KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en...

119
Vrije Universiteit Brussel Faculteit Letteren en Wijsbegeerte: Sectie Geschiedenis Master na Master Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer Fractiearchieven in Vlaanderen Een verkennende studie met een inventaris van het fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse ‘decreterende instellingen’ (1970-2004) bewaard door het Kadoc Verhandeling aangeboden door: Hannes VANHAUWAERT Promotor: prof. dr. Gustaaf Janssens Brussel, 2006.

Transcript of KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en...

Page 1: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

Vrije Universiteit Brussel Faculteit Letteren en Wijsbegeerte: Sectie Geschiedenis

Master na Master Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer

Fractiearchieven in Vlaanderen Een verkennende studie met een inventaris

van het fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse ‘decreterende instellingen’ (1970-2004)

bewaard door het Kadoc

Verhandeling aangeboden door: Hannes VANHAUWAERT

Promotor: prof. dr. Gustaaf Janssens

Brussel, 2006.

Page 2: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

2

Woord vooraf

De opleiding Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer doet de student een druk en “gedrongen” jaar doorlopen, waardoor er van een echt volwaardig studentenleven geen sprake meer kan zijn. Toch wil ik enkele medestudenten bedanken, die eveneens nog een jaar zijn blijven plakken in Leuven: Frederik Keygnaert, mijn partner in Alma-soupers; Bram Vansteenkiste, stichtend erevoorzitter van de MAL vzw; Jan Roobrouck, van verre Canadarespondent over collega op het KADOC tot correspondent in het Vaticaan; en Wim Vanhaecke, mijn archivalische gezel op vele fronten. Ik wil ook Mathieu Magherman bedanken, die in feite dit onderwerp had gereserveerd, maar uiteindelijk voor ervaringen in de Verenigde Staten heeft gekozen.

Op het KADOC genoot ik van de steun en de raad van onder andere Jo Luytten, Tom Van Beeck, Greet De Neef en dr. Godfried Kwanten. Sofie Barrez stelde de helft van haar bureau ter beschikking aan een aangespoelde stagiair. Eerdergenoemde Jan Roobrouck moet hier bovendien nogmaals vermeld worden. In mijn contacten buitenshuis wil ik Luc Boeva van het ADVN bedanken, net als zijn adjunct Tom Cobbaert. Bij de fractie van de CD&V in het Vlaams Parlement gaat mijn erkentelijke dank uit naar Bart De Smet, Jean-Paul Schietecatte en Marie-Louise Van Humbeeck. Tijdens de redactie van de verhandeling werd het deskundige commentaar van prof. dr. Gustaaf Janssens in acht genomen.

De lessen in de VUB werden vaak opgevrolijkt door de collega-studenten. Ook zij

verdienen een woord van dank, en de ‘Leuvense troepen’ nog het meest voor het opfleuren van de vele pendelritten: Dieter Viaene, Danique Moors, Caroline Vleugels en opnieuw Wim Vanhaecke. Het schrijven van deze verhandeling gebeurde op verschillende computers, waarvan de eigenaars elk bedankt moeten worden. Luc Schokkaert stelde me eerst een computer ter beschikking in een bureau in de Vlamingenstraat, waarna ik vervolgens een handige laptop voor Kadoc 2 kreeg. De computer op kot fungeerde als de belangrijkste harde “draaischijf”, maar een groot aantal creatieve invallen werden uitgetikt bij Evelien thuis. Zij verdient eigenlijk veel meer dan dank voor het gebruik van computers of voor het taalkundig extra nazien van deze verhandeling. Voor de laatste loodjes was thuis de laptop van mijn zus beschikbaar, zodat deze verhandeling zowaar in open lucht vervolledigd kon worden.

Page 3: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

3

Lijst van afkortingen ACW Algemene Koepel van de Christelijke Werknemersorganisaties ADVN Archief- en Documentatiecentrum van het Vlaams-Nationalisme AMSAB Archief en Museum van de Socialistische Arbeidersbeweging ANV Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen1 BG Beleidgroep BSP Belgische Socialistische Partij CVP Christelijke Volkspartij CENTRAVOC Centrum voor Arbeidsvorming en Cultuurbeleid CEPESS Centrum voor Economische, Politieke en Sociale Studies (Centre pour les

Etudes Politiques, Economiques et Sociales) cfr. Confer (zoals) ed. Editie door FB Fractiebureau FBPR Fractiebureau met de commissievoorzitters en/of de promotoren FV Fractievergadering HOBU Hogeschoolonderwijs ICA-CIA International Council on Archives – Conseil International des Archives IISG Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis IPOVO Instituut voor Politieke Vorming KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving KUL Katholieke Universiteit Leuven lic. Licentiaat MAP Mestactieplan MiNa Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen mod. gesch. Moderne Geschiedenis NCMV Nationaal Christelijk Middenstandsverbond NV Naamloze Vennootschap N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie pol. wts. Politieke Wetenschappen PSC Parti Social Chrétien SEVI Studie- en documentatiecentrum Emile Vandervelde SIREV Scheikundige Industrie Regio Vlaanderen SP Socialistische Partij UG Universiteit Gent UNIZO Unie van Zelfstandige Ondernemers VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling VLAB Vlaamse Federatie voor Beschutte Werkplaatsen VLAREM Vlaams Reglement voor de Milieuvergunningen VLD Vlaamse Liberalen en Democraten VLM Vlaams Land Maatschappij VTM Vlaamse Televisiemaatschappij VU Volksunie VUB Vrije Universiteit Brussel VVBAD Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen WG Werkgroep

1 Verwijst naar de publicatie van DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen. Stichting Archiefprublicaties, ed. ’s-Gravenhage, 2003.

Page 4: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

4

I. Inleiding 1. Status Quaestionis

De sectie van de archieven en archivarissen van parlementen en politieke partijen van de ICA-CIA organiseerde in november 1995 een congres in Budapest om de bewaartoestand en -modaliteiten van de archieven van politieke fracties in Europa te vergelijken. Voor België kwamen twee sprekers aan bod: Véronique Laureys, toen archivaris in de Senaat, en Wouter Steenhaut, directeur van het AMSAB2. Laureys schetste een beknopt beeld van de toestand van de archieven van politieke fracties in België, terwijl Steenhaut zich toespitste op de fractiearchieven van de SP die toen bewaard werden op de secretariaten van de SP-fracties. In beide artikels werd summier maar dikwijls vaag een overzicht geboden van de politieke werking, hun financiële ondersteuning, hun formele ontstaansgeschiedenis (dus na de vermeldingen in de Interne Reglementen van Kamer en Senaat in respectievelijk 1962 en 1974) en van wat hun archief zou kunnen bevatten3. Wouter Steenhaut beschikte hierover gegevens van de Kamerfractie en de fractie in de Vlaamse Raad van de SP:

“Im Archiv der Kammerfraction sind dies: - die Protokolle der Konferenzen der Vorsitzenden, mit deren Hilfe die

Versammlungen des Kammervorsitzenden und seines Stellvertreters mit den Vorsitzenden aller politischen Fraktionen vorbereitet und die Tagesordnungen der Kammersitzungen festgelegt werden,

- Vermerke des Fraktionssekretärs für den Fraktionsvorsitzenden, - Ausführliche Protokolle der Fraktionsversammlungen sowie - Korrespondenzen mit Fraktionsmitgliedern und allgemeine Korrespondenzen. Von der Flämischen Ratsfraktion werden archiviert: - die Protokolle der Fraktionsversammlungen mit den dazugehörenden

Arbeitspapieren,

2 LAUREYS, V. “The archives of the parliamentary political groups in Belgium.” In: BUCHSTAB, G. Parteien im Parlament : Fraktionsakten in europäischen Partei- und Parlamentsarchiven. Conference of the section of archives and archivists of parliaments and political parties in the International council on archives, Budapest, 17-19 november 1995. Sankt-Augustin, 1995, 19-22. en STEENHAUT, W. “Die Bedeutung der parlementarischen Fraktionsarchive für die politischen Parteien und Parlemente am Beispiel der Sozialistischen Partei in Flandern.” In: BUCHSTAB, G. Parteien im Parlament : Fraktionsakten in europäischen Partei- und Parlamentsarchiven. Conference of the section of archives and archivists of parliaments and political parties in the International council on archives, Budapest, 17-19 november 1995. Sankt-Augustin, 1995, 23-27. 3 Het is in het artikel niet helemaal duidelijk waar de twee auteurs hun informatie hebben gehaald, laat staan of ze wel degelijk fractiearchief onder handen hebben gehad. Zo zegt Véronique Laureys dat er zich fractiearchief bevindt “ergens in de archiefkelders van de Senaat”, hoewel die onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de fractie zelf vallen (LAUREYS, V. “The archives of the parliamentary political groups in Belgium”, 21). Wellicht lag er in die periode tijdelijk fractiearchief opgeslagen, omdat de vele verschillende wetgevende organen nog allemaal in hetzelfde huis vergaderden, en er zich een groot plaatsgebrek voor archiefmateriaal had gevormd. Kort na de verhuis van de Vlaamse Raad verhuisden wellicht vele van die archieven terug naar de fracties zelf. Wouter Steenhaut liet naderhand weten dat hij verschillende fractiesecretariaten een bezoek heeft gebracht en gesprekken had met de fractiesecretarissen.

Page 5: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

5

- vorbereitende Vermerke des Fraktionssekretärs für den Fraktionsvorsitzenden sowie

- Korrespondenzen mit Fraktionsmitgliedern und allgemeine Korrespondenzen4.”

De notulen en vergaderstukken van de fractievergadering, de voorbereidende dossiers van de fractiesecretaris (en de wetenschappelijke medewerkers) en de correspondentie vormen inderdaad de belangrijkste series van documenten die door een fractie gevormd kunnen worden. Steenhaut liet echter wel de vraag open of ze ook overgedragen en definitief bewaard werden. Ook voor de eigenlijke archiefvorming vanuit de organisatie van een fractie had hij geen aandacht.

De korte en bondige artikels van Laureys en Steenhaut geven een unieke maar in feite slechts vage en weinigzeggende schets over de toestand van de Belgische fractiearchieven5. Ze stippen niettemin enkele essentiële kenmerken van archieven van fracties aan. De grote hoeveelheden dossiers lijken meestal in rubrieken geordend naargelang het bevoegdheids-domein (milieu, onderwijs, cultuur, …), maar het gaat weldegelijk vaak om zaaksgewijze dossiers aangezien ze het voorbereiden en opvolgen van concrete voorstellen of ontwerpen van decreet documenteren6. Steenhaut haalde ook aan dat de wetenschappelijke waarde van het fractiearchief afhankelijk is van een aantal verschillende factoren: de kwaliteit van de fractievoorzitter, de continuïteit van zijn mandaat en het feit of de partij van de fractie ook deel uitmaakt van de regering. Indien het gaat om een sterke fractievoorzitter in de oppositie is het historische belang groter dan wanneer het gaat om een sterk partijvolgzame fractie onder leiding van een tijdelijke fractievoorzitter die partijgenoten heeft in de uitvoerende macht. In het laatste geval zijn de archieven van ministeriële kabinetten historisch vaak veel interessanter7. Wanneer een fractie in de oppositie haar parlementaire rol speelt, gedraagt ze zich in haar dossiervorming op een meer anticiperende manier om het de regering altijd lastig te kunnen maken.

In haar korte uiteenzetting deed Laureys ook enkele aanbevelingen. Ze toonde zich een voorstandster van het bewaren van alle fractiearchieven in het archief van de parlementaire instelling waar ze gevormd zijn, om zo een maximale contextbewaring en de eerbiediging van het herkomstbeginsel te garanderen. Na verloop van tijd kan het Algemeen Rijksarchief (desnoods) de centrale bewaring overnemen. Een andere optie is ook mogelijk, vooral wanneer de partij haar fracties altijd sterk heeft kunnen beïnvloeden, zodat de vraag naar de maximale contextbewaring van deze fractiearchieven best beantwoord kan worden door het bewaren van deze archivalia in de archieven van de politieke partij. Voorlopig waren 4 STEENHAUT, W. “Die Bedeutung der parlementarischen Fraktionsarchive”, 26. Bemerk dat het SP-fractiearchief van de Vlaamse Raad (algemene) correspondentie bevat, wat niet het geval is in het CVP-CD&V-fractiearchief dat het materiële object van deze verhandeling uitmaakt. 5 Wat wetenschappelijke publicaties over fractiearchief betreft, zijn deze twee synoptische artikels het enige concrete Belgische spoor dat in de aanloop van deze verhandeling getraceerd kon worden. Het besef van de waarde van en de kennis over fractiearchief zijn dus duidelijk heel schaars gezaaid. 6 STEENHAUT, W. “Die Bedeutung der parlementarischen Fraktionsarchive”, 26. 7 STEENHAUT, W. “Die Bedeutung der parlementarischen Fraktionsarchive”, 25.

Page 6: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

6

enkel de politieke fracties zelf verantwoordelijk voor het bewaren van hun dossiers en documenten, zodat er zich een immens probleem van toegankelijkheid vormde. Laureys riep dan ook de Section of Archivists and Archives of Parliaments and Political Parties of the ICA-CIA op om alle Europese politieke groeperingen te overtuigen van het belang van hun archieven voor het historisch onderzoek8. Steenhaut toonde zich eerder een voorstander van de overdracht van de fractiearchieven naar de privaatrechterlijke archiefinstellingen, omdat daar meestal ook het partijarchief wordt bewaard, zodat de gemeenschappelijke bewaring ook voordelen qua context bij de raadpleging biedt.

In de buitenlandse literatuur wordt gesproken over “Parliamentary Party Groups”, die

overal in de hedendaagse democratie een steeds belangrijkere rol spelen omdat ze het gedrag van parlementaire leden stroomlijnen9. Ze staan onder de al dan niet strenge controle van het partijbureau, dat in het politieke landschap, volgestouwd met opiniërende media, een sterkere loyaliteit verlangt van zijn parlementariërs10. Zeer ruim is de bibliografie over de rol van politieke fracties echter niet. Over de rol en structuren van politieke partijen bestaat echter wel enkele boekenkasten aan informatie. Zo schreef onder andere Kris Deschouwer een handig boekje over de organisatie van politieke partijen11. Van een even groot belang zijn de boeken die de werking van de parlementaire instellingen in België uiteenzetten. Bijzondere aandacht hierbij verdient de momentopname uit 1995 van de hand van Depauw en Dewachter, toen de afschaffing van het zogenaamde dubbelmandaat werd uitgevoerd: de leden van de Vlaamse Raad werden nu rechtstreeks verkozen door het electoraat, en omvatten niet langer de Nederlandstalige leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat12.

De geschiedenis van de fracties bevindt zich op het kruispunt tussen de geschiedenis van politieke partijen en van parlementaire instellingen13. Voorlopig lijkt het er bijna op dat de fracties in de Belgische historiografie tussen deze twee stoelen vallen14. Enkele verhandelingen in de politieke wetenschappen of in de moderne geschiedenis schonken wel

8 LAUREYS, V. “The archives of the parliamentary political groups in Belgium”, 22. 9 Zie hierover bijvoorbeeld: HEIDAR, K. KOOLE, R., red. Parliamentary Party Groups in European Democracies. Political Parties behind closed doors. Londen-New York, 2000. Over de cohesie van fracties in België: DEPAUW, S. Rebellen in het parlement. Fractiecohesie in de Kamer van Volksvertegenwoordigers (1991-1995). Leuven, 2002. 10 Over de rol van het partijbureau, zie: DEPAUW, S. DEWACHTER, W. Een halve eeuw partijbureau in België. Leuven, 2005. 11 DESCHOUWER, K. Organiseren of bewegen? De evolutie van de Belgische partijstructuur sinds 1960. Brussel, 1993. 12 DEPAUW, S. DEWACHTER, W. THOMAS, I. Afscheid van het laatste dubbelparlement. Leuven, 1997. 13 Op nationaal niveau: GERARD, E. GUBIN, E. NANDRIN, J.-P. WITTE, E., red. Geschiedenis van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers 1830-2002. Brussel, 2003. en LAUREYS, V. e.a. De geschiedenis van de Belgische Senaat. Tielt, 1999. Voor het Vlaamse deelstaatniveau, zie infra. 14 Momenteel wordt door historicus Frederik Verleden aan de Faculteit van Politieke en Sociale Wetenschappen een doctoraat voorbereid over dit onderwerp met nadruk op de periode tussen de Eerste Wereldoorlog en 1970.

Page 7: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

7

aandacht aan het fenomeen fractie, maar beperkten zich inhoudelijk veelal op het verzamelen van biografische gegevens of op de fractievoorzitter15.

Over de geschiedenis van de CVP zijn ondertussen al heel wat studies verschenen. Robert Vandeputte publiceerde in 1991 een boekje dat het verhaal vertelt van de CVP tussen 1944 en 198816. Het recente boek “De ziel van een zuil” bestreek enkel de periode 1945-1968 en valt daarom buiten de periode van de verhandeling17. Een resultaat van een grootschalige samenwerking was het boek “Tussen Staat en Maatschappij.” Het vertelde het verhaal van de christen-democratie in België tussen 1945 en 1995 op een accurate en deskundige wijze, waarbij ook de werking van de partij niet vergeten werd. Het historische verhaal van de verschillende fracties en het studiecentrum kwam er slechts summier aan bod18. Naast de werken over de christen-democratie in de politiek, werden natuurlijk ook de standaardwerken over de Belgische politiek aangewend in dit onderzoek19. Er moet echter gesteld worden dat wat de administratieve geschiedenis van politieke partijen betreft, er weinig historische literatuur voor handen is, wellicht omdat dit onderwerp niet meteen als het meest boeiende wordt ervaren.

In 1992 besloot de CVP-fractie om zelf een klein infoblad, Vlaamse Raadsels20, uit te

geven om haar werking beter bekend te maken. Het tijdschriftje kan vergeleken worden met de infobladen van de andere CVP-fracties, zoals Halfrond voor de Senaatsfractie21 en Binnenskamers van de Kamerfractie22. Het werd samengesteld door de medewerkers van het fractiesecretariaat. In het allereerste voorwoord stipte fractievoorzitter Eric Van Rompuy aan dat het dubbelmandaat de kennis over de werking en de inhoud van de Vlaamse Raad ernstig belemmerde, zelfs bij de kaderleden van de CVP. Het blad was bijgevolg in de eerste plaats voor de vele mandatarissen bedoeld, maar kon ook een ruimer doelpubliek aanspreken23.

15 Zie bijvoorbeeld: SUELZE, F. Verkennend onderzoek naar de fracties en de fractievoorzitters in de Kamer van Volksvertegenwoordigers vanaf 1962. Eindverhandeling Lic. Pol. Wts. Leuven, 1985, VAN MIERLOO, W. Fractievoorzitters van de Vlaamse partijen: een vergelijkend onderzoek van het carrièreverloop. Eindverhandeling Lic. Pol. Wts. Leuven, 2003 en ASPESLAGH, P. Redt de discipline het Parlement? Partijtucht binnen de politieke groepen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers (1936-1939). Verhandeling Lic. Mod. Gesch. KUL. Leuven, 2005. 16 VANDEPUTTE, R. De Christelijke Volkspartij 1944-1988. Wezen en ontwikkeling. Brussel, 1991. 17 BEKE, W. CLAES, L. VINTS, L. De ziel van een zuil: de Christelijke Volkspartij 1945-1968. KADOC-Studies 30. Leuven, 2005. 18 DEWACHTER, W. DUMONT, G.H. DUMOULIN, M., e.a. Tussen Staat en Maatschappij. Christen-democratie in België (1945-1995). Tielt, 1995. 19 CRAEYBECKX, J. MEYNEN, A. WITTE, E. Politieke Geschiedenis van België van 1830 tot heden. Antwerpen, 1997. en LUYKX, T. PLATEL, M. Politieke Geschiedenis van België. II: van 1944 tot 1985. Antwerpen, 1985. en PLATEL, M. Communautaire geschiedenis van België, van 1830 tot vandaag. Leuven, 2004. 20 Vlaamse Raadsels. Tijdschrift van de CVP-fractie in de Vlaamse Raad. Brussel, 1992-1995. 21 Halfrond. Driemaandelijks tijdschrift van de CVP-fractie in de Senaat. Brussel, 1997-2002. 22 Binnenskamers. Nieuwsbrief van de CVP-kamerfractie. Brussel, 1990-1999. 23 Het fractiesecretariaat maakte werk van een uitgebreid adressenbestand, met talloze particuliere en journalistieke adressen, om hun infoblad Vlaamse Raadsels te verspreiden. Zie Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, I, B, inventarisnummer 84: Dossier ter vergaring van een adresbestand voor het rondzenden van het tijdschrift Vlaamse Raadsels. 1992.

Page 8: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

8

Inhoudelijk kwam vooral het werk van de parlementsleden in de schijnwerpers te staan, met verslagen van interpellaties en besprekingen van ingediende voorstellen van decreet. Soms kwamen ook studiedagen of overlegvergaderingen aan bod. Heel uitzonderlijk nam Vlaamse Raadsels ook een lijst op van haar verkozen parlementsleden en van haar ander personeel. In 1996 werd Vlaamse Raadsels verdergezet onder de titel Duizendenelf24. In een modernere lay-out werd hetzelfde type berichten verteld. De personeelslijsten werden geschrapt. Intern werd sinds 1996 ook een tweewekelijks infoblaadje opgesteld, de Fractie Flash Nieuwsbrief, waarin allerlei afspraken en nieuwtjes voor de personeelsleden werden verzameld.

Eén enkele archivistische verhandeling bood tot nu toe aandacht aan een archief van

een politieke fractie. Koen Adriaensen schreef in 2000 een verhandeling over het dynamische fractiearchief van het ondertussen opgedoekte kartel VU-ID in de Kamer. Op basis van een archiefenquête en het ter plaatse ervaren van problemen probeerde hij het dynamische archief van de acht verkozenen, hun administratieve medewerkers, de fractiesecretaris en het trio wetenschappelijke medewerkers te reorganiseren. Een aantal problemen waarop hij botste, kwam ook in mijn verhandeling terug aan de orde: het fractiesecretariaat functioneert als een nauwe bottleneck bij bijna elke documentstroom, en is de belangrijkste bron van continuïteit over de legislaturen heen. Een aantal problemen die hij ervoer, zoals de archivering van e-mails of het gebruik van digitale stukken, kwamen niet aan bod in dit onderzoek.

De samenwerking tussen de universitaire medewerkers en de eigenlijke verkozen Kamerleden creëerde echter al specifieke ordeningsproblemen, vooral met betrekking tot de dossiers die door beiden werden opgevolgd, maar vaak elk apart werden aangelegd. De dossiers eisten een moeizame evenwichtsoefening tussen het herkomstbeginsel en de vraag naar context en raadpleegbaarheid. De samenhang en het onderscheid tussen de dossiers die veelal decreetmatige informatie bevatten, bleken moeilijk te verzoenen. Het archief van de VU-fractie in de Kamer bevatte in haar dynamische fase twee belangrijke series, die per commissie werden bewaard: brieven en documenten van de fractieleden, die apart werden bijgehouden. Daarnaast onderscheidde Koen Adriaensen nog een groot aantal rubrieken die documenten en documentatie over een bepaald onderwerp verstrekten25. Een aantal andere verhandelingen uit de opleiding Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer, die werden doorgenomen, hielden niet zozeer archiefmateriaal van fracties onder de loep, maar wel archieven die in nauw verband staan met het Vlaams Parlement of met politieke partijen26.

24 Duizendenelf. Tijdschrift van de CVP-fractie in het Vlaams Parlement. Brussel, 1996-1999. 25 ADRIAENSEN, K. Voorstel tot ordening van het dynamisch archief van de VU&ID-fractie. Eindverhandeling Archivistiek VUB. Brussel, 2000, 97-99. 26 ANCKAER, J. Studie van de actuele archiefvorming in de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel. Eindverhandeling Archivistiek VUB. Brussel, 2000. of DE CONINCK, S. Een structuurstudie van het conglomeraatarchief BSP (nationaal nummer 75 in AMSAB-ISG) ter voorbereiding op verdere ontsluiting. Eindverhandeling Archivistiek VUB. Brussel, 2003. of DE COSTER, G. Het inventariseren van archieven en verenigingen die verwant zijn aan een politieke partij. Casus: het archieffonds van een aantal liberale verenigingen met zetel in het Antwerpse Liberale Huis. Eindverhandeling Archivistiek VUB. Brussel, 1995. of

Page 9: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

9

Op het vlak van fracties en fractiearchieven is de wetenschappelijke literatuur tot nu

toe behoorlijk dun gezaaid. De rol van een fractie in vele vooral complexe politieke dossiers valt echter niet te onderschatten. Bovendien is haar functie tussen partij en regering in interessant voor historisch en politiekwetenschappelijk onderzoek. De sleutelrol die ze speelt wordt slechts zelden publiek opgemerkt, omdat stemmenkanonnen de aandacht van de media opslorpen. De manier waarop de politieke besluitvorming in een cruciaal politiek kader als een fractie tot stand komt, verdient meer aandacht van politieke historici, politicologen en journalisten. Zelfs elke burger heeft er enkel baat bij om de werking van de politieke verenigingen die indirect een groot deel van zijn publieke leven bepalen, beter te begrijpen27. Een herwaardering van de belangrijke politieke rol van fracties valt en staat echter pas bij een degelijk archiefbeheer van deze vele privaatrechterlijke archieven. Deze verhandeling kan beschouwd worden als één van de allereerste prospecties op dit terrein.

De bronnen uit het onderzochte archief zullen mee betrokken moeten worden in het onderzoek, dat naast een materieel luik – het opstellen van een inventaris – ook een institutioneel onderzoek zal bieden van hoe een politieke fractie haar activiteiten als de vertegenwoordiger van een partij in een parlement organiseert. Daarnaast wordt daarin kort uit de doeken gedaan welke archiefvormers verantwoordelijk zijn voor welke van de vele en complexe documentstromen. Een ander luik van het onderzoek kijkt over de grenzen van de partijen heen, en probeert na te gaan of de situatie van het fractiearchief van CVP-CD&V, dat in dit onderzoek werd ontleed, gelijkloopt met de bewaartoestand van de andere Vlaamse archieven van politieke partijen.

GODDERIS, J. Zaadjes voor de toekomst. Bouwstenen voor een digitaal archiefbeleid bij Groen!. Eindverhandeling Archivistiek VUB. Brussel, 2005. 27 Over deze en vergelijkbare zorgen, zie DEWACHTER, W. De mythe van de parlementaire democratie. Een Belgische analyse. Leuven, 2001, passim.

Page 10: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

10

2. De lange geboorte van het Vlaamse Parlement: een schets van de staatshervormingen in het federale België (1970-2005)

Om de context en het belang van het archief extra in de verf te kunnen zetten, wordt in dit onderdeel de geschiedenis van de Vlaamse decreterende instellingen geschetst. Om de aanwezigheid van de voorbereidende dossiers in de archief te kunnen toetsen, worden per periode de bevoegdheden van de Vlaamse Raad en de belangrijkste decreten aangehaald.

Hoewel het Vlaams Parlement vandaag algemeen gekend is, bleek haar ontstaans-geschiedenis schaars gedocumenteerd. Enkel de twee publicaties van de hand van Martine Goossens kunnen in aanmerking komen als volwaardige historische publicaties over de voorgeschiedenis van het Vlaams Parlement28. Als belangrijkste gedrukte bronnen komen de vier interne publicatieseries van het wetgevend orgaan zelf in aanmerking: ten eerste de Handelingen, waarin de integrale teksten van de tussenkomsten in de plenaire vergadering zijn opgenomen; ten tweede de Beknopte Verslagen, die eerder verschijnen maar de inhoud van de openbare vergadering summier weergeven; vervolgens de uitgebreide serie Stukken met voorstellen en ontwerpen van decreet, amendementen en andere parlementaire initiatieven; en tenslotte het Bulletin van Vragen en Antwoorden waarin de parlementsleden schriftelijk de minister ondervroegen die hen op zijn beurt van antwoord diende.

In 1959 organiseerden de Bestendige Deputaties van de Vlaamse provincies een eerste

Kultuurraad, wat het startsein vormde voor de definitieve institutionalisering van de Vlaamse culturele autonomie. In het komend decennium werden een aantal belangrijke nationale ministerportefeuilles opgedeeld, waaronder die voor Cultuur (1962) en Opvoeding (1968). De wetten Gilson (1963) en de strijd voor “Leuven-Vlaams” versnelden de drang naar een staatshervorming die Vlamingen en Walen politiek zou scheiden29.

Onder leiding van eerste minister Gaston Eyskens werd in september 1969 een ‘werkgroep voor communautaire problemen’ opgericht, waarin de oprichting van nieuwe Cultuurraden besloten werd. Deze Cultuurraden konden onder de benaming van ‘decreten’ regionale wetten maken. De Grondwet werd door de staatshervorming van 1970 gewijzigd om deze nieuwe culturele autonomie mogelijk te maken. Op 31 december 1970 verschenen de belangrijkste nieuwe grondwetsbepalingen in het Staatsblad, waarbij er een eigen cultureel beslissingsrecht kwam voor de vier taalgebieden in België: het Duitse, Franse en het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. In het nieuwe artikel

28 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement 1970-1995. Kapellen, 1995. en GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek van een parlementaire instelling 1971-2001. Kapellen, 2002. Zie daarnaast echter ook: BAETEMAN, M. VAN IMPE, H. De Vlaamse Raad. Het ontstaan, de groei en de betekenis van het Vlaamse Parlement. Antwerpen, 1985. en PLATEL, M. Communautaire geschiedenis van België, van 1830 tot vandaag. Leuven, 2004. DE BATSELIER, N. Levende democratie. De kracht van een parlement in de 21ste eeuw. Bijdragen over de werking van het Vlaams Parlement in opdracht van het Uitgebreid Bureau van het Vlaams Parlement. Tielt, 2004. 29 BAETEMAN, M. VAN IMPE, H. De Vlaamse Raad, 3-7.

Page 11: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

11

59bis van de Grondwet zagen de Cultuurraden het levenslicht. Op grond van een territoriaal criterium werd ten slotte in de wet van 3 juli 1971 bepaald hoe de leden van Kamer en Senaat via een dubbelmandaat ook een zetel in hun respectievelijke Cultuurraad zouden verwerven30.

• De Cultuurraad van de Nederlandstalige taalgroep (1971-1980) Dit allereerste echte ‘Vlaams volksvertegenwoordigend parlement’ heeft gezeteld

tussen 7 december 1971 en 30 september 1980. De Cultuurraad werkte volledig volgens het Belgische parlementaire stelsel:

“- fracties die zich bezighielden met de politieke besluitvorming, - commissies die het decreetgevende werk voorbereidden, - een bureau dat de werkzaamheden organiseerde, - een openbare voltallige vergadering die de juridische eindbeslissingen nam, meer

bepaald die decreten goedkeurde31.” Haar opdracht was tegelijk duidelijk en vaag: “het ontwikkelen van een eigen Vlaams

beleid binnen de krijtlijnen van het bevoegdheidspakket dat aan de cultuurraden was overgedragen”32. Die krijtlijnen werden al gauw door sommige fracties, waaronder de VU en de CVP als nauw en beklemmend ervaren. Niettemin had de eerste Vlaamse “decreterende” instelling de exclusieve bevoegdheid over cultuur, een miniem gedeelte van onderwijs en vooral over de taalpolitiek. In totaal vaardigde de Cultuurraad in haar tienjarig bestaan 49 decreten uit, met een opmerkelijk groot parlementair initiatief en het veelvuldige gebruik van het amenderingrecht33.

Het spel tussen oppositie en meerderheid vervaagde weliswaar omdat de Cultuurraad de ministers niet kon doen aftreden. Toch had de oppositie een wapen in handen om de regering onder enige druk te zetten door mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. De CVP-fractie moest hierbij de ministers van Cultuur en Vlaamse Aangelegenheden altijd verdedigen, in het bijzonder Frans Van Mechelen (1968-1972), Jos Chabert (1972-1974) en Rika De Backer-Van Ocken (1974-1979). Toch speelde de CVP-fractie in verschillende belangrijke dossiers, waaronder de eerste overheveling van begrotingskredieten naar de Cultuurraad, steeds een belangrijke voortrekkersrol, weliswaar in het zog van de VU. “In feite heeft de CVP steeds, binnen de marges die in een nog overwegend unitair staatsbestel voor een regeringspartij mogelijk was, voor een maximalistische interpretatie van de bevoegd-heden van de Cultuurraad gekozen34.”

Eén van de belangrijkste decreten die de Cultuurraad uitvaardigde was het decreet-Vandezande of het septemberdecreet van 1973. In dit decreet, dat grote wrevel opriep in de Franstalige pers, werden de taalrechten van werknemers in Vlaanderen en in alle Brusselse

30 BAETEMAN, M. VAN IMPE, H. De Vlaamse Raad, 6-9. 31 BAETEMAN, M. VAN IMPE, H. De Vlaamse Raad, 14. 32 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement, 27. 33 BAETEMAN, M. VAN IMPE, H. De Vlaamse Raad, 15. 34 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement 1970-1995. Kapellen, 1995, 160.

Page 12: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

12

bedrijven met bijhuizen in het Nederlandse taalgebied beschermd. Naast taal-, onderwijs- en begrotingsdecreten, regelde de meerderheid van de 49 decreten van de Cultuurraad het culturele leven in Vlaanderen van symfonieorkesten en bibliotheken tot en met de radio en televisie35. Hierbij gaf het Cultuurpact ter bescherming van de ideologische minderheden in de achtergrond overigens meestal de doorslag36.

• De Vlaamse Raad I (1980-1988) In 1970 werd de staatshervorming beschouwd als een eerste stap naar een nieuwe

staatsstructuur. De tweede stap liet echter lang op zich wachten. In de Grondwet werd sinds 1974 al gewag gemaakt van “gewesten” naast de cultuurgemeenschappen, maar de concrete invulling van die gewestvorming en de verdeling van de sociaal-economische bevoegdheden geraakte niet uit de startblokken37. In 1974 werd op initiatief van de CVP en de PVV een Vlaamse Gewestraad uit de grond gestampt, die gauw ten onder ging aan het gebrek aan dynamiek en aan de vage adviesbevoegdheden die de parlementsleden zichzelf hadden toegeëigend. Belangrijk bij deze Gewestraad is echter wel dat er bijna altijd gebruik werd gemaakt van commissies ad-hoc, in tegenstelling tot de vaste commissies in de Cultuurraad, Kamer en Senaat. Omdat enkel de PVV en CVP de Gewestraad bijwoonden, kunnen deze commissies ad-hoc in feite beschouwd worden als de voorlopers van de latere beleids- en werkgroepen. Ten slotte werd sinds 1978 ook geëxperimenteerd met deelregeringen voor de Cultuurgemeenschappen, maar die bleven voorlopig echter enkel politiek verantwoordelijk voor het nationale parlement.

Het Egmontpact en het Stuyvenbergakkoord, samen het Gemeenschapspact werd in 1977 beklonken door Tindemans IV, een coalitie van de CVP, de PSC, de unitaire BSP-PSB en de VU en FDF. Hoewel het Gemeenschapspact nooit werd gerealiseerd omdat de regering viel over de concrete uitvoering ervan, werd het toch het meest cruciale akkoord in de politieke geschiedenis van België. Het Gemeenschapspact zorgde voor verschillende omwentelingen, zowel in het extraparlementaire leven als in de structuren van het land. Zo vormde het enerzijds de aanleiding voor de splitsing van de laatste unitaire partij BSP-PSB en voor de oprichting van het Vlaams Blok. Anderzijds lag het nu wel vast dat België een federale staat zou worden, opgedeeld in gemeenschappen – ter voortzetting van de Cultuurgemeenschappen – en gewesten (Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Beide kregen een autonome raad, met decreterende bevoegdheid, en een uitvoerend orgaan, de zogenaamde Executieve.

De Vlaamse Executieve werd in zijn eerste legislatuur proportioneel samengesteld, waardoor het spel van oppositie en meerderheid geneutraliseerd werd. De debatten werden vuriger en meer ideologisch getint vanaf Geens II in 1985-198838. Gaston Geens zou 35 Waarvan het decreet van 28 december 1979 over de BRT het belangrijkste was. 36 BAETEMAN, M. VAN IMPE, H. De Vlaamse Raad, 15-16. 37 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, 50. 38 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, 224.

Page 13: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

13

trouwens alle Executieves leiden tussen 1980 en 1988. In diezelfde lange periode leidde Guido Verhaegen steevast de CVP-fractie. Geens en Verhaegen waren met andere woorden tijdens die lange periode de stabiele leiders van de CVP op Vlaams niveau. De Vlaamse Raad zou echter pas volledig operationeel zijn vanaf 1982, wanneer de samenvoeging van de Gemeenschapsraad en de Gewestraad en het herdefiniëren van het interne huishouden voltrokken werden39. Haar decreterende bevoegdheden in culturele, persoonlijke en een aantal plaatsgebonden materies werden sindsdien ten volle uitgebuit. Het zogenaamde dubbelmandaat bleef echter wel voortbestaan40. Steeds meer kwam binnen de deelstaten een eigen dynamiek en zin voor autonomie tot uiting, ook bij de CVP en de PS, de twee sterkste partijen41.

De werking van de Vlaamse Raad liep in grote mate gelijk met die van haar

voorganger. Nog steeds werd de Vlaamse decreterende instelling geleid door een voorzitter, die onder haar leden verkozen werd. Haar dagelijkse werking werd verzorgd door het Bureau of het Vast Bureau, waarbij ook de fractievoorzitters van de erkende fracties konden worden uitgenodigd. Dit is dan het Uitgebreid Bureau. De fractievoorzitters hadden ten tijde van de Cultuurraad in dit Uitgebreid Bureau geen stemrecht, maar in het Uitgebreid Bureau van de Vlaamse Raad maakten ze in 1982 promotie tot ‘ondervoorzitter’. Het hield zich toen al veeleer bezig met politieke en wetgevende activiteiten zoals het vastleggen van de agenda van de plenaire zittingen. De interne administratieve en financiële aangelegenheden bleven de exclusieve bevoegdheden van het Vast Bureau42.

Fracties moesten tien leden tellen om erkend te kunnen worden. Eén van de voordelen van een erkenning was de vertegenwoordiging van de fractievoorzitter in het Uitgebreid Bureau van de Vlaamse Raad43. Het dubbelmandaat zorgde ervoor dat de fracties in de Vlaamse Raad niet ver moesten zoeken naar inspiratie voor hun werking. De Vlaamse fracties werden dan ook voorzien, net als de fracties van de Kamer en Senaat, van een zogenaamd fractiesecretariaat, met aan het hoofd een fractiesecretaris, die samen met de fractievoorzitter de dagelijkse leiding op zich nam44. De fractiesecretaris kon op zijn beurt rekenen op enkele administratieve medewerkers, zodat de werking van de fractie optimaal ondersteund kon worden. Vanaf 1987 kregen de fractiemedewerkers bovendien toegang tot de commissie-

39 Bemerk dat door de samenvoeging van de Gemeenschaps- en de Gewestraad er ook Nederlandstalige Brusselaars in de Vlaamse Raad zetelen. 40 De nationale regering zou slechts 7,3 % van haar totale budget hebben afgestaan aan de “deelstaten”, die pas in 1980 hun eerste belastingen konden heffen. Over de financiën van de Vlaamse Raad, zie: GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek van een parlementaire instelling 1971-2001. Kapellen, 2002, 84. 41 CRAEYBECKX, J. MEYNEN, A. WITTE, E. Politieke Geschiedenis van België van 1830 tot heden. Antwerpen, 1997, 373-375. 42 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 91-92. 43 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 92. 44 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement 1970-1995. Kapellen, 1995, 212.

Page 14: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

14

vergaderingen. Hierdoor groeide ook de technische ondersteuning van de commissieleden, en waren ze beter gewapend om hun amenderingrecht uit te oefenen45.

Martine Goossens telde in totaal 95 goedgekeurde decreten in de Vlaamse Raad tussen

1980 en 1988, waarvan het merendeel op basis van een ontwerp van decreet. De Vlaamse regering was dan ook bijzonder ijverig geweest om zoveel mogelijk van haar ontwerpen van decreten door de Vlaamse Raad te laten goedkeuren46.

Het merendeel van de decreten (27% volgens de tellingen van Goossens) had nog altijd betrekking tot de meest typische bevoegdheden van de Cultuurraad, met name Cultuur en Sport. Eén van de belangrijkste tendensen in de culturele sector in die periode was de toenemende rol van het privé-initiatief, ook als gevolg van het feit dat Cultuur voor het eerst na een lange tijd van CVP-dominantie onder de bevoegdheid van liberale ministers viel, met name Karel Poma en Patrick Dewael. Onder impuls van onder andere CVP-fractievoorzitter Guido Verhaegen werd er in 1976 ook een belangrijk decreet uitgevaardigd ter bescherming van monumenten en landschappen.

Welzijn en gezondheid behoorde ook, maar in mindere mate, tot de prioriteiten van de Vlaamse Raad. Rika Steyaert, één van de leading ladies van de CVP en Vlaams minister voor Gezin en Welzijnszorg tussen 1981 en 1988, werd echter geconfronteerd met een versnipperde en onduidelijke bevoegdheidsafbakening met het nationale niveau, vooral inzake jeugd- en gezondheidszorg. Niettemin slaagde de Vlaamse Raad erin om vooral in de jeugdzorg en de jeugdbescherming enkele gedurfde decreten goed te keuren, zoals het decreet van 27 juni 1985 inzake bijzondere jeugdbijstand.

De prestaties inzake Media waren wellicht de meest ophefmakende resultaten van de Vlaamse Raad in zijn eerste periode. In haar eerste periode slaagde ze er namelijk in het monopolie van de openbare omroep te breken, met als het meest bekende gevolg de oprichting van VTM in 1989. De moeilijkste stap daarbij was wellicht het zogenaamde Kabeldecreet van 28 januari 1987, houdende de erkenning van een niet-openbare televisievereniging en het toekennen van het monopolie van televisiereclame in de Vlaamse Gemeenschap. Dit Kabeldecreet vormde in 1985 zelfs de aanleiding tot het instellen van de alarmprocedure door de SP, VU en door Agalev omdat gevreesd werd dat de instelling van een commercieel televisiestation met een minimumaandeel van de Vlaamse dag- en weekbladpers discriminerend zou werken op ideologische en filosofische minderheden. Uiteindelijk werd een heropgefrist Kabeldecreet met garanties ten aanzien van het Cultuurpact in 1987 aanvaard, en in 1988 voorzien van een uitvoeringsbesluit.

Onderwijs, de laatste grote gemeenschapsbevoegdheid, bleef na de staatshervorming van 1980 zeer beperkt te interpreteren. Hierdoor gingen ook steeds meer stemmen op om bij de volgende staatshervorming de onderwijsbevoegdheden zoveel mogelijk uit te breiden. 45 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement 1970-1995. Kapellen, 1995, 240. 46 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 104.

Page 15: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

15

Onder het bevoegdheidspakket viel ook Toerisme, waarover de Cultuurraad eigenlijk ook al bevoegdheden had gehad, maar die in feite had verwaarloosd. Tussen 1980 en 1988 werden zes decreten over Toerisme goedgekeurd.

De Vlaamse Raad kreeg ook een pak gewestbevoegdheden toebedeeld, die door

Martine Goossens geklasseerd werden onder de noemers van binnenlands bestuur, leefmilieu en natuurbehoud, werkgelegenheid en economische aangelegenheden, en ruimtelijke ordening en huisvesting. Onder de binnenlandse aangelegenheden valt vooral het toezicht op de ondergeschikte besturen en de taalwetten. Wat de taalwetgeving betreft, gaven problemen in Voeren en Brussel de aanleiding tot het goedkeuren van nieuwe decreten, waarvan het decreet Suykerbuyk-Coveliers houdende de voordracht van de burgemeesters in het Vlaamse Gewest van 18 december 1986 het meest precaire bleek. Inzake werkgelegenheid en economische aangelegenheden, streefde de Vlaamse Executieve in de jaren ’80 een grondige hernieuwing van de Vlaamse economische structuur na. Eén van haar eerste economische programma’s droeg dan ook de ambitieuze titel ‘De Derde Industriële Revolutie in Vlaanderen’, waarvan Flanders Technology het meest bekende gevolg was. Leefmilieu en natuurbehoud werd in 1980 grotendeels overgeheveld naar het Vlaamse Gewest, maar ondanks het feit dat de groene gedachte in de jaren ’80 aan belang won47 werd geen enkel parlementair initiatief genomen in de Vlaamse Raad tussen 1980 en 1988 inzake leefmilieu en natuurbehoud. De toenmalige ministers van Leefmilieu, Marc Galle (SP) en Jan Lenssens (CVP) hadden dus een monopolie op het Vlaamse milieubeleid. Er was van een geïntegreerde aanpak van het milieubeleid volgens Martine Goossens voorlopig nog geen sprake48. Inzake ruimtelijke ordening en huisvesting, bleven de realisaties van de Vlaamse Raad ook minimaal. De wet van 29 maart 1962 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw werd door verschillende kleinere decreten aangepast om haar op maat van het Vlaamse Gewest te snijden49. Landbouw bleef nog grotendeels een nationale materie.

• De Vlaamse Raad II (1988-1995) In 1988 werden de politieke structuren van België opnieuw fundamenteel hervormd.

De deelstaten werden financiële en fiscale middelen gegund, zodat ze eindelijk volledig op eigen benen konden staan. Hun bevoegdheidspakketten werden bovendien flink uitgebreid. De gewesten kregen beslissingsmacht over ruimtelijke ordening, leefmilieu, natuurbehoud,

47 Denk maar aan de oprichting van de partij Agalev in 1981 of de gevolgen van het ongeval in de kernreactor van Tsjernobyl in 1986 in de USSR. 48 Ze vermeldt echter wel het decreet van 2 juli 1982 betreffende het beheer van afvalstoffen, die het opstellen van een afvalstoffenplan en de organisatie van afvalstoffenverwerking toevertrouwde aan de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Het eerste decreet dat de Vlaamse Raad goedkeurde, handelde overigens over de oprichting van de Vlaamse Waterzuiveringsmaatschappij. VLAREM-I en VLAREM-II vormden de latere en bekende uitvoeringsreglementen van het kaderdecreet van 1985 betreffende de milieuvergunningen. GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, 287-288. 49 Het volledige verhaal over de bevoegdheden van de Vlaamse Raad in deze periode kan in extenso teruggevonden worden bij GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 104-114.

Page 16: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

16

economie, energie, openbare werken, vervoer, de ondergeschikte besturen, wetenschap en werkgelegenheid. De gemeenschappen kregen een (quasi-)monopolie over het onderwijs, het culturele en persoonsgebonden beleid en het taalgebruik. Ook een eigen verdragsrecht behoorde voortaan tot de mogelijkheden50.

Martine Goossens bemerkte dat na 1988 het vergadertempo van de Vlaamse Raad,

zowel in haar commissies als in haar plenaire vergadering, opnieuw in een hogere versnelling werd geschakeld. Vooral in de commissies werd er opvallend meer vergaderd en beslist, en daar is niet alleen de aanzienlijke bevoegdheidsuitbreiding in hun decreetgeving voor verantwoordelijk, maar ook de nieuwe controlerende taak die de commissies kregen vanaf 1987 langs de ‘vragen om uitleg’ aan de bevoegde ministers. Zeven jaar later werd verder gegaan op dezelfde weg door de interpellaties van parlementsleden tegenover de ministers van de Vlaamse Executieve ook mogelijk te maken in de commissievergadering. Bovendien kon de commissie sindsdien ook hoorzittingen organiseren en werd een beperkt gedeelte van haar zittingen niet langer achter gesloten deuren gehouden. Er werd ondanks het ruim aantal nieuwe bevoegdheden slechts één nieuwe commissie opgericht, met name de commissie voor Openbare Werken en Vervoer. Om de commissies toch ietwat te ontlasten werden een aantal informele werkgroepen opgericht, die zich over een bepaald onderwerp bogen. Voorbeelden zijn de Werkgroep Vrouwen, de Werkgroep Verzuiling, de Werkgroep Jacht, de Werkgroep Migranten, de Werkgroep Brussel, de Werkgroep Repressie en na 1991 de Werkgroep Sport51. In 1993 tenslotte, besliste de Vlaamse Raad dat ze op geregelde tijdstippen zou debatteren over onderwerpen van algemeen en actueel belang52.

Tussen 1988 en 1995 keurde de Vlaamse Raad in totaal 173 decreten goed, waarvan

de ruime meerderheid was voortgevloeid uit een regeringsinitiatief. Het meeste van die decreten sproot voort uit de nieuwe exclusieve bevoegdheid over Onderwijs, waarin de Vlaamse Raad tussen 1988 en 1995 maar liefst 32 decreten goedkeurde. Het hernieuwde Vlaamse onderwijsbeleid van minister Daniël Coens draaide om “democratisering, responsabilisering en decentralisatie.” Zeven van de 32 decreten waren “verzameldecreten”, waarin allerlei aanpassingen in één decreet werden geregeld, veelal omdat de Raad van State niet toeliet dat de Executieve ze uitvaardigde in een besluit. Daarnaast werden ook het universitaire en hogere onderwijs grondig hervormd.

De bevoegdheden inzake Cultuur en sport ondergingen in de tweede levensfase van de Vlaamse Raad drie belangrijke veranderingen.

50 CRAEYBECKX, J. Politieke Geschiedenis van België, 375-377. 51 Stukken betreffende de informele beleids- en werkgroepen zijn terug te vinden in het archief gevormd door de wetenschappelijke medewerkers, die soms als secretaris van deze vergadering fungeerden. Deze types bijeenkomsten worden besproken onder punt 5 en 8 van hoofdstuk 2 (pp 36-38) en zijn ook opgenomen in bijlage 2. Zie ook: GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 135-145. 52 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 149.

Page 17: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

17

“De sector verloor zijn onbetwiste dominantie in het brede bevoegdheidsveld van de Vlaamse Raad; het Cultuurpact, dat ook in de periode 1980-1988 het leidinggevende beginsel van de cultuurpolitiek was geweest, werd openlijk in vraag gesteld, en ten slotte werd de neergaande trend van het cultuurbudget vanaf 1991 stilaan maar zeker opnieuw omgebogen53.” De politici waren tot het inzicht gekomen dat de verplichtingen van het Cultuurpact

om ideologische en filosofische minderheden te beschermen een te grote invloed van de partijpolitiek hadden gekregen. De verzuiling in het culturele middenveld werd hierdoor verder in de hand gewerkt, wat het verzet van de VU en Agalev altijd had aangewakkerd. De werkgroep Verzuiling gaf hieromtrent richtlijnen in de resolutie Van Peel- Hancké- Dewael- Lauwers- Gheysels van 6 april 1995 zodat het Cultuurpact, dat een federale materie was en bleef, “niet-verzuilend” geïnterpreteerd kon worden. Daarnaast zagen een aantal technische decreten het daglicht, die betrekking hadden op sociaal-cultureel vormingswerk, maar ook het jeugdwerkbeleid en de culturele centra vormden het onderwerp van decreet. In 1995 werd ook het decreet ter oprichting van de Vlaamse Opera goedgekeurd door de plenaire vergadering. Een Vlaamse Hoge Raad voor de Sport werd ook opgericht door de Vlaamse Raad, terwijl provinciale en gemeentelijke sportdiensten door haar konden worden erkend en gesubsidieerd. De uitvoering van het bibliotheekdecreet van 19 juni 1978 belandde in deze periode in haar finale fase, maar moest in haar (budgettaire) doelstellingen en haar timing nog meermaals worden aangepast54.

Inzake het Mediabeleid, ervoer de BRT na 1988 bikkelharde concurrentie door het uitvoeringsbesluit van het Kabeldecreet. De VTM, de regionale televisies en de doelgroepen- en betaaltelevisie werden tussen 1980 en 1988 door decreten van de Vlaamse Raad in het medialandschap opgenomen, waarna de Vlaamse Raad haar aandacht richtte naar de BRT. Het mini-decreet van juni 1990 en het decreet Chevalier-Van Rompuy van 27 maart 1991 vormden de BRT om tot een meer autonome BRTN, waar reclamegelden en sponsoring voortaan wel door de beugel konden.

De Vlaamse Raad gebruikte haar uitgebreide bevoegdheden inzake Welzijn en Gezondheidszorg om verschillende nieuwe kaders en fondsen te scheppen, zoals het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, of het Vlaams Fonds voor de Integratie van Kansarmen. De decreten inzake de bijzondere jeugdbijstand van 1985 en inzake de bejaardenzorg werden gewijzigd, terwijl ook debat en discussie over actuele onderwerpen zoals vergrijzing, aids en drugs onderwerpen werden in de Vlaamse Raad, onder andere in de discussie van verschillende beleidsbrieven van de Executieve of in de oprichting van de werkgroepen Migranten, Vrouwen en Repressie, die het beleid van kortbij moesten opvolgen en voorbereiden55.

53 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 152. 54 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 149-153. 55 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 154-155.

Page 18: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

18

Het Binnenlandse Bestuur bracht na 1988 enkele grote nieuwe bevoegdheden bij aan de Vlaamse Raad, waaronder de organisatie van het administratieve toezicht in het Vlaamse Gewest. Gemeenten en provincies kregen een versoepeld en verkort toezicht van de overheid, waarbij responsabilisering centraal stond. Daarnaast vormde de financiering van de ondergeschikte besturen een belangrijk werkterrein van de Vlaamse Raad. Zo kwam er ook een decretaal kader voor de diensten van de Vlaamse Gemeenschap door het decreet betreffende het bestuurlijk beleid van 12 december 1990, dat volgens Martine Goossens tot de belangrijkste decreten behoort in de geschiedenis van de Vlaamse Raad. Het decreet inzake de openbaarheid van bestuur van 16 oktober 1991 zette de kers op de taart in de modernisering van de diensten van de Vlaamse Gemeenschap56.

Ook inzake werkgelegenheid en economische aangelegenheden kon de Vlaamse Raad pas na de staatshervorming van 1988 “grote” decreten uitvaardigen. Goossens haalt hierbij de oprichting bij decreet van enkele instellingen aan, onder andere van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (1991), het Vlaams Instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie (1991), de GOMs alias de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen (1990) of de herstructurering van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij van Vlaanderen (GIMV, 1994). “Opvallend is dat een vrij groot aantal economische decreten uit de periode 1988-1995 vrij expliciet op de werkgelegenheid en de flexibilisering en optimalisering van het arbeidsaanbod betrekking hadden57.” In het archief van de CVP-fractie zelf werden vooral sporen gevonden van de bewuste optie om in de decreten van economische aangelegenheden een krachtig omgevingsbeleid te voeren.

Leefmilieu en natuurbehoud genoten in de tweede fase van de Vlaamse Raad meer aandacht van de decreetgever. In december 1990 werd de OVAM belast met bevoegdheden inzake het recyclagebeleid en de preventie van milieuvervuiling in een decreet betreffende het bestuurlijk beleid. In een nieuw Afvalstoffendecreet werd in april 1994 de beleidsstrategie van OVAM vastgelegd in de volgorde ‘voorkoming – recyclage – verwijdering.’ In een decreet betreffende het bestuurlijke beleid veranderde de Vlaamse Waterzuiveringsmaatschappij in de Vlaamse Milieumaatschappij, die een controlerende functie zou hebben op Aquafin NV, dat voortaan de eigenlijke zuiveringen op zich zou nemen. In 1991 werd de MINA-raad (Milieu- en Natuurraad) opgericht die de groene bewegingen voortaan inspraak en subsidie gaf. Het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen verontreiniging, bevatte naast een aantal dwingende maatregelen ook de doelstelling om een Mestactieplan (MAP) op te richten. Het MAP zou voor jarenlange wrevel zorgen tussen de coalitiepartners CVP en SP onder Van den Brande-I en -II. Ten slotte moeten ook nog het Bosdecreet van 1990 en het Jachtdecreet van 1994 vermeld worden, die zoals vele van de milieudecreten ook tot stand kwamen op parlementair initiatief58.

56 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 157-158. 57 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek, 160. 58 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, 287-290.

Page 19: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

19

Grote fundamentele decreetwijzigingen op vlak van ruimtelijke ordening zijn er tussen 1980 en 1995 eigenlijk nooit gekomen, hoewel dat verschillende malen werd aangekondigd. Tien kleinere decreten pasten tussen 1984 en 1995 de wet van 29 maart 1962 aan. Het sociale grond- en woonbeleid, dat bezield was door CVP-er Jos de Seranno in drie decreten (1982, 1991 en 1994) maakte het voor niet-kapitaalkrachtige gezinnen mogelijk bouwgrond te kopen. De materie over de bescherming van landschappen en monumenten verschoof in 1988 van de gemeenschappen naar de gewesten, waar van een hernieuwde belangstelling gesproken kan worden. Het Proceduredecreet van 1993 en het decreet van 22 februari 1995 tot wijziging van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten creëerden het wettelijke kader, waarin 556 monumenten en landschappen definitief werden beschermd59. Een ander complex dossier mondde uit in de Duinendecreten in 1993 en 1994. Het decreet-Capoen van 1993 vormde het wettelijke kader om een bouwverbod in te stellen in beschermde duinengebieden. Het tweede en het derde decreet waren eigenlijk technische bekrachtigingsdecreten, terwijl het vierde decreet, het decreet-Vande Lanotte van 26 januari 1994, een uitvoeringsbesluit bekrachtigde. In het laatste decreet, het decreet-Landuyt van 21 december 1994 werden uiteindelijk de beschermde gebieden vastgelegd.

Behalve over de luchthaven van Zaventem, kreeg het Vlaamse Gewest na 1988 bijna elke bevoegdheid over het openbaar vervoer. Hoewel de discussies over openbaar vervoer en openbare werken op velerlei fronten werden gevoerd, bijvoorbeeld tijdens de begrotingsbesprekingen, kunnen toch enkele belangrijke decreten worden aangeduid. Op 31 juli 1990 vaardigde de Vlaamse Raad een decreet uit tot oprichting van de Vlaamse Vervoersmaatschappij (VVM) De Lijn, in 1994 werd via een decreet de NV Zeekanaal en watergebonden grondbeheer Vlaanderen opgericht, en op de valreep werd in 1995 de werking en organisatie van de Vlaamse loodsdienst decretaal geregeld60.

De rechtsmacht van de Vlaamse Raad over internationale betrekkingen lokte meer heibel uit dan dat er feitelijk decretaal werk werd geleverd. Er bestond tussen de fracties geen eensgezindheid over de interpretatie van het concept “instemmingsbevoegdheid”, zodat de Vlaamse Raad te verlamd werd voor een adequaat buitenlands beleid61.

Ten slotte moet aangestipt worden dat na 1988 het belang van de begroting een steeds hogere vlucht nam. De controle op en de goedkeuring van de uitgavenbegroting was een handig middel om de Vlaamse Executieve onder toezicht van de Vlaamse Raad te brengen. Na 1990 slaagde de Executieve er bovendien telkens in om de begroting tijdig bij de Vlaamse Raad in te dienen, nog voor het begrotingsjaar eigenlijk van start ging62.

59 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, 291-294. 60 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, 294. 61 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, 295-298. 62 GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, 298-299.

Page 20: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

20

• Het Vlaamse Parlement (1995-2005) Voor de activiteiten van de Vlaamse Raad werd 1993 letterlijk een sleuteljaar. Het

eigenaardige dubbelmandaat werd na slopende onderhandelingen definitief naar het verleden verwezen. Om het Sint-Michielsakkoord van 29 september ingang te doen vinden, was de steun van de meerderheid (christen-democraten en socialisten) onvoldoende: aan Vlaamse kant moesten ook de groenen en VU zich in de vierde staatshervorming kunnen vinden. Na nieuwe onderhandelingen over een milieutaks en de overheveling van de residuaire bevoegdheden’ naar de deelstaten kon eind januari 1993 een bijzondere meerderheid gevonden worden. Ter afsluiting werd de Belgische Grondwet toen in een nieuw kleedje gestoken, met als eerste artikel de erkenning van België als federale staat63.

Het Vlaamse Parlement werd in 1995 de nieuwe naam van de Vlaamse Raad, maar het was veel meer dan een naamsverandering. De gloednieuwe bevoegdheidspakketten werden voortaan in decreten gegoten in een nieuw parlementsgebouw, zodat de afhankelijkheid van de Kamer en Senaat meer dan symbolisch werd ingekrompen. Aangezien een groot deel van de archiefbescheiden in het onderzochte fractiearchief van voor 1995 dateerde, wordt het inhoudelijke verhaal van de decreetgeving van het Vlaamse Parlement hier echter niet meer weergegeven. Het is bovendien ook moeilijk een beknopte samenvatting op te stellen van alleen al de 310 normatieve decreten die het Vlaamse Parlement heeft goedgekeurd tussen 1995 en 200264.

• De werking van het Vlaams Parlement65

Het Vlaamse Parlement beschouwt zichzelf als de volwaardige wetgevende pijler van de Vlaamse Overheid. Het is verantwoordelijk voor een drieledige opdracht:

“- de totstandkoming van de decreten of Vlaamse wetten; - de controle op de uitvoering van die decreten door de Vlaamse Regering; - de goedkeuring van de Vlaamse begroting, die de regering van financiële middelen voorziet voor het dagelijkse bestuur van de Vlaamse deelstaat66.”

Om deze opdracht tot een goed einde te brengen, is het Vlaamse Parlement, zoals zovele wetgevende organen, opgedeeld in enkele organen67.

63 PLATEL, M. Communautaire geschiedenis van België. Van 1830 tot vandaag. Leuven, 196-200. 64 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement. Historiek en dynamiek van een parlementaire instelling, 258. 65 Voor de inhoud van dit luik moet verwezen worden naar de site van het Vlaams Parlement, waar de werking uitgebreid aan bod komt: www.vlaamsparlement.be (1/4/2006). Voor meer theoretische besprekingen, zie: DE BATSELIER, N. Levende democratie. De kracht van een parlement in de 21ste eeuw. Bijdragen over de werking van het Vlaams Parlement in opdracht van het Uitgebreid Bureau van het Vlaams Parlement. Tielt, 2004. 66 De drieledige opdracht van het Vlaamse Parlement. http://www.vlaamsparlement.be/vpWeb/p3app /htmlpages/vp/HoeWerktHetVlaamsParlement/AlgemeneSituering/DrieledigeOpdracht.html. (28/3/2006). 67 Hierbij worden de fracties over het hoofd gezien, omdat die ergens in deze verhandeling al rijkelijk aan bod komen.

Page 21: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

21

1. Plenaire Vergadering

De Plenaire Vergadering is de meest gekende en hoogste vergadering van het Vlaamse Parlement. De volksvertegenwoordigers – momenteel 124 – hebben er stemrecht en kunnen de aanwezigheid van de Vlaamse Regering eisen. De uitvoerende macht heeft er echter geen stemrecht. De voorzitter van het Vlaams Parlement zit de vergadering voor, terwijl haar agenda wordt voorbereid door het Uitgebreid Bureau. Met een motie van orde kan een Vlaams volksvertegenwoordiger, mits de goedkeuring van de meerderheid van de aanwezige parlementsleden, de agenda evenwel wijzigen. De fracties en de volksvertegenwoordigers beschikken over een reglementair bepaalde spreektijd, in tegenstelling tot de ministers van de Vlaamse Regering, die een absoluut spreekrecht hebben. De Plenaire Vergaderingen vinden tegenwoordig steeds plaats op woensdagnamiddag. In de Plenaire Vergadering kunnen ook actuele vragen gesteld en (actuele) interpellaties gehouden worden aan de Vlaamse Regering of één van haar ministers. Actuele vragen gebeuren beknopt en mondeling tijdens het wekelijkse vragenuur. Ze moeten niettemin kort voor aanvang van de Plenaire Vergadering worden ingediend, zodat bij vele verschillende vragen over hetzelfde onderwerp het Uitgebreid Bureau kan kiezen voor een actualiteitsdebat over dat onderwerp. Een actuele interpellatie kan om dringende redenen door een Vlaamse volksvertegenwoordiger worden ingeroepen om de minister kort te ondervragen over diens beleid in de Plenaire Vergadering. Momenteel worden interpellaties verwezen naar de commissievergaderingen.

2. Commissies

Een commissie bevat vijftien vaste en vijftien plaatsvervangende leden, allemaal Vlaamse volksvertegenwoordigers en netjes verdeeld over de verhoudingen van de fracties. Ze wordt samengeroepen en voorgezeten door een volksvertegenwoordiger, de commissie-voorzitter. Er zijn anno 2006 elf vaste commissies, of beleidscommissies, die zich telkens bezighouden met een ruim bevoegdheidsdomein (bijvoorbeeld de commissie voor Wonen, Stedelijk Beleid, Inburgering en Gelijke Kansen). Naargelang de complexiteit van de materie worden er soms ook subcommissies opgericht, (bijvoorbeeld de subcommissie Financiën & Begroting). Ten slotte kunnen er ook ad-hoc-commissies worden opgezet met een specifieke en tijdelijke opdracht. De taak van de commissie is in feite de Plenaire Vergadering te ondersteunen in haar decreterende en controlerende bevoegdheden. Op decreterend vlak is dit misschien nog het meest opvallend:

“De teksten van ontwerpen van decreet, beleidsnota's, beleidsbrieven, samen-werkingsakkoorden, voorstellen van decreet, voorstellen van resolutie of andere onderwerpen, worden eerst grondig in commissie behandeld. De tekst van die stukken kan gewijzigd of geamendeerd worden als een meerderheid van de leden daarmee instemt. De commissies wijzen een verslaggever aan die van het commissiewerk verslag uitbrengt in de Plenaire Vergadering. Een commissie kan ook hoorzittingen

Page 22: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

22

organiseren om zich beter te informeren over alle aspecten van een voorstel of ontwerp68.”

Naast de diepgaande begrotingscontrole in de commissie Algemene zaken, Financiën en Begroting en de subcommissie Financiën en Begroting, hebben de commissies een aantal instrumenten om het beleid van de ministers te controleren. Een interpellatie, die uitzonderlijk na toestemming van het Uitgebreid Bureau ook in de Plenaire Vergadering kan, handelt over “aangelegenheden van algemeen belang”, en laat toe dat ook andere sprekers, behalve de interpellant, hun mening over het beleid aanbrengen. Na de interpellatie en het debat, kan een met redenen omklede motie of een motie van wantrouwen worden ingediend, waardoor de minister of de gehele Vlaamse Regering onder druk kan worden gezet. Een vraag om uitleg wordt mondeling gesteld in een commissie door een Vlaamse volksvertegenwoordiger aan een minister over een actueel en concreet probleem. De vraagsteller kan zijn vraag inleiden met een uiteenzetting en een klein debat voeren met de minister en andere sprekers. Tussen 1996 en 1998 bestond een mondelinge vraag als een kortere variant.

3. Voorzitter

Alle werkzaamheden van het Vlaams Parlement worden geleid door haar voorzitter, die meestal lid is van een partij van de meerderheid. Hij wordt elk jaar verkozen door het Parlement bij het begin van elke zittijd. Niettemin wordt hij geacht boven de fracties te staan. Hij zit de Plenaire Vergadering, het Bureau en het Uitgebreid Bureau voor. Daarnaast vervult hij een rol van woordvoerder van het Vlaams Parlement. De Vlaamse Raad en de Cultuurraad werd tussen 1970 en 1995 door vele verschillende politici voorgezeten, maar het Vlaams Parlement heeft sinds haar bestaan in 1995 maar één voorzitter gekend: Norbert de Batselier. In de zomer van 2006 werd hij vervangen door Marleen Vanderpoorten.

4. Bureau

Het Bureau neemt onder leiding van de voorzitter het dagelijkse bestuur van het Vlaams Parlement waar. De Bureauleden worden elk zittingsjaar verkozen door het Vlaams Parlement. Momenteel bestaat het Bureau uit de voorzitter van het Vlaams Parlement, vier ondervoorzitters en drie secretarissen. Tweewekelijks behandelt het Bureau elke problematiek verbonden aan de infrastructuur, het personeelsbeheer en de financiën. “Het algemene principe van de werking van het Bureau is dat de krachtlijnen van het beleid worden vastgelegd door het Bureau en dat het Algemeen Secretariaat dat beleid op een

68 Bevoegdheden en taken van de commissies. http://www.vlaamsparlement.be/vpWeb/p3app/htmlpages/vp/ HoeWerktHetVlaamsParlement/Commissies/BevoegdhedenTakenSamenstelling.html. (29/3/2006)

Page 23: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

23

"geresponsabiliseerde" manier uitvoert69.” Het Bureau wordt voor politieke aangelegenheden uitgebreid met de fractievoorzitters. Dit Uitgebreid Bureau legt de agenda van de Plenaire Vergadering vast en beslist over de behandeling van interpellaties. Bovendien coördineert het ook de werking van de commissies in viermaandelijkse overlegvergaderingen met de commissievoorzitters.

5. Algemeen Secretariaat

Het Algemeen Secretariaat werd in de voorbereiding van de mutatie van Vlaamse Raad naar Vlaams Parlement grondig hervormd, waardoor weinig sporen zijn teruggevonden van haar vroegere werking. Het staat onder leiding van de secretaris-generaal, die tevens de functie van griffier van het Vlaams Parlement uitoefent. Hij of zij wordt daarin bijgestaan door de verschillende directeurs van de ondersteunende diensten, die bijeenkomen in een Directieraad, zoals de directie decreetgeving, de directie informatie, de directie externe relaties & ontvangst, de directie administratie, de directie infrastructuur & logistiek, de directie informatica en de aanspreekpunten Archief en Informatheek. Hij of zij is bovendien het enige personeelslid van het Vlaams Parlement dat niet door het Bureau wordt benoemd, maar wel door de Plenaire Vergadering. Voor zijn of haar rol als administratieve “rechterhand” van de voorzitter van het Vlaams Parlement wordt enige objectiviteit vereist. Voor zijn functie van griffier wordt de secretaris-generaal bijgestaan door een staffunctionaris van het secretariaat.

69 Zie: http://www.vlaamsparlement.be/vpWeb/p3app/htmlpages/vp/HoeWerktHetVlaamsParlement/Bureau/Be-voegdhedenTakenVastBureau.html. (1/4/2006)

Page 24: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

24

3. De geschiedenis en werking van partijen en het ontstaan van fracties

Een fractie is de vertegenwoordiging van één of meerdere politieke partijen binnen de muren van een parlement. Om de doelstellingen, de structuur en de werking van een fractie te kunnen begrijpen, moet dus eerst een blik geworpen worden op die van haar ‘moederpartij.’ De doelstellingen zijn immers identiek, en de structuren van de fractie en de partij zijn sterk met elkaar verweven om alle neuzen in dezelfde richting te doen staan.

• De geschiedenis van de CVP, een verhaal van golven van vernieuwing In contrast met hun negentiende-eeuwse erfenis70, wilden de stichters van de unitaire

CVP-PSC in 1945 een ledenpartij opbouwen, die zich zou openen “voor alle Belgen die de christelijke fundamenten van de Westerse beschaving erkenden71.” Een unitair en autonoom centraal bestuur zou tussen 1945 en 1965 de scepter zwaaien, wat de federatieve structuur van de partij in het interbellum definitief de das omdeed. Niettemin zouden de “standen” en het politieke “middenveld” altijd een grote invloed blijven uitoefenen op het politieke deel van de christelijke zuil. De unitaire structuur viel, net als de regering, over het struikelblok ‘Leuven Vlaams’, wat de vleugels van de CVP-PSC een scheiding van tafel en bed deed aanvragen. De allerlaatste nationale voorzitter van de CVP-PSC, Robert Houben, verdween in november 1972 van het politieke toneel. Voortaan zou enkel de studiedienst CEPESS en het Vast Politiek Overlegcomité (later Praesidium) de christelijke politieke partners binden72.

Bijgevolg waaide ook binnen de CVP een nieuwe wind sinds de afscheiding van de Franstalige PSC. De bijna gelijktijdige installatie van de Cultuurraad voor de Nederlandse cultuurgemeenschap in december 1971 luidde dan ook het tijdperk van federalisme in, wat nieuwe Vlaamse verwachtingen deed ontstaan. Een gedeelte van de CVP-fractie in de Cultuurraad durfde het daarom aan, om bij de sluiting van de installatiezitting van het eerste Vlaamse parlement met wetgevende bevoegdheid, de VU-fractie te volgen in het plechtig zingen van de Vlaamse Leeuw73.

Opnieuw werd door de nieuwe generatie CVP-ers, met op kop partijvoorzitter Wilfried Martens, een verruiming nagestreefd. De ledenwerving en de afdelingswerking werden gestimuleerd, terwijl ook de interne organisatie werd opgeknapt74. Het al in 1965 opgerichte Instituut voor Politieke Vorming (IPOVO) organiseerde zelfs “Open Partijdagen”, waarop ook niet-leden werden uitgenodigd. “Uit zo’n manifestatie (Sint-Niklaas 1974) onder het

70 Cfr. Infra p. 29-33. 71 HEYRMAN, P. “De katholieke en christen-democratische partijen.” In: VAN DEN EECKHOUT, P. VANTEMSCHE, G.,red. Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, 19de-20ste eeuw. Brussel, 1999, 723. 72 HEYRMAN, P. “De katholieke en christen-democratische partijen”, 723. Zie ook: CRAEYBECKX, J. MEYNEN, A. WITTE, E. Politieke Geschiedenis van België van 1830 tot heden. Antwerpen, 1997, 369. 73 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement, 23-25. 74 Cfr. Infra p. 26-29.

Page 25: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

25

thema “Vrouw en Maatschappij” groeide de gelijknamige werkgroep75.” De vernieuwing bracht ook zoden aan de dijk, aangezien de partij in de jaren ’70 een grote electorale groei kende: in de Kamer steeg het aantal zetels van 67 in 1971 naar 82 in 198276. Ondertussen werden ook de eerste fundamenten gelegd voor de federalisering van België, mede door belangrijke wettelijke initiatieven van de CVP.

De spanningen tussen de groepen rond Wilfried Martens en Leo Tindemans in de jaren 1980 remden de groei af. In de moeilijke jaren ’80 bleef de CVP wel in de regering (achtmaal onder leiding van Wilfried Martens en éénmaal onder Mark Eyskens), maar electoraal moesten ze ten opzichte van de jaren ’70 fors inleveren. Verschillende nationale dossiers, waaronder de kwestie Voeren, de plaatsing van Amerikaanse kernraketten op Belgisch grondgebied en het dossier over abortus, brachten de partij in een electoraal neerwaartse spiraal. Dit had ook gevolgen voor de vertegenwoordiging in de Cultuurraad, aangezien het dubbelmandaat de nationale materies nog altijd met de regionale materies verbond.

Een volgende vernieuwing van de partij drong zich dan ook op. In 1989 werden de statuten opgefrist, waarbij enerzijds vooral ‘openheid’ een kernbegrip werd. De vele sociale organisaties vaarden anderzijds een stilaan pluralistische koers, waardoor de CVP noodgedwongen een grotere afstand in acht moest nemen van de “standen” die ze sinds jaar en dag vertegenwoordigde, waarbij vooral de christelijke middenstandsvereniging, het ACW (waarin ook de CM en het ACV huizen) en de kleinere landbouwersvertegenwoordiging via de Boerenbond genoemd moeten worden. Het middenkader van dit middenveld voelde bovendien ook steeds minder de behoefte om zich politiek te engageren, waardoor de “catch-all-partij” nieuwe vormen van rekrutering aan de dag moest leggen.

De verkiezingen van november 1991 en de aanstelling van de toenmalige fractieleider in de Kamer, Johan Van Hecke, tot de nieuwe partijvoorzitter in 1993 bracht de vernieuwing in een stroomversnelling. Van Hecke trok ook mensen uit de culturele wereld en de nieuwe sociale bewegingen aan, waaronder de opkomende milieubeweging, om het inhoudelijke debat in de partij te verruimen77. Van Hecke kwam echter in persoonlijke moeilijkheden, en verliet de CVP in juni 1996. Marc Van Peel werd een overgangsfiguur totdat Stefaan de Clerck in 1999 de vernieuwing trachtte verder te zetten. Die vernieuwing bleek bovendien was meer dan ooit nodig door het grote electorale verlies in de nationale en regionale parlementen onder invloed van de dioxinecrisis. De CVP bleef ook na de afschaffing van het dubbelmandaat voorlopig de grootste partij in het Vlaams Parlement, maar moest in de Kamer de VLD al laten voorbijsteken. Ze werd dan ook voor het eerst in veertig jaar naar de

75 HEYRMAN, P. “De katholieke en christen-democratische partijen”, 724. Wetenschappelijk medewerkster Ilse Van Eetvelde, één van de archiefvormers van het archief dat de aanleiding vormt van deze verhandeling, was betrokken in die werkgroep in de jaren ’90 en heeft ook archivalia met betrekking tot “Vrouw en Maatschappij” in het fractiearchief nagelaten. Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, II, C, e), inventarisnummers 196-198. 76 CRAEYBECKX, J. e.a. Politieke Geschiedenis van België, 436. 77 HEYRMAN, P. “De katholieke en christen-democratische partijen”, 724.

Page 26: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

26

oppositiebanken verwezen, ook in het Vlaams Parlement. Stemmenkanon en tweevoudig regeringsleider Jean-Luc Dehaene zei de nationale politiek vaarwel.

Het bekendste gevolg van de zoveelste vernieuwingsgolf bleef echter beperkt tot de naamsverandering van CVP naar CD&V. De teleurstelling na de federale parlements-verkiezingen in 2003 bracht mede daarom andermaal een nieuwe voorzitter aan het hoofd van de partij: de toenmalige fractieleider in de Kamer, Yves Leterme. Zijn bekendste wapenfeit als partijvoorzitter was het zogenaamde Valentijnskartel of Vlaams Kartel, dat hij op 14 februari 2004 met de Nieuw-Vlaamse alliantie afsloot. Sindsdien staat Jo Vandeurzen aan het hoofd van de CD&V.

• De werking van de CVP78 Politieke partijen zijn gegroeid vanuit de samenleving, en moeten dus in eerste plaats

als (private) organisaties beschouwd worden. In het beleid en het bestuur van België en al haar deelgebieden zijn ze belangrijke actoren geworden, maar een duidelijke wetgeving omtrent hun werking ontbreekt. Hun rol is echter wel indirect vastgelegd, zoals in de kieswetgeving, in de reglementering op de financiering van fracties in de verschillende wetgevende instellingen, in de wetten van 1989 of 1993 over de subsidiëring van partijen en in de wetgeving op zendgemachtigde verenigingen79. Slechts één artikel bepaalt de definitie van partijen, met name het artikel 1 van de Wet Dhoore met betrekking tot de financiering van partijen uit 1989:

“De vereniging van natuurlijke personen, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, die aan door de Grondwet en de wet bepaalde verkiezingen deelneemt, die overeenkomstig artikel 117 van het Kieswetboek kandidaten voordraagt voor de mandaten van volksvertegenwoordiger en senator in elk kiesarrondissement van een Gemeenschap of een Gewest en die, binnen de grenzen van de Grondwet, de totstandkoming van de volkswil poogt te beïnvloeden op de wijze bepaald in haar statuten of haar programma80.” Wilfried Dewachter tekende in de inleiding op zijn recent boek over het partijbureau81

een zogenaamd “modelogram” uit voor de besluitvorming aan de top van een politieke partij. Het wordt hier overgenomen en uitgeschreven wegens de klare structuur die hij aanbracht in de organisatie van een partij. Bovendien is de vergelijking die hij maakt tussen de interne organisatie van een partij en de grote instellingen in het politieke bestel interessant en behoorlijk helder geformuleerd. Aan het hoofd van de hele administratie staat het partij-secretariaat, dat instaat voor de permanente realisatie, uitvoering en ondersteuning van de activiteiten van de organisatie. Het “kernkabinet” van een partij is het dagelijks bestuur, dat 78 Zie hiervoor SMITS, J. “Tussen partij en beweging: de CVP van 1968 tot 1995.” In: DEWACHTER, W. DUMONT, G.H. DUMOULIN, M., e.a. Tussen Staat en Maatschappij. Christen-democratie in België (1945-1995). Tielt, 1995, 142-169. 79 DESCHOUWER, K. Organiseren of bewegen? De evolutie van de Belgische partijstructuur sinds 1960. Brussel, 1993, 157-159. 80 Belgisch Staatsblad, 20 juli 1989, 12715. 81 DEPAUW, S. DEWACHTER, W. Een halve eeuw partijbureau in België. Leuven, 2005.

Page 27: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

27

samen onder leiding van de partijvoorzitter ongeveer vijf man sterk is. Het partijbureau (een twintigtal leden) vergadert wekelijks. Dewachter vergelijkt dit met een regering wegens de collectieve leiding die het geeft aan de partij. Elke maand is er in het model een partijraad, waar een tweehonderdtal kaderleden en beroepspolitici inspraak krijgen in het bestuur. Het viervoud van dat aantal kan aanwezig zijn op een jaarlijks partijcongres, dat functioneert als een algemeen inspraakorgaan. De partijraad en het partijcongres plaatst Dewachter onder de noemer van “wetgevende organen” door de resoluties en aanbevelingen die ze maken aan het dagelijkse bestuur en omdat ze vaak in de statuten van de politieke partij als hoogste vergadering worden aangewezen82. Het is niet verwonderlijk dat fracties niet in dit model zijn ondergebracht, omdat hiervoor een essentiële voorwaarde moet vervuld zijn vooraleer partijen ze kunnen oprichten: verkozen leden hebben in de wetgevende organen.

Het modelogram en de benaming van de organen is echter slechts een theoretisch resultaat van de praktische en de historische verschillen tussen de verschillende politieke partijen. Zo droeg het partijbureau van de sterke CVP-PSC van de jaren ’50 de naam van “Nationaal Comité” en telde ze meer dan veertig leden. Ze domineerde de unitaire CVP-PSC, die bovendien stilaan sterk opgesplitst werd in een Waalse en een Vlaamse Vleugel met naderhand elk een vleugelvoorzitter en een nationaal secretaris83. Pas in 1972 werden met de communautaire opdeling van CVP-PSC onder invloed van onder andere de naweeën van “Leuven Vlaams” en de taalstrijd de vleugels definitief losgekoppeld. Het Nationaal Comité verloor haar bestaansgrond en werd door de CVP opgedeeld. Enerzijds kwam er een Partij-bestuur, dat bestaat uit leden verkozen door het Congres, enkele vertegenwoordigers van de drie CVP-fracties (Kamer, Senaat en Cultuurraad), en vertegenwoordigers van de partij in de regering en anderzijds ontstond het Partijbureau. Zowel het nationale Congres als de arron-dissementele congressen kenden een verruiming, wat de CVP een nieuwe dynamiek gaf. Het Partijbestuur kende op haar beurt een vergroting van haar bevoegdheden, terwijl het partij-secretariaat een forse modernisering onderging84.

Op deze manier werden ook de CVP-fracties meer betrokken in de beslissingen van de moederpartij. De bureaucratische dominantie van het Nationaal Comité was voorgoed gebroken. Het nieuwe en wekelijkse (Politiek) Bureau bevatte een selectie van de leden van het Partijbestuur, en kon als het echte uitvoerende orgaan beschouwd worden85. Door de definitieve breuk met de Franstaligen werd ook een efficiëntere fractiewerking in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap mogelijk, omdat de CVP-fractie van de Cultuurraad zich niet langer zorgen kon maken over mogelijke verantwoordingen aan het unitaire Nationale Comité. Die grotere vrijheid betekende echter ook niet dat de Cultuurraad een hogere prioriteit kende binnen de afgesplitste CVP: “Het gebrek aan stabiliteit aan de 82 DEPAUW, S. DEWACHTER, W. Een halve eeuw partijbureau, 16. 83 DEPAUW, S. DEWACHTER, W. Een halve eeuw partijbureau, 8-9. 84 HEYRMAN, P. “De katholieke en christen-democratische partijen”, 724. 85 DESCHOUWER, K. Organiseren of bewegen? De evolutie van de Belgische partijstructuur sinds 1960. Brussel, 1993, 122.

Page 28: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

28

leiding van de politieke fracties is ongetwijfeld tekenend voor het geringe politieke belang dat in de jaren ’70 aan de Cultuurraad werd gehecht86.” Bovendien moet gewezen worden op het feit dat de jaren ’70 zeer rumoerige tijden waren in de nationale politiek: tien regeringen vielen tussen 1972 en 1980 door de moeilijke uitvoering en uitdieping van de staatshervorming van 1970.

De CVP werd altijd als een typische standenpartij beschouwd, omdat de zogenaamde toonaangevende organisaties en tendensen uit de christelijke zuil altijd vertegenwoordigd werden in de structuur van de partij. Zo hadden de leiders van de belangrijkste verenigingen vaak een zitje in het wekelijkse Bureau. De belangrijkste standen hebben de partij steeds politieke ruggesteun gegeven: de Boerenbond, het NCMV (het huidige UNIZO) en het ACW, waarin het ACV en de CM huisden87.

De CVP-fracties stonden als verengingen van verkozen mandatarissen steeds in een duale representatieve relatie tegenover enerzijds de partijtop en de regering en anderzijds tegenover de kiezers uit de bevolking. Sinds haar oprichting in 1945 wou de CVP als christelijke beweging in de maatschappij dan ook meer zijn dan een politieke partij in de staat, zodat het dualisme lange tijd scherp werd ervaren. “De fracties zaten daardoor geregeld tussen hamer en aambeeld: de loyaliteit tegenover de regering en de verwachtingen van de partij, de leden en de kiezers88.” Pas bij de statutenwijziging van 1989 werd de duale rol gedefinieerd: fracties waren niet ondergeschikt aan het nationale partijbestuur of aan de regering, maar hadden wel een dubbele verantwoordelijkheid: “hun verantwoordelijkheid als verkozenen van het volk tegenover de kiezers en de bevolking, en hun verantwoordelijkheid als mandatarissen tegenover de leden en de kiezers van de partij89.”Ze bleven dus zweven tussen de functie van delegatie van de partij met haar programma en ideologie en de represen-tatieve functie ten opzichte van de wensen van haar kiezers.

Tegelijkertijd legde de partij een gedragscode vast, en allerlei concrete afspraken met de fractie en de regering om de verstandhouding te behouden. Zo moeten de regeringsleden regelmatig hun beleidsintenties “tijdig” overleggen met de fracties, terwijl die elk jaar een schriftelijke verantwoording van hun beleid moesten overhandigen aan de partijorganen90. Een ander controlemechanisme van de partij was een maandelijkse vergadering met de partijvoorzitters en de fractievoorzitters, die samen naar een consensus zochten in moeilijke dossiers91. Door de betere afbakening van de verhoudingen na 1989, konden de CVP-fracties

86 GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek van een parlementaire instelling 1971-2001. Kapellen, 2002, 35. 87 DEPAUW, S. DEWACHTER, W. Een halve eeuw partijbureau, 83. 88 SMITS, J. “Tussen partij en beweging: de CVP van 1968 tot 1995.” In: DEWACHTER, W. DUMONT, G.H. DUMOULIN, M., e.a. Tussen Staat en Maatschappij. Christen-democratie in België (1945-1995). Tielt, 1995, 163. 89 SMITS, J. “Tussen partij en beweging: de CVP van 1968 tot 1995”, 164. 90 SMITS, J. “Tussen partij en beweging: de CVP van 1968 tot 1995”, 164. 91 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion”, 117.

Page 29: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

29

genieten van een grotere autonomie, en een rol van betekenis spelen in onder andere de aanstelling van de nieuwe partijvoorzitter Johan Van Hecke of in het Mestactieplan92.

• De ontwikkeling van politieke fracties De ontstaansgeschiedenis van het gebruik van politieke fracties blijft vooralsnog in

dikke mist gehuld. Veelal wordt in historische en politiekwetenschappelijke literatuur de spontane groei van fractiewerking uit de parlementaire vergadering gesuggereerd93. Dikwijls wordt het gebruik van fracties in de politieke praktijk ook gekoppeld aan het ontstaan van massapartijen op het einde van de negentiende eeuw onder druk van de groeiende socialistische beweging. “Disciplinering, hiërarchisering en centralisering zijn inherent aan partijen die de massa willen organiseren en haar collectiviteit willen verdedigen94.” Vooral het stroomlijnen van het stemgedrag van de afzonderlijke parlementariërs werd beoogd door een betere organisatie van ideologisch gelijkgezinde partijgenoten.

Politieke groepen en clubs hebben echter altijd bestaan in het Belgische parlementaire bestel. Een aantal verslagen van de eerste zittingen van de Kamer in 1831 maakten al het onderscheid tussen linkse en rechtse groepen parlementsleden. Naar het voorbeeld van de Franse Assemblée Nationale kon de zetel waarin een parlementslid zich neervlijde na zijn eedaflegging een politieke betekenis hebben die de politieke commentatoren zelden ontging. Een andere informele regel, die een tijd lang in voege was, bestond erin de zogenaamde harde oppositie, die veelal het laatst hun eed aflegden, boven in het halfrond te laten plaatsnemen.

De belangrijkste politieke dichotomie in de Kamer van de negentiende eeuw bleef echter steeds die tussen links en rechts, tussen liberaal en katholiek95. De onevenwichtige parlementsamenstelling na de smadelijke nederlaag van de katholieken in 1857 creëerde dan ook een praktisch probleem96: langs de linkerzijde werd het voor de vele liberalen nerveus drummen voor een plaatsje, terwijl de verliezers aan de rechterkant ruimte over hadden. De remedie werd echter al een tijdje toegepast in de fauteuils van de Senaat: een verkozen Kamerlid kon voortaan zijn plaats niet meer zelf kiezen, maar werd een persoonlijke bank toegewezen. Bij deze toewijzing werd rekening gehouden met zijn persoonlijke voorkeuren op de eerste plaats, maar er werd soms ook gedacht om de verkozenen volgens strekking en arrondissement te verdelen97.

92 SMITS, J. “Tussen partij en beweging: de CVP van 1968 tot 1995”, 164. 93 Zie bijvoorbeeld: SUELZE, F. Verkennend onderzoek naar de fracties en de fractievoorzitters in de Kamer van Volksvertegenwoordigers vanaf 1962. Eindverhandeling Lic. Pol. Wts. Leuven, 1985, 39. 94 VAN MIERLOO, W. Fractievoorzitters van de Vlaamse partijen: een vergelijkend onderzoek van het carrièreverloop. Verhandeling Lic. Pol. Wts. Leuven, 2003, 9-10. 95 STENGERS, J. “L’origine de la ‘droite’ et de la ‘gauche’ dans la via politique belge au XIXe siècle.” In : ART, J. FRANÇOIS, L., ed. Docendo discimus. Liber americorum Romain Van Eenoo. Gent, 1999, 675-677. 96 De liberalen palmden toen 70 zetels in, terwijl de katholieken in de Kamer terugvielen van 63 naar 38. CRAEYBECKX, J. e.a. Politieke Geschiedenis van België, 435. 97 STENGERS, J. “L’origine de la ‘droite’ et de la ‘gauche’”, 677-680.

Page 30: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

30

Behalve het impressionistische artikel van Jean Stengers, bestaat er voorlopig geen of weinig lectuur over het ontstaan van partijgroepen in de negentiende eeuw. Er moet gesteld worden dat de geschiedenis van partijen en fracties in ruime mate gelijk liep. Na het korte en woelige tijdperk van het unionisme (1830-1845), ontstond al heel gauw een diepe breuk tussen de liberalen en de katholieken in het politieke landschap. Versplinterde politieke groeperingen werden opgericht, waarvan de Brusselse Alliance Libérale uit 1841 meestal als allereerste erkend wordt. In 1846 kwam na een nationaal congres een eerste nationale overkoepeling tot stand bij de liberalen, waarvan gezegd kan worden dat het de eerste nationale politieke partij van het land was.

Het eerste echt nationale politieke orgaan van de katholieken was de ‘Fédération des Associations Constitutionelles et Conservatrices98.’ Door de bedreiging van de socialisten enerzijds en de hevige Schoolstrijd anderzijds was ondertussen in 1884 een eerste Katholieke Partij opgericht onder de indrukwekkende naam ‘Fédération des Cercles Catholiques et des Associations Conservatrices’99. Het gaat hier dus om een federatie, wat in termen van vereniging duidt op een zwak verband tussen de parlementsleden.

Indien het bijna onbegonnen werk is om fracties als verenigingen in het verleden op te sporen, kunnen de eerste “fractievergaderingen” dan niet getraceerd worden als gesloten vergaderingen van gelijkgezinde parlementsleden over een bepaalde materie buiten de muren van het parlement? Het vroegste spoor dat Jean Stengers heeft teruggevonden dateert van 1841, toen een groep van de rechterzijde over de begroting van de openbare werken ten huize van baron de Sécus bijeenkwamen. Pas vanaf 1857 werden opnieuw samenkomsten van de “rechtse” leden van het Parlement georganiseerd, waarbij meestal belangrijke dossiers en materies werden besproken en tactieken vastgelegd. In 1878 werden ook senatoren uitge-nodigd op de vergaderingen van ‘les deux droites.’ Zes jaar later, in 1884, vergaderden de katholieken van de Senaat en de Kamer apart, hoewel ze soms ook samen materies van staatsbelang bespraken, zoals in 1885 toen de regeringsleider Beernaert hen de vraag voorlegde of koning Leopold II Soeverein van de Onafhankelijke Congo-staat kon worden100.

Ondertussen waren ook de eerste ‘fractieleiders’ opgestaan: zo speelde Charles Woeste in de Kamer een belangrijke voortrekkersrol bij de katholieken. Hij zou regelmatig in aanvaring komen met de katholieke regeringsleider Auguste Beernaert, wat er duidelijk op wijst dat de katholieken in het Parlement niet verplicht waren hun “partijgenoot” te steunen in zijn regeringswerk101. Het bronmateriaal waarover Jean Stengers beschikte was weliswaar pover om de rol van de “réunions des droites” goed te omschrijven102.

98 HEYRMAN, P. “De katholieke en christen-democratische partijen”, 722. 99 DESCHOUWER, K. “Politieke partijen.” In: DE RIDDER, C. DEWEERDT, M. DILLEMANS, R. Wegwijs politiek. Leuven, 1994, 104-105. 100 STENGERS, J. “L’origine de la ‘droite’ et de la ‘gauche’”, 680-686. 101 STENGERS, J. “L’origine de la ‘droite’ et de la ‘gauche’”, 686-687. 102 Voor Stengers’ sporen van de “réunions de la gauche”, zie STENGERS, J. “L’origine de la ‘droite’ et de la ‘gauche’”, 689-691. De verklaring voor het organisatorische onevenwicht tussen rechts en links is volgens Stengers eenvoudig: de ideologische verdeling in de Liberale Federatie was veel groter en dieper door de

Page 31: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

31

De volgende stap om van fractievorming te kunnen spreken na het organiseren van de occasionele vergaderingen van parlementsleden onder leidingschap van een sterke figuur, is het zich structureel organiseren in een politieke vereniging gericht naar de wetgevende organen van het land. Het eerste spoor daarvan komt de socialisten toe, die zichzelf in 1894-1895 presenteerden op een nationaal congres met alvast een “secrétaire du groupe socialiste à la Chambre.” De grote overwinning van de liberalen in 1900 (van 13 naar 34 zetels) zette ook hen aan om zich beter te organiseren binnen de Kamer onder leiding van Paul Janson en Xavier Neujean en in 1908 met twee secretarissen Paul Hymans en Maurice Lemonnier103. De katholieken voelden zich voorlopig niet geroepen om zich formeel te organiseren, omdat ze met een groot aantal ministers, de Kamervoorzitter en natuurlijke leiders zoals Woeste geen gebrek hadden aan personages die konden overgaan tot het samenroepen van een vergadering aan de rechterzijde, indien daar nood aan was104.

In het doctoraat van professor dr. Emmanuel Gerard duikt de organisatie van verkozen

katholieken in de Kamer van Volksvertegenwoordigers voor het eerst echt op. In de politieke nasleep van de gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog, concludeerden dat zij dat hun feitelijke meerderheid in de Kamer teniet werd gedaan door haar negentiende-eeuwse partijopvatting, een schrijnend gebrek aan interne tucht en haar krakkemikkig omschreven partijprogramma105. “De katholieke Kamer- en Senaatsfracties kwamen voor het eerst samen op 28 november {1918}, voor de lezing van de regeringsverklaring106.” De katholieke rechterzijde kwam verlamd uit de eerste verkiezingen met algemeen enkelvoudig kiesrecht in 1919. Flaminganten als Frans van Cauwelaert en Prosper Poullet had zich in de aanloop naar de verkiezingen losgerukt van de katholieke Kamerfractie en richtten een Vlaamse Katholieke Kamergroep op107. Kort daarop ontstond vanuit de christen-democratische arbeidersbeweging ook een Democratische Groep108. Eén volwaardige en langdurige fractie bleek echter een onmogelijke bestaan beschoren tijdens het rumoerige interbellum109.

België kende na de Tweede Wereldoorlog en minstens tot 1962 een eigenaardig

politiek bestel. Het volledige politieke leven was gedomineerd geraakt door de politieke partijen, met als hoogtepunten de autoritaire jaren ’30 en de moeilijke jaren ’50 na de politieke meningsverschillen tussen progressisten en doctrinairen dan in de ‘Fédération des Cercles Catholiques et des Associations Conservatrices’, waar Woeste op ruime steun kon rekenen in zijn verzet tegen de progressieve ideeën van onder andere Adolf Daens. 103 HYMANS, P. Pages Libérales. Brussel, 1936, 23-31 en HYMANS, P. Mémoires. VAN KALKEN, F. BARTIER, J., ed. Brussel, 1958, 83-84. 104 STENGERS, J. “L’origine de la ‘droite’ et de la ‘gauche’”, 692. 105 GERARD, E. De Katholieke Partij in crisis. Partijpolitiek leven in België (1918-1940). Leuven, 1985, 70. 106 GERARD, E. De Katholieke Partij in crisis, 71. 107 GERARD, E. De Katholieke Partij in crisis, 122. 108 GERARD, E. De Katholieke Partij in crisis, 124. 109 GERARD, E. De Katholieke Partij in crisis, passim. Over de moeilijke werking van de kiesvereniging en de aansluiting met de standenvertegenwoordiging, zie ook VAN ISACKER, P. Tussen staat en volk. Nagelaten mémoires. Antwerpen, 1953, 57-81.

Page 32: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

32

Koningskwestie, maar de partijstructuren werden formeel niet erkend. Pas in 1989 vernoemde de Belgische Grondwet voor het eerst de eigenlijke hoofdrolspelers110. Sinds 1962 werden ze wel erkend in het interne Reglement van de Kamer111. In datzelfde Reglement van 1962 werd ook voor het eerst de fractiewerking geregeld, wat het eerste tastbare juridische bewijs van het bestaan van politieke fracties in het Parlement opleverde112. De Senaat zou pas bepalingen inzake politieke fracties in haar Reglement van 1974 opnemen113.

Er speelde op de achtergrond natuurlijk ook een ander en cruciaal motief mee bij de formele erkenning van fracties: de financiering van de politieke partijen. In de Kamer en Senaat werden pas in 1974 maatregelen getroffen waarbij de fracties als kanalen beschouwd kunnen worden waarlangs de partijen een aandeel van de subsidies van de staat ontvangen in verhouding met het aantal verkozen parlementariërs114. Die middelen mogen echter niet gebruikt worden voor electorale doeleinden. Ze waren veeleer bedoeld om de fractieleden toe te laten zich te ondersteunen, maar door een gebrekkige controle werden de middelen nogal vrij aangewend om direct de fracties te steunen of indirect een studiecentrum op te richten. Meestal werd er met het geld wel een fractiesecretaris aangetrokken, die de fractievoorzitter hielp bij onder andere het opzetten en notuleren van vergaderingen115.

Sinds 1981 kan elk lid van de Kamer – en dus ook elk lid van de Vlaamse Raad – rekenen op de steun van een voltijdse medewerker, die door de Kamer zelf werd betaald. Sinds 1988 werd bovendien per vier fractieleden een wetenschappelijke medewerker door de fractie in dienst genomen. Per vier wetenschappelijke medewerkers kon de fractie ten slotte ook nog een administratieve medewerker in dienst nemen. Op deze of gelijkaardige manier geraakten de politieke fracties van de Kamer, de Senaat en de Vlaamse Raad aan een ruime en efficiënte omkadering. Met de afschaffing van het dubbelmandaat in zicht werd in 1993 een aparte regeling voor de fracties in de Vlaamse Raad uitgevaardigd. Per lid kreeg de fractie een toelage van 77.850 frank. Per tien leden beschikte “de partij in het parlement” ook over de bezoldiging van één wetenschappelijke medewerker en fracties met meer dan 40 leden kregen ook een halftijdse administratieve medewerker116.

Dat aantal is sinds de oprichting van het Vlaamse Parlement en de afschaffing van het zogenaamde dubbelmandaat drastisch aangegroeid. De steeds grotere complexiteit van wet-gevende dossiers vereist ook steeds meer specialisatie en overleg. Vandaag bevat het Regle-

110 De allereerste formele erkenning van politieke partijen in de Grondwet kwam er pas impliciet in 1989 toen het publieke systeem van partijfinanciering werd geïntroduceerd. 111 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.” In: HEIDAR, K. KOOLE, R., red. Parliamentary Party Groups in European Democracies. Political Parties behind closed doors. Londen-New York, 2000, 107. 112 Reglement van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van België. Kamer van Volksvertegenwoordigers, ed. Brussel, oktober 2005, Hoofdstuk IV, artikel 11. 113 Zie: VAN MIERLOO, W. Fractievoorzitters van de Vlaamse partijen, 9-10. 114 Het is echter moeilijk te achterhalen in welke mate de financiering van politieke fracties de boekhouding van de partijen beïnvloedt omdat de partijen hierover onvolledige en onvoldoende informatie verstrekken. 115 DESCHOUWER, K. “Politieke partijen.” In: DE RIDDER, C. Wegwijs politiek, 113. 116 DESCHOUWER, K. “Politieke partijen.” In: DE RIDDER, C. Wegwijs politiek, 113-114.

Page 33: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

33

ment van het Vlaamse Parlement echter geen verwijzingen of voorwaarden meer voor het aannemen van fractiepersoneel. De begroting van het Vlaams Parlement voorziet maandelijks kredieten voor de fracties, die hiermee hun administratieve secretariaat kunnen bevolken en wetenschappelijke medewerkers kunnen aanwerven betalen117. In november 2004 werd dit bedrag voor het laatst aangepast aan de gezondheidsindex, en sindsdien ontvangt de gemeenschappelijke koepel-vzw van de CD&V en haar kartelpartner NVA elke maand samen 148.134,66 € uit handen van het Vlaams Parlement118.

117 LEUS, K. VENY, L., red. Het federale België in de praktijk. De werking van de wetgevende vergaderingen na de verkiezingen van 21 mei 1995. Brugge, 1996, 166. 118 Dotaties aan de politieke partijen. Vlaams Parlement. (http://www.vlaamsparlement.be/vpWeb/p3app-/htmlpages/vp/HoeWerktHetVlaamsParlement/PolitiekeFracties/DotatiesPolitiekePartijen.html), 13/2/2006 en Reglement Vlaams Parlement. Vlaams Parlement, ed. Brussel, 23 februari 2005, Hoofdstuk 5, artikel 9.

Page 34: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

34

II. Interne werking van politieke fracties In hun artikel over de zogenaamde “Parliamentary Party Groups” in België, dat Patrick

Dumont en Lieven De Winter helaas slechts hebben geënt op de fractiewerking in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, wordt duidelijk dat fractieleden heel wat vergaderingen in hun agenda moeten kunnen plannen119. Het spreekt bijgevolg voor zich dat niet alle politici op alle vergaderingen kunnen of zelfs mogen aanwezig zijn.

Het fractiesecretariaat organiseert zelf een aantal bijeenkomsten om de inhoudelijke en organisatorische aspecten van een fractie te bespreken. Een kleine greep hieruit: 1. Fractievergadering (FV)

Van fractieleden wordt verwacht dat ze regelmatig - meestal op woensdagvoormiddag, maar in het verleden vaak ook op donderdagmiddag - aanwezig zijn op de fractievergadering, om de agenda van de Plenaire Vergadering te bespreken of de politieke actualiteit te doorlopen. De niet-commissieleden worden hierbij bijvoorbeeld over een ter plenaire stemming voorliggende materie ingelicht door de promotor, waarna het stemgedrag gestuurd kan worden. De promotor is in feite de coördinator van de fractie in een commissie en een specialist in de materie. Ook een belangrijk onderwerp uit de politieke actualiteit kan in een fractievergadering aan bod komen. Het is de meest algemene vergadering van een fractie, voorgezeten door de fractievoorzitter, voorbereid en verslagen door de fractiesecretaris en waarbij bovendien ook universitaire medewerkers aanwezig kunnen zijn.

2. Fractiebureau (FB)

Op de het bureau van de fractie worden meestal zaken besproken die verband houden met de interne huishouding van de fractie, zoals de boekhouding of het uitschrijven van een vacature voor een wetenschappelijke medewerker en het opvolgen van de sollicitatieproeven. Slechts een zeer beperkt aantal fractieleden (de fractievoorzitter en enkele ervaren rotten in het vak) en de fractiesecretaris worden uitgenodigd op het fractiebureau. Wanneer er zeer complexe of uitermate gevoelige onderwerpen op de agenda van de Plenaire Vergadering en dus ook van de fractievergadering staan, kan ook voorafgaandelijk een beraad ingelast worden, opdat de meest ervaren fractieleden de belangrijkste knelpunten reeds kunnen ontzenuwen vooraleer de fractievergadering er zich over buigt.

In 1987 werd de fractiewerking besproken in het fractiebureau120. Het voorstel om voortaan een bijeenkomst van het fractiebureau te plannen elke woensdag om 12u30 in de weken waarin de Vlaamse Raad Plenaire Vergadering hield, werd aanvaard. De fractie-vergaderingen werden vastgepind op de donderdagvoormiddag van diezelfde weken, terwijl 119 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.” In: HEIDAR, K. KOOLE, R., red. Parliamentary Party Groups in European Democracies. Political Parties behind closed doors. Londen-New York, 2000, 106-129. 120 Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, I, A, inventarisnummer 33.

Page 35: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

35

het fractiebureau uitgebreid met de promotoren en de commissievoorzitters, een variabele planning tegemoet gingen, afhankelijk van de politieke actualiteit en de materies waarvoor nagedacht moest worden. Het samenroepen van de fractieleden in de verschillende commissies gebeurde door de respectievelijke promotoren, maar het fractiebureau verwachtte hierbij toch een initiatief van de promotoren om de twee maanden.

3. Fractiebureau uitgebreid met de commissievoorzitters en/of de promotoren (FBPR)

Dit orgaan, dat vooral samenkwam ten tijde van de tweede periode van de Vlaamse Raad, functioneerde als een belangrijke overlegorgaan om de inhoudelijke werkzaamheden in de commissie af te stemmen op de wensen van de partij. Hier waren de meest ervaren politici verenigd, zodat ook hier moeilijke dossiers besproken konden worden.

Tot 1993 was er ook sprake van een Stafvergadering binnen de CVP-fractie van de Vlaamse Raad, die dezelfde proporties had als het fractiebureau uitgebreid met de promotoren. Hier werden er echter meestal inhoudelijke overzichten van de commissiewerk-zaamheden gemaakt, samen met de wetenschappelijke medewerkers, en werd de hoog-dringende noodzaak van bepaalde ontwerpen of voorstellen van decreet in de verf gezet121.

4. Samenkomst van alle CVP-commissieleden naargelang de materie

Om de ontwerpen en voorstellen van decreet voor de eigenlijke commissievergadering te bespreken, roept de promotor de aanwezige (en de vervangende) commissieleden vooraf-gaandelijk samen. De promotor wordt hierbij ondersteund door een wetenschappelijke mede-werker en staat in contact met de partijtop122. Het is een manier van werken, eigen aan de CVP, om de coördinatie tussen de commissie en de fractieleden vlot te laten verlopen. De VLD, SP, VU, Agalev en het Vlaams Blok stellen geen promotoren aan, maar maken een tour d’horizon aan de aanvang van elke fractievergadering om alle leden op de hoogte te stellen van de gang van zaken in alle commissies123.

De vervangende leden in de commissie worden vaak uitgenodigd op deze vergadering of minstens schriftelijk ingelicht zodat ook hun stemgedrag in de commissie kan worden afgesproken. De commissieleden van verschillende commissies kunnen ook samenkomen, indien het voorwerp van bespreking zich daartoe aandient. Zo kan bijvoorbeeld het behandelen van een voorstel van decreet inzake de subsidiëring van het medisch toezicht op school een vergadering van de commissieleden van Onderwijs, Financiën en Welzijn & Volksgezondheid vragen. Bij deze vergadering is vaak als ondersteuning ook één of meerdere wetenschappelijke medewerker(s) van de CVP-CD&V aanwezig. Veelal wordt de strategie en het stemgedrag van de gehele fractie in dit type vergadering zeer grondig besproken. Er kan 121 Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, I, B, inventarisnummers 69-71. 122 Voor een uitgebreide lijst van de huidige promotoren in het Vlaams Parlement: zie VLP. Promotoren, 17/3/2006. http://www.cdenv-vlaamsparlement.be/promotoren.html. 123 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.” In: HEIDAR, K. KOOLE, R., red. Parliamentary Party Groups in European Democracies. Political Parties behind closed doors. Londen-New York, 2000, 116.

Page 36: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

36

dan ook gesteld worden dat dit één van de belangrijkste beslissingsorganen is voor een bepaald dossier in de fractie.

5. Fractiedagen

Tussen 1988 en 1992 werden in het archief ook sporen gevonden van fractiedagen124. Deze vergaderingen werden altijd in het weekend en in een congresruimte gehouden. Ze hadden de vorm van een politiek colloquium, waar niet alleen de fractieleden van harte welkom waren, maar ook iedereen die sympathieën voor de CVP had en/of in zijn of haar beroepspraktijk te maken had met het onderwerp van het congres. Ze vormden de ideale gelegenheid om zich collectief inhoudelijk te bezinnen over een bepaalde materie, terwijl ook de pers en de partij het congres konden volgen. Vaak lag een behoefte tot nieuwe decreetgeving of een evaluatie van de bestaande aan de oorsprong van de fractiedag.

De organisatie van de fractiedag werd meestal gedelegeerd, onder supervisie van de fractiesecretaris, aan een wetenschappelijke medewerker, gespecialiseerd in de behandelde materie, zodat zijn of haar contacten op het maatschappelijke middenveld ook makkelijk konden worden uitgenodigd125. Sommige fractiedagen werden in samenwerking met andere organisaties of fracties gehouden. Zo was het de bedoeling van het colloquium van 1 juni 1991 “Vlaanderen in Europa” om een gedachtewisseling te hebben tussen zowel de CVP-fractie in de Vlaamse Raad als de Christen-Demokraten voor Europa over de voorstellen van conclusies en aanbevelingen van de CVP-werkgroep “Vlaanderen in Europa.”

6. Interne werkgroepen en beleidsgroepen

Van belang zijn ook de vele interne beleidsgroepen die worden opgericht en die zowel dienen als overlegorgaan als als denktank over een bepaalde materie die in een tekst ter voorstel van decreet moet worden gebracht126. Interne werkgroepen worden opgericht door de CVP-leden van de commissie, met goedkeuring van het fractiebureau. Ze worden veelal voorgezeten door de promotor van de fractie in de respectievelijke commissie, en verslagen door de fractiesecretaris of een wetenschappelijke medewerker. Daarnaast tekenen een aantal fractieleden present op de bijeenkomsten van de beleidsgroep, vaak is ook een vertegen-woordiger van de uitvoerende macht aanwezig (als die in handen is van CVP), en een aantal vertegenwoordigers van het “maatschappelijke middenveld.”

Dit type orgaan wordt geconcretiseerd door middel van een voorbeeld, in het bijzonder de ruwe samenstelling van de Beleidsgroep Sport (1989-1991). Er moet echter ook opgemerkt worden dat er in 1990 ook vaak vergaderd werd met een Beperkte Beleidsgroep Sport, die

124 Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, I, A, 50-59. 125 De dossiers met betrekking tot de organisatie, zowel inhoudelijk als logistiek, werden niettemin voor de duidelijkheid ondergebracht onder het archiefbestand van het fractiesecretariaat. 126 In bijlage 2 (pp115-116) bevindt zich een tabel van de beleids- en werkgroepen die werden aangetroffen voor de periode 1992-1995.

Page 37: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

37

flexibeler en vooral vlugger kon vergaderen door de beperkte vertegenwoordiging van het sportieve middenveld.

- Haar voorzitter was de CVP-promotor in de commissie Cultuur en Sport Frans

Cauwenberghs. - De secretaris van de Beleidsgroep was de wetenschappelijke medewerkster Tine

Nottebaert. Zij hield in die functie de documenten bij, en kan als de individuele archiefvormer geïdentificeerd worden127.

- Daarnaast werden er ook steeds zeven fractieleden van de Vlaamse Raad uitgenodigd op de bijeenkomsten.

- Er was ook steeds een vertegenwoordiger van het kabinet van het ministerie van Onderwijs onder leiding van de CVP-er Daniel Coens uitgenodigd wanneer er sportmateries die betrekking hadden op het onderwijs op de agenda stonden. Een vertegenwoordiger van het kabinet van het ministerie van Cultuur, waar de bevoegdheid van Sport onder viel was uitgesloten, aangezien het ministerie in die tijd werd geleid door de PVV-er Patrick Dewael.

- Een aantal medewerkers van studiediensten zoals het CEPESS, IPOVO en CENTRAVOC verschenen ook op het appel.

- Dikwijls ook aanwezig was een vertegenwoordiger van de Sporta-federatie vzw, een erkende landelijke overkoepeling van tegenwoordig 300 sportclubs die in 1936 werd gesticht door pater Antoon van Clé. De Katholieke Sportfederatie, de West-Vlaamse Sportraad, de NSFOG voor mindervalidensport en de KLJ zonden, al dan niet op vraag van het overlegorgaan, soms eveneens een vertegenwoordiger naar de Beleidsgroep Sport.

7. Bijeenkomsten van de gewezen CVP-CD&V-parlementsleden

In het archief werden ook sporen teruggevonden van de adresgegevens die de fractiesecretaris bijhield van de gewezen CVP-parlementsleden. Hij deed dit zodat het contact niet hoefde te verwateren, wanneer een politicus niet meer herverkozen werd of ervoor had gekozen zijn parlementaire loopbaan te beëindigen. Fractiesecretaris Jean-Paul Schietecatte nodigde de gewezen parlementsleden ook uit, vaak driemaandelijks op woensdagmiddag, na het fractiebureau. De bedoeling van de bijeenkomsten van “senioren” was tweeledig: de menselijke contacten onderhouden tussen de vroegere collega’s, en de ervaring en wijsheid van de gewezen CVP-parlementsleden niet laten verloren gaan. Daarom werd op de bijeen-

127 Daarom bevinden zich de stukken van de Beleidsgroep Sport en de Beperkte Beleidsgroep Sport onder het bewaarniveau van de wetenschappelijke medewerker met als werkgebied Sport. Zie Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, II, 181-182 en 185.

Page 38: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

38

komsten ook steevast een politiek actueel probleem uit de doeken gedaan, vaak door een CVP-minister of door de nationale partijvoorzitter. Deze “raad van wijzen” kon nadien op een informele manier steeds opmerkingen geven bij het dossier.

Daarnaast moeten een aantal belangrijke vergaderingen, die niet worden georganiseerd

door het fractiesecretariaat; nader worden toegelicht om aan te tonen dat een fractie niet op een eiland werkt maar in samenspraak met andere organen:

8. Externe werk- en beleidsgroepen

Naast de interne werk- en beleidsgroepen van een fractie, kunnen ook werk- en beleidsgroepen opgericht worden met onder haar politieke leden meer dan de fractieleden van de CVP in de Vlaamse Raad. Het onderhandelen over een complex dossier kan fracties van verschillende partijen er toe aanzetten om een werk- of beleidsgroep op te richten met deskundigen en vertegenwoordigers van organisaties, of om hoorzittingen terzake te organiseren. Ook de commissie kan met toestemming van de Vlaamse Raad of van het Vlaamse Parlement zo’n werkgroep oprichten, waarbij alle fracties kunnen deelnemen aan een aantal hoorzittingen met betrekking tot een bepaald dossier.

Ook over de grenzen van de Vlaamse Raad heen, kunnen beleids- en werkgroepen worden opgericht. Zo konden de fracties van de Kamer, Senaat en het Vlaams Parlement gezamenlijk een werkgroep oprichten die zich boog over de mogelijkheden van een nieuwe staatshervorming of over een dossier met gedeelde bevoegdheid tussen het gewestelijke of gemeenschapsniveau en het federale niveau. Ook het standpunt van de partij in actuele dossiers kon hier worden uitgewerkt.

“In most parties, they are many standing and ad hoc working groups (usually headed by an MP), in which MPs from different political party groups work together with the experts from the party research centre, the political party group staff members (and sometimes the political secretary) and external experts (academics, civil servants, etc.) to prepare the party’s positions and initiatives on specific policy issues. Most of these groups are not permanent; their existence depends on the issues at stake and the potentially salient ones for the future128.” In tegenstelling tot andere partijen, zoals de SP, VLD en PSC, worden er door de

CVP-CD&V geen gezamenlijke vergaderingen van de leden van alle fracties gehouden. Zij kunnen elkaar echter altijd ontmoeten op andere partijaangelegenheden, zoals het congres, waarvoor soms ook voorbereidende werkgroepen worden opgericht129.

9. De link met de (vroegere) standen en pressiegroeperingen

Zoals uit sommige van de voorgaande bijeenkomsten blijkt, wordt er door de CVP-CD&V steeds ruimte geschapen om vertegenwoordigers van betrokken organisaties uit te

128 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion”, 117. 129 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.”, 117.

Page 39: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

39

nodigen op besprekingen. Zij kunnen daar meestal hun stem laten horen, maar soms ook stemmen en actief deelnemen aan de beslissingen van de partij of fractie. Vaak zijn deze betrokken organisaties van christelijke signatuur of waren ze dat in het verleden.

Naast deze formele band, is er ook een grote informele relatie met de organisaties van het christelijke middenveld. De fractieleden en de wetenschappelijke fractiemedewerkers onderhouden regelmatige contacten met organisaties130. Hierbij wordt vooral van gedachten gewisseld nadat de organisatie klachten over een juridisch-decretale of bestuurlijke situatie kenbaar heeft gemaakt. De fractie krijgt ook een heel aantal nota’s, rapporten en jaarverslagen binnen van organisaties. Slechts zeer zelden wordt de organisatie betrokken in het eigenlijke opstellen van nieuwe voorstellen of ontwerpen van decreten. Veeleer wordt voor de stemming in de commissie of het parlement op de één of andere manier overleg gepleegd.

De link met de organisaties op het maatschappelijke middenveld is duidelijk sterker aanwezig bij de gemeenschapsbevoegdheden dan bij de gewestelijke aangelegenheden. Voor welzijn wordt er bijvoorbeeld vaak overlegd met de Christelijke Mutualiteiten (CM), Caritas Catholica Vlaanderen vzw - dat zelf al de brug slaat tussen de VVI (Verbond van Verzor-gingsinstellingen vzw) en het Vlaams Welzijnsverbond vzw -, de VVJG (Verbond van Voor-zieningen voor Jeugd- en Gehandicaptenzorg), … . Inzake onderwijs komen uiteraard de ver-bonden van het VSKO (het Vlaams Secretariaat voor het Katholiek Onderwijs) in aanmerking als belangrijke gesprekspartner. Bij het merendeel van de decreten, waar economie mee gemoeid is, hoort ook een advies van de SERV, voluit de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, waarin vertegenwoordigers van de belangrijkste werkgevers- en werknemers-organisaties zetelen.

De vroegere standenorganisaties, zoals de Boerenbond, UNIZO en het ACW worden nog altijd gecontacteerd, maar niet meer op een structurele manier. Niettemin waren de banden met de organisaties anno 2000 niet verbazingwekkend voor Lieven De Winter en Patrick Dumont, omdat de kandidaatsselectie binnen de CVP voor federale, Vlaamse en vooral gemeentelijke verkiezingen nog altijd gebeurt op voorspraak van de drie fracties en het partijbureau, waarbij de vroegere standen volgens hen traditioneel nog altijd een grote informele invloed hebben. Zij zien nog altijd een vertegenwoordiging van de standen in de fracties. Niettemin merken ze wel op dat wanneer de organisatie wou drukken op het beleid, zij niet zozeer haar vertegenwoordigers in de parlementen direct contacteert, maar wel de regeringsleden van de partij, het studiecentrum en de partijleiding131. Kris Deschouwer merkte van zijn kant echter op dat de standen al in 1945 geen echte formele plaats kregen in de partijstructuren, omdat daarvan nooit sporen terug te vinden waren in de partijstatuten.

“Dat er banden met de partij bestaan, moet veeleer afgelezen worden uit de houding van de nevenorganisaties. De grootste ledenbeweging, het Algemeen Christelijk

130 De correspondentie met die organisaties daarvan bleek vaak terug te vinden in de ondersteunende dossiers van de wetenschappelijke medewerkers. 131 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.”, 120.

Page 40: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

40

Werkersverbond, heeft zijn relaties met de CVP nooit geloochend. Het bevestigt ze integendeel heel formeel132.”

10. De link met de regering De meerderheidsfracties hebben in België een opvallende band met de uitvoerende macht: “Support for the government has become a permanent duty for majority MPs as far as voting on legislative projects, governmental declarations and votes of confidence are concerned133.” De fracties zijn echter weinig betrokken bij de eigenlijke regeringsvorming, behalve wanneer een politiek zwaargewicht van de fractie zich kan mengen in het debat op partijniveau. Dit is in feite niet verwonderlijk, aangezien de fracties telkens worden opgedoekt vlak voor verkiezingen, en ze nooit terug actief werken vooraleer een beleidsprogramma in een regeerakkoord is goedgekeurd. Hun werking ligt in afwachting daarvan volledig stil. De houding van een fractie in een wetgevend orgaan is uiteraard sterk afhankelijk van het feit of de partij is opgenomen in de regering. In de verschillende partijorganen, zoals het Partijbestuur en het Politiek Bureau, wordt het meest cruciale overleg gepleegd tussen de regering en de fracties, zodat er ook intern oplossingen kunnen worden geboden voor de vragen en grieven van de fractie of van de regering zonder dat dit in het parlement tot uiting hoeft te komen. CVP-ministers woonden regelmatig de fractievergadering bij naargelang de dringendheid of het belang van de voorliggende materies,

“but there is less dialogue and sounding out of the group by ministers than in the other majority partners. Several CVP ministers (often through their ‘chef de cabinet’) try to include, or at least sound out, the group or its leading members when they are drafting new legislative projects134.” Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog altijd informele contacten, die steeds ingebakken

hebben gezeten in het politieke bestel van België. Zo kunnen ministers hun achterban in de partij steeds contacteren, bijvoorbeeld bij dringende dossiers in de kabinetsraad. Dumont en Dewachter merken op dat noodcontacten tussen fractievoorzitters en ministers eigenlijk nooit plaatsvinden135. Wat wel voorvalt, zijn de vooraf geplande ad-hoc-besprekingen tussen de minister en (een gedeelte van) de fractie van zijn partij, waarbij standpunten van de fractie in de commissie verzoend worden met de praktische wensen en mogelijkheden van de minister.

Concluderend stellen Dumont en Dewachter dat de meerderheidsfracties – zoals de CVP-CD&V in de Cultuurraad, de Vlaamse Raad en in het Vlaamse Parlement altijd is geweest, behalve tussen 1999 en 2004 – ondervinden dat ze meer invloed kunnen uitoefenen via hun contacten met de regering dan via het amenderen van regeringsontwerpen of eigen 132 DESCHOUWER, K. Organiseren of bewegen?, 147. Het onderzoek naar de precieze invloed van de standen zou uiteindelijk nieuw leven ingeblazen kunnen worden, na de openstelling van het voorliggend fractiearchief. 133 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.”, 121. 134 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.”, 124. 135 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.”, 123. Het tegendeel zou een evidentie moeten zijn, maar in het voorliggende fractiearchief zelf werden daarvan ook slechts schaarse sporen van gevonden.

Page 41: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

41

voorstellen van decreet. “They realise that the vast majority of the major compromises between parties are concluded at the level of the government and that legislation is drafted in ministerial cabinets136.” Er speelt echter ook een andere cruciale factor mee: het politiek prestige en de ervaring van de persoonlijkheid van de sleutelfiguren binnen de regering, fractie of partij. Toch bestempelen Dumont en Dewachter de fractie als de meest zwakke schakel in de ketting, omdat ze het altijd moet afleggen tegen de invloed van de partij (vooral bij de socialisten) en van vooral de regering binnen de partij. In de strijd om politieke invloed speelt de positie en de persoonlijkheid van de fractievoorzitter uiteraard een cruciale rol137. 11. De verhouding met de politieke studiecentra Cepess en IPOVO

In de hoogdagen van de ideologische zuilvorming kregen de politieke partijen en de middenveldorganisaties de steun van een onafhankelijk studiecentrum dat zowel de vorming van mandatarissen als de ideologische studie van actuele samenlevingsproblemen op zich nam. Omdat hun taken op het eind van de jaren ’80 vaak parallel liepen, werden sommige wetenschappelijke medewerkers betrokken bij de werking van de studiecentra. De banden hebben zich echter nooit geformaliseerd, maar waren veelal gebaseerd op het vrijwillig bijscholen van individuele universitaire medewerkers.

Het Cepess (Centrum voor Politieke, Economische en Sociale Studies) heette voor 1960 kortweg het Studie- en Documentatiecentrum (SDC), en functioneert als ondersteunende studiedienst voor de CVP. Ze bereidt onder andere het partijprogramma en -congressen mee voor en staat de partijvoorzitter bij in zijn ideologische activiteiten. Daartoe ontwikkelde er zich binnen haar schoot een kluwen van studiecommissies, subcommissies, stuurgroepen en werkgroepen. Zo wordt het voorbereidende denk- en studiewerk gestuwd naar het beleid, de partijstandpunten en uitzonderlijk zelfs de wetgevende initiatieven. Ze functioneert vaak ook als de uitgever van partijboeken en –tijdschriften. Een ander studiecentrum van de christen-democratische zuil is het IPOVO, dat vooral de vorming van de politieke mandatarissen op zich heeft genomen. 12. Wetenschappelijke of universitaire medewerkers Wetenschappelijke medewerkers staan sinds 1988 de fractie officieel bij. Voordien werden ze veeleer ondergebracht in de studiedienst van de partij, in het geval van de CVP het Cepess. Hun aantal is de laatste jaren stelselmatig toegenomen, omdat enerzijds de Vlaamse Raad en het Vlaamse Parlement er steeds meer bevoegdheden bij kregen, en anderzijds omdat er zich steeds meer specialisatie opdrong.

Hun taken zijn veelzijdig en werden omschreven in een vacature als bijlage van een Fractieflash in 1997. Het werd hier integraal overgenomen:

136 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.”, 124. 137 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.”, 124.

Page 42: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

42

• “De medewerker verleent wetenschappelijk-inhoudelijke en organisatorische ondersteuning aan de fractie.

• De fractiemedewerker werkt met name mee aan: - de indiening van voorstellen van decreet, amendementen, resoluties, moties,

interpellaties en vragen; - de evaluatie van parlementaire en regeringsinitiatieven; - de voorbereiding van fractiestandpunten, parlementaire tussenkomsten en

persteksten; • Hij/zij volgt met betrekking tot zijn/haar beleidsdomein(en) de parlementaire

werkzaamheden: de commissievergaderingen, de plenaire vergaderingen, de fractie- en de commissarissenvergaderingen. De fractiemedewerker bereidt deze parlementaire werkzaamheden voor, staat desgevallend in voor de verslaggeving over de besluiten en verzekert de opvolging ervan.

• Zijn/haar taak omvat ook het aanbrengen van nieuwe ideeën en aandachtspunten. • De fractiemedewerker verzamelt relevante informatie over zijn/haar domein(en) en

houdt een zo volledig mogelijke documentatie bij over lopende en toekomstige dossiers. Hij/zij raadpleegt publicaties, neemt deel aan studiedagen en bezoeken, volgt de actualiteit en onderhoudt contacten met een netwerk van deskundigen en betrokkenen. De fractiemedewerker staat in voor de doorstroming van relevante informatie naar de betrokken leden van de fractie en naar de fractiesecretaris.

• De fractiemedewerker treedt op als centraal contactpersoon zowel voor de parlementsleden en kabinetsmedewerkers als voor de verschillende betrokken organisaties en deskundigen.

• De fractiemedewerker werkt in nauw overleg met de promotor en met respect voor zijn/haar coördinerende en leidinggevende rol. Hij/zij ondersteunt alle bij zijn/haar beleidsdomein(en) betrokken fractieleden. De fractiemedewerker beantwoordt op vraag van de promotor of de fractievoorzitter brieven met een algemene draagwijdte of brieven die aan alle leden werden gericht. Aan individueel dienstbetoon van de parlementsleden wordt door de fractiemede-werker niet meegewerkt.

• De fractiemedewerker stelt zich loyaal en geëngageerd op t.a.v. de fractie en t.a.v. de partij in het algemeen. Hij/zij vervult een brugfunctie naar de andere CVP-fracties en Cepess en onderhoudt daartoe goede contacten met de betrokken collega’s.

• Hij/zij werkt mee aan de partij-initiatieven die voor zijn/haar beleidsdomeinen van belang zijn.

• De fractiemedewerker werkt in teamverband met de collega’s van het fractiesecretariaat en onder de leiding van de fractiesecretaris. Deze is het hoofd van het personeel en staat onder het gezag van de fractievoorzitter en het fractiebureau.

• De medewerker stelt zich terughoudend op t.a.v. de pers en verwijst naar de fractievoorzitter, promotor of persverantwoordelijke.

• De medewerker stelt zich terughoudend op in contacten met andere politieke fracties, behoudens wanneer uitdrukkelijk andere afspraken worden gemaakt138.”

138 “Taakomschrijving wetenschappelijke medewerker.” Bijlage bij Fractieflash 6, 16/1/1998. (Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, I, B, 89.

Page 43: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

43

Deze taakomschrijving moet slechts met één punt worden aangevuld, met name dat de wetenschappelijke medewerker ook de continuïteit verzekert in de periodieke werking van een fractie. Parlementsleden komen en gaan wanneer verkiezingen aanbreken, terwijl de wetenschappelijke medewerkers meestal op post blijven, zodat de opvolging van dossiers gegarandeerd kan blijven.

Van belang bij de dossiervorming is het vijfde punt, waarin gesteld wordt dat de medewerker zo veel mogelijk relevante informatie en documentatie verzamelt over een bepaald onderwerp. Op basis hiervan zou vermoed kunnen worden dat het merendeel van het archief van een wetenschappelijke medewerker in een rubriekenstelsel opgebouwd zal zijn. Omdat de archiefvorming139 altijd in het teken staat van het opvolgen van een concreet (voorstel/ontwerp van) decreet, en het dus betrekking heeft op een bepaalde zaak, en omdat de wetenschappelijke medewerker steevast één bevoegdheidsdomein opvolgt en hiervoor ook diepgaandere en eigen criteria hanteert voor zijn classificatiesysteem, gaat het echter ten gronde steeds over dossiers140. Het wordt bovendien ook al duidelijk dat de manieren waarop de medewerker informatie verkrijgt ongebreidelde dimensies kan aannemen. In de vele dossiers van de wetenschappelijke medewerkers wordt het bijgevolg onmogelijk om een vaste interne orde te hanteren of de dossiers te registreren.

Uitzonderlijk vergaderen de wetenschappelijke medewerkers samen onder leiding van de fractiesecretaris. In het archief werden hiervan enkel sporen teruggevonden, onder andere in 1992, toen aan het begin van de nieuwe legislatuur enkele afspraken moesten worden gemaakt, politieke aandachtspunten moesten worden vastgelegd en de taakverdeling van de wetenschappelijke medewerkers werd herbekeken. Van dergelijke bijeenkomsten werden geen formele verslagen gemaakt. De fractiesecretaris nam enkel persoonlijke nota’s van de belangrijkste afspraken die werden gemaakt. Die werden soms uitvoerig uitgetikt in de zogenaamde ‘stand van zaken’ of in de ‘politieke aandachtspunten141.’

De carrière van een wetenschappelijke medewerker wordt vandaag als een vorm van continuïteit beschouwd door CD&V-fractiesecretaris Bart De Smet. In het verleden verliep zijn of haar loopbaan echter minder duidelijk afgebakend. Wetenschappelijke medewerkers zoals Bart Bouciqué en Jozef de Cuyper werkten ten tijde van het dubbelmandaat zowel voor de CVP-Kamerfractie als voor de CVP-fractie in de Vlaamse Raad. Het was bovendien niet 139 “Geheel van procedures en handelingen waarbij archiefbescheiden tot stand komen en in een archief worden opgenomen.” DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen. Stichting Archiefpublicaties, ed. ’s-Gravenhage, 2003, nr. 13. 140 “Archiefbestanddeel bestaande uit alle archiefbescheiden in één archief, die dezelfde zaak betreffen.” Waarbij “een zaak meestal wordt gedefinieerd als een in de tijd begrensd complex handelingen betreffende een bepaald geval”; i.c. een decreet. DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen, nr. 110. Onder die handelingen kan veel verstaan worden: het neerpennen van de voorbereidende teksten van een decreet, het zich documenteren over en bestuderen van een bepaald onderwerp, het in een bespreking voorwerp van onderhandeling laten zijn of het ontvangen van een klachtenbrief over de negatieve gevolgen van een decreettekst van een particulier of middenveldorganisatie. 141 Zie Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, I, B, 65-68 en 69-71. Bij de politieke aandachtspunten werd grotere nadruk gelegd op de prioritaire decreten in de pijplijn, terwijl een stand van zaken een vollediger beeld nastreefde.

Page 44: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

44

uitgesloten dat ze ook nog actief betrokken waren bij de werking van CEPESS. Soms vertrok de wetenschappelijke medewerker tijdens een legislatuur naar het kabinet van de CVP-minister in zijn of haar specialiteit. Eén wetenschappelijke medewerkster, Ilse Van Eetvelde, werd zelfs Vlaams Volksvertegenwoordiger. 13. Administratief personeel Zoals eerder aangehaald heeft een Vlaams volksvertegenwoordiger ook recht op een vergoeding voor de bezoldiging van een persoonlijke administratieve medewerker142. De meeste verkozenen hebben bovendien op hun thuisadres de administratieve ondersteuning door een secretaris of een secretaresse. Ook de fractie stelt een aantal administratieve medewerkers aan, die de werking en organisatie vervlotten en onder leiding staan van de fractiesecretaris. Eén van de belangrijkste onder hen is de persvoorlicht(st)er, die het aanspreekpunt is voor alle journalistieke redacties. Hij of zij bereidt ook de persberichten voor. Een andere is verantwoordelijk voor de ICT van de fractie, vaak in samenspraak met de ICT-verantwoordelijken van het Vlaamse Parlement zelf. Ten slotte zijn er nog een aantal administratieve medewerkers die instaan voor algemene taken zoals het ontvangen van de bezoekers, het verdelen van de inkomende post, het nemen van fotokopieën, enz.

142 Inhoudelijke en administratieve ondersteuning van de fracties van het Vlaams Parlement., 17/3/2006. http://www.vlaamsparlement.be/vpWeb/p3app/htmlpages/vp/HoeWerktHetVlaamsParlement/PolitiekeFracties/InhoudelijkeAdministratieveOndersteuning.html.

Page 45: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

45

III. Onderzoek naar de fractiearchieven van de Vlaamse decreterende instellingen.

Naast het materiële luik van deze verhandeling, waarvan de inventaris van het fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen het meest tastbare resultaat is, werd tijdens het verloop van de stage ook gezocht naar archieven van de andere Nederlandstalige fracties in het Vlaams Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat. Dit was noodzakelijk om een beter zicht te krijgen op de specifieke aard van fractiearchief, over de grenzen van partijen en parlementen heen. De resultaten van deze “queeste naar vergeten papier” worden in dit luik van de verhandeling gepresenteerd. Methode Dit onderzoek richtte zich zowel op de archiefvormers als op de archiefbewaarplaatsen waar mogelijk reeds fractiearchief werd overgedragen en bewaard. De archiefvormers werden beperkt tot de fracties in de Vlaamse decreterende instellingen en werden ook beperkt in de tijd: enkel de huidige fracties van het Vlaamse Parlement werden aangeschreven. Naar archieven van de fracties van Kamer en Senaat werd niet actief gezocht, zodat het onderzoek zich vooral toespitste op de Vlaamse partijen in het Vlaams Parlement.

Daarnaast werden de drie andere grote privaatrechterlijke archiefinstellingen – naast het KADOC – aangeschreven, om na te gaan of de fracties van grote wetgevende instellingen daar reeds archief hebben overgedragen. Ook met de archiefaanspreekpunt van het Vlaamse Parlement werd contact gezocht om na te gaan of fractiearchieven van de Cultuurraad of van de Vlaamse Raad in zijn archiefkelders zijn beland. Ter vergelijking werd hetzelfde gedaan bij de archiefdiensten van Kamer en Senaat. Privaatrechterlijke archiefinstellingen

Het KADOC bewaart de archieven van de fracties van CVP-CD&V in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat en de “Vlaamse decreterende instellingen.” De fractiearchieven van Kamer en Senaat werden reeds ontsloten door middel van inventarissen. Bij het vergelijken van de inventarissen vallen enkele grote verschillen op tussen de structuur van beide fractiearchieven: het fractiearchief van de Senaat werd primair geordend in series van gelijkvormige bescheiden, terwijl het kleinere fractiearchief van de Kamer primair geordend werd per parlementaire commissie. Het archief van de Senaatsfractie (10,3 meter), waarin bovendien ook nog stukken van het Nationale Partijbureau en –bestuur zijn beland, is dan ook vijf keer groter dan dat van de Kamerfractie (2 meter). Naar alle waarschijnlijkheid werd er in de dynamische fase archief vernietigd.

Om deze situatie in een breder kader te kunnen plaatsen, werden de andere drie grote privaatrechterlijke archiefinstellingen van Vlaanderen via e-mail gecontacteerd, om na te gaan

Page 46: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

46

of zij al overbrengingen van fractiearchief hadden ontvangen en eventueel verwerkt. In de privaatrechterlijke archiefinstellingen, die op 27 juni 1985 door de Vlaamse Raad werden erkend in het decreet houdende de erkenning en subsidiëring van de privaatrechtelijke Nederlandstalige archief- en documentatiecentra, heerst klaarblijkelijk aanvankelijk toch ietwat verwarring over het bepalen van de inhoud van “fractiearchief” of over de exacte archiefvormers van dit onverkende type politiek archief.

Het AMSAB-ISG liet aanvankelijk verstaan dat zijn aanwinstenregister geen expliciete schenkingen van fractiearchieven bevat. Deze archiefinstelling vermoedde echter wel dat er in diverse andere overdrachten, onder andere van het partijsecretariaat en het SEVI (Studie- en documentatiecentrum Emile Vandervelde) fragmenten van fractiearchieven verscholen zitten. Het grote en vermengd conglomeraat van deze studiedienst en het partijbureau werd in 1978 bij de splitsing van de BSP overgedragen aan het AMSAB, waar momenteel nog gewerkt wordt aan de ontsluiting143. Na een doorlichting van hun archiefbestanden en overleg met de verschillende SP.a-fractiesecretariaten liet het AMSAB weten dat de fractiearchieven van de SP in de Senaat en in het Vlaams Parlement nog steeds ter plekke bewaard werden, maar er terug contacten tot overdracht zijn gelegd. Ondertussen heeft het AMSAB de bewaring van het SP-fractiearchief in de Kamer tussen 1981 en 1991 op zich genomen. Daarnaast zijn er ook nog enkele archiefbestanddelen van de SP-fractie in de Cultuurraad en van de parlementaire onderzoekscommissies over Lumumba en Ruanda144.

In ODIS bevestigt het ADVN dat het fractiearchief van de VU in de Vlaamse Raad (1970-1980) zich in zijn depots in Antwerpen bevindt145. Er werd contact opgenomen om ter plaatse de archiefdossiers en de inventarissen te mogen inkijken. Bovendien bestond ook daar het vermoeden dat persoonsarchieven archiefmateriaal van de VU-fractie bevatte, zodat ook enkele inventarissen ter plaatse werden ingekeken. Daarnaast omvat de depotlijst van het ADVN een nog kleiner archief (een halve meter) van de VU-fractie in de Kamer. Inhoudelijk is het beperkt tot de verslagen van de fractievergadering en de toespraken. Bovendien was het vermengd geraakt met vele bescheiden gevormd door de partijraad. Het archiefdossier van het fractiearchief van de EVA (Europese Vrijheidsalliantie) werd ook bekeken, maar deze fractie bleek echter een complexere werking te kennen, waardoor elke vergelijking uitgesloten leek. Daarnaast merkte hoofdarchivaris Luc Boeva op dat er een mogelijkheid bestaat dat het VU-fractiearchief in de Senaat waarschijnlijk in het zeer ruime partijarchief van de VU is beland. Dit kolossaal archief is echter nog niet volledig ontsloten. De fractiearchieven zijn volgens de regels van het ADVN raadpleegbaar dertig jaar na de opmaak van het document, behalve het fractiearchief in de Kamer waar een expliciet embargo van 50 jaar op rust.

143 Zoals eerder al werd opgemerkt, willen we er hier ook nog eens op wijzen dat Wouter Steenhaut , de directeur van het AMSAB, in het colloquium van de Sektie voor Archieven en Archivarissen van Parlementen en Partijen van ICA in Budapest in 1995 wel de inhoud bepaalde van fractiearchief van de Vlaamse Raad van de Socialistische Partij. (STEENHAUT, W. “Die Bedeutung der parlementarischen Fraktionsarchive”, 23-24.) 144 Mail van Wouter Steenhaut, 10 april 2006. 145 Archief Volksunie Fractie Vlaamse Raad (1970-1999). Raadpleeg www.odis.be voor meer informatie.

Page 47: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

47

Het fractiearchief van de VU in de Vlaamse Raad, dat recent grotendeels in kaart werd gebracht, werd vrij coherent geschat, en bevat ook bescheiden afkomstig van de fractie ten tijde van de Cultuurraad en van de Taalpactcommissie. Het bestrijkt ondertussen meer dan de periode 1970-1980, wat aanvankelijk op ODIS was aangegeven, aangezien er vijf meter uit een latere periode recent geïnventariseerd zijn. Het werd vrijwillig door de fractie overgedragen tussen 1988 en 2001. Fractiesecretaresse Lutgart de Beule fungeerde als contactpersoon. Zij bleek tevens de voornaamste archiefvormer te zijn, samen met senator Robert Vandezande die een aantal taaldossiers heeft opgesteld. De dossiers van Joris Dedeurwaarder betreffende de Taalunie en de Raad voor Pluralistisch Onderwijs werden overgeheveld naar zijn persoonlijk archief. Het meest in het oog springend in het archief van de fractie is de afwezigheid van dossiers van wetenschappelijke medewerkers146.

Het Liberaal Archief in Gent meldde via e-mail dat ze nog nooit een overdracht van fractiearchief “in de strikte zin van het woord” hadden ontvangen147. De liberale archiefinstelling ging er wel van uit dat tussen de persoonlijke papieren van de afzonderlijke fractieleden “fractiearchief” “geïncorporeerd” bewaard werd. Omdat het hier meestal recent materiaal betrof, is er nog geen systematische ontsluiting gebeurd en wordt de toegang tot deze persoonlijke papieren voorlopig gewaarborgd door de overdrachtslijsten van de afzonderlijke fractieleden. Een bijzonder opmerkelijk onderzoeksresultaat was echter dat de huidige fractiesecretaris van de VLD in het Vlaams Parlement, Herman De Vos, wel minstens één overdracht naar het Liberaal Archief signaleerde. Toen het Liberaal Archief hierover opnieuw werd gecontacteerd, gaf het niet thuis.

Concluderend kan men stellen dat minstens drie van de vier grote privaatrechterlijke

archieven overdrachten van fractiearchief hebben ontvangen, in het bijzonder het KADOC dat systematisch alle fractiearchieven van CVP-CD&V heeft mogen verwelkomen, en het ADVN dat enkele fractiearchieven heeft verzameld van de VU. Het AMSAB bewaart ook een aantal fractiearchieven, maar heeft nog wat ontsluitingswerk voor de boeg.

Alle privaatrechterlijke archiefinstellingen werden aangeschreven zonder de expliciete vermelding van de eigenlijke archiefvormers van fractiearchief, met name de fractiesecretaris en de wetenschappelijke medewerkers. Hun antwoorden verraadden impliciet dat het begrip van fractiearchief hen wellicht wat vreemd was. Veelal verwezen ze door naar de persoonlijke archieven van fractieleden, zonder dat ze de werking van een fractie in een fractiesecretariaat met wetenschappelijke medewerkers in overweging namen. Een precieze definiëring van fractiearchief is dan ook nog nooit ondernomen in het Vlaamse archieflandschap.

146 In de verhandeling van Koen Adriaensen werden wel sporen gevonden van de (veeleer bescheiden) bijdrage van wetenschappelijke medewerkers in de werking en archiefvorming van de VU-fractie in de Kamer. Zie o.a.: ADRIAENSEN, K. Voorstel tot ordening van het dynamisch archief van de VU&ID-fractie, 32. 147 Mail van Erwin Smets, 23 december 2005.

Page 48: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

48

Het schoentje knelt echter niet zozeer bij de archief- en documentatiecentra, maar allereerst bij de politieke fracties die als archiefvormers te weinig op de hoogte zijn van de mogelijke waarde van hun archief. Ze liggen zeker niet wakker van een mogelijke onderzoekswaarde van de dossiers van de wetenschappelijke medewerkers, naast de verslagen van interne bijeenkomsten. Enkel de VU-fractie in de Vlaamse Raad had al aan overdracht gedacht, voor de CD&V dat deed. Bovendien is er geen duidelijke afbakening van wat fractiearchief nu eigenlijk is. Ter vergoelijking moet echter ook gesteld worden dat de Vlaamse Raad en het Vlaams Parlement nog vrij recente instellingen zijn. Fractiesecretariaten Vragenlijst

Na het bezoek aan CD&V-fractiesecretaris Bart De Smet, die de interne werking van de CD&V-fractie in het Vlaams Parlement uit de doeken deed, werd nagedacht over het opstellen van een vragenlijst op basis van de ervaren situatie bij de CD&V-fractie. Een beknopte vragenlijst zou kunnen worden gemaild naar de andere fractiesecretariaten in het Vlaams Parlement. De bedoeling was om ons licht op te steken in hoeverre politieke fracties wakker liggen van hun archief. Met negen vragen werd getracht na te gaan in hoeverre er reeds aan bewaring en overdracht werd gedacht van fractiearchief en in welke toestand de archieven momenteel bij hun archiefvormers verbleven:

• Hoe lang bewaren jullie het fractiearchief? (Of wordt er geen termijn geplakt op het bewaren, behalve het afsluiten van een dossier na het ontstaan van een decreet?)

• Wordt er een duidelijke scheiding gemaakt tussen wat gevormd is door de fractieleden en de fractiemedewerkers?

• Wat wordt bewaard: dossiers, notulen van de fractievergadering en fractiebureau, correspondentie, nota's...? Zijn er nog andere (belangrijke) stukken of series aanwezig?

• Wordt er aan overdracht gedacht (zoals naar het KADOC, AMSAB, ADVN, Liberaal Archief...) of is er al reeds een deel van het archief overgedragen?

• Wordt er ook nagedacht over de toegankelijkheid voor externen, zoals onderzoekers en vorsers van buiten de fractie?

• Wordt het archief vernietigd na verloop van tijd? • Als er iets moet teruggevonden worden, gebeurt dit dan vlot? • Bestaat er een strikt ordeningssysteem in de "archiefkamer" op de fractie? Hoe steekt

dit ordeningssysteem in elkaar (inhoudelijk, chronologisch, volgens dossier, ...)? • Bestaat er een archiefverantwoordelijke, waarmee ik eventueel contact kan opnemen,

om verdere vragen te stellen?

Page 49: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

49

Antwoorden De antwoorden sijpelden langzaam de mailbox binnen. Sommige fracties hebben zeer

vlug geantwoord, terwijl anderen tergend lang op zich lieten wachten148. Uiteindelijk werden vijf fracties bereid gevonden om inlichtingen te verstrekken: CD&V, Groen!, SP.a-Spirit, Vlaams Belang en VLD. Veelal werd door de fractiesecretaris een kort en bondig antwoord gegeven in een doorlopende tekst149. Van wat niet behandeld werd in het antwoord, werd verondersteld dat ofwel het antwoord negatief was, ofwel er geen antwoord voor handen was omdat de fractie er nog nooit had over nagedacht of nog nooit met die vraag geconfronteerd is geweest. Omdat de fracties enige privacy over hun archieven op prijs stellen, werden de antwoorden niet samengebracht in een synoptische tabel, maar worden er wel enkele conclusies gepresenteerd.

“De toestand is hopeloos, maar niet ernstig.” De verschillen tussen de fracties bleken groot te zijn, en - wat nog erger is - de

problemen worden bijna niet ervaren. Enkele fractiesecretarissen wezen er ter vergoeilijking wel op dat de fractie in haar dagelijkse activiteiten steeds minder moet teruggrijpen naar haar eigen archief in de archiefkamers op de fractieverdieping in het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers, maar vandaag makkelijk de benodigde archiefbescheiden digitaal kan terugvinden via de gedigitaliseerde werkomgeving van het Vlaamse Parlement. Een bewaartermijn, laat staan een selectielijst voor fractiearchief, bestaat niet. Vaak wordt pas overgedragen, wanneer de archiefkamer(s) op de verdieping van de fractie te vol en te onoverzichtelijk wordt. Eén enkele fractie, de SP.a, vermeldde echter expliciet dat de notulen van de fractievergadering één legislatuur op elektronische drager worden bewaard. Diezelfde fractie hanteert ook een bewaartermijn voor de correspondentie van het fractiesecretariaat.

De verhuis van de fracties van het Vlaamse Parlement naar de Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers in juli 2002 vormde ons inziens een prima gelegenheid tot de overdracht van de oudere archieven aan de privaatrechterlijke instelling van de politieke zuil. Geen enkele fractie greep toen echter die kans om hun archief voor het nageslacht te bewaren. De scheiding tussen het privé-archief van de fractieleden en het fractiearchief gevormd door de wetenschappelijke medewerkers en het fractiesecretariaat gebeurt niet in elke fractie, maar is afhankelijk van een inwendige informele regel of de parlementsleden hun eigen archief mogen bewaren. Blijkbaar zijn de politici van de VLD op dat vlak niet gehecht aan hun vrijheid, want het archief gevormd door de fractieleden en de fractiemedewerkers wordt door de werkprocedures sterk vermengd. Andere partijen maken de scheiding wel, waarbij de archieven van politici steeds behoren tot hun privé-archief, en de dossiers en correspondentie

148 De fractie van N-VA antwoordde helemaal niet, ook na herhaaldelijke mails. 149 Hierdoor werd niet altijd duidelijk op alle vragen geantwoord, zoals het eigenlijk hoort in een echte wetenschappelijke enquête. Dit was echter ook niet de bedoeling, zolang er een idee over de bewaartoestand van Vlaamse fractiearchieven gevormd kon worden.

Page 50: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

50

van het fractiesecretariaat en de wetenschappelijke medewerkers tot het fractiearchief. Een precieze definiëring ontbrak ook duidelijk bij de fracties zelf. De belangrijkste reeksen in fractiearchieven zijn zonder meer de vergaderstukken, waarmee in concreto convocatiebrieven, aanwezigheidslijsten, agenda’s, notulen en bijlagen worden bedoeld. De vergaderingen kunnen zowel die van de ganse fractie zijn, van het fractiebureau of van het FBPR of van het fractiebureau uitgebreid met de promotoren en de commissievoorzitters. Die vergaderingen gebeuren steevast achter gesloten deuren, zodat het niet verwonderlijk is dat de fracties huiverachtig staan tegenover het potentiële inkijken door derden150. Andere series die sommige fracties, verre van allemaal, bijhielden, omvatten correspondentie en persberichten.

Vernietigen gebeurt gelukkig slechts zelden – slechts één fractie, de SP.a-fractie gaf toe archief na verloop van tijd te vernietigen – wat toch wel opmerkelijk is omdat fracties, naar vermoed kan worden, erg bevreesd kunnen zijn over de vertrouwelijkheid van sommige documenten. Een ordeningssysteem, vaak in rubriekmappen naargelang de bevoegdheid van commissies, bestaat, maar vertoont waarschijnlijk soms verwarrende overlappingen. Geen enkele fractie heeft een volwaardige administratieve verantwoordelijke voor het archief. De archiefdiensten van het Vlaamse Parlement, de Kamer en de Senaat Dit jaar werd door een collega-student Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer een archievenoverzicht opgesteld van alle archieven die in het archief van het Vlaams Parlement worden bewaard151. Eén van haar voornaamste bevindingen is dat de archiefkelders enkel het archief van het Algemeen Secretariaat van de Vlaamse Raad en vooral van het Algemeen Secretariaat van het Vlaamse Parlement hebben bewaard. Er is, op een kleine uitzondering na, geen archief van een politicus of van een fractie overgedragen naar het archief. Dit wordt echter in de toekomst niet uitgesloten, wanneer het beheer van het archief gestructureerder zal verlopen. Bovendien biedt archivaris Hilde Van Ongevalle desgevraagd elke politieke fractie en elke politicus in het Vlaamse Parlement haar expertise aan om hen bij te staan in beslissingen over het archief152. Het lijkt dan ook niet onmogelijk dat er vanuit het archief van het Vlaamse Parlement in de toekomst richtlijnen aan de fracties kunnen worden meegedeeld om hun archief beter te kunnen vormen, bewaren en ontsluiten. Ook met de archiefdiensten van de nationale wetgevende instellingen werd contact opgenomen. Aanleiding was de zin, die op de website van het archief van de Kamer prijkte en onze aandacht trok: “De archieven ontstaan uit de 'politieke' werking van de Kamer, zoals het voorzitterschap en de politieke fracties, worden eerder uitzonderlijk in de Kamerarchief

150 Dit belemmerde ook ons initiële plan om de dynamische fractiearchieven in het Vlaams Parlement ter plaatse te gaan vergelijken. 151 VANHUELE, S. Onderzoek naar en voorstel tot opmaak van een digitaal archievenoverzicht van het Vlaams Parlement. (werktitel). Eindverhandeling Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer. Brussel, 2006. 152 Mail van Hilde Van Ongevalle, 3 maart 2006.

Page 51: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

51

gedeponeerd153.” Wat bedoeld werd met “eerder uitzonderlijk” werd gevraagd aan Lutgarde Aerts, de archivaris van de Kamer. Enkel een archief van de ECOLO-fractie werd een tijd door de archiefdienst van de Kamer bewaard, maar dit werd ondertussen overgebracht naar CARHOP (Centre d’Animation et de Recherche en Histoire Ouvrière et Populaire). Het archief gevormd door het persoonlijke secretariaat berust in de regel niet in het Kamerarchief, maar wanneer de gewezen Kamervoorzitter dit wenst of nalaat er een beslissing over te nemen, blijven deze stukken bewaard in de Kamer154. Hermione L’Amiral, de attaché-archivaris van de Senaat, meldde dat er geen fractiearchief bewaard wordt door haar dienst155. Het privé-archief van fractievoorzitters Een andere interessante vergelijking kan gemaakt worden met het archief van vroegere fractievoorzitters. Hierdoor kan vooral een afweging gemaakt worden of de stukken van het fractiesecretariaat eigenlijk uniek zijn, of ook zorgvuldig bewaard worden of werden door de fractievoorzitters. Om hiervan een eerste idee te krijgen, werd er contact opgenomen met de huidige CD&V-fractievoorzitter in het Vlaams Parlement, Ludwig Caluwé, en met Eric Van Rompuy, die tijdens twee legislaturen die functie heeft gedragen (1991-1995 en 1999-2004). Ludwig Caluwé bewaart vandaag zelden papieren dossiers. Indien hij oude stukken nodig heeft, wendt hij zich meestal tot de wetenschappelijke fractiemedewerkers. Hij houdt echter wel de dossiers bij over de materies, waarin hij zich heeft verdiept sinds het begin van zijn politieke carrière. Die huizen in een thematisch klassement dat opgevolgd wordt door zijn persoonlijke medewerkster. Zij houdt bovendien in zijn thuiskantoor een “klassement” bij van zijn uitgaande correspondentie156. Eric Van Rompuy houdt de dossiers en de documenten bij die betrekking hebben tot de voorstellen en ontwerpen van decreten die hij op eigen initiatief heeft ingediend. De dossiers worden aangevuld met persknipsels éénmaal het decreet uitgevaardigd werd. Ook van sommige speeches en tussenkomsten uit de oppositieperiode heeft hij nog de teksten. Hij bewaart dus geen reeks van notulen. Overdracht lijkt hem een goed idee op lange termijn voor de materies waarin hij naar eigen aanvoelen een belangrijke rol heeft in gespeeld, zoals het Mediabeleid tussen 1990 en 2002 of het Landbouwbeleid157.

Omdat de mogelijkheid zich aanbood, werd ook in de archieven gedoken van andere gewezen CVP-fractievoorzitters in de Vlaamse parlementaire instellingen. In de inventaris van het privé-archief van Jos Chabert, die de allereerste CVP-fractievoorzitter was in de Cultuurraad, werd geen spoor gevonden van documenten afkomstig van de fractie. Dit is niet

153 Het archief van de Kamer. http://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=|archive&language=nl& story=location.xml&rightmenu=right. (Laatst geconsulteerd: 28/3/2006) 154 Mail van Lutgarde Aerts, 31 maart 2006. 155 Mail van Hermione L’Amiral, 30 maart 2006. 156 Met fractievoorzitter Ludwig Caluwé werd gemaild tussen 4 en 8 maart 2006. 157 Er was telefonisch contact met Eric Van Rompuy op 25 maart 2006.

Page 52: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

52

verwonderlijk, omdat het omvangrijke archief, 253 strekkende meter groot, slechts archivalia bevat van na 1981. Frank Swaelen was in 1980 kort de fractievoorzitter van de CVP in de prille Vlaamse Raad, en hij heeft een archief overgedragen aan het Kadoc van net geen 100 strekkende meter. Er werden in het archief echter geen bescheiden aangetroffen, gevormd vanuit zijn fractievoorzitterschap in 1980. Als CVP-voorzitter en Senaatsvoorzitter, ontving hij desalniettemin een pak documenten van de CVP-fractie in de Vlaamse Raad158. Deze archiefbescheiden werden slechts summier geordend en ontsloten, zodat gesteld kan worden dat de toegankelijkheid en de contextinformatie in het fractiearchief voor deze bescheiden vaak groter is. Dit is echter niet altijd zo, want bijvoorbeeld de nota’s en de documenten over de Werkgroep Vlaamse Verankering geven een gebruiker meer informatie in het archief van Frank Swaelen dan de enkele documenten in het fractiearchief dit doen159.

Bij het bezoek aan het ADVN werden ook de archieven van een aantal prominente VU-politici getoetst aan de aanwezigheid van fractiestukken. In het archief van Frans Van der Elst staken heel wat notulen van de fractievergaderingen van de VU in de Kamer en de Senaat, tegenover een meer bescheiden hoeveelheid notulen van de VU-fractievergaderingen in de Cultuurraad en de Vlaamse Raad160. Het archief Paul Van Grembergen, die fractie-voorzitter is geweest in de drie wetgevende instellingen, bestaat enerzijds uit zijn persoons-archief en een kabinetsarchief. In het persoonsarchief zitten geen fractieverslagen, en het kabinetsarchief wacht nog op een ontsluiting. Ook in het archief van bijvoorbeeld Willy Kuijpers bevinden er zich geen fractieverslagen, in tegenstelling tot het archief van Patrick Van Krunkelsven. Enkele concluderende aanwijzingen Dat een precieze definiëring van “fractiearchief” ontbrak in Vlaanderen, kwam al tot uiting in de inleiding van deze verhandeling. Een eigenlijke verklaring kwam in dit hoofdstuk tot uiting: fractiearchieven werden in het verleden nooit bewaard, zodat ze ook nooit grondig bestudeerd werden. Hoewel politici sinds de Witte Mars bij openbaarheid van bestuur en de nieuwe politieke cultuur zweren, om zo de “kloof tussen de burger en de politiek” te dichten, bleken ze verre van gewillig om de activiteiten van hun politieke fracties te documenteren en beschikbaar te stellen voor onderzoekers. Enkel de CVP-CD&V en de VU deden dat aan Vlaamse kant wel, terwijl de SP.a-fracties dat deden na contacten met het AMSAB. De fractiesecretariaten in het Vlaamse Parlement bleken alvast niet wakker te liggen van hun archiefschatten, maar door de snelheid en de complexiteit van hun werking vaak uit te blinken in nalatigheid op vlak van archiefbeheer. 158 Zie Archief Frank Swaelen. Kadoc II, plaatsingslijst, archiefdozen 6, 56-58, 115-116, 290-291, 546-547. 159 Archief Frank Swaelen. Kadoc II, plaatsingslijst, archiefdozen 546-547. 160 Archief Frans Van der Elst, ADVN, plaatsingslijst, 1095-1097. Volgens adjunct-archivaris Tom Cobbaert ontving Frans Van der Elst een groot pak verslagen van de verschillende fracties als stichter en ere-voorzitter van de VU, ook na zijn politiek actieve carrière. Opnieuw moet worden vastgesteld dat deze serie geenszins volledig zijn.

Page 53: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

53

Nochtans bevindt er zich uniek archiefmateriaal in de fractiearchieven. Uit een selecte vergelijking met de privé-archieven bleek dat politici slechts zelden bijvoorbeeld volledige series van bijvoorbeeld de notulen van de fractievergaderingen bijhouden. Voor historische en politieke vorsers, die de werking van een fractie of het verloop van een bepaald parlementair dossier willen doorgronden, bevat het fractiearchief dus het interessantste en meest volledige bronmateriaal. Op de vraag wie best het archiefbeheer van statisch fractiearchief op zich neemt, de parlementaire of de privaatrechterlijke archiefinstellingen, geeft de praktijk al een duidelijke hint. De parlementaire archieven bewaren in de regel geen privé-archieven, maar tonen zich echter wel bereid om de fracties met advies bij te staan in het archiefbeheer. De privaatrechterlijke archieven zoals het Kadoc, het AMSAB, het ADVN en het Liberaal Archief spelen echter in de praktijk de rol bij uitstek om het statische archief over te nemen.

Page 54: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

54

IV. Archieftechnische problemen van fractiearchief A. Definitie fractiearchief Om fractiearchief te kunnen definiëren, werd eerder de organisatie van een fractie onder de loep genomen161. “Archief is het geheel van archiefbescheiden, ontvangen of opgemaakt door een persoon, een groep personen of organisatie162.” Archiefbescheiden of archiefstukken worden dus op hun beurt gedefinieerd als “documenten, ongeacht hun vorm, naar hun aard bestemd om te berusten onder de persoon, groep, organisatie die het heeft ontvangen of opgemaakt uit hoofde van zijn of haar activiteiten, zijn of haar taken of ter handhaving van zijn of haar rechten163.” Bijgevolg moet fractiearchief gedefinieerd worden als het geheel van archiefstukken, ontvangen of opgemaakt door de politieke fractie in functie.

De volgende stap die gezet moet worden in de bepaling van fractiearchief is het uitmaken door welke personen binnen de fractie er documenten worden ontvangen en aangelegd uit hoofde van zijn of haar activiteiten of taken. Hier moet dus bepaald worden welke archiefvormers intrinsiek zijn aan de instelling van fractie, wat geen eenvoudige zaak is omdat elke fractie op een andere manier te werk gaat. Er kunnen echter wel duidelijk drie types archiefvormers aangeduid worden:

1. het fractiesecretariaat onder leiding van de fractiesecretaris en bemand met administratief personeel;

2. de fractiemedewerkers die per bevoegdheidsdomein de werking van de fractie ondersteunen;

3. de verkozen fractieleden en hun persoonlijke administratieve medewerkers.

De praktijk leert echter dat het archief van een verkozen politicus steeds wordt beschouwd als horend bij zijn of haar privé-archief. De archiefstukken gevormd door de wetenschappelijke medewerkers behoren ook niet altijd tot het archiefblok. In het eerdere verbredende onderzoek bleek immers al dat niet elke fractie wetenschappelijke medewerkers in haar personeel opneemt, maar ze veeleer naar een studiecentrum van de partij overhevelt.

In dit luik wordt het fractiearchief inhoudelijk onder de loep genomen aan de hand van

enkele praktische problemen die werden ervaren in de loop van de stage. Eerst wordt de functie van de vele verschillende archiefbescheiden verduidelijkt door de documentstromen te bespreken. Vervolgens wordt ingegaan op het onderscheid tussen dossiers en documentatie, die allebei in het voorbereidende werk voor de decreetgeving door de wetenschappelijke medewerkers worden gebruikt. De dossiers worden bovendien duidelijk met persoonlijke 161 Cfr. Supra, pp 34-44. 162 DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen. Stichting Archiefpublicaties, ed. ’s-Gravenhage, 2003, nr. 10. 163 DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie, nr. 8.

Page 55: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

55

willekeur aangelegd en gevormd, zodat ook hierdoor extra praktische problemen ontstaan. Het identificeren van de wetenschappelijke medewerkers bleek een gevecht tegen de bierkaai, zodat hiervoor een alternatieve oplossing moest worden uitgedokterd. Na het verantwoorden van het archiefschema, wordt ten slotte in dit luik aandacht besteed aan de toegankelijkheid van het CVP-CD&V-fractiearchief. B. Documentstromen Eén van de hoofdbetrachtingen van de verhandeling van Koen Adriaensen bestond uit de analyse van de documentstromen binnen de VU-ID-Kamerfractie. Hij deed dit om het kluwen van de dynamische archiefvorming te kunnen ontrafelen. Ook in het geval van een statisch fractiearchief, zoals dat van de CVP-CD&V in de Cultuurraad, Vlaamse Raad en het Vlaams Parlement kan dit van belang zijn om het bewaarniveau te kunnen onderscheiden en verantwoorden164. Eerder werden de drie types archiefvormers aangehaald, waarbij telkens een aantal types archiefbestanddelen dienen bewaard te worden. Adriaensen hanteerde er vier: het fractiesecretariaat, de Kamerleden, de Kamer en de universitaire medewerkers.

Hier kan het Vlaamse Parlement niet betrokken worden, omdat haar (officiële) archiefbescheiden niet bewaard kunnen worden in het voorliggende statische fractiearchief. Alfabetisch worden hieronder enkele belangrijke archiefstukken opgesomd. Deze lijst is echter verre van exhaustief wegens de grote verscheidenheid aan documenten, maar bevat op basis van de lijst van Adriaensen beknopt de belangrijkste formele “series”. Tussen haakjes wordt het bewaarniveau vermeld: A staat voor de archiefafdeling van het fractiesecretariaat, B voor die van de universitaire medewerkers en C voor de privé-archieven van de fractieleden. - Convocatiebrieven worden opgesteld in het fractiesecretariaat en bezorgd aan de fractieleden en soms ook aan de universitaire medewerkers. (A) Wanneer het echter gaat om “externe bijeenkomsten”, zoals bijvoorbeeld CEPESS-commissies maar ook werk- of beleidsgroepen, moeten ze geplaatst worden onder de ontvanger: ofwel een universitaire medewerker ofwel een fractielid ofwel de fractiesecretaris. (A, B of C). - Dossiers over een bepaalde materie zijn opgesteld door de universitaire medewerkers om het verloop van het vormingsproces van een (voorstel van) decreet te documenteren. Dit type dossier wordt echter ook vaak meegegeven aan een fractielid, die zelf gelijkaardige dossiers bijhoudt. (B of C)

164 “Het bewaarniveau is het bestuurlijk, organisatorisch of administratief niveau van een archiefvormer van welke bij de selectie van archiefbestanddelen met dezelfde inhoud als de archiefbestanddelen van andere archiefvormers binnen of buiten dezelfde organisatie die archiefbestanddelen blijvend worden bewaard, terwijl de overeenkomstige archiefbestanddelen van de andere archiefvormers worden bewaard.” DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie, nr. 119.

Page 56: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

56

- (Minuten van antwoorden op) inkomende brieven of faxen zijn meestal gericht aan de fractieleden, maar worden veelal beantwoord door de fractiemedewerker. (B) - Nota’s en rapporten worden in veelvoud en bulk ontvangen op de fractie, en kunnen zowel bewaard worden door een wetenschappelijke medewerker als door een politicus. Interne nota’s zijn vaak opgesteld door een universitaire medewerker of de fractiesecretaris. (B of C) - Teksten van interpellaties, mondelinge of schriftelijke vragen, enz. zijn niet vanzelfsprekend opgesteld door een fractielid, maar kunnen ook aangereikt zijn door een wetenschappelijke medewerker. Soms wordt door een wetenschappelijke medewerker zelfs een ondersteunend dossier aangelegd over de materie. (B of C) - Vergaderstukken van de “interne bijeenkomsten” worden meestal opgesteld door de fractiesecretaris in opdracht van de fractievoorzitter en bezorgd aan zowel de fractieleden als aan de universitaire medewerkers. (A) Wanneer het echter gaat om “externe bijeenkomsten”, zoals de CEPESS-commissies maar ook de fractiewerk- of beleidsgroepen, moeten ze geplaatst worden onder de ontvanger: ofwel een universitaire medewerker ofwel een fractielid ofwel de fractiesecretaris. (A, B of C). C. Documentatie en dossiers: een verantwoording van de selectie Eén van de grote vragen bij het ontsluiten van het fractiearchief was de selectie van wat tot een dossier behoorde, en wat als documentatie eigenlijk mocht worden vernietigd165. Selectie hoort bij elke archiefverwerking en wordt gedefinieerd als “het geheel van activiteiten gericht op het scheiden van voor blijvende bewaring en voor vernietiging te eniger tijd bestemde archiefbescheiden166.” Op deze manier wordt niet alleen bespaard op dure stockeerruimte en ontsluitingstijd, maar wordt ook het bewaren van grote hoeveelheden dubbels uitgesloten. Bij hedendaags archief, dat vaak in kolossale hoeveelheden archief-instellingen instroomt, is de vernietiging van niet-interpreteerbare archiefstukken ook zeer noodzakelijk. In het voorliggende fractiearchief werd heel wat documentatie geselecteerd ter vernietiging, maar er werd hierbij steeds een afweging gemaakt op basis van het nut en de meerwaarde voor de potentiële raadpleger van bepaalde stukken.

Het onderscheid tussen archief en documentatie wordt op de keper beschouwd in de archivistische terminologie niet éénduidig afgebakend167. Documentatie is volgens de archiefterminologie van Nederland en Vlaanderen “een verzameling documenten betreffende

165 Zie bijvoorbeeld een ietwat verouderd overzicht van de mogelijke oplossingen in theorie en praktijk: MERTENS, J. “Vereisen archief en documentatie een specifieke benadering?” Bibliotheek- en archiefgids. LXV (1989), 3, 298-302. 166 DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie, nr. 112a. 167 Zowel Den Teuling en Coppens maken in hun archiefterminologische overzichten het onderscheid niet.

Page 57: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

57

een feit of een reeks feiten, bijeengebracht met een bepaald doel168.”Archief is het “geheel van archiefbescheiden, ontvangen of opgemaakt door een persoon, groep personen of organisatie169.” Het onderscheid ligt hem dus in de definitie van een archiefstuk dat eerder al werd aangehaald170. Fractiearchief moet ten opzichte van documentatie worden gedefinieerd als de stukken ontstaan ‘uit hoofde van’ de activiteiten, de taken en de handhaving van de rechten van een fractie. Het komt voort uit de werkprocessen van de politieke vereniging, en bevat procesgebonden informatie over de besluitvorming.

Concreet betekent dit dat er een “procesmatig verband” moet gelegd worden tussen de inhoudelijke informatie in een (hang)map en de activiteiten van de politieke fractie. Een map met bijvoorbeeld enkel persartikels met betrekking tot een bepaald onderwerp in het milieubeleid (bijvoorbeeld over concrete milieuverontreinigingdelicten) kan in verband staan met een nieuw decreet ter bestrijding van dergelijke delicten. Aantekeningen of bijhorende nota’s kunnen iets vertellen over de mening van de fractie ten opzichte van de artikelen. De contextinformatie om dergelijke mappen in een direct verband met de decreetgeving te brengen bleek in het archief echter vaak onvoldoende, zodat een aantal dergelijke mappen uit het archief werden verwijderd. Bovendien wees de afweging of het bewaren van dergelijke archiefbestanddelen de moeite waard is voor een potentiële gebruiker ook in die richting.

Hetzelfde verhaal kan enerzijds verteld worden voor de vele jaarverslagen die de fractie van allerlei verenigingen ontvangt. De procesmatige band met de decreetgeving blijkt vaak zeer dun te zijn, terwijl het bewaren van dergelijke hoeveelheden jaarverslagen en rapporten ook geen meerwaarde biedt. Vele van de jaarverslagen van christelijke middenveld-organisaties kunnen overigens teruggevonden worden in andere (archief)bestanden op het Kadoc. Anderzijds moeten de vele inschrijvingsstrookjes van fractiedagen en congressen meestal ook worden verwijderd. Dit niet zozeer omdat ze onvoldoende in een procesmatig verband kunnen worden gebracht met de fractiewerking, maar veeleer omdat ze niet meer informatie bieden dan de lijst van de aanwezigen die in het bijhorende dossier schuilgaat. Het gezond verstand dicteert bijgevolg de vernietiging van dergelijke archiefbestanddelen.

In het archief werden zelfs hele jaargangen van allerlei tijdschriften aangetroffen,

veelal uitgaven van verenigingen actief in de welzijnssector, zoals van Caritas, de Katholieke Vereniging voor Gehandicapten, het Wit-Gele Kruis, enz. Het spreekt voor zich dat dergelijke reeksen uit het archief werden verwijderd en overgebracht naar de bibliotheekafdeling. Andere voorbeelden van verwijderde stukken zijn het tweedelig lexicon van het Vlaams Parlement, de verschillende rapporten inzake de armoedebestrijding, de documentatie inzake 168 DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie, nr. 7. 169 DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie, nr. 10. Ook in de ruime toelichting onder dit nummer komt het onderscheid niet expliciet aan bod. In de meer praktische boeken over archiefbeheer wordt wel aandacht besteed aan de problematiek. Zie bvb. TIMMERHUIS, F. Handboek Document Management: archiefbeheer, documentatiebeheer, postverwerking, documentautomatisering, internetgebruik. Compleet & praktisch. Rijswijk, 11-12. 170 Cfr. Supra p54.

Page 58: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

58

Open Hoger Onderwijs en de brochures die de parlementsleden ontvingen bij een studiebezoek aan Duitse onderwijsinstellingen. Concreet werd er meestal in overleg met stagebegeleider dr. G. Kwanten beslist om de stukken zoals (kopieën van) persartikels of ingekomen jaarverslagen, waarvan geen duidelijke invloed op de besluitvorming kon worden vastgesteld naar de prullenbak te verwijzen. Omdat de hoeveelheid van dergelijke stukken groot bleek te zijn, en onze tijd steeds beperkter, was het echter uitgesloten exhaustief op te lijsten wat werd vernietigd.

D. De inwendige (wan)orde van dossiers of rubrieken

In zijn verhandeling wees Koen Adriaensen erop dat bij de VU-fractie in de Kamer “sinds kort” een vaste ordening werd ingevoerd voor de dossiers aangelegd door de universitaire medewerkers. Dit zijn wat Adriaensen “projectdossiers” over een bepaald onderwerp noemt, die veelal voorafgaan aan een wetsvoorstel van een parlementslid. De vaste orde van de documenten binnen een dergelijk dynamisch projectdossier van de VU-fractie vatte Koen Adriaensen als volgt samen171:

• probleemstelling • standpuntbepaling • concrete voorstellen • standpunten van de VU-ID • standpunten van de andere politieke partijen • internationale vergelijking • overige bronnen • contactpersonen • bibliografie

Een “projectdossier” werd niet aangetroffen in het voorliggende fractiearchief, wat

ook niet verwonderlijk is, omdat het intern structureren van een dossier binnen een politieke fractie een gevecht tegen de bierkaai zou betekenen. Elk dossier werd om een verschillende reden aangelegd, en dikte ook met steeds andere documenten in een steeds wisselende volgorde aan. Het resultaat lijkt dan ook sterk op chaos en willekeur. Zelfs indien een dossier duidelijk aan de basis van de besluitvorming over een decreet ligt, blijft de concretisering van de inhoud van zo’n dossier onmogelijk. Zowel de volgorde als de typering van de archief-bescheiden is moeilijk vast te leggen, laat staan te beschrijven, behalve dat de volgorde het proces van de besluitvorming in al haar complexiteit volgt. Een politieke fractie is nu éénmaal een dynamische horizontaal gestructureerde vereniging waar snelheid en kwaliteit van reactie belangrijker is dan het opvolgen van interne administratieve regels.

171 ADRIAENSEN, K. Voorstel tot ordening van het dynamisch archief van de VU&ID-fractie, 45.

Page 59: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

59

Bovendien bleek hierdoor het onderscheid tussen een dossier en een rubriek ook arbitrair in het fractiearchief. “Een dossier is een archiefbestanddeel, bestaande uit alle archiefbescheiden in één archief, die dezelfde zaak betrekken”, waarbij onder een zaak “een in de tijd begrensd complex handelingen betreffende een bepaald geval” begrepen moet worden172. Een rubriek staat voor een “archiefbestanddeel bestaande uit archiefbescheiden die hetzelfde onderwerp betreffen173.” In theorie leek het onderscheid duidelijk, maar hoe pakweg een hangmap met het opschrift “luchtverontreiniging” opgevat moest worden, stelde problemen. In deze hangmap schuilden talloze kopieën van krantenartikelen, teksten van interpellaties, en wetenschappelijke teksten. Intern bestond hier wel een duidelijke onderwerpsmatige onderverdeling per oorzaak en verschijnsel van luchtverontreiniging. Volgens de regels van de kunst moest dit archiefbestanddeel een rubriek genoemd worden, maar omdat er aantekeningen werden aangetroffen die het procesmatig ingrijpen in de materie door de wetenschappelijke medewerker verraadden, werd geopteerd om ook deze type archiefbestanddelen dossiers te noemen174. Bij vele andere schijnbare onderwerpsmappen, bijvoorbeeld “zwerfvuil” van dezelfde archiefvormer, zijn de dossierkenmerken veel duidelijker. Omdat het doel van alle archiefbestanddelen van de wetenschappelijke medewerkers steeds het documenteren van het complexe proces van decreetgeving was, werd slechts zelden gekozen om de term onderwerpsmappen in de beschrijving te hanteren. Niet alle dossiers bevatten echter alle archiefbescheiden om alle stappen in het proces van de decreetgeving duidelijk te documenteren.

Koen Adriaensen haalt een aantal oorzaken aan voor de chaotische dynamische

dossiervorming, die ook voor de CVP-CD&V-fractie gelden. Vooral de snelheid van behandeling van politieke zaken bemoeilijkt een heldere dossiervorming. Hij merkt ook op dat de wetenschappelijke medewerkers het bos door de bomen niet meer zien door de zovele verschillende (kleine) opdrachten, die hen vaak onverwacht en met urgentie worden opgedrongen. “Zodoende wordt het voor de medewerkers onmogelijk om hun opdrachten met een degelijke planning en op een gestructureerde wijze uit te voeren175.” Het is bovendien niet uitgesloten dat verschillende parlementsleden en universitaire medewerkers mee een dossier helpen vormen, waardoor een oncontroleerbare doorstroming van informatie ontstaat. De talloze onderzoeksbronnen, gaande van parlementaire stukken tot persberichten en ingekomen brieven vormen vooral een inhoudelijk verband, maar staan niet in verhouding met de vele stappen in het proces van de decreetgeving. Hierdoor wordt het onderscheid tussen een dossier en een rubriek arbitrair ervaren.

172 DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie, nr. 110. 173 DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie, nr. 111. 174 Voor de moeilijkere beschrijvingen met betrekking tot leefmilieu: vergelijk vooral Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, II, 342-379. 175 ADRIAENSEN, K. Voorstel tot ordening van het dynamisch archief van de VU&ID-fractie, 40.

Page 60: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

60

E. Het identificeren van de archiefvormers In bijvoorbeeld de talloze hangmappen inzake leefmilieu en natuurbehoud, werden twee types handschrift en een grote hoeveelheid groene mapjes gevonden worden. Het leek waarschijnlijk uit het archief dat er rond 1992 een nieuwe wetenschappelijke medewerker werd aangetrokken voor dit domein, maar het terugvinden van een concrete naam van die medewerker was een onhaalbare opgave. Bovendien werden in dezelfde periode verschillende hangmapjes aangelegd die enkel krantenartikeltjes bevatten, bijvoorbeeld over Petrochim of de BelgoNucleaire176. Gegevens die elders verzameld werden, staafden de hypothese dat Bart Bouciqué toen Marc Van Praet opvolgde, maar helemaal zeker is dit niet177.

Dit is slechts één voorbeeld van de moeilijke individuele identificatie van de weten-schappelijke fractiemedewerkers. Andere obstakels bleken vaak de periodisering van de in dienst zijnde wetenschappelijke medewerkers. Voor het oplossen van deze moeilijkheden zou idealiter een aantal interviews met de (huidige) fractiemedewerkers afgenomen moeten worden, maar hiervoor was de tijd te beperkt.

Een identificatie is belangrijk, maar niet onoverkomelijk. De fractie werd in de loop van deze verhandeling steeds beschouwd als een collectieve identiteit die in een partij en parlement één programma, één ideologie vertegenwoordigde. Er werd echter omwille van de verschillende taken om dat programma uit te voeren en te bewaken een onderscheid gemaakt tussen de drie types personeel van een politieke fractie. In de inventaris leek het onderscheid tussen de afzonderlijke wetenschappelijke medewerkers weinig opportuun omdat de gebruiker veel meer zal hebben aan een indeling volgens de grote bevoegdheidsdomeinen. De namen van de wetenschappelijke medewerkers kent de toekomstige raadpleger niet. F. Voorstel van archiefschema voor fractiearchieven Aanvankelijk werd gedacht dat er een verband zou kunnen zijn tussen de archieven van politieke fracties en die van ministeriële kabinetten, omdat de manier van werken in het verlengde van zowel de partij als het parlement enkele gelijkenissen vertoont. Door de toch aparte werking van een fractie met de universitaire medewerkers in vergelijking met de kabinetsmedewerkers, moest deze piste echter worden opgegeven. Andere aanknopingspunten om tot een gefundeerd archiefschema voor het voorliggende fractiearchief van de CVP-CD&V en eventueel voor andere bewaarde fractiearchieven te komen zijn de plaatsingslijsten van de CVP-CD&V-fracties in de Kamer en de Senaat van het Kadoc, de ADVN-plaatsings-

176 Aangezien die mappen enkel krantenartikels bevatten, en geen oorzakelijk verband met het proces van de ondersteuning van de besluitvorming kon worden aangetoond, werd geopteerd om de mappen te vernietigen. 177 Er werd verder tevergeefs bij de fractie navraag gedaan of een document van de verschillende wetenschappelijke medewerkers bestond. De lijsten van wetenschappelijke medewerkers in Vlaamse Raadsels en verschillende aantekeningen van de fractiesecretaris staafden echter onze hypothese.

Page 61: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

61

lijst van de VU in de Vlaamse wetgevende instellingen178 en de online-inventaris van het IISG van het fractiearchief van de PvdA in de Nederlandse Tweede Kamer179. Een echte poging om een volwaardige structuur te hanteren bij het ordenen van een archief zoals het IISG dat heeft gedaan, blijkt in Vlaanderen nog een utopie. Nederlandse fracties kennen echter ook geen wetenschappelijke medewerkers, maar het archief van de verkozen fractieleden wordt dan weer wel bewaard in het fractiearchief. De opdeling tussen algemeen en bijzonder, waarbij onder algemeen de notulen, fractieverslagen, correspondentie, registers en circulaires werden opgenomen, leek ons zeer zinvol omdat de stukken die elk fractielid kreeg hieronder vielen. Indien de opdeling van algemeen en bijzonder in het amalgaam van commissies, werkgroepen, beleidsgroepen en de twee types fractiebureaus (FB en FBPR) zou worden overgenomen in het archief van een Vlaamse fractie, ziet de potentiële gebruiker echter wellicht het bos door de bomen niet meer. Het fractiearchief van de CVP-CD&V in de Senaat omvat zoals eerder aangehaald tien strekkende meter, en werd recent nog ontsloten door een plaatsingslijst. Hoewel die niet gebaseerd is op een expliciete structuur, werd opnieuw voorrang gegeven aan de registers, de briefwisseling en de verslagen en vergaderstukken van de FV en FB. Hierna kwamen de dossiers betreffende de fractiedagen, nota’s van de parlementsleden en van het fractie-secretariaat en de teksten van de fractiemedewerkers (veelal ook nota’s). Hierop volgen een aantal ingekomen archiefbestanddelen van de partij en de inhoudelijke dossiers. Opnieuw baseert de opdeling zich op een, nu wel impliciet, verloop van algemeen naar bijzonder. Een duidelijk onderscheid tussen de drie types archiefvormers is er evenwel niet. Het archief van de CVP-CD&V-fractie in de Kamer van Volksvertegenwoordigers strekt zich vooralsnog uit over circa twee meter. Haar toegang werd eveneens zeer recent voorlopig verzekerd door een plaatsingslijst. Die werd echter opgevat zonder een duidelijke structuur, omdat de kleine omvang van dat fractiearchief dit niet toeliet.

Concluderend moet gesteld worden dat de archiefvormers binnen een fractie tot nu toe altijd als een collectieve identiteit werden beschouwd, en er nooit een opdeling gebeurde naargelang de opdracht en activiteiten van de individuele archiefvormer of naargelang de individuele archiefvormer. Bij grote archieven werd wel gekozen voor een scheiding tussen algemeen en bijzonder. “Een archiefstuk is een document dat ongeacht zijn vorm, naar zijn aard bestemd is om te berusten onder de persoon, groep personen of organisatie die het heeft ontvangen of opgemaakt uit hoofde van zijn of haar activiteiten, zijn of haar taken of ter handhaving van zijn of haar rechten180.” Indien een fractie in het verleden steeds als een collectieve identiteit beschouwd werd, dan moet elke archiefvormer quasi dezelfde activiteiten, taken en rechten hebben. Al heel vroeg werd tijdens het uitpakken van het CVP-CD&V-archief vastgesteld, dat

178 Beknopt samengevat in bijlage 3, p. 116. 179 Zie http://www.iisg.nl/archives/nl/files/p/10766864full.php#N13965 (11/04/2006). 180 DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie, 8.

Page 62: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

62

de wetenschappelijke medewerkers het gros van de verhuisdozen archief hadden gevormd, naast de archiefbescheiden van het fractiesecretariaat en van enkele verkozen politici. Deze types archiefvormers spelen elk een andere rol met eigen taken en activiteiten: de fractieleden zijn de verkozen politici, die de decreetgeving bespreken in commissie en parlement, de fractiesecretaris en zijn secretariaat zijn het algemene aanspreekpunt van een fractie, terwijl de wetenschappelijke medewerkers achter de schermen de decreetgeving voorbereiden. Daarom moest een onderscheid gemaakt worden tussen deze archiefvormers in de structuur. Een onderverdeling drong zich ook op binnen de archiefafdeling van de universitaire medewerkers. De individuele archiefvormer kon enerzijds niet altijd duidelijk geïdentificeerd worden, terwijl het anderzijds voor de raadpleger ook gebruiksvriendelijker was om een onderwerpsmatige onderverdeling per bevoegdheid van een commissie te gebruiken. Deze overwegingen werden in acht genomen bij het structureren van de definitieve inventaris. Concluderend wordt het volgende archiefschema voorgesteld voor fractiearchieven: I. Archief van het fractiesecretariaat

A. Vergaderstukken van de “interne bijeenkomsten” B. Stukken betreffende de parlementaire werking C. Stukken betreffende de contacten met de partij D. Stukken betreffende de contacten met de studiedienst E. Stukken betreffende de financiën en boekhouding F. Stukken betreffende het personeelsbeleid181

II. Archief van de wetenschappelijke medewerkers

Per verantwoordelijkheid (de bevoegdheden van de parlementaire commissies): A. Begroting en Financiën B. Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Ondergeschikte Besturen C. Cultuur, Jeugd, Toerisme en Sport …

III. Archief van de fractieleden

In het voorliggende geval: A. Archief fractievoorzitter Guido Verhaegen B. Archief Herman Suykerbuyk C. Archief fractievoorzitter Johan De Roo

181 Stukken betreffende de financiën, de boekhouding of het personeelsbeleid werden niet aangetroffen in het voorliggende fractiearchief, maar het is echter verre van uitgesloten dat dergelijke stukken nog in het semi-statische archief bewaard worden. Het voorgestelde archiefschema werd bij de inventarisatie van het archief van de CVP-CD&V-fractie in de Vlaamse decreetgevende instellingen niet volledig gevolgd, omwille van de overlappende inhoud in de archiefbescheiden van het fractiesecretariaat.

Page 63: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

63

G. Problemen bij het beschrijven Er boden zich kleine praktische uitdagingen aan bij het beschrijven van dit archief. Het toepassen van de geijkte terminologie van de archivistiek moest gebeuren in combinatie met de minstens even complexe terminologie van de politiek. Zo kon verwarring ontstaan over de inhoud van de term “stuk”: een stuk slaat zowel op de officieel gedrukte tekst van een interpellatie, voorstel of ontwerp van decreet, enz. uitgaande van het Vlaamse Parlement als op een archiefstuk. Daarom werd in de inventaris en in deze verhandeling het onderscheid geëxpliciteerd door de officiële gedrukte stukken “parlementaire stukken” te benoemen. De term “referatenmap” als de verzameling documenten die een aanwezige bij aanvang van een vergadering of congres in handen kreeg, is niet opgenomen in de officiële archiefterminologie van Den Teuling. De recente archivistische terminologie van Coppens bevat evenmin een verwijzing naar deze term182. De term kan dan ook op het niveau van een archiefbestanddeel niet beschouwd worden als een redactionele vorm. Nochtans is het moeilijk om een adequaat synoniem te vinden dat zowel de functie als de inhoud van de term “referatenmap” benadert. Daarom werd er noodgedwongen voor gekozen deze term te blijven gebruiken in de beknopte inventaris van het voorliggend fractiearchief.

In de inventaris komt ook de term ‘vergaderstukken’ vaak voor, hoewel die niet werd opgenomen in de officiële lijst van de Stichting Archiefpublicaties. De term werd gehanteerd als verzamelterm op het niveau van het archiefbestanddeel om een veelheid aan documenten, waaronder notulen, kladverslag, verslagen, aanwezigheidslijsten, agenda’s en de bijlagen te beschrijven. Convocatiebrieven of uitnodigingen vormden dikwijls een aparte serie, zodat die vaak apart vernoemd werd om verwarring te vermijden. Bovendien komen ze in feite ook niet voort uit de vergadering, maar werden ze gevormd in haar aanloop.

Ook de diepte van de beschrijvingen stelde problemen. De afspraak met het Kadoc om summier de archiefbestanddelen te beschrijven werd getracht nauwgezet te volgen, hoewel dit niet altijd van een leien dakje liep. Het zou desalniettemin onbegonnen en onzinvol werk zijn geweest nog dieper te gaan in het beschrijven van de vele dossiers wegens de grote diversiteit aan documenten die de dossiers omvatten.

182 COPPENS, H. Archiefterminologie. Nederlandse versie van de ‘Terminiologie archivistique aux Archives de l’Etat en Belgique (1994), aangevuld met lijsten van redactionele vormen, ontwikkelingsstadia en uiterlijke vormen uit Archiefterminologie (1990) en met verwijzing naar ‘Archiefterminologie voor Vlaanderen en Nederland’ (2003) (Miscellanea Archivistaica. Manuale, 49), Brussel, 2004. De term convocatiebrief is evenmin opgenomen in ANV, maar wel Coppens op p. 185 onder het nummer 408.

Page 64: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

64

H. Openbaarheid en privacy: het juridisch statuut van fractiearchief

Politieke fracties hebben in de grond het statuut van een private organisatie, hoewel ze in nauw verband staan met het meer openbare parlement183. Hun archieven zijn dan ook privaatrechterlijk. Dit betekent ook dat ze niet onder de regelgeving over de openbaarheid van bestuur vallen. Ondanks de nieuwe politieke cultuur, waarmee democratische politici hun legitimiteit wilden garanderen na een reeks van schandalen in de jaren ’80 en ’90, liggen de documenten ter voorbereiding van wet- en decreetgeving dus niet zomaar ter beschikking van de burger. Ze zijn onderworpen aan de wil van de fractie zelf.

Deze absurditeit wordt bovendien een cirkelredenering door artikel 2 van het decreet van 7 messidor II (25 juni 1794), dat in België nog steeds van kracht is184. Daarin staat expliciet dat enkel de wetgevende organen in staat zijn dwingende maatregelen op te leggen in verband met archief185. De fracties kunnen met andere woorden enkel dwingende maatregelen krijgen van het parlement, waarin zij zelf zetelen. Koninklijke en ministeriële besluiten kunnen slechts adviserende richtlijnen opleggen. Het statuut van privaatrechterlijk archief ligt ongetwijfeld mee aan de basis van het lakse archiefbeheer door de fracties.

In de complexe archiefwet- en regelgeving worden nergens expliciete regels

uitgevaardigd voor de archieven van politieke partijen of fracties. Nochtans ontstaat gemakkelijk verwarring door de versnipperde wetgeving die van toepassing zou kunnen zijn op archief. De vele wetten en decreten inzake de openbaarheid van bestuur vallen bijvoorbeeld sowieso al moeilijk te rijmen met die ter bescherming van de privé-sfeer als ze op het verwerken en het ontsluiten van archiefbescheiden worden betrokken. Andere (voorstellen of ontwerpen van) wetten en decreten blinken vaak uit in een gebrekkige kennis van de reële archiefactiviteiten, de internationaal aanvaarde terminologie en de noden van archiefinstellingen. De wetgeving en decreetgeving inzake archief liggen al decennia als een klaarblijkelijk te grote uitdaging voor de politici op een grootschalige en integrale

183 Zoals eerder aangehaald werd een politieke fractie slechts één keer gedefinieerd in de wetgeving. Artikel 1 van de Wet Dhoore (1989) met betrekking tot de financiering van de partijen bestempelt een fractie als een vereniging van natuurlijke personen. (Cfr. Supra p26). 184 “Au Corps Législatif seul appartient d’ordonner le dépôt aux archives.” Dit decreet organiseerde met terugwerkende kracht ook het archiefwezen in België, nadat onze negen ‘Verenigde Departementen’ op 1 oktober 1795 ingelijfd werden bij het revolutionaire Frankrijk. De motivatie van het decreet lag echter enkel in het verzamelen van de eigendomstitels van opgeheven religieuze en corporatieve instellingen, maar heeft grote gevolgen gehad in West-Europa. WYFFELS, F. De archiefwetgeving van de Franse periode 1788-1814. Brussel, 1987, 29. 185 Dit is in feite de kern van het probleem inzake wet- en decreetgeving over publiekrechtelijke archieven. Die verloopt wegens verschillende problemen bijzonder moeilijk - onder andere de federalisering heeft dit probleem bemoeilijkt -, omdat enkel de wetgevende organen dwingende maatregelen kunnen opleggen. Ministeriële of Koninklijke Besluiten, en zelfs richtlijnen van het Rijksarchief, die veel eenvoudiger en flexibeler worden geacht om de administraties regels op te leggen, kunnen hierdoor geen maatregelen opleggen, die de administraties niet naast zich neer kunnen leggen. Eén van de andere kernproblemen is dat de wet- en vooral decreetgever bij archief bijna automatisch de connotatie van “cultureel erfgoed” legt, wat in de praktijk slechts heel gedeeltelijk van toepassing is.

Page 65: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

65

modernisering te wachten. De federalisering vormde bovendien sinds 1970 een schijnbaar onoverkomelijk struikelblok. De zoektocht naar juridische richtlijnen over het archief van een politieke fractie wordt dan ook een vergeefse queeste naar de naald in een hooiberg tussen de decreten en wetten die stilaan als onkruid het archiefbeleid in België hebben overwoekerd186.

De wetgevende en decreterende macht zijn niet opgenomen in de archiefwet van 24

juni 1955, die hoewel sterk verouderd en feitelijk zo goed als achterhaald nog steeds het juridisch kader vormt voor archiefzorg en –beheer in België187. Artikel 60 van de Grondwet legde immers vast dat elke wetgevende kamer autonoom al haar werkzaamheden bepaalt in haar reglement. Dit lag nog steeds in de lijn van het decreet van 7 messidor II. Een extern archiefbeheer voor de administratieve diensten van de Kamer, Senaat en Vlaams Parlement (en haar rechtsvoorgangers) bleek daarom uitgesloten. De archieven van de fracties vielen door hun privaatrechterlijke statuut echter wel uit de boot van die interne archiefdiensten. De fractiearchieven behoren liever niet tot de bevoegdheden van haar dienst, beweerde bijvoorbeeld archivaris van de Kamer Lutgarde Aerts188. Haar aanvoelen is geenszins het gevolg van een duidelijk juridisch kader inzake het bewaren van fractiearchief, maar is wellicht veeleer gebaseerd op de verschillende rol die fracties spelen in het wetgevende proces in vergelijking met de (administratieve) diensten van de Kamer.

Fractiearchieven vallen onder de noemer van privé-archieven, ook alleen al omwille van nauwe contextuele banden met de partijarchieven. Deze historisch waardevol archieven berusten daarom meestal samen in de grote privaatrechterlijke archiefinstellingen. Hierbij kunnen de fracties zelfstandig beslissingen nemen over de bewaring en de toegankelijkheid van hun archief. Aangezien de privaatrechterlijke archiefinstellingen geen juridisch instrument in handen hebben om het archief na verloop van tijd verplicht over te dragen, kunnen zij enkel wijzen op de politiekwetenschappelijke en historische waarde van hun “oud papier”, en zo de fracties aanzetten tot een goed dynamisch archiefbeheer en een vrijwillige overdracht. Nochtans zou een verplichtende bewaring en ontsluiting van de archieven in de lijn liggen van de ideeën van een nieuwe politieke cultuur of de openbaarheid van het beleidsmakende bestuur. Hierbij moeten uiteraard wel de privacyproblematiek en de vertrouwelijkheid van een aantal dossiers overwogen worden ten opzichte van die openbaarheid van bestuur.

186 In het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur wordt bijvoorbeeld in artikel 4 §1 het toepassingsveld van het decreet besproken: Dit decreet is van toepassing op de volgende instanties: het Vlaams Parlement en de eraan verbonden instellingen, … . Of een fractie beschouwd mag worden als een aan het Parlement verbonden ‘instelling’, wordt nergens duidelijk gemaakt. Wellicht is dit niet het geval, aangezien een fractie veeleer als een vereniging beschouwd moet worden. Diverse bepalingen inzake de openbaarheid en de privacy bleken in tegenspraak met elkaar als ze op archief betrokken werden, zonder dat de wet- en decreetgever of de respectievelijke commissies zich daarbij klaarblijkelijk enige zorgen maakten. 187 Voor de tekst van de Wet van 24 juni 1955, zie de website van jurist en wettekstverzamelaar dr. Frankie Schram: http://users.online.be/~fschram/vind.html (29/6/2006). 188 Cfr. Supra hoofdstuk III, pp45-53.

Page 66: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

66

Er bestaan niettemin voldoende mogelijkheden om fractiearchieven op te nemen in de decreet- of wetgeving ter bescherming van belangrijke archieven. Een vergelijking met de archieven van ministeriële kabinetten, die als privaatrechterlijke archieven eveneens uit de boot van de Belgische wetgeving of de Vlaamse decreetgeving vallen, werkt hierbij inspirerend. Langs Vlaamse zijde bewegen de vier grote privaatrechterlijke archiefinstellingen hemel en aarde om ze binnen te halen na elke legislatuur. In Wallonië gooide men het echter al over een andere boeg om de historische waarde van de archieven van ministeriële kabinetten te valoriseren. Het tweede artikel van het decreet van het Waalse Gewest van 6 december 2001 betreffende de openbare archieven omvatte daarom expliciet de kabinets-archieven van de ministers van de Waalse Regering189. De Vlaamse beroepsvereniging van archivarissen, documentalisten en bibliothecarissen, nam dit idee over in haar standpunt van mei 2004 over een nieuwe federale archiefwet190.

De archieven van fracties kunnen op gelijkaardige manier wettelijk beschermd worden. Dit hoeft echter niet te betekenen dat ze uit de privaatrechtelijke archiefinstellingen moeten worden gehaald, waar ze contextueel en archiefbeheersmatig ongetwijfeld het meest tot hun recht komen. Hun bewaring bij andere politieke archieven, zoals dat van de partij of dat van de politici zelf, vormt een archivistische evidentie en biedt ook de vorser veel meerwaarde.

Er dienen twee contracten aangehaald worden om de toegankelijkheid van het CVP-

CD&V-fractiearchief te concretiseren. Ten eerste werd een contract over de bewaargeving van het archief afgesloten tussen de fractie en het Kadoc. In een dergelijk contract worden allerlei bepalingen opgenomen over het archiefbeheer, dat zal gebeuren “met de zorgen van een goede huisvader”, over een zo vlug mogelijke “schifting volgens de regels van de archief- en bibliotheekeconomie” en over een zo vlug mogelijke inventarisatie. De duur van de bewaring werd overigens vastgesteld op een termijn van twintig jaar. De overeenkomst wordt echter automatisch telkens met diezelfde periode verlengd, tenzij de fractie daarover tijdig anders zou beslissen. In het vierde artikel worden afspraken gemaakt over de toegankelijkheid. Tijdens het bestaan van de fractie kan raadpleging, kopiëring en uitleen pas na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de in overleg aangeduide verantwoordelijke.

189 Artikel 2 luidt: De Regering zorgt ervoor dat het definitief archief van: 1/ haar diensten; 2/ de ministeriële kabinetten; 3/ de instellingen van openbaar nut, in goede staat en orde bewaard, op geschikte wijze beheerd worden en organiseert de bewaringsplaats ervan. Voor de volledige tekst van het decreet van het Waalse Gewest, van toepassing op haar diensten, zie opnieuw de website van Frankie Schram (http://users.online.be/~fschram/vind.html, 29/6/2006). Hoewel de Vlaamse Overheid een Gemeenschap en een Gewest overkoepelt (met alle archiefcomplexiteit tot gevolg) kan dit decreet tot inspiratie van de Vlaamse decreetgever dienen. 190 Zie “Voor een nieuwe federale archiefwet. Actualisering van het VVBAD-standpunt, mei 2004”, verschenen op de website van de VVBAD. (www.vvbad.be, 28/6/2006).

Page 67: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

67

Na een ontbinding van de organisatie wordt contact opgenomen met de rechtsopvolger over een eventuele definitieve overdracht naar het Kadoc191. Naast het contract van bewaargeving werden echter beslissingen genomen door het Kadoc en alle CVP-CD&V fracties in de wetgevende instellingen van het federale België, om de toegankelijkheid van hun archief te uniformiseren. De belangrijkste bepaling luidde:

“Ter uwer info, nemen we, in het algemeen, de volgende houding aan, onverminderd de toepasselijke contractuele bepalingen: - toegang geven als het over publicaties gaat; - voor algemeen archiefmateriaal toegang geven na 30 jaar; - voor personalia toegang geven na 50 jaar192.” Het is vanzelfsprekend dat met publicaties hierbij vooral bibliotheekmateriaal wordt

bedoeld en met personalia archiefbescheiden waarvan de raadpleging iemands persoonlijke levenssfeer zou kunnen schenden. Over het onderscheid tussen algemeen archiefmateriaal en personalia beslist echter de archivaris naar eer en geweten.

191 Contract van bewaargeving van archief en documentatie tussen de CD&V-fractie in het Vlaamse Parlement en het Kadoc, 5 april 2000. 192 Uittreksel van e-mailcorrespondentie met de CD&V-fractie in de Senaat en het Kadoc inzake de toegankelijkheid van CD&V-fractiearchieven, 19 oktober 2005.

Page 68: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

68

V. Conclusie

• Over de volledigheid en het belang van het CVP-CD&V-fractiearchief Het fractiearchief van de CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen dat in

deze verhandeling werd geïnventariseerd moet helaas weinig coherent en volledig genoemd worden. Ten eerste zijn er lacunes in de series van het fractiesecretariaat. Zo waren niet alle mappen overgedragen, waarin de vergaderstukken van bijvoorbeeld de fractievergadering of het fractiebureau scholen. De periodes waarvan geen stukken aanwezig waren, bleken vaak te lang om verklaard te kunnen worden met een parlementair reces of het einde van een legislatuur. Bovendien waren er geen of weinig dossiers van de wetenschappelijke medewerkers aanwezig over thema’s die nauw aansluiten bij de christen-democratische ideologie. Het Europese en economische beleid bijvoorbeeld kunnen ondervertegenwoordigd genoemd worden, terwijl ook het beleid inzake gezin, cultuur en wetenschap magertjes gereflecteerd werd in de aanwezige dossiers. Het gelijke kansenbeleid, de taalpolitiek en het huisvestingsbeleid zijn al helemaal niet terug te vinden in het voorliggend fractiearchief. Zo bevat het fractiearchief geen documenten over een aantal essentiële dossiers zoals over het decreet-Vandezande of septemberdecreet (1973), het Gemeenschapspact (1977), het decreet-Suykerbuyk-Coveliers (1986) of het decreet inzake openbaarheid van bestuur (1991).

Deze globale thematische schattingen blijven echter nattevingerwerk. Het dynamische en semi-dynamische archief van de fractie werd ten eerste niet betrokken in dit onderzoek, zodat er geen zicht kon worden geboden op de orde en de hoeveelheid archiefbescheiden die zich nog in de archiefruimte bevinden. Door de eerder aangehaalde gebrekkige regelgevende en archiefwettelijke bescherming van fractiearchieven is het ten tweede verre van uitgesloten dat er in het verleden vernietigingen zijn gebeurd, of dat er nog oud fractiearchief ergens onwetend is opgeslagen.

Om gissingen uit te sluiten, kan vergeleken worden of van de decreten die het Vlaamse Parlement en haar voorlopers in de periode 1970-2005 heeft bekrachtigd ook steeds voorbereidende stukken in het CVP-CD&V-fractiearchief zijn aangetroffen. Indien de aantallen decreten van de Cultuurraad, de Vlaamse Raad en het Vlaamse Parlement, die in de inleiding van de verhandeling vernoemd werden, worden opgeteld, komt men aan 627 decreten. Het archief van de wetenschappelijke medewerkers, die de voorbereidende dossiers vorm gaven, telt slechts 401 inventarisnummers193. Chronologisch is vooral de tweede periode van de Vlaamse Raad sterk vertegenwoordigd (1988-1995) en het prille opstarten van het Vlaams Parlement. Dit is eenvoudig te verklaren: de Vlaamse Raad kreeg er enerzijds in 1988 een pak bevoegdheden bij, terwijl anderzijds de wetenschappelijke medewerkers ook pas sinds die periode volwaardig en gereglementeerd aan de slag konden binnen de fracties. Het is dus niet verbazingwekkend dat er in het deelarchief van de wetenschappelijke medewerkers 193 Zie Fractiearchief van CVP-CD&V in de Vlaamse decreterende instellingen, II.

Page 69: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

69

weinig stukken ouder dan 1988 terug te vinden te zijn. Daarnaast is het niet uitgesloten dat er dossiers in de archieven van politieke mandatarissen zijn afgedwaald, of dat vroegere dossiers helemaal verloren zijn gegaan. Verslagen van de fractievergaderingen ten tijde van de Cultuurraad zijn er wel vanaf 1972, waardoor dit archief als vollediger beschouwd moet worden, aangezien het fractiebureau en het FBPR wellicht pas later ontstaan zijn. Bescheiden van de eerste Vlaamse Gewestraad ontbreken dan weer.

Na 1997 vermindert het aantal stukken opnieuw. De verzameldecreten inzake het onderwijsbeleid kunnen hierbij als indicator dienen. Onder de inventarisnummers 420 tot 426 steken de dossiers met betrekking tot de eerste zeven grote onderwijsdecreten, die de periode 1989 tot 1996 bestrijken. In maart 2006 werd ondertussen het zestiende verzameldecreet door de Vlaamse Regering goedgekeurd194. De dossiers over de laatste negen verzameldecreten zijn dus nog niet overgedragen aan het Kadoc, dat bij overdrachten zelden afgelijnde grote blokken ontvangt. De vraag of de dossiers van de wetenschappelijke medewerkers over die onderwijsdecreten in het bijzonder en over de decreetgeving sinds pakweg 1997 in het algemeen zich nog in de archiefruimte van de fractie bevinden, is nog een ander paar mouwen. Dit is net de periode waarin steeds meer bestanden digitaal werden aangemaakt, geklasseerd en bijgehouden. Ook de series vergaderstukken van het fractiesecretariaat dateren voor het merendeel van de overgedragen archiefbescheiden van voor 1996.

De snelheid waarmee een fractie moet reageren op de politieke agenda en de complexiteit van onderhandelingen over politieke materies zijn verantwoordelijk voor een archiefvorming, die veel chaotischer verloopt dan binnen een gewone administratie. Zo is er vaak weinig inwendige orde in de dossiers van de wetenschappelijke medewerkers. Bijgevolg kan ook van deze stukken vermoed worden dat ze onvolledig en weinig coherent werden overgedragen. In de praktijk lijkt dit echter in de meeste gevallen weinig waarschijnlijk, aangezien de stukken zich vaak ongeschoond in het originele verpakkingsmateriaal bevonden.

Het archief reflecteert eigenlijk niet de volledige besluitvorming van de Vlaamse decreetgeving, want daarvoor moet verwezen worden naar de officiële stukken van het Vlaamse Parlement en haar voorlopers. De archiefbescheiden van de fractie bevatten veeleer informatie over de eerste vormgeving van teksten van voorstel van decreet, correspondentie ter onderhandeling of teksten ter inspiratie van die teksten en beknopte verslagen van de verschillende vergaderingen van de fractie over de voorliggende materies. De voorbereiding van aanpassingen en de amendementen kunnen eveneens gedocumenteerd zijn. Briefwisseling met het middenveld over een voorliggende problematiek komt vaak terug, om een decreet vorm te laten krijgen. De vele vergaderstukken weerspiegelen niet alleen het overleg over de strategie en de houding van de fractie op het politieke toneel, maar geven soms ook de inhoud van wat als “brainstormsessies” bestempeld kunnen worden over een complexe materie. 194 “Onderwijsdecreet XVI vereenvoudigt regels en maakt samenwerking gewoon en buitengewoon onderwijs makkelijker.” http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2006p/0310-onderwijsdecreet.htm (10/3/2006).

Page 70: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

70

Hun betrokkenheid op concrete materies maakt archiefbescheiden van fractiearchief net zo interessant. Het archief van een politieke partij bevat in principe veeleer strategische en ideologische informatie in vergelijking met de beleidsfuncties van decreetvoorbereiding en controle op de regering die een fractie uitoefent. Een onderzoeker met interesse voor het ontstaan van een concrete regelgeving of een burger op zoek naar een verantwoording van het beleid en de houding van politici in het parlement tegenover een materie, zal in fractiearchief inlichtingen vinden over hoe de “partij in parlement” een concreet probleem heeft ervaren, hoe ze die intern heeft bediscussieerd, en waarom ze welke houding heeft aangenomen. De CVP-CD&V, één van de grootste politieke partijen in Vlaanderen, heeft tijdens de langzame federalisering van België veel verwezenlijkt op de bevoegdheidsgebieden van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest. De fractie is daarbij één van de actiefste spelers geweest op het parlementaire forum. Haar rol moet echter ook in proportie gezien worden: de kabinetten van (CVP-)ministers en de (CVP-)partijtop hadden in de meeste materies een stuk meer macht zodat het aandeel van de CVP-CD&V-fractie in het beleid over de Vlaamse Gemeenschap en over het Vlaamse Gewest niet overschat mag worden195. De rol van wetenschappelijke medewerkers, die achter de schermen van het Vlaams Parlement en haar voorlopers onderhandelen over het opstarten of aanpassen van een concreet decreet in overleg met de intermediaire structuren, mag ons inziens echter niet onderschat worden. Hun overleg met de desbetreffende sector dient vaak, in eventuele samenhang met de medewerkers op het ministerieel kabinet, als wegbereider voor het zoeken naar concrete maatstaven in reglementeringen die in een decreet kunnen worden opgenomen.

• Over het belang van fractiearchief in brede zin

“L’histoire réclame la conservation”196, werd in één van de eerste archiefwetten gesteld na de Franse Revolutie. De vraag of de vele bulkdossiers die een universitaire medewerker aanlegt ook weldegelijk een selectie kunnen doorstaan als de “historische waarde” als criterium wordt gehanteerd, is echter niet altijd éénduidig. Hier is bovendien naast de historische waarde ook een andere motivatie aan de orde, die valt onder termen van de “nieuwe politieke cultuur”, waarbij vooral openbaarheid van bestuur en transparantie van het beleid tegenover de burgers in rekenschap gebracht moeten worden. Als een parlementaire instelling volledig en volwaardig ten dienste staat van de burger, die kritisch de rol van kiezer op zich heeft genomen, dan moet ze ook haar democratische gezag legitimeren197. Geheime overeenkomsten tussen de politieke actoren en beslissingen nemen over de hoofden van de

195 Zie ook MAES, R., red. Democratie, Legitimiteit, Nieuwe Politieke Cultuur. Leuven, 1997, 25-28. 196 “Instructions préliminaires.” Ordonnantie van 5 germinal VI (25 maart 1798) van de minister van Financiën betreffende de schifting van archief in het Archiefwezen van de Verenigde Departementen. WYFFELS, F. De archiefwetgeving van de Franse periode 1788-1814. Brussel, 1987, 69. 197 Dit is ten zeerste noodzakelijk wanneer de politici de burger willen beschouwen in hun “nieuwe politieke cultuur” als een sociaal verantwoordelijke producent van maatschappelijke meerwaarde. Zie MAES, R., red. Democratie, Legitimiteit, Nieuwe Politieke Cultuur, 91- 105 en elders.

Page 71: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

71

mensen heen worden niet langer zomaar geaccepteerd door de steeds kritischer wordende burgergemeenschap. Die burgers willen niet alleen een kwalitatief goed bestuur in ruil voor hun belastingsgeld, maar willen ook dichter betrokken worden bij een transparant beleid door meer overleg en inspraak.

Archiefmateriaal heeft hierbij het grote nadeel dat ze deze democratische legitimatie slechts met terugwerkende kracht mee kan helpen vervullen. Vooraleer de burger de politieke verantwoordelijken kan evalueren aan de hand van hun bestuursdocumenten, is er met name een overdracht naar en een deskundige en essentiële ontsluiting in een archiefinstelling nodig. Pas daarna kunnen de archiefbescheiden aan de burger ter beschikking gesteld kunnen worden. Zoniet zijn de grote hoeveelheden documenten niet alleen onvatbaar voor de burger, maar ook ontoegankelijk. Een vlugge inventarisatie en terbeschikkingstelling van het archief staat of valt echter steeds met een degelijke archiefzorg én -beheer door de archiefvormer zelf. Dat deze dynamische fase veel beter kan in het geval van politieke fracties, kwam duidelijk tot uiting in deze verhandeling. Door een volledig gebrek aan dwingende wetgevende maatregelen, dreigen - ironisch genoeg - de archiefbestanden van de privaatrechtelijke verenigingen van wetgevers verloren te gaan of verminkt te worden. De grote privaatrechtelijke instellingen hebben in feite te weinig stokken achter de deur om een degelijke archiefvorming en een verantwoord dynamisch archiefbeheer te eisen van de politieke fracties. Verder onderzoek zou kunnen uitwijzen hoe het zit bij de nog machtigere ministeriële kabinetten.

Archiefbestanden van politieke fracties bieden ook voordelen in het licht van de

‘nieuwe politieke cultuur.’ Een archiefbestand van een politieke fractie biedt namelijk een compleet overzicht van het geheel aan maatregelen die een fractie, de vertegenwoordigers van een grote groep kiezers, heeft voorbereid en opgevolgd. Het archief legt bovendien ook de manier waarop dat beleid tot stand is gekomen bloot: de burger kan ontrafelen met wie de fractie heeft overlegd in heikele dossiers, wie volwaardige inspraak heeft gehad en wie welke (cruciale) beslissingen genomen heeft. De burger moet echter wel steeds uitgaan van een concrete materie waarvoor hij een grote belangstelling heeft: zoniet zal hij verdwalen in de grote hoeveelheid vaak technische bestuursdocumenten.

Deze openbaarheid van bestuursdocumenten moet daarnaast steeds gebeuren in nauwe overweging met de regelgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de vertrouwelijkheid van documenten. Hierdoor moét de beslotenheid van de archieven niet meteen door een revolutie van een openbaarheid van een transparant beleid ongedaan gemaakt worden. De huidige toestand inzake archiefzorg en –beheer van de Vlaamse politieke fracties staat echter een stuk verder van deze idealistische droom over een grotere toeganke-lijkheid van de archieven van politieke fracties. Door praktische beslommeringen, maar ook door een grote laksheid, worden de fractiearchieven bij ons sterk verwaarloosd. Hen overlaten aan een privaatrechterlijk statuut zonder een duidelijke (bindende) regelgeving voor hun

Page 72: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

72

bewaring, beheer en overdracht zorgt duidelijk voor een verwaarlozing van de verantwoordelijkheid die politieke fracties op dit gebied zouden moeten dragen.

De bestudering van politieke fracties in de context van de geschiedenis en de politieke wetenschappen werd vooralsnog door beide partijen links gelaten. Vaak worden fracties als de zwakke broertjes beschouwd tussen de machtigere partijbureaus en ministeriële kabinetten. Stilaan wordt enerzijds wel erkend dat het bestuderen van de activiteiten en de besluitvorming van een fractie meer dan een schijnbaar nutteloos tijdverdrijf zou zijn. “Precisely because of their irrelevance, the study of the ‘weak’ parliamentary party groups is worthwhile, as it further illuminates the degeneration of the Belgian polity from a parliamentary monarchy to an oligoplastic partitocracy198.” Anderzijds moet worden vastgesteld dat het parlementaire leven vandaag moeilijk ingebeeld kan worden zonder politieke fracties. De werkzaamheden van een parlement worden aangegeven door de erkende fracties en de ministeriële kabinetten. De fracties spelen bovendien ook inhoudelijk een cruciale rol door het stroomlijnen van het stemgedrag. Ze zijn bovendien meer dan het verlengde van de politieke partijen in het parlement. Uitzonderlijk verkondigt de fractie zelfs een andere mening dan de partij, omdat ze dichter betrokken zijn bij de besluitvorming of omdat ze in een directer contact met een drukkingsgroep of organisatie stonden.

De parlementaire rol wordt tegenwoordig misschien wat geminimaliseerd op het complexe politieke studieveld, maar dit betekent niet dat ze geen interessant onderwerp kan zijn voor een studie van historische of politiekwetenschappelijke aard. Eén van de redenen waarom de interesse er tot nu toe ook weinig is geweest, is net omdat er weinig tot geen bronnen voor handen waren om de studie op te baseren. Archieven zijn steeds de bron bij uitstek om een instelling te bestuderen. In het geval van een politieke fractie, geldt deze stelling nog meer, omdat het archief een blik achter de geheimzinnige coulissen van het parlement toelaat. Een buitenstaander heeft weinig besef van de precieze werking van een politieke fractie. De methode van werken met de universitaire medewerkers bleef, hoewel ze van recente makelij is, lang verhuld voor de burger ondanks de tendens tot openbaarheid van bestuur. Het overleg met organisaties en drukkingsgroepen op het veld wordt eveneens door die wetenschappelijke medewerkers georganiseerd en bijgehouden. Tot slot functioneren de vele beleids- en werkgroepen die de fracties oprichten, vaak als cruciale denktanken om een voorstel of zelfs ontwerp van decreet te formuleren. Het concluderende overleg gebeurt in de interne bijeenkomsten, waarvan de fractievergadering als belangrijkste genoemd kan worden.

198 DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.”, 124.

Page 73: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

73

VI. Bibliografie

• Archiefbestanden199 ADVN (Archief-, Documentatie- en Onderzoekscentrum voor het Vlaams Nationalisme) Archief Frans Van der Elst (circa 1940-1997). Archief Paul Van Grembergen (1969-2004). Archief Willy Kuijpers (circa 1970-2000). Archief Volksunie (1956-2001). Archief Volksunie Fractie Vlaamse Raad (1970-1999). Archief Volksunie Kamerfractie (1977-1991). Kadoc (Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving) Archief Frank Swaelen (1967-2000). Archief Jos Chabert (1981-2004). Archief van de CD&V-Senaatsfractie (1967-1999). Archief van de CD&V-Kamerfractie (1982-2001). Archief van de CD&V-fractie in het Vlaams Parlement (1970-2004).

• Artikelen, boeken en verhandelingen “Les partis et les groupes.” Res Publica, 15 (1973) nr. 5, 1013-1029. “De politieke fracties in beeld.” De Kamer.be, 5 (2005) 4-8. ADRIAENSEN, K. Voorstel tot ordening van het dynamische archief van de VU&ID21-fractie. Eindverhandeling Archivistiek VUB. Brussel, 2000. ASPESLAGH, P. Redt de discipline het Parlement? Partijtucht binnen de politieke groepen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers (1936-1939). Eindverhandeling Lic. Mod. Gesch. KUL. Leuven, 2005. BAETEMAN, M. VAN IMPE, H. De Vlaamse Raad. Het ontstaan, de groei en de betekenis van het Vlaamse Parlement. Antwerpen, 1985. BAETEMAN, M. DE WINTER, L. LEUS, K. VAN NIEUWENHOVE, J. VENY, L. Het federale België in de praktijk: de werking van de wetgevende vergaderingen na de verkiezingen van 21 mei 1995. Brugge, 1996. BALTHAZAR, H. “De ontwikkeling van de particratie voor de Tweede Wereldoorlog.” In: Res Publica (1980), 9-22. BEKE, W. CLAES, L. VINTS, L. De ziel van een zuil: de Christelijke Volkspartij 1945-1968. KADOC-Studies XXX. Leuven, 2005.

199 In vele gevallen werd enkel de inventaris of plaatsingslijst onder de loep genomen.

Page 74: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

74

BUCHSTAB, G., ed. Das gedächtnis der Parteien : Parteiarchive in Europa. Conference of the section of archives and archivists of parliaments and political parties in the International council on archives, Prague, 18-20 November 1994. Sankt-Augustin, 1994. BUCHSTAB, G. Parteien im Parlament : Fraktionsakten in europäischen Partei- und Parlamentsarchiven. Conference of the section of archives and archivists of parliaments and political parties in the International council on archives, Budapest, 17-19 november 1995. Sankt-Augustin, 1995. BUCHSTAB, G. SCHREINER, R. Archivalien von Mitgliedern und Fraktionen des Europäischen Parlaments in Archiven der Mitgliedsländer : Kurzübersicht. Sankt-Augustin, 1997. BUCHSTAB, G. SCHREINER, R. Archives of members and parliamentary groups of the European parliament in archives of member states. Inventory. Sankt-Augustin, 2003. BUDGE, I. HOFFERBERT, R.I. KLINGEMAN, H.D. Parties, policies and democracy. Boulder, 1994. COENJAERTS, H. De CVP-staat. Berchem, 1979. COPPENS, H. DESMAELE, B. SCHOUPS, I. Richtlijnen voor de studie van de Belgische ministeries als archiefvormende instanties. Miscellanea archivistica, Manuale IX. Algemeen Rijksarchief Brussel, ed. Brussel, 1995. COPPENS, H. De ontsluiting van archieven. Richtlijnen en aanbevelingen voor de ordening en beschrijving van archieven in het Rijksarchief. Miscellanea archivistica, Manuale XXI. Brussel, 1997. COPPENS, H. Archiefterminologie. Nederlandse versie van de ‘Terminiologie archivistique aux Archives de l’Etat en Belgique (1994), aangevuld met lijsten van redactionele vormen, ontwikkelingsstadia en uiterlijke vormen uit Archiefterminologie (1990) en met verwijzing naar ‘Arcjhiefterminologie voor Vlaanderen en Nederland’ (2003) (Miscellanea Archivistaica. Manuale, 49), Brussel, 2004. CRAEYBECKX, J. MEYNEN, A. WITTE, E. Politieke Geschiedenis van België van 1830 tot heden. Antwerpen, 1997. DAELEMANS, F. VANRIE, A. “De archieven van politieke partijen, syndicaten, politici en hun kabinetten in West-Europa.” Archief- en bibliotheekwezen in België, LX (1989), 3-4. Brussel, 1989. DE BATSELIER, N. Levende democratie. De kracht van een parlement in de 21ste eeuw. Bijdragen over de werking van het Vlaams Parlement in opdracht van het Uitgebreid Bureau van het Vlaams Parlement. Tielt, 2004. DE CONINCK, S. Een structuurstudie van het conglomeraatarchief BSP (nationaal nummer 75 in AMSAB-ISG) ter voorbereiding op verdere ontsluiting. Eindverhandeling Archivistiek VUB. Brussel, 2003.

Page 75: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

75

DE COSTER, G. Het inventariseren van archieven en verenigingen die verwant zijn aan een politieke partij. Casus: het archieffonds van een aantal liberale verenigingen met zetel in het Antwerpse Liberale Huis. Eindverhandeling Archivistiek VUB. Brussel, 1995. DE CROO, H. HUENENS, R. Het Parlement aan het werk. Brussel, 1966. DE CROO, H. “De fractieleider. Knelpunt of knooppunt in het parlementair gebeuren?” Res Publica, 1980, 1-2, p145-146. DEGRYSE, K. Biografisch lexicon van het Vlaams Parlement. Brussel, 1995. DEGRYSE, K. Biografisch lexicon van het Vlaams Parlement. Brussel, 1999. DELMOTTE, T. Opgang en rol van het partijstudiecentrum: CEPESS als case. Eindverhandeling Licenties Politieke en Sociale Wetenschappen. Leuven, 1997. DELWIT, P. DE WAELE, J.-M., eds. Les partis politiques en Belgique. Brussel, 1996. DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen. Stichting Archiefprublicaties, ed. ’s-Gravenhage, 2003. DEPAUW, S. DEWACHTER, W. THOMAS, I. Afscheid van het laatste dubbelparlement. Leuven, 1997. DEPAUW, S. Rebellen in het parlement. Fractiecohesie in de Kamer van Volksvertegenwoordigers (1991-1995). Leuven, 2002. DEPAUW, S. DEWACHTER, W. Een halve eeuw partijbureau in België. Leuven, 2005. DE RIDDER, C. DEWEERDT, M. DILLEMANS, R. Wegwijs politiek. Leuven, 1994. DESCHOUWER, K. Politieke partijen in België. Antwerpen, 1987. DESCHOUWER, K. “Belgium.” In: KATZ, R. MAIR, P., eds. Party Organizations. A Data Handbook on Party Organizations in Western Democracies 1960-1990. Londen, 1992, 121-189. DESCHOUWER, K. Organiseren of bewegen? De evolutie van de Belgische partijstructuur sinds 1960. Brussel, 1993. DESCHOUWER, K. HOOGHE, M. Politiek: een inleiding in de politieke wetenschappen. Amsterdam, 2005. DEWACHTER, W. Besluitvorming in politiek België. Leuven, 1995. DEWACHTER, W. DUMONT, G.H. DUMOULIN, M., e.a. Tussen Staat en Maatschappij. Christen-democratie in België (1945-1995). Tielt, 1995. DEWACHTER, W. De mythe van de parlementaire democratie. Een Belgische analyse. Leuven, 2001.

Page 76: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

76

DE WINTER, L. DUMONT, P. “PPGs in Belgium. Subjects of partitocratic dominion.” In: HEIDAR, K. KOOLE, R., red. Parliamentary Party Groups in European Democracies. Political Parties behind closed doors. Londen-New York, 2000, 106-129. FALTER, R. Tweedracht maakt macht: wegwijs in het federale België. Tielt, 1994. GERARD, E. Documenten over de katholieke partijorganisatie in België 1920-1922 en 1931-1933. Interuniversitair centrum voor hedendaagse geschiedenis, XCI. Leuven, 1981. GERARD, E. VAN DEN WIJNGAERT, M. In het teken van de regenboog: geschiedenis van de Katholieke Partij en van de Christelijke Volkspartij. Antwerpen, 1985. GERARD, E. De Katholieke Partij in crisis. Partijpolitiek leven in België (1918-1940). Leuven, 1985. GERARD, E. VAN HECKE, S. Christian democratic parties in Europe since the end of the Cold War. Kadoc Studies on religion, culture and society. Leuven, 2004. GODDERIS, J. Zaadjes voor de toekomst. Bouwstenen voor een digitaal archiefbeleid bij Groen!. Eindverhandeling Archivistiek VUB. Brussel, 2005. GOOSSENS, M. Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement 1970-1995. Kapellen, 1995. GOOSSENS, M. Dertig jaar Vlaams Parlement: historiek en dynamiek van een parlementaire instelling 1971-2001. Kapellen, 2002. HEIDAR, K. KOOLE, R. “Approaches to the study of parliamentary party groups.” In: HEIDAR, K. KOOLE, R., red. Parliamentary Party Groups in European Democracies. Political Parties behind closed doors. Londen-New York, 2000. HEYRMAN, P. “De katholieke en christen-democratische partijen.” In: VAN DEN EECKHOUT, P. VANTEMSCHE, G.,red. Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, 19de-20ste eeuw. Brussel, 1999, 720-738. HYMANS, P. Pages Libérales. Brussel, 1936. HYMANS, P. Mémoires. VAN KALKEN, F. BARTIER, J., ed. Brussel, 1958. JACQUEMIN, N. VAN DEN WIJNGAERT, M. O dierbaar België. Ontstaan en structuur van de federale staat. Antwerpen, 1996. LAPALOMBORA, J. WEINER, M. “The Origin and Development of Political Parties.” In: LAPALOMBORA, J. WEINER, M. Political Parties and Political Development. Princeton, 1966, 3-42. LAUREYS, V. “Party and Political Archives in Belgium” Archief- en bibliotheekwezen in België, 1993, 129-140.

Page 77: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

77

LAUREYS, V. “The archives of the parliamentary political groups in Belgium.” In: BUCHSTAB, G. Parteien im Parlament : Fraktionsakten in europäischen Partei- und Parlamentsarchiven. Conference of the section of archives and archivists of parliaments and political parties in the International council on archives, Budapest, 17-19 november 1995. Sankt-Augustin, 1995, 19-22. LEUS, K. VENY, L., red. Het federale België in de praktijk. De werking van de wetgevende vergaderingen na de verkiezingen van 21 mei 1995. Brugge, 1996. LUYKX, T. PLATEL, M. Politieke Geschiedenis van België. II: van 1944 tot 1985. Antwerpen, 1985. MAES, R., red. Democratie, Legitimiteit, Nieuwe Politieke Cultuur. Leuven, 1997. MERTENS, J. “De organisatie van de openbaarheid van bestuur.” Bibliotheek- en archiefgids, LXV (1989), 2, 161-164. MERTENS, J. “Vereisen archief en documentatie een specifieke benadering?” Bibliotheek- en archiefgids. LXV (1989), 3, 298-302. MONDELAERS, N. De Parlementaire Handelingen van de Senaat. Voorstel tot reorganisatie. Onuitgegeven verhandeling. VUB, Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer, 1993. PLATEL, M. Communautaire geschiedenis van België, van 1830 tot vandaag. Leuven, 2004. SCHEPENS, W. De informatisering van het Belgische Parlement: de computer als mogelijke faktor tot herwaardering van de parlementaire arbeid. Eindverhandeling Lic. Communicatieweten-schappen VUB. Brussel, 1988. SMITS, J. “Tussen partij en beweging: de CVP van 1968 tot 1995.” In: DEWACHTER, W. DUMONT, G.H. DUMOULIN, M., e.a. Tussen Staat en Maatschappij. Christen-democratie in België (1945-1995). Tielt, 1995, 142-169. STEENHAUT, W. “Die Bedeutung der parlementarischen Fraktionsarchive für die politischen Parteien und Parlemente am Beispiel der Sozialistischen Partei in Flandern.” In: BUCHSTAB, G. Parteien im Parlament : Fraktionsakten in europäischen Partei- und Parlamentsarchiven. Conference of the section of archives and archivists of parliaments and political parties in the International council on archives, Budapest, 17-19 november 1995. Sankt-Augustin, 1995, 23-27. STENGERS, J. “L’origine de la ‘droite’ et de la ‘gauche’ dans la via politique belge au XIXe siècle.” In : ART, J. FRANÇOIS, L., ed. Docendo discimus. Liber americorum Romain Van Eenoo. Gent, 1999, 675-699. SUELZE, F. Verkennend onderzoek naar de fracties en de fractievoorzitters in de Kamer van Volksvertegenwoordigers vanaf 1962. Eindverhandeling Lic. Pol. Wts. Leuven, 1985.

Page 78: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

78

TIMMERHUIS, F. Handboek Document Management: archiefbeheer, documentatiebeheer, postverwerking, documentautomatisering, internetgebruik. Compleet & praktisch. Rijswijk, 2001. TOEBOSCH, E. Parlementen en reglementen. Brussel, 1991. VAN DEN EECKHOUT, P. “Naoorlogse politieke en syndicale archieven in België.”Archief- en Bibliotheekwezen in België, 1989, 1-40. VAN DEN EECKHOUT, P. VANTEMSCHE, G.,red. Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, 19de-20ste eeuw. Brussel, 1999. VANDENHOVE, L. VAN HAEGENDOREN, M. Het verdriet van Vlaanderen. Over de macht van de katholieke zuil. Antwerpen, 1985. VANDEPUTTE, R. De Christelijke Volkspartij 1944-1988. Wezen en ontwikkeling. Brussel, 1991. VAN ISACKER, P. Tussen staat en volk. Nagelaten mémoires. Antwerpen, 1953. VAN MIERLOO, W. Fractievoorzitters van de Vlaamse partijen: een vergelijkend onderzoek van het carrièreverloop. Eindverhandeling Lic. Pol. Wts. Leuven, 2003. VANSINTJAN, P. De standenvertegenwoordiging in het Nationaal Comité, het Dagelijks Bestuur en het Nationaal Partijbureau van de CVP (1945-1982). Eindverhandeling Lic. Pol. Wts. Leuven, 1984. WITTE, E. “De evolutie van de rol der partijen in het Belgische parlementaire regeringssysteem.” Res Publica (1980), 7-34. WYFFELS, F. De archiefwetgeving van de Franse periode 1788-1814. Brussel, 1987.

• Websites Archief PvdA. Tweede Kamerfractie. http://www.iisg.nl/archives/nl/files/p/10766864full.php (10/07/2006). CD&V Fractie Vlaams Parlement – Ambitie voor Vlaanderen! http://www.cdenv-vlaamsparlement.be/ (11/07/2006). Het archief van de Kamer. http://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=|archive&language=nl&story=location.xml&rightmenu=right. (28/3/2006). Het archief van de Senaat. http://www.senate.be/doc/arch_nl.html (10/7/2006). ODIS. Intermediaire structuren in Vlaanderen 19e-20e eeuw. www.odis.be (11/07/2006).

Page 79: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

79

“Onderwijsdecreet XVI vereenvoudigt regels en maakt samenwerking gewoon en buitengewoon onderwijs makkelijker.” http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2006p/0310-onderwijsdecreet.htm (10/3/2006). Recht voor iedereen. http://users.online.be/~fschram/vind.html (09/07/2006). Vlaams Parlement. www.vlaamsparlement.be (11/07/2006). “Voor een nieuwe federale archiefwet. Actualisering van het VVBAD-standpunt, mei 2004”, www.vvbad.be (28/6/2006).

• Tijdschriften Binnenskamers. Nieuwsbrief van de CVP-kamerfractie. Brussel, 1990-1999. Halfrond. Driemaandelijks tijdschrift van de CVP-fractie in de Senaat. Brussel, 1997-2002. Vlaamse Raadsels. Tijdschrift van de CVP-fractie in de Vlaamse Raad. Brussel, 1992-1995. Voortgezet als Duizendenelf. Tijdschrift van de CVP-fractie in het Vlaams Parlement. Brussel, 1996-1999.

Page 80: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

80

VII. Inventaris fractiearchief van de CVP-CD&V in de Vlaamse wetgevende instellingen

Verantwoording en beschrijving werkzaamheden Het fractiearchief van CVP-CD&V in een groot aantal wanordelijke verhuisdozen wachtte in het gloednieuwe KADOC-2-depot in Heverlee op een eerste ontsluiting. Een eerste gedeelte daarvan werd eind januari 2006 breed uitgesmeerd in een ontsluitingslokaal en werd stap voor stap opgelijst. Het werd al gauw duidelijk dat dit fractiearchief eerder als een conglomeraatarchief beschouwd moest worden. Er werd daarom al gauw een opdeling gedacht. Ten eerste werd het archief van het fractiesecretariaat onderscheiden, waar de meest algemene stukken werden bewaard, en waarvan de bescheiden het diepst zouden worden geïnventariseerd. De grootste hoeveelheid waren de dossiers van de universitaire medewerkers, waarvan een inventaris zou worden opgesteld tot op het niveau van archiefbestanddeel. Indien de archiefvormer zelf zijn dossiers helder had ontsloten, dan kon eventueel dieper ontsloten worden. Tenslotte werden enkele verhuisdozen ontwaard, waarin archief school van verkozen politici. Deze werden eveneens summier opgelijst, maar kunnen misschien makkelijker ondergebracht worden onder het respectievelijke archief van de politicus, om verwarring te vermijden bij de ontsluiting naar het publiek toe. Daarvoor werd schriftelijk contact opgenomen met de drie respectievelijke politici. Elke beschrijving werd eerst op een fichekaart genoteerd, zodat de orde steeds flexibel door elkaar geschud kon worden opdat de oorspronkelijke orde zo dicht mogelijk benaderd zou kunnen worden. De hoeveelheid en de vaak chaotische toestand van het archief belem-merde desalniettemin vaak klare beschrijvingen. Iedere wetenschappelijke medewerker had zijn eigen manier van werken, wat uiteraard implicaties had voor de manier waarop hij of zij haar documenten en archief had opgebouwd. Alleen de oorspronkelijke uiterlijke vorm ver-raadde al veel. De meeste wetenschappelijke medewerkers hadden gewerkt met hangmappen, die vaak ofwel propvol ofwel zo goed als leeg waren. Andere wetenschappelijke medewerkers werkten met volgestouwde dozen en kaften. Vaak school er binnenin een wanorde van persknipsels, brochures, losse aantekeningen, parlementaire stukken of verslagen.

Het werd een uitdaging om hieraan een orde te geven, die de oorspronkelijke orde zo dicht mogelijk kon benaderen. Omwille van die grote omvang en de chaos, werd daarom aanvankelijk gekozen voor een plaatsingslijst200. Uiteindelijk moest echter gesproken worden van een beknopte inventaris tot op het niveau van het archiefbestanddeel. Zoals eerder aangehaald werd het archiefmateriaal van de wetenschappelijke medewerkers per bevoegd-heidsdomein opgedeeld, en niet per individuele archiefvormer, omdat daarvoor onvoldoende informatie beschikbaar was.

200 Een plaatsingslijst is officieel “een staat van beknopte beschrijvingen van archiefbestanddelen in de volgorde waarin zij materieel zijn gerangschikt, onder opgave van hun vindplaats.” DEN TEULING, A.J.M. Archiefterminologie, nr. 158. Een archiefinventaris is “een systematische ingedeelde toegang op een archief of in de tijd begrensd deel ervan, uitgaande van de ordening toegepast door de archiefvormer…” DEN TEULING, A.J.M.. Archiefterminologie, 135.

Page 81: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

81

Opmerkingen De dossiers van Bart Bouciqué met betrekking tot het MAP (Landbouw) verkeerden in een zeer wanordelijke staat na de verhuis. Het was één van de zeldzame keren dat een tafel vol papieren in pure chaos ons tot resoluut ingrijpen in de oude ‘orde’ dreef. Er werd dan ook beslist om series te vormen naargelang de redactionele vorm van de stukken zelf, en dus de inhoud van de hangmappen grondig dooreen te halen. De grote berg persartikels werd hierbij ook naar de prullenbak verhuisd. Er was bovendien geen tijd meer om de stukken dan chronologisch te ordenen. In de inventaris van het archief van de wetenschappelijke medewerkers kunnen soms twee dossiers met een identieke beschrijving voorkomen. Volgens de regels van de archivistiek zou dit niet mogen, maar aangezien het hier altijd gaat over dossiers met betrekking tot dezelfde zaak, maar gevormd door een andere individuele wetenschappelijke medewerker, en vaak ook in een andere periode, werden deze dossiers in de beschrijvingen gescheiden gehouden, om het herkomstbeginsel tot zijn volle recht te laten komen201. Het is bovendien ook heel moeilijk om alle dossiers uit te sluiten van een verband met een ander bevoegdheidsonderverdeling. Zo kunnen de dossiers over de financiering van het milieubeleid zowel onder Milieu en Natuurbehoud geplaatst worden als onder Financiën en Begroting. Hierbij speelt dus opnieuw het herkomstbeginsel een doorslaggevende rol. Voetnoten moeten toekomstige raadplegers wijzen op gelijkaardige bescheiden op andere plaatsen. De nummering liep op vraag van het Kadoc doorlopend, behalve voor de afzonderlijke fractieleden. Dit enerzijds voor het gemak bij het beheer en de eventuele raadpleging als anderzijds om toe te laten het archief van de fractieleden te vervolledigen. Het onderscheid dat de archivistiek maakt tussen een pak en een omslag werd eveneens op vraag van het Kadoc niet gemaakt, hoewel dit aanvankelijk op de fiches wel gehanteerd werd202. Omdat het hier om een beknopte inventaris ging, werd ook weinig structuur ondergebracht in de toegang. Er werd intern wel getracht om orde te scheppen, zowel logisch als chronologisch. De logica en de chronologie lopen hierdoor enkel soms wel in de weg.

Archiefschema I. Archief van het fractiesecretariaat

A. Vergaderstukken van de “interne bijeenkomsten” B. Stukken betreffende de parlementaire werking C. Stukken betreffende de contacten met de partij D. Stukken betreffende de contacten met de studiedienst

201 Zie bijvoorbeeld de dossiers met betrekking tot de opvoeding tot relatiebekwaamheid van de wetenschap-pelijke medewerkers inzake Onderwijs (inventarisnummer 396) of inzake Welzijn (inventarisnummer 478). 202 Normaliter wordt een omslag dikker dan twee cm een pak genoemd. COPPENS, H. De ontsluiting van archieven. Richtlijnen en aanbevelingen voor de ordening en beschrijving van archieven in het Rijksarchief. Brussel, 1997, 361.

Page 82: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

82

E. Stukken betreffende de financiën en boekhouding F. Stukken betreffende het personeelsbeleid203

II. Archief van de wetenschappelijke medewerkers

Per verantwoordelijkheid (de bevoegdheden van de parlementaire commissies): A. Begroting en Financiën B. Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Ondergeschikte Besturen C. Cultuur, Jeugd, Toerisme en Sport …

III. Archief van de fractieleden

In het voorliggende geval: A. Archief fractievoorzitter Guido Verhaegen B. Archief Herman Suykerbuyk C. Archief fractievoorzitter Johan De Roo

203 Stukken betreffende de financiën, de boekhouding of het personeelsbeleid werden niet aangetroffen in het voorliggende fractiearchief, maar het is echter verre van uitgesloten dat dergelijke stukken nog in het semi-statische archief bewaard worden. Het voorgestelde archiefschema werd bij de inventarisatie van het archief van de CVP-CD&V-fractie in de Vlaamse decreetgevende instellingen niet volledig gevolgd, omwille van de overlappende inhoud in de archiefbescheiden van het fractiesecretariaat.

Page 83: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

83

Inventaris van het CD&V-fractiearchief

Deel I: Archief van het fractiesecretariaat. 1972-2004 A. Stukken betreffende de “interne bijeenkomsten” 1.-5. Registers204 van de interne bijeenkomsten van de CVP-mandatarissen. 6 omslagen 1. fractievergadering (FV). 1989-1995. 2. fractiebureau met promotoren en commissievoorzitters (FBPR). 1982-1995. 3. fractiebureau (FB). 1985-1995. 4. vergaderingen van de commissieleden. 1989-1995.

5. Bureau van de Vlaamse Raad uitgebreid met de bureauleden van de fracties. 1991-1995.

6. bijeenkomsten van oud-parlementsleden of “senioren” van de CVP. 1986-1995.

7.-15. Minuten van convocatiebrieven en –telegrammen van de CVP-fractievergadering in de Nederlandstalige Cultuurraad. 1972-1980. 9 omslagen

7. 1972 8. 1973 9. 1974 10. 1975 11. 1976 12. 1977 13. 1978 14. 1979 15. 1980

16.-30. Minuten van convocatiebrieven en vergaderstukken van de CVP-fractievergadering in de Vlaamse Raad. 1981-1995. 15 omslagen

16. 1981 17. 1982 18. 1983 19. 1984 20. 1985 21. 1986 22. 1987 23. 1988 24. 1989 25. 1990 26. 1991 27. 1992 (juni-december) 28. 1993 29. 1994 30. 1995 (jan.-juli)

204 Hiermee wordt een lijst van data van de respectievelijke vergaderingen bedoeld, met sporadisch een beknopte inhoud van het onderwerp van de bijeenkomst.

Page 84: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

84

31.-38. Minuten van convocatiebrieven en vergaderstukken van het fractiebureau in de Vlaamse Raad. 1985-1995. 8 omslagen 31. 1985 (okt.-dec.) 32. 1986 33. 1987 34. 1988 35. 1989 36. 1990 (jan.-maart) 37. 1994 (april-mei) 38. 1995 (jan.-sept.) 39.-49. Minuten van convocatiebrieven en vergaderstukken van het fractiebureau uitgebreid met de promotoren en de commissievoorzitters. 1982-1993. 11 omslagen. 39. 1982 40. 1983 41. 1984 42. 1987 (jan.-mei) 43. 1988 (jan.-april) 44. 1990

45. 1991 46. 1992 47. 1993 48. 1994 49. 1995

50-59. Dossiers met betrekking tot de inhoudelijke en logistieke organisatie van de ‘fractiedagen.’ 1988-1991. 22 omslagen 50. Monumenten, stads- en dorpsgezichten. Bilzen-Rijkhoven, 18 juni 1988. 3 omslagen 51. De toekomst van het secundair onderwijs. Steenokkerzeel, 3 februari 1989. N.B. Met geluidsopnamen op drie cassettes205. 2 omslagen 52. Gemeentelijk Cultuurbeleid. Gent, 11 maart 1989. 2 omslagen 53. Gemeentelijk Sportbeleid. Westerlo, 9 juni 1990. 3 omslagen

54. Een Vlaamse aanpak van het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid. Dilbeek, 4 mei 1991. 3 omslagen

55. Opnieuw een cultuurbeleid voor Vlaanderen. Elewijt, 22 juni 1991. 5 omslagen 56. “Vlaanderen in Europa.” Baarle-Hertog, 1 juni 1991. 1 omslag 57. Leven in een geordend en zorgzaam Vlaanderen. Zemst, 12 december

1992. 1 omslag 58. Studiedag “Hoe officieel is het gemeentelijk onderwijs?” Elewijt, 2 maart

1996. 1 omslag 59. Fractiedag Onderwijs over hervorming ARGO en secundair onderwijs, 2

mei 1997. 1 omslag 60. Vergaderstukken van de “groep van gewezen parlementsleden.” Met adresbestanden.

1986-1995. 1 omslag

205 De audiocassettes werden overgebracht de audiovisuele afdeling van de sectie Archief van het Kadoc.

Page 85: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

85

61. Vergaderstukken van het Bureau van de Vlaamse Raad en de fractievoorzitters. 1982-1983. 1 omslag

62. Kladverslagen van de vergaderingen van CVP-commissieleden en de interne werk- en

beleidsgroepen. 1983. 1 omslag

63. Kladverslagen van de vergaderingen van de wetenschappelijke medewerkers. 1992. 1 omslag

B. Stukken betreffende de parlementaire werking 64. Beknopt tijdsregister van de benoemingen en de regeringsverklaringen van, en de

besprekingen en vertrouwensstemmingen over de Vlaamse Executieve. 1981-1992. 1 omslag

65-68. Overzicht van de stand van zaken in de werkzaamheden van de commissies van de

Vlaamse Raad. 1983-1995. 7 omslagen 65. 1983. 66. 1992. 67. 1993. 68. 1995. 69-71. Overzicht van de politieke aandachtspunten van de fractie. 3 omslagen 69. 1987. 70. 1988-1989. 71. 1990-1991. 72-74. Diverse voorbereidende nota’s van politieke aard bij aanvang van de legislatuur. 1985-

1995. 3 omslagen 72. 1985-1986 . 73. 1988. 74. 1995. 75. Teksten met de standpunten van de CVP-fractie bij het opstellen van de staatshervorming

en het regeerakkoord van 1988. 1987-1988. 1 omslag 76. Stukken betreffende de beknopte interne procedure en aanduiding van mandatarissen.

1991-1992. 1 omslag 77. Voorbereidende teksten voor de parlementaire werking van de fractie in de komende

legislatuur. 1991. 1 omslag 78. Beknopt register van de Openbare Plenaire Vergadering van de Vlaamse Raad. 1988-

1995. 1 omslag 79. Agenda’s van de commissievergaderingen. 1988-1991. 3 omslagen 80. Beknopt register van de commissievergaderingen en vergaderingen van thematische

werkgroepen van de Vlaamse Raad. 1992-1995. 1 omslag

Page 86: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

86

81-83. Dossier met betrekking tot de redactie van een katern in het christen-democratisch

weekblad ZEG door de fractie ter promotie van het parlementaire werk. 1992-1993. 3 omslagen

81. De CVP werkt voor Vlaanderen. Bijlage bij ZEG-Kaders. 1992. 82. Begrotingsdebat. 1992. 83. Eén jaar Vlaams beleid. 1993.

84. Dossier ter vergaring van een adresbestand voor het rondzenden van het tijdschrift

Vlaamse Raadsels. 1992. 2 omslagen 85-86. Kopieën van de notulen, agenda’s en persmededelingen van de Vlaamse Executieve,

bestemd voor het fractiesecretariaat. 1993-1994. 6 omslagen 85. 1993 86. 1994 87-90. Fractieflash. Berichten voor de leden en de medewerkers van de CVP-fractie in het

Vlaamse Parlement. 1996-1998. 87. 14/3/1996-17/7/1996. (9 nrs.) 1 omslag 88. 5/9/1996-15/7/1997. (22 nrs, onvolledig) 1 omslag 89. 15/10/1997-15/7/1998. (18 nrs., onvolledig) 1 omslag 90. 16/6/1999 1 stuk 91-102. Kopieën van de door de fractieleden ingediende 12 omslagen 91. Actuele vragen. 2002-2003. 92. Actuele vragen. 2003-2004. 93. Interpellatieverzoeken. 2002-2003. 94. Interpellatieverzoeken. 2003-2004. 95. Vragen om uitleg. 2002-2003. 96. Vragen om uitleg. 2003-2004. 97. Met redenen omklede moties. 2002-2003. 98. Met redenen omklede moties. 2003-2004. 99. Voorstellen van resolutie. 2002-2003. 100. Voorstellen van resolutie. 2003-2004. 101. Voorstellen van decreet. 2002-2003.

102. Voorstellen van decreet. 2003-2004.

C. Stukken betreffende de contacten met de partij 103. Convocatiebrieven van het CVP-partijbestuur aan fractiesecretaris Jean-Paul

Schietecatte.1986-1995. 1 omslag 104. Beknopte agenda met betrekking tot de bespreking van de politieke actualiteit in het

Partijbureau. 1990-1994. 1 omslag 105. Stukken betreffende gebeurtenissen binnen de CVP (o.a. overlijden Daniël Coens, CVP-

congressen, voorzitterschap Johan Van Hecke, …) . 1992-1996. 1 omslag

Page 87: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

87

106. Dossier met betrekking tot diverse antwoorden van de fractie op allerhande vragen om inlichtingen van burgers en organisaties. 1993-1994. 1 omslag

107. Dossier met betrekking tot de opbouw van het CVP-programma. 1995. 2 omslagen 108. Stukken betreffende de Vlaamse doelstellingen in de volgende staatshervorming volgens

de fractie. 1999-2003. 1 omslag 109. Stukken betreffende de Tweede Vlaamse Conferentie, getiteld “Vlaanderen, kom uit uw

schelp” als forum voor organisaties voor het brede middenveld en diverse actoren in de aanloop voor de federale verkiezingen van 2003. 2003. 1 omslag

D. Stukken betreffende de contacten met de studiedienst 110. Register van de CEPESS-commissies en werkgroepen. 1983-1986. . N.B. Onvolledig. 1 omslag 111. Vergaderstukken van de CEPESS-Commissie Vlaamse Regionale Aangelegenheden. (Bosbeleid en Waterbeleid). 1981-1984. 1 omslag 112. Vergaderstukken van de CEPESS-Commissie Migranten. 1981-1983. 1 omslag 113. Vergaderstukken van de CEPESS-Werkgroep Onderwijs. 1981-1983. 1 omslag 114. Vergaderstukken van de CEPESS-Subcommissie Openbare Kredietinstellingen. 1982. 1 omslag 115. Convocatiebrief aan Jean-Paul Schietecatte over de bijeenkomst binnen CEPESS over het Kadoc en het “archiefdecreet.” 1984. 1 stuk

Page 88: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

88

Deel II: Archief gevormd door de wetenschappelijke medewerkers. (1970-2001) A. Begroting en Financiën206 116-123. Dossiers met betrekking tot het ontwerp van decreet tot begroting van Vlaamse Gemeenschap en Gewest voor begrotingsjaren 1989-1999. 13 omslagen N.B. Onvolledig. 116. 1989. 117. 1990. 118. 1991. 119. 1995. 120. 1996. 121. 1996-1998. 122. 1998. 123. 1999. 124. Stukken betreffende de begrotingen van 1996-2000. 1995-2000. 1 omslag 125. Dossier met betrekking tot het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting van 1999 (het zogenaamde ‘programmadecreet’). 1999. 1 omslag 126. Stukken betreffende de begroting van 2001. 2000-2001. 1 omslag 127. Dossier met betrekking tot de begrotingshervorming op federaal niveau. 1989-1991. 4 omslagen 128. Dossier met betrekking tot de voorafbeelding van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en de beheerscontrole van het Rekenhof. 1994-1999. 1 omslag 129. Dossier met betrekking tot de fiscale autonomie van Vlaanderen. 1995-2000. 1 omslag 130. Dossier met betrekking tot de begrotingsnormering. 1995-1998. 1 omslag 131. Dossier met betrekking tot de werking en de bevoegdheden van het Rekenhof ten opzichte van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap. 1996-2000. 1 omslag 132. Dossier met betrekking tot de begrotingstheorie. 1996. 1 omslag 133. Stukken betreffende de subcommissie Financiën en Begroting. 1991-2000. 1 omslag 134. Vergaderstukken van de subcommissie Financiën en Begroting. 1993-1994. 1 omslag 135. Stukken betreffende het beleid inzake risicokapitaal en financiële participatie. 1995.

1 omslag

206 Archiefvormers van deze archiefafdeling waren de wetenschappelijke medewerkers Danny Van Assche, Helga De Baets en Francis Verpoucke.

Page 89: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

89

136. Dossier met betrekking tot belastingen op kansspelen en weddenschappen. 1996-1999.

1 omslag 137. Dossier met betrekking tot kijk- en luistergeld op campings. 1996-1997. 1 omslag 138. Stukken betreffende de CVP-kritiek op het financieel-economische beleid van de federale en gewestelijke regering. 1999-2000. 1 omslag 139. Dossier met betrekking tot de federale beleidsverklaring en de begroting van de regering Verhofstadt I. 1999. 1 omslag 140. Stukken betreffende het gebouwenpatrimonium van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap. 1996-1997. 1 omslag B. Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Ondergeschikte Besturen207 141. Convocatiebrieven en vergaderstukken van de CVP-beleidsgroep Binnenlandse Aangelegenheden. 1981-1983. 1 omslag 142. Rapporten, nota’s en persknipsels met betrekking tot het Fonds Nothomb. 1982-1989. 1 omslag 143. Dossier met betrekking tot het ontwerp van decreet tot vaststelling van de regelen inzake de omslag van het deel van het Gemeentefonds dat aan de gemeenten van het Vlaams Gewest toevalt. 1985-1986. 1 omslag 144. Dossier met betrekking tot het Provinciefonds, het Gemeentefonds en de intercom-munales. 1987-1988. 1 omslag 145. Convocatiebrieven van de CVP-commissieleden Binnenlandse Zaken en Ambtenaren-zaken. 1989-1994. 1 omslag 146. Dossier met betrekking tot het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn. 1989-1994. 1 omslag 147. Verslagen van de Commissie Binnenlandse Aangelegenheden en Openbaar Ambt. 1989-1990. 1 omslag 148. Dossier met betrekking tot het voorstel van decreet houdende toekenning aan regionale en lokale besturen van toelagen voor het organiseren van participatiebegeleiding. 1989-1990. 1 omslag 149. Dossier met betrekking tot het beheer van de verschillende bonuskansarmoedefondsen. 1989-1990. 1 omslag

207 Archiefvormers van deze archiefafdeling waren onder andere fractiesecretaris Jean-Paul Schietecatte en de wetenschappelijke medewerkers Danny Van Assche en Francis Verpoucke.

Page 90: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

90

150. Dossier met betrekking tot het Vlaams Financieringsfonds (voordien Fonds Nothomb) en de financiële situatie van Vlaamse grootsteden, vanuit de CVP-beleidsgroep Binnenlandse Aangelegenheden. 1989. 1 omslag 151-153. Convocatiebrieven en vergaderstukken van de CVP-Beleidsgroep Binnenlandse Aangelegenheden betreffende het Gemeentefonds, het Gemeentedecreet, OCMW’s, het Investeringsdecreet en de financiële problemen van de grondsteden. 1989-1991. 3 omslagen 151. 1989. 152. 1989-1990. 153. 1990-1991. 154. Dossier met betrekking tot het voorstel van decreet tot instelling van een informatierecht en een verhaalmogelijkheid voor gemeenten op wiens grondgebied openbare werken worden uitgevoerd door of op initiatief van de Vlaamse Gemeenschap. 1991. 1 omslag 155. Dossier met betrekking tot het materiële en financiële beheer van de DAB’s of Diensten met Afzonderlijk Beheer door middel van beheersovereenkomsten. 1996-1999. 1 omslag 156. Dossier met betrekking tot de procedures tot de oprichting van serviceflats voor bejaarden door BEVAK NV Service Flats Invest. 1997-1999. 1 omslag 157. Dossier met betrekking tot het voorstel van resolutie betreffende de toepassing en de evaluatie van de regelgeving inzake de subsidiëring van de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. 1997-1998. 1 omslag 158. Dossier met betrekking tot het voorstel van resolutie betreffende de aanwending van de vastleggingsmachtiging van het FEERR-MGO208. 1997-1998. 1 omslag 159. Dossier met betrekking tot de beheersovereenkomst met De Lijn voor 1997-2001. 1998-1999. 1 omslag 160. Dossier met betrekking tot de aanbevelingen van het Rekenhof en het Instituut voor de overheid tot een effectief en transparant subsidiebeleid en -beheer in de Vlaamse Gemeenschap. 1998-1999. 1 omslag C. Cultuur, Jeugd, Sport en Toerisme (met Werkgroep Vrouw en Maatschappij en Werkgroep Ontzuiling)209 a) Cultuur 161. Vergaderstukken van de Nationale Commissie voor het Culturele Patrimonium. 1962. 1 omslag 162. Dossier met betrekking tot het sociaal-cultureel vormingswerk. 1975-1991. 1 omslag

208 Het FEERR staat hierbij voor het Fonds voor Economische Expansie en Regionale Reconversie, terwijl MGO de afkorting is voor middelgrote en grote ondernemingen. 209 De belangrijkste archiefvormers inzake Cultuur waren de wetenschappelijke medewerksters Tine Nottebaert, Els Buelens, Ilse Van Eetvelde en fractiesecretaris Jean-Paul Schietecatte.

Page 91: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

91

163. Nota’s voor de commissie buitenlands cultureel beleid. 1977-1978. 1 omslag 164. Convocatiebrieven van allerlei vergaderingen met betrekking tot het culturele beleid. 1981-1982. 1 omslag 165. Stukken betreffende de bijeenkomsten van de commissieleden Cultuur van de CVP. 1984-1988. 1 omslag 166. Dossier met betrekking tot het algemene culturele beleid. 1985-1992. 1 omslag 167. Dossiers met betrekking tot de verschillende CVP-voorstellen van decreet inzake het cultuur- en sportbeleid. 1986-1992. 3 omslagen 168. Stukken betreffende de bescherming van monumenten en landschappen. 1986. 1 omslag 169. Dossier met betrekking tot de vaste boekenprijs. 1988-1998. 1 omslag 170. Dossier met betrekking tot de bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten. 1988. 1 omslag 171. Dossier met betrekking tot het voorontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 19 juni 1978 betreffende het Nederlandstalige openbare bibliotheekwerk. 1989-1994. 3 omslagen 172. Dossier met betrekking tot de werkzaamheden en de verwezenlijkingen van de Commissie Cultuur en van de CVP-fractieleden in verband met Cultuur. 1989-1991. 4 omslagen 173. Briefwisseling in verband met cultuur in naam van verschillende fractieleden. 1989-1992. 1 omslag 174. Dossier met betrekking tot de studiedag van de CVP-fractie Opnieuw een cultuurbeleid voor Vlaanderen op 22 juni 1991 te Elewijt. 1991. 1 omslag 175. Dossier met betrekking tot het literatuurbeleid in Vlaanderen. 1992-1995. 1 omslag 176. Dossier met betrekking tot de CEPESS-werkgroep Statuut van de Kunstenaar. 1992-1995. 1 omslag 177. Dossier met betrekking tot de Beleidsbrief “Letteren” van minister H. Weckx. 1993-1994. 1 omslag 178. Dossier met betrekking tot de Beleidsbrief “Letteren 1996-1999” van minister L. Martens.1996. 1 omslag

Page 92: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

92

b) Sport 179. Vergaderstukken van de commissie voor het jeugdbeleid, permanente vorming, sport en toerisme. 1981. 1 omslag 180. Stukken ter voorbereiding van een Vlaamse sportwetgeving. 1986-1991. 1 omslag 181. Vergaderstukken van de CVP-Beleidsgroep Sport. 1989-1991. 5 omslagen 182. Vergaderstukken van de Beperkte Beleidsgroep Sport. 1989-1991. 1 omslag 183. Dossier met betrekking tot voorstel van decreet A. Leysen houdende de vaststelling van de voorwaarden van erkenning en toekenning van werkingstoelagen aan de sportcentra van de universiteiten en van de instellingen van hoger onderwijs van het lange type. 1989. 1 omslag 184. Dossier met betrekking tot het wetsvoorstel K. Verschueren tot oprichting van een Fonds voor de veiligheid van de sportinfrastructuur. 1989. 1 omslag 185. Stukken van de fractie en de CVP-beleidsgroep Sport betreffende de institutionalisering van het sport- en dopingbeleid. 1990. 1 omslag 186. Dossier met betrekking tot het ontwerp van decreet-Weckx tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties. 1992-1995. 1 omslag 187-189. Dossier met betrekking tot de begroting van BLOSO voor het begrotingsjaar: 3 omslagen

187. 1995. 1994. 188. 1997. 1996. 189. 1998. 1997.

190. Dossier met betrekking tot het CVP-voorstel van decreet tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties. 1998. 2 omslagen 191. Dossier met betrekking tot de onderhandelingen met de SP over het voorstel van decreet tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties. 1998-1999. 3 omslagen c) Jeugd 192. Dossier met betrekking tot de voorbereiding van de decreten betreffende het lokaal jeugdwerkbeleid. 1988-1991. 3 omslagen d) Toerisme 193. Vergaderstukken van de Beleidsgroep Toerisme. 1989-1994. 3 omslagen 194. Dossier met betrekking tot de werking van de Beleidsgroep Toerisme. 1990. 1 omslag

Page 93: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

93

195. Verslagen van de Beperkte Beleidsgroep Toerisme. 1990. 1 omslag e) Werkgroep Vrouw en Maatschappij 196. Dossier met betrekking tot de emancipatie van de vrouw in het politie- en rijkswachtkorps. 1990-1996. 1 omslag 197. Dossier met betrekking tot de opname van de meisjesnamen van samenwonende partners in telefoongidsen. 1994-1996. 1 omslag 198. Inkomende faxen en nota’s gericht aan Ilse Van Eetvelde, met betrekking tot de toetsing van de beleidsbrieven van de ministers op vrouwvriendelijkheid door Vrouw & Maatschappij. 1996. 1 omslag f) Werkgroep Ontzuiling van de Vlaamse Raad 199. Vergaderstukken en convocatiebrieven van de Werkgroep Ontzuiling van de Vlaamse Raad. 1989-1993. 1 omslag 200. Nota’s van de Werkgroep Ontzuiling van de Vlaamse Raad. 1989-1991. 7 omslagen 201. Nota’s van de CVP-fractie met betrekking tot de Werkgroep Verzuiling van de Vlaamse Raad. 1990-1991. 1 omslag 202. Dossier met betrekking tot de wet van 16 juli 1973 tot bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen. 1989-1990. 1 omslag 203. Dossier met betrekking tot de studiedag van OPINI (Overleg Particulier Initiatief) Verzuiling van 30 november 1989. 1989. 1 omslag 204. Referatenmap van de studiedag OPINI Verzuiling van 4 mei 1990. 1990. 1 omslag 205. Nota’s van de CEPESS-commissie Verzuiling. 1990. 1 omslag 206. Teksten van de standpunten van de andere partijen in de Werkgroep Verzuiling op 23 mei 1990. 1990. 1 omslag 207. Nota’s inzake de voorbereiding van de studiedag van de CVP-fractie van 11 mei 1990. 1990. 1 omslag 208. Dossier met betrekking tot de studiedag CVP-fractie van 11 mei 1990. 1990. 1 omslag 209. Dossier met betrekking tot de studiedag van OPINI op 14 februari 1991 “Waarde en grenzen van de verzuiling.” 1991. 1 omslag

Page 94: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

94

D. Economie, Tewerkstelling en Energie A. Werk- en Beleidsgroepen 210. Convocatiebrieven en vergaderstukken van de Beleidsgroep Economie, Tewerkstelling en Energie. 1982-1984. 1 omslag 211. Convocatiebrieven van de Beleidsgroep Werkgelegenheid. 1992-1993. 2 stukken 212. Dossier met betrekking tot de Werkgroep Textiel. 1992-1995. 2 omslagen 213. Minuten van convocatiebrieven en verslagen van de Werkgroep Vlaamse Verankering. 1994-1995. 1 omslag 214-220. Inkomende teksten en verslagen van de CEPESS-werkgroepen met betrekking tot economie. 1997-2000. 7 omslagen. 214. CEPESS-werkgroep KMO-beleid. 1997-2000. 215. CEPESS-werkgroep Informatiemaatschappij. 1997-1998. 216. CEPESS-werkgroep Verankering. 1997-1998. 217. CEPESS-werkgroep Fiscaliteit. 1998-1999. 218. CEPESS-werkgroep Ethisch Ondernemen. 1998-1999. 219. CEPESS-werkgroep Werkgelegenheid. 1998-1999. 220. CEPESS-werkgroep Sociale Economie. 1998. 221. CEPESS-nota’s met betrekking tot de inhoudelijke organisatie van CVP-congressen in verband met het economisch beleid. 1997-1998. 1 omslag B. Dossiers met betrekking tot het economische beleid 222. Dossier met betrekking tot het decreet ter bevordering van de economische expansie in het Vlaamse Gewest. 1990-1992. 3 omslagen 223. Dossier met betrekking tot de oprichting, de evaluatie en het opdoeken van de acht zogenaamde impulsgebieden in het Vlaamse Gewest. 1991-1993. 2 omslagen 224. Dossier met betrekking tot de synthese van arrondissementele CVP-programma’s op vlak van economie na het Initiatief Streekprogramma’s van fractievoorzitter Eric Van Rompuy. 1992. 3 omslagen 225. Ingekomen streekprogramma’s. 1992. 3 omslagen 226. Dossier met betrekking tot de gevolgen van en het verzet van de Vlaamse Executieve tegen het decreet van het Waals Gewest ter wijziging van de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie. 1992. 1 omslag 227. Dossier met betrekking tot de onderzoeken over de Kempense Steenkoolmijnen en het initiatief van senator Weyts. 1993-1995. 2 omslagen

Page 95: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

95

228. Dossier met betrekking tot het ontwerp van decreet betreffende de herstructurering van de GIMV, Gimvindus, VMH, Mijnen en LIM en tot de oprichting van de het Limburgfonds en van de permanente werkgroep Limburg. 1993-1994. 7 omslagen 229. Dossier met betrekking tot het Vlaams Regionaal Economisch Beleid. Vanuit een stand van zaken naar een aanzet tot verdieping van het Vlaamse streekbeleid. 1994-1995. 2 omslagen 230. Dossier met betrekking tot het voorstel van decreet houdende de financiële bijdrage van de werkgever in een ecologische reiskostenvergoeding voor zijn werknemers. 1996-1999. 1 omslag 231. Stukken betreffende het tewerkstellingsbeleid. 1996-1997. 1 omslag 232. Stukken betreffende de evaluatie van het economische beleid. 1997-1998. 1 omslag 233. Stukken betreffende de KMO’s. 1997. 1 omslag 234. Stukken betreffende het innovatiebeleid. 1997-1998. 1 omslag 235. Stukken betreffende de economie in de derde en vierde wereld. 1997-1998. 1 omslag 236. Stukken betreffende de uitvoering van het decreet van 31 maart 1993 betreffende een financiële tegemoetkoming door het Vlaams Gewest ten behoeve van de kleine ondernemingen die een beroep doen op een erkende beroepsadviseur. 1998. 1 omslag 237. Kladnota’s van de wetenschappelijke medewerker over diverse commissievergaderingen, relevant voor het economische beleid. 1999-2000. 1 omslag 238. Dossier met betrekking tot het bezoek van een delegatie van het Vlaams Economisch Verbond aan de CVP-fracties in de Kamer, Senaat en de Vlaamse Raad op 30 oktober 1992. 1992. 1 omslag 239. Dossier met betrekking tot het bezoek van de CVP-fractie in het Vlaams Parlement aan de ESSO-raffinaderij te Antwerpen op 14 juni 1996. 1996. 1 omslag E. Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid210 240.-249. Stukken van de Vlaamse Executieve/Regering en de Vlaamse Raad ter ontwerp of voorstel van decreet/ besluit met betrekking tot het MAP. 1990-1999. 12 omslagen 240. 1990. 241. 1991. 242. 1992. 243. 1993. 210 In het archief inzake landbouw, visserij en plattelandsbeleid werden enkel archiefbescheiden aangetroffen met betrekking tot het Mest Actie Plan, behalve inventarisnummer 260, die allemaal gevormd werden door wetenschappelijke medewerker Bart Bouciqué. Voor de dossiers met betrekking tot het Mest Actie Plan, aangelegd door de wetenschappelijke medewerker Leefmilieu en Natuurbehoud, zie de inventarisnummers 332-339.

Page 96: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

96

244. 1994. 245. 1995. 246. 1996. 247. 1997. 248. 1998. 249. 1999. 250.-257. Diverse ingekomen stukken betreffende het MAP. 1990-1999. 11 omslagen 250. 1990. 251. 1991. 252. 1992. 253. 1993.

254. 1994. 255. 1995. 256. 1997. 257. 1998. 258. Studienota’s en –teksten van Bart Bouciqué met betrekking tot het MAP. 1990-1995. 1 omslag 259. Uitgevaardigde besluiten, decreten en plannen met betrekking tot het MAP. 1991-1994. 2 omslagen 260. Dossier met betrekking tot de overheveling van het landbouwbeleid naar de gewesten. 1992-1994. 2 omslagen 261. Diverse uitgaande stukken betreffende het MAP vanuit de CVP-fractie. 1993-1999. 2 omslagen 262. Vergaderstukken van de fractievergadering en het fractiebureau uitgebreid met de promotoren met betrekking tot het MAP. 1993-1999. 1 omslag 263. Dossier met betrekking tot de totstandkoming van het standpunt van de CVP-fractie onder leiding van promotor Jef Van Looy omtrent het MAP. 1993. 1 omslag 264. Vergaderstukken van de ad-hoc-commissie “Leefmilieu-MAP” van CEPESS. 1994-1999. 1 omslag 265.-268. Vergaderstukken van de CVP-werkgroep MAP. 1994-1998. 6 omslagen 265. 1994. 266. 1995.

267. 1997. 268. 1998. 269. Ingekomen adviezen van de Raad van State, de MiNa, VLM en SERV met betrekking tot het MAP. 1995-1999. 1 omslag 270. Dossier met betrekking tot de zittingen van de commissie Leefmilieu en Natuurbehoud van 6 en 7 december 1995, en de hoorzittingen van 28, 29 en 30 november 1995 met betrekking tot het MAP. 1995. 1 omslag

Page 97: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

97

271. Dossier met betrekking tot de tussentijdse evaluatie van het MAP. 1997-1998. 4 omslagen F. Leefmilieu en Natuurbehoud211

• Algemeen 272. Dossier met betrekking tot het milieubeleid van de Europese Gemeenschap. 1988-1991. 1 omslag 273. Stukken betreffende de standpunten van de andere politieke partijen inzake leefmilieu. 1989-1990. 1 omslag 274. Dossier met betrekking tot de milieuwetgeving en de Commissie Bocken. 1989-1991. 1 omslag 275. Dossier met betrekking tot de mogelijkheden van milieutechnologie. 1989-1991. 1 omslag 276. Dossier met betrekking tot het MER (Milieu Effecten Rapport). 1989-1991. 1 omslag 277. Dossier met betrekking tot de internationale milieuzorg. 1989-1991. 1 omslag 278. Dossier met betrekking tot diverse onderwerpen inzake natuurbehoud. 1989-1991. 2 omslagen 279. Vergaderstukken van de commissie Leefmilieu en Natuurbehoud. Kopieën van de Parlementaire Stukken. 1989-1990. 2 omslagen 280. Dossier met betrekking tot informatieve sessies in de commissie Leefmilieu. 1990-1992. 1 omslag 281. Dossier met betrekking tot de milieuwetgeving en de Commissie Bocken. 1992-1993. 1 omslag 282. Diverse ingekomen stukken betreffende leefmilieu. 1990-1994. 1 omslag

• Het gemeentelijke milieubeleid 283. Dossier ter documentering van de verschillende aspecten van het gemeentelijk milieubeleid. 1988-1991. 2 omslagen 284. Dossier met betrekking tot de gemeentelijke milieuconvenants. 1990-1991. 1 omslag

211 De dossiers met betrekking tot leefmilieu en natuurbehoud werden gevormd door voornamelijk Marc Van Praet en Bart Boucique.

Page 98: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

98

285. Dossier met betrekking tot de CVP-standpunten inzake het gemeentelijk milieubeleid. 1991. 1 omslag 286. Dossier met betrekking tot de gemeentelijke rioleringen. 1992-1993. 1 omslag

• MiNa (Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen) 287. Dossier met betrekking tot het MiNa-plan 1990-1995. 1989-1992. 2 omslagen 288. Dossier met betrekking tot het MiNa-plan 2000. 1989-1991. 1 omslag 289. Dossier met betrekking tot de rol van de werkzaamheden binnen de MiNa-raad. 1989-1991. 1 omslag 290. Dossier met betrekking tot de financiëring van het MiNa-fonds. 1989-1991. 1 omslag 291. Dossier met betrekking tot het decreet van 29 april 1991 tot instelling van een MiNa-raad en tot vaststelling van de algemene regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van de milieu- en natuurverenigingen. 1990-1991. 1 omslag 292. Dossier met betrekking tot het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van het Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur als Gewest met afzonderlijk beheer (het zogenaamde MiNafonds). 1990-1991. 1 omslag

• Financiering milieubeleid per begroting 293. Dossier met betrekking tot de milieubudgetten binnen de Vlaamse begroting voor 1989. 1989. 1 omslag 294. Dossier met betrekking tot de milieubudgetten binnen de Vlaamse begroting voor 1990. 1989-1990. 1 omslag 295. Dossier met betrekking tot de milieuheffingen in het programmadecreet ter uitvoering van de Vlaamse begroting van 1990. 1989-1990. 1 omslag 296. Dossier met betrekking tot de milieubudgetten in de begrotingscontrole door de Vlaamse Raad van de Vlaamse begroting voor 1990. 1990. 1 omslag 297. Diverse stukken betreffende de milieubudgetten in Vlaamse begroting voor 1991. 1989-1991. 1 omslag 298. Dossier met betrekking tot de milieubudgetten binnen de Vlaamse begroting voor 1991. 1990-1991. 1 omslag 299. Dossier met betrekking tot Leefmilieu en milieuheffingen in het programmadecreet ter uitvoering van de Vlaamse begroting voor 1991. 1990-1991. 1 omslag 300. Dossier met betrekking tot de milieubudgetten in de begrotingscontrole door de Vlaamse Raad van de Vlaamse begroting voor 1991. 1991. 1 omslag

Page 99: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

99

• Financiering milieubeleid (voornamelijk milieuheffingen) 301. Dossier met inkomende adviserende stukken over de financiering van het milieubeleid. 1988-1990. 1 omslag 302. Dossier met betrekking tot de milieuheffingen. 1989-1992. 1 omslag 303. Dossier met betrekking tot het nut en de verschillende types van milieuheffingen. 1989-1991. 1 omslag 304. Dossier met betrekking tot de haalbaarheid van het principe “De vervuiler betaalt” inzake milieuheffingen in het Vlaamse Gewest. 1989-1991. 1 omslag 305. Dossier met betrekking tot de drukkingsgroepen (voornamelijk SIREV) over de milieuheffingen in de begroting van 1990. 1989-1990. 1 omslag 306. Dossier met betrekking tot de investeringsaftrekkingen en –steun voor de milieuzorg. 1990-1991. 1 omslag 307. Dossier met betrekking tot de ecotaks. 1993-1994. 1 omslag

• Personeelsbeleid in de milieuzorg 308. Dossier met betrekking tot het personeelsbeleid van Vlaamse gewestelijke milieu-diensten. 1989-1991. 1 omslag 309. Dossier met betrekking tot het decreet betreffende het bestuurlijke beleid, toegepast voor het personeel van het Vlaamse Gewest, bevoegd voor milieumateries. 1990-1991. 1 omslag

• Milieurecht en milieuvergunningen 310. Dossier met betrekking tot het decreet betreffende de milieuvergunning van 28 juni 1985. 1985-1991. 1 omslag 311. Dossier met betrekking tot de opsporing en vervolging van milieudelicten. 1986-1991. 1 omslag 312. Dossier met betrekking tot de openbaarheid, de inspraak en het vorderingsrecht van milieuzaken. 1988-1991. 1 omslag 313. Dossier met betrekking tot de problemengevallen bij milieuvergunningen. 1989-1991. 1 omslag 314. Dossier met betrekking tot het Besluit van de Vlaamse Executieve van 6 februari 1991 houdende de vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. (VLAREM I). 1989-1991. 1 omslag 315. Dossier met betrekking met het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II). 1991-1995. 1 omslag

Page 100: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

100

316. Dossier met betrekking tot het wetsvoorstel ter beteugeling van de milieudelicten. 1991-1993. 1 omslag

• Luchtverontreiniging 317. Dossier met betrekking tot de wetgevende initiatieven betreffende het schoorsteenvegen. 1986-1989. 1 omslag 318. Dossier met betrekking tot luchtverontreiniging in het Vlaamse Gewest. 1989-1991. 1 omslag

• Landschapszorg 319. Diverse oudere stukken betreffende landschapszorg. 1978-1988. 1 omslag 320. Dossier met betrekking tot de “Groene Hoofdstructuren van Vlaanderen.” 1987-1991. 1 omslag 321. Dossier met betrekking tot landinrichting en de rol van VLM. 1989-1994. 1 omslag 322. Dossier met betrekking tot de beschermde landschappen in het kader van monumentenzorg. 1989-1990. 1 omslag 323. Dossier met betrekking tot de groenvoorziening. 1990-1991 1 omslag 324. Dossier met betrekking tot het decreet van 27 maart 1996 tot bescherming van de landschappen. 1992-1996. 1 omslag 325. Dossier met betrekking tot Stichting Plattelandsbeleid v.z.w. 1993-1994. 1 omslag

• Vogelbescherming 326. Dossier met betrekking tot diverse onderwerpen in verband met de avicultuur in het Vlaamse Gewest. 1989-1991. 1 omslag 327. Dossier met betrekking tot de internationale wetgeving inzake de vogelbescherming. 1990. 1 omslag 328. Dossier met betrekking tot het overleg met Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescherming van de Vogels v.z.w. over het voorstel van decreet betreffende de bescherming van vogels in het Vlaams Gewest. 1991. 1 omslag

• Reglementering van de jacht 329. Dossier met betrekking tot de reglementering van de jacht in België. 1986-1990. 1 omslag 330. Dossier met betrekking tot de hernieuwde reglementering van de jacht in het Vlaamse Gewest. 1990-1992. 1 omslag

Page 101: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

101

• Bodemverontreiniging212

331. Dossier met betrekking tot bodemverontreiniging en bodemsanering. 1988-1990. 1 omslag 332. Dossier met betrekking tot de eerdere voorstellen en ontwerpen van decreet inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen. 1988-1990. 1 omslag 333. Dossier met betrekking tot MAP I. 1989-1992. 1 omslag 334. Dossier met betrekking tot het mestdecreet met de officiële stukken. 1989-1991. 1 omslag 335. Dossier met persknipsels en inkomende brieven met betrekking tot het mestdecreet. 1989-1991. 1 omslag 336. Ingekomen adviezen met betrekking tot het mestdecreet. 1989-1990. 1 omslag 337. Dossier met betrekking tot bodemerosie, vegetatiewijziging en bodemuitdroging. 1989-1992. 1 omslag 338. Dossier met betrekking tot de commissiewerkzaamheden omtrent het mestdecreet. 1990-1991. 1 omslag 339. Dossier met betrekking tot de uitvoering van MAP. 1991-1994. 1 omslag

• Bosbeheer en -beleid 340. Dossier met betrekking tot het bosdecreet van 13 juni 1990 en haar uitvoering. 1988-1994. 1 omslag 341. Dossier met betrekking tot het bosbeheer en het bosbeleid in Vlaanderen en Brussel. 1989-1991. 1 omslag

• Afvalstoffenbeheer 342. Dossier met betrekking tot het decreet van 2 juli 1981 inzake het beheer van afvalstoffen en de voorstellen of ontwerpen tot aanpassing van de decreetgeving. 1981-1989. 1 omslag 343. Dossier met betrekking tot het afvalstoffendecreet van 2 juli 1981. 1981. 1 omslag 344. Dossier met betrekking tot de stortterreinen. 1989-1990. 1 omslag 345. Dossier met betrekking tot de stortplaatsen in de Rupelstreek. 1983-1989. 1 omslag

212 Inzake het Mest Actie Plan zie ook de dossiers van de wetenschappelijke medewerker Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid, inventarisnummers 240-271.

Page 102: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

102

346. Dossier met betrekking tot de problematiek van het huisvuil. 1989-1991. 2 omslagen 347. Dossier met betrekking tot de recyclage van afvalstoffen. 1989-1991. 1 omslag 348. Dossier met betrekking tot baggerspecie en slib. 1989-1991. 1 omslag 349. Dossier met betrekking tot het nucleaire afval. 1989-1991. 1 omslag 350. Dossier met betrekking tot het voorontwerp van decreet inzake het beheer van afvalstoffen van minister Kelchtermans. 1989-1990. 1 omslag 351. Dossier met betrekking tot de N.V. Vlaamse Milieuholding als gespecialiseerde dochtervennootschap van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen. 1990-1991. 1 omslag 352. Dossier met betrekking tot het voorstel van decreet houdende de voorkoming en bestrijding van zwerfvuil. 1990. 1 omslag 353. Dossier met betrekking tot het Afvalstoffenplan 1991-1995 van minister Kelchtermans en OVAM. 1991. 1 omslag 354. Dossier met betrekking tot de VLAR (Vlaamse Maatschappij voor Afvalrecuperatie). 1992-1993. 1 omslag

• Oppervlaktewaters en de Noordzee 355. Dossier met betrekking tot de basiswetgeving voor oppervlaktewaters. 1971-1991. 1 omslag 356. Diverse ingekomen stukken betreffende de beleidsvisies van drukkingsgroepen inzake het beleid tegenover oppervlaktewaters. 1987-1991. 1 omslag 357. Dossier met betrekking tot allerlei onderwerpen inzake oppervlaktewaters, met voornamelijk aandacht voor verontreiniging en internationale verdragen. 1987-1991. 2 omslagen 358. Dossier met betrekking tot de diverse infrastructurele mogelijkheden voor waterzuivering van oppervlaktewaters. 1988-1991. 1 omslag 359. Dossier ter inventarisatie van de problemen met oppervlaktewaters per stroombekken 1989-1991. 2 omslagen 360. Dossier met betrekking tot de financiering van de zuivering van oppervlaktewaters. 1989-1991. 1 omslag 361. Dossier met betrekking tot de herstructurering van VMZ (Vlaamse Maatschappij voor Waterzuivering). 1989-1991. 1 omslag

Page 103: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

103

362. Dossier met betrekking tot de functionele doorlichting van de VMZ (Vlaamse Maatschappij voor Waterzuivering) door het consultatiebureau SOBEMAP. 1989-1990. 1 omslag 363. Dossier met betrekking tot de “watervang” van bedrijven (het capteren van oppervlaktewater). 1990-1991. 1 omslag 364. Dossier met betrekking tot het investeringsprogramma van het Vlaamse Gewest in Aquafin NV. 1990-1991. 1 omslag 365. Dossier met betrekking tot de overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en Aquafin NV. 1991. 1 omslag 366. Dossier met betrekking tot de waterverdragen over het Maasbekken. 1992-1993. 1 omslag 367. Dossier met betrekking tot de polders en wateringen. 1993. 1 omslag 368. Dossier met betrekking tot het Noordzeebeleid en de Noordzeevervuiling. 1989-1991. 1 omslag

• Grondwater en algemeen waterbeleid 369. Diverse nota’s met betrekking tot het algemene waterbeleid. 1978-1994. 1 omslag 370. Dossier met betrekking tot het drinkwater. 1989-1993. 2 omslagen 371. Dossier met betrekking tot grondwaterbeheer. 1989-1990. 1 omslag 372. Dossier met betrekking tot het waterzuiveringsbeleid. 1992-1993. 1 omslag

• Een geïntegreerd milieubeleid. 373. Dossier met betrekking tot het evenwicht tussen milieu en mobiliteit. 1989-1991. 3 omslagen 374. Dossier met betrekking tot het evenwicht tussen economie en ecologie. 1989-1991. 1 omslag 375. Dossier met betrekking tot het evenwicht tussen energie en milieu. 1989-1991. 1 omslag 376. Dossier met betrekking tot het evenwicht tussen landbouw en leefmilieu. 1989-1991. 1 omslag 377. Dossier met betrekking tot de ontwikkeling van een “geïntegreerd milieubeleid” met andere CVP-fracties. 1989-1990. 4 omslagen 378. Dossier met betrekking tot het ideologische evenwicht tussen economie en ecologie van de CVP. 1989-1990. 2 omslagen

Page 104: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

104

• Milieu en industrie

379. Dossier met betrekking tot Prayon Rupel en Tessenderlo Chemie. 1992-1993. 1 omslag G. Mediabeleid213 380. Dossier met betrekking tot het Kabeldecreet van 28 januari 1987 houdende de erkenning van een niet-openbare televisievereniging. 1984-1987. 7 omslagen 381. Dossier met betrekking tot de uitvoeringsbesluiten van het Kabeldecreet van 28 januari 1987. 1987-1989. 5 omslagen H. Onderwijs214

• Stukken betreffende de werking van de fractie inzake onderwijs 382. Stukken betreffende de fractiewerking en de fractiedagen in verband met onderwijs en cultuur. 1988-1997. 2 omslagen 383. Stukken betreffende de diverse studiedagen in verband met onderwijs en cultuur. 1988-1996. 2 omslagen 384. Verslagen en een voorstel van partijvoorzitter Marc Van Peel over de werkverdeling van de CVP- commissarissen onder de invloed van de nieuwe politieke cultuur. 1992-1997. 1 omslag

• Dossiers met betrekking tot de organisatie van het onderwijs in Vlaanderen 385. Dossier met betrekking tot de toepassing van de taalwetgeving in het onderwijs van de faciliteitengemeenten. 1963-1996. 1 omslag 386. Diverse stukken betreffende onderwijsprojecten en -actualiteit. 1981-1993. 4 omslagen 387. Dossier met betrekking tot personeelszaken (vnl. verloning) van het Ministerie van Onderwijs en van het lerarenkorps. 1988-1996. 2 omslagen 388. Dossier met betrekking tot het CVP-project “Europa en Onderwijs.” 1988-1992. 4 omslagen

213 De archiefvormer van de dossiers inzake het mediabeleid konden helaas niet geïdentificeerd worden. 214 De dossiers met betrekking tot het onderwijsbeleid werden gevormd door de wetenschappelijke medewerkers Ilse Van Eetvelde en Jozef De Cuyper. Die laatste was al actief als wetenschappelijke medewerker voor Onderwijs in de CVP-fractie in de Kamer, zodat overlappingen tussen de beide fracties in de talloze onderwijsdossiers legio zijn.

Page 105: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

105

389. Dossier met betrekking tot de nota van Daniël Coens, minister van Onderwijs, aan de Kamercommissie voor Opvoeding, Wetenschapsbeleid en Cultuur met betrekking tot een stand van zaken en de beleidsmaatregelen in diens bevoegdheidsdomein in het licht van de staatshervorming. 1988. 1 omslag 390. Dossier met betrekking tot het VSKO (Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs). 1989-1997. 2 omslagen 391. Dossiers met betrekking tot de Raad van Bestuur van DIGO (Dienst voor de Infrastructuur van het Gesubsidieerde Onderwijs). 1989-1996. 2 omslagen 392. Dossier met betrekking tot het pluralistisch onderwijs. 1989-1996. 1 omslag 393/ Dossier met betrekking tot het oprichten van vrijzinnige en islamitische scholen. 1989-1996. 1 omslag 394. Dossier met betrekking tot de adviezen van SERV inzake onderwijs. 1990-1996. 1 omslag 395. Dossier met betrekking tot de integratie van het PMS en het MST. 1990-1996. 1 omslag 396. Dossier met betrekking tot het gemeentelijk onderwijs. 1990-1996. 1 omslag 397. Dossier met betrekking tot inspectie en begeleiding in het Vlaamse onderwijs. 1990-1995. 1 omslag 398. Dossier met betrekking tot het decreet betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen. 1990. 1 omslag 399. Dossier215 met betrekking tot de Beleidsbrief Opvoeding tot relatiebekwaamheid. 1990. 1 omslag 400. Dossier met betrekking tot de statuten van het onderwijzend personeel. 1991-1996. 2 omslagen 401. Dossier met betrekking tot vakantieregeling in het onderwijs. 1991. 1 omslag 402. Dossier met betrekking tot het decreet Inspectie en Begeleiding. 1991. 1 omslag 403. Dossier met betrekking tot de democratisering van en de beurzen voor het hogere en universitaire onderwijs. 1992-1997. 2 omslagen 404. Dossier met betrekking tot de methodescholen. 1992-1996. 1 omslag 405. Stukken betreffende onderwijsbevoegdheid in de herziening van de Grondwet en de doorvoering van de federalisering.1992-1993. 1 omslag 215 Gelijkaardige dossiers werden aangelegd door de wetenschappelijke medewerker Welzijn, Gezondheidszorg en Armoedebestrijding, zie inventarisnummer 478.

Page 106: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

106

406. Dossier met betrekking tot de permanente vorming, met ingekomen bescheiden van de Stuurgroep Permanente Vorming van het CEPESS. 1992. 1 omslag 407. Dossier met betrekking tot de COC (Christelijke Onderwijs Centrale). 1993-1996. 1 omslag 408. Dossier met betrekking tot het COV (Christelijk Onderwijzersverbond). 1995-1996. 1 omslag 409. Dossier met betrekking tot het decreet betreffende de lerarenopleiding en de nascholing van leraren. 1993-1996. 3 omslagen 410. Dossier met betrekking tot de studiedag Open Dialoog Onderwijs van 10 maart 1993. 2 omslagen 411. Dossier met betrekking tot het decreet betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken. 1993. 3 omslagen 412. Dossier met betrekking tot de pedagogische begeleidingsdiensten. 1994-1996. 1 omslag 413. Dossier met betrekking tot het Bureau Internaten van het VSKO. 1995-1997. 3 omslagen 414. Dossier met betrekking tot het decreet houdende de tijdelijke beperking inzake programmatie en benoeming in sommige onderwijssectoren. 1995-1996. 4 omslagen 415. Dossier met betrekking tot de vrije keuze in studierichtingen. 1995-1996. 1 omslag 416. Dossier met betrekking tot de Beleidsbrief “School maken in Vlaanderen” van Gemeenschapsminister van Onderwijs L. Van den Bossche. 1995. 2 omslagen 417. Dossier met betrekking tot de scholenbouw en de toestand van de schoolgebouwen in Vlaanderen. 1996-1997. 1 omslag 418. Dossier met betrekking tot de rechten van het kind n.a.v. de affaire Dutroux. 1996. 1 omslag 419. Dossier met betrekking tot het voorstel van decreet houdende kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers. 1996. 1 omslag 420. Dossier met betrekking tot het provinciaal onderwijs. 1996. 1 omslag 421. Dossier met betrekking tot de onderwijsbegroting 2001. 2000-2001. 1 omslag 422. Dossier met betrekking tot de studiedag over de hertekening van het onderwijslandschap op 16 maart 2002. 2002. 1 omslag

Page 107: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

107

• De verzameldecreten Onderwijs 423. Dossier met betrekking tot Onderwijsdecreet I. 1989. 6 omslagen 424. Dossier met betrekking tot Onderwijsdecreet II. 1990. 6 omslagen 425. Dossier met betrekking tot Onderwijsdecreet III. 1992. 4 omslagen 426. Dossier met betrekking tot Onderwijsdecreet IV. 1993. 3 omslagen 427. Dossier met betrekking tot Onderwijsdecreet V. 1993. 3 omslagen 428. Dossier met betrekking tot Onderwijsdecreet VI. 1994. 2 omslagen 429. Dossier met betrekking tot Onderwijsdecreet VII. 1996. 3 omslagen

• Het basisonderwijs 430. Dossier met betrekking tot het decreet inzake het basisonderwijs. 1996-1997. 6 omslagen 431. Dossier met betrekking tot de inhoudelijke en logistieke organisatie van de hoorzittingen in Motel Beveren op 9 en 12 november 1996 met betrekking tot het decreet inzake het basisonderwijs. 1996. 2 omslagen 432. Inkomende faxberichten met betrekking tot het decreet inzake het basisonderwijs. 1997. 1 omslag

• Het secundair onderwijs 433. Dossier met betrekking tot het Besluit van de Vlaamse Executieve inzake het Secundair Onderwijs van 1989. 1988-1991. 3 omslagen 434. Dossier met betrekking tot de fusie in de visserijscholen. 1994. 1 omslag 435. Dossier met betrekking tot de wijzigingen aan de eindtermen in de eerste graad van het Secundair Onderwijs. 1995-1996. 1 omslag 436. Dossier met betrekking tot de hervormingen in het secundaire onderwijs. 1996-1997. 1 omslag 437. Dossier met betrekking tot de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs. 1995-1996. 1 omslag 438. Dossier met betrekking tot de regelgeving inzake de voordelen van een beroepsopleiding. 1996. 1 omslag

Page 108: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

108

• Het hoger onderwijs 439. Dossier met betrekking tot de opleiding Productontwikkeling. 1990. 1 omslag 440. Dossier met betrekking tot het “open hoger onderwijs.” 1995-1996. 1 omslag 441. Dossier met betrekking tot de erkenning van de European University. 1993. 1 omslag

• Het universitair onderwijs 442. Dossier met betrekking tot de juridische moeilijkheden van de opleiding architectuur aan de Rijksuniversiteit Gent. 1988-1989. 1 omslag 443. Cijfermateriaal, nota’s decreetteksten over het universitair onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap. 1989-1994. 1 omslag 444. Stukken betreffende de subsidiëring van het Centrum voor Levens- en Gezinsvragen STERP aan de VUB. 1990. 2 stukken 445. Dossier met betrekking tot het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap en het Bijzonder decreet betreffende de Universiteit Genten het Universitair Centrum Antwerpen. 1990-1991. 12 omslagen 446. Dossier met betrekking tot het decreet van 14 januari 1993 tot wijziging van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. 1991-1993. 1 omslag 447. Dossier met betrekking tot het decreet van 13 juli 1992 tot wijziging van het inschrijvingsgeld van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. 1991-1992. 1 omslag 448. Stukken betreffende het masterplan van het U.Z. Gent, de verkiezingen van de vice-rector en betreffende de faculteit Dierengeneeskunde van de Universiteit Gent. 1993-1996. 1 omslag 449. Dossier met betrekking tot het decreet betreffende de wetenschappelijke dienstverlening door de universiteiten en betreffende de relaties van de universiteiten met andere rechtspersonen. 1993-1994. 1 omslag 450. Dossier met betrekking tot het ministeriële besluit van de beperking van studentenaantallen in de opleiding tot arts, kinesitherapeut en tandarts, met de bepaling van het standpunt van de CVP. 1995. 1 omslag 451. Dossier met betrekking tot het conflict tussen de universiteiten en de hogescholen inzake de kwaliteit van de opleiding kinesitherapie. 1996. 1 omslag 452. Dossier met betrekking tot de problematische invulling van de opleiding tot huisarts. 1996. 1 omslag

Page 109: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

109

453. Dossier met betrekking tot het decreet ter wijziging van de diverse decreten met betrekking tot de universiteiten van Antwerpen. 1995. 1 omslag 454. Brochures, jaarverslagen en nota’s van werkbezoeken aan de Katholieke Universiteit Leuven. 1996. 1 omslag

• Kunstonderwijs 455. Dossier met betrekking tot de ministeriële besluiten inzake het deeltijds kunstonderwijs. 1990. 1 omslag 456. Dossier met betrekking tot de programmatiestop en de hervormingen in het deeltijds secundair kunstonderwijs. 1996-1997. 1 omslag I. Ruimtelijke Ordening en Huisvesting 457. Dossier met betrekking tot de ontgrinding in de Maasvallei en het decreet ter oprichting van het Grindfonds en tot regeling van de grindwinning in het Vlaams Gewest. 1977-1999. 7 omslagen 458. Nota’s voor de commissie van Ruimtelijke Ordening, Leefmilieu en Huisvesting. 1981. 1 omslag 459. Voorstellen van decreet en andere stukken van de Vlaamse Raad of Vlaamse Regering met betrekking tot de duinendecreten. 1993-1998. 2 omslagen 460. Bezwaren en adviezen met betrekking tot het vastleggen van de beschermde duinengebieden in de duinendecreten. 1993-1995. 3 omslagen 461. Diverse kladteksten van wetenschappelijke medewerker Bart Bouciqué met betrekking tot de duinendecreten. 1993-1995. 1 omslag 462. Dossier met betrekking tot de politieke onderhandelingen over (de uitvoering van) de duinendecreten. 1993-1994. 2 omslagen 463. Beschikkingen over de beroepen tegen de duinendecreten of tegen de KB’s met betrekking tot de duinendecreten. 1994-1995. 2 omslagen 464. Dossier met betrekking tot de correspondentie en redactie van het hoofdstuk “De mens en zijn directe omgeving” in het CVP-Paasprogramma door de gelijknamige CVP-werkgroep. 1994-1995. 4 omslagen

Page 110: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

110

J. Welzijn, Gezondheidszorg en Armoedebestrijding216 465-475. Convocatiebrieven en vergaderstukken van de bijeenkomsten van de commissarissen en commissieleden Welzijn. 1988-1998. 11 omslagen. 465. 1988. 466. 1989. 467. 1990. 468. 1991.

469. 1992. 470. 1993. 471. 1994. 472. 1995. 473. 1995-1996. 474. 1996-1997. (enkel verslagen) 475. 1997-1998. (enkel convocatiebrieven)

476. Dossier met betrekking tot het armoedebeleid in Vlaanderen. 1989-1995. 3 omslagen 477. Dossier met betrekking tot de problematiek van de tewerkstelling in de welzijnssector. 1989-1994. 6 omslagen 478. Dossier met betrekking tot de projecten “Later begint nu” en “Opvoeding tot relatiebekwaamheid.” 1990-1995217. 2 omslagen 479. Dossier inzake de problematiek van Kinderopvang. 1990-1995. 7 omslagen 480. Dossier met betrekking tot het decreet betreffende het Algemeen Welzijnswerk van 24 juli 1991 en zijn uitvoeringsbesluit van 1994. 1990-1994. 8 omslagen 481. Dossier met betrekking tot de beschutte werkplaatsen en de VLAB. 1991-1997. 3 omslagen 482. Dossier met betrekking tot het VFIK (Vlaams Fonds voor de Integratie van Kansarmen). 1991-1993. 2 omslagen 483. Dossier met betrekking tot het VFIK na het voorstel van decreet tot wijziging van het decreet van 31 juli 1990 tot instelling van een Vlaams Fonds voor de Integratie van Kansarmen. 1993-1994. 3 omslagen 484. Dossier met betrekking tot de CEPESS-commissie Zorgverstrekking. 1992-1993. 1 omslag 485. Dossier met betrekking tot de drugsproblematiek en het drugsbeleid. 1993-1996. 5 omslagen

216 De dossiers uit deze afdeling werden gevormd door Els Buelens, Tine Nottebaert, Peter Poulussen en Marleen Van den Eede. 217 Een gelijkaardig dossier werd aangelegd door de wetenschappelijke medewerker inzake Onderwijs, zie inventarisnummer 399.

Page 111: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

111

486. Dossier met betrekking tot het gezondheids- en ziekenhuisbeleid in Vlaanderen. 1987-1996. 8 omslagen 487. Dossier met betrekking tot Caritas Catholica. 1994-1997. 2 omslagen 488. Dossier met betrekking tot het voorstel van decreet houdende de verbetering van de samenwerkingsmogelijkheden van openbare ziekenhuizen. 1994-1995. 4 omslagen 489. Dossier met betrekking tot de consultatiebureaus in de gehandicaptenzorg. 1994-1995. 1 omslag 490. Dossier met betrekking tot de CEPESS-werkgroep Sociale Economie. 1995-1996. 1 omslag 491. Dossier met betrekking tot het gezinsbeleid en de Werkgroep De mens en zijn gezin in het kader van het CVP-Paasprogramma. 1995. 2 omslagen 492. Dossier met betrekking tot CEPESS-werkgroep Beschutte Werkplaats. 1996-1998. 2 omslagen 493. Dossier met betrekking tot het overleg met VVJG (Verbond van Voorzieningen voor Jeugd- en Gehandicaptenzorg) en PPG (Pluralistisch Platform Gehandicaptenzorg). 1996-1998. 2 omslagen 494. Vergaderstukken van de fractiewerkgroep Sociale Zekerheid. 1996. 1 omslag 495. Dossier met betrekking tot het overleg met VVI (Verbond van Verzorgingsinstellingen). 1996. 1 omslag 496. Dossier met betrekking tot Familiehulp. 1996. 1 omslag 497. Dossier met betrekking tot het NVKVV (Nationaal Verbond der Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen). 1996. 1 omslag 498. Dossier met betrekking tot het overleg van de CVP-commissarissen Welzijn van in het Vlaams Parlement en van de CVP-commissarissen Volksgezondheid en Sociale Zaken in Kamer en Senaat met betrekking tot het ziekenhuisbeleid. 1996. 1 omslag 499. Agenda van de Commissie Welzijn en Gezondheidszorg. 1997-1999. 1 omslag 500. Dossier met betrekking tot de interpellaties over de lacunes in de dopingwetgeving. 1997-1999. 1 omslag 501. Dossier met betrekking tot de CEPESS-stuurgroep Ethische kwaliteitszorg in de politiek. 1997-1998. 1 omslag 502. Vergaderstukken van de werkgroep Rustverzorgingstehuizen. 1997-1998. 1 omslag 503. Briefwisseling omtrent allerhande onderwerpen inzake Welzijn. 1997-1998. 1 omslag

Page 112: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

112

504. Teksten van interpellaties en van vragen en antwoorden met betrekking tot Welzijn. 1997-1998. 1 omslag 505. Dossier met betrekking tot de Werkgroep Thuisverplegers. 1997-1998. 1 omslag 506. Dossier met betrekking tot de CEPESS-werkgroep Armoede. 1997. 1 omslag 507. Dossier met betrekking tot de Christelijke Mutualiteit. 1998-1999. 1 omslag 508. Dossier met betrekking tot de CEPESS-subwerkgroep Ethiek van de zorgzaamheid. 1998. 1 omslag 509. Dossier met betrekking tot de investeringsproblematiek in de Beschutte Werkplaatsen, inzonderheid de Waak vzw. 1998. 1 omslag 510. Dossier met overzicht van de afgehandelde dossiers met betrekking tot Welzijn, Gezondheid en Gezin, Migranten en etnisch-culturele minderheden en gelijke kansen en emancipatie. 1999. 1 omslag 511. Dossier met betrekking tot de voorbereidingen van de verkiezingen in 1999 inzake Welzijn. 1999. 1 omslag

K. Wetenschapsbeleid218 512. Dossier met betrekking tot de CEPESS-commissie Wetenschapsbeleid. 1989-1993. 1 omslag 513. Dossier met betrekking tot het wetenschapsbeleid van de Vlaamse Regering en de Vlaamse Raad. 1991-1996. 2 omslagen 514. Dossier met betrekking tot de beleidsbrief ‘Wetenschapsbeleid’ van 1992 en 1994. 1992-1993. 1 omslag 515. Dossier met betrekking tot de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid. 1993-1995. 1 omslag 516. Dossier met betrekking tot de CEPESS-commissie Wetenschapsbeleid en Staatshervorming. 1996. 1 omslag 517. Dossier met betrekking tot de begroting van het wetenschapsbeleid voor het begrotingsjaar 2001. 2000-2001. 1 omslag

218 De archiefvormers van deze bundels Jozef de Cuyper en Ilse Van Eetvelde, die deze bevoegdheid vaak combineerden met Onderwijs.

Page 113: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

113

Deel III: Archief van de fractieleden Deze derde archiefafdeling werd niet doorgenummerd, om de mogelijkheid open te laten dat de desbetreffende fractieleden hun archief overdragen aan het Kadoc. Omwille van het herkomstbeginsel moet het archief van de politicus in kwestie dan toch aaneensluiten. Bij het aanvragen van onderstaande archiefbescheiden wordt daarom verzocht steeds de code III, de familienaam van de politicus en het nummer duidelijk op te geven. A. Archief fractievoorzitter Guido Verhaegen. 1971-1991.

A.I. Het culturele patrimonium219.

1. Dossier met betrekking tot het decreet van 28 juni 1976 tot wijziging van de wet van 7 augustus 1931 betreffende het behoud van monumenten en landschappen. 1973-1989. 3 omslagen

2. Juridische artikels over het cultuurbezit in de buurlanden. 1980-1990. 1 omslag

3. Handelingen van de Vlaamse Raad van november 1982 met betrekking tot het decreet houdende de bescherming van het roerend cultureel patrimonium. 1982. 1 omslag

4. Documenterende stukken betreffende kunstpromotie. 1984-1987. 2 omslagen

5. Persknipsels en teksten met betrekking tot het overheidsinitiatief in de culturele sector. 1985-1986. 1 omslag

6. Dossier met betrekking tot de fiscale maatregelen ter bescherming van het culturele erfgoed. 1987-1990. 1 omslag

7. Documentatie over het onroerend erfgoed. 1987-1990. 1 omslag

8. Voorstellen en ontwerpen van decreet betreffende het culturele erfgoed. 1987. 1 omslag

9. Dossier met betrekking tot (de voorbereiding van) de toespraak van Guido Verhaegen op 6 september 1990 te Namen over de bescherming van het culturele erfgoed. 1990. 1 omslag

A.2. Het decreet van 6 juni 1978 betreffende het Nederlandstalige openbare bibliotheekwerk.

10. Diverse stukken betreffende de hervorming van het openbare bibliotheekwezen. 1971-1981. 3 omslagen

11. Dossier met betrekking tot het ontwerp van decreet en de uitvoeringsbesluiten van het bibliotheekdecreet van 1978. 1978-1980. 3 omslagen

12. Dossier met betrekking tot de uitvoering van het bibliotheekdecreet van 1978. 1978-1983. 1 omslag

219 De bescheiden die in dit archiefblok werden aangetroffen staan veelal in verband met de Senaatsfractie van CVP, waar Verhaegen ook een belangrijke rol heeft ingespeeld.

Page 114: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

114

13. Dossier ter inventarisatie van de problemen bij de uitvoering van het bibliotheekdecreet van 1978. 1980-1991. 2 omslagen

14. Briefwisseling aan Guido Verhaegen met betrekking tot de uitvoering van het bibliotheekdecreet. 1987-1989. 1 omslag

15. Stukken betreffende de evaluatie van het bibliotheekdecreet. 1987. 3 omslagen

16. Briefwisseling met betrekking tot de invoering van het leenrecht door minister Dewael. 1987. 1 omslag

B. Archief Herman Suykerbuyk. 1985-1999. 1. Dossier met betrekking tot het statuut van het personeel van de Vlaamse Raad en van het Vlaamse Parlement. 1985-1998. 4 omslagen 2. Teksten van voorstellen en ontwerpen tot aanpassingen van het Reglement van de Vlaamse Raad en van het Vlaamse Parlement. 1987-1999. 4 omslagen 3. Dossier met betrekking tot de bibliotheekcommissie van de Bibliotheek van de Vlaamse Raad. 1988-1995. 1 omslag 4. Rapporten van Effective Public Service over de doorlichting van de Vlaamse Raad en van het Vlaamse Parlement. 1994-1996. 13 stukken 5. Uitgebreid rapport over het statuut van het personeel van de Vlaamse Raad van de Werkgroep Statuut Personeel. 1994. 2 omslagen 6. Nota’s en memoranda voor het Uitgebreid Bureau van het Vlaamse Parlement. Bijlagen bij de besluiten. 1995-1999. 2 omslagen 7. Beslissingsnotulen van het Vast en Uitgebreid Bureau van het Vlaamse Parlement. 1995-1999. 6 omslagen 8. Verslagen van de Directieraad van het Vlaams Parlement. 1996-1999. 4 omslagen C. Archief Johan De Roo. 1986-1995.

1. Stukken ter documentatie van sociale zaken.1986-1995. 2 omslagen

2. Dossier ter documentatie van de economische ontwikkelingen in de textiel- en kledingindustrie. 1986-1992. 2 omslagen

3. Dossier ter documentatie van de oprichting van een Textielholding door GIMVINDUS. 1995. 1 omslag

4. Dossier met betrekking tot de decreetgeving aangaande maaltijdcheques. 1990-1995. 3 omslagen

Page 115: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

115

VIII. Bijlagen Bijlage 1 : Tabel van de fractievoorzitters en –secretarissen van de CVP-CD&V in de Vlaamse decretende instellingen

Fractievoorzitters 1972-1973 Jos Chabert 1973-1975 Karel Blanckaert 1973-1975 Raf Hulpiau 1975-1980 Jos Henckens

1980 Frank Swaelen 1980 John van Waterschoot

1980-1992 Guido Verhaegen 1992-1995 Eric van Rompuy 1995-1999 Johan de Roo 1999-2004 Eric van Rompuy

2004- Ludwig Caluwé Fractiesecretarissen

1970-1980 Jan Goris 01/1981-09/1981 Hilaire Ost 10/1981-03/1983 Herman Gheysen 04/1983-05/1995 Jean-Paul Schietecatte

1995-1998 Rik Desseyn 1998-2004 Ward Kennes

2004- Bart De Smet Bijlage 2: Voorbeeldlijst van de commissies binnen de Vlaamse Raad (1992-1993) en mogelijke interne afsplitsingen in werk- en beleidsgroepen van de CVP-fractie(s)220

Commissie CVP-fractie Algemene Zaken, Reglement en Verzoekschriften Financiën en Begroting Cultuur, Sport, Jeugd en Toerisme BG Toerisme, BG Sport, WG Jeugd Verzuiling WG Ontzuiling Media

220 Deze lijst is verre van volledig, onder andere omwille van de (ongedocumenteerde) vluchtigheid van het politieke leven. Het moet veeleer als een momentopname beschouwd worden, omdat de interne werk- en beleidsgroepen in feite een vluchtig en onregelmatig bestaan.

Page 116: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

116

Onderwijs Onderwijscel Onderwijsforum Welzijn WG Vrouwen BG Migranten Economie BG Economie BG Textiel BG Werkgelegenheid BG Landbouw WG Verankering Binnenlandse Aangelegenheden BG Binnenlandse AangelegenhedenLeefmilieu WG MAP Huisvesting en Ruimtelijke Ordening Openbare Werken en Vervoer Buitenlandse Aangelegenheden

Bijlage 3: Archiefschema van VU-fractie in de Vlaamse decreterende instellingen (1970-2001)

A. Stukken van algemene aard 1. Briefwisseling 2. Vergaderstukken

B. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 3. Leden 4. Financiële stukken 5. Activiteiten

- Parlementaire activiteiten - Persmededelingen - Contacten met andere organisaties - Andere (o.a. fractiedagen)

6. Commissies en werkgroepen 7. Dossiers van fractieleden (in totaal elf) 8. Varia-documentatie 9. Vreemde bestanden

Page 117: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

117

Bijlage 4: Hypothetisch register van de wetenschappelijke medewerkers221

• Begroting en Financiën

Helga De Baets, Danny Van Assche, Francis Verpoucke

• Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Ondergeschikte Besturen

Helga De Baets, Luc Faveyts, Jean-Paul Schietecatte, Danny Van Assche, Francis Verpoucke

• Cultuur, Jeugd, Sport en Toerisme (met Werkgroep Vrouw en Maatschappij en Werkgroep Ontzuiling)

Els Buelens, Tine Nottebaert, Jean-Paul Schietecatte, Ilse Van Eetvelde

• Economie, Tewerkstelling en Energie

Bart de Brabandere, Francis Verpoucke

• Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid

Bart Bouciqué

• Leefmilieu en Natuurbehoud, Mediabeleid

Greet Posen

• Onderwijs

Jozef De Cuyper, Ilse Van Eetvelde

• Openbare Werken en Mobiliteit

Chris Roels, Frans Van Looveren (Kamer)

• Ruimtelijke Ordening en Huisvesting

Luc Faveyts

• Welzijn, Gezondheidszorg en Armoedebestrijding

Peter Poulussen, Els Buelens

• Wetenschapsbeleid

Jozef De Cuyper

• Onderwijs (Kamer)

221 Dit register is geenszins exhaustief, maar biedt een overzicht van de wetenschappelijke medewerkers van wie concrete sporen in het archief werden aangetroffen. Belangrijke opmerking hierbij is dat een chronologie onmogelijk te reconstrueren bleek.

Page 118: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

118

IX. Inhoudsopgave

WOORD VOORAF .................................................................................................................. 2

LIJST VAN AFKORTINGEN ................................................................................................. 3

I. INLEIDING ............................................................................................................................ 4 1. STATUS QUAESTIONIS ....................................................................................................... 4 2. DE LANGE GEBOORTE VAN HET VLAAMSE PARLEMENT: EEN SCHETS VAN DE STAATSHERVORMINGEN IN HET FEDERALE BELGIË (1970-2005) ...................................... 10 • De Cultuurraad van de Nederlandstalige taalgroep (1971-1980) .................. 11 • De Vlaamse Raad I (1980-1988) ........................................................................ 12 • De Vlaamse Raad II (1988-1995) ....................................................................... 15 • Het Vlaamse Parlement (1995-2005)................................................................. 20 • De werking van het Vlaams Parlement .............................................................. 20

3. DE GESCHIEDENIS EN WERKING VAN PARTIJEN EN HET ONTSTAAN VAN FRACTIES ....... 24 • De geschiedenis van de CVP, een verhaal van golven van vernieuwing .... 24 • De werking van de CVP ....................................................................................... 26 • De ontwikkeling van politieke fracties................................................................. 29

II. INTERNE WERKING VAN POLITIEKE FRACTIES................................................... 34

1. FRACTIEVERGADERING (FV) ........................................................................................... 34 2. FRACTIEBUREAU (FB) ..................................................................................................... 34 3. FRACTIEBUREAU UITGEBREID MET DE COMMISSIEVOORZITTERS EN/OF DE PROMOTOREN (FBPR) ................................................................................................................................ 35 4. SAMENKOMST VAN ALLE CVP-COMMISSIELEDEN NAARGELANG DE MATERIE .............. 35 5. FRACTIEDAGEN ................................................................................................................ 36 6. INTERNE WERKGROEPEN EN BELEIDSGROEPEN ............................................................. 36 7. BIJEENKOMSTEN VAN DE GEWEZEN CVP-CD&V-PARLEMENTSLEDEN ........................ 37 8. EXTERNE WERK- EN BELEIDSGROEPEN........................................................................... 38 9. DE LINK MET DE (VROEGERE) STANDEN EN PRESSIEGROEPERINGEN ............................ 38 10. DE LINK MET DE REGERING............................................................................................ 40 11. DE VERHOUDING MET DE POLITIEKE STUDIECENTRA CEPESS EN IPOVO ................... 41 12. WETENSCHAPPELIJKE OF UNIVERSITAIRE MEDEWERKERS .......................................... 41 13. ADMINISTRATIEF PERSONEEL........................................................................................ 44

III. ONDERZOEK NAAR DE FRACTIEARCHIEVEN VAN DE VLAAMSE DECRETERENDE INSTELLINGEN. ................................................................................. 45

METHODE ............................................................................................................................. 45 PRIVAATRECHTERLIJKE ARCHIEFINSTELLINGEN ................................................................. 45 FRACTIESECRETARIATEN..................................................................................................... 48

Vragenlijst ....................................................................................................................... 48 Antwoorden..................................................................................................................... 49 “De toestand is hopeloos, maar niet ernstig.” ........................................................... 49

DE ARCHIEFDIENSTEN VAN HET VLAAMSE PARLEMENT, DE KAMER EN DE SENAAT......... 50 HET PRIVÉ-ARCHIEF VAN FRACTIEVOORZITTERS ................................................................ 51 ENKELE CONCLUDERENDE AANWIJZINGEN ......................................................................... 52

IV. ARCHIEFTECHNISCHE PROBLEMEN VAN FRACTIEARCHIEF........................ 54

A. DEFINITIE FRACTIEARCHIEF ............................................................................................ 54 B. DOCUMENTSTROMEN ...................................................................................................... 55

Page 119: KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Re - … · 2015. 2. 16. · ADVN Archief- en Documentatiecen trum van het Vlaams-Nationalisme ... KADOC Documentatie- en Onderzoekscentrum

119

C. DOCUMENTATIE EN DOSSIERS: EEN VERANTWOORDING VAN DE SELECTIE .................. 56 D. DE INWENDIGE (WAN)ORDE VAN DOSSIERS OF RUBRIEKEN........................................... 58 E. HET IDENTIFICEREN VAN DE ARCHIEFVORMERS ............................................................. 60 F. VOORSTEL VAN ARCHIEFSCHEMA VOOR FRACTIEARCHIEVEN........................................ 60 G. PROBLEMEN BIJ HET BESCHRIJVEN................................................................................ 63 H. OPENBAARHEID EN PRIVACY: HET JURIDISCH STATUUT VAN FRACTIEARCHIEF ............ 64

V. CONCLUSIE ..................................................................................................................... 68

• Over de volledigheid en het belang van het CVP-CD&V-fractiearchief ........ 68 • Over het belang van fractiearchief in brede zin ................................................ 70

VI. BIBLIOGRAFIE ............................................................................................................... 73

VII. INVENTARIS FRACTIEARCHIEF VAN DE CVP-CD&V IN DE VLAAMSE WETGEVENDE INSTELLINGEN ....................................................................................... 80

Verantwoording en beschrijving werkzaamheden.................................................... 80 Opmerkingen .................................................................................................................. 81 Archiefschema ............................................................................................................... 81 Inventaris van het CD&V-fractiearchief ................................................................. 83

Deel I: Archief van het fractiesecretariaat. 1972-2004 ........................................ 83 Deel II: Archief gevormd door de wetenschappelijke medewerkers. (1970-2001)............................................................................................................................ 88

A. Begroting en Financiën ................................................................................ 88 B. Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Ondergeschikte Besturen................................................................................. 89 C. Cultuur, Jeugd, Sport en Toerisme (met Werkgroep Vrouw en Maatschappij en Werkgroep Ontzuiling) ........................................................ 90 D. Economie, Tewerkstelling en Energie....................................................... 94 E. Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid .................................................. 95 F. Leefmilieu en Natuurbehoud ....................................................................... 97 G. Mediabeleid ................................................................................................. 104 H. Onderwijs ..................................................................................................... 104 I. Ruimtelijke Ordening en Huisvesting ........................................................ 109 J. Welzijn, Gezondheidszorg en Armoedebestrijding ................................ 110 K. Wetenschapsbeleid .................................................................................... 112

Deel III: Archief van de fractieleden...................................................................... 113 A. Archief fractievoorzitter Guido Verhaegen. 1971-1991. ....................... 113 B. Archief Herman Suykerbuyk. 1985-1999................................................ 114 C. Archief Johan De Roo. 1986-1995. ......................................................... 114

VIII. BIJLAGEN ................................................................................................................... 115

BIJLAGE 1 : TABEL VAN DE FRACTIEVOORZITTERS EN –SECRETARISSEN VAN DE CVP-CD&V IN DE VLAAMSE DECRETENDE INSTELLINGEN........................................................ 115 BIJLAGE 2: VOORBEELDLIJST VAN DE COMMISSIES BINNEN DE VLAAMSE RAAD (1992-1993) EN MOGELIJKE INTERNE AFSPLITSINGEN IN WERK- EN BELEIDSGROEPEN VAN DE CVP-FRACTIE(S) ................................................................................................................ 115 BIJLAGE 3: ARCHIEFSCHEMA VAN VU-FRACTIE IN DE VLAAMSE DECRETERENDE INSTELLINGEN (1970-2001) .............................................................................................. 116 BIJLAGE 4: HYPOTHETISCH REGISTER VAN DE WETENSCHAPPELIJKE MEDEWERKERS .. 117

IX. INHOUDSOPGAVE ...................................................................................................... 118