typologie van de nederlandse gemeenten naar urbanisatiegraad op ...
Transcript of typologie van de nederlandse gemeenten naar urbanisatiegraad op ...
typologie van de nederlandse gemeenten naar urbanisatiegraad op 28 februari 1971
centraal bureau voor d e statistiek hoofdafdeling sociale rekeningen
's-gravenhage, staatsuitgeverij, 1983
VERKLARING DER TEKENS . = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim - = nihil - = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0.0) = het getal is minder dan de helft van de gekozen eenheid niets (blank) q een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
< = minder dan, respectievelijk kleiner dan > = meer dan, respectievelijk groter dan
1981 - 1982 = 1981 tot en met 1982 1981/1982 = het gemiddelde over de jaren 1981 tot en met 1982 1981/ ‘82 = oogstjaar, boekjaar, schooljaar enzovoort, beginnend
in 1981 en eindigend in 1982 1970/‘71 - 1981 1’82 = boekjaar enzovoort, 1970/‘71 tot en.met 1981/‘82
Ingeval van afronding kan het voorkomen, Uat de totalen niet geheel overeenstemmen met de som der opgetelde getallen.
Verbeterde cijfers in staten en tabellen zijn niet als zodanig gekenmerkt.
EXPLANATION OF SYMBOLS . = data not available * = provisional tïgures x = publication prohibited (confidential figure) - = nil - = (between two figures) inclusive
0 (0.0) = less than half of unit employed a blanc = category not applicable
< = less than, resp. smaller than > = more than. resp. greater than
1981 - 1982 = 1981 to 1982 inclusive 198111982 = average for the year 1981 up to and including 1982
19811’ 82 = crop year, financial year, school year etc. beginning in 1981 and terminating in 1982
1970/‘71 - 19811’82 = financial year etc. 19701’71 up to and including 19811’82
Detailed items in tables do not necessarily add to totals because of rounding
Revised figures are not marked aa such
Kengetal: AZ 14/1971 Key figure: AZ 1411971
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN COPYRIGHT RESERVED
“Gebruik van inhoud van deze publikatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Gehele of gedeeltelijke herdruk is mogelijk na verkregen schriftelijke machtiging van de Directeur-Generaal van de Statistiek”.
Verkrijgbaar bij de Staatsuitgeverij, ‘s-Gravenhage en de boekhandel.
Obtainable from the Staatsuitgeverij, The Hague and from booksellers.
Prijs : f 15,30 (incl. B.T.W.) Price: f 15,30 (V.A.T. incl.)
Bestelnummer: 801-014-71 Quote nr.: 801-014-71
Voorbericht
Evenals bij vorige volkstellingen zijn ook bij de 14e algemene volkstelling van 28 februari 1971 gegevens beschikbaar gekomen om de gemeenten te groeperen naar de mate van verstedelijking. Een eerste beknopte toelichting op deze typologie van Nederlandse gemeenten naar urbanisatiegraad is gepubliceerd in de CBS-publikatie "De bevolking der gemeenten van Nederland op 1 januari 1977". Als gevolg van velerlei verzoeken is in een later stadium besloten toch nog een meer uitgebreide toelichting op deze typologie te doen ver- schijnen. Deze publikatie is samengesteld door de Hoofdafdeling Sociale Rekeningen.
De Directeur-Generaal van de Statistiek
prof. dr. W. BEGEER
Voorbur gIHeer1en , juli 1983,
Inhoud
VOORBERICHT 3
TOELICHTING 6
1 . Inleiding 6
2. Theoretische overwegingen die aan de typologie ten grondslag liggen 6
3. Van theorie naar praktische toepassing 3 . 1 De gemeente als classificatie-eenheid 3 .2 Gehanteerde indelingscriteria
4. Beschrijving van de typologie 8
5. De urbanisatiegraad van gemeenten op 28 februari 1971 11 5 . 1 Lijst van gemeenten 11 5 . 2 Aantal gemeenten naar urbanisatiegraad 11 5 . 3 Bevolking van de gemeenten naar urbanisatiegraad l 1 5.4 Verandering in de urbanisatiegraad tussen 31 mei 1947
en 28 februari 1971 13 5 . 5 Cartogram 14 5 . 6 Periodieke bijstelling van de urbanisatiegraad 14
BIJLAGEN
Bijlage 1 . Lijst van gemeenten in Rijksalfabetische volgorde met vermelding van de urbanisatiegraad op 28 februari 1971 16
Bijlage 2. Lijst van gemeenten, gerangschikt per provincie naar urbanisatiegraad op 28 februari 1971 22
Bijlage 3. Lijst van gemeenten in alfabetische volgorde per provincie, met vermelding van de urbanisatiegraad op resp. 31 mei 1947, 30 juni 1956, 31 mei 1960 en 28 februari 1971 38
CARTOGRAM
Typologie van de gemeenten naar urbanisatiegraad (los bij- gevoegd ) .
Contents
PREFACE
EXPLAN ATION
1. Introduction
2. Theoretica1 considerations underlies the T ypology
3. Erom theory to practica1 appiication 3.1 The municipaiity as a classification unit 3.2 Used classification criteria
4. Description of the Typology
5. The degree of urbanisation by municipalities on February 28th 1971 5.1 List of municipalities 5.2 Number of municipalities by degree of urbanisation 5.3 Population of the municipalities by degree of
urbanisation 5.4 Changes in the degree of urbanisation between
May 31st 1947 and February 28th 1971 5.5 Cartogram 5.6 Periodical revision of the degree of urbanisation
ANNEXES
Annex l. List of municipalities in alphabetical order by the degree of urbanisation on February 28th 1971
Annex 2. List of municipalities according to degree of urbanisation, per province on February 28th 1971
Annex 3. List of municipalities in alphabetical order by the degree of urbanisation on May 31st 1947, June 30st "1956, May 31st 1960 and February 28th 1971"
CARTOGRAPH
Typology of the municipalities according to the degree of urbanisation (attached separately).
Toelichting
1. INLEIDING
De onderhavige typologie vormt de vierde in een reeks van moment- opnamen betreffende de urbanisatiegraad van de Nederlandse gemeen- ten. Voor de eerste maal vond een dergelijke opname plaats bij ge- legenheid van de 12e Algemene volks- en woningtelling van 31 mei 1947. De uitkomsten van de Algemene woningtelling van 30 juni 1956 maakten het mogelijk een indruk te geven van de verschuivingen, die zich sedert 1947 hadden voorgedaan. Bij het beschikbaar komen van de gegevens van de 13e Algemene volkstelling van 31 mei 1960 werd het mogelijk om aan beide voorafgaande momentopnamen een nieuwe toe te voegen. Aangezien bij deze volkstelling meer uitvoe- rige gegevens per gemeente beschikbaar zijn gekomen dan voordien, was het mogelijk om binnen het oorspronkelijke stramien van deze indeling enkele verfijningen toe te passen; met name ten aanzien van de invloed van het forensisme op het urbanisatieproces. Ten behoeve van de continuiteit is bij de laatste herziening van de onderhavige typologie naar de toestand op 28 februari 1971, uitge- gaan van de in 1960 gehanteerde criteria ter vaststelling van de ur- banisatiegraad van gemeenten. De huidige typologie beoogt een beeld te geven van de tussen de gemeenten staande verschillen in de mate en vorm, waarin het proces van verstedelijking op een bepaald tijd- stip is voortgeschreden. De met het verstedelijkinggsproces samen- hangende graad van verstedelijking duidt aan welke gemeenten tot een stad, het platteland of tot een tussenvorm gerekend moet worden De in deze publikatie naar voren gebrachte typologie mag niet als een standaardindeling worden beschouwd. De typologie naar urbani- satiegraad is namelijk slechts voor een beperkt aantal doeleinden bruikbaar. Te denken valt hierbij aan onderzoekingen en analyses, waarbij de invloed van de factor verstedelijking een mogelijke verkla- rende variabele vormt. Verder kan de typolopje gebruikt worden voor de stratificatie van steekproeven en ten behoeve van het regionaal ver- gelijkend onder zoek.
2. THEORETISCHE OVERWEGINGEN DIE AAN DE TYPOLOGIE TEN GRONDSLAG LIGGEN
De urbanisatie ofwel het verstedelijkingsproces wordt vanuit wisse- lende gezichtspunten benaderd, waarbij verschillende specifieke ken- merken naar voren komen. De kenmerken die het multi-dimensionale verschijnsel urbanisatie bepalen, zijn globaal te herleiden tot vier groepen van benaderingswijzen. Zo kan onderscheid gemaakt worden tussen verstedelijking in : 1. fysieke of morfologische zin;
Hierbij gaat het om de uiterlijke verschijningsvorm van de ruimte- eenheid.
2. sociaal-economische zin ; Van primaire betekenis is in dit verband de beroeps structuur en de samenstelling van de beroepsbevolking naar bedrijfstak.
3. functionele zin; Hierbij wordt gewezen op de betekenis van regionaal verzorgende functies.
4. sociaal-psychologische zin ; Bij deze benaderingswijze valt het accent op het gedragspatroon en de mentaliteit van de bevolking.
Bij de opzet van de huidige typologie is gebruik gemaakt van een combinatie van?x?naderingswijzen, Daarbij is het accent ~ e l e g d op die urbanisatiekenmerken, die primair verband houden met de verstede- lijking in morfologische en sociaal-economische zin. Aanvullend is nog zoveel mogelijk rekening gehouden met de functionele aspecten van de urbanisatie.
Het verstedelijkingsproces heeft zich in de laatste jaren niet meer -zoals in het verleden- gemanifesteerd in de vorm van een uitbrei- ding van de steden, maar meer in de vorm van sub-urbanisatie van het rondom de steden gelegen landelijk gebied. Daarnaast hebben ook van origine agrarische gebieden een verstedelijkingsproces onder- gaan door industrialisatie ter plaatse entof door pendel op korte of langere afstand van de autochtone beroepsbevolking naar stedelijke werkcentra. Dit transformatieproces over een steeds uitdijend ruim- telijk gebied is o. a. bewerkstelligd door: - groei van steden in morfologische zin; - industriële vestiging in oorspronkelijk rurale gebieden, alsmede
bedrijfsverplaatsing vanuit donorstad ; - vestiging van allochtone forensen in rurale gebieden; - pendelverkeer van autochtonen naar stedelijke gebieden. Deze toenemende geografische mobiliteit van de bevolking en econo- mische activiteiten heeft geleid tot zowel landschappelijke als sociaal- economische en sociaal-culturele veranderingen. Deze structurele wijzigingen leiden o. a. tot : - groei in inwonertal; - toenemende bevolkingsdichtheid; - verandering in bouwwijze ; - verandering in sociaal-economische structuur.
Bovengenoemd proces van veranderingen op maatschappelijk en ruim- telijk terrein vormt de achtergrond waartegen de huidige typologie inzicht poogt t e geven in de mate en vorm waarin het verstedelij- kingsproces is voort geschreden.
3. VAN THEORIE NAAR PRAKTISCHE TOEPASSING
3.1. De gemeente als classificatie-eenheid
Ten behoeve van de onderhavige typologie is evenals ten aanzien van voorafgaande momentopnamen uitgegaan van de gemeente als classificatie-eenheid. Hieraan zijn in bepaalde gevallen echter nade- len verbonden. Deze nadelen gelden met name voor qua oppervlakte grote gemeenten, voor zover die binnen hun grenzen naast een! ste- delijk ook een landelijk gebied omvatten. Aangezien het urbanisatie- proces een gemeentegrensoverschrijdend karakter draagt, waardoor bij grote steden sprake is van agglomeratie- of stadsgewestvorming, levert de gemeente als classificatie-eenheid ook in deze gevallen pro- blemen op. Bovendien bemoeilijken grenswijzigingen en gemeentelijke herindelingen vergelijkingen in de tijd, vooral indien daarbij sprake is van overgang van delen van de gemeente, die niet samenvallen met bij een volkstelling onderscheiden wijken en buurten. Doordat bij de vaststelling van de huidige urbanisatiegraad is uitge- gaan van het inwonertal van de grootste woonkern binnen een ge- meente, is de vertekening van een classificatie op gemeente-niveau enigszins beperkt.
3.2 . Gehanteerde indelingscriteria
Teneinde de mate en vorm van het verstedelijkingsproces vast te stellen, is gebruik gemaakt van een aantal criteria waarvan de gege- vens aan de volkstelling van 1971 ontleend kunnen worden. In con- creto gaat het hierbij om de volgende gegevens:
a. Percentage beroepsbevolking naar bedrijfstak.
Het percentage van de totale beroepsbevolking dat werkzaam is in de bedrijfstak landbouw (incl. jacht en visserij) is van grote betekenis als maatstaf voor de sociaal-economische structuur van een gemeente. Bij volkstellingen is gebleken dat in de vraagstel- ling met betrekking tot het beroep de opgave voor vrouwen af- hing van regionale omstandigheden en dientengevolge een regio- nale variatie vertoonde. Terwille van de vergelijkbaarheid is
derhalve bij de bepaling van het percentage beroepsbevolking in de landbouw in principe uitgegaan van de mannelijke beroepsbe- volking. Naast de bedrijfstak landbouw is de sociaal-economische structuur van een gemeente eveneens benaderd vanuit de mannelijke en vrouwelijke beroepsbevolking werkzaam in de bedrijfstak nijver- heid (delfstofwinning, industrie, nutsbedrijven, bouwnijverheid en installatiebedrijven).
b. Percentage woonforensen.
Hierbij gaat het om het aandeel van de dagelijkse en niet-dage- lijkse heen en weer gaande forensen onder de totale beroepsbe- volking, die werkzaam zijn in één andere gemeente. Voor de typo- logie naar urbanisatiegraad wordt de betekenis van het woon- werk- verkeer gemeten door het aandeel van de beroepsbevolking dat in één andere gemeente een vast werkadres of vast meldingspunt heeft (woonforensen). De verhouding tussen autochtone en al- lochtone woonforensen geeft aan in hoeverre de niet ter plaatse geboren bewoners zich in randgemeenten of meer perifere gebie- den hebben gevestigd. De allochtone woonforensen kunnen zeker als ze uit stedelijke gebieden afkomstig zijn het gedragspatroon en mentaliteit van de oorspronkelijke bevolking beïnvloeden en een veranderde maatschappelijke structuur veroorzaken. Als indi- catie van de maatschappelijke structuur is uit gegaan van het aan- tal employés per 100 arbeiders. Dit criterium wijst op een speci- fieke woonfunctie voor met name de volgens de sociale groep on- derscheiden employés onder de personen in loondienst.
c. Mate van concentratie van de bevolking.
Ten aanzien van de morfologische structuur wordt de mate van concentratie van de bevolking gemeten middels het inwonertal van de grootste woonkern binnen een gemeente. Tot de grootste woonkern wordt gerekend, die territoriale groepering van huizen met een min of meer aaneengesloten bebouwing en bekend staat onder een gemeenschappelijke naam, waarin de meeste inwoners van de gemeente woonachtig zijn. De bevolking in de grootste woonkern wordt zowel in absolute aantallen als in percentage van de totale gemeentelijke bevolking uitgedrukt. Bij het onderscheid tussen stad en platteland wordt tevens rekening gehouden met de bevolkingsdichtheid (aantallen inwoners per km land ) .
4. BESCHRIJVING VAN DE TYPOLOGISCHE INDELING
Evenals in de voorafgaande typologieën van gemeenten naar urbani- satiegraad zijn ook thans de gemeenten onderscheiden in drie hoofd- categorieën, t . w . :
A. Plattelandsgemeenten ; B. Verstedelijkte plattelandsgemeenten ; C. Stedelijke gemeenten.
Elk van deze hoofdcategorieën is weer in een aantal sub-I categorieën onderverdeeld. Overeenkomstig de typologie van 1960 zijn 12 catego- rieën of typen van gemeenten onderscheiden, waarvan de navolgen- de kenmerken gelden.
Hoofdcategorie A . PlatteIandsgemeenten
Als algemeen kenmerk van deze gemeenten geldt dat méér dan 20% van de mannelijke beroepsbevolking in de bedrijfstak landbouw werk- zaam is. Daarnaast worden deze gemeenten door een nog overwegend landelijk karakter gekenmerkt, hetgeen o. m. tot uitdrukking komt in het feit, dat de bevolkingsdichtheid als regel minder dan 300 in- woners per km2 bedraagt, terwijl de grootste woonkern als regel minder dan 5 000 inwoners telt. Uitzonderingen hierop vormen enkele specifieke tuinbouwgemeenten (m. n. in het Westland en in de Bollen- streek) en enkele visserij-gemeenten (bijv. Urk) .
De graduele onderscheiding tussen de sub-categorieën Al t/m A4 berust op het percentuele aandeel van de mannelijke agrarische be- roepsbevolking, t .w. :
A l Plattelandsgemeenten met > 50% mannelijke agrarische beroeps- bevolking ;
A 2 Plattelandsgemeenten met 40 - < 50% mannelijke agrarische be- roepsbevolking ;
A3 Plattelandsgemeenten met 30 - < 40% mannelijke agrarische be- roeps bevolking ;
A 4 Plattelandsgemeenten met 20 - < 30% mannelijke agrarische be- roepsbevolking.
Deze vier sub-categorieën binnen de hoofdcategorie A typeren de gemeenten van zuiver agrarisch platteland ( A l en AZ) tot overgangs- typen van "agrarisch" naar het "verstedelijkt" platteland (A3 en A4). De A l - en Al-gemeenten hebben dan ook qua uiterlijke verschijnings- vorm een sterker landelijk karakter dan de A3- en A4-gemeenten. Hoewel bij de meeste plattelandsgemeenten het forensisme nog be- trekkelijk gering ontwikkeld i s , blijkt dat met name in d e A 4 gemeen- ten het pendelverkeer onder de ter plaatse wonende beroepsbevol- king naar elders gelegen industriële enlof stedelijke centra aan be- lang heeft gewonnen. Hierbij zij opgemerkt dat het merendeel van de gemeenten met dit dualistisch karakter gekenmerkt wordt door een overwegend autochtoon forensisme , w aar bij specifieke kenmerken van de eigenlijke forensengemeenten ontbreken. Indien echter sprake is van een plattelandsgemeente waarbij het forensisme overwegend allochtoon is en ruimschoots aan de criteria van specifieke forensen- gemeente voldoet, is bij de typering de voorkeur gegeven om deze "rurale" forensengemeente te benoemen als B3 (specifieke forensen- gemeente). In concreto gaat het hierbij om de gemeenten: Berkel en Rodenrijs, Mijnsherenland, Nootdorp, Pijnacker en Rockanje. In af- wijking met 1960 is voor deze toedeling gekozen omdat juist deze ru- rale forensengemeenten gelegen zijn in de nabijheid van een stad of in een industriële zône.
Hoofdcategorie B. Verstedelijkte plattelandsgemeenten
Tot deze hoofdcategorie zijn in het algemeen gerekend de gemeenten, die uit het oogpunt van de beroepsstructuur een overwegend niet- agrarisch karakter bezitten (80% niet-agrarische beroepsbevolking), doch qua nederzettingsvorm nog in hoofdtrekken een landelijk aan- zien hebben behouden. Binnen de hoofdcategorie B wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds BI- en B2-gemeenten en anderzijds B3-ge- meenten (specifieke forensengemeenten). De BI- en BZ-gemeenten zijn gradueel van elkaar onderscheiden doordat de hoofdwoonkern in de BI-gemeente minder dan 5 000 inwo- ners telt , terwijl dit in de B2-gemeente varieert van 5 000 - 30 000 inwoners. Het gemeenschappelijke kenmerk van de BI- en BZ-gemeenten be- treft een hoog percentage van de beroepsbevolking werkzaam in de nijver heid. Het in 1960 gehanteerde percentage van méér dan 50% van de totale mannelijke beroepsbevolking werkzaam in de nijverheid, geldt niet meer in 1971 voor alle BI- en BZ-gemeenten. Als gevolg van de toe- name sinds 1960 van de beroepsbevolking werkzaam in de diensten- sector (met name autochtone forensen) en de daarmee samenhangende daling van het aandeel werkzame personen in de nijverheid, voldoen niet alle B 1- en B 2-gemeenten aan laatstgenoemd criterium. Een groot aantal BI-gemeenten is te beschouwen als een overgangsvorm naar de BS-gemeenten. Deze overgang moet gezien worden als gevolg van de daling van de agrarische beroepsbevolking en de daaruit voort- vloeiende sterkere oriëntatie op nabijgelegen steden. In tegenstel- ling tot de specifieke forensengemeenten wordt een groot aantal B1- gemeenten gekenmerkt door een hoog percentage autochtone
woonforensen. Hoewel deze gemeenten een woonfunctie vervullen voor de oorspronkeîijke bewoners, kunnen zij aangemerkt worden als potentiële specifieke forensengemeenten. De BZ-gemeenten zijn in het algemeen meer geindnstrialiseerd en vertonen een tendentie naar de C2-groep (kleine steden). Tot de sub-categorie B3 zijn gerekend de gemeenten met een uitge- sproken woonfunctie voor allochtone woonforensen. Doordat de van origine agrarische gemeenten steeds meer de functie vervullen van vestigingsplaatsen voor in de steden werkende beroepsbevolking, is het forensisme als één van de belangrijkste factoren te beschouwen die de verstedelijking van het platteland bewerkt hebben. Als be- langrijkste statistische indicatoren voor de specifieke forensenge- meenten gelden : - méér dan 30% woonforensen onder de totale beroepsbevolking; - méér dan 60% elders geborenen onder de woonforensen; - méér dan 80 employés per 100 arbeiders onder de totale beroeps-
bevolking.
In afwijking van de typologie van 1960 heeft de huidige sub-cate- gorie B3 betrekking op het percentage woonforensen onder de man- nelijke én vrouwelijke beroepsbevolking; het aantal allochtonen geldt nu uitsluitend voor de woonforensen en de drempelwaarde van de verhouding employés op 100 arbeiders is verhoogd van 60 naar 80. Laatstgenoemde verhoging moet gezien worden in het kader van de toename van het aantal employés. Bij de typologie van 1947 bedroeg dit verhoudingscijfer 40, in 1960 60 en bij de huidige typologie is een verhoging van deze drempelwaarde tot 80 doorgevoerd. De kleinere BS-gemeenten (in regel hoofdwoonkern minder dan 20 000 inwoners) zouden in zekere zin als "tuin- of villadorpen" aangeduid kunnen worden, terwijl de grotere B3-gemeenten (hoofd- woonkern méér dan 20 000 inwoners) als "forensensteden" in een grootstedelijke agglomeratie beschouwd kunnen worden. Hoewel een aantal van de po te re specifieke forensengemeenten onder de B 3-cate- gorie valt, zouden deze gemeenten eveneens tot de hoofdcategorie C kunnen behoren. Voorbeelden hiervan zijn Amstelveen, Bussum, Rijswijk en Voorburg. Gelet op het sociaal-economische criterium van de verstedelijking (hoog percentage allochtone woonforensen) is de voorkeur gegeven om deze gemeenten als specifieke forensen- gemeenten te blijven rangschikken. De B3-gemeenten vormen dan ook een duidelijke overgangsvorm van platteland naar stad.
Hoofdcategorie C . Stedelijke gemeenten
Deze hoofdcategorie kenmerkt zich door: - dichte aaneengesloten bebouwing, met in het algemeen voor de
bebouwde kom een bevolkingsdichtheid van meer dan 2 000 inwo- ners perkm2en voor het totale grondgebied van de gemeente van meer dan 300 per km ;
- binnen de bebouwde kom van de stedelijke woonkern woont als regel tenminste 708 van de totale gemeentelijke bevolking;
- een gering percentage agrarische beroepsbevolking, in het alge- meen minder dan 10%;
- de aanwezigheid van typisch stedelijke diensten en instellingen.
Bij het onderscheiden van deze tot de hoofdcategorie C gerekende gemeenten naar de sub-categorieën C 1 t/m C 5 is van de grootte van het inwonertal binnen de eigenlijke stedelijke woonkern uitge- gaan. Daarbij zijn de volgende klassegrenzen aangehouden:
C 1 Plattelandsstadjes
De stedelijke woonkern heeft een inwonertal van 2 000 tot 10 000. Tot deze sub-categorie zijn vooral gemeenten qerekend , die gezien hun historie zich als stadjes hebben ontwikkeld en tevens een ver- zorgende functie ten opzichte van het omringende platteland vervul- len. Een aantal Cl-gemeenten die in de nabijheid van grote steden
gelegen zijn, voldeden in 1971 tevens aan de voorwaarde van speci- fieke forensengemeenten, bijvoorbeeld Vianen , Brielle , Muiden en Monnickendam . Gelet op de duidelijke centrumfunctie van deze gemeenten en uit oogpunt van vergelijkbaarheid in de tijd zijn deze gemeenten met een dualistisch karakter gerekend tot de C-categorie.
C2. Kleine steden
Het inwonertal van de grootste woonkern bedraagt tussen de 10 000 en 30 000 inwoners. De verzorgende functie van de kleine steden heeft - evenals die van de plattelandsstadjes - een beperkte reikwijdte ten opzichte van het ommeland.
C3. Middelgrote steden, met grootste woonkern 30 000 tot 50 000 inwoners.
C4. Middelgrote steden, met grootste woonkern 50 000 tot 100 000 inwoners.
Tot de middelgrote steden behorende gemeenten zijn te beschouwen als concentratiepunten van typisch regionaal-stedelijke functies (bijvoorbeeld : aanwezigheid van scholen, overheidsinstellingen, schouw burgen, e . d. ) . C5. Grote steden
De stedelijke woonkern telt meer dan 100 000 inwoners. De grote steden oefenen culturele, politieke, administratieve en industriële functies uit op nationaal of regionaal niveau.
5. DE URBANISATIEGRAAD VAN GEMEENTEN OP 28 FEBRUARI 1971
5.1. Lijst van gemeenten
Het resultaat van de groepering van alle Nederlandse gemeenten naar urbanisatiegraad op 28 februari 1971 is weergegeven in bijla- ge 1. Deze bijlage bevat een opsomming van alle op het tijdstip van de 14e Algemene volkstelling bestaande gemeenten in rijksalfabetische volgorde gerangschikt naar urbanisatiegraad. Daarnaast geeft bijla- ge 2 een nominatieve opsomming van alle gemeenten naar de toestand op 28 februari 1971 met vermelding van de urbanisatiegraad, waarbij de gemeenten per provincie gerangschikt zijn.
5.2. Aantal gemeenten naar urbanisatiegraad
Volgens de in staat 1 opgenomen verdeling van de in totaal 873 ge- meenten naar de 12 sub-categorieën zijn op de volkstellingsdatum van 1971 269 gemeenten getypeerd als plattelandsgemeenten, 347 als verstedelijkte plattelandsgemeenten (exclusief specifieke foren- sengemeenten en 120 als stedelijke gemeenten. Verhoudingsgewijs zijn plattelandsgemeenten het sterkst vertegen- woordigd in de provincies Drenthe en Overijssel, terwijl de speci- fieke forensengemeenten in verhouding het meest voorkomen in de provincie Utrecht.
5.3. Bevolking van de gemeenten naar urbanisatiegraad
In staat 2 wordt een overzicht gegeven voor Nederland als geheel en per provincie van de verdeling van de in de gemeenten woonachtige bevolking naar de drie hoofdcategorieën van urbanisatiegraad, met een afzonderlijke vermelding van de specifieke forensengemeenten. Uit deze staat blijkt dat op 28 februari 1971 11% van de Nederlandse bevolking in plattelandsgemeenten woonde, 34% in verstedelijkte plat- telandsgemeenten (excl. specifieke forensengemeenten), 13% in spe- cifieke forensengemeenten en 55% in stedelijke gemeenten. Neemt men de specifieke forensengemeenten te zamen met de stedelijke gemeenten,
Staat 2. Procentuele verdeling van de bevolking over de hoofdcategorieën van gemeenten naar urbanisatiegraad, per provincie, 28 februari 1971
Staat 1. Aantal gemeenten - per provincie - naar urbanisatiegraad, 28 februari 1971
Groningen Friesland Drent he Overijssel
A l
Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland
Zeeland Noord-Brabant Limburg
Groningen Friesland Drent he Overijssel
Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland
Zeeland Noord-Brabant Limburg Z. I J . Polders
Totaal
B1 A 2
Specifieke forensen- gemeenten (B31
Plattelands- gemeenten ( A l t/m A 4 )
Stedelijke gemeenten ( C l tlm C5)
Tot aal
B3
4 2 1 1 4 4 3 4 1 51 8 1 4 11 4 3 2 1 1 4 4
2 10 10 4 3 3 2 34 1 2 9 15 6 10 2 3 4 1 5 3
1 3 22 31 19 10 7 8 1 3 105 1 3 7 6 2 23 4 1 1 1 1 50
1 2 12 21 1 2 5 35 4 4 1 5 2 10 4 1 2 10 31 35 10 42 3 8 2 5 2 151
4 11 13 3 1 4 36 5 16 57 34 13 3 3 4 1 3 139 1 18 52 15 8 1 3 4 2 1 105
1 1
3 10 69 187 2 4 1 106 137 28 43 1 6 19 1 4 873
B2 A3 A 4
Verstedelijkte plattelands- gemeenten (E1 + B2)
r Tot aal
dan blijkt dat beide categorieën van gemeenten méér dan 68% van de totale Nederlandse gemeenten omvatten. In de provincie Friesland en Drenthe is de verstedelijking nog het minst ver voortgeschreden, aangezien in beide provincies méér dan 11 3 van de bevolking in plattelandsgemeenten woonachtig is. Voorts worden de provincies Overijssel, Zeeland en Groningen eveneens ge- kenmerkt door een agrarisch karakter, gelet op het feit dat in deze provincies rn'éér dan 20% van de bevolking in plattelandsgemeenten woont (landelijk is dit 11,1%). De hoogste verstedelijkingsgraad wordt bereikt in de provincies Noord- en Zuid-Holland met bijna 213 van de bevolking in de stede- lijke gemeenten. Dit aandeel wordt nog hoger (boven de 80%) indien men de bevolking in de specifieke forensengemeenten mede in be- schouwing neemt. De bevolking in de verstedelijkte plattelandsge- meenten (excl. specifieke forensengemeenten) is vooral geconcentreerd in Noord-Brabant en Limburg, terwijl in de provincie Utrecht meer dan 11 3 van de bevolking in specifieke forensengemeenten woont.
C1 C4 C2 C5 C 3
Deze provinciale cijfers geven slechts een eerste globale indruk van de binnen ons land bestaande regionale verschillen in verstedelij- king. Een meer gedetailleerd beeld hiervan verschaft het aan deze publikatie los toegevoegd cartogram, waarin de urbanisatiegraad van elke gemeente afzonderlijk is weergegeven.
5.4. Verandering in de urbanisatiegraad tussen 31 mei 1947 en i28 februari 1971
Door onderlinge vergelijking van de beschikbare momentopnamen van de urbanisatiegraad der gemeenten op resp. 31 mei 1947, 30 juni 1956, 31 mei 1960 en 28 februari 1971 is het mogelijk een beeld te geven van de veranderingen in de urbanisatiegraad voor deze pe- riode. Voor wijzigingen die de gemeenten hierbij individueel hebben ondergaan, zij verwezen naar bijlage 3. Hoewel de urbanisatiegraad in eerste instantie is vastgesteld aan de hand van gegevens voor de grootste woonkern van een gemeente, kunnen tussentijdse gemeentegrenswijzigingen eenvergelijking in de tijd verstoren. Een wijziging van de urbanisatiegraad kan derhalve veroorzaakt zijn door externe factoren, zoals door een gemeentelijke annexatie. Voor een over zicht van grenswij zigingen , opheffing en nieuwvorming van gemeenten in de periode van 31 mei 1960 en 28 februari 1971 zij verwezen naar Aanhangsel I1 van de publikatie 14e Algemene volkstelling, Serie B, deel 1 A, Plaatselijke indeling. In bijlage 3 zijn voor de in 1971 nieuwgevormde gemeenten schattin- gen gemaakt van de urbanisatiegraad van voorgaande momentopna- men. Deze geraamde urbanisatiegraden zijn tussen haakjes achter de gemeenten vermeld.
De in staat 3 opgenomen algemene vergelijking van de verschuivingen tussen 1947 en 1971 geeft een sterke daling van het aantal platte- landsgemeenten te zien, terwijl het aantal specifieke forensengemeen- ten sinds 1947 meer dan verviervoudigd is (van 34 in 1947 tot 137 in 1971). Het aantal verstedelijkte plattelandsgemeenten (excl. specifieke fo- rensengemeenten) is toegenomen van 131 in 1947 tot 347 in 1971. De toename van het aantal verstedelijkte plattelandsgemeenten vloeit in hoofdzaak voort uit de overgang van de vroegere plattelandsge- meenten. Het aantal specifieke forensengemeenten is met name nà 1960 sterk gestegen, t . w . : 53 gemeenten in 1960 tegen 137 in 1971. Deze toename is vooral het gevolg van een verschuiving van de verstedelijkte plattelandsgemeenten naar de specifieke forensenge- meenten. Het aantal stedelijke gemeenten is sinds 1947 slechts weinig toegeno- men, van 108 in 1947 tot 120 in 1971. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met vermindering van het totaal aantal gemeenten sinds 1947. Verschuivingen van gemeenten naar een andere urbanisatiegraad kunnen zowel het gevolg zijn van een gewijzigde sociaal-economische structuur, alsmede tengevolge van annexaties.
Staat 3. Groepering van gemeenten en bevolking naar urbanisatiegraad op 31 mei 1947, 30 juni 1956, 31 mei 1960 en 28 februari 1971
l
Type gemeente
A l t/m A 4 Bl+B2 (+B4) 1) B 3 C1 tlm C5
Aantal gemeenten
1947 1956 1 960 1971
Procentuele verdeling van de bevolking
1947 1956 1960 1971
Totaal
743 670 612 269 29,4 24,7 21,8 11 , l 131 193 211 347 11,2 15,3 15,6 20,8 3 4 32 5 3 137 5,O 593 7 , 1 13,2
108 10 8 117 120 54,4 54,7 55,5 54,9
1 016 1 003 993 87 3 100 100 100 100
1) B4, zgn. heterogeen samengestelde gemeenten in 1947 en 1956.
In de 743 plattelandsgemeenten woonde in 1947 29,490 van de totale bevolking, hetgeen geleidelijk is gedaald tot 11,1% in 1971 voor 269 agrarische gemeenten. Het aandeel van de bevolking in verstede- lijkte plattelandsgemeenten is sinds 1947 toegenomen van 16,2 tot 34,O in 1971 waarbij de specifieke forensengemeenten de grootste bevolkingstoename kende. Het aandeel van de Nederlandse bevolking woonachtig in stedelijke gemeenten is sinds 1947 vrijwel constant gebleven.
5.5. Cartogram
In het los bij deze publikatie gevoegde cartogram is een overzicht gegeven van de urbanisatiegraad voor elk van de 873 op het mo- ment van de telling van 1971 bestaande gemeenten. Dit cartogram is tevens als kaartblad XI-14-S in het supplement van de Wetenschap- pelijke Atlas van Nederland opgenomen. In afwijking met de in de publikatie vermelde sub-categorieën zijn op het cartogram de specifieke forensengemeenten verder onderschei- den naar de grootste woonkern, t . w . de grotere forensengemeenten met meer dan 20 000 inwoners, dan wel de kleinere forensengemeen- ten met minder dan 20 000 inwoners. Aangezien de urbanisatiegraad gebaseerd is op de gemeente als ge- biedseenheid kunnen zich cartografische vertekeningen voordoen. Om die reden zijn op de kaart ten aanzien van gemeenten met een landoppervlakte van meer dan 100 km2 en een heterogene structuur, de voornaamste woonkernen afzonderlijk getypeerd en afgebeeld. Het cartogram laat zien dat de plattelandsgemeenten vooral gelegen zijn in Drenthe, Het Friese Weidegebied, Noordoost-Overijssel, de Achterhoek, de Kop van Noord-Holland, Beveland en de Peel. Aan- eengesloten gebieden van verstedelijkte plattelandsgemeenten (excl. specifieke forensengemeenten) zijn sterk vertegenwoordigd in grote delen van Noord-Brabant, Midden- en Zuid-Limburg, Oostelijke Betuwe, Krimpener- en Alblasserwaard en de Groninger Veenkolo- niën. De specifieke forensengemeenten zijn met name rondom de grote ste- den geconcentreerd, alsmede verspreid in de provincie Utrecht. De stedelijke gemeenten komen verspreid over het hele land voor, met een aantal duidelijke concentraties in het Westen van Nederland.
5. 6. Periodieke bijstellingen van de urbanisatiegraad
In hoofdstuk 1 van deze publikatie is gesteld, dat bijstelling van de urbanisatiegraad van gemeenten alleen bij gelegenheid van een algemene volkstelling kan geschieden. Gelet op de nieuw-gevormde gemeenten ná het tijdstip van de laatstelijk gehouden volkstelling bestaat e r behoefte om voor die gemeenten de urbanisatiegraad te herzien. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de uitkomsten van de volks telling 197 1 voor gemeenten of onderdelen daarvan, aangevuld met recentere gemeentelijke bevolkingsaantallen. Op deze wijze is het mogelijk een schatting te geven van de urbanisatiegraad van de n& 1971 nieuw-gevormde gemeenten, die jaarlijks gepubliceerd wordt in de CBS-publikatie "De bevolking der gemeenten van Nederland". Uit het voorgaande mag niet worden afgeleid, dat jaarlijks de urba- nisatiegraad van alle gemeenten wordt bijgesteld. Voor een integra- le vernieuwing van de typologie zal zowel de theoretische grond- slag als de praktische uitwerking opnieuw in ogenschouw moeten worden genomen.
Bijlagen
Bijlage 7 .
Lijst van gemeenten in Ftijksalfabetische volgorde met vermelding van de
urbanisatiegraad op 28 februari 1971.
Gemeen ten
Aal smeer Aalten Aar, ter Aardenburg Aarle-Rixtel Abbekerk Abbenbraek Abcoude Achtkarspelen Adorp Aduard Aker sloot Alblasserdam Alkernade Alkmaar Almelo Almkerk Alphen c.a. ( N . B . ) Alphen a/d Rijn Ambt-Delden Ameide Ameland Amerongen Amersfoort Ammerstol Ammerzoden Amstelveen Amstenrade Amsterdam Ande l Andi jk Angerlo Anloo Anna Paulowna Apeldoorn Appeltern Appingedam Arcen en Velden Arke1 Arnemuiden Arnhem Asperen Assen Assendelft Asten Avenhorn Avereest Axel
Baarderadeel Baarle-Nassau Baarn
Urban . graad
A3 B2 A4 A4 B 1 k4 B1 B3 B 1 A4 A4 B3 B2 A4 c4 C4 B 1 A4
Gemeenten
Baexem Ba£ 10 Bakel en Milheeze Barendrecht Barneveld Barradeel Barsingerhorn Batenburg Bathmen Bedum Beegden Beek (L. ) Beek en Donk (N.U. 1 Beems ter Beers Beerta Beesd Beesel Beilen Belfeld Bellingwedde Bemelen Bemme l Bennebroek Benschop Benthuizen Berg en Terbli jt Bergambacht Bergen (L. ) Bergen (N. H. ) Bergen op Zoom Bergeyk Bergh Bergharen Berghem Bergschenhoek Berkel (N.B.) Berkel en Rode* rijs (Z.H.) Berkenwoude Berkhout Berlicum Best Beuningen Beusichem Beverwijk Bierum Bildt, het (Fr.) Bilt, de (U.) Bingelrade Bladel en Netersel Blankenham Blaricum
Urban . graad
A4 A 4 A4 B3 B2 A4 A4 A4 A3 BI B1 B 3 B1 A4 A4 A4 A4 B2 A4 B1 A4 A3 B1 B3 A3 B3 B1 B1 B1 B 3 C 3 B2 B2 A4 B 1 B3 B 3
B3 A3 A4 B 1 B3 B 1 B1 C3 A4 A4 B3 B1 B2 A l B3
Gemeenten
Bleiswi jk Bleskensgraaf c.a. Bloemendaal Blokker Blokzi j l Bocholtz Bodegraven Boekel Boer, ten Bolsward Borculo Borger Born (L.) Borne (O.) Borsele Boskoop Bovenkarspel Boxmeer Boxtel Brakel Brandwi j k Breda Breukelen Brielle Broek in Waterland Broekhuizen Brouwershaven Bruinisse Brummen Brunssum Bude l Bunde Bunnik Bunschoten Buren Bussem Buurmalsen
Cadier en Keer Callantsoog Capelle a/d IJssel Castricum Chaam Coevorden Cothen Culemborg Cuyk en St.Agatha
Dalen Dalf sen Dantumadee l Dei1
Urban . graad
A3 i3 l B3 B 1 A3 B1 C2 A4 B l C 1 A4 A4 B1 B2 A4 A2 B 1 C 1 B2 A4 A4 C5 B3 C1 B3 A4 A4 A4 B2 C2 B1 B 3 B 3 B2 B1 B3 B1
B3 A4 B3 B 3 A4 C2 B1 C 2 C 1
A3 A3 B1 A4
Gemeenten
Delft Delfzijl Denekamp Deurne Deventer
f
Didam Diemen Diepenheim Diepenveen Diessen Diever Dinteloord en Prinsenland Dinxperlo Dirksland Dodewaard Doesburg Doetinchem
Dokkum Domburg Dongen ~oniawerstaì Dwrn Doornspi jk Dordrecht Dreumel ~riebergen-Rijsen-
burg Driebruggen
Drunen Druten Duiveland Duiven m g e n , den Dussen Dwinge loo
Echt Echteld Edam Ede Ee lde Eemnes Eenrum Eersel Ee then Egmond aan Zee ~gm>nd-Binnen Eibergen Eindhoven Elburg
Urban . graad
C4 C2 A4 B2 C4 B2 B3 A3 A4 A4 A3
B1 B 1 B1 B1 C1 C2
C1 B l B2 A3 B3 B1 C4 B1
B3 A4
B2 B2 A3 B 1 B1 B1 A3
B2 B 1 B2 C3 B3 B1 A4 B1 A4 B2 B1 A4 c5 C1
B2 B2
Gemeenten
Emmen -1 en Meerwijk Engelen Enkhuizen Enschede
Epe Ermelo ErP Esch ~ s t en ûpijnen Etten-Leur Everdingen Ewi jk Eijgelshoven Ei j sden Ezinge
Ferwerderadeei Finsterwolde Franeker Franekeradeel
Urban . - graad
C 3 B1 B3 C2 C5 B2 B2 A4 B 1 A4 B2 A4 A4 B2 B 1 A4
A4 B 1 C 1 A3
Fijnaart en Heijningen B1
Gaasterland Gasselte Geertruidenberg Geervliet Geffen Geldermal sen Geldrop Ge leen Gemer t Gendringen Gendt Genemuiden Gennep Geulle Giessen Giessenburg Gieten Giethoorn Gilze en Reijen Goedereede Goe s Goirle Goor Gorinchem Gorssel Gouda Gouderak Goudriaan Goudswaard Graf t-De Rijp
Gramsbergen Gr athem Grave q s-Grave land s- ravend deel 's-Gravenhage qs-Gravenmoer
's-Gravenzande Grevenbicht Groen10 Groesbeek Groningen Gronsve ld Groot-AmmerS root eb roek Grootegast Grubbenvorst Gri jpskerk (Gr Gulpen
Haaf ten h aaks bergen Haaren (N.B.) Haarlem ~aarlernrnerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Haastrecht Haelen Hagestein Halsteren Ham, den Haps Hardenberg Harderwijk Hardinxveld- Giessendam Haren (Gr.) h aren kar spel Har lingen Harmelen Hasker land Hasselt Hattem Have1 te Hazerswoude Hedel Heel en Panheel Heemskerk Heemstede Heenvlie t
Urban . graad
A4 A4 C1 B 3 B2 C5 A4
A3 B1 C 1 B2 C5 B1 B1 A3 A4 A4 B1 B1
B 1 B2 B 1 c 5
B 3 B2 B1 B1 A4 B2 B2 A4 B 1 C 2
B2 B 3 A4 C 2 B3 B2 B 1 C 1 1\4 A4 n1 B1 8 3 B3 B 3
Gemeenten
Heerde
Heerenveen Heerewaarden Heerhugowaard Heerjansdam Heerlen Hee sch Heeswijk-Dinther Heeze Hei- en Boeicop Heiloo Heinenoord
Heino Helden Helder, Den Hellendoorn Hellevoetsluis Helmond Helvoirt Hemelumer Oldeferd
Urban . graad.
B2
B2 B1 B 3 B 3 C4 B 1 B1 B2 A4 B3 B1
A4 A4 C4 B2 B3 C 3 B1 A3
Hendrik- Ido Ambacht B3 Hengelo (Gld. 1 Hengelo (O.) Hennaarderadeel Hensbroek Herten ' s-Hertogenbosch Hemen en Aerdt Hemi jnen Heteren Heukelum Heurnen Heusden Heythuysen Hillegom Hilvarenbeek Hilversum Hindeloopen
Hoensbroek Hoevelaken Hoeven Holten Hontenisse Hoogblokland Hoogeloon c.a.
Hooge en Lage Mierde A4 Hoogeveen C2 Hoogezand-Sappemeer B2 Hooge en Lage Zwaluwe B1 Hoogkarspel A4 Hoogland A4
Gemeenten
Hoogwoud Hoorn Hoornaar Horn Horssen Horst Houten Huissen (Gld. ) Huizen (N. H. Hulsberg Hulst Hummelo en Keppel Hunsel Huijbergen
Idaarderadeel Ilpendam
Jabeek Jisp Jutphaas
Kamerik Kampen Kantens Kapelle
Katwoude Katwijk Kedichem Kerkrade Kerkwi jk Kessel Kesteren Klaaswaal Klimmen
Kloosterburen Klunder t Kockengen Koedi jk Kollumerland Koog a/d Zaan Kortgene Koudekerk a/d RF jn
Krimpen a/d Lek Krimpen a/d IJssel Krommenie
Kuinre
Urban . graad
A3 C2 B1 B 1 A3 A4 A4 B2 B 3 BI B2 A4 A4 B 1
B1 A4
B1 B3 B3
A4 C2 A3 B1
A l B2 B l C3
A4 A4 B 1 B 1 B1
A3 B1 A4 B1 A4
B 3 A4 B:
B 3 B 3 B 3
A4
Gemeenten
Landsmeer Langbroek Langedi jk Langerak Laren (Gld.) Laren (N.H.) Leek Leende Leens Leerbroek Leerdam Leersum Leeuwarden Leeuwarderadeel Leiden Leiderdorp Leidschendam Leimuiden Lekkerkerk Lemsterland Leusden Lexmond Lichtenvoorde Liempde Lienden Lier, De Lieshout Limbricht Limmen Linne Linschoten Lisse Li th Lochem Loenen Loon op Zand Loosdrecht Lopik Loppersum Losser Luyksgestel
Maarheeze Maarn Maarssen Maartensdi jk (U. ) Maasbracht Maasbree Maasdam Maasdrie l Maasland Maassluis Maastricht
Urban . graad
B3 A4 B l A4 A2 B3 B2 B1 A4 A3 C2 B3 C4 A4 C4 B3 B3 A4 B 1 B2 B3 A4 B2 B1 A4 A 3 B1 B1 B l B1 B3 B2 B 1 C1 B3 B2 B3 B1 B1 B2 B1
B 1 B3 B3 B3 B1 A4 B3 A4 A4 C2 c 5
Gemeenten
Made en Drinnnelen Margraten Mariekerke Markelo Marken Marum Maurik Medemblik Meeden Meerkerk Meerlo-Wanssum Meerssen Megen c .a.
Urban . graad
B2 81 A3 A2 B1 A4 B1 C l B1 B l A4 B2 B1
Melick en Herkenbosch B1 Menaldumadeel Meppe 1 Merkelbeek Mei je1 Mheer Middelburg Middelharnis Middelstum Middenschouwen Midwolda Midwoud Mier10 Mil1 en St. Hubert Millingen a/d Rijn Hoergestel Moerkapelle Molenaarsgraaf Monnikendam Monster Montfoort (U. ) Montfort (L. 1 k o k Moordrecht Muiden Munstergeleen Muntendam Mi jdrecht ~ijnsheerenland
Naaldwijk Naarden Nederhorst den Berg Nederweert Neede Neer Nibbixwoud Niedorp Nieuw-Beijerland Nieuwenhagen . B2
Gemeen ten
Nieuwe-Pekela Nieuwerkerk a/d IJssel ie uwe schans Nieuw-Ginneken Nieuwkoop Nieuw land Nieuw-Lekkerland Nieuwleusen Nieuwolda N i e u p r t Nieuwstadt Nieuwveen Nieuw-Vossemeer Nigtevecht
Nistelrode Noorbeek Noordeloos Noordoostpolder Noordwijk Noordwijkerhout Noo tdorp Norg Nuenen c.a. Nuland Numansdorp Nuth ~i jeveen Ni j kerk Nijmegen
Obbicht en Papenhoven Obdam Odoorn Oef felt Oegstgeest Oh6 en Laak Oirsbeek Oirschot Oisterwi jk Oldebroek Oldehove Oldekerk Oldemarkt Oldenzaal Olst (hmnen Oost-, West- en Middelbeers Oostburg Oostdongeradeel
Urban . graad
B1
B3 B1 B 1 B 3 A4 B2 A3 A4 B1 B1 A4 B 1 B3
B 1 A4 A3 A3 B2 A4 B 3 A4 B3 B1 B1 B1 A3 C2 C 5
B1 A4 A4 B1 B 3 A4 B 1 B2 B2 B1 A3 A4 A4 C2 B 1 A4
A4 B2 A3
Gemeenten
Oosterbroek Oosterhesselen Oosterhout Oostflakkee Ooststellingwerf Oostvoorne Oostzaan Ootmarsum Ophemert Oploo c.a. opmeer Opperdoes Opster land OSS Ossendrecht Ottersum Ottoland Oud-Alblas Oud-Beijerland
Oudenbosch Oudendi jk Oudenhoorn Oude-Pekela Ouder-Amstel
19
Urban . graad
B1 A3 C2 A4 A4 B3 B 1 C l A4 A3 A4 A2 A4 C3 B1 B1 A4 B1 C2
B2 B1 A4 B2 B3
Ouderkerk a/d IJssel B1 Oudewater C 1 Oud en Nieuw Gaste1 B1 Oudorp B3 Oud-Vosserneer B 1 Overasselt A4
Pannerden Papendrecht Peize Piershil Polsbroek Poortugaal Poortvliet Posterholt Prinsenbeek Purmerend Putte (N.B. ) Putten (Gld. 1 Puttershoek Pi jnacker
Raalte A4 Raamsdonk B2 Rauwerderhem A4 Ravenstein B1
Gemeenten
Reeuwi jk Reimerswaal Renkum Renswoude Reusel Rheden Rhenen Rhoon Ridderkerk Riethoven Rockan je Roden Roermond Roggel Rolde Roosendaal en Nispen (N.B.) Roosteren Rosmalen Rossem Rotterdam Rozenburg Rozendaal (Gld. ) Rucphen Ruinen Ruinerwold Ruur 10 Rijnsaterwoude Ri jnsburg Rij sbergen F t i j ssen Rijswijk (N.B. 1 Rijswijk (Z.H. )
Sassenheim Sas van Gent Schaesberg Schagen Schai jk Scheemda Schelluinen Schermer Scherpenisse Scherpenzeel Schiedam Schiermonnikoog Schimmert Schinnen Schinveld Schipluiden Schoonebeek Schoonhoven
Urban . Gemeenten graad
B3 A4 B3 A4 B2 B3 B2 B3 B 3 B 3 B 3 B3 C3
A4 A3
C 3 B 1 B3 B1 C5 B 3 B3 B2 A3 A2 A3 A4 A4 A3 B2 B 1 B3
B2 B l B2 C 1 B l B1 B1
A4 A4 B3 C4 B 1 B1 B1 B 1 A3 B 1 C 1
Urban . - graad
tiemeenten
Schoonrewoerd A4 Schoor1 B3 Schi jndel B2 Sevenum ~4 Simpelveld B2 Sint Annaland A4 Sint Geertruid A4 Sint Maarten A3 Sint Maartensdijk (Z) B1 Sint Michielsgestel Sint Odiliënberg Sint-Oedenrode Sint Pancras Sint ~hilipsland Sittard Sleen Slenaken Sliedrecht Slochteren Sloten Sluis Smallingerland Smi lde Sneek Snelrewaard Soest Someren Son en Breugel Spaubeek Sprang-Capelle Spijkenisse Stad-Delden Stadskanaal Standaarbuiten Staphorst Stavenisse Staveren S tedum Steenbergen Steenderen S teenwi j k Steenwijkerwold Stein Stevensweert
Stolwi jk
Stramproi j Streefkerk Stri jen Sus teren Swalmen Sijbekarspel
Tegelen Terheijden Termun ten Terneuzen Terschelling Teteringen Texel Tholen Thorn Tiel Tienhoven Tietjerksteradeel Tilburg Tubbergen Twi sk
Ubach over Worms Ubbergen Uden Udenhout Uitgeest Uithoorn Uithuizen Uithuizermeeden Ulestraten Ulrum Urk Urmond Ur sum Usquert Utingeradeel Utrecht
Vaals Valburg Valkenburg (Z.H.)
Urban . graad
B2 B l B 1 C2 B1 B3 A 4 B1 B1 C 2 A4 B2 C5 A4 A3
B2 B3 B2 B1 B2 B 3 A4 A4 B3 A4 A3 B1 A4 A4 B 1 C 5
B2 B1 B3
Valkenburg-Houthem (L) B2 Valkenisse B1 Valkenswaard C2 Varik A4 veen B1 Veendam C2 Veenendaal C2 Veere A4 Veghel B2 Veldhoven B3 Velsen C4 Venhui zen A3 Venlo C4 Venray B2 Vessem c.a. A4 Vianen C l
Gemeenten
Vierlingsbeek Vierpolders Vinkeveen en Waverveen Vlaardingen Vlagtwedde Vledder Vleuten-De Meern Vlieland Vlissingen Vlist Vlodrop V U jmen Voerendaal Vollenhove Voorburg Voorhout Voor schoten Voorst Vorden Vreeswi jk Vries V r i ezenveen Vught Vuren
Waalre Waalwijk
Waardenburg Waddinxveen Wageningen Wamel Wanneperveen Wanroi j
Warffum Warmenhuizen Warmond Warnsveld Waspik Wassenaar Wateringen
Weer selo Weert Weesp
Urban . graad
A4 A4
B1 C4 A4 A4 B 3 B 1 C2 A 1 B1 B2 B1 B 1 B3 A 4 B3 B2 A4 B 3 A4 B2 B3 B 1
B3 C2
A4 B3 C 2 B1 A4 A3
B1 B 1 B1 B3 B1 B 3 A4
A4 C2 C2
Gemeenten
Wehl Werkendam Wervershoof Wessem Westdongeradeel Westerbork Westerhaven Westerschouwen Westervoort Westkapelle Westmaas weststellingwerf Westwoud Westzaan Wierden Wieringen Wieringermeer
Willemstad Willeskop Wilnis Winschoten Winsum Winterswijk wisch Wissenkerke Wittem Woensdrecht Woerden wognum
Wonseradeel Workum Wormer wormerveer Woubrugge Woudenberg Woudrichem wouw Wijchen Wij dewormer Wi jhe Wijk, de Wijk bij Duurstede Wijk en Aalburg Wij lre Wymbri tseradeel Wijnandsrade
Urban. graad
B1 B2 A3 B 1 A4 A3 B 1 B 1 B1 B 1 B 3 A4 A3 B 3 B2 A4 A3
Bi A3 B1 C2 B 3 C2 B2 A4 B 1 B2 C2 A4
A3 A4 B3 B3 B1 B3 B 1 A4 B2 A4 A4 A3 C 1 B1 B1
A3 B1
Gemeenten
Wijngaarden
IJsseImuiden IJsselstein
Zaandam Zaandi j k Zaltbomel Zandt, 't Zandvoort Zeeland Zeevang Zegveld Zeist Zelhem Zevenaar Zevenbergen Zevenhoven Zevenhuizen Zierikzee Zoelen Zoetermeer Zoeterwoude Zuid-Beijerland Zuidelijke IJssel- meerpolders Zuidhorn Zuidland Zuidlaren Zuidwolde Zunder t Zutphen Zwaag Zwartewaal Zwartsluis Zweeloo Zwolle Zwijndrecht Zijpe
21
Urban . graad
A2
B1
A4 C 1
C4 B3 C1 A3 B3 B1 B3 A4 C 3 A4 B3 B2 A3 A4 C1 A4 B3 B 1 A4
A4 B3 B1 B3 A3 A3 C2 A4 B3 B 1
A2 C4 C 3 A4
22
YiJlage 2 L i J s t van gemeenten, gerangschikt per provincie naar urbanisatiegraad op 28 februari 1971
- w-
Plattelandsgemeenten Verstedell.ikte plattelandsnerneenten - A l A 2 A 3 A4 B1 B2
PROVINCIE GRONINGEN
PROVINCIE FRIESLAND
Pi?ûVLNCIE DRENTHE
Ruinerwold
Zweeloo
Kantens
Kloosterburen
Oldehove
' t Zand t
i Baarderadeel
Doniawers t a l
Franekeradeel
Hemelurner-Oldeferd
Hennaarderadeel
Oostdongeradeel
Wonseradeel
Wymbritseradeel
Dalen
Diever
Dwingeloo
N i Jeveen
Oosterhesselen
Rolde
Ruinen
Westerbork
de Wijk
Zuidwolde
Adorp
Aduard
Baf 10
Beerta
Bellingwedde
Bierum
Eenrum
Ezinge
Grootegast
h e n s
Marum
Middelskm
Nieuwolda
Oldekerk
Slochteren
Stedurn
Uithuizen
Uithuizermeeden
U l n i m
Usquert
Vlagtwedde
Ameland
Barradeel
h e t Bi ld t
Ferwerderadeel
Gaasterland
Kollumerland
Leeuwarderadeel
Menaldumadeel
Ooststellingwerf
Opsterland
Rauwerderhem
Westdongeradeel
Weststellingwerf
Workum
Anloo
Bellen
Borger
Havelte
Norg
Odoorn
Peize
Sleen
Vledder
Vries
Bedum Hoogezand-Sappemeer
ten Poer Leek
Finsterwolde Oude Pekela
GriJpskerk Stadskanaal
Loppersum
Meeden
Midwolda
Muntendam
Nieuwe Pekela
Nieuweschans
Oosterbroek
Scheenda
Termunten
Warffum
Achtkarspelen
Dankirnadeel
Hindeloopen
Idaarderadeel
Schiermonnikoog
Sloten
Staveren
Terschelling
Utingeradeel
Vlieland
I J l s t
Gasselte
Gieten
Schoonebeek
Smilde
Haskerland
Heerenveen
Lemsterland
TietJerksteradeel
StedellJke gemeenten
Haren
W insum
Zu Ldhorn
Bolsward
Doidnim
Franeker
Eelde
Roden
Zuidlaren
Applngedam
Delf z i j 1
Veendam
Winschoten
Harlingen
Sneek
Coevorden
Hoogeveen
Meppel
Smallingerland Leeuwarden
Assen
Emnen
Groningen
Bij lage 2 (vervolg)
Plattelandsgemeenten Verstedel i jkte plattelandsgemeenten
Al A2 A 3 n4 BI B2
PROVINCIE OVERIJSSEL
Blankenham Markelo
Staphorst
PBJVINCIE GELDERLAND
Laren
Ambt Delden
Bathmen
Blokzi j l
Dalfsen
Diepenheirn
Giethoorn
Nieuwleusen
Nood Oostpolder
Urk
Horssen
Ruurlo
Steenderen
Denekamp
Diepenveen
Gramsbergen
He ino
Holten
Kuinre
Oldemarkt
Omen
Raal te
SteenwiJkerwold
Tubbergen
Wanneperveen
Weerselo
WiJhe
IJsselmuiden
Appeltern
Batenburg
Beesd
Bergharen
Borciilo
Brakel
Dei1
Eibergen
E s t en Opijnen
Ewijk
Hengelo
Hummel0 en Keppel
KerkwiJk
Lienden
Maasdriel
Ophemert
Overassel t
Var i k
Vorden
Waardenburg
Zelhem
Zoelen
Genemiden
Hardenberg
Hasselt
O l S t
Vollenhove
Zwartsluis
Ammerzoden
h g e r l o
Bemmel
Beuningen
Beusichem
&ren
E3mrmalsen
Dinxperlo
Dodewaard
DoornspiJk
Dreurnel
Duiven
Echteld
Gendt
Haaf ten
Hedel
Heerewaarden
Hemen en Aerdt
Herwijnen
Heteren
Kesteren
Maurik
Millingen a/d RiJn
Oldebroek
Pannerden
Rossum
Valburg
Vuren
Wamel
Wehl
Westervoor t
Avereest
Borne
Goor
Haaksbergen
den Ham
Hellendoorn
Losser
RiJssen
Vriezenveen
Wierden
Aalten
Barneveld
Bergh
Brunmien
Didm
D m ten
E l s t
Epe
Ermelo
Gendringen
Groesbeek
Heerde
Miissen
Lichtenvoorde
Neede
Putten
Voorst
Wisch
WiJchen
Stedelijke gemeenten -- B3 cl c2 c3 c4 c5
Gorssel
Heumen
Hoevelaken
Renkum
Rheden
Rozendaal
Scherpenzeel
Ubbergen
Warnsveld
Zevenaar
Ootmarsum Kampen
Stad Delden Oldenzaal
SteenwiJk
Doesburg Culemborg
Elburg Doetinchem
Geldermalsen HarderwiJk
Groen10 NiJkerk
Hattem Tiel
Lochem Wageningen
Zal tbommel Winterswijk
Zutphen
Almelo
Deventer
Hengelo
Zwolle
Ede
Ens &ede
Apeldoorn
Arnhem
Nijmegen
3iJ lage 2 (vervolg)
-- -
Plattelandsgemeenten Verstedel iJkte plattelandsgemeenten
A l A2 A3 A4 B1 B2
PROVINCIE U'IRECHT
Snelrewaard Benschop
Polsbroek
Willeskop
Hoogland Amerongcn Bunschoten
Hou ten Co then Rhenen
Kamer ik Eenmes
Kockengen Lopik
Langbroek Vinkeveen en Waver-
Renswoude veen
Zegveld Wilnis
Stedelijke gemeenten
Abcoude
Baarn
Montfoort
Oudewater
de B i l t Wijk biJ miurstede
' Breukelen IJsselstein
Winnik
Doorn
Driebergen-
Rij senburg
Harmelen
Jutphaas
Leersum
Leusden
Linschoten
Loenen
Loodrecht
Maarn
Maarssen
Maartensdijk
MiJdrecht
Nigtevecht
Soes t
Vleuten-De Meern
Vreeswijk
Woudenberg
Veenendaal Zeis t Amersfoort Utrecht
BiJlage 2 (vervolg)
-p-
Plattelandsgemeenten Verstedel i jkte plattelandsgemeenten
A l A2 A 4 B1 B2 ---- A 3
PROVïNCIE NOORD-HOLLAND
Katwoude Anna Paulowna Aalsmeer
Opperdoes Andijk
Grootebroek
Hensbroek
Hoogwoud
Sin t Maarten
SiJbekarspel
l-wisk
Venhuizen
Wervershoof
Westwoud
W ieringermeer
Abbekerk Blokker Assendelft
Avenhorn
Bars ingerhorn
Beernster
Berkhout
Callantsoog
Harenkarspel
Hoogkarspel
Ilpendam
Midwoud
Nibbîxwoud
Obdam
Opmeer
Schermer
Texel
Ursem
Wieringen
Wognum
Wijdewormer
Zwaag
ZiJpe
Bovenkarspel Edam
Egmond-Binnen Egmond aan Zee
Graf t-De RiJp Haarlemmermeer , Koedijk Uitgeest
Langedi Jk I
Llmmen
Marken
Niedorp
Oostzaan
Oudendi Jk
Warmenhuizen
---p
StedeLiJke gemeenten
Akersloot Medemblik Enkhuizen
Amstelveen Mornickendam Hoorn
Brnebroek Muiden Purmerend
Bergen Schagen Weesp
Blaricum
Bloemendaal
Broek in Waterland
IPlssum
Castricum
Diemen
' s-Graveland
Haarlemmerlíede en
Spaarnwoude
Heemskerk
Heems tede
Heerhugowaard
Heiloo
Huizen
J i s p
Koog 4 d Zaan
Kromenie
Landsmeer
Laren
Naarden
Nederhorst den Berg
Ouder- Amstel
üudorp
. Schoor1
S i n t Pancras
U i woorn
Westzaan
Wormer
Wormerveer
ZaandiJk
Zandvoort
Zeevang
Alkmaar
Den Helder
Hilversum
Velsen
Zaandam
Amsterdam
Haarlem
BiJlage 2 (vervolg)
Plattelandsgemeenten Verstedel i jkte plattelandsgemeenten - A l A2 fl3 n4 B1 B2
-----p .---
PROViNCIñ ZUID-HOLLAND
V l i s t Paskoop Berkenwoude
W i Jngaarden Bleiswijk
Goudriaan
' s-Gravenzande
Leerbroek
De Lier
NaaldwiJk
Noordeloos
Schipluiden
Zevenhoven
Ter A a r
Alkemade
Brandwi Jk
Driebruggen
Everdingen
Goedereede
Hagestein
Hazerswoude
Hei- en Boeicop
Langerak
Leimiden
Lexmond
Maas land
Monster
Nimwland
Nieuwveen
Noordwijkerhout
Oostflakkee
Ottoland
Oudenhoorn
P ie r sh i l
RiJnsaterwoude
R1 Jnsburg
Schoonrewoerd
StolwiJk
Tienhoven
Vierpolders
Voorhou t
Wateringen
Zevenhuizen
Zuid-BeiJerland
Abbenbroek
Ameide
Ammerstol
Arkel
Asperen
Bergambacht
Bleskensgraaf en
Hofwegen
Dirksland
Giessenburg
Gouderak
Goudswaard
Groot-Ammers
Haastrecht
Heinenoord
Heukelum
Hoogblokland
Hoornaar
Kedichern
Klaaswaal
Koudekerk a/d Rijn
Lekkerkerk
Meerkerk
Molenaarsgraaf
Nieuwpoort
Numansdorp
Oud-Alblas
Ouderkerk 8/d
I J s s e l
Puttershoek
Schelluinen
Streefkerk
S t r i Jen
Warmond
Woub-ugge
Zoeterwoude
Z.~idland
Alblasserdam
' s-Gravendeel
Hardinxveld-
Clessendam
Hillegom
Katwijk
Lisse
MiddeLharnis
Nieuw-Lekkerland
NoordwiJk
Sassenheim
Stedel i jke gemeenten ---
J33 c~ c2 c3 c4 C5
Barendre ch t
Benthuizen
Bergschenhoek
Berkel en RodenriJs
Capelle d d I J s s e l
Geervliet
Heenvlie t
HeerJansdam
Hellevoetsluis
Hendrik- Ido-Ambacht
Krimpen %/d Lek
Krimpen a/d I J s s e l
Leiderdorp
Leidschendam
Maasdam
Moerkapelle
Moordrecht
Mijnsheerenland
Nieuw-Beijerland
Nieuwerkerk a/d
I J sse l
Nieuwkoop
Nooîdorp
Oegstgeest
Oostvoorne
Papendrecht
Poortugaal
Pi Jnacker
ReeuwiJk
Rhoon
Ridderkerk
RockanJe
Rozenburg
RiJswiJk
Spi Jkenisse
Valkenburg
Voorburg
Voorschoten
Waddinxveen
Wassenaar
Westmaas
Zoetermeer
Zwar tewaal
E r i e l l e Alphen d d Rijn Gouda Del f t
Schomhoven Bodegraven Zwijndrecht Dordrecht
Vianen Gorinchem Leiden
Leerdam Schiedam
Maassluis Vlaardingen
Oud-BeiJerland
Sliedrecht
Woerden
' s-Gravenhage
Rotterdam
Bij lage 2 (vervolg)
Plattelandsgemeen ten Verstedel iJkte plattelandsgemeenten
A l -- A2 A 3 A4. B1 B2
hi iveland Aardenburg Arnemiden
Mariekerke Borsele Domburg
Niddenschouwen Brouwershaven Hontenisse
Poor tv l i e t Eruinisse Kapelle
Kortgene Oud-Vossemeer
Reimerswaal Sas van Gent
Scherpenisse S i n t Maartensdijk
Sin t Annaland S i n t Phi l ipsland
Stavenisse S lu i s
Veere Tholen
Wissenkerke Valkenisse
Westerschouwen
Westkapelle
PROVINCIE NO3RD-B3ABANT
Baarle-Nassau Alphen c.a.
Op100 c.a. Bakel en Mllheeze
Ri jsbergen Beers
Wanroij Boekel
Zundert Chaam
Diessen
Eethen
E ~ P
' s-Gravenmoer
Haps
Hooge en Lage
Mierde
Oost-. West- en
Míddelbeers
S tanddaarbui ten
Vessem c.a.
Vierlingsbeek
Wouw
Aarle-Rixtel
Almkerk
Andel c.a.
Beek en Donk
Berghem
Berlicum
&del
Dinteloord en
Prinsenland
den Dungen
Dussen
Eersel
Empel en MeerwiJk
Esch
F i j n a a r t en
Heijningen
Geffen
Giessen
Haaren
Heesch
Heeswi Jk-Dlnther
Helvoír t
Heusden
Hoeven
Hoogeloon c.a.
Hooge en Lage
Zwaluwe
liui jbergen
Klundert
Leende
Liempde
Lieshout
Li th
Luijksgestel
Maarheeze
Axel
Hulst
oostburg
Asten
BereeiJk
Bladel en Netersel
Boxtel
Deurne
Dongen
Drunen
Etten-Leur
Geer truidenberg
Gemert
Gilze en RiJen
Goir le
Halsteren
Heeze
Mlvarenbeek
Loon op Zand
Made en Drimelen
Oirschot
01s terwijk
Oudenbosch
Raamsdonk
Reusel
Rucphen
Schf jndel
S i n t Michiels-
g e s t e l
Sint-Oedenrode
Someren
Steenbergen
Uden
Veghel
Vlijmen
Werkendam
Woensdrecht
Zevenbergen
StedeliJke gemeenten
B3 c1 c2 C 3 c4 C5 - --
Zierikzee Goes
Middelburg
Terneuzen
Vlissingen
Berkel
Bes t
Engelen
Geldrop
Nuenen c .a .
Prlnsenbeek
Riethoven
Rosmalen
Son en B e u g e l
Te teringen
Veldhoven
Vught
Waalre
Boxmeer Oosterhout
CuiJk en S int Valkenswaard
Agatha WaalwiJk
Orave
Bergen op Zoom ' s-Hertogenbosch Breda
Helmond Eindhoven
Oss Tilburg
Roosendaal en
Nlspen
Bijlage 2 (vervolg)
Plattelandsgemeenten VerstedeliJkte plattelandsgemeenten
A l A2 A3 A4 B1 B2
PROVDJCJE NM7RD-BSAWT (vervolg)
Megen c.a.
Mierlo
I v l i l l en Sint
fiber t
Moergestel
Nieuw-Ginneken
Nieuw-Vosserneer
Nistelrode
Nuland
Oeffelt
Ossendrecht
Oud en Nieuw Gastel
Putte
Ravenstein
Rijswijk
Schaijk
Sprang-Capelle
Terheijden
Udenhou t
Veen
Waspik
Westerhoven
Willemstad
Woudrichem
Wijk en Aalburg
Zeeland
Stedel i jke gemeenten
B3 C1 C2 C 3 C4 C5
36
Bijlage 2 (vemolg)
Plattelandsgemeenten- Verstedel i jkte plattelandsgemeenten
PROVINCIE LIMBURG
Bemelen Baexem
Broekhuizen
Grathem
Gnibbenvorst
Helden
Hors t
Ihinsel
Kessel
Maasbree
Meerlo-Wanssum
Weer
Nederneer t
Noorbeek
Oh6 en Laak
Roggel
Sevenum
S i n t Geertruid
Slenaken
Zuid. IJsselmeer-
polders
Arcen en Velden
Beegden
Beifeld
Bergen
Berg en T e r b l i j t
Bingelrade
Bocholtz
Bom
EiJsden
Geulle
Grevenbicht
Gronsveld
Gulpen
Haelen
Heel en Panheel
Hei J thuysen
Horn
Hulsberg
Jabeek
K 1 immen
Limbricht
Linne
Maasbracht
Margraten
Meliçk en Herkenbosch
Merkelbeek
Meijel
Montfor t
Nee=
Nieuwstadt
Nuth
Obbicht en Papenhoven
Oirsbeek
Ottersum
Posterhol t
Roosteren
Schitmnert
Schinnen
Schlnveld
S i n t Odililnberg
Spaubeek
Stevensweert
Stramproy
Susteren
!hom
Urmond
vlodrop
Voerendaal
Wessem
W i t t e m
Wij lre
W 1 jnandsrade
Beesel
Echt
Elsloo
E i Jgelshoven
Hou them
Meerssen
Nieuwenhagen
Schaesberg
Simpelveld
Stein
Swalmen
Tegelen
mach over Worms
Vaals
Valkenburg
Venray
--
StedeliJke gemeenten
B3 c1 c2 C 3 c4 C5 --p
Amstenrade Gennep
Beek
-de
Cadier en Keer
Herten
MOOk
Munstergeleen
Ulestraten
Brunssum
Hoensbroek
Weert
Geleen
Kerkrade
Roermond
Sittard
Heerlen
Venlo
Maastricht
Bijlage 3. Lijst van gemeenten in alfabetische volgorde per provincie, met vermelding van de urbanisa- tiegraad op resp. 31 mei 1947, 30 juni 1956, 31 mei 1960 en 28 februari 1971
PROVINCIE GRONINGEN
Adorp Aduard Appingedam Baflo Bedum
Beert a Bellingwedde Bierum Boer, Ten Delfzijl
Eenrum E zinge Finsterwolde Groningen Grootegast
Grijpskerk Haren Hoogezand-Sappemeer Kantens Kloosterburen
Leek Leens Loppersum Marum Meeden
Middelst um Midwolda Muntendam Nieuwe Pekela Nieuweschans
Nieuwolda Oldehove Oldekerk Oosterbroek Oude Pekela
Scheemda Slochteren Stadskanaal Stedum Termunten
Uit huizen Uit huizermeeden U lr um Usquert Veendam
Vlagtwedde Warffum Winschoten
Urbanisatiegraad
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Winsum Zandt, 't Zuid hor n
PROVINCIE FRIESLAND
Achtkarspelen Ameland Baarderadeel Barradeel Bildt , het
Bolsward Dantumadeel . Dokkum Doniawerstal Ferw erderadeel
Fr ane ke r Franekeradeel Gaaster land Harlin gen Haskerland
Heerenveen Hemelumer Oldeferd Hennaarderadeel Hindeloopen Idaarderadeel
Kollumerland Leeuwarden Leeuwarderadeel Lemsterland Menaldumadeel
Oostdongeradeel Ooststellingwerf Opsterland Rauwerderhem Schiermonnikoog
Sloten Smallingerland Sneek Staveren Terschelling
Tietjerksteradeel Utingeradeel Vlieland Westdongeradeel Weststellingwerf
Wonseradeel Wor kum Wymbritseradeel I Jlst
PROVINCIE DRENTHE
Anloo , Assen
Urbanisatiegraad
40
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Beilen Borger Coevorden Dalen Diever
D wingeloo Eelde Emmen Gasselte Gieten
Havelte Hoogeveen Meppel Nor g Nijeveen
Odoorn Oosterhesselen Peize Roden Rolde
Ruinen Ruinerwold Schoonebeek Sleen Smilde
Vledder Vries Westerbork Wijk, de Zuidlaren
Zuidwolde Zweeloo
PROVINCIE OVERIJSSEL
Almelo Ambt Delden Avereest Bathmen Blankenham
Blokzijl Borne Dalfsen D ene kam p Deventer
Diepenheim Diepenveen Enschede Genemuiden Giethoorn
Goor Gramsbergen Haaksbergen
Urbanisatiegraed
Bijlage 3 (vervolg) -- - -
Gemeenten
--
Ham, den Hardenberg Hasselt Heino Hellendoorn
Hengelo Holten Kampen Kuinre Losser
Mar ke 10 Nieuwleusen Noordoostpolder Oldemarkt Oldenzaal
Olst Ommen Ootmarsum R aalte Rijssen
Stad Delden Staphorst Steenwij k Steenwijkerwold T ubber gen
Urk Vollenhove Vriezenveen W anneperveen Weerselo
Wierden Wijhe I Jsselmuiden Zwartsluis Zwolle
PROVINCIE GELDERLAND
Aalten Ammerzoden Angerlo Apeldoorn Appeltern
Arnhem Barneveld Batenburg Beesd Bemmel
Ber gh Ber gharen Beuningen Beusichem Borculo
Urbanisatiegraad
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Brakel Brummen Buren Buurmalsen Culemborg
Dei1 Didam Dinxperlo Dodewaard Doesburg
Doetinchem Doornspijk Dreumel Druten Duiven
Echteld Ede Eibergen Elburg Elst
Epe Ermelo Est en Opijnen Ewijk Geldermalsen
Gendringen Gendt Gorssel Groen10 Groesbeek
Haaften Harderwijk Hattem Hedel Heerde
Heerewaarden Hengelo Herwen en Aerdt Herwijnen Heteren
Heumen Hoevelaken Horssen Huissen Hummelo en Keppel
Kerkwijk Kesteren Laren Lichtenvoorde Lienden
Lochem Maasdriel Maurik I
Urbanisatiegraad
1947 1956 1960 1971
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Millingen ald Rijn Neede Nijkerk Nijmegen Oldebroek
Ophemert Overasselt Pannerden Putten Renkum
Rheden Rossum Rozendaal Ruurlo Scherpenzeel
Steenderen T iel Ubbergen Valburg Varik
Voorst Vorden Vuren Waardenburg Wageningen
Wamel Warnsveld Wehl Westervoort Winterswijk
Wisch Wijchen Zalt bommel Zelhem Zevenaar
Zoelen Zutphen
PROVINCIE UTRECHT
Abcoude Amerongen Amersfoort B aar n Benschop
Bilt, De Breukelen Bunnik Bunschoten Cot hen
Doorn Driebergen-Rijsenburg Eemnes Harmelen
Urbanisatie graad
1947 1 1956 I 1960 1 1971
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Hoogland Houten Jutphaas Kamerik Kockengen
Langbroek Leersum Leusden Linschoten Loenen
Loosdrecht Lopik Maarn Maarssen Maartensdijk
Mont foort Mijdrecht Nigtevecht Oudewater 1) Polsbroek
Rens woude Rhenen Snelrewaard Soest Utrecht
Veenendaal Vinkeveen en Waverveen Vleuten-De Meern Vreeswijk Wille s kop
Wilnis Woudenberg Wijk bij Duurstede IJsselstein Zegveld
Zeist
PROVINCIE NOORD-HOLLAND
Aalsmeer Abbekerk Akersloot Alkmaar Amstelveen
Amsterdam Andijk Anna Paulowna Assendelft Avenhorn
Barsingerhorn Beemster Bennebroek Bergen Berkhout
1) Ingaand 1-9-1970
Urbanisatiegraad
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Beverwijk Blaricum Bloemend aal Blokker Bovenkarspel
Broek in Waterland Bussum Callantsoo g Castricum Diemen
Edam Egmond aan Zee Egmond-Binnen Enkhuizen Graft-De Rijp 1)
Graveland, 's- Grootebroek Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer
Harenkarspel Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo
Helder, Den Hensbroek Hilversum Hoogkarspel Hoogwoud
Hoor n Huizen Ilpendam Jisp Katwoude
Koedijk Koog ald Zaan Krommenie Landsmeer Langedijk
Laren Limmen Marken Medemblik Mid woud
Monnickendam Muiden Naarden Nederhorst den Berg Nibbixwoud
Niedorp 1) Obdam
1) Ingaand 1-8-1970
Urbanisatiegraad
1947 1956 1960 1971
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Oost zaan Opmeer Opperdoes Oudendijk Ouder-Amstel
Oudorp Purmerend Schagen Schermer 1) Schoor1
Sint Maarten Sint Pancras Sijbe karspel Texel Twisk
Uit geest Uit hoorn Ursem Velsen Venhui zen
Warmenhuizen Weesp Wervershoof Westwoud West zaan
Wieringen W ieringermeer Wognum Wormer Wormerveer
Wijdewormer Zaandam Zaandijk Zandvoort Zeevang 1)
Zwaag Z i i ~ e
PROVINCIE ZUID-HOLLAND
Aar, Ter Abbenbroek Alblasserdam Alkemade Alphen ald Rijn
Ameide Ammerstol Arke1 Asperen Barendrecht
Bent huizen Bergambacht Bergschenhoek
1) Ingaand 1-8-1970
Urbanisatiegraad
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Berkel en Rodenrijs Berkenwoude Bleiswijk Bleskensgraaf en Hofwegen Bodegraven
Bos koop Brandwijk Brielle Capelle a/d IJssel Delft
Dirks land Dordrecht Driebruggen Everdin gen Geervliet
Giessenburg Goedereede Gorinchem Gouda Gouderak
Goudriaan Goudswaard Gravendeel, 's- Gravenhage, 's- Gravenzande, 's-
Groot-Ammers Haastrecht Hagestein Hardinxveld-Giessendam Hazerswoude
Heenvliet Heerjansdam Hei- en Boeicop Heinenoord Hellevoetsluis
Hendrik-Ido-Ambacht Heukelum Hille gom Hoogblokland Hoornaar
Katwijk Kedichem Klaaswaal Koudekerk a/d Rijn Krimpen a/d Lek
Krimpen a/d IJssel Langerak Leerbroe k Leerdam Leiden
Leiderdorp Leidschendam
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
-
Leimuiden Lekkerkerk Lexrnond Lier, De Lisse
Maasdam Maasland Maassluis Meerkerk Middelharnis
Moerkapelle Molenaars graaf Monster Moordrecht Mijnsheerenland
Naaldwijk Nieuw-Beijerland Nieuwerkerk a/d IJssel Nieuwkoop Nieuwland
Nieuw-Lekkerland Nieuw poort Nieuwveen Noordeloos Noordwijk
Noordwijkerhout Noot dorp Numansdorp Oegst geest Oost flakkee
Oost voorne Ottoland Oud-Alblas Oud-Beijerland Oudenhoorn
Ouderkerk a/d IJssel Papendrecht Piershil Poortugaal Puttershoek
Pijnacker Reeuw ijk Rhoon Ridderkerk Rockanje
Rotterdam Rozenburg Rijnsaterwoude Rijnsburg Rijswijk
Sassenheim Schelluinen
Urbanisatiegraad
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Schiedam Schipluiden Schoonhoven Schoonrewoerd Sliedrecht
Spijkenisse Stolwijk Streefkerk Strijen Tienhoven
Valkenburg Vianen Vierpolders Vlaardingen Vlist
Voorburg Voorhout Voorschoten Waddinxveen Warmond
Wassenaar Wateringen Westmaas Woerden Woubrugge
Wijngaarden Zevenhoven Zevenhuizen Zoetermeer Zoeterwoude
Zuid-Beijerland Zuidland Zwartewaal Zwijndrecht
PROVINCIE ZEELAND
Aardenburg Arnemuiden Axel Borsele Brouwershaven
Bruinisse Domburg Duiveland Goes Hontenisse
Hulst Kapelle Kort gene Mariekerke Middelburg
Middenschouw en
Urbanisatiegraad
C 4 A l C 1 A l B 2
A 4 A 2 A 3 A l A l
A l C 1 A l C 3 A l
B 3 A l B3 B2 A 3
B3 A l A l C2 A l
A l A l A l A 3 A 3
A l A l A2 B2
A 2 A 3 A3 A l A 3
A l A 3
( A l ) C2 A l
C 1 A l A l
(Al) C 2
( A l )
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Oostburg Oud-Vossemeer Poort vliet Reimerswaal Sas van Gent
Scherpenisse Sint Annaland Sint Maartensdijk Sint Philipsland Sluis S t avenisse
Terneuzen Tholen Valkenisse Veere Vlissingen
Westerschouwen Westkapelle Wissenkerke Zierik zee
PROVINCIE NOORD-BRABANT
Aarle-Rixtel Almkerk Alphen c.a. Andel c. a. Asten
Baarle-Nassau Bakel en Milheeze Beek en Donk Beers Bergen op Zoom
Bergeyk Berghem Berkel Berlicum Best
Bladel en Netersel Boekel Boxrneer Boxtel Breda
Budel C haam Cuijk en St. Agatha Deurne Diessen
Dinteloord en Prinsenland Dongen Drunen Dungen, den Dussen
Eersel
Urbanisatiegraad
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Eet hen Eindhoven Empel en Meerwijk Engelen Ere Esch Etten-Leur Fijnaart en Heijningen Geertruidenberg Geffen
Geldrop Gemert Giessen Gilze en Rijen Goirle
Grave Gravenmoer, 's- Haaren Halsteren Haps
Heesch Heeswijk-Dinther Hee ze Helmond Helvoirt
Hertogenbosch , 's- Heusden Hilvarenbee k Hoeven Hoogeloon c.a.
Hooge en Lage Mierde Hooge en Lage Zwaluwe Huij ber gen Klundert Leende
Liempde Lies hout Lit h Loon op Zand Luyksgestel
Maarhee ze Made en Drimmelen Megen c.a. Mier10 Mil1 en St. Hubert
Moergestel Nieuw-Ginneken Nieuw-Vossemeer Nistelrode Nuenen c. a.
Nuland Oeffelt
Jrbanisatiegraad
1960 1971 L947 1956
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
.
Oirschot Oisterwijk Oost-, West- en Middelbeers Oosterhout Oploo c.a.
Oss Ossendrecht Oudenbosch Oud en Nieuw Gaste1 Prinsenbeek
Putte Raamsdonk Ravenstein Reusel Riethoven
Roosendaal en Nispen Rosmalen Rucp hen Rijsbergen Rijswijk
Schaijk Schijndel Sint Michielsgestel Sint -0edenrode Someren
Son en Breugel Sprang-Capelle St anddaarbuiten Steenbergen Terheijden
Teteringen Tilburg Uden Udenhout Valkenswaard
Veen Veghel Veld hoven Vessem c. a. Vierlingsbeek
Vlijmen Vught W aalre Waalwijk W anroi j
Waspik Werkendam Westerhoven Willemstad Woensdrecht
Woudrichem Wouw
Urbanisatiegraad
1947 1956 1960 1971 l
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeenten
Wijk en Aalburg Zeeland Zevenbergen Zundert
PROVINCIE LIMBURG
Amstenrade Arcen en Velden Baexem Beegden Beek
Beesel Belfeld Bemelen Berg en Terblijt Bergen
Bingelrade Bocholt z Born Broekhuizen Brunssum
Bunde Cadier en Keer Echt Elsloo Eijgelshoven
Eijsden Geleen Gennep Geulle Grathem
Grevenbicht Gronsveld Grubbenvorst Gulpen Haelen
Heel en Panheel Heerlen Helden Herten Heyt huysen
Hoensbroek Horn Horst Hulsber g Hunsel
Jabeek Kerkrade Kessel Klim me n Limbricht
Linne
Urbanisatiegraad
Bijlage 3 (vervolg)
Gemeent en
Maasbracht Maasbree Maastricht Margraten Meerlo-Wanssum
Meerssen Melick en Herkenbosch Merkelbeek Meijel Mheer
Mont fort Mook Munstergeleen Nederweert Neer
Nieuwenhagen Nieuwstadt Noorbeek Nuth Obbicht en Papenhoven
Ohé en Laak Oirsbeek Ottersum Posterholt Roermond
Rogge1 Roosteren Schaesberg Schimmert Schinnen
Schinveld Sevenum Simpelveld Sint Geertruid Sint Odiliënberg
Sittard Slenaken Spaubeek Stein Stevens weert
Stramproy Susteren S w almen Tegelen Thorn
Ubach over Worms Ulestraten Urmond Vaals Valkenburg-Hout hem
Venlo Venray
Urbanisatiegraad
1947 1956 1960 1971
Bijlage 3 (slot)
Gemeenten
-
Vlodrop Voerendaal Weert Wessem Wittem
Wijlre Wijnandsrade
OPENBAAR LICHAAM I
Urbanisatiegraad
Zuidelijke IJsselmeerpolders I A3 A4
1971
A2 A 4 B1 B 1 B1 B 1 B 1 B 1 C 2 C2 C 2 C2 A 3 A4 B 1 B 1 A 3 A4 A 4 B 1
1960 1947 1956