Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen,...

118
Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Henri Dunantlaan 2, 9000 Gent “Ssst, dat is hier wel de biliotheek, h´ e, ge moogt hier niet roepen!” Een belevingsonderzoek bij jonge ouders over hun boekbaby’s en de bibliotheek Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen – Afstudeerrichting Onderwijspedagogiek Ann-Sophie Sleeuwaert Promotor: dr. Bruno Vanobbergen Academiejaar 2007–2008

Transcript of Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen,...

Page 1: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Universiteit Gent

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Henri Dunantlaan 2, 9000 Gent

“Ssst, dat is hier wel de biliotheek, he, ge moogt

hier niet roepen!”

Een belevingsonderzoek bij jonge ouders over hun boekbaby’sen de bibliotheek

Scriptie neergelegd tot het behalen van

de graad van licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen –

Afstudeerrichting Onderwijspedagogiek

Ann-Sophie Sleeuwaert

Promotor: dr. Bruno Vanobbergen Academiejaar 2007–2008

Page 2: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

ii

Ondergetekende Ann-Sophie Sleeuwaert geeft toelating tot het raadplegen van de scriptiedoor derden.

Page 3: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Woord vooraf

Voor de kinderen is het echt een uitstap omdat ze weten dat er een speelhoekis. Heel vaak moet ik ze bijna terug meetrekken omdat ze het daar zo leuk vinden.(mama van Laure)

In het najaar van 2005 werd tijdens een les kleuteropvoeding door dr. Bruno Vanobbergenhet project Boekbaby’s uit de doeken gedaan. Dit project wilde niet, zoals zovele andereonderzoeken, de voordelen van voorlezen aantonen. Dit project wilde wel de voorleescultuurin Vlaanderen in beeld brengen. Men zou daarvoor samenwerken met 10 pilootbibliotheken eneen beroep doen op een kleine steekproef van Vlaamse gezinnen waar net een kindje geborenis. Voorlezen is het familiemoment bij uitstek, het is zo intiem en gezellig en we weten zoweinig over de manier waarop dit gebeurt. Het leek me wel wat me hierin te verdiepen.Bovendien beloofde dit geen eentonige onderzoeksopdracht te worden. Samen met nog vierandere studenten van de Universiteiten van Gent en Antwerpen zou ik de kans krijgen omgezinnen te interviewen en te observeren, deel te nemen aan studiedagen en ook bij te dragenaan het uiteindelijke onderzoeksrapport. Het beloofden drie drukke, maar tevens boeiende engevarieerde jaren te worden. Ik had er zin in.Toen ik in september 2007 stage liep bij Stichting Lezen, partner van het project Boekbaby’s,werd een nieuw onderzoeksluik gestart en kreeg ik de unieke kans om dat van nabij te volgen.We zouden met verschillende bibliotheken rond de tafel zitten en luisteren naar hun visieen ideeen. Mijn scriptieonderwerp stond vast. Met deze scriptie wil ik mij verdiepen in demanier waarop ouders van jonge kinderen de bibliotheek beleven en welke de indruk is vande bibliotheekmedewerkers zelf. Pedagogisch Tijdschrift zal hier als referentiepunt gebruiktworden.

In de loop der jaren hebben we met heel wat partners samengewerkt, partners zonder wie ditproject nooit geslaagd zou zijn. Ik wil dan ook Stichting Lezen, het Vlaams Centrum voorOpenbare Bibliotheken en de bibliotheken zelf heel erg bedanken voor hun medewerking. Ikwil ook graag mijn promotor Bruno Vanobbergen en onderzoekmedewerkster Marie Daemsbedanken, voor hun houvast doorheen het project, voor hun antwoorden op mijn talrijkevragen. Ik vond het een heel boeiende en leerrijke ervaring.

iii

Page 4: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Inhoudsopgave

1 Situering en probleemstelling 1

2 Literatuur 42.1 Boekbaby’s vs. Bookstart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

2.1.1 Een korte historiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42.1.2 Evaluatie Bookstart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52.1.3 Boekenpret . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

2.2 Baby’s en boeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102.2.1 Beschrijvend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102.2.2 Verdeelde meningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

2.3 Baby’s en de bibliotheek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162.3.1 Trends in bibland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162.3.2 Babliotheek? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

3 Methodologie 223.1 Boekbaby’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

3.1.1 Projectplanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223.1.2 Onderzoeksinstrument . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

3.2 Bibliotheken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253.2.1 Projectplanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 263.2.2 Onderzoeksinstrument . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26

4 Onderzoeksresultaten 284.1 Boekbaby’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

4.1.1 Algemene bevindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284.1.2 De bibliotheek: ronde een & twee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 364.1.3 De bibliotheek: ronde drie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39

4.2 Bibliotheken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45

5 Besluit 515.1 Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51

5.1.1 Boekbaby’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 515.1.2 Bibliotheken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52

iv

Page 5: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Inhoudsopgave v

5.1.3 Beperkingen en aanbevelingen tot verder onderzoek . . . . . . . . . . 535.2 De blik van de pedagoog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54

Literatuur 57

Bijlagen 60

Page 6: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 1

Situering en probleemstelling

Het meest recente Vlaamse gebruikersonderzoek naar het bibliotheekgebruik van ruim 32 041bezoekers in 165 bibliotheken dateert van 2004 en bracht een aantal markante resultaten aanhet licht. Zo is het opvallend dat men in de jongere leeftijdscategorie vaak al lid is vanaf dekindertijd.

Voor de 18- tot 29-jarigen is 81% lid vanaf de kindertijd, terwijl dit slechtsvoor 27% van de 60-plussers geldt.(Glorieux, I., Van Thielen, L., & Vandebroeck, D., 2005, p. 25)

We kunnen hieruit afleiden dat meer en meer jongeren de weg vinden naar de bibliotheek.De mogelijke oorzaken hiervan zijn velerlei. Ligt het aan de vroege brug tussen onderwijs enbibliotheek of aan de inspanningen om de bibliotheek toegankelijker en kindvriendelijker temaken?

Pioniers

In Groot-Brittanie loopt reeds meer dan 10 jaar het succesvolle project ’Bookstart’.

Bookstart is the national programme that encourages all parents and carers toenjoy books with children from as early an age as possible. We want every childin the UK to develop a lifelong love of books.(Booktrust, 2007)

In de loop van hun eerste vier levensjaren kunnen baby’s en peuters genieten van drie gratisboekenpakketten. Ouders worden tevens gestimuleerd om met hun jonge kinderen naar debibliotheek te gaan.Onderzoek toont immers aan dat kinderen die op jonge leeftijd kennis maakten met boekenniet alleen taalvaardiger zijn, maar ook vlotter leren lezen, beter kunnen rekenen en vaker lidzijn van de bibliotheek. Bovendien creeert het een warme ouder-kindrelatie.

1

Page 7: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 1. Situering en probleemstelling 2

Samen prenten aanwijzen, versjes leren kennen, verhalen vertellen, is pure’quality’ time, goed voor een levenslange herinnering aan warme momenten engeborgenheid!(Stichting Lezen, s.d.)

Het project kent sindsdien internationaal succes, ook in Vlaanderen.Wetteren startte in 2004 onder het motto ’jong geleerd is oud gedaan’ met het Hoppa!-project.Elke baby die zich aanmeldt op het Wetterse consultatiebureau van Kind&Gezin krijgt eengeschenkzakje cadeau. In dit zakje zitten een babyboekje, een bladwijzer en een folder waarinmeer uitleg staat over de Hoppa!-hoek en over voorlezen. Ook in de bibliotheek zelf werdenaanpassingen gedaan om het jonge geweld op te vangen. De baby’s en peuters kunnen errondkruipen op de speelmat, een ritje maken met de stoomtrein en krabbelen op het Hoppa!-bord. De collectie bestaat onder andere uit badboekjes, knisperboekjes en kartonnen boekjes.Ook cd’s en dvd’s zijn er voor de allerkleinsten. De Hoppa!-hoek is er bovendien niet alleenvoor de jongsten, maar ook ouders en onthaalouders en medewerkers van kinderdagverblijvenen peutertuinen zijn er welkom.

Naar aanleiding van het eindwerk van een van de bibliotheekmedewerkers stampte ook debibliotheek van Eeklo in 2002 een project voor baby’s, Born to read, uit de grond. Allegezinnen in Eeklo waar een baby geboren wordt, krijgen een kaartje toegestuurd. Dit kaartjeomvat zowel felicitaties als een uitnodiging om een geschenkje af te halen in de bibliotheek.De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitteneen t-shirt en een kartonnen boekje.Ook in de bibliotheek van Eeklo werden aanpassingen gedaan aan de accommodatie. Deboekjes liggen binnen handbereik van baby’s, peuters en kleuters. Er ligt een speelmat en eris speelgoed aanwezig.

Boekbaby’s

Het succes van Wetteren en Eeklo achterna, sloegen Stichting Lezen en het Vlaams Centrumvoor Openbare Bibliotheken de handen in elkaar. Boekbaby’s startte in het najaar van 2005een pilootproject in 10 Vlaamse steden en gemeenten. Beernem, Beveren, Ieper, Kortrijk, Lo-keren, Sint-Niklaas, Stekene, Waregem, Wingene en Zele werden geselecteerd. Tweeentachtiggezinnen die aan het project deelnamen, kregen van de plaatselijke bibliotheek gedurendetwee jaar op regelmatige basis een boekenpakket.Aan het project werd ook een onderzoeksluik gekoppeld. Het onderzoek beoogde niet om opzoek te gaan naar de effecten van voorlezen. Hierover is immers al heel wat onderzoek gedaan(Moore & Wade, 2003; Collins, Svensson & Mahony, 2005; Levy, Gong, Hessels, Evans &Jared, 2005; Roberts, Jurgens & Burchinal, 2005). Opvallend is dat veel onderzoeken elkaartegenspreken. Boekbaby’s wil echter de diversiteit aan leesculturen en de effecten van lees-bevorderingsinitiatieven op ouders in beeld brengen. Tot nu toe is er maar weinig onderzoekverricht naar de rol van de bibliotheek in het leven van jonge kinderen en hun ouders (Bailey,

Page 8: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 1. Situering en probleemstelling 3

Harrison & Brooks, 2002; Walter, 2003; Kessels, 2007). Deze studie wil hiertoe een bijdrageleveren.

We gaan na hoe de twee meest betrokken partijen dit nieuwe project beleven en of het succeservan inderdaad indrukwekkend is. We luisteren enerzijds naar de stem van de ouders.

� Hoe ervaren zij de bibliotheek en de inspanningen die gedaan worden voor het jongepubliek?

� Vinden ouders de inrichting en de hygienische voorzorgen belangrijk of overbodig?

� Zetten zij dankzij Boekbaby’s sneller de stap naar de bibliotheek?

� En wat vindt hun kroost hiervan? Een nieuwe bron van amusement of een uitstekendelocatie voor een dutje?

Anderzijds stellen we de opinie van de bibliotheekmedewerkers centraal.

� Lonen hun extra inspanningen de moeite? Krijgen ze meer baby’s en peuters over devloer en hoe reageren de andere bibliotheekbezoekers op dit jonge geweld?

� Wordt het project gesteund door het hele team of enkel door de jeugdverantwoordelijke?

Tijdens drie interviews, gespreid over twee jaar en afgenomen bij 12 van de 82 deelnemendegezinnen, luisterde ik naar de stem van de ouders. Deze interviews behandelden zowel alge-mene vragen met betrekking tot het leesleven van de ouders en hun voorleesstijl, als meerspecifieke vragen met betrekking tot de bibliotheek. Ook de resultaten van een schriftelijkevragenlijst werden mee in rekening gebracht. Achtendertig gezinnen werden namelijk geenderde keer geınterviewd maar kregen deze vragenlijst toegestuurd.Tijdens focusgesprekken stond de visie van 12 bibliotheken centraal. Hiervoor werden driegroepen samengesteld: een groep met vijf pilootbibliotheken, een groep met vier pilootbiblio-theken en een groep met drie bibliotheken die zonder externe ondersteuning een aanbod voorbaby’s uitwerken. Elke groep kreeg een aantal stellingen voorgelegd die gebaseerd waren opde resultaten van een eerder ingevulde vragenlijst.

Opbouw

Na dit overzicht van de onderzoeksvragen vindt u een theoretisch luik. Hierin worden deoorsprong van het project Boekbaby’s en het verband met het Britse Bookstart uit de doekengedaan. Tevens wordt een overzicht gegeven van bestaande wetenschappelijke literatuur.Vervolgens wordt de methodologie van het onderzoek behandeld. De verschillende stappenen instrumenten worden uitgebreid beschreven.In een volgend onderdeel worden de onderzoeksresultaten voorgesteld. Deze omvatten naasteen aantal algemene bevindingen van het project, de resultaten van het door mij uitgewerktethema.Ten slotte worden zowel het project als de resultaten ter discussie gesteld en wordt eenconclusie geformuleerd.

Page 9: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2

Literatuur

2.1 Boekbaby’s vs. Bookstart

2.1.1 Een korte historiek

Booktrust

Booktrust is een Britse onafhankelijke liefdadigheidsinstelling (Norrie, 2008). Deze organisatiewil mensen van alle leeftijden en culturen aanmoedigen om te lezen en te genieten van boeken.Booktrust werkt hiervoor samen met het onderwijs, gezondheidsinstellingen, uitgeverijen enz.Booktrust heeft een aantal nationale programma’s op zijn palmares staan zoals Bookstart(gratis boekenpakket voor baby’s), Booktime (gratis boekenpakket voor startende kleuters),Booked-up (gratis boek voor zevenjarigen) en The Letterbox Club (gratis educatief materiaalvoor pleegkinderen tussen zeven en elf) (Booktrust, 2007).

Pilootproject in Birmingham

In 1992 ging Bookstart van start met een pilootfase in Birmingham (Groot-Brittannie) (Steen-dijk, 2004). Booktrust coordineerde en lokale organisaties, zoals bibliotheken en gezondheids-diensten, stonden in voor het lokale programma. Er waren ongeveer 300 gezinnen betrokkenbij het pilootproject. Deze waren afkomstig uit drie verschillende gebieden om de steekproefzo representatief mogelijk te maken. Wanneer ouders met hun zeven tot negen maandenoude baby langsgingen bij de gezondheidscontrole kregen ze een Bookstartpakket mee naarhuis. In dit pakket zaten een begeleidende brief (in het Engels, Pakistaans of Punjabi), eenboek, een kaart met poezie, een uitnodiging van de bibliotheek, boekenlijsten, een poster, eenboekenlegger en informatie over lokale boekhandels en andere boek-gerelateerde organisaties.

Uitbreiding Bookstart

Begin 1997 stelde Booktrust vast dat er diverse regionale Bookstartprojecten liepen in Groot-Brittannie maar dat er geen centrale registratie was en dus geen overzicht van mogelijkeeffecten en suggesties ter verbetering. Een uitgebreid onderzoek bundelde de resultaten entoen bleek dat de warenhuisketen Sainsbury’s bereid was Bookstart gedurende twee jaar te

4

Page 10: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 5

sponsoren, was men klaar voor de lancering van Bookstart op nationaal niveau.Het programma bleef in handen van Booktrust. Zij zorgden voor de nationale organisatieen doen dit nu nog steeds. Ook de lokale programma’s worden nog steeds aangestuurd doorplaatselijke organisaties zoals bibliotheken of gezondheidsdiensten. Zij bestellen de materialenbij Booktrust en zorgen zelf voor de verspreiding ervan. Binnen de 15 maanden slaagdeBookstart erin om ongeveer 90% van de kinderen in Groot-BrittanniA� op de leeftijd vanzeven maanden te bereiken en een boekenpakket te schenken.De sponsoring van Sainsbury’s hield op in 2002. Op dit moment wordt alles gefinancierd doorde overheid en door boekhandels en uitgeverijen die de boeken tegen een lage prijs of zelfshelemaal gratis ter beschikking stellen.

De afgelopen jaren werd het project nog sterker uitgebreid en sinds 2005 is het de ambitievan Bookstart om alle kinderen drie boekenpakketten te geven. Alle baby’s krijgen rond hunzevende levensmaand het Bookstart baby pack. Bookstart+ wordt geschonken aan kinderentussen 18 en 30 maanden oud. Alle kinderen krijgen tot slot op de leeftijd van drie jaar MyBookstart Treasure Chest.

2.1.2 Evaluatie Bookstart

De effecten van Bookstart werden de afgelopen 15 jaar reeds verschillende keren onderzocht engeevalueerd (Hall, 2001; Moore & Wade, 2003; Collins, Svensson & Mahony, 2005). Kinderenwerden gevolgd van in de wieg tot op de schoolbanken. Onderzoek beperkte zich niet alleentot het voorlezen, ook de houding en de betrokkenheid van ouders en de schoolprestaties vande kinderen werden bestudeerd.

Van in de wieg. . .

Moore en Wade (2003) voerden de eerste studie uit in 1996. Ze volgden een steekproef van 29families twee jaar na hun kennismaking met Bookstart. De kinderen waren toen gemiddeldtwee jaar en acht maanden oud. Ze werden vergeleken met een controlegroep van kinderen dieniet vertrouwd waren met Bookstart. De resultaten pleitten in het voordeel van Bookstart.In boekjes kijken werd vaker door Bookstart-kinderen dan door niet-Bookstart-kinderen alsfavoriete activiteit aangeduid. Bookstart-kinderen toonden meer interesse in het boek en hetomdraaien van de bladzijden. Ze maakten ook vaker opmerkingen bij het verhaal en wezenvaker tekst en illustraties aan dan de controlegroep. Ze deden ten slotte meer voorspellingenen stelden en beantwoordden significant meer vragen (Moore & Wade, 2003).Bookstart-ouders gingen vaker dan niet-Bookstart-ouders op zoek naar boeken als geschenkvoor kinderen. Ze keken meer met hun kinderen in boekjes en gingen ook vaker naar debibliotheek. De interviews toonden bovendien aan dat alle ouders hun kinderen vragen stellentijdens het voorlezen. Bookstart-ouders lazen echter vaker het hele verhaal, ze praatten meerover het verhaal, moedigden hun kinderen vaker aan om voorspellingen te doen en legdenvlotter verbanden tussen het verhaal en de leefwereld van het kind (Moore & Wade, 2003).Collins, Svensson en Mahony (2005) maakten hierbij de bedenking dat de ouders van deBookstart-baby’s vooraf duidelijk op de hoogte gebracht waren van het verloop en het doel

Page 11: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 6

van het pilootproject. De positieve resultaten kunnen dus liggen aan het feit dat de oudersdeelnamen aan een experiment, eerder dan aan de variabele ’Bookstartpakket’.

. . . tot op de schoolbanken

In 1997 volgden Moore en Wade een steekproef van 41 originele Bookstart-kinderen bij hunstart in de lagere school (Moore & Wade, 2003; Collins, Svensson & Mahony, 2005). Metde Birmingham’s Baseline Assessment bestudeerden ze de resultaten van deze kinderen voortaal en rekenen. Opnieuw werden de resultaten vergeleken met die van een controlegroep. Descores voor taal liepen van nul tot drie, waarbij de score nul overeenkwam met ’geen interessein boeken’ en de score drie met ’kan zich alleen bezighouden met een eenvoudig boek’. Ookhier konden de resultaten als positief beschouwd worden. Geen enkel Bookstart-kind hadde laagste score. Alle Bookstart-kinderen vertoonden dus een zekere mate van interesse inboeken, in tegenstelling tot de controlegroep, waar 17% van de kinderen nul scoorden. Slechts10% van de kinderen in de controlegroep haalde een score van twee, in de experimentele groepverdubbelde dit percentage. De maximumscore werd enkel door Bookstart-kinderen gehaald(15%) (Collins, Svensson & Mahony, 2005).

Als onderdeel van een longitudinale studie bestudeerden Wade en Moore vervolgens in 1999 deresultaten op de Standard Attainment Test’s (SAT’s) van een steekproef van 41 kinderen ophet einde van Key Stage 1 (Moore & Wade, 2003). De kinderen waren op dat moment ongeveer7,5 jaar oud. De analyse van deze resultaten toonde aan dat de Bookstart-kinderen op alleschoolse domeinen significant hoger scoorden dan hun leeftijdgenoten die niet deelgenomenhadden aan Bookstart.

Het National Centre for Research in Children’s Literature van de University of Surrey Roe-hampton ging in 2001 na in hoeverre Bookstart erin was geslaagd om ouders te overtuigenvan het belang en het effect van (voor)lezen (Booktrust, 2001). Men maakte enerzijds gebruikvan kwantitatieve onderzoeksmethoden. De ouders kregen een pre- en post-Bookstart vra-genlijst voorgelegd. Anderzijds bevatte het onderzoek een kwalitatief luik, waarin observatiesen interviews centraal stonden. Vijfenzeventig gezinnen maakten van de experimentele groepdeel uit, 30 gezinnen van de controlegroep. Enkele bevindingen op een rijtje:

� Ouders lezen meer en vaker voor.

� Meer Bookstart-baby’s zijn lid van de bibliotheek.

� Ouders hebben meer zelfvertrouwen gekregen om voor te lezen.

At the First observation, mum said she likes reading but was not entirely con-fident about reading at her own level. She was however, confident about readingto her son. Since receiving the pack, she has joined a book club and buys books forher baby.At the second observation she told the researcher that she was much more con-fident reading out loud since she had been reading to her baby. She also values

Page 12: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 7

the ’cuddly’ time reading together encourages: “It’s the only time he comes for acuddle. We talk together. . . When I started I was amazed that books would grabthe attention of such a little baby and it’s got even better!”(Booktrust, 2001)

� Ouders zijn zich dankzij Boekbaby’s meer bewust van de impact van voorlezen op detaalontwikkeling van hun kind.

Langetermijneffecten

Tussen september 2003 en september 2004 voerden Collins, Svensson en Mahony van deRoehampton University Londen een onderzoek naar de langetermijneffecten van Bookstart(Collins, Svensson & Mahony, 2005). De onderzoekers interviewden ouders, kinderen, bibli-otheekmedewerkers, gezondheidswerkers en Bookstart-coordinatoren. Zowel in een landelijkestreek, als in een binnenstad, als in een buitenwijk werden twee scholen geselecteerd (zie figuur2.1).

Figuur 2.1: Bookstart Evaluation Model (Collins, Svensson & Mahony, 2005, p 12)

Op basis van de vragenlijsten voor de ouders werden 54 Bookstart-kinderen, verspreid over dezes scholen, geselecteerd. Een controlegroep van 41 kinderen werd samengesteld. In elke vande drie regio’s werden de Bookstart-coordinator, de jeugdbibliothecaris en de gezondheids-werker uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek.

De interviews met de bibliotheekmedewerkers, gezondheidswerkers en Bookstart-coordinatorenleverden de volgende resultaten op:

� Alle professionals staan achter het concept ’Bookstart’.

Page 13: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 8

� De kwaliteit varieert echter sterk per regio.

� Bibliotheken en gezondheidscentra hebben nood aan extra vorming.

De bevindingen van de ouders zagen er als volgt uit:

� De meeste ouders steunen Bookstart.

� Louter de overhandiging van een boekenpakket is voor sommige ouders onvoldoende omde Bookstart-filosofie te integreren.

� Ouders die thuis een andere taal spreken, vinden het vreemd dat voorlezen in de moe-dertaal minstens even waardevol is.

� Regelmatig voorlezen heeft een gunstig effect op de taalontwikkeling van jonge kinderen.

� Ouders van gemotiveerde lezertjes nemen vaker deel aan literaire activiteiten.

� De waarde die ouders hechten aan boeken en lezen, heeft een positieve invloed op deleesgewoonten van kinderen.

� Kinderen die thuis vaak geconfronteerd worden met boeken, kranten, tijdschriften enz.kennen een vlottere taalontwikkeling.

De interviews met de kinderen leverden het volgende resultaat op:

� Kinderen kiezen vaak voor seksegerelateerde boeken en thema’s.

� Vooral bij gemotiveerde lezertjes maakt een nabespreking van het boek deel uit van hetvoorleesgebeuren.

� De gemotiveerde lezers brengen hun vrije tijd vaker door met boeken.

� De gemotiveerde lezers zijn in staat hun favoriete boek te noemen.

� De kinderen in de fase van ontluikende geletterdheid zijn niet in staat de logische volg-orde van een boek te begrijpen.

Bibliotheekbezoek

De invloed van Bookstart op de taalvaardigheid van kinderen werd reeds uitvoerig onderzocht,maar wat is de impact van het project op het bibliotheekbezoek? Bailey, Harrison en Brooks(2002) rapporteerden de resultaten van interviews met een aantal Bookstart-ouders. Dezevertelden dat ze, dankzij Bookstart, vroeger van de bibliotheek gebruik maakten en hunbaby’s vroeger lid maakten van de bibliotheek dan gepland. Verschillende ouders hadden ervoordien zelfs nooit bij stilgestaan dat je een baby kan inschrijven in de bibliotheek en dat jemet je baby in boekjes kan kijken. De invloed van Bookstart op de omgang van ouders metboeken en lezen werd dus duidelijk aangetoond. De auteurs voegden hier echter meteen aantoe dat de invloed op de attitudes van ouders beperkt was.

Page 14: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 9

Dit laatste komt overeen met de vaststelling van Collins, Svensson en Mahony (2005) datlouter de overhandiging van een boekenpakket onvoldoende is om ouders ook te bezielen metde Bookstart-boodschap.

2.1.3 Boekenpret

In navolging van Groot-Brittannie zijn ook Japan, Thailand, Korea, Ierland, Duitsland, Ne-derland, Malta, Nieuw-Zeeland, Australie, Nigeria, Uganda, Canada, Colombia en vele anderelanden gestart met een boekenproject voor baby’s. De meeste landen hebben zich gebaseerd opBookstart. Ze geven op regelmatige tijdstippen boekenpakketten weg aan ouders van baby’sen peuters. Hiervoor werken ze samen met de openbare bibliotheken en de gezondheidscentra.Andere landen hebben er hun eigen versie van gemaakt.

In Nederland ging bijvoorbeeld in 1991 het project Boekenpret van start (Vereniging vanOpenbare bibliotheken, s.d.). Het wordt door een groot aantal gemeenten georganiseerd inhet kader van het voorkomen van onderwijsachterstand. Het is bedoeld voor autochtone enallochtone gezinnen waar weinig aandacht besteed wordt aan boeken en voorlezen. Boekenpretbestaat niet uit het verdelen van gratis boekenpakketten maar is een label waar scholen,thuiszorgorganisaties, peutertuinen en andere instellingen voor kinderopvang aanspraak opkunnen maken indien aan de volgende zes voorwaarden voldaan is:

� De professionals zijn geschoold.

� Ouders worden voorgelicht over de doelstellingen van Boekenpret.

� Er wordt op een centrum-gezin-centrum-gerichte manier gewerkt.

� Per leeftijdsgroep worden herkenbare materialen van Boekenpret gebruikt.

� De jeugdbibliotheek speelt een belangrijke rol.

� Tenminste twee organisaties (consultatiebureaus, speelzalen, basisscholen, bibliotheek)voor verschillende leeftijdsniveaus (baby, peuter, kleuter) werken samen.

Op 23 april 2007, Wereldboekendag, ging in Malta het pilootproject Il-Ktieb Tezor (’Eenboek is een schat’) van start (Booktrust, 2007). Kinderen krijgen er rond de leeftijd van 2,5jaar, wanneer ouders hen inschrijven op school, een boekenpakket cadeau. De organisatorenhopen jaarlijks ongeveer 4500 kinderen te bereiken.

In Nigeria loopt sinds augustus 2005 Reading for Development (Booktrust, 2007). Project-medewerkers bezoeken schoolbibliotheken in het hele land en schenken hen gratis boeken. Zeorganiseren bovendien boekenbeurzen voor kinderen en jongeren waar voor elke jonge bezoe-ker minstens een gratis boek aan de kant ligt. Het programma bereikt jaarlijks ongeveer 500kinderen, voornamelijk uit lagere sociale klassen.

Sinds 2003 schenkt Girls Empowered gratis boeken aan jonge meisjes in Oeganda (Book-trust, 2007). Wijkcentra in Kampala, Wakiso, Mityana, Jinja, Bugiri en Mpigi werken mee

Page 15: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 10

en bereiken jaarlijks 150 meisjes, meestal weeskinderen of kinderen die zelf het huishoudenberedderen. Het project wordt gefinancierd door lokale organisaties en kerken.

2.2 Baby’s en boeken

2.2.1 Beschrijvend

In menig huisgezin wordt al eens een kinderboek ter hand genomen. In gezin x gebeurt ditals onderdeel van het spel, in gezin y behoort dit tot het avondritueel. Sommige ouderslezen de tekst letterlijk voor, anderen kiezen voor een zelfverzonnen verhaal. Verschillendeonderzoekers hebben reeds een poging gedaan om het voorleesmoment in een doorsnee gezinin kaart te brengen (Whitehurst et al., 1988; Senechal, Cornell & Broda, 1995; McNaughton,2001; Fletcher & Reese, 2005)

Martinez en Roser (1985 in Fletcher & Reese, 2005) en van Kleeck (2003 in Fletcher & Reese,2005) hebben het over drie verschillende actoren tijdens het voorlezen: de volwassene, hetkind en het boek (zie figuur 2.2). De karakteristieken van elke component beınvloeden dekwaliteit van de interactie.

Figuur 2.2: A proposed overview of factors that affect the quality of picture book reading (Fletcher& Reese, 2005, p. 68)

Page 16: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 11

Ouders

Zowel de voorleesstijl, als de sociaal-economische status, als het opvoedingsidee van de oudershebben invloed op de kwaliteit van het voorleesmoment.

De (voor)leesstrategie van de ouders kan de taalontwikkeling van het jonge kind sterk beınvloeden.Verschillende onderzoeken beklemtoonden in dit verband het belang van een activerende voor-leesstijl. Whitehurst et al. hebben het over ’dialogic reading’ of “an extremely important rolefor active responding on the part of the child” (1988, p. 557-558).De voorleesstijl van ouders en de taalontwikkeling van kinderen beınvloeden elkaar echter intwee richtingen: een activerende voorleesstijl stimuleert de taalontwikkeling van de kinderen,maar ook de toenemende taalvaardigheid van kinderen beınvloedt de voorleesstijl van de ou-ders. Moerk (1985 in Fletcher & Reese, 2005) stelde immers vast dat ouders van kinderenjonger dan 18 maanden meer afwijken van de tekst, vaker figuren aanwijzen en benoemenen meer bemerkingen geven bij de illustraties. Ouders van kinderen ouder dan 18 maan-den zijn meer geneigd vragen te stellen en de inhoud en vorm van het verhaal te bespreken.Hij weet deze tendens aan de toenemende taalvaardigheid van de kinderen die aanwijs- enbenoemstrategieen overbodig maakt.

Ninio (1980), Peralta de Mendoza (1995) en Hammer (2001) gingen bovendien op zoek naarde invloed van de sociaal economische status (SES) en de cultuur van de ouders op hunvoorleesstijl. Men stelde vast dat moeders uit een hogere sociale klasse moeilijkere en meergevarieerde taal gebruikten. Westerse moeders stelden bovendien meer ja-nee-vragen en openvragen. Fletcher en Reese (2005) nuanceerden deze bevindingen echter. Slechts twee van dedrie onderzoeken naar dit thema toonden deze resultaten aan, de verschillen konden dus nietsignificant bevonden worden.

Palacios, Gonzalez en Moreno (1992 in Fletcher & Reese, 2005) bevestigden de stelling vanFletcher en Reese. Zij vergeleken de invloed van de visie van ouders op de interactie methun kind met de invloed van hun taalvaardigheid. De invloed van de taalvaardigheid bleekniet significant. Ouders die minder taalvaardig zijn, vertoonden vaak dezelfde voorleesstijl alstaalvaardige ouders.De invloed van de ouderschapsstijl bleek dan weer wel significant. Moderne ouders bleken,meer dan traditionele en paradoxale ouders, vragen te stellen aan hun kinderen.

Ook McNaughton (2001) beklemtoonde de invloed van de opvoedingsideeen en -idealen vanouders op hun handelingen. Hij stelde vast dat ouders vaak een bepaalde visie op de ontwik-keling van hun kind hebben. Zo waren bepaalde bevolkingsgroepen in Nieuw-Zeeland ervanovertuigd dat het belangrijk is om je kind voor te bereiden op de school door bijvoorbeeldde naam te leren lezen en schrijven, voor te lezen, in boeken te kijken enz. Anderen gavende school de volledige verantwoordelijkheid. Zij meenden dat hun kind zal lezen en schrijvenwanneer hij daar klaar voor is en hechten daarom minder belang aan voorleesmomenten.

Page 17: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 12

Kinderen

De kwaliteit van het voorleesmoment wordt door een aantal kindfactoren beınvloed. Webehandelen achtereenvolgens de reacties van kinderen, het belang van een veilige hechting ende invloed van de fysieke mogelijkheden.

De reacties die kinderen geven tijdens het voorlezen beınvloeden in hoge mate de kwaliteitvan het voorleesmoment. Senechal, Cornell en Broda van de Carleton University van Canada(1995) stelden vast dat jonge kinderen die spontaan veel reageren vaker vragen voorgeschoteldkrijgen en vaker feedback krijgen van hun ouders.Een en ander moet echter genuanceerd worden. Het is immers niet onlogisch dat kinderenmeer wijzen en meer opmerkingen maken bij het verhaal naarmate ze ouder worden (Senechal,Cornell & Broda, 1995). Flechter en Reese (2005) merkten bovendien op dat kinderen nietsteeds spontaan reageren maar ook sterk beınvloed worden door hun ouders.

Een veilige hechting heeft eveneens een significant positief effect op het voorleesmoment.Kinderen die veilig gehecht zijn, worden vaker voorgelezen en kunnen rekenen op een warmereen meer stimulerende houding van moeder (Bus en van Ijzendoorn, 1988, 1992).Bus (2003) heeft het bovendien over een wederzijdse relatie tussen frequent voorlezen en dekwaliteit van het voorleesmoment.

That is, frequent reading interactions will increase parents’ sensitivity to theirchildren’s linguistic skills, enabling them to match their reading strategies to theirchildren’s developmental level. These high quality interactions will, in turn, in-crease children’s participation and interest in literacy, leading to more frequentreading interactions.(Bus, 2003 in Fletcher & Reese, 2005, p. 89)

De kwaliteit van het voorleesmoment is ten slotte afhankelijk van de fysieke mogelijkhedenvan baby’s en peuters. Hardman en Jones (1999) observeerden een steekproef van 40 baby’stussen zeven en negen maanden en hun moeders tijdens een boekmoment. Al snel werdduidelijk dat baby’s bij het hanteren van boeken sterk beperkt worden door hun motorieken een gebrek aan mobiliteit. Alle baby’s hadden het moeilijk om een boek vast te houden,de bladzijden om te draaien, te focussen op de illustraties, zich uit te drukken en opnieuwrecht te gaan zitten na een tuimeling. De meerderheid probeerde dit te compenseren doorop het boek te zuigen of te kloppen, door het boek te aaien of om te draaien. De moedersdaarentegen probeerden het boekgebeuren eenvoudiger te maken door het boek binnen hetbereik van hun baby’s te leggen, figuren aan te wijzen, de bladzijden om te draaien en dehanden van hun baby’s te sturen.

Een interessant bijkomend fenomeen is het herhaaldelijk voorlezen van hetzelfde verhaal.Sulzby (1985), Sulzby & Teale (1987), DeTemple (2001) en van Kleeck (2003) hebben ditreeds onderzocht. Zij stelden vast dat hetzelfde verhaal opnieuw voorlezen niet alleen eeninvloed heeft op de woordenschat van de kinderen, maar ook op hun betrokkenheid bij hetverhaal. Herhaaldelijk hetzelfde boek bovenhalen biedt ouders immers de kans om telkens

Page 18: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 13

andere elementen van het verhaal ter sprake te brengen en om het verband te leggen metde ervaringen van hun kind (DeTemple, 2001 in Fletcher & Reese, 2005). Op deze manierkunnen ouders hogere eisen stellen aan hun kind en kunnen ze het abstractieniveau optrekken(van Kleeck, 2003 in Fletcher & Reese, 2005).Kinderen die vaak hetzelfde verhaal gehoord hebben, slagen er bovendien na verloop van tijdin om het verhaal met de exacte woorden na te vertellen en om dezelfde intonatie te gebruikenals hun ouders (Sulzby, 1985; Sulzby & Teale, 1987 in Fletcher & Reese, 2005).

Boek

Hoewel kinderen herhaaldelijk hetzelfde verhaal willen horen, zijn het aanvankelijk de oudersdie de boeken voor hun kinderen kiezen. Voor heel jonge kinderen wordt vaak gekozen voorABC-boeken, tel- en aanwijsboeken (Sulzby & Teale, 1987 in Fletcher & Reese, 2005). Ouderekinderen krijgen meer complexe boeken voorgeschoteld (van Kleeck & Beckley-McCall, 2002in Fletcher & Reese, 2005). Het eerder aangehaalde onderzoek van Hardman en Jones (1999)bracht bovendien aan het licht dat baby’s zelf een voorkeur hadden voor kleine boekjes metfelle kleuren en grote, vertrouwde figuren. Vooral textielboekjes en boeken met geluid vielenin de smaak.

Opvallend is dat ouders hun leesstrategie aanpassen aan de verschillende types kinderboeken,vermoedelijk om tegemoet te komen aan de leeftijd en het niveau van hun kinderen. Oudersen kinderen gebruiken meer taal bij een boek zonder tekst, dan bij een boek met tekst.

Uit het leven gegrepen

Marian Whitehead (2002) observeerde de ontwikkeling van de boekenliefde van haar kleinzoongedurende zijn eerste drie levensjaren.Tijdens het eerste jaar genoot Dylan duidelijk van de boekmomenten. Hij reageerde veel endeed dit op een enthousiaste, opgewonden manier. Aanvankelijk greep hij naar de bladzijdenen klopte hij op het boek. Later slaagde hij erin de bladzijden met de nodige deskundigheidom te draaien. Hij genoot ook zichtbaar van de klanken en de onomatopeeen. Naarmate hijouder werd, kon hij zich steeds beter concentreren op het boekenspel en geraakte steeds meerin de ban van illustraties en letters.In de loop van het tweede levensjaar kende Dylans woordenschat een echte explosie. Depersonages en voorwerpen in de boeken kregen stilaan een naam. Een aantal boeken had eenspeciale waarde voor Dylan en werd herhaaldelijk bovengehaald. Vooral boeken met dieren inde hoofdrol deden het goed. Dylans boekencollectie bevond zich overal in het huis, in een boxnaast zijn bed, in de slaapkamer van mama en papa en naast het speelgoed in de woonkamer.Een aantal speciale exemplaren werd afzonderlijk bewaard voor het voorleesritueel voor hetslapengaan.Hoewel Dylan ervan genoot om voorgelezen te worden, viel op dat hij tijdens zijn derdelevensjaar veel tijd alleen met de boeken doorbracht. Hij was sterk geboeid door het verhaalen draaide zorgvuldig de bladzijden om. Hij vertelde het verhaal luidop en imiteerde hierbijzijn voorlezers.

Page 19: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 14

Whitehead (2002) stelde vast dat lezen een terugkerende activiteit is die structuur biedt aanDylans dag. Na het ochtendritueel, tijdens een trip in de buggy of de auto of als kalmeermiddelna een druk moment. Ze gaf ook aan dat de verhalen een houvast zijn voor jonge, kwetsbarelezertjes in een complexe en moeilijk te vatten wereld. Ze voegde hier echter meteen aan toedat illustraties slechts een miniatuurversie zijn van de werkelijkheid en voor kinderen vaaktot zware confrontaties leiden.

At 18 months he was noticeably upset by his first encounter with the dinosaursand large stuffed mammals at the London Natural History Museum and, not sur-prisingly, by a live shark in an aquarium. He clung to his carers, hid his face anddesperately waved ’bye-bye’ to these monsters he knew so well from his books.(Whitehead, 2002, p. 284)

2.2.2 Verdeelde meningen

Taalontwikkeling

Fletcher en Reese (2005) bundelden alle bestaande literatuur over voorlezen en stelden opbasis hiervan vast dat voorlezen een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van detaalvaardigheid en de ontluikende geletterdheid van jonge kinderen. Verschillende onderzoe-kers kwamen immers tot de vaststelling dat kinderen die reeds op heel jonge leeftijd kennismaakten met boeken en voorlezen hogere scores halen op taaltests. Deze vaststelling is nietverwonderlijk aangezien ouders tijdens het voorlezen vaak voorwerpen benoemen en vragenstellen over het verhaal en de illustraties. DeTemple en Snow (2003 in Fletcher & Reese, 2005)stellen dat kinderen tijdens het voorlezen niet alleen hun woordenschat uitbreiden, maar ookkennismaken met woorden en concepten die minder aan bod komen tijdens dagdagelijkse con-versaties. Het gebruik van deze gedecontextualiseerde taal maakt een belangrijk deel uit vande taalvaardigheid.

For example, a jungle animal book can present children with a set of vocabularylikely to be outside the realm of their daily experience. Beyond providing picturesof unfamiliar referents, children and their parents may, and often do, deviate frompictorial representations to conversations about concepts not directly representedin the pictures and text. (Fletcher & Reese, 2005, p. 66)

Adams en Wells (1985, 1990 in Ortiz, Stowe & Arnold, 2001) stelden eveneens een positievecorrelatie vast tussen voorlezen vanaf jonge leeftijd en de latere taalvaardigheid van kinderen.Het is echter onduidelijk welke factoren verantwoordelijk zijn voor deze correlatie. Ortiz,Stowe en Arnold (2001) zijn ervan overtuigd dat kinderen die geınteresseerd zijn in lezen, vakerdeelnemen aan taal- en leesactiviteiten en daarom later betere lezers worden dan kinderen dieminder geınteresseerd zijn. Dezelfde onderzoekers menen dan ook dat er manieren bestaan omde interesse van kinderen aan te wakkeren en gingen na in welke mate ouders hierin slagen.Vijfentwintig ouders en hun peuters namen deel aan het onderzoek en werden willekeurigtoegewezen aan de experimentele of controlegroep. De ouders in de experimentele groepkregen strategieen aangereikt om hun kinderen zin te doen krijgen in boekmomenten.

Page 20: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 15

� Follow your child’s lead

� Get your child actively involved

� Make it fun

� Use positive feedback

� Select stories that will interest your child

(Ortiz, Stowe & Arnold, 2001, p. 278)

Reeds na een week vertoonden deze kinderen meer interesse in lezen en boeken dan de contro-lekinderen. Hoewel het effect na vier weken al wat afgenomen was, geloofden de onderzoekerssterk in de waarde van de voorleestips.

Thuisomgeving

Roberts, Jurgens en Burchinal (2005) waren minder overtuigd van de effecten van voorlezen.Ze gingen na in welke mate vier kenmerken van de voorleespraktijk en een globale maatvoor de kwaliteit en de responsiviteit van het thuismilieu de taalvaardigheid en ontluikendegeletterdheid van kinderen tussen drie en vijf voorspellen. De vier kenmerken (frequentievan voorleesmomenten, interesse van het kind tijdens het lezen, de voorleesstrategieen en degevoeligheid van moeder) bleken slechts in beperkte mate te correleren met de latere prestatiesvan de kinderen. De maat voor het thuismilieu daarentegen bleek de meest consequentevoorspeller te zijn.

Thus, parents who are responsive, sensitive, and accepting of a child’s behavior,and who provide structure, organization, and a positive general emotional climateat home, along with stimulating toys and interactions, facilitate children’s languageand early literacy development.(Roberts, Jurgens & Burchinal, 2005, p. 347)

Scarborough en Dobrich (1994) en Levy, Gong, Hessels e.a. (2005) stelden eveneens geenduidelijk verband vast tussen de schrijfvaardigheid van kinderen en frequent voorgelezen wor-den. Senechal en LeFevre (2002) concludeerden dat de informele voorleesmomenten thuisonvoldoende zijn om de ontluikende geletterdheid van kinderen (kennis van het alfabet enontcijferen van letters) te stimuleren. Hun onderzoek toonde verder aan dat ouders de belang-rijke taak hebben hun kinderen actief te betrekken bij allerlei taalspelletjes (letters kopieren,ABC-boeken gebruiken, luidop lezen, naam leren schrijven).

Page 21: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 16

2.3 Baby’s en de bibliotheek

2.3.1 Trends in bibland

Dankzij projecten als Bookstart, Boekenpret en Boekbaby’s worden bibliotheken gestimu-leerd om ook de jongste doelgroep een plaatsje te geven. Volgens Walter (2003) vonden dezeinspanningen voor kinderen en jongeren iets meer dan 100 jaar geleden hun oorsprong. Eenaantal vastberaden vrouwen waren de gangmakers van deze kinder- en jongerenafdelingen enprobeerden op te boksen tegen de weerstand en het gebrek aan interesse bij vele invloedrijkebibliothecarissen. Sindsdien vindt een echte boom aan babyhoeken, voorlees- en snoezelmo-menten plaats.

Volgens Fasick (1998) is dit het resultaat van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen. Zeheeft het onder andere over demografische veranderingen. We worden vandaag de dag sterkgeconfronteerd met de gevolgen van de toenemende vergrijzing. Er zijn steeds meer ouderenin de samenleving en hun wensen komen niet altijd overeen met die van de jeugd. Het is nieteenvoudig om de generatiekloof te dichten maar de bibliotheek kan wel inspanningen doenom jongeren en ouderen samen te brengen in hun huis vol boeken.

Ook de economische veranderingen spelen een grote rol. We leven in een kennis- en infor-matiemaatschappij met een toenemende behoefte aan hooggeschoolde mensen. Opvoedershebben de belangrijke taak om jongeren te overtuigen van het belang van school en diplo-ma. Gelukkig staan ze er niet alleen voor en kunnen ze rekenen op de inspanningen van allepublieke diensten, zo ook de bibliotheek. De bibliotheek is dus niet langer enkel een bronvan plezier, ze speelt ook een belangrijke rol in het voorbereiden van jonge mensen op dearbeidsmarkt. Door kinderen en jongeren al van kleinsaf te laten kennismaken met cultuuren literatuur kan de bibliotheek een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van vaardighedenen het aanwakkeren van de drang naar informatie.

Verder zijn er sociale ontwikkelingen die de bibliotheek in de richting van de jongste doelgroepstuwen. Het aantal eenoudergezinnen neemt toe, de kloof tussen arm en rijk wordt groteren de samenleving wordt steeds diverser. Het is de taak van de bibliotheek om de kloof tehelpen dichten en om te werken aan gelijke kansen voor iedereen. Dit kan door ook kinderenuit lagere sociale klassen te motiveren de stap te zetten naar de bib en hen gelijke toegang tegeven tot informatie.

Tenslotte zijn er de trends in media en technologie. Doemdenkers zijn ervan overtuigd dat elknieuw medium (film, radio, tv, pc) een winst is voor het onderwijs en tegelijk een bedreigingvoor de bibliotheek. We stellen echter vast dat tot nu toe nog geen enkel medium de plaatsheeft ingenomen van het boek. Kinderen hebben bovendien nood aan verschillende ervaringen.Zowel boeken, films als computers maken hier deel van uit. Kinderen hebben al hun zintuigennodig om deze ervaringen op te doen.

They should not only listen to nursery rhymes and fairy tales, they shouldmark the rhythm with their hands, walk through the journeys with their feet, act

Page 22: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 17

out the stories with their bodies, and create their reactions with crayon, paints,and Music. Librarians should consider the value of varied experiences when othertalk about computers satisfying all of children’s information needs.(Fasick, 1998, p. xvi)

2.3.2 Babliotheek?

Impact van de bibliotheek

Stichting Lezen Nederland ging in 1998 na of de inspanningen van ouders, bibliotheken enmiddelbare scholen om jongeren in contact te brengen met lezen vruchten afwerpen. Men waservan overtuigd dat leesbevordering bij jongeren pas effectief is als de inspanningen plaatsvin-den door intensief herhaald contact in een als belangrijk ervaren sociale omgeving. Vandaarde keuze voor het ouderlijke gezin, de bibliotheek en de middelbare school. De invloed vandeze drie instituties op de leesbelangstelling, het leesniveau, het cultureel uitgaan en het tele-visiekijken werd nagegaan. Men analyseerde daarvoor de resultaten van de Familie-EnqueteNederlandse Bevolking 1998, afgenomen bij een representatieve steekproef van personen tus-sen 25 en 75 jaar.Men stelde vast dat personen die tijdens hun jeugd veel aandacht voor lezen hebben ervaren,in hun latere leven vaker een liefhebber zijn van lezen en vaker houden van literaire boeken.Ook de cultuurparticipatie wordt door leesbevordering beınvloed, intensief met lezen gesoci-aliseerde personen nemen namelijk vaker deel aan culturele activiteiten.Uit het onderzoek kwam naar voren dat, wat de effectiviteit van leesbevordering betreft,ouders vooral indirect van belang zijn. Cultureel actieve ouders stimuleren het bibliotheekbe-zoek van hun jonge kinderen en hebben ook vaak een duidelijke mening over de schoolkeuze.In die zin oefenen ouders dus vooral invloed uit via de twee andere instituties. We kunnenechter ook directe invloeden vaststellen. Lezende ouders stimuleren hun kinderen immersvaak maximaal tot lezen en bibliotheekbezoek.De bibliotheek bleek de meest effectieve partner te zijn bij het bevorderen van de leesbelang-stelling. Het principe ’jong geleerd is oud gedaan’ is hier sterk van toepassing. Personen dietijdens hun jeugd langdurig lid waren van de bibliotheek houden meer van literaire boeken.De auteur voegde hier echter aan toe dat er geen causaal verband is tussen lidmaatschap vande bibliotheek en leesbelangstelling. Houdt het lidmaatschap niet al een zekere leesinteressein?De culturele vorming in het middelbaar onderwijs bleek eveneens een zeer effectieve factorom de culturele belangstelling van leerlingen te bevorderen. Deze schoolse socialisatie leidtniet alleen tot meer boeken lezen en een grotere voorkeur voor literatuur, maar ook tot meercultuurparticipatie, een voorkeur voor culturele televisieprogramma’s en minder uren televi-siekijken.

De effectiviteit van de drie instituties verschilt niet zodanig dat een van de drieals het meest invloedrijk kan worden aangewezen. Daarbij geldt dat deze studie laatzien dat zij eerder aanvullend werkzaam zijn, als concurrerend. Zo maken oudersdie hun kinderen de liefde voor lezen willen bijbrengen, dankbaar gebruik van de

Page 23: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 18

uitstekende faciliteiten van de bibliotheken in Nederland en zijn bibliotheken weerafhankelijk van scholen die leerlingen aanraden er boeken te lenen en informatiete zoeken.(Kraaykamp, 2002, p. 108)

Een speeltuin of een bibliotheek?

De uitbouw van een babyboekencollectie in de bibliotheek gaat vaak gepaard met allerlei struc-turele en praktische aanpassingen. Fasick (1998) leverde een draaiboek voor bibliotheken dieklaar zijn voor deze stap. Ze heeft het over vier afgebakende acties in het ontwikkelingsproces:een collectie uitbouwen, de collectie toegankelijk maken, een activiteitenprogramma voorzienen het imago van de bibliotheek naar buiten brengen.

Collectie uitbouwen

’Ken en segmenteer je doelgroep’, zeggen Devos, Asselman en Mast (2007). Het spreektimmers voor zich dat een collectie voor baby’s en peuters er anders uitziet dan voor lagereschoolkinderen en pubers.Baby’s en peuters hebben een voorkeur voor felle kleurtjes, muziek, liedjes, herhaling enbeweging. Ze houden ook van dieren en van ronde zachte figuren met grote oren en zondertanden (Teletubbies, Mickey Mouse, Nijntje). Ze hebben nog geen boodschap aan langeverhalen met opeenvolgende gebeurtenissen in een betekenisvolle context.Niet alleen de inhoud, maar ook de vorm van de boekjes moet aangepast zijn aan deze jongedoelgroep. Tijdens de eerste maanden worden boekjes uit allerlei materialen, zoals stof, plasticof karton, betast en ’bezabberd’. Vanaf de leeftijd van ongeveer een jaar worden kinderenhandiger met kartonboekjes. Ze zijn gefascineerd door figuren van dagelijkse voorwerpen ofactiviteiten zoals eten en speelgoed. Tussen anderhalf en drie is elke veralgemening zoek,sommigen houden van prentenboeken, anderen van verhalen, nog anderen van pop-upboeken.

De opname van de boekjes in de collectie is echter niet evident. Veel bibliotheken gaan opzoek naar een eigen, voor hen handige manier om de boeken te registreren en te onderhouden.Textiel- en plastic boekjes kunnen niet op dezelfde manier gelabeld worden als gewone boeken.De bibliotheek van Ieper bijvoorbeeld voorziet elk textielboekje van een code die er mettextielstift opgeschreven wordt (Kessels, 2007).Er moet bovendien extra aandacht besteed worden aan de hygiene aangezien vele boeken nogin de mondjes van de allerkleinsten belanden. In de bibliotheek van Ieper worden alle boekjesna het inleveren met de hand gewassen (Kessels, 2007).

De collectie toegankelijk maken

Devos, Asselman en Mast (2007) geven cultuurmakers de boodschap een goede setting tecreeren waar ouders en kinderen zich thuis voelen.

Stem je cultuurhuis zoveel mogelijk af op het ontvangen van kleine kinderen.Een luiertafel lijkt evident maar ontbreekt op heel wat plaatsen.

Page 24: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 19

(Devos, Asselman & Mast, 2007, p. 9)

De bibliotheek van Tilburg heeft bijvoorbeeld een speciale hoek voor de allerkleinsten inge-richt. Daar zitten de boekjes in houten bakken op de grond, zodat de baby’s en peuters ergemakkelijk bij kunnen. Ook de bibliotheek van Ieper heeft een peuter- en kleuterhoek in-gericht. Alle babyboekjes staan hier gerangschikt in een houten huisje dat op maat gemaaktwerd. Er is ook een box voor de hele kleintjes (Kessels, 2007).De bibliotheek in Heerhugowaard (Nederland) is recent verhuisd naar een nieuwe locatie. Dejeugdafdeling neemt hier een volledige verdieping in beslag. Lagere schoolkinderen mochtenmee beslissen over de inrichting en vormgeving en dat zie je aan de verschillende hoekjes inde bib, de speelobjecten, de felle kleuren en de vertegenwoordiging van de media. Voor dejongere kinderen is er een speelplek, een speelauto, een huisje en een lachspiegel. Ook devloer, waarop levensechte dieren geprint staan, werd benut. De Graaff (2007) meent echterdat het geheel een onoverzichtelijke indruk maakt en dat de ouders vaak in de problemengebracht worden wanneer zij naar huis willen maar hun kinderen niet.

Fasick (1998) waarschuwt tenslotte voor het gevaar van een geısoleerde jeugdafdeling. Debibliotheek moet door het publiek als een organisatie gezien worden en alle afdelingen moetendus op elkaar afgestemd zijn. De volwassenen- en jeugdafdeling zijn bovendien complementair,veel mensen komen in beide afdelingen en jongeren groeien vaak door naar de afdeling voorvolwassenen.

Een activiteitenprogramma voorzien

Veel bibliotheken organiseren op regelmatige tijdstippen activiteiten voor ouders en hun jongekinderen. Voorleessessies en snoezelmomenten staan op het programma, maar ook muzikalevoormiddagen en infomomenten. Bibliotheekmedewerkers stellen echter vast dat deze bijeen-komsten aanvankelijk niet zoveel succes hebben. Pas wanneer ouders meer vertrouwd zijnmet deze activiteiten en er tevreden over zijn, vertellen ze het verder (Kessels, 2007).

Van den Berg (2003) wijst op het belang en de kracht van een structurele samenwerkingtussen de bibliotheek en andere maatschappelijke actoren zoals kinderdagverblijven en bui-tenschoolse opvang. Op deze manier zou de bibliotheek meer jonge kinderen kunnen bereikenen zou de kinderopvang een zinvolle dagbesteding kunnen aanbieden. Onderzoekers gingenbij een aantal Nederlandse bibliotheken na in hoeverre deze samenwerking al bestaat.De bibliotheek van Boxtel bijvoorbeeld maakt deel uit van een netwerk voor kinderen vannul tot zes jaar. Samen met vertegenwoordigers van de kinderopvang, peuterspeelzalen, con-sultatiebureau, logopedisten, groep een en twee van het basisonderwijs, de coordinator bredeschool en VVE (voor- en vroegschoolse educatie) hebben ze een aanbod uitgewerkt voor dejongste kinderen. Het is de taak van de bibliotheek om leesbevorderingsactiviteiten voor deallerkleinsten op poten te zetten. Dit gebeurt niet enkel in de bibliotheek zelf, maar ook inde kinderopvang en de peuterspeelzalen. De bibliotheek stelt ook themacollecties samen enstelt die ter beschikking van de andere partners.

Page 25: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 20

De bibliotheek van Almere daarentegen organiseert slechts activiteiten tijdens de Peuter-maand. Naast deze acties zijn er geen samenwerkingsverbanden en worden projecten enkelop aanvraag georganiseerd.De auteur concludeert dat de meeste bibliotheken wel aandacht hebben voor de jongste leef-tijdsgroep maar dat een structurele aanpak nog vaak ontbreekt (van den Berg, 2003).

Het imago van de bibliotheek promoten

De bibliotheek is stilaan zijn stoffige imago aan het kwijtspelen maar wat kunnen we nogmeer doen om van deze doffe zolderkamer een trendy cultuurhuis te maken? Fasick (1998)wijst op het belang van aantrekkelijke activiteiten en gemotiveerd personeel.

Elke zes maanden een activiteit op poten zetten is goed om de aandacht blijvend te vestigen opde bibliotheek. Een goede publiciteit is hierbij onmisbaar. De bibliotheek kan gebruik makenvan de media via een krant- of nieuwsbericht, kan de activiteit aankondigen op haar websiteen zorgt natuurlijk voor affiches of flyers in de bibliotheek zelf. Er kunnen ook e-mails of flyersverspreid worden naar bibliotheken en scholen in de regio, boekhandels, kinderopvangcentra,supermarkten enz. Het is tot slot van groot belang dat niet alleen de verantwoordelijkenvoor de jeugdafdeling maar alle personeelsleden van de bibliotheek op de hoogte zijn van deactiviteit.

Er hangt bovendien ontzettend veel af van de bibliothecaris en zijn management- en communi-catieve vaardigheden. Hij/zij moet in staat zijn om de noden van de organisatie te herkennenen te vertalen op zo’n manier dat alle medewerkers dezelfde doelen willen bereiken. Hij isverantwoordelijk voor een aangename, productieve werkomgeving. Medewerkers die tevredenen enthousiast zijn, stralen dit ook uit naar de bezoekers.

Good staff who understand children’s needs and are enthusiastic about servingchildren are the key to good services.(Fasick, 1998, p.51)

La bibliotheque des enfants a Clamart

In 1965 werd in Clamart ’la bibliotheque de la joie’ geopend, de eerste bibliotheek uitsluitendvoor kinderen. Het was de droom van Anne Gruner-Schlumberger, een rijke Duitse dame, eenopenbare bibliotheek voor kinderen te openen. In Clamart vond men een geschikte locatiewaar architecten, in samenwerking met de plaatselijke jeugd, de ideale bibliotheek uit degrond mochten stampen.

Tous les jours, apres la classe, les habitues, souvent les plus jeunes, sont im-patients de venir a la bibliotheque. En un instant, nous nous retrouvons au milieud’enfants; comme en famillle, dans la simplicite et la spontaneite. “Tu me lis unehistoire?” [. . . ]Souvent, on commence a lire avec un enfant et d’autres, interesses,se rapprochent. C’est alors a qui sera le plus proche de la personne qui lit, blottisur ses genoux, tout a cote, pour mieux voir les images et tous ses details, tourner

Page 26: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 2. Literatuur 21

les pages, pointer un element qui lui evoque quelque chose de sa vie. Pas d’enfantsassis sagement en rang ou en cercle: ce n’est pas l’ecole. C’est vraiment comme enfamille. Beaucoup ecoutent avec un album sous le bras: ils attendent le momentou ce sera leur tour de proposer leur choix. Ils redoutent que ce moment prennefin trop vite. Ou bien, fortement seduits par un album, ils s’isolent pour le relirea satiete. Des petites filles aiment jouer a la bibliothecaire: entourees de pluspetits qui boivent leurs paroles, elles choisissent des albums dont elles ne peuventdechiffrer le texte et les ’lisent’ avec autorite, en y mettant le ton qui convient.(Thurnauer, Patte & Blain, 2006, p. 45-46)

Page 27: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 3

Methodologie

3.1 Boekbaby’s

Boekbaby’s startte in het najaar van 2005 met een pilootfase van het project. Aan de pi-lootfase werd eveneens een onderzoeksluik gekoppeld. Twee studenten van de UniversiteitAntwerpen en drie studenten van de Universiteit Gent volgden onder leiding van onderzoeks-coordinator Marie Daems de deelnemende gezinnen gedurende twee jaar. Op geregelde tijd-stippen kregen deze een interviewer over de vloer, die probeerde op basis van de verschillendeinterviews het voorleesklimaat in Vlaanderen in beeld te brengen.

3.1.1 Projectplanning

Augustus 2005

Alle Vlaamse bibliotheken kunnen zich kandidaat stellen om deel te nemen aan het project.Ze vullen hiervoor een vragenlijst in en vergezellen deze van een motivatiebrief. Met hundeelname engageren ze zich tot de uitbouw van een babyboekencollectie voor kinderen vannul tot drie jaar. Zij zorgen bovendien voor de verdeling van de boekenpakketten en werkenmee aan het onderzoek.Bij de selectie wordt gestreefd naar een evenwichtig geheel van bibliotheken uit een stedelijke oflandelijke omgeving, met veel of weinig scholen, met geen of veel ervaring met de doelgroep.Uiteindelijk worden de bibliotheken van Beernem, Beveren, Ieper, Kortrijk, Lokeren, Sint-Niklaas, Stekene, Waregem, Wingene en Zele geselecteerd.

November 2005

Ouders die in de loop van de maanden oktober, november of december 2005 een kindjegekregen hebben/zullen krijgen en in een van de 10 deelnemende gemeenten wonen, kunnenzich vanaf nu kandidaat stellen om deel te nemen aan het project. Bij de gynaecoloog, in dekraamkliniek, bij de huisarts, enz. vinden ze een brochure met antwoordkaart.

22

Page 28: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 3. Methodologie 23

Januari 2006

Alle gezinnen die aan de voorwaarden voldoen en een antwoordkaart teruggestuurd hebben,krijgen een schriftelijke vragenlijst toegestuurd (cf. bijlage I).

Februari 2006

In totaal worden 287 ingevulde vragenlijsten teruggestuurd. Op basis daarvan wordt eenonderzoeksgroep van 83 gezinnen samengesteld. Aangezien het onderzoek de diversiteit aan(voor)leesculturen in Vlaanderen in beeld wil brengen, wordt er gestreefd naar een zo diversmogelijke steekproef. Een eerste selectie gebeurt op basis van de volgende criteria: baby islid van de bibliotheek, een van de ouders spreekt thuis geen Nederlands, beide ouders werkenniet, een van de ouders heeft maximum een diploma hoger secundair onderwijs. Deze selectielevert 31 gezinnen op en wordt aangevuld met 52 ’klassieke’ gezinnen.

April 2006

Er wordt een forum opgestart. Hier kunnen alle Vlaamse bibliotheken informatie over hetproject uitwisselen.

Mei-juni 2006

De boekbaby’s zijn tussen zes en acht maanden oud. Alle gezinnen die in januari een ant-woordkaart teruggestuurd hebben, krijgen een uitnodiging om een boekenpakket af te halenin de bibliotheek. In dit pakket zitten een rode linnen tas, een badboekje ’Kikker in het water’(Velthuijs, M., 2003), een kartonboekje ’Mijn mondje is een rondje’ (Wille, R. & Godon, I.,1999), een boekencheque ter waarde van e5 en een brochure met voorleestips.

November-december 2006

De onderzoeksgroep wordt voor de eerste keer geınterviewd (cf. bijlage II). Twee gezinnenwensen ondertussen niet meer deel te nemen, zeven andere zijn niet te bereiken. Deze wordenvervangen. Later haakt opnieuw een gezin af, dit wordt echter niet meer vervangen en brengthet totaal op 82 deelnemende gezinnen. Onderzoeksleider Marie Daems belt alle gezinnen opom een afspraak te maken en wijst elke onderzoeker 12 gezinnen toe. Een van de Antwerpsestudenten heeft ondertussen afgehaakt.

November 2006

De kinderen zijn ongeveer een jaar oud. De onderzoeksgroep krijgt een uitnodiging om hettweede pakket af te halen in de bibliotheek. Dit pakket bestaat uit een rode linnen tas,een zoekboek ’Het is herfst’ (Berner, R.S., 2006), een boek met flapjes ’Kiekeboe, olifant!’(Bolam, E., 2004), een boekencheque ter waarde van e5 en een brochure met voorleestips.

Page 29: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 3. Methodologie 24

Februari-maart 2007

De boekbaby’s zijn ondertussen tussen 14 en 17 maanden oud en hun ouders worden eentweede keer geınterviewd (cf. bijlage III). De onderzoekers contacteren deze keer zelf de 12gezinnen die ze ook de vorige keer geınterviewd hebben.

Mei 2007

De kinderen zijn ondertussen tussen 18 en 20 maanden oud en krijgen opnieuw een uitnodigingom een pakket af te halen in de bibliotheek. Dit laatste pakket bevat een versjesboek ’Ik zieje wel, ik hoor je wel’ (Diekmann, M. & Tjong-Khing, T., 2004) en een fotoboek ’De dierenop de boerderij’ (Delebecque, F., 2007).

Oktober-november 2007

De derde en laatste interviewronde is aangebroken. De gezinnen die de vorige ronde weinignieuwe informatie opleverden, worden niet opnieuw geınterviewd maar krijgen eind septembereen vragenlijst toegestuurd. Van deze 38 gezinnen die een vragenlijst krijgen, zijn er slechtszes die deze niet terugsturen, wat een respons van 84% oplevert.Elke betrokken student heeft ondertussen zicht op zijn onderzoeksthema en stelt elk gezin,naast een reeks standaardvragen, enkele themaspecifieke vragen. De specifieke vragen vanelke student worden verwerkt in de schriftelijke vragenlijst (cf. bijlage IV), het interview(cf. bijlage V) bevat enkel de specifieke vragen van de interviewer zelf. Mijn groep van 12gezinnen ziet er om die reden deze keer anders uit. Om een maximum aan informatie overde bibliotheek uit de interviews te kunnen halen, worden ouders zonder voorliefde voor debibliotheek vervangen door fervente bibliotheekgangers.De tweede Antwerpse student is ondertussen afgestudeerd. Deze derde ronde wordt dusuitgevoerd door de Gentse delegatie.

3.1.2 Onderzoeksinstrument

Dit onderzoek heeft niet tot doel op zoek te gaan naar de langetermijneffecten van voorle-zen, maar wel het in kaart brengen van de diversiteit aan voorleesculturen in Vlaanderen.Aangezien we daarvoor deel zouden uitmaken van een van de meest gezellige en intieme fa-miliemomenten, werd enerzijds gekozen voor een kwalitatief interview. Hiermee zouden weeen beeld krijgen van de waarden, motivaties en attitudes van de ouders in hun eigen socialecontext. Anderzijds werd gebruik gemaakt van kwantitatief onderzoek via een gesloten vra-genlijst.Voor de interviews werd gebruik gemaakt van een semi-gestructureerde vragenlijst. Dezebiedt de interviewer de kans de volgorde van de vragen tijdens het interview aan te passenen extra vragen te stellen wanneer het interview zich daartoe leent. Alle interviews werdenopgenomen met een dictafoon en werden nadien letterlijk uitgetypt.Het eerste interview (cf. bijlage II) bevatte veel vragen ter kennismaking en behandelde devolgende thema’s: persoonlijk leesgedrag van de ouders, de boekmomenten met de kinderen

Page 30: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 3. Methodologie 25

en de bibliotheek. Het interview gebeurde in de meeste gevallen met moeder en had eenvariabele tijdsduur van 20 minuten tot meer dan twee uren.Alvorens het tweede interview (cf. bijlage III) af te nemen, was het aangewezen dat de inter-viewer zich zou verdiepen in de situatie van elk gezin. Dit interview bouwde immers verderop het eerste en peilde vooral naar de evoluties in de boekmomenten. De boekmomentenkwamen uitgebreid aan bod, maar ook de inhoud van het boekenpakket en de rol van de bi-bliotheek werden besproken. Opnieuw waren het meestal de moeders die het woord voerdenen was de duur van het interview erg variabel.Het derde interview (cf. bijlage V) bestond, zoals eerder aangehaald, uit twee delen. Ener-zijds werd een aantal standaardvragen gesteld. Deze behandelden naast de evolutie in deboekmomenten en de inhoud van het derde boekenpakket, ook het logo en de website vanhet project. Anderzijds waren er ook themaspecifieke vragen. Met betrekking tot de bibli-otheek werd een opsplitsing gemaakt tussen ’de bibliotheek en uzelf’ en ’de bibliotheek enuw boekbaby’. Dankzij dit onderscheid konden we nagaan of er een samenhang is tussen hetbibliotheekgedrag van ouders en dat van hun boekbaby’s. Gaan baby’s naar de bibliotheekomdat hun ouders gaan? Of gaan ouders naar de bibliotheek omdat hun boekbaby’s nu inge-schreven zijn? Bovendien zouden we op deze manier te weten komen of de inspanningen vande bibliotheek gesmaakt worden en nog voor verbetering vatbaar zijn.

Bij de schriftelijke vragenlijst (cf. bijlage IV) waren gesloten antwoordmogelijkheden voor-zien. De vragenlijst bevatte zowel de standaardvragen als de themaspecifieke vragen van elkestudent en had daarom de volgende structuur:

1. Boekmomenten

2. Boekenpakket

3. Logo & website

4. De bibliotheek & uzelf (scriptie Ann-Sophie Sleeuwaert)

5. De bibliotheek & uw boekbaby (scriptie Ann-Sophie Sleeuwaert)

6. Kinderboeken (scriptie Emily Vlerick)

7. Voorleesstijl van moeders en vaders (scriptie Lidewei Beel)

8. Affectieve interacties tijdens voorlezen (scriptie Lidewei Beel)

De resultaten van de vragenlijsten werden nadien geanalyseerd met SPSS 12.0.

3.2 Bibliotheken

In september 2007 werd besloten een tweede onderzoeksluik op te starten. Hier zou de me-ning van de bibliotheken centraal staan. Er zou zowel met een schriftelijke vragenlijst alsmet focusgroepen gewerkt worden. In het kader van mijn stage bij Stichting Lezen en mijnonderzoeksthema werkte ik mee aan dit luik.

Page 31: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 3. Methodologie 26

3.2.1 Projectplanning

In samenwerking met onderzoeksleider Marie Daems en projectcoordinator Frederica VanWing van het Steunpunt VCOB stelde ik een vragenlijst op voor de pilootbibliotheken. Aande hand van deze vragenlijst zouden de bibliotheekmedewerkers aan zelfevaluatie kunnendoen. Ze zouden hiermee bovendien kunnen reflecteren op hun deelname aan het project.Op 20 september 2007 werden de vragenlijsten opgestuurd. De bibliotheken kregen de op-dracht deze ten laatste 28 september 2007 terug te sturen. We zouden ons immers voor defocusgroepen baseren op de resultaten van deze vragenlijsten.

We kozen er echter voor om niet alleen de pilootbibliotheken bij de focusgesprekken te betrek-ken, maar ook bibliotheken die op eigen houtje aan een babyhoek werken en bibliotheken diehier helemaal geen ervaring mee hebben. Op die manier konden we de mening en inspannin-gen van alle bibliotheken vergelijken. Dit resulteerde in vier focusgroepen: de West-Vlaamsepilootbibliotheken, de Oost-Vlaamse pilootbibliotheken, bibliotheken die niet deelnemen aanBoekbaby’s maar wel een babyhoek uitbouwden en onervaren bibliotheken. Het SteunpuntVCOB hielp ons aan deze indeling en de contactgegevens van de betreffende bibliotheken.De pilootbibliotheken van Waregem, Ieper, Beernem, Wingene en Kortrijk kwamen in devoormiddag van 4 oktober 2007 samen.De pilootbibliotheken van Lokeren, Beveren, Stekene en Sint-Niklaas kwamen diezelfde dagin de namiddag samen. De bibliotheek van Zele was afwezig. De zelfstandige bibliothekenvan Eeklo, Wetteren en Roeselare kwamen op dinsdag 9 oktober 2007 samen.

Het bereiken van onervaren bibliotheken had meer voeten in de aarde. De bibliotheken vanAalter, Beringen, Berlare, Bornem, Brakel, Deinze, Elsene, Knesselare, Kuurne, Laarne, Lom-mel, Maldegem, Meise, Melle, Zelzate, Zomergem en Zwijndrecht werden gecontacteerd. We-gens een gebrek aan interesse moest deze focusgroep echter afgelast worden.

3.2.2 Onderzoeksinstrument

We kozen voor een combinatie van survey en focusgroepen. Met de vragenlijst (cf. bijlage VI)wilden we peilen naar de mening van de pilootbibliotheken over het project. Zijn ze tevredenover hun deelname? Wat zouden ze anders aanpakken? Wat zijn veelvoorkomende valkuilen?Om de bibliotheken hiertoe zoveel mogelijk de ruimte te geven, bevatte de vragenlijst overwe-gend open vragen. Om de uniformiteit van de vragenlijst te verhogen, werd ervoor gekozende indeling zoals op het forum voor de bibliotheken over te nemen:

1. Boekbaby’s

2. Voorlezen voor baby’s en peuters

3. De babyhoek: inrichting en presentatie

4. Promotie van het baby-aanbod

5. Ouders

Page 32: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 3. Methodologie 27

6. Een babybeleid in de bibliotheek: samenwerking met partners

Op basis van de antwoorden op deze vragenlijsten werden 19 stellingen (cf. bijlage VII)geformuleerd voor groepen een en twee. Deze werden tijdens de focusgesprekken aan debibliotheekmedewerkers voorgelegd. Met deze stellingen wilden we enerzijds de mening vande medewerkers uitdiepen en nog beter in kaart brengen. Anderzijds wilden we discussieuitlokken tussen de aanwezigen.Voor de bibliotheekmedewerkers die op eigen initiatief een babyhoek uitbouwden, werdenandere, gelijkaardige, stellingen voorbereid (cf. bijlage VIII). We wilden te weten komen hoeze hun project aangepakt hebben, welke steun ze hiervoor gekregen hebben, wat ze mistenenz.

Page 33: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4

Onderzoeksresultaten

4.1 Boekbaby’s

In wat volgt staat de rol van de bibliotheek in het leven van de boekbaby’s en hun ouderscentraal. Maar alvorens hiertoe te komen, bundelen we een aantal algemene bevindingen diehiertoe een aanzet geven1.

4.1.1 Algemene bevindingen

Dat dan bijvoorbeeld de jongste een boek haalt en dan de oudste gaat dan ei-genlijk echt gaan. . . zogezegd gaan voorlezen aan haar. En dan zitten ze met tweewel in de zetel, met dat dekentje over hun voeten, echt wel naast elkaar, aan hetlezen zogezegd.(Laure)

Solo boekmomenten of gezamenlijke boekmomenten?

Een opmerkelijke vaststelling is dat ondanks het feit dat alle kinderen zich in de loop dermaanden steeds gemakkelijker alleen kunnen bezighouden met boeken, ze een sterke voorkeurblijven hebben voor de gezamenlijke boekmomenten. Als mama of papa in de buurt zijn,moeten zij er steevast aan geloven.

’s Avonds zet ze zich, als ze in bad is geweest en haar pyjama heeft aangedaan,dan gaat ze wel een boek halen en is hij op dat moment vrij, dan wringt ze zich opzijn schoot met boek en hij moet lezen he, dus ge hebt geen keuze, het is te lezen.(Sterre)

Solo boekmomentenIn tegenstelling tot rondes een en twee, waarin het niet altijd duidelijk was of de baby nubladerde om te bladeren of bewust naar de prenten keek, merkten alle ouders tijdens de laatsteronde op dat hun peuters heel bewust het verhaal en de prentjes volgen.

1Alle interviews liggen ter inzage bij de promotor.

28

Page 34: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 29

Of als ge er iets bij vertelt en ge bekijkt de boek opnieuw, dan zegt ze het zelfterug, dus dan heeft ze het wel goed gezien over wat het ging.(Jente)

Je moet daar een papegaai op zoeken en ze kan echt zo zitten speuren, dusze is daar echt wel mee bezig en aan het vertellen wat ze erin ziet, herkenbaredingen voor haar, dat vertelt ze wel, dus ze is daar echt. . . ze probeert toch welvanalles. . . alle, een verhaal voor zichzelf op te bouwen.(Laure)

Ook met de concentratie ging het steeds beter. De peuters slaagden er ondertussen goed inhet verhaal tot het einde te volgen, hoewel dit net iets vlotter ging wanneer mama, papa,broer of zus meeleest. Twee ouders gaven aan dat hun peuter zelden alleen in een boek zallezen.

Hij kan zo soms een paar boekjes na elkaar opendoen terwijl dat dat vroegertoch wel veel sneller aan de kant werd geschoven.(Yghor)

Ouders gaven tijdens het eerste interview aan dat hun baby’s dol waren op de smaak vanboeken. Tijdens het volgende interview bleek dit al veel minder het geval en nog zes maandlater hadden ze echt volledig afgedaan. Boekjes waren nu om te lezen en te kijken, niet meerom in te bijten.

Kinderen van werkende ouders verblijven tijdens de week overdag doorgaans in de creche, bijde onthaalmoeder of bij de grootouders en krijgen dus bijna enkel ’s avonds de kans om inhun boekjes te kijken. De ouders ontdekten hierin echter geen patroon. Wanneer de peutersmet de bal willen spelen, spelen ze met de bal; willen ze lezen, dan nemen ze een boek.Mama’s in ouderschapsverlof en in ploegen werkende ouders gaven aan dat de solo boekmo-menten geen vast tijdstip kennen. Hun baby’s namen de hele dag door boeken.

Maar anders nee nee, wanneer haar oog erop valt, zal ze een keer er eens meebezig zijn.(Laure)

Dat is gewoon als hij er zin in heeft, dan gaat hij dat. . . dat hij zegt ’ik heb nuzin om met de auto te spelen’, dan gaat hij met de auto. . . ’ik heb nu zin om eenboek te nemen’, dan doet hij dat.(Jorn)

Tijdens het weekend zijn de kinderen thuis en is het tijdstip om boeken boven te halenonbepaald. Sommige ouders gaven echter aan dat ze hier niet steeds aan toegeven, ze vindenmet een bal spelen even belangrijk als een boek lezen.

Page 35: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 30

Maar gelijk in het weekend gebeurt dat regelmatig. Ze moet dan dikwijls ookal tv-kijken of een film en dan pakken we al een keer een boek in de plaats wantanders zou ze een hele dag naar tv willen kijken.(Quetzalli)

We willen dat stimuleren maar we hebben ook andere dingen te doen dan altijdmet haar een boek pakken. Dus we proberen haar ook bezig te houden met eensnaar de tv te zien, of ja. . . gewoon met haar speelgoed he.(Jente)

Een boek is voor veel ouders een dankbaar hulpmiddel om wriemelende kapoenen rustig tehouden. Een lastige baby, een kind dat medicijnen moet krijgen, ouders die op restaurantwillen. . . slechts een oplossing: een boek.Een aantal ouders merkte op dat hun peuter sneller boekjes bovenhaalt wanneer hij of zij zelfeen beetje moe wordt.

Ik denk meestal als ze zelf een beetje moe begint te worden, heb ik wel deindruk. . . of als ze wat rust nodig heeft, dan gaat ze naar die boeken.(Sterre)

Of als we gaan eten. Als wij ergens moeten zijn waar ze moet blijven zitten ofbij de dokter of zo, dan hebben wij altijd een boekske bij.(Jente)

Gezamenlijke boekmomentenTijdens het tweede interview wisten de ouders te vertellen dat de gezamenlijke boekmomen-ten niet significant toegenomen waren, in vergelijking met het eerste interview. Tijdens dedaaropvolgende zes maand gebeurde er echter ontzettend veel want ouders gaven tijdens hetlaatste interview aan dat er plots veel meer samen in boekjes gekeken werd dan voordien. Depeuters vroegen er zelf om en konden zich veel langer op het verhaal concentreren.

Ja, ze vraagt daar zelf om he. Ze komt met boekjes aandacht vragen, dat is zohaar manier van ’zo houd ik mijn mama gevangen, dan zit ze bij mij in de zetel’of mijne papa.(Nele)

Het begint ook winter te worden, dus er begint ook wat meer tijd te komen datge boekjes gaat lezen, omdat ja, buiten spelen is er niet meer zoveel bij dus. . .(Benjamin)

De spectaculaire evolutie in de reactie van de peuters die reeds ingezet werd tussen de eersteen tweede interviewronde, zette zich tijdens de derde ronde nog steeds door. Tijdens de eersteronde beperkte de reactie van de baby’s zich tot luisteren en weglopen. Vanaf de leeftijd vanongeveer 14 maanden begonnen ze ook te observeren, te wijzen, te vragen en te praten. De

Page 36: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 31

tweejarigen herkenden de boeken ondertussen al en wisten vaak heel goed welk boek ze nuwillen lezen. Hun leefwereld was enorm uitgebreid, ze herkenden heel wat dingen en haddeneen heel ruime interesse. De peuters gingen vaak helemaal op in het verhaal en deden lustigmee wanneer het hoofdpersonage gaat slapen, bang is of muziek maakt.

En ze weet heel gericht ’ik wil dit boekje, ik wil dan dat boekje’, het is niet meergelijk. zes maand geleden kon je haar alles toestoppen, als ik maar vertelde. Nuheeft ze een eigen volgorde en een eigen ideetje van ’ik wil dat boekje’.(Sari)

En wat ze ook doet, bijvoorbeeld als er iets instaat van ’slaapt’ of zo, dan gaatze ook ’sstt, slaapt’. Of er was een figuurke van Jules in een boekske en hij weenten dan zegt ze tegen mij ’dikke zoen geven’.(Sterre)

In de meeste gezinnen was tijdens de eerste interviewronde nog geen sprake van een ritueel.In de tweede interviewronde klom dit aantal tot vier gezinnen. Wanneer de boekbaby’s depeuterleeftijd bereikt hadden, was in meer dan de helft van de gezinnen een echt ritueel totstand gekomen. Vaak hadden de peuters dat er zelf van gemaakt, zij vroegen systematischelke avond een verhaal en wilden niet meer gaan slapen zonder.

Ja ja ja, dat is achter haar fles, sowieso, of voor haar fles. Maar sowiesowordt er altijd wel in een boek gelezen. En ze weet dat zelf ook want ze komt zelf.Als we het dan niet zouden. . . komt ze toch zelf met haar boek.(Quetzalli)

Zij eist dat wat he. Ze is dat wat gewoon geworden. Dus zij begint erover enals ze wil lezen, mag ze en dan gaan we erbij zitten, als het ook een beetje past.Maar zij heeft dat wel geıntroduceerd denk ik.(Jente)

Ouders gaven bovendien tijdens elk interview aan dat hun voorleesstijl veranderd was. Tij-dens het eerste interview bleek dat ouders vooral samen met hun boekbaby’s in boekjes kekenen prentjes aanwezen. Wanneer de baby’s ouder werden, begonnen ouders al op een meer en-thousiaste manier te vertellen en vragen te stellen aan hun kind. Tijdens het laatste interviewkwam naar voor dat de peuters nu zelf vragen stellen en reacties geven op het verhaal. Deouders speelden dus nu meer in op hun kind en gingen steeds meer letten op hun intonatie.

Dus, als ik een verhaal lees, dat ge echt uw intonatie gebruikt. En ze gaat erdan echt wel in mee, en dat maakt het zo fijn. Inderdaad, als ge zegt ’sshhhtt’, eris iemand ziek, ze gaat daar helemaal in mee.(Sterre)

Page 37: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 32

En soms verschiet ge ervan ook he wat ze dan weer wel al weet, dat ge zo denktvan ’huh, heb ik haar dat verteld?’, dat ze dat dan ergens anders heeft opgevangen,dat ze dat al weet.(Laure)

De rol van papa bleef doorheen de fases beperkt. Voorlezen bleef dus overwegend de taak vanmama, papa was de speelkameraad. De mama’s waren echter mild in hun oordeel en gaventoe dat de papa’s steeds beter hun best doen en er eigenlijk best goed in zijn.

Heel sporadisch een keer de papa, maar meestal ik. Ja, eigenlijk, dat is zogekomen. Eigenlijk ook om reden dat ik hen eigenlijk altijd in bed steek. Maarvoor hen is dat wel eens een leuke afwisseling. Want mijn man doet dan enormveel stemmen en heel veel intonatie. Dan hoor ik ze echt tot beneden lachen.(Laure)

Nee, nee, heel af en toe stopt hij de kinderen eens in en leest hij wel eens iets.Maar hij laat dat liever aan mij over. Nochtans doet hij dat goed, vind ik.(Axelle)

Bijna alle ouders waren het er volmondig over eens dat het steeds leuker wordt om met hunboekbaby’s en boekjes bezig te zijn. Ze vonden het aangenamer omdat ze merkten dat hunpeuters er zelf naar vragen en er meer van genieten. Meer interactie en inleving maakten hetbovendien voor beide partijen aangenamer om met boeken bezig te zijn. Een aantal mama’smerkte echter ook meteen op dat hun peuter soms onophoudelijk nieuwe boekjes brengt enhet daardoor mama en papa soms knap lastig maakt.

Het is leuker omdat de verhaaltjes komen, alle, ik heb daar echt wel naarverlangd, ik hoop dat dat blijft zo dat ik dan echt kan een sprookje vertellen enzo. Maar soms zeggen wij wel ’Sari, ben je daar nu weer met die boekjes, gaan weniet een keer een ander spelletje spelen, met de poppen of in het keukentje en zo’.(Sari)

Favoriete boekenWanneer de boekbaby’s een jaar oud waren, zwoeren alle ouders bij aanwijsboekjes. Eenhalf jaar later bestond de boekencollectie van de peuters overwegend uit prenten- en aanwijs-boeken. Maar wanneer de laatste interviewronde aanbrak, viel hier geen patroon meer in teontdekken. Een aantal gezinnen had nog steeds alle categorieen in huis, sommigen bekekennog steeds overwegend aanwijsboeken, anderen deden het dan weer enkel nog met verhalendeprentenboeken.Op dit moment waren er dus heel grote verschillen tussen de peuters wat hun taal- en algemeneontwikkeling betreft.

De aanwijsboeken, goh, we hebben er nog, maar die. . . ik ben die zelfs allemaalal aan het wegdoen, daar wordt niet meer in gelezen dus.(Laure)

Page 38: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 33

Ik denk dat vooral aanwijsboeken zijn en boeken met geluid en zo die dingen.Er is maar een of twee verhaaltjesboekjes.(Yghor)

Ook wat de vorm van de boekjes betreft, heeft een hele evolutie plaatsgevonden. De boeken-collecties van de eenjarigen bevatten zowel textiel- en badboekjes als kartonboekjes. Enkelemaanden later hadden de textiel- en badboekjes echter veel van hun charme verloren en ble-ven de kartonboekjes over. Tijdens het laatste interview waren de kartonboekjes nog steedsoververtegenwoordigd. Slechts in twee gezinnen werd nog uitsluitend in boeken met papierenblaadjes gelezen. In de meeste andere gezinnen waren die er ook al maar werd er alleen ondertoezicht van mama of papa in gekeken.

Het zijn altijd dikke, kartonnen boekskes. En nu nog altijd maar ze begint nuook al met iets dunnere blaren maar daar proberen we wel altijd bij te zijn wantanders durven de bladeren er al eens uit te zijn.(Quetzalli)

Euhm, met gewone blaadjes meestal. Want met die kartonnen boekjes, dat isvaak zo een abstract konijn en het is wel meestal meer fotoboeken, dat is duidelijker.(Nele)

De smaak van onze jonge bibliofielen gewijzigde in de loop der maanden. Aanvankelijk hieldende jonge peuters vooral van Nijntje, Jules, Kleine Leon en Bumba. De tweejarigen waren nogsteeds dol op deze herkenbare wezentjes hoewel ze ook steeds meer van verhalende prenten-boeken gingen houden. ’Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft’,’Hoera, ik krijg een potje’ en ’Regenboogvis’ waren slechts enkele titels die genoemd werden.De ouders waren meestal wel tevreden over de smaak van hun kinderen. Het was hun keuzeen ouders gingen hierin mee.

Dat herfstboek, dat vind ik nu leuk omdat ik zie dat hij er zo op reageert maardat had ik niet verwacht op voorhand.(Yghor)

Specifieke titels van minder leuke boekjes waren er niet. Heel veel ouders hadden het tijdenshet derde interview over de typische babyboekjes die de peuters ontgroeid waren. Textiel-boekjes deden het zes maand eerder al niet goed meer maar ondertussen hadden ook debadboekjes, boekjes met geluid en heel simplistisch getekende boeken helemaal afgedaan.

Het is misschien een beetje te gemakkelijk geworden of ze is het beu. Ik weethet niet wat het is maar ze kijkt er niet meer in. En hier, zo die dierenboekjesmet een dier per pagina kijkt ze eigenlijk ook niet meer zoveel in. Er moet gelijkeen beetje meer te beleven zijn tegenwoordig.(Marieke)

Page 39: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 34

Boekenpakket

De eerste rondeIn het allereerste boekenpakket, dat verspreid werd toen de boekbaby’s ongeveer een half jaaroud waren, staken een badboekje van Kikker en een kartonboekje ’Mijn mondje is een rondje’.Zoals reeds eerder aangehaald, zijn de badboekjes in de loop der maanden voorbijgestreefd.Bij een aantal gezinnen lag het tijdens de derde ronde nog steeds aan de badrand maar depeuters hadden eerder al ontdekt dat er leuker badspeelgoed bestaat dan een plastic boekje.

Maar in bad daar hebben ze niet veel interesse in. Dan hebben ze liever potjesen gieterkes en emmerkes, dan zo een badboekske.(Axelle)

Nee, helemaal niet meer. Wordt niet meer naar gekeken en is eigenlijk echt. . . Datis ook mijn oudste dochter die daar zo een beetje mee bezig is ’dat is voor baby’s’.En de kleinste. . . wat de grootste niet doet, gaat de kleinste zeker niet doen’.(Laure)

Over ’Mijn mondje is een rondje’ waren de meningen heel uiteenlopend. Een aantal peutershad het boek tijdens de derde ronde nog steeds niet aangeraakt, sommigen begonnen interessete tonen, anderen beschouwden het als hun favoriete boekje en nog anderen vonden het allang niet meer leuk.

Ja, daar begint hij ook wel. . . dat is al een tijdje, van van de zomer, dingenin te herkennen, ja. Ook van op zijn potje en al, die dingen die erin staan. Diegeluiden, ’aa’, dat indiaantje. Ja, dat vindt hij ook wel leuk.(Kobe)

’Mijn mondje is een rondje’ is ze nog altijd geınteresseerd ze. Dat is nogaltijd. . . maar wel minder als vroeger. Ik weet nog, in het begin heb ik gezegd van’sommige bladzijden, gelijk hier, ijsjes likken als ze ziek zijn, ja’. De indiaan vondze altijd de superbladzijde want als ze het boek nog maar zag, begon ze al ’oehoeh’.(Quetzalli)

De tweede rondeTijdens de tweede interviewronde werden onderlinge verschillen tussen de peuters duidelijkzichtbaar want ook wat de boekjes van het tweede boekenpakket betreft, was er een grotediversiteit vast te stellen tussen de boekbaby’s en hun interesses.Het kleine kartonboekje ’Kiekeboe olifant’ met het spiegeltje achteraan deed het aanvankelijkuitermate goed. Ouders hielden van de speelse opbouw van het boek en de peuters warendol op het spiegeltje waarin ze zichzelf konden bewonderen. Voor ongeveer de helft vande kapoenen behoorde het boekje tijdens de laatste fase van het project nog steeds tot defavorieten, de andere helft was het reeds ontgroeid.

Page 40: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 35

Ja, ja, dat vindt hij ook leuk. Alle, dat komt toch regelmatig. . . dat pakt hij erook zelf regelmatig uit. Dat is wel zeker iets dat altijd samen met ons moet gelezenworden, dat we dan echt die geluidjes kunnen doen en die ’kiekeboe’.(Yghor)

Ja ja ja, dat heeft hij in de beginperiode heeft hij er heel veel in gekeken, metdat spiegeltje ook en die dingen die eruit konden, die blaadjes die je open konklappen.(Benjamin)

Met het grote zoekboek ’Het is herfst’ is het in veel gezinnen anders gelopen. Veel oudersgaven tijdens de tweede ronde aan dat het boek nog te druk en te moeilijk was voor hunkroost, het boek lag nog eventjes opzij. Tijdens het derde interview bleek dat het bij demeeste gezinnen uit de kast gekomen en op veel enthousiasme onthaald was. Slechts eenmama gaf aan het boek nog niet bovengehaald te hebben, voor twee peuters was het nogsteeds een boek met heel drukke prenten. Alle overige boekbaby’s hadden echter de smaakvan het zoeken helemaal te pakken.

Het is herfst, ewel ja, het is herfst, ze kijkt daarin maar ik denk dat ze nietgoed kijkt eigenlijk of dat ze niet goed. . . dat dat een beetje te druk is van. . . hetenigste dat ze dan eigenlijk, als ze het boek bij haar pakt, dan is het ’papegaai,papegaai, papegaai’.(Quetzalli)

Ja, maar dat is nog niet zo lang dat dat in de smaak is gevallen. Dat heeftheel lang aan de kant gelegen en dan ineens, waren ze ermee weg, van ja, een keerzien wat dat is. Dan met de papegaai te zoeken, dat vonden ze dan allebei heel,heel leuk.(Laure)

De derde rondeOver het gedichtenboekje ’Ik zie je wel, ik hoor je wel’ waren de meningen verdeeld. Ongeveerde helft van de ouders heeft het boek meteen opzij gelegd, ’voor later’. Ze waren van meningdat het boek te weinig illustraties bevat en daarom niet aantrekkelijk genoeg is voor hunpeuter. Opvallend is dat geen van deze ouders het boek al eens bekeken had samen met dekroost.

Ja, maar niet voor zijn leeftijd. Ik vind dat dat een boekje is voor kinderen diezelf al beginnen lezen.(Yghor)

Slechts twee mama’s gaven aan dat hun peuter van het boekje houdt en er echt van geniet alsmama een gedichtje voorleest. Dit waren toevallig twee van de peuters die tot de categorie’boekenwurmen’ kunnen gerekend worden.

Page 41: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 36

Maar ze vond dat eigenlijk nog redelijk tof omdat bij veel mensen. . . in de bi-bliotheek zeiden ze al dat er veel mensen waren die dat niet gepast vonden voordie leeftijd maar ze heeft daar geen last van dat dat in zwart-wit is of zo. En gekunt er haar wel nog een beetje mee bezighouden.(Marieke)

Het boek ’De dieren op de boerderij’ stond op het moment van het interview voor de meestepeuters in de hitlijst. Ze hielden ervan om de schaduwen te bestuderen, de dieren te radenen onder de flapjes te kijken.

Een boek met dieren, daar kunt ge niet mee misdoen. Want gelijk van dedieren kan die alles benoemen, maar zo boekskes met bijvoorbeeld voorwerpen, eenbal en. . . daar is die zo niet meer in geınteresseerd.(Quetzalli)

Voor een aantal peuters behoorde dit boek al niet meer tot de favorieten. Een peuter had hetboek nog niet bekeken. Mama meende dat het nog te moeilijk was. Opvallend was dat ditook de enige peuter was die nog boekjes in de mond stak en daarom misschien nog niet echtklaar was voor boekjes met meer inhoud?

4.1.2 De bibliotheek: ronde een & twee

Dit deel van de analyse behandelt heel specifiek de rol van de bibliotheek in het leven vanjonge ouders en hun boekbaby’s. Het is gebaseerd op de resultaten van de eerste en de tweedeinterviewronde.

De bibliotheek en uzelf

Op een na waren alle ouders als kind lid van de bibliotheek. Sommigen gingen elke week metveel plezier een nieuwe stapel boeken halen, anderen gingen naar de bib omdat ze voor schoolverplichte literatuur moesten doornemen. De meesten waren ononderbroken lid geweest tothet einde van de middelbare school. Studies, op kot gaan of verhuizen waren belangrijkefactoren die ertoe geleid hebben dat het lidmaatschap werd stopgezet. Een aantal oudersmerkte op dat ze hun lidmaatschap sindsdien niet meer vernieuwd hebben wegens tijdsgebreken gezinsuitbreiding.

Van als ik klein was eigenlijk tot een jaar of 17, 18, wie weet zelfs nog ouder.Ik denk dat ik vanaf ik eigenlijk op kot gegaan zijn, dat ik dan niet meer gaanverlengen zijn.(Quetzalli)

Zo de laatste jaren van het middelbaar en hoge schoolstudies ben ik er weiniggeweest, of enkel eens voor school een boek maar niet meer zo als hobby lezen.(Nele)

Page 42: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 37

Goh, ik ben. . . ja, toch als kind tot mijn 19 jaar of zo constant lid geweest vande bibliotheek. Maar ik woonde toen in Lokeren, dus ik was in Lokeren lid van debibliotheek en ik ben dan naar Zele verhuisd en alle ja, mijn man heeft een kaartdus ik ben hier nog altijd geen lid.(Lena)

De meeste ouders reageerden positief wanneer informatiemomenten en voorleessessies ter spra-ke kwamen. Ze verwezen echter meteen naar tijdsgebrek en kinderopvang als mogelijke spel-brekers wanneer het over infomomenten ging. Ze vermoedden bovendien dat hun baby’s nogte jong zijn voor voorleesuurtjes maar waren er vast van overtuigd hun kinderen er ooit meenaartoe te nemen.

Goh, welke onderwerpen. . . Voor die kleintjes, ja, zijn dat gewoon natuurlijk ja,voorleesboeken, prentenboeken. Bij een grote Ceddrich, ja, fictie, non-fictie wantdie heeft een interesseveld dat enorm uitgebreid is.(Sterre)

Dus iets rond peuters en kleuters. Die houden toch ook enorm van voorlezenhe. En horen ze ook eens een andere stem, dat is ook wel belangrijk he.(Axelle)

Ik weet dat er altijd zo een voorleesweek is ook of zo. Ik denk van als hij ietsouders is, denk ik, gaat hij dat wel leuk vinden. En dan wil ik er wel eens naartoegaan. Maar ik denk, nu is zo nog wat te klein daarvoor he.(Yghor)

De geınterviewde ouders zaten boordevol goede ideeen voor wat, naar hun inziens, nodigis in de bibliotheek om gezinnen met jonge kinderen over de vloer te krijgen. Een ruimaanbod was volgens veel ouders vereiste nummer een. Een aantal praktische zaken zoals eenplaats om de kinderen af te zonderen en ruimte om buggy’s te plaatsen kwam ook regelmatigterug. Een aantal ouders vond de huidige openingsuren van de bibliotheek niet altijd evengezinsvriendelijk. Op zaterdagnamiddag open zijn, zou voor veel ouders een mooie verbeteringzijn. De promotionele kant van de bibliotheek ten slotte zou ook wel een duwtje in de rugkunnen gebruiken. Veel ouders weten waarschijnlijk niet dat er een aanbod beschikbaar isvoor zo’n jonge kinderen. Samenwerking met scholen en creches zou hiervoor een oplossingkunnen bieden.

En het aanbod blijven uitbreiden he, dat is heel belangrijk. Maar daar zijn zetoch mee bezig hoor.(Axelle)

Misschien praktisch als je zegt, je gaat met verschillende kinderen van grootnaar klein, misschien faciliteiten om gemakkelijk met een buggy door een deur tekunnen.(Jorn)

Page 43: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 38

Ja, aangepaste openingsuren. Maar ja. . . Zaterdagnamiddag al open, dat zoual goed zijn.(Nele)

Volgens mij lijkt het altijd een goed idee om een creche aan te spreken omdatdat nu dikwijls in. . . bij jonge gezinnen een centraal punt is waar dat veel kinderenkomen, denk ik he, of waar veel ouders zo ook komen, dat ik denk van. . .(Yghor)

De bibliotheek en uw boekbaby

Over het algemeen hadden nog slechts weinig gezinnen de weg gevonden naar de bibliotheek.Slechts twee gezinnen gaven tijdens het eerste interview aan dat ze regelmatig naar de bibgingen. Het valt op dat deze vroege bibliotheekgangers allemaal een oudere broer of zushebben. We kunnen dus besluiten dat peuters vroeger naar de bibliotheek gaan dan hunleeftijdsgenoten als ze een oudere broer of zus hebben.

Het aanbod van de baby- en peuterboeken is ondertussen enorm uitgebreid. Uhad mij de vorige keer gevraagd ’als dat project niet bestond, zou u Axelle dan lidgemaakt hebben?’. En toen had ik gezegd ’eigenlijk niet, want een kaart volstaat’.Maar omdat het aanbod zo gegroeid is, zou ik ze zeker en vast lid maken want ikga ook Xander binnenkort lid maken. Ik breng altijd 10 boeken mee, tegenwoordig,dus de kaart van Axelle en mijn eigen kaart, 10 boeken, en hoofdzakelijk danpeuterboeken.(Axelle)

Tijdens het tweede interview bleek dat dit cijfer gestegen was naar vijf gezinnen.

Ja, dat is ondertussen gebeurd. Een keer of drie, denk ik, of zo, dat we geweestzijn. twee keer met hem en dan een keer zonder hem, maar dan dat hij er zelf ookeens kon op verkenning gaan he.(Yghor)

Deze ouders gaven aan tevreden te zijn over de kinderafdeling in hun bibliotheek. Ze vondenhet aanbod nog onvoldoende maar toonden hier begrip voor aangezien Boekbaby’s nog maarnet op poten stond. Alle ouders waren bovendien opgetogen wanneer ze hoorden dat debabyboekjes gewassen of gedesinfecteerd worden nadat ze terug binnengebracht worden. Hetis voor sommigen een doorslaggevende factor geweest om boekjes te gaan ontlenen.

De meeste gezinnen zagen echter voorlopig het nut nog niet in van de bibliotheek. De redenenhiervoor waren uiteenlopend. Ze vonden dat hun kinderen nog te weinig interesse toonden,ze waren bang dat de boekjes te erg beschadigd zouden zijn of ze vonden het aanbod thuisnog voldoende.

Page 44: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 39

Nee, want wij. . . ik zeg het, wij kopen regelmatig boekjes en ja, wij vinden nogaltijd voldoende hier om zijn interesse op te wekken dus. . . Nu al naar de bibliotheekgaan, nee, dat doen wij nog niet.(Jorn)

4.1.3 De bibliotheek: ronde drie

De bibliotheek, voor hen is dat echt iets leuks, dat is interessant en eigenlijk,ze komen thuis en ze hebben direct. . . de zak gaat open en van ’wauw, die boekenen zo’.(Laure)

Ook in dit onderdeel staat de rol van de bibliotheek in het leven van jonge ouders en hunboekbaby’s centraal. Dit is enerzijds gebaseerd op de resultaten van de derde interviewronde,anderzijds op de schriftelijke vragenlijst die door 32 gezinnen werd ingevuld.

De bibliotheek en uzelf

Op de vraag hoeveel boeken de ouders jaarlijks gemiddeld voor zichzelf kopen, waren deantwoorden heel uiteenlopend. Sommige mensen kopen heel wat boeken en gaven vlot toedat ze graag een boek hebben. Ze houden er niet van het boek te moeten terugbrengen na hetgelezen te hebben. Anderen hebben dan weer moeite om veel geld uit te geven aan boeken.Ze vinden het zonde het in hun kast te zetten zonder er ooit nog in te kijken. Op deze manierkwamen we aan een gemiddelde van 4,63 boeken per jaar.

De Standaard Boekhandel, daar gaan wij niet zomaar voorbijlopen. We gaanbinnen en kijken. Iedereen gaat daar zo wat zijn weg en hangt daar wat rond.(Jente)

En ik heb eigenlijk bijna nog nooit een boek gekocht. Boeken die ik gekregenhebben, liggen hier ook en ik vind dat dan zo jammer dat dat maar een keer gelezenis.(Marieke)

De overgrote meerderheid, 84%, van de ouders is lid van de bibliotheek. De bibliotheek lijktsucces te hebben. Wanneer we de gegevens over de frequentie van het bibliotheekbezoekbekijken, moet dit resultaat echter genuanceerd worden.Zevenentwintig van de 32 gezinnen die de vragenlijst invulden, zijn lid van de bibliotheekmaar hiervan zijn er acht gezinnen die de bibliotheek niet of slechts uitzonderlijk bezoeken.De redenen voor dit niet-bezoek zijn uiteenlopend maar sterk gelijkend op de resultaten vande vorige interviewrondes. Tijdsgebrek is de absolute nummer een. De combinatie werk-gezinmaakt het voor heel wat ouders bijna onmogelijk om regelmatig de bibliotheek te bezoeken.

Het is al dikwijls gezegd geweest maar we zijn nog altijd geen lid geworden,nee. En altijd hetzelfde eigenlijk, wegens tijdsgebrek, dat wij daar gewoon niet

Page 45: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 40

naartoe geraken. Het weekend is heel druk voor ons altijd, we hebben een heeldruk weekend.(Sterre)

Maar het zou mij verbazen moesten er nog mensen zijn. . . dus twee bediendesdie gaan werken. . . dat die echt de tijd hebben om ook nog ’s avonds of in hetweekend naar de bibliotheek te gaan en . . . Dat kan ik mij heel moeilijk inbeelden.(Jente)

Andere redenen zijn het bestaan van internet, dat het overbodig maakt om informatie te gaanopzoeken in de bibliotheek, moeilijke openingsuren en een beperkt aanbod.Tijdens de interviews kwam naar boven dat een aantal ouders eigenlijk geen behoefte heeftaan de bibliotheek, ze hebben een aantal kinderboeken thuis liggen en zij vinden dit voldoen-de.Het is frappant te horen dat bibouders de bibliotheek bezoeken omdat hun peuters de aan-geboden boekjes toch snel beu worden en dankzij de bibliotheek heel wat afwisseling hebbenin de boekencollectie, terwijl de niet-bibouders de bibliotheek net niet opzoeken omdat hunkinderen de boekjes echt niet beu worden.

Want die boekskes die ze nu heeft, ze kan haar daar echt mee bezighouden. Omdaar nog andere boeken bij te leggen, ik denk dat ze echt overstelpt gaat worden.(Jente)

Ze zijn daar rap op uitgekeken als ze zo eens een boekje hebben. Terwijl in debib ewel ja, ze worden gewassen, ze zijn proper, het geeft een beetje afwisselingvoor hen.(Laure)

Als de mama’s en papa’s naar de bibliotheek gaan voor zichzelf, doen ze dat in de eersteplaats om op zoek te gaan naar een boek, cd of dvd. Ze gaan er ook om informatie op tezoeken over een bepaald onderwerp, uit interesse of in functie van hun werk of studie.Tijdens de interviews werd echter duidelijk dat heel weinig ouders ook voor zichzelf naar debib gaan. Ze hebben vaak heel weinig tijd om zelf te lezen, hun bibliotheekbezoek beperktzich dus tot het zoeken naar boekjes voor de kroost. Waarom mensen absoluut niet naar debib gaan, is om andere mensen te ontmoeten, werk te zoeken en te surfen op het Internet.

Meestal. . . altijd nu alleen voor Sari. Ik ga nu eigenlijk. . . het is zeker al eenjaar geleden dat ik nog een boek voor mezelf geleend heb. Ik heb zo een mapjeaangelegd met ’als ik ooit veel tijd heb, boeken om te lezen’, maar voorlopig zit dater helaas niet in.(Sari)

Van de 19 gezinnen die maandelijks of meer de bibliotheek bezoeken, doet de meerderheiddat om op zoek te gaan naar fictie, non-fictie en kinder- en jeugdboeken. Muziekcd’s, dvd’sen cd-roms worden slechts door een kleine minderheid ontleend.

Page 46: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 41

Een ruim aanbod, zowel voor zichzelf als voor de kinderen, vinden de ouders het belangrijksteaspect van de bibliotheek. Ook tijdens de interviews kwam dit duidelijk naar voor.

Dat er recente boeken zijn, een ruim aanbod maar ja, ze kunnen toch niet alleshebben, dat is normaal he. Maar ze hebben wel, alle ja, vrij veel, vind ik.(Kobe)

Ouders vinden het eveneens erg belangrijk dat de openingsuren ruim zijn. Voor werkendejonge mensen is dit een heel belangrijke factor om de weg naar de bib gemakkelijk te vinden.Een aantrekkelijke en kindvriendelijke ’babyhoek’ speelt ook een cruciale rol om deze doel-groep te overtuigen de bib te bezoeken.

Dat het gezellig is, dat het kindvriendelijk ingericht is, op hoogte van de kin-deren. Er staan een tafel met stoeltjes, maar er is ook een zithoekske op de gronden er liggen knuffeltjes.(Axelle)

Tijdens de vorige interviewrondes bleek hygiene ten slotte nog een heel bepalende factor te zijnvoor deze jonge ouders. Het belang hiervan neemt af naarmate de boekbaby’s ouder wordenen de boekjes nog maar zelden in de mond steken. Het blijft echter een hele geruststellingdat de boekjes netjes gereinigd worden in de bibliotheek.

Nu minder he, omdat ge daar minder erg in hebt. Maar die periode dat ze veelin hun mond steken, dan vond ik dat wel belangrijk.(Kobe)

De bibliotheek en uw boekbaby

Uit de vragenlijsten blijkt dat ouders jaarlijks gemiddeld 8,03 boeken kopen voor hun boek-baby’s. Dat is bijna tweemaal zoveel als voor henzelf. Misschien hechten de ouders meerbelang aan een uitgebreide kinderboekencollectie dan een eigen collectie? Misschien hebbenze zelf minder tijd om te lezen en kopen ze daarom minder boeken voor zichzelf? Of misschienontwikkelen de peuters zich aan zo’n snel tempo dat ze heel snel boekjes ontgroeid zijn enoverschakelen op andere soorten en vormen?Eerder werd aangehaald dat van de 32 gezinnen die de vragenlijst invulden 19 de bibliotheekmaandelijks of meer bezoeken. Van deze 19 bibgezinnen doen 17 dat samen met hun boek-baby’s.Ook in de interviews werd duidelijk dat heel wat gezinnen de bibliotheek bezoeken, bijnauitsluitend omwille van de kinderen. Van de negen interviewgezinnen die regelmatig de bi-bliotheek bezoeken, doen er acht dat telkens samen met de peuters. Een mama gaf aan nogonvoldoende vertrouwen te hebben in de kleine peuterhanden.

Benjamin gaat nooit mee. Die betrouw ik niet. Trouwens, dan kan je nietrustig kiezen.(Benjamin)

Page 47: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 42

Maar eigenlijk als ze het horen dat ik naar de bibliotheek ga, dan heb ik nietveel kans om alleen te gaan.(Nele)

Wanneer ouders de bibliotheek niet of uitzonderlijk bezoeken, is dat vaak omwille van de,volgens hen, te jonge leeftijd van hun kind of omdat ze liever zelf boeken kopen. Ook tijdis vaak een belemmerende factor. De meerderheid van deze gezinnen is er echter wel vanovertuigd om later met hun kroost de bibliotheek te bezoeken.

Ja, ik denk als ge nu. . . als uw kinderen groter zijn. . . ik ging als kind ook naarde bibliotheek, niet als peuter maar als kind.(Quetzalli)

Uit de interviews bleek reeds dat voorlezen voornamelijk een taak is voor de mama’s. Ookhet bezoeken van de bibliotheek is een overwegend vrouwelijke taak. Dit bleek zowel uit deinterviews als uit de vragenlijsten.Slechts een aantal ouders gaf aan zoveel mogelijk samen te doen, ook het bezoeken van debib.

Ik, ja, uitsluitend, bijna. Ik denk niet dat Frederique al een keer met Mariekenaar de bibliotheek geweest is.(Marieke)

Ik doe alles, ik doe Jente ook in bad, ik maak die ’s morgens wakker, ik doe diehaar kleren aan, ik ga eten halen in de winkel als ik terugkom van mijn werk ofzo. We proberen ons te optimaliseren in onze tijd. Maar als we samen zijn, doenwe meestal samen.(papa van Jente)

Van alle gezinnen die lid zijn van de bibliotheek en daar maandelijks over de vloer komen,doet de helft dat even vaak als voor het project Boekbaby’s, de andere helft doet dit vaker.Ook de interviews leverden dit resultaat op, hoewel daar sneller duidelijk werd dat vooral degezinnen waar ook oudere kinderen in het gezin zijn voordien al vaak gingen en nu dus nietsignificant meer.

Maar we gaan nu wel heel regelmatig terwijl vroeger was dat zo gewoon eenkeer voor de kaart af te stempelen.(Sari)

Nee, niet vaker. Ik ben daarmee begonnen toen Elian zo’n kleine twee jaar wasen dat is gewoon gebleven.(Nele)

Bij het invullen van de vragenlijst is de boekbaby gemiddeld 23 maanden oud en deze be-zocht de bib voor de eerste maal op 6,5 maanden. Slechts 14 van de 28 frequente bibbezoekers

Page 48: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 43

(interview en vragenlijst inbegrepen) heeft meerdere kinderen thuis rondlopen. Het is opval-lend dat deze oudere gezinsleden op een significant hogere leeftijd de bib voor de eerste maalbezochten, met een gemiddelde van 2,5 jaar.

De leeftijd van Axelle, twee jaar, 2,5. 2,5, denk ik.(Axelle; over de leeftijd van broer Xander toen die voor de eerste keer naar de bibging)

Oeh, jong ze. Een paar maand, ik kan het niet meer zeggen. Van als ze heelklein is. . . gauw, van als wij gecontacteerd zijn voor dat project ben ik eigenlijkregelmatig geweest.(Marieke)

Net zoals voor mama en papa komen voor de boekbaby vooral boeken mee naar huis. Dvd’sen cd’s doen het echter ook opvallend goed voor deze jonge doelgroep, hoewel veel oudersverwijzen naar de korte uitleentermijn voor dvd’s die het hen vaak niet gemakkelijk maakt.

Ja, 10 boekjes voor hen samen en een cd’tje of twee cd’tjes. En de dvd’tjesvragen ze vaak maar dat vind ik zo moeilijk omdat ge die maar 14 dagen moogthouden.(Nele)

De periode is zeker te kort voor de uitleen van dvd’s en zo. Dat is maar eenweek of twee weken. Dat is wel een drempel dan om ze niet mee te nemen. Wehebben dat eens een keer gedaan en wij waren te laat. Dat is echt te kort.(Jente)

Vertrouwen mama en papa de smaak van hun kapoen of hebben ze ook zelf graag iets tezeggen over de boekjes die meegaan naar huis? Ook hier zijn grote verschillen vast te stellentussen de gezinnen. In een groot aantal gezinnen bepaalt mama wat meegaat naar huis. Depeuters houden er immers meer van om alle boekjes uit de rekken te halen dan er effectiefeentje te kiezen. Als de peuter dan toch een boekje komt tonen, mag het vaak wel mee maarmama bewaakt toch dat ze zeker voldoende verschillende soorten boeken mee heeft. Anderemama’s beperken zich dan weer tot de begeleiding van hun kroost naar de boekjes die voorhen bestemd zijn en laat de keuze aan hen. Nog een andere mama heeft een goede afspraakmet haar kapoen, elk twee boekjes.

Moesten ze afkomen met eentje, mogen ze het zeker meenemen. Maar eigenlijkal de rest vul ik wel zelf aan, dat ik inderdaad zie dat ik een paar goede voorlees-boeken heb, even goed iets rond een bepaald thema.(Laure)

Ja, we verdelen het een beetje. In het begin kozen we alles zelf, gewoon omdathij meer ging spelen. Maar dat was in het begin maar nu kijkt hij ook echt naar

Page 49: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 44

boekjes en ook naar de andere kinderen die daar. . . ook grotere, als er zijn die daarboekjes komen ontlenen of die daar aan de tafel gaan zitten, dan wilt hij dat ookhe, hij wilt erbij gaan kijken of. . .(Kobe)

Veel ouders geven aan extra boekentips wel te apprecieren. Voorleestips mogen ook altijdmaar zijn minder noodzakelijk omdat de ouders hier meer hun eigen stijl gaan gebruiken.

En voorleestips ja, dat mag altijd wel, dat vind ik. . . maar uiteindelijk doet gedat zelf wel. En ik vind, als ouder, als ge met uw kinderen bezig zijt, ja, ge laatu altijd wel een keer een beetje gaan daarin he. nee, dat mag ook altijd maar datvind ik niet echt nodig.(Sterre)

Mama’s en papa’s vinden het vaak niet eenvoudig om op zoek te gaan naar goede kinder-boeken. Zeker wanneer dit hun eerste kind is, zijn boekentips extra interessant. Deze ouderswillen het bovendien graag goed doen en appreciA�ren daarom elke bron van informatie.

Ik ga nu zeker op die site gaan kijken want ja, ik doe maar wat dat ik denk datgoed is. Maar er zou wel wat variatie mogen. Sari klaagt niet, maar ja, ze weetmisschien van niet beter.(Sari)

Het mag iets nieuws zijn he, het is ook mijn eerste kindje, het moet niet echteen gebruiksaanwijzing zijn maar zo bruikbare tips ’vanaf die leeftijd, ge zou keerdat of dat kunnen proberen’. Niet dat het niet gaat nu he, maar het zou welinteressant zijn.(Marieke)

Hebben de ouders van onze boekbaby’s het gevoel nu meer aandacht te besteden aan boekenen baby’s? Opnieuw zijn de meningen verdeeld. Ongeveer de helft antwoordt positief, deandere helft negatief.

Het zou hetzelfde geweest zijn, ja. Ik denk, je moet zo, je moet dat zo natuurlijkmogelijk doen he. Ja, dat is gewoon. We hebben er geen rekening mee gehouden.We hebben wel extra boekjes gekregen en dat was wel handig.(Jorn)

Enkele ouders geven aan dat ze wel degelijk evenveel aandacht eraan zouden besteed hebbenmaar dat ze absoluut zo vroeg nog niet de stap zouden gezet hebben naar de bib.

Misschien later wel, maar ja, ik vind het dan eigenlijk spijtig dat je inderdaadzou moeten wachten totdat een kind zes of zeven jaar is om daarmee te beginnen.Nee, eigenlijk wel blij dat we. . . dat dat hier in het gezin een gewente is van naarde bibliotheek te gaan.(Laure)

Page 50: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 45

4.2 Bibliotheken

Het leuke vind ik dat dat mensen zijn die al jaren lid zijn van de bibliotheek,en zijn er een aantal die terugvallen, en dan hebben ze kleintjes en dan komen zeterug. En dan zijn ze dikwijls zelf terug vertrokken omdat ze materialen zien dievoor hen ook interessant zijn.2

We luisterden ook naar de stem van de bibliotheekmedewerkers. In wat volgt, worden deresultaten van de drie focusgesprekken gebundeld.

Boekbaby’s

Alle bibliotheken gaven aan heel tevreden te zijn over hun deelname aan het project. Ze be-reiken nu meer jonge lezertjes dan voor hun deelname, de ouders zijn bovendien erg tevreden.Op de vraag of deze toename enkel te wijten is aan Boekbaby’s, waren de meningen echterverdeeld. Dankzij het project konden de bibliotheken hun aanbod uitbouwen, een babyhoekinstalleren en gerichte acties ondernemen. De inspanningen op zich moeten echter door debibliotheken zelf geleverd worden. De bibliotheek bereikt bovendien ook jonge kinderen viatal van andere kanalen zoals de school.

De ouders hadden ook de neiging van te denken van pas als ze naar schoolgaan, mogen ze naar de bibliotheek komen voor boekjes. En dat project heeft datwel opengetrokken en toch wel een nieuwe doelgroep aangesproken, vind ik.

Ondanks hun deelname aan Boekbaby’s en de positieve resultaten ervan, gaven verschillendemedewerkers aan onvoldoende tijd en geld te hebben om in het project te investeren. Er isnamelijk een groot verschil tussen kleine bibliotheken, waar medewerkers Boekbaby’s naasthun bestaande takenpakket erbij nemen, en grote bibliotheken waar zelfs een aparte werkgroepkan opgericht worden. Iedereen was ervan overtuigd dat er meer zou gedaan worden indiener meer tijd en geld zou zijn.

De meerderheid van de bibliotheken was tevreden over de eigen geleverde inspanningen. Hetproject heeft succes en krijgt regelmatig positieve feedback. Enkelen verwezen echter meteennaar een aantal externe factoren die het verloop van het project wel bemoeilijkt hebben. Zowas het voor sommigen niet eenvoudig om aan de gegevens van toekomstige boekbaby’s tegeraken. Anderen hadden onvoldoende budget om ook de filialen te voorzien van babyboeken.Nog anderen klaagden over de enorme was die een babycollectie met zich meebrengt.

Het uitbouwen van de collectie bleek eveneens een heikel punt. Aanvankelijk was er geenaanbod voor baby’s en moesten de bibliotheken via allerlei kanalen op zoek naar leuke boek-jes. Velen kwamen toen terecht in speelgoed- en babywinkels en waren verplicht alle titels,goed of slecht, te nemen om toch maar een aanbod te hebben. Ondertussen hebben echterook uitgeverijen en boekhandelaars deze jonge doelgroep ontdekt en is er een explosie aan

2De resultaten van de focusgroepen werden anoniem verwerkt.

Page 51: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 46

babyboeken tot stand gekomen. De bibliotheken zijn hier niet rouwig om, hoe groter hetaanbod, hoe eenvoudiger de keuze.

De helft van de pilootbibliotheken gaf toe dat ze twee jaar geleden zonder de steun vanStichting Lezen en VCOB nooit aan dergelijk project zouden begonnen zijn. Ze zouden nietgeweten hebben hoe, ze zouden de toestemming niet gekregen hebben van hun oversten, zezouden het geld niet gehad hebben.

Ja, het is gemakkelijker om in te spelen op wat aangeboden wordt en dan zelfverder uit te bouwen dan helemaal alleen van nul te beginnen.

Dit is een vaststelling die enigszins kan verwonderen aangezien toch een aantal bibliothekenzelfstandig een babyproject uit de grond heeft gestampt, en dit toen Boekbaby’s nog moestgeboren worden. Zowel de bibliotheek van Eeklo als die van Wetteren had een projectsubsidieaangevraagd en gekregen. Dankzij deze financiele steun konden ze de babyhoek uitbouwen,themamateriaal bestellen en promotie voeren.Alle zelfstandige bibliotheken zijn trots op hun project maar reageren tegelijk positief op hetproject Boekbaby’s. Ze beschouwen de overkoepelende steun als een absolute meerwaarde.

Dat is toch al heel wat denkwerk gespaard voor, ja die ondersteuning. Danmoet je het allemaal niet meer zelf gaan uitvinden.

De meningen over de steun van Stichting Lezen en VCOB zijn desondanks uiteenlopend. Hetwas voor de medewerkers niet duidelijk wie welke taken voor zijn rekening nam. Bovendien waser vooraf geen duidelijkheid over de leeftijd van een boekbaby. Boekbaby’s zijn, volgens allebibliotheekmedewerkers, jonger dan 18 maanden. De peuter- en kleuterboeken die StichtingLezen aanraadde, werden daarom niet door iedereen gesmaakt.

Over de studiedag was iedereen dan weer lovend. Niet alle informatie was er even nuttigaangezien ook de website en het forum bronnen van informatie zijn, maar dat vonden demedewerkers absoluut niet erg. Ze werden op deze dag helemaal ondergedompeld in deboekbaby’s-sfeer.

Het groepsgevoel, dat je daar met heel veel mensen samen zat om ook eensbijvoorbeeld die gastspreker te horen, hoe het er in andere landen aan toe gaat. Ikkwam daar buiten met mijn collega en gezegd van ’wij zijn goed bezig’.

Voorlezen voor baby’s en peuters

Een van de tien pilootbibliotheken heeft een activiteitenprogramma voor boekbaby’s. Debibliotheek van Kortrijk organiseert snoezelmomenten die in een mum van tijd volzet zijn.Alle andere bibliotheken vinden baby’s hiervoor te jong en voorzien pas activiteiten voorkinderen vanaf drie jaar.

Page 52: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 47

Het duurt 45 minuten, daarvan gebruiken we 30 minuten. Die andere 15 mi-nuten dient voor het binnenkomen en het weer weggaan, want we zitten in eenkleine ruimte op de grond, [. . . ] die verduisterd is, het is allemaal met sfeerlichtenen er zijn daar draaiende bollen waar ze naartoe kunnen kijken. We beginnenmet een muziekje af te spelen als de mensen binnenkomen, dan moeten ze gaanzitten, met telkens een begeleider per kind. Het eerste wat wij doen is samen eenversje zeggen, een iemand zegt het versje en de ouders doen mee met het kind opde schoot. En dan gaan we zingen, een liedje die de mensen zelf nog kennen vanvroeger, rijmliedjes en zo en dan komt er opnieuw een gedichtje. En dan wachtenwe eventjes, zo een vijf minuutjes dat de ouders zelf met de baby’s bezig zijn, zeeventjes tot rust laten komen en dan laten we ze opnieuw hetzelfde liedje horenvan in het begin en herhalen we het nog een keertje. Op die manier doen we dat.Wij waren heel erg bang voor het gehuil in het begin, maar ze zijn zodanig onderde indruk van wat ze zien en zo en ze zijn natuurlijk bij hun vertrouwde persoon.

Alle bibliotheken waren het erover eens dat ze een belangrijke rol spelen in de leesbevorderingbij boekbaby’s en peuters. Ze relativeerden dit echter meteen, de uiteindelijke beslissing ligtimmers bij de ouders. Vanaf het moment dat de kinderen naar school gaan, wordt het aandeelvan de bibliotheek groter dankzij onder andere klasbezoeken.

Maar hoe beter de bibliotheek het aanbrengt, hoe minder bezwaren er zijn bijde ouders.

De babyhoek: inrichting en presentatie

De meerderheid van de bibliotheekmedewerkers vond dat een babyhoek zowel op maat vande ouders als van de boekbaby’s moet ingericht zijn.Hoewel baby’s al een duidelijke voorkeur hebben voor bepaalde boeken, zijn het toch vaak deouders die kiezen. Voor hen is een gestructureerd aanbod dan ook belangrijk.Het spreekt echter voor zich dat een babyhoek tegelijk veilig en aantrekkelijk moet zijn voorde allerkleinsten. In heel veel bibliotheken staat een box of een hekje om te voorkomen dat debaby’s en peuters op wandel gaan. De boekjes zelf worden geordend in een boekenhuisje, eentrein of lage bakjes op de grond. Een speelmat, speelgoed en vrolijke tekeningen of affichestegen de muur moeten voor de afwerking zorgen.

Zowel de eerste als de tweede focusgroep kwam al snel bij het thema ’labeling’ terecht. Hetis niet evident om plastic en textielboekjes van een code te voorzien.De meerderheid van de bibliotheken legt aan de uitleenbalie een extra Boekbaby’s-map. Indeze map staan de codes van alle babyboeken. Bibliotheekmedewerkers moeten in de map opzoek naar de betreffende code en deze inscannen.Grote bibliotheken hebben echter vaak een paar honderd boeken in de babycollectie en voorhen is het systeem met de map onhoudbaar. Zij voorzien met een textielstift elk boek vaneen code en tikken deze aan de balie in in de computer.

Page 53: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 48

Ook wat betreft het proper houden van de boekjes moesten de bibliotheken op zoek naar eensysteem.De meeste bibliotheken wassen de textielboekjes met de hand. Sommigen doen dit zelf, ande-ren werken samen met een beschutte werkplaats of met vrijwilligers. Voor bibliotheken meteen erg uitgebreide babycollectie stelt zich hier echter opnieuw een probleem. De medewer-kers van deze bibliotheken nemen de textielboekjes mee naar huis om in de wasmachine testeken. De randen van deze boekjes moeten vooraf echter nog goed dicht gestikt worden omte voorkomen dat de stof zich ophoopt. Voor deze bibliotheken zou een eigen wasmachine eenbetere oplossing zijn maar het spreekt voor zich dat dit zware kosten met zich meebrengt.De plastic en kartonboekjes worden gedesinfecteerd. Vroeger gebeurde dit met Dettol. Ditproduct werd echter verboden en vervangen door Lechat.

Promotie van het baby-aanbod

Een project is pas bekend bij het grote publiek wanneer er voldoende publiciteit is. Veel laghierbij in handen van de bibliotheken zelf. De bibliotheek van Eeklo gaf bijvoorbeeld aan datze meer promotie zouden voeren indien ze opnieuw zouden kunnen beginnen.

Ik denk dat wij in het begin te weinig promotie gemaakt hebben. En dat is tochwel belangrijk dat je veel de kranten en de plaatselijke, de televisie desnoods of deradio. Ik denk dat dat heel belangrijk is, want inderdaad, veel mensen weten nietdat ze met zo’n kleine kindjes naar de bibliotheek kunnen komen.

Vermoedelijk is hier voor alle bibliotheken nog werk aan de winkel aangezien de stelling datelke bibliotheekbezoeker Boekbaby’s kent unaniem negatief beantwoord werd. De meestenvoegden hier echter meteen aan toe dat ze dit niet noodzakelijk vinden. Dit zou natuurlijkinteressant kunnen zijn aangezien de boodschap dan sneller verspreid zou worden, maar hetblijft waarschijnlijk een droom.Het is bovendien belangrijk dat elke bibliotheekmedewerker, en niet alleen de jeugdverant-woordelijke, achter het project staat. Volgens de vragenlijsten bleek dit in elke bibliotheekhet geval. Tijdens de focusgesprekken kwam echter naar voren dat niet alle medewerkersbereid zijn om de babyboekjes te wassen en dat het project voor sommigen een ver-van-hun-bed-show is.Ook de steun van de bibliothecaris is doorslaggevend en dat kunnen de bibliotheken alleenmaar bevestigen.

Dat stond allemaal op een heel laag pitje. Dat had een beetje te maken met debibliothecaris, die niet echt dynamisch was of daar voor was. Nu is die met pensi-oen en is er wel ruimte voor. Vandaar dat we ook gestart zijn met de Boekbaby’sen alles wat mogelijk is om mee op de kar te springen om een beetje de link teleggen met de jeugd en dat een beetje op te bouwen.

Page 54: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 49

Ouders

Men zou kunnen veronderstellen dat de bibliotheekmedewerkers meer contact hebben metBoekbaby’s-ouders dan met andere bezoekers. De ouders kwamen er immers al geregeld overde vloer. Ze haalden de boekenpakketten af, schreven hun kind in, kregen een rondleidingenz. De meningen over deze stelling waren echter verdeeld. Er zijn immers grote verschillentussen kleine en grote bibliotheken. Grote bibliotheken krijgen ontzettend veel bezoekers overde vloer, tellen veel personeelsleden en vaak verschillende afdelingen. In kleine bibliothekendaarentegen heerst vaak een meer familiale sfeer. Het aantal bezoekers en personeelsleden iser beperkt waardoor al snel iedereen elkaar kent en een praatje maakt.Enkelen verwezen naar het uitgebreide takenpakket van een bibliotheekmedewerker. Dit zorgtervoor dat er minder tijd over blijft voor de bezoekers.

Ik vind het heel spijtig dat er bij ons, en waarschijnlijk in de meeste bibliothekenniet meer tijd is om bezig te zijn met de bezoekers.

De bibliotheekmedewerkers peilen bovendien zelden naar de mening van ouders over hetproject. Ze vangen echter wel regelmatig indirecte signalen op. Een enorme berg was, eenoverrompeling van kinderwagens tijdens het weekend en opmerkingen van de ouders zelf wijzenop een groot succes.

Een babybeleid in de bibliotheek: samenwerking met partners

De bezoekersaantallen van de website en het forum toonden aan dat beide kanalen slechtsin beperkte mate gebruikt worden door de bibliotheken. De vragenlijsten bevestigden dezevaststelling.De focusgesprekken brachten aan het licht dat de website slechts zelden aangepast wordt.Eens je de website gezien hebt, weet je alles. Voor henzelf is dit met andere woorden nietlanger interessant. Voor bibliotheken die starten met een babycollectie kan dit echter wel eenbelangrijke bron van informatie zijn. Bij vragen van ouders wordt bovendien heel vaak naarde website verwezen.Wat het forum betreft, kwam hier opnieuw het tijdsaspect ter sprake. Alle medewerkers zijnde hele dag door in de weer en krijgen zelden de kans zich even aan de computer te installe-ren. Indien het forum deel zou uitmaken van Bibnet, een online netwerk voor alle Vlaamsebibliotheken, zou het vermoedelijk meer succes hebben.Ondanks het beperkte succes van de website en het forum is er veel contact tussen bibliothe-ken. Bij vragen of problemen bellen ze elkaar op, brengen ze elkaar een bezoekje of sprekenze elkaar aan na een vergadering.

Dat is wel typisch aan het bibliotheeklandschap dat je mekaar makkelijk vindt.Je ziet mekaar op verschillende gelegenheden, je kan telefoneren als je ergensvastzit en zo.

Alle deelnemers waren het erover eens dat externe partners noodzakelijk zijn om een projectals Boekbaby’s bekend te maken bij het grote publiek. Vooral in functie van promotie is de

Page 55: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 4. Onderzoeksresultaten 50

samenwerking met onthaalmoeders en creches, vroedvrouwen, de dienst bevolking enz. nood-zakelijk.Het werd echter al snel duidelijk dat deze samenwerking niet altijd evident is. Kinderopvang-centra geven niet graag de gegevens van hun jonge clienten vrij, de dienst bevolking is vaakniet gemotiveerd om brieven te sturen naar een paar honderd gezinnen. Bovendien zijn debibliotheken vaak afhankelijk van de welwillendheid van hun partners wanneer pakketjes ofbrochures moeten uitgedeeld worden.

Het probleem is natuurlijk, hoe verder je gaat, met hoe meer partners je sa-menwerkt, aan hoe meer regels je moet gaan houden en hoe moeilijker het eigenlijkwordt om te doen wat je wil.

Een bibliotheek gaf aan nu pas begonnen te zijn met netwerking. Het uitbouwen van decollectie was voor hen een eerste stap. Dat is gebeurd, dus nu wordt het tijd voor externepartners.

Alle deelnemers waren er ten slotte van overtuigd dat specifieke kennis en vaardigheden nietnoodzakelijk zijn om aan een project als Boekbaby’s mee te werken. Je moet wel over eenzekere voeling met en interesse in kinderen beschikken. Ook het belang van een gemotiveerdebibliothecaris werd opnieuw aangehaald.

En de bibliothecaris doet ook heel veel, denk ik. Wij hebben een heel enthousi-aste bibliothecaris, die altijd heel open staat voor vernieuwingen, en nieuwe dingenen ik denk dat dat wel belangrijk is.

Page 56: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 5

Besluit

5.1 Conclusies

5.1.1 Boekbaby’s

Doorheen dit artikel probeerden we te achterhalen of ouders de inspanningen van de biblio-theek apprecieren. Vinden zij de inrichting van de babyhoek belangrijk? Hechten ze waardeaan de hygienische voorzorgen? Zetten ze dankzij Boekbaby’s sneller de stap naar de biblio-theek? En wat vindt hun kroost hiervan? Genieten ze van de uitjes naar de bibliotheek? Ofis dat een uistekende gelegenheid voor een dutje?

Ouders

Alle geınterviewde ouders zijn overtuigd van de voordelen die de bibliotheek biedt. Nietiedereen bezoekt de bibliotheek echter even vaak. Het gaat dan overwegend over werkendejonge ouders die nog volop zoeken naar de routine van hun leven. Ze vinden hun aanbod thuisvoldoende en beschikken over te weinig tijd om van de bibliotheek een gewoonte te maken.Dit onderzoek bracht aan het licht dat de fervente bibliotheekbezoekers in de meeste gevallenreeds kleuters en lagere schoolkinderen hebben rondlopen. Ze gingen dus vaak al voor destart van Boekbaby’s naar de bibliotheek en nemen sinds hun deelname aan het project ookhun jongsten mee. Deze gezinnen zijn erg tevreden over de inspanningen van de bibliotheek.Ze vinden het belangrijk dat de inrichting aangepast is aan hun kinderen, dat het aanbodvoldoende uitgebreid is, dat het personeel vriendelijk is en dat er aandacht is voor hygiene.Deze vier wensen worden in de meeste gevallen vervuld. Wanneer dit niet het geval is, is datmeestal omwille van het project dat nog in de startblokken staat. Ouders hebben hier begripvoor en wachten geduldig op de uitbreiding.

De meeste ouders zijn niet vaker met boeken bezig sinds hun deelname aan Boekbaby’s. Zegeven aan er wel bewuster mee bezig te zijn en sneller de stap gezet te hebben naar debibliotheek dan wanneer ze niet hadden deelgenomen. Dit bevestigt de bevindingen van deUniversity of Surrey Roehampton (2001).

51

Page 57: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 5. Besluit 52

Boekbaby’s

Een beperkt aantal boekbaby’s bezoekt samen met mama en papa de bibliotheek. Zij zijnechter allemaal dol op dit huis vol boeken. Ze kunnen er naar hartenlust rondkruipen in debox, spelen met het aanwezige speelgoed en boekjes uit de rekken trekken. Als ze horen datmama en papa naar de bib gaan, willen ze absoluut mee. Van huiswaarts kerende ouders mettegenspartelende baby’s en peuters kijkt niemand raar op.

Deze resultaten willen echter niet insinueren dat alleen boekbaby’s die de bibliotheek bezoekenechte boekenwurmen zijn. Bij alle deelnemende baby’s groeide hun boekenliefde in de loopvan het project. Bij de ene baby was die groei sterker dan bij de andere, maar alle ouderswaren het erover eens: boeken slaan aan.

5.1.2 Bibliotheken

En wat met de inspanningen van de pilootbibliotheken? Lonen deze de moeite? Worden zegedragen door het hele bibliotheekteam of enkel door de jeugdverantwoordelijke?Zowel de vragenlijsten als de focusgroepen toonden aan dat de inspanningen van de bibliothe-ken vruchten afwerpen. Alle pilootbibliotheken zien sinds hun deelname aan Boekbaby’s hetaantal baby’s en peuters in de bibliotheek stijgen. Na een aantal kinderziekten is elke biblio-theek erin geslaagd de eerste twee stappen van het draaiboek van Fasick (1998) succesvol tedoorlopen: een aangepast aanbod voor baby’s en peuters voorzien en de inrichting aanpassenaan de jongste doelgroep.

Knelpunten

Een knelpunt volgens Fasick (1998) is het uitblijven van een activiteitenaanbod. Om deaandacht blijvend op de bibliotheek te vestigen, is het aangewezen om elke zes maandeneen activiteit aan te bieden. Weinig bibliotheken nemen hiertoe het initiatief, vaak omwillevan een gebrek aan tijd en expertise. Tijdens de interviews gaven veel ouders echter aandat hun kinderen hiervoor nog te jong zijn. Ze hebben dus weinig interesse in activiteitenvoor baby’s en peuters en ervaren dit dan ook niet als een tekort. Een bibliotheek die wel opregelmatige basis snoezelmomenten organiseert, heeft het echter over een groot succes. Indienhet aanbod er zou zijn, zouden ouders er dus misschien toch gebruik van maken. Misschienmaakt ’onbekend’ dan toch ’onbemind’?Wat veel bibliotheken en ouders echt als een werkpunt beschouwen, is de promotie van hetimago van de bibliotheek en de samenwerking met externe partners. Verschillende oudersmerken op dat bibliotheken te weinig reclame maken voor hun baby- en peutercollectie. Zezijn ervan overtuigd dat vele ouders in hun gemeente waarschijnlijk niet op de hoogte zijn vanhet aanbod. Om het aanbod bekend te maken, is echter samenwerking met externe partnersnoodzakelijk en daar knelt bij een aantal bibliotheken het schoentje.De samenwerking met de gemeentediensten en diensten voor kinderopvang loopt niet steedsvan een leien dakje. Bibliotheken zijn vaak op zoek naar gegevens van gezinnen waar net eenkindje is geboren, maar wegens de wet op de privacy worden deze gegevens zelden prijsgegeven.

Page 58: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 5. Besluit 53

Ook wanneer bibliotheken andere diensten vragen om folders te verspreiden, treden problemenop. De bibliotheekmedewerkers hebben dit niet in de hand en vragen zich af of de folders welsystematisch verdeeld worden.De bibliotheken zelf zijn echter ook niet altijd even gemotiveerd om het netwerk uit te breiden.Verschillende pilootbibliotheken zijn nu pas aan deze stap toe. Anderen zijn bang voor eensamenwerking met teveel partners. Dit brengt volgens hen heel veel afspraken en problemenmet zich mee.Hoewel bibliotheken onderling heel sterk communiceren, stellen we vast dat de samenwerkingmet andere partners niet evident is. Ook van den Berg (2003) stelde eerder in Nederland vastdat een structurele samenwerking tussen verschillende partners vaak nog te wensen overlaat.Er is duidelijk nood aan een sterker maatschappelijk draagvlak om de Boekbaby’s-filosofiebekend te maken en te integreren.

De bibliothecaris

In de literatuur kwam aan bod dat een belangrijke taak weggelegd is voor de bibliothecaris.Deze moet over voldoende management- en sociale vaardigheden beschikken om een project alsBoekbaby’s te doen slagen. Indien de bibliothecaris niet achter het project staat, heeft dit vaakheel weinig kans op slagen. De onderzoeksresultaten bevestigen dit. Verschillende bibliothekenkonden pas aan de uitbouw van een babyhoek beginnen toen een conservatieve bibliothecarisvervangen werd door een dynamische bibliothecaris die openstaat voor vernieuwing.

Niet alleen de bibliothecaris en de jeugdverantwoordelijke moeten het project echter steunen,het is belangrijk dat het hele team de Boekbaby’s-boodschap uitdraagt. Verschillende bibli-otheekmedewerkers bleken er alleen voor te staan om de babyboekjes te onderhouden. Ditleidt vaak tot frustraties bij de projectverantwoordelijken.

5.1.3 Beperkingen en aanbevelingen tot verder onderzoek

Steekproef vs. populatie

De resultaten van dit onderzoek kunnen niet zonder meer veralgemeend worden naar de totalepopulatie. Slechts 82 gezinnen maakten immers deel uit van deze steekproef. Van deze 82gezinnen interviewde ik er slechts 12. Deze steekproef kon bovendien niet als een spiegel vande maatschappij beschouwd worden. We stelden vast dat hoofdzakelijk middenklassegezinnengereageerd hadden op de oproep tot deelname. Ook wat betreft het onderzoeksluik met debibliotheken moeten we voorzichtig zijn met veralgemeningen. De vragenlijst werd door amper10 bibliotheken ingevuld. Aan de focusgroepen namen slechts 12 bibliotheken deel.

Vervolgonderzoek

Wat tegelijk een beperking van dit onderzoek en een tip voor vervolgonderzoek is, is het ont-breken van een controlegroep. Op basis van dit onderzoek kunnen we moeilijk vergelijkingenmaken met baby’s en peuters die niet deelnamen aan Boekbaby’s. Het kan echter interessant

Page 59: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 5. Besluit 54

zijn om na te gaan op welke manier deze doelgroep omgaat met boeken en voorlezen en hoeen op welke leeftijd zij de weg vinden naar de bibliotheek.

Verder onderzoek kan zich eveneens toespitsen op de langetermijneffecten van Boekbaby’s.Blijven deze boekbaby’s lid van de bibliotheek? Nemen ze binnenkort hun babybroers en–zussen mee? Heeft het vroege bibliotheekbezoek invloed op hun (voor)leesgedrag? Slagende bibliotheken erin om hun babyaanbod te onderhouden en uit te breiden en om op eenefficiente manier samen te werken met externe partners?

5.2 De blik van de pedagoog

Ik ben al een echte baby

Projecten als Boekbaby’s illustreren de maatschappelijke trend waarbij kinderen steeds meerals volwassenen in spe beschouwd worden. Alles wat voor volwassenen verkrijgbaar is, is datook voor kinderen, maar dan in een kleiner formaat. Ook het culturele aanbod dat overwe-gend voor adolescenten en volwassenen bestemd is, kent stilaan uitbreiding en wordt steedsmeer en beter afgestemd op de allerkleinsten: theatervoorstellingen voor kinderen, concertenvoor baby’s, creaworkshops voor kleuters. De bibliotheek kan natuurlijk niet achterblijven enis onder andere dankzij Boekbaby’s aan een inhaalmanoeuvre begonnen.Het is een positieve tendens die we zouden kunnen toejuichen. Kinderen worden betrokkenbij en zijn zich bewust van het wel en wee in de wereld. Ze ontwikkelen een eigen mening endat vinden we belangrijk.

Nooit was er zoveel aandacht en zorg voor de wensen van het kind, nooit zo’nspeelruimte op maat, nooit eerder zo’n geavanceerde markt voor de allerkleinsten.(Godot, 2003, p. 24)

Verschillende bibliotheekmedewerkers gaven tijdens de focusgroepen aan dat er een wareexplosie aan baby- en peuterboeken aan de gang is en dat ze dit absoluut niet erg vinden.

Maar anderzijds, dat commerciele, ik denk alles dat met kleine kindjes te ma-ken heeft, maken ze commercieel, van badhanddoeken tot, ja, het zijn niet enkelde boekjes. We kunnen er niet aan ontsnappen. Maar ik denk dat wij ons daarniet zoveel zorgen over moeten maken. Omdat wij het op een andere manier aan-bieden.1

We moeten er ons echter van bewust zijn dat de nu beschikbare baby- en peuterliteratuurniet steeds even waardevol is. Boekjes met bekende televisiefiguurtjes in de hoofdrollen bij-voorbeeld maken overwegend deel uit van een commercieel circuit. Voor de producenten zijnkinderen vaak alleen maar economisch interessant. In dit opzicht ben ik van mening dat bi-bliotheekmedewerkers hier niet aan kunnen ontsnappen maar wel waakzaam moeten zijn enzoveel als mogelijk moeten proberen een kwalitatief aanbod te garanderen.

1De resultaten van de focusgroepen werden anoniem verwerkt.

Page 60: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 5. Besluit 55

Het succes van het boekenpakket

Als pedagoog in spe geloof ik in de meerwaarde van de verspreiding van boekenpakkettennaar baby’s en peuters. Als we de onderzoeksresultaten van Bookstart en Boekbaby’s mogengeloven, is er een positief effect. Ouders zijn dankzij deze projecten vaker en bewuster metboeken en baby’s bezig. Ze zetten bovendien sneller de stap naar de bibliotheek. Dit allesheeft een positief effect op de taalontwikkeling en het latere leesleven van kinderen.Een boekenpakket kan een duwtje in de rug zijn maar toch ben ik ervan overtuigd dat er meernodig is dan dit om ouders ook van de Boekbaby’s-filosofie te doordringen. Ik meen dat wemet dit pilootproject vooral dıe mensen bereikt hebben die Boekbaby’s eigenlijk niet nodighebben. De deelnemende gezinnen kwamen ook overwegend uit een hogere sociale klasse,waren reeds overtuigd van het belang van voorlezen en zagen Boekbaby’s als een uitgelezenkans om hun boekencollectie uit te breiden. Wanneer Boekbaby’s een landelijk project wordt,wordt vanzelfsprekend elk Vlaams gezin bereikt maar we moeten er rekening mee houden datniet alle verspreiders van boekenpakketten door iedereen even hard gewaardeerd worden endat er vermoedelijk heel wat ouders zijn die niet goed weten wat ze moeten aanvangen methun baby en een boek. Samenwerking met laagdrempelige organisaties zoals OCMW, speel-o-theken en opvoedingswinkels kan voor deze doelgroep aangewezen zijn. Kraamklinieken,gynaecologen en cultuurhuizen hoeven tevens niet de enige partners te zijn om promotiete voeren voor dergelijke projecten. Ook grote evenementen of kleine volksfeesten kunnenuitstekende locaties zijn voor promocampagnes en voorleesuurtjes.

Het succes van de babyhoek

Ik stelde bovendien vast dat de babyhoek in de bibliotheek slechts een matig succes kent.Het aantal leden tussen nul en drie jaar stijgt in de meeste bibliotheken maar slechts eenkleine minderheid van de geınterviewde gezinnen brengt de bibliotheek regelmatig een bezoek.Aanvankelijk had ik weinig begrip voor de gezinnen die geen gebruik maken van het aanbodvan de bibliotheek. Het is zo belangrijk om je baby te laten kennismaken met boeken en(voor)lezen, dat je wel dom zou zijn om deze kans niet met beide handen te grijpen. Tijdenshet project moest ik mijn mening echter bijstellen.

De redenen waarom ouders de bibliotheek niet bezoeken zijn immers voor de hand liggenden begrijpelijk: het gaat hier vaak over jonge tweeverdienergezinnen die na een werkdag nochde tijd, noch de moed vinden om naar de bibliotheek te gaan. Tijdens het weekend laten devaak gezinsonvriendelijke openingsuren hen niet toe de bibliotheek een bezoekje te brengen.Ik merkte ook op dat deze ouders toch heel bewust met de kinderen en hun taalontwikkelingbezig zijn. Ze doen dit niet met de bibliotheekboeken maar wel met hun eigen baby- enpeutercollectie.Het is bovendien niet zo dat de ouders die regelmatig de bibliotheek bezoeken op een bewus-tere manier bezig zijn met kinderen, boeken en voorlezen dan de ouders die dit niet doen.Integendeel zelfs, ik kreeg soms de indruk dat het bibliotheekbezoek voor deze ouders eenexcuus is om niet met hun baby en een boek aan de slag te gaan. Onderzoek was nochtansduidelijk: voorlezen heeft pas effect op de mentale ontwikkeling van kinderen en hun latere

Page 61: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Hoofdstuk 5. Besluit 56

leesgedrag wanneer mama en papa een activerende voorleesstijl hanteren.De bibliotheek is met andere woorden een leuk extraatje voor dıe ouders die er gebruik vanwensen te maken. En pas wanneer die zorgvuldig te werk gaan bij de selectie van de boekenen er thuis ook daadwerkelijk mee aan de slag gaan (lees: het boek voorlezen, het verhaalmet andere woorden navertellen, over de inhoud van het verhaal praten met hun kinderen),heeft de babyhoek in de bibliotheek zijn doel bereikt.

Ik wou ik wou dat ik papier was.Ik wens mezelf van dik karton.

Ik wou ik wou dat ik je boek was.Ik wou dat je me lezen kon.

Ik wou ik wou dat ik een kaft had.Ik wens mezelf een sprookje groot.Ik wou ik wou dat ik je boek was.Ik wil zo graag bij jou op schoot.

(Pili Mandelbaum)

Page 62: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Literatuur

Bailey, M., Harrison, C., & Brooks, G. (2002). The Boots Books for Babies project: Impacton library registrations and book loans. Journal of Early Childhood Literacy, 2, 45-63.

Booktrust (2007). Parents and carers. [online]. UK: Booktrust.http://www.bookstart.co.uk/Parents-and-carers (geraadpleegd op 14.05.2008)

Bus, A.G., & van Ijzendoorn, M.H. (1988). Mother-Child Interactions, Attachment, andEmergent Literacy: A Cross-sectional Study. Child Development, 59, 1262-1272.

Bus, A.G., & van Ijzendoorn, M.H. (1991). Patterns of Attachment in Frequently and Infre-quently Reading Mother-Child Dyads. The Journal of Genetic Psychology, 153, 395-403.

Centre national du livre pour enfants: La joie par les livres (2008). Notre histoire. [online].Paris: Centre national du livre pour enfants: La joie par les livres.http://www.lajoieparleslivres.com/masc/portal.asp?INSTANCE=JOIE&PORTAL ID=HTML.xml&URL=integration/JOIE/statique/pages/07 nous connaitre/071 joie par les livres/jpl.htm(geraadpleegd op 14.05.2008)

Collins, F.M., Svensson, C., & Mahony, P. (2005). Bookstart: Planting a Seed for Life. FinalReport. January 2005. Roehampton University.

De Graaff, W. (2007). Heerhugowaard: haast meer een speeltuin dan een bibliotheek. Bibli-otheekblad, 3, 18-22.

Devos, F. (2007). XS. Over kinderen, cultuur & communicatie. Brussel: CultuurNet Vlaan-deren vzw.

Fasick, A.M. (1998). Managing Children’s Services in the Public Library Second Edition.Colorado, Englewood: Libraries Unlimited, Inc.

Fletcher, K.L., & Reese, E. (2005). Picture book reading with Young children: A conceptualframeword. Developmental Review, 25, 64-103.

Glorieux, I., & Vandebroeck, D. (2005). Ontleend en ontleed. Gedrag en smaakprofielen vande Vlaamse bibliotheekgebruiker. Steunpunt Vlaams Centrum voor Openbare Bibliothekenvzw.

57

Page 63: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Literatuur 58

Glorieux, I., Van Thielen, L. & Vandebroeck, D. (2005). De bibliotheek, een huis vol meningen.Het bibliotheekgebruik van 32 041 bezoekers in 165 bibliotheken. Eindrapport van het Vlaamsegebruikersonderzoek. Steunpunt Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken vzw.

Godot, E.A. (2003). Hoezo pedagogisch? SWP Amsterdam.

Hall, E. (2001). Babies, Books and ’Impact’: problems and possibilities in the evaluation ofa Bookstart project. Educational Review, 53, 57-64.

Hardman, M., & Jones, L. (1999). Sharing Books with Babies: evaluation of an early literacyintervention. Educational Review, 51, 221-229.

Kessels, L. (2007). Baby’s in de bieb. Leeskraam, 1, 8-9.

Kraaykamp, G. (2002). Leesbevordering door ouders, bibliotheek en school. Stichting Lezen.

Levy, B.A., Gong, Z., Hessels, S., Evans, M.A., & Jared, D. (2005). Understanding print:Early reading development and the contributions of home literacy experiences. Journal ofExperimental Child Psychology, 95, 63-93.

McNaughton, S. (2001). Co-constructing expertise: The development of parents’ and tea-chers’ ideas about literacy practices and the transition to school. Journal of Early ChildhoodLiteracy, 1, 40-58.

Moore, M., & Wade, B. (2003). Bookstart: a qualitative evaluation. Educational Review, 55,3-13.

Norrie, I. (2008). Booktrust history. [online]. UK: Booktrust.http://www.booktrust.org.uk/show/feature/About%20us/Booktrust-history (geraadpleegd op14.05.2008)

Ortiz, C., Stowe, R.M., & Arnold, D.H. (2001). Parental influence on child interest in sharedpicture book reading. Early Childhood Research Quarterly, 16, 263-281.

Roberts, J., Jurgens, J., & Burchinal, M. (2005). The Role of Home Literacy Practices inPreschool Children’s Language and Emergent Literacy Skills. Journal of Speech, Language,and Hearing Research, 48, 345-359.

Roskam, E., & Verschuren, H. (red.) (1993). Kinderen en jongeren in de bibliotheek. DenHaag: Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum.

Senechal, M., & LeFevre, J.A. (2002). Parental Involvement in the Development of Children’sReading Skill: A Five-Year Longitudinal Study. Child Development, 73, 445-460.

Senechal, M., Cornell, E.H., & Broda, L.S. (1995). Age-Related Differences in the Organiza-tion of Parent-Infant Interactions During Picture-Book Reading. Early Childhood ResearchQuarterly, 10, 317-337.

Page 64: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Literatuur 59

Steendijk, M. (2004). Een boekenwurm van zeven maanden door Bookstart. Een overzichtvan de opzet en uitvoering van Bookstart, een leesbevorderingsprogramma in Groot-Brittannie.Amsterdam: Stichting Lezen.

Steunpunt Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken vzw (s.d.). Boekbaby’s. [online].Brussel: Steunpunt VCOB vzw.http://www.vcob.be/portal/page? pageid=353,1632309& dad=portal& schema=PORTAL(geraadpleegd op 14.05.2008)

Steunpunt Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken vzw (2001). Discussiefora vooropenbare bibliotheken: Boekbaby’s. [online]. Brussel: Steunpunt VCOB vzw.http://fora2.bibliotheek.be/read/?forum=boekbaby (geraadpleegd op 14.05.2008)

Stichting Lezen (s.d.). Over Boekbaby’s. [online]. AntwerpenA : Stichting Lezen.http://www.boekbabys.be/professionelen/overboekbabys.html (geraadpleegd op 16.05.2008)

Thurnauer, G., Patte, G., & Blain, C. (2006). Espace a lire. La bibliotheque des enfants aClamart. Gallimard.

Van den Berg, F. (2003). Kinderopvang een gat in de markt voor bibliotheken. Bibliotheek-blad, 14, 20-22.

Van Lierop-Debrauwer, H. (1990). Ik heb het wel in jouw stem gehoord: over de rol van hetgezin in de literaire socialisatie van kinderen. Eburon Delft.

Vereniging van Openbare bibliotheken (s.d.). Over boekenpret. [online]. Den Haag: Vereni-ging van Openbare bibliotheken.http://www.boekenpretfantasia.nl/boekenpret/OverBoekenpret.html(geraadpleegd op 14.05.2008)

Walter, V.A. (2003). Public Library Service to Children and Teens: A Research Agenda.Library Trends, 51, 571-589.

Whitehead, M. (2002). Dylan’s routes to literacy: The first three years with picture books.Journal of Early Childhood Literacy, 2, 269-289.

Whitehurst, G.J., Falco, F.L., Lonigan, C.J., Fischel, J.E., DeBaryshe, B.D., Valdez-Menchaca,M.C., & Caulfield, M. (1988). Accelerating Language Development Through Picture BookReading. Developmental Psychology, 24, 552-559.

Page 65: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage I

Gesloten vragenlijst

Page 66: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage II

Leidraad interview 1

Page 67: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage III

Leidraad interview 2

Page 68: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage IV

Gesloten vragenlijst

Page 69: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage V

Leidraad interview 3

Page 70: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage VI

Gesloten vragenlijst bibliotheken

Page 71: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage VII

Stellingen focusgroepen 1 en 2

Page 72: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage VIII

Stellingen focusgroep 3

Page 73: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

1

1. ALGEMEEN

• Uw naam: • Uw stad of gemeente: • Leeftijd (kruis aan):

• Opleidingsniveau (kruis aan):

• Welke taal spreekt u thuis met uw kinderen (kruis aan)?

• Beroepsstatuut (kruis aan):

U zelf Uw partner Werkend Loopbaanonderbreking Arbeidsongeschikt Uitkeringsgerechtigd werkloos Huishouden

Uw leeftijd Leeftijd van uw partner Jonger dan 18 jaar Tussen 18 en 24 jaar Tussen 25 en 34 jaar Tussen 35 en 44 jaar Tussen 45 en 54 jaar Ouder dan 55 jaar

Uw hoogste opleidingsniveau

Het hoogste opleidingsniveau van uw partner

Lager onderwijs Lager secundair onderwijs Hoger secundair onderwijs Hogere studies

U zelf Uw partner Nederlands Frans Engels Turks Arabisch Andere

Page 74: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

2

• De naam van uw baby: • Jongen/Meisje (omcirkel het juiste antwoord) • De geboortedatum van uw baby: • Hoeveel andere kinderen zijn er in het gezin in de onderstaande leeftijdscategorieën

(omcirkel het juiste antwoord)

Meisje Jongen

2 jaar of jonger 1 2 3 meer 1 2 3 meer Tussen 3 en 5 jaar 1 2 3 meer 1 2 3 meer Tussen 6 en 10 jaar 1 2 3 meer 1 2 3 meer Ouder dan 10 jaar 1 2 3 meer 1 2 3 meer

2. LEESGEDRAG BINNEN HET GEZIN

• Leest u voor of kijkt u in boeken met uw baby (kruis aan)?

Ja Neen

• Zo ja, hoe vaak komt dit voor (kruis aan)?

Iedere dag Meerdere keren per week Eenmaal per week Meerdere keren per maand Eenmaal per maand

• Als aan uw baby voorgelezen wordt, gebeurt dit door (meerdere antwoorden zijn

mogelijk): De moeder van het kind De vader van het kind De andere kinderen binnen het gezin De grootouders van het kind De onthaalmoeder

• De boeken die u voorleest aan uw kind (meerdere antwoorden zijn mogelijk),

zijn boeken die u zelf kocht of als geschenk kreeg zijn boeken die u leent bij de bibliotheek zijn boeken die u leent bij andere diensten (kindercrèche, Kind & Gezin,...)

• Leest u voor of kijkt u in boeken met uw oudere kinderen?

Ja Neen

Page 75: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

3

• Zo ja, hoe vaak komt dit voor?

Iedere dag Meerdere keren per week Eenmaal per week Meerdere keren per maand Eenmaal per maand

• Kan u zich nog herinneren dat u als kind werd voorgelezen?

Ja Neen

• Zo ja, kan u zich herinneren uit welke boeken u werd voorgelezen?

Ja, welke

Neen

• Kan u zich nog herinneren welke boeken u zelf las als kind? Ja, welke

Neen

3. MIJN GEDACHT

• Wat is volgens u de geschikte leeftijd om te beginnen met samen in boeken te kijken (kruis aan)?

6 weken 6 maanden 9 maanden ouder

• Voorlezen bevordert volgens u (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk):

De latere leesontwikkeling van mijn kind De taalontwikkeling van mijn kind Het wiskundig denken van mijn kind De emotionele ontwikkeling van mijn kind De sociale ontwikkeling van mijn kind Het latere leesplezier van mijn kind

Page 76: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

4

• Voorlezen heeft een positieve invloed op de omgang met mijn kind (kruis aan) Neen Ja, omdat...

4. HET GEZIN EN DE BIBLIOTHEEK

• Welke gezinsleden zijn lid van de bibliotheek (kruis aan, meerdere antwoorden

mogelijk)? Mijn baby De moeder Andere kinderen in het gezin De vader

• Hoe vaak bezoekt u zelf de bibliotheek (kruis aan)?

Meerdere keren per week Één keer per week Meerdere keren per maand Meerdere keren per jaar Nooit

• Als u de bibliotheek bezoekt, dan is dit om (meerdere antwoorden zijn mogelijk):

Informatie over bepaalde onderwerpen op te zoeken Op zoek te gaan naar een boek, film of cd Een krant of tijdschrift te lezen Te surfen op het internet Boeken te halen met/voor mijn kinderen Andere:

• Als mijn kinderen de bibliotheek bezoeken, dan is dat om (meerdere antwoorden zijn

mogelijk):

Informatie op te zoeken voor de school Op zoek te gaan naar een boek of cd Een krant of tijdschrift te lezen Te surfen op het internet Andere

• Ging u als kind reeds met het gezin naar de bibliotheek?

Ja Neen

Page 77: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

5

5. CULTUURPARTICIPATIE

• Hoe vaak beoefent u volgende culturele activiteiten?

Dagelijks Meerdere keren per week

Eén keer per week

Meerdere keren per maand

Een keer per maand

Meerdere keren per jaar

Een keer per jaar

Nooit

Televisie kijken Een krant/tijdschrift lezen

Een cd beluisteren Naar de bioscoop gaan

Naar een theatervoorstelling gaan

Een boek lezen Een tentoonstelling bezoeken

Een museum bezoeken

Naar een concert gaan

Andere: ......

• Hoe vaak beoefenen uw kinderen volgende culturele activiteiten? Dagelijks Meerdere

keren per week

Eén keer per week

Meerdere keren per maand

Een keer per maand

Meerdere keren per jaar

Een keer per jaar

Nooit

Televisie kijken Een krant/tijdschrift lezen

Een cd beluisteren Naar de bioscoop gaan

Naar een theatervoorstelling gaan

Een boek lezen Een tentoonstelling bezoeken

Een museum bezoeken

Naar een concert gaan

Andere: ......

Page 78: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

6

• Leest u een krant? a. Nee b. Ja (kruis aan, meerdere antwoorden zijn mogelijk)

Het Nieuwsblad De Tijd Het Laatste Nieuws Metro De Standaard Een lokale krant Gazet van Antwerpen Andere De Morgen

• Leest u een tijdschrift?

a. Nee b. Ja (kruis aan, meerdere antwoorden zijn mogelijk)

Humo Sportbladen Knack Muziekbladen Mannenbladen Culturele tijdschriften Vrouwenbladen Hobbybladen Tv-bladen Computermagazines Modebladen Andere Dag Allemaal

• Bent u lid van een vereniging? Van welke vereniging(en) bent u lid?

a. Nee b. Ja (kruis aan, meerdere antwoorden zijn mogelijk)

Muziekvereniging Natuurvereniging Vrouwenvereniging Computerclub Mannenvereniging Culturele vereniging Sportvereniging Andere

Dank voor uw interesse en uw medewerking aan het onderzoek. Vergeet vooral niet de ingevulde vragenlijst op te sturen vóór 15 maart. Dat kan met bijgevoegde envelop. Wij wensen u bijzonder veel (lees)plezier met uw baby. Dit onderzoek is een samenwerking tussen:

Page 79: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage II: Leidraad Interview 1 Naam interviewee: Naam baby: Aantal andere kinderen in het gezin naast baby (+ leeftijd): Thuistaal interviewee & partner: Bibliotheekprofiel: Het is de bedoeling dat de interviewer op voorhand op basis van de ingevulde vragenlijst reeds een profiel van de interviewee heeft gemaakt. Op die manier vermijdt men het vragen naar info die reeds gegeven is en is het mogelijk een meer verdiepend zicht op de antwoorden uit de vragenlijst te verwerven.

IEDEREEN LEEST - Leest u zelf ook en zo ja, wat leest u dan? - Leest u enkel in uw vrije tijd of leest u ook (of enkel) voor professionele doeleinden? - Hoe vaak leest u? (zie ook vragenlijst)

o Onderscheid maken tussen boeken, kranten & tijdschriften o Onderscheid maken tussen lezen in vrije tijd en professioneel lezen

- Indien de persoon boeken leest: o Koopt u zelf vaak boeken of haalt u ze uit de bibliotheek (of ergens anders)? o Wat maakt dat u bepaalde boeken kiest om te lezen (suggesties van vrienden,

boekbesprekingen, media,...) - Waar en wanneer leest u doorgaans? - Zou u liever meer lezen?

o Indien ja, wat zijn de redenen waarom u niet vaker leest? - Leest u meer of minder dan toen u kind was?

o Indien meer of minder: wat is de reden? o Indien ze nu minder lezen: wanneer bent u afgehaakt? Was u vroeger een

boekenwurm? Interviewer: “De volgende vragen gaan over boeken en baby’s. Zoals jullie wellicht weten, gaat het bij boekbaby’s over meer dan voorlezen. Met baby’s ga je samen kijken in boeken, zingen, aanwijzen, bladeren, vertellen, en ook voorlezen, etc. Daarom zal ik het woord ‘voorlezen’ zo weinig mogelijk gebruiken en spreken over ‘boekmomenten’ of ‘bezig zijn met boeken.’ Met ‘boeken’ bedoel ik ook meer dan kinderboeken alleen, het kunnen ook foto’s, tijdschriften, … zijn.”

BOEKMOMENTEN THUIS: ALGEMEEN - Boekbaby’s : Wat vindt u van het initiatief? Hoe kijkt u er tegen aan? Waarom verleent u uw

medewerking aan het project? Waarom bent u gemotiveerd? - Boeken en baby’s: wat stelt u zich daarbij voor?

o Is dit anders voor oudere kinderen? Zo ja, hoe? - Bent u met uw baby al met boeken bezig geweest?’ - Doet u dit graag? Vindt u het een aangenaam moment?

Waarom wel/niet? Welk gevoel geeft het u nadien?

- Hoe reageert uw baby op en tijdens die boekmomenten?

Page 80: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Geeft het signalen rond hoe het zich hierbij voelt? Heeft u daar concrete voorbeelden van?

- Hecht u belang aan boekentips ? (bvb. door Boekbaby’s, Kind & Gezin) Leest u ze? Hoe gaat u met deze boekentips om?

BOEKMOMENTEN THUIS: CONCREET !! Telkens onderscheid maken tussen de baby en andere, oudere kinderen - Hebt u boekmomenten met uw kinderen? (zowel baby als ouder kind)

o Hoe vaak? - Moet iemand u motiveren om boekmomenten te hebben met uw kinderen? - Waarom doet u dit? - Waar vinden de boekmomenten meestal plaats? (slaapkamer, badkamer,…) - Heeft u bepaalde gewoontes of rituelen als u met uw kind(eren) boekmomenten hebt? (bvb

kind op de schoot, kind in bed,…) - Wanneer hebt u vooral boekmomenten? Zijn er vaste tijdstippen? - Bij boekmomenten: houdt u zich strikt aan de voorgedrukte tekst, wijst u de prenten aan met

uw vinger, verandert u uw stem voor een ander personage,…? (baby en ouder kind) - Kunt u het verloop van een boekmoment beschrijven? (aankondiging, introductie boek,

voorleesmoment, afsluiting) - Van welk soort kinderboeken houdt u het meest? (zowel baby als kind)

o Genre: verhalen, sprookjes, versjes, liedjes, een verhaal waar een kind zich in kan herkennen, etc.

Waarom vooral dit genre(s)? o Vorm: fotoboeken, geïllustreerde boeken, stoffen boekjes, badboekjes, kartonboekjes.

Waarom vooral deze vorm(en)? o Houdt u zich steeds aan de leeftijdscategorie die vermeld staat op het boek?

- Van welk soort boeken houdt uw ouder(e) kind(eren) het meest? - Hebt u soms boekmomenten met hetzelfde boek?

o Waarom wel/niet? - Kunt u enkele betere en mindere babyboeken boven halen en over elk boek wat uitleg geven?

o Waarom boeit dit boek u wel/niet? o Vond uw kind het een leuk boek? Waarom? o …

- Vertelt u soms verhalen aan uw kind(eren) zonder gebruik te maken van een boek? Dit kan ook ‘zingen’ zijn, of simpelweg ‘vertellen’, of ‘rijmpjes’, etc… (baby en ouder kind)

o Doet u dit vaak? (In vergelijking met momenten dat u een boek ‘gebruikt’) o Waarom doet u dat? o Vindt u het verhaal/liedje/rijmpje op het moment zelf uit? o Waarover gaan die verhalen/liedjes/rijmpjes vooral? (hebben ze betrekking op uw

kind?)

- Wie heeft nog boekmomenten met uw kind(eren), behalve uzelf? (partner, grootouders, babysit,…)

o Vraagt u hen dat expliciet of gebeurt dit spontaan? o Merkt u verschillen op in de boekmomenten tussen uzelf en uw partner?

Zo ja, welke verschillen? (tijdsduur, interactie met het kind, …) - Gebruikt u ook boeken die niet in de thuistaal van uzelf of uw partner zijn?

o Welke taal? o Ja: reden

Page 81: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

o Nee: bent u van plan om dit in de toekomst te doen? - Kijkt uw ouder kind soms spontaan in boeken? - Waar haalt u de boeken voor uw kinderen vooral? (lenen in bib, bij vrienden of kopen nieuw,

tweedehands) o Reden

- Op basis waarvan beslist u om een bepaald kinderboek uit te lenen, te kopen? (boek heeft prijs gewonnen, reclame, andere mensen, kostprijs, mooie kaft, …)

- Mag uw kind soms zelf ook een boek kiezen? (enkel van toepassing bij oudere kinderen uiteraard)

- Krijgt u soms kinderboeken cadeau? DE BIBLIOTHEEK - Adhv bibliotheekprofiel (zie vragenlijst):

o Hoe werd u onthaald in de bibliotheek bij uw eerste bezoek met/voor uw baby? Kreeg u toen voldoende voldoende informatie? Kreeg u een rondleiding in de kinderafdeling?

o Hoe is het contact met uw bibliotheek? Heeft u een persoonlijk contact? Vraagt u soms raad aan de bibliothecaris ivm met de keuze van een boek

(voor uzelf, of voor uw kinderen)? Bent u nadien tevreden over het advies dat u krijgt?

o Wat vindt u van de kinderafdeling? Is het aanbod aangepast? Is het aanbod voldoende? Wat vindt u van de inrichting van de kinderafdeling? (aankleding,

bereikbaarheid van de boeken voor de kinderen,…)

Page 82: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage III: Leidraad Interview 2 DE BOEKMOMENTEN A. Solo boekmomenten (= boekbaby die alleen met boekjes bezig is) In het eerste interview hebt u verteld dat uw baby al vaak/nog niet alleen met boekjes bezig is. (SITUATIE BESCHRIJVEN)

- Is er iets veranderd sindsdien? Wat? o Tijdsduur: (duurt het nu langer, komt het vaker voor, …) o Plaats o Tijdstip o Blaadjes draaien >< Bewust kijken, vertellen o Boekvorm, boekgenre o Orale: steekt uw baby de boekjes nog vaak in de mond?

B. Gezamenlijke boekmomenten (= boekbaby die met een ander in boekjes bezig is) In het eerste interview hebt u verteld dat u al/nog geen boekmomenten hebt met uw baby

- GEEN BOEKMOMENT - Interview 1: o Hebt u nu al boekmomenten met uw baby?

Als JA: • Waar vinden ze plaats? (slaapkamer, badkamer, speelmat,…) • Hoe vaak vinden ze plaats? • Hebt u daarbij bepaalde gewoontes/rituelen?

o Baby op de schoot, naast u o Wie draait de blaadjes om? o Wat als baby geen zin meer heeft? o Wat als baby 2 blaadjes ineens omdraait?

• Wanneer vinden de boekmomenten meestal plaats? • Welke boekvormen zijn het meestal? (stoffen boekjes, badboekjes,

kartonboekjes, boekjes met gewone blaadjes) • Welk genre van boekjes zijn het meestal? (aanwijsboekjes, pop-up

boekjes, verhalenboekjes,… • Kunt u het verloop van zo’n boekmomentje beschrijven?

(aankondiging, introductie boek, voorleesmoment, afsluiting) • Leest u letterlijk voor?

Als NEE: • Wat is de reden dat u nog geen boekmomenten hebt?

- WEL BOEKMOMENT - Interview 1:

(SITUATIE BESCHRIJVEN hoeveelheid, tijdsduur, plaats, tijdstip,…) o Is er iets veranderd sindsdien? Wat?

Hoeveelheid boekmomenten: hebt u nu meer of minder boekmomentjes? • Als MEER: Motiveerde dit gesprek u om meer boekmomenten te

hebben? Reactie baby:

• Is die anders dan 3 maanden terug • Hoe reageert uw baby nu? • Brabbelt uw baby tijdens boekmomenten? • Doet uw baby klanken na tijdens boekmomenten?

Plaats Tijdstip (’s avonds in de slaapkamer als ritueel?)

Page 83: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Zingt u nog even vaak liedjes voor uw baby? Welke boekgenres voornamelijk?: Verhaaltjes? Sprookjes? Aanwijsboeken? Welke boekvormen voornamelijk?: Stoffenboekjes, Badboekjes,

Kartonboekjes, Boekjes met gewone blaadjes Voorleesstijl veranderd?: aanwijzen, tekst letterlijk voorlezen,… Is de rol van de vader veranderd? Heeft hij meer/minder boekmomenten dan 3

maanden geleden? Reden o Vindt u het zelf leuker of minder leuk om boekmomentjes te hebben met uw baby dan

3 maanden geleden? Waarom wel, waarom niet?

Wat is op dit moment het favoriete boekje van uw baby?

- Waarom vindt uw baby dit boekje leuk, denkt u? - Vindt u het een leuk boekje?

o Waarom wel, waarom niet? Is er op dit moment een boekje dat uw baby echt niet leuk vindt?

- Waarom vindt uw baby dit boekje niet leuk, denkt u? - Vindt u het een leuk boekje?

o Waarom wel, waarom niet?

HET BOEKENPAKKET A. De boekjes van boekenpakket 2

(Eén per één behandelen) - Wat vindt uw baby van de boekjes?

o Waarom? - Wat vindt u van de boekjes?

o Waarom?

B. De boekencheques Zorgen dat je telkens weet of het over boekenbonnen gaan (zoals vb. fnacbon) of over de Sodexho

boekencheque! Geef, indien nodig, het infoblad van Sodexho

In de 2 boekenpakketjes die u gekregen hebt, zaten telkens boekencheques van Sodexho

- Bent u deze al gaan inruilen? o Als JA:

In welke winkel? Wat hebt u ermee gekocht? (boeken/geen boeken; voor zichzelf, voor de baby,

voor iemand anders) o Als NEE:

Waarom hebt u dat nog niet gedaan? Bent u van plan om ze nog te gaan inruilen? In welke winkel denkt u deze te gaan inruilen? Wat denkt u ermee te kopen? (boeken/geen boeken; voor zichzelf, voor de

baby, voor iemand anders) - Vindt u het leuk om een Boekencheque te krijgen? Waarom wel, waarom niet? - Was het de eerste keer dat u een Boekencheque van Sodexho als geschenk kreeg?

o Als NEE: Bij welke gelegenheid hebt u die gekregen? (+ aantal keren)

(werkgever/particulier) Bent u deze toen gaan inruilen? Wat hebt u ermee gekocht?

Page 84: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

- Weet u wat u er allemaal mee kan aankopen? - Weet u waar u terecht kunt met uw Boekencheque? - Heeft u zelf ooit al een Boekencheque cadeau gedaan?

o JA: Waarom? Aan wie? (volwassene/kind) Hoe bent u in contact gekomen met de Boekencheques?

o NEE:

Waarom niet? Zou u het overwegen om de cheque te schenken? Waarom wel, waarom niet? Aan wie? (volwassene/kind) Weet u waar u de Boekencheques kunt aankopen?

DE BIBLIOTHEEK Aan de hand van de 4 bibliotheekprofielen:

1. Niet-leden: Deze boekbaby’s zijn niet lid van de bibliotheek 2. Passieve leden: Baby’s die wel een lidkaart van de bibliotheek hebben, maar geen boekjes

gaan ontlenen 3. Afgehaakte leden: Deze baby’s zijn lid geworden én hebben reeds boekjes ontleend in de

bibliotheek Om diverse redenen hebben de ouders deze bibliotheekbezoekjes stopgezet. 4. Trouwe leden: Boekbaby’s die op regelmatige tijdstippen boekjes gaan ontlenen in de

bibliotheek.

- In het vorige interview hebt u gezegd zelf geregeld/nooit boeken te gaan ontlenen in de bibliotheek. Is dit vandaag nog steeds zo?

o Als NEE: Wat is er veranderd? (Gaat u nu meer/minder, hoe vaak?) Waarom is er verandering gekomen? (Reden)

- Was u als kind lid van de bibliotheek? o Als JA

Nu: bibbezoeker: JA • Bent u ononderbroken lid geweest van de bibliotheek? • Bent u steeds naar dezelfde bibliotheek geweest?

Nu: bibbezoeker: NEE • Wanneer bent u afgehaakt? • Waarom bent u afgehaakt?

o Als NEE Nu: bibbezoeker: JA

• Wat heeft u gemotiveerd om naar de bibliotheek te gaan? Nu: bibbezoeker: NEE

• Denkt u ooit nog naar de bibliotheek te gaan voor uzelf?

- In het vorige interview hebt u gezegd dat u niet/nog niet/vaak naar de bibliotheek gaat om boeken te gaan ontlenen voor uw baby. Is dit vandaag nog steeds zo?

o Als NEE: Wat is er veranderd? (Gaat u nu meer/minder, hoe vaak?) Waarom is er verandering gekomen? (Reden)

A. Niet-leden / Passieve leden /Afgehaakte leden

- Waarom gaat u niet/niet meer naar de bibliotheek?

Page 85: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

o (!! DOORVRAGEN: vb. Naast tijdsgebrek/parkeerproblemen/… zijn er nog redenen waarom u de bibliotheek niet (meer) bezoekt?)

- Wat zou u overhalen om wel naar de bibliotheek te gaan voor uw baby? - Wat is er nodig in een bibliotheek om er babyboekjes te ontlenen? - Zou u interesse hebben in informatie(momenten) over boeken & baby’s in de bibliotheek?

o Als JA: Waarom wel? Waarover zou u graag informatie(momenten) hebben? Hoe ziet u dat praktisch? (Persoonlijke mondelinge info, brochures,

bijeenkomsten met andere ouders,…) o Als NEE: waarom niet?

B. Trouwe bibliotheekleden

U gaat vaak naar de bibliotheek voor uw baby. - Weet u wie de boekbaby-verantwoordelijke is in de bibliotheek? - Zou u interesse hebben in informatie(momenten) over boeken & baby’s?

o Als JA: Waarom wel? Waarover zou u graag informatie(momenten) hebben? Hoe ziet u dat praktisch? (Persoonlijke mondelinge info, brochures,

bijeenkomsten met andere ouders,…) o Als NEE: waarom niet?

- Waarom denkt u dat ouders uit de bibliotheek wegblijven om boekjes te ontlenen voor hun baby?

- Wat zou de bibliotheek moeten doen om meer boekbaby’s over de vloer te krijgen?

Page 86: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

1

Schriftelijke vragenlijst Boekbaby’s OKTOBER 2007

Naam boekbaby: Stad of gemeente:

• Wie vult de vragenlijst in (kruis aan)? Mama Papa Mama & Papa

1. BOEKMOMENTEN

• Uw boekbaby heeft, in vergelijking met 6 maanden geleden (kruis aan) Meer interesse in boekjes Evenveel interesse in boekjes Minder interesse in boekjes

• Hoe vaak kijkt uw boekbaby in boekjes (kruis aan):

Alleen Samen met u of iemand anders Iedere dag Meerdere keren per week Eenmaal per week Meerdere keren per maand Eenmaal per maand Nooit

• Hoe lang houdt uw boekbaby zich bezig met een boekje?

Alleen Samen met u of iemand anders Minder dan 5 minuten Tussen de 5 en 10 minuten Meer dan 10 minuten

• Welke boekvormen bekijkt uw boekbaby vooral?

Alleen Samen met u of iemand anders Stoffen boekjes Badboekjes Kartonboekjes Pop-up boekjes Boekjes met gewone blaadjes Andere (vul in):

• Welke genre boekjes bekijkt uw boekbaby?

Alleen Samen met u of iemand anders Verhaaltjes Sprookjes Aanwijsboekjes

• In vergelijking met 6 maanden geleden vindt u het nu

Leuker om met mijn boekbaby in boekjes te kijken Minder leuk om met mijn boekbaby in boekjes te kijken Even leuk om met mijn boekbaby in boekjes te kijken

Page 87: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

2

2. BOEKENPAKKET

• Wat vindt u van de boekjes in het derde boekenpakket? Ok Neutraal Niet ok

Algemeen

Inhoud (tekst)

Tekeningen, prenten

Algemeen

Inhoud

Tekeningen

Foto’s

• Wat vindt uw boekbaby van de boekjes in het derde boekenpakket?

Ok Neutraal Niet ok Algemeen

Inhoud (tekst)

Tekeningen, prenten

Algemeen

Inhoud

Tekeningen

Foto’s

• Gebruikt u de placemat?

Nee Ja

o Indien ja, hoe gebruikt u de placemat? (meerdere antwoorden mogelijk)

Aan tafel als placemat Ik lees de gedichten soms letterlijk voor

Ik vertel soms rond de prenten Andere: (vul in)

3. LOGO & WEBSITE

Page 88: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

3

• Wat vindt u van het logo van boekbaby’s? Mooi Niet mooi Neutraal Weet niet

• Hoe vaak ziet u het logo in het straatbeeld?

Vaak Soms Nooit

• Kent u de website van boekbaby’s?

Nee Ja

o Indien ja, hoe vaak bezoekt u de website?

Nooit Soms Vaak Over boekbaby’s Baby’s en boeken Boekbaby’s in je bib Boekentips Onderzoek Weblog Links

4. DE BIBLIOTHEEK & UZELF

• Hoeveel boeken koopt u gemiddeld per jaar voor uzelf?

• Bent u lid van een bibliotheek?

Ja Nee

• Waaraan denkt u bij het woord ‘bibliotheek’? (één antwoord aankruisen)

Een oude dame die streng over de rand van haar brilletje kijkt Een noodzakelijk kwaad Een boekhandel maar dan goedkoper Een oude zolder waar ik gezellig kan rondsnuffelen Een oase van rust waar generaties, culturen en ideeën elkaar ontmoeten

Andere: (vul in):…….

• Hoe vaak bezoekt u voor uzelf de bibliotheek? Niet of uitzonderlijk Maandelijks of meer Wekelijks of meer

o Indien niet of uitzonderlijk , wat is de reden? (meerdere antwoorden zijn

mogelijk) Geen interesse Geen tijd Ik vind het aanbod te beperkt Ik maak nu vaker gebruik van internet

Page 89: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

4

als ik informatie nodig heb Ik koop liever boeken Moeilijke openingsuren Weinig parkeergelegenheid Onvriendelijk personeel Andere (vul in):………

� U mag verdergaan naar hoofdstuk 5

• Wat is de reden van uw bibliotheekbezoek?

Nooit Bijna nooit

Soms Vaak Bijna altijd

Altijd

Om informatie over bepaalde onderwerpen op te zoeken

Op zoek te gaan naar een boek, cd of dvd

Om andere mensen te ontmoeten Informatie op te zoeken voor mijn werk/studie

Om krant/tijdschrift te lezen en/of rond te kijken

Omwille van de kinderen Om werk te zoeken Om te surfen op het internet

• Wat ontleent u zelf het meest?

Muziekcd’s Cd-roms Dvd’s of video’s Kinder- en jeugdboeken Fictie volwassenen Non-fictie volwassenen

• Wat is uw mening over de volgende aspecten van de bibliotheek?

Helemaal niet tevreden

Niet tevreden

Geen mening

Tevreden

Heel tevreden

Openingsuren Aanbod voor volwassenen Aanbod voor kinderen Speelruimte voor de kinderen

Inrichting van de babyhoek Aantrekkelijkheid van de inrichting

Gelegenheid om baby te verschonen of te voeden

Vriendelijkheid van het personeel

Behulpzaamheid van het personeel

Page 90: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

5

• Wat vindt u het meest belangrijk/minst belangrijk wanneer u voor uzelf naar de bibliotheek gaat? (1=minst belangrijk, 5=meest belangrijk) Ruim aanbod Vriendelijkheid en behulpzaam personeel Toegankelijke openingsuren Aanwezigheid van computers (internet, catalogus) Rustgevende inrichting

5. DE BIBLIOTHEEK & UW BOEKBABY • Hoeveel boeken koopt u gemiddeld per jaar voor uw boekbaby?

• Wie is lid van de bibliotheek? Ja Nee Niet van

toepassing Mijn boekbaby De jongere broer/zus van mijn boekbaby De ouder broer(s)/zus(sen) van mijn boekbaby

• Hoe vaak bezoekt u samen met uw boekbaby de bibliotheek?

Niet of uitzonderlijk Maandelijks of meer Wekelijks of meer

o Indien niet of uitzonderlijk , wat is de reden? (meerdere antwoorden zijn

mogelijk) Mijn kind vertoont geen interesse Mijn kind is nog te jong Omwille van het hygiënische aspect Ik heb geen tijd Ik koop liever boeken Moeilijke openingsuren Weinig parkeergelegenheid Onvriendelijk personeel Ik vind het aanbod te beperkt Andere: (vul in): ……….

o Indien niet of uitzonderlijk , bent u van plan later met uw boekbaby naar de

bibliotheek te gaan? Ja Nee Weet niet

� U mag verdergaan naar hoofdstuk 6 • Wie bezoekt het vaakst de bibliotheek met uw boekbaby?

Mama Papa Andere (vul in):

Page 91: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

6

• Sinds uw deelname aan boekbaby’s bezoekt u de bibliotheek…?

Vaker Even vaak Minder vaak

• Hoe oud waren uw kinderen bij hun 1ste bibliotheekbezoek?

Leeftijd nu Leeftijd eerste bibliotheekbezoek Boekbaby Broer/zus Broer/zus Broer/zus

• Wat ontleent u voor uw boekbaby?

Meestal Soms Nooit Kinder- en jeugdboeken CD-roms Muziekcd’s Dvd’s of video

• Wat vindt u het meest belangrijk/minst belangrijk wanneer u voor uzelf naar de

bibliotheek gaat? (1=minst belangrijk, 5=meest belangrijk) Ruim aanbod Hygienische maatregelen Kindvriendelijk personeel Ruimte en meubilair aangepast aan baby’s en kinderen Activiteiten voor baby’s en kinderen (zangstondes, voorleessessies)

• Hebt u behoefte aan contact met een bibliotheekmedewerker?

Ja Nee Weet niet

• Hebt u behoefte aan boeken- en voorleestips?

Ja Nee Weet niet

• Zou u even veel aandacht hebben voor “boekjes” & “baby’s” als u niet had

meegedaan met het project boekbaby’s? Ja Nee Weet niet

6. KINDERBOEKEN

• Wanneer u een boekje voor uw boekbaby koopt/leent, let u vooral op: (max. 2 aankruisen) de vorm (karton, dunne blaadjes, stof,…) het genre (aanwijsboekjes, verhalen, pop-up,…) de tekeningen

Page 92: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

7

de tekst de prijs

• Wanneer u een boekje voor uw boekbaby koopt/leent, baseert u zich vooral op: (max.

2 aankruisen) reclamefolders boekentips in tijdschriften/kranten

het aanbod in de winkel tips van vrienden wat uw kind zelf verkiest

• Op dit moment koopt/leent u voor uw boekbaby voornamelijk: (max. 2 aankruisen)

Stoffen boekjes Badboekjes Kartonboekjes Boekjes met gewone blaadjes Voelboekjes Andere: (vul in) …………

• Op dit moment koopt/leent u voor uw boekbaby voornamelijk: (max. 1 aankruisen)

Aanwijsboeken Verhalenboeken Pop-upboeken

• Hebt u het gevoel dat uw kind dezelfde boekjes leuk vindt als u?

Ja Nee Weet niet

• Voldoet het aanbod in de winkels aan uw verwachtingen/eisen over een goed

babyboek? Ja Nee Weet niet

• Let u op de richtleeftijd die is aangegeven op boekjes?

Ja Nee Weet niet

• Omcirkel per lijntje wat u het meest belangrijk vindt voor een babyboekje Tekeningen Waarheidsgetrouw, gedetailleerd Duidelijke tekeningen Duidelijk contrast Kleurrijk Tekeningen Foto’s Bekende personages Het soort personage is van

geen belang Inhoud Enkel herkenbare, alledaagse

situaties en voorwerpen Eveneens dingen waar het kind niet elke dag mee in contact komt

Prentenboeken Boeken die aanzetten tot actie (bijv.voelboekjes, kiekeboe-boekjes)

Page 93: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

8

Mensen en dieren Voorwerpen Grappig, schattig Leerrijk Losse afbeeldingen Er is een context (bijv. In bad

gaan) Afbeeldingen worden benoemd Afbeeldingen worden niet

benoemd Tekst Rijm/liedje Tekst die niet rijmt Losse woorden/zinnen Samenhangend verhaal

• Welke afbeelding spreekt u het meest aan voor een babyboekje?

A B

• Wat is de belangrijkste reden dat u voor deze afbeelding gekozen hebt? (Eén antwoord aankruisen) Losse afbeeldingen Er is een context Gedetailleerde tekeningen Duidelijke tekeningen Figuren worden benoemd Figuren worden niet benoemd Grappig, schattig Leerrijk

• Welke afbeelding spreekt u het meest aan voor een babyboekje?

Page 94: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

9

A B C

• Wat is de belangrijkste reden waarom u voor deze afbeelding gekozen hebt? (Eén antwoord aankruisen) Waarheidsgetrouw, gedetailleerd Duidelijke tekening Contrast Kleurrijk Tekening Foto Bekend personage Het personage is van geen belang Grappig, schattig Leerrijk

• Welke afbeelding spreekt u het meest aan voor een babyboekje?

A B C

Page 95: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

10

• Wat is de belangrijkste reden dat u voor deze afbeelding gekozen hebt? (Eén antwoord aankruisen) Waarheidsgetrouw Duidelijke tekeningen Contrast Kleurrijk

Bekend personage Het personage is van geen belang Grappig Leerrijk

7. VOORLEESSTIJL

• Wie heeft boekmomenten met uw boekbaby? Enkel mama � U mag verdergaan naar hoofdstuk 8 Enkel papa � U mag verdergaan naar hoofdstuk 8 Zowel mama en papa

7.A. VOORLEESSTIJL: enkel in te vullen door mama

• Leest u graag voor? Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Wat doet u regelmatig tijdens een boekmoment (meerdere antwoorden zijn mogelijk):

Geluiden nadoen Prenten aanwijzen Mijn kind prenten laten benoemen (vb. waar staat de hond?) Uw stem veranderen voor een ander personage De titel van een boekje lezen Mijn kind vragen wat hij/zij denkt dat er gaat gebeuren in een verhaal Geen van bovenstaande Andere: (vul in): ………

• Welke stelling is het best op u van toepassing (één antwoord aanduiden): Ik doe liever andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) met mijn kind dan dat ik boekmomenten heb met mijn kind.

Ik doe andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) even graag met mijn kind als boekmomenten hebben met mijn kind.

Ik heb liever boekmomenten met mijn kind dan dat ik andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) met mijn kind doe.

Ik doe geen van beide activiteiten graag.

• Probeert u zich tijdens een boekmoment in te leven in het personage? Altijd Vaak

Page 96: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

11

Soms Nooit Weet niet

• Leest u letterlijk de gedrukte tekst voor?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Vertelt u meer dan de gedrukte tekst die in een boekje staat?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Laat u uw boekbaby zelf vertellen uit een boek?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Herformuleert u wat uw boekbaby verteld heeft?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Vereenvoudigt u de gedrukte tekst wanneer u die te moeilijk vindt?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Hoe beoordeelt u uzelf als voorlezer?

Goed Niet goed, niet slecht Niet zo goed Weet niet

• Mijn partner beïnvloedt hoe vaak ik boekmomenten heb met mijn kind.

Ja Nee Weet niet

o Indien ja : kruis de juiste stelling aan:

Ik heb meer boekmomenten met mijn kind door de invloed van mijn partner

Page 97: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

12

Ik heb minder boekmomenten met mijn kind door de invloed van mijn partner.

• Ik heb invloed op hoe vaak mijn partner boekmomenten heeft met mijn kind.

Ja Nee Weet niet

o Indien ja : kruis de juiste stelling aan:

Mijn partner heeft meer boekmomenten met mijn kind door mijn invloed.

Mijn partner heeft minder boekmomenten met mijn kind door mijn invloed.

• Denkt u dat uw partner graag voorleest?

Ja Nee Weet niet

• Hoe beoordeelt u uw partner als voorlezer?

Goed Niet goed, niet slecht Niet zo goed Weet niet

• Hoe denkt u dat uw partner zichzelf zal beoordelen als voorlezer?

Goed Niet goed, niet slecht Niet zo goed Weet niet

• Ik vind dat mijn partner, als hij/zij voorleest, zich probeert in te leven in het

personage. Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Verschilt de manier waarop u met uw kind praat (in het algemeen) van de manier

waarop uw partner met uw kind praat? Ja Nee Weet niet

o Indien ja, merkt u dit ook tijdens boekmomenten?

Ja Nee Weet niet

• Ziet u verschillen tussen de relatie van uw kind met u en die van uw kind met uw

partner? Ja

Page 98: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

13

Nee Weet niet

o Indien ja, denkt u dat dit invloed heeft op de manier van voorlezen van u en

van uw partner? Ja Nee Weet niet

• Leest u soms samen met uw partner voor?

Ja Nee Weet niet

• Ik vind dat de manier waarop ik voorlees dezelfde is als de manier waarop mijn

partner voorleest. Ja Nee Weet niet

• Kruis de stelling aan die best past bij wat u denkt:

Ik denk dat mijn partner liever andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) doet met mijn kind doet dan boekmomenten hebben.

Ik denk dat mijn partner andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) met mijn kind even graag doet als boekmomenten hebben.

Ik denk dat mijn partner liever boekmomenten heeft met mijn kind dan dat hij/zij andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) met mijn kind doet.

Mijn partner doet geen van beide activiteiten graag met mijn kind. Ik heb geen idee wat mijn partner liefst doet.

• Mijn partner beïnvloedt mijn manier van voorlezen

Ja Nee Weet niet

• Ik beïnvloed de manier van voorlezen van mijn partner

Ja Nee Weet niet

• Ik vind mijn partner enthousiast als hij/zij een boekmoment heeft met mijn kind.

Akkoord Niet akkoord Geen mening

• Mijn kind vindt het leuk als het samen met mijn partner een boekmoment heeft.

Akkoord Niet akkoord Geen mening

7. B. VOORLEESSTIJL: enkel in te vullen door papa

Page 99: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

14

• Leest u graag voor?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Wat doet u regelmatig tijdens een boekmoment (meerdere antwoorden zijn mogelijk):

Geluiden nadoen Prenten aanwijzen Mijn kind prenten laten benoemen (vb. waar staat de hond?) Uw stem veranderen voor een ander personage De titel van een boekje lezen Mijn kind vragen wat hij/zij denkt dat er gaat gebeuren in een verhaal Geen van bovenstaande Andere: (vul in): ……….

• Welke stelling is het best op u van toepassing (één antwoord aanduiden):

Ik doe liever andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) met mijn kind dan dat ik boekmomenten heb met mijn kind.

Ik doe andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) even graag met mijn kind als boekmomenten hebben met mijn kind.

Ik heb liever boekmomenten met mijn kind dan dat ik andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) met mijn kind doe.

Ik doe geen van beide activiteiten graag.

• Probeert u zich tijdens een boekmoment in te leven in het personage? Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Leest u letterlijk de gedrukte tekst voor?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Vertelt u meer dan de gedrukte tekst die in een boekje staat?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Laat u uw boekbaby zelf vertellen uit een boek?

Altijd Vaak Soms Nooit

Page 100: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

15

Weet niet • Herformuleert u wat uw boekbaby verteld heeft?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Vereenvoudigt u de gedrukte tekst wanneer u die te moeilijk vindt?

Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Hoe beoordeelt u uzelf als voorlezer?

Goed Niet goed, niet slecht Niet zo goed Weet niet

• Mijn partner beïnvloedt hoe vaak ik boekmomenten heb met mijn kind.

Ja Nee Weet niet

o Indien ja : kruis de juiste stelling aan:

Ik heb meer boekmomenten met mijn kind door de invloed van mijn partner

Ik heb minder boekmomenten met mijn kind door de invloed van mijn partner.

• Ik heb invloed op hoe vaak mijn partner boekmomenten heeft met mijn kind.

Ja Nee Weet niet

o Indien ja : kruis de juiste stelling aan:

Mijn partner heeft meer boekmomenten met mijn kind door mijn invloed.

Mijn partner heeft minder boekmomenten met mijn kind door mijn invloed.

• Denkt u dat uw partner graag voorleest?

Ja Nee Weet niet

• Hoe beoordeelt u uw partner als voorlezer?

Goed Niet goed, niet slecht Niet zo goed

Page 101: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

16

Weet niet

• Hoe denkt u dat uw partner zichzelf zal beoordelen als voorlezer? Goed Niet goed, niet slecht Niet zo goed Weet niet

• Ik vind dat mijn partner, als hij/zij voorleest, zich probeert in te leven in het

personage. Altijd Vaak Soms Nooit Weet niet

• Verschilt de manier waarop u met uw kind praat (in het algemeen) van de manier

waarop uw partner met uw kind praat? Ja Nee Weet niet

o Indien ja, merkt u dit ook tijdens boekmomenten?

Ja Nee Weet niet

• Ziet u verschillen tussen de relatie van uw kind met u en die van uw kind met uw

partner? Ja Nee Weet niet

o Indien ja, denkt u dat dit invloed heeft op de manier van voorlezen van u en

van uw partner? Ja Nee Weet niet

• Leest u soms samen met uw partner voor?

Ja Nee Weet niet

• Ik vind dat de manier waarop ik voorlees dezelfde is als de manier waarop mijn

partner voorleest. Ja Nee Weet niet

• Kruis de stelling aan die best past bij wat u denkt:

Ik denk dat mijn partner liever andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) doet met mijn kind doet dan boekmomenten hebben.

Page 102: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

17

Ik denk dat mijn partner andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) met mijn kind even graag doet als boekmomenten hebben.

Ik denk dat mijn partner liever boekmomenten heeft met mijn kind dan dat hij/zij andere activiteiten (bv. buiten spelen, puzzelen…) met mijn kind doet.

Mijn partner doet geen van beide activiteiten graag met mijn kind. Ik heb geen idee wat mijn partner liefst doet.

• Mijn partner beïnvloedt mijn manier van voorlezen

Ja Nee Weet niet

• Ik beïnvloed de manier van voorlezen van mijn partner

Ja Nee Weet niet

• Ik vind mijn partner enthousiast als hij/zij een boekmoment heeft met mijn kind.

Akkoord Niet akkoord Geen mening

• Mijn kind vindt het leuk als het samen met mijn partner een boekmoment heeft.

Akkoord Niet akkoord Geen mening

8. AFFECTIEVE INTERACTIES TIJDENS VOORLEZEN

• Welke stelling geeft het best uw mening weer? De boekmomenten hebben geen invloed op de band die ik heb met mijn boekbaby

De boekmomenten hebben een positieve invloed op de band die ik heb met mijn boekbaby

De boekmomenten hebben eerder een negatieve invloed op de band die ik heb met mijn boekbaby

• Kruis de passende stelling aan:

Tijdens een boekmoment praat ik alleen over de inhoud van het boekje met mijn kind

Tijdens een boekmoment praat ik ook altijd met mijn kind over onderwerpen die niet direct met het boekje te maken hebben

Tijdens een boekmoment praat ik ook vaak met mijn kind over onderwerpen die niet direct met het boekje te maken hebben

Tijdens een boekmoment praat ik ook soms met mijn kind over onderwerpen die niet direct met het boekje te maken hebben

• Welke houding nemen jullie meestal aan tijdens een boekmoment?

Kind naast ouder, niet tegen elkaar Kind naast ouder, tegen elkaar Kind op schoot van ouder

Page 103: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

18

Andere: (vul in)

• Tijdens een boekmoment lacht mijn kind Altijd Vaak Soms Nooit

• Tijdens een boekmoment lach ik

Altijd Vaak Soms Nooit

• Wat doet u meestal als u merkt dat uw kind niet (meer) aandachtig is tijdens een

boekmoment? (meerdere antwoorden mogelijk). Ik stop met voorlezen Ik geef mijn kind een opmerking (bv. ‘je moet luisteren’) Ik moedig mijn kind aan om het boekje samen uit te ‘lezen’ Ik lees gewoon verder Mijn kind is altijd aandachtig Andere (vul in): ……..

• Ik vind het belangrijk om geduldig te zijn tegenover mijn kind tijdens een

boekmoment. Akkoord Niet akkoord Geen mening

• Ik vind het belangrijk dat mijn kind dicht bij mij zit tijdens een boekmoment. Akkoord Niet akkoord Geen mening

• Ik vind het belangrijk om bewondering te tonen als mijn kind iets goed doet (bv. Een

voorwerp correct benoemt) tijdens een boekmoment. Akkoord Niet akkoord Geen mening

• Tijdens een boekmoment kan ik merken aan mijn kind hoe het zich voelt (blij, boos,

verdrietig, bang…). Akkoord Niet akkoord Geen mening

• Ik ben enthousiast tijdens een boekmoment.

Akkoord Niet akkoord Geen mening

• Mijn kind vindt het leuk als we samen een boekmoment hebben.

Page 104: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

19

Akkoord Niet akkoord Geen mening

• Ik ben meestal geduldig tegenover mijn kind tijdens een boekmoment.

Akkoord Niet akkoord Geen mening

• Ik toon mijn kind geregeld bewondering tijdens een boekmoment wanneer hij/zij iets

goed doet (bv. Een voorwerp correct benoemen). Akkoord Niet akkoord Geen mening

Hartelijke dank voor het invullen van de vragenlijst. Vergeet vooral niet de vragenlijst op te sturen voor 20 oktober naar: Faculteit Psychologie & Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Pedagogiek Tav Marie Daems Henri Dunantlaan 1 9000 Gent Wij wensen u nog heel veel (lees)plezier met uw boekbaby.

Page 105: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage V: Leidraad Interview 3 BOEKMOMENTEN Uw boekbaby is ondertussen al een peuter geworden.

- Heeft hij/zij, algemeen beschouwd meer of minder interesse in boekjes sinds het laatste interview?

JA: Waaraan merkt u dat? NEE: Wat zou de reden daarvoor zijn?

- Als uw peuter met boekjes bezig is, is dit vooral alleen of samen met u (of iemand anders)?

A. Solo boekmomenten Duidelijk stellen dat dit deel enkel gaat over de momenten de peuter alleen met boekjes bezig is) +

peilen naar verschillen tov vorig interview o Tijdsduur: (duurt het nu langer, komt het vaker voor, …) o Plaats o Tijdstip o Blaadjes draaien >< Bewust kijken, vertellen o Boekvorm, boekgenre o Orale: steekt uw peuter de boekjes nog vaak in de mond? o Neemt uw peuter spontaan boekjes ter hand?

B. Gezamenlijke boekmomenten

Duidelijk stellen dat dit deel enkel gaat over de momenten de peuter samen met interviewee met boekjes bezig is - Hoeveelheid boekmomenten: hebt u nu meer of minder boekmomentjes?

o Reden - Reactie peuter:

o Is die anders dan 6 maanden terug o Hoe reageert uw peuter nu? o Babbelt uw peuter tijdens boekmomenten? Hebt u de indruk dat uw peuter een

verhaal vertelt? o Doet uw peuter klanken na tijdens boekmomenten? Welke?

- Waar vinden de boekmomenten meestal plaats? - Tijdstip (’s avonds in de slaapkamer als ritueel?)

o Als ritueel: vraag om het ritueel te beschrijven - Zingt u nog vaak liedjes voor uw peuter? Meer/minder dan vorig interview - Welke boekgenres voornamelijk?: Verhaaltjes? Sprookjes? Aanwijsboeken? - Welke boekvormen voornamelijk?: Stoffenboekjes, Badboekjes, Kartonboekjes, Boekjes met

gewone blaadjes - Voorleesstijl veranderd?: aanwijzen, tekst letterlijk voorlezen,… - Is de rol van de vader veranderd? Heeft hij meer/minder boekmomenten dan 6 maanden geleden?

Reden - Vindt u het zelf leuker of minder leuk om boekmomentjes te hebben met uw peuter dan 6

maanden geleden? o Waarom wel, waarom niet?

Wat is op dit moment het favoriete boekje van uw baby?

- Waarom vindt uw baby dit boekje leuk, denkt u? - Vindt u het een leuk boekje?

o Waarom wel, waarom niet?

Page 106: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Is er op dit moment een boekje dat uw baby echt niet leuk vindt? - Waarom vindt uw baby dit boekje niet leuk, denkt u? - Vindt u het een leuk boekje?

o Waarom wel, waarom niet?

HET BOEKENPAKKET

A. Ik zie je wel, ik hoor je wel

o Wat vindt uw peuter van dit boekje? Waarom wel/niet Neemt uw peuter dit boek spontaan in de hand? Kijkt uw peuter vooral alleen of vooral samen met iemand anders in dit boekje

o Wat vindt u van dit boekje? o Wat vindt u van de tekeningen? o Infotekst gelezen? Vond u dit noodzakelijk?

B. De dieren op de boerderij

o Wat vindt uw peuter van dit boekje? Waarom wel/niet Neemt uw peuter dit boek spontaan in de hand? Kijkt uw peuter vooral alleen of vooral samen met iemand anders in dit boekje

o Wat vindt u van dit boekje? o Wat vindt u van de flappen? Van de tekeningen (zw/wit)? Van de foto’s? o Gebruikt u het als aanwijsboek? Vertelt u er een verhaal rond?

C. Boekjes van de vorige boekenpakketten (Badboekje – Mijn mondje is een rondje – Het is herfst – Kiekeboe, olifant) o Welke boekjes kijken boekbaby’s nu nog in? o Wat vinden de boekbaby’s ervan?

- D. De boekbaby-placemat

o Gebruikt u de placemat? NEE: waarom niet? JA: Hoe? (als placemat?)

Letterlijk voorlezen, vertellen? Tijdens het eten?

E. De rode tas o Gebruikt u de rode tas (nog) die u krijg bij het eerste boekenpakket?

JA: waarvoor? NEE: eventueel reden

LOGO & WEBSITE

A. Logo

o Wat vindt u van het logo van Boekbaby’s? Waarom?

• Vindt u het een goed logo? Een goed logo om landelijk te gebruiken? • Vindt u het een mooi logo?

o Ziet u dit logo vaak? Waar?

• Plaats (bib, straat,…) • Hoedanigheid (affiches, folders,…)

Page 107: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

B. Website

o Kent u de website van boekbaby’s? Hoe vaak gebruikt internet (algemeen – niet e-mail)? Voor welke doeleinden gebruikt u internet (algemeen – niet e-mail)

o Bezoekt u de website van boekbaby’s vaak? Hoe vaak? Nee: waarom niet? Ja:

• Wat vindt u van de website? • Welke pagina’s bekijkt u/hebt u al geraadpleegd?

o Over boekbaby’s o Baby’s & boeken o Boekbaby’s in de bib o Boekentips o Onderzoek o Weblog

• Wat vindt u van de informatie? • Zijn er tekorten op de website? Zou er meer informatie op moeten staan?

Zo ja, de welke? o Bezoekt u soms andere boekensites of babysites?

JA: welke? Voor welke informatie? DE BIBLIOTHEEK

A. De bibliotheek en uzelf o Een boek kopen of een boek lenen in de bib, wat verkiest u? waarom?

Hoeveel boeken koopt u gemiddeld per jaar voor uzelf? Bent u lid van de bibliotheek? Met welke regelmaat gaat u naar de bibliotheek?

o Kan u het gevoel omschrijven dat u heeft wanneer u de bib binnenkomt?

o Indien u niet of uitzonderlijk naar de bibliotheek gaat, wat is de reden daarvan? (bv geen

interesse, geen tijd, aanbod te beperkt, internet, liever kopen, moeilijke openingsuren, weinig parkeergelegenheid, onvriendelijk personeel)

EINDE

o Heeft uw bibliotheekbezoek soms een specifieke functie?

o Welke materialen ontleent u voor uzelf het meest?

o Wat is voor uzelf het allerbelangrijkste kenmerk van de bibliotheek? (bv ruim aanbod,

vriendelijk personeel, toegankelijke openingsuren, aanwezigheid van pc’s, rustgevende inrichting)

o Wat zou uw bibliotheek nog kunnen veranderen/verbeteren?

B. De bibliotheek en uw boekbaby

o Een boek kopen of een boek lenen in de bib, wat verkiest u? waarom? Hoeveel boeken koopt u gemiddeld per jaar voor uw boekbaby? Is uw boekbaby lid van de bibliotheek?

Page 108: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Met welke regelmaat gaat u voor uw boekbaby naar de bibliotheek? Gaat uw boekbaby mee of gaat u alleen? Blijft uw boekbaby in de kinderwagen zitten of loopt hij/zij rond? Kiest uw boekbaby zelf zijn/haar boeken of kiest u?

o Indien u niet of uitzonderlijk naar de bibliotheek gaat, wat is de reden daarvan? (bv

geen interesse, te jong, hygiënische reden, geen tijd, aanbod te beperkt, liever kopen, moeilijke openingsuren, weinig parkeergelegenheid, onvriendelijk personeel)

o Indien u niet of uitzonderlijk naar de bibliotheek gaat, bent u van plan om later met

uw boekbaby naar de bib te gaan?

EINDE

o Wie bezoekt het vaakst met uw boekbaby de bibliotheek? Mama of papa?

o Bezoekt u de bibliotheek sinds uw deelname aan Boekbaby’s vaker/even vaak/minder vaak?

o Hoe oud was uw kind/waren uw kinderen (zowel Boekbaby als oudere of jongere

kinderen) bij hun 1ste bibliotheekbezoek?

o Welke materialen ontleent u voor uw boekbaby het meest?

o Wat vindt u voor uw boekbaby het allerbelangrijkste kenmerk van de bibliotheek? (bv ruim aanbod, kindvriendelijk personeel, hygiënische maatregelen, ruimte aangepast aan baby’s en kinderen, extra activiteiten)

o Spreekt u soms een bibliotheekmedewerker aan?

o Hebt u behoefte aan voorlees- en/of boekentips?

o Zou u even veel aandacht hebben voor “boekjes” & “baby’s” als u niet had meegedaan met

het project Boekbaby’s?

Page 109: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage VI: Gesloten vragenlijst bibliotheken

1. BOEKBABY’S?

• Wat hoopte u te bereiken met het project Boekbaby’s?

• Hebt u het gevoel dat aan uw verwachtingen werd voldaan? Ja, omdat…

Nee, omdat…

• Hebt u het gevoel dat u door uw deelname aan Boekbaby’s meer jonge gezinnen bereikt dan voordien? Kunt u dat staven met cijfers?

Ja

Nee 2005 2006 2007 0 – 3 jaar 4 – 18 jaar 18 – 29 jaar 29 – 45 jaar

• Welke inspanningen hebt u geleverd voor de realisatie van dit project (financieel, personeelsinzet, promotie, opleiding,…)?

Page 110: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

• Welk budget besteedt u jaarlijks aan Boekbaby’s?

• Wat zou u anders aanpakken, indien u opnieuw zou mogen beginnen? Bent u onderweg

valkuilen tegengekomen?

• Indien u niet geselecteerd was voor Boekbaby’s, zou u dan op eigen houtje begonnen zijn

aan een babywerking? Ja, want…

Nee, want…

• Bent u tevreden over de ondersteuning vanuit VCOB? Ja Nee, omdat…

• Bent u tevreden over de ondersteuning vanuit Stichting Lezen? Ja Nee, omdat…

Page 111: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

• Bent u tevreden over de manier waarop u op de hoogte gebracht werd van de onderzoeksresultaten?

Ja Nee, want…

• Was u tevreden over de studiedag op 13 februari 2007 in Schaarbeek?

Ja, want…

Nee, omdat…

• Hebt u behoefte aan nog een studiedag? Ja Nee, want…

• Hebt u behoefte aan persoonlijke feedback over Boekbaby’s?

Ja Nee

2. VOORLEZEN VOOR BABY’S EN PEUTERS • Worden er speciale activiteiten georganiseerd voor boekbaby’s & hun ouders?

(voorleesmomenten, vormingsavonden)

Ja, de volgende…

Nee, omdat…

Page 112: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

• Neemt u zelf initiatieven om ouders te informeren over “boeken” en “baby’s”? Ja, de volgende…

Nee, want…

3. DE BABYHOEK: INRICHTING EN PRESENTATIE • Welke inspanningen heeft u geleverd om de bibliotheek aantrekkelijker te maken voor

kinderen van 0 tot 3 jaar?

• Bent u tevreden over uw ‘babyhoek’?

Ja, want…

Nee, want…

• Denkt u dat de ouders tevreden zijn over de ‘babyhoek’? Waaraan merkt u dat?

Ja, want…

Nee, want…

4. PROMOTIE VAN HET BABY-AANBOD

• Is het hele bibliotheekteam op de hoogte van het Boekbaby’s project?

Ja Nee

• Brengt u hen op de hoogte van de evoluties van het project?

Page 113: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Ja. Hoe?

Nee, want…

• Staat het hele team achter het project? Ja Nee

• In hoeverre is het Boekbaby’s-idee ingeburgerd in de bibliotheekwerking? (Voorziet u bijvoorbeeld een rondleiding of een attentie voor nieuwe jonge leden?)

Ja, namelijk…

Nee, want…

• Krijgen baby’s en peuters een lidkaart?

Ja Nee. Waarom niet?

5. OUDERS

• Hebt u regelmatig contact met ouders? Hoe verloopt dit contact?

Ja, namelijk…

Nee, want…

• Vindt u het belangrijk dat er contact is met de ouders?

Ja, want…

Page 114: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Nee, want…

• Hebt u de indruk dat de ouders tevreden zijn over de bibliotheek? Ja, hoe merkt u dat?

Nee, hoe merkt u dat?

6. EEN BABYBELEID IN DE BIBLIOTHEEK: SAMENWERKING MET PARTNERS

• Hebt u de website van Boekbaby’s reeds bezocht? Hoe vaak?

Ja, hoe vaak? Nee. Waarom niet?

• Hebt u de onderzoeksresultaten gelezen?

Ja Nee. Waarom niet?

• Maakt u gebruik van het forum van Boekbaby’s? Hoe vaak?

Ja, hoe vaak? Bent u tevreden over de inhoud?

Nee. Waarom niet?

• Hebt u behoefte aan extra informatie?

Ja, namelijk…

Nee, want…

Page 115: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

• Overlegt u soms met andere bibliotheken over Boekbaby’s of gelijkaardige projecten?

Ja, via welk kanaal?

Nee

• Bent u tevreden over de bijeenkomsten met de andere pilootbibliotheken?

Ja, want…

Nee, want…

• Met welke externe partners werkt u samen?

Onthaalouders en peutertuinen Scholen Kind&Gezin Huisartsen, gynaecologen, kinderartsen Wijkgezondheidscentra Boekenwinkels Gezinsbond Andere… Geen, want…

• Met welke partners werkt u het liefst samen?

Page 116: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

• Welke kennis (kennen & kunnen) heeft iemand nodig die met Boekbaby’s aan de slag wil?

• Welke gouden tip zou u meegeven aan een collega die begint aan een ‘babyhoek’ in de

bibliotheek?

Page 117: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage VII: Stellingen Focusgroepen 1 & 2

1. De toename van jonge bezoekers in de bib hebben we enkel te danken aan Boekbaby’s.

2. Wij hebben voldoende inspanningen geleverd om het project Boekbaby’s te kunnen realiseren?

3. Door Boekbaby’s zijn we overtuigd dat baby’s & boeken samengaan.

4. Door Boekbaby’s krijgen we meer tijd (en geld) voor de uitbouw van een babyhoek en aanbod

van babyboeken.

5. Het uitbouwen van een boekenaanbod voor baby’s is zeer omslachtig, maar de moeite waard.

6. VCOB ondersteunt ons niet voldoende bij het project.

7. Stichting Lezen geeft ons voldoende boekentips voor babyboeken.

8. Een studiedag is vooral interessant voor bibs die willen starten met boekbaby’s.

9. Voorleesmomenten voor boekbaby’s en hun ouders trekt geen publiek.

10. Als bibliotheek mogen we nog zo enthousiast meewerken aan lees-bevorderingsprojecten, de

uiteindelijke beslissingen ligt toch bij de ouders.

11. Een babyhoek moet op maat van de ouders gemaakt zijn.

12. Elke bibliotheekbezoeker in mijn gemeente kent Boekbaby’s.

13. We hebben meer contact met de Boekbaby-ouders dan met andere bibliotheekbezoekers.

14. Wij vragen ouders geregeld wat ze van onze babyhoek & het aanbod voor boekbaby’s vinden.

15. Wij hebben geen behoefte aan een boekbaby-website.

16. Externe partners zijn niet noodzakelijk om een project als Boekbaby’s bekend te maken bij

het grote publiek.

17. Elke bibliotheekmedewerker heeft voldoende kennis om met het project Boekbaby’s aan de

slag kunnen gaan.

18. Elke bibliotheek die met Boekbaby’s wil starten, zou een “Boekbaby-bibliotheek” moeten

gaan bezoeken.

19. Wat vindt u van het logo? Hoe wordt het gebruikt? (posters, etiketten, folders)

Page 118: Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische …€¦ · De gezinnen die langskomen, krijgen een wit plastieken valiesje mee naar huis. Hierin zitten een t-shirt en een

Bijlage VIII: Stellingen Focusgroep 3 DE BABYHOEKEN - Wanneer? - Waarom? - Hoe? - Tevredenheid? BOEKBABY’S - Wat vinden jullie van het project? Positief/negatief Logo - Gebruiken jullie “iets” van het project? STELLINGEN

1. De toename van jonge bezoekers in de bib hebben we te danken aan onze babyhoek.

2. Wij hebben voldoende tijd (en geld) gekregen om onze babyhoek te kunnen realiseren.

3. Ondersteuning van buitenaf (bv. Stichting Lezen, VCOB) blijft welkom.

4. Het uitbouwen van een boekenaanbod voor baby’s is zeer omslachtig, maar de moeite waard.

5. Elke bibliotheekbezoeker in mijn gemeente kent onze babyhoek?

6. We hebben meer contact met de ouders die naar onze babyhoek komen dan met andere

bibliotheekbezoekers.

7. Wij vragen ouders geregeld wat ze van onze babyhoek & het aanbod voor boekbaby’s vinden.

8. Externe partners zijn niet noodzakelijk om een onze babyhoek bekend te maken bij het grote

publiek.

9. Elke bibliotheekmedewerker heeft voldoende kennis om met het project Boekbaby’s aan de

slag kunnen gaan.