Uitgangspunten Verkeersplan

10
Pagina 1 van 10 Notitie van uitgangspunten GVVP 2011-2020 13 september 2011 Terugblik vorig GVVP GVVP 2000 De basis van het GVVP dat in 2000 is vastgesteld is het landelijk verkeersbeleid “Duurzaam Veilig”. Dit beleid richt zich voornamelijk op drie pijlers: 1. Het voorspelbaar en consequent maken van verkeerssituaties, zodat deze voor de weggebruiker logisch en gemakkelijk te begrijpen zijn; 2. Wegen moeten gebruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn; 3. Conflicten tussen weggebruikers met een groot verschil in snelheid of massa moet worden uitgesloten. Categorisering Op basis van de bovenstaande uitgangspunten zijn de wegen onderverdeeld in de volgende categorieën: Stroomwegen: snelwegen 120 km/u of autowegen 100 km/u. Wegen bedoeld voor het gemotoriseerd verkeer waarop het zo veel mogelijk ononderbroken kan doorstromen; Gebiedsontsluitingswegen: 50 km/u binnen de kom of 80 km/u buiten de kom. Wegen met gelijkvloerse kruisingen welke is bedoeld om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten. De wegvakken hebben hierbij een doorstroomfunctie, terwijl de gelijkvloerse kruispunten uitwisseling van verkeer mogelijk maken met lagere orde wegen; Erftoegangswegen: 30 km/u binnen de kom of 60 km/u buiten de kom. Wegen met gemengd langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer, met als functie het veilig toegankelijk maken van percelen in verblijfsgebieden. (Vaak bekend als 30km- zones en 60km-zones). Omdat er een aantal wegen tussen de categorieën gebiedsontsluitingsweg en erftoegangsweg vielen is in het GVVP 2000 voor enkele wegen een tussencategorie opgenomen, de zogenaamde erftoegangsverzamelwegen. De bijbehorende snelheden waren 30+ en 60+. Voorbeelden zijn: Esweg (30+) en delen van het Oranjekanaal (60+). Vanuit het GVVP 2000 zijn in de grote kernen 30 km/u gebieden gemaakt en op kleine schaal in het buitengebied 60 km/u. Actualisatie GVVP 2006 In de praktijk bleek de onderverdeling en de typering van erftoegangsverzamelweg te vaag te zijn voor een werkbare situatie. In de actualisatie in 2006 is daarom voor gekozen om het inrichten van 30 en 60 km/u gebieden los te laten. Concreet betekende dit dat de snelheid in de kleinere dorpen 50 km/u bleef en dat er in het buitengebied slechts op conflictpunten een maximumsnelheid van 60 km/u ingesteld werd. Doelstelling Deze notitie is er op gericht om de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Midden-Drenthe te vergroten. Voor het onderdeel verkeersveiligheid betekent dit dat wij insteken op een daling van 50% in 2020 van de ernstige slachtoffers ten opzichte van 2008. Dit is een afspraak die de gedeputeerde en de gezamenlijke wethouders in Drenthe hebben gemaakt in het Verkeers- en Vervoersberaad. In 2008 waren er 35 letselongevallen op de gemeentelijke wegen. Dit betekent in 2020 maximaal 18 letselongevallen.

description

Toelichting op het verkeersplan

Transcript of Uitgangspunten Verkeersplan

Page 1: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 1 van 10

Notitie van uitgangspunten GVVP 2011-2020

13 september 2011

Terugblik vorig GVVP GVVP 2000 De basis van het GVVP dat in 2000 is vastgesteld is het landelijk verkeersbeleid “Duurzaam Veilig”. Dit beleid richt zich voornamelijk op drie pijlers: 1. Het voorspelbaar en consequent maken van verkeerssituaties, zodat deze voor de

weggebruiker logisch en gemakkelijk te begrijpen zijn; 2. Wegen moeten gebruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn; 3. Conflicten tussen weggebruikers met een groot verschil in snelheid of massa moet

worden uitgesloten. Categorisering Op basis van de bovenstaande uitgangspunten zijn de wegen onderverdeeld in de volgende categorieën:

• Stroomwegen: snelwegen 120 km/u of autowegen 100 km/u. Wegen bedoeld voor het gemotoriseerd verkeer waarop het zo veel mogelijk ononderbroken kan doorstromen;

• Gebiedsontsluitingswegen: 50 km/u binnen de kom of 80 km/u buiten de kom. Wegen met gelijkvloerse kruisingen welke is bedoeld om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten. De wegvakken hebben hierbij een doorstroomfunctie, terwijl de gelijkvloerse kruispunten uitwisseling van verkeer mogelijk maken met lagere orde wegen;

• Erftoegangswegen: 30 km/u binnen de kom of 60 km/u buiten de kom. Wegen met gemengd langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer, met als functie het veilig toegankelijk maken van percelen in verblijfsgebieden. (Vaak bekend als 30km-zones en 60km-zones).

Omdat er een aantal wegen tussen de categorieën gebiedsontsluitingsweg en erftoegangsweg vielen is in het GVVP 2000 voor enkele wegen een tussencategorie opgenomen, de zogenaamde erftoegangsverzamelwegen. De bijbehorende snelheden waren 30+ en 60+. Voorbeelden zijn: Esweg (30+) en delen van het Oranjekanaal (60+). Vanuit het GVVP 2000 zijn in de grote kernen 30 km/u gebieden gemaakt en op kleine schaal in het buitengebied 60 km/u. Actualisatie GVVP 2006 In de praktijk bleek de onderverdeling en de typering van erftoegangsverzamelweg te vaag te zijn voor een werkbare situatie. In de actualisatie in 2006 is daarom voor gekozen om het inrichten van 30 en 60 km/u gebieden los te laten. Concreet betekende dit dat de snelheid in de kleinere dorpen 50 km/u bleef en dat er in het buitengebied slechts op conflictpunten een maximumsnelheid van 60 km/u ingesteld werd.

Doelstelling Deze notitie is er op gericht om de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Midden-Drenthe te vergroten. Voor het onderdeel verkeersveiligheid betekent dit dat wij insteken op een daling van 50% in 2020 van de ernstige slachtoffers ten opzichte van 2008. Dit is een afspraak die de gedeputeerde en de gezamenlijke wethouders in Drenthe hebben gemaakt in het Verkeers- en Vervoersberaad. In 2008 waren er 35 letselongevallen op de gemeentelijke wegen. Dit betekent in 2020 maximaal 18 letselongevallen.

Page 2: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 2 van 10

Uitgangspunten Platteland leeft Visiefilm Midden-Drenthe De visiefilm “Platteland leeft” vormt een belangrijk basis voor het GVVP 2011-2020.

1. Uitgangspunt: Platteland leeft

• Er worden geen permanente verkeerslichten op de gemeentelijke wegen toegepast.

• Op gemeentelijke terreinen wordt geen betaald parkeren ingevoerd. Consequenties:

• Verkeerslichten kunnen alleen tijdelijk toegepast worden tijdens wegwerkzaamheden.

• Er worden geen inkomsten uit parkeren gegenereerd, zodat de aanleg van parkeerterreinen uit andere middelen gefinancierd moet worden.

• De concurrentiepositie van met name Beilen ten opzichte van Assen en Hoogeveen blijft gehandhaafd.

Bereikbaarheid / categorisering Gemotoriseerd verkeer (auto, vrachtauto, hulpdiensten, openbaar vervoer) Als basis voor de uitgangspunten voor de bereikbaarheid en de categorisering dient het landelijke beleid. In de afgelopen jaren is in de praktijk duidelijk geworden dat de driedeling in stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen tekort schiet om een duidelijk hiërarchisch en begrijpelijk verkeersbeeld neer te zetten. De overgang tussen gebiedsontsluitingsweg en erftoegangsweg is in veel gevallen te groot. Volgens de driedeling zouden bijna immers alle gemeentelijke wegen een maximumsnelheid van 30 km/u binnen de kom en 60 km/u buiten de kom krijgen. Als voorbeeld: de Esweg en het Oranjekanaal. In de praktijk is er een categorie wegen die zowel een redelijke doorgaande functie hebben, maar waarop ook op de wegvakken zelf uitwisseling is met percelen. Deze categorie wegen hangt tussen de gebiedsontsluitingswegen en de erftoegangswegen in. Voorgesteld wordt om de erftoegangswegen op te delen in type A en B, conform de onderstaande uitgangspunten.

2. Uitgangspunt categorisering in het GVVP 2011-2020:

• Stroomwegen: snelwegen 120 km/u of autowegen 100 km/u.

• Gebiedsontsluitingswegen: 50 km/u binnen de kom of 80 km/u buiten de kom (provinciale weg of gemeentelijke weg met een zware verkeersfunctie).

• Erftoegangswegen type A: 50 km/u binnen de kom of 80 km/u buiten de kom (lichtere verkeersfunctie), waarbij op kleine stukken en op conflictpunten 30 km/u of 60 km/u ingesteld kan worden.

• Erftoegangswegen type B: 30 km/u binnen de kom of 60 km/u buiten de kom. Consequentie: de categorisering is iets breder opgezet ten opzichte van het landelijk- en provinciale beleid.

Page 3: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 3 van 10

In de huidige praktijk komt het op onze wegen incidenteel voor dat er andere snelheden op wegen gelden dan binnen het huidige verkeersbeleid past. De basis hiervoor ligt in de nadere regelgeving vanuit de Wegenverkeerswet 1994, de “Uitvoeringsvoorschriften BABW”, waarin de toepassing, plaatsing en uitvoering van verkeerstekens is geregeld. Hierin staat ondermeer dat er buiten de kom, in afwijking van de algemeen geldende snelheid van 80 km/u, er op wegvakken van niet auto(snel)wegen geen andere snelheden kunnen worden toegepast dan 60 km/u en 30 km/u. Een snelheid van 50 km/u buiten de kom, zoals aan de stille kant bij Smilde en Bovensmilde geldt is dus niet (meer) mogelijk. Binnen de bebouwde kom langs de stille kant wordt een snelheid van 30 km/u ingevoerd.

3. Uitgangspunt: Er worden geen andere snelheden toegepast dan benoemd in de “Uitvoeringsvoorschriften BABW.” Consequentie: afwijkende snelheden worden gewijzigd.

Stroomwegen Als gemeente hebben we geen stroomwegen. Deze zijn van het Rijk: A28, en de provincie: N381. Gebiedsontsluitingswegen De meeste gebiedsontsluitingswegen in onze gemeente zijn van de provincie Drenthe. Zij hanteert op deze wegen een maximumsnelheid van 80 km/u buiten de kom en 50 km/u binnen de kom. Op sommige wegvakken en kruisingen is de snelheid verlaagd naar 60 km/u buiten de kom. De provinciale gebiedsontsluitingswegen in onze gemeente zijn:

• N371 Meppel – Assen;

• N374 Hoogeveen – Borger;

• N856 Beilen – Westerbork. Het gedeelte van de N374 tussen Westerbork en Borger is uitgevoerd als erftoegangsweg, omdat deze weg niet voldoende breedte heeft voor de markering van een gebiedsontsluitingsweg. Door het CROW (het kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) zijn richtlijnen opgesteld voor de markering voor wegen. Gebiedsontsluitingswegen moeten conform deze richtlijnen voorzien zijn van markeringsstrepen aan de zijkanten van de weg en een dubbele streep in het midden. Op basis van het gebruik en de uitstraling komt een aantal gemeentelijke wegen in aanmerking voor de categorie gebiedsontsluitingsweg.

4. Uitgangspunt: De volgende gemeentelijke wegen aanwijzen als gebiedsontsluitingswegen:

• Domoweg - Industrieweg in Beilen.

• Sliemkampen in Westerbork.

• De Steegde – Oosterseveldweg richting het MERA-terrein.

Stroomweg: autoweg

Stoomweg: autosnelweg

Page 4: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 4 van 10

Consequentie: de snelheid en markering van deze wegen moet aangepast worden conform de inrichtingskenmerken van het CROW. (Het CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Middels publicaties heeft zij voor diverse aandachtsgebieden richtlijnen en aanbevelingen opgesteld)

5. Uitgangspunt: Om grote massa- en snelheidsverschillen en oneigenlijk gebruik te voorkomen moeten de gebiedsontsluitingswegen voorzien zijn van een vrijliggend fietspad. Consequentie: fietspad aanleggen langs de Sliemkampen.

Erftoegangswegen type A Zoals al eerder vermeldt is zijn de erftoegangswegen onderverdeeld in de typen A en B. Hierbij heeft de categorie erftoegangsweg type A een redelijke doorgaande functie, maar op de wegvakken zelf is ook uitwisseling met percelen. Op deze wegen geldt een maximumsnelheid van 50 km/u binnen de kom of 80 km/u buiten de kom, waarbij op kleine stukken (centrumgebieden) en op conflictpunten 30 km/u of 60 km/u ingesteld kan worden. Om deze categorie aan wegen toe te wijzen moeten duidelijke voorwaarden bepaald worden die recht doen aan de uitstraling en het gebruik.

6. Uitgangspunt: Een weg wordt als erftoegangsweg type A aangeduid als het voldoet aan één van de onderstaande criteria: 1. Het is een uitrukroute van de hulpdiensten. (U) 2. Het is een openbaar vervoerroute. (O) 3. Het is een hoofdweg tussen kernen of in de kern zelf. (H) 4. Er is een vrijliggend fietspad of parallelweg aanwezig. (F) 5. De weg maakt onderdeel uit van een bedrijventerrein. (B) Consequentie: de gemeentelijke wegen in de bijlage aangemerkt worden als erftoegangswegen type A. (Voorbeelden: Op De Musels blijft een snelheid van 80 km/u gelden, de Torenlaan blijft 50 km/u) Consequentie: afhankelijk van de uitstraling van de weg wordt er een middenstreep (vb Smalbroek), kantmarkering (vb Oranjekanaal) of geen markering toegepast (vb Esweg).

7. Uitgangspunt: Op de erftoegangswegen type A worden geen snelheidsremmende maatregelen aangebracht, enkel attentieverhogende maatregelen. Consequentie: het blijft mogelijk om harder te rijden dan de toegestane maximumsnelheid.

Erftoegangsweg type A (afbeelding buiten de

bebouwde kom)

Page 5: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 5 van 10

Erftoegangswegen type B Het aanwijzen van de voorgaande categorieën heeft als consequentie dat de overige wegen erftoegangswegen type B worden. Op deze wegen geldt binnen de kom een maximumsnelheid van 30 km/u en buiten de kom 60 km/u.

8. Uitgangspunt: De overige gemeentelijke wegen (die niet voorgenoemde categorieën vallen) zijn erftoegangswegen type B. Consequentie: afhankelijk van de uitstraling van de weg wordt er kantmarkering of geen markering toegepast. Voorbeelden van consequenties:

• Aan de stille kanten langs de kanalen geldt een maximumsnelheid van 30 km/u binnen de kom en 60 km/u buiten de kom.

• Op de meeste wegen binnen de kleine kernen wordt de maximumsnelheid 30 km/u.

• De Leemdijk in Smilde wordt 60 km/u buiten de kom.

• De Jannes Brugginkweg in Hoogersmilde wordt 60 km/u buiten de kom.

• Brunsting wordt 60 km/u.

9. Uitgangspunt: Op erftoegangswegen type B worden slechts sporadisch en veelal op conflictpunten snelheidsremmende maatregelen getroffen. (lichte vorm van inrichten van 30 km/u-gebieden) Consequentie: het blijft mogelijk om harder te rijden dan de toegestane maximumsnelheid. Consequentie: door het sporadisch toepassen van maatregelen blijven de investeringen beperkt.

10. Uitgangspunt: Het toekomstige GVVP 2011-2020 wordt als input gebruikt voor de ontwikkeling van ruimtelijke en infrastructurele plannen. Consequentie: Bij de voorbereidingen van plannen moet er getoetst worden aan het GVVP

Landbouwverkeer Op onze wegen rijdt relatief veel landbouwverkeer. De landbouw is een belangrijke economische factor in onze gemeente. Dit landbouwverkeer wordt steeds groter en breder. Dit kan op smalle wegen voor een spanningsveld zorgen met andere verkeersdeelnemers. Het is daarom belangrijk dat de wegen in het buitengebied geschikt zijn voor het landbouwverkeer.

11. Uitgangspunt: De wegen in het buitengebied zijn geschikt voor landbouwverkeer. Consequentie: geen scherpe verkeerskundige maatregelen treffen en waar nodig en mogelijk graskeien toepassen. De aanleg van deze graskeien dient uit het GVVP en/of subsidies gefinancierd te worden.

Erftoegangsweg type B (afbeelding buiten de

bebouwde kom)

Page 6: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 6 van 10

Fiets In Drenthe en ook in Midden-Drenthe is de auto het primaire vervoermiddel. Daarnaast is Drenthe ook een fietsprovincie. Voor korte en middellange afstanden (tot circa 10 km) is de fiets een goed alternatief voor de auto. Om de kwaliteit voor fietsers te behouden en uit te breiden heeft de provincie in 2005 in overleg met gemeenten een fietsplan opgesteld. In dit fietsplan zijn er primaire- en secundaire hoofdfietsroutes aangewezen. In/door Midden-Drenthe zijn dit: Primaire hoofdfietsroutes:

• Assen – Smilde – Meppel;

• Smilde – Appelscha (via de Witte Wijk);

• Assen – Hooghalen – Beilen – Spier – Hoogeveen;

• Beilen – Dwingeloo (via de Musels);

• Beilen – Wijster – Hoogeveen;

• Beilen – Westerbork – Elp – Borger. Secundaire hoofdfietsroutes:

• Bovensmilde – Assen (via de Schoolstraat);

• Hooghalen – Smilde;

• Hooghalen – Westerbork – Orvelte – Zweeloo;

• Westerbork – Hoogeveen;

• Orvelte – Witteveen – Garminge. De bovenstaande fietspaden passen in het fietspadenplan, waarover het college op 12 januari 2010 een besluit heeft genomen.

12. Uitgangspunt: Het fietsplan van de provincie vormt ook het uitgangspunt voor Midden-Drenthe. Consequentie: De Witte Wijk en De Musels zijn aangewezen als primaire fietsroute. Dit pleit in beide situaties voor realisatie van een vrijliggend fietspad. Dit ook in combinatie met de vaststelling van de wegencategorisering.

Om een gelijkwaardige keuze te kunnen maken voor de fiets als vervoermiddel in plaats van de auto, moet er comfortabel en veilig gefietst kunnen worden.

13. Uitgangspunt: Tussen twee kernen is fietsen mogelijk op een erftoegangsweg type B met een maximumsnelheid van 60 km-u of een vrijliggend fietspad. Consequentie: Ontbreken fietsverbindingen opheffen: realiseren van vrijliggende fietspaden tussen:

• Hoogersmilde – Beilen.

• Beilen – Hijken.

• Hijken – Hooghalen.

• Wijster – Mantinge.

• Witteveen – Nieuw Balinge.

• Nieuw Balinge – Nieuweroord.

Page 7: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 7 van 10

14. Uitgangspunt: De stille kanten langs het Oranjekanaal moeten zonder obstakels toegankelijk zijn voor fietsers. Consequentie: De stukken zandweg aan de stille kant van het Oranjekanaal moeten verhard worden.

Openbaar vervoer Ondanks dat in Midden-Drenthe de meeste verplaatsingen met de auto of de fiets plaatsvinden, zijn er ook doelgroepen die aangewezen zijn op het openbaar vervoer. Het is voor het sociaal functioneren van deze mensen van essentieel belang dat er in redelijke mate een vorm van openbaar vervoer is. Tegelijkertijd moet wel opgemerkt worden dat de invloed van de gemeente op het functioneren van het openbaar vervoer erg beperkt is. Het Openbaar Vervoerbureau Groningen-Drenthe is namens de provincie verantwoordelijk voor het rijden van de bussen. Wij als wegbeheerder zijn alleen verantwoordelijk voor de haltes langs gemeentelijke wegen. Het Rijk is verantwoordelijk voor het treinvervoer.

15. Uitgangspunt: Het huidige voorzieningenniveau, aanbod en service van het openbaar vervoer moet behouden blijven, en waar mogelijk uitgebreid. Consequenties:

• Regelmatig nauw overleg voeren met het Openbaar Vervoerbureau Groningen-Drenthe.

• Zo veel mogelijk haltes toegankelijk maken voor mindervaliden. (Dit project is inmiddels opgestart en wordt najaar 2011 uitgevoerd)

Voor reizen tussen grote kernen in en buiten de gemeente is het openbaar vervoer een goed alternatief voor de auto, met name de trein. Stimulering en facilitering van het openbaar vervoer blijft belangrijk.

16. Uitgangspunt: Er wordt ingezet op versterking van het station in Beilen als Openbaar Vervoer-knooppunt. Consequentie: De ingeslagen koers om het station, de omgeving en de routes er naar toe, verder te verbeteren continueren.

Voetgangers en mindervaliden Voor korte verplaatsingen binnen kernen en voor andere korte afstanden blijft de reis te voet het belangrijkste. Ook juist voor mensen die niet in staat zijn om via een andere vervoerswijze zich te verplaatsen. Het is daarom belangrijk dat de routes obstakelvrij zijn en dat er geen ontbrekende schakels zijn.

17. Uitgangspunt: Obstakelvrije routes realiseren en ontbrekende schakels opheffen. Consequenties:

• Onderhoud van voetpaden krijgt prioriteit.

• Gelijkvloerse oversteken realiseren (door het aanbrengen van plateaus), bij nieuwe plannen.

Page 8: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 8 van 10

Verkeersveiligheid Ongevallen Om goed aan het verkeer deel te nemen is het belangrijk dat mensen zich veilig voelen in het verkeer. Vaak wordt dit veilige gevoel gebaseerd op het aantal ongevallen. Ook is het maatschappelijk en economisch gezien belangrijk dat de verplaatsingen in het verkeer veilig verlopen. Een graadmeter voor de verkeers(on)veiligheid is het aantal (letsel)ongevallen dat op een kruising of wegvak gebeurt. Voor een verkeersveilig systeem moeten gevaarlijke punten aangepakt worden. Jaar ongeval Dodelijk Letsel Ums Ongevallen

2005 1 37 177 215 2006 . 31 170 201 2007 2 34 160 196 2008 1 35 160 196 2009 1 26 114 141

Ongevallen 5 163 781 949 * Bij de daling in 2009 moet opgemerkt worden dat dit mogelijk voortkomt uit een wijziging in registratie bij de politie. Pas na meerdere jaren kan de echte oorzaak onderzocht worden.

18. Uitgangspunt: De meest verkeersonveilige locaties worden aangepakt. Consequentie: Er wordt een top tien gemaakt van meest onveilige locaties. Afwijkingen en trends worden gerapporteerd aan de commissie Ruimte & Groen.

Gedragsbeïnvloeding In 80-90% van de ongevallen is de oorzaak het menselijk falen en niet de technische infrastructuur. Gezamenlijk met de andere zuidwest-gemeentes De Wolden, Westerveld, Hoogeveen en Meppel voert de gemeente Midden-Drenthe daarom gedragsbeïnvloedingsprojecten uit. Van het scala aan projecten dat uitgevoerd wordt, is de inzet het verbeteren van het verkeersgedrag van jong tot oud de inzet.

19. Uitgangspunt: De gemeente blijft gedragsbeïnvloedingsprojecten stimuleren conform de afspraken gemaakt in het verkeer- en vervoersberaad. Consequentie: De gemeente blijft jaarlijks € 1 per inwoner aan gedragsbeïnvloeding investeren. Voorbeelden van gedragsbeïnvloedingsprojecten:

• Drents verkeersveiligheidslabel;

• Subsidiëring verkeersouders per school;

• Motorrijvaardigheidstraining;

• Clinic Veilig uitgaan;

• Seniorenritten / verkeersmarkt senioren;

• Dode Hoek projecten;

• School-thuisroute brugklas;

• Gordelcontrole bij scholen.

Page 9: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 9 van 10

Kinderen en andere kwetsbare doelgroepen Kinderen zijn een kwetsbare verkeersdoelgroep. Samen met andere kwetsbare doelgroepen is het belangrijk dat in het verkeerssysteem rekening met hen gehouden wordt.

20. Uitgangspunt: Kwetsbare doelgroepen, zoals kinderen en ouderen, blijven prioriteit houden. Consequenties:

• Bij nieuwe projecten wegen de argumenten van deze doelgroepen zwaar mee tijdens de afwegingen.

• Voor incidentele problemen op te lossen, moet de begrotingspost “Knelpunten GVVP” in stand gehouden worden.

Leefbaarheid Geluid- en luchtkwaliteit Om een leefbare samenleving te houden is het belangrijk dat er rekening gehouden wordt met de geluid- en luchtkwaliteit. Het zwaartepunt van deze aspecten ligt verankert in het milieubeleidsplan. De verkeersaspecten en milieuaspecten dienen in goede harmonie samen te gaan.

21. Uitgangspunt: Binnen het totale verkeerssysteem wordt gestreefd naar een zo goed mogelijke kwaliteit van geluid en lucht. Dit mag echter niet leiden tot een vermindering van de bereikbaarheid of verkeersveiligheid. Consequentie: Duidelijke afwegingen maken bij projecten en plannen.

Parkeren Het autobezit neemt steeds meer toe. Waar vroeger huishoudens vaak één auto hadden, is er nu sprake van twee of meer auto’s. Dit is zeer zeker het geval in Drenthe. Parkeren wordt steeds vaker een issue voor het leefgenot van mensen en heeft duidelijk effect op de leefbaarheid. Het is daarom belangrijk om bij herinrichting en nieuwbouw voldoende parkeerruimte te realiseren. Doordat het autobezit steeds meer toeneemt krijgt parkeren een steeds belangrijkere rol in het verkeerssysteem en de effecten op de leefbaarheid.

22. Uitgangspunt: De gemeente behoudt de grip op het parkeren en parkeersituaties. Consequentie: Voor sommige kernen of delen van kernen, zoals Beilen en Westerbork, zal er een parkeervisie opgesteld moeten worden.

23. Uitgangspunt: De parkeerrichtlijnen van het CROW worden als bepalend gehanteerd. In beginsel wordt uitgegaan van de hoogste normering. (Het CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Middels publicaties heeft zij voor diverse aandachtsgebieden richtlijnen en aanbevelingen opgesteld)

Page 10: Uitgangspunten Verkeersplan

Pagina 10 van 10

Consequentie: Bij nieuwe plannen of uitbreidingen moet ook duidelijk ruimte voor parkeren meegenomen worden.

Duurzame mobiliteit Om een leefbare samenleving te houden is het belangrijk dat mobiliteit zo duurzaam mogelijk verloopt. Het zwaartepunt van deze aspecten ligt verankert in het milieubeleidsplan. De verkeersaspecten en milieuaspecten dienen in goede harmonie samen te gaan.

24. Uitgangspunt: Binnen het totale verkeerssysteem wordt gestreefd naar een zo duurzame vorm van mobiliteit. Dit mag echter niet leiden tot een vermindering van de bereikbaarheid of verkeersveiligheid. Consequentie: Duidelijke afwegingen maken bij projecten en plannen.