Tuinieren voor amfibieën en reptielen...Tuinieren voor amfibieën en reptielen Amfibieën...

5
14 Oase lente 2007 Edo van Uchelen Bij het werken in de tuin of de heemtuin kom je ze vanzelf tegen. Soms onder een stuk hout of een stapel stenen, of gewoon in het voorjaar in je vijver: kikkers, padden en salamanders. En als je in de buurt van een natuurterrein woont, dan maak je zelfs kans op ring- slangen en hazelwormen. Maar niet elke (heem)tuin is geschikt voor amfibieën en reptielen… Hoe maak ik mijn tuin aantrekkelijk voor salamanders, kikkers, padden, hagedissen en (ring)slangen? Tuinieren voor amfibieën en reptielen Amfibieën (salamanders, kikkers en padden) en reptielen (hagedissen en slangen) hebben een verborgen levenswijze en zijn dus niet gemak- kelijk waar te nemen. Toch is er in Nederland bijna geen tuin te vinden waarin geen amfibieën voorkomen. Welke soorten je kunt verwachten is afhankelijk van waar je in Nederland woont én van de ligging van je tuin ten opzichte van natuurterreinen bij je in de buurt (zie tabel 1). Bij het inrichten en onderhouden van je tuin of heemtuin kun je van alles doen om het de herpetofauna (amfi- bieën en reptielen) naar de zin te maken. Daarover gaat dit artikel. Belang van tuinen voor amfibieën Tuinen vormen in Nederland een belangrijk en onderschat leefgebied voor amfibieën en soms ook voor reptielen. Op plaatsen waar geschik- te voortplantingsplaatsen ontbreken, kunnen tuinvijvers essentieel zijn voor het voortbestaan van popula- ties van bruine kikker en kleine watersalamander. Tuinen in de buurt van landgoederen waar ringslangen voorkomen, zijn vaak een belangrijk onderdeel van het leefgebied van deze soort, zeker als composthopen aanwezig zijn waarin ze eieren kun- nen leggen. Kamsalamanders kun- nen vrij gemakkelijk tuinvijvers kolo- niseren en hier een duurzame popu- latie opbouwen. Natuurgebieden zijn in ons land vaak van elkaar geïsoleerd door landbouwgebieden en bebouwing (lees: huizen met tuinen). Anders dan vaak gedacht wordt zijn tuinen, mits niet al te netjes ingericht, een beter biotoop voor de herpetofauna dan de hedendaagse landbouwge- bieden. Door intensivering van de landbouw zijn juist landbouwgronden meestal ongeschikt als verbindings- zone. Tuinen kunnen dus een belang- rijke functie vervullen als ecologische verbindingszone tussen natuurgebie- den. Vijver voor amfibieën Amfibieën zijn voor de voortplanting afhankelijk van geschikte voortplan- tingswateren. Om je tuin aantrekke- lijk te maken voor amfibieën is de aanleg van een geschikte tuinvijver een voorwaarde. Een tuinvijver is een poel in het klein en dus geldt bij de aanleg hetzelfde als voor alle andere voortplantingswateren van amfibieën: zoveel mogelijk zon, bij voorkeur niet onder bomen of strui- ken (bladval), niet dieper dan 60-80

Transcript of Tuinieren voor amfibieën en reptielen...Tuinieren voor amfibieën en reptielen Amfibieën...

Page 1: Tuinieren voor amfibieën en reptielen...Tuinieren voor amfibieën en reptielen Amfibieën (salamanders, kikkers en padden) en reptielen (hagedissen en slangen) hebben een verborgen

14 Oase lente 2007

Edo van Uchelen

Bij het werken in de tuin of de heemtuin kom je ze vanzelf tegen.

Soms onder een stuk hout of een stapel stenen, of gewoon in het

voorjaar in je vijver: kikkers, padden en salamanders. En als je in de

buurt van een natuurterrein woont, dan maak je zelfs kans op ring-

slangen en hazelwormen. Maar niet elke (heem)tuin is geschikt

voor amfibieën en reptielen…

Hoe maak ik mijn tuin

aantrekkelijk voor

salamanders, kikkers,

padden, hagedissen en

(ring)slangen?

Tuinieren voor amfibieën en reptielen

Amfibieën (salamanders, kikkers enpadden) en reptielen (hagedissen enslangen) hebben een verborgenlevenswijze en zijn dus niet gemak-kelijk waar te nemen. Toch is er inNederland bijna geen tuin te vindenwaarin geen amfibieën voorkomen.Welke soorten je kunt verwachten isafhankelijk van waar je in Nederlandwoont én van de ligging van je tuinten opzichte van natuurterreinen bijje in de buurt (zie tabel 1). Bij hetinrichten en onderhouden van jetuin of heemtuin kun je van allesdoen om het de herpetofauna (amfi-bieën en reptielen) naar de zin temaken. Daarover gaat dit artikel.

Belang van tuinen voor amfibieënTuinen vormen in Nederland eenbelangrijk en onderschat leefgebiedvoor amfibieën en soms ook voorreptielen. Op plaatsen waar geschik-te voortplantingsplaatsen ontbreken,kunnen tuinvijvers essentieel zijnvoor het voortbestaan van popula-ties van bruine kikker en kleinewatersalamander. Tuinen in de buurtvan landgoederen waar ringslangenvoorkomen, zijn vaak een belangrijkonderdeel van het leefgebied vandeze soort, zeker als composthopenaanwezig zijn waarin ze eieren kun-nen leggen. Kamsalamanders kun-nen vrij gemakkelijk tuinvijvers kolo-niseren en hier een duurzame popu-latie opbouwen. Natuurgebieden zijn in ons landvaak van elkaar geïsoleerd doorlandbouwgebieden en bebouwing(lees: huizen met tuinen). Andersdan vaak gedacht wordt zijn tuinen,

mits niet al te netjes ingericht, eenbeter biotoop voor de herpetofaunadan de hedendaagse landbouwge-bieden. Door intensivering van delandbouw zijn juist landbouwgrondenmeestal ongeschikt als verbindings-zone. Tuinen kunnen dus een belang-rijke functie vervullen als ecologischeverbindingszone tussen natuurgebie-den.

Vijver voor amfibieënAmfibieën zijn voor de voortplantingafhankelijk van geschikte voortplan-tingswateren. Om je tuin aantrekke-lijk te maken voor amfibieën is deaanleg van een geschikte tuinvijvereen voorwaarde. Een tuinvijver iseen poel in het klein en dus geldt bijde aanleg hetzelfde als voor alleandere voortplantingswateren vanamfibieën: zoveel mogelijk zon, bijvoorkeur niet onder bomen of strui-ken (bladval), niet dieper dan 60-80

Page 2: Tuinieren voor amfibieën en reptielen...Tuinieren voor amfibieën en reptielen Amfibieën (salamanders, kikkers en padden) en reptielen (hagedissen en slangen) hebben een verborgen

cm, glooiende oever met ondiepeoeverzone, veel water- en zuurstof-planten, geen vissen en bij voorkeurgeen pompen of watervallen. Welke amfibieën je in je vijver krijgt,hangt af van de plek waar je woont.Vrijwel overal komen amfibieën vooren de bruine kikker, bastaardkikker,gewone pad en kleine watersalaman-der weten een geschikte tuinvijvermeestal snel te vinden. Als je op eenplek woont in de buurt van eengebied waar bijzondere soorten voor-komen, dan kun je ook die in je vij-ver verwachten. (Zie tabel 1)

Landbiotoop: kleinschalig mozaïekAmfibieën, uitgezonderd de groenekikkers, leven buiten de voortplan-tingsperiode op het land. Hier bren-gen ze verreweg het grootste gedeel-te van hun leven door. Behalve eengeschikte tuinvijver is dus ook delandhabitat belangrijk. Voor amfibie-ën, maar ook voor ringslangen enhazelwormen is een (natuur)tuinmet een kleinschalig mozaïek opti-maal. Denk hierbij aan een wat ‘rom-melige’ tuin met veel afwisseling vanbegroeide en onbegroeide plaatsendie geleidelijk in elkaar overgaan,zodat een gunstig microklimaat aan-wezig is. Kies bij voorkeur voorinheemse planten, struiken enbomen. Deze trekken meer insectenaan (voedsel!). Maak je tuin nooit‘winterklaar’ door bladeren en uitge-bloeide stengels van planten te ver-

wijderen. Deze zijn juist van belangvoor de overwintering van allerleiongewervelde dieren. Een dikke laagbladeren isoleert bovendien debodem, zodat de vorst minder diepin de grond doordringt. De bladerenworden later in het jaar vanzelf weerafgebroken door bacteriën, schim-mels en ongewervelden. De aanwezigheid van een dikkestrooisellaag is heel erg belangrijk

voor amfibieën en reptielen!Composthopen, bladhopen, houtsta-pels en stapels stenen of dakpannenverhogen de structuurvariatie van jetuin, hetgeen gunstig is, ook voorkleine zoogdieren en vogels! Onderdeze materialen is veel voedsel tevinden (wormen, spinnen en andereongewervelden), het is er koel envochtig en dus ook geschikt alsschuilplaats en (indien vorstvrij) vaak

Oase lente 2007 15

Tabel 1. Overzicht van soorten die regelmatig in verschillende soorten tuinen wor-den aangetroffen of kunnen voorkomen, mits de soort in de omgeving van naturevoorkomt. Legenda: - niet of bij grote uitzondering; + soms of een enkelekeer; ++ regelmatig; +++ vaak

Soort Stadstuin Tuin buiten Tuinen nabij de stad natuurgebieden

Alpenwatersalamander + ++ ++Kamsalamander - + ++Vinpootsalamander - +? +Kleine watersalamander ++ +++ +++Knoflookpad - - +Gewone pad ++ +++ +++Rugstreeppad - + +Boomkikker - - +Heikikker - +? +Bastaardkikker + ++ +++Poelkikker - + ++Meerkikker - ++ +++Bruine kikker ++ +++ +++Levendbarende hagedis - - +Zandhagedis - - +?Hazelworm - - +Ringslang - - +

(linkerpagina) Kikkerdril van de bruine kikker. Elk vrouwtje zet in het vroege voor-jaar één klomp eieren af. Door het aantalklompen te tellen weet je hoeveel vrouwtjeseieren hebben afgezet. Dit is een maatvoor de aanwezige populatie. Bruine kik-kers zetten zelden eieren af in poelen metveel watersalamanders, omdat deze de eie-ren en larven opeten. Als je in april voor-zichtig een klomp dril van de bruine kikkeropzij schuift dan zie je soms tientallen klei-ne watersalamanders (die bezig zijn dezich ontwikkelende eitjes te consumeren).

(rechts) Vergissingsparing van bruine kikkeren gewone pad. Deze amplexus (omklem-ming tijdens de voortplanting) levert geennakomelingen op!

Page 3: Tuinieren voor amfibieën en reptielen...Tuinieren voor amfibieën en reptielen Amfibieën (salamanders, kikkers en padden) en reptielen (hagedissen en slangen) hebben een verborgen

ook als overwinteringplek. Nietiedereen is natuurlijk gecharmeerdvan een stapel hout of een berg ste-nen in z’n tuin. In de meeste tuinenis echter wel een rommelhoekje tevinden waar zoiets niet opvalt.Eventueel kun je het geheel aan hetzicht onttrekken door er niet bladver-liezende inheemse struiken (hulst,taxus) voor te planten, een schuttingmet klimop te plaatsen of het geheelaf te dekken met een laag bladerenof compost.

OverwinteringAmfibieën en reptielen zijn koud-bloedige dieren. Dit betekent dathun lichaamstemperatuur afhanke-lijk is van de omgevingstemperatuur.In de winter moeten ze dus eenvorstvrije schuilplaats opzoeken omte voorkomen dat ze bevriezen.Soorten die op het land overwinte-ren moeten in de bodem kunnenverdwijnen. Van de algemene soor-

ten kan alleen de gewone pad zich-zelf ingraven. De andere soortengebruiken vaak (verlaten) holletjesvan muizen. Ook in kruipruimtes enspouwmuren van huizen kunnenamfibieën vorstvrij overwinteren.Zorg er dus voor dat deze plaatsentoegankelijk blijven. Een geschikteoverwinteringsplek moet in de bodemliggen, voldoende vochtig zijn, vorst-vrij en buiten het bereik van de hoog-ste grondwaterstand liggen. In veel tuinen zijn onvoldoendegeschikte overwinteringsplaatsenaanwezig. Behalve een geschiktetuinvijver is het aanleggen van eenof meerdere overwinteringsplaatsenhet beste wat je kunt doen voor deamfibieën (en eventueel reptielen)in je tuin. Hoe ga je te werk? Kieseerst een beschutte plek in je tuinen graaf hier een flinke kuil vanminimaal 80 cm diep. De aardedeponeer je als een ringwal aan denoord- en oostzijde van de kuil

16 Oase lente 2007

Welke soorten komen in mijn tuinvoor?Amfibieën zijn, uitgezonderd degroene kikkers, vrijwel uitsluitend ’snachts actief. Alleen tijdens devoortplantingsperiode zijn enkelesoorten ook overdag actief. Als jedus wilt weten welke soorten er in jetuin voorkomen, zul je er ’s nachtsmet een zaklantaarn op uit moeten.In je vijver kun je in het voorjaarvooral ’s nachts vaak gemakkelijkamfibieën vinden door rustig deoevers af te zoeken en in het waterte schijnen. Op een avond met wei-nig wind vind je na een regenbuipadden en kikkers op het land. Er is een trucje om overdaggemakkelijker soorten te vinden.Door op veel verschillende plaat-sen kunstmatige schuilgelegen-heid (dakpannen, stukken tapijt,platte stenen of planken) uit teleggen wordt de inventarisatiegemakkelijker. Amfibieën en rep-tielen verschuilen zich hier graagonder en liggen dan bovendien let-terlijk tussen hun voedsel: wor-men, naaktslakken en spinnen. Jevindt ze dan door de materialenom te draaien. Reptielen liggen, als het niet tewarm is, overdag graag in de zon.Zonnende reptielen kun je vindendoor rustig langs geschikte randente lopen en enkele meters vooruit tekijken. Uitgebreide informatie overhet inventariseren van amfibieën enreptielen tref je aan in mijn boek‘Praktisch natuurbeheer:amfibieënen reptielen’ (Zie kader aan heteinde van dit artikel).

Natuurlijke tuinvijver met geleidelijkeoevers, zeer geschikt voor amfibieën. Dezevijver is gemaakt van keileem, dat als eenca. 15 cm dikke laag de bodem van de kuilbedekt. Op deze manier is nergens plastic,beton of ander onnatuurlijk materiaalzichtbaar. In de vijver leeft een grotepopulatie kamsalamanders. Al vanaf okto-ber zie ik hier (’s avonds met een zak-lamp) de eerste mannetjes in baltskleed.Een gedeelte van de voortplanting vindt alin de winter plaats: in december zie ik dedieren al baltsen en de eerste eitjes vind ikin februari!

Page 4: Tuinieren voor amfibieën en reptielen...Tuinieren voor amfibieën en reptielen Amfibieën (salamanders, kikkers en padden) en reptielen (hagedissen en slangen) hebben een verborgen

(waar de koude wind vandaankomt). Vervolgens vul je de kuil opmet flinke stenen, grof puin, oudedakpannen en/of stammen hout.Ook takkenbossen voldoen, maar

deze verteren snel waarna de kuilniet meer geschikt is en opnieuwmoet worden opgebouwd. Hetmateriaal moet tenminste eenmeter hoog zijn. Dek het geheel afmet een dikke laag bladeren of stroen klaar is je overwinteringskuil. Alsde grondwaterstand in de winterhoog staat, ga je anders te werk.Graaf je kuil tot net boven de grond-waterstand. Aan de noord- en oost-zijde van de kuil leg je een flinkeaarden wal aan (hiervoor ook grondvan elders aanvoeren). Voor de rest ga je te werk als hierbo-ven beschreven. In plaats van eenoverwinteringskuil heb je nu eenoverwinteringshoop gemaakt, gele-gen boven de grondwaterstand.

(links) Grote steenhoop van veldkeien metveel bloeiende wilde planten. Optimaal alsschuilplaats en overwinteringsplek vooramfibieën en reptielen. Ook overwinteren-de dagvlinders maken gebruik van desteenhoop.(onder) De bastaardkikker is algemeen enkoloniseert gemakkelijk niet te kleine tuin-vijvers. Vanaf half mei zijn dan de voort-plantingskoren van kwakende mannetjes tehoren. Ze produceren een behoorlijkgeluid, dat niet altijd door de buren opprijs wordt gesteld…..

Tabel 2. Overzicht van de overwinteringsplaatsen van amfibieën.Legenda: - niet; + soms of een enkele keer; ++ meestal; +++ uitsluitend

Soort Overwintering op het land Overwintering in het waterAlpenwatersalamander ++ +Kamsalamander ++ +Vinpootsalamander ++ ++Kleine watersalamander +++ -Vroedmeesterpad +++ -Knoflookpad +++ -Gewone pad +++ -Rugstreeppad +++ -Boomkikker +++ -Heikikker +++Bastaardkikker ++ ++Meerkikker +++Poelkikker +++Bruine kikker ++ ++

Geen soorten uitzetten De vroedmeesterpad komt inNederland van nature uitsluitendin Zuid-Limburg voor. Het is eenbeschermde soort die op de RodeLijst staat als kwetsbaar. Ookelders in Nederland komen vroed-meesterpadden voor. Het is eenpopulaire soort bij tuinliefhebbers,mede vanwege de melodieuzeroep die vanaf april tot diep in dezomer op warme avonden tehoren is. Deze uitgezette popula-ties blijken het vaak goed te doenin tuinen en parken. Blijkbaar steltde soort niet zulke hoge eisen.Natuurlijk is het best leuk omdeze muzikale padjes in je achter-tuin te hebben. Toch is het uitzet-ten van soorten altijd af te wijzen.Ten eerste is het strafbaar ombeschermde diersoorten in jetuin(vijver) uit te zetten. Ten twee-de kan introductie het natuurlijkevenwicht verstoren: de geïntrodu-ceerde soort hoort niet in het eco-systeem thuis en kwam er vroegerook niet voor. Inheemse soortenkunnen door uitzettingen in hunvoortbestaan worden bedreigd,niet alleen door concurrentie maarook omdat door uitzettingen bij-voorbeeld ziektes kunnen wordengeïntroduceerd. Trek dus door eengoede inrichting van je tuin desoorten uit de omgeving aan engeniet van de spontane kolonisatievan je tuin!

Page 5: Tuinieren voor amfibieën en reptielen...Tuinieren voor amfibieën en reptielen Amfibieën (salamanders, kikkers en padden) en reptielen (hagedissen en slangen) hebben een verborgen

Meer weten over (natuur)beheervoor amfibieën en reptielen?

Mijn boek ‘Praktisch natuurbeheer:amfibieën en reptielen’ (uitgegevendoor de KNNV Uitgeverij) behandeltop eenvoudige wijze maatregelen dievan belang zijn voor padden, kikkers,salamanders, hagedissen en slangen. Ook indien je regelmatig vrijwilli-gerswerk doet in de natuur is hetboek een goede investering. Hetgeeft je meer inzicht in het hoe enwaarom van de maatregelen enbeschrijft bijvoorbeeld ook hoe jeeen eiafzetplek kunt maken voorzandhagedissen of een broeihoopvoor ringslangen.

WorkshopIk organiseer samen met StichtingRAVON (Reptielen, Amfibieën enVissen Onderzoek Nederland) eenworkshop ‘Praktisch natuurbeheer:amfibieën en reptielen’. De work-shop gaat over inrichtings- enbeheersmaatregelen die van belangzijn voor salamanders, padden, kik-

kers, hagedissen en slangen. Hetaccent ligt op de meer bijzonderesoorten. De workshop behandelt degangbare inrichtings- en beheersme-thodes. Het gaat daarbij om vragenals: Wanneer is het nodig om tebegrazen, maaien of plaggen? Hoeleg ik een poel aan? Welke soortenprofiteren hiervan en welke niet?Hoe maak ik een bosrand aantrekke-lijk voor amfibieën en reptielen? Hoekan ik de kwaliteit van de habitat ver-beteren? Natuurlijk komt ook aanbod hoe de effecten van de maatre-gelen te monitoren zijn. De workshop is bedoeld voorbeheerders van natuurterreinen en(overheids)medewerkers die belastzijn met groenonderhoud. Ook voorparticuliere terreinbezitters en men-sen met een flinke natuurvriendelijke(heem)tuin is de workshop zinvol. In totaal organiseert RAVON 12workshops, in elke provincie één. Deopzet is sterk gericht op de praktijk.Per provincie wordt de workshopaangepast aan de wensen van debeheerders én de leefgebieden ensoorten in de betreffende provincie.De opgedane kennis is dus directtoepasbaar in het eigen terrein. Eenvervolgadvies op locatie behoort totde mogelijkheden. De workshopsduren een dag: met een theoriege-deelte ’s morgens en een terreinbe-zoek ’s middags. Ongeveer een jaarna de workshops wordt een terug-komdag georganiseerd, waarbij

genomen of geplande beheersmaat-regelen, worden (na)besproken. Alsafsluiting is er een slotsymposium. Alle deelnemers ontvangen eenkorte cursushandleiding en het boek‘Praktisch natuurbeheer: amfibieënen reptielen’ waarin alle relevantebeheersmaatregelen tot in detailstaan beschreven. Voor verspreidingvan deze kennis binnen de eigenorganisatie is een informatiefolderbeschikbaar.Meer informatie over de workshopsis te vinden op de website vanRAVON: www.ravon.nl. Hier kunt uzich ook inschrijven voor deelname.

Edo van Uchelen is oprichteren eigenaar van Eco TouristServices. Hij heeft, na een lera-renopleiding, biologie gestu-deerd aan de Vrije Universiteitin Amsterdam. Zijn passies,ecologie en herpetologie (rep-tielen en amfibieën), brachtenhem in zijn vrije tijd naar alleuithoeken van Europa, maar hijbeleeft ook nog steeds plezieraan de amfibieën en reptielenin zijn eigen heemtuin inDrente.Adres: Reeweg 1, 8381 GAVledder. E-mail: [email protected]

Alle foto’s (uitgezonderd die van de ring-slang) zijn genomen in de heemtuin van deauteur.

18 Oase lente 2007

Ringslangen leven van amfibieën. Dezesoort wordt, binnen zijn verspreidings-gebied, regelmatig bij tuinvijvers waar-genomen. Als er in je omgeving ring-slangen voorkomen dan krijg je ze vroeg oflaat vanzelf op je terrein als je een aantalpoelen hebt met veel amfibieën en als jebroeihopen maakt (zie het artikel in hetvorige nummer van ‘Oase’ van MartinMelchers en Hein Koningen). In onzeheemtuin heeft nog geen permanentevestiging plaatsgevonden, drie jaar geledenheb ik een keer een vel gevonden en daar ishet bij gebleven.