Trends in de metaal 2016 v1 - pkmadviesmetaal.nl · Als adviseur van PKM, het aan de koninklijke...

41
Trends in de metaalindustrie 2016 – 2021 De belangrijkste trends en hun invloed in de MKB metaalindustrie ? Een uitgave van PKM, Het adviesbureau in de metaal www.pkm.nl Maart 2016

Transcript of Trends in de metaal 2016 v1 - pkmadviesmetaal.nl · Als adviseur van PKM, het aan de koninklijke...

Trends in de metaalindustrie 2016 – 2021

De belangrijkste trends en hun invloed in de MKB metaalindustrie

????

Een uitgave van PKM, Het adviesbureau in de metaal www.pkm.nl Maart 2016

Verantwoording Deze publicatie is geschreven vanuit mijn werk als bedrijfsadviseur bij PKM. Het gaat in op de nu belangrijkste trends waar de MKB metaalindustrie mee te maken kan hebben. De ervaring leert dat trends zowel een hype (sterk overtrokken) als een relevante trend kunnen zijn. Het probleem voor ondernemers is dat zij moeten afgaan op wat in de vakpers geschreven wordt, wat zij op beurzen of tijdens bijeenkomsten horen. Deze informatie is niet altijd onafhankelijk. Als adviseur van PKM, het aan de koninklijke Metaalunie gelieerde adviesbureau, zie ik ook vaak de ‘achterkant’ van persberichten en kom ik in bedrijven waar men praktijkervaring heeft opgedaan met trends, nieuwe machines of nieuwe software. Dat wil niet zeggen dat ik de wijsheid in pacht heb of dat ik een totaaloverzicht van alle circa 14.000 bij de koninklijke Metaalunie aangesloten bedrijven heb. Maar in de 20 jaar dat ik al bij PKM werkzaam ben, heb ik veel in de bedrijven zelf gezien. En als bedrijfsadviseur zie ik ook nog vaak de cijfers en de concrete resultaten. Toen bijvoorbeeld enkele jaren geleden uitbesteden naar China een hype was en alle vakbladen volstonden met bedrijven die naar China gingen, zagen wij bij PKM de eerste bedrijven al met hangende pootjes terugkomen van dat avontuur en zagen we ook de leveringsgeschillen die er soms uit voortkwamen. Uiteraard zijn er veel bedrijven die wel in China succesvol zijn. De verschillen zijn vaak wel te zien en vaak nog te voorspellen ook. Vanuit deze ervaring is deze publicatie geschreven: het is bedoeld voor MKB ondernemers die zich willen oriënteren op de voor hun bedrijf mogelijk belangrijke trends. En heel belangrijk, als zij dat willen doen, waar moeten zij op letten en hoe kunnen ze de ontwikkeling van een trend volgen? Waar is betrouwbare en onafhankelijke informatie te vinden? In deze publicatie zijn kort de nu (begin 2016), volgens de vakpers en branche organisaties, belangrijkste trends in de industrie beschreven en welke gevolgen zij kunnen hebben voor de 4 grootste branches in de MKB metaalindustrie. De Technishow 2016 is hierbij als ankerpunt gebruikt. Hierbij richt ik me op een horizon van circa 5 jaar, dus ruwweg de periode 2016 – 2021. Door de snelle ontwikkelingen zal ook deze publicatie uiteindelijk gaan achterlopen. Dat is niet te voorkomen. Wel kunnen ondernemers zich gaan richten op de paar trends waar zij wat aan zouden kunnen hebben. En dan is deze horizon, zeker gezien de investeringen die nodig zijn in moderne techniek, geen gekke keuze. Het is dus zeker geen voorspelling, maar een overzicht waarop ondernemers zich kunnen richten. Deze publicatie zullen zij wel naar hun eigen bedrijf, markt en mogelijkheden moeten gaan vertalen. Deze publicatie is gebaseerd op de algemene achtergronden van de beschreven trends en informatie vanuit PKM en vanuit de Koninklijke Metaalunie. Dit is afgezet tegen de ervaringen van de PKM adviseurs in de beschreven branches. Alle informatie in deze publicatie is gebaseerd op ervaringen in veel bedrijven. Technishow 2018 Mocht u aanvullingen op of vragen naar aanleiding van deze publicatie hebben, kunt u altijd contact met mij opnemen via [email protected] Voor actuele en achtergrondinformatie zie de website www.pkm.nl en http://metaalunie.nl Overname van (gedeelten van) de tekst is altijd toegestaan mits met correcte bronvermelding. Overname van figuren en plaatjes is niet toegestaan. P. Hartgers Nieuwegein, Maart 2016

Inhoud

1. Trends ................................................................................................................................................... 5

1.1. Inleiding ......................................................................................................................................... 5

1.2. Trends in de metaal. ..................................................................................................................... 5

1.3. Trends op de achtergrond ............................................................................................................ 6

1.4. De trends inhoudelijk .................................................................................................................... 8

1.4.1. Smart Industry ....................................................................................................................... 8

1.4.2. 3D Printen ............................................................................................................................. 9

1.4.3. Quick Response Manufacturing (QRM) .............................................................................. 10

1.4.4. Advanced Engineering ........................................................................................................ 11

1.4.5. Composieten ....................................................................................................................... 12

1.4.6. Innovatieve productietechnologie ...................................................................................... 12

1.4.7. Lean manufacturing ............................................................................................................ 12

1.4.8. Productieverbetering en efficiency ..................................................................................... 14

1.4.9. Small series manufacturing ................................................................................................. 14

1.4.10. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) ......................................................... 14

1.4.11. Milieuzorg ........................................................................................................................... 15

1.4.12. Duurzame inzetbaarheid van personeel ............................................................................. 15

1.4.13. Compliance.......................................................................................................................... 16

1.4.14. Traceerbaarheid .................................................................................................................. 17

2. Trends per branche ............................................................................................................................. 18

2.1. Verspaning .................................................................................................................................. 18

2.1.1. Branchegerichte trends ....................................................................................................... 18

2.1.2. Trends in de verspaning ...................................................................................................... 19

2.2. Plaatbewerking ........................................................................................................................... 23

2.2.1. Branchegerichte trends ....................................................................................................... 23

2.2.2. Trends in de plaatbewerking............................................................................................... 24

2.3. Staalconstructie .......................................................................................................................... 28

2.3.1. Branchegerichte trends ....................................................................................................... 28

2.3.2. Trends in de staalconstructie .............................................................................................. 29

2.4. Machinebouw ............................................................................................................................. 32

2.4.1. Branchegerichte trends ....................................................................................................... 32

2.4.2. Trends in de machinebouw ................................................................................................. 36

3. Voorbeeld bedrijven ........................................................................................................................... 40

3.1. AWL Techniek te Harderwijk ....................................................................................................... 40

3.2. 247 Tailorsteel te Varsseveld ...................................................................................................... 40

3.3. Zuidberg te Ens ........................................................................................................................... 41

3.4. Futurion te Hardenberg .............................................................................................................. 41

1. Trends 1.1. Inleiding

“Voorspellen is moeilijk, vooral als het over de toekomst gaat”. Een open deur, maar we moeten er wel iets mee. Immers elk bedrijf moet zich op de toekomst voorbereiden. Vooral investeringen in machines, personeel en gebouwen zijn sterk toekomstgericht. Het is dus voor elk bedrijf van belang om in te kunnen schatten hoe de markt zich de komende 5 tot 10 jaar ontwikkelen zal. Echter, niet alleen bedrijven weten dit niet, ook klanten, leveranciers, markten, consumenten, de overheid etc weten het ook allemaal niet. Toch ‘moeten’ we een toekomstvisie hebben. Soms is het window-dressing, maar als er investeringen moeten worden gepleegd (of beslissingen over investeringen genomen moeten worden) is inzicht in de toekomst nodig. Gelukkig hoeven bedrijven dat niet allemaal zelf te doen. Vele boeken, (vak)tijdschriften en vooral op Internet zijn diverse toekomstvisies, trends en hypes te vinden. Het is eigenlijk niet al te moeilijk om een toekomstvisie voor 5 jaar op te stellen. Maar dan: hoe vertalen we die visie(s) in concrete investeringen? Hoe veranderen markten en dan vooral de eigen markt? Foute investeringen kosten niet alleen veel geld, het kan een bedrijf snel aan de afgrond brengen. Absolute zekerheid is er natuurlijk nooit. En ook de beste visie of investering kan opeens veranderen als de buitenwereld veranderd. Maar toch moeten bedrijven verder en het is aangetoond dat innovatieve bedrijven het op de lange duur veel beter doen. Dus goed omgaan met een onzekere toekomst blijkt bij deze bedrijven best te kunnen. Blijkbaar zien deze bedrijven bepaalde ontwikkelingen en handelen zij daarna. In deze publicatie wordt van een aantal trends en ontwikkelingen, die nu zichtbaar zijn, de consequenties voor metaalbedrijven beschreven. Noodgedwongen zullen dit algemene beschrijvingen zijn, maar elk bedrijf kan op basis hiervan zijn plannen op- of bijstellen door deze trends te combineren met kennis van het eigen bedrijf en de eigen markt. Een vertaalslag naar het eigen bedrijf is dus altijd nodig, maar ook daar kan ondersteuning bij gevraagd worden.

1.2. Trends in de metaal.

Op dit moment (begin 2016) zijn er enkele zeer algemene trends geformuleerd: - Smart industry (ook wel Industry 4.0 genaamd) - 3D printing

Verder zijn er enkele trends specifiek voor de productie industrie

- Advanced Engineering - Lasertechnologie - Robotisering - Productautomatisering - Small Series Manufacturing - Quick Response Manufacturing - 24/7 productie - Kostenbesparing - Productieverbetering & Efficiency - Innovatieve productietechnologie

Deze laatste trends spelen allemaal in bepaalde mate een rol in de metaalindustrie, waarbij per branche (plaatwerk, las- en constructiewerk, verspaning, gieterijen, (speciaal)machinebouw, walserijen, gereedschapsindustrie, tankbouw en de metalen ramen- en deurenindustrie) wel verschillen zichtbaar zijn. Als we nu kijken, spelen in de metaalindustrie specifiek de volgende trends een grote rol (of zouden dit moeten spelen)

- Smart industry - 3D printing - Advanced Engineering - Lasertechnologie - Robotisering - Productautomatisering - Small Series Manufacturing - Quick Response Manufacturing (QRM) - 24/7 productie - Kostenbesparing - Productieverbetering & Efficiency - Innovatieve productietechnologie

1.3. Trends op de achtergrond

Daarnaast zijn er nog een aantal trends en ontwikkelingen die weinig genoemd worden, maar soms wel een grote invloed op (metaal)bedrijven hebben. Dit zijn allereerst de wettelijke eisen, maar vaak ook indirecte wettelijke eisen. De volgende trends en ontwikkelingen spelen op de achtergrond stevig mee:

- Europese wetgeving (CE) en dan specifiek: o Machinerichtlijn voor machine- en apparatenbouwers o CPR 305/2011 (bouwproductenrichtlijn) en dan nu vooral via de NEN-EN 1090

voor de staalbouw o REACH voor die bedrijven die chemische stoffen verwerken o ATEX voor explosieveiligheid

- Milieu, steeds vaker vragen klanten en overheden om een ISO 14001 certificaat - Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) via de ISO 26000 of de MVO Monitor

van de koninklijke Metaalunie - Duurzame inzetbaarheid van personeel in combinatie met een voortdurende tekort aan

vakmensen; - Specifieke branche- en industrienormen zoals:

o De TS 16949 voor toeleveranciers aan de automotive o Aerospace-normen o AQAP voor leveranciers aan defensie o NEN-EN 3834 voor laswerk o HACCP en HDN voor machine- en apparatenbouwers in de food

In het algemeen speelt een belangrijke trend al jaren een rol en dat is winstgevende productie in Europa. De bovengenoemde trends spelen daar een rol in met Smart Industry als een van de belangrijkste pijlers. Met Smart Industry is de Europese industrie in staat om hier te blijven produceren en te concurreren met vooral China, maar ook India etc. Veel andere trends zijn technologische trends die een vertaling of invulling hiervan zijn. Alle lean technieken bijvoorbeeld richten zich op het voorkomen van verliezen, verlagen van

kostprijs en meer flexibilisering. Andere, vooral robotisering en automatisering, richten zich sterk op kostprijsverlaging. Of dit de ultieme weg is, is de vraag. Immers concurreren op kostprijs leidt op den duur alleen maar tot verlies. Overigens: verlaging van de kostprijs door optimaal te werken daarentegen moet elk bedrijf altijd doen. De trends om concurrerend te blijven produceren in Europa moeten gericht zijn op flexibel en snel inspelen op veranderende klantwensen (met name smart Industry, 3D printen, QRM, advanced engineering, innovatieve productietechnologie), transparantie, eerlijk zakendoen en MVO (MVO, milieu, compliance, CE) en innovatieve producten en diensten (innovatie in brede zin). Het zal duidelijk zijn dat de boven genoemde trends altijd deze ‘hogere doelen’ zullen moeten dienen. In onderstaande tabel zijn alle trends overzichtelijk samengevat. Hoofdtrend Invullende trends Omschrijving

Flexibel en snel inspelen op veranderende klantwensen

Smart Industry ICT koppelingen door de hele productieketen

3D printen Enkelstuks productie, flexibiliteit en zeer korte productietijden, productie on-demand

QRM Verkorting doorlooptijd Innovatieve productietechnologie

Flexibiliteit en doorlooptijdverkorting

Lean manufacturing Flexibel produceren zonder fout- en verlieskosten

Productieverbetering & Efficiency

Sneller en goedkoper produceren

Small Series Manufacturing Sneller en flexibeler produceren, minder voorraad door in kleinere series te produceren

Transparantie, eerlijk zakendoen, MVO en milieu

MVO monitor, ISO 26000 Maatschappelijk verantwoord ondernemen, in de gehele keten

ISO 14001, ISO 50000 Milieuzorg en energiebesparing

Compliance Voldoen aan alle regelgeving en klanteneisen en daar transparant mee omgaan

Duurzame inzetbaarheid personeel

Ook ouderen en bijzondere groepen aan het werk houden

Beschikbaarheid vakpersoneel

Vakmensen zijn en blijven schaars: Meer aandacht voor scholing en levenslang leren.

Circulaire metaalketen Vermindering grondstoffengebruik, recycling, voorkomen schaarste aan grondstoffen

Industrienormen als HACCP, HDN, wetgeving als ATEX, PED, CPR

Hogere kwaliteit van product en productie

Traceerbaarheid Wettelijke of norm eisen over traceerbaarheid van onderdelen, componenten etc.

Robotisering Ontlasten mensen van vies, zwaar en mentaal zwaar werk.

Innovatieve producten en diensten

Productinnovatie Nieuwe producten en diensten ontwikkelen en op de markt zetten

Lasertechnologie Vormvrijheid in productie

Advanced engineering Inzet moderne materialen en technieken om te komen tot betere en nieuwe producten

Composieten Gebruik van composieten i.p.v. de traditionele metaal of kunststof

Kostprijsverlaging Robotisering Verlagen personeelskosten

24/7 productie Verlagen productiekosten kostenbesparing Verlagen productiekosten

1.4. De trends inhoudelijk

Hieronder worden de belangrijkste trends inhoudelijk beschreven. Meer informatie over de

trends is in ruime mate op Internet te vinden en neemt ook nog steeds verder toe. Zie de PKM

kennisbank via www.pkm.nl. Een goede bron is verder Wikipedia, hoewel niet alle informatie

daar geheel ‘ongekleurd’ is. Verder zal per onderwerp een of meerdere startsites genoemd

worden.

1.4.1. Smart Industry

Met de ontwikkeling van Smart Industry wordt gedoeld op de verregaande digitalisering en

verweving van apparaten, productiemiddelen en organisaties (het ‘internet of things’) waardoor

nieuwe manieren van produceren, nieuwe business modellen en nieuwe sectoren ontstaan.

Smart Industries zijn industrieën die een zeer flexibele productiecapaciteit hebben in termen van

het product (specificaties, kwaliteit, design), volume (hoeveelheid), timing (levertijd),

grondstoffen- en kosten efficiëntie. Hierdoor, en door een sterk digitaal geïntegreerde

toeleveranciersketen, is het mogelijk voor iedere klant ‘op maat’ producten en diensten te

leveren. In Smart Industry wordt het mogelijk uit grote en diverse informatiestromen nieuwe

business te creëren op basis van nieuwe, deels op elkaar inwerkende, nieuwe technologieën

zoals: big data processing, het Internet of Things, nieuwe generatie adaptieve robots, 3D

printing, nanotechnologie en miniaturisering en nieuwe sensortechnologie.

Mede door de sterke positie van Nederland in design, systeemontwerp en logistiek biedt deze

ontwikkeling veel kansen voor de Nederlandse industrie. Maar het zal ook duidelijk zijn dat deze

trend zeer breed is. Het loopt van e-commerce door de hele (productie)keten heen via

geïntegreerde ICT systemen tot aan volledig geautomatiseerde productiecellen en manarme

fabrieken. Dit maakt het ook lastig om bij deze trend tot concrete actieplannen te komen. Wel is

duidelijk dat Smart Industry enorm veel mogelijkheden biedt en dat de industrie hier zeker niet

kan achterblijven.

Zie ook www.smartindustry.nl/, een website over het Nederlandse programma Smart Industry met achtergronden, nieuws, ontwikkelingen en een actuele stand van zaken.

1.4.2. 3D Printen

Daar waar Smart Industry een zeer omvattend programma is, is 3D printen een verzameling productietechnieken met als kenmerk dat hiermee direct digitale informatie wordt omgezet in een concreet product. De benaming ‘additieve technieken’ is overigens beter dekkend. Deze technieken lopen van het opbouwen van kunststof lagen tot modellen (rapid prototyping) tot selective laser sintering van metalen producten met mechanische sterkte. Het nadeel van de term 3D printen of van additieve productie, is dat het rijp en groen door elkaar heen haalt. Het gaat van eenvoudige printers voor 3D kunststofproducten voor consumenten tot lasersinteringmachines die nog niet helemaal uitontwikkeld zijn. Ook de gebruikte materialen verschillen en er zijn diverse softwarepakketten in omloop die zich uiteraard sterk ontwikkelen. 3D printen is nog geen volwassen productietechniek, maar de ontwikkeling hier gaat zo snel dat dit binnen afzienbare tijd wel zo zal zijn. Voor bedrijven is dat natuurlijk lastig, want wanneer is het beste tijdstip om in te stappen? Daarnaast zijn er al diverse volwassen toepassingen, zoals bijvoorbeeld het bedrijf Materialise al jarenlang aantoont. Ook zijn er veel grotere bedrijven bezig om eigen toepassingen te ontwikkelen. Elk bedrijf zal hier zelf de vinger aan de pols moeten houden en altijd blijven uitgaan van de behoeften van de eigen (en toekomstige) klantenkring. Verderop zal in deze publicatie per branche een bescheiden inzicht worden gegeven in de mogelijkheden van 3D printen voor de betreffende branche. Enkele belangrijke ontwikkelingen binnen 3D printen zijn de ontwikkeling van software die onderdelen zo ontwerpt dat materiaal daar is waar krachtlijnen lopen (vooral in de aerospace nu al een belangrijke ontwikkeling). Hierdoor kunnen niet alleen veel lichtere en sterkere onderdelen worden ontwikkeld, er wordt ook stevig op materiaal en productiekosten bespaard. Een andere belangrijke ontwikkeling is de lasersinteringmachine. Deze is in staat om metalen producten te produceren die sterk genoeg zijn om direct toegepast te worden. Het gaat dan om optimalisatie van het proces, de gebruikte materialen en een machine die in een productie omgeving veilig te gebruiken is.

Veel informatie is te vinden via http://addlab.com/Home. Zie verder natuurlijk http://manufacturing.materialise.com/. Via Metaalmagazine http://www.metaalmagazine.nl/ is ook veel nieuws over 3D printen te vinden.

1.4.3. Quick Response Manufacturing (QRM)

QRM is een techniek uit de lean manufacturing die gericht is op diverse typen bedrijven. De centrale gedachte achter het concept is dat een bedrijf zich primair moet richten op het verkorten van de orderdoorlooptijd. Hierdoor ontstaat een betere marktpositie en een hogere verkoopprijs. Oog en oor hebben voor marktvraag, klant specifiek of in kleine series, als middelgrote organisatie en toch concurrerend met lage loonlanden. Een flexibel bedrijf dat snel kan reageren, daar gaat het om. Lagere kosten, hogere marktgerichtheid. Dat is wat QRM kan bewerkstelligen. QRM bestaat uit vier pijlers:

1. Tijddenken. Alles is gericht op het verkorten van doorlooptijden, ofwel het verwijderen ‘white spaces’ (wachttijden): in een productiebedrijf liggen orders vaak 95% van de tijd te wachten op de volgende bewerking. Dit kost tijd en geld (liquide middelen vast in onderhandenwerk, ruimte beslag op de werkvloer en beheersingskosten). QRM zorgt ervoor dat de orders zoveel mogelijk in bewerking zijn en zo weinig mogelijk wachten. Hierdoor ontstaat een flexibeler organisatie met weinig overhead.

2. Anders organiseren. Bedrijven worden zo ingedeeld dat zij zich zeer flexibel op markten kunnen richten. Men gaat uit van cellen die zowel uit productie- als kantoorpersoneel bestaan. Deze cellen werken redelijk autonoom hun jobs af en hebben invloed op de werkindeling. Hierdoor ontstaat een flexibele samenwerking binnen bepaalde product-marktcombinaties.

3. Systeemdynamica. Iedereen kent het wachtrij probleem. Bij QRM is dit de basis van de productie, maar men gaat veel verder dan de bottleneck theorie. Bij QRM rekent men uit welke capaciteit nodig is voor een flexibele productie en men zorgt voor een zodanige ‘overcapaciteit’ dat elke werkplek flexibel kan sturen. QRM geeft hiervoor rekenregels en hiermee kan men de productie optimaliseren voor product-marktcombinaties

4. Bedrijfsbrede toepassing. (ketendenken). Uiteindelijk moeten alle cellen in het bedrijf gaan samenwerken. Hiervoor is de POLCA methodiek ontwikkeld: cellen produceren pas als de volgende cel capaciteit heeft voor de opvolgende bewerking. Hierdoor komen orders niet stil te liggen. Dit concept breidt men steeds verder uit zodat ook de keten (toeleveranciers en klanten) er actief bij betrokken worden.

1.4.4. Advanced Engineering

Ook dit is een containerbegrip en omvat vele zaken zoals: - Aerospace engineering (Rubbers & Plastics, Aerospace Testing & Inspection) - Composite engineering (Thermoplastics / Nanocomposites / Biocomposites /

Composites, Composite Testing) - Advanced materials engineering (Composites in Construction, Composites Testing &

Inspection) - Performance materials (Surface Finishing, Powder Metallurgy, Laser Metal Processing) - Automotive Electronics/Future Enablers (Driverless Vehicles, Technology Transfer

(Space), Cybersecurity) Ook elk van deze onderdelen is vaak weer onderverdeeld in diverse deelgebieden van engineering. Uitgangspunt is dat er nieuwe wegen ontwikkeld gaan worden en dat kan door het toepassen van nieuwe en betere materialen al dan niet in combinatie met nieuwe productieprocessen. Binnen deze trend zijn de onderliggende trends van belang:

- Composieten (samenstellingen van vezels (carbon, glas) en kunststoffen (thermoharders en thermoplasten) en soms metalen)

- Gerichte vezels in composieten: de vezels worden door robots zo gewikkeld dat deze daar liggen waar de meeste krachten optreden

- Biocomposieten en bioplastics tbv een duurzame en niet fossiel-afhankelijke economie. - Hogesterkte stalen - Lasertechnologie. Veel moderne materialen zijn met laser het beste te bewerken en de

lasertechnologie geeft volledige vormvrijheid. - Automotive: de zelfrijdende auto met alles wat daarbij nodig is tot aan cybersecurity toe.

Het zal duidelijk zijn dat advanced engineering over het algemeen niet door een metaalbedrijf alleen uitgevoerd kan worden, maar dat daar een goede omgeving voor nodig is. Denk hierbij aan Brainport Industries in Eindhoven en Kennispark in Twente. In deze omgevingen kunnen bedrijven deelnemen aan de grote thema’s en ook op kleine schaal toch voorop lopen. Wel een mooi voorbeeld van advanced engineering is de nieuwe DEMAG Eco kraan. Deze wint niet alleen energie terug tijdens het remmen, maar bestaat ook uit een nieuw ontwikkelde vakwerkligger die 30% minder staal nodig heeft en toch sterker is. Het unieke vakwerk ontwerp verlaagt niet alleen het gewicht, het heeft een kleinere schaduw waardoor meer natuurlijk daglicht in de hal treedt. Bovendien heeft het ontwerp een dempende werking, waardoor oscillatiekrachten (het dienen van de last) met 30 procent verminderen (www.metaalnieuws.nl/demag-presenteert-duurzame-eco-kraan). Dit is een prima voorbeeld van wat deze trend inhoudt, maar zoals boven al beschreven is de trend in totaal zeer breed. Dit voorbeeld toont wel duidelijk een belangrijk punt aan: Geen enkel product is uitontwikkeld en kan altijd weer beter door toepassen van nieuwe inzichten (1), nieuwe materialen (2) en/of nieuwe productietechnieken (3). Uiteraard is er wel veel vakkennis bij ontwerpers nodig, zie hiervoor ook de opmerkingen onder de hoofdtrend MVO. Meer informatie via http://www.kennispark.nl/ en http://www.brainportindustries.com/en/home.

1.4.5. Composieten

Composieten is een verzamelterm. Hiermee worden combinaties van materialen bedoeld, meestal een zogenaamde matrixmateriaal (de bulk) met daarin een ander materiaal. De oudst bekende composiet is gewapend beton waarin stalen staven het brossere beton zijn treksterkte geven. In de metaal zijn composieten bijvoorbeeld staalsoorten met wolframcarbiden. Van recentere datum zijn dat de glasvezelversterkte kunststoffen, maar er zijn ook biopolymeren als melkzuur gebaseerde kunststoffen versterkt met hennepvezels. Het is dus een zeer brede groep materialen die behoorlijk ‘op maat’ gemaakt kunnen worden doordat ze de eigenschappen van twee of meer materialen combineren. Op dit moment wordt onder het begrip composieten thermoplastische en thermohardende kunststoffen met daarin (gestrekte) glas- of koolstofvezels bedoeld. Er bestaan systemen om de vezels in de krachtenrichting te leggen, te weven of te wikkelen waarna de kunststofmatrix wordt toegevoegd. Op die wijze wordt een combinatie tussen zeer licht en zeer sterk in 1 product tot stand gebracht. Nu zijn composieten, zeker de op maat gewikkelde, nog behoorlijk duur. Maar door de koppeling van productgeometrie, rekensoftware en wikkelrobots kan uiteindelijk een goedkoper product ontstaan. Omdat composieten lichte en sterke producten kunnen realiseren, wordt deze techniek al veel toegepast waar elke gram gewicht telt zoals aerospace, maar ook in de racerij en automotive. En er zijn ook al succesvolle toepassingen in de agromachines. Meer informatie is te verkrijgen via Compoworld, het kenniscentrum op het gebied van composieten en toepassingen daarvan. Zie verder http://www.compoworld.nl/

1.4.6. Innovatieve productietechnologie

Dit is een trendomschrijving die andere trends weer omvat. Het is het geheel aan productietechnieken met als doel om producten sneller en goedkoper te produceren. Het omvat zaken als lasertechnologie, robotisering, productie-automatisering en combinaties daarvan. Maar ook ICT koppelingen, sensoring (het meten in productieprocessen en deze op basis daarvan direct bijsturen), CAD en CAM koppelingen. Omdat deze trendomschrijving eigenlijk te vaag is en er alles onder gevat kan worden dat tot snellere en goedkopere productie leidt, is dit een trend die altijd wel speelt. Het wordt meestal gebruikt voor bedrijven die hun productieproces (blijven) aanpassen aan de moderne mogelijkheden in tegenstelling tot die bedrijven die op de oude voet doorwerken.

1.4.7. Lean manufacturing

Dit omvat een dertigtal methodieken die er elk op gericht zijn om verspillingen in de hele productieketen te elimineren of ten minste te verminderen. Het uitgangspunt is dat een order pas gestart wordt als die in een keer compleet afgewerkt kan worden. Resultaten zijn niet alleen lagere productiekosten en een snellere doorlooptijd, maar ook minder voorraden, geen faal- en verlieskosten bij een zeer hoge kwaliteit.

Waar wel op gelet dient te worden, is dat niet elke lean techniek in alle omstandigheden toegepast kan worden. Er zijn algemene technieken als 5S, QRM, Value Stream Mapping (VSM). KaiZen (voortdurend verbeteren in kleine stapjes), Poka Yoke, elimineren verspillingen die in elk bedrijf toepasbaar zijn. Andere Technieken als OEE, SPC, KanBan, DFA zijn beter in specifieke toepassingen.

Bron: PKM Het loont altijd om de principes van lean manufacturing toe te passen en blijven toe te passen. Het levert veel op qua kwaliteit, werkplezier en meer resultaat met minder inspanningen. Het is in principe ook geen trend, maar een denkmethodiek die altijd tot positieve resultaten zal leiden. Lean manufacturing heeft op zich niets met automatisering, ICT of dure machines te maken, maar ICT kan wel een belangrijke rol spelen. Indien zo opgevat valt lean manufacturing ook onder Smart Industry. In ieder geval is het wel goed om de lean gedachte bij Smart Industry mee te nemen. Er is wel een nadeel aan lean manufacturing: het optimaliseert alle productieprocessen, maar door de verhoogde efficiency gaat innovatie en vernieuwing vaak verloren. Lean elimineert verspillingen en alle handelingen worden afgezet tegenover een directe opbrengst voor de klant. Mogelijke opbrengsten in de toekomst die nu geld, tijd en inspanning kosten, vallen weg door deze denkwijze, immers ze staan de huidige omzet in de weg. Een oplossing hiervoor is overigens zeer simpel: zorg voor een aantal mensen die voor innovatie zorgt en/of zet een eenvoudige R&D afdeling op met duidelijke doelstellingen voor de

nabije toekomst. Door innoveren ook als ‘productieproces’ op te vatten, zou dit ook nog onder lean kunnen gaan vallen.

1.4.8. Productieverbetering en efficiency

Hoewel dit ook door lean manufacturing bereikt gaat worden, wordt met deze omschrijving toch meestal productieautomatisering, robotisering en ICT bedoeld. Hoewel zeer logisch qua uitgangspunten (Zie ook onder lean manufacturing) is dit toch te vaak ingezet als herstructurering, reorganisatie, bezuiniging of afslanking. Het heeft daardoor een negatieve klank gekregen. Het uitgangspunt is dat door inzet van automatisering, ICT en robotisering de productie veel efficiënter verloopt, er minder verlies optreedt en er geen kwaliteitsklachten komen. Waar lean manufacturing vaak een denkmethode behelst die tot betere productiemethoden leidt, wordt hier vaak de hardware bedoeld. Door de snelle ontwikkeling van ICT, Internet, snelle besturingen etc., is er de laatste jaren veel meer mogelijk dan voorheen. Nadeel bij deze trend is dat er vaak hoge investeringen mee gemoeid zijn. Denk aan zaken als 5-assige bewerkingsmachines. Deze vergen hoge investeringen, die bij de juiste producten en hoge bezettingsgraad snel terug verdiend worden. Een verkeerde keuze daarentegen blijft nog jarenlang veel geld kosten. Daar waar de investeringen in lean manufacturing voornamelijk uit tijd en eenvoudige en simpele investeringen bestaan en dus snel en zeker terug verdiend worden, is dat hier niet altijd zo makkelijk. Een degelijk investeringsonderzoek is altijd noodzakelijk. Lastig is dat hierbij veel externe expertise nodig is.

1.4.9. Small series manufacturing

Zoals de term al aangeeft, gaat het hier om methoden om economisch in kleinere series te produceren. Hierdoor kan een producent snel en flexibel produceren tegen relatief lage kosten en als het goed is, kleine voorraden. Ook deze trend omvat meerdere technische trends, van robotisering tot 3D printen. Wel is het zo dat dit vaak alleen per individueel bedrijf uit te voeren is. Voor sommige bedrijven bijvoorbeeld de speciaalmachinebouw is het de bestaande realiteit.

1.4.10. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)

Een trend die al enige tijd op de achtergrond loopt, maar die de laatste jaren steeds meer aan invloed gaat krijgen. Vooral door de schandalen van de laatste jaren in industrie en politiek en zaken als de klimaatverandering, de wereldwijde markt en de Amerikaanse jacht op belastingontduiking en omkoping/corruptie begint MVO voor veel bedrijven een belangrijke factor te worden. Veel overheden, maar vooral de grotere bedrijven, eisen MVO van hun leveranciers en omdat MVO keten omvattend is, worden deze eisen aan steeds meer bedrijven gesteld. Ook vele ondernemers gaan vrijwillig tot MVO over omdat zij ervan overtuigd zijn dat het op de huidige wijze niet (lang) meer kan.

Vooral in de laatste jaren is er meer vraag naar MVO en hoe dit in bedrijven te implementeren. De ISO 26000 geeft aan hoe dit moet. Daarnaast heeft de Koninklijke Metaalunie de MVO monitor opgezet (http://mvo-monitor.metaalunie.nl/). Hiermee kan een bedrijf zich laten certificeren of zelfs als koploper gecertificeerd worden. Vergelijkbaar zijn de CO2 prestatieladder en de MVO prestatieladder.

1.4.11. Milieuzorg

Minder omvattend dan MVO, is milieuzorg voor veel metaalbedrijven ook belangrijker aan het worden. Daar waar bij MVO de hele productieketen belicht wordt, wordt bij milieuzorg naar die zaken gekeken waar het bedrijf direct of indirect invloed op kan uitoefenen. Omdat de meeste metaalbedrijven in Nederland tot het MKB behoren en vaak als leverancier (te) weinig invloed op de hele keten kunnen uitoefenen, is milieuzorg een prima alternatief. De ISO 14001 schrijft een milieuzorg systeem voor dat ook de kleinere bedrijven kunnen opzetten en onderhouden. Behalve dat het milieuzorgcertificaat steeds meer gevraagd gaat worden, is het ook een prima middel om de kosten onder controle te houden. Immers ook hier worden verspillingen geëlimineerd en energiebesparingen gerealiseerd. En omdat hier verplicht gemeten en gemonitord wordt, worden besparingen daadwerkelijk gerealiseerd. Ook hier is de laatste jaren een sterk stijgend vraag naar ISO 14001 certificaten merkbaar. Bij tenders ontvangen bedrijven met certificaat extra beoordelingspunten. Ook bij zaken doen met overheden of grote bedrijven is een certificaat wenselijk en vaak verplicht. Meer informatie is te vinden op de site van de SCCM http://www.sccm.nl/ of bij InfoMil, informatie over milieuwetgeving http://www.infomil.nl/

1.4.12. Duurzame inzetbaarheid van personeel

Bij vrijwel alle metaalbedrijven is er een tekort aan vakpersoneel. En hoewel overheid, opleidingscentra, scholen, branche organisaties en sommige bedrijven veel initiatief tonen door scholieren voor de techniek te interesseren en te investeren in techniek onderwijs, blijft het tekort staan. Dit geldt voor vrijwel alle branches, hoewel sommige er meer last van hebben dan andere (zie verder per branche hieronder beschreven). De oorzaken zijn divers en daardoor moeilijk oplosbaar:

- Vooral in Nederland, dat het moet hebben van slimme productie, flexibele productie, hoge automatisering in vooral niche-markten en -producten, zijn veel hoger opgeleide technische vakmensen nodig. ‘Handjes’ zijn er nog genoeg, maar het aandeel daarvan wordt steeds minder. Vooral de trends op gebied van Smart Industry, robotisering, ICT-koppelingen etc vragen voortdurend om meer hoog opgeleide medewerkers

- Techniek heeft in Nederland een relatief slechte naam. Dat is te zien in het buitenland. Bijvoorbeeld in Duitsland, waar vakmanschap vele malen hoger staat aangeschreven dan in Nederland, of zelfs in Rusland zijn veel meer technische vakmensen te vinden dan in Nederland.

- De industrie is zelf ook schuld, want: o Bij elke economische crisis staan vanaf dag 1 alle kranten vol met massa

ontslagen in de (metaal)industrie. Ondanks de tekorten en de noodzaak aan en

van vaklui, zien veel bedrijven de medewerkers alleen maar als kostenpost. Dit is niet alleen kortzichtig, het geeft mensen ook op de lange termijn geen vertrouwen in de industrie als werkgever

o De ‘vroeger’ vooraanstaande bedrijfsscholen die elk groot bedrijf had, zijn allemaal gesloten. Ook hier was de korte termijn gedachte leidend. Voordat een bedrijfsschool weer is opgezet en vakmensen aanlevert, ben je zo 10 jaar verder.

o Ook de salariëring van technische vaklui is niet geweldig. In veel branches is met minder opleiding en minder moeite meer te verdienen.

o Het vinden van stageplaatsen voor studenten en scholieren blijkt nog moeilijk te zijn. Teveel bedrijven vinden het investeren in toekomstige vaklui niet hun zaak.

- Ook andere branches hebben tekort aan medewerkers, zodat meerdere branches aan de scholieren ‘trekken’.

Hoewel we jonge mensen alle kansen moeten geven, is het opleiden van vakpersoneel door MKB bedrijven vrijwel ondoenlijk in hun eentje. Wel is elk bedrijf in staat het eigen personeel te binden en via opleiding en coaching tot een hoger niveau te krijgen. De MVO trend van duurzame inzetbaarheid van personeel springt hier op in en is voor alle bedrijven eigenlijk zeer noodzakelijk.

1.4.13. Compliance

Het begrip compliance is voldoen aan wet- en regelgeving. Op zich eigenlijk een open deur, want elk bedrijf moet aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving voldoen. Echter, bij de banken met name hebben we gezien dat dit simpeler gesteld is dan in de praktijk gedaan. Ook de recente schandalen betreffende omkoping van grote bedrijven laten zien dat het moeilijker is in de praktijk. Vooral als zaken wordt gedaan met bepaalde landen of regimes waar steekpenningen onderdeel van de economie zijn, is compliance nog erg lastig. Door druk van de Amerikaanse overheid is compliance tegenwoordig bij grote bedrijven een belangrijk onderwerp. Minder duidelijk is de wet- en regelgeving zelf. En hoewel alle wetgeving (nationaal en Europees) op Internet gratis is te vinden, is het vinden van de juiste regelgeving voor bedrijven erg moeilijk. Nog lastiger is het voldoen er aan. Al jaren wordt gesproken over vereenvoudiging en vermindering administratieve lastendruk en worden er zelfs veel acties op uitgevoerd, aan de andere kant stijgt het aantal wetten en regels weer zeer sterk. Vooral de laatste jaren is waarneembaar dat bij elk ongeval, crash of calamiteit direct aanvullende regels en wetten worden uitgevaardigd. Hoewel de calamiteiten voornamelijk ontstaan door het niet naleven van de bestaande wetgeving en het onvoldoende toezicht van de overheid erop, is de reflex om toch weer nieuwe regels en wetten te bedenken. Ook dit is een gegeven voor bedrijven. Zij kunnen niet anders dan er aan voldoen. Op zich willen bedrijven dit zeker wel, maar hoe dat moet, is erg moeilijk in de praktijk. Diverse initiatieven en platforms trachten uitkomst te bieden, maar soms vergroten deze de verwarring alleen maar. Bedrijven kunnen niet veel meer doen dan zich te laten bijstaan door experts op elk vakgebied en zelfs dat is geen garantie. Ook hier nemen de branche organisatie meestal het initiatief. Ook voor kleinere bedrijven is compliance uiteraard belangrijk. Maar kleinere bedrijven ontbreekt het vaak aan expertise of simpelweg tijd om wet- en regelgeving goed uit te zoeken en in te vullen. Nog veel bedrijven hebben moeite met CE richtlijnen en als we zien dat er nog

maar de helft (naar schatting) van de staalbedrijven gecertificeerd is voor EN-1090 (sinds 1 juli 2014 verplicht!), dan is duidelijk dat compliance veel belangrijker moet gaan worden. Compliance omvat ook eisen en normen die gesteld worden door de klant. Ook hier ontstaan kansen en risico’s. Immers eisen van de klant zijn niet wettelijk, maar kunnen wel tot omzetverlies en schadeclaims voeren. Veel grotere klanten en ook de overheid eisen steeds vaker een ISO-9001, ISO-14001 (milieu) of een MVO certificaat. Hoewel dit geen wettelijke eisen zijn, is er vaak geen andere keuze dan er aan te gaan voldoen. In meerdere branches gelden dan nog aanvullende wetten, regels of eisen als bijv. ATEX( explosieveiligheid), HACCP (voedselveiligheid). In bepaalde branches zijn daarom bepaalde keurmerken opgericht om het de markt en de fabrikanten het makkelijker te maken. Een voorbeeld hiervan is het recent opgerichte HDN certificaat voor machinebouwers voor de food en agro. Compliance is een onderdeel van MVO en meer informatie over compliance is via de kennislinken van MVO te vinden. Verder geeft de Koninklijke Metaalunie overzichten van ontwikkelingen en relevante (wijzigingen in de) wet- en regelgeving op haar webportal http://metaalunie.nl/

1.4.14. Traceerbaarheid

Deze trend wordt steeds vaker door klanten en de overheid geëist. Het gaat in eerste instantie om het terug kunnen traceren van materialen, onderdelen, componenten in geval van schade of ongeval. Maar het begint ook voor te komen dat mensen, machines, materialen herkenbaar zijn aan certificaten. Een voorbeeld hiervan is de NEN-EN 1090 die gecertificeerde materialen, lasapparatuur, lassers en bewerkingsprocessen eist. Maar ook de nieuwe HDN norm voor voedselveilige machines en apparaten eist toepassing van specifieke materialen incl. certificaat, inzet van gecertificeerde engineers en lassers en lasprocessen. Hierbij is de traceerbaarheid de norm. Op zich is traceerbaarheid, mits op tijd aangegeven, geen probleem. Naar (kleine) bedrijven die er geen ervaring mee hebben, kunnen het lastig vinden om het op te gaan zetten.

2. Trends per branche

2.1. Verspaning

Deze branche omvat al die bedrijven die middels verspanende technieken (vooral draaien, frezen, slijpen) producten en componenten produceren. Deze bedrijven zijn meestal toeleverancier van machine- en apparatenbouwers, componentleveranciers en veel andere productiebedrijven. Diverse bedrijven brengen eigen producten op de markt in de vorm van verspaande producten of samenstellingen. In dat laatste geval worden dit als gecombineerde bedrijven opgevat. In deze paragraaf gaat het om bedrijven die verspanende productieprocessen als hoofdbewerking hebben. De branche kenmerkt zich als zeer kapitaalsintensief. Er zijn veel ontwikkelingen in machines (zie verder) en nieuwe machines vergen hoge investeringen. Naast de machine zelf zijn ondersteunende zaken als gereedschappen, gereedschap beheer, koel-/smeeremulsie en beheer daarvan, machinebesturingen en CAD/CAM koppelingen noodzakelijk om bij te blijven. Er is enorm veel kennis beschikbaar over verspanen, maar dat is grotendeels extern en zal moeten worden ingekocht. Leveranciers van gereedschappen (beitelplaatjes e.d.) en koel-/smeeremulsies zijn de voornaamste kennisdragers. De nieuwe mogelijkheden van de CAD/CAM koppelingen, simultaan 5-assig programmeren en dergelijke eisen veel van de vakmensen. In de verspaning is al jaren een tekort aan vakmensen en de voortschrijdende automatisering vergroot dat probleem juist. Wel is het zo dat door de vakmensen bij de werkvoorbereiding te plaatsen, decentraal te programmeren (wat bij simultaan 5-assig ook niet anders kan) en bij de machines alleen operators te plaatsen, kan een verspanend bedrijf ook met minder vakmensen aan de gang blijven. Wel vereist dit veel investering in organisatiewijzigingen, ICT en machines. Verspaners die niet op basis van Activity Based costing de indirecte kosten doorbelasten aan de klanten ontwikkelen een ongezonde verhouding tussen de eerste en terugkerende producten. De eerste producten zijn te goedkoop en terugkerende producten (repeat orders) zijn te duur. De bedrijven zullen de voorbereidingskosten apart van de kosten van engineering, CAD/CAM en WVB en Inkoop moeten doorberekenen (direct maken)

2.1.1. Branchegerichte trends

In de verspaning is veel aandacht voor efficiency verhoging in de vorm van beladingsrobots, 5-assige bewerkingscentra, palletbewerkingscentra en geautomatiseerde en gekoppelde opslagmagazijnen. Alles is gericht op spindeloptimalisatie ofwel de bewerkingsspindel moet zo min mogelijk stilstaan. Uiteraard heeft efficiencyverhoging en spiloptimalisatie alleen zin als er voldoende werk is. Moderne bewerkingscentra zijn zo ontwikkeld dat deze continu en onbemand kunnen produceren, ofwel 24/7 productie. Dit levert per jaar tot 6.000 productieve uren per bewerkingscentrum op. Deze uren moeten wel verkocht worden om daadwerkelijk de machine terug te verdienen. Ook moeten, als een product over meerdere afdelingen moet lopen, deze

andere afdelingen in staat zijn om het grote volume verspaande producten te kunnen verwerken, omdat anders de dure bewerkingscentra toch stil komen te staan. Er zijn natuurlijk ook toepassingen van verspaningsmachines die geen 24/7 hoeven te draaien om geld te verdienen. Hierbij moet gedacht worden aan simultaan 5-assig bewerken, dus producten die vanuit tolerantie- en kwaliteitseisen in 1 opspanning geproduceerd moeten worden. Hier gaat het om het creëren van een marktpositie om ingewikkelde producten met ingewikkelde oppervlakken snel en foutloos te kunnen produceren binnen nauwe toleranties. Een andere goede markt, hoewel al behoorlijk voorzien qua capaciteit, zijn de hele grote bewerkingscentra (bewerkingsbed 10 meter of langer). Deze worden veel toegepast om grote machineframes nauwkeurig te vlakken of om grote mallen te bewerken. Ook deze machines hoeven geen 24/7 te werken om winstgevend te zijn. Wel geldt wel dat omstel- en insteltijden zo kort mogelijk moeten zijn. Ook procestijden moeten kort zijn, dus investeren in goede gereedschappen en goede koel/smeeremulsies spelen ook hier een rol. Daarnaast blijft er een aantal bedrijven bestaan die werken met eenvoudige machines en conventionele machines. Deze leveren of intern toe of leveren aan bedrijven die kleine series en/of speciaal producten inkopen. Deze bedrijven hebben het moeilijk, omdat de bedrijven met goede automatisering in staat zijn zeer concurrerend ook enkelstuks en/of precisie producten te leveren. De eenvoudige bedrijven kunnen zich alleen handhaven door een zeer goede klantenbinding, het leveren van compleet producten of een zeer goede klantondersteuning in brede zin (ontzorgen van de klant).

2.1.2. Trends in de verspaning

Smart Industry Deze branche is het meest in staat om in de Smart Industry keten te werken. Door de al hoge automatiseringsstand, zijn ICT koppelingen in het bedrijf en daarbuiten makkelijker aan te brengen. Ook de medewerkers zijn op hoog niveau geschoold en daardoor goed in staat de nieuwe ontwikkelingen te volgen. Verder zijn de machines voorzien van zeer veel mogelijkheden om deze manarm of zelfs manloos te laten produceren. Koppelingen met automatische magazijnen, nulpuntspansystemen, gereedschap magazijnen, aangedreven gereedschappen, off-line programmeren en in-proces meetsystemen zorgen ervoor dat moderne bewerkingscentra producten compleet zelfstandig uit ruwmateriaal kunnen produceren zonder tussenkomst van programmeurs of operators. Door opzet van zogenaamde celsystemen ontstaan rond bewerkingscentra eigenlijk al manloze compleetfabrieken. Bij koppelingen in de hele productieketen (dus ICT koppelingen met zowel leveranciers als klanten) is hier Industry 4.0 technisch al mogelijk. De praktijk is helaas (nog) weerbarstig, enkele projecten om manloze fabrieken op te zetten, zijn nog mislukt. Maar het geeft zeker aan dat er enorme potentie in de verspanende industrie zit om Smart te gaan werken. Aangetoond is in ieder geval dat de techniek nu al aanwezig is om een volledig geautomatiseerde fabriek op te zetten! Verspanende bedrijven zullen zeer goed de vinger aan de pols moeten houden om hier de boot niet te missen. Het actief volgen van vakbladen en het bezoeken van vakbeurzen (ESEF/Technishow) en dan vooral de guided tours zijn van belang: de innovaties zitten ‘onder de motorkap’.

3D printen Hoewel 3D printen het omgekeerde lijkt van verspanen (bij 3D printen voeg je materiaal toe, bij verspanen haal je materiaal weg), lijkt dat 3D printen van metaal een prima aanvulling op verspaning te zijn. Immers, ergens is een omslagpunt dat je zoveel materiaal verspaand, dat het opbouwen van een product goedkoper en sneller gaat. Daarbij lost 3D printen enkele knelpunten in de verspaning op, zoals het aanbrengen van inwendige kanalen en ruimten in producten. Ook de mogelijkheid om daar materiaal aan te brengen waar de krachtlijnen door een product lopen is wel met 3D printen en nauwelijks met verspanen mogelijk. Er is een verschil tussen welk materiaal verspaand wordt: bij kunststoffen is 3D printen al goed mogelijk omdat de materiaaleigenschappen van verspaande en van geprinte kunststofdelen relatief weinig verschillen. 3D kunststofprinten is dan ook als volwassen techniek te beschouwen en vooral als het gaat om ingewikkelde vormen, inwendige vormen en kanalen en producten met weinig materiaal, is 3D printen al een economisch en technisch alternatief voor verspanen. Ook de kunststof 3D printers zijn relatief goedkoop. 3D printen van metalen is een ander verhaal: om een technisch goed geprint product te verkrijgen zijn goede (en dus dure) metaalpoeders nodig, zijn dure machines nodig en zijn altijd een of meerdere nabewerkingen nodig zoals spanningsvrij gloeien, HIP (Hydrostatisch persen) en/of slijpen of verspanen. Ook de veiligheid m.b.t. werken met metaalpoeders is een belangrijk punt. Een net op de markt gebrachte Nederlandse machine kost ca EUR 1,2 miljoen (prijspeil jan 2016) en is dus een forse investering. Bedrijven die zelf ontwerpen moeten nog verder kijken. Immers 3D printen geeft ook mogelijkheden voor totaal nieuwe producten of producten die ‘vroeger’ te duur of te moeilijk te produceren waren. Dit is uiteraard een lastig traject, maar op Internet zijn regelmatig voorbeelden te zien. Verspanende bedrijven moeten deze trend dus bijzonder goed volgen. Enkele leveranciers leveren al bewerkingscentra waarin enkele processen als 3D printen, frezen en slijpen worden gecombineerd. Nadeel is dat er weer fors geïnvesteerd moet gaan worden, dat medewerkers opgeleid moeten worden en 3D printen is nog niet geheel uit ontwikkeld. Dat laatste is geen argument om investeringen in 3D printen nu al op de lange baan te schuiven, immers de ontwikkelingen in 3D printen gaan zeer snel. MetaalMagazine is zeer adequaat in het volgen van deze ontwikkelingen. Lean manufacturing Veel aandacht is er voor efficiency verbetering en lean technieken als 5S, OEE, SPC worden al veel in de verspaning toegepast. Voor QRM begint al veel belangstelling te ontstaan. 5S en voorkomen verspillingen zijn zeer algemene lean technieken die altijd toepasbaar zijn, dus ook in de verspaning. OEE en SPC zijn typische lean technieken voor de verspaning, maar het hangt wel af welke markt er bediend wordt en hoe groot de series zijn. Ook maakt het veel uit of een verspaningsbedrijf als jobber optreedt (dan is OEE en ook SMED echt noodzakelijk) of dat men intern verspaand voor een eigen product. Dan zijn bottleneck analyse en VLM meer voor de hand liggend. Een apart punt is de opzet van productiecellen. In voorgaande paragraaf is al aangeduid dat vooral verspaning hier goed voor leent. Wel moet opgelet worden of de producten zich hiervoor lenen. Een verspanend bedrijf moet wel productfamilies produceren met veel repeat-orders, wil een productiecel voordeel bieden. Maar ook voor enkelstuks en ingewikkelde producten kan celproductie soms grote voordelen bieden.

Gezien de grote investering in machines en gereedschappen is lean manufacturing als geheel voor een verspanend bedrijf altijd een must. Ondernemers moeten goed beseffen dat ze hun investering niet terugverdienen als ze de productie niet zeer goed aansturen. Lean technieken zijn hiervoor al een bewezen goede basis. Trends op gebied van Innovatieve productietechniek, productieoptimalisatie, efficiency en robotisering Omdat de verspaning een zeer kapitaalsintensieve industrie is, is productieoptimalisatie, efficiency verhoging al jaren een sterke trend in deze branche. Bedrijven moeten hun dure machines optimaal inzetten en proberen een zo hoog mogelijk spilrendement te halen. Dit is een al jaren lopende ontwikkeling die nog veel verder kan. In de branche zijn wel enorme verschillen te zien tussen vooroplopende bedrijven en de achterblijvers. Hoewel alle bedrijven beweren dat zij hun markt goed bedienen, hebben de achterblijvers toch veel moeite om zich tegen concurrentie te verweren. Het ‘bijkomen’ met de stand der techniek is aan de ene kant alleen een kwestie van geld (moderne machines, gereedschappen, software, robots zijn aan te schaffen), maar de achterstand in kennis om deze moderne technieken goed in te zetten is vrijwel niet meer in te halen. Maatschappelijke Verantwoord Ondernemen (MVO). Ook de verspanende industrie ontkomt niet aan MVO. Grote bedrijven en de overheid eisen steeds vaker dat leveranciers zich aansluiten bij MVO initiatieven of verklaringen omtrent MVO uitgeven. Omdat de verspanende industrie vaak een toeleverancier is en weinig tot geen invloed op ontwerp- en productgegevens, is het invullen van MVO toch vaak lastig. Uit efficiency oogpunt is deze branche al bezig met optimale verspaningsroutines, wordt ingezet op zo min mogelijk verspaand volume en recycling van (schone) spanen. Uit milieu oogpunt is, behalve inzet moderne machines en koel/smeervloeistoffen en het schoon houden van de productievloer, relatief weinig meer te winnen. Alleen als samengewerkt wordt met (eind)klanten en in de keten, zijn wel grote milieuvoordelen te halen. Alleen de grote verspanende toeleveranciers zijn in staat om hier de regie te nemen, de kleine en middelgrote bedrijven zijn toch meer afhankelijk van grotere bedrijven in de eigen keten. De overheid speelt hier een dubbele rol: hoewel bij tenders en aanbestedingen verplichtingen op milieu- en MVO-gebied worden geëist, speelt de laagste prijs een dermate grote rol dat innovatieve aanbieders nauwelijks een serieuze kans maken. Een maatschappelijke ontwikkeling waar verspanende bedrijven nog steeds en een steeds grotere last van hebben, is het gebrek aan vakpersoneel. De inzet van dure en ingewikkelde machines, robotcellen en productiesoftware maakt lager geschoold personeel grotendeels overbodig en maakt zeer hoog geschoold personeel noodzakelijk. En die waren en zijn nog steeds niet te vinden. Meerdere productiebedrijven in Nederland worden serieus in hun groei belemmerd door alleen het gebrek aan goed vakpersoneel. Hoewel de branche al jaren veel initiatieven neemt om techniek en technische studies te promoten, is er al jaren gebrek. Ten eerste is de belangstelling voor techniek wel sterk groeiend, maar nog steeds niet voldoende. Daarnaast heeft techniek de schijn tegen (niet alleen ‘vies en vuil’, maar ook telkens weer de massa ontslagen in de industrie bij de eerste crisisverschijnselen) en zijn technische opleidingen, zeker voor de broodnodige hoge vakkennis,

de zwaarste opleidingen in Nederland. En ook andere branches trekken aan de hoogopgeleiden. Bedrijven kunnen dit, op enkele zeer grote bedrijven na, niet alleen oplossen. Ook de sluiting van bedrijfsscholen in de afgelopen decennia is niet goed te maken en zeker niet door individuele bedrijven. Samenwerken in de metaalbranche is daarom noodzaak, maar helaas niet voldoende. Duurzame inzetbaarheid van personeel is een relatief simpele oplossing. Maar dan moet het personeel wel in staat zijn en willen om zich te blijven scholen in de moderne technologie. Per bedrijf kan dit verschillen, maar het is toch de ‘makkelijkste’ oplossing en uit te voeren door elk bedrijf. Ook samenwerken in personeel pools kan hieraan bijdragen. Branche organisaties nemen op dit gebied veel initiatieven waarbij wel opvalt dat de bedrijven zelf zeer terughoudend zijn. En ook hier is de overheid geen voorbeeld. Waar de overheid aan alle kanten de inzetbaarheid van oudere werknemers promoot en zelf wettelijk verplicht, is de overheid zelf de eerste om ouderen te ontslaan. Omscholen van deze mensen tot vakpersoneel is voor de meeste bedrijven geen serieuze mogelijkheid. Productinnovatie en advanced engineering Hoewel dit belangrijke trends zijn voor de Nederlandse industrie, is er voor de verspaners – omdat zij toch meestal toeleveranciers zijn – weinig mee te doen. Immers de klant kiest het materiaal en als dat verspaand moet worden, gaat men naar een verspanend bedrijf. Meedenken met de klant in andere technieken resulteert vaak direct in omzetverlies. Verspanende bedrijven kunnen weinig anders doen dan volgend te zijn en aan te sluiten bij innovatieprojecten als daar verspaning bij gebruikt wordt. Specialisatie in de verspaning van moeilijke materialen kan lonen, maar alleen als de markt groot genoeg is. Te denken valt aan Titanium, magnesium en composieten. Deze materialen zijn wel in opkomst, maar in hoeverre hier al grote verspaningsvolumes zijn of komen, is onduidelijk. Wel is duidelijk dat de duurdere materialen niet snel verspaand gaan worden, vanwege het materiaal- en dus kostenverlies. Composieten Ook hier geldt weer dat de verspaners als toeleverancier weinig effect hebben op specificaties en dus op de gebruikte materialen. Composieten hebben voor verspaners over het algemeen weinig extra nut, maar er zal wel een trend komen dat er meer producten uit composiet middels verspanen nabewerkt gaan worden. Dit zal inhoudelijk weinig invloed op deze branche hebben, want net als bij alle andere te verspanen materialen zullen ook hier de juiste beitels, koel/smeermiddelen en bewerkingsparameters gekozen moeten worden om deze materialen te kunnen bewerken. Wel zal het opspannen anders moeten gaan.

2.2. Plaatbewerking

Deze branche omvat alle bedrijven die materiaal in plaatvorm bewerken tot diverse producten, meestal als toeleverancier aan andere bedrijven. Er is een behoorlijk verschil in bedrijven, het loopt van snijwerk (laser- of plasmasnijden), perswerk tot complete componenten en machineonderdelen. En hoewel de technieken erg verschillend zijn, bestaat de hoofdlijn uit scheiden (snijden of knippen), vormen (kanten, dieptrekken, zetten) en samenvoegen (lassen, drukvoegen). Bij bedrijven die complete componenten leveren komen daar ook vaak nog processen als coaten en assembleren bij. Het kenmerk van plaatbewerking is laag tot gemiddeld kapitaalsintensief (lasersnijmachines en automatische magazijnen zijn kapitaalsintensief, alle andere machines lopen van weinig tot gemiddeld kapitaalintensief (pons/nibbelmachines, dieptrekpersen, robots). De automatiseringsgraad loopt van behoorlijk hoog (lasersnijbedrijven) tot vrijwel niet (excenterperswerk, dieptrekken met handmatige inleg). Er is dus een behoorlijke diversiteit in type bedrijf, type product, type productieprocessen en type bediende markt. Net als de verspanende branche is de plaatbewerker vrijwel altijd een toeleverancier (zowel naar andere bedrijven als naar interne afdelingen). Uitzonderingen zijn tankbouw, silobouw etc waar met plaatwerk een compleet product vervaardigd kan worden. Dit betekent dat de gemiddelde plaatbewerker als toeleverancier dezelfde trends zal zien als de verspaner. Omdat echter de noodzaak tot optimale inzet van dure machines hier grotendeels ontbreekt, loopt de branche op uitzonderingen na, redelijk achter qua automatiseringsgraad en lean technieken. De diversiteit in plaatbewerking en ook de aard van plaatbewerking hebben mechanisering, automatisering en robotisering op een achterstand gezet. Maar juist de laatste jaren wordt dit snel ingelopen. Voortrekker is de lasrobot die snel terrein wint, maar ook de lasersnijmachine met een geautomatiseerde logistieke omgeving (automatische plaatmagazijnen, wisseltafels etc) en de kantbank lopen snel in. Maar zaken als off-line programmeren staan nog in de kinderschoenen in de plaatbewerking. Plaatbewerkers die niet op basis van Activity Based costing de indirecte kosten doorbelasten aan de klanten ontwikkelen een ongezonde verhouding tussen de eerste en terugkerende producten. De eerste producten zijn te goedkoop en terugkerende producten (repeat orders) zijn te duur. De bedrijven zullen de voorbereidingskosten apart van de kosten van engineering, CAD/CAM en WVB en Inkoop moeten doorberekenen (direct maken)

2.2.1. Branchegerichte trends

Ontwikkelingen als lasrobots en lasersnijmachines met geautomatiseerde magazijnen en wisseltafels zijn er al jaren en de ontwikkelingen hier lopen nog steeds door. Ook de automatisering van de klantzijde van snijbedrijven (met 247Tailorsteel als innovator en wegbereider) zijn bijna overal gemeengoed. Kantbankontwikkeling Ook bij de kantbanken zijn de laatste jaren snelle ontwikkelingen te zien. Integrale veiligheidssystemen (de kantbank is een berucht gevaarlijke machine), integrale hoekmeetsystemen, off-line programmering, snellere en/of automatische gereedschap wissel,

sneller en nauwkeurigere besturingen, energiezuinige kantbanken maken de kantbank een moderne machine met veel mogelijkheden voor koppelingen voor Smart Industry. Toch blijft het lastig om productgeometrie geautomatiseerd door een plaatbewerkend bedrijf te krijgen. Het (laser)snijden is een voorbeeld van een goede integratie vanuit de werkvoorbereiding. Maar de stap van snijden naar kanten of vormen en van vormen naar lassen is nog steeds niet goed gelegd. Wel zijn er nu (voorjaar 2016) meerdere initiatieven om geautomatiseerde koppelingen tussen lasersnijmachines en kantbanken te gaan leggen. Deze zien er zeer hoopvol uit. Robotisering Een andere ontwikkeling is dat robots breder ingezet worden. De lasrobot is al bijna ‘klassiek’ te noemen in de plaatbewerking, maar er komen ook beladingsrobots voor kantbanken en voor dieptrekpersen, assemblagerobots etc. De branche begint aan een ontdekkingstocht van wat een robot allemaal kan. Toch kan niet gesteld worden dat robotisering een trend in de plaatbewerking is, hiervoor moet meer gebeuren. Een nadeel is de grote flexibiliteit die plaatbewerkers moeten hebben in productgeometrie en seriegrootte. Daarvoor zijn de huidige robots nog niet makkelijk genoeg inzetbaar. Er zijn op dit gebied veel ontwikkelingen, maar een plaatbewerker kan hier nog wel wachten op makkelijker inzetbare robots. Smart industry De enorme verscheidenheid aan product geometrieën in de plaatbewerking, de toleranties op plaatmateriaal en producten en de nog relatief lage automatiseringsgraad maakt koppelingen in de productieketen (Smart Industry) in deze branche erg lastig. De vele voorbeelden zijn toch nog vaak eilandjes of behelzen een zeer specifieke productgroep. De enige die qua Smart industry al behoorlijk op weg zijn, zijn de snijbedrijven die alleen uitslagen of enkelvoudige producten leveren. Van deze producten zijn goede genormeerde bestanden (dxf-file, STEP) te maken, zodat ICT koppelingen nu al wel goed te realiseren zijn. Laserlassen Een sterk achterblijvende techniek hier is het laserlassen. Ondanks de betere kwaliteit en flexibeler proces en al uitontwikkelde machines, zetten nog maar weinig Nederlandse bedrijven laserlassen als productietechniek in. Een recent onderzoek door PwC en LAC (2013) laat zien dat de markt laserlassen niet inzet uit waarschijnlijk onbekendheid met de techniek. Dit is vreemd omdat lasersnijden in de branche al ruim 30 jaar een bekende en veel toegepast techniek is. Maar omdat producten wel ontworpen moeten worden op laserlassen, zal de relatieve onbekendheid bij ontwerpers en constructeurs een grote rol spelen. In Gelderland en Overijssel loopt nu het project 'Smart Welding Factory' om laserlassen beter te introduceren in de markt.

2.2.2. Trends in de plaatbewerking

Smart Industry Zoals hierboven al aangegeven, zijn er grote verschillen tussen de verschillende bedrijfstypen in de branche. Zo hebben veel lasersnijbedrijven al een geheel geautomatiseerde Internet portal. Maar aan de andere kant is het moeilijk om geautomatiseerd productinformatie uit te wisselen vanwege de verscheidenheid in product geometrieën in de branche. Zelfs een geaccepteerde standaard als STEP zorgt niet voor meer koppelingen in de keten. Ten opzichte van de verspaning is gemiddeld de automatiseringsgraad in de plaatbewerking nog laag, zodat Smart Industry hier lastig is toe te passen. Ook de ontwikkelingen voor de nabije toekomst zijn zeker niet eenduidig.

Een nadeel is tevens dat veel plaatbewerkers zeer klantgericht zijn en sterk inzetten op persoonlijk contact met de klant. Dit is vaak nodig om plaatproducten goed uit te kunnen besteden (er is toch vaak nog technisch-inhoudelijk overleg nodig). Dit remt de automatisering in die zin dat het (nog) geen grote voordelen voor zowel klant als leverancier biedt. Immers de klant wil tevoren kunnen overleggen over alle mogelijkheden. Als een plaatproduct simpel in dxf- of STEP is vast te leggen, zal een klant pas naar de Internetportals gaan. Let hierop ook op dat de nu bestaande Internetportals hoge eisen aan het vastleggen van de productgeometrie stellen. Dat is de reden dat er nog veel ‘handmatig’ werkende snijbedrijven zijn met een goede omzet: zij pakken alle ‘lastige’ orders die de Internetportals (nog!) niet aankunnen. De ontwikkelingen bij de Internetportals staan niet stil, dus de ‘handmatig’ werkende snij- en plaatbedrijven moeten deze ontwikkelingen wel kritisch volgen. Let bijvoorbeeld op het initiatief Smart Bending Factory van 247 Tailorsteel! 3D printen Over het algemeen zal 3D printen voor een gemiddelde plaatbewerker weinig voordelen bieden. Immers anders dan bij verspaning zet een plaatbewerker ook zijn materiaal alleen in daar waar het nodig is. Daarom is het voordeel van 3D printen van plaatproducten t.o.v. de bestaande technieken veel kleiner dan bij de verspaning (zie boven). Wel kan het 3D printproces die onderdelen produceren die een plaatbewerker normaal uitbesteed. Denk hierbij aan kleinere onderdelen als bevestigingsmiddelen, ondersteuningen etc. Hierdoor kan 3D printen voor een plaatbewerker een aanvullend productieproces zijn waardoor meer omzet in het eigen bedrijf blijft omdat uitbesteden van onderdelen minder nodig is. Ook erg ingewikkelde plaatproducten die met de bestaande technieken lastig of duur te produceren zijn, kunnen soms beter geprint gaan worden. Ook de plaatbewerker zal 3D printen in de gaten moeten houden, maar de noodzaak is minder dan bij de verspaners. Bijhouden van de vaktijdschriften is hier voldoende. Lean manufacturing Bij plaatbewerkers is lean manufacturing eigenlijk een must, zowel voor de leveranciers als de bedrijven met eigen producten. Hoewel de routing van plaatbewerking meestal lineair is (snijden, vormen, lassen, coaten en assembleren), zorgt de diversiteit van productgeometrie, routing, gereedschappen en machines er voor dat een plaatbewerker toch een lastig aan te sturen proces heeft. Lean manufacturing geeft hiervoor veel oplossingen en een start met 5S of VLM kan direct al voor grote verbeteringen zorgen. Ook SMED, JIT, QRM e.d. zijn goed toepasbare lean technieken. Lean technieken resulteren hier in het voorkomen van verspillingen, kortere levertijden en meer flexibiliteit in de productie. Productieverbetering & Efficiency Omdat plaatbewerkers meestal toeleveranciers zijn, hebben ze weinig tot geen invloed op de productontwikkeling en engineering. Binnen deze grenzen zijn nog wel veel mogelijkheden tot productieverbetering en efficiencyverbetering. Wel is het zo dat er grote verschillen zijn in de automatisering. Daar waar lasersnijmachines geheel manloos kunnen draaien, kantbanken ook sterk geautomatiseerd werken en middels robots al manarm, zijn er ook zaken die lastiger zijn. Bij dieptrekken en perswerk kan met automatische aan- en afvoer manarm gewerkt worden, maar het is nog vrijwel niet geautomatiseerd aan te sturen. En ook de opstart van dieptrek- en perswerk vraagt vooral handwerk en is nog niet te automatiseren.

We zien dan ook dat in de plaatbewerking productie- en efficiency verbetering toch nog grotendeels een organisatorisch proces is. Wel staan hier de ontwikkelingen zeker niet stil en zijn er al diverse voorbeelden van geautomatiseerde productiecellen in Nederland werkend. Plaatbewerkers doen er goed aan om deze ontwikkeling wel goed in de gaten te houden middels de vakbladen en seminars. Maar lean technieken toepassen is in deze branche zeker noodzakelijk. MVO Als toeleverancier zullen ook de plaatbewerkers te maken krijgen met MVO (zie onder de verspaning). In de toeleverketen zal MVO meer en meer geëist gaan worden door grote bedrijven en de overheid. De plaatbewerkers zullen hieraan mee moeten doen om hun plaats in de keten niet te verliezen. Een aspect van MVO, tekort aan vakpersoneel en duurzame inzetbaarheid personeel, speelt bij de plaatbewerkers net zo als bij de verspaners. Wel is er bij plaatbewerkers (voorlopig) nog plaats voor middelbaar opgeleid personeel. Toch neemt ook hier, door robotisering, ICT en automatisering, de vraag naar hoogopgeleid personeel in de plaatbewerking sterk toe en hebben ook plaatbewerkers last van tekorten. Dit gaat meer spannen bij de plaatbewerkers omdat de komende automatisering en koppeling (zie hierboven) meer hoogopgeleid personeel noodzakelijk maakt. Compliance Of plaatbewerkers met compliance te maken krijgen (los van de normale wet- en regelgeving rondom industriële bedrijven) hangt sterk af van de markt die bediend wordt. Ook hier eisen steeds meer klanten certificatie als ISO 9001 (kwaliteit), ISO 14001 (milieu) of MVO. Maar ook vanuit de markt kunnen eisen gesteld worden. Dit kunnen algemene toepassingsnormen of –wetten zijn toepassing (HACCP, voedselveiligheid, EN 3834, laszorgsysteem, PED, drukapparatuur o.i.d.), maar ook branche eisen als TS16949 (Automotive), EN 1090 (bouwproducten), Offshore, Aerospace of defensie normen. Over het algemeen zal een klant deze eisen stellen en mogelijk specificeren, maar klanten gaan er wel van uit dat een leverancier aan een bepaalde markt kennis heeft van deze normen en daarmee om kan gaan. Vooral leveranciers van enkelvoudige componenten kunnen te maken krijgen met ingewikkelde regels via de normsystemen van de eindklant. Het vereist in ieder geval een goed inzicht in de klantenkringen en de klantenkring daarvan. Composieten Voor plaatbewerking kunnen sommige composieten een vervanging worden van plaatstaal. De zogenaamde prepregs, dit zijn een soort platen van composiet die nog moeten uitharden na vervorming of bewerking, kunnen op dezelfde wijze verwerkt worden als metaalplaat: kanten, zetten, vormpersen en zelfs dieptrekken. Er is alleen een vriezer (voor het bewaren van de prepregs) en een voorwarmtunnel (infrarood oven) voor de pers nodig en deze prepregs kunnen verwerkt worden. Indien de matrix thermoplastisch is, zijn de zo gevormde delen ook nog lasbaar (kunststoflassen). Met deze techniek kan de plaatbewerker dus plaatproducten maken die zeer veel lichter zijn dan hetzelfde product uit staal of aluminium. Ook zijn ze corrosiebestendig en hoeven ze, behalve misschien voor het uiterlijk, geen oppervlaktebehandeling te ondergaan.

Hoewel prepregs al zeker 25 jaar bestaan, worden ze in de plaatbewerkingsbranche nog weinig toegepast. Vermoedelijk omdat metaalbewerkers te weinig van kunststof en de verwerking ervan weten. Wel dienen plaatbewerkers goed op te letten of hun klanten richting kunststof willen gaan opschuiven. Op dat moment kan door de inzet van prepreg composieten een markt behouden worden./

2.3. Staalconstructie

Deze branche kenmerkt zich door veel bedrijven die of als groot bedrijf complete gebouwen neerzetten of kleinere bedrijven en ZZP-ers die onderdelen leveren of verbouwactiviteiten uitvoeren. Veel staalbouw bestaat uit de hallenbouw of de stallenbouw. Het verschil in de branche is zeer groot, van vooroplopende bedrijven als Voortman uit Rijssen tot kleine staalbouwers die sterk regionaal georiënteerd zijn. Het verschil in automatisering is enorm. Waar de grote staalbouwers al stevig aan het automatiseren en robotiseren zijn (Voortman, Reijrink), is er een grote groep kleinere bedrijven die zeer onprofessioneel de onderkant van de markt bediend. In de periode 2014 tot nu (2016) is onder druk van de nieuwe wettelijke eisen (CPR en EN-1090) de middengroep verder geprofessionaliseerd. Maar de marginale bedrijven blijven marginaal bezig. Hoe de laatste groep zich ontwikkeld, is onduidelijk: zij kunnen niet of nauwelijks aan de nieuwe wettelijke eisen voldoen, maar bedienen nog een zeer grote markt van klanten die tegen de laagste kosten staalbouw willen verkrijgen.

2.3.1. Branchegerichte trends

De staalbouw is een behoorlijk conservatieve branche. Dat heeft ook te maken met een conservatieve markt (de bouw) en wettelijke regels (het bouwbesluit) die voortgang vaak tegenzitten of vertragen. Toch zijn er voldoende bedrijven die innoveren, maar dat zijn vaak leveranciers van componenten. De staalbouw zelf is traditioneel en voornamelijk op lage prijzen gericht. Wettelijke eisen Door de wettelijke verplichting van de EN-1090 norm sinds 1 juli 2014 is de staalbouw verplicht aan een interne verbetering begonnen. Hierdoor worden de bedrijven, vooral die in het middensegment, veel professioneler en neemt de kwaliteit sterk toe. Wettelijke eisen bevorderen de innovatie echter niet en beperken deze zelfs. Door de sterke concurrentie wordt dus op prijspeil geconcurreerd. De wet verbeterd wel de kwaliteit van het product en soms die van de producent, maar de sector als zodanig verbeterd maar marginaal. Concurreren met innovatie heeft voor de staalbouwers ook door deze ontwikkeling nauwelijks voordelen. Automatisering / robotisering In de bovenkant van de branche zijn staalbouwers sterk aan het automatiseren en robotiseren. Echter de drive hier is puur prijsverlaging. Op zich is staalbouw relatief makkelijk te automatiseren en te robotiseren omdat de componenten van de staalbouw (staanders, dwarsverbanden, windverbanden en dakspanten) vaak gelijkvormig zijn. De automatisering van zaagstraten (fabricage van monodelen van staalbouwcomponenten als voetplaten, schetsplaten en profielen) is al langer aan de gang. Hierbij wordt sterk ingezet op makkelijk programmeerbaar of koppelbaar aan de CAD-systemen en snelle productie van grote volumes staal. Het lassen begint nu pas aan de robotisering. In 2015 zijn enkele bedrijven met lasrobotstraten in de markt gekomen die specifiek voor de staalbouw geschikt zijn.

Het is dus nu al technisch mogelijk om CAD, zaagstraat en lasrobot zo te koppelen dat deze geheel manarm kunnen produceren. De verwachting is dat de grote staalbouwers – en dan diegene die grote volumes staal verwerken – snel gaan automatiseren tot manarme fabrieken.

2.3.2. Trends in de staalconstructie

Smart Industry Hoewel er een sterke ontwikkeling is in de automatisering / robotisering van de grote staalbouwers, is Smart Industry voorlopig nog een brug te ver. Dat heeft te maken met de bouwkolom die zeer sterk gediversifieerd is: Daar waar metaalbedrijven vaak een compleet product produceren, is de bouw verdeeld in allerlei aparte disciplines tot aan aparte kitbedrijfjes toe. Een koppeling in de keten is de komende jaren absoluut niet te verwachten. Verder spelen hier de architecten een grote rol en zij zien zich over het algemeen meer als ‘kunstenaar’ dan als producent. Ook de aanbestedingsprocedure in de bouw en de tenders in de infrastructurele bouw werken een ketenkoppeling zeer actief tegen. Bedrijven die innovatief willen zijn, worden in deze branche direct ‘afgestraft’. Dit zijn alle zaken die in de bouw en de daaraan gerelateerde branches zoals de staalconstructie spelen. Hierdoor is de bouw een van de minst innoverende branches die er is. Daardoor zullen trends als Smart Industry niet echt snel doorbreken. Wat wel mogelijk is, is dat in de toeleverketen (bijvoorbeeld de staalbouw) koppelingen en keten overschrijdende initiatieven kunnen komen, bijvoorbeeld om binnen de bouw sterker te komen staan. Vanuit de prijsdruk van de bouw, zullen al deze initiatieven allereerst moeten leiden tot lagere prijzen voordat een dergelijk initiatief enig kans van slagen heeft. 3D printen Hier ontstaat een zeer divergent beeld. Daar waar de staalconstructiebedrijven weinig tot niets met 3D printen kunnen, zijn er diverse initiatieven van 3D printen in de bouw (3D printen grachtenhuis, 3D printen brug). Dat betekent dat er veel kansen en mogelijkheden liggen, maar dat de staalconstructiebedrijven zelf daar (nog) weinig mee kunnen. Voor hen kan 3D printen ook een risico zijn: immers als gebouwen en bruggen geprint gaan worden, vervalt (een groot deel van) de traditionele staalbouw. De kritiek dat het om een paar initiatieven gaat, dat er nog geen normen zijn en dat de bouwvoorschriften 3D printen nog tegenwerken, is wel terecht, maar kan zomaar ineens veranderen. Vooral de overheid wil af en toe laten zien dat men innovaties uitlokt en dat men de regeldruk wil verminderen en dan kan het opeens hard gaan. Het is voor staalconstructiebedrijven dus van groot belang om de ontwikkelingen van 3D printen in de (water)bouw (dus hun afzetmarkten) goed te volgen en aan te haken bij succesvolle initiatieven. Toch zullen in dat laatste geval de staalconstructiebedrijven zeer goed moeten aantonen wat hun meerwaarde in dit soort projecten is. Lean manufacturing Omdat de prijs in de staalconstructie alles bepalend is, zijn alle trends die zorgen voor manarm werken en voor lagere prijzen goed toepasbaar in deze branche. Wel is er een misvatting in de branche dat lean manufacturing niet toepasbaar is: het gaat immers om een ‘beperkt’

productieproces (zagen, ponsen en lassen van strippen en profielen) dat een zeer uiteenlopende producten produceert (hallen en gebouwen). Het tegendeel is waar. Omdat de marges laag zijn (bij grote volumes te bewerken staal), is het voorkomen van verspillingen een belangrijk werktuig. Lean, en dan vooral 5S, voorkomen verspillingen, productiestraten opzetten, leveren voor staalbouwers veel op. Bedrijven in deze branche die wel in lean en robotisering investeren, lopen direct voorop en verkregen daarmee een zeer sterke marktpositie zolang deze investeringen ook tot een concreet lagere kostprijs leiden. Hier zit dan ook de angel van deze trend: het leidt tot een lagere kostprijs bij minder werkgelegenheid, maar bevordert geen innovatie. Toch kunnen staalconstructiebedrijven niet zonder de principes van lean manufacturing en dan vooral algemene lean technieken als 5S. Productieverbetering & Efficiency Hiervoor geldt grotendeel hetzelfde als in de vorige paragraaf. Het is een must voor staalconstructiebedrijven om via deze methodieken tot de noodzakelijke lage prijs te komen. MVO Dit is een trend die zeker in de staalconstructiebranche een grote rol gaat spelen, immers de overheid en de grotere bedrijven eisen steeds meer MVO in hun keten. Dus zullen alle bedrijven uit de toeleverketens vroeg of laat ook met MVO te maken krijgen. Binnen bepaalde (toelever)ketens zullen de bedrijven vanaf boven naar beneden MVO eisen gaan stellen. Dat zal voor de traditioneel ingestelde bouwkolom nog veel moeite gaan kosten om aan deze eisen te gaan voldoen. Voor staalbouwers is het ook lastig. Men maakt veel gebruik van vervuilende technieken (lassen, slijpen, conserveren) die nodig zijn en waarvoor geen alternatieven zijn. Omdat het product gedefinieerd wordt door architecten en de grote bouwondernemingen, hebben staalbouwers als toeleverancier weinig in te brengen. Wel kunnen de grote bouwondernemingen, daartoe gedwongen door de overheid en hun klanten, in de keten MVO eisen gaan opleggen. Er zijn al wel diverse initiatieven en verplichtingen, maar inhoudelijk stellen die nog te weinig voor. Compliance Deze jaren speelt de introductie van de EN-1090 staalbouwnorm een grote rol. Alle bedrijven die direct of indirect aan de bouw leveren, moeten volgens deze norm gecertificeerd worden. Er is een enorme achterstand in certificering, maar uiteindelijk zullen alle staalconstructiebedrijven zich moeten laten certificeren (of een andere afzetmarkt zoeken). En hoewel nog maar een minderheid van de bedrijven gecertificeerd is, blijkt bij de gecertificeerde bedrijven al een verhoging van de laskwaliteit merkbaar. Dit is enerzijds weinig positief nieuws: blijkbaar presteerde deze branche al jaren onder de maat en zijn wettelijke eisen nodig om kwalitatief goed te gaan produceren. Anderzijds gaat de branche nu wel beter produceren, zij het door de Europese overheid (!) afgedwongen. En hoewel de EN-1090 zeker voor de kleinere staalconstructiebedrijven een zware last is, is het voor de branche een goede ontwikkeling. Helaas kan geconstateerd worden dat dit een inhaalslag en geen stap naar voren is.

Innovatieve producten en diensten De staalconstructiebranche zou er goed aan doen zich op de toekomst te richten en meer innovatief bezig te zijn. Zoals in eerdere paragrafen al is uiteengezet, zijn er voor deze branche veel beperkingen en is de branche bezig met een noodzakelijke inhaalslag. Het is voor individuele bedrijven vrijwel onmogelijk om hier zelf initiatieven te ontplooien. De beste strategie is om binnen de branche en binnen de toeleverketens aan te haken bij initiatieven van de grotere bedrijven en/of branche organisaties. Composieten Composieten zouden als nieuw materiaal of nieuwe techniek ook in de staalbouw wat kunnen betekenen, maar door de traditioneel ingestelde markt, is dit niet snel te verwachten. Voor staalbouwers is deze trend niet erg toepasbaar

2.4. Machinebouw

De machinebouw is een zeer diverse branche waarin machineonderdelen, componenten, seriematige machines en speciaalmachines worden ontwikkeld, ontworpen, geproduceerd, geplaatst en worden onderhouden. Vrijwel alle machines zijn productiemachines en bedoeld voor bedrijven, in mindere mate voor consumenten, om goederen te produceren. Het loopt van complete productiefabrieken, via productielijnen tot eenvoudige kruidenpersjes. De afzetmarkt is ook zeer divers zoals de automotive, food, agri, zuivel tot machinebouw zelf. Het kenmerk van deze branche is wel dat het product een samenspel is van gereedschappen, werktuigen, sensoren en besturingen. Daardoor is samenwerken in deze branche eerder regel dan uitzondering, waarbij dat dan wel gaat om bedrijven van verschillende aard zoals engineeringsbureaus, kenniscentra, machinebouwers, gereedschapsmakers en elektronica- en besturingsbedrijven. Een ander kenmerk is dat veel machinebouwers in meer of mindere mate kop-staartbedrijven zijn: zij ontwikkelen en ontwerpen een machine, besteden de fabricage van onderdelen en componenten en richten zich dan op assemblage, vrijgave, plaatsing en onderhoud van de ontwikkelde machine.

2.4.1. Branchegerichte trends

Omdat de branche zo breed en verschillend is, komen alle genoemde trends in meer of mindere mate wel voor. Het hangt wel sterk van het type machinebouwer, het type machines en de afzetmarkt af of trends een grote invloed hebben of niet. Besturingen en sensoriek Een moderne machine heeft altijd een of meerdere besturingen. Simpele en eenvoudige machines zijn nu uitzondering geworden. Al jaren is er een enorme ontwikkeling in besturingen en de daarbij direct behorende zaken als man-machine interfaces, vision-systemen en sensoren/actuatoren. Vooral door sensoriek en vision is Nederland een van de grootste machinebouwers voor de agri (oogstmachines en vooral verwerkingsmachines als sorteren, meten/wegen, beoordelen en verpakken). De huidige oogstmachines zijn in vrijwel niets meer te vergelijken met de machines van enkele decennia geleden. Ook de algemene machines als trekkers e.d. worden uitgerust met GPS-systemen en (deel)besturingen. Relatief simpele landbouwbewerkingen als kunstmest strooien zijn al volledig geautomatiseerd waarbij ongeveer per meter de kunstmestgift wordt berekend en gestuurd. Diensten naast de machines steeds belangrijker Machinebouwers hebben zich altijd gericht op het ontwikkelen en bouwen van goede machines. Doorgaans zijn machinebouwers zeer technisch georiënteerde bedrijven die de machine als eindproduct zien. Helaas zien hun klanten de machine maar als een deelproduct, als onderdeel van een totaalpakket van machine, installatie, training, (preventief) onderhoud en afdanking. Dit leidt nog wel eens tot ferme discussies en soms leveringsgeschillen, terwijl dit voor de machineleverancier een eenvoudige wijze is om de omzet te verhogen, een beter en langer

klantcontact te hebben en zo voor de langere termijn een betere basis voor het bedrijf te vormen. Ook op dit gebied kan Smart Industry een goed inzetbare trend zijn. Immers als klanten in de buurt van de machinebouwer zitten, is service goed op te zetten. Maar voor kleinere machinebouwers die wereldwijd exporteren, is service en onderhoud lastiger en zeker duur om op te zetten. Smart Industry kan dan een prima oplossing bieden. Op dit vlak zijn er al jaren diverse initiatieven ontplooit, maar deze hebben nog (vrijwel?) nooit tot een goede oplossing geleid. In de branche ziet men toch meestal aan gebrek aan service en nazorg waarover klanten al opgehouden zijn te klagen, terwijl de machinebouwers klagen over de geringe klantenbinding (na koop van een machine, is de volgende koop niet eerder dan na 5 jaar of langer). Dit is toch wel de belangrijkste trend voor de machinebouwer, want bij geen actie zal deze trend tot grote negatieve effecten leiden (leveringsgeschillen, vaak ook prijserosie, verlies marktaandeel). Terwijl deze trend juist voor vrijwel alle machinebouwers een enorme marktpotentie is. Niet alleen verkrijgt men een veel langere en hechtere klantbinding, er is ook een toename van omzet mogelijk. Dit is een groeimarkt met – nu zeker nog – relatief weinig concurrentie. Het is verbazingwekkend dat, ondanks de grote voordelen, de meeste machinebouwers hier geen initiatieven ontplooien terwijl hun klanten daar toch (indirect) om vragen. De voornaamste reden is dat men ander personeel in dienst moet nemen (zelfstandig werkende onderhoudsmonteurs) en een servicesysteem moet gaan opzetten. Dit klopt, en er is zeker een grote moeilijkheid om onderhoudsmonteurs van voldoende niveau te vinden, maar dit is een ondernemersprobleem dat opgelost dient te worden t.b.v. omzet- en marktvergroting. Hier en daar zijn (kleinschalige) projecten om te onderzoeken of en hoe aanvullende diensten opgetuigd kunnen gaan worden, maar veel concreets is er nog niet. Ook (grotere) machineleveranciers pretenderen weliswaar een zeer goed ‘aftersales’ te bieden, totdat men met hun klanten gaat praten. Deze zijn er zeer ontevreden over. Dit is toch, samen met de vorige trend (besturingen en sensoriek), de grote kans voor deze branche. Hoewel het zeker lastig op te zetten is, zijn er vrijwel alleen maar voordelen te boeken. Predicatief onderhoud Hiermee wordt bedoeld dat machine nu niet onderhouden of gerepareerd worden op basis van stilstand of breuk (correctief onderhoud of reparatie) of vaststaande intervallen (machine uren of perioden), maar op basis van metingen aan de werkelijke toestand van de machine(componenten). In aan slijtage onderhevige componenten worden sensoren en RFID chips geplaatst die via de machinebesturing of zelfs via een app uitleesbaar zijn en een goede indicatie geven wanneer er onderhoud plaats moet gaan vinden. Het voordeel hiervan is dat de machine gepland onderhoud kan ondergaan en niet kapot gaat tijdens productie uren. De besturing of app geeft aan dat de machine binnen een bepaalde periode een bepaald onderhoud nodig heeft. De machine eigenaar kan dit onderhoud dan inplannen in een tijd dat het goed uitkomt. Hierdoor worden extra kosten van stilstand en reparatie voorkomen en is de machine altijd beschikbaar voor productie. De reden dat deze trend nog niet hard doorkomt is dat de sensoriek en het beoordelen van de meetwaarden nog erg moeilijk is. Bij lagers en spillen (bijvoorbeeld bij verspaningsmachines) is

men al behoorlijk ver met meet- en rekenmodellen, maar een eenduidig onderhoud bepalen of berekenen is nog erg moeilijk. Ook omdat de ontwerper van de machine tevoren een goede analyse van slijtage en breuk moet maken om op basis daarvan de juiste sensoriek en rekenmodellen te bepalen. Een 2e nadeel is dat de machineleverancier en de machine eigenaar onderhoud goed met elkaar moeten afspreken en vastleggen. Dit valt niet mee en veel machine eigenaren willen niet graag dat andere partijen meekijken met hun productiecijfers, denk aan beursgenoteerde ondernemingen. Deze trend heeft dan ook een technische (zie volgende trend) en een organisatorische kant (zie de vorige trend). Smart industry Het zal duidelijk zijn dat de moderne machines met hun besturingen, zeer makkelijk te koppelen zijn aan Internet, interne netwerken en/of in een productieketen. Technisch is dit al jaren mogelijk. Er zijn echter enkele redenen waarom Smart Industry in de praktijk toch sterk achterblijft:

1. Veel machine eigenaren vinden het niet prettig dat derden kunnen zien hoeveel een machine produceert. Vooral grotere beursgenoteerde bedrijven willen niet dat interne productiegegevens (ongecontroleerd) buiten het bedrijf komen. Dit is de reden dat de (technisch al 15 jaar mogelijke koppeling via gsm- of vaste telefoonlijnen) koppeling van de machine aan het netwerk van de machinebouwer voor onderhoud op afstand niet werkt. Na in werkingstellen van de machine, verbreekt de machine eigenaar meestal deze koppeling direct.

2. Door de diversiteit is een koppeling in de praktijk veel lastiger dan men denkt. Hoewel alle machines in netwerken te koppelen zijn (veel bedrijven doen dit wel via een intern netwerk dat door de werkvoorbereiding wordt aangestuurd), is het koppelen van de relevante geometrische en productietechnische data zeer moeilijk. Het is tekenend dat het dxf-format (voor 2D geometrie) nog steeds de enige standaard in de plaatbewerking is, terwijl een iets nieuwer format als STEP nog steeds niet volmaakt is.

3. Er is nog een reden om niet direct volledig op koppelingen over te gaan: beveiliging tegen hackers. Vooral IoT (Internet of Things) is gevoelig voor hacken en zolang de beveiliging niet goed geregeld is, kan men beter terughoudend zijn. De uitdaging is dus niet om koppelingen aan te brengen tussen machines – dat kan al 15 jaar – maar om nuttige en vooral veilige toepassingen te ontwikkelen.

Een ander punt is dan de doelmatigheid. Wie weet hoe moeilijk het is om 1 productiebedrijf aan te sturen en te plannen is, weet dat een keten nog ingewikkelder aan te sturen is. Aan de andere kant kan dit ook een grote kans zijn, immers besturingen zijn vaak beter in staat om ingewikkelde systemen optimaal aan te sturen. Denk aan de beurzen: hoewel het af en toe stevig fout gaat, werken deze systemen doorgaans dag en nacht feilloos. De conclusie is dan ook dat Smart Industry voor de machinebouw een belangrijke trend en een grote uitdaging is. Machinebouwers zijn niet alleen gebruikers van Smart Industry als onderdeel van een productieketen, maar zullen ook Smart Industry in hun producten (de machines) moeten gaan toepassen. MVO: energie en milieu, duurzaam personeelsbeleid MVO is voor deze branche een trend in vele gedaanten. Naast de milieuaspecten binnen het eigen bedrijf, zijn ook zaken als milieubelasting en energieverbruik van de ontwikkelde en

geproduceerde machines van groot belang. Immers de machinebouwer is bepalend (ontwerpverantwoordelijkheid) voor de machine en dus direct voor diens footprint. En omdat machinebouwers wereldwijd leveren en vaak ook wereldwijd inkopen, zijn er meerdere MVO aspecten voor machinebouwers van groot belang. Ook zaken als corruptie, eerlijk zakendoen, samenwerken in de keten, kinderarbeid, uitputting grondstoffen etc spelen bij de machinebouw een grote rol. Een moderne machinebouwer kan zich hiervoor niet afsluiten omdat hij dan door de markt op de kortere of langere termijn afgestraft gaat worden. Zie in dit verband ook de recente schandalen van de autoproducenten en de producenten van lampen en witgoed. Voor de machinebouw is de duurzame inzetbaarheid van personeel een net zo belangrijke trend. In deze branche speelt het tekort aan vakkrachten een zeer grote rol: niet alleen heeft men net als de andere branches met het tekort te maken, daarnaast hebben machinebouwers ook vrijwel uitsluitend hoogopgeleide vakkrachten nodig: aan zowel engineers, besturings- en sensoriek technici als assemblage- en onderhoudsmonteurs worden zeer hoge eisen gesteld en nieuwe medewerkers moeten langdurig opgeleid worden. Een tekort aan vakkrachten levert per direct een groeistop op waardoor een machinebouwer ook direct kansen gaat missen. Vertrekkende personeel neemt veel, moeilijk overdraagbare kennis mee waardoor een bedrijf al snel in de problemen komt. Opleidingen van vakpersoneel schieten hier per definitie tekort omdat elke machinebouwer naast standaardkennis altijd nog zeer veel zeer specifieke kennis van bedrijf, markt en machine nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Simpelweg meer jonge mensen opleiden is gewoon niet voldoende: er zal ook aandacht moeten worden geschonken aan interne kennisoverdracht en interne opleidingen. Dan is het lang in dienst houden van vast personeel relatief de makkelijkste en snelste oplossing voor het probleem, dus duurzame inzetbaarheid van het personeel. Machineveiligheid Hoewel de Machinerichtlijn en de Arbo richtlijn al langere tijd bestaan en er al veel ervaring mee opgedaan is, is machineveiligheid in de praktijk nog vaak een knelpunt. Vaak wordt dit punt er bij betrokken als er een leveringsgeschil is ontstaan, maar vaker is er een inhoudelijke discussie tussen klant en machineleverancier over het veiligheidsniveau. Een belangrijk aspect hier is de zogenaamde stand der techniek. Dit, niet gedefinieerde, begrip omvat datgene dat bijvoorbeeld als veiligheidssysteem op de markt beschikbaar is. Een machinebouwer moet het veiligheidsniveau aanpassen aan de stand der techniek. En omdat machines steeds meer kunnen en meer functies krijgen, is het soms lastig om een goede veiligheidsniveau te definiëren en te realiseren. Ook manarm of manloos werkende machines hebben veiligheidsrisico’s. Het is al vaker voorgekomen dat medewerkers een ongeval kregen in een robotcel of automatisch magazijn waar ze niets te zoeken hadden. Compliance In het verlengde van machineveiligheid (een wettelijke verplichting) ligt compliance als breder begrip. Hier gaat het niet om het voldoen aan de wet alleen (dat is immers altijd verplicht), maar ook aan extra normen en eisen van klanten en andere stakeholders. Het gaat dan om zaken als voedselveiligheid, explosieveiligheid, traceerbaarheid, milieubelasting e.d. Veel daarvan ligt wel goed vast, maar het vergt van de machinebouwer veel extra kennis naast die van zijn eigen machines en eigen productieprocessen.

Deze trend betekent voor de machinebouwer in de praktijk dat het bedrijf veel capaciteit moet stoppen in de verkoop- en engineeringfase (vaststellen eisen en normen en het uitwerken hiervan in de machine, checklists en afnameprotocollen). Het betekent tevens dat het steeds lastiger wordt om een nieuwe markt te gaan ontwikkelen, omdat dan naast de technische kant ook de compliance goed uitgezocht moet gaan worden. Deze trend draagt er aan bij dat machinebouwers steeds meer kop- en staartbedrijven worden of zich beperken tot een kleine overzichtelijke marktniche. In beide gevallen zullen bedrijven zich moeten specialiseren in specifieke branche- en markt eisen. Dan is het vaak handiger om fabricage van onderdelen en componenten weer uit te besteden aan specialisten op dat gebied (de toeleveranciers uti de componentenbouw, plaatbewerking en verspaning).

2.4.2. Trends in de machinebouw

Smart Industry Zoals hierboven al beschreven, vormt de machinebouw een belangrijke spil in deze trend. En hoewel koppelingen van machinebesturingen al jarenlang bewezen techniek zijn, is het in de praktijk vaak moeilijker om dit te realiseren. Smart Industry betekent voor de machinebouwer dat deze zich actief in de keten moet opstellen om samen met de softwareleveranciers tot koppelingen in de keten (van hun klanten) te komen. 3D printen Zeker voor de speciaalmachinebouw heeft 3D printen veel mogelijkheden. Immers allerlei specifieke onderdelen in enkelstuks of zeer kleine series zijn dan beter en sneller te produceren. Ook onderdelen die nu niet optimaal (bijv onderdelen met inwendige kanalen, hydraulica etc) of geheel niet te fabriceren zijn, kunnen nu geprint gaan worden. Dat betekent dat er betere machines en waarschijnlijk ook in kortere tijd ontwikkeld en gebouwd kunnen gaan worden. Dit is echter een trend die machinebouwers voornamelijk positief (of niet) beïnvloed, maar wel negatieve invloed kan hebben op de toeleveranciers. Zij lopen productie mis die nu niet meer door machinebouwers uitbesteed gaan worden. In hoeverre machinebouwers last of voordeel gaan krijgen op hun markten van 3D printen, is nu nog lastig te voorspellen. De bouwers van verspanende machines kunnen er voordeel (inbouwen printsystemen in bewerkingscentra) of nadeel (minder verspanende machines verkocht) van hebben. Machinebouwers die 3D printers of vergelijkbare machines ontwikkelen en bouwen, zien de komende jaren een sterke groei. Maar waarschijnlijk ook een grotere concurrentie. Deze trends zijn nog wel redelijk te voorspellen, maar hoe de markt zich totaal gaat ontwikkelen (gaan we ook auto’s printen?), is niet duidelijk. Wel is het voor vrijwel elk bedrijf noodzakelijk om ontwikkelingen en vooral innovaties en toepassingen van 3D printen via vakbladen en de pers goed in de gaten te houden. Want stel dat auto’s geprint gaan worden, zijn er behoorlijk veel machine- en gereedschappenbouwers die een markt gaan missen. Onduidelijk is nu nog hoe en hoe snel deze ontwikkeling zal gaan. QRM Als er een techniek is die voor machinebouwers belangrijk is, is het QRM wel. Deze techniek beoogt de doorlooptijd van een order te verkorten. En levertijd is voor veel

(speciaal)machinebouwers een belangrijk concurrentie aspect. De leverancier die een machine een week eerder kan leveren, heeft vaak de order. Wel is voor de speciaalmachinebouw QRM iets dat men toch vaak als onmogelijk ziet. Lean manufacturing, waarvan QRM een techniek is, wordt toch vaak gezien als alleen geschikt voor de grootseriebedrijven en speciaalmachinebouw is dat zeker niet. Toch loont het zeker voor deze bedrijven zeer om QRM en andere lean technieken in te gaan zetten vanwege de grote concurrentievoordelen van kortere levertijden en lage kostprijzen. Zeker voor machinebouwers die wereldwijd leveren en dus enorme scherpe concurrentie ondervinden, loont dit altijd. Innovatieve productietechnieken Ook een trend met twee kanten voor de machinebouwer. Omdat veel machinebouwers de fabricage van onderdelen en componenten uitbesteden, hebben ze vaak weinig te maken met deze trend. Maar als leverancier van (productie)machines, is deze trend ook bij uitstek geschikt voor de machinebouwers. Immers door innovatieve en daardoor betere en productievere machines aan hun klanten te leveren, verkrijgen ze een betere en grotere marktpositie. Ook in combinatie met Smart Industry (zie hierboven), is dit een enorm potentieel voor machinebouwers. In de markt voor bewerkingscentra is dit al goed te zien. Veel verspanende machines en bewerkingscentra worden, naast de besturingssoftware en koppelingen, voorzien van integrale meettechnieken, aanvullende processen als bijvoorbeeld lasercladden, 3D printen, aangedreven gereedschap e.d. Het is dus voor (speciaal)machinebouwers zaak om hierop in te haken. Uiteraard hangt het sterk van de markt af of en zo ja, welke innovatieve productietechnieken toepasbaar zijn. Daarnaast is de toegang tot deze technieken ook een punt. Het zijn nieuwe technologieën en die moeten uitontwikkeld worden en daarna nog in machines ingebouwd. Voor de kleinere machinebouwer vaak niet zelf te doen. Contact zoeken met een kennispartner (universiteit) alleen of via innovatieprojecten is dan een prima mogelijkheid. Een initiatief als Addlab in Eindhoven, een samenwerkingsverband van meerdere machinebouwers, is een prima voorbeeld van een succesvolle samenwerking om een goede industriële 3D printer op de markt te zetten (zie ook http://addlab.com/Addlab). De overheid zet ook op deze ontwikkelingen sterk in. Hoewel er stevig in subsidies is gesnoeid, zijn de innovatiesubsidies altijd uitgebreid. Zo is het budget voor de WBSO/RDA en de innovatiebox al jaren groeiend en ook de innovatiecontracten en Euregio projecten hebben uitgebreide financiële middelen om innovatie te ondersteunen. Veel provincies hebben daar bovenop ook nog eens budgetten voor innovatieve projecten. Daarnaast worden kennisinstellingen door de overheid richting bedrijfsleven gestuurd. Met andere woorden, hoewel deze trend een behoorlijke uitdaging voor machinebouwers is, is het vooral een zeer grote kans en er is een stevige ondersteuning mogelijk vanuit kennisinstellingen en de overheid als (mede)financier. Lean manufacturing Is voor de machinebouw een belangrijk hulpmiddel. Er zijn diverse lean technieken voor machinebouwers beschikbaar. Lean zorgt voor kortere doorlooptijden, lagere kosten, lagere voorraden, minder/geen fouten, waardoor betere machines sneller op de markt gezet kunnen worden. Vooral in de samenbouw en assemblage, een van de belangrijke productieprocessen van machinebouwers, is met lean veel te bereiken, ook voor enkelstuks fabricage.

Productieverbetering en efficiency Op het oog lijkt dit een heel belangrijke trend in de machinebouw. Maar als er kritisch naar gekeken wordt, dan is in de markt vraag naar efficiënte, moderne machines die snel geleverd kunnen worden. Maar de klant wil meer dan alleen de machine zelf (Zie de paragraaf over diensten naast de machine). Daar waar middels lean (vorige paragraaf) de verspillingen en verliezen uit een bedrijf en productieketen gehaald worden, levert productieverbetering en efficiency bij machinebouwers relatief weinig op. Daarnaast is er een ander negatief aspect van deze trend: deze trend, indien ver doorgevoerd, smoort alle innovatie en vernieuwing, En dat is juist voor machinebouwers van groot belang (zie de paragraaf over innovatieve productietechnieken hierboven). Efficiencyverbetering is in bijvoorbeeld de automotive van groot belang, vrijwel nooit in de speciaalmachinebouw. Immers er wordt geld verdiend aan de levering van een machine die aan de eisen van de klant voldoet, niet direct aan een efficiënt geproduceerde machine (een combinatie is uiteraard altijd wel goed). De conclusie luidt hier dat voor de machinebouw lean manufacturing wel van groot belang is, maar dat productieverbetering en efficiency daar voornamelijk negatieve effecten oplevert. Small serie manufacturing Op zich is dit een trend die meer bij de toeleveranciers van de machinebouwers speelt dan bij de machinebouwer zelf. Het kan wel gevolgen hebben voor de werkvoorbereiding en logistiek van machinebouwers, maar de toeleveranciers zullen hier vaak leidend in zijn. Wel is deze trend een kans voor de bouwers van productieautomatisering en robots. Immers veel small serie manufacturing maakt gebruik van productieautomatisering met ICT koppelingen. Dus dit kan een extra of grotere markt voor deze machinebouwers gaan opleveren. MVO Voor machinebouwers speelt MVO op meerdere vlakken een rol. Naast duurzame inzetbaarheid van het personeel en compliance (zie de paragraaf hierboven), zijn ook – omdat machinebouwers vaak ook specificeren en ontwerp-eigenaar zijn – zaken als milieubelasting, energieverbruik en – besparing, CO2 footprint, de circulaire metaalketen van groot belang. Een machinebouwer kan zich niet meer verschuilen achter zijn klant die het niet zou interesseren. De overheid en de grotere bedrijven dwingen iedereen in de keten om milieu aspecten overal in mee te nemen. En ook op de particuliere consumentenmarkt is de energiezuinigheid, verpakkingen etc van apparaten, producten en diensten een belangrijk aspect. Deze trend biedt voornamelijk kansen. Niet direct door (relatief) voorop te lopen en zo de concurrentie (tijdelijk) te verslaan. maar door serieus met MVO om te gaan, kunnen negatieve effecten (tekort vakpersoneel, dure grondstoffen, dure energie (ooit)) op een positieve wijze in voordelen worden omgezet. Hoewel dit laatste zeker voor alle bedrijven geldt, geldt dit sterker voor de machinebouwers omdat zij wezenlijk meer zelf specificeren / bepalen dan de voorgaand besproken branches. Toeleveranciers, dit is beschreven bij de betreffende branches, zie hierboven, zijn toch afhankelijker van de eindklant in de keten. Wel is het altijd een voordeel om op dit gebied als machinebouwer gezamenlijk in de (productie)keten op te trekken, zowel met leveranciers, (eind)klanten en ook met externe partijen als kennisinstellingen. Deze investeringen lonen op de

(middel)lange duur altijd. En op korte duur kan men er inderdaad de concurrent mede mee verslaan. MVO lijkt ongrijpbaar, maar door de beschikbaarheid van diverse normen (met name ISO 14001, milieu, ISO 50000, energiebeheer, ISO 26000, maatschappelijk verantwoord ondernemen) en bijvoorbeeld de MVO monitor en de CO2 prestatieladder van de Koninklijke Metaalunie, is het zeker voor bedrijven zeer praktisch uitvoerbaar geworden. Het zweverige is er in de praktijk al jaren van af. Innovatieve producten en diensten Deze trend, bestaande uit advanced engineering, lasertechnologie en productinnovatie, is voor de machinebouwer van groot belang. Hier komen concreet de technische verbeteringen vandaan die de markt nodig heeft. Machines worden hierdoor eenvoudiger, goedkoper, sneller, energiezuiniger e.d., maar er komen ook producten op de markt die vroeger niet mogelijk en/of te duur waren. Het betekent wel dat machinebouwers deze trend(s) altijd moeten blijven volgen. Ook als een trend niet direct voor het eigen bedrijf of de bediende markten van toepassing lijkt te zijn, zal men toch actief alle nieuws moeten volgen. In feite is deze trend een uitbreiding van de hierboven al beschreven trend van innovatieve productietechnieken, maar dit is veel breder. Op deze vlakken ligt voor de machinebouwer de uitdaging. Composieten Composieten zijn een concrete vertaling van de vorige trend. Zeker in de machinebouw is hier toch wel veel van te verwachten. Vooral lichte en toch sterke componenten zouden uitstekend uit composiet vervaardigd kunnen worden. In de praktijk zijn er al enkele onderzoeken geweest om snel bewegende kleppen uit composiet te gaan vervaardigen. Toch ziet men ook hier een achterblijven van de toepassing. Omdat de meeste machinebouwers werktuigbouwkundig gericht zijn en een metaalachtergrond hebben, zijn ze onbekend met composieten. Ondertussen is er al veel praktijkkennis aanwezig, vooral te bereiken via kennisinstellingen als Compoworld. Hoewel het geen grote trend is/wordt, loont het voor machinebouwers om goed op te letten als gewicht van onderdelen of componenten een rol gaat spelen. Daar zouden composieten een goede oplossing kunnen zijn.

3. Voorbeeld bedrijven

Bovenstaand stuk over trends is, omdat het voor een branche met circa 14.000 bedrijven van uiteenlopende aard is, vrij abstract. Voor die ondernemers die wel met de trends aan de gang willen of gewoon hun eigen bedrijf willen verbeteren, zijn er voorbeelden nodig. In Nederland zijn zeker bekende en ook onbekende bedrijven die zeer succesvol zijn. Deze bedrijven hebben van de afgelopen crisis niets gemerkt in de zin van inkrimping en reorganisatie, maar zelfs van sterke groei. Naast de meer bekende van deze voorbeeldbedrijven als ASML en VDL, zijn er ook voorbeeldbedrijven die kleiner zijn. Enkele voorbeeldbedrijven voor MKB metaalondernemers in Nederland zijn bijvoorbeeld 247Tailorsteel, AWL Harderwijk, Zuidberg Ens en Futurion in Hardenberg. Dit zijn bedrijven die voorop lopen met de genoemde trends, deze in de eigen praktijk toepassen en daar succesvol tot zeer succesvol mee zijn. Het loont de moeite om als er een seminar of open dag bij deze bedrijven is, er aan deel te nemen. Zij tonen niet alleen hoe praktijkgericht zij zijn, maar zorgen ook voor inspiratie voor alle andere bedrijven.

3.1. AWL Techniek te Harderwijk

http://www.awl.nl/ Dit bedrijf ontwikkeld en produceert lascabines voor de automotive industrie, een zeer competitieve industrie die hoge eisen stelt aan de toeleveranciers. AWL-Techniek is niet alleen al jaar en dag in deze markt aanwezig, maar is ook tijdens de crisis sterk blijven groeien in omzet en winst. De basis voor deze sterke marktpositie is gebaseerd op een aantal aspecten, waarvan de belangrijkste is dat AWL-Techniek zelf bepaalt hoe het bedrijf werkt en daarbij als doelstelling heeft dat alles in een keer goed is. Dit heeft verstrekkende consequenties in het bedrijf, zoals een sterke en uitgebreide engineering met veel ruimte voor simulatie. Trends die bij AWL-Techniek duidelijk en belangrijk zijn, zijn:

- Moderne productiemethoden in hun producten toepassen zoals laserlassen en advanced engineering

- Lean manufacturing, zowel voor de eigen producten als voor de productie. Voorbeeld van dat laatste is de nulpuntinstelling van alle instellingen in alle lasmallen

- Robotisering tbv automatiseren zwaar werk en om aan de eisen qua nauwkeurigheid en procestijd te voldoen in hun producten

- MVO, het bedrijf heeft het initiatief genomen voor een regionale bedrijfsschool om voldoende vakkrachten te verzorgen voor de hele regio

- Compliance: het voldoen aan wet- en regelgeving en vooral ook de eisen van de klant

3.2. 247 Tailorsteel te Varsseveld

http://www.247tailorsteel.com/ Dit bedrijf is in Nederland zeker spraakmakend door hun geheel geautomatiseerde klantportal. Tot nu toe voor lasersnijden 2D, maar op dit moment ook met de bending factory voor 3D producten. Voor 247Tailorsteel is Smart Industry de hoofdtrend.

Trends die bij 247Tailorsteel duidelijk en belangrijk zijn, zijn:

- Smart Industry met als doel om richting klant en leverancier een aaneengesloten geautomatiseerde productieketen te creëren.

- Lasertechnologie met fiberlasers en manarm werkende lasersnijmachines - Robotisering in de eigen productie middels AGV’s - MVO. Het bedrijf draagt zijn visie duidelijk uit in de gehele branche en geeft openheid

van zaken aan iedereen die dat wil - Innovatieve diensten. Zowel Tailorsteel als de bending factory zijn voorbeelden van

geheel nieuwe diensten die door de ondernemer ontwikkeld en gerealiseerd zijn.

3.3. Zuidberg te Ens

http://www.zuidberg.com/nl-nl/zuidberg-group-of-companies/ Zuidberg is vooral bezig om in de eigen productie moderne productietechnologie toe te passen. Het bedrijf heeft diverse robotcellen staan en ook een aantal via een geautomatiseerd magazijn gekoppelde bewerkingscentra. Daarbij blijft het niet, het bedrijf blijft continu uitbreiden en vooral verbeteren. Trends die bij Zuidberg duidelijk en belangrijk zijn, zijn:

- Lean manufacturing in diverse vormen: geautomatiseerde productiecellen, een geautomatiseerde coat/assemblagelijn, een robotlasstraat

- Robotisering: diverse productiecellen met robots voor lassen, be/ontladen en ander werkzaamheden

- MVO: het bedrijf begeleidt stagiairs een-op-een en zorgt dat elke stage in tot een concrete vernieuwing in het productieproces leidt. Tevens draagt het bedrijf bij een een voortdurende stroom goed opgeleide nieuwe vakmensen

- Lasertechnologie in het staalcentrum - Productieverbetering & Efficiency door inzet moderne productietechniek en ICT

3.4. Futurion te Hardenberg

Het uitgangspunt van deze compleet nieuwe fabriek is de combinatie van een mensarm productieproces in een duurzaam gebouw en zo veel mogelijk energie neutrale productie. De logistiek is zo opgezet dat ook enkelstuksproductie rendabel gaat worden. Trends die bij Futurion dudielijk zijn, zijn:

- Lean manufacturing in diverse vormen: geautomatiseerde productiecellen rondom bewerkingscentra en een centrale logistiek

- Robotisering: diverse productiecellen met robots voor be/ontladen en ander werkzaamheden

- MVO: het bedrijf wil een combinatie vormen van duurzame productie en economisch rendabele productie. De ondernemer wil tevens zijn kennis op deze gebieden graag met alle andere ondernemers delen en heeft hiervoor een speciale zaal voor kennisoverdracht ingericht.