Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging,...

21
Stad en Gemeenten van Brussel-Hoofdstad Ver. Uitg. Marc Thoulen - N°7317 INHOUD Nieuwsbrief pagina Op de agenda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Homohuwelijk: het dilemma van de ambtenaar burgerlijke stand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Verlichte stedenbouwkundige lasten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Europese overheidsopdrachten: haast je langzaam . . . . . . . . 13 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Eensluidend verklaring afgeschaft . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Federaal plan duurzame ontwikkeling: de gemeenten tellen mee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Voor u gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 EDITO Nr 2004/02 - 6 april 2004 DE VERENIGING IN ACTIE Vervolg pagina 2 Aansluitend bij de brief aan de minister van Financiën die aan bod komt in het editoriaal artikel van dit nummer, heeft de Vereniging samen met haar Vlaamse en Waalse tegenhanger contact opgenomen met de federale minister van Tewerkstelling en Pensioenen, de heer Frank Vandenbroucke, aangaande het stelsel en de financiering van de loopbaanonderbreking. In een vorige brief werd reeds overleg gevraagd met de verenigingen van lokale besturen, maar die hebben nieuwe redenen gekregen om zich ongerust te maken toen ze ontdekten hoe het project geëvolueerd is. Naast andere technische punten hebben ze gevraagd de gemeenten expliciet te ontheffen van verplichtingen als de betrokkenen niet vervangen worden, geen onderscheid te maken naar gelang van de aard van werkgever en tot slot de wijzigingen niet toe te passen op de loopbaanonderbrekingen die reeds aan de gang zijn. Wat de gemeentelijke administratieve sancties betreft, heeft de Vereniging contact opgenomen met de Brusselse leden van het federaal Parlement, waar het project teruggekomen is na amendering door de Senaat. De Vereniging wou immers de aandacht vestigen op de logheid van het systeem, wat wel gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband heeft ze gevraagd hen niet te belasten met de behandeling van overtredingen die geen rechtstreeks verband houden met hun basisopdrachten. Bovendien vroeg de Vereniging ook om de doeltreffendheid van het systeem te verhogen door het verbod op de dubbele bestraffing op te heffen dat vervat is in artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, en het plafond van de boetes ten minste in geval van recidive op te trekken. Aanvullende belastingen: de Vereniging houdt voet bij stuk! Hoewel de inningen van de aanvullende belastingen globaal behouden – en soms zelfs verbeterd - zijn in de loop van de voorbije twee jaar, blijven er toch nog veel problemen omtrent de regelmaat van de stortingen binnen de cyclus, wat overigens geleid heeft tot de toekenning van een nieuw voorschot op de aanvullende personenbelastingen door het ministerie van Financiën. Daar onze Vereniging steeds de belangen van de Brusselse gemeenten behartigt, heeft ze in een brief aan de minister van Financiën gepleit voor dringende structurele maatregelen om de regelmaat en de voorzienbaarheid van de gemeentelijke aanvullende belastingen te verbeteren. Voor de personenbelasting worden voorschotten toegekend, zonder dat de beloofde structurele oplossing ter bespreking aan de Vereniging voorgelegd is. Daarom hebben we de minister herinnerd aan zijn belofte een duurzame oplossing te zoeken. De Vereniging heeft tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om er nogmaals op te wijzen dat het gemeentelijk aandeel in de bedrijfsvoorheffing gedurende 20 maanden in de schatkist blijft en de compensatie aan de gemeente van het kasvoordeel dat de overheid zo binnenrijft aangepast zou moeten te worden. De verdeling van de belasting is sinds de laatste compensatie immers fel geëvolueerd en het gemeentelijk forfaitair aandeel in de berekening van de bedrijfsvoorheffing zal vanaf aanslagjaar 2005 op 7 % gebracht worden. Maar de Vereniging is het voornaamste onderwerp van ongerustheid van de Brusselse gemeenten niet vergeten: de opcentiemen op de onroerende voorheffing, waarvan het onstabiele inningsritme het financieel beheer aanzienlijk bemoeilijkt. Wat de structurele oplossingen betreft, is er echter geen tekort aan inspiratiebronnen: Vlaanderen past al drie jaar een systeem van voorschotten toe … De Vereniging volgt de evolutie van de vastgestelde rechten en de overeenkomstige ontvangsten op de onroerende voorheffing op de voet, teneinde concrete oplossingen te vinden ter verbetering van de stabiliteit van de gemeentefinanciën, die sterk afhankelijk zijn van hun eerste bron van inkomsten. Die aandacht voor de onroerende voorheffing is gerechtvaardigd, te meer daar onze gemeenten in dat opzicht nog onder een andere kwaal lijden, de "dode hand" … Hoewel er compensaties zijn voor de gevolgen voor de gemeenten van de leegstand van bepaalde gebouwen op de onroerende voorheffing, blijven die gedeeltelijk en worden ze onrechtstreeks toegepast, zonder dat het mogelijk is een echte link te leggen met het nadeel dat de gemeenten ondervinden. De catastrofale implicaties van een eventuele Europese toekomst van de Madou-toren voor de financiën van de gemeente die hem herbergt, illustreren de begrenzingen van het huidige systeem goed. We zijn niet bang om in herhaling te vallen: voorzienbaarheid en stabiliteit zijn de hoekstenen van een degelijk financieel gemeentebeheer. Céline Maertens, Marc Thoulen

Transcript of Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging,...

Page 1: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

Stad en Gemeenten van Brussel-Hoofdstad

Ver.

Uit

g. M

arc

Tho

ulen

- N

°731

7

INHOUD

Nieuwsbrief

pagina

Op de agenda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2Homohuwelijk: het dilemma van de ambtenaar burgerlijke stand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Verlichte stedenbouwkundige lasten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Europese overheidsopdrachten: haast je langzaam . . . . . . . . 13Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16Eensluidend verklaring afgeschaft . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17Federaal plan duurzame ontwikkeling: de gemeenten tellen mee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18Voor u gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19E

DIT

O

Nr 2004/02 - 6 april 2004

DE VERENIGING IN ACTIE

Vervolg pagina 2

Aansluitend bij de brief aan de minister van Financiën die aan bodkomt in het editoriaal artikel van dit nummer, heeft de Verenigingsamen met haar Vlaamse en Waalse tegenhanger contactopgenomen met de federale minister van Tewerkstelling enPensioenen, de heer Frank Vandenbroucke, aangaande het stelsel ende financiering van de loopbaanonderbreking. In een vorige briefwerd reeds overleg gevraagd met de verenigingen van lokalebesturen, maar die hebben nieuwe redenen gekregen om zichongerust te maken toen ze ontdekten hoe het project geëvolueerd is.Naast andere technische punten hebben ze gevraagd de gemeentenexpliciet te ontheffen van verplichtingen als de betrokkenen nietvervangen worden, geen onderscheid te maken naar gelang van deaard van werkgever en tot slot de wijzigingen niet toe te passen opde loopbaanonderbrekingen die reeds aan de gang zijn.

Wat de gemeentelijke administratieve sancties betreft, heeft deVereniging contact opgenomen met de Brusselse leden van hetfederaal Parlement, waar het project teruggekomen is naamendering door de Senaat. De Vereniging wou immers deaandacht vestigen op de logheid van het systeem, wat welgerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van deverdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten metzich zal meebrengen. In dat verband heeft ze gevraagd hen niet tebelasten met de behandeling van overtredingen die geen rechtstreeksverband houden met hun basisopdrachten. Bovendien vroeg deVereniging ook om de doeltreffendheid van het systeem te verhogendoor het verbod op de dubbele bestraffing op te heffen dat vervat isin artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, en het plafond vande boetes ten minste in geval van recidive op te trekken.

Aanvullende belastingen: de Vereniging houdt voet bij stuk!Hoewel de inningen van de aanvullende belastingen globaal behouden – ensoms zelfs verbeterd - zijn in de loop van de voorbije twee jaar, blijven ertoch nog veel problemen omtrent de regelmaat van de stortingen binnen decyclus, wat overigens geleid heeft tot de toekenning van een nieuw voorschotop de aanvullende personenbelastingen door het ministerie van Financiën.

Daar onze Vereniging steeds de belangen van de Brusselse gemeentenbehartigt, heeft ze in een brief aan de minister van Financiën gepleit voordringende structurele maatregelen om de regelmaat en de voorzienbaarheidvan de gemeentelijke aanvullende belastingen te verbeteren.

Voor de personenbelasting worden voorschotten toegekend, zonder dat debeloofde structurele oplossing ter bespreking aan de Vereniging voorgelegd is.Daarom hebben we de minister herinnerd aan zijn belofte een duurzameoplossing te zoeken.

De Vereniging heeft tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om ernogmaals op te wijzen dat het gemeentelijk aandeel in de bedrijfsvoorheffinggedurende 20 maanden in de schatkist blijft en de compensatie aan degemeente van het kasvoordeel dat de overheid zo binnenrijft aangepast zoumoeten te worden. De verdeling van de belasting is sinds de laatstecompensatie immers fel geëvolueerd en het gemeentelijk forfaitair aandeel inde berekening van de bedrijfsvoorheffing zal vanaf aanslagjaar 2005 op 7 % gebracht worden.

Maar de Vereniging is het voornaamste onderwerp van ongerustheid van deBrusselse gemeenten niet vergeten: de opcentiemen op de onroerendevoorheffing, waarvan het onstabiele inningsritme het financieel beheeraanzienlijk bemoeilijkt. Wat de structurele oplossingen betreft, is er echtergeen tekort aan inspiratiebronnen: Vlaanderen past al drie jaar een systeemvan voorschotten toe … De Vereniging volgt de evolutie van de vastgestelderechten en de overeenkomstige ontvangsten op de onroerende voorheffing opde voet, teneinde concrete oplossingen te vinden ter verbetering van destabiliteit van de gemeentefinanciën, die sterk afhankelijk zijn van huneerste bron van inkomsten.

Die aandacht voor de onroerende voorheffing is gerechtvaardigd, te meerdaar onze gemeenten in dat opzicht nog onder een andere kwaal lijden, de"dode hand" … Hoewel er compensaties zijn voor de gevolgen voor degemeenten van de leegstand van bepaalde gebouwen op de onroerendevoorheffing, blijven die gedeeltelijk en worden ze onrechtstreeks toegepast,zonder dat het mogelijk is een echte link te leggen met het nadeel dat degemeenten ondervinden. De catastrofale implicaties van een eventueleEuropese toekomst van de Madou-toren voor de financiën van de gemeentedie hem herbergt, illustreren de begrenzingen van het huidige systeem goed.

We zijn niet bang om in herhaling te vallen: voorzienbaarheid en stabiliteitzijn de hoekstenen van een degelijk financieel gemeentebeheer.

Céline Maertens, Marc Thoulen

Page 2: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

2 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

DE VERENIGING IN ACTIEVervolg

Marc Thoulen

Op 12 februari 2004 vond de Algemene Vergadering plaatsvan de afdeling Maatschappelijk Welzijn rond het themavan de Brusselse huisvestingscode en de implicaties voor deOCMW's: een bijzonder talrijk opgekomen publiek, meerdan 110 personen, heeft aan het debat deelgenomen. De heerMichel Colson, Voorzitter van de afdeling, leidde devergadering in met de voorstelling van het activiteitenverslag.Vervolgens kwam het thema aan bod in verschillendeuiteenzettingen, ondermeer over de normen voor veiligheid,salubriteit en uitrusting, en de juridische aspecten van hetoverheidsbeheer en de getuigenis van twee vertegenwoordigersvan Brusselse OCMW's. Tot slot heeft de heer EtienneLambert, adviseur bij de Staatssecretaris voor Huisvesting, naeen korte uiteenzetting over wederhuisvesting geantwoord opde talrijke interpellaties en vragen van de aanwezigen.

In het vooruitzicht van de verkiezingen van juni 2004 heeft deafdeling Maatschappelijk Welzijn van de Vereniging samenmet de Conferentie van de Voorzitters en Secretarissen van deOCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest eenmemorandum opgesteld met de voornaamste vragen van de19 Brusselse OCMW's aan de komende gewest- engemeenschapsregeringen en concrete voorstellen voor deverschillende beleidsdomeinen die de OCMW's aanbelangen.U vindt de tekst op de website van de Vereniging(www.vsgb.be). Het document werd op 5 maart jl. aan de persvoorgesteld en zal naar alle bevoegde instanties verzondenworden.

Sinds 1 januari 2004 is het systeem van de dienstenchequesvolledig overgenomen door de federale overheid en ophuishoudelijke hulp gericht. Het staat ondermeer open voorOCMW's, gemeenten, PWA's, die zo de gelegenheid krijgenvanuit het lokaal niveau een buurtactie op te zetten of aan tevullen. Door dit mechanisme wil de federale regering ook25.000 banen creëren. Om een stand van zaken op te makenvan de uitdagingen en de krachtlijnen van deze veranderingheeft de Vereniging in samenwerking met de Rijksdienst voorArbeidsvoorziening op 10 maart een infovergaderinggeorganiseerd voor de verantwoordelijken van OCMW engemeente betreffende de doelstellingen en de werking van hetsysteem.

Aan de wijziging van de regelgeving inzake vzw's waren reedsverschillende informatievergaderingen gewijd, maar deproblematiek was nog niet behandeld vanuit gemeentelijkeinvalshoek. Daarom heeft de Vereniging in samenwerking metDexia een vorming georganiseerd over de gemeentelijke vzwen de recente wijzigingen aan de wet van 27 juni 1921. Dievoormiddag werd gecoördineerd door Marina Muller, adviseurbij de studiedienst van de Vereniging, en richtte deschijnwerpers op de hervorming van het recht inzake vzw's, deeigenheden van de gemeentelijke vzw, de overheids-opdrachten, het personeelsbeheer en de controlemechanis-men. De vorming vond plaats op 19 maart, in samenwerkingmet Dexia Bank en in het kader van het Forum vanGemeentelijke Beleidsvoerders, en kon op heel ruimebelangstelling rekenen.

Europese programma's:de deadlines staan op onze website : Internationaal > Europese aangelegenheden > Oproepen tot indiening van voorstellen

9/4: Prijs Keizer Maximiliaan - 14/4: Tacis - 26/4: Volksgezondheid - 28/4: CARDS - 30/4: Interreg IIIC 3/5: Asia Pro Eco - 5/5: Prijs Information Society Technologies - 15/5: Prijs Jonge actieve burgers

OP DE AGENDA

Datum/plaats Wat ? Inlichtingen20-21/4Antwerpen -Radisson SAS

Openbaar domein - Hoe gebruik, beheer en valorisatieoptimaliseren? IFE

Anne Van der Elst - Charleroisesteenweg 51B - 1060 Brussel Tel. 00 33 1 44 09 29 77 - Fax 02 534 89 81 [email protected] - [email protected] http://www.ifebenelux.com - Tarief: 750 – 1.120 euro

20/4JeugdherbergJacques Brel

Federaal plan duurzame ontwikkeling – huisvesting enmobiliteit - debatavondInter-Environnement Bruxelles

Inter-Environnement Bruxelles Tel. 02 223 01 01 - Fax 02 223 12 96 [email protected] - http://www.ieb.be

21-23/4Rijsel - Hôtel desTours

Le marketing urbain Residentieel seminarie (vorming in gemeentelijkmanagement) - GSOB

Marion Schuberth - ULB – CP 145 - F. Rooseveltlaan 19 1050 Brussel Tel. 02 650 45 47 - Fax 02 650 49 80 - [email protected] Tarief: 250 euro

21/4VUB - Aula QB

Brussel als kosmopolitische stad - Brussel als Stad - Seminaries:Kernbegrippen uit het Witboek toegepast op BrusselInstituut voor PostAcademische vorming van de VUB

Pleinlaan M132 - 1050 Brussel - Tel. 02-629 20 93 Fax 02-629 21 39 - [email protected]://www.vub.ac.be/iPAVUB/eeuwvandestad - Tarief: 40 euro

Page 3: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

3N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

Datum/plaats Wat ? Inlichtingen

OP DE AGENDA Vervolg

++

22/4Antwerpen -Radisson SAS

Publiek-private samenwerking - juridische, financiële enpraktische knelpunten bij het realiseren van uw projectenIFE

Anne Van der Elst - Charleroisesteenweg 51B - 1060 Brussel Tel. 00 33 1 44 09 29 77 - Fax 02 534 89 81 [email protected] - [email protected] http://www.ifebenelux.com - Tarief: 750 euro

22/4Solvay bibliotheek

Over steden, stedelijke structuren en stadsgewesten: eenBelgische 18-stedentocht - colloquium georganiseerd in hetkader van het programma “Transversale Acties: Leefbaresteden" - Federaal Planbureau

Federaal Planbueau - Danielle Devogelaer Kunstlaan 47-49 - 1000 Brussel Tel. 02/507 74 38 - [email protected] - http://www.plan.beTarief: 50 euro

22-24/4Boekarest

Comment rendre les transports urbains plus attractifs ?Codatu XI – Wereldcongres - Coopération pour leDéveloppement et l’Amélioration des Transports Urbains(CODATU)

20, rue François Garçin - 69003 Lyon - FranceTel. 00.33.4.78.62.23.09 - Fax [email protected] - www.codatu.orgTarief: 1.700 euro

23/4 Werelddag van het boek

23/4

De crisis in de huisvesting in Brussel: probleem van toegangen/of tekort?Interdisciplinair netwerk voor onderzoek over Brussel,univ. fac. Saint-Louis en BBRoW

Yves Cartuyvels - RIS (Réseau interdisciplinarité et sociétés)Kruidtuinlaan 43 - 1000 Brussel Tel.02 211 79 62 - Fax 02 211 79 97 - [email protected]://www.fusl.ac.be/ris

23/4 – 2/5Lezen in je gemeenteBrusselse gemeenten, op initiatief van de FranseGemeenschap en Texto

Uw gemeente of Texto (vzw), Axelle Demoulin Boulevard Jean-Théodore Radoux 38 - 4000 Liège Tel. 04/225 12 99 - Fax 04/225 12 99 - [email protected]://www.23avril.be

26-28/4Brussel

Employment week - Human capital, a major asset in theelarged EU11e jaarlijkse conferentie

Estelle Dubicq-Event Manager - Tarsus Touchstone - CommonwealthHouse - 2 Chalk Hill Road - London W6 8DW - UK - Tel. 00.44.208846 2700 - Fax 00.44.208 846 2801 - [email protected] -www.employmentweek.com - Tarief: 948 – 1.095 euro

27-29/4Elsene - HotelSofitel Toisond'or

Sites et sols pollués - Comment vous adapter au nouveau cadrejuridique à Bruxelles et en Wallonie ?IFE

Laurence Carbonne - IFE - Charleroisesteenweg 51B - 1060 Brussel Tel. 02 533 10 13 - Fax 02 534 89 81 [email protected] - [email protected] -http://www.ifebenelux.com - Tarief: 750 – 1.450 euro

26/5

8-9/6

Réforme du code du logement en Région bruxelloise

Actualité du droit et du contentieux

Annabelle Bejenne - IFE – Charleroisesteenweg 51 B - 1060 Brussel Tel. 00 33 1 44 09 24 19 of 02 533 10 15 - Fax 02 534 89 81 [email protected] - [email protected] http://www.ifebenelux.com

27-28/4Brussel - HotelBristol Stéphanie

Comment mettre en place des actions de communicationefficaces ? (27/4) - Adaptez votre journal interne auxspécificités de votre secteur (28/4)IFE Benelux

Annabelle Bejenne - IFE – Charleroisesteenweg 51 B - 1060 Brussel Tel. 00 33 1 44 09 24 19 of 02 533 10 15 - Fax 02 534 89 81 [email protected] - [email protected] http://www.ifebenelux.com - Tarief: 700 – 1.120 euro

29/4 Heizel –Auditorium 2000

Bruggen slaan tussen overheden, ondernemingen en onderwijsColloquium georganiseerd door 4Instance Tel.02 534 94 51 - [email protected] - http://www.mypublica.com

29/4 Oostende -Thermae PalaceHotel

Lokale en regionale belastingen: vroeger en nuVormingsinstituut voor ontvangers (vzw)

Die Keure - Rita Vermote - Oude Gentweg 108 - 8000 Brugge Tel. 050 47 12 68 - Fax 050 33 51 54 - [email protected] Tarief: 107-210 euro

29-30/4Brussel - HotelBristol Stéphanie

Nouvelles directives marchés publics - Comment vous ypréparer ?IFE Benelux

Annabelle Béjenne - Charleroisesteenweg 51 B - 1060 Brussel Tel. 00 33 1 44 09 24 19 of 02 533 10 15 - Fax 02 534 89 81 [email protected] - [email protected] http://www.ifebenelux.com - Tarief: 1.120 euro

5/5 AuditoriumDexiaTrier

Infosessie over de huisvestingscodeFrançoise Lambotte – VSGB – Aarlenstraat 53 – 1040 BrusselTel. 02 233 20 04 - Fax 02 280 60 90 – [email protected] Meer details op www.vsgb.be of in deze Nieuwsbrief

5/5VUB Stadsdebat en stadsproject

Instituut voor PostAcademische vorming van de VUB Pleinlaan 2, M132 - 1050 Brussel - Tel. 02-629 20 93 - Fax 02-629 21 39 - [email protected] -http://www.vub.ac.be/iPAVUB/eeuwvandestad - Tarief: 40 euro

8/5 Officieel feest van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vastgelegdbij de ordonnantie van 13 maart 2003 (B.S. 1 april 2003)

9/5 Feest van Europa

Page 4: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

4 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

ONDER DE LOEP

1 Voor een eerste commentaar zie SENAEVE, P., De Wet van 13 februari 2003 tot invoering van het homohuwelijk in het Belgische recht, E.J., 2003, 4, p.50.2 Wet 13 februari 2003 tot openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk

Wetboek, B.S., 28 februari 2003.3 Wetsvoorstel tot openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek,

Gedr. St., Senaat, 2001-2002, 1173/1, p. 2.4 Wetsvoorstel tot openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek,

Gedr. St., Senaat, 2001-2002, 1173/1, p. 3.5 Dat is ook de oplossing die gekozen werd in Denemarken, Zweden, Bondsrepubliek Duitsland. Voor een wetenschappelijke benadering van deze

problematiek zie SENAEVE, P., COENE, E., Geregistreerd partnerschap. Pleidooi voor de institutionalisering van de homoseksuele tweerelatie, Antwerpen,Maklu, 1998, 256 p.

6 Zie over de essentie van het huwelijk: DE PAGE, H., Traité elementaire de droit civil belge, 4e uitgave, Brussel, Bruylant, 1990, II, Vol. I, nr. 502, p. 526.7 Zie Renchon, p. 43 – 44, Gedr. St., Senaat, 1173/3.8 Art. 315 B.W.9 Wetsvoorstel tot openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek,

Adv. R. v. St., Gedr. St., Kamer, 2001-2002, 1692/001, p. 18 en 22: “De grondwettelijke regels inzake de gelijkheid van de Belgen en inzake niet-discriminatie,vastgelegd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, sluiten niet uit dat voorzien wordt in een verschillende behandeling van bepaalde categorieën van personen,voorzover het criterium van onderscheid objectief en redelijkerwijs kan worden verantwoord. Het bestaan van een zodanige verantwoording moet worden nagegaanrekening houdend met de strekking en de gevolgen van de betwiste maatregel, alsook met de aard van de beginselen waarvan sprake is; het gelijkheidsbeginsel wordtgeschonden indien vaststaat dat er geen redelijk proportionaliteitsverband bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. […] [D]e situatie van eenhomoseksueel paar [is] niet dezelfde als die van een heteroseksueel paar. […] Daarom ook is het verkieslijk zich de moeite te getroosten, wat voorzeker soms enigszinszwaar uitvalt, om nieuwe rechtsfiguren op te zetten, veeleer dan dat aan het beoogde doel wordt voorbijgegaan omdat men geoordeeld heeft dat de eigenheid van eenbestaande rechtsfiguur onbeperkt kan worden uitgehold teneinde te beantwoorden aan de bedoeling van de steller van het ontwerp.”

10 Gedr. St., Senaat, 2001-2002, 1173/1, p. 4 –5. “Dit voorstel raakt niet aan de inzake het huwelijk geldende principes van het internationaal privaatrecht.…”11 Omz. 23 januari 2004 tot vervanging van de circulaire (sic!) van 8 mei 2003 betreffende de wet van 13 februari 2003 tot openstelling van het huwelijk voor

personen van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, B.S. 27 januari 2004.

Ingaan op een maatschappelijke trendSedert 1 juni 2003 is het mogelijk voor personen van hetzelfdegeslacht om met elkaar te huwen 1. De wet van 13 februari2003 2 stelt het huwelijk immers open voor personen vanhetzelfde geslacht. Daarmee volgt de Belgische wetgever, netzoals de Nederlandse, een maatschappelijke tendens. Hethuwelijk is vandaag namelijk veeleer een veruiterlijking vaneen innige band tussen twee personen, dan dat het nog zogericht is op het procreatief karakter. Om die reden moet eenzo groot mogelijke gelijkheid worden nagestreefd tussenpartners van verschillend en partners van hetzelfde geslacht 3.

Om te beantwoorden aan die maatschappelijke trend – hetwegwerken van de ongelijkheid tussen heteroseksuele enhomoseksuele partners 4 – had de wetgever keuze tussen tweemogelijkheden: een soortgelijke rechtsfiguur creëren of hethuwelijk openstellen voor personen van hetzelfde geslacht. Dewetgever in België heeft gekozen voor het openstellen van hethuwelijk 5. Daarmee is hij niet ingegaan op tal vanbemerkingen die zowel door de Raad van State als door derechtsleer werden geopperd 6. Wat is in ons rechtstelsel echterde (juridische) essentie van het huwelijk? Zonder dat te willenverdiepen – deze bijdrage wil zich beperken tot de problemenvan internationaal-privaatrechtelijke aard naar aanleiding vande wet en de omzendbrief – kan men toch stellen dat het

huwelijk vooral een zekerheid en een kader geeft over deafstamming 7. Op grond van het vigerende recht wordt immersvermoed dat het kind geboren binnen het huwelijk deechtgenoot tot vader heeft 8. Bovendien vloeien er uit hethuwelijk een aantal verplichtingen voort ten aanzien van diekinderen en ten aanzien van de echtgenoten jegens elkaar enhun ascendenten. Dit geldt niet zo voor de homoseksuelehuwelijken. Volgens de Raad van State is dan ook hetuitgangspunt van de redenering die de wetgever aanvoerde,fout inzake discriminatie wegens de onmogelijkheid voorpartners van hetzelfde geslacht om te huwen 9. De situatie vaneen homoseksueel paar is immers niet dezelfde als die van eenheteroseksueel paar.

De Wet Openstelling Huwelijk wijzigt de geslachtsvoorwaarde;voortaan kunnen ook personen van hetzelfde geslacht eenhuwelijk aangaan. De wet wijzigt als gevolg daarvan ook eenaantal artikelen in het Burgerlijk Wetboek in verband met dehuwelijksbeletsels. De wet wijzigt niets inzake afstamming.Kinderen in een homohuwelijk hebben derhalve nietautomatisch de beide echtgenoten als ouder. Wat belangrijk is:de wet wijzigt evenmin de regels aangaande de principes vanhet internationaal privaatrecht. Daar werd bovendien tijdensde voorbereidende werkzaamheden van de wet extra opgewezen 10. Nochtans verscheen er naast de Wet OpenstellingHuwelijk eveneens een omzendbrief 11 die wel poogt bepaaldeprincipes van het internationaal privaatrecht te wijzigen.

Moet de ambtenaar van de burgerlijke stand die een huwelijk voltrekt tussen personen van hetzelfde geslacht waa-ronder een vreemdeling de omzendbrief van 23 januari 2004 naast zich neerleggen? Door dergelijke huwelijkenmogelijk te maken zonder rekening te houden met het nationaal recht van de vreemdeling, lijkt de omzendbriefimmers in strijd met de wet van 13 februari 2003 tot openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde ges-lacht en met het internationaal privaatrecht. In afwachting van de degelijke verduidelijking van de wetgeving is hetminste wat we kunnen doen de allergrootste omzichtigheid aan te bevelen.

HET DILEMMA VAN DE AMBTENAAR VAN DEBURGERLIJKE STAND

Page 5: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

5N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

ONDER DE LOEP

Het huwelijk in internationalecontext

Als twee Belgen van hetzelfde geslacht in België huwen, dan iser geen probleem. Zoiets verandert wanneer de echtgenotenbesluiten buiten België te gaan wonen of wanneer één van deaanstaande echtgenoten geen Belg is. We bevinden ons dan ineen situatie met een vreemd element. In een dergelijke situatiemoeten de regels van internationaal privaatrecht wordenaangewend 12. In België wordt er gekozen voor het persoonlijkstatuut van de betrokkene. Er wordt dus aangeknoopt bij denationaliteit van de vreemdeling en diens nationale wet 13. Dewetgever wenste die regel niet te wijzigen 14. De aanknopings-factor en de verwijzing worden bijgevolg door de WetOpenstelling Huwelijk ongemoeid gelaten 15.

Voor het huwelijk geldt de distributieve verwijzing. Ondankscorrecte toepassing van de verwijzingsregels kunnen er zich inhet internationaal privaatrecht toch constellaties voordoen dieaanleiding geven tot problemen. Het gaat om de exceptie vaninternationaal-privaatrechtelijke openbare orde, het renvoi 16

en het conflit mobile 17. Het kan gebeuren dat het toepasselijkevreemde recht niettemin toch wordt opzijgezet op grond vande toepassing van internationale openbare orde. Dat is hetgeval wanneer de toepassing van het vreemde recht totresultaten zou leiden die onze rechtsorde onaanvaardbaarvindt.

De exceptie van internationaal privaatrecht stelt gewoon hetvreemde recht buiten werking door toe te laten dat het nietwordt aangewend. Dat werd reeds in 1950 door het Hof van

Cassatie gesteld 18. Ook hier geldt dat de internationaleopenbare orde een nationaal begrip is, dat zelfs beperkter is dande interne openbare orde. Het gaat alleen om “die bepalingendie een wezenlijk beginsel van de ethische, politieke ofeconomische ordening van de gemeenschap uitdrukken [endaarom] het ingrijpen van de internationaal-privaatrechtelijkeexceptie van openbare orde rechtvaardigen” 19. Voor deinternationale openbare orde wordt steeds in concretugeoordeeld. Meestal wordt voor het recht dat buiten werkingwordt gelaten de lex fori in de plaats gesteld 20.

Om het toepasselijke recht te bepalen wordt de rechtsfiguurvan het huwelijk gesplitst en gelden er verschillende regels. Erwordt een verschil gemaakt tussen de vormvoorwaarden vanhet huwelijk en de grondvoorwaarden. Het beginsel van devormvoorwaarden is locus regit actum: de wet van de plaats waarhet huwelijk wordt gesloten 21. Dat betekent dus concreet datongeacht de nationaliteit van de personen, het huwelijk naar devorm volgens de Belgische wet moet worden gesloten.

De grondvoorwaarden betreffen de toelaatbaarheids-voorwaarden van het huwelijk. Voor de grondvoorwaardenwordt er aangeknoopt bij de nationaliteit 22. Gaat het omechtgenoten van dezelfde nationaliteit, dan is degemeenschappelijke nationale wet van toepassing van detoekomstige echtgenoten. Zijn de echtgenoten vanverschillende nationaliteit, dan moet men een distributievetoepassing maken van de wetten. Elk van de echtgenoten moetvoldoen aan de door zijn nationale wet gestelde voorwaarden.Toch zijn er bepaalde huwelijksbeletsels die kunnendoorwerken naar de andere echtgenoot 23.

Vervolg

12 KEGEL, SCHURIG, Internationales Privatrecht, München, Beck, 8ste uitgave, 2000, p. 4: “Internationaal privaatrecht (IPR) is het geheel van rechtsregels diebepalen van welke Staat het privaatrecht moet worden aangewend. IPR is noodzakelijk zolang er a) verschillende Staten bestaan en b) er in die Staten elk hun eigenprivaatrechtelijke regels gelden.” De oplossingen voor IPR kunnen zowel vanuit cultureel standpunt worden opgevat met respect voor de cultuur van “hetvreemde element” als vanuit het oogpunt van de wederkerigheid. De rechtsorde heeft respect voor de vreemde rechtsorde met het oog op wederkerigheid.Zie MEEUSEN, J., Nationalisme en Internationalisme in het Internationaal Privaatrecht, Intersentia, Antwerpen, 1997, 565 p.; VAN DEN EECKHOUT,V., De wisselwerking tussen materieel recht en internationaal privaatrecht: eenrichtings- of tweerichtingsverkeer?, R.W., 1999-2000, 1249 – 1265. Hetinternationaal privaatrecht blijft evenwel nationaal. Het gaat om een Belgische oplossing voor grensoverschrijdende gevallen.

13 Art. 3 B.W.; Cass., 19 januari 1882, Pas., 1882, I, 36; “De wetten betreffende de staat en de bekwaamheid van de personen volgen de vreemdeling in België,tenzij die wetten in strijd zijn met de Belgische internationale openbare orde.”

14 Gedr. St., Kamer, 2002-2003, 2165/002, p. 19: “De minister verduidelijkt dat, overeenkomstig de algemene principes van het internationaal privaatrecht, ditwetsontwerp niet van toepassing is op buitenlanders die in België resideren. Krachtens het internationaal privaatrecht kan het homohuwelijk ook voor buitenlandersgelden, mits hun eigen status zulks mogelijk maakt.”

15 Gedr. St., Senaat, 2001-2002, 1173/1, p. 2: “Dit voorstel raakt niet aan de inzake het huwelijk geldende principes van internationaal privaatrecht. Aldus is hethuwelijk, ook voor personen van hetzelfde geslacht, slechts mogelijk wanneer door beide partijen is voldaan aan de door hun persoonlijk statuut voorgeschrevengrondvoorwaarden om een huwelijk te mogen aangaan.”

16 Het kan dat volgens de Belgische verwijzingsregel de buitenlandse wet van toepassing is, maar dat die zelf verwijst naar een ander recht. Er bestaan tweevormen van renvoi. Het volgens de Belgische wet toepasselijke recht verwijst terug naar de Belgische wet; men noemt dit renvoi simple (vb. iemand van deBritse nationaliteit wenst in België te trouwen met een Belg of iemand van een andere nationaliteit. De vorm van het huwelijk moet worden gesloten naarBelgisch recht. De grondvoorwaarden worden beheerst door de wet van de persoon van Britse nationaliteit. Die wet verwijst voor de grondvoorwaarden alstoepasselijke wet naar de plaats waar het huwelijk wordt gesloten, dus weer de Belgische wet). Renvoi au second degré bestaat wanneer het volgens deBelgische wet toepasselijke recht verder verwijst naar een andere wet van een derde land.

17 Conflit mobile doet zich voor wanneer er zich een verandering van aanknopingsfactoren voordoet. In de rand hiervan moet men soms eerst een Vorfrageoplossen. Dat is het geval voor personen die twee nationaliteiten hebben. Volgens de Belgische wet is in geval van samenloop van een vreemde nationaliteitmet de Belgische nationaliteit, alleen de Belgische nationaliteit van tel. Gaat het om een samenloop van twee vreemde nationaliteiten, dan moet eerstonderzocht worden welke de effectieve nationaliteit is.

18 Cass., 4 mei 1950, Pas., 1950, I, p. 624.19 Idem20 D’HAEYER, I., Overzicht van het Belgische IPR, Gent, Mys en Breesch, 1992, p. 21.21 ERAUW, J. CLAEYS, M., LAMBEIN, K., ROOX, K. en VERHELLEN, J., Internationaal privaatrecht en Nationaliteitsrecht 1993 – 1998, Overzicht van

rechtspraak, T.P.R., p. 1394, §2: “Een huwelijk is naar vorm geldig wanneer het werd gesloten met inachtneming van de pleegvormen voorgeschreven door de wetvan de plaats van de huwelijksvoltrekking. De verwijzingsregel locus regit actum werd bevestigd in diverse uitspraken.” Zie aldaar gecit. rechtspraak.

22 Artikel 3, lid 3 B.W. Bij personen met verschillende nationaliteit moet dus eerst worden uitgemaakt welke hun effectieve nationaliteit is.23 Voorbeeld: de leeftijdsvoorwaarde

Page 6: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

6 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

ONDER DE LOEP Vervolg

Problemen bij het toepassen van deverwijzingsregels

Aangezien nog maar weinig Staten het huwelijk tussenpartners van gelijk geslacht hebben erkend, rijzen er een aantalproblemen.

Huwelijk tussen vreemdelingen of eenvreemdeling en een Belg in België

- De nationale wet van de echtgenoten erkent het huwelijkvoor paren van hetzelfde geslacht: ofwel geldt de nationalewet van de beide echtgenoten (indien zij beiden dezelfdenationaliteit hebben) ofwel wordt een distributievetoepassing gemaakt. Elke echtgenoot mag volgens de doorzijn nationale wet gestelde voorwaarden huwen: dan is ergeen probleem.

- Is volgens de nationale wet van één van de echtgenoten hethuwelijk enkel mogelijk tussen personen van verschillendgeslacht, dan is het huwelijk ontoelaatbaar, aangezien aan degrondvoorwaarden van het geslacht niet is voldaan.

- De nationale wet van de echtgenoten verwijst naar deBelgische wet: er is geen probleem, want de Belgische wetmag worden toegepast.

Huwelijk tussen een Belg en eenvreemdeling in het buitenland

Hier moeten de verwijzingsregels van de desbetreffende Staatworden gehanteerd. Het kan zijn dat het huwelijk niettoelaatbaar is.

Vestiging in het buitenland

Er kunnen nog problemen rijzen, vooral wanneer het huwelijkgeldig werd gesloten in België maar de echtgenoten zich in het

buitenland vestigen. Ook hier bestaan weer verschillendeconstellaties. De echtgenoten vestigen zich in de Staat van denationaliteit van één van de huwelijkspartners. Het kan zijndat die Staat het huwelijk tussen personen van gelijk geslachtniet erkent. Dat gevaar bestaat ook wanneer de echtgenotenverhuizen naar een derde Staat.

Soortgelijke rechtsfiguren

Een verder probleem bestaat met de soortgelijke rechtsfiguren.In andere Staten werd niet het huwelijk opengesteld, maarwerden er nieuwe rechtsfiguren in het leven geroepen diehetzelfde doel beogen: de gemeenschap van twee personen vanhetzelfde geslacht juridisch te erkennen. Deze rechtsfigurenzouden kunnen worden gelijkgeschakeld met het opengesteldehuwelijk naar Belgisch recht. In het verleden werden inzakeechtscheiding sommige soortgelijke rechtsfiguren onder striktevoorwaarden erkend 24. Zonder dat hierover reeds uitsluitselwerd gegeven door de rechtbanken, kan worden aangenomendat zulks wellicht ook het geval zal zijn voor soortgelijkerechtsfiguren als het huwelijk 25.

Besluit

Het lijkt erop dat door de toepassing van het internationaalprivaatrecht aanstaande huwelijkskandidaten verschillendzullen worden behandeld op grond van hun persoonlijkstatuut. Enkel wanneer hun nationale wet het zou toelaten,zouden de aanstaande huwelijkskandidaten met elkaar in hethuwelijk kunnen treden in België. Toch kan men niet gewagenvan discriminatie, omdat de rechtsverhoudingen met eenvreemd element onderworpen worden aan andere rechtsregelsdan de interne rechtsverhoudingen 26. Het verschil inbehandeling wordt in het geval van de mogelijkheid voorpersonen van hetzelfde geslacht tot het aangaan van eenhuwelijk verantwoord door hun nationale wet. Zoals reedshoger gesteld, volgen niet alle Staten dezelfde maatschappelijkeontwikkelingen op juridisch vlak. De erkenning van eendergelijk huwelijk is zeker niet gegarandeerd. Deze in Belgiëaangegane rechtsverhouding is bijgevolg hinkend 27.

24 Cass., 11 december 1995, Arr. Cass., 1995, 204, R.W., 1995-96, 1339, noot Erauw, J.25 Zie SENAEVE, P., De wet van 13 februari 2003 tot invoering van het homohuwelijk in het Belgische recht, E.J., 2003, 50-62: “ Het zou toch al te absurd,

willekeurig en onrechtvaardig zijn dat bijvoorbeeld een Belgische vrouw en een Deense vrouw – of een Belgische man en een Finse man – die in België met elkaareen relatie hebben, en voor hun relatie de juridische gevolgen van een huwelijk wensen, in België geen (homo)huwelijk zouden kunnen aangaan, en dit terwijl zowelhet Deense recht als het Finse en thans het Belgische recht in de mogelijkheid voorziet voor een tweerelatie van hetzelfde geslacht om toe te treden tot een met het(hetero)huwelijk parallelle instelling.”

26 VAN DEN EECKHOUT, V., De wisselwerking tussen materieel recht en internationaal privaatrecht: eenrichtings- of tweerichtingsverkeer?, R.W., 1251.27 Dit wordt uitstekend verwoord in een brief van de staatssecretaris van Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De redenering gaat

evenzeer op voor België: “De consulaire praktijk bevestigt dat de wereld niet “één groot Nederland” is. Hoewel de consulaire ambtenaar in zijn handelen vanuit deNederlandse optiek opereert, […] blijkt met grote regelmaat dat in het buitenland heel anders, met verschillende gradaties van felheid, wordt gedacht over naar Nederlandsebegrippen volstrekt acceptabele opvattingen of situaties. Een goed voorbeeld hiervan zijn alternatieve vormen van samenleving. Het huwelijk tussen personen van hetzelfdegeslacht en adoptie van kinderen door gehuwden van hetzelfde geslacht is in Nederland voor vrijwel iedereen aanvaardbaar. Deze acceptatie is de aanleiding om dezesamenlevingsvormen ook wettelijk te regelen. In een aanzienlijk aantal landen is dit onderwerp echter minder of niet bespreekbaar en in sommige landen volstrektonaanvaardbaar. In deze landen is het niet mogelijk om als personen van hetzelfde geslacht een huwelijk aan te gaan of samen te wonen, en is de afkeuring hiervan soms zosterk dat hierop strafrechtelijke sancties zijn gezet. Het is zeker denkbaar dat een al dan niet tijdelijk in het buitenland verblijvende Nederlander met een dergelijke juridischeprocedure wordt geconfronteerd en op grond daarvan een beroep doet op de Ambassade. […] De mogelijkheden die de consulaire ambtenaar in dergelijke situaties terbeschikking staan zijn ook zeer beperkt. Op grond van het Verdrag van Wenen is het hem immers niet toegestaan zich te mengen in de lokale rechtsgang, noch is het hemmogelijk om bij de lokale autoriteiten een andere behandeling dan lokaal gebruikelijk voor de betrokken Nederlander te verwerven. ” (eigen onderstreping)

Page 7: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

ONDER DE LOEP

7N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

Vervolg

Deze hinkende huwelijken hebben een beperkte ruimtelijkegelding. De betrokkenen zullen met praktische en juridischeproblemen worden geconfronteerd wanneer zij zich vestigen inhet buitenland. De Nederlandse Raad van State stelt daaromuitdrukkelijk voor dat “[d]e oplossing enerzijds [moet worden]gezocht in de voorlichting aan de aanstaande echtgenoten vanhetzelfde geslacht over het probleem van de “hinkenderechtsverhouding” en anderzijds in het opstellen van eigeninternationaal-privaatrechtelijke regels 28.” Ook in België acht deMinister van Justitie het noodzakelijk dat de ambtenaar vanburgerlijke stand de aanstaande echtgenoten wijst op deproblemen.

Nieuwe omzendbriefTot voor het verschijnen van de nieuwe omzendbrief van 23januari 2004 was gesteld dat een verschillende behandelinggerechtvaardigd is, al naar gelang de nationaliteit van debetrokkenen of de vestiging in het buitenland van een in Belgiëgetrouwd homokoppel. Die verschillende behandeling vloeitimmers voort uit het feit dat de wetgever de verwijzingsregelsinzake huwelijk niet wenste te wijzigen 29. Deze redeneringvindt men ook terug bij de Nederlandse wetgever die denationale wet van de trouwlustige vreemdeling in Nederlandongemoeid laat. Inmiddels blijkt de Minister van Justitie haarstandpunt herzien te hebben aangezien ze verdedigt dat hethuwelijk voor personen van hetzelfde geslacht in België vooriedereen moet kunnen 30: “Aangezien het Belgisch recht hethuwelijk voor personen van hetzelfde geslacht heeft opengesteld,ben ik van oordeel dat een bepaling van buitenlands rechtbetreffende het geslacht van de echtgenoten, op grond waarvan hethuwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht is verboden, alsdiscriminerend en in strijd met onze internationale openbarerechtsorde moet worden beschouwd. Daarom meen ik dat eenbepaling van buitenlands recht die het huwelijk tussen personenvan hetzelfde geslacht verbiedt, niet moet worden toegepast indienéén van die personen de nationaliteit bezit van een Staat waarin,krachtens het nationale recht, een dergelijk huwelijk is toegestaanof op het grondgebied van een dergelijke Staat zijn gewoneverblijfplaats heeft.”

De Minister gebruikt als techniek de exceptie van deinternationale openbare orde om het vreemde recht niet temoeten toepassen. De minister wijkt eveneens af van dedistributieve toepassing. Het volstaat volgens haar dat hethuwelijk toelaatbaar is voor één van de toekomstigeechtgenoten. Alhoewel aan de principes van de distributievetoepassing van de verwijzingsregels wordt herinnerd, meent de

minister, steeds op grond van het feit, dat een “verbod van eenhuwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht […]discriminerend [is] en in strijd met onze internationale openbarerechtsorde, dat “die bepaling [van vreemd recht] evenwel niet vantoepassing [is] ten voordele van de Belgische wet”. Om toestandenzoals in Las Vegas te vermijden moet er voor die vreemdeechtgenoten wel een aanknopingspunt zijn met België,namelijk ofwel moet een van de toekomstige echtgenoten Belgzijn ofwel als geen van beide echtgenoten dat is, moet erminstens één van de twee zijn of haar gewone verblijfplaatshebben in België.

De Minister gaat met deze omzendbrief duidelijk in tegenhetgeen door de wetgever was beslist en bevestigd in de vorigeomzendbrief van 8 mei 2003. Om te beginnen wenste menniet te raken aan het internationaal privaatrecht wat impliceertdat vreemdelingen nu eenmaal ongelijk zullen wordenbehandeld. Hun nationale wet bepaalt immers of hetzelfdegeslacht een huwelijksbeletsel is of niet. Verder is het nog geenuitgemaakte zaak of de gelijkstelling tussen hetero- enhomoseksuele paren wel een zo fundamenteel grondrecht is.Voorts dient er in internationale context te worden op gewezendat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens het rechtop huwen nog niet zo ruim interpreteert. Ook de Raad vanState stelt in zijn advies dat de definitie van huwelijk alsechtverbintenis tussen man en vrouw door zowel het EuropeesVerdrag van de Rechten van de Mens, het InternationaalVerdrag inzake burgerrechten en politieke rechten als deUniversele Verklaring van de Rechten van de Mens gehuldigdwordt. Als het huwelijk vooral slaat op de echtverbintenistussen man en vrouw en de hieruit voortvloeiende afstamming,dan is het maar zeer de vraag of de nieuwe rechtsfiguur die inBelgië werd gecreëerd, plots als een fundamenteel en universeelmensenrecht kan worden gehuldigd. Bovendien moet menvaststellen dat de Belgische interpretatie van een fundamenteelmensenrecht zeer recent is, aangezien hierover nog geen sprakewas in de omzendbrief van 8 mei 2003.

De eerste omzendbrief 31 naar aanleiding van deze wet liet geentwijfel bestaan:

“Deze wet doet geen afbreuk aan de beginselen van hetinternationaal privaatrecht die van toepassing zijn op hethuwelijk. Het feit of twee personen van hetzelfde geslacht al danniet met elkaar mogen trouwen valt onder de grondvoorwaardenvan het huwelijk. In het internationaal privaatrecht zijn dezevoorwaarden onderworpen aan het persoonlijk statuut van deechtgenoten […].

28 Tweede Kamer, vergaderjaar 1998-1999, 26 672 en 26 673, B, wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van hethuwelijk voor personen van hetzelfde geslacht (Wet openstelling huwelijk), Advies Raad van State en nader rapport, p. 2.

29 Gedr. St., Senaat, 1173/1, p. 4.30 Omz. 23 januari 2004.31 Omz. 8 mei 2003 betreffende de wet van 13 februari 2003 tot openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een

aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, B.S., 16 mei 2003.

Page 8: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

8 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

ONDER DE LOEP

32 Zie MAST, A., DUJARDIN, J., VAN DAMME, M., VANDE LANOTTE, J., Overzicht van het Belgische Administratief Recht, 16e uitgave, Kluwer, 2002,p.43.

33 R.v.St., De Jaegere, nr. 17332 van 10 december 1975, Van de Vyvere en cons., nr. 38371, 19 december 1991. Toch mag hun belang niet onderschatworden. Zodra de ambtenaar die omzendbrief toepast in een geval dat de rechtsonderhorige rechtstreeks raakt, ontstaat er eigenlijk een regel de facto.

34 MAST en DUJARDIN halen als voorbeeld de richtlijnen van de toezichthoudende overheid ten opzichte van het onderschikte bestuur aan. “…[D]ergelijkeomzendbrieven [hebben] enkel het karakter van aanbevelingen, die, in welke gebiedende voorwaarden ook gesteld en hoe dringend noodzakelijk ookvoorgesteld, toch geen rechtsregels zijn”. o.c., p.44.

35 MAST, A., o.c., p.43..36 R.v.St, nr. 13.666, 8 juli 1969, Bestendige Deputatie Provincieraad Oost-Vlaanderen.37 Zie MAST, A., o.c., p. 44, voetnoot 58 en de aldaar geciteerde rechtspraak.38 R.v.St., Stad Huy, nr; 72.369, 11 maart 1998, T.Gem., 1999, 274 met noot Backs, A.39 Idem40 RIGAUX, F., Droit International Privé, T. I, Larcier, 1973, nr. 266,41 FOBLETS, M.C., FRANSSENS, G., L’établissement et la validité du lien conjugal entre époux d’une même nationalité étrangère ou de nationalité

différente. Les grands pricipes et leur application en droit international privé belge, illustrés au moyen de la jurisprudence, R.D.E., 1997-1998, 712. Zie ookRIGAUX, F., o.c., p. 358.

Met betrekking tot twee toekomstige echtgenoten met dezelfdenationaliteit is hun gemeenschappelijke nationale wet vantoepassing […] [of] moet ieder van hen beantwoorden aan devoorwaarden die worden opgelegd voor in het buitenland geslotenhuwelijken […].”

Voorts kan er niet worden voorbijgegaan aan de hiërarchie vande rechtsnormen. Strikt genomen heeft een omzendbrief nietdezelfde rechtskracht als een wet. Niettemin rekenen Mast enDujardin “ministeriële omzendbrieven en dienstorders” tot debronnen van het administratief recht 32. Volgens de Raad vanState zijn de interpretatieve omzendbrieven wettelijk nietbindend voor de personen die niet tot de overheidsdienstenbehoren. De overheidsdienst slaat uiteraard op de dienst die deomzendbrief opstelde 33. In het administratief recht maaktmen gewoonlijk het onderscheid tussen verschillende soortenomzendbrieven: de interpretatieve, de indicatieve en deverordenende omzendbrieven. De indicatieve omzendbrievengaan uit van de overheid voor zichzelf 34. Ze stellen deambtenaren op de hoogte van nieuwe regels of bestaanderegels. In de indicatieve omzendbrieven vaardigt de overheidrichtlijnen uit die zij zich voorneemt te volgen of te doenvolgen door een ondergeschikt bestuur. Mast en Dujardinstellen hierover: “… dergelijke omzendbrieven [hebben] enkelhet karakter van aanbeveling, die, in welke gebiedendevoorwaarden ook gesteld en hoe dringend noodzakelijk ookvoorgesteld, toch geen rechtsregels zijn 35.” De verordenendeomzendbrieven hebben wel een bindend karakter en zijnderhalve ook vatbaar voor vernietiging door de Raad van State.In een principearrest van de Raad van State 36 wordt gestelddat er cumulatief moet worden voldaan aan vier voorwaarden:1) de omzendbrieven willen nieuwe regels aan de bestaandetoevoegen, 2) de overheid wil die richtlijnen verplichtendstellen, 3) de overheid is bevoegd om degene die ze moettoepassen te binden, 4) de overheid beschikt over de middelenom zelf de handhaving van de richtlijnen af te dwingen 37. Hetis in geen geval toegelaten dat het gaat om verhulderechtsregels die door een wet hadden moeten worden tot standgebracht, want dan ontbreken ze een substantieel en op straffevan nietigheid voorgeschreven vormvoorschrift, namelijk hetvoorafgaande advies van de afdeling wetgeving van de Raadvan State 38.

Ofwel is de omzendbrief van 23 januari geen verordenendeomzendbrief en mist hij enig reglementair karakter, ofwelwenst de minister desalniettemin nieuwe regels aan bestaanderechtsregels toe te voegen. In dat laatste geval is deomzendbrief vatbaar voor vernietiging. De Raad van State steltnamelijk: “[h]et ontbreken van een substantieel en op straffe vannietigheid voor geschreven vormvoorschrift is een middel totvernietiging. Gelet op het verordenend karkater van [een]omzendbrief had de […] overheid het verplicht voorafgaandadvies van de Afdeling Wetgeving van de Raad van State moeteninwinnen” 39. Bovendien gaat de Minister in tegen watoorspronkelijk werd beoogd; de nationale wet van deechtgenoten wordt gerespecteerd. Als de omzendbrief evenwelslechts vermag een licht te werpen op de bestaande wetgeving,dan kan men enkel concluderen dat de verwijzingsregelsongemoeid blijven. Bijgevolg kan de ambtenaar van deburgerlijke stand niet anders dan de nationale wet van devreemdeling toepassen en in voorkomend geval vaststellen dater wel degelijk een huwelijksbeletsel bestaat bij gelijk geslacht.

Uit de aangewende techniek kan trouwens afgeleid worden datde auteur van de omzendbrief zich terdege bewust is van dehiërarchie van de rechtsnormen. Niet doordat er een nieuweverwijzingsregel in het leven wordt geroepen, is hethomohuwelijk tussen vreemdelingen mogelijk, maar door deexceptie van internationale openbare orde toe te passen. Dezetechniek is op zijn zachtst gezegd merkwaardig. Deze exceptieraakt namelijk aan de fundamenten van ons rechtsbestel. Is hetopenstellen van het huwelijk dermate fundamenteel dat hetenkel door de rechtsfiguur van het huwelijk kan wordenopgelost? Is dit huwelijk dan een universeel recht? Tot nog toewerd de exceptie van internationaal privaatrecht vooraltoegepast bij kindhuwelijken, polygamie, het verbod vaninterraciale huwelijken, het verschil tussen natuurlijke enwettelijke kinderen, … 40 Uit de jurisprudentiële praktijkblijkt dat de hoven en rechtbanken rekening houden met hoezwaarwichtig de vreemde rechtsregel met ons rechtsbestelonverzoenbaar is, hoe zwaar het “rattachement” van devreemdeling met de lex fori is en wat voor gevolgen de vreemderechtsregel beoogt 41.

Vervolg

Page 9: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

9N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

ONDER DE LOEP Vervolg

Wat moet de ambtenaar van deburgerlijke stand nu doen?

Het is de taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand omna te gaan of alle vorm- en grondvoorwaarden voor hetaangaan van het huwelijk worden vervuld. Hij moet dat doenvooraleer het huwelijk wordt gesloten 42. De vraag rijst hoeuitgebreid de bevoegdheid is van de ambtenaar. Volgens hetHof van Beroep te Luik mag de ambtenaar niet weigeren hethuwelijk te voltrekken wanneer de objectieve voorwaardenvervuld zijn 43. Andere rechtspraak geeft een ruimereappreciatiebevoegdheid 44. Die bevoegdheid slaat vooral op detoetsing van de bedoeling van de echtgenoten met het doel eenduurzame levensgemeenschap op te bouwen of – andersgezegd –de mogelijkheid van een schijnhuwelijk teonderzoeken. Heeft de ambtenaar de bevoegdheid om eenhuwelijksbeletsel, in casu hetzelfde geslacht, volgens denationale wet van de vreemdeling opzij te zetten? Mocht hijtoch toelaten dat de aanstaande echtgenoten met elkaar in hethuwelijk treden, dan heeft dat belangrijke gevolgen. De kansis meer dan waarschijnlijk dat het huwelijk van de persoonwiens nationale wet een dergelijk huwelijk niet toelaat, doordie Staat (en wellicht ook door derde Staten) gewoon nieterkend wordt. In voorkomend geval gebeurt er gewoon nietsof wordt het huwelijk nietig verklaard. In de eerste hypothesestaat de persoon er in geval van een scheiding slecht voor: wiekan er uit de echt scheiden als hij verondersteld wordt niet tezijn getrouwd?

Het lijkt ons in de huidige stand van wetgeving evenwel nietmogelijk voor de ambtenaar van de burgerlijke stand om teoordelen of het vreemde recht buiten werking wordt gesteld enin de plaats ervan het Belgische toe te passen, omdat geenenkele wettelijke bepaling hem daartoe machtigt. Er bestaatnog geen jurisprudentie van de hoogste rechtbanken die overdeze aangelegenheid definitief klaarheid brengt.

De minister is zich terdege bewust van de problemen metdergelijke rechtsfiguren en wijst de ambtenaren op hun plichtom de toekomstige echtgenoten te informeren over hunhinkende rechtsverhouding. Wij menen trouwens dat dat deenige bevoegdheid is die de ambtenaar vandaag heeft. Elkeandere bevoegdheid vergt eerst een wetswijziging waardoor deverwijzingsregels worden gewijzigd. Een omzendbrief terzake isruimschoots onvoldoende. De ambtenaar moet dus nog steedsde regels van het Burgerlijk Wetboek toepassen, wat betekentdat het niet voor iedereen mogelijk is om in het huwelijk tetreden met iemand van hetzelfde geslacht in België.

Het hoeft geen betoog dat de weigering van de ambtenaar vande burgerlijke stand om vreemdelingen te huwen in eengeschil voor de rechtbank kan eindigen. Uiteindelijk zal danook de geldigheid van de besproken omzendbrief ter discussiestaan. De ambtenaar is in elk geval verplicht om zijn weigeringte motiveren.

Laatste opmerkingen

Op grond van de huidige wetgeving moet de ambtenaar vande burgerlijke stand nog steeds voor de toelaatbaarheid van hethuwelijk een distributieve toepassing maken van het nationalerecht van de echtgenoten. Hiervoor verlangt hij eenauthentiek document van elk van de betrokken echtgenoten,waaruit de huwelijksbeletsels blijken. Als blijkt dat denationale wet van één van de echtgenoten het verschil ingeslacht verlangt van de toekomstige echtgenoten, dan kan deambtenaar daar volgens ons niet omheen. Op grond hiervanzal hij zijn weigering om de personen te huwen motiveren. Ingeval van geschil komt het trouwens niet aan de ambtenaar toeom te trancheren, maar aan de hoven en rechtbanken. Blijkthet huwelijk toch mogelijk, dan is het de taak van deambtenaar om op het hinkende karakter van de aldus ontstanerechtsverhouding te wijzen. Deze materie evolueert evenwelsnel en wat nu als onmogelijk wordt ervaren, kan misschienover enkele jaren als volledig achterhaald worden beschouwd.

42 Art. 64 B.W.43 Luik, 26 juni 1997, J.M.L.B., 1997, 1564 met noot LELEU, Y.-H.44 Kort Ged., Brussel, 3 november 1994, Rev. Trim. Dr. Fam., 1995, 58; Rb. Brussel 1 maart 1994, T.B.B.R., 1994, 408.

Hildegard Schmidt

Inforum - de virtuele bibliotheek van de openbare besturen

Uw bestuur heeft wellicht een abonnement op inforum.Misschien wenst u een opfrissing van de verschillende mogelijkheden van inforum (tips en hints, …).

Neem dan contact op met uw inforum-adviseur om een afspraak vast te leggen in uw kantoren.

Inforum: tel. 02/233.20.19 - [email protected]

Page 10: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

10 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

1 Zie F. LAMBOTTE, "De harmonisatie van de stedenbouwkundige lasten", Nieuwsbrief-Brussel, 2003/6, blz. 6 e.v.2 B.S. 7 augustus 2002.3 B.S. 7 juli 2003.4 Voor meer details over het stelsel van het besluit van 12 juni vóór de wijziging door het besluit van 18 december, zie F. LAMBOTTE, op. cit. 5 B.S. 9 januari 2004.6 Op het moment van het ter perse gaan van dit nummer vernamen we dat de vordering bij de raad van State behouden was. Niet alle kritieken van de eisers

werden door het besluit van 18 december 2003 ingelost. Zij wilden ondermeer de afschaffing van de bankwaarborg, geëist in artikel 10, die anderewaarborgen zou overlappen. Zij wilden ook dat het stelsel van de stedenbouwkundige lasten naar zijn oorspronkelijke sfeer terugkeert, nl. de aanvraag vanverkavelingsvergunningen.

7 Ondermeer die betreffende de aard van de lasten, de vrijstellingen, de uitvoeringstermijnen en de financiële waarborg.8 Advies 36.155/4 van de afdeling wetgeving van de Raad van State i.v.m. het ontwerpbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het

besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juni 2003 betreffende de stedenbouwkundige lasten, gegeven op 10 december 2003 (een kopie vanhet advies kan op aanvraag verkregen worden bij het kabinet van de Staatssecretaris bevoegd voor ruimtelijke ordening). We onderstrepen dat dit advies ookkritiek geeft op de manier waarop de Regering de bevoegdheden interpreteert die ze terzake krijgt.

I. Wat voorafgingHet stelsel van de stedenbouwkundige lasten werd grondiggereorganiseerd door de ordonnantie van 18 juli 2002 totwijziging van de organieke ordonnantie van planning enstedenbouw (OPS)2. Sindsdien kan de Regering de lijstopstellen van de gevallen waarin verplicht lasten gehevenworden, alsook de criteria die de overheid die de bouw- ofverkavelingsvergunningen afgeeft, in staat stelt het belang ende aard van de lasten vast te stellen, het bedrag van definanciële waarborgen die geëist kunnen worden en de termijnvoor de realisatie van de lasten.

Daarom heeft de Regering op 12 juni 2003 een besluitbetreffende de stedenbouwkundige lasten goedgekeurd3.Dat besluit trad in werking op 1 augustus 2003 en beoogde deharmonisatie van de lasten i.v.m. grote kantoren, parkings,hotels en handelszaken. Die lasten werden verplicht en dusstelselmatig bij de afgifte van bepaalde stedenbouwkundigevergunningen. Er was geen sprake meer van ze te doen variërenvan de ene gemeente tot de andere: behoudens een exhaustievelijst uitzonderingen bedroeg de last 125 euro per m_ parkingof vloer4.

Dit besluit heeft zodanige opschudding veroorzaakt in deimmobiliënsector dat bij de Raad van State een vorderingaanhangig gemaakt werd door de beroepsvereniging van deimmobiliënsector, de confederatie van de bouw, de verenigingvan Brusselse ondernemingen en de federatie van parking-uitbaters. Die organismen geven de opinie van de voornaamstebetrokken sectoren weer en vinden dat het besluit van 12 junide economische ontwikkeling van het Gewest aanzienlijk zoukunnen afremmen: momenteel worden projecten voor deopstarting van handelszaken, hotels of productieactiviteitengestaakt, omdat het bedrag van de lasten ze onrealiseerbaarmaakt.

Rekening houdend met de argumenten en de ingediendevordering heeft de Regering opnieuw de pen ter handgenomen en het omstreden besluit herzien via het besluit van18 december 2003 5 6.

II. What's new?De veranderingen die bij het besluit van 18 december 2003aangebracht werden, hebben betrekking op:1. het toepassingsgebied van het besluit van 12 juni 2003;2. het bedrag van de verplichte lasten;3. de invoering van een soort "tegoed-bon" voor de houder

van een vergunning die, hoewel hij de bijhorende lastenbetaald heeft, ze helemaal of gedeeltelijk niet uitvoert.

De andere beschikkingen van het besluit van 12 juni 7 blijvenonveranderd.

1. Een nieuw toepassingsgebied

De aanhef en de inleiding van het besluit van 12 juni 2003zijn zodanig gewijzigd dat het voortaan enkel nog destedenbouwkundige lasten beoogt "die worden opgelegd bijde afgifte van stedenbouwkundige vergunningen". De Raadvan State heeft die manier van doen uiteraard bekritiseerd:aangezien de aanhef van de regelgevende teksten geen enkelenormatieve waarde heeft, kan de wijziging van de aanhef vanhet besluit van 12 juni 2003 geen wijzigingen teweegbrengenvoor het toepassingsgebied, noch voor de reikwijdte van debeschikkingen. De beschikkingen die niet uitdrukkelijkpreciseren dat ze enkel betrekking hebben op de steden-bouwkundige lasten bij een bouwvergunning zouden dus vantoepassing moeten blijven op alle stedenbouwkundige lasten,ook die bij een verkavelingsvergunning 8. De vraag is uiteraardof die argumentering het zal halen op de duidelijke wil van deRegering om het toepassingsgebied van het besluit van 12 juni

STEDENBOUW: LASTENS VERLICHT

Enkele maanden geleden hebben we de nieuwe normen inzake stedenbouwkundige lasten voorgesteld 1. Intussenheeft de Brusselse Regering de modaliteiten vereenvoudigd met het besluit van 18 december 2003.

ONDER DE LOEP

Page 11: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

11N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

ONDER DE LOEP

9 Bovengrondse parkings met commerciële doeleinden, onafhankelijk van om het even welke andere bestemming, met meer dan 24 plaatsen blijvenonderworpen aan verplichte stedenbouwkundige lasten.

10 Die kan dus tot nul herleid worden.11 Dit voorschrift heeft betrekking op de strijd tegen de onbewoonbaarheid??.12 S. GREGOIRE, "Le nouveau régime des charges d’urbanisme à Bruxelles (arrêté du 12/06/03): quelles sont les grandes orientations? Quelle incidence sur

les projets immobiliers?", Actes du séminaire IFE "Le COBAT: quels nouveaux enjeux? ", Brussel, 2004. Zie ook S. GREGOIRE & P. HANIQUE,"L’application des charges d’urbanisme en Région de Bruxelles-Capitale: principes fondateurs, réglementation applicable (suite)", Cahier bruxellois del’urbanisme, 1-2/2004, pp. 27 e.v.

13 S. GREGOIRE, op. cit.14 De meeste aangehaalde voorbeelden komen uit S. GREGOIRE, op. cit.15 Het GBP definieert de vloeroppervlakte als de som van de overdekte vloeren met een vrije hoogte van minstens 2,20 meter in alle lokalen, met uitsluiting van de

lokalen gelegen onder het terreinniveau die voor parkeerplaatsen, kelders, technische voorzieningen en opslagplaatsen bestemd zijn.

te beperken tot de stedenbouwkundige lasten bij stedenbouw-kundige vergunningen.

Wat daarentegen zeker is, is dat het besluit van 12 juni 2003de volgende zaken niet meer onderwerpt aan verplichtestedenbouwkundige lasten:1. handelszaken;2. productieactiviteiten van materiële diensten;3. hotels;4. niet-commerciële parkeeroppervlakten 9;5. veranderingen van bestemming die betrekking hebben op

een bestemming die reeds aan stedenbouwkundige lastenonderworpen is, voor zover die plaatsvinden binnen eentermijn van tien jaar, te rekenen vanaf de laatstebestemmingswijziging.

2. Nieuwe bedragen voor de verplichtelasten

Het bedrag van 125 euro per m2 parkeer- of vloeroppervlaktewerd enkel behouden voor de projecten waaraan lastenverbonden zijn in de administratiegebieden Noord, Zuid enLeopoldwijk, zoals vastgelegd in het GBP. Voor de anderezones is het bedrag slechts 95 euro per m2 parkeer- ofvloeroppervlakte. Het verlaagde bedrag van 75 euro wordt tot60 euro teruggebracht.

We herinneren eraan dat het besluit stipuleert dat de bedragenuitzonderlijk verlaagd kunnen worden zonder beperking 10,mits een degelijke motivering, in bijzondere omstandighedendie verbonden zijn aan de implementatie van hetzij de steden-bouwkundige vergunning, hetzij de stedenbouwkundigelasten. Volgens het kabinet van de Staatssecretaris bevoegdvoor ruimtelijke ordening kunnen die omstandigheden zijn:het type zone waarin het project plaatsvindt of de bijzonderprecaire situatie van de buurt of de slechte staat van het gebouwof de wijk. De toepassing van beschikking 4.4 van het GBP 11 zouin bepaalde gevallen ook de verlaging van de lasten onder de inhet besluit vastgestelde 60 euro kunnen rechtvaardigen. Hetbelang van de lasten voortvloeiend uit de toepassing van dezebeschikking zou een dergelijke beschikking kunnenrechtvaardigen. Dit artikel (artikel 7, § 3 van het besluit van 12juni 2003) moet het mogelijk maken het bedrag van de lasten teverlagen wanneer bij toepassing van het proportionaliteitsbeginselde door het besluit opgelegde bedragen te hoog zijn 12.

3. Het stelsel van de "tegoed-bon"

Soms gebeurt het dat de houder van een vergunning ze omdiverse redenen niet of slechts gedeeltelijk gebruikt, maar destedenbouwkundige lasten die eraan verbonden zijn, welbetaalt. Om te vermijden dat de overheid de lasten in dat gevalmoet terugstorten, heeft het besluit van 18 december eenartikel 9bis ingevoegd in het besluit van 12 juni 2003, datstipuleert dat de bij de afgifte van een gedeeltelijk of volledigonuitgevoerde stedenbouwkundige vergunning opgelegdestedenbouwkundige lasten in overweging genomen zullenworden voor de berekening van de stedenbouwkundigelasten die verschuldigd zijn op eenzelfde onroerend goedbij de afgifte van de latere stedenbouwkundige vergunning,voor een periode van tien jaar vanaf de dag van dekennisgeving van de vergunning die de bewuste lastengegenereerd heeft.

Deze soort "tegoed-bon" wordt niet aan een bepaalde persoontoegekend, maar is aan het gebouw verbonden. Een nieuweeigenaar zou er dus ook gebruik kunnen van maken 13.

III. Praktische details 14

Het besluit van 18 december 2003 is in werking getreden op 9januari jl. Het brengt de beslissingen die sinds 1 augustus 2003genomen werden op basis van het besluit van 12 juni 2003,dus geenszins in het gedrang.

1. Het besluit van 12 juni, zoals gewijzigd op 18 december,heeft het over de "vloeroppervlakte". Het definieert die termop dezelfde manier als het GBP 15. Zijn derhalve nietonderworpen aan stedenbouwkundige lasten: de m2 lokalenwaar de hoogte onder het plafond lager is dan 2,20 meter,alsook parkeerplaatsen, kelders, technische uitrustingen enopslagplaatsen voor zover die zich ondergronds bevinden.

Er is echter een uitdrukkelijke uitzondering voor de"onafhankelijke" parkings, d.w.z. parkings die onafhankelijkzijn van om het even welk andere bestemming en bovengrondsaangelegd worden. In dat geval wordt de last geheven als ermeer dan 24 plaatsen zijn.

Vervolg

Page 12: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

12 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

16 S. GREGOIRE, op. cit17 B.S., 29 maart 2004. Deze beschikkingen zijn in werking getreden de tiende dag na de bekendmaking in het Belgische staatsblad.18 Als het niet mogelijk is de lasten in de vergunning op te nemen omdat ze in een te omvangrijk lastenboek staan, moet de vergunning er uitdrukkelijk naar

verwijzen (S. GREGOIRE, op.cit.).19 Wellicht via de website van het Gewest.

ONDER DE LOEP

2. Wanneer de in het besluit vermelde drempels overschredenzijn, worden er verplicht lasten geheven op de totalegevraagde m2 vloeroppervlakte.

Voorbeeld: in het kader van een vergunning voor de bouw vaneen kantoorgebouw van 1.000 m_ vloeroppervlakte zullen erverplicht stedenbouwkundige lasten geheven worden op detoegelaten 1.000 m2.

3. Hetzelfde geldt in geval van overschrijding van de drempelsbij een nieuwe vergunningsaanvraag.

Voorbeeld: een vergunning voor de bouw van eenkantoorgebouw van 200 m2 is niet onderworpen aanstedenbouwkundige lasten. Maar als de eigenaar later eennieuwe vergunning krijgt voor een uitbreiding van het gebouwwaardoor de minimumdrempel van 500 m2 wordt bereikt,wordt de hele vloeroppervlakte aan lasten onderworpen, zijnde500 m2 of meer.

4. Wanneer de in het besluit vastgelegde drempels reeds bereiktof overschreden zijn bij de afgifte van een eerste vergunning,worden de verplichte lasten met betrekking tot de voorlatere uitbreidingen gevraagde vergunningen slechts gehevenop de bijkomende te creëren vloeroppervlakte.

Voorbeeld: bij de afgifte van een eerste vergunning wordenverplicht lasten geheven op 600 m2 kantooroppervlakte. Bijeen latere uitbreiding met 200 m2 zullen er slechts op 200 m2

lasten geheven worden.

5. Bij een afbraak/wederopbouw of ingrijpende renovatiezullen enkel verplicht lasten geheven worden als erbijkomende vloeroppervlakte gecreëerd wordt.

Voorbeeld: een kantoorgebouw met 1.500 m2 vloeroppervlaktewordt afgebroken. Het nieuwe gebouw dat op diezelfde plaatsopgetrokken wordt, heeft 1.700 m2 vloeroppervlakte. Er zullenverplicht lasten geheven worden op 200 m2.

6. Overeenkomstig het besluit van 12 juni 2003 moeten delasten betaald in de vorm van een geldsom bijdragen tot definanciering van een openbaar programma voor realisatie,transformatie of renovatie van wegen, groene ruimten,openbare gebouwen, openbare uitrustingen of flatge-bouwen. Om iedere controverse te vermijden over demotivering van de beslissing, zou de overheid in devergunning moeten vermelden welk overheids-programma met de geëiste lasten gefinancierd zalworden 16.

IV. Even aanstippen

1. Buiten de hypothesen voorzien bij het besluit van 12 juni2003, zoals gewijzigd bij het besluit van 18 december 2003,kan het College van Burgemeester en Schepenen steedsbijkomende lasten op te leggen.

2. De gemeenten blijven vrij in de vaststelling van de aardvan de opgelegde lasten. Het volstaat hun beslissing metreden te omkleden om te rechtvaardigen waarom ze erbijvoorbeeld voor geopteerd hebben een groene ruimte tecreëren in plaats van nieuwe sociale woningen te bouwen.

De gecoördineerde tekst van het besluit van 12 juni 2003betreffende de stedenbouwkundige lasten vindt u op onzewebsite www.vsgb.be > Materies > Ruimtelijke ordening >Documenten

News-flash

Op 6 februari jl. werd een nieuwe ordonnantie goedgekeurddie de OPS op vele punten wijzigt 17. Onder de beschikkingenvinden we enkele artikelen betreffende de stedenbouwkundigelasten waarvan het voornaamste doel is de administratieveopenheid te versterken. Die nieuwe beschikkingen vervangende artikel 86 en 97 van de OPS en voorzien ondermeer in:1. de vermelding van de lasten in de stedenbouwkundige

vergunning 18;2. de creatie van een voor het publiek toegankelijke register van

de stedenbouwkundige lasten 19.

De gemeenten die de waarde van de verplichte stedenbouw-kundige lasten willen verhogen of andere omstandighedenwensen te bepalen waarin de oplegging van de stedenbouw-kundige lasten verplicht is, worden aangespoord dat te doen ineen gemeentelijke stedenbouwkundige verordening of eenBBP. Indien de gemeenteraad van die mogelijkheid gebruikmaakt, is de mogelijkheid uitgesloten bijkomende facultatievelasten op te leggen in de gevallen en de perimeters beoogd bijde verordening of het BBP.

Hoewel deze wijziging als nadeel heeft dat de gemeenteverplicht is de reglementaire voorschriften te volgen ongeachtde omstandigheden, heeft ze tevens het voordeel dat ze devoorschriften tevens oplegt aan de andere overheden dievergunningen kunnen afgeven (stedenbouwkundig college,afgevaardigd ambtenaar of regering).

Vervolg

Françoise Lambotte

Page 13: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

13N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

ONDER DE LOEP

Eerste preciseringBelangrijke precisering: de opdrachten die de omzendbriefvoor ogen heeft, zijn de opdrachten waarvoor Europesebekendmaking vereist is 1, d.w.z. opdrachten voor een bedragdat zonder BTW geschat wordt op minstens 5.923.000 eurovoor de overheidsopdrachten van werken (art. 1, § 3, eerste lid,van het KB van 8 januari 1996 betreffende overheids-opdrachten voor aanneming van werken, leveringen endiensten en de concessies voor openbare werken), 236.900euro voor leveringen (art. 27, § 2, eerste lid, van het KB van 8januari 1996) en voor diensten (art. 53, § 3, eerste lid, van hetKB van 8 januari 1996) 2.

Even terug in de tijd

De basisbeginselen, in grote lijnen:

1. De handelingen die door een administratieve overheidgesteld worden in het kader van een procedure vooruitwerking, lancering en toekenning van eenoverheidsopdracht zijn administratieve handelingen, diehypothetisch gesproken tot klachten kunnen leiden en dusaanvechtbaar (en annuleerbaar) zijn voor de Raad van State.

2. Zo zijn alle handelingen die aan de toekenning voorafgaan(keuze van de gunningswijze, technische, economische offinanciële specificaties, …) wat men noemt "detacheerbarehandelingen", d.w.z. annuleerbaar voor de Raad van State 3.

3. De betekening van de beslissing van de gunning aan degekozen inschrijver leidt tot de afsluiting van het contract;die handeling van de overheid is dus niet meeradministratief maar contractueel; ze is dus niet meeraanvechtbaar voor de Raad van State maar voor deburgerlijke rechtbanken; en de eiser kan er niet denietigverklaring van de handeling eisen, aangezien hetgeschil buiten de bevoegdheid van de burgerrechter valt,

maar de vergoeding van de aangevoerde fout en dus hetverkrijgen van schadevergoeding. Er is derhalve in hetBelgisch recht geen enkele manier om de nietigverklaringvan de toekenning van een overheidsopdracht te verkrijgen.

De richtlijn van de Raad 89/665/EEG houdende decoördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingenbetreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake hetplaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor deuitvoering van werken (richtlijn "beroep") verplicht delidstaten in artikel 2, § 1, om procedures te organiserenteneinde:- "[…] de beweerde schending ongedaan te maken of te

voorkomen dat de betrokken belangen verder worden geschaad,met inbegrip van maatregelen om de aanbestedingsprocedure ofde tenuitvoerlegging van enig door de aanbestedende dienstengenomen besluit, op te schorten c.q . te doen opschorten" (a);

- "onwettige besluiten nietig te verklaren c.q . nietig te doenverklaren […]" (b).

Het Alcatel-arrest 4

Dat arrest werd gewezen door het Hof van Justitie van deEuropese Gemeenschappen op 28 oktober 1999 over deprejudiciële vraag van een Oostenrijkse rechtbank. Die vraagluidde of de Oostenrijkse rechtsstelsel niet in strijd was met deEuropese richtlijnen inzake overheidsopdrachten.

De Oostenrijkse wetgeving terzake is een beetje vergelijkbaarmet de onze: het contract wordt namelijk afgesloten zodra debeslissing van de gunning aan de opdrachtnemer betekendwordt, wat de afgewezen inschrijvers de mogelijkheidontneemt in beroep te gaan om de beslissing te doen nietigverklaren. Het enige wat ze kunnen doen, is schadevergoedingeisen.

EUROPESE OVERHEIDSOPDRACHTEN LATEN WE ONS LANGZAAM HAASTEN

Voor wie regelmatig met overheidsopdrachten bezig is, heeft de naam Alcatel sinds enkel jaren een bijzonderebijklank. Die onderneming heeft in 1999 immers aanleiding gegeven tot een Europese rechtspraak die deBelgische regelgeving inzake overheidsopdrachten wijzigt. Er is nog geen sprake van herziening, maar dekanselarij van de Eerste Minister heeft eind 2003 een omzendbrief terzake opgesteld. Schets van dewetgeving, analyse van het arrest en commentaar bij de omzendbrief.

1 Waarom is de reikwijdte van het arrest en de omzendbrief beperkt tot de "Europese" overheidsopdrachten? Gewoon omdat het Hof van Justitie tot taak heeftna te gaan of de Europese mededingingsregels niet geschonden worden, maar het zich niet hoeft te buigen over de regels inzake interne mededinging.

2 Deze bedragen hebben betrekking op de overheidsopdrachten die gegund worden door publieke overheden; de bedragen voor overheidsopdrachten doorprivé-personen die door publieke overheden gesubsidieerd worden, zijn anders en maken het voorwerp uit van specifieke beschikkingen.

3 Op voorwaarde uiteraard de hoedanigheid te hebben van administratieve handelingen …4 Voor een gedetailleerd commentaar bij dit arrest, cf. F. GOSSELIN & N. VAN LAER, " Le parcours du soumissionnaire irrégulièrement évincé d’une

procédure de marché public : une voie sans issue ? ", in Administration publique (trim.), 2001/5, blz. 154-168, en B. DE VUYST & G. MEYER, "L’influence du droit communautaire sur la réglementation nationale des marchés publics : la protection préventive est un fait ", observations sous CJCE, inJ.T., 2000, blz. 285-287.

Page 14: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

14 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat dit stelsel nietin overeenstemming is met richtlijn 89/665/EEG, ookal voorziet de richtlijn niet uitdrukkelijk in een termijnvoor beroep tot vernietiging van de toewijzings-beslissing: "De gecombineerde beschikkingen van artikel2, § 1, onder a) en b), en 6, tweede lid, van richtlijn89/665 moeten in die zin geïnterpreteerd worden dat delidstaten verplicht zijn – wat de beslissing van deaanbestedende overheid betreft die voorafgaat aan deafsluiting van het contract, waarmee deze de inschrijverkiest met wie hij het contract zal afsluiten – in ieder gevalin een beroepsprocedure te voorzien waarmee de eiser denietigverklaring van de beslissing kan verkrijgen wanneerde voorwaarden daartoe vervuld zijn, ongeacht demogelijkheid om schadevergoeding te verkrijgen" 5.

Met andere woorden: een afgewezen inschrijver zouover de mogelijkheid moeten kunnen beschikken debeslissing van de toekenning van de opdracht te doenopschorten of nietig verklaren.

Mutatis mutandis zou die redenering toegepast moetenworden op ons wetsstelsel, dat zeer dicht bij hetOostenrijks systeem aanleunt. De commentatorenhebben overigens niet tot 1999 gewacht om deinvoering in ons recht te vragen van een clausule voor"preventieve bescherming" of "standstill" (de Raad vanState had dat zelf, zonder resultaat, voorgesteld in zijnadvies betreffende het ontwerp van de wet van 24december 1993) 6.

De omzendbrief

In afwachting van een aanpassing van de wetstekst hebben de dienstenvan de Eerste Minister in het Belgisch Staatsblad een verklarende eninterpreterende omzendbrief gepubliceerd 7.

De procedure die in de omzendbrief aanbevolen wordt, verloopt als volgt:

1. De aanbestedende overheid stuurt een kennisgeving naar deinschrijvers van wie de offerte als niet regelmatig werd beschouwd ofniet werd gekozen en – en dat is nieuw – kent hun een termijn vanvijf kalenderdagen toe die ingaat de dag volgend op deverzendingsdatum, om de mededeling van de motieven voor deverwerping of de toewijzingsbeslissing te kunnen aanvragen. (punt 2 a van de omzendbrief)

2. Overeenkomstig het KB van 8 januari 1996 (art. 25, 51 of 80 naargelang van het type opdracht) beschikt de aanbestedende overheiddan over vijftien dagen vanaf de ontvangst van de schriftelijkeaanvraag om de gevraagde inlichtingen mee te delen. (punt 2 b vande omzendbrief)

3. De aanbestedende overheid kent de inschrijvers die een schriftelijkeaanvraag hebben ingediend, een tweede termijn van tien dagen toedie ingaat de dag volgend op de verzendingsdatum van de gevraagdeinlichtingen (of in voorkomend geval de dag van de ambtshalveverzending van de inlichtingen door de aanbestedende overheid -punt 2 c van de omzendbrief), zodat zij beroep kunnen aantekenenin kort geding bij een rechtscollege of vóór de Raad van State eenprocedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid 8. Indien deinschrijver binnen die termijn geen kennisgeving in die zin opstuurt,kan de aanbestedende overheid de opdracht gunnen. (punt 2 b vande omzendbrief)

5 Uittreksel uit het arrest, aangehaald door F. GOSSELIN & N. VAN LAER, loc. cit., blz. 165 (vert.).6 Cf. B. DE VUYST & G. MEYER, loc. cit., blz. 286.7 Omzendbrief van 10 december 2003 betreffende de overheidsopdrachten onderworpen aan Europese bekendmaking - Lessen te trekken uit de rechtspraak

van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, B.S. 15 december 2003.8 In een zeer recent arrest dat gewezen werd op een verzoek om opschorting bij uiterst dringende noodzakelijkheid van een toewijzingsbeslissing van een

overheidsopdracht, heeft de Raad van State nochtans bevestigd dat de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid uitzonderlijk moest blijven, waarmeehij ingaat tegen de aanbeveling van de Eerste Minister die ze voorstelt als de procedure "van gemeenrecht" inzake overheidsopdrachten (arrest nr. 127.069van 13 januari 2004, Laboratoria E. Van Voren t/ Vlaamse Gewest).

ONDER DE LOEP Vervolg

Het tijdsverloop ziet er als volgt uit:

Wat? Wie? Wanneer?Betekening beslissing Aanbestedende overheid Niet gepreciseerdVerzoek om inlichtingen Inschrijver wiens offerte niet gekozen werd Uiterlijk 5 dagen

Mededeling inlichtingen Aanbestedende overheid Uiterlijk 15 dagenIndiening beroep en mededeling Inschrijver wiens offerte niet gekozen werd Uiterlijk 10 dagen

Variante:

Wat? Wie? Wanneer?Betekening beslissing en mededeling inlichtingen Aanbestedende overheid Niet gepreciseerd

Indiening beroep en mededeling Inschrijver wiens offerte niet gekozen werd Uiterlijk 10 dagen

Page 15: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

15N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

ONDER DE LOEP

De inschrijvers van wie de offerte als niet regelmatig werdbeschouwd of niet werd gekozen, kunnen de toewijzings-beslissing voortaan dus aanvechten alvorens de opdrachtgegund is.

In totaal verlopen er maximum dertig dagen tussen de dagvolgend op de dag waarop de aanbestedende overheid haarkeuze maakt en de dag dat die weet of de toewijzingsbeslissingal dan niet betekend mag worden.

Dertig dagen alvorens de toewijzing te mogen doen, dat kanlang lijken als men weet dat de aanbestedende overheid gehaastis om de opdracht te gunnen; het lijkt echter niet zo lang voorbepaalde auteurs, zoals de heren De Vuyst en Meyer 9, dievinden dat de minimumtermijn zestig dagen zou moetenbedragen!

Nog iets

De naleving van de termijnen is niet vereist in drie gevallen:

1. wanneer de opdracht via de gemotiveerde onderhandelings-procedure toegekend moet worden, hetzij bij uiterstdringende noodzakelijkheid overeenkomstig artikel 17, § 2,1°, c, van de wet van 24 december 1993, hetzij doordat erslechts één inschrijver is;

2. in de opdrachten inzake defensie (pro memorie);3. in de uitzonderlijke gevallen waar een inkorting van de

termijnen voor de indiening van offertes mogelijk is (art. 6,§ 1, tweede lid; art. 32, § 1, tweede lid of art 58, § 1, tweedelid, van het KB van 8 januari 1996).

Zoals in de inleiding aangekondigd heeft de Alcatel-rechtspraak enkel betrekking op de overheidsopdrachten dieaan Europese bekendmaking onderworpen zijn, reden waaromde omzendbrief enkel die opdrachten beoogt. Moeten weevenwel verwachten dat ze ook de andere opdrachten gaatbehelzen? Dat zou logisch zijn en beantwoorden aan de vele enherhaalde vragen van de gespecialiseerde rechtsleer. Deomzendbrief kondigt een wetgeving terzake aan. Laten wedaarop wachten om de reikwijdte ervan te beoordelen…

Vincent Ramelot

9 Loc. cit., p. 287. De rechtsleer is echter niet unaniem, aangezien de hoogleraren M.-A. en P. Flamme (" Le contentieux des commandes publiques ou leparcours du combattant ", in L’entreprise et le droit, 2002, blz. 154) beschouwen dat voor een termijn van 15 dagen geopteerd zou moeten worden.

Vervolg

De huisvestingscode en de lokale besturen

Informatievergadering (voormiddag)

De nieuwe normen van de huisvestingscode treden in werking op 1 juli 2004.Alle woningen moeten eraan beantwoorden, ook die van gemeenten en OCMW's.De lokale besturen krijgen nieuwe bevoegdheden om te strijden tegen ongezondewoningen: ze kunnen klacht indienen bij de regionale inspectiedienst en gebruikmaken van het "openbaar beheersrecht". Ze moeten ook de beslissingen van hetgewestbestuur doen naleven: wanneer een woning onbewoonbaar verklaardwordt, moeten zij de huurders aanzetten om de woning te verlaten en bijstaanin hun zoektocht naar een nieuwe woning. De vragen i.v.m. de toepassing vande nieuwe regels worden elke dag talrijker. Onze Vereniging stelt u een infosessievoor om een stand van zaken op te maken en u de kans te geven vragen te stellenaan de vertegenwoordigers van de regionale inspectiedienst en van destaatssecretaris voor huisvesting, de heer Alain Hutchinson.

Datum: woensdag 5 mei 2004Plaats: Auditorium Trier van DEXIA, Trierstraat 25 te 1040 BrusselDoelgroep: mandatarissen en ambtenaren van gemeenten en OCMW'sPrijs: gratisInschrijvingen: Chantal MATTHYS – tel. 02/235 12 36 –

[email protected]: Françoise LAMBOTTE – tel. 02/233 20 04Programma op www.vsgb.be

De editie 2004 van de brochure "ReisWijs" wordt momenteel verspreid. Hetgaat om een publicatie van de dienstCommunicatie van de FOD Buiten-landse Zaken en is bestemd voor wieeen reis naar het buitenland maakt, omde risico’s verbonden aan reizen tot hetstrikte minimum te beperken. Demeeste reizen verlopen gelukkig zondernoemenswaardige incidenten, maartoch weten we uit ervaring dat jaarlijkstalrijke reizigers met onverwachteproblemen te kampen krijgen. DeFOD Buitenlandse Zaken doet eenoproep tot de gemeenten om debrochure ter beschikking van hetpubliek te houden (bijvoorbeeld aan hetpaspoortenloket).

Info: FOD Buitenlandse zaken – tel. 02 501 86 58 – de tekst van debrochure staat op www.diplomatie.be

Page 16: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

16 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

WETGEVING

SOCIALE ZAKEN

Ministeriële omz. van 12.01.2004 betr. de toepassingvan het gezondheidstoezicht op stagiairs.B.S. 29.01.2004 – 191727

KB van 22.12.2003 tot uitvoering van Titel XIII,Hoofdstuk 6 'Voogdij over niet-begeleideminderjarige vreemdelingen' van de programmawetvan 24.12.2002.B.S. 29.01.2004 – 191719

KB van 19.01.2004 ter uitvoering van art. 14 van dewet van 10.04.1995 betr. de herverdeling van dearbeid in de openbare sector.B.S. 29.01.2004 – 100103

MB van 15.12.2003 houdende bepaling van dewerkingskosten van de centra en de diensten voorbijstand aan personen.B.S. 30.01.2004 – 191771

KB van 21.01.2004 tot vaststelling van de nadereregels voor de compensatie van de reële nettokost dievoortvloeit uit de toepassing van de socialemaximumprijzen in de elektriciteitsmarkt en detussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan.B.S. 30.01.2004 – 191767

KB van 21.01.2004 tot vaststelling van de nadereregels voor de compensatie van de reële nettokost dievoortvloeit uit de toepassing van de socialemaximumprijzen in de aardgassector en detussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan.B.S. 30.01.2004 – 191764

KB van 21.01.2004 tot uitvoering van dehoofdstukken 1, 2, 3 en 7 van titel II van deprogrammawet van 22.12.2003. [betr. de startbanen,de verhoging van de structurele lastenverlaging, devermindering op het gewicht van de patronale bijdragenop hogere lonen, de aanpassing van de ondergrens vanprestaties en de technische correcties aan de wet totvereenvoudiging van de bijdragevermindering]B.S. 03.02.2004 – 191842

BVCGG van 18.12.2003 in toepassing van art. 46tervan de organieke wet van 08.07.1976 betr. deOpenbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn,ingelast bij ordonnantie 02.06.2003 betr. hetadministratief toezicht en de financiële, budgettaire enboekhoudkundige voorschriften van het OCMW,houdende vaststelling van de modaliteiten van detoekenning van een provisie voor geringe uitgaven.B.S. 11.02.2004 – 192063

BVCGG van 16.10.2003 wijz. KB 15.12.1977 betr.de bezoldiging van de voorzitters en depresentiegelden van de leden van de raad voormaatschappelijk welzijn.B.S. 11.02.2004 – 192061

Arbitragehof - Arrest nr. 138/2003 van 22.10.2003– De prejudiciële vraag over art. 4 van de wet van27.02.1987 betr. de tegemoetkomingen aangehandicapten.B.S. 13.02.2004 – 189298

KB van 05.02.2004 wijz. art. 11ter van KB12.12.2001 betr. de dienstencheques.B.S. 16.02.2004 – 192212

Arbitragehof - Arrest nr. 159/2003 van 10.12.2003– De prejudiciële vraag over art. 56bis, par. 2, tweedelid, van de bij KB 19.12.1939 gecoördineerde wettenbetr. de kinderbijslag voor loonarbeiders.B.S. 17.02.2004 – 192247

Arbitragehof - Arrest nr. 150/2003 van 19.11.2003- De prejudiciële vraag betr. art. 7, tweede lid, van dewet 20.07.1971 tot instelling van gewaarborgdegezinsbijslag. B.S. 20.02.2004 – 190117

BVCGG van 11.12.2003 wijz. het reglement op deboekhouding van de openbare centra voormaatschappelijk welzijn van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest.B.S. 23.02.2004 – 192419

Arbitragehof - Arrest nr. 5/2004 van 14.01.2004 –Het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van dewet 26.05.2002 betr. het recht op maatschappelijkeintegratie. B.S. 27.02.2004 – 191676

KB van 01.03.2004 houdende bepalingen ingevolgearrest nr. 5/2004 van 14.01.2004 van het Arbitragehofwaarbij sommige bepalingen van de wet 26.05.2002betr. het recht op maatschappelijke integratiewerden vernietigd.B.S. 02.03.2004 – 192600

BRFG (Besluit v/d Regering v/d FranseGemeenschap) van 20.11.2003 wijz. besluit13.12.2001 tot uitvoering van het decreet van19.07.2001 betr. de sociale hulpverlening aan degedetineerden met het oog op hun socialereïntegratie. B.S. 05.03.2004

MB van 08.01.2004 wijz. MB 03.05.1999 toterkenning van de inschakelingsbedrijven vanaf01.01.1999. B.S. 12.03.2004 – 192873

KB van 08.01.2004 houdende uitvoering van art.12ter van KB 05.11.2002 tot invoering van eenonmiddellijke aangifte van tewerkstelling, mettoepassing van art. 38 van de wet 26.07.1996 totmodernisering van de sociale zekerheid en totvrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijkepensioenstelsels. B.S. 12.03.2004 – 192864

Ordonnantie van 03.06.2003 betr. hetadministratief toezicht en de financiële, budgettaireen boekhoudkundige voorschriften van de organiekewet 08.07.1976 betr. de openbare centra voormaatschappelijk welzijn.B.S. 18.03.2004, err. – 185993

FINANCIËN / BELASTINGEN

KB van 23.01.2004 wijz. KB/WIB 92, op het stukvan de bedrijfsvoorheffing. KB van 19.02.2004 wijz.KB/WIB 92, op het stuk van de voordelen van alleaard.B.S. 04.02.2004, 27.02.2004 – 56911,192554

KB van 18.02.2004 wijz., wat het toegangsverbod totbepaalde opdrachten en het invoeren van elektronischemiddelen betreft, van een aantal KB genomen teruitvoering van de wet 24.12.1993 betr. deoverheidsopdrachten en sommige opdrachten vooraanneming van werken, leveringen en diensten.B.S. 27.02.2004 – 192556

BRFG van 18.12.2003 houdende toepassing van art.4 en 6 van het decreet van 17.07.2002 betr. detoekenning van toelagen aan plaatselijke overhedenvoor culturele infrastructuurprojecten.B.S. 05.03.2004

Arbitragehof - Arrest nr. 175/2003 van 17.12.2003– De vordering tot schorsing van de wet 22.04.2003tot modernisering van de belasting voor aanplakkingen de betalingswijzen van het zegelrecht.B.S. 08.03.2004 – 192715

KB van 29.02.2004 tot bepaling van standaard-formulieren voor de overheidsopdrachten die nietonderworpen zijn aan de Europese bekendmaking.B.S. 08.03.2004 – 192707

BBHR van 06.11.2003 betr. het financieel beheer vande gemeentebedrijven.B.S. 10.03.2004 – 192793

KB van 17.12.2003 betr. de subsidiëring vaninstellingen die voorzien in een gespecialiseerdebegeleiding voor burgers die betrokken zijn in eengerechtelijke procedure.B.S. 12.03.2004 – 192886

MANDATARISSEN / ORGANEN

Arbitragehof - Arrest nr. 135/2003 van 22.10.2003 -Het beroep tot vernietiging van art. 2 van deordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewestvan 18.07.2002 wijz. Nieuwe Gemeentewet (NGW).B.S. 20.02.2004 – 190116

Arbitragehof - Arrest nr. 12/2004 van 21.01.2004 -Het beroep tot vernietiging van art. 160 van deprogrammawet van 02.08.2002 (terbeschikking-stelling van gemeentepersoneel)B.S. 24.02.2004 – 192450

Ordonnantie van 19.02.2004 wijz. het keizerlijkdecreet 30.12.1809 op de kerkfabrieken.B.S. 18.03.2004 – 193056

PERSONEEL

KB van 01.12.2003 wijz. KB 21.12.1971 houdendeuitvoering van sommige bepalingen van dearbeidsongevallenwet van 10.04.1971.B.S. 04.02.2004 – 191881

KB van 19.01.2004 wijz. KB 02.10.1937 houdendehet statuut van het rijkspersoneel en KB 22.12.2000betr. de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel.B.S. 05.02.2004 – 191912

Arbitragehof - Arrest nr. 162/2003 van 10.12.2003- De prejudiciële vraag betr. art. 45quater van dearbeidsongevallenwet van 10.04.1971.B.S. 20.02.2004 – 192371

KB van 01.12.2003 wijz. KB 30.12.1976 totuitvoering van sommige bepalingen van art. 59quatervan de arbeidsongevallenwet van 10.04.1971.B.S. 20.02.2004 – 192357

Arbitragehof - Arrest nr. 18/2004 van 29.01.2004 - Hetberoep tot vernietiging van art. 40 van de programmawetvan 05.08.2003 (gebruik van de talen in bestuurszaken)B.S. 24.02.2004 – 192409

bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29.01 t/m 18.03.2004

Page 17: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

17N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

WETGEVINGVervolg

Omz. nr. 543 van 26.02.2004 - Nieuwe maatregeleninzake tegemoetkoming in treinkaarten enabonnementen voor de federale personeelsleden.B.S. 01.03.2004 – 192572

Bericht van 11.03.2004 aan de werkgevers en aan deandere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffingonderworpen inkomsten. Bericht van 16.03.2004aan de werkgevers en aan de andere schuldenaars vanaan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten.B.S. 11.03.2004, 16.03.2004 – 9841

POLITIE / VEILIGHEID

Omz. PLP33 van 27.10.2003 betr. de jaarrekening2002 van de politiezones.B.S. 04.02.2004 – 190147

Omz. MFO2-bis van 05.02.2004 –Gehypothekeerde capaciteit – Kredietlijn.B.S. 05.02.2004 – 191918

Arbitragehof - Arrest nr. 2/2004 van 14.01.2004 -De beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietigingvan de wet 26.04.2002 houdende de essentiëleelementen van het statuut van de personeelsledenvan de politiediensten en houdende diverse anderebepalingen met betrekking tot de politiediensten.B.S. 05.02.2004 – 191914

KB van 03.02.2004 wijz. verschillende teksten betr.de rechtspositie van het personeel van depolitiediensten.B.S. 13.02.2004 – 192154

MB van 09.02.2004 wijz. MB 28.12.2001 totuitvoering van sommige bepalingen van het KB30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van hetpersoneel van de politiediensten.B.S. 13.02.2004 – 192152

Arbitragehof - Arrest nr. 111/2003 van 17.09.2003- De prejudiciële vragen betr. art. 131 van de

programmawet van 30.12.2001 (bekrachtiging vandeel XII van het KB 30.03.2001 tot regeling van derechtspositie van het personeel van depolitiediensten).B.S. 25.02.2004 – 190034

KB van 04.02.2004 wijz. KB 20.07.2001 betr. dewerking en het personeel van de algemene inspectievan de federale politie en van de lokale politie.B.S. 27.02.2004 – 192560

Arbitragehof - Arrest nr. 27/2004 van 11.02.2004 -De prejudiciële vraag over art. 67ter van de wet betr.de politie over het wegverkeer.B.S. 01.03.2004 – 192569

Arbitragehof - Arrest nr. 29/2004 van 03.03.2004 -De beroepen tot vernietiging van art. 157 van deprogrammawet van 02.08.2002.B.S. 12.03.2004 – 192862

Omz. PLP 34 van 11.12.2003 betr. deonderrichtingen voor het opstellen van depolitiebegroting voor 2004 ten behoeve van depolitiezone.B.S. 15.03.2004 – 191088

REGIE / V.Z.W.

KB van 02.03.2004 waarbij algemeen verbindendwordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr.46quaterdecies van 17.12.2003, gesloten in deNationale Arbeidsraad, tot uitvoering van decollectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van23.03.1990 betr. de begeleidingsmaatregelen voorploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor anderevormen van arbeid met nachtprestaties.B.S. 16.03.2004 – 192975

[CAO toegepast door de gemeentelijke vzw's]

KB van 02.03.2004 waarbij algemeen verbindendwordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr.

17vicies septies van 17.12.2003, gesloten in deNationale Arbeidsraad, tot uitvoering van decollectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van19.12.1974 tot invoering van een regeling vanaanvullende vergoeding ten gunste van sommigebejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.B.S. 16.03.2004 – 192973

[CAO toegepast door de gemeentelijke vzw's]

Ordonnantie van 19.07.2001 houdende regeling vanhet administratief toezicht op de intercommunalesvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.B.S. 18.03.2004 – 172021

SPORT / CULTUUR

BRFG van 03.12.2003 tot vaststelling van de nadereregels voor de toepassing van het decreet van03.07.2003 betr. de coördinatie van de opvang van dekinderen tijdens hun vrije tijd en betr. deondersteuning van de buitenschoolse opvang.B.S. 05.03.2004

STEDENBOUW / LEEFOMGEVING

Bericht van 12.02.2004 - Raadpleging van debevolking over het voorontwerp van federaal planinzake duurzame ontwikkeling 2004-2008. Zie ookartikel in deze Nieuwsbrief.B.S. 12.02.2004 – 192104

BBHR van 05.02.2004 betr. de toepassing van eenvervoerplan op privaat- of publiekrechtelijkeinstellingen die op dezelfde plaats meer dantweehonderd werknemers tewerkstellen.B.S. 18.03.2004 – 193058

Ordonnantie van 19.02.2004 wijz. ordonnantie22.04.1999 betr. het voorkomen en het beheer vanafval van producten in papier en/of karton.B.S. 18.03.2004 – 193052

Eensluidend verklaring afgeschaft! Een goed leesbare kopie volstaat

Jaarlijks stappen meer dan 660.000 burgers en ondernemers naarhun gemeentehuis om een kopie van een origineel document vooreensluidend te laten verklaren. Denk maar aan een factuur van hetrampenfonds of een aanslagbiljet voor een woningbouwpremie.

Op voorstel van de staatssecretaris voor AdministratieveVereenvoudiging werd beslist om met ingang van 31 maart 2004de door de federale overheid vereiste eensluidend verklaringen af teschaffen. Dat werd vastgelegd in artikel 508 van de programmawetvan 22 december 2003 (B.S. 31 december 2003).

Sinds 31 maart 2004 mag de federale overheid geen vooreensluidend verklaarde kopieën meer vragen aan burgers enondernemingen. Uitgangspunt van de nieuwe regeling is dat alsfederale overheidsdiensten burgers en bedrijven bepaaldedocumenten vragen, een gewone goed leesbare kopie volstaat. Defederale overheid mag dus niet langer eisen om de echtheid van een

document te laten bewijzen door naar de gemeente te stappen omhet 'voor eensluidend' te laten verklaren.

Als de federale overheid twijfels heeft over de echtheid van hetdocument, zal ze dat in de eerste plaats zelf moeten onderzoekenbij de instantie die het originele document heeft opgesteld. Deoverheidsdienst mag slechts in laatste instantie de burger verzoekenom het origineel van het document over te maken.

Uiteraard is het niet de bedoeling dat gemeenteambtenarenweigeren om een document voor eensluidend te verklaren als eenburger erom vraagt. Dat kan nog nodig zijn in uitzonderlijkegevallen.

Administratieve vereenvoudiging is pas echt voelbaar wanneeriedereen er zich achter schaart. De federale overheid neemt daaromsamen met de gewesten en gemeenschappen het initiatief om opalle bestuursniveaus de eensluidend verklaring af te schaffen.

Heeft u verder nog vragen? Neem dan een kijkje opwww.eensluidendverklaring.be

Page 18: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

18 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

Gemeenten, uw mening telt meeFederaal plan duurzame ontwikkeling

De nieuwe versie van het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling werd voorbereid door deInterdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling (ICDO) en in voorontwerp aan een (ruime)raadpleging voorgelegd. Tot 14 mei kan gereageerd worden. En iedereen mag zijn mening geven: zowel degemeenten als burgers of verenigingen.

Het nieuwe ontwerp omvat 30 acties rond 6 pijlers:- de strijd aanbinden tegen armoede en voor

sociale inclusie;- de vergrijzing van de bevolking opvangen;- de gevaren voor de volksgezondheid beperken;- de natuurlijke hulpbronnen meer verant-

woord beheren;- de klimaatveranderingen beperken en schone

energie intensiever gebruiken;- het vervoersysteem verbeteren.

Het eerste federaal plan loopt slechts eind 2004 af, maar het isreeds duidelijk dat niet alle acties die erin vervat zijn (meer dan500) op dat ogenblik gerealiseerd zullen zijn. Daarom werd hettweede plan zodanig opgevat dat het rekening houdt met deervaring van het eerste plan. Bovendien bevat deregeringsverklaring het engagement van de regering om verderwerk te maken van de uitvoering van het eerste plan. In hetvoorontwerp wordt geopteerd voor een meer selectieverebenadering met duidelijke prioriteiten, die aansluiten bij hetinternationaal en Europees kader waaraan België zijnmedewerking verleent.

De raadpleging die de voorlegging van het plan aan de regeringvoorafgaat, is essentieel aangezien het onderwerp iedereenaanbelangt en zal bijdragen tot het welslagen ervan.

We stippen aan dat naast de opmerkingen van burgers,verenigingen, … uiteraard ook de mening van de gemeentengevraagd wordt – niets verhindert hun die te geven, ook al gaatde materie hun bevoegdheden strictu senso te buiten – in deeerste plaats over het plan en vervolgens over hoe de gemeenteaan duurzame ontwikkeling kan doen.

Het innemen van een standpunt komt uiteraard aan demandatarissen toe: aangezien het plan keuzes inhoudt, is hetpolitiek. Maar onder "gemeente" verstaan we de hele instellingen naast de mandatarissen kunnen andere elementen op hunniveau een rol spelen. Denken we maar aan de diensten dierond duurzame ontwikkeling werkzaam zijn. Die zullenongetwijfeld de rol van draaischijf spelen voor de verwerkingen de verspreiding van informatie, het inwinnen ensynthetiseren van reacties en standpunten van degemeentediensten, … Maar iedereen kan zijn steentjebijdragen: transversaliteit is de sleutel tot duurzameontwikkeling en impliceert uitwisseling en confrontatie vanideeën, samenwerking tussen diensten.

Als bestuursniveau met uiteenlopende bevoegd-heden is de gemeente aangewezen om zich opduurzame ontwikkeling toe te leggen. Denkenwe maar – om in het kader van de 6 pijlers vanhet voorontwerp te blijven – aan de volgendevoorbeelden: gezondheid, mobiliteit, armoede(in het bijzonder via het OCMW),

tewerkstelling, huisvesting, welzijn, bejaarden-zorg, energie, … allemaal materies die in de 30 acties

aan bod komen. Het voorontwerp verwijst overigensnaar het Handvest van Aalborg en de lokale Agenda 21.

Tot slot kunnen we niet beter afsluiten dan met een passagevan het voorwoord waarin een sleutelelement van het conceptgeschetst wordt: "Stel u niet alleen de vraag wat de regering zoumoeten doen. Vraag u ook even af hoe u kan bijdragen totduurzame ontwikkeling en wat de regering eventueel zou kunnendoen om u hierbij te helpen. Op termijn moet dit federaal planimmers uitgroeien tot een nationale strategie waarbinnen eenglobaal project voor alle actoren uitgetekend wordt. Hetvoorontwerp is daartoe een eerste stap. Uw bijdrage kan deeluitmaken van de volgende stap."

Het plan opent deuren, stippelt wegen uit, roept op totsamenwerking. Nu is het aan de gemeenten om te zien hoe enhoe ver ze willen gaan …

ACTUALITEIT

Philippe Delvaux

U kan het voorontwerp van het federaal plan inzakeduurzame ontwikkeling vinden op www.plan2004.beU kan uw mening kwijt via het formulier op die website.Zie ook www.icdo.beMen tracht het hele proces door zo open mogelijk tewerk te gaan. Daarom zal er op de websites eenoverzichtsdocument gepubliceerd worden met dereacties die ontvangen werden en een verantwoordingvoor de wijze waarop de ICDO de suggesties enopmerkingen verwerkt heeft.U zal er eveneens het ontwerpplan vinden waarover deregering haar mening zal geven.

Voor info en advies kan u terecht bij de cel duurzameontwikkeling van de Vereniging:Frédéric Madry tel. 02 233 31 56 [email protected]

Page 19: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

19N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

VOOR U GELEZEN

De ombudsman in Belgiëna een decenniumDeze publicatie van Die Keure, in samenwerkingmet het Interdisciplinair Centrum voorOmbudsmanstudies (ICOM), sluit aan bij hetdossier rond bemiddeling dat we in ons vorignummer publiceerden. R. Andersen en L.Hubeau hebben bijdragen samengebracht vantalrijke auteurs – iedere tekst werd gepubliceerdin de taal van de auteur – en hebben ze in vierdelen ondergebracht.

Het eerste deel gaat over de meerwaarde van de ombudsdienst tenaanzien van de rechtsstaat, na enkele overwegingen over de relatievan de ombudsman in het rechtssysteem, rekening houdend metzijn rol, de waarborgen die hij moet genieten en de complexebetrekkingen tussen zijn functie en het reguliere contentieux.

Verder stellen we – analoog met de problematiek van debetrekkingen ombudsman/gerecht – vast dat de veeleercomplementaire dan concurrerende rol niet enkel beschouwdmoet worden ten aanzien van de gebruikelijkeklachtenbehandeling, maar dat er ook op politiek niveauspanningen kunnen zijn: dat niveau staat vaak wantrouwig tenaanzien van een dienst waarvan de aanbevelingen in het politiekspel gebruikt kunnen worden. De gemeentelijke ombudsmanvan Charleroi pleit in dat opzicht voor dialoog en diplomatie,teneinde zich te verzekeren van de steun van de mandatarissen.

Het derde en vierde deel gaan in op de betrekkingen van deombudsman met het voorwerp van zijn werk: de administratieenerzijds en de burger anderzijds. Voor die laatste wijzen we opde tussenkomst van de gemeentelijke ombudsman van LaLouvière en de empirische studie gebaseerd op de Vlaamseombudsman en die van Mechelen.

Het hele werk door wordt de bemiddeling zowelbekeken op gewestelijk als gemeentelijk vlak,maar bijna altijd in het perspectief van veeleeradministratieve bemiddeling – als manier omconflicten tussen burgers en de administratie opte lossen – dan burgerlijke – waar de ombudsmaneen conflict tussen burgers tracht te helpenoplossen – een aspect dat tevens in onze vorigeNieuwsbrief aan bod kwam.

ANDERSEN R., HUBEAU B., "De ombudsmanin België na een decennium", Die Keure, Brugge, 2002, 285 blz.,ISBN 90 5958 014 1

Bij het Gewest gaan klagen over degemeenteOp 19 februari heeft de ombudsman van het Waalse Gewestzijn jaarlijks activiteitenverslag 2002-2003 aan het WaalsParlement voorgelegd. Het afgelopen werkjaar wordtgekenmerkt door een toename van het aantal klachten (1.515tegen 1.306 het jaar voordien, een stijging met zowat 16 %).Ongeveer een derde van de klachten werd onontvankelijkverklaard, omdat het niet om Waalse bevoegdheden ging.

Even aanstippen dat nagenoeg de helft van de afgewezenklachten betrekking hadden op gemeentelijkeaangelegenheden. En slechts twee Waalse gemeenten(Charleroi en la Louvière) beschikken over een gemeentelijkeombudsman.

Het rapport zal binnenkort beschikbaar zijn ophttp://mediateur.wallonie.be (enkel in het Frans).

Intrekking van de administratieverechtshandelingWat gebeurt er als een gemeentebestuurwil of moet terugkomen op een eerdergestelde handeling? Bestaan erwetteksten? Is er rechtspraak? Wat voorsoort handelingen mogen wordeningetrokken en welke niet? Het zijnvragen die vaak rijzen in eengemeentebestuur. De intrekking heeftimmers zware gevolgen, want op eenretroactieve wijze, ex tunc, wordt eeneinde gemaakt aan het bestaan van eenhandeling. Ze wordt uitgewist, alsof dehandeling nooit zou hebben bestaan.

In de reeks “Administratieve Rechtsbibliotheek” verscheen in1994 het boek “Intrekking van de administratieve rechts-handeling”. Daarin besteden Marnix Van Damme en Filip DeKegel aandacht aan dit probleem. De eerstgenoemde auteur is alskamervoorzitter bij de Raad van State geen onbekende. Filip DeKegel is bankjurist.

De auteurs ontleden eerst het begrip “intrekking van deadministratieve rechtshandeling”. Het stoelt namelijk vooral opde rechtspraak waar er moest worden afgewogen tussen enerzijdshet legaliteitsbeginsel en anderzijds het rechtszekerheidsbeginsel.De intrekking van de administratieve rechtshandeling is dan ookmeer een zaak van de rechter dan van de wetgever. Verder gaande auteurs in op de voorwaarden voor de intrekking. Dit gedeelteis – het hoeft geen betoog – bijzonder bruikbaar voor de lokalebesturen. Als mooie afsluiter van het boek kijken de auteurs evenover de grenzen om na te gaan hoe de ons omringende landenmet deze problematiek omgaan.

Dit niet erg lijvige boek is een aanrader voor wie in de dienstenvan het bestuur werkt waar er beslissingen genomen – en somsongedaan gemaakt – moeten worden. Het boek dateert van1994, maar ondanks dat boet het niet in aan actualiteit. Jammergenoeg resten er niet meer zo veel exemplaren bij de uitgeverijDie Keure, die het ook niet meer heeft opgenomen in haar on-line catalogus. Wie het dus wil hebben, moet zich haasten om hette bestellen vooraleer de voorraad is uitgeput.

DE KEGEL F., VAN DAMME M., "Intrekking van deadministratieve rechtshandeling", in de reeks "Administratieverechtsbibliotheek", Algemene reeks nr. 6, Die Keure, Brugge, 1994,134 blz., ISBN 30-60000-812-7

Page 20: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

20 N i e u w s b r i e f 2 0 0 4 / 0 2

Nieuwsbrief

DirectieMarc Thoulen

CoördinatiePhilippe Delvaux

Redactie Philippe Delvaux, Françoise Lambotte,

Céline Lecocq, Céline Maertens, Vincent Ramelot, Hildegard Schmidt,

Marc Thoulen

VertalingLiesbeth Vankelecom, Maro Korsch

SecretariaatMichel De Greef, Fanny Gadisseur,

Alain Veys

Nieuwsbrief wordt gedrukt op 50 % gerecycleerd papier

Verenigingvan de Stad en de Gemeenten

van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest

vzwAarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel

Tel. 02/ 233.20.04Fax 02/ 280.60.90

[email protected] e-mail-adressen :

Redactie : [email protected]@avcb-vsgb.be

www.vsgb.beGepubliceerd met de steun van

het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias

Nr 2004/26 april 2004

Nieuw op onze websiteStructurele wijzigingenOm de ergonomie van onze website te verbeteren hebben we de rubriek"Modeldocumenten en referenties" verwijderd en de documenten die erin stondenondergebracht in de rubriek "Materies" naast de artikels.

Huisvesting- Aansluitend bij het artikel in onze Nieuwsbrief 2003-10 publiceert Nicolas Bernard

een elektronische bijdrage over de verschillende gevolgen van een besluit totonbewoonbaarheid.

(Materies > Huisvesting)

Stedenbouw- Een gecoördineerde versie van het besluit betreffende de stedenbouwkundige

lasten is online.(Materies > Ruimtelijke ordening > Documenten)

OverheidsopdrachtenHet KB van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming vanwerken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken werd gewijzigdbij een MB van 17 december 2003.De nieuwe gecoördineerde versie staat op Overheidsopdrachten > Documenten

Mobiliteit- De integrale conclusies van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid zijn

beschikbaar (in pdf-formaat).(Mobiliteitscel > Artikels en documenten > Documenten > Staten-Generaal)- De gecoördineerde versie van de wegcode werd geactualiseerd naar aanleiding van de

bekendmaking van het KB van 4 april 2003. De 179 bladzijden, becommentarieerddoor Erik Caelen, zijn beschikbaar in pdf-formaat.

- In de rubriek vindt u tevens enkele recente documenten, zoals de twee KB'saangaande de overtredingen inzake wegverkeer (B.S. 31 december 2003) of deministeriële omzendbrief van 23 december 2003 betreffende de plaatsing van deverkeersborden die betrekking hebben op verkeersbeperkingen voor vervoer vangevaarlijke goederen (ADR)

(Mobiliteitscel > Artikels en documenten > Documenten > Wetgeving)

Nieuws van onze afdeling Maatschappelijk Welzijn …- Het jaarverslag van de afdeling Maatschappelijk Welzijn kan gedownload worden

(in pdf-formaat) alsook het nieuwe memorandum aan de gewest- engemeenschapsregeringen.

(Afdeling Maatschappelijk Welzijn > Acties)

- De bijdrage over het openbaar beheersrecht dat de huisvestingscodeteweegbrengt, voorgesteld door Nicolas Bernard op de Algemene Vergadering vande afdeling Maatschappelijk Welzijn staat nu eveneens op onze website

(Afdeling Maatschappelijk Welzijn > Documenten)

u u u

Opgelet! Onze e-mailadressen zijn gewijzigd. Voortaan beschikt ieder personeelslidover een adres dat er als volgt uitziet: [email protected] - Gelieve uwadressenlijsten aan te passen.(Om na te gaan wie wat doet bij de VSGB: Vereniging > Het team)

www.vsgb.be

Page 21: Traitd'U 02/04 NL · gerechtvaardigd is omdat er respect is voor de rechten van de verdediging, maar toch heel zware lasten voor de gemeenten met zich zal meebrengen. In dat verband

NIEUW

DE VERENIGING IN ACTIE Vervolg

ONDER DE LOEP

OP DE AGENDA

Datum/plaats Wat ? Inlichtingen

WETGEVING

VOOR U GELEZEN

INFO-DIENST

NIEUWS VAN HET GEWEST

EUROPAGINA

ACTUALITEIT

inhoudstafel

Vervolg pagina 2

AAN HET WOORD

IN ONZE GEMEENTEN