Tweetalig Duits vmbo biedt leerlingen een toekomst

1
44 Levende Talen Magazine 2012 | 3 45 Levende Talen Magazine 2012 | 3 school ruimschoots. Eelke Teitsma lacht als ik ernaar vraag. Het legt wel een grote druk op het team, moet hij toegeven. ‘Als twee docenten met leerlingen weg zijn, komt er in ons kleine team veel op het bord van de andere docenten. Maar dat doen we graag.’ In het derde jaar leggen de leerlingen een Goethe-examen af. Karin Teitsma hoopt dat ze ERK-niveau B1 halen voor de vaardigheden luisteren, lezen en gesprekken voeren. ‘Luisteren gaat zeker lukken, de tweedeklassers krijgen nu al alles mee. Lezen vinden ze lastig, ze zitten nu ergens tussen A1 en A2. Dat blijven we oefenen. En ze zijn heel vrij in het spreken. In Wenen vroegen ze of ze alleen weg mochten. Als jij je niet uit kunt drukken in een taal, dan durf je dat niet.’ Scholing Rehoboth zet nu nog niet zo in op ICT. De leerlingen chatten en mailen wel thuis met hun nieuwe vrienden en in de toekomst willen ze zeker ook ICT gaan inzetten, maar het is nu al erg intensief voor de staf. Het docententeam heeft veel te leren. De school heeft gekozen voor interne scholing van de (vak)do- centen. Zij moeten Duits op B2-niveau leren, en de aanpak van hun lessen moet veel taliger zijn dan ze gewend zijn. De techniekdocent groeide ook op in deze regio: ‘Ik luister van jongs af aan altijd naar de Duitse radio, en ik kom vaak in Duitsland. Lesgeven in het Duits gaat mij wel goed af en ik vind het leuk om te doen.’ De docente rekenen zit dit jaar voor het eerst bij het tto-team. Zij vindt het niet moeilijk om Duits te praten, maar ze weet niet goed of de leerlingen de opdrachten wel begrijpen. Een leuke uitdaging vindt ze het zeker. Na de eer- ste projectles denkt ze dat de leerlingen het niet gaan redden. Maar uit ervaring weet Karin Teitsma dat het kwartje in- eens valt en dat het in de tweede les dan erg snel kan gaan. Op mijn vraag of tweetalig onder- wijs wel geschikt is voor vmbo-leer- lingen antwoordt Karin Teitsma heel stellig: ‘Het taalniveau dat een leer- ling kan halen, is niet gelinkt aan het niveau van de opleiding. Kijk maar naar Nederlandse kinderen die in Duitsland gaan wonen: binnen de kortste keren zitten ze met Duits op C-niveau, ook leerlingen van het basisberoepsonder- wijs. Onze leerlingen zijn echt gemoti- veerd om de Duitse taal goed onder de knie te krijgen, ze vinden het leuk en ze weten dat daar een toekomst voor hen ligt.’ GW Leerlingen van de tweede klas van de CSG Rehoboth bezoeken de kerstmarkt in Oldenburg. Foto: Eelke Teitsma TWEETALIG DUITS VMBO BIEDT LEERLINGEN EEN TOEKOMST Nieuwsgierig geworden naar de praktijk van tweetalig onderwijs op het vmbo be- zocht ik begin januari de CSG Rehoboth in Hoogezand, waar sinds september 2010 tweetalig onderwijs Duits wordt ge- geven aan mavoleerlingen. Voor vmbo- leerlingen uit deze regio is het van groot belang dat ze Duits spreken en Duitsland kennen. Plezier in lesgeven en motivatie om te leren gaan hand in hand. ‘In deze grensstreek hebben leerlin- gen meer kans op een baan als ze een Goethe-certificaat hebben, als ze kunnen zeggen: “Ik kan Duits lezen en spreken.” Het tweetalig Duits vmbo voorziet dui- delijk in een behoefte bij bedrijven in de regio, en de leerlingen zijn erg gemoti- veerd om de taal te leren.’ Eelke Teitsma is zich ervan bewust dat het scheppen van extra kansen juist voor vmbo’ers heel belangrijk is. ‘Er is een grote kans dat juist vmbo-leerlingen in de regio blijven waar ze opgroeien. Dan moet je inspelen op de lokale behoefte. In deze regio is dat kennis van het Duits. Op Karfreitag kun je net over de grens een kanon afschieten, en in Groningen en Winschoten zie je alleen maar witte nummerborden.’ De aardrijkskundeleraar werkt sinds zeven jaar op de CSG Rehoboth om internati- onalisering op te zetten. De eerste keer dat hij naar het buitenland ging met havo 3-leerlingen was een catastrofe. Ze spraken geen woord Duits, misschien wel omdat het Duits altijd in het Nederlands gedoceerd werd. Om hier verandering in aan te brengen voerde de school ver- sterkt Duits in. Langzaam groeide zo het idee tweetalig Duits onderwijs in te voeren, alleen voor de mavoleerlingen. Schooljaar 2010–2011 is tto Duits van start gegaan met de doelstelling kansen op werk en een toekomst te creëren. Het was niet de opzet om meer leerlingen te werven, maar blijkbaar spreekt het twee- talig onderwijs de leerlingen wel aan: er is veel belangstelling voor. Tweetalig curriculum Hoewel er verschillen zijn tussen twee- talig onderwijs Engels en Duits, hante- ren ze op de Rehoboth zo veel mogelijk de Standaard tvmbo zoals die door de Werkgroep tvmbo vooral voor het Engels is vastgesteld (zie <www.europeesplat- form.nl>). Er wordt dus dertig procent van de lestijd in het Duits lesgegeven met authentieke lesmaterialen. Daarnaast is er in het hele curriculum extra aandacht voor taal. De leerlingen krijgen vijf uur Nederlands en vier uur Engels per week. In het eerste jaar krijgen leerlin- gen vier uur per week Duits volgens het principe ‘doeltaal is voertaal’. Twee uur wordt er uit het boek gewerkt. Daarnaast krijgen ze één uur leesles en één uur communicatieles. De docente Duits en een taalassistent (moedertaalspreker) delen de klas in twee groepen en kun- nen zo veel aandacht aan de leerlingen besteden. Dat werpt vruchten af. Karin Teitsma, de tto-docente Duits, vertelt dat ze de onderwerpen eerst dicht bij huis houden: ‘Wie ben ik, mijn hobby’s, als ik op een feestje ben, en dergelijke. Natuurlijk is er ook veel aandacht voor Schülersprache.’ Vóór de kerstvakantie zijn de leerlingen al twee keer een dag in Duitsland geweest: boodschappen doen in Weener met projectgeld (de winke- liers zijn op de hoogte en later wordt er echt afgerekend) en een kerstmarkt bezoeken. Na de kerstvakantie wordt in drie projectweken uitsluitend de doel- taal Duits gesproken, ook door de vak- docenten aardrijkskunde, geschiedenis, godsdienst, nask, rekenen, techniek en gym. Er is een overkoepelend thema, waarvoor de Duitse lesmaterialen door de leraren zelf ontwikkeld zijn. In een Nachhilfestunde kunnen de leerlingen met vragen komen en dingen afmaken. Huiswerk hebben ze deze weken niet, het is al vermoeiend genoeg. In de tweede klas krijgen de leer- lingen naast Duits bij drie andere vak- ken permanent les in de doeltaal. Dat zijn aardrijkskunde, gym en godsdienst. Na de krokusvakantie wordt er gewis- seld met bijvoorbeeld economie, om de docenten te ontlasten. De godsdienstle- raar is een Duitser, dus die geeft het hele jaar les in de doeltaal. Verspreid over het jaar gaan er steeds acht leerlingen op uitwisseling: ze gaan naar Boedapest, Wenen, Zwickau en Abtenau. Later in het jaar komen de Duitstalige leerlingen naar Nederland en wordt er hier samen- gewerkt aan onder andere een project over te veel sneeuw en te veel water. In het derde leerjaar lopen de leerlin- gen een week stage in Duitsland. Daar krijgt de Rehoboth volgend jaar voor het eerst mee te maken. Hoewel er al stageplaatsen zijn aangeboden, wordt dat nog best spannend en druk: subsi- dies aanvragen bij onder meer de Eems- Dollardregio, voldoende stageplaatsen regelen, vervoer regelen en eventueel onderdak. Maar iedereen kijkt ernaar uit. Bovendien gaan de derdeklassers een week naar Wenen voor een taal- en cultuurproject. Later komen de Weners natuurlijk naar Hoogezand, maar dan wordt er Engels gesproken. Zij willen natuurlijk ook graag een vreemde taal leren. Aan de internationaliseringseis die in de Standaard tvmbo staat, voldoet de praktijk DUITS

Transcript of Tweetalig Duits vmbo biedt leerlingen een toekomst

Page 1: Tweetalig Duits vmbo biedt leerlingen een toekomst

44 Levende Talen Magazine 2012|3 45 Levende Talen Magazine 2012|3

school ruimschoots. Eelke Teitsma lacht als ik ernaar vraag. Het legt wel een grote druk op het team, moet hij toegeven. ‘Als twee docenten met leerlingen weg zijn, komt er in ons kleine team veel op het bord van de andere docenten. Maar dat doen we graag.’

In het derde jaar leggen de leerlingen een Goethe-examen af. Karin Teitsma hoopt dat ze ERK-niveau B1 halen voor

de vaardigheden luisteren, lezen en gesprekken voeren. ‘Luisteren gaat zeker lukken, de tweedeklassers krijgen nu al alles mee. Lezen vinden ze lastig, ze zitten nu ergens tussen A1 en A2. Dat blijven we oefenen. En ze zijn heel vrij in het spreken. In Wenen vroegen ze of ze alleen weg mochten. Als jij je niet uit kunt drukken in een taal, dan durf je dat niet.’

ScholingRehoboth zet nu nog niet zo in op ICT. De leerlingen chatten en mailen wel thuis met hun nieuwe vrienden en in de toekomst willen ze zeker ook ICT gaan inzetten, maar het is nu al erg intensief voor de staf. Het docententeam heeft veel te leren. De school heeft gekozen voor interne scholing van de (vak)do-centen. Zij moeten Duits op B2-niveau leren, en de aanpak van hun lessen moet veel taliger zijn dan ze gewend zijn. De techniekdocent groeide ook op in deze regio: ‘Ik luister van jongs af aan altijd naar de Duitse radio, en ik kom vaak in Duitsland. Lesgeven in het Duits gaat mij wel goed af en ik vind het leuk om te doen.’ De docente rekenen zit dit jaar voor het eerst bij het tto-team. Zij vindt het niet moeilijk om Duits te praten, maar ze weet niet goed of de leerlingen de opdrachten wel begrijpen. Een leuke uitdaging vindt ze het zeker. Na de eer-ste projectles denkt ze dat de leerlingen het niet gaan redden. Maar uit ervaring weet Karin Teitsma dat het kwartje in-eens valt en dat het in de tweede les dan erg snel kan gaan.

Op mijn vraag of tweetalig onder-wijs wel geschikt is voor vmbo-leer-lingen antwoordt Karin Teitsma heel stellig: ‘Het taalniveau dat een leer-ling kan halen, is niet gelinkt aan het niveau van de opleiding. Kijk maar naar Nederlandse kinderen die in Duitsland gaan wonen: binnen de kortste keren zitten ze met Duits op C-niveau, ook leerlingen van het basisberoepsonder-wijs. Onze leerlingen zijn echt gemoti-veerd om de Duitse taal goed onder de knie te krijgen, ze vinden het leuk en ze weten dat daar een toekomst voor hen ligt.’ GW ■

Leerlingen van de tweede klas van de CSG Rehoboth bezoeken de kerstmarkt in Oldenburg. Foto: Eelke Teitsma

TWEETALIG DUITS VMBO BIEDT LEERLINGEN EEN TOEKOMSTNieuwsgierig geworden naar de praktijk van tweetalig onderwijs op het vmbo be-zocht ik begin januari de CSG Rehoboth in Hoogezand, waar sinds september 2010 tweetalig onderwijs Duits wordt ge-geven aan mavoleerlingen. Voor vmbo-leerlingen uit deze regio is het van groot belang dat ze Duits spreken en Duitsland kennen. Plezier in lesgeven en motivatie om te leren gaan hand in hand.

‘In deze grensstreek hebben leerlin-gen meer kans op een baan als ze een Goethe-certificaat hebben, als ze kunnen zeggen: “Ik kan Duits lezen en spreken.” Het tweetalig Duits vmbo voorziet dui-delijk in een behoefte bij bedrijven in de regio, en de leerlingen zijn erg gemoti-veerd om de taal te leren.’ Eelke Teitsma is zich ervan bewust dat het scheppen van extra kansen juist voor vmbo’ers heel belangrijk is. ‘Er is een grote kans dat juist vmbo-leerlingen in de regio blijven waar ze opgroeien. Dan moet je inspelen op de lokale behoefte. In deze regio is dat kennis van het Duits. Op Karfreitag kun je net over de grens een kanon afschieten, en in Groningen en Winschoten zie je alleen maar witte nummerborden.’ De aardrijkskundeleraar werkt sinds zeven jaar op de CSG Rehoboth om internati-onalisering op te zetten. De eerste keer dat hij naar het buitenland ging met havo 3-leerlingen was een catastrofe. Ze spraken geen woord Duits, misschien wel omdat het Duits altijd in het Nederlands gedoceerd werd. Om hier verandering in aan te brengen voerde de school ver-sterkt Duits in. Langzaam groeide zo het idee tweetalig Duits onderwijs in te voeren, alleen voor de mavoleerlingen. Schooljaar 2010–2011 is tto Duits van start gegaan met de doelstelling kansen op werk en een toekomst te creëren. Het

was niet de opzet om meer leerlingen te werven, maar blijkbaar spreekt het twee-talig onderwijs de leerlingen wel aan: er is veel belangstelling voor.

Tweetalig curriculumHoewel er verschillen zijn tussen twee-talig onderwijs Engels en Duits, hante-ren ze op de Rehoboth zo veel mogelijk de Standaard tvmbo zoals die door de Werkgroep tvmbo vooral voor het Engels is vastgesteld (zie <www.europeesplat-form.nl>). Er wordt dus dertig procent van de lestijd in het Duits lesgegeven met authentieke lesmaterialen. Daarnaast is er in het hele curriculum extra aandacht voor taal. De leerlingen krijgen vijf uur Nederlands en vier uur Engels per week.

In het eerste jaar krijgen leerlin-gen vier uur per week Duits volgens het principe ‘doeltaal is voertaal’. Twee uur wordt er uit het boek gewerkt. Daarnaast krijgen ze één uur leesles en één uur communicatieles. De docente Duits en een taalassistent (moedertaalspreker) delen de klas in twee groepen en kun-nen zo veel aandacht aan de leerlingen besteden. Dat werpt vruchten af. Karin Teitsma, de tto-docente Duits, vertelt dat ze de onderwerpen eerst dicht bij huis houden: ‘Wie ben ik, mijn hobby’s, als ik op een feestje ben, en dergelijke. Natuurlijk is er ook veel aandacht voor Schülersprache.’ Vóór de kerstvakantie zijn de leerlingen al twee keer een dag in Duitsland geweest: boodschappen doen in Weener met projectgeld (de winke-liers zijn op de hoogte en later wordt er echt afgerekend) en een kerstmarkt bezoeken. Na de kerstvakantie wordt in drie projectweken uitsluitend de doel-taal Duits gesproken, ook door de vak-docenten aardrijkskunde, geschiedenis,

godsdienst, nask, rekenen, techniek en gym. Er is een overkoepelend thema, waarvoor de Duitse lesmaterialen door de leraren zelf ontwikkeld zijn. In een Nachhilfestunde kunnen de leerlingen met vragen komen en dingen afmaken. Huiswerk hebben ze deze weken niet, het is al vermoeiend genoeg.

In de tweede klas krijgen de leer-lingen naast Duits bij drie andere vak-ken permanent les in de doeltaal. Dat zijn aardrijkskunde, gym en godsdienst. Na de krokusvakantie wordt er gewis-seld met bijvoorbeeld economie, om de docenten te ontlasten. De godsdienstle-raar is een Duitser, dus die geeft het hele jaar les in de doeltaal. Verspreid over het jaar gaan er steeds acht leerlingen op uitwisseling: ze gaan naar Boedapest, Wenen, Zwickau en Abtenau. Later in het jaar komen de Duitstalige leerlingen naar Nederland en wordt er hier samen-gewerkt aan onder andere een project over te veel sneeuw en te veel water.

In het derde leerjaar lopen de leerlin-gen een week stage in Duitsland. Daar krijgt de Rehoboth volgend jaar voor het eerst mee te maken. Hoewel er al stageplaatsen zijn aangeboden, wordt dat nog best spannend en druk: subsi-dies aanvragen bij onder meer de Eems-Dollardregio, voldoende stageplaatsen regelen, vervoer regelen en eventueel onderdak. Maar iedereen kijkt ernaar uit. Bovendien gaan de derdeklassers een week naar Wenen voor een taal- en cultuurproject. Later komen de Weners natuurlijk naar Hoogezand, maar dan wordt er Engels gesproken. Zij willen natuurlijk ook graag een vreemde taal leren.

Aan de internationaliseringseis die in de Standaard tvmbo staat, voldoet de

praktijk DUITS