TV Toegepaste biologie/verzorging TSO 2010/045

32
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: TV Toegepaste biologie/verzorging Specifiek gedeelte 2/2 lt/w Studierichting: Jeugd- en gehandicaptenzorg Studiegebied: Personenzorg Onderwijsvorm: TSO Graad: derde graad Leerjaar: eerste en tweede leerjaar Leerplannummer: 2010/045 (2002/328) Nummer inspectie: 2010/47/1//V14 (vervangt 2002 / 270 // 1 / I / SG / 1 / III / / D/) Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

Transcript of TV Toegepaste biologie/verzorging TSO 2010/045

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Vak: TV Toegepaste biologie/verzorging

Specifiek gedeelte

2/2 lt/w

Studierichting: Jeugd- en gehandicaptenzorg

Studiegebied: Personenzorg

Onderwijsvorm: TSO

Graad: derde graad

Leerjaar: eerste en tweede leerjaar

Leerplannummer: 2010/045

(2002/328)

Nummer inspectie: 2010/47/1//V14

(vervangt 2002 / 270 // 1 / I / SG / 1 / III / / D/)

Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 1 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

INHOUD

Visie ....................................................................................................................................... 2

Beginsituatie ......................................................................................................................... 3

Algemene doelstellingen ..................................................................................................... 4

Leerplandoelstellingen / leerinhouden ............................................................................... 5

Subvak 1: Anatomie ................................................................................................................................. 5 Subvak 2: Algemene Biologie ................................................................................................................14

Pedagogisch-didactische wenken .................................................................................... 18

Algemene pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................18 Specifieke pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................21

Minimale materiële vereisten ............................................................................................. 22

Evaluatie ............................................................................................................................. 24

Bibliografie ......................................................................................................................... 26

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 2 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

VISIE

Het vak Toegepaste biologie dient vooral als ondersteunend vak binnen de specificiteit van deze studierichting gezien te worden, zodat de opgedane kennis rechtstreeks benut kan worden.

In Toegepaste biologie komen hoofdstukken zoals evolutie, erfelijkheid en voortplanting bij de mens aan bod en krijgen de leerlingen inzicht in de anatomie en fysiologie van de mens. Het uitgangspunt is steeds de gezonde mens, ziekteleer zelf komt niet aan bod in deze studierichting maar kan steeds in overleg met de leerkracht verzorging en orthopedagogie na elk stelsel door middel van activerende werkvormen en/of projectwerk geïntegreerd worden in de lessen.

Voor het uitwerken van de verschillende hoofdstukken uit de theorie wordt vooral op de zelfwerk-zaamheid van de leerlingen een beroep gedaan, zowel voor het opzoeken als voor het verwerken van gegevens. Uiteraard zal ICT hierbij een belangrijke rol spelen.

Waar mogelijk zullen de leerlingen zelf experimenten uitvoeren.

Toegepaste biologie zal er bovendien toe bijdragen dat de relatie tussen denken en doen, tussen zuivere en toegepaste kennis beklemtoond wordt.

Door een goede wetenschappelijke basis zal men in staat zijn om misopvattingen en pseudoweten-schappelijke theorieën zoals macrobiotiek, homeopathie, enz. in een juist kader te plaatsen. Leerlin-gen vullen soms, vanuit hun persoonlijk referentiekader en opgedane ervaringen, concepten en be-grippen „verkeerd‟ in. Men spreekt in dit verband van alternatieve concepties of misconcepties. Daarom moet in het biologieonderwijs bijzondere aandacht gaan naar situaties waarbij nieuwe erva-ringen worden opgedaan. Hierdoor kunnen deze alternatieve concepties worden afgebouwd en de „nieuwe‟ concepten en begrippen beter verankerd.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 3 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

BEGINSITUATIE

BEGINSITUATIE

Dit leerplan is bestemd voor de studierichting Jeugd- en gehandicaptenzorg van de derde graad TSO.

Er wordt uitgegaan van het feit dat de leerlingen die deze studierichting in de derde graad aanvatten de minimumdoelstellingen voor het vak biologie van de tweede graad ASO of TSO hebben bereikt.

Een beknopte herhaling van sommige begrippen kan noodzakelijk zijn, zeker voor leerlingen die uit stu-dierichtingen komen met weinig uren Biologie of Toegepaste biologie.

De leerlingen zijn in staat om nauwkeurig en met zorg te werken. Zij bezitten ook het nodige verant-woordelijkheidsbesef en zijn sociaal vaardig.

BEPALING VAN DE LEERLINGENGROEP

Om de veiligheid bij het uitvoeren van leerlingenproeven niet in het gedrang te brengen is het aange-wezen dat het aantal leerlingen niet meer dan 16 bedraagt.

De leraar oordeelt of hij, rekening houdend met het aantal leerlingen, met de uitrusting van zijn labo-ratorium en de aard van de te gebruiken toestellen en producten, de door het leerplan voorgeschreven experimenten zonder gevaar kan uitvoeren of laten uitvoeren.

Indien hij oordeelt dat de voorhanden zijnde uitrusting gevaar voor zichzelf of voor de leerlingen ople-vert, waarschuwt hij onmiddellijk het instellingshoofd, dat de nodige maatregelen treft om de activitei-ten in normale omstandigheden te laten doorgaan.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 4 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

ALGEMENE DOELSTELLINGEN

In de studierichting Jeugd- en gehandicaptenzorg bezit het leervak Toegepaste biologie een dubbele doelstelling: het moet in de eerste plaats bijdragen tot de algemene vorming van de leerlingen, door hen nauwkeurig te laten observeren, en hun waarnemingen in een eenvoudige schets en/of in een korte, overzichtelijke tekst te laten vastleggen. Zij zullen verder eenvoudige proeven of onderzoekin-gen uitvoeren en hiervan een beknopt, duidelijk verslag maken. In de tweede plaats dient de Toege-paste biologie een steunvak te zijn voor hun meer beroepsgerichte vakken.

Na een les of een lessenreeks kunnen de leerlingen:

met hun eigen woorden uitleggen welke het gestelde probleem is en in welke mate een experiment daarop een antwoord kan geven;

gericht waarnemen;

de waargenomen feiten mondeling en/of schriftelijk weergeven.

bij het uitvoeren van experimenten gevoel voor nauwkeurigheid, zorg en handvaardigheid vertonen.

het juiste materiaal kiezen en het op de geschikte manier gebruiken.

met behulp van ICT, wetenschappelijke gegevens opzoeken en verwerken.

de veiligheidsvoorschriften toepassen en zin voor hygiëne vertonen.

het belang van veiligheid en hygiëne aangeven.

in groepsverband werken.

de principes van wetenschappelijke methode geven.

SAMENHANG MET VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN

Er is een sterke samenhang met de geactualiseerde versie van de vakoverschrijdende eindtermen door de ontwikkeling van houdingen als kritische ingesteldheid, zorgzaamheid, verantwoordelijkheid, initiatief nemen … die inherent zijn aan de studierichting Jeugd- en gehandicaptenzorg.

Daarnaast is er een sterke samenhang met de contextgebieden „lichamelijke gezondheid en veilig-heid‟, „mentale gezondheid‟ en „omgeving en duurzame ontwikkeling‟.

Een aantal inhoudelijke elementen die betrekking hebben op de lichamelijke gezondheid (zoals ge-zonde voeding) en mentale gezondheid (in verband met seksualiteit en voortplanting) kunnen ook in afspraak met de andere vakken projectmatig aan bod komen.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 5 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN

SUBVAK 1: ANATOMIE

In dit gedeelte worden alle stelsels van het menselijk lichaam bestudeerd. Op het einde van elk onderdeel volgt een laatste uitbreidingsdoelstelling in verband met aandoeningen, ziektes of andere gezondheidsproblemen. Er wordt sterk geadviseerd om uit deze uitbreidingen minimaal drie onderwerpen te kiezen die in de lessen aan bod zullen komen. Dit kan onder de vorm van een informatieopdracht gebeuren en bij voorkeur aan de hand van groepsopdrachten of individuele taken rond één concrete aandoening (constipatie, reflux …) waarbij zowel oorzaak als preventie en remediering aan bod komen.

Het is sterk aangeraden deze doelstellingen steeds in overleg met de andere vakken in te plannen en hierover vakoverschrijdende afspraken te maken, zodat eventueel projectmatig gewerkt kan worden. Deze thema‟s zijn dan ook zeer geschikt om een aantal vakoverschrijdende eindtermen te realiseren,

Om de leesbaarheid te verhogen zijn de leerplandoelstellingen genummerd en zijn de leerplandoelstellingen en de leerinhouden op één lijn geplaatst. Bij elk deel zijn enkele specifieke wenken, activiteiten en leerlingenproeven beschreven.

De uitbreidingsdoelstellingen zijn cursief gezet en met de letter ‘U’ aangeduid.

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

1 de verschillende organisatieniveaus van het menselijk lichaam omschrijven.

Organisatie van het menselijk lichaam

2 relaties leggen tussen de verschillende stelsels van het lichaam. Functionele samenhang tussen stelsels van het menselijk li-chaam

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

Enkel de meest noodzakelijke begrippen zullen vooraf behandeld worden. Het overige zal, waar nodig, aan bod komen. Verschillende organisatieni-veaus: cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel, organisme.

Aan de hand van een context of proef (vb: sport of trappen oplopen) worden de verschillende stelsels met elkaar in verband gebracht. Hier wordt niet te diep op ingegaan, maar kan worden naar teruggegrepen bij de behandeling van de individuele stelsels.

Conditietesten (bijv. Ruffier-Dickson test, e.a.) uitvoeren

BEENDERSTELSEL

3 de verschillende beensoorten herkennen en hun bouw beschrij-ven.

Soorten beenderen en hun bouw

4 het groeiproces van beenderen uitleggen. Groei van beenderen

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 6 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

5 de belangrijkste beenderen van het skelet aanduiden. Voornaamste beenderen van het skelet

6 de verschillende soorten beenverbindingen herkennen en aan-duiden.

Beenverbindingen en gewrichten

7 enkele voorbeelden van aandoeningen van beenderen en ge-wrichten bespreken (U).

Aandoeningen van beenderen en gewrichten

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

De groei van beenderen wordt beperkt tot de overgang van kraakbeen tot echt beenweefsel. De groeischijven worden behandeld. Het is geenszins de bedoeling dat de volledige moleculaire werking hier aan bod komt.

Het aanduiden van de belangrijkste beenderen van het skelet en de verschillende soorten beenverbindingen gebeurt op een model en/of op een figuur van het skelet.

Het al dan niet uitwerken van deze aandoeningen gebeurt steeds in overleg met de leerkracht verzorging/orthopedagogie. Voorbeelden: osteopo-rose, reuma, artrose, breuken, verstuiking, ontwrichting, dwangstand …

Leerlingenproeven:

Opbouw van een been en/of gewricht kan via een kippenbout worden onderzocht.

Bekijken van röntgenfoto's en benoemen van de beenderen.

SPIERSTELSEL

8 de voornaamste delen van glad en van dwarsgestreept spierweefsel met de juiste terminologie beschrijven en kort hun belang aangeven (U).

Spierweefsel

9 van dwarsgestreept spierweefsel de submicroscopische structuur beschrijven (U).

10 de specifieke terminologie om een spier te beschrijven, gebrui-ken.

Algemene bouw van de spieren

11 de energievoorziening van een spier schematisch weergeven. Werking van de spieren

12 de werking van een spier beschrijven.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 7 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

13 de voornaamste spieren herkennen, aanduiden en in relatie brengen met hun functie.

Voornaamste skeletspieren

14 enkele voorbeelden van spierletsels bespreken (U). Enkele voorbeelden van spierletsels bespreken (U).

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

Naast de Nederlandse namen (waar ze bestaan) zullen ook de wetenschappelijke namen gehanteerd worden.

Bij de beschrijving van het gebruik van de spieren, komen termen aan bod zoals: buigers, strekkers, antagonisten…

Aangeven dat elke skeletspier geënerveerd wordt.

Om de werking van een spier te beschrijven kunnen de termen drempelwaarde, latente periode, contractie, relaxatie, tetanus, tonus, de wet van alles of niets, gebruikt worden.

De leerlingen herkennen de voornaamste spieren op een model en/of op een figuur en kunnen ze er op aanduiden.

Het belang van lichamelijke opvoeding en sport komen hier aan bod.

Het al dan niet uitwerken van deze letsels gebeurt in overleg met de leerkrachten verzorging en orthopedagogie. Voorbeelden: spierdystrofie (ziekte van Duchenne), spieratrofie, spierscheur, spierverrekking …

Naam en ligging van spieren inoefenen aan de hand van specifieke stretchoefening

Mogelijke leerlingenproeven:

Ontleden van een spier (kippenwit of soepvlees rauw en gekookt)

Micropreparaten van spiercellen bekijken, tekenen en benoemen.

SPIJSVERTERINGSSTELSEL

15 de spijsverteringsorganen in het lichaam situeren en beschrijven. Bouw en functies van de spijsverteringsorganen

16 enkele voorbeelden van aandoeningen van het spijsverterings-stelsel bespreken (U).

Aandoeningen van het spijsverteringsstelsel

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 8 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

De spijsverteringsorganen op een anatomisch model of figuur aanduiden.

Het belang van evenwichtige voeding en de normale werking van desbetreffende organen kunnen hier aan bod komen.

Het begrip stoma kan in overleg met leerkrachten van andere vakken worden toegelicht.

Het al dan niet uitwerken van deze aandoeningen gebeurt in overleg met de leerkrachten verzorging en orthopedagogie. Voorbeelden: darmkanker, constipatie, maag- en darminfecties …

Mogelijke leerlingenproeven:

Aan de hand van een (kleine) anatomische pop of torso kan in groepjes de ligging van de verschillende organen van het spijsverteringsstelsel aangeduid worden

de vertering van de verschillende voedingsstoffen aan tonen: inwerking van speeksel op zetmeel, van pepsine op eiwitten en van pancreaslipase op lipiden.

ADEMHALINGSSTELSEL

17 de ademhalingsorganen in het lichaam situeren en beschrijven. Bouw van de ademhalingsorganen

18 de taken van de gasuitwisseling, zoals ze uitgevoerd worden door het ademhalingsstelsel, beschrijven.

Functie van het ademhalingsstelsel

19 enkele voorbeelden van aandoeningen van het ademhalingsstel-sel bespreken (U).

Aandoeningen van het ademhalingsstelsel

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 9 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

De organen die tot het ademhalingsstelsel behoren op een anatomisch model of figuur aanduiden.

Om de adembewegingen te verduidelijken wordt best gebruik gemaakt van modellen, transparanten, of videofilms.

De normale frequentie van ademhalen en het belang van lichamelijke opvoeding en sport komen aan bod.

Het al dan niet uitwerken van deze aandoeningen gebeurt in overleg met de leerkrachten verzorging en orthopedagogie. Voorbeelden: mucovisci-dose, longkanker, longontsteking, hyperventilatie, astma, tuberculose, miltvuur, griep, bronchitis …

Leerlingenproeven:

Bepalen en vergelijken van de longinhoud (ademhalingsritme) en hartritme van rokers en niet-rokers, sporters en niet-sporters…

Oefeningen in verband met vitale capaciteit.

BLOED- EN LYMFEVATENSTELSEL

20 de verschillende bestanddelen van het bloed en hun functies beschrijven.

Samenstelling van het bloed: erytrocyten, leukocyten en throm-bocyten

21 het microscopisch beeld van rode bloedlichaampjes, witte bloed-cellen en bloedplaatjes herkennen.

22 de bouw van het hart beschrijven en de verschillende delen be-noemen.

Bouw en werking van het hart

23 de werking van het hart beschrijven.

24 aangeven wat bloeddruk is.

25 aan de hand van een schema de gewone bloedsomloop beschrij-ven.

Bloedsomloop

26 de functie van het lymfevatenstelsel geven. Lymfevatenstelsel

27 omschrijven wat immunologie is. Cellulaire en humorale immuniteit

28 de principes van vaccinatie en serumbehandeling uitleggen.

29 enkele voorbeelden van aandoeningen van het bloedvatenstelsel bespreken (U).

Aandoeningen

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 10 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

De delen van het hart op een anatomisch model of figuur aanduiden.

Termen zoals systole, diastole worden in verband gebracht met de bloeddruk.

Bij de beschrijving worden de termen aders, slagaders en haarvaten toegelicht.

Het belang van lichamelijke opvoeding, sport en gezonde voeding kunnen hier aan bod komen.

Het lymfevatenstelsel wordt beperkt tot het transport.

De afweer vanuit lichaamscellen vindt plaats door de activiteit van leukocyten.

Humorale (in de lichaamsvloeistoffen aanwezige) immuniteit berust op de productie van antilichamen, die voornamelijk in het bloedplasma terecht komen.

Samenstellen van een documentatiebundel i.v.m. voorkomen in de bevolking, oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten, gebruik makend van literatuurgegevens en van informatie van het Internet

Animaties van de werking van het hart (te vinden op het internet) kunnen gebruikt worden.

Het al dan niet uitwerken van deze aandoeningen gebeurt in overleg met de leerkrachten verzorging en orthopedagogie. Voorbeelden: lage en hoge bloeddruk, bloedvergiftiging, arteriosclerose, embolie, lymfeklierkanker, klierkoorts, auto-immuunziekten, allergieën …

Mogelijke leerlingenproeven:

Dissectie van een varkenshart

Bepalen van het hartritme voor en na een inspanning; grafisch weergeven en bespreken van de individuele resultaten; vergelijken van de resultaten bij sporters en niet-sporters.

Meten van bloeddruk

ECG maken (ICT)

Onderzoek van een zelfgemaakt uitstrijkpreparaat van bloed.

ELISA test (immunologie) uitvoeren. De ELISA-kit is te verkrijgen bij het VIB (http://www.vib.be/InfoEdu/NL/VIB+biedt+aan/#12)

Het uitvoeren van dissecties in de klas

Het leerplan heeft een dissectie niet als verplichte methodiek opgenomen. Dit is een raamovereenkomst tussen de verschillende onderwijskoepels POV, OVSG, VVKSO en GO!

Er zijn geen leerplandoelstellingen in het leerplan waarbij men verplicht wordt om een dissectie uit te voeren. De leraar mag nog steeds een dissec-tie uitvoeren rekening houdend met de standpunten van de leerlingen en met de wettelijke voorschriften betreffende correcte afvalophaling. Indien bepaalde leerlingen de dissectie niet wensen bij te wonen dan is het noodzakelijk dat deze leerlingen de leerplandoelstellingen op een andere ma-nier kunnen bereiken.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 11 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

URINESTELSEL

30 de bouw en werking van het urinestelsel beschrijven. Bouw en werking van het urinestelsel

31 enkele voorbeelden van aandoeningen van het urinestelsel be-spreken (U).

Aandoeningen

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

Als inleiding kan men de ligging van de uitscheidingorganen (huid, nieren, lever, long) aan de hand van figuren en/of modellen aangeven.

Het al dan niet uitwerken van deze aandoeningen gebeurt in overleg met de leerkrachten verzorging en orthopedagogie. Voorbeelden: samenstel-ling van urine, het belang van voldoende drinken, blaasontsteking, nierstenen, hepatitis …

Bespreken van de betekenis van een urine-onderzoek i.v.m. de gezondheidszorg.

Mogelijke leerlingenproeven:

Microscopisch onderzoek van o.a. darmcoupes, huidcoupes, levercoupes.

Dissectie van de runder- of varkensnier.

Bepalen van de pH van urine

ZENUWSTELSEL

32 de bouw en werking van het zenuwstelsel uitleggen. Bouw en werking van het zenuwstelsel

33 enkele voorbeelden van aandoeningen van het zenuwstelsel be-spreken (U).

Aandoeningen

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

Gezien het belang van dit stelsel voor de studierichting dient hieraan voldoende aandacht besteed te worden, en tot op celniveau (neuron en impul-sen) uitgediept te worden.

De bouw van de hersenen kan via een hersenmodel dat uiteen kan worden gehaald getoond worden (dit ter vervanging van dissectie hersenen)

Het al dan niet uitwerken van deze aandoeningen gebeurt in overleg met de leerkrachten verzorging en orthopedagogie. Voorbeelden: hersenvliesontsteking, beroerte, depressie, epilepsie, multiple sclerose, dementie, hersenbloeding, verlamming … Een vakoverschrijdende (verzor-ging, biologie en opvoedkunde) taak over een zenuwaandoening waarbij elk vak zijn specifieke inbreng heeft, kan zeer zinvol zijn.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 12 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

Mogelijke leerlingenproeven:

Bespreken van een hersenscan of de hersenscan van een gezonde persoon met persoon met Alzeimher vergelijken.

Bepaling van de reactietijd (bij een reflex)

Geheugentesten

ZINTUIGEN

34 op een figuur de verschillende zintuigen aanduiden. Zintuigen

35 de bouw en werking van enkele zintuigen uitleggen.

36 aandoeningen van eventueel besproken zintuigen bespreken (U). Aandoeningen

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

De zintuigen die kunnen worden behandeld zijn: het gezicht, het gehoor, de smaak, de geur, het evenwicht, de tastzin en de pijngewaarwording.

Samenstellen van een rapport i.v.m. stress, drugs, tranquillizers en stimulantia.

Het al dan niet uitwerken van deze aandoeningen gebeurt in overleg met de leerkrachten verzorging en orthopedagogie. Voorbeelden: acné, huidkanker, psoriasis, schimmelinfecties, wratten, bijziendheid, kleurenblindheid, staar, doofheid, oog- en oorontsteking …

Mogelijke leerlingenproeven:

Gehoortest en audiogram ontleden.

Aantonen van de diafragmawerking van de pupil en de pupilreflex.

Kleurenblindheid: de slides met test van Ishihara ( kleurkaarten).

Interpretatie van beelden: illusies & gezichtsbedrog.

Aantonen dat richting van het geluid bineuraal gebeurt, aantonen dat dieptezicht ontstaat door kijken met twee ogen.

Lokaliseren van geluidsbron steunend op wegverschil.

Dissectie van het oog.

Invloed van deodorants op bacteriënontwikkeling.

Aantonen van de blinde vlek, bepaling van het dominerend oog.

Aantonen van de verschillende smaken op de tong.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 13 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

ENDOCRIEN STELSEL

37 de ligging van endocriene klieren situeren op een figuur. Endocriene klieren zoals hypofyse, schildklier, bijschildklier, gonaden, thymus, bijnier … 38 aan de hand van één concreet voorbeeld de werking van hormo-

nen bespreken.

39 aandoeningen van het endocrien stelsel beschrijven (U). Aandoeningen

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

De werking van hormonen wordt toegelicht door integratie in een stelsel naar keuze Bijvoorbeeld diabetes, mentruatiecyclus …

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 14 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

SUBVAK 2: ALGEMENE BIOLOGIE

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

40 de verschillende domeinen van organismen benoemen en illustreren aan de hand van gelijkenissen en verschillen op.

De drie domeinen

41 de algemene bouw van de eukaryote cel op elektronenmicroscopisch niveau beschrijven.

Verschillende organellen op elektronenmicroscopisch niveau

42 de verschillende organellen van de eukaryote cel aanduiden op een figuur en hun functie kort beschrijven.

43 transportsystemen op celniveau herkennen. Osmose, diffusie, actief transport

44 aangeven hoe de eiwitsynthese gebeurt. Eiwitsynthese

45 met behulp van figuren het verloop van de mitose en meiose beschrijven en vergelijken.

Mitose en meiose

46 de betekenis van het karyotype van de menselijke cel omschrijven. Karyotype van de menselijke cel

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

Drie domeinensysteem toelichten. Het drie-domeinensysteem omvat drie domeinen: de archaea, de bacteria en de eukarya. Elk van deze domeinen omvat verschillende rijken.

Aan de hand van een lichtmicroscopisch practicum wordt de reeds vroeger opgedane kennis over de cel en haar structuren uitgebreid. Van de onderzochte preparaten worden door de leerlingen tekeningen gemaakt waarop de onderdelen met de juiste wetenschappelijke term worden aangeduid.

Vergelijken van vroegere en hedendaagse classificatiesystemen met nadruk op de bacteriën als specifieke groep en de verdere indeling van de eukaryoten.

Het is niet de bedoeling de eiwitsynthese tot op moleculair niveau te naderen.

Mogelijke leerlingenproeven:

Labo microbiologie: een onderzoek naar bacteriële groei opzetten en hieraan een onderzoek van de werking van ontsmettingsmiddelen koppelen.

De cel: preparaten maken van sneeuwbes, waterpest, ajuin, tomaat en hiervan een lichtmicroscopisch onderzoek en tekening maken.

Microscopisch onderzoek van verschillende soorten cellen: spiercel, neuron …

Transportprocessen: diffusie van kaliumpermanganaat, osmose bij de aardappel in verschillende milieus, dialyseproeven …

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 15 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

47 de bouw en werking van de mannelijke en de vrouwelijke voortplantingsor-ganen beschrijven.

De mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen

hormonale regeling 48 het mechanisme van de hormonale regeling uitleggen.

49 het verloop van de gametogenese beschrijven. Spermato- en ovogenese

50 het mechanisme van de bevruchting uitleggen. Bevruchting en verloop van de zwangerschap

51 de opeenvolgende stadia van de embryonale en foetale ontwikkeling aange-ven.

52 negatieve factoren op de zwangerschap aangeven (U).

53 het mechanisme van de bevalling en de lactatie beschrijven (U).

54 anticonceptie als preventie tegen zwangerschap en SOA‟s omschrijven. Anticonceptie en preventie tegen SOA‟s

55 de belangrijkste kunstmatige fertilisatietechnieken uitleggen (U). Kunstmatige fertilisatietechnieken

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

Via een schematische voorstelling kan de spermatogenese uitgelegd en vergeleken worden met de ovogenese.

De begrippen eeneiige en twee-eiige tweeling kunnen hier aan bod komen.

De begrippen spontane abortus en abortus provocatus kunnen hier aan bod komen.

Hier kan extra aandacht besteed worden aan langdurige anticonceptiemiddelen zoals de hormonenspiraal, implantaat, prikpil … bij mensen met een mentale handicap.

Een aantal SOA‟s , genitale wratten, etc.… kunnen aan bod komen.

Door per twee „dokter-patiënt‟ te spelen, kunnen de leerlingen hun kennis van anticonceptie inoefenen.

Mogelijke leerlingenproeven:

Microscopisch onderzoek van testescoupes en ovariumcoupes.

Microscopie van verschillende embryonale stadia.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 16 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

56 de belangrijkste erfelijke begrippen uitleggen. Erfelijke begrippen: chromosoom, homologe chromosomen, genotype, fenotype, haploïd, diploïd, homozygoot, heterozy-goot, genen, genlocus, allelen …

57 de wetten van Mendel uitleggen en met voorbeelden illustreren en toepas-sen.

Mendelwetten: theorie en oefeningen.

58 het mechanisme van de overerving van het geslacht beschrijven. Erfelijkheid van het geslacht

59 voorbeelden van geslachtsgebonden kenmerken aangeven.

60 met voorbeelden uitleggen wat modificaties en mutaties zijn. Modificaties en mutaties

61 uitleggen wat mutagenese, teratogenese en carcinogenese is. Mutagenese, teratogenese en carcinogenese

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

De erfelijkheidsleer wordt, steunend op de leerstof die hierover in de tweede graad aan bod kwam, herhaald en uitgebreid. Illustratie gebeurt, zo veel als mogelijk, met voorbeelden van de mens. Het belang van tweelingonderzoek en toepassingen van de erfelijkheid in de geneeskunde komen aan bod.

Stambomen en oefeningen op kruisingen.

Enkele belangrijke afwijkingen ten gevolge van gen-mutaties kunnen besproken worden, o.a.: hemofilie, fenylalaninemetabolisme, vetmetabolisme (Tay-Sach), mucoviscidose, spierdystrofie van Duchenne, ziekte van Huntington, daltonisme, psoriasis, nagelpatella …

Bijzondere aandacht gaat naar de invloed van „chemische „stoffen.

Aangeven dat de belangrijkste oorzaak van kanker „herhaling‟ is.

Mogelijke leerlingenproeven:

Isolatie en analyse van eigen DNA (wang DNA) of DNA-analyse van ui, kiwi.

Microscopie van reuzenchromosomen.

Elektroforese van DNA. Gratis DNA elektroforese kit te ontlenen bij VIB.

62 aanwijzingen voor evolutie geven. Evolutie: Aanwijzigen en Verloop

63 het verloop van de evolutie aangeven.

64 het darwinisme en de meest recente evolutietheorieën uitleggen en met voor-beelden illustreren.

Evolutietheorieën

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 17 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

65 de bijzondere kenmerken van de mens opsommen (U). Afstamming van de mens

66 een vereenvoudigde stamboom van de mens geven en uitleggen.

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

Voor de evolutie van de mens bestaat een interessante BBC documentaire: “walking with caveman”

Inleiding tot het mechanisme van de evolutie: www.howstuffworks.com/evolution.htm

Een zeer uitgebreide, Nederlandstalige website over de evolutie van de mens, met talrijke afbeeldingen en herhalingsvragen: http://library.thinkquest.org/26070/data/dut/

Mogelijke leerlingenproeven:

Opstellen van stambomen op basis van morfologische kenmerken (simulatiespelen)

Vergelijkende studie van het skelet van mensaap en mens

Leerlingenproef met gewone tuinslakken kan je vinden op de site van bioplek onder http://www.bioplek.org/techniekkaartenbovenbouw/techniekslakken/techniek810.1.html

67 een duurzame levensopvatting verbinden met een gezond lichaam of een gezonde levenswijze. (U)

Belang van duurzame ontwikkeling:

positieve en negatieve invloeden van de mens op zijn milieu.

Specifieke pedagogisch-didactische wenken:

Dit kan men illustreren met het effect van bv. schadelijke chemische stoffen op het lichaam (vb. carcinogene of mutagene stoffen)

het thema gezonde leefomgeving dat deel uitmaakt van een duurzame ontwikkeling of levenswijze: vbn. het belang van biologische landbouw en voeding, het gebruik van milieuvriendelijke of ecologische verantwoorde producten, het vermijden van pesticiden en zware metalen, afvalverwerking, het vermijden van afval (gebruik van plastics), het belang van groenzones, verkeer & alternatieven voor de auto, het gebruik van biologisch afbreekbare (kuis)producten, ons huis en een gezonde binnenhuisomgeving (gebruik van schadelijke stoffen en ventilatie) …

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 18 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

VOET

Wat en waarom?

Vakoverschrijdende eindtermen1 (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden

eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakover-schrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd.

De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen!

Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving.

Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt.

Globaal:

een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden

Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eind-termen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;

zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:

lichamelijke gezondheid en veiligheid,

mentale gezondheid,

sociorelationele ontwikkeling,

omgeving en duurzame ontwikkeling,

politiek-juridische samenleving,

socio-economische samenleving,

socioculturele samenleving.

Per graad:

leren leren,

ICT in de eerste graad,

technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.

Een zaak van het hele team

De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning - vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlin-gen.

Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrij-dende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven.

Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET.

De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg heb-

1 In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD).

Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 19 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

ben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspan-ning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt.

Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijk-heid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.

HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE

Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te onder-steunen.

Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschap-pij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee om te gaan.

Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen be-schikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essen-tieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferen-tieerde leeromgeving.

Het open leercentrum als krachtige leeromgeving

Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen.

Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum

uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,

ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,

uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning.

In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaar-borgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de leemtes in te vullen.

Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter nuttig om over een OLC te beschikken?

Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrij-dend leren, projectmatig werken ... Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaar-heid van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk.

Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrach-ten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een OLC gebruik kunnen maken.

Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden:

ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes om in groep te werken);

ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …

digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 20 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in een openkastsysteem;

kranten en tijdschriften (digitaal of op papier).

In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden) die zowel kan gebruikt worden als „stille‟ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen pre-sentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discus-siemogelijkheid).

Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden:

het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal kunnen gerealiseerd worden;

het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook „van op afstand‟ door middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;

het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde pe-riode voor en/of na de lesuren).

Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten.

Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de ICT-integratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken.

ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering

Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter onder-steuning van het leren.

ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:

Zelfstandig oefenen in een leeromgeving

Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze vol-doende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, dif-ferentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.

Zelfstandig leren in een leeromgeving

Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leer-kracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.

Creatief vormgeven

Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en te-kenprogramma‟s bieden.

Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie

Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet.

Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren.

De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aan-gepaste vorm.

Voorstellen van informatie aan anderen

Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-onder-steuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …

Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren

Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of ver-strekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 21 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen

De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma‟s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma‟s, applicaties …). Op basis hiervan kun-nen ze hun keuzes bijsturen.

SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

1 Voorgesteld jaarplan

Beide subvakken, Anatomie en Algemene biologie, kunnen als twee naast elkaar bestaande vakken of als één groot vak gezien worden. Omwille van overlappingen is het aangeraden dat dit vak door slechts één leraar wordt gegeven.

2 Leerlingenproeven

Experimenten en zelfstandig werk spelen een belangrijke rol bij het verwezenlijken van de cognitieve affectieve en psychomotorische doelstellingen van dit leerplan, omdat ze bijdragen tot de ontwikkeling van een groot aantal attitudes.

De leerlingen zullen, bij voorkeur in groepjes van twee, met eenvoudig materiaal, experimen-ten veilig uitvoeren.

De leerlingenproeven worden evenwichtig over het schooljaar en over de leerstof verdeeld. Ze moeten aansluiten bij de theorie, die in dezelfde periode wordt behandeld.

Elke oefening wordt ingeleid met een duidelijke probleemstelling, die aansluit bij de voorken-nis van de leerlingen. Geef precies geformuleerde uitvoerings- en waarnemingsopdrachten, heldere aanwijzingen voor het noteren van waarnemingen en conclusies, met het oog op het opstellen van het verslag (1 per leerlingengroep).

De oefening wordt best afgesloten met een korte nabespreking van resultaten en conclusie, in het licht van de eerder geformuleerde probleemstelling. Op basis hiervan corrigeren de leerlingen het verslag of vullen het aan.

Experimenten worden bij voorkeur aangewend om een, in samenwerking met de leerlingen ontwikkelde, hypothese (verwachting) te weerleggen, te versterken of aan te passen. Dit vereist uiteraard dat elk experiment in een voor de leerlingen relevant en door hen begrepen kader wordt geplaatst.

Het formuleren van een hypothese, de uitvoering van het experiment en de confrontatie van de door de hypothese gecreëerde verwachting met de experimentele resultaten, gebeuren in de mate van het mogelijke in één en dezelfde les.

Uiteraard dienen bij het uitvoeren van experimenten door leraar of leerlingen steeds de veiligheidsvoorschriften in acht te worden genomen. Vanaf het begin wordt gewezen op de nodige veiligheids- en milieuaspecten.

Voor de ter zake geldende onderrichtingen is er een samenvatting te raadplegen op de vir-tuele klas van chemie van GO! op smartschool onder veilgheid.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 22 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN2

VAKLOKAAL

Het klaslokaal dient genoeg didactisch materiaal te bevatten om demonstratie- en leerlingenproeven toe te laten en een leerstimulerende omgeving te creëren; een vaklokaal en laboratorium is daarom noodzakelijk. Hierin dienen moderne multimedia beschikbaar te zijn (dvd, pc met internet, beamer …).

Didactisch materiaal: voor het uitvoeren van demonstraties, proeven en observaties, vereist om de doelstellingen te bereiken, dient de volgende basisuitrusting aanwezig te zijn:

HULPMIDDELEN BIJ OBSERVATIE

Micropreparaten Modellen en/of transparanten

Leverkwabjes Skelet en torso mens

Doorsnede dunne darm Huid nierlichaampje Nier

Doorsnede long Nierlichaampje

Doorsnede huid Luchtpijp

Bloed van mens Mannelijk en vrouwelijk voortplantingsorgaan

Celdelingen Doorsnede hoofd

Doorsnede hoofd Eukaryote cel

Delingsfasen Oog en oor

Hersenen

Neuron

HULPMIDDELEN BIJ EXPERIMENTEN

Materiaal per groepje van twee leerlingen

Microscoop

Draag- en dekglaasjes

Dissectieteil of fotobak

Driepikkel, pijpensteeldriehoek, gloeikroesje, brandtang

Bunsenbrander

Statief, ring, vuurvast gaas, 2 klemmen, 2 noten

Glaswerk, stoppenassortiment

Alcoholthermometers (max. 50 °C op 0,1 °C), digitale thermometers of temperatuursensoren

2 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:

- Codex

- ARAB

- AREI

- Vlarem.

Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:

- de uitrusting en inrichting van de lokalen;

- de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.

Zij schrijven voor dat:

- duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;

- alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen;

- de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;

- de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 23 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

Petrischalen

Glaswerk

materiaal voor demonstratieproeven

Koelkast

PEC-papiertjes

Centrifuge en toebehoren

Digitale balans (op 0,1 g)

Elektronische pH-meter

Microscoop

Incubatieoven

Drukpan

In de voorraadkamer bevinden zich de nodige veiligheidskasten met de nodige chemicaliën.

Om overbodige uitgaven te vermijden kan de leraar biologie nagaan of minder courant gebruikte toe-stellen en voorwerpen aanwezig zijn in andere laboratoria van de school. Gemeenschappelijke aan-koop en gebruik van dergelijk materiaal kan het best gecoördineerd worden op niveau van de vak-groep wetenschappen.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 24 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

EVALUATIE

Algemene schikkingen i.v.m. evaluatie zijn vastgelegd door de Vlaamse Regering en te raadplegen op: www.ond.vlaanderen.be/secundair/. Netgebonden schikkingen worden door de inrichtende macht van het Gemeenschapsonderwijs uitgevaardigd.

1 DE EVALUATIE HEEFT EEN TWEEVOUDIG DOEL

De evaluatie dient aan de leerling informatie te geven over de mate waarin hij of zij er in geslaagd is om zowel de kennis als de vaardigheden te beheersen die mogen verwacht worden na het leerproces.

De evaluatie moet aan de leraar de feedback geven om vast te stellen of hij of zij de meest aange-paste methode hanteert om de gestelde doelen te bereiken.

Een evaluatie is meer dan een getal om een rapportcijfer te berekenen. Het is een werkinstrument waarbij permanent en wederzijds (leerling-leraar) besluiten dienen getrokken te worden over het on-derwijs- en leerproces.

In het kader van het Schoolreglement en het Schoolwerkplan is het aangewezen om ouders en leer-lingen tijdig over de wijze van evalueren in te lichten.

2 EVALUATIE VAN PRAKTIJKVAARDIGHEDEN

Praktijk- en gedragsvaardigheden, het uitwerken van thema‟s, het maken van verslagen, het uitvoeren van labotechnieken kunnen we alleen met beoordelingsschema‟s effectief beoordelen. Die lijsten moeten doel- en criteriumgericht, betrouwbaar, doorzichtig, spaarzaam en efficiënt zijn.

In het beoordelingsproces kunnen drie stappen onderscheiden worden:

registreren (door middel van een beoordelingsschema),

interpreteren (door middel van een vierpuntenschaal),

rapporteren.

2.1 Registreren

Een beoordelingsschema is een instrument om zo objectief mogelijk te registreren. Het wordt voor iedere opdracht opgesteld. Zo‟n schema of controlelijst bevat alle doelstellingen, subdoelstellingen, deeltaken en deelvaardigheden.

Er dient in het beoordelingsschema een onderscheid gemaakt te worden tussen objectief meetbare aspecten (bijvoorbeeld een 5,3 gram afwegen) en subjectief waarneembare aspecten (bijvoorbeeld een geschikte scheidingsmethode kiezen).

De mate waarin een objectief meetbare doelstelling bereikt werd, kan in het schema aangeduid wor-den door middel van een tweepuntenschaal:

+ : doelstelling bereikt

- : doelstelling niet bereikt

Voor subjectief meetbare doelstellingen wordt geadviseerd om te werken met een drie puntenschaal:

+ : doelstelling bereikt

: doelstelling niet helemaal bereikt

- : doelstelling niet bereikt

Wanneer het beoordelingsschema samen met de opgave ter beschikking van de leerling gesteld wordt, kan de zelfevaluatie bij de leerling sterk aangemoedigd worden.

2.2 Interpreteren

Door middel van het beoordelingsschema controleert de leraar in welke mate de leerling de vooropge-stelde doelstellingen bereikte.

Aan de registraties in het beoordelingsschema kunnen verschillende interpretaties gegeven worden.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 25 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

Enkele voorbeelden:

+

(doel bereikt)

(doel niet helemaal bereikt)

-

(doel niet bereikt)

niveau is voldoende voldoende maar leemten

voor verbetering vatbaar

niveau onvoldoende

onaanvaardbaar niveau

nagenoeg foutloos

nagenoeg correct

aanvaardbare tekorten

aanvaardbaar aantal lichte of detailfouten of leerproces fouten

schadelijke fouten

onvergeeflijke fouten

zware inbreuken

volledig kleine tekorten onvolledig

zware tekorten

behoorlijk, zinvol storingen, fragmentarisch onlogische uitvoering

kan het en doet het vrijwel altijd, spontaan en zonder aarzelen

kan het en doet het af en toe, zonder overtuiging, wisselvalling

kan het niet, doet het niet of nooit, afwijzend en met tegenzin

2.3 Rapporteren

Er wordt aanbevolen om - voor elk criterium afzonderlijk - te rapporteren met een vierpuntenschaal die aangeeft of het resultaat beoordeeld wordt als „heel goed‟, „goed‟, „zwak‟ of als „onvoldoende‟ (het gebruik van cijfers wordt afgeraden).

De omzetting van de (eventueel gewogen) beoordelingen kan op verschillende manieren gebeuren. Hoe de omzetting zal gebeuren moet in ieder geval vooraf vastgelegd worden.

2.4 Remedieren

Remedieer de tekorten en de leemten:

Voorbeeld: je taak of labo-oefening

kan je nog verbeteren als je…

zal aan de minimumeisen voldoen als je volgende punten verbetert:

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 26 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

BIBLIOGRAFIE

1 NASLAGWERKEN

1a Naslagwerken voor het leerplan

ANDERSON, J., Grant's Atlas of Anatomy, Willams & Wilkins, Baltimore (USA).

COKELAERE, M., Gezondheidsleer: beter voorkomen dan genezen, Aurelia Pedagogica, Gent.

COKELAERE, M., Functionele anatomie, Aurelia Books, Gent.

COKELAERE, M. en FRYNS, J.P., Menselijke erfelijkheid, Aureliae Materia Medica, Aurelia Books, Gent.

CRUSE J.M., LEWIS R.E., Atlas of Immunology, Springer-Verlag, Berlin, 1999, (ISBN 3-540-64807-0).

DARWIN, C.,Over het ontstaan van soorten door middel van natuurlijke selectie of het behoud van bevoordeelde rassen in de strijd om het leven, Ned. Vertaling Uitg. Nieuwezijds (ISBN 90 5712 096 8).

DEMEDTS, M. en YERNAULT, J.-Cl., COPD en astma: van de kliniek tot de spirometrie, Uitg. Garant, 2001, 71 pag, (ISBN 90-441-1141-8).

DRESSLER, D. en POTTER, H., Enzymen. Wetenschappelijke Bibliotheek, Natuurwetenschap & Techniek, (ISBN 90 70159 993).

DUVE, C. de, De levende cel - rondreis in een microscopische wereld, deel 1 en 2. Wetenschappelijke Bibliotheek Natuurwetenschap & Techniek, (ISBN 90 70157 59 4).

GOUBAU P., VAN GOMPEL A., Wegwijzer in Microbiologie, editie 2000, Uitgeverij Garant, Leuven, 383 p., (ISBN 90-44441-1001-4).

GOULD, S.J., Wonderlijk leven: over toeval en evolutie, Uitgeverij Contact, Amsterdam, 1990, 368 blz.

HARING, B., Kaas en de evolutietheorie, Uitgeverij Houtekiet, 160 pag., (ISBN: 9052406006).

HENS, L., e.a., Milieu en genetisch risico, De Nederlandse Boekhandel, Antwerpen.

HOEKSTRA, W.P.M., Een wereld vol bacteriën, Nieuwezijds, Amsterdam,1999, (ISBN 9057120496).

JUNQUEIRA, L.C. e.a., Functionele histologie, Wetenschappelijke uitg., Bunge, Utrecht.

KAHLE W., LEONHARDT H. en PLATZER W., Sesam Atlas van de anatomie 1, 2 en 3, Westland, telkens ca. 400 p. (ISBN 90-246-69-162, -170, -180).

KESSEL, R.G. en KARDON R.H., Cellen, weefsels en organen - een scanning-elektronenmicroscopische studie-atlas, Natuurwetenschap & Techniek, NL .

KIRSCHMAN, L.-L., Anatomie, fysiologie en enige pathologie, De tijdstroom, Lochem.

KLOOSTERMANS, A., DNA als gerechtelijk bewijsmateriaal, Nederlands Forensisch Instituut www.dnasporen.nl .

LEWONTIN, R.C., Menselijke verscheidenheid - Het spel van erfelijkheid, milieu en toeval, Wetenschappelijke bibliotheek van Natuurwetenschap en Techniek, NL .

MONTAGU, A., Erfelijkheid bij de mens, Aula nr. 156, Antwerpen.

PASSARGE, G., Color Atlas of Genetics, Uitgeverij Thieme, 1995, (ISBN 0-86577-587-7).

PIES, W., Biologie - Prüfungsliteratur zum GK 1, Mediscript Verlag, Bad Wörishofen, Duitsland (meerkeuzevragen over de cel en genetica).

RIDLEY, M., Genoom, het recept voor een mens (autobiografie van de menselijke soort in 23 hoofdstukken), Contact, Amsterdam, 304 blz.

RIETJE C. E. (red.), Eten en weten, Wolters-Noordhoff Open Universiteit (Natuurwetenschappelijke reeks) NUGI 821, (ISBN 90-01-66013-4).

SILVER L., Sleutelen aan de schepping, Westland/Ten Have, 255 blz. (ISBN 90-259-4717-4)

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 27 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

SILBERNAGL S. en DESPOPOULOS A., Sesam Atlas van de fysiologie, Westland, 336 p. (ISBN 90-246-7032-2).

SOMPRAYRAC, L., How the immune system works, Blackwell Science, Oxford, 1999, 111 blz., (ISBN 0-632-04413-6).

SUZANNE, C., Menselijke genetica, De Sikkel, Oostmalle, 1987. ISBN 90 260 3203.

TJORDJMAN, G. e.a., Gezinsencyclopedie voor seksuele voorlichting, 17 tot 19 jaar, Zuid-Nederlandse uitgeverij, Antwerpen.

VAN CRANENBURGH, B., Schema's fysiologie, De tijdstroom, Lochem-Poperinge, (ISBN 90-6078-181-2).

VAN DEN BERGHE H, e.a., Jongeren en erfelijkheid: hun beeldvorming over erfelijke ziekten, erfelijke risico's en genetische tests, Uitgeverij Garant Leuven-Apeldoorn, 1996, 133 p. (ISBN 90-5350-531-8).

VERMEERSCH, R., Leerboek over biologie, anatomie, fysiologie van de mens, Uitgeverij Plantijn.

ZIMMER, C., Evolutie, triomf van een idee,Uitg. Het Spectrum, Utrecht, 2002, (ISBN 9027475830).

1b Naslagwerken voor biologie

ALGERA, M., Mens en medicijn (Geschiedenis van het geneesmiddel), Meulenhoff, Amsterdam, 2001, 558 blz.,( ISBN 90 290 6760 8).

ANTÉBI, E. en FISHLOCK, D., Biotechnologie, Natuurwetenschap & Techniek, (ISBN 90 70157 73 X).

ASPERGES, M., e.a., Didactiek van de biologie, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen.

BANNINK, G.B., VAN RUITEN Th.M., BioData, Nijgh Versluys, (figuren schema‟s, tabellen, .) Baarn, 1999, 1ste druk, 240 p., (ISBN 90 425 1226 1).

BROEK (VAN DE), J., Over sneeuwballen en glaasjes melk, (100 alledaagse onderwerpen chemisch ontmaskerd), Uitg. ten Hagen & Stam, Den Haag, 2000.

COKELAERE, M., Menselijke biologie, Aureliae Paramedica, Aurelia Books, Gent.

CORNELIS, G.C., Zoeken naar oplossingen, Inleiding tot het probleemgericht denken, VUBPRESS, Brussel, 1999, (ISBN 90 5487 240 3 / NUGI 619).

DE CRAEN, J., Planten, dieren en ook mensen, Van In, Wommelgem, 2000.

DOBZHANSKY, T., De biologische en culturele evolutie van de mens, Aula nr. 217, Antwerpen.

FULLICK, A., Biology, Heinemann Educational, Oxford.

KEETON, W. T., Biological Science, W. W. Norton & Company, London,( ISBN 0-393-95021-2).

KEETON & Mc FADDEN (bewerkt door Dr. G.M.N. Verschuuren, Drs. H. de Bruin, M.W. Halsema): Grondslagen van de biologie, deel I en II, H. E. Stenfort Kroese B. V., Leiden/Antwerpen, SISI 573 UDC 574.2, (ISBN 90 207 1373 6).

KROMMENHOEK, W. e.a., Biologie in beeld, Malmberg, Den Bosch, s.d.

LODISH, H, e.a.,Molecular Cell Biology,. (ISBN 0-7167-3136-3).

MACKEAN, D.G., Inleiding tot de biologie, Wolters-Noordhoff, Leuven-Groningen.

MEADOWS, J., Geschiedenis van de Wetenschap, Natuurwetenschap & Techniek, Amsterdam, (ISBN 90 68251 902).

SCHELLEKENS, H., Bouwstenen van de erfelijkheid, Meulenhoff informatief, 1985.

STRENGERS, P.F.W., e.a., Bloed - Van magie tot wetenschap, Wetenschappelijke bibliotheek van Natuur en Techniek, Amsterdam, NL, 1994.

THEUNISSEN B. en VISSER R.P.W., De wettten van het leven. Historische grondslagen van de biologie 1750-1950, Ambo, 278 p. (ISBN 90-263-1214-8).

VACLAV, S., Elementaire kringlopen, Wisselwerking tussen biosfeer en beschaving, Wetenschappelijke bibliotheek van Natuurwetenschap & Techniek, (ISBN 90 73035 75 9).

VAN DER STEEN, J.C., Sesam ecologie - De mens in zijn milieu, Bosch en Keuning, Baarn.

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 28 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

VERNON, L., Biology, Investigating Life on Earth, Avilla, (ISBN 0-86720-942-9).

ZEISS, F., Natuurlijke historiën - Geschiedenis van de biologie van Aristoteles tot Darwin, Uitg. Boom, Amsterdam, 272 blz., (ISBN 90-5352-232-8).

On-Line Biology Book: een zeer uitgebreid elektronisch handboek, met veel duidelijke afbeeldingen: http://www.emc.maricopa.edu/faculty/farabee/BIOBK/BioBookTOC.html

2 TIJDSCHRIFTEN & BROCHURES

Bio, tijdschrift van de VOB - Vereniging voor leraren biologie, gezondheidszorg en milieueducatie, tijdschrift biologie plus jaarboek, www.vob-ond.be

Cahiers Bio-Wetenschappen en Maatschappij, Postbus 617, 2300 Leiden (Nl), www.biomaatschappij.nl

EOS-magazine, Wetenschap en Technologie voor Mens en Maatschappij, Brugstraat 51, 2300 Turnhout, www.eos.be

Natuurwetenschap & Techniek, Postbus 3144, 4800 DC Breda, www.natutech.nl/

Natuur en Wetenschap, Baalsebaan 287, 3128 Baal, www.natuurenwetenschap.be

NVOX, Tijdschrift voor natuurwetenschappen op school, Uitgave van NVON, de Nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen, www.nvon.nl

Tijdschrift van de Stichting Omer Wattez, Milieucentrum, Kattestraat 23, 9700 Oudenaarde, www.milieufrontomerwattez.be

Tijdschrift voor geneeskunde (o.a. Genetische aandoeningen: hun herhalingsrisico in theorie en praktijk), www.tvg.be

VeLeWe - Vereniging voor leraren wetenschappen, www.velewe.be

Educatieve pakketten (o.a. over voortplanting, evolutie): Zoo Antwerpen: www.zooantwerpen.be Dierenpark Planckendael: www.planckendael.be

In de Dienst Medische Genetica van elk universitair ziekenhuis zijn brochures i.v.m. genetisch advies verkrijgbaar en kan gespecialiseerde literatuur geraadpleegd worden in de bibliotheek.

Erfelijkheid in de kijker en Prenataal onderzoek in de kijker (gratis brochures), Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, postbus 1365, 1000 Brussel.

Wel thuis - het voorkomen van vergiftigingen en Wie ons wil bellen, verliest beter geen tijd (gratis brochures) Antigifcentrum, p/a Militair Hospitaal Koningin Astrid, Bruynstraat 1120 Brussel, www.poisoncentre.be

3 GEZONDHEIDSORGANISATIES

Antigifcentrum (Tel. 070- 245 245), www.poisoncentre.be, p/a Militair Hospitaal Koningin Astrid, Bruynstraat 1, 1120 Brussel

Belgisch Federatie Tegen Kanker, www.kanker.be, Leuvensesteenweg 479, 1030 Brussel

Centra voor Geboorteregeling en Seksuele Opvoeding, www.cgso.be, Meersstraat 138 B, 9000 Gent

De Dopinglijn, www.dopinglijn.be, Markiesstraat 1, 1000 Brussel

Gezondheid NV, www.gezondheid.be, A.Gossetlaan 32, 1702 Groot Bijgaarden

Het Vlaamse Kruis, www.hetvlaamsekruis.be, Kronenburgstraat 41D, 2000 Antwerpen

Instituut voor Tropische Geneeskunde, www.itg.be, Nationalestraat 155, 2000 Antwerpen

Jeugd en Seksualiteit, www.jeugdenseksualiteit.be, K. Astridlaan 106 bus 002, 2800 Mechelen

Kind & gezin, www.kindengezin.be

Nationaal Kompas Volksgezondheid, www.rivm.nl

Nutrition Information Center, www.nicevzw.be, Treurenberg 16, 1000 Brussel

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 29 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

Omtrent Gezondheid, www.gezondheid.be, vzw, Sans Soucistraat 65, 1050 Brussel

Onderzoeks- en informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties, www.oivo-crioc.org , Riddersstraat 18, 1050 Brussel

Farmaka vzw, www.farmaka.be, J. Vervaenestraat 14, 9050 Gent

Provinciaal Instituut voor Hygiëne, www.provant.be/pih, Kronenburgstraat 45, 2000 Antwerpen

Rode Kruis Vlaanderen (RKV), Dienst Gezondheidspromotie, www.redcross.be, Vleurgatsesteenweg 98, 1050 Brussel

Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu,

www.portal.health.fgov.be, Victor Hortaplein, 40 bus 10, 1060 Brussel

Hoge Gezondheidsraad, Zelfbestuursstraat 4, 1070 Brussel,

www.health.fgov.be/CSH_HGR

Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen, www.vad.be , E. Tollenaerestraat 15, 1020 Brussel/ Laken

Vlaams agentschap zorg & gezondheid, www.zorg-en-gezondheid.be/preventie.aspx

Vlaams Aidscoördinaat, www.ipac.be, Marnixplaats 16/17, 2000 Antwerpen

Vlaamse Diabetes Vereniging, www.diabetes-vdv.be, Ottergemsesteenweg 456, 9000 Gent

Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, www.vigez.be, G. Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel

Vlaamse Liga tegen Kanker, www.kanker.net, Koningsstraat 217, 1210 Brussel

Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg & Tuberculosebestrijding (VRGT), www.vrgt.be, Eendrachtstraat 56, 1050 Brussel

Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg, www.vwvj.be

4 BEELDMATERIAAL ICT

4a CD-ROMS

Atlas van de menselijke anatomie, Sobotta, Kluwer, Diegem, ISBN: 30-313-2558-9

Bodyworks, Multimediagids van het menselijk lichaam, Nederlandstalige versie, TLC Domus

De rijkdom van bloed, Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek van Natuur & Techniek, Amsterdam, 1998

De Mens in 3D, Encyclopedie over het menselijk lichaam, cd-rom verkooppunten

Dermatologische atlas (gratis cd-rom), UCB Pharma, Lennikse Baan 437, 1070 Brussel, fax 02-559.92.10

EHBO-diskette ‘Eerstehulpflop’, Rode Kruis Vlaanderen (RKV), Dienst Gezondheidspromotie, Vleurgatsesteenweg 98, 1050 Brussel, www.redcross.be

Encarta Encyclopedie, Winkler Prins Editie, Microsoft

Het Digitale Archief - Natuur & Techniek, Deel 1 en 2

Het lichaam van de mens, Nova Zembla, Stichting Edupro (NL), tel. 0180-461065, (Interactieve encyclopedie over het functioneren van het lichaam)

Het Menselijk Lichaam’, samen met boek, Artis-Vicindo, Mechelen, 2000, www.vicindo.be

Interactive Physiology Complete: muscular, cardiovascular, respiratory, nervous, urinary systems", Ed. A.D.A.M., Benjamin/Cummings PC- 2000

Microbiologie, Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek van Natuur & Techniek, Amsterdam, 1997

Nederlandstalige Encyclopedie, SoftKey, Amsterdam, (ISBN: 90-5432-168-7)

Volle longen zonder rook, Belgische Federatie tegen Kanker, wetenschappelijk departement, Leuvensesteenweg 479, 1030 Brussel, www.kanker.be

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 30 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

'Walking with Cavemen', Documentaire over de evolutie van de mens, BBC, (ISBN 905129222-1)

‘(W)eet je alles?’ Een educatieve cd-rom met activiteiten en info rond gezonde voeding (12-18 jaar), Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, G. Schildknechtstraat 9, Brussel, 2001, www.vigez.be

World Book - Multimedia Encyclopedia, IBM, Mediamix

4b VIDEO

Aan genen zijde: overerving bij de mens, (32 minuten, Nederlands), Audiovisuele dienst K.U. Leuven, Groenveldlaan 3 bus 3, 3001 Heverlee

Microcosmos, Free Record Shop België

Mijlpalen in de biologie, incl. handleiding met kopieerbare werkbladen, Schooltv, Teleac/NOT Schooltv, Uitgeverij EPO, Lange Pastoorstraat 25-27, 2600 Berchem, http://mmbase.teleacnot.nl/schooltv/index.jsp

Zintuigen, incl. handleiding met kopieerbare werkbladen, Schooltv, Stichting Teleac-NOT

4c INTERNETSITES

On-Line Biology Book, http://www.emc.maricopa.edu/faculty/farabee/BIOBK/BioBookTOC.html

Ademhaling en longziekten, www.longen.startpagina.nl

Anticonceptie, www.anticonceptie.nl

Beenderaandoeningen, www.arthrosis.be

Biologiesite voor het voortgezet (secundair) onderwijs, www.bioplek.org

Bio-Wetenschappen en Maatschappij, www.biomaatschappij.nl

Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie, zoönosen, www.var.fgov.be

DNA: sporen naar de toekomst, www.dnasporen.nl

EOS, Wetenschap en Technologie voor Mens en Maatschappij, www.eos.be

Huid en huidziekten, www.huidarts.com (www.dermatologie.nl)

Europees Initiatief voor Biotechnologie Educatief, www.eibe.org

Federatie van de Voedingsindustrie, www.fevia.be

Gemeentelijke GezondheidsDienst, www.ggd.nl

Gezondheidsbeleid op school, www.gezondopschool.be

Gezondheidssite voor Vlaanderen, www.gezondheid.be

Gezondheidssite, www.e-gezondheid.be

Gezondheid en ziekte, www.rivm.nl

Groepering van voorzieningen voor ouderenzorg vzw, www.gvo.be

Hartaandoeningen, www.hartziekten.be

Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (museum en onderzoeksinstituut),

Lokaal Regionaal Gezondheidsoverleg en Organisatie, www.logowvl.be

www.natuurwetenschappen.be (www.kbinirsnb.be)

Medische informatie, www.gezondheidsnet.nl

Museum voor de Geschiedenis van de Wetenschap, www.sciencemuseum.ugent.be

Natuur en Wetenschap, www.natuurenwetenschap.be

Natuur(wetenschappen) & Techniek, www.natutech.nl,

Nederlands Instituut voor Biologie, www.nibi.nl,

Nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen, www.nvon.nl,

TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Jeugd- en gehandicaptenzorg 31 TV Toegepaste biologie/verzorging (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week)

Nieraandoeningen, www.allesovernieren.be

Nutriënten België, www.nubel.com

Prenatale en postnatale zorg in de wereld, www.childinfo.org

SchoolTV, www.schooltv.nl

SchoolTV, Teleac/NOT, www.teleacnot.nl,

Sensoa, www.allesoverseks.be

Spierziekten, www.spierziekten.nl

Vereniging van Leraars Wetenschappen, www.velewe.be,

Vereniging voor het Onderwijs in de Biologie, de Milieuleer en de Gezondheidseducatie (VOB), www.vob-ond.be

Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie, www.vib.be,

Vruchtbaarheid, www.vruchtbaarheid.org

Weet wat je eet www.goedgeweten.be

Wereldgezondheidsorganisatie, www.who.int

Wikipedia, www.nl.wikipedia.org

Ziekten, www.consumed.nl

Ziekten, www.ziekenhuis.nl

Zwangerschap, www.9maand.be

Zwangerschap & geboorte, www.babypret.net