UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent...

103
UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2013-2014 ANTICONCEPTIE EN MENSEN ZONDER WETTIG VERBLIJF IN GENT een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Verpleegkunde en Vroedkunde Door Cas Lies Promotor: Prof. Dr. Roelens Kristien Co-promotor: Dr. Keygnaert Ines

Transcript of UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent...

Page 1: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

I

UNIVERSITEIT GENT

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Academiejaar 2013-2014

ANTICONCEPTIE EN MENSEN ZONDER WETTIG VERBLIJF IN GENT

een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van

Master of Science in de Verpleegkunde en Vroedkunde

Door Cas Lies

Promotor: Prof. Dr. Roelens Kristien

Co-promotor: Dr. Keygnaert Ines

Page 2: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

II

Page 3: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

III

UNIVERSITEIT GENT

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Academiejaar 2013-2014

ANTICONCEPTIE EN MENSEN ZONDER WETTIG VERBLIJF IN GENT

een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van

Master of Science in de Verpleegkunde en Vroedkunde

Door Cas Lies

Promotor: Prof. Dr. Roelens Kristien

Co-promotor: Dr. Keygnaert Ines

Page 4: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

I

Abstract

Inleiding: Migranten, en in het bijzonder mensen zonder wettig verblijf (MZWV),

hebben een groter risico op een slechte seksuele- en reproductieve gezondheid. Het

verlenen van adequate contraceptiezorg aan deze doelgroep vormt een uitdaging voor

gezondheidswerkers op verschillende niveaus. Dit werkstuk heeft als doel de huidige en

wenselijke kennis, attitudes en vaardigheden van Gentse gezondheidswerkers met

betrekking tot anticonceptie bij MZWV in kaart te brengen.

Methodologie: Er werd gebruik gemaakt van een gestructureerde semi-gevalideerde

vragenlijst. Deze kennis, attitude en vaardigheden vragenlijst (KAP-studie), bestaande

uit 92 vragen, werd verstuurd naar 123 gezondheidswerkers uit het Gentse die

beroepsmatig in contact komen met MZWV. De statistische analyse van de resultaten

gebeurde in IBM SPSS Statistics 22.

Resultaten: Er is in dit onderzoek sprake van een lage respons rate (34%). Er blijkt

onduidelijkheid te zijn over de verschillende terugbetalingsmodaliteiten van

anticonceptie en de regelgeving die de OCMW’s hanteren is niet uniform. De

meerderheid van de deelnemers vindt het moeilijk om anticonceptie bespreekbaar te

maken bij MZWV en wijt dit vooral aan taalbarrière en communicatieproblemen.

Patiënteneducatiemateriaal en het gebruik van tolkendiensten worden als voornaamste

knelpunten genoemd.

Conclusie: Dit kleinschalig onderzoek toont aan dat Gentse gezondheidswerkers enkele

problemen signaleren bij het verlenen van contraceptiezorg aan MZWV. Het gaat hier

voornamelijk om enkele praktische barrières (educatiemateriaal, tolkendiensten,

enzovoort), maar ook op het vlak van beleid en wetgeving worden enkele zaken

aangekaart, voornamelijk wat betreft de terugbetaling van anticonceptie. Door het

openen van de dialoog omtrent deze thematiek en het formuleren van enkele

verbeteringssuggesties kunnen de barrières die gezondheidswerkers percipiëren,

geminimaliseerd worden.

Aantal woorden masterproef: 14312 (exclusief bijlagen en bibliografie)

Page 5: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

II

Inhoudstafel

Abstract.............................................................................................................................. I

Inhoudstafel ......................................................................................................................II

Woord vooraf.................................................................................................................. IV

Inleiding........................................................................................................................... V

1 HOOFDSTUK I: LITERATUUROVERZICHT ....................................................... 1

1.1 Situatieschets................................................................................................................... 3 1.2 Resultaten literatuuronderzoek ....................................................................................... 6 1.3 Besluit literatuurstudie .................................................................................................. 17

2 HOOFDSTUK II: METHODOLOGIE.................................................................... 20

2.1 Objectief........................................................................................................................ 20 2.2 Vragenlijst..................................................................................................................... 20 2.3 Steekproef ..................................................................................................................... 22 2.4 Respons rate .................................................................................................................. 22 2.5 Statistische analyse ....................................................................................................... 23

3 HOOFDSTUK III: RESULTATEN......................................................................... 24

3.1 Analyse van de participanten ........................................................................................ 24 3.2 Kennis ........................................................................................................................... 27 3.3 Attitude ......................................................................................................................... 29 3.4 Praktijkvoering.............................................................................................................. 33

4 HOOFDSTUK IV: DISCUSSIE .............................................................................. 45

4.1 Bemerkingen bij het studieopzet................................................................................... 45 4.2 Terugkoppeling van de resultaten ................................................................................. 47

4.2.1 Algemeen ............................................................................................................... 47 4.2.2 Kostprijs en terugbetaling van anticonceptie ......................................................... 48 4.2.3 Culturele/religieuze ideeën over anticonceptie en invloed van familie ................. 50 4.2.4 Communicatie tussen gezondheidswerkers en MZWV......................................... 50 4.2.5 Patiënteneducatiemateriaal .................................................................................... 52 4.2.6 Ligging en toegankelijkheid van praktijk .............................................................. 53 4.2.7 Continuïteit en opvolging in de zorg- en hulpverlening ........................................ 53

Page 6: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

III

5 HOOFDSTUK V: AANBEVELINGEN EN CONCLUSIE.................................... 55

5.1 Aanbevelingen voor de praktijk.................................................................................... 55 5.2 Aanbevelingen voor verder onderzoek ......................................................................... 57 5.3 Conclusie....................................................................................................................... 58

Literatuurlijst .................................................................................................................. 60

Bijlagen........................................................................................................................... 66

Bijlage I: Zoekfilter................................................................................................................. 66 Bijlage II: Vragenlijst, begeleidende brief en toestemmingsformulier................................... 67 Bijlage III: Lijst van deelnemende organisaties...................................................................... 91

Lijst van tabellen ............................................................................................................ 92

Lijst van figuren.............................................................................................................. 93

Page 7: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

IV

Woord vooraf

Deze masterproef, de kers op de taart van de masteropleiding, is niet zonder slag of

stoot tot stand gekomen. In dit woord vooraf wil ik mij richten tot een aantal personen

die erg belangrijk zijn geweest bij het realiseren van mijn masterproef.

Vooreerst gaat mijn dank uit naar Dr. Prof. K. Roelens voor het op zich nemen van het

promotorschap, de feedback bij het opstellen van de vragenlijst en het kritisch nalezen

van mijn werk. Vervolgens een welgemeende dankuwel aan mijn co-promotor Dr. Ines

Keygnaert om me te begeleiden gedurende dit ganse proces. Haar deskundige adviezen

en kritische blik hebben me geïnspireerd bij het schrijven van dit werkstuk. Daarnaast

zou ik alle deelnemers willen bedanken die ondanks hun drukke agenda’s toch tijd

konden maken om de vragenlijst in te vullen. Tevens wil ik Hanne Devos, coördinator

van de Kraamkaravaan, bedanken omdat ik mijn onderzoek mocht komen voorstellen

bij de werkgroep “Kwetsbare zwangeren”.

Een dikke merci aan Els Van de Casteele, Ilse Ysebaert en Marie Huyghebaert voor het

vele naleeswerk, hun constructieve bemerkingen en nuttige tips. Ook dank aan mijn

vrienden en vriendinnen voor de fijne babbels en ontspanningsmomenten tijdens deze

drukke periode.

En tot slot, last but not least, een speciaal woordje aan mijn ouders voor hun

onvoorwaardelijke steun en toeverlaat, mijn broer Jan voor de dansjes tijdens de pauzes

en mijn lieve vriendin Marjolein voor de vele luisterende oren. Jullie zijn stuk voor stuk

geweldig!

Lies Cas, augustus 2014

Page 8: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

V

Inleiding

De zorgsector in Europa, en ook in Vlaanderen, heeft recent te maken gekregen met

nieuwe uitdagingen, onder andere omdat de migrantengemeenschap de laatste decennia

sterk toenam. Migratie wordt gezien als een complex en gevarieerd fenomeen, en door

internationale wetenschappelijke literatuur erkend als een gezondheidsbeïnvloedende

factor. Ondanks reeds bestaande overheidsinitiatieven en EU-wetgevingen, zijn

verschillende onderzoekers het erover eens dat deze groep een zekere ongelijkheid

ervaart op verschillende vlakken, en in het bijzonder op het vlak van gezondheid.

Binnen de migrantengemeenschap vormen mensen zonder wettig verblijf (MZWV) de

meest kwetsbare groep. Door eerdere (mogelijks traumatische) ervaringen, het weg

trekken uit hun geboorteland, de taal van het gastland niet te spreken, enzovoort,

worden hun gezondheid en hun levenskwaliteit rechtstreeks en onrechtstreeks beïnvloed

(Affronti et al., 2013). Uit verschillende Europese onderzoeken blijkt dat de

zorgverlening, de wetgeving en het huidige beleid van het gastland dikwijls niet op de

specifieke noden van deze kwetsbare migranten zijn afgestemd. Een Vlaams rapport

beschrijft dat vooral toegang tot informatie, voorlichting en aangepaste voorzieningen

voor seksuele- en reproductieve gezondheid hen al te vaak ontzegd worden (Sensoa

vzw, 2011). Het gebruik van anticonceptie wordt gezien als belangrijk reproductief

gezondheidsgedrag. Door het effectief gebruiken van anticonceptiva kan aan family

planning gedaan worden, wat de gezondheid van vrouwen ten goede komt.

Verschillende Europese studies tonen echter aan dat de behoefte aan anticonceptie voor

heel wat vrouwen ZWV onvervuld is (Janssens, Bosmans, Leye & Temmerman, 2006;

Kurth et al., 2010).

Ook enkele Gentse organisaties die werken met MZWV ondervinden moeilijkheden

met betrekking tot dit thema: enerzijds bij het bespreekbaar maken van anticonceptie bij

MZWV en anderzijds bij de terugbetaling ervan. Om deze reden werd gekozen om in

het kader van deze masterproef een onderzoek op te starten over deze problematiek.

Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de huidige en wenselijke kennis,

attitudes en vaardigheden van gezondheidswerkers die werken met MZWV met

betrekking tot anticonceptie bij deze doelgroep?”.

Page 9: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

VI

Het doel is om op deze manier eventuele knelpunten te identificeren en naar de

toekomst toe aanbevelingen te formuleren.

Deze masterproef bevat vijf grote onderdelen. Om het onderwerp te kaderen, wordt in

eerste instantie een overzicht gegeven van de reeds bestaande literatuur omtrent

migratie, MZWV en seksuele- en reproductieve gezondheid en wordt er een

begrippenkader gegeven. Na deze literatuurstudie wordt in hoofdstuk twee de

onderzoeksmethodologie toegelicht en wordt een beschrijving van de

onderzoeksdoelstellingen gegeven. Het derde hoofdstuk bevat een weergave van de

resultaten van de vragenlijst. In het vierde hoofdstuk worden de resultaten vergeleken

met bevindingen uit de literatuurstudie en voorzien van kritische bedenkingen. Hier is

ook ruimte voor het identificeren van knelpunten met betrekking tot anticonceptie bij

MZWV. Tot slot worden aanbevelingen geformuleerd naar de praktijk toe en worden

enkele conclusies getrokken in het vijfde hoofdstuk.

In dit werk zullen steeds de termen patiënt/patiënten ZWV gebruikt worden, maar

hiermee worden ook cliënt/cliënten ZWV bedoeld.

Page 10: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

1

1 HOOFDSTUK I: LITERATUUROVERZICHT

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de reeds bestaande literatuur in

verband met het onderwerp. Eerst wordt de methodologie van het verzamelen en het

selecteren van de literatuur beschreven, waarna de gevonden literatuur inhoudelijk

besproken wordt.

In eerste instantie wordt een situatieschets gegeven over Mensen Zonder Wettig Verblijf

(MZWV) en hun rechten. Daarna volgt een beschrijving van de gevonden resultaten na

een literatuuronderzoek. Hier wordt eerst ingegaan op de seksuele- en reproductieve

gezondheid van migranten en daarna verkennen we het onderwerp bij MZWV. Tot slot

wordt er dieper ingegaan op het perspectief van gezondheidswerkers die in contact

komen met MZWV.

Om bruikbare literatuur te verzamelen werden de databanken PubMed, CINAHL en

Web Of Knowledge systematisch doorzocht. Er werd gezocht met een uitgebreide

zoekfilter met volgende concepten: “undocumented migrants” AND “contraception”

AND “Europe”. De volledige zoekfilter is te vinden in bijlage I. Er werd één zoekrobot

geraadpleegd, namelijk Google Scholar. Alle types publicaties van maximum 10 jaar

oud, verschenen in het Nederlands, Frans of Engels werden in eerste instantie

weerhouden. Publicaties die over Niet-Europese landen handelen werden geëxcludeerd.

Na het screenen van de artikels op titel en abstract, taal en het filteren van dubbele

artikels werden 49 publicaties inhoudelijk beoordeeld op relevantie. Tot slot werd grijze

literatuur opgezocht door de referenties van de geïncludeerde artikels te controleren.

Uiteindelijk werden 32 wetenschappelijke publicaties geïncludeerd voor het schrijven

van dit literatuuroverzicht. Onderstaande zoekboom geeft een schematische voorstelling

van het zoekproces weer (figuur 1).

Page 11: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

2

Figuur 1: zoekboom literatuurstudie

Om een beeld te krijgen over terminologie en cijfers met betrekking tot MZWV, werd

gebruik gemaakt van rapporten van de Organization for Migration (IOM), de

Organization for Economic Co-operation and Development (OECD) en de websites van

Kruispunt Migratie-Integratie (KM-I) en Medimmigrant.

Page 12: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

3

1.1 Situatieschets

Volgens een schatting van de International Organization for Migration (IOM), leeft

ongeveer 10 tot 15% van 214 miljoen migranten wereldwijd zonder wettig verblijf. De

Organization for Economic Co-operation and Development (OECD) spreekt van vijf tot

acht miljoen mensen zonder wettig verblijf (MZWV) in Europa. Voor België en

Vlaanderen bestaan er tot op heden geen officiële gegevens over het aantal MZWV.

Door het feit dat MZWV nergens officieel worden geregistreerd, is het moeilijk om een

concrete schatting te maken. Bestaande schattingen zijn zeer onzeker, maar men neemt

aan dat er minstens 100.000 MZWV in België zijn (Medimmigrant Vzw, 2009). Naar

alle waarschijnlijkheid is dit getal slechts het spreekwoordelijke topje van de ijsberg en

een onderschatting van de realiteit (Goosen et al., 2009; Janssens et al., 2006).

Het expertisecentrum Kruispunt Migratie-Integratie (KM-I) omschrijft een persoon

zonder wettig verblijf als volgt:

“Een persoon is zonder wettig verblijf in België als hij of zij hier niet

(meer) mag verblijven volgens de wet. De Belgische immigratiewetgeving

bepaalt hoe mensen met een andere nationaliteit het recht kunnen

verwerven om hier te verblijven. Mensen zonder wettig verblijf worden

ook ‘sans papiers’, ‘clandestienen’, ‘uitgeprocedeerden’, 'mensen zonder

papieren' of ‘illegalen’ genoemd.”

Er worden vier categorieën onderscheiden (KM-I, 2012):

1.  Uitgeprocedeerden    

Zij hebben een verblijfsprocedure doorlopen en kregen een tijdelijk verblijfsdocument.

Hun verblijfsaanvraag werd definitief geweigerd. Hierdoor zijn ze hun tijdelijk

verblijfsrecht kwijt, maar blijven toch in België.

2.  ‘Overstayers’    

Zij zijn als toerist België binnengekomen, of ze kregen als student of arbeidsmigrant

een tijdelijk verblijfsstatuut. Ze bleven langer dan hun visum of tijdelijk

verblijfsdocument toestond, waardoor hun verblijf onwettig werd.

Page 13: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

4

3.  Pendelmigranten  

Pendelmigranten wisselen wettig en onwettig verblijf af. Vaak zijn het burgers van de

Europese Unie. Ze meldden zich officieel als toerist in een Belgische gemeente.

Hierdoor kunnen ze drie maanden legaal verblijven. Na die drie maanden moeten ze in

principe voor drie maanden het land verlaten: pas daarna kunnen ze zich opnieuw (voor

drie maanden) melden. Tijdens die wachtperiode keren ze vaak geen volle drie maanden

terug naar het land van herkomst en verblijven dan een tijd ‘onwettig’ op het

grondgebied voor ze zich opnieuw inschrijven.

4.  Clandestiene  migranten  

Deze migranten staken clandestien de grens over en startten nooit een

verblijfsprocedure. Hun verblijf wordt niet geregistreerd. Een typische groep zijn de

transitmigranten, die op doorreis zijn naar bijvoorbeeld Engeland.

Hoewel alle MZWV zich in een moeilijke situatie bevinden, ondervinden vooral

vrouwen hier zware gevolgen van. Ze zijn kwetsbaar voor fysieke mishandeling,

seksueel misbruik en verkrachting. Tevens worden hun ervaringen en angsten soms niet

serieus genomen (Burnett & Peel, 2001; Keygnaert, Vettenburg & Temmerman, 2012).

Genderongelijkheid is nog steeds een wereldwijd fenomeen dat vrouwen extra

kwetsbaar maakt, vooral als het gaat om hun seksuele- en reproductieve gezondheid

(SRG) (Janssens, Bosmans, Leye & Temmerman, 2006). Uit verschillende onderzoeken

komt naar voren dat het huidige zorgsysteem in verschillende landen vaak niet voldoet

aan de noden van migrantenvrouwen of van vrouwen ZWV (Goosen, van Oostrum &

Essink-Bot, 2010; Goosen, Stronks, Uitenbroek & Wijsjanen, 2009; Lyberg, Viken,

Haruna & Severinsson, 2012;).

In België is onwettig verblijf strafbaar en MZWV hebben een beperkte toegang tot

rechten en diensten in België. De Belgische grondwet en internationale verdragen

garanderen hen echter wel enkele rechten, bijvoorbeeld: het recht op onderwijs voor

minderjarigen, het recht op Dringende Medische Hulp (DMH), het recht op

sociaaljuridische bijstand, ... (KM-I, 2012)

Page 14: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

5

MZWV die niet over voldoende financiële middelen beschikken om medische zorgen te

betalen, kunnen aan het OCMW van hun verblijfplaats vragen om de medische kosten

ten laste te nemen. Het K.B. van 12.12.1996 bepaalt dat DMH zowel preventieve en

curatieve medische zorgen alsook nazorg inhoudt. Ook medicatie, een consultatie bij

een huisdokter of specialist, of een behandeling bij de kinesist kunnen door het OCMW

ten laste genomen worden. Dit geldt zowel voor ambulante medische zorgen als voor

residentiële medische zorgen in een verpleeginstelling (ziekenhuis, psychiatrische

instelling,...). (vzw Medimmigrant, 2009) Een vrouw ZWV kan dus via de DMH

regelgeving haar zwangerschap, bevalling en postnatale zorgen gratis laten opvolgen

(KM-I, 2012). Sommige OCWM’s (waaronder dat van Gent) kiezen ervoor te werken

met een medische kaart. Hiermee verbindt het OCMW zich er tegenover de

zorgverstrekker toe om de kosten van medische prestaties gedurende een bepaalde

termijn ten laste te nemen. Met een geldige medische kaart kan de patiënt ZWV bij de

apotheek of andere zorgverstrekkers terecht voor DMH. De prestaties worden dan gratis

afgeleverd en het OCMW betaalt de kosten rechtstreeks aan de zorgverstrekkers.

(OCWM Gent, 2014)

Het OCMW vergoedt enkel geneesmiddelen die een nomenclatuurcode hebben en dus

op hun beurt door het Riziv1 aan het OCMW worden terugbetaald. Dit betekent dus dat

niet alle vormen van anticonceptie worden terugbetaald in het kader van DMH, daar

sommige anticonceptiemiddelen geen nomenclatuurcode hebben. Elk OCMW kan zelf

beslissen of ze alsnog geneesmiddelen wil vergoeden die het Riziv niet terugbetaald,

wat de uniformiteit van de regelgeving in het gedrang brengt en het voor

gezondheidswerkers onduidelijk maakt. Wat betreft de terugbetaling van anticonceptie

voert elk OCMW een ander beleid. De zorgen en diensten in het kader van abortus

worden daarentegen bijna geheel terugbetaald door de mutualiteit. Indien de patiënt niet

aangesloten is bij een mutualiteit, kan zij bij het OCMW terecht voor het vergoeden van

de kosten via de procedure van DMH. (Medimmigrant Vzw, z.d; KM-I, 2012)

 

1 Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering

Page 15: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

6

1.2 Resultaten literatuuronderzoek

1.1.1 Seksuele-­  en  reproductieve  gezondheid  en  migratie  Volgens een review van Mladovsky (2009) is er een groeiend aantal studies die de

ongelijkheid in gezondheid tussen enerzijds migranten en anderzijds lokale populaties

in Europa aantoont, ondanks het feit dat de meeste gezondheidsvoorzieningen nagenoeg

gratis worden aangeboden. Een groot aantal studies bevestigde volgens Mladovsky

(2009) een aanzienlijke ongelijkheid in de toegang tot onder andere seksuele- en

reproductieve gezondheid.

Om een duidelijk beeld te scheppen van eerder bestudeerde outcomes in verband met

seksuele- en reproductieve gezondheid bij migranten, werd een overzichtstabel met

bijhorende p-waarden opgesteld (tabel 1). We gingen per onderzoeksartikel na welke

outcomes werden onderzocht en in hoeverre er een significant resultaat was in

vergelijking met de autochtone bevolking. Indien er geen p-waarde is aangegeven, werd

deze in het artikel niet vermeld.

Page 16: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

7

Tabel 1: overzicht outcomes migranten in vergelijking met autochtone populatie

*** p<0.0001 ** p<0.001 * p<0.005 °°° p<0.01 °° p<0.02 ° p<0.05

Naast de rapportage van deze hoofdzakelijk ongunstige outcomes deden Vangen, Eskils

& Forsen (2013) onderzoek naar de incidentie van abortus bij migranten. Volgens de

auteurs hadden zowel eerste- als tweedegeneratiemigranten een significant hoger risico

op geïnduceerde abortus.

2 LBW: Low Birth Weight 3 SGA: Small for Gestational Age

Auteur Land

LBW

2 (<25

00 g

)

SGA

3

Pret

erm

(<36

wek

en)

Peri

nata

le

mor

talit

eit

Mat

erna

le st

erfte

Inad

equa

te

pren

atal

e zo

rg

Late

pre

nata

le z

org

(> 1

2 w

eken

)

Tien

er-

zwag

ersc

happ

en

HIV

Pedersen et al. (2012) Denemarken x*** x*** x***

Racape et al. (2010) België x*** x*** x°°

Vahratian et al. (2004) België

Fernàndez et al. (2010) Spanje x

Zanconato et al. (2011) Italië x* x°

Li et al. (2013) Zweden x

Cacciani et al. (2011) Italië x

Malin et al. (2009) Finland x°°° x** x°

Castello et al. (2012) Spanje x x x°

Oberainger et al. (2013) Oostenrijk x

Jacquemyn et al. (2012) België x x x x

Page 17: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

8

Reime et al. (2009) stelde dat het beter en sneller gebruik van prenatale zorg door

migranten het risico op perinatale sterfte en andere ongunstige outcomes aanzienlijk kan

verminderen. Volgens Choté et al. (2011) hadden migrantenvouwen inderdaad later

toegang tot prenatale zorg dan autochtone vrouwen. De onderzoekers konden geen

verklarende variabele naar voren schuiven, maar mogelijks zijn migrantenvrouwen niet

voldoende geïnformeerd over de organisatie van prenatale zorg.

1.1.2 Seksuele-­  en  reproductieve  gezondheid  bij  MZWV  

Anticonceptie,  ongeplande  zwangerschap  en  geïnduceerde  abortus  

In de Zwitserse studie van Wolff et al. (2008) werden 161 zwangere vrouwen ZWV

bevraagd tegenover een controlegroep van 233 zwangeren zonder migratieachtergrond.

75% van de zwangerschappen bij de vrouwen ZWV is ongepland, tegenover 21% in de

controlegroep (p<0.001). Van de vrouwen ZWV die ongepland zwanger zijn gebruikte

79% geen (48%) of onbetrouwbare (31%) anticonceptie zoals condooms, coïtus

interruptus of de temperatuurmethode. Er werden verschillende redenen gegeven voor

het niet gebruiken van anticonceptie: onregelmatige geslachtsgemeenschap (25%), de

overtuiging dat ze infertiel zijn (18%) en het stoppen met anticonceptie omdat de pillen

op zijn, bijwerkingen geven of te duur zijn (12%). (Wolff et al., 2008)

Een andere cross-sectionele studie uit Zwitserland gaf vergelijkbare cijfers weer.

Slechts 19% van de bevraagde vrouwen ZWV gebruikte de pil en ongeveer 80% van

hen gaf aan geen condoom gebruikt te hebben tijdens het laatste seksueel contact.

Daarentegen zei 41% van de mannelijke deelnemers ZWV wel een condoom gebruikt te

hebben tijdens het laatste seksueel contact (p<0.001). Meer dan een derde van de

participanten rapporteerden dat ze geen enkele vorm van anticonceptie gebruikten

tijdens het laatste seksueel contact: ongeveer 50% gebruikte geen condoom gedurende

het laatste jaar en slechts 20% zei een condoom te gebruiken bij elk seksueel contact,

zonder significante genderverschillen. (Sebo, Jackson, Haller, Gaspoz & Wolff, 2010)

Page 18: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

9

Kurth et al. (2010) onderzochten het gebruik van anticonceptie bij vrouwen ZWV in

Zwitserland. Van de 80 vrouwen gebruikten 55 een vorm van anticonceptie. Het meest

gebruikte middel was IUD (27%), gevolgd door orale anticonceptie (21%). In deze

studie werden 18 ongeplande zwangerschappen vermeld. De voornaamste redenen

waarom deze vrouwen geen anticonceptie gebruikten zijn taalbarrières en de kosten van

anticonceptiemiddelen. (Kurth et al., 2010) Dunn, Janakiram, Blake, Hum & Chee

(2011) stelden dat de behoefte aan anticonceptie van ongeveer 120 miljoen vrouwen

wereldwijd onvervuld is. Als gevolg hiervan zijn er bij deze populatie veel ongeplande

zwangerschappen met mogelijks een negatieve outcome zoals abortus. (Dunn et al.,

2011)

Uit een analyse van nationale surveillance data uit Nederland bleek de abortusratio bij

vrouwen ZWV (14.4 per 1000 vrouwen) hoger te liggen dan het gemiddelde in

Nederland (8.6 per 1000 vrouwen). Daarnaast lag het aantal tienerzwangerschappen in

deze studie maar liefst acht keer hoger bij vrouwen ZWV (respectievelijk 49.1 per 1000

vrouwen ZWV versus 5.8 per 1000 Nederlandse vrouwen). De abortusratio bleek

significant hoger te liggen voor vrouwen die zwanger zijn op het moment van aankomst

of wie zwanger werd gedurende de eerste maanden na aankomst, dan bij vrouwen die

reeds negen maanden of langer in Nederland verbleven (Goossen, Uitenbroek, Wijsen

& Stronks, 2009).

Tevens rapporteerden onderzoekers in de Zwitserse studie van Kurth et al. (2010) een

hogere abortusratio bij vrouwen ZWV dan de normale abortuscijfers in het ziekenhuis.

Bij vrouwen ZWV was de ratio één abortus op 2,5 levende geboortes, in het ziekenhuis

algemeen was de ratio één abortus op 7,5 levende geboortes. Als reden van

abortusaanvraag werden psychologische trauma’s en zorgen over de toekomst genoemd.

Sebo et al. (2011) bevestigde deze hoge percentages van ongeplande zwangerschappen

en stelde in zijn onderzoek vast dat 50% van de bevraagde vrouwen ZWV minstens één

geïnduceerde abortus had en 40% een ongeplande zwangerschap had. Fedeli et al.

(2010) sprak dan weer van drie keer meer abortussen bij MZWV dan bij reguliere

migranten en maar liefst zes keer meer abortussen dan bij de autochtone bevolking.

Page 19: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

10

Prenatale  zorg    

Volgens de NICE-guidelines over antenatale zorg dient de eerste prenatale controle

plaats te vinden voor de twaalfde zwangerschapsweek, en idealiter tussen de achtste en

de tiende week (National Institute for Health and Care Excellence (NICE), 2008). Uit

het onderzoek van Wolff et al. (2008) bleek echter dat vrouwen ZWV 10.8 keer meer

kans hebben op late prenatale zorg in vergelijking met autochtone vrouwen (CI

4.8;24.2). Daarnaast stelde Wolff et al. (2008) vast dat toxoplasmose gondii (p<0.001)

en cytomegalievirus (p<0.001) significant meer voorkomt bij zwangere vrouwen ZWV.

Obstetrische  problemen  en  perinatale  complicaties  

In het onderzoek van Wolff et al., (2008) lag de zwangerschapsduur op het moment van

de bevalling significant lager bij vrouwen ZWV in vergelijking met de controlegroep

(respectievelijk gemiddeld 38.9 weken en 39,4 weken) (p=0.02). Er werd echter geen

significant verschil vastgesteld bij het voorkomen van preterme geboortes, laag

geboortegewicht en andere complicaties tijdens de zwangerschap, bevalling en post-

partum. (Wolff et al., 2008)

Kurth et al. vermeldden als meest frequente perinatale complicaties bij vrouwen ZWV:

premature arbeid (15%) en bloeding (11%), gevolgd door zwangerschapsdiabetes (9%),

intra-uteriene groeiachterstand (7%) en anemie (7%). De onderzoekers rapporteerden

geen significant verschil in wijze van bevalling in vergelijking met de autochtone

controlegroep. De moeders ZWV gaven aan dat vooral het gebrek aan sociale steun en

stress hen parten spelen in de postpartum periode. (Kurth et al., 2010)

Uit een grootschalige cohort studie van de Nederlandse onderzoekers Van Hanegem,

Miltenburg, Zwart, Bloemenkamp, & Van Roosmalen (2011) bleek dat de incidentie

van ernstige maternale morbiditeit 31 op 1000 bedroeg bij vrouwen ZWV in

vergelijking met 6.8 bij de autochtone bevolking. Het risico op morbiditeit was bij

vrouwen ZWV 4.5 keer zo groot als bij autochtone vrouwen (CI 3.3;6.1) en 3.6 keer zo

groot als bij niet-Westerse migranten vrouwen (CI 2.6;5.0).

Page 20: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

11

Mogelijke risicofactoren die werden gegeven zijn: lage socio-economische status,

werkloosheid, ernstige taalbarrière, laattijdige prenatale zorg, multipariteit, HIV

positief, kort verblijf in Nederland en sectio in de voorgeschiedenis. (Van Hanegem et

al., 2011) Ook de review van Goosen, van Oostrum & Essink-Bot (2010) toonde aan dat

vrouwen ZWV een verhoogde kans hebben op perinatale en maternale mortaliteit en

ernstige maternale morbiditeit. De auteurs benadrukten wel dat het vaak ging om

onderzoeksartikels gebaseerd op een kleine steekproef.

Gynaecologische  klachten  en  Seksueel  Overdraagbare  Aandoeningen  (SOA’s)  

Zwitserse onderzoekers (Kurth et al., 2010) analyseerden 89 patiëntendossiers van

vrouwen ZWV. De kwantitatieve analyse toonde aan dat het bij gynaecologische

diagnosen meestal ging om urogenitale infecties (41%), lage buikpijn (25%), spontane

abortus (25%), dysmenorrhoe (5%) en hypermenorrhoe/menorrhagia (5%). In tien% van

de gevallen bleek er ook sprake te zijn van verkrachting.

Uit de studie van Sebo et al is gebleken dat 26% van de vrouwen ZWV en 10% van de

mannen ZWV één of meerdere huidige of doorgemaakte SOA(s) heeft. Jackson et al.

(2010) onderzocht de prevalentie van Chlamydia Trachomatisch Infectie (CTI) in

Zwitserland. CTI is de meest voorkomende SOA bij zowel mannen als vrouwen in

Westerse landen. Uit deze studie bleek dat de prevalentie van Chlamydia bij MZWV

ruim twee keer hoger lag dan de algemene prevalentie in Zwitserland (5.8% versus

2.8%). Multivariate analysetechnieken toonden in dit onderzoek aan dat MZWV jonger

dan 25 jaar vier keer meer risico hebben op CTI dan MZWV ouder dan 25 jaar (OR 3.9,

CI 1.3;12.2). Wolff et al. (2008) gaf gelijkaardige resultaten weer: CTI kwam drie keer

meer voor bij MZWV (12.8%) dan bij de controlegroep (4.4%).

Ook bij onderzoek naar de incidentie van HIV werd een illegale verblijfsstatus als

risicofactor benoemd. Pezolli et al. (2009) concludeerde dat de HIV incidentie bij

MZWV 16 keer hoger ligt dan bij de autochtone populatie. Uit de statistische analyse

van de resultaten bleek dat migratie van Sub-Sahara Afrika (p=0.0001), sekswerk

(p=0.025) en onveilige seks (p=0.01) geassocieerd worden met een verhoogd risico op

HIV. (Pezolli et al., 2009)

Page 21: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

12

Blootstelling  aan  geweld  

Uit het onderzoek van Wolff et al. (2008) bleek dat zowel vrouwen ZWV als autochtone

vrouwen evenveel worden blootgesteld aan geweld, maar dat vrouwen ZWV 8.6 meer

kans hebben op geweld tijdens de zwangerschap (p<0.001, CI 2.4;30.6). Keygnaert,

Vettenburg & Temmerman (2012) deden eveneens onderzoek naar geweld bij MZWV

en stelden een hoge incidentie van verschillende vormen van seksueel- en

gendergerelateerd geweld vast. De onderzoekers stelden dat een beperkte legale status

in combinatie met een lage socio-economische status de kwetsbaarheid van meisjes en

vrouwen verhoogt. Dit maakt specifieke gezondheidsvoorlichting en geweldpreventie

interventies zeer urgent. (Keygnaert et al., 2012)

 

Oorzaken  ongunstige  outcomes  en  noden  

Hoewel er slechts weinig geweten is over het onjuist of niet gebruiken van

anticonceptie, vermeldden Janssens, Bosmans & Temmerman (2005) in hun review

enkele oorzaken van die onvervulde behoefte aan anticonceptie bij MZWV. Een gebrek

aan informatie of het feit dat men geen toegang heeft tot de gezondheidszorg,

gecombineerd met een slechte socio-economische status kan leiden tot verkeerd gebruik

van of gebrek aan anticonceptie. Daarnaast beïnvloeden culturele en religieuze

opvattingen het al dan niet (correct) gebruiken van anticonceptie. (Janssens et al., 2006).

Uit een zeer recent kwalitatief onderzoek van Keygnaert, Vettenburg, Roelens &

Temmerman (2014) bleek dat vooral culturele normen en educatie van belang zijn bij

gezondheidspromotie voor MZWV. Daarnaast stelde Keygnaert et al. (2014) dat

MZWV vaak een interne locus of control hebben en zichzelf dus verantwoordelijk

achten voor het al dan niet stellen van gezondheidsbevorderend gedrag. Het Belgische

asielsysteem dwingt ze echter in een structureel afhankelijke positie dwingt, hetgeen een

slechte seksuele gezondheid in de hand werkt.

Een review van kwalitatieve onderzoeksartikels toonde aan dat zwangere vrouwen

ZWV vooral behoefte hebben aan: informatie over de zwangerschap en

gezondheidszorg in het opvangland, gezondheidswerkers die aandacht hebben voor hun

problemen, moedergroepen voor sociale contacten en informatie-uitwisseling. (Goosen

et al., 2010)

Page 22: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

13

1.1.3 Perspectief  van  gezondheidswerkers  

Vijf van de 30 geïncludeerde artikels deden onderzoek naar het perspectief van

gezondheidswerkers over gezondheid bij migranten en MZWV (Akhavan, 2012;

Boerleider, Francke, Mannieën, Wiegers & Deville, 2012; Degni, Suominen, Essén, El

Ansari & Vehviläinen-Julkunen, 2012; Kurth, Jaeger, Zemp, Tschudin & Bischoff,

2010; Lyberg, Viken, Haruna & Severinsson, 2012). In deze onderzoeken werden

kwalitatieve data door middel van semigestructureerde of open interviews verkregen.

De geïnterviewde vroedvrouwen, artsen of andere gezondheidswerkers brachten

volgende barrières en uitdagingen naar voren.

Transculturele  gezondheidszorg    

Uit interviews en focusgesprekken met enkele Nederlandse vroedvrouwen bleek dat de

meerderheid etnische diversiteit in het werkveld fascinerend en uitdagend vindt, maar

ook vaak percipieert als moeilijk en frustrerend. Vroedvrouwen werkzaam in stedelijke

gebieden met veel niet-westerse patiënten, gaven aan dat de zorg voor sommige van

deze patiënten zeer veeleisend is. De belangrijkste redenen hiervoor waren: taalbarrière,

gebrek aan kennis over het Nederlandse systeem en lage socio-economische status.

(Boerleider et al., 2013) Akhavan (2012) stelde dat alle geïnterviewde vroedvrouwen

erkennen dat de migratiestatus van de vrouwen een invloed heeft op hoe

migrantenvrouwen behandeld worden door het gezondheidszorgsysteem. Ze gingen van

ongelijkheid uit. Migrantenvrouwen krijgen niet dezelfde zorg als autochtone vrouwen,

doordat ze hun eigen noden minder duidelijk kunnen uitdrukken. Sommige

vroedvrouwen vonden dat het de verantwoordelijkheid is van de overheid, de

maatschappij en de gezondheidszorg om een gelijkwaardige zorg te garanderen voor

alle burgers. Een andere groep in deze steekproef geloofde eerder dat het de individuele

verantwoordelijkheid van de migranten is om het systeem te kennen, de taal te spreken

en zichzelf duidelijk uit te drukken. (Akhavan, 2012)

In datzelfde onderzoek haalden de bevraagde vroedvrouwen aan dat er in hun opleiding

meer nadruk moet liggen op transculturele gezondheidszorg. Dit kan hen helpen hun

communicatieve vaardigheden te verbeteren en beter en gelijkwaardige zorg te

verlenen.

Page 23: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

14

De vroedvrouwen wilden ook tijdens hun carrière doorlopende trainingen over culturele

diversiteit en etnische attitudes. Daarnaast zagen ze een cultureel divers team als een

belangrijke factor voor het welslagen van cultuursensitieve zorg. (Akhavan, 2012)

Uit het onderzoek van Kurth et al. (2010) bleek dat sommige artsen tegenstrijdige eisen

ervaren, waardoor ze zich geforceerd voelden een “triple role” uit te voeren. Ze kaartten

in het onderzoek potentiële conflicten aan tussen ten eerste hun zorgverlenende taak ten

opzichte van hun patiënten, ten tweede het voorzien van de nodige documenten voor de

asielcentra en ten derde hun taak de kosteneffectiviteit te bewaken in het huidige

gezondheidsmodel van de overheid. Naast hun taak als zorgverlener moeten ze dus

extra inspanningen leveren om ook wettelijk in orde te zijn indien ze zorg verlenen aan

MZWV. (Kurth et al., 2010)

Omgaan  met  de  achtergrond  van  de  patiënt  

Gezondheidswerkers uitten in het onderzoek van Kurth et al. (2010) hun bezorgdheid

over eerdere traumatiserende gebeurtenissen en over de huidige levenssituatie van hun

patiënten ZWV. Verkrachting werd vaak vermeld als belangrijke factor die de mentale

gezondheid van vrouwen sterk kan beïnvloeden, maar er is dikwijls sprake van een

combinatie van verschillende stresserende factoren (Kurth et al., 2010).

Traumatische oorlogservaringen en genitale verminking zijn veel voorkomende

gezondheidsproblemen bij migrantenvrouwen. Deze uiten zich vaak in fysieke

symptomen en depressies zijn dan ook niet uitzonderlijk. Gezondheidswerkers vinden

het vaak moeilijk hiermee te gaan, wat leidt tot een gevoel van hulpeloosheid (Lyberg et

al., 2012). Deze bevinding werd ook in het onderzoek van Kurth et al. (2010)

aangehaald. Daar werd beschreven dat gezondheidswerkers het soms moeilijk vinden

om gepast te reageren op het tragische verleden van hun patiënten ZWV.

Een ander obstakel voor gezondheidswerkers is de mogelijke eenzaamheid die

migrantenvrouwen ervaren. Moeders, partners of andere belangrijke naasten zijn soms

moeilijk telefonisch te bereiken. Depressie wordt in deze context vaak vastgesteld.

(Lyberg et al., 2012)

Page 24: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

15

Taal-­  en  culturele  barrières  

Uit verschillende onderzoeken bleek dat gezondheidswerkers vaak

communicatieproblemen ondervinden met hun anderstalige patiënten (Boerleider et al,

2013; Degni et al., 2012; Akhavan, 2012; Kurth et al., 2010; Lyberg et al., 2012).

Akhavan (2012) toonde aan dat vroedvrouwen geloven dat slechte verbale

communicatie of onvoldoende talenkennis kan leiden tot miscommunicatie. Dit draagt

bij tot ongelijkheid binnen de gezondheidszorg. Hoewel ziekenhuizen vaak beschikken

over tolken, gaven gezondheidswerkers aan dat het niet altijd mogelijk is een tolk met

de juiste talenkennis te vinden. Sommige gezondheidswerkers zouden graag meer

verschillende talen kennen, zodat ze in de taal van de vrouw zelf kunnen

communiceren. (Kurth et al., 2010; Lyberg et al., 2012) Wanneer er wel een tolk

beschikbaar was, gaven gezondheidswerkers aan dat deze vormen van communiceren

niet altijd makkelijk werkbaar zijn (Kurth et al., 2010; Lyberg et al., 2012). Alsook de

beperkte medische terminologie van de tolken kan leiden tot frustraties (Degni et al.,

2012). Daarnaast werd aangegeven dat het overbrengen van de gewenste informatie

langer duurt (Akhavan, 2012). Dit kan leiden tot communicatiemoeilijkheden, wat zorgt

voor een negatief gevoel over de situatie bij de gezondheidswerkers (Kurth et al., 2010).

Ondanks deze gepercipieerde nadelen zien gezondheidswerkers een vertaler wel als een

noodzakelijke tool om goede en gelijkwaardige zorg te bieden. Volgens de

geïnterviewde vroedvrouwen uit het onderzoek van Akhavan (2012) kunnen

professioneel getrainde medische vertalers de nauwkeurigheid, vertrouwelijkheid en

effectiviteit van de communicatie verhogen (Akhavan, 2012). Ook de vroedvrouwen uit

het onderzoek van Boerleider et al. (2013) verkozen een telefonische tolk boven een

niet-professionele tolk als het gaat om gevoelige onderwerpen of belangrijke informatie.

Andere bronnen van informatie voor hun patiënten zijn onder andere vertaalde folders,

filmpjes van het internet, tekeningen, pictogrammen en non-verbale communicatie.

(Boerleider et al., 2013)

Gezondheidswerkers erkenden dat migrantenvrouwen vaak uit een hechte gemeenschap

komen, met eigen waarden en normen. De druk en betrokkenheid van familie kan groot

zijn en sommige vrouwen worden volgens de gezondheidswerkers geforceerd om

zwanger te worden. (Boerleider et al., 2013; Kurth et al., 2010)

Page 25: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

16

Ook tijdens de postnatale periode geeft de familie veel advies. Vaak is dit advies

ongevaarlijk en op cultuur of tradities gebaseerd, maar soms gaat het regelrecht in tegen

het advies van gezondheidswerkers. Vroedvrouwen vinden het soms moeilijk hun

patiënten te overtuigen van de mogelijk schadelijke gevolgen van deze adviezen.

Vrouwen zonder wettig verblijf vormen hier een uitzondering, aangezien zij vaak

gescheiden leven van hun familie. (Boerleider et al., 2013)

Sommige gezondheidswerkers zijn van mening dat migrantenvrouwen minder aandacht

besteden aan hun gezondheid gedurende de pre- en postnatale periode. Ze lijken minder

bezorgd over hun zwangerschap dan autochtone vrouwen en zien een zwangerschap

meer als een natuurlijk deel van het leven van een vrouw. Volgens de geïnterviewde

gezondheidswerkers lijken ze andere verwachtingen te hebben over de inhoud van de

zorg. Daarnaast zijn gezondheidswerkers zich wel bewust van de grotere

gezondheidsrisico’s bij migranten, maar vinden ze het moeilijk om hierop de

anticiperen. (Lyberg et al., 2012)

Kennis,  opleiding  en  socio-­economische  status  van  migranten  

Gebrek aan basiskennis over het eigen lichaam werd in de onderzoeken vaak

aangehaald (Akhavan, 2012; Lyberg et al., 2012). Gezondheidswerkers gaven daarnaast

aan dat gezondheidsinformatie over genitale verminking, geboorteregeling en

menstruatie vaak aan bod komt tijdens de consultaties, maar dat ze niet altijd weten hoe

migrantenvrouwen hier het best in te benaderen (Lyberg et al., 2012). Volgens de

geïnterviewde vroedvrouwen uit het onderzoek van Akhavan (2012) zijn

opleidingsniveau, land van origine en lengte van verblijf in het gastland drie belangrijke

factoren die de kijk van migrantenvrouwen op de gezondheidszorg bepalen. Opleiding

was volgens de vroedvrouwen een meer bepalende factor in de toegang tot

gezondheidszorg dan de culturele verschillen die er zijn. (Akhavan, 2012)

Daarnaast werd in het onderzoek van Boerleider et al. (2013) het concept “health

literacy” aangehaald. De bevraagde vroedvrouwen merkten bij hun patiënten met een

migratieachtergrond een beperkte leesvaardigheid en/of mogelijkheid om

gezondheidsinformatie te begrijpen en juist te gebruiken.

Page 26: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

17

Ook de impact van de socio-economische status op de gezondheid van

migrantenvrouwen werd in dit onderzoek aangehaald. (Boerleider et al., 2013)

Het  verlenen  van  seksuele-­  en  reproductieve  gezondheidszorg  

Degni et al. (2012) deden onderzoek naar communicatieve en culturele problemen bij

het verlenen van reproductieve zorg aan Somalische migranten. De auteur stelde dat

artsen en verpleegkundigen weinig tot geen Somalische patiënten te zien krijgen in

verband met family planning. Dit omdat het merendeel van deze vrouwen niet

geïnteresseerd is in contraceptie of er niet over wil praten, al zeker niet met een

mannelijke arts. Volgens de verpleegkundigen gebruikten slechts vijf tot tien procent

van hun vrouwelijke Somalische patiënten anticonceptie. Druk van de echtgenoot,

religieuze zaken en niet consequent gebruik van anticonceptie lagen volgens de

verpleegkundigen aan de basis van dit laag cijfer. De vrouwen waarbij een spiraal

geplaatst werd, kwamen zelden terug op consultatie voor een check up. De

geïnterviewde artsen gaven aan dat ze vroedvrouwen en verpleegkundigen beter

geschikt vinden om dit onderwerp met migrantenvrouwen te behandelen, omdat ze er

meer kennis van hebben en meer contact hebben met migrantenvrouwen. (Degni et al.,

2012)

1.3 Besluit literatuurstudie Uit voorgaand literatuuronderzoek blijkt dat er een groeiende ongelijkheid is tussen

migranten en lokale populaties zonder migratieachtergrond (Mladovsky, 2009).

Wetenschappelijke literatuur is unaniem: de gezondheid en behoeften van migranten, en

in het bijzonder van MZWV, zijn verschillend van die van de autochtone Europese

bevolking. Verschillende onderzoekers rapporteerden ongunstige outcomes van

migranten met betrekking tot seksuele- en reproductieve gezondheid. Vooral preterme

geboorte, laag geboortegewicht en groeivertraging komen meer voor bij kinderen van

migrantenvrouwen. Ook abortus komt significant vaker voor bij eerste- en

tweedegeneratie migranten (Vangen et al., 2013)

Page 27: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

18

MZWV vormen binnen deze populatie, gezien hun verblijfsstatus en verschillende

andere factoren, een extra kwetsbare groep. Uit schattingen blijkt dat er minstens

100.000 MZWV in België verblijven (Medimmigrant Vzw, 2009). Hoewel al deze

MZWV zich in een zeer moeilijke situatie bevinden, blijkt uit verschillende

onderzoeken dat vooral vrouwen een negatieve impact op hun seksuele- en

reproductieve gezondheid ondervinden (Burnett & Peel 2001; Janssens et al., 2006).

Ondanks de huidige Europese wetgevingen en voorzieningen bestaat er een lacune in de

seksuele- en reproductieve gezondheidszorg voor MZWV. Uit de verschillende studies

die werden opgenomen in dit literatuuroverzicht blijkt dat migratie en de verblijfsstatus

een risicofactor is voor verschillende ongunstige seksuele- en reproductieve outcomes

bij vrouwen ZWV.

Wolff et al. (2008), Sebo et al. (2011) en Kurth et al. (2010) rapporteerden een hogere

prevalentie ongeplande zwangerschappen bij vrouwen ZWV. Goosen et al. (2009),

Kurth et al. (2010), Sebo et al. (2011) en Fedeli et al. (2010) stelden dat de abortusratio

hoger ligt bij vrouwen ZWV dan bij autochtone vrouwen of migrantenvrouwen.

Volgens Wolff et al. (2008) hebben vrouwen ZWV vaker pas laat toegang tot prenatale

zorg (na 12 weken zwangerschap). Ook qua obstetrische problemen (vroeggeboorte,

bloedingen, laag geboortegewicht, maternale morbiditeit, etc.) rapporteerden

verschillende onderzoekers een significant verschil met de controlegroep (Goosen et al.,

2010; Kurth et al., 2010; Van Hanegem et al., 2011; Wolff et al., 2008). SOA’s en HIV

komen meer voor bij MZWV in vergelijking met de autochtone bevolking (Wolff et al.,

2008; Sebo et al., 2011; Kurth et al. , 2010; Pezolli et al., 2009; Jackson et al., 2010).

Wollf et al. (2008) gaf aan dat vrouwen ZWV meer kans hebben op geweld tijdens de

zwangerschap en Keygnaert et al. (2012) stelde een hogere incidentie van verschillende

vormen van seksueel- en gendergerelateerd geweld vast bij MZWV.

Uit vijf onderzoeken bleek dat gezondheidswerkers verschillende barrières en

uitdagingen aanbrengen op vlak van het verlenen van zorg voor MZWV (Akhavan,

2012; Boerleider et al., 2012; Degni et al., 2012; Kurth et al., 2010; Lyberg et al., 2012).

Vooral het verlenen van transculturele gezondheidszorg blijkt een uitdaging te zijn

(Akhavan, 2012).

Page 28: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

19

Daarnaast gaven gezondheidswerkers aan het soms moeilijk te vinden om om te gaan

met de achtergrond van de patiënt ZWV (Kurth et al., 2010; Lyberg et al., 2012). Ook

taal- en culturele barrières vormen soms een belemmering in hun werk (Akhavan, 2012;

Kurth et al., 2010; Lyberg et al., 2012). Kennis, opleiding en de socio-economische

status van de patiënt ZWV zijn tot slot enkele andere barrières die gezondheidswerkers

ondervinden in het verlenen van seksuele en reproductieve gezondheidszorg (Akhavan,

2012; Lyberg et al., 2012).

Er kan besloten worden dat MZWV, en in het bijzonder vrouwen ZWV, tot een moeilijk

te bereiken populatie behoren en nood hebben aan specifieke seksuele- en reproductieve

gezondheidszorg.

Page 29: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

20

2 HOOFDSTUK II: METHODOLOGIE

2.1 Objectief Naar aanleiding van bovenstaande bevindingen en op vraag van enkele Gentse

organisaties die werken met MZWV werd de volgende onderzoeksvraag opgesteld:

“Wat is de huidige en wenselijke kennis, attitudes en vaardigheden binnen Gentse

organisaties die werken met MZWV met betrekking tot anticonceptie bij deze

doelgroep?”

Een eerste subdoelstelling is het in kaart brengen van wat gezondheidswerkers weten

over het gebruik en de terugbetaling van anticonceptie bij MZWV, hoe frequent ze met

vragen worden geconfronteerd, hoe ze met mogelijke problemen omgaan en hoe ze

tegenover bepaalde topics staan. Op deze manier kunnen mogelijke knelpunten in het

huidige beleid en barrières die gezondheidswerkers percipiëren in kaart gebracht

worden. Dit brengt ons bij de tweede subdoelstelling van deze masterproef: een aanzet

geven tot het bespreekbaar maken van dit onderwerp bij verschillende

gezondheidswerkers om vervolgens een duidelijke visie en beleid omtrent dit

onderwerp te vormen. Om bovenstaande onderzoeksvraag te beantwoorden en de

doelstellingen te behalen, werd gebruik gemaakt van een gestructureerde semi-

gevalideerde vragenlijst.

2.2 Vragenlijst De schriftelijke vragenlijst, die bestaat uit zowel gesloten vragen met vaste

antwoordmogelijkheden als enkele open vragen, peilt naar de huidige en wenselijke

kennis, attitudes en praktijkvoering (KAP) van gezondheidswerkers omtrent

anticonceptie bij MZWV. Een dergelijke KAP-studie heeft als doel potentiële barrières

op niveau van zowel attitude, kennis als praktijkvoering te rapporteren (van den

Ameele, Keygnaert, Rachidi, Roelens, & Temmerman, 2013).

De vragen werden theoretisch gekaderd binnen het sociale gezondheidsmodel van

Dahlgren & Whitehead (1991) en zijn gedeeltelijk gebaseerd op een vragenlijst uit de

publicatie van van den Ameele et al. (2013).

Page 30: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

21

Gezien de beperkte omvang van het onderzoek, werd slechts een kleine pre-testing

uitgevoerd. Een ontwerpversie van de vragenlijst werd van feedback voorzien door vier

experts binnen dit onderzoeksdomein: twee onderzoekers van het ICRH, een

gynaecologe en een vroedvrouw van het Universitair Ziekenhuis Gent.

De uiteindelijke vragenlijst bestaat uit 93 vragen en is opgedeeld in vier categorieën:

socio-demografische gegevens, kennis, attitude en praktijkvoering.

In het eerste deel van de vragenlijst, socio-demografische gegevens, komen enkele

vragen aan bod met betrekking tot leeftijd, demografie, werkervaring en talenkennis.

Het tweede deel handelt over kennis. Hoe vaak komen de deelnemers in contact met

MZWV? Weten de deelnemers welke anticonceptiemethoden worden terugbetaald?

Kennen ze de procedure die gevolgd wordt in het kader van DMH? In het derde deel

wordt gepeild naar hun attitude ten opzichte van een aantal topics. Er wordt gepeild

naar hun houding tegenover het al dan niet gratis aanbieden van anticonceptie, naar

wiens rol het is om anticonceptie bespreekbaar te maken en naar eventuele suggesties

zijn om anticonceptie meer bespreekbaar te maken bij MZWV. Het vierde en laatste

deel handelt over de huidige en wenselijke praktijkvoering. In dit deel komen vooral de

bespreekbaarheids- of terugbetalingsmoeilijkheden aan bod, wat deze betekenen voor de

gezondheidswerkers en welke andere barrières ze aangeven.

De deelname was volledig anoniem en vrijwillig. Er werd een inleidende brief

bijgevoegd die de achtergrond en het doel van dit onderzoek toelichtte, alsook een

toestemmingsformulier. Bijlage II bevat een kopie van de vragenlijst, de inleidende

brief en het toestemmingsformulier.

Page 31: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

22

2.3 Steekproef Zowel de werkgroep “Stedelijk Overleg Gezondheidszorg Asielzoekers” (SOGA) als de

deelnemers aan het overleg “Kwetsbare zwangeren in grootstad Gent” namen deel aan

dit onderzoek. Op het niveau van grootstad Gent kan ervan uitgegaan worden dat deze

steekproef alle relevante organisaties omvat die mogelijks zorg en/of hulp verlenen aan

MWZW. Daarnaast werden enkele andere externe experten en negen opvangcentra van

Fedasil bevraagd. Op deze manier werd getracht alle relevante actoren aan dit

onderzoek te laten deelnemen. Een volledige lijst van de deelnemende organisaties is

terug te vinden in bijlage III.

2.4 Respons rate Op 18 oktober 2013 werden 123 vragenlijsten verstuurd. Toen werd vastgesteld dat de

respons na ongeveer een maand zeer laag was, werd een herinneringsmail verstuurd

naar de betrokken organisaties. Daarnaast spoorde de directie van de Dienst Asiel en

Vluchtelingenbeleid in een e-mail de leden van het SOGA aan de vragenlijst alsnog in

te vullen, met de boodschap dat het zeer belangrijk is dat dit onderzoek voldoende input

krijgt vanuit het werkveld. Na een tweede herinneringsmail in december lag het aantal

teruggestuurde vragenlijsten op 42. Ondanks verscheidene pogingen de betrokken

partijen “warm” te maken voor het onderzoek, is er in dit onderzoek sprake van een

relatief lage respons rate, namelijk 34%. Figuur 2 geeft een visuele voorstelling van de

herinneringen en de bijhorende respons.

 

 

 

 

 

Figuur 2: schematische voorstelling contactname deelnemers  

18 oktober 2013

•  Versturen 123 vragenlijsten •  Respons = 12

12 november 2013

•  Eerste herinneringsmail •  Respons = 25

22 november 2013

•  Aanschrijven SOGA-leden door Dienst Asiel- en Vluchtelingenbeleid, Stedelijk Opvanginitiatief •  Respons = 3

11 december 2013

•  Tweede herinneringsmail •  Respons = 2

31 december 2013

•  Totaal aantal teruggestuurde vragenlijsten = 42

Page 32: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

23

2.5 Statistische analyse De resultaten van de vragenlijsten werden ingebracht in IBM SPSS Statistics 22 voor

verwerking en statistische analyse. In eerste instantie werden de algemene gegevens van

de deelnemers door middel van beschrijvende statistiek geanalyseerd. Via

frequentietesten werd het aantal deelnemers bepaald, alsook hun socio-demografische

kenmerken en talenkennis. Gezien de beperkte omvang van de steekproef en de

beschrijvende aard van het onderzoek werd verder geopteerd om vooral te werken met

univariate analysetechnieken. Er werd echter wel gebruik gemaakt van kruistabellen om

de samenhang tussen bepaalde variabelen aan te tonen. Daarnaast werden voor de

vragen waar meerdere antwoordmogelijkheden waren, multiple respons sets

gedefinieerd en werd hier een multiple respons analyse uitgevoerd.

Page 33: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

24

3 HOOFDSTUK III: RESULTATEN

3.1 Analyse van de participanten Tabel 2 geeft een schematische weergave van de belangrijkste socio-demografische

kenmerken van de deelnemers weer. Van de 42 deelnemers waren 2 mannelijk en 40

vrouwelijk. De meeste respondenten waren tussen de 30 tot 39 jaar oud (35.7%).

Slechts één deelnemer had een andere nationaliteit dan de Belgische, namelijk de

Turkse nationaliteit. 95.2% had Nederlands als moedertaal, 2.4% Turks en 2.4% Engels.

Talenkennis

In het eerste deel van de vragenlijst werd gevraagd naar de talenkennis van de

deelnemers. Gezien de interculturele context waarin de participanten werken, is het

belangrijk dat zowel de kennis van niet-Europese als Europese talen bevraagd worden.

Er werd ook gevraagd of ze de talen die ze aangaven actief gebruiken, wat hun kennis

ervan is en welke andere talenkennis wenselijk is bij hun werk met MZWV. Alle

deelnemers vulden deze vragen in en gaven aan dat ze in contact met MZWV alle talen

die ze kennen actief gebruiken. Van alle deelnemers spreekt 42.9% twee Europese talen

(naast het Nederlands) en 57.1% drie Europese talen. Alle deelnemers hebben kennis

van Engels en Frans. Van de 24 personen die aangaven drie of meer Europese talen te

kennen, beheersen 26.2% van de deelnemers Duits, 23.8% Spaans, 4.8% Italiaans en

2.4% Portugees. Slechts vijf personen (11.9%) gaven aan één niet-Europese taal te

kennen. Eén persoon kan lezen en schrijven in het Russisch, één persoon kan spreken,

lezen en schrijven in het Chinees, één persoon kan spreken, lezen en schrijven in het

Turks en drie personen kunnen Arabisch spreken. Op de vraag welke andere talenkennis

nog wenselijk is in het kader van hun werk MZWV werd het vaakst Turks geantwoord

(33.3%), gevolgd door Arabisch (31%), Oost-Europese talen4 (21.4%), talen uit het

Midden-Oosten5 (11.9%), Russisch (9.5%) en Afrikaanse talen zoals Lingala, Swahili

en Pular (4.8%).

4 Bulgaars, Slowaaks, Roemeens, Romani (Roma) en Albanees werden vermeld 5 Urdu (Pakistan), Pasjtoe (Pakistan & Afghanistan), Fârsi (Iran) en Dari (Pakistan & Afganistan) werden vermeld

Page 34: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

25

Daarnaast gaf 28.6% van de participanten aan dat er teveel verschillende talen zijn,

waardoor het gebruik van gebarentaal, pictogrammen of vertalers/tolken aangewezen

wordt.

Opleiding, werkervaring en functie

Alle deelnemers hebben een hogere opleiding genoten: 40.5% heeft een niet-

universitaire opleiding gehad en 59.5% is universitair of postuniversitair geschoold.

34% gaf aan geen geloofs-, spirituele- of filosofische overtuiging te hebben (n = 81).

Daarentegen was 16.7% van de deelnemers Christen (n = 7) en 2,4% Moslim (n = 1).

Voor de meeste deelnemers was godsdienst eerder niet belangrijk (45.2%) of totaal

onbelangrijk (40.5%).

Het aantal jaren werkervaring met MZWV werd onderverdeeld in vijf groepen en

varieerde van minder dan twee jaar tot meer dan twintig jaar. De meeste deelnemers

(33.3%) hadden zes tot tien jaar ervaring in deze context. De verdeling van functies die

de deelnemers uitoefenen in de verschillende settings was zeer heterogeen. Er kunnen

vier categorieën worden onderscheiden: medisch personeel (14/42), verplegend

personeel (12/42), psychosociaal medewerker (12/42) en medewerkers uit het

management (4/42). Voor een gedetailleerde weergave van de verschillende functies:

zie tabel 2.

Setting en interculturele voorzieningen

Het vaakst waren deze deelnemers werkzaam in een ziekenhuissetting (n = 8, 19%),

gevolgd door de Wijkgezondheidscentra (n = 7, 16.7%), Kind en Gezin (n = 6, 14.3%)

en de Opvangcentra van Fedasil (n = 5, 11.9%). De meeste deelnemers gaven aan op

een kleine (35.7%) of een middelgrote (42.9%) dienst werkzaam te zijn. Onder een

kleine organisatie verstaan we een bezetting van minder dan tien personen en in een

middelgrote organisatie zijn 10 tot 50 personen werkzaam. Enkele deelnemers waren

werkzaam in een grote organisatie, met meer dan 50 personen (9.5%).

Page 35: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

26

Er waren verschillende culturele voorzieningen binnen de instellingen: interculturele

bemiddelaars (bij 26.2%), tolkendienst (bij 28.6%), sociale dienst (bij 4.8%),

werknemers met verschillende culturele achtergronden (bij 4.8%), groepswerkers en

gezinsondersteuners (bij 2.4%) en tot slot het aanbieden van halalvlees (bij 2.4%).

Tabel 2: socio-demografische gegevens van de participanten

Socio-demografische kenmerken n %

Socio-demografische kenmerken n %

Leeftijd in jaren Setting 20 - 29 5 11.9 Ziekenhuis 8 19.0 30 - 39 15 35.7 Wijkgezondheidscentrum 7 16.7 40 - 49 11 26.2 Huisartsenpraktijk 1 2.4 50 - 59 8 19.0 Centrum Algemeen Welzijn 1 2.4

60 - 70 3 7.1 Dienst Asiel en

Vluchtelingenbeleid Gent 1 2.4 Dienst Gezondheid Gent 1 2.4

Gender Kind en Gezin 6 14.3 Man 2 4.8 Vroedvrouwenpraktijk 1 2.4

Vrouw 40 95.2 Opvangcentrum asielzoekers 5 11.9 Oriëntatiepunt Gezondheidszorg 1 2.4

Nationaliteit Integratiecentrum 3 7.1 Belg 41 97.6 Inloopteam 2 4.8

Turks 1 2.4 CKG 1 2.4 Expertisecentrum Kraamzorg 1 2.4

Moedertaal Werkgroep vluchtelingen 1 2.4 Nederlands 40 95.2

Turks 1 2.4 Functie Engels 1 2.4 (huis)arts/gynaecoloog 14 33.3

Vroedvrouw/verpleegkundige 12 28.6 Talenkennis Europees Directie- of stafmedewerker 4 9.5

Twee 18 42.9 Maatschappelijk

werker/begeleider 10 23.8 Drie of meer 24 57.1 Andere 2 4.8

Talenkennis niet-

Europees Werkervaring MZWV Geen 37 88.1 < 2 jaar 4 9.5

Eén 5 11.9 2 – 5 jaar 9 21.4 6 – 10 jaar 14 33.3

Geloofsovertuiging 11 – 20 jaar 9 21.4 Geen 34 81.0 > 20 jaar 6 14.3

Christelijk 7 16.7 Moslim 1 2.4

Opleiding

Hoger niet-universitair 17 40.5 Universitair of post-

universitair 24 59.5

Page 36: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

27

3.2 Kennis 3.2.1.1 Contact  met  MZWV  

Het aantal MZWV waarmee de deelnemende gezondheidswerkers maandelijks in

contact komen varieerde van nul (bij een stafmedewerker) tot 200 (bij een arts)

personen. Per maand zagen de deelnemers gemiddeld 26 MZWV (SD 40.7) en kregen

ze ongeveer vier vragen (SD 6.45) van MZWV in verband met anticonceptie. 29

participanten gaven aan dat die vragen hoofdzakelijk van hun vrouwelijke

patiënten/cliënten komen (69%), vijf participanten gaven aan dit niet te weten (12%) en

acht participanten vulden deze vraag niet in (19%).

3.2.1.2 Prevalentie  ongeplande  zwangerschappen  en  prevalentie  SOA’s  bij  MZWV  

Meer dan de helft van de deelnemers denkt dat zowel de prevalentie van ongeplande

zwangerschappen als de prevalentie van SOA’s hoger ligt dan bij de autochtone

bevolking. Daarnaast dacht ook de meerderheid van de deelnemers dat de illegale

verblijfstatus van een persoon één van de risicofactoren is voor een ongeplande

zwangerschap (figuur 2).

Figuur 3: mening over ongeplande zwangerschap en SOA’s

Page 37: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

28

3.2.1.3 Procedure  DHM  voor  terugbetaling  anticonceptie    

In dit onderdeel werd gepeild naar de kennis van gezondheidswerkers omtrent DMH en

de terugbetaling van anticonceptie. Er bestaat onduidelijkheid over welke anticonceptie

methode(n) al dan niet een Riziv nomenclatuurcode hebben en dus via de regeling van

DMH terugbetaald worden aan de persoon ZWV. Ongeveer één vierde van alle

deelnemende gezondheidswerkers (26.2%) was van mening dat geen enkele vorm van

anticonceptie terugbetaald kan worden. Daarnaast dacht 19% dat zowel een koperspiraal

als hormonale anticonceptiva onder de terugbetalingsregeling vallen. Het koperspiraal

werd door 14.3% en hormonale anticonceptie door 16.7% aangeduid. Daarnaast dacht

7.1% dat alle vormen van anticonceptie worden terugbetaald en duidde niemand het

antwoord “condoom” aan. Tot slot beantwoordde 14.3% dit item met “ik weet het niet”.

Daarnaast heerst er onder de deelnemers onduidelijkheid over welke procedure gevolgd

moet worden indien er DMH verstrekt wordt. Het grootste deel van de

gezondheidswerkers die de vragenlijst invulden, was het eens (40.5%) of helemaal eens

(28.6%) met de stelling “ik weet welke procedure ik moet volgen als DMH verstrekt

moet worden”. De overige deelnemers waren het helemaal niet eens (11.9%) of niet

eens (7.1%) met deze stelling. Het antwoord “neutraal” werd door 7.1% van de

deelnemers gegeven.

Hoewel de deelnemers aangaven dat er binnen hun organisaties of praktijken wel

richtlijnen bestaan voor het verstrekken van DMH, blijken deze richtlijnen geen of te

weinig informatie te geven over de terugbetalingsregeling van anticonceptie. Dit blijkt

uit de volgende resultaten: 54.1% van de participanten geeft aan dat er richtlijnen

bestaan over het vertrekken van DMH, terwijl slechts 14.3% vindt dat deze richtlijnen

ook informatie geven over de terugbetaling van anticonceptie (figuur 3).

Page 38: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

29

Figuur 4: mening over richtlijnen DMH

Tien personen gaven op het einde van dit onderdeel aan welke andere informatie over

de terugbetaling van anticonceptie bij MZW nog wenselijk is. Negen deelnemers

benadrukten de nood aan een overzicht van de verschillende terugbetalingmodaliteiten

en één persoon vroeg om meer informatie over sterilisatie.

3.3 Attitude Het merendeel van de participanten was het helemaal eens (35.7%) of eens (33.3%) met

de stelling: “MZWV hebben recht op gratis anticonceptie”. Daarnaast was 14.3% het

helemaal niet eens en 9.5% was het niet eens met deze stelling. Twee personen of 4.8%

waren neutraal. Wanneer gevraagd werd welke vormen van anticonceptie er dan gratis

ter beschikking zouden moeten zijn van MZWV, antwoordde de helft (50%) van de

deelnemers: “alle vormen van anticonceptie”. Vervolgens vond 14.3% dat zowel het

condoom als hormonale anticonceptiemiddelen gratis aangeboden moeten worden en

9.5% duidde het koperspiraal in combinatie met hormonale anticonceptie aan. Het

condoom en koperspiraal werden beide door 4.8% aangeduid. Volgens 4.8% zou geen

enkele vorm van anticonceptie gratis moeten zijn en 7.1% gaf aan het niet te weten.

Page 39: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

30

In dit onderdeel werd vervolgens gepeild naar de mening van gezondheidswerkers over

wie anticonceptie bespreekbaar moet/kan maken bij MZWV. Alle participanten

beantwoordden deze vraag. Vooral artsen en vroedvrouwen waren het eens met de

stelling: “het is mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV”. (tabel 3)

Tabel 3: het is mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV

6 Eén psycholoog en één vrijwilliger

Nee Neutraal Ja Totaal

Aantal 0 2 12 14 (Huis)arts/gynaecoloog % volgens “Het is mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV"

0,0% 28,6% 42,9% 33,3%

Aantal 2 2 8 12 Vroedvrouw/ verpleegkundige % volgens "Het is

mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV"

28,6% 28,6% 28,6% 28,6%

Aantal 2 1 1 4 Directie- of stafmedewerker % volgens “Het is

mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV"

28,6% 14,3% 3,6% 9,5%

Aantal 2 2 6 10 Maatschappelijk werker/begeleider % volgens "Het is

mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV"

28,6% 28,6% 21,4% 23,8%

Aantal 1 0 1 2

Functie

Andere6 % volgens "Het is mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV"

14,3% 0,0% 3,6% 4,8%

Aantal 7 7 28 42 Totaal % volgens "Het is mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV"

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

Page 40: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

31

Uit figuur 4 blijkt dat de meerderheid van de deelnemers (76.2%) vond dat het

bespreekbaar maken van anticonceptie de verantwoordelijkheid is van elke persoon die

betrokken is bij de gezondheid en het sociaal welzijn van MZWV.

Figuur 5: wiens rol is het volgens u om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV? (n=42)

Page 41: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

32

Wanneer we de verschillende variabelen die mogelijks een invloed hebben op de

seksuele- en reproductieve gezondheid van MZWV naast elkaar zetten in een tabel,

stellen we vast dat gezondheidswerkers culturele ideeën over anticonceptie de

belangrijkste factor vinden. Daarentegen denkt men dat voorlichtingsmateriaal het

minste invloed uitoefent (tabel 4).

Tabel 4: variabelen die invloed hebben op de seksuele- en reproductieve gezondheid van MZWV

De laatste vraag in dit onderdeel peilde naar eventuele suggesties om anticonceptie meer

bespreekbaar te maken bij MZWV. Van de 27 deelnemers die deze vraag

beantwoordden, vulde 23.8% “educatie” in. Daarnaast gaf 11.9% aan dat het van belang

is om MZWV pro-actief te contacteren en 11.9% vermeldde dat groepsgesprekken over

vruchtbaarheid belangrijk zijn. Voor 7.1% van de deelnemers was het beter informeren

van zorgverstrekkers het belangrijkste. Tot slot haalde telkens één persoon volgende

zaken aan: inschakelen van K&G na de bevalling (2.4%), een vaste huisarts hebben

(2.4%), het belang van een individuele benadering (2.4%) en meer aandacht voor

gevoeligheid, waarden en normen van de doelgroep (2.4%).

Kostprijs van anticonceptie

Voorlichtings- materiaal

Ligging en toegankelijk-

heid van praktijk

Communicatie tussen

zorgverlener en MZWV

Culturele ideeën over

anticonceptie

Geen invloed 2,9% 2,5% 15,8% 2,5% 0,0%

Weinig invloed

5,7% 20,0% 34,2% 7,5% 2,5%

Matige invloed

25,7% 60,0% 21,1% 50,0% 35,0%

Veel invloed 51,4% 12,5% 13,2% 35,0% 60,0%

Ik weet het niet

14,3% 5,0% 15,8% 5,0% 2,5%

Page 42: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

33

3.4 Praktijkvoering Om een analyse te maken van de huidige en wenselijke praktijkvoering omtrent

anticonceptie en MZWV werd deze opgesplitst in verschillende onderdelen:

- (Terug)betaling van anticonceptie

- Bespreekbaarheid van anticonceptie

- Patiënteneducatiemateriaal

- Ligging en toegankelijkheid

- Communicatie en relatie

3.4.1.1  (Terug)betaling  van  anticonceptie  

Ongeveer een vierde van de gezondheidswerkers die de vragenlijst invulden (23.8%),

gaf aan dat MZWV die op consultatie komen (in verband met anticonceptie) alles zelf

moeten betalen. In 11.9% van de gevallen was de consultatie/het anticonceptiemiddel

volledig gratis, omdat de organisatie alles zelf betaalt. Daarnaast gaf 9.5% aan dat de

regeling via de medische kaart gebeurt, dit betekent dat het OCMW de kosten meteen

aan de hulpverlener betaalt. Bij 4.8% moeten de MZWV contant betalen, maar wordt

alles achteraf terugbetaald en 19% weet het niet. Deze vraag werd door 31% van de

deelnemers niet ingevuld.

Alle gezondheidswerkers die in organisaties werken waarbij het financiële aspect via de

medische kaart wordt geregeld vonden dit een goed systeem. Ook het consult of het

geneesmiddel contant betalen met terugbetaling achteraf vonden de desbetreffende

participanten doeltreffend. Wanneer de kosten volledig door de organisaties zelf betaald

moeten worden, vond 75% van deze deelnemers dit geen goed systeem (tabel 5). De

redenen die hiervoor werden aangehaald zijn: het zou te willekeurig en te selectief zijn

(1 keer) en er zijn problemen met het bestellen van een voorraad anticonceptie voor een

heel jaar (1 keer). Van alle deelnemers vond 70% het geen goed idee dat MZWV alles

zelf moeten betalen. Zij gaven aan dat anticonceptie (grotendeels) gratis ter beschikking

zou moeten staan van MZWV (3 keer).

Page 43: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

34

Tabel 5: tevredenheid huidig terugbetalingsysteem

Van de 33 participanten die de vraag beantwoordde, gaf 59.5% aan moeilijkheden te

ondervinden bij de (terug)betaling van anticonceptie aan MZWV. Negen deelnemers

(21.4%) vulden deze vraag niet in. Indien hier nee werd geantwoord, werden de

deelnemers doorverwezen naar het volgende onderdeel. De onderstaande cijfers hebben

dus enkel betrekking op de personen die aangaven dat er effectief

terugbetalingsmoeilijkheden zijn (25 van de 42 deelnemers). De belangrijkste

problemen die worden aangehaald zijn: geen nomenclatuurcode voor

anticonceptiemiddel (28%), onduidelijkheden in verband met de medische kaart (16%),

problemen indien MZWV geen mutualiteit hebben (4%) en gezondheidswerkers die niet

op de hoogte zijn van de terugbetalingmogelijkheden (4%).

Ik vind deze betalingsregeling binnen mijn instelling een goed systeem

Helemaal

niet mee eens Niet mee

eens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens

Ik weet het niet 0% 0% 100% 0% 0% Medische kaart 0% 0% 0% 75% 25% Contant betalen en terugbetaling achteraf

0% 0% 0% 100% 0%

Gratis door organisatie geleverd

25% 50% 0% 0% 25%

(Terug)betaling van anticonceptie

MZWV moeten alles zelf betalen

0% 44,4% 33,3% 22,2% 0%

Page 44: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

35

Vervolgens werd de deelnemers gevraagd of ze de oorzaken van deze

betalingsmoeilijkheden konden aangeven. De verblijfsstatus van MZWV werd als

belangrijkste oorzaak aangeduid (18 keer), daarna armoede (15 keer), cultuurverschillen

(11 keer), taalbarrière (zeven keer), kennis bij patiënt en hulpverlener (drie keer) en

gender (één keer). (figuur 5)

Figuur 6: oorzaken terugbetalingsmoeilijkheden (n=42)

In 36% van de gevallen komt de organisatie zelf tussen als er moeilijkheden zijn met de

(terug)betaling. Indien mogelijk geeft de organisatie gratis anticonceptie mee of tracht

de organisatie de kosten zelf te dekken. Twee participanten (8%) geven aan dat ze de

MZWV bij moeilijkheden doorverwijzen naar het OCMW of de sociale dienst van de

organisatie en één participant (4%) gaf aan dat er werd doorverwezen naar een andere

instantie die de problemen beter kan opvolgen. Verder vulden 13 participanten (52%)

deze vraag niet in.

Page 45: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

36

Vervolgens werd gepeild in een vraag met meerdere antwoordmogelijkheden naar wat

deze moeilijkheden voor de individuele zorgverlener of zijn organisatie betekenden.

Door deze problemen moesten gezondheidswerkers of organisaties vaak tolken

inschakelen (75%). Samen met een langere consultatietijd (66.5%) en meer

administratief werk (6.3%) zorgden deze factoren voor bijkomende kosten voor de

individuele zorgverlener of de organisatie waarin ze werkzaam zijn (43.8%). Tot slot

gaf ook 12.5% aan imagoproblematiek naar derden te ervaren.

3.4.1.2 Bespreekbaarheid  van  anticonceptie  

Dit onderdeel startte met de vraag hoe moeilijk gezondheidswerkers het vinden om

anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV, in vergelijking met mensen met een

legale status. Van alle deelnemers antwoordde 4.8% “gemakkelijker” en 40.5%

“moeilijker”. De overige 40.5% was neutraal, 4.8% duidde niet van toepassing aan en

7.1% wist het niet. Deze variabele werd apart geanalyseerd voor talenkennis, aantal

jaren ervaring en functie, maar voor geen van deze drie demografische variabelen kon

een significant verschil worden vastgesteld.

Multiple respons analyse gaf “cultuurverschillen” (tien keer) en “taalbarrière” (negen

keer) aan als de twee belangrijkste oorzaken van deze bespreekbaarheidproblemen.

Vervolgens werd de antwoordoptie “religieuze normen en waarden” acht keer

aangeduid en “armoede” zes keer. Verblijfsstatus, gender en kennis kregen een minder

grote rol toegeschreven, deze antwoordopties werden elk twee keer aangeduid. (figuur

6)

Page 46: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

37

Figuur 7: oorzaken bespreekbaarheidsmoeilijkheden (n=42)

Van de 17 personen die aangaven dat er bespreekbaarheidsmoeilijkheden waren, zijn er

vijf die tolken inschakelen (31.3%) en vijf die aangaven steeds zelf over het onderwerp

te beginnen tijdens een consult (31.3%). Drie respondenten (18.8%) maken gebruik van

interculturele bemiddelaars en drie (18.8%) werken mee aan info- en praatsessies om de

bespreekbaarheid te verhogen.

Op de vraag wat die bespreekbaarheidsmoeilijkheden betekenen voor de organisatie of

de gezondheidswerkers zelf, antwoordden 7 participanten “inschakelen van tolken”, drie

participanten “langere consultatietijd”, twee participanten spraken van bijkomende

kosten en één participant duidde “imagoproblematiek naar derden” aan.

Wat deze moeilijkheden op financieel vlak betekenen voor de instelling of dienst, bleek

moeilijk te beantwoorden voor de individuele gezondheidswerkers, want slechts vier

participanten beantwoordden deze vraag. Eén persoon sprak van een maandelijkse

bijkomende kost van minder dan 100 euro, een andere van 3000 euro en nog iemand

anders van 2400 euro. Een vierde persoon schatte de kost van een tolk op ongeveer 240

euro per uur.

 

Page 47: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

38

3.4.1.3 Patiënteneducatiemateriaal  

In dit onderdeel werd de aanwezigheid van patiënteneducatiemateriaal in verband met

anticonceptie bevraagd. Uit multiple respons analyse bleek dat ongeveer de helft van de

deelnemers aangaf anderstalige brochures ter beschikking te hebben (54.1%). Het ging

hier vooral om anderstalige brochures en anticonceptiefiches van SENSOA en K&G.

Ongeveer een derde van de deelnemers duidde een boek of een folder in beeldtaal aan

(29.7%). Alle personen die dit antwoord aanduidden gaven als voorbeeld “Kind in

Beeld” of “Anticonceptie in Beeld” van Kind en Gezin. Verder beschikt 16.2% over

interactieve spelen, zoals een voorlichtingskoffer, en slechts 5.4% over een CD-rom of

DVD met voorlichtingsmateriaal. “Ik weet het niet” werd door 18.9% van de

deelnemers aangeduid en 16.2% had geen voorlichtingsmateriaal ter beschikking.

Het bestaande voorlichtingsmateriaal was volgens de meerderheid van de participanten

niet beschikbaar in voldoende verschillende talen (28.5%). Daarentegen vond 21.4% dat

er wel voldoende talen beschikbaar zijn. Verder antwoordde 9.4% neutraal en 7.1% niet

van toepassing. Deze vraag werd door een derde van de participanten open gelaten

(14/42) .

Eenvoudige, toegankelijke informatie in verschillende talen is dan ook het aspect dat het

meeste ontbreekt in het huidige educatiemateriaal. Van de 14 deelnemers die

antwoordden op de vraag “wat ontbreekt er in het bestaande

patiënteneducatiemateriaal?”, gaf 35.7% taal aan. Daarnaast vond 14.3% dat de

verspreiding onder de artsen beter kan. Verder gaven nog enkele participanten aan te

weinig tijd te hebben om alle voor- en nadelen uit te leggen (7.1%), dat er geen

materiaal is voor analfabeten (7.1%), dat de bestaande info te veel vertrekt vanuit een

westerse bril (7.1%) en dat er geen kennis of educatiemateriaal is over vruchtbaarheid

(7.1%). In het huidige educatiemateriaal wordt daarnaast geen informatie gegeven over

welke methoden waar te verkrijgen zijn (praktisch aspect) (14.2%).

Page 48: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

39

Vooral patiënteneducatiemateriaal in Oost-Europese talen bleek te ontbreken, meer dan

de helft van de deelnemers (13/32) gaf immers aan dat patiënteneducatiemateriaal in

Oost-Europese talen wenselijk is. Daarnaast bleken Arabisch (8/32), Turks (4/32),

Pashtu en andere talen uit India/Azië (4/32) alsook talen uit het midden Oosten (2/32)

de meest ontbrekende talen te zijn.

3.4.1.4 Ligging  en  toegankelijkheid  

Om de huidige situatie qua ligging en toegankelijkheid van de praktijk of instelling te

bevragen, werd gebruik gemaakt van zeven stellingen met een vijf punten schaal. Figuur

7 geeft een visuele weergave van de stellingen en de bijhorende antwoorden weer.

Figuur 8: mening ligging en toegankelijkheid van praktijk

Bij geen enkele deelnemer waren er symbolen aanwezig die duiden op een geloofs-,

spirituele-, of filosofische overtuiging. Drie deelnemers vulden deze vraag niet in.

Page 49: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

40

Negen participanten gaven suggesties ter verbetering qua ligging en bereikbaarheid

(tabel 6). Het feit dat er geen fysieke permanentie en bewegwijzering is, werd als

belangrijkste zaken vermeld.

Tabel 6: suggesties ter verbetering qua ligging en bereikbaarheid

 

 

 

 

3.4.1.5 Communicatie    

Uit de analyse van dit onderdeel blijkt dat verschillende hulpverleners moeilijkheden

ondervinden bij het communiceren met MZWV. Zo duidde slechts een minderheid van

de participanten (4.8%) het antwoord “nooit” aan bij de stelling “ik ondervind dat

communicatie met MZWV moeilijk verloopt”. Daarentegen werd “soms” aangeduid

door 52.4% van de deelnemers, “vaak” door 28.6% en “altijd” door 7.1%. Twee

deelnemers (4.8%) wisten het niet en één deelnemer (2.4%) vulde deze vraag niet in.

Aan de hand van een multiple respons analyse kunnen we vaststellen dat de

belangrijkste oorzaak van de communicatieproblemen met MZWV door de deelnemers

werd gelegd bij de taalbarrière (figuur 8). Van de 40 deelnemers die deze vraag

invulden, duidde 97.4% taalbarrière aan als oorzaak van een gebrekkige communicatie.

Vervolgens duidde 61.5% van deze deelnemers “aanwezigheid van familieleden of

andere derden” aan en 51.3% “cultuurverschillen tussen zorgverlener en patiënt”.

Aantal Procent Geen bushalte 1 2,4 Betere doorverwijzing door organisaties in de wijk

1 2,4

Geen fysieke permanentie op consultatie

2 4,8

Website en praktijkopschrift in meerdere talen

1 2,4

Bewegwijzering 2 4,8 Aankleding kabinet en wachtzaal

1 2,4

Huisbezoeken maken het laagdrempelig

1 2,4

Totaal 9 21,4 Missing 33 78,6 Totaal 42 100,0

Page 50: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

41

De antwoordoptie “tijdsgebrek” werd door 28.2% van de deelnemers die deze vraag

invulden aangeduid.

Figuur 9: oorzaken communicatiemoeilijkheden

Dat taal een belangrijke factor is voor het al dan niet effectief communiceren met

MZWV, bevestigen ook de volgende resultaten. Slechts 19% van de deelnemers vond

van zichzelf dat hij/zij voldoende vreemde talen beheerst om effectief te kunnen

communiceren met MZWV. De meesten waren het daar helemaal niet mee eens

(14.3%) of niet mee eens (38.1%). Daarnaast antwoordde 23.8% neutraal en liet 4.8%

deze vraag onbeantwoord. Vervolgens gaf de meerderheid van de deelnemers aan

gebruik te maken van een tolk of tolkentelefoon: 40.5% soms, 45.2% vaak en 2.4%

altijd. Slechts 7.1% maakte er nooit gebruik van en 4.8% vulde deze vraag niet in. Uit

verdere analyses is gebleken dat eigen talenkennis hier geen invloed op lijkt te hebben.

3.4.1.6 Relatie  tussen  gezondheidswerkers  en  MZWV  

De meerderheid van de deelnemers is het eens (47.6%) of helemaal eens (28.6%) met de

vraag of het mogelijk is om een vertrouwensrelatie met hun patiënten ZWV op te

bouwen. Een kleine minderheid is het hiermee niet eens (4.8%) of is neutraal (11.9%).

Drie personen (7.1%) beantwoordden deze vraag niet. Van de 39 participanten die deze

vraag beantwoordden, verduidelijkten er 27 waarom ze dat wel of niet mogelijk achten.

Page 51: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

42

De meest aangehaalde zaken bij de personen die positief stonden tegenover het aangaan

van een vertrouwensrelatie zijn: vertrouwen staat los van verblijfsstatus en afkomst (11

keer), het is moeilijk maar zeker mogelijk (6 keer) en indien er langs beide kanten

communicatie en respect is (5 keer). Daarentegen achtten enkele andere

gezondheidswerkers een vertrouwensrelatie niet mogelijk omdat: er teveel verschillende

hulpverleners zijn (4 keer) en de meeste patiënten in eerste lijn niet bereid zijn om in

een vertrouwensband te investeren (1 keer).

Vervolgens werden enkele vragen gesteld om een beter beeld te krijgen van de relatie

tussen de participant en de patiënten ZWV enerzijds en welke barrières er zijn bij het

innemen/in huis halen van anticonceptie anderzijds. De meeste gezondheidswerkers

gaven aan dat MZWV het vaakst alleen zijn als anticonceptie wordt besproken (52.4%).

Daarnaast antwoordde 21.4% dat ze meestal met hun partner zijn en 2.4% meestal met

hun ouders.

Uit tabel 7 blijkt dat wanneer MZWV alleen op consultatie komen, de kans groter is dat

zij zelf over anticonceptie zullen beginnen.

Tabel 7: alleen versus samen met partner op consultatie

Bij het bespreken van anticonceptie bij

MZWV zijn zij het vaakst:

Alleen Met

partner Totaal Aantal 2 3 5 Niet mee eens % volgens “Bij het bespreken van anticonceptie bij MZWV zijn zij het vaakst”

9,1% 33,3% 16,1%

Aantal 9 3 12 Neutraal % volgens “Bij het bespreken van anticonceptie bij MZWV zijn zij het vaakst”

40,9% 33,3% 38,7%

Aantal 11 3 14

Mijn patiënten ZWV vragen zelf naar anticonceptie

Mee eens % volgens “Bij het bespreken van anticonceptie bij MZWV zijn zij het vaakst”

50,0% 33,3% 45,2%

Aantal 22 9 31 Totaal % volgens “Bij het bespreken van anticonceptie bij MZWV zijn zij het vaakst”

100,0% 100,0% 100,0%

Page 52: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

43

Vervolgens werd de vraag gesteld wie het meeste invloed heeft op de ideeën over

family planning en anticonceptie. De meeste participanten duidden ouders aan (47.6%).

Daarna volgden schoonouders (19%), gezondheidswerkers (11.9%) en partner (9.5%).

Eén persoon wist het niet (2.4%) en 9.4% liet deze vraag open.

Wanneer er in de vragenlijst vragen werden gesteld over wat de persoon ZWV doet

nadat hij/zij op consultatie in verband met anticonceptie is geweest, blijkt dat de

meerderheid van de participanten geen mening gaf, neutraal antwoordde of de vraag

openliet. Dit is af te leiden uit de volgende stellingen met een vijf punten schaal. (tabel

8 en tabel 9)

Tabel 8: hoewel ik anticonceptie voorschrijf, gaan MZWV niet naar de apotheker om het te

verkrijgen

Tabel 9: hoewel MZWV anticonceptie in huis hebben, maken ze er geen gebruik van

Aantal Procent

Niet mee eens 6 14,3

Neutraal 12 28,6

Mee eens 5 11,9

Helemaal mee eens 1 2,4

Niet van toepassing 9 21,4

Totaal 33 78,6

Missing 9 21,4

Totaal 42 100,0

Aantal Procent

Niet mee eens 4 9,5

Neutraal 25 59,5

Mee eens 6 14,3

Totaal 35 83,3

Missing 7 16,7

Totaal 42 100,0

Page 53: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

44

Volgende figuren geven weer welke barrières er volgens de deelnemers zijn, wanneer

de patiënt ZWV een voorschrift voor anticonceptie heeft meegekregen. Financiële

situatie en educatie over anticonceptie blijken de grootste knelpunten te zijn.

Figuur 10: waarom gaan MZWV niet naar de apotheker om anticonceptie te verkrijgen?

Figuur 11: waarom nemen MZWV geen anticonceptie, terwijl ze het wel ter beschikking hebben?

Page 54: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

45

4 HOOFDSTUK IV: DISCUSSIE

4.1 Bemerkingen bij het studieopzet Dit onderzoek bevat een aantal belangrijke methodologische limitaties waarmee

rekening moet worden gehouden bij de interpretatie van de resultaten.

Ten eerste werd er gebruik gemaakt van een vragenlijst die niet volgens een

wetenschappelijke methode is gevalideerd, maar wel deels is gebaseerd op een reeds

bestaande vragenlijst (van den Ameele et al., 2013). Momenteel is er nog geen

gevalideerde vragenlijst ontwikkeld die geschikt is voor dit onderzoek. Door wel een

gevalideerde vragenlijst te gebruiken, zou de validiteit van dit onderzoek worden

verhoogd, maar door het exploratieve karakter van dit onderzoek achtten we dat niet als

een vereiste. Daarnaast zouden we op deze manier niet tegemoet kunnen komen aan de

directe vraag uit het werkveld, daar het doorlopen van een Delphi-procedure veel tijd in

beslag neemt. Om onze vragenlijst te optimaliseren werd een kleine pre-test uitgevoerd,

wat deze beperking een beetje kan compenseren.

Een andere beperking is de zogenaamde non-respons bias, die in dit onderzoek zeer

groot was. Er werden 123 vragenlijsten verstuurd, waarvan we er slechts 42

terugkregen. We hebben geen gegevens over de groep van 81 personen die niet

reageerden op onze oproep, wat een bedreiging voor de geldigheid van de

onderzoeksresultaten zou kunnen betekenen. Het geeft echter wel een indicatie weer

over hoe belangrijk dit thema wordt bevonden. Door bijvoorbeeld de enquêtes

telefonisch of face-to-face af te nemen, had de non-respons verlaagd kunnen worden.

Verder kan worden opgemerkt dat de vragenlijst veel open vragen bevat, welke

moeilijker te kwantificeren zijn in SPSS. Een kwalitatieve aanpak of het gebruik van

mixed-methods kan hier een oplossing bieden. Het moet gezegd worden dat de

bekomen kwantitatieve resultaten beter duiden en meer verdieping bieden. Een

combinatie van beide methoden is dus aangewezen. Daarnaast kunnen we stellen dat

onderzoek enkel bij gezondheidswerkers een vrij eenzijdig beeld van de problematieken

geeft.

Page 55: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

46

Uit dit onderzoek blijkt onder andere dat de meeste gezondheidswerkers de ligging en

bereikbaarheid van hun praktijk niet als een barrière zien, maar dit zou geverifieerd

moeten worden bij MZWV zelf. Het is dan ook aangewezen om beide studiepopulaties

te combineren in één onderzoek.

Tot slot moet men voorzichtig zijn met het generaliseren en extrapoleren van de

resultaten van deze studie op Vlaams niveau gezien het onderzoek enkel in Gent werd

uitgevoerd. De regelgeving betreffende de terugbetaling door het OCMW en de

interpretatie van het K.B DMH gebeurt in elke gemeente of stad anders, wat zou kunnen

betekenen dat op andere plaatsen verschillende knelpunten naar voren kunnen komen.

Wel kan verondersteld worden dat de aanbevelingen voor de praktijk uitgebreid kunnen

worden naar alle hulpverleners die betrokken zijn bij de zorg voor MZWV, gezien het

universele karakter van de problematiek.

Page 56: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

47

4.2 Terugkoppeling van de resultaten

4.2.1 Algemeen  Er is in dit onderzoek sprake van een lage response rate (34%). Deze vaststelling laat

uitschijnen dat slechts een minderheid van de gezondheidswerkers die aangeschreven

werden dit thema echt belangrijk vindt. Er dient echter te worden opgemerkt dat de

deelnemers enkel via mail werden gecontacteerd en dat het invullen van de vragenlijst

toch minimaal een half uur tijd in beslag neemt. Maar niet alleen op het niveau van de

individuele gezondheidswerkers blijkt een zekere terughoudendheid met betrekking tot

dit onderwerp, ook in (inter)nationale beleidsplannen is deze doelgroep allesbehalve

prioritair (Keygnaert et al., 2013).

Een andere bedenking die we hierbij willen aanhalen is het feit dat gezondheidswerkers

of –instanties aangeven dat er problemen zijn, maar we er niet vanuit kunnen gaan dat

dit ook effectief zo is. Misschien is er eerder sprake van een vorm van miscommunicatie

tussen gezondheidswerkers en hun patiënten ZWV en zijn deze beide partijen niet goed

op elkaar afgestemd. Wat betreft anticonceptiezorg kunnen we stellen dat er wel

degelijk zaken verbeterd kunnen worden. Enerzijds zijn er de internationale studies die

bevestigen dat er meer ongeplande zwangerschappen en abortussen zijn bij MZWV.

Daarnaast kunnen we uit deze onderzoeksresultaten concluderen dat de Gentse

organisaties en gezondheidswerkers aangeven dat er ten eerste moeilijkheden zijn met

de terugbetaling, maar ook dat de bespreekbaarheid van anticonceptie bij MZWV

moeilijker ligt. Dit heeft zijn weerslag op een aantal praktische zaken, welke in dit

onderzoek besproken werden. Maar kunnen we uit deze resultaten ook concluderen dat

er effectief een onvervulde behoefte is voor anticonceptie bij MZWV?

Migrantenvrouwen hebben een substantieel hoger risico op die onvervulde

contraceptienood (Dunn et al., 2011). Daarom stelt de auteur dat screening op de nood

aan anticonceptie bij migranten zo snel mogelijk na de aankomst in het gastland moet

gebeuren. Hoewel er nog onvolledigheden zijn in de bestaande evidentie, blijk dat deze

“contraceptie counselling” vrouwen kan ondersteunen om hun reproductieve

gezondheid te verbeteren. (Dunn et al., 2011)

Page 57: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

48

Wat echter wel uit het literatuuronderzoek en de resultaten van dit onderzoek blijkt:

gezondheidswerkers gaan ervan uit dat MZWV een slechtere seksuele- en reproductieve

gezondheid hebben dan de autochtone populatie. Zo denkt meer dan de helft van de

deelnemers van deze studie dat zowel de prevalentie van ongeplande zwangerschappen,

als de prevalentie van SOA’s hoger ligt bij MZWV dan bij mensen zonder

migratieachtergrond. We kunnen dus stellen dat illegale verblijfstatus één van de

risicofactoren is voor ongeplande zwangerschappen en SOA’s.

Bijgevolg kunnen we ons de vraag stellen welke variabelen de seksuele- en

reproductieve gezondheid van MZWV het meest beïnvloeden, en in het bijzonder

bijdragen tot het falen van contraceptief gedrag. Volgens de deelnemers van dit

onderzoek wordt vooral de kostprijs van het anticonceptiemiddel als belangrijkste factor

aangehaald. Er zijn volgens hen daarnaast nog enkele andere beïnvloedende factoren (in

aflopende belangrijkheid): culturele ideeën over anticonceptie, communicatie tussen

zorgverlener en MZWV, ligging en toegankelijkheid van praktijk en het beschikbare

patiënteneducatiemateriaal. Het welslagen van anticonceptiezorg bij MZWV heeft dus

te maken met facilitatoren en barrières op verschillende niveaus. Hoewel er in dit

onderzoek sprake is van een kleine steekproef, lijken socio-demografische factoren

zoals talenkennis, opleiding en werkervaring geen effect te hebben op de kennis,

attitude en praktijkvoering van de bevraagde gezondheidswerkers.

In wat nu volgt, zullen de zes knelpunten die naar voor kwamen in dit onderzoek

achtereenvolgens worden besproken. De resultaten worden geconfronteerd met

bestaande evidentie over het onderwerp en voorzien van enkele kritische bedenkingen.

4.2.2 Kostprijs  en  terugbetaling  van  anticonceptie  

Uit de resultaten blijkt er veel onduidelijkheid te bestaan over de betalingsregeling van

anticonceptie voor MZWV. Het merendeel van de participanten weet niet welke

anticonceptiemiddelen een RIZIV nomenclatuur hebben en dus door het OCMW

worden terugbetaald aan de zorgverstrekker. Dit blijkt ook uit het feit dat de meeste

deelnemers niet weten welke procedure gevolgd moet worden bij het verstrekken van

DMH.

Page 58: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

49

Daarnaast geven onze resultaten aan dat de deelnemende organisaties wel richtlijnen

hebben voor het verstrekken van DMH, maar dat deze richtlijnen nauwelijks informatie

over de betalingsregeling bij anticonceptie bieden. De terugbetalingsregeling blijkt

complex te zijn en is recentelijk nog veranderd. Er is onvoldoende duidelijke informatie

voor de gezondheidswerker. De deelnemers benadrukken de nood aan een duidelijk

overzicht van de bestaande terugbetalingmodaliteiten voor anticonceptie en een

eenduidig stappenplan. Daarnaast voert niet elk OCMW hetzelfde beleid, wat duidelijk

een weerslag heeft op de praktijk. Zo kan er bijvoorbeeld sprake zijn van medisch

toerisme en kunnen bepaalde OCMW’s die wel beslissen tussen te komen in de

financiering overspoeld worden met aanvragen. Dus ook meer uniformiteit tussen de

verschillende OCMW’s is wenselijk.

Wat betreft de etiologie van deze terugbetalingsmoeilijkheden, zijn de deelnemers van

mening dat de illegale verblijfsstatus van MZWV de belangrijkste oorzaak is. Als

tweede en derde belangrijkste oorzaak volgen armoede en cultuurverschillen tussen

gezondheidswerker en de patiënt ZWV. Ook uit verschillende andere onderzoeken blijkt

dat (il)legale status en migratie als een specifieke gezondheidsbeïnvloedende factor

beschouwd moet worden (Keygnaert et al., 2014, Akhavan, 2012; Goosen et al., 2010).

De kosten van de zorg is één van de grootste barrières om deze populatie te bereiken,

aangezien de meeste van hen niet over een ziekteverzekering beschikken of aangesloten

zijn bij een mutualiteit (Sebo et al., 2010). De meeste gezondheidswerkers

benaddrukken de nood aan gratis anticonceptie voor MZWV. Zo vindt de helft van de

deelnemers (50%) dat alle vormen van anticonceptie volledig gratis moeten zijn voor

iedereen, dus ook voor MZWV. Sommigen vinden het contradictorisch dat bijvoorbeeld

abortus bijna wel volledig wordt vergoed, terwijl een zeer betrouwbaar

anticonceptiemiddel zoals het spiraal dikwijls niet wordt terugbetaald. Door de

organisaties zelf wordt creatief omgesprongen met de problematiek rond terugbetaling

van anticonceptie: in 36% van de gevallen komt de organisatie zelf tussen als er

moeilijkheden zijn met de (terug)betaling. Dit in rekening houdende, dient de

financiering van de anticonceptiemiddelen en -consulten worden herbekeken en uniform

worden gemaakt.

Page 59: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

50

4.2.3 Culturele/religieuze  ideeën  over  anticonceptie  en  invloed  van  familie  De meerderheid van de deelnemers (60%) denkt dat cultuurgebonden opvatting over

anticonceptie veel invloed hebben op de seksuele- en reproductieve gezondheid van

MZWV. Zo blijken er veel mythes te bestaan over anticonceptie: misvattingen over

(on)vruchtbaarheid, anticonceptie is schadelijk, de pil maakt onvruchtbaar, enzovoort.

Het bevorderen van culturele competenties bij gezondheidswerkers is een voorwaarde

voor het verlenen van interculturele zorgen (Goosen et al., 2010). Ook religieuze

overwegingen spelen vaak mee bij het al dan niet stellen van contraceptief gedrag.

Daarnaast blijkt uit de analyses dat patiënten ZWV het gemakkelijkst kunnen praten

over anticonceptie als ze alleen op consultatie komen. Dat is echter vaak niet het geval,

want de participanten geven aan dat MZWV vaak met hun echtgeno(o)t(e) naar de

consultatie komen. Zij hebben dikwijls een grote invloed op ideeën over family

planning en anticonceptie (Boerleider et al., 2013; Kurth et al., 2010). In dit opzicht is

de aanwezigheid van interculturele voorziening en ondersteuning van de medewerkers

van belang. Daarnaast moet er in de opleidingen van gezondheidwerkers meer nadruk

gelegd worden op het verlenen van transculturele gezondheidszorg. Specifiek onderzoek

gericht op effect van deze interculturele training en opleiding is echter noodzakelijk.

4.2.4 Communicatie  tussen  gezondheidswerkers  en  MZWV  

De meerderheid van de gezondheidswerkers die deelnamen aan dit onderzoek, geven

aan dat ze het moeilijker vinden om anticonceptie te bespreken met hun patiënten ZWV

dan met hun reguliere patiënten.

In tegenstelling tot de terugbetalingsmoeilijkheden waar verblijfsstatus als belangrijkste

oorzaak wordt aangeduid, is het moeilijk bespreekbaar maken van anticonceptie volgens

de deelnemers eerder te wijten aan het cultuurverschil tussen gezondheidswerker en

patiënt ZWV. Daarna worden taalbarrière en religieuze waarden en normen aangeduid

als tweede en derde belangrijkste oorzaak. Wanneer er specifiek gevraagd wordt

waarom de communicatie met de patiënten ZWV moeilijker verloopt, wordt taal als

belangrijkste barrière naar voren geschoven.

Page 60: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

51

Deze vaststellingen zijn gelijklopend met de resultaten uit het literatuuronderzoek, maar

kennis en opleiding van de patiënten wordt door de deelnemers van dit onderzoek

minder belangrijk geacht om effectief te kunnen communiceren. Het blijkt dus een hele

uitdaging te zijn om interculturele zorg te verlenen. Vaak worden gezondheidswerkers

wel bijgestaan door bijvoorbeeld interculturele bemiddelaars, maar toch vinden de

deelnemers het soms moeilijk om te voldoen aan de noden van verschillende specifieke

groepen. We kunnen ons dan ook de vraag stellen of gezondheidswerkers tijdens hun

opleiding voldoende “interculturele training” kregen om met deze uitdagingen om te

gaan.

Hoewel uit het literatuuronderzoek blijkt dat artsen vooral verpleegkundigen en

vroedvrouwen geschikt vinden om anticonceptie te bespreken met MZWV (Degni et al.,

2012), blijkt uit onze resultaten dat zowel artsen als verpleegkundigen en vroedvrouwen

het vooral hun taak vinden om anticonceptie bespreekbaar te maken. Het gaat hier dus

vooral om paramedisch geschoolden, maar deze beroepsgroepen zijn natuurlijk niet de

enigen waarmee MZWV in contact komen. Waarschijnlijk voelen psychologen of

maatschappelijk werkers zich minder vertrouwd met het onderwerp, waardoor ze het

liever doorschuiven naar een andere gezondheidswerker. Keygnaert et al. (2014) stelt

echter dat alle gezondheidswerkers een medeverantwoordelijkheid hebben om de

gezondheid van alle mensen te bevorderen, ongeacht de legale status die ze al dan niet

hebben. Opmerkelijk is dat een ruime meerderheid van de participanten van dit

onderzoek (76.2%) aangeeft dat ze vinden dat elke gezondheidswerker die in contact

komt met MZWV het onderwerp anticonceptie bespreekbaar moet kunnen maken.

Aansluitend hierbij staat 76,2% van de deelnemers positief tegenover het aangaan van

een vertrouwensrelatie met hun patiënten ZWV, omdat volgens hen vertrouwen los staat

van verblijfsstatus en afkomst. Ze achten het vertrouwen mogelijk, mits extra tijd

tijdens de consultatie, het optimaal gebruik van tolken, het juiste

patiënteneducatiemateriaal, ... , iets wat in de praktijk helaas vaak niet het geval is.

Zo maken veel participanten gebruik van een tolk of tolkentelefoon, maar geven ze ook

enkele beperkingen ervan aan. Een consult met tolken is intensief, zorgt voor een extra

kost en kan een barrière vormen voor het vrijuit praten over verschillende onderwerpen.

Page 61: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

52

Bovendien wordt de aanwezigheid van familieleden of andere derden (bijvoorbeeld

tolken) als tweede belangrijkste oorzaak aangeduid van de vermeende

communicatieproblemen (door 61.5% van de deelnemers aangeduid). Deze vaststelling

komt overeen met de bevindingen uit de literatuurstudie (Kurth et al., 2010; Lyberg et

al., 2012; Degni et al., 2012), waarin gezondheidswerkers aangeven dat het gebruik van

tolken of tolkentelefoons soms moeilijk werkbaar is. Het werken met tolken is echter

noodzakelijk, daar de deelnemers aan dit onderzoek aangeven dat ze onmogelijk alle

talen kunnen spreken die wenselijk zijn. Professioneel getrainde tolken zouden

beschikbaar moeten zijn wanneer nodig, om zo frustraties bij zowel

gezondheidswerkers als patiënten/cliënten te vermijden. Bovendien zou het gebruik van

deze diensten geen extra kost mogen betekenen voor gezondheidsinstellingen of hun

individuele medewerkers.

Verder gaven enkele deelnemers aan dat het van belang is dat de gezondheidswerkers

zelf over het thema anticonceptie of family planning beginnen, en dit best bij elk contact

met een vrouw of gezin doen. Dit maakt de barrière minder groot. Interculturele

opleiding en training van gezondheidswerkers op dit gebied is wenselijk, vooral

wanneer een instelling geen specifieke interculturele voorzieningen, zoals een

intercultureel bemiddelaar, heeft.

4.2.5 Patiënteneducatiemateriaal  

Patiënteneducatie sluit nauw aan bij communicatie. Het is immers een middel om de

communicatie te vergemakkelijken of te ondersteunen. Hoewel meer dan de helft van de

deelnemers (54.1%) aangeeft anderstalige brochures ter beschikking te hebben, geeft

toch 28.5% aan dat PEM niet in voldoende verschillende talen bestaat. Dit kan gezien

worden als een hiaat in het beschikbare materiaal. Voorts is het belangrijk dat

gezondheidswerkers beschikken over eenvoudig en toegankelijk materiaal, liefst visueel

ondersteund. De folders in beeldtaal van Kind en Gezin zijn hier een goed voorbeeld

van. In eerder onderzoek merkten de participanten immers een beperkte “health

literacy” op bij hun patiënten met een migratieachtergrond (Boerleider et al., 2013).

Page 62: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

53

Hierbij kan echter wel een kritische bemerking worden gegeven. De meerderheid van de

participanten gaf aan dat patiënteneducatiemateriaal weinig invloed heeft op het

contraceptief gedrag van MZWV. Slechts 12.5% denkt dat educatiemateriaal veel

invloed heeft op de seksuele- en reproductieve gezondheid van MZWV. Een mogelijke

verklaring kan gevonden worden in het feit dat MZWV zelden preventief consulteren

(Sebo et al., 2010). Daarnaast is uit eerder onderzoek ook gebleken dat

educatiemateriaal slechts een beperkte invloed heeft op het al dan niet therapietrouw

zijn. Het effect van voorlichtingsmateriaal wordt gemakkelijk overschat, aangezien

kennis bijbrengen maar een kleine determinant is voor gedragsveranderingen. Maertens

& Maris (2000) stellen dan ook dat patiënteneducatiemateriaal persoonlijke

communicatie niet kan vervangen, maar wel kan versterken en/of aanvullen. Een

combinatie van schriftelijke (ondersteuning) en mondelinge educatie is essentieel.

4.2.6 Ligging  en  toegankelijkheid  van  praktijk  Uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat de ligging en toegankelijkheid van de

praktijk of instelling een minder grote invloed uitoefent. Slechts 13.2% van de

deelnemers denkt dat deze factoren veel invloed hebben op de seksuele- en

reproductieve gezondheid van MZWV. Uit verschillende modellen die determinanten

van gezondheid in kaart brengen (Dahlgren & Whitehead, 1991; Schulz & Northridge,

2004), blijkt echter dat deze meso-factoren tevens een invloed uitoefenen op de

gezondheid. De deelnemers van deze studie zien geen problemen op dit niveau: de

meerderheid vindt dat zijn/haar praktijk zelfstandig bereikbaar is, dat de

bewegwijzering duidelijk is en dat de praktijk over een aparte consultatieruimte

beschikt. Uit deze resultaten kunnen we echter niet concluderen of dat voor de patiënten

ZWV ook het geval is.

4.2.7 Continuïteit  en  opvolging  in  de  zorg-­  en  hulpverlening  

Opvallend is dat de meerderheid van de participanten geen mening heeft of niet

antwoordde op de vragen over wat er gebeurt met het voorschrift/het

anticonceptiemiddel nadat MZWV op consultatie zijn geweest.

Page 63: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

54

Een verklaring kan mogelijks gevonden worden in het feit dat de meeste bevraagde

gezondheidswerkers geen zicht hebben of MZWV naar de apotheker gaan om het

anticonceptiemiddel te verkrijgen of het middel ook effectief inneemt.

Toch dient benadrukt te worden dat continuïteit en opvolging in dit opzicht belangrijk

zijn. Door een betere afstemming van de verschillende gezondheidswerkers, een

multidisciplinaire aanpak en efficiëntere doorverwijzingen kan de continuïteit in de

zorg- en hulpverlening gewaarborgd worden (Goosen et al., 2010).

Page 64: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

55

5 HOOFDSTUK V: AANBEVELINGEN EN CONCLUSIE

5.1 Aanbevelingen voor de praktijk

Uit de analyses van de resultaten en voorgaande discussie kunnen we vijf belangrijke

factoren onderscheiden die een barrière kunnen betekenen voor het welslagen van

contraceptieve zorg- en hulpverlening voor MZWV.

Voor elk knelpunt dat geïdentificeerd werd, zullen hier enkele suggesties in verband

met contraceptiezorg voor MZWV worden geformuleerd die de huidige praktijk kunnen

verbeteren.

Kostprijs en terugbetaling van anticonceptie

Aanbeveling 1 Het gratis maken van alle vormen van anticonceptie voor iedereen,

ongeacht verblijfsstatus

Aanbeveling 2 Een overzicht van de verschillende terugbetalingmodaliteiten is

wenselijk en uniforme richtlijnen over de DMH procedure (vooral

over het verstrekken van anticonceptie)

Aanbeveling 3 Het uniform maken van het beleid bij de verschillende OCMW’s

Communicatie tussen gezondheidswerkers en hun patiënten ZWV

Aanbeveling 1 Efficiënter gebruik van tolken en ander interactief intercultureel

communicatiemateriaal

Aanbeveling 2 Gezondheidswerkers brengen het onderwerp anticonceptie best

zelf ter sprake

Patiënteneducatiemateriaal

Aanbeveling 1 Eenvoudig op maat gemaakt materiaal in meer verschillende talen

is wenselijk

Aanbeveling 2 Invloed van educatiemateriaal mag niet overschat worden

Aanbeveling 3 Combinatie van schriftelijke en mondelinge educatie is essentieel

Page 65: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

56

Continuïteit en opvolging in de zorg- en hulpverlening

Aanbeveling 1 Multidisciplinaire samenwerking tussen alle intermediairs die

rechtsreeks werken met MZWV is aangewezen

Aanbeveling 2 Opvolging na consult over anticonceptie door thuisbegeleiders of

andere gezondheidswerkers is nodig

Culturele/religieuze ideeën over anticonceptie

Aanbeveling 1 Interculturele voorzieningen en ondersteuning van de medewerkers

zijn noodzakelijk

Aanbeveling 2 Meer nadruk op transculturele gezondheidszorg in de opleidingen

van gezondheidswerkers

Page 66: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

57

5.2 Aanbevelingen voor verder onderzoek Aan de hand van de gevonden resultaten en de beperkingen van dit onderzoek, worden

in de volgende paragrafen enkele aanbevelingen voor toekomstig onderzoek gegeven.

In het algemeen kan gesteld worden dat samenstelling en origine van

migrantengemeenschappen en dus ook MZWV fluctueren over de tijd heen. Daarom is

meer en diepgaand onderzoek naar deze doelgroepen wenselijk.

Uit de literatuurstudie is gebleken dat er nauwelijks onderzoeken zijn die het perspectief

van gezondheidswerkers combineert met onderzoek naar ervaringen van MZWV. Er is

nood aan meer onderzoek om beide perspectieven te belichten en zo een beter zicht te

krijgen op barrières en facilitatoren langs beide zijden. Op deze manier kunnen

zorglening en preventieve maatregelen worden geoptimaliseerd.

Tot slot kunnen we besluiten dat doorgedreven kwalitatief onderzoek nodig is om een

beter zicht te krijgen op de noden omtrent anticonceptie van MZWV zelf en hun kijk op

de huidige zorg- en hulpverlening.

Page 67: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

58

5.3 Conclusie Dit werkstuk had als doel om de huidige en wenselijke kennis, attitudes en

vaardigheden binnen Gentse organisaties die werken met MZWV met betrekking tot

anticonceptie bij deze doelgroep in kaart te brengen.

Uit de literatuurstudie blijkt dat we er vanuit kunnen gaan dat migranten, en in het

bijzonder MZWV, een verhoogd risico hebben op een slechte seksuele- en

reproductieve gezondheid. Het al dan niet gebruiken van anticonceptie is in dit opzicht

van belang, maar verschillende Europese studies tonen echter aan dat de behoefte aan

anticonceptie voor heel wat vrouwen ZWV onvervuld is. Dit onderzoek toont op een

kleinere schaal aan dat Gentse gezondheidswerkers enkele problemen signaleren bij het

verlenen van contraceptiezorg aan MZWV. Het gaat hier voornamelijk om enkele

praktische barrières, maar ook op het vlak van beleid en wetgeving worden enkele

zaken aangekaart.

De kost van de anticonceptiemiddelen en/of consultaties worden door de deelnemende

gezondheidswerkers als één van de voornaamste barrières gezien. Ze drukken hun nood

uit aan gratis anticonceptie en een overzicht van de bestaande

terugbetalingsmodaliteiten. Daarnaast vormt de taalbarrière een ander knelpunt. Beter

gebruik van tolkdiensten en deze voorzieningen gratis maken is wenselijk. Alsook dient

eenvoudig en op maat gemaakt educatiemateriaal beschikbaar te zijn in meer

verschillende talen. Aanvullend beïnvloeden culturele en sociale factoren de moeilijkere

communicatie tussen de gezondheidswerkers en MZWV. Ten eerste is het beter

uitbouwen van interculturele voorzieningen binnen de betrokken instanties wenselijk.

Vervolgens dient er in de opleiding van gezondheidswerkers meer nadruk te liggen op

het verlenen van interculturele gezondheidszorg. In dit opzicht is ook continuïteit en

opvolging van de zorg- en hulpverlening uitermate belangrijk. Hiervoor is het

multidisciplinair samenwerken en adequate doorverwijzingen tussen

gezondheidswerkers van belang.

Page 68: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

59

Naar aanleiding van dit onderzoek werden niet alleen de problemen die de betrokken

organisaties aankaartten geëxploreerd, maar konden we enkele aanbevelingen

formuleren naar de toekomst toe. Naast enkele praktische aanbevelingen, ontbreekt

momenteel ook de capaciteit in de instelling, de tijd bij de individuele medewerkers en

de financiële middelen bij de organisaties of overheid om aan adequate contraceptiezorg

voor MZWV te doen.

Algemeen kunnen we stellen dat dit onderzoek de nood aan een betere toegang tot

gezondheidszorgvoorzieningen voor MZWV onderlijnt. Daarnaast hopen we eveneens

dat de dialoog is geopend en deze thematiek meer onder de aandacht komt.

Page 69: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

60

Literatuurlijst

Affronti, M., Affronti, A., Pagan, S., Soresi, M., Giannitrapani, L., Valenti, M., et al.

(2013). The health of irregular and illegal immigrants: analysis of day-hospital

admissions in a department of migration medicine. Internal and Emergency Medicine ,

561-566.

Akhavan, S. (2012). Midwives’ views on factors that contribute to health care

inequalities among immigrants in Sweden: a qualitative study . International Journal

for Equity in Health , 11-47.

Boerleider, A., Deville, W., Francke, A., Mannieën, J., & Wiegers, T. (2012). “A

mixture of positive and negative feelings”: A qualitative study of primary care

midwives’ experiences with non-western clients living in the Netherlands. International

Journal of Nursing Studies , 1658-1666.

Burnett, A., & Peel, M. (2001). Asylum seekers and refugees in Britain: Health needs of

asylum seekers and refugees . BMJ , 543-547.

Cacciani, L., Asole, S., Polo, A., Franco, F., Lucchini, R., De Curtis, M., et al. (2011).

Perinatal outcomes among immigant mothers over two periods in a region of central

Italy. BMC Public Health , 11:294.

Castello, A., Rio, I., Martinez, E., Rebagliato, M., Barona, C., LLacer, A., et al. (2012).

Differences in Preterm and Low Birth Weight Deliveries Between Spanish and

Immigrant Women: Influence of the Prenatal Care Received . Elsevier , 175-182.

Choté, A., Koopmans, G., Redekop, W., de Groot, C., Hoefman, R., Jaddoe, V., et al.

(2011). Explaining Ethnic Differences in Late Antenatal Care Entry by Predisposing,

Enabling and Need Factors in the Netherlands. The Generation R Study . Maternal and

Child Health Journal , 689-699.

Page 70: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

61

Dahlgren, G., & Whitehead, M. (1991). What can be done about inequalities in health?

The Lancet , 1059-1063.

Degni, F., El Ansari, W., Essén, B., Suominen, S., & Vehviläinen-Julkunen, K. (2012).

Communication and Cultural Issues in Providing Reproductive Health Care to

Immigrant Women: Health Care Providers’ Experiences in Meeting Somali Women

Living in Finland. Journal of Immigrant and Minority Health , 330-343.

Dunn, S., Janakiram, P., Blake, J., Hum, S., & Chee, M. (2011). Contraception:

evidence review for newly arriving immigrants and refugees . Canadian Medical

Association Journal .

Fedeli, U., Alba, N., Lisiero, M., Zambon, F., Avossa, F., & Spolaore, P. (2010).

Obstetric hospitalizations among Italian women, regular and irregular immigrants in

North-Eastern Italy . Acta Obstetricia et Gynecologica , 1432-1437.

Fernàndez, M., Garitano, I., & Cavanillas, A. (2010). Increased risk of maternal deaths

associated with foreign origin in Spain: a population based case–control study .

European Journal of Public Health , 292-294.

Goosen, S., Stronks, K., Uitenbroek, D., & Wijsen, C. (2009). Induced abortions and

teenage births among asylum seekers in The Nederlands: analysis of national

surveillance data. Journal of Epidemiology & Community Health , 528-533.

Goosen, S., van Oostrum, I., & Essink-Bot, M.-L. (2010). Zwangerschapsuitkomsten en

zorgtbehoeften bij asielzoeksters: een literatuuroverzicht. Nederlands Tijdschrift voor

Geneeskunde , 154-161.

Jackson, Y., Sebo, P., Aeby, G., Bovier, P., Ninet, B., Schrenzel, J., et al. (2010).

Prevalence and Associated Factors for Chlamydia trachomatis Infection Among

Undocumented Immigrants in a Primary Care Facility in Geneva, Switzerland: A Cross-

Sectional Study. Journal of Immigrant and Minority Health , 909-914.

Page 71: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

62

Jacquemyn, Y., Benjahia, N., Martens, G., Yüksel, H., Van Egmond, K., &

Temmerman, M. (2012). Pregnancy outcome of oroccan and Turkish women in

Belgium. Clinical and Experimental Obstetrics and Gynecology , 181-185.

Janssens, K., Bosmans, M., Leye, E., & Temmerman, M. (2006). Sexual and

Reproductive Health of Asylum-seeking and Refugee Women in Europe: Entitlements

and Access to Health Services . Journal of Global Ethics , 183–196 .

Keygnaert, I., Guieu, A., Ooms, G., Vettenburg, N., Temmerman, M., & Roelens, K.

(2013). Sexual and reproductive health of migrants: Does the EU care? Elsevier , 215-

225.

Keygnaert, I., Vettenburg, N., & Temmerman, M. (2012). Hiddenviolance is selent

rape: sexual and gender-based violence in refugees, asylum seekers and undocumented

migrants in Belgium and the Netherlands. Culture, Health & Sexuality: An International

Jounal for Research, Intervention and Care , 505-520.

Keygnaert, I., Vettenburg, N., Roelens, K., & Temmerman, M. (2014). Sexual health is

dead in my body: participatory assessment of sexual health determinants by refugees,

asylum seekers and undocumented migrants in Belgium and the Netherlands. BMC

Public Health , 416-429.

Kruispunt Migratie-Integratie: expterisecentrum voor Vlaanderen en Brussel. (2012).

Infogids voor hulpverleners en begeleiders van mensen zonder wettig verlbijf. Brussel:

Hugo Durieux, Kruispunt Migratie-Integratie vzw.

Kurth, E., Jaeger, F., Zemp, E., Tschudin, S., & Bischoff, A. (2010). eproductive health

care for asylum-seeking women - a challenge for health professionals. BMC Public

Health , 10-21.

Page 72: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

63

Li, X., Sundquist, J., & Sundquist, K. (2013). Immigrants and Preterm Births: A

Nationwide Epidemiological Study in Sweden. Maternal and Child Health Journal ,

1052-1058.

Lyberg, A., Viken, B., Haruna, M., & Severinsson, E. (2012). Diversity and challenges

in the management of maternity care for migrant women. Journal of Nursing

Management , 287-295.

Maertens, N., & Maris, N. (2000). In N. Maertens, & N. Maris, Patiëntengericht

voorlichten. Amsterdan: SWP.

Malin, M., & Gissler, M. (2009). Maternal care and birth outcomes among ethnic

minority women in Finland. BMC Public Health , 9:84.

Medimmigrant Vzw. (z.d.). Anticonceptie en vrijwillige zwangerschapsafbreking.

Retrieved 2014 йил 21-Juli from Medimmigrant:

http://www.medimmigrant.be/?idbericht=273&idmenu=4&lang=nl

Medimmigrant Vzw. (2009). Bijdrage vanwege vzw Medimmigrant aan de POD-MI en

de FOD Volksgezondheid inzake de voorbereiding van het BELGISCH NATIONAAL

ACTIEPLAN SOCIALE INCLUSIE 2006-2008. Schaarbeek: vzw Medimmigrant.

Mladovsky, P. (2009). A framework for analysing mirgant health policies in Europe.

Health Polocy , 55-63.

National Institute for Health and Care Excellence (NICE). (2008). Antenatal care.

Manchester: NICE.

Oberaigner, W., Leitner, H., Oberaigner, K., Marth, C., Pinzger, G., Concin, H., et al.

(2013). Migrants and obstetrics in Austria - applying a new questionnaire shows

differences in obstetric care and outcome . The Central European Journal of Medicine ,

34-40.

Page 73: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

64

OCWM Gent. (n.d.). Medische kaart illegalen. Retrieved 2014 йил 22-juli from

OCMW Gent: http://www.ocmwgent.be/Medische-kaart-illegalen.html

Pedersen, G., Mortensen, L., Gerster, M., Rich-Edwards, J., & Andersen, A. (2012).

Preterm Birth and Birthweight-for-Gestational Age among Immigrant Women in

Denmark 1978–2007: A Nationwide Registry Study. Paediatric and Perinatal

Epidemiology , 534-542.

Pezolli, M., El Hamad, I., Scarcella, C., Vassallo, F., Speziani, F., Cristini, G., et al.

(2009). HIV Infection among Illegal Migrants, Italy, 2004–2007 . Emerging Infectious

Diseases , 1802-1804.

Racape, J., De Spiegelaere, M., Alexander, S., Dramaix, M., Buekens, P., &

Haelterman, E. (2010). High perinatal mortalyty rate among immgrants in Brussels.

536-542.

Reime, B., Lindwedel, U., Ertl, K., Jacob, C., Schücking, B., & Wenzlaff, P. (2009).

Does underutilization of prenatal care explain the excess risk for stillbirth among

women with migration background in Germany? . Acta Obstetricia et Gynecologica ,

1276-1283.

Schulz, A., & Northridge, M. (2004). ocial Determinants of Health: Implications for

Environmental Health Promotion. Health Education & Behavior , 455-471.

Sebo, P., Jackson, Y., Haller, D., Gaspoz, J.-M., & Wolff, H. (2011). Sexual and

Reproductive Health Behaviours of Undocumented Migrants in Geneva: A Cross

Sectional Study. Journal of Immigrant and Minority Health , 510-717.

Sensoa vzw. (2011). Verslag rondetafel kwetsbare migranten. Antwerpen: Sensoa vzw.

Vahratian, A., Buekens, P., Delvaux, T., Boutsen, M., Wang, Y., & Kupper, L. (2004).

Birthweight differences among infants of North African immigrants and Belgians in

Belgium. European Journal of Public Health , 381-383.

Page 74: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

65

van den Ameele, S., Keygnaert, I., Rachidi, A., Roelens, K., & Temmerman, M. (2013).

The role of the healthcare sector in the prevention of sexual violence against sub-

Saharan transmigrants in Morocco: a study of knowledge, attitudes and practices of

healthcare workers. BMC Health Services Research , 77-90.

Van Hanegem, N., Miltenburg, A., Zwart, J., Bloemenkamp, K., & Van Roosmalen, J.

(2011). Severe acute maternal morbidity in asylum seekers: a two-year nationwide

cohort study in the Netherlands. Acta Obstetricia et Gynecologica Scandinavica , 1010-

1016.

Vangen, S., Eskils, A., & Forsen, L. (2013). Termination of pregnancy according to

immigration status: a population-based registry linkage study. International Journal of

Obstetrics and Gynaecology , 1309-1315.

Wolff, H., Epiney, M., Lourenco, A., Costanza, M., Delieutraz-Marchand, J., Andreoli,

N., et al. (2008). Undocumented migrants lack access to pregnancy care and prevention.

BMC Public Health , 50-60.

Zanconato, G., Iacovella, C., Parazzini, F., Bergamini, V., & Franchi, M. (2011).

Pregnancy Outcome in Migrant Women Delivering in a Public Institution in Northern

Italy. Gynecologic and Obsetric Investigation , 157-162.

Page 75: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

66

Bijlagen

Bijlage I: Zoekfilter

(“Emigrants and Immigrants” [Mesh] OR immigrant [Text Word] OR immigrants [Text Word] OR

“Transients and Migrants” [Mesh] OR migrant [Text Word] OR migrants [Text Word] OR

“undocumented migrant” [Text Word] OR “undocumented migrants” [Text Word] OR “undocumented

immigrant” [Text Word] OR “undocumented immigrants “[Text Word] OR “undocumented women”

[Text Word] OR “undocumented woman” [Text Word] OR “undocumented girls” [Text Word] OR

“unregistered migrants” [Text Word] OR “unregistered migrant” [Text Word] OR “unregistered

immigrants” [Text Word] OR “unregistered immigrants” [Text Word] OR “unregistered women” [Text

Word] OR “unregistered girls” [Text Word] OR “unregistered woman” [Text Word] OR “illegal

migrants” [Text Word] OR “illegal migrant” [Text Word] OR “Illegal immigrants” [Text Word] OR

“illegal immigrant” [Text Word] OR “illegal women” [Text Word] OR “illegal woman” [Text Word] OR

“illegal girls” [Text Word] OR Refugees [Mesh] OR Refugees [Text Word] OR “asylum seekers” [Text

Word]) AND (“Reproductive Health Services” [Mesh] OR “Reproductive Health Services” [Text Word]

OR “Reproductive Health Care” [Text Word] OR “Reproductive Health” [Mesh] OR “Reproductive

Health” [Text Word] OR “Sexual Health” [Text Word] OR “ Sexual Health Care” [Text Word] OR

Contraception [Mesh] OR Contraception [Text Word] OR Contraceptive [Text Word] OR Contraceptives

[Text Word] OR Anticonception [Text Word] OR anticonceptive [Text Word] OR anticonceptives [Text

Word] OR “Birth Control” [Text Word] OR “Family planning Services” [Mesh] OR “Family planning

Services” [Text Word] OR HIV [Mesh] OR HIV [Text Word] OR “Sexually Transmitted Diseases”

[Mesh] OR “Sexually Transmitted Disease” [Text Word] OR “Sexually Transmitted Diseases” [Text

Word] OR “Sexually Transmitted Infection” [Text Word] OR“Sexually Transmitted Infections” [Text

Word] OR Pregnancy [Mesh] OR Pregnancy [Text Word] OR “Prenatal Care” [Mesh] OR “Prenatal

Care” [Text Word] OR “Antenatal Care” [Text Word] OR “Postnatal Care” [Mesh] OR “ Postnatal Care”

[Text Word] OR “Abortion, Induced” [Mesh] OR Abortion [Text Word] OR “Pregnancy Outcome”

[Mesh] OR “Pregnancy Outcome” [Text Word] OR “Pregnancy Outcomes” [Text Word] OR “Neonatal

Outcome” [Text Word] OR “Pregnancy in Adolescence” [Mesh] OR “Pregnancy in Adolescence” [Text

Word] OR “Teenage Pregnancy” [Text Word] OR “Teenage Pregnancies” [Text Word]) AND (Europe

[Mesh] OR Europe [Text Word])

Page 76: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

67

Bijlage II: Vragenlijst, begeleidende brief en toestemmingsformulier

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent Een kennis-, attitude- en praktijkstudie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

Page 77: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

68

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

2

Opbouw vragenlijst

Deze vragenlijst is gebaseerd op bestaande gevalideerde vragenlijsten en is opgebouwd

uit vier onderdelen: socio-demografische gegevens, kennis, attitude en praktijkvoering.

Er zijn 92 vragen (zowel open als gesloten vragen). Het invullen neemt ongeveer twintig

minuten tot een half uur tijd in beslag.

Invulinstructies

Gelieve bij de gesloten vragen het antwoord dat het beste bij u past aan te duiden en

indien gevraagd te specificeren. Bij sommige open vragen wordt om verduidelijking

gevraagd, gelieve daar beknopt uw mening neer te schrijven. Op het einde van elk

onderdeel kan u, indien u dat wenst, nog extra nuances of opmerkingen aanbrengen.

Gelieve de vragenlijst samen met het ondertekende toestemmingsformulier terug te sturen

in de bijgevoegde voorgefrankeerde enveloppe naar onderstaand adres voor 15

november 2013. Het exemplaar op het einde van deze bundel, mag u afscheuren en

bijhouden.

T.a.v. Ines Keygnaert (ICRH)

International Centre For Reproductive Health

De Pintelaan 185 UZ P114

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent Een kennis-, attitude- en praktijkstudie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dra. Ines Keygnaert

Page 78: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

69

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

3

Deel I: Informatiebrief deelnemers Geachte heer/mevrouw, Ik ben Lies Cas en volg de Masteropleiding Verpleeg- en Vroedkunde aan de Universiteit Gent. In dit kader maak ik onder promotorschap van Prof. Dr. K. Roelens, U(z)Gent, die hieronder mee ondertekent, en onder copromotorschap van Dr. Ines Keygnaert (ICRH, UGent), een afstudeerscriptie met als titel “Anticonceptie en Mensen Zonder Wettig Verblijf: een kennis-, attitude- en praktijkstudie rond knelpunten en mogelijke oplossingen”. Het opzet van deze studie is peilen naar de huidige en gewenste kennis, attitude en praktijkvoering bij gezondheidswerkers over anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf. Dit om in kaart te brengen wat de huidige kennis van de problematiek is, uw attitude tegenover de huidige problemen en praktijken, en wat er vandaag juist wordt gedaan om dit probleem aan te pakken en wat uw mening daar over is. De vragenlijst bestaat uit 92 vragen en zal volledig anoniem worden behandeld. Dit onderzoek is goedgekeurd door een onafhankelijke medisch ethische commissie verbonden aan het Universitair ziekenhuis van Gent, die erop toeziet dat de deelnemers beschermd worden en dat die studie verloopt volgens de richtlijnen (ICH/GCP/Helsinki). Deze goedkeuring moet in geen geval worden gezien als een aandrang om deel te nemen aan dit onderzoek. Als u echter contact met hen wil, kunt u hen een email sturen naar: ethisch.comité@ugent.be . Graag had ik uw medewerking aan dit onderzoek bekomen en zou ik u willen vragen of u bijgevoegd toestemmingsformulier wil ondertekenen en de vragenlijst wil invullen en deze beide voor 15 november 2013 terug te sturen naar onderstaand adres in de voorgefrankeerde enveloppe. Indien u nog vragen heeft, aarzel dan niet om contact op te nemen met: Lies Cas, De Pintelaan 185, UZP 114, 9000 Gent of [email protected]. De resultaten zullen na afronding van het onderzoek worden meegedeeld. Ik dank u alvast hartelijk voor uw bereidwillige medewerking. Met vriendelijke groet, Voor akkoord Lies Cas Prof. Dr. Roelens, Promotor

Page 79: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

70

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

4

Deel II: Toestemmingsformulier Titel onderzoek: Kennis-, attitude-, en praktijkstudie bij gezondheidswerkers over anticonceptie bij mensen zonder wettig verblijf Verantwoordelijke onderzoeker: Universiteit Gent In te vullen door de deelnemer: Ik, …………………………………………………………………………………….. heb de “informatiebrief voor deelnemers” gelezen en er een kopij van ontvangen. Ik ga akkoord vrijwillig deel te nemen aan de studie en bevestig op een verstaanbare manier te zijn ingelicht over het onderzoek. Zowel het doel als de werkwijze en eventuele gevolgen werden meegedeeld. Ik ontvang bij deelname geen persoonlijke of financiële voordelen. Het is mogelijk op elk moment uit de studie te stappen zonder dat hieraan gevolgen verbonden zijn. Ik heb de naam en adresgegevens van een onderzoeker gekregen waarmee ik contact kan opnemen. Er was de mogelijkheid vragen te stellen en de vragen die ik heb gesteld werden beantwoord. De onderzoekers zullen de onderzoeksresultaten strikt anoniem behandelen. Mijn privacy zal hierbij gerespecteerd worden. Ik ben op de hoogte gesteld dat er een foutloze aansprakelijkheidsverzekering is afgesloten, zoals bepaald in de experimentenwet van 7 mei 2004. De waarschijnlijkheid dat u door deelname aan deze studie enige schade ondervindt, is extreem laag. Indien dit toch zou voorkomen, wat echter zeer zeldzaam is, werd er een verzekering afgesloten conform de Belgische wet van 7 mei 2004, die deze mogelijkheid dekt. Datum ............................ Handtekening van de deelnemer ............................

Page 80: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

71

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

5

Deel I: Socio-demografische data

I.1 Wat is uw leeftijd in jaren?

O 20 – 29

O 30 – 39

O 40 – 49

O 50 – 59

O 60 – 70

I.2 Wat is uw gender?

O Man

O Vrouw

O Transgender

I.3 Wat is uw huidige nationaliteit?

O Belg

O Andere: .....................................................................................................................................

I.4 Bent u in België geboren?

O Ja

O Nee, geboorteland: ................................................................................................................

I.5 Wat is de origine van

uw vader: ................................................................................................................................

uw moeder: .............................................................................................................................

I.6 Hebt u een geloofs-, spirituele of filosofische overtuiging die u praktiseert/actief beleeft?

O

Ja, namelijk................................................................................................................................

....................................................................................................................................................

O Nee

Page 81: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

72

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

6

I.7 In welke mate is godsdienst belangrijk voor u?

O O O O O

Zeer belangrijk Eerder

belangrijk Eerder niet belangrijk

Totaal onbelangrijk Ik weet het niet

I.8 Wat is uw hoogste afgeronde opleiding?

O Geen lager onderwijs

O Lager onderwijs

O Secundair onderwijs

O Hoger niet-universitair onderwijs

O Universitair of postuniversitair onderwijs

I.9 Hoe lang werkt u met migranten, uitgedrukt in jaren?

O < 2

O 2 – 5

O 6 – 10

O 11 – 20

O > 20

I.10 Hoe lang werkt u met mensen zonder wettig verblijf, uitgedrukt in jaren?

O < 2

O 2 – 5

O 6 – 10

O 11 – 20

O > 20

Page 82: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

73

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

7

I.11 Wat is uw huidige werkomgeving?

O Ziekenhuissetting

O Wijkgezondheidscentrum

O Huisartsenpraktijk

O Centrum Algemeen Welzijnswerk

O OCMW

O Dienst Asiel en Vluchtelingenbeleid Gent

O Dienst Gezondheid Gent

O Kind en Gezin

O Vroedvrouwenpraktijk

O Opvangcentrum asielzoekers

O

Andere: .....................................................................................................................................

………………………………………………………………………………………………

I.12 Wat is bij benadering de huidige personeelscapaciteit van de dienst waar u werkt?

I.13 Zijn er specifieke interculturele voorzieningen op uw dienst of instelling?

O

Ja, namelijk: ..............................................................................................................................

…………………………………………………………………………………………………

O Nee

I.14 Wat is uw huidige functie in deze setting? (omschrijf zo specifiek mogelijk)

I.15 Wat is uw moedertaal?

Page 83: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

74

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

8

I.16 Hoeveel Europese talen spreekt u?

O Geen (ga naar vraag 1.18)

O 1, namelijk: ................................................................................................................................

O 2, namelijk: ................................................................................................................................

O

3 of meer, namelijk: ..................................................................................................................

…………………………………………………………………………………………………

I.17

Op welke manier kan u communiceren in deze Europese talen? (kies de drie

relevantste)

Taal 1: ………………. Taal 2: …………………….. Taal 3: ………………………

O Alleen spreken O Alleen spreken O Alleen spreken

O Spreken en lezen O Spreken en lezen O Spreken en lezen

O Spreken, lezen en schrijven O

Spreken, lezen en schrijven O

Spreken, lezen en schrijven

O Lezen en schrijven O Lezen en schrijven O Lezen en schrijven

I.18 Hoeveel niet - Europese talen spreekt u?

O Geen (ga naar vraag 1.19)

O 1, namelijk: ................................................................................................................................

O 2, namelijk: ................................................................................................................................

O

3 of meer, namelijk: ..................................................................................................................

....................................................................................................................................................

I.19

Op welke manier kan u communiceren in deze niet – Europese talen? (kies de drie

relevantste)

Taal 1: ………………............. Taal 2: ……………………..... Taal 3: ……………………….

O Alleen spreken O Alleen spreken O Alleen spreken

O Spreken en lezen O Spreken en lezen O Spreken en lezen

O Spreken, lezen en schrijven O

Spreken, lezen en schrijven O

Spreken, lezen en schrijven

O Lezen en schrijven O Lezen en schrijven O Lezen en schrijven

Page 84: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

75

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

9

I.20 Welke van deze talen gebruikt u om met cliënten/patiënten te kunnen communiceren?

I.21 Welke andere taal (/talen) is (/zijn) volgens u wenselijk te kennen in uw werk met migranten en mensen zonder wettig verblijf?

Page 85: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

76

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

10

Deel II: Kennis

II.I Geef bij benadering aan hoeveel u op maandbasis met mensen zonder wettig verblijf (MZWV) in contact komt.

…………………. MZWV per maand

II.2 Geef bij benadering aan hoeveel vragen in verband met anticonceptie u op maandbasis krijgt van MZWV.

…………………. vragen per maand

II.3 Deze vragen komen vooral van:

O Mannen

O Vrouwen

O Ik weet het niet

II.4 De prevalentie ongeplande zwangerschappen is volgens mij hoger bij MZWV dan bij de autochtone bevolking.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

II.5 De verblijfsstatus van MZWV is volgens mij een risicofactor voor ongeplande zwangerschappen.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

II.6 De prevalentie van seksueel overdraagbare aandoeningen is volgens mij hoger bij MZWV dan bij de autochtone bevolking.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

Page 86: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

77

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

11

II..7

Welke anticonceptie methode(n) heeft/hebben volgens u een RIZIV nomenclatuurnummer en worden terugbetaald via de regeling van Dringende Medische Hulp

O Condoom

O Koperspiraal

O Hormonale anticonceptie (pil, prikpil, anticonceptiepleister, implantaat, vaginale anticonceptiering, hormoonhoudend spiraaltje (Mirena), noodpil)

O Alle bovenstaande antwoorden

O Geen enkele

O Ik weet het niet

II.8 Ik weet welke procedure ik moet volgen als Dringende Medische Hulp moet verstrekt worden.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

II.9 Er bestaan binnen mijn organisatie richtlijnen voor het verstrekken van Dringende Medische Hulp.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

II.10 Deze richtlijnen geven ook informatie over de terugbetalingsregeling bij anticonceptie.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

II.11 Welke andere informatie over de terugbetalingsregeling van anticonceptie bij MZWV is nog wenselijk?

Page 87: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

78

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

12

Deel III: Attitude

II.12 Indien u nog extra nuancering of opmerkingen wil meegeven over dit onderdeel, kan dat binnen de voorziene ruimte. Gelieve aan te geven over welke vraag het gaat.

III.1 Mensen zonder wettig verblijf hebben recht op gratis anticonceptie.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

III.2 Welke vormen van anticonceptie zouden volgens u gratis ter beschikking moeten staan van MZWV.

O Condoom

O Koperspiraal

O Hormonale anticonceptie (pil, prikpil, anticonceptiepleister, implantaat, vaginale anticonceptiering, hormoonhoudend spiraaltje (Mirena), noodpil)

O Alle vormen van anticonceptie

O Geen enkele

O Ik weet het niet

III.3 Vanuit het standpunt van volksgezondheid is het kortzichtig om geen gratis anticonceptie aan te bieden aan MZWV.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

III.4 Het is mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

Page 88: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

79

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

13

III.5 Geef aan wiens rol het volgens u is anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV.

III.6

Wat zijn uw eventuele suggesties om anticonceptie meer bespreekbaar te maken bij

MZWV?

III.7 Indien u nog extra nuancering of opmerkingen wil meegeven over dit onderdeel, kan dat binnen de voorziene ruimte. Gelieve aan te geven over welke vraag het gaat.

Page 89: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

80

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

14

Deel IV: Praktijk TERUGBETALING

IV.1 Er zijn moeilijkheden bij de terugbetaling van anticonceptie bij mensen zonder wettig verblijf.

O Ja

O Nee (ga naar vraag IV.5)

IV.2 Indien ja, kan u een voorbeeld geven?

IV.3 De belangrijkste oorzaak/oorzaken van deze terugbetalingsmoeilijkheden is/zijn volgens mij (meerdere antwoorden mogelijk):

O Verblijfsstatus

O Armoede

O Cultuurverschillen

O Taalbarrière

O Religieuze normen en waarden

O Gender

O Andere: ......................................................................................................................................

....................................................................................................................................................

IV.4 Hoe worden deze terugbetalingsmoeilijkheden door u of uw organisatie momenteel aangepakt?

Page 90: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

81

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

15

BESPREEKBAARHEID

IV.5 Welke invloed heeft de kostprijs van anticonceptie op de seksuele en reproductieve gezondheid van MZWV.

O O O O O

Veel invloed Matige invloed Weinig invloed Geen invloed Ik weet het niet

IV.6 Wat betekenen deze terugbetalingsmoeilijkheden voor u als zorgverlener of voor uw organisatie? (meerdere antwoorden mogelijk)

O Bijkomende kosten

O Langere consultatietijd

O Inschakelen van tolken

O Imagoproblematiek naar derden

O

Andere: ………………………………………………………………………………………..

……………………………………………………………………………………………........

IV.7 Hoe moeilijk vindt u het bespreekbaar maken van anticonceptie bij MZWV, in vergelijking met mensen met een legale status.

O O O O O

Gemakkelijker Moeilijker Neutraal Ik weet het niet Niet van toepassing

IV.8 De belangrijkste oorzaak/oorzaken van deze bespreekbaarheidsmoeilijkheden is/zijn volgens mij (meerdere antwoorden mogelijk):

O Verblijfsstatus

O Armoede

O Cultuurverschillen

O Taalbarrière

O Religieuze normen en waarden

O Gender

O Andere: ......................................................................................................................................

....................................................................................................................................................

Page 91: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

82

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

16

!PATIËNTENEDUCATIEMATERIAAL

IV.9 Hoe worden deze bespreekbaarheidmoeilijkheden door u of uw organisatie momenteel aangepakt?

IV.10 Wat betekenen deze bespreekbaarheidmoeilijkheden voor u als zorgverlener of voor uw organisatie? (meerdere antwoorden mogelijk)

O Bijkomende kosten

O Langere consultatietijd

O Inschakelen van tolken

O Imagoproblematiek naar derden

O

Andere: ………………………………………………………………………………………..

……………………………………………………………………………………………........

IV.11 Indien er bijkomende kosten zijn, maak een schatting in euro’s van de bijkomende kosten op jaarbasis.

IV.12 Welke info over seksuele- en reproductieve gezondheid op maat van MZWV is er beschikbaar binnen uw organisatie? (meerdere antwoorden mogelijk)

O Anderstalige brochures

O Interactieve spelen

O CD-rom of DVD

O Andere: ………………………………………………………………………………………

O Ik weet het niet (ga naar vraag IV.17)

O Geen van bovenstaande opties (ga naar vraag IV.17)

IV.13 Specifieer over welk materiaal het gaat.

Page 92: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

83

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

17

IV.14 Het voorlichtingsmateriaal dat beschikbaar is:

O is vooral schriftelijk

O is zowel schriftelijk als (audio-)visueel

O is hoofdzakelijk visueel

O Andere: ………………………………………………………………………………………..

IV.15 Wat ontbreekt er volgens u in het bestaande voorlichtingsmateriaal?

IV.16 Het materiaal is beschikbaar in verschillende talen die mijn cliënten/patiënten zonder wettig verblijf spreken

O O O O O O

Helemaal mee

eens Mee eens Neutraal

Niet

mee eens

Helemaal niet

mee eens

Niet van

toepassing

IV.17 Welke andere taal (talen) is (zijn) nog wenselijk?

IV.18 In welke mate heeft volgens u de aanwezigheid van voorlichtingsmateriaal een invloed op de seksuele en reproductieve gezondheid van MZWV?

O O O O O

Veel invloed Matige invloed Weinig invloed Geen invloed Ik weet het niet

Page 93: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

84

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

18

LIGGING EN TOEGANKELIJKHEID

IV.199

Cliënten/patiënten ZWV kunnen mijn praktijk of instelling zelfstandig bereiken.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.20 De bewegwijzering is begrijpbaar en duidelijk voor anderstalige cliënten/patiënten.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.20 Wanneer cliënten/patiënten een afspraak willen maken, moeten ze telefonisch contact op nemen.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.21 Indien ja: dienen ze telefonisch te vermelden waarover het gaat?

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.22 Dienen ze aan het onthaal te zeggen waarover het gaat?

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.23 Moeten de cliënten/patiënten ZWV vooraf betalen?

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.24 Ik beschik over een aparte consultatieruimte, waar niemand ons kan horen.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.25 Zijn er symbolen aanwezig in die ruimte die duiden op een geloofs-, spirituele- of filosofische overtuiging.

O

Ja, welke: ……………………………………………………………………………………...

……………………………………………………………………………………....................

O Nee

Page 94: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

85

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

19

COMMUNICATIE EN RELATIE

IV.26 Geef suggesties welke aspecten kunnen verbeteren qua ligging en bereikbaarheid.

IV.27

In welke mate hebben volgens u de ligging en toegankelijkheid van praktijk/instelling een invloed op de seksuele en reproductieve gezondheid van MZWV?

O O O O O

Veel invloed Matige invloed Weinig invloed Geen invloed Ik weet het niet

IV.28 Ik ondervind dat communicatie met MZWV moeilijk verloopt.

O O O O O

Altijd Vaak Soms Nooit Ik weet het niet

IV.29 Indien ja: verduidelijk met een voorbeeld.

IV.30 Wat ziet u als oorzaak (/oorzaken) van een gebrekkige communicatie met MZWV? (meerdere antwoorden mogelijk)

O Taalbarrière

O Cultuurverschillen tussen de zorgverlener en de cliënt/patiënt

O Tijdsgebrek

O Aanwezigheid van familieleden of andere derden

O Andere: ………………………………………………………………………………………..

....................................................................................................................................................

Page 95: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

86

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

20

IV.31 Ik kan voldoende vreemde talen om te kunnen communiceren met de cliënt/patiënt ZWV.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.32 In contact met MZWV maak ik gebruik van een tolk of tolkentelefoon.

O O O O O

Altijd Vaak Soms Nooit Ik weet het niet

IV.33 Een vertrouwensrelatie opbouwen met cliënten/patiënten zonder wettig verblijf is mogelijk.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.34 Waarom acht u dat wel of niet mogelijk?

IV.35 Geef suggesties welke aspecten kunnen verbeteren wat betreft communicatie tussen zorgverlener en cliënt/patiënt ZWV.

IV.36 In welke mate heeft volgens u communicatie tussen zorgverlener en cliënt/patiënt ZWV een invloed op zijn seksuele en reproductieve gezondheid?

O O O O O

Veel invloed Matige invloed Weinig invloed Geen invloed Ik weet het niet

Page 96: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

87

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

21

RELATIE ZORGVERLENER CLIËNT/PATIËNT & OMGEVING

IV.37 Mijn cliënten/patiënten ZWV vragen zelf naar anticonceptie. O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.38 Hoewel ik anticonceptie voorschrijf, gaan mijn cliënten/patiënten ZWV niet naar de apotheker om het te verkrijgen.

O O O O O O

Helemaal

mee eens Mee eens Neutraal

Niet

mee eens

Helemaal

niet mee eens

Niet van

toepassing

IV.39 Waaraan ligt dit volgens u?

IV.40 Hoewel mijn cliënten/patiënten ZWV anticonceptie in huis hebben, maken ze er geen gebruik van.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.41 Waaraan ligt dit volgens u?

IV.42 In welke mate hebben volgens u culturele ideeën over anticonceptie een invloed op de seksuele en reproductieve gezondheid van MZWV?

O O O O O

Veel invloed Matige invloed Weinig invloed Geen invloed Ik weet het niet

Page 97: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

88

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

22

IV.43 Kan u een voorbeeld geven van zo een heersende culturele overtuiging bij MZWV over anticonceptie?

IV.44 Wie heeft er volgens u het meeste invloed op de ideeën over family planning en anticonceptie?

O Vader

O Moeder

O Schoonvader

O Schoonmoeder

O Andere familieleden, namelijk: ……………………………………………………………..

O Gezondheidswerkers

O Andere: …….…………………………………………………………………………………

IV.45 Wanneer ik family planning en anticonceptie bespreek met MZWV, zijn zij het vaakst:

O Alleen

O Met partner

O Met ouders

O Andere: …….…………………………………………………………………………………

Page 98: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

89

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

23

BETALINGSREGELING

IV.461

Geef aan hoe de (terug)betaling van anticonceptiemiddel gebeurt binnen uw instelling.

O Vooraf betaald

O Contant betalen

O Terugbetaling achteraf

O Andere: ………………………………………………………………………………………..

O Ik weet het niet

IV.47 Ik vind de huidige terugbetalingsregeling binnen mijn instelling een goed systeem.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.48 Waarom vindt u dit een goed/geen goed systeem?

IV.49 Ik ondervind barrières bij het (door)verwijzen van MZWV naar de vroedvrouw.

O O O O O

Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens

IV.50 Indien ja, geef aan welke barrières u hierbij ondervindt en waarom.

Page 99: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

90

INTERNATIONAL CENTRE FOR REPRODUCTIVE HEALTH

Anticonceptie en mensen zonder wettig verblijf in Gent: een KAP-studie rond knelpunten en mogelijke oplossingen

Lies Cas onder begeleiding van Prof. Dr. K. Roelens en Dr. Ines Keygnaert

24

IV.51 Geef suggesties welke dingen kunnen verbeteren wat betreft de terugbetaling van anticonceptie bij MZWV.

IV.52 Indien u nog extra nuancering of opmerkingen wil meegeven over dit onderdeel, kan dat binnen de voorziene ruimte. Gelieve aan te geven over welke vraag het gaat.

Page 100: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

91

Bijlage III: Lijst van deelnemende organisaties De werkgroep “Stedelijk Overleg Gezondheidszorg Asielzoekers” (SOGA) bestaat

uit de volgende organisaties: • Dienst Asiel- en Vluchtelingenbeleid

• Gezondheidsdienst

• Oriëntatiepunt Gezondheidszorg

• OCMW Gent

• De sociale diensten van de ziekenhuizen

• Integratiedienst

• Vrijwilligersorganisaties

• CAW Artevelde

• Intercultureel Netwerk Gent

De werkgroep “Kwetsbare zwangeren in grootstand Gent” bestaat uit de volgende

organisaties: • Verschillende Gentse ziekenhuizen

• Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteunig (CKG)

• Dienst Medisch Sociaal Opvangcentrum

• OCMW Gent

• Kind en Gezin Prenataal Steunpunt

• Verschillende inloopteams

• Expertisecentrum Kraamzorg- Kraamkaravaan

• Solidariteit voor het gezin

• Wijkgezondheidscentra (WGC)

• Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB)

• Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW)

• Universitair Gezondheidscentrum Nieuw Gent

• Huisartsenvereniging Gent

• Vlaamse Organisatie voor Vroedvrouwen (VLOV)

De negen Vlaamse opvangcentra van Fedasil.

Vier Vlaamse artsen/gynaecologen die beroepsmatig veel in contact komen met

MZWV.

Page 101: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

92

Lijst van tabellen

Tabel 1: overzicht outcomes migranten in vergelijking met autochtone populatie .........7

Tabel 2: socio-demografische gegevens van de participanten .......................................26

Tabel 3: het is mijn rol om anticonceptie bespreekbaar te maken bij MZWV ..............30

Tabel 4: variabelen die invloed hebben op de seksuele- en reproductieve gezondheid

van MZWV .....................................................................................................................32

Tabel 5: tevredenheid huidig terugbetalingsysteem ......................................................34

Tabel 6: suggesties ter verbetering qua ligging en bereikbaarheid ................................40

Tabel 7: alleen versus samen met partner op consultatie ...............................................42

Tabel 8: hoewel ik anticonceptie voorschrijf, gaan MZWV niet naar de apotheker om

het te verkrijgen ..............................................................................................................43

Tabel 9: hoewel MZWV anticonceptie in huis hebben, maken ze er geen gebruik

van...................................................................................................................................43

Page 102: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

93

Lijst van figuren

Figuur 1: zoekboom literatuurstudie ...............................................................................2

Figuur 2: schematische voorstelling contactname deelnemers .....................................22  

Figuur 3: mening over ongeplande zwangerschap en SOA’s .......................................27

Figuur 4: mening over richtlijnen DMH .......................................................................29

Figuur 5: wiens rol is het volgens u om anticonceptie bespreekbaar te maken bij

MZWV? ..........................................................................................................................31

Figuur 6: oorzaken terugbetalingsmoeilijkheden ..........................................................35

Figuur 7: oorzaken bespreekbaarheidsmoeilijkheden ...................................................37

Figuur 8: mening ligging en toegankelijkheid van praktijk ..........................................39

Figuur 9: oorzaken communicatiemoeilijkheden ..........................................................41

Figuur 10: waarom gaan MZWV niet naar de apotheker om anticonceptie te

verkrijgen? ......................................................................................................................44

Figuur 11: waarom nemen MZWV geen anticonceptie, terwijl ze het wel ter

beschikking hebben? .......................................................................................................44

Page 103: UNIVERSITEIT GENT Academiejaar 2013-2014 - Ghent ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/345/RUG01-002164345_2014_0001... · Volgende onderzoeksvraag werd opgesteld: “Wat zijn de

94