschriftprocedure volgens de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) . Eerst moet tegen een beschikking bezwaar worden ingediend bij het bestuursorgaan dat de beschik-king heeft genomen. De afzonderlijke onderdelen van de UvA die een eigen bestuurlijke bevoegdheid hebben, zoals het CvB en de decaan van de faculteit, worden ‘ bestuursor-gaan’ genoemd. Het bestuursorgaan krijgt de mogelijkheid de beschikking te heroverwe-gen naar aanleiding van de bezwaren. Blijft het orgaan echter bij zijn besluit dan kan vervolgens beroep worden ingediend bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs te Den Haag. Dit onafhankelijke College is bij wet ingesteld en fungeert als beroepscollege voor alle hoger onderwijsinstellingen in Nederland. Zie voor gronden voor bezwaar/beroep en de te volgen procedure het Studentenhandboek, deel B.

6.8 Juridische ondersteuning

Informatie over de belangrijkste mogelijkheden voor juridische ondersteuning is te vinden in het Studentenhandboek deel B.

6.9 Het RechtsBureau van de ASVA Studentenunie

Het Rechtsbureau van de ASVA studentenunie biedt gratis rechtshulp aan studenten. Het Rechtsbureau is met name gespecialiseerd in studiefinancieringrecht, onderwijsrecht en huurrecht. Je kunt onder andere geholpen worden bij het schrijven van bezwaar- en beroepschriften wanneer je het bijvoorbeeld niet eens bent met een beslissing van de Informatie Beheer Groep, je universiteit of een docent. Ook met juridische vragen die niet direct met bovenstaande deelgebieden van het recht te maken hebben, kun je bij het Rechtsbureau terecht. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan problemen met je werkgever of je telefoonmaatschappij. Kunnen wij je niet adequaat van advies voorzien, dan verwijzen we je door naar een persoon of instantie die dat wel kan. Verder zijn ook

124

Rechtsbescherming

Re

chtsb

esch

erm

ing

studie- of studentenverenigingen welkom met vragen omtrent oprichting en rechtspositie van de vereniging.

Het Rechtsbureau van de ASVA Studentenunie is aangesloten bij het Landelijk Studenten Rechtsbureau en werkt samen met de Studentenlijn van de Landelijke Studentenvakbond. Het Rechtsbureau bestaat uit een frontoffice en een backoffice. Het frontoffice behandelt gemakkelijke vragen en problemen. De meer complexe of meer tijdrovende problemen worden doorverwezen naar het backoffice, waar gevorderde rechtenstudenten werkzaam zijn.

Het frontoffice van het Rechtsbureau bevindt zich in het Service en Informatie Centrum aan de Binnengasthuisstraat 9 aan balie 7. Je kunt er dagelijks van 12.30 tot 16.00 uur terecht met je vragen, of om een afspraak te maken met de medewerkers van het backoffice. Het backoffice is gevestigd is in de Roeterstraat 11 (in gebouw E). Het rechtsbureau is telefonisch bereikbaar op tel 020-5252926 of per e-mail via [email protected] .

125

Rechtsbescherming

126

Persoonsregister

Pe

rsoon

sreg

ister

7 Persoonsregister

7.1 Media en Communicate College

Het Media en Communicatie College is gehuisvest in het Oost-Indisch Huis/Bushuis, Kloveniersburgwal 48, 1012 CX in Amsterdam. Meer informatie over het onderwijsinstituut is te vinden in Hoofdstuk 5 of via http://www.fmg.uva.nl.

7.2 Docenten

De docenten zijn gehuisvest in het Oost Indisch Huis/Bushuis, Kloveniersburgwal 48, 1012 CX in Amsterdam. Spreekuren zijn op afspraak. Voor meer informatie over de afdeling zie website: http://www.fmg.uva.nl/communicatiewetenschap.

Functie Naam Telefoon E-mail

Onderwijssecratariaat mw. N. Bouras +31(0)20525359 [email protected]

Onderwijssecretariaat mw. E.H.A. Erents +31 20 5253003 [email protected]

Onderwijscoordinator mw. drs. W.F.M. van der Linden +31(0)20523286 [email protected]

Onderwijsdirecteur dr. J.A. de Ridder +31 20 5252939 [email protected]

Studieadviseur mw. drs. M.S. Sillekens +31 20 5253003

Onderwijssecretariaat mw. drs. J.H. Slotboom +31 20 5257369 [email protected]

Onderwijssecretariaat mw. S. Vissers +31 20 5253596 [email protected]

Naam Telefoon E-mail

mw. drs. M.L. Antheunis +31 20 5256174 [email protected]

mw. I Awad Cherit PhD. +32 20 5253178

mw. drs. M. Baars +31 20 5257258 A.M. [email protected]

dr. P. Bakker +31 20 5253563 [email protected]

Drs. T.P. Bakker +31 20 5252223 [email protected]

prof. dr. J.L.H. Bardoel +31 20 5253917 [email protected]

drs. D.P. van Bennekom +31 20 5256174 [email protected]

mw. drs. A Bijl +31 20 5253292 [email protected]

mw. dr. C. de Boer +31 20 5253978 [email protected]

127

Persoonsregister

dr. H. Boomgaarden +31 20 5253506 [email protected]

prof. dr. K.L.K. Brants +31 20 5253995 [email protected]

prof.dr. A.E. Bronner +31 20 5252229 [email protected]

mw. dr. R. van Bronswijk +31 20 5252845 [email protected]

dr. G.J. de Bruijn +31 20 5252636 [email protected]

mw. dr. M.A. Buijzen +31 20 5252426 [email protected]

mw. drs. C.G.C. Burgt +31 20 5252171 [email protected]

prof.dr. J.J. van Cuilenburg +31 20 5252229 [email protected]

NAJM van Doorn +31 20 5257268 [email protected]

mw. dr. L. Duits PhD. +31 20 5252171 [email protected]

dr. W.J.L. Elving +31 20 5252157 [email protected]

drs. J. von Engelhardt +31 20 5253003 [email protected]

mw. drs. M. Fransen +31 20 5353003

J.S. Fransman +31 20 5252845 [email protected]

drs. C. Gomusay MSc. +31 20 5257268 C. [email protected]

drs. T.S. Graham +31 20 5252171 [email protected]

mw. drs. B. van Groningen +31 20 5252243 [email protected]

mw. drs. Y.M. de Haan +31 20 5256175 [email protected]

prof.dr. C.J. Hamelink +31 20 5253505 [email protected]

drs. M.C. Hinrichsen +31 20 5255093 [email protected]

drs. F. Hirzalla +3120 5257361 [email protected]

mw. drs. J. Hoffmann LL.M. +31 20 5254002 [email protected]

drs. S. Joshi +31 20 5252171 [email protected]

drs. R.A. Kartosen +31 20 5253003

drs. M. Keer +31 20 5256007 [email protected]

mw. dr. M.E. Klijn +31 20 5253386 [email protected]

dr. R. de Lange +31 20 5252243 [email protected]

mw. drs. S.K. Lecheler +31 20 5253750 [email protected]

dr. L.A. Leydesdorff +31 20 5256598 [email protected]

mw. D.P. Lucio Arias MA +31 20 5253753 [email protected]

dr. A. van Meurs +31 20 5252201 [email protected]


128

Persoonsregister

Pe

rsoon

sreg

ister

mw. dr. M. Moorman +31 20 5252344 [email protected]

drs. F. Muller +31 20 5256176 [email protected]

prof.dr. P.C. Neijens +31 20 5253998 [email protected]

mw. dr. G. van Noort PhD. +31 20 5252114 [email protected]

dr. W. de Nooy PhD. +31 20 5252123 [email protected]

mw. dr. J.D.K.I.A. Oppenhuisen +31 20 5253508 [email protected]

mw. dr. M Pantti +31 20 5253130 [email protected]

dr. J. Peter +31 20 5253752 [email protected]

dr. S.J.H.M. van den Putte +31 20 5252205 [email protected]

mw. dr. E.A. van Reijmersdal +31 20 5253986 [email protected]

dr. S.L. Reijnders +31 20 5253584 [email protected]

dr. J.A. de Ridder +31 20 5252939 [email protected]

mw. drs. P.J.C. van Romondt Vis MSc +31 20 5257269 [email protected]

mw. A. Roth MA +31 20 5254827 [email protected]

mw. drs. E. Rozendaal +31 20 5256176 [email protected]

mw. prof.dr. A.A. van Ruler +31 20 5253906 [email protected]

mw. drs. R.A. van Santen +31 20 5257337 [email protected]

prof.dr. K. Schönbach +31 20 5252230 [email protected]

mw. dr. B.C. Schouten +31 20 5254002 [email protected]

A.R.T Schuck MA +31 20 5253750 [email protected]

dr. J.M. Slevin +31 20 5253486 [email protected]

mw. prof. dr. E.G. Smit +31 20 5252104 [email protected]

prof.dr. E.S.H. Tan +31 20 5257367 [email protected]

mw. dr. M. Timmers +31 20 5252201 [email protected]

mw. prof.dr. P.M. Valkenburg +31 20 5252348 [email protected]

dr. A.S. Velthuijsen +31 20 5253589 [email protected]

dr. P. Verhoeven +31 20 5253130 [email protected]

dr. R. Vliegenthart +31 20 5256117 [email protected]

mw. drs H.A.M. Voorveld MSc. +31 20 5256175 [email protected]

mw. drs. M Vosmeer +31 20 5253506 [email protected]

prof. dr. C.H. de Vreese +31 20 5252426 [email protected]


129

Persoonsregister

mw. dr. J.H. Walma van der Molen +31 20 5253386 [email protected]

A. Warner +31 20 5252965 [email protected]

mw. dr. J. van Weert +31 20 5252091 [email protected]

mw. drs. A. Wonneberger +31 20 5257361 [email protected]

dr. R.J.W. van der Wurff +31 20 5252216 [email protected]

mw. dr. SM Zwier +31 20 5255094 [email protected]


130

Cursusindex

00C001 Inleiding Communicatiewetenschap (ICW) 2901C00105Practicum Mondelinge en Schriftelijke Vaardigheden (PMSV) 3004C Methoden van Communicatie Onderzoek I (MCO-I) 3103C001 Communicatie en Sociale Beïnvloeding (CSB) 3302C001 Practicum Academische Vaardigheden (PAV) 3505C00305Practicum Literatuur- en Empirisch Onderzoek (PLEO) 3606C0001 Communicatiebeleid (CB) 3706C0005 Media Entertainment & Populaire Cultuur (MP) 3906C0006 In- en Externe Communicatie (IEC) 4006C0004 Media Economie (ME) 4120C001 Methoden van Communicatie Onderzoek II (MCO-II) 4226C001 Leeronderzoek (LO) 4421C001 Wetenschapsfilosofie (WF) 4527C003 Internet, Communicatie & Technologie (ICT) 4621C00201Communicatie Ethiek (CE) 4727C004 Communicatieadvies; Oriëntering op de beroepspraktijk (CA) 4826C002 Onderzoekspracticum 5019C00028Contact met de pers (MJPO) 5119C00055Customer Media (CCV) 5219C00069De autonome dynamiek van communicatie (MJPO) 5319C00036Entertainment genres (MEPC) 5519C00067Europese Uitbreiding, Publieke Opinie & Media (MJPO) 5719C00056Expanding the boundaries of Journalism (MJPO) 5819C00035Gamers en games (MEPC) 5919C00050Gezondheidsvoorlichting & gedragsverandering (CCV) 6119C00047Gezondheidsvoorlichting op maat (CCV) 6219C00003 Interculturele Communicatie (CCV) 6419C00061Kwaliteit van online journalistiek (MJPO) 6519C00030Media innovation (MJPO) 6619C00066Media invloed op beeldvorming (MEPC) 6719C00008Mediaplanning (CCV) 6819C00009Merkcommunicatie (CCV) 6919C00044Mondiale communicatie en de informatiesamenleving (MJPO) 7019C00038Overtuigende Communicatie (CCV) 7119C00065Participatory Media (MJPO) 7219C00063Political Communication (MJPO) 7319C00046Populaire Cultuur: representaties in de media (MEPC) 7419C00059Productie en effecten van de publieke opinie (MJPO) 7519C00068Reclame & Cultuur (CCV) 77

131

19C00060Televisie en Publiek: TV bekeken (MEPC) 7819C00062The Media "frame" Politics: Content and Effects (MJPO) 8040C Communicatiewetenschap (voor niet CW-ers) 8149C001 Conflict en media 8344C005 Internationale communicatie 8447C001 Kwalitatieve Methoden van Communicatie Onderzoek 8550C00105Strategische communicatie 8651C001 Kind en media 8729C003 Afstudeerseminar CW 8929C001 Bachelor stage 90

132

Trefwoordenlijst

AAanwezigheidsplicht 94Academische kalender 2Algemene wet bestuursrecht (awb) 124Arbeidsmarkt 96Audiovisuele apparatuur 118

BBachelor examen 95, 103Bachelorseminar 51Begeleidingsgroep 94Blackboard 120Buitenland 23

CCollege van beroep voor de examens 124College van beroep voor het hoger onderwijs124Cum laude 95

DDe getuigschriften 3Deeltijdopleiding 11Deficiënties 16Directiesecretaresse 3Dispensatieregeling 93Docenten 127Duale master 96

EEphorus 120Evaluatie 105Examen 103Examencommissie 3, 93, 102

FFacultaire studentenraad 101Fraude 104

HHomepages 112Honoursprogramma 25Hoorcolleges 94

IIcto 120Inschrijfperiode 92

2Inschrijving 99Inschrijving voor tentamens 99International school for humanities and socialsciences (ishss) 24Internationalisering 3Internationaliseringsfonds 24Inzage 104

JJuridische ondersteuning 124

KKeuzeruimte 17Keuzevak 15, 18Klachten 122Klachtencommissie ongewenst gedrag 123Klachtenreglement 122Kopiëren 113

MMaster communicatiewetenschap 96Media en communicatie college 127Media en communicatie college 120Mercurius 107Mijnuva 110Minor 17, 22Minor cw 26Moduulbeschrijvingen 28

NNa plaatsing 92Na-inschrijving 99

133

OOmbudsman 123Onderwijs- en examenregeling (oer) 119Onderwijsbalie 3, 4, 105, 114, 120Onderwijsdirecteur 3Onderwijsevaluatie 101Onderwijsinstituut 119Onderwijsperiode

2Onderzoeksmaster 96Opleidings- en examenregeling (oer) 114Opleidingscommissie 101Owi-student 3, 101, 119

PParticipatieplicht 94Phanta vision 118Plagiaat 104Practicum 94Prikborden 118Privacyreglement 122Propedeuse 11Propedeuse examen 95, 102

SSchakelprogramma 16Semestergids 4, 113Seminar 94Software 111Studentenhandboek 124Studentenmail 4, 110Studentenraad 119Studentenstatuut 121Studie in het buitenland 23Studieadviseur 3, 4, 11, 26, 106, 119Studieboeken 107Studiegids 4Studiemateriaal 102Studieplanning 11Studieschema 14Studieschema's 12Studievereniging mercurius 3Studievertraging 106

Studievoortgangsoverzicht 102Studieweb 99, 102, 111Stunt-beurs 24

TTentamenlijst 103Tentamenmogelijkheden 95, 103Tentamenreglement 95, 102, 104Tentamenresultaten 99, 102Tentamens 104Toelatingseisen 11Tutor 107

UUdrive 111Uiterlijke uitschrijfdata 2Uitreiking 103Uitschrijven 99Uitwisselingsmogelijkheden 23Uva e-mail account 114Uvadraadloos 112Uvadsl 112Uvainbel 111Uvavpn 111

VVerkorte bachelor 93Verkorte bachelor cw 14Vertrouwenspersoon 123Vervolgfaseniveau 18Virtuele groepen 94Voorinschrijving 92, 100Vrij onderwijsprogramma 96Vrijstellingen 13

ZZwarte lijst 92

134

UvA - STUDIEGIDS BACHELOR ...ictomci.socsci.uva.nl/student-doc/overig/studiegids_4406...online voor...

Documents

Transcript of UvA - STUDIEGIDS BACHELOR ...ictomci.socsci.uva.nl/student-doc/overig/studiegids_4406...online voor...