Tweede Voortgangsrapportage - Vitale Varkens · Voor u ligt de Tweede Voortgangsrapportage van de...
Transcript of Tweede Voortgangsrapportage - Vitale Varkens · Voor u ligt de Tweede Voortgangsrapportage van de...
Bigvitaliteit in de Nederlandse zeugenhouderij
Tweede Voortgangsrapportage
Plan van aanpak “Verlaging biggenuitval”
Jaar 2017
Stuurgroep “Bigvitaliteit”
Juni 2018
Inleiding
Voor u ligt de Tweede Voortgangsrapportage van de Stuurgroep “Bigvitaliteit” betreffende het jaar
2017. De rapportage geeft inzicht in de voortgang en resultaten van het in 2016 vastgestelde Plan
van Aanpak om de uitval van biggen in de Nederlandse zeugenhouderij te verlagen.
Varkenshouders werken, samen met erfbetreders, hard om de bigvitaliteit verder te laten
toenemen en daarmee de biggenuitval te laten dalen. Uit de Voortgangsrapportage blijkt dat het
uitvalspercentage van de biggen in 2017 licht is gedaald van 13,6% (in 2016) tot 13,3%.
Voor de Stuurgroep een stimulans en bevestiging om vol vertrouwen op de ingeslagen weg door te
gaan.
Achtergrond
In 2009 is de Stuurgroep “Bigvitaliteit” opgericht. Deze Stuurgroep heeft een Plan van Aanpak
opgesteld om de uitval van biggen in de Nederlandse zeugenhouderij te verlagen. Uit het oogpunt
van dierenwelzijn, het welzijn van de varkenshouder en zijn gezin en vanuit maatschappelijk en
economisch oogpunt is en blijft bigvitaliteit een belangrijk aandachtspunt. De effecten van de
activiteiten uit het Plan van Aanpak 2009 waren niet voldoende. Dit heeft ertoe geleid dat de
Stuurgroep Bigvitaliteit in juni 2016 een nieuw Plan van Aanpak heeft opgesteld. Begin 2017 is de
eerste voortgangsrapportage opgesteld over 2016. Deze tweede voortgangsrapportage betreft
2017.
Doel
Doelstelling van het Plan van Aanpak is het verminderen van biggenuitval in Nederland. Daarbij
heeft de Stuurgroep “Bigvitaliteit” als uitgangspunt vastgesteld dat ‘een zeug zelfstandig haar
biggen kan grootbrengen’. In het Plan van Aanpak zijn de activiteiten opgenomen welke hieraan
moeten bijdragen. Deze activiteiten zijn verder uitgewerkt in een Projectplan. In dit Projectplan is
als doelstelling geformuleerd: “Komen tot minimale uitval door goed uitgangsmateriaal en optimale
zorg rond het werpen en de eerste levensweken van de geboren biggen”. Hiermee werkt de sector
aan een maatschappelijk, economische en ethisch verantwoorde en geaccepteerde
varkenshouderij. Een varkenshouderij die gekenmerkt wordt door een acceptabel productieniveau
(voor zowel maatschappij als varkenshouder), waarbij diergezondheid en dierenwelzijn geborgd
zijn. Met de uitvoering hiervan is in 2017 een aanvang gemaakt.
In 2017 is vooral gewerkt aan verbetering van de bigvitaliteit en daarmee aan verlaging van de
biggenuitval, uitgaande van de huidige situatie op de bedrijven. Voor effecten op de langere
termijn zijn in het Plan van Aanpak activiteiten benoemd die in de sector en/of op bedrijven leiden
tot mogelijke structuuraanpassingen om te komen tot lagere uitval van biggen.
Bigvitaliteit verbeteren vraagt kennisontwikkeling en verandering op meerdere aspecten. Het gaat
om voeding, gezondheid, klimaat, fokkerij en gedrag van dieren en mensen. Een integrale aanpak
is hiervoor nodig. Concreet bevat het plan de volgende activiteiten:
Checklist met succesfactoren (enquête bigvitaliteit)
Onderzoek
Kennisdeling en bedrijfsbegeleiding
Koppelen aan markt
Fokkerijbeleid evalueren en bijstellen
Monitoring en evaluatie
Voortgang.
Hieronder wordt een toelichting gegeven op de voortgang van de belangrijkste activiteiten van
2017 zoals de checklist met succesfactoren (enquête), onderzoek van o.a. toomgrootte,
bedrijfsbegeleiding en kennisdeling. Voor de voortgang op de andere onderdelen wordt verwezen
naar het overzichtsschema verderop.
Enquête
In opdracht van de Stuurgroep “Bigvitaliteit” is in 2017 door de WUR en dierenartsen een
bedrijfsenquête ontwikkeld. Doel van deze enquête is het actief onder de aandacht brengen van
het thema bigvitaliteit én ophalen van succesfactoren voor een lagere biggenuitval in de praktijk.
Voor de enquête zijn een groep bedrijven met gemiddeld lage biggenuitval en een groep bedrijven
met een gemiddeld hogere biggenuitval ondervraagd. Dat betekent dat de enquête geen
representatief steekproef is en daarmee geen representatief beeld geeft van de Nederlandse
zeugenhouderij. Wat ook niet het doel van de enquête was.
In de eerste helft van 2017 is deze enquête uitgevoerd door dierenartsen op 85 zeugenbedrijven.
Daaronder 10 biologische zeugenbedrijven. In de tweede helft van 2017 zijn de uitkomsten van de
enquête verwerkt en geanalyseerd. Op basis van de uitkomsten daarvan zijn de belangrijkste
kritische succesfactoren bepaald. Deze zijn verwerkt in een checklist.
Checklist met succesfactoren (enquête bigvitaliteit)
Wageningen Livestock Research heeft samen met dierenartsen de uitkomsten van de enquête
verwerkt tot een checklist Bigvitaliteit. De checklist is afgestemd met deskundigen op gebied van
fokkerij, gezondheid en voeding. Sinds 16 januari 2018 is de checklist beschikbaar voor
erfbetreders om samen met varkenshouders en deskundigen in te vullen. Het is een praktische lijst
met succesfactoren voor een betere bigoverleving in de kraamstal. Aan de orde komen o.a. vragen
over opfokzeugen, voeding, huisvesting, management rond en na geboorte alsmede de gezondheid
van zeugen en biggen.
Met het invullen van de checklist krijgt een varkenshouder een goed beeld van zijn bedrijf en
komen succesfactoren en verbeterpunten naar voren. Er zijn protocollen opgesteld met tips die
helpen bij het oppakken van verbeterpunten. In bijeenkomsten en contacten met varkenshouders
en erfbetreders is ruim aandacht besteed aan de checklist en inmiddels is die breed verspreid. Met
het gebruik van de checklist door erfbetreders en deskundigen is een start gemaakt. De checklist is
goed ontvangen en de eerste ervaringen hiermee zijn positief. De checklist is als bijlage 2
toegevoegd.
Onderzoek
In het Projectplan “Vermindering biggenuitval” zijn vier onderzoeksvragen geformuleerd:
1. Wat is een optimale toomgrootte?
2. Wat is het effect van toomgrootte op bigkwaliteit?
3. Wat is de marktwaarde van bigkwaliteit?
4. Wat is een te accepteren percentage biggenuitval? Hoe is dat bepaald en wat zijn de
uitgangspunten daarbij?
De onderzoeksvragen 1 tot en met 3 zijn uitgevoerd door Wageningen Economic Research.
Het onderzoek naar de economisch optimale toomgrootte geeft aan dat meer grootgebrachte
biggen ook een hoger bedrijfsrendement betekent. In dit onderzoek is geen effect aangetoond van
de toomgrootte op de uiteindelijke bigkwaliteit. Verder is in dit onderzoek ook geen effect
aangetoond tussen toomgrootte en uiteindelijke waarde van de biggen onder de huidige
marktomstandigheden. De rapporten met onderzoeksresultaten staan op website van WUR.
Onderzoeksvraag 4 is een doorlopend proces dat in 2018 verder wordt opgepakt. Daarvoor is een
ethicus betrokken bij het proces en uitvoering.
Kennis bundelen en delen
Door de Focusgroep “Bigvitaliteit” en het Projectteam wordt structureel gewerkt aan verzamelen
van nationale en internationale beschikbare kennis op het gebied van bevorderen van bigvitaliteit
en daarmee verlaging van de biggenuitval. Deze kennis wordt gebruikt voor onderbouwing van de
succesfactoren en kennisverspreiding.
Zo is er in 2017 veel aandacht geweest voor het agenderen van het thema bigvitaliteit bij
bedrijfsleven. Naast kennissessies en studiebijeenkomsten met zeugenhouders zijn ook adviseurs
van fokkerij-organisaties en mengvoerbedrijven alsmede dierenartsen hierbij betrokken geweest.
Er zijn verschillende artikelen verschenen in vakbladen. In 2017 is het thema Bigvitaliteit daarmee
daadwerkelijk en uitgebreid op de agenda gekomen.
Communicatie
Als onderdeel van het Projectplan is in 2017 gestart met de uitvoering van het communicatieplan.
Met name is ingezet op de interne communicatie richting de primaire varkenshouder en
erfbetreders. Eind 2017 is een aanzet gemaakt voor de verdere uitwerking van de externe
communicatie. De actuele stand van zaken is weergegeven op de website www.vitalevarkens.nl die
wordt gebruikt om burgers / maatschappij te informeren over het thema. Deze website is in 2017
geactualiseerd en wordt actief beheerd.
Cijfers 2017
Uit de definitieve cijfers Agrovision over 2017 blijkt dat het uitvalspercentage van de biggen licht is
gedaald van 13.6% (in 2016) tot 13.3%. Het betreft het naar aantallen zeugen gewogen,
rekenkundig gemiddelde uitvalspercentage van biggen tot de leeftijd van spenen.
De Stuurgroep ziet in de stabilisatie van het uitvalspercentage over 2017 een stimulans en
bevestiging om op de ingeslagen weg door te gaan. Met name van maatregelen op gebied van
management, huisvesting en fokkerij kunnen pas op de langere termijn effecten worden verwacht.
Samenvatting voortgang
In onderstaande tabel staat samengevat de voortgang op basis van de onderwerpen en activiteiten
die genoemd zijn in het Plan van Aanpak, juni 2016.
Activiteiten Status
Expertgroep
Bigvitaliteit
Inhoudelijke advisering aan
Stuurgroep en Projectteam
Kennisontwikkeling en
-verspreiding
Enquête ontwikkeld
Stuurgroep geadviseerd
Kennis verzameld
Meegedacht bij ontwikkeling
projectvoorstel
Onderzoek optimale
toomgrootte
Onderzoek door Wageningen
Economic Research
Gereed.
Onderzoek in 2017 uitgevoerd
Expertgroep,
onderzoek en
erfbetreders
Ontwikkelen, afnemen en
analyseren enquête. Opstellen
checklist, begeleiding van
bedrijven.
Gereed.
Uitgebreide aandacht voor het gebruik van
de checklist op de bedrijven om zo te
komen tot verbeteringen.
Onderwijs en
scholing
Kennisoverdracht
Leeractiviteiten
Coaching op het bedrijf
Kennisdeling uitgewerkt in het
Projectplan.
In samenwerking met
onderwijsinstellingen aanzet voor
ontwikkeling lesmateriaal.
Verbinding gemaakt met Agrivaknet
Communicatie en
rapportage
Open communicatie extern
Inzetten website
www.vitalevarkens.nl
Kennisdeling richting sector doorlopend
proces
Communicatie-aanpak ontwikkeld
Website geactualiseerd
Europees agenderen
biggenuitval
Agenderen via overheden en
organisaties
Toewerken naar Europese
afspraken
Bestuurlijk doorlopend proces
Fokkerij Analyseren en evt. bijstellen
van fok- en selectiedoelen
Fokdoelen van fokkerij organisaties zijn
opgehaald en langs elkaar gelegd
Trends door de jaren in beeld gebracht
Doorlopend onderwerp van gesprek
Marktvraag Verkennen marktvraag als
strategie met bigvitaliteit als
onderdeel ketenconcepten
Doorlopend proces met projectpartners
In 2017 is hard gewerkt aan ontwikkeling van de checklist Bigvitaliteit en de bijbehorende
protocollen. Met veel commitment van bedrijfsleven en dierenartsen is de checklist door WUR
opgeleverd en door de sector in gebruik genomen.
Doorkijk 2018
Het Projectplan heeft nog ongewijzigd commitment van betrokken partijen en is ook voor 2018
leidend voor de verdere aanpak. In 2018 staat het verder uitdragen en in de praktijk
implementeren van de checklist centraal. Veel aandacht zal uitgaan naar de interne communicatie
richting varkenshouderij en de externe communicatie richting stakeholders, NGO’s, politiek en
maatschappelijke organisaties om te laten zien waar wij als varkenssector mee bezig zijn.
Voor het verder verbeteren van de bigvitaliteit op de zeugenbedrijven is het betrekken en
motiveren van erfbetreders een belangrijk voorwaarde voor succes. Zij vervullen in belangrijke rol
richting het adviseren en motiveren van zeugenhouders. Daarvoor is begin 2018 de Focusgroep
Bigvitaliteit geïnstalleerd waarbij met name het doel is om de opgedane kennis op een goede wijze
door te vertalen naar de zeugenhouders. Deze groep wordt intensief betrokken bij het formuleren
en oplossen van knelpunten in de praktijk, en het uitrollen van kennis. Daarnaast ondersteunt de
Focusgroep tweede lijns adviseurs en eerste lijns implementatie van kennis op zeugenbedrijven.
Reflectie
De Stuurgroep “Bigvitaliteit” is positief over de stappen die gezet zijn in 2017 en kijkt, mede gezien
de eerste positieve effecten, vol vertrouwen uit naar de verdere uitvoering van het project. In het
jaar 2018 zal ook het vervolgproject 2019-2020 geformuleerd worden. Hierin zullen met name ook
de onderwerpen ethische en verantwoorde varkenshouderij en mogelijke structuuraanpassingen in
de sector worden meegenomen met als doel de biggenvitaliteit verder te verbeteren.
Het project Bigvitaliteit is onderdeel van de Onderzoeksagenda Varkenshouderij waarin o.a. ook de
onderwerpen castratie, couperen, reductie antibioticagebruik zijn opgenomen. In de loop van dit
jaar wordt onderzocht of er stappen gezet kunnen worden om te komen tot een benchmark
diergezondheid/ dierenwelzijn en of dat ook door vertaald kan worden naar het Normenkader KKS
Holland Varken. De inzet is en blijft om integraal in te zetten op een goede diergezondheid en
dierenwelzijn. Een goede bigvitaliteit is hier onlosmakelijk een onderdeel van. De aandachtspunten
vanuit het veld zullen daarvoor aan de basis staan. Geconstateerd wordt dat verbetering van
bigvitaliteit en daarmee verlaging van de biggenuitval inmiddels hoog op de agenda staat bij zowel
de praktische zeugenhouders, erfbetreders en ook andere relevante ketenpartijen.
Namens de Stuurgroep “Bigvitaliteit”
Drs. C.C.E. Jansen, voorzitter.
BIJLAGE 1 Stuurgroep en organisatie
Samenstelling Stuurgroep
De Stuurgroep “Bigvitaliteit” wordt gevormd door vertegenwoordigers uit de gehele
varkenshouderij keten: varkenshouders (POV), Vereniging Biologische Varkenshouders (VBV),
varkensfokkerij organisaties (Topigs Norsvin, PIC, Next Genetix), dierenartsen (KNMvD),
diervoederindustrie (Nevedi), veehandel (Vee en Logistiek Nederland V&LN), vleesverwerkende
bedrijven (COV) en de Dierenbescherming. Zij stellen zich verantwoordelijk voor de uitvoering van
het Plan van Aanpak “Verlaging biggenuitval”.
Voorzitter van de Stuurgroep is mw. Ingrid Jansen namens de Producenten Organisatie
Varkenshouderij (POV).
Organisatie
Het Plan van Aanpak “Verlaging biggenuitval” is verder geconcretiseerd in een Projectplan. Vanuit
het Plan van Aanpak is een projectorganisatie ingericht. In 2017 omvatte deze organisatie:
Stuurgroep.
In de Stuurgroep zijn alle partners vertegenwoordigd. De Stuurgroep is bestuurlijk
verantwoordelijk voor monitoring en voortgang. In 2017 kwam de Stuurgroep 3-maal
bijeen.
Projectteam.
Het Projectteam wordt gevormd door de secretaris van de Stuurgroep, de projectleider,
Wageningen UR en de POV verantwoordelijke voor onderzoek. Dit Projectteam is
verantwoordelijk voor dagelijkse uitvoering van het project.
Begeleidingsgroep.
De Begeleidingsgroep “Bigvitaliteit” heeft afgevaardigden vanuit de relevante
sectorpartijen. De Begeleidingsgroep monitort het project en adviseert Stuurgroep en
Projectteam op inhoud en proces. In 2017 kwam de Begeleidingsgroep 3-maal bijeen.
In 2017 heeft de Begeleidingsgroep de volgende zaken opgepakt:
- Advisering van de Stuurgroep, met name over de inhoudelijke thema’s
aangaande bigvitaliteit,
- Verzamelen van praktische kennis, nationaal en internationaal, over
mogelijkheden om te komen tot verbetering van bigvitaliteit.
- Verdere ontwikkeling, uitvoering en verwerking van de enquête.
Focusgroep Bigvitaliteit
Er is een Focusgroep Bigvitaliteit ingericht met daarin ‘onafhankelijke’ experts vanuit de
praktijk: dierenartsen, specialisten vanuit mengvoer, zelfstandige experts. Een groep van
15 personen met specialisten die daadwerkelijk verandering kunnen inzetten op
varkensbedrijven. Deze groep wordt intensief betrokken bij het project voor kennisdeling,
en strategie om te komen tot verbetering op zeugenbedrijven. Hierdoor wordt ook meer
gedragen verantwoordelijkheid ontwikkeld. Zij zullen een rol vervullen in overdracht van
kennis en aanpak richting hun collega’s.
De checklist Bigvitaliteit is opgesteld door Wageningen Livestock Research, De Varkenspraktijk, VGTZ, AdVee Dierenartsen, Varkensartsen, De Oosthof Dierenartsen, SUVITA Varkensartsen, Lintjeshof Dierenartsen, Dierenartsencombinatie ZuidOost en de KNMvD vakgroep gezondheidszorg varken in opdracht van en gefinancierd door het Ministerie LNV, de Stuurgroep Bigvitaliteit en de Partners Bigvitaliteit. De checklist Bigvitaliteit is te downloaden onder ‘Producten en diensten’ op www.vicsterksel.nl en onder dossier ‘Bigvitatiteit’ op www.varkensnet.nl
Checklist Bigvitaliteit Met het invullen van deze checklist maakt u succesfactoren en verbeterpunten op uw bedrijf inzichtelijk. Een kruisje / vinkje in de kolom ‘Ja’ betekent dat dit een succesfactor is voor het beperken van de uitval van biggen in de kraamstal op uw bedrijf; ‘Nee’ betekent dat dit een verbeterpunt is voor minder uitval van biggen in uw kraamstal. Sommige verbeterpunten hebben meer impact dan andere.
Alleen relevante vragen De checklist is opgesteld op basis van een uit-gebreide, op 84 varkensbedrijven ingevulde, vragenlijst. Tijdens een dierenartsbezoek heb-ben de varkenshouder en de dierenarts sa-men de vragenlijst ingevuld. Alleen de vragen die, na analyse van de 84 ingevulde lijsten, een relatie bleken te hebben met de uitval van biggen in de kraamstal zijn in deze check-list opgenomen. Daarmee biedt deze checklist u de mogelijk-heid om zeer doelgericht de uitval van big-gen in uw kraamstal te verminderen. Niet relevant bleken vragen over: aantal zeugen op het bedrijf, percentage afgevoerde zeugen, verstrekken nestelmateriaal, gebruik werpmatten, werk in de kraamstal wordt voornamelijk door een vrouw gedaan, voerschema tijdens de dracht, verstrekte hoeveelheid voer per zeug per jaar, op-bouw van het voerschema na geboorte, extra drinkwater verstrekken rond geboorte, gebruik droogvoer of brijvoer, eigen bron of leidingwater en aantal dagen leegstand in de kraamstal voor het inzetten van een nieuwe groep zeugen.
7. Gezondheid en ingrepen biggen (zie ook protocol zorg rondom geboorte en protocol reinigen en ontsmetten) Nee Ja
a) Beertjes worden niet gecastreerd. b) Als wel wordt gecastreerd, wordt er gewerkt volgens het
protocol zorg rondom geboorte.
c) Geboortediarree is afwezig bij biggen van gelten. d) Symptomen van smeerwrang zijn afwezig bij de biggen. e) Maximaal 2% van de totale uitval in de kraamstal wordt ver-
oorzaakt door diarree.
f) Maximaal 5% van de totale uitval na spenen wordt veroor-zaakt door diarree.
g) De volgorde waarin de verschillende diercategorieën ver-zorgd worden, is volgens het protocol zorg rondom geboorte.
h) Bij controle in de kraamstal wordt er van jong naar oud ge-werkt.
i) De kraamhokken worden zo weinig mogelijk betreden. j) Tomen met diarree of biggen van een pleegzeug worden als
laatste behandeld.
Janu
ari 2
018
1. Algemene bedrijfsgegevens
Nee Ja a) Er zijn minimaal 4,2 biggenopfokplaatsen per zeug.
b) Er wordt een andere eindbeer dan Pietrain gebruikt.
2. Opvang en adaptatie opfokzeugen (zie ook protocol opfokzeugen)
Nee Ja a) Eigen aanfok van opfokzeugen.
b) Aangekochte dieren komen eerst in een quarantainestal.
c) Alleen selectie van opfokzeugen met minimaal 14 spenen.
d) Er wordt een strikt adaptatieprotocol gevolgd.
e) Er vindt gewenning aan een box plaats voor 1ste inseminatie.
3. Voeding, huisvesting en management guste en dragende zeugen Nee Ja
a) Er vindt structureel tweemaal daags beercontact/beerstimu-latie voor insemineren plaats.
b) De dragende zeugen worden tweemaal daags gevoerd.
c) De voerinstallatie wordt minimaal tweemaal per jaar geijkt.
4. Huisvesting kraamstal
Nee Ja a) De oppervlakte van het kraamhok is minimaal 4,25 m2.
b) De balansvloer is aan in de 1ste week na geboorte.
c) De zeug ligt op een rooster anders dan beton.
d) De vloer in het biggennest is anders dan beton.
e) Er is een ventilatiesysteem anders dan deurventilatie.
f) De staat van onderhoud van de vloer is goed (niet ruw).
5. Management rond geboorte (zie ook protocol zorg rondom geboorte) Nee Ja
a) Er zijn minimaal 10 controlerondes per dag rond geboorte.
b) Rond geboorte en de eerste twee dagen na geboorte is er minimaal 9 uur per dag iemand aanwezig in de kraamstal.
c) De zeugen krijgen de laatste twee dagen voor geboorte vol-doende voer (meer dan 1,5 kg voer per dag).
d) De zeugen worden gewassen met water met een tempera-tuur van + 30OC.
e) Maximaal 10% van de zeugen heeft een werpduur langer dan 6 uur.
f) De vitaliteit van pasgeboren biggen is 4 (1=slecht, 4 = goed) .
g) Het percentage te lichte biggen (minder dan 1000 gram) bij geboorte is maximaal 10%.
h) De biggen worden na geboorte opgevangen in een droog nest met de juiste temperatuur (32OC).
i) Het percentage zeugen dat niet goed eet na geboorte is maximaal 5%.
j) De temperatuur wordt gemeten bij zeugen die niet goed eten.
k) Het percentage zeugen met uierproblemen rond geboorte is maximaal 4%.
l) Het percentage zeugen dat op dag 1 na geboorte op de buik ligt is maximaal 4%.
m) Het percentage zeugen met beenwerkproblemen is maxi-maal 5%.
n) De mestconsistentie rond geboorte en dracht is hetzelfde en is voldoende smeuïg.
6. Management na geboorte (zie ook protocol zorg rondom geboorte)
Nee Ja a) Biggen worden tussen 12 en 24 uur na geboorte overgelegd.
b) Er wordt overgelegd volgens het protocol zorg rondom ge-boorte.
c) Split-suckling wordt toegepast bij alle tomen.
d) Het aantal biggen bij een zeug wordt afgestemd op het aan-tal spenen.
e) Alle biggen worden tot speenleeftijd alleen bij een zeug grootgebracht.
f) Biggen krijgen kunstmelk verstrekt.