trum Wijkverpleging: er de - ZorgkaartNederland...zo goedkoop mogelijk, waardoor de zorg betaalbaar...

16
Wijkverpleging: Ondernemen in de eerste lijn Editie 3 / juni 2015 “WOLKOM” Dat staat op de gevel van het anderhalvelijns centrum van Sûnenz, een van de nieuwe inzichten over de organisatie van de eerste lijn. Andere ontwikkelingen zijn de aandacht voor het welbevinden van mensen en de samenwerking tussen specialist ouderengeneeskunde, huisarts en wijkverpleegkundige. Wijzingen in de eerste lijn zijn noodzakelijk om tegemoet te komen aan de wensen van ouderen om zo lang als mogelijk thuis te kunnen wonen. Meer over ondernemen in de eerste lijn en de rol van de wijkverpleging in dit derde e-zine Wijkverpleging.

Transcript of trum Wijkverpleging: er de - ZorgkaartNederland...zo goedkoop mogelijk, waardoor de zorg betaalbaar...

Wijkverpleging:Ondernemen in de eerste lijnEditie 3 / juni 2015

“WOLKOM”Dat staat op de gevel van het anderhalvelijns centrum

van Sûnenz, een van de nieuwe inzichten over de

organisatie van de eerste lijn. Andere ontwikkelingen zijn

de aandacht voor het welbevinden van mensen en de

samenwerking tussen specialist ouderengeneeskunde,

huisarts en wijkverpleegkundige. Wijzingen in de eerste

lijn zijn noodzakelijk om tegemoet te komen aan de

wensen van ouderen om zo lang als mogelijk thuis te

kunnen wonen.

Meer over ondernemen in de eerste lijn en de rol van

de wijkverpleging in dit derde e-zine Wijkverpleging.

“Helderheid scheppen blijkt het sleutelwoord”

Nice to know

InHoudsopgave_Wijkverpleging: Ondernemen in de eerste lijn

Leefplezier als filosofie

Daar zit meer achter!

SpecialiSten ouderen-geneeSkunde: graag een blik wijkverpleegkundigen

WOLKOM!

2

verpleging en verzorging thuis – in de wijk of in een aanleunwoning – is nooit weggeweest, maar wel opnieuw onder de aandacht gekomen. niet vreemd eigenlijk, want wijkverpleging is zeer belangrijk met het oog op de groeiende groep ouderen en chronisch zieken die zolang mogelijk in de eigen thuissituatie kunnen en willen wonen en functio-neren. met behoud van de kwaliteit van hun leven. mensen willen daarbij zoveel mogelijk eigen regie en zeggenschap en indien mogelijk en wenselijk ondersteuning uit hun eigen netwerk. de professionals van de wijkverpleging realiseren dit, samen met de cliënt en zijn omgeving. Zij indiceren welke zorg op welk moment nodig is en coördineren, regisseren en organiseren dit. Zij zijn het vertrouwde gezicht in de wijk, zowel voor de cliënt als voor de huisarts, eerstelijns gezondheidszorg en andere samenwerkingspartners. Waar zorg nodig is, wordt zorg geboden.

Wat de wijkverpleging is en kan, daarover lijkt geen twijfel te bestaan. dat we op weg gaan naar een andere vormgeving van de zorg in de eerste lijn wordt ook steeds meer duidelijk. Hoe we dat met elkaar gaan regelen, organiseren, bekostigen en controleren? daarover zijn nog veel vragen.

in dit e-zine Wijkverpleging verkennen we die vraagstukken. We praten met cliënten, wijkverpleegkundigen, verzekeraars, zorgaanbieders, opleiders en andere betrokkenen. Want alleen samen kunnen we goede zorg thuis garanderen. nieuwsgierig geworden? Kijk, lees en beleef het in dit derde e-zine Wijkverpleging: ondernemen in de eerste lijn.

Need to know

Ben jij de nieuwe Ambassadeur

Wijkverpleegkundige? v&vn verpleegkundigen mgZ wil door middel van

het traject Ambassadeurs voor de Wijkverpleegkundige

talentvolle wijkverpleegkundigen ondersteunen om de

beroepsgroep op lokaal, regionaal en landelijk niveau

te vertegenwoordigen.

de deelnemers zijn na afronding van het traject in staat

belangen te behartigen, te lobbyen en te onderhandelen

in het belang van de beroepsgroep. de Ambassadeurs

worden ingezet bij presentaties, debatten, scholingen en

politieke bijeenkomsten.

wil je meedoen met het derde traject? informeer naar

selectieprocedure en voorwaarden bij v&vn adviseur

Mariska de bont. of klik hier voor meer info.

IntroductIe_Wijkverpleging: Ondernemen in de eerste lijn

3

IntervIeW professor JorIs slaets _HOOglerAAr Ouderengeneeskunde

slijtage van het lichaam en beperkingen gaan gepaard met verouderen. de gezondheidszorg focust zich

gewoontegetrouw op zaken waar mensen last van hebben. narigheden. “leefplezier is veel belangrijker”,

stelt joris slaets, professor Ouderengeneeskunde, daar droogjes tegenover.

Professor Joris Slaets wil welzijnsvragen niet met zorg oplossen

Leefplezier als filosofie

vijftien jaar geleden ging slaets met het fenomeen welbevinden aan de slag. naar zijn idee kunnen mensen tegelijkertijd beperkingen of pijn hebben, en genieten van hun partner en kleinkinderen. “duizenden keren heb ik in mijn spreekkamer gevraagd: ‘Waar beleeft u plezier aan?’ mensen zijn niet gewend om daarover te praten. Ze kunnen makkelijker ophoesten waar ze last van hebben, dan waar ze genoegen aan beleven”, constateert hij. gelukkig blijkt uit experimenten dat dat verandert. een half jaar later weten ze veel meer te verzinnen. “en kunnen wij daar beter op acteren.” Zo kunnen ouderen de persoon blijven die ze graag willen zijn.

mensen zelf tillen niet zo zwaar aan lichamelijke problemen. “Wist je dat verpleegkundigen altijd hoger scoren dan de oudere zelf als het gaat om een zorgbehoefte? We leveren aanbod vanuit de visie van de jongere (professional). dat levert overbodige zorg op, en schadelijke zorg. Aan heel veel behandelingen hangen normatieve kaders: dit mag niet en dat ook niet. dat geeft beperkingen aan het leefplezier.” slaets staat keuzevrijheid voor van de mens, zonder waardeoordeel. “je moet dit niet willen kwantifi-ceren. Het heeft niets te maken met publieke verantwoord-ing of financiering. dat vertel ik ook aan zorgverzekeraars.”>>

4

Vitaal blijvenVeroudering als vakgebied is Joris Slaets op het lijf

geschreven. Hij vervult drie convergerende functies

die hiermee samenhangen. Als professor Ouderen-

geneeskunde is hij oprichter van en verbonden aan

het Centrum voor ouderengeneeskunde van het

Universitair Medisch Centrum Groningen, als weten-

schappelijk adviseur werkt hij voor Espria en dit jaar is

hij benoemd als directeur van het Kennisinstituut

Leyden Academy als opvolger van Rudi Westendorp.

Dit instituut houdt zich bezig met onderwijs en onder-

zoek naar vragen uit de samenleving, zoals vitaal blijven.

Onderzoek, zorginnovatie en een leer- en ontwikkel-

agenda op de werkvloer zijn onderwerpen die Slaets

dagelijks bezighouden. Tot voor kort zag hij als dokter

bovendien patiënten in zijn spreekkamer bij het UMC

Groningen.

“In Noordoost Groningen, met veel werkloosheid en ongeletterdheid, moet je andere dingen ontwikkelen dan in een stad als Groningen of Amsterdam. Je kunt niet met plak- en knipsjablonen werken om de problemen op te lossen.”

>> verlangengerichte zorgHoe kom je erachter of iemand genoegen beleeft aan zijn bestaan? Hiertoe ontwikkelde de hoogleraar

de groningen Well Being indicator. Het bestaat uit drie vragen: wat vindt u belangrijk, bent u daar tevreden mee, en zo nee, waarom niet? Het is te vinden op internet. terecht, vindt slaets, want het is betaald met belasting-geld. inmiddels passen veel organisaties het toe, zoals vilente, meander en icare bijvoorbeeld. “maar het gaat uiteindelijk om het gesprek, niet om het instrument”, benadrukt hij. “Wie is die persoon waarmee je praat? verpleegkundigen communiceren nu vaak in betaaltitels, chargeer ik. voor je het weet bestaat een cliënt alleen nog uit een indicatie en behandelmodules waar geld aan hangt.” Aardig: leyden Academy onderzoekt of de indicator werkelijk meet wat de bedoeling is.

Om de verhalen te delen die illustreren wat een andere oriëntatie doet, heeft espria een app ontwikkeld. daarop doen medewerkers hun relaas om anderen te inspireren. Zoals in dit ingekorte verhaal over een onrustige man.

>>

“Hij deed regelmatig vlucht-

pogingen. We hebben gekeken

wat we voor meneer konden

doen. Naar buiten gaan was

voor meneer heel belangrijk.

We zijn met meneer gaan

wandelen. Uiteindelijk kon

hij dat weer zelfstandig. Na verloop van tijd lukte

het zijn vrouw en dochter om

meneer op te halen en thuis

te laten zijn. Meneer genoot

hier aantoonbaar van, hij werd

rustiger en kwam ook terug

op zijn belevenissen.“

5

>> Het gaat in de visie van de professor kortom om verlangengerichte zorg. dat hangt samen met welzijn, de sociale omgeving, eenzaamheid en de woning van een persoon. “We moeten een welzijnsvraag niet met zorg willen oplossen.”Ook bij de zorgverzekeraars begint de oriëntatie te kantelen. Welbevinden is nu in alle visiedocumenten opgenomen, in tegenstelling tot pakweg tien jaar terug. mooi is dat de zorgkosten lager uitvallen als wonen en welzijn goed geregeld zijn. maar de zorgverzekeraar heeft geen invloed op deze domeinen. en als die aspecten niet goed zijn geregeld, gaan de kosten linea recta omhoog in de Wet langdurige Zorg. “ik erken dat er een probleem in het systeem zit. de oplossing moeten we samen ontwikkelen.”

plak- en knipsjablonenmomenteel experimenteert slaets met gebiedsaanpak. Waarbij hij wel aantekent dat verschillende streken andere oplossingen nodig hebben. “in noordoost groningen, met veel werkloosheid en ongeletterdheid, moet je andere dingen ontwikkelen dan in een stad als groningen of Amsterdam. je kunt niet met plak- en knipsjablonen werken om de problemen op te lossen.”Zorgverzekeraars zijn al in overleg met gemeentes in verband met de Wmo. “Woningcorporaties zouden eveneens deel moeten nemen. door de stelselwijziging zijn de partijen sowieso tot elkaar veroordeeld.”in Appingedam en een wijk van emmen hebben bewoners het gebied omgevormd tot een ‘lerend zorgsysteem’. daar vormen de bewoners een gemeenschap met jong, oud, gezond en ziek. en die groep wenst veel zaken zelfstandig op te lossen. Ook de zorgaanbieders onderhouden contacten. “voorheen bezochten ggZ, thuiszorg en welzijn allemaal hetzelfde adres, zonder overleg. dat noem ik ondoelmatig, frustrerend en gefragmenteerd. nu zitten ze met elkaar om tafel, met een consulente van de woningbouwcorporatie. samen kunnen ze veel meer bewerkstelligen in het leefplezier van die mensen, dan afzonderlijk!”

een wijkverpleegkundige zou in een dergelijke context een goede rol kunnen spelen, denkt de professor. idealiter een white label verpleegkundige, in dienst van de gemeenschap, en niet van een zorgaanbieder of de gemeente. iemand die als een spin in het netwerk een gidsrol kan vervullen. die er zo aan bijdraagt dat mensen het meeste leefplezier hebben. “maar daar moet ze wel de juiste competenties voor hebben.”

daarom ontwikkelt slaets modules over dit thema voor opleidingen. Hoe praat je over dit onderwerp en hoe gebruik je de uitkomsten van zo’n gesprek in het plan dat je vervolgens opstelt. “jaren terug heeft ActiZ het boekje leefplezier hierover uitgegeven. Aan de concepten heb ik meegewerkt. een vervolgboekje over de praktijk van leefplezier voor hulpverleners is inmiddels klaar.”

op hoger niveauinmiddels is slaets betrokken bij een aantal grotere en kleinere proeftuinen. Hij rept over twee initiatieven in drenthe rondom de eerste lijn vanuit huisartsen, die zorg rondom kwetsbare ouderen beter willen organiseren. Hij noemt de provincie drenthe die samen met twee belangrijke zorgverzekeraars overweegt om de hele provincie om te turnen tot proeftuin. en nog veel meer.proeftuinen op een hoger abstractieniveau vindt hij veel boeiender. “mijn idee is om ze met elkaar te verbinden, waardoor we kunnen standaardiseren en opschalen. dat zie ik als een probleem in de zorg: steeds wordt het wiel opnieuw uitgevonden. Weliswaar moet je luisteren naar de wensen van het individu, maar anderzijds zijn er modules in het aanbod die vaak voorkomen. Altijd heeft een kwetsbare oudere een laagdrempelig contact nodig met de huisarts, in samenwerking met de thuiszorg.”

de triple Aim-gedachte van het Amerikaans institute of Health innovation, sluit hier naadloos bij aan. “Zij stellen dat je op drie dingen moet letten als je voor de volksgezondheid betekenis wilt hebben. Wat je doet moet van waarde zijn voor het individu, het moet van belang zijn voor de gemeenschap en zo goedkoop mogelijk, waardoor de zorg betaalbaar en toegankelijk blijft. in mijn optiek brengen deze principes ons verder.” <

“Wat je doet moet van waarde zijn voor het individu, het moet van belang zijn voor de gemeenschap en zo goedkoop mogelijk, waardoor de zorg betaalbaar en toegankelijk blijft.”

lees OOk de ActiZ BrOcHure “eIgen regIe, een socIaal begrIp” en “vaKbeKWaam mensenWerK, anders WerKen In de langdurIge zorg”

6

Nice to know

Kennisdelen via Expertgroep op LinkedIn Op linkedin is sinds maart 2015 een expertgroep Wijkzorg actief, een particulier initiatief van een aantal wijkverpleegkundigen. de groep telt inmiddels 170 leden en er wordt actief kennis gedeeld in dit netwerk. geïnteresseerd? meld je dan aan bij deze ‘besloten’ groep via linkedin.

Bekostiging 2015 uitgelegd in vijf animatiesde lHv heeft de nieuwe bekostiging van de huisartsenzorg samengevat in vijf korte animaties. de nieuwe bekostiging van de huisartsenzorg is complex en roept bij veel huisartsen vragen op. met deze filmpjes wil de lHv alle huisartsen in nederland zo goed mogelijk informeren over de veranderingen die per 1 januari 2015 ingaan.

Onderwijs 2016-2017vanaf 2016-2017 werkt het mbo-onderwijs met keuzedelen. deze kunnen een verbreding of verdieping geven aan het generieke opleidingsprogramma. een van de keuzedelen die verzorgenden-ig en verpleegkundigen kunnen kiezen is ‘Wijkgericht werken’.

de HBO-v opleidingen hebben een nieuw opleidingsprofiel dat ingaat vanaf schooljaar 2016-2017. in dit nieuwe opleidingsprofiel zijn de uitstroomdifferentiaties afgeschaft om de verpleegkundige breed en generalistisch op te leiden. Wel is het expertiseprofiel voor de wijkverpleegkundige deels opgenomen in het opleidings-profiel.

Subsidie ZonMwZonmw is een nieuwe subsidieronde gestart, gericht op (door-)ontwikkeling van leernetwerken rondom wijkverpleging. doel is dat docenten en beroepskrachten in de wijkverpleging samen werken aan en reflecteren op de beroeps- en onderwijspraktijk. Aanvragen zijn mogelijk tot 16 juni 2015. met de opleidingssubsidie van Zonmw (2014) gericht op het leren indiceren voor wijkverpleegkundigen, zijn ruim 5000 wijkverpleegkundigen opgeleid.

Grootste BBL opleidingsBB heeft de cijfers van de BBl opleidingen voor alle sectoren op een rij gezet.

12.246 verzorgende-Ig

6.409 mbo-verpleegkundige opleiding

7

Ouderenbonden zorgden voor eye opener

WOLKOM!

was bestuurder anke Huizenga verbaasd toen ze haar entree maakte bij ZuidoostZorg in Zuidoost Friesland? de bouw van een verpleeghuis stond op de rol. een oud concept in deze veranderende tijden. wat zou men missen als de instelling zou verdwijnen? Sûnenz bleek de oplossing. voor vitaal ouder worden. “een bedrijvenverzamelgebouw is het niet!”

Het speelse anderhalvelijnscentrum in drachten roept verwarring op. de lang-gerekte gevel kent delen met afwijkende stenen en spitse daken, net aparte woningen. in het midden groene letters: WOlkOm. eenmaal binnen wordt de verbazing niet minder. is dit een museum? een restaurant? een zorginstelling? Het is sûnenz. vrij vertaald betekent dat ‘proost’, ‘op uw gezondheid’, enz(ovoorts). de eerste in een reeks. inmiddels heeft de zorgverze-keraar toestemming gegeven voor nog vijf anderhalvelijnscentra in de geest van deze opzet.

tranen in de ogenZuidOostZorg begon haar strategische afwegingen over de toekomst met het voorleggen van vragen aan cliënten en mensen uit de omgeving. Waar hadden >>

ondernemen In de eerste lIJn_ sûnenZ-mAnAger idA vAn mAriOnDe initiatiefnemers van Sûnenz zijn een huisarts, drie

apothekers van Apotheek Sûnenz, Certe (medische diag-

nostiek), GGZ Friesland, het UMCG (vanuit onderzoek), de

Samenwerkende Ouderenbonden Smallingerland en

ZuidOostZorg. Het gebouw zelf is opgedeeld in een gezond-

heidsplein, winkelplein, horecaplein en vitaliteitsplein. Ook

een verpleeghuis-nieuwe-stijl vormt een onderdeel, net als

de thuiszorgtak van ZuidOostZorg: Zorg Thuis. De wijkver-

pleegkundigen van de zeven teams waar Zorg Thuis over

beschikt, hebben makkelijk toegang tot de twee huisartsen-

praktijken die eveneens een plek hebben in het pand.

Inmiddels zijn in totaal vijftig partners aangeschoven, die de

doelstelling onderschrijven. De een verzorgt mindfulnesscur-

sussen, de ander verkoopt brillen, een derde is lifestylecoach

en de vierde runt een supermarkt. Iedere ondernemer mag

hier iets halen, maar moet ook iets brengen. Het Friesland

College waarmee ZuidOostZorg een strategische alliantie

heeft, vormt een goed voorbeeld. Die heeft een praktijkleer-

route in gebruik, gekoppeld aan diverse opleidingen. Zoals

Zorg, MKB (de bemensing van de versmarkt in Sûnenz), ICT,

horeca (koks in het restaurant),CIOS (stagiaires betrokken bij

projecten valpreventie en bewegen). Daarnaast verzorgt

Museum Drachten exposities in het gebouw.

“Als ouderen in de buurt gingen wonen van kinderen,

of een paar maal per week

bezoek kregen, verdween in

de meeste gevallen de behoefte

aan een verpleeghuisopname.”

8

>> ze behoefte aan? Hoe konden zij worden empowered? “Het was een gouden greep om burgers mee te laten denken”, analyseert manager ida van marion van sûnenz.

de initiatiefnemers nodigden onder meer de samenwerkende Ouderen-bonden smallingerland uit. “We vertelden: dit is ons gedachtengoed. Willen jullie meedenken? de voorzitter keek me aan met tranen in de ogen: ‘Ons is nog nooit een vraag als deze gesteld’. dat vond ik bijzonder. Hoe kan het dat we praten over de vraag van de klant, maar nooit daadwerkelijk met hen overleggen?”

inhoudelijk zorgden de bonden voor een eye opener. “jullie praten steeds over zorg”, merkten ze op. “maar wij denken eerst aan hulp en ondersteuning.” inmiddels maken de ouderenbonden deel uit van het dagelijks bestuur van vereniging sûnenz.

de anderhalve lijn dit en meer gaf de organisatie inzicht in het spectrum tussen de nulde, eerste en tweede lijn. de anderhalve lijn kon tot wasdom komen. eerst ontvouwden zich vijf projecten op basis van de inventarisatie. sommigen vroegen zich af of de huisarts ook behandelend arts kon blijven in de verpleeghuissetting. dat bleek inderdaad mogelijk. een tweede project ging over de betekenis van de specialist ouderengeneeskunde voor de huisarts. Hoe kunnen zij een rol spelen om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen? Huisarts Wim Brunninkhuis bracht zijn idee voor een huisartsenhospitaal te berde. Ook dat is gerealiseerd binnen de muren van sûnenz. een vierde suggestie ging over een optimale voorbereiding van mensen op een operatie. goed gevoed en beschikkend over een goede conditie, zodat ze na afloop terug kunnen keren naar huis. met name belangrijk bij geplande orthopedische ingrepen.

tot slot: welzijn. deze factor bleek cruciaal voor mensen die geïndiceerd waren voor een verpleeghuis; niet de hulp- of zorgvraag stond centraal! Als ouderen in de buurt gingen wonen van kinderen, of een paar maal per week bezoek kregen, verdween in de meeste gevallen de behoefte aan een verpleeghuisopname. “deze projecten hebben ons inzicht geboden”, aldus van marion.

succesvol geesteskindeen bijzonder element is het huisartsenhospitaal van sûnenz: het succesvolle geesteskind van huisarts Wim Brunninkhuis. dit onderdeel is mede de reden dat talrijke bezoekers, uit binnen- en buitenland komen kijken. de site vermeldt de prijzen van de rondleidingen. “er is zo veel belangstelling dat we daar niet aan ontkomen”, verontschuldigt van marion zich. “Al het andere werk gaat ondertussen ook gewoon door.”

Bestuurder Huizenga nam al twee dagen na haar aantreden in 2008 contact op met Brunninkhuis. Ze had gehoord van zijn plan voor bedden onder huisartsregie, voor patiënten die kortstondig meer zorg nodig hadden. met een diversiteit van huisartsen-problemen, zoals een alleenstaande met dubbele fracturen of een patiënt die door chemotherapie ernstig moet braken. “Wij beschikken over 24/7 verpleegkundige zorg”, liet ze hem weten. Binnen de muren bevond zich sowieso een tijdelijke verblijfsafdeling. voordeel van het hospitaalconcept: de zorg valt onder de basisverzekering. Het kost de patiënt geen eigen risico en ook de maatschappij is goedkoper uit. >>

9

>> in de praktijk loopt de eigen huisarts twee keer per week op vaste tijden visite. geen enkele hulpverlener legt onaangekondigd een bezoek af.

Knokkeninmiddels sturen 25 huisartsenpraktijken mensen in voor het hospitaal. de experimentele betaaltitel die de nza heeft toegekend aan het project diende daarbij als vliegwiel. Want voor die tijd was het knokken. de huisartsenwereld in Zuidoost Friesland bleek lange tijd sceptisch. “Brunninkhuis heeft die bedden gedurende negen maanden helemaal zelf gedraaid. We kregen de achterwacht voor de huisartsen in eerste instantie niet geregeld.”

van marion relativeert tegelijkertijd. “Als je transformeert heb je altijd te maken met tegenslagen. Het veranderproces gaat van start met mensen die vanuit inhoud en visie bepalen: daar gaan we naartoe. je moet risico’s durven nemen. Want ook qua financiering zijn er geen pasklare oplossingen. Accepteer dat verandering altijd weerstand geeft. dat helpt.” de traagheid van een innovatief project vormt een pijnpunt, stelt ze vast. “je zet twee stappen vooruit en een achteruit.”

Ondertussen blijkt de sûnenz-formule een succes. eind 2014 heeft zorg- verzekeraar de Friesland aangegeven nog eens vijf anderhalvelijnscentra te willen opzetten, om de hele provincie Friesland te bestrijken. in dokkum is ZuidOostZorg een van de drie eigenaren van een nieuw anderhalvelijnscentrum. daar werkt de instelling samen met huisartsen en de gemeente. de zorgverzekeraar is in de fase van beoordeling en gunning van de overige centra. en ook in Oosterwolde wordt gestart met een huisartsenhospitaal, als satellietlocatie van sûnenz, op vraag en in samenwerking met lokale huisartsen.

van marion denkt dat het anderhalvelijnscentrum een mooie toekomst tegemoet gaat. Het zal zich breder ontwikkelen met meer producten en diensten. in afstemming met de Friesland is er in sûnenz al een screening van kwetsbare ouderen opgestart, om te kijken of zij, door middel van interventies, zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Ook kleine verrichtingen, in het domein van de huisarts en via huisartsfinanciering, gaan op deze locatie plaatsvinden. Bijvoorbeeld ingrepen in verband met carpaal tunnelsyndroom, ooglidcorrecties of sterilisaties. “Binnenkort komen bovendien huisartsen of chirurgen uit de tweede lijn hier verrichtingen doen.” Ook starten medisch specialisten op het gebied

van orthopedie, dermatologie en cardiologie met zogenoemde meekijkconsulten. daarmee ondersteunen ze de huisartsen. kortom, het anderhalvelijns centrum is nog lang niet uitontwikkeld. Bestuurder Anke Huizenga kan haar creativiteit de vrije loop geven. <

“Anderhalvelijnscentra gaan een mooie toekomst tegemoet.”

10

JE BELTDIRECT DE ARTSMeneer Davids is niet zijn vrolijke zelf. Dat valt hem niet op. Jou wel. Ontdek ’t zelf op daarzitmeerachter.nl

HBO-V in de ouderenzorgDAAR ZIT MEER ACHTERCampagne van ActiZ en V&VN

DITGAATMISMeneer Pinas lijkt nogal verward. Hij heeft ’t niet door. Jij wel. Ontdek ’t zelf op daarzitmeerachter.nl

HBO-V in de ouderenzorgDAAR ZIT MEER ACHTERCampagne van ActiZ en V&VN

ZO KAN HET NIET LANGERMevrouw van Zand maakt er een rommeltje van. De familie ziet het niet. Jij wel. Ontdek ’t zelf op daarzitmeerachter.nl

HBO-V in de ouderenzorgDAAR ZIT MEER ACHTERCampagne van ActiZ en V&VN

HBO-v in de ouderenzorg

JIJ overzIet, JIJ beslIst “jij overziet, jij beslist. in de ouderenzorg zit vaak meer achter een ogenschijnlijk ‘normale’ situatie. je hebt 3 minuten de tijd om te ontdekken wat er echt aan de hand is. luister goed, kijk en klik rond. Zelfs de kleine dingen kunnen een belangrijke aanwijzing zijn.”

Op daarzitmeerachter.nl worden studenten via experience films uitgedaagd om de situatie van de cliënt in te schatten en de juiste beslissingen te nemen. de verhalen komen direct uit de praktijk en zijn levensecht in beeld gebracht. studenten krijgen zo een goed beeld van de vaak complexe situaties die spelen in de ouderenzorg.

InspIratIeWijkverpleegkundigen nemen je mee in hun dagelijkse praktijk door middel van hun blogs. laat je inspireren door Arie Barendregt, lieveke schram en caroline smeets en ontdek de veelzijdigheid van het werk.

Op Facebook, twitter en linkedin is de campagne ook te volgen. en er is campagnemateriaal beschikbaar. Banners, posters en logo kun je downloaden. de roll up banners zijn te leen voor bijvoorbeeld bijeenkomsten.

WIJKverpleegKundIgen als gastspreKerniets is mooier dan een realistisch verhaal uit de praktijk. v&vn heeft een groep wijkverpleeg- kundigen beschikbaar om HBO-v studenten te enthousiasmeren voor het werk in de wijk. Zij vertellen graag over hun ervaringen. Wil je ook eens een wijkverpleegkundige uitnodigen als gastspreker? neem dan contact op met mariska de Bont van v&vn.

Veel HBO-V studenten en verpleegkundigen hebben een beperkt beeld van werken in de ouderenzorg en kiezen er daarom niet voor. Terwijl juist hier veel meer HBO-verpleegkundigen nodig zijn. De campagne ‘Daar zit meer achter’, een initiatief van ActiZ en V&VN, laat de veelzijdigheid van het werk van HBO-verpleegkundigen in de ouderenzorg zien. En dat is nooit simpel of standaard.

Daar zit meer achter!

OP DE KOffiE BiJ MENEER DAViDS – Je KrIJgt Het nIet op een scHoteltJe

DE BOODSCHAPPEN VAN MENEER PiNAS – Wat een KoelKast Je Kan vertellen

HET HUiSHOUDEN VAN DE fAMiLiE VAN ZAND – een WoonKamer Waar meer acHter zIt

11

onlangs belde een huisarts mij over een alleenstaande

heer, die ik voor dit verhaal meneer verbeek noem. de

huisarts spreekt tijdens het telefoongesprek over een

kwetsbare situatie. Wat is er aan de hand? door een zwaar ongeval is meneer verbeek op hoge leeftijd immobiel geraakt en sindsdien volledig afhankelijk van anderen. Hij heeft aangegeven graag zo lang mogelijk thuis te willen blijven, in het huis waar hij al 56 jaar woont. Zijn drie dochters doen wat zij kunnen voor hun vader. daarnaast krijgt hij ondersteuning bij de huishoudelijke zorg en is er dagelijks persoonlijke zorg en verpleging geregeld, want hij heeft wondzorg, katheterzorg en volledige hulp bij het wassen en aankleden nodig.

de laatste weken voelt meneer verbeek zich te veel voor zijn omgeving en geeft regelmatig aan dat het leven voor hem niet meer hoeft op deze manier. eén dochter begrijpt dit gevoel, de andere twee dochters blijven proberen het leven van hun vader zo plezierig mogelijk te maken. die verschillende kijk op de situatie van hun vader zorgt voor

onderlinge conflicten. meneer verbeek voelt deze spanning haarfijn aan en zijn lichamelijke klachten nemen toe. maar hij voelt zich ook steeds neerslachtiger. de situatie wordt onhoudbaar voor hem en zijn dochters. eén dochter geeft bij de huisarts aan dat haar vader beter kan worden opgenomen in een verpleeghuis.

de huisarts vraagt zich af hoe ik als wijkverpleegkundige tegen de situatie aankijk en wat voor ons als thuiszorgteam haalbaar is. in het telefoongesprek met de huisarts blijkt de behoefte aan afstemming, overleg én reflectie groot. Wordt het juiste gedaan en kijken we dezelfde richting op? Wat is er (nog meer) nodig? We besluiten samen in gesprek te gaan met de heer verbeek en zijn dochters. Helderheid scheppen blijkt het sleutelwoord in dit gesprek te zijn; helderheid over ieders rol, beleving, mogelijkheden en doelen. Het brengt rust in de situatie en de opname in een verpleeghuis kan voorkomen worden.

ik vind dit een mooi voorbeeld van afstemming in een zorgwereld waarin steeds meer kwetsbare patiënten met complexe problematiek thuis blijven wonen. dit soort situaties vraagt direct om een nauwere samenwerking tussen ketenpartners en een optimaal gebruik van elkaars expertise. de professionalisering van de wijkverpleegkundige is volledig passend in deze ontwikkeling.

kortom; samenwerken, korte lijnen en uitgaan van elkaars kennis en kunnen is voor iedereen een win-win situatie. met de heer verbeek gaat het naar omstandig- heden goed. Hij woont nog in zijn eigen vertrouwde woning en dat willen we met elkaar zo lang mogelijk zo houden. <

“Helderheid scheppen blijkt het sleutelwoord”

Huisarts en wijkverpleging: een goed team

blog laura vrIendJes_Wijkverpleegkundige

meer Weten over laura? lees Hier verder.

12

IntervIeW guendolen lantInga en cora rItmeIJer_speciAlisten Ouderengeneeskunde

Feit is dat in een wijk steeds meer ouderen op een privé-adres wonen dan voorheen. Waarschijnlijk

is dat ze op enig moment te maken krijgen met cognitieve en andere ouderdomsziekten. Oplossing

is dat ze in verband hiermee contact hebben met professionals van uiteenlopende vakgebieden die

hen eventueel aan huis bezoeken. en de wijkverpleegkundige? die kan van grote betekenis zijn,

aldus twee specialisten ouderengeneeskunde.

Een blik wijkverpleegkundigen Omdat ook de gezondheid van zelfstandige ouderen achteruit gaat, oefenen specialisten ouderengeneeskunde hun beroep steeds vaker uit buiten de muren van het verpleeghuis. net als huisartsen gaan ze op pad. Ook guendolen lantinga en cora ritmeijer vertoeven vaak in de wijk. Zij zijn in dienst bij ijsselheem, thuis in zorg en wonen. vier jaar geleden knoopten zij de eerste contacten met huisartsen aan in de regio Zwolle, en inmiddels is er sprake van goede samenwerking. Bespraken de specialisten aanvankelijk vooral vastomlijnde cases, inmiddels komen ook ouderen met vage klachten ter sprake. “ik heb soms het idee dat ik een coach ben”, vertelt lantinga. “een vraagbaak waarbij de huisarts checkt of hij niets over het hoofd heeft gezien.” >>

13

>> de goede samenwerking is ook anderszins onontbeerlijk: “de huisarts is degene die patiënten naar ons verwijst.”

zo laag mogelijk inzetteninmiddels doen beide specialisten ouderengeneeskunde voor ijsselheem gemiddeld per week zo’n zes consulten buiten de deur. in de meeste gevallen vinden die plaats bij ouderen thuis. maar de specialisten ouderengeneeskunde zien ook cliënten op afspraak bij twee huisartsenpraktijken. daarnaast maken zij bij twee huisartsenpraktijken deel uit van een multidisciplinair overleg (mdo). “daar zitten we aan tafel met de wijkverpleegkundige en de huisarts, om patiënten te bespreken, die we niet per se in levenden lijve hebben ontmoet.” cora ritmeijer werkt ook mee aan diverse pilots in de stad. Zoals die bij de geert groote Huisartsengroepspraktijk. daar zijn alle tachtig-plussers in de wijk gescreend, en komen ook wijkverpleegkundigen en praktijkondersteuners regelmatig mensen met problemen op het spoor. die worden vervolgens doorgespeeld aan de specialist.

in een andere proefsituatie, het kernteam genaamd, komen signalen laagdrempelig vanuit de wijk binnen. van dit team maken de wijkverpleegkundige, praktijkondersteuner ouderen, maatschappelijk werkende en wmo-consulent deel uit. Zij pakken de signalen op en kijken of ze een oplossing kunnen vinden in de eigen omgeving of op welzijnsterrein. Als er complexere of medisch getinte problemen spelen, worden de patiënten in een mdo op de huisartsenpraktijk besproken. in dat gremium zitten naast de kernleden ook de praktijkondersteuner ggZ, de apotheker en de specialist ouderengeneeskunde. Bij zo’n meeting, die maandelijks plaatsvindt, passeren zo’n zeven personen de revue. “Heel

verfrissend bij de pilots is dat we zo laag mogelijk inzetten”, merkt ritmeijer op. “Wij waren vanuit ons metier gewend om voor een medische of paramedische weg te kiezen. maar een huisarts ziet vaak mensen met klachten waarbij eenzaamheid misschien wel het onderliggende probleem is. dat nemen we dan mee als aandachtspunt.”

Hun eigen leven leidenHet buiten de muren van de zorginstelling werken, biedt de specialisten volop nieuwe inzichten. lantinga: “dan realiseer ik me: wat ligt de zorg in het verpleeghuis hoog! We zijn daar bezig met de perfectie en denken vaak nog dat

we tekort schieten. een huisarts heeft meer afstand en laat mensen hun eigen leven leiden. Als iemand bijvoorbeeld niet zo vaak doucht is dat geen probleem.” maar een huisarts mist soms wel signalen, bijvoorbeeld dat iemand demen-teert. Omdat hij een patiënt jaren kent, wijt hij bepaald gedrag soms aan de eigenaardigheden van die persoon. “maar wij herkennen die signalen sneller. en kennen vervolgens ook mogelijkheden die zij niet bedenken.” de specialist opereert buitenshuis vooral als coördinator. lantinga geeft het voorbeeld van iemand die is gevallen.

“dan praat ik een ergotherapeut bij over die patiënt, en vraag hem om een bezoek af te leggen en te rapporteren aan de fysiotherapeut en mij. samen beslissen we daarna wat de volgende stap is.” “Wij werken methodisch, een huisarts is meer ad hoc aan de slag”, analyseert ritmeijer. >>

“Wij zijn coach en vraagbaak waarbij de huisarts checkt of hij niets over het hoofd heeft gezien.”

14

>> oog voor welzijnBeide specialisten denken dat wijkverpleegkundigen een belangrijke factor kunnen zijn bij het werken in de buurt. daarbij vervullen ze een overstijgende rol. Ze kunnen problemen bij mensen signaleren, het overzicht bewaren en – heel belangrijk – hebben oog voor welzijn. ritmeijer: “Ze hebben zicht op het totale functioneren van een persoon.”

iedere huisartsenpraktijk in Zwolle dient in de nabije toekomst een vaste wijkverpleegkundige te krijgen. in de rol van spreekbuis van de patiënt geeft dat de huisarts meer lucht. “Bij de geert groote huisartsenpraktijk zie ik hoe dat gaat”, vertelt ritmeijer. “daar kennen huisartsen en

wijkverpleegkundige elkaar goed, en daardoor schakelen ze snel.” en ijsselheem heeft een tak thuiszorg in haar gelederen, waar deze beroepsgroep inmiddels ook aan is gekoppeld. vorig jaar werd de eerste wijkverpleegkundige aangenomen en onlangs zijn twee nieuwe collega’s begonnen. een goede zaak, aldus de specialisten. Zij ervaren dat de langst zittende wijkverpleegkundige het werk naadloos oppakt. “Ons contact is heel laagdrempelig. Als een huisarts mij inschakelt, dan bel ik haar meteen. Zij wordt bij alles betrokken.Wij zullen nu ook vaker vanuit die kant verzoeken krijgen”, vermoedt ritmeijer.

Als de specialisten de kans krijgen, maken ze graag gebruik van de diensten van wijkverpleegkundigen. Als deze professionals een patiënt al via de thuiszorg kennen, steken de specialisten voorafgaand aan een huisbezoek hun licht op bij deze collega. Zo vervullen wijkverpleegkundigen van icare in Zwolle momenteel de rol van zorgbegeleider. Zij zijn het aanspreekpunt als lantinga en ritmeijer bij een zelfstandig wonende oudere dementie vaststellen. “in dat geval vervullen wij de rol van consulent. We geven advies en nemen vervolgens weer afstand”, formuleert lantinga.

eerder op het spoorAllerlei ideeën borrelen op als hen wordt gevraagd hoe de samenwerking in de zorgketen beter kan. “Het zou mooi zijn als de wijkverpleegkundige ons om advies kan vragen, zonder tussenkomst van de huisarts”, suggereert ritmeijer. Wellicht zouden ze dan patiënten eerder op het spoor komen. “momenteel schrik ik wel eens omdat we pas in een heel laat stadium worden ingeschakeld!” lantinga knikt instemmend.Zij heeft nog een suggestie. Wijkverpleegkundigen zouden bij opname van een patiënt kunnen zorgen voor een goede overdracht! en ook na ontslag uit het verpleeghuis vanwege geriatrische revalidatie bijvoorbeeld. vaak vallen patiënten dan in een gat. “Weliswaar is er een keurige brief uitgegaan naar de huisarts in verband met benodigde fysiotherapie en periodiek bloedonderzoek, maar in de praktijk gebeurt dit niet altijd. de wijkverpleegkundige zou kunnen zorg- dragen voor een zachte landing.” Ook zouden de specialisten heel graag willen weten welke wijkverpleegkundigen in Zwolle actief zijn. daar hebben ze in sommige wijken geen idee van.ritmeijer breekt tot slot een lans voor onafhankelijke wijkverpleegkundigen. professionals die verder kijken dan de eigen organisatie. “icare doet dat overigens al.”

beter afde huidige ontwikkelingen zorgen ervoor dat ouderen thuis op den duur steeds beter af zijn. maar de wijkverpleeg-kundige zal op korte termijn voor veel problemen zeker niet de oplossing zijn. lantinga vreest dat het wel even duurt voordat er voldoende professionals zijn die stevig genoeg in hun schoenen staan om dit werk goed te doen. “je trekt niet zo maar een blik wijkverpleegkundigen open.” <

WAt vinden verensO en npcF vAn de OntWikkelingen in de eerstelijn? lees Het op WWW.actIz.nl/WIJKverplegIng

“Het zou mooi zijn als de wijkverpleegkundige ons om advies kan vragen, zonder tussenkomst van de huisarts.”

15

colofon_Wijkverpleging: Ondernemen in de eerste lijn

Hoofdredactie ActiZ, jacqueline dongainterviews izi tekst, ingrid damenfotografie Frans paalman (iJsselheem, Specialisten ouderengeneeskunde) Henri vos (Sûnenz) Bertil van Beek (Laura Vriendjes) michel BoulogneOntwerp hollandse meesters

Met dank aan Anke Huizenga, guendolen lantinga, ida van marion, cora ritmeijer, joris slaets, laura vriendjes, lauri Faas-vlek, corine Zijderveld

© ActiZ

publicatienummer 15.005

Alle rechten voorbehouden. niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm

of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ActiZ.

deze uitgave is met grote zorgvuldigheid en met gebruikmaking van de meest

actuele gegevens tot stand gekomen. Het is evenwel niet geheel uitgesloten

dat de informatie in deze uitgave onjuistheden en/of onvolkomenheden bevat.

ActiZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade ontstaan

door eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden. Aan de inhoud van

deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.

16