Kruip in de huid van ….

Uitleg bij de opdrachten deel 1

Voorbereiding

Maak in je digitale map Nederlands een submap met de naam: Fictie

In deze map sla je alle bestanden voor dit project op.

Wat heb je nodig? Werkdocument

Je vindt de bestanden die je nodig hebt bij ‘Opdrachten’ in je agenda van Magister.

Je kunt de bestanden vinden bij de dag dat je het bestand ingeleverd moet hebben.

Sla je document regelmatig op.

Upload je werkdocument iedere keer aan het eind van een les bij Elo> Opdrachten. Je docent kan

zien of je dit ook echt gedaan hebt. De nieuwste versie wordt bewaard.

Kijk goed op welke dag en hoe laat deel 1 helemaal klaar en geüpload moet zijn. Na sluitingstijd (en te laat is te laat ook al is het 1sec.) kun je je werk niet meer inleveren.

In het PTA-boekje kun je vinden wat er dan verder gebeurt.

Wat heb je nodig? Werkdocument

Download nu het werkdocument: Kruip in de huid van deel 1.wrd en sla dit op in de map Nederlands

Fictie. Download nu: Kruip in de huid van deel1.pdf en sla dit op in de map Nederlands Fictie.

Hoe ga je aan de slag? PDF

In Kruip in de huid van deel1.pdf staat de uitleg bij de opdrachten die je in je werkboek moet

maken.

Bekijk dus altijd eerst de uitleg in de pdf-file en werk dan de opdracht uit in je werkdocument.

Zie je in het werkdocument dan moet je weer naar de uitleg in de pdf-file

Zie je in pdf-file dan moet je naar het werkdocument.

Als je de opdracht uitgewerkt hebt, ga je weer terug naar de uitleg in de pdf-file enz.

Zie je dan moet je terug naar je werkplan.

De uitgewerkte opdrachten in het werkdocument worden beoordeeld.

Wat ga je doen? Deel 1

Je gaat een aantal opdrachten individueel uitwerken.

Je werktijd is maximaal vier lessen en je hebt oortjes nodig! Leerdoelen: Opdracht 1: leren formuleren van je mening Opdracht 2: vergelijkingen kunnen maken Opdracht 3: Zelf een verhaal leren schrijven

Werkplan

Voor je aan de opdrachten begint, maak je een werkplan.

Als je deel 1 afgerond hebt, evalueer je je werkplan.

Leerdoel: Werkplan leren maken en werkplan leren evalueren.

Wat ga je doen? Deel 2

In een groepje van twee werk je een aantal opdrachten uit.

Jullie werktijd is maximaal vier lessen.

Leerdoelen

Opdracht 1 Leerdoel: beschrijving maken Opdracht 2 Leerdoel: woordenschat Opdracht 3 en 4 Leerdoel: Samenvatten, vormgeven

Wat ga je doen? Deel 3 Schrijfopdracht

Als deel één en deel twee klaar zijn dan ga je je voorbereiden op de afsluitende opdracht.

Dit is een schrijfopdracht die op de laatste les van dit blok gemaakt wordt.

Deze opdracht wordt met een eindcijfer beoordeeld en dat is een PTA-cijfer.

Voor de schrijfopdracht heb je jouw uitwerking van deel één en deel twee nodig.

Werkplan

Vul nu eerst je werkplan in. Het werkplan vind je in je werkdocument.

Een sprookje voor volwassenen?

Opdracht 1

Mening formuleren

Als er staat: Leg je antwoord duidelijk uit dan bestaat je antwoord uit drie delen: 1. A= Jouw antwoord in één zin. 2. U= Uitleg van je antwoord. Wat bedoel je met de woorden die je gebruikt . 3. B= Bijvoorbeeld. Bijvoorbeeld: Ik vind het doel van sprookjes dat mensen het verschil tussen goed en kwaad leren kennen. Dus dat mensen leren wat je wel mag doen en wat je niet mag doen, omdat sommige dingen slecht kunnen zijn voor een ander. De les in Roodkapje is dat de wolf gestraft wordt voor het feit dat hij oma opeet. Ook Roodkapje leert dat ze beter uit moet kijken en niet zomaar iedereen moet geloven. Werk de opdracht uit in het werkdocument deel 1.

Opdracht 2 Vergelijkingen kunnen maken

In Erik of het klein insectenboek spelen dieren een grote rol. De schrijver gebruikt dieren terwijl hij eigenlijk mensen bedoelt. Die mensen hebben dezelfde karaktereigenschappen als de dieren.

Uitleg vergelijkingen

Je kunt mensen/dieren/dingen met elkaar vergelijken als er een overeenkomst is.

Een overeenkomst is een eigenschap die mensen /dieren/dingen alle twee hebben.

1. Werkelijkheid als 2.Beeld

Vergelijking met als

De vrouw is zo lang als de Eifeltoren

3.Overeenkomst lengte

beeld van werkelijkheid

Vergelijking met van

een watje van een kerel

Overeenkomst

Te zacht

http://www.dedigitaledocent.net/new-page-4/beeldspraak-

2/vergelijking-metafoor-en-personificatie/

Voor extra uitleg bekijk dan:

Opdracht 2a Welk dier ben jij?

http://www.quizlet.nl/quiz/383053/wat-voor-dier-ben-jij-karakter/

Op grond van eigenschappen die jij en een bepaald dier gemeenschappelijk hebben, wordt bepaald welk dier jij “bent”. Er zijn twee quizen, je kunt ze alletwee maken of er een uitkiezen. Maak de quiz ( één of alletwee) en plak de resultaten in je werkdocument.

Welk dier ben jij? quiz 2

Maak de quiz en plak de resultaten in je werkdocument.

• http://www.spangas.nl/test/testDoemee.php?test=88

Opdracht 3 Zelf een verhaal leren schrijven

Inhoud

Bekijk het filmpje

filmpjehttps://www.youtube.com/watch?v=mkMradQEDvI

Kleine Erik Pinksterblom is een fantasierijk jongetje dat verlangt naar iets bijzonders. Op een nacht, vlak voor een proefwerk over insecten, ligt hij wakker in bed. In zijn slaapkamer vol schilderijen voelt hij dat er iets bijzonders staat te gebeuren. Plotseling komen alle schilderijen in zijn slaapkamer tot leven: die van zijn inmiddels overleden grootouders, en ook die van "de Wollewei". Dit laatste is een prachtig weiland met schapen en een schaapsherder, waarop ook allerlei insecten tot in detail geschilderd zijn. Omdat hij zich altijd al heeft afgevraagd wie of wat zich in dit schilderij bevindt, klimt Erik in het schilderij. Het blijkt een fantasiewereld te zijn, met mensgrote pratende insecten. Hij ontmoet vele verschillende insecten die, in hun gedrag, wel heel erg op mensen lijken …

Erik of het klein insectenboek De film

http://www.youtube.com/watch?v=pT4oxNPpbwI

Erik of het klein insectenboek is voor het eerst gedrukt in 1941 (In de Tweede Wereldoorlog) en verfilmd in 2004. Bekijk de trailer van de film nog een keer en zie hoe Erik en de insecten in het schilderij er in de film uitzien.

En nu jij… klim in een schilderij!

Erik klimt in het schilderij Wollewei

en jij klimt in jouw schilderij!

Opdracht 3 Kruip in de huid van….

Je krijgt elf schilderijen te zien. Het schilderij is de beginsituatie van je verhaal. Op dít moment klim jij het schilderij binnen en dan begint jouw verhaal in het schilderij. Jij bent niet één van de personen die al op het schilderij staan maar jij bent een nieuw persoon.

Lees nu eerst opdracht drie in je werkdocument

Schilderij 1 Paul Christiaan Bos

Schilderij 2 Mondriaan

Schilderij 3 Guido van der Werve

Schilderij 4 Van Gogh

Schilderij 5 Paula Rego

Schilderij 6 Maurizio Cattelan

Schilderij 7 Ruud van Empel

Schilderij 8 Breitner

Schilderij 9 Malevich

Schilderij 10 Margritte

Schilderij 11 Teun Hocks

Eigen keuze

Mocht jezelf een schilderij willen kiezen…. Ga je gang!!!

Kopieer het schilderij in je bestand en zet de naam van de maker erbij.

Leter wel op dat je niet teveel tijd verdoet met zoeken!

Afwerking deel 1

1. Werk nu eerst de opdrachten van deel 1 allemaal af. Je mag het lettertype veranderen, plaatjes toevoegen enz.

2. Upload het bestand via opdrachten.

Start deel 2

1. Zoek iemand om deel 2 mee uit te werken.

2. Vraag aan de docent twee boeken.

3. Vraag aan de docent welk hoofdstuk jullie moeten gaan lezen.

4. Downlaod de bestanden die je nodig hebt, ze staan bij Opdrachten in je agenda van Magister.

5. Sla de bestanden op in de map Nederlands Fictie.

Overzicht gebruikte video’s

https://www.youtube.com/watch?v=mkMradQEDvI

https://www.youtube.com/watch?v=JW80jo_vG-Q https://www.youtube.com/watch?v=pT4oxNPpbwI