Algemene presentatie rond Leren Leren voor infoavond "Leren Leren" van 17 januari2013
Trainingsboek Geschiedenis HAVO 2016€¦ · Sporten en bewegen tussen het leren door en aan het...
Transcript of Trainingsboek Geschiedenis HAVO 2016€¦ · Sporten en bewegen tussen het leren door en aan het...
Trainingsboek Geschiedenis
HAVO 2016
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 2
Hey jij daar!
Welkom op de examentraining Geschiedenis HAVO! Het woord examentraining zegt het al:
trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof in blokken en
oefenen we ermee. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan de vaardigheden voor je
examen; je leert handigheidjes, krijgt uitleg over de meest voorkomende vragen en leert uit
welke onderdelen een goed antwoord bestaat. Verder gaan we in op hoe je de stof het beste
kunt aanpakken, hoe je verder komt als je het even niet meer weet en vooral ook hoe je
zorgt dat je overzicht houdt.
Naast de grote hoeveelheid informatie die je krijgt, ga je zelf ook aan de slag met
examenvragen. Tijdens het oefenen hiervan zijn er genoeg trainers beschikbaar om je verder
te helpen, zodat je leert werken met de goede strategie om je examen aan te pakken. Hierbij
is de manier van werken belangrijk, maar je kunt natuurlijk altijd inhoudelijke vragen stellen;
ook over de onderdelen die niet klassikaal behandeld worden.
Voor iedere vraag zijn er uiteraard uitwerkingen beschikbaar, maar gebruik deze informatie
naar eigen inzicht. Vergeet niet dat je op je examen ook geen uitwerkingen krijgt. Sommige
vragen worden klassikaal besproken, andere vragen moet je zelf nakijken.
Mocht je nog meer willen oefenen na deze examentraining, neem dan een kijkje op
www.examentraining.nl. Daar vind je oude examens en ons lesmateriaal van vorig jaar.
Na de tips volgen het programma voor vandaag en de bijbehorende opgaven. We
verwachten niet dat je alle opgaven binnen de tijd af krijgt, maar probeer steeds zo ver
mogelijk te komen. Als je niet verder komt, vraag dan om hulp! We willen je graag leren hoe
je er wél uit kunt komen. En onthoud goed, nu hard werken scheelt je straks misschien een
heel jaar hard werken…
We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks!
Namens het team van de Nationale Examentraining,
Eefke Meijer
Hoofdcoördinator
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 3
Tips en trics bij het voorbereiden en tijdens je examens
Examens voorbereiden
Tip 1: Heb vertrouwen in jezelf
Laat je niet gek maken door uitspraken als “Nu komt het er op aan”. Het examen is een
afsluiting van je hele schoolperiode. Je hebt er dus jaren naartoe gewerkt en hebt in die tijd
veel kennis en kunde opgedaan om examen te kunnen doen. In al die jaren ben je nooit
wakker geworden om vervolgens te ontdekken dat al je kennis was verdwenen. De beste
garantie voor succes is voorbereiden, en dat is nu net wat je al die jaren op school hebt
gedaan. Heb vooral vertrouwen in jezelf!
Tip 2: Bereid je goed voor
Om jezelf goed voor te bereiden op je eindexamen maak je een planning, leer je de stof en
oefen je met vragen. Hoe pak je dit nou het beste aan?
Begin allereerst met het maken van een overzicht van alle stof en een planning. Je kunt
bijvoorbeeld een schema maken met daarin alle hoofdstukken die je moet leren en welke
onderwerpen daarbij horen. Daarbij schrijf je wanneer je welk onderdeel gaat leren.
Als je aan de slag gaat met leren, zorg dat je op tijd begint en plan dan niet teveel studie-
uren achter elkaar. Pauzes zijn noodzakelijk, maar zorg ervoor dat ze kort blijven, anders
moet je iedere keer opnieuw opstarten.
Wissel verschillende vakken af en wissel het leren af met oefenen. Op die manier kun je je
beter concentreren en leer je effectiever. Wat je concentratie (en je planning) ook ten goede
komt, is leren op vaste tijdstippen.
Tip 3: Leer alsof je examens zit te maken
Oefenen voor je examen bestaat natuurlijk ook uit het voorbereiden op de situatie zelf. Dit
betekent dat je je leeromgeving zoveel mogelijk moet laten lijken op je examensituatie. Zorg
dus voor zo min mogelijk afleiding (lees: leg je telefoon weg) en maak je tafel zo leeg
mogelijk. Maak ook een keer een proefexamen met een timer of eierwekker erbij, zodat je
weet hoe het is om voor langere tijd een examen te maken en zodat je weet hoe je je tijd het
beste in kunt delen.
Tip 4: Herhaal de geleerde stof
Belangrijk is om alle leerstof te herhalen! Wat heb je de vorige dagen ook alweer geleerd?
Door te herhalen blijft de stof langer in je hoofd (lange termijn geheugen) en verklein je de
kans dat je het weer vergeet. Zorg dat je de dag vóór het examen geen nieuwe stof meer
hoeft te leren en dat je alles nog even doorneemt en herhaalt.
Tip 5: Leer op verschillende manieren (lezen, schrijven, luisteren, zien en uitspreken)
Alleen maar lezen in je boek verandert al snel in staren in je boek zonder dat je nog wat
opneemt. Wissel het lezen van de stof in je boek dus af met het schrijven van een
samenvatting. Let op dat je in een samenvatting alleen belangrijke punten overneemt, zodat
het ook echt een samenvatting wordt. Kijk ook eens op Youtube, daar zijn talloze filmpjes te
zien waarin de stof duidelijk wordt uitgelegd. Maak daar gebruik van, want op die manier
komt de stof nog beter binnen omdat je er naar hebt kunnen luisteren. Met mindmaps zorg
je er voor dat je de stof voor je kunt zien en kunt overzien. Het werkt tot slot heel goed om de
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 4
stof aan iemand uit te leggen die de stof minder goed beheerst dan jij. Door uit te spreken
waar de stof over gaat merk je vanzelf waar je nog even in moet duiken en welke onderdelen
je prima beheerst.
Mindmap:
Goed voor jezelf zorgen!
Tip 1: Zorg voor voldoende beweging
Eigenlijk is leren net als topsport: het vergt een goede voorbereiding, planning, rust, oefenen
en concentratie. Om een goede prestatie te leveren, is het belangrijk dat je je fit voelt.
Sporten en bewegen tussen het leren door en aan het einde van de dag is daarom aan te
raden. Het doorbreekt de sleur van het leren, brengt zuurtstof naar de hersenen, zorgt voor
ontspanning en dat je je weer opgeladen voelt om verder te gaan met leren.
Tip 2: Zorg voor een goede balans tussen spanning en ontspanning
Om een goede prestatie te leveren is er een goede balans nodig tussen spanning en
ontspanning. Spanning zorgt ervoor dat je alert bent en ontspanning zorgt ervoor dat je je
aandacht erbij kan houden. Teveel spanning is niet goed en teveel ontspanning ook niet. Als
je merkt dat je té ontspannen bent en dat daardoor je concentratie en motivatie weg zijn,
probeer dan voor jezelf doelen te stellen. Slagen met een 8 gemiddeld bijvoorbeeld, dan
komt die gezonde spanning vanzelf. Als je té gespannen bent, probeer dan eens of
mindfulness iets is voor jou of ga lekker sporten.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 5
Tip 3: Zorg voor voldoende slaap
Een nachtje doorblokken is geen slim idee. Je hebt namelijk slaap nodig om goed te kunnen
functioneren en concentreren. Bovendien, tijdens je slaap wordt alle geleerde informatie van
die dag vastgelegd in je geheugen. Langdurig onthouden lukt dus beter als je na het leren
gaat slapen, in plaats van eindeloos door te blijven leren.
Tip 4: Zorg dat je goed eet en drinkt
Het onderzoek naar het verband tussen voeding en geheugen staat weliswaar nog in de
kinderschoenen, toch weten we al een aantal handige dingen daarover.
En waarom zou je daar geen gebruik van maken? Zo is het inmiddels duidelijk dat je
hersenen veel energie nodig hebben in periodes van examens, dus ontbijt elke dag goed.
Let dan wel op wat je eet, want brood, fruit en pinda’s leveren meer langdurige energie dan
koekjes en snoep. Koffie en thee bevatten cafeïne, wat kan zorgen voor een betere
concentratie. Drink er echter niet teveel van; het kan je onrustig maken.
En dan het examen zelf
De dag is eindelijk gekomen. Je bent er klaar voor en de examens worden uitgedeeld. Je
mag beginnen!
Tip 1: Blijf rustig en denk aan de strategieën die je hebt geleerd
Wat doe je tijdens het examen?
- Lees rustig alle vragen
- Blijf niet te lang hangen bij een vraag waar je het antwoord niet op weet
- Schrijf zoveel mogelijk op maar…. voorkom wel dat je onzinverhalen gaat schrijven. Dat
kost uiteindelijk meer tijd dan dat het je aan punten gaat opleveren.
- Noem precies het aantal antwoorden, de redenen, de argumenten, de voorbeelden die
worden gevraagd. Schrijf je er meer, dan worden die niet meegerekend en dat is natuurlijk
zonde van de tijd.
- Vul bij meerkeuzevragen maar één antwoord in. Verander je je antwoord, geef dit dan
duidelijk aan.
- Ga je niet haasten, ook al voel je tijdsdruk. Tussendoor even een mini-pauze nemen is
alleen maar goed voor je concentratie.
- Let niet op wat klasgenoten doen. Sommige van hen zullen al snel klaar zijn, maar trek je
daar niets van aan en ga rustig verder.
- Heb je tijd over? Controleer dan of je volledig antwoord hebt gegeven op álle vragen. Hoe
saai het ook is, het is belangrijk, je kunt immers gemakkelijk per ongeluk een (onderdeel van
een) vraag overslaan.
- Tot slot: bedenk van tevoren of je thuis je antwoorden van het zojuist gemaakte examen
wilt nakijken. Hoe reageer je als blijkt dat je veel fouten hebt? Heeft dit negatieve of juist
positieve invloed op het leerwerk voor de examens die nog komen gaan?
Tip 2: Los een eventuele black-out op met afleiding
Mocht je toch een black-out krijgen, bedenk dan dat je kennis echt niet verdwenen is.
Krampachtig blijven nadenken versterkt de black-out alleen maar verder. Het beste is om
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 6
even iets anders te gaan doen. Ga even naar de WC of leg gewoon even je pen neer. Als je
goed bent voorbereid, zit de kennis in je hoofd en komt het vanzelf weer boven. En mocht
het bij die ene vraag toch niet lukken, bedenk dan dat je niet alle vragen goed hoeft te
hebben om toch gewoon je examen te halen.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 7
Hoe pak je open vragen en meerkeuzevragen aan?
Een examen bestaat vaak uit een mix van open en meerkeuzevragen. Je hebt verschillende
strategieën om tot het juiste antwoord te komen. Bij meerkeuzevragen gaat het erom dat je
de juiste uitspraak of bewering kiest, bij meerkeuzevragen is het belangrijk dat je antwoord
geeft op de vraag, dat je volledig bent of dat je de juiste berekening toepast.
Meerkeuzevragen
Veel leerlingen vinden meerkeuzevragen lastig. Er staan namelijk vaak meerdere
antwoordmogelijkheden die op elkaar lijken. Hoe pak je zo’n vraag nou het handigste aan?
Tip 1: Omcirkel en streep de foute antwoorden weg
Lees de vraag goed en omcirkel eventueel de belangrijkste kernwoorden uit de vraag.
Vervolgens kun je het beste eerst nagaan welk antwoord je zelf zou geven. Daarna vergelijk
je dat met alle antwoordmogelijkheden die er staan. Vaak kun je dan al de twee meest foute
antwoord wegstrepen. Er blijven dan nog twee antwoorden over. Lees de vraag nogmaals en
bekijk welk antwoord van de twee overgebleven antwoorden het meest volledig is.
Tip 2: Blijf bij je gevoel
Het komt je vast bekend voor: je krijgt een toets terug, waarbij je ziet dat je het goede
antwoord toch nog op het laatst hebt veranderd in een antwoord dat fout blijkt te zijn.
Daarom: je eerste ingeving blijkt meestal te kloppen. Verander je antwoord alleen als het een
extreem wilde gok was, als je nieuwe inzichten hebt gekregen of als je de vraag per ongeluk
verkeerd hebt gelezen.
Tip 3: Gok als je het antwoord niet weet
Het kan natuurlijk gebeuren dat je het antwoord echt niet weet op de vraag. Gok in dat geval
het antwoord, wie weet gok je goed. Je hebt immers een kans van 1 op 4 en misschien zelfs
groter als je een fout antwoord hebt weg kunnen strepen.
Als je moet gokken, kun je dat ‘slim doen’:
- Streep foute antwoorden eerst weg
- Let op woorden als ‘altijd’, ‘nooit’ of ‘in geen enkel geval’. Vaak zijn die fout.
- Laat je niet leiden door de langste zin of het meest ingewikkelde antwoorden.
- Heb je bij je vorige vragen al drie keer A geantwoord, trek je daar niets van aan. Een
vierde keer A kan ook gewoon.
- Bekijk welke antwoorden sterk op elkaar lijken, vaak is een van die twee antwoorden
juist.
Open vragen
Tip 1: Wees volledig
Het komt vaak voor dat vragen niet volledig worden beantwoord en dat je daardoor niet alle
punten voor die vraag krijgt. Kijk daarom goed wat er precies gevraagd wordt. Let op
woorden als: ‘leg uit’, ‘verklaar’, ‘waarom’ etc. Als er gevraagd wordt naar twee redenen, let
er dan op dat je ook echt twee redenen geeft. Als je er meer geeft, tellen die niet mee. Nadat
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 8
je het antwoord hebt opgeschreven, lees de vraag dan nog even door en kijk of je volledig
bent geweest.
Tip 2: Haal informatie uit de bronnen
Vaak krijg je bij een vraag een bron erbij. Dit kan een kaart, afbeelding, grafiek, tabel of
afbeelding zijn. Het goed bestuderen van de bron kan je al een eind op weg helpen in het
beantwoorden van de vraag. Wat zie ik eigenlijk? Wat is de titel? Wat geeft de bron weer? Is
er een legenda? Wat staat er op de x-as en y-as? Welke eenheden zijn er gebruikt? Wie is
de maker? Staat er een jaartal bij?
Tip 3: Schrijf tussenstappen op
Je krijgt niet alleen punten voor het juiste antwoord, ook de tussenberekeningen leveren
punten op. Het is jammer om die punten te verliezen, terwijl je wel weet hoe het moet.
Tip 4: Schrijf nuttige informatie op
Weet je het antwoord op de vraag niet, maar weet je wel iets nuttigs te melden over de
vraag? Schrijf maar op! Vaak krijg je hier ook punten voor. Zorg er wel voor dat het relevant
blijft en dat je geen onzin op gaat schrijven.
Tip 5: Zorg dat je alles nog even controleert
Je hebt de laatste vraag gemaakt en het liefst wil je zo snel mogelijk naar huis. Blijf toch nog
even zitten en controleer je toets nog even. Heb je niet per ongeluk een vraag
overgeslagen? Heb je antwoord gegeven op de vraag? Zijn je antwoorden leesbaar? Ben je
nog iets vergeten?
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 9
Programma
Blok 1 Hoe beantwoord je de vraag & Tijdvak 1
Blok 2 Tijdvak 2
Blok 3 Tijdvak 3
Blok 4 Tijdvak 4
Blok 5 Tijdvak 5
Blok 6 Tijdvak 6
Blok 7 Tijdvak 7
Blok 8 Tijdvak 8
Blok 9 Tijdvak 9
Blok 10 Tijdvak 10
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 10
Hoe beantwoord je de vraag?
Hoe kom je aan het goede antwoord?
“Informatie kennen” = kennis (Pacificatie van Gent?)
= overzicht (na Pacificatie kwam….)
= vaardigheden (hoe schrijf ik op hoe het zit met die Pacificatie)
Welke stap gaan we vandaag doen?
Allemaal
Strategie
Grote lijn weten
Vragen Bronnen Hét antwoord
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Hoe beantwoord je de vraag?
Signaalwoorden
Wat weet ik al?
Vraag lezen
Oorzaak
Gevolg
Verband
Verklaring
Uitleg
Aanleiding
Keerpunt
Aspecten:
&
Leg het begrip uit (leg even uit wat je al weet)
opdelen&
Wat willen ze nou dat ik doe?
Politiek
Economie
Religieus
Militair
Sociaal
Cultureel
Demografisch
Vragen Bronnen Hét antwoord
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Hoe beantwoord je de vraag?
Bijschrift
1
Namen DatumStandplaats
2
Wat zie je? Teksten in de afbeeldingPersonen/figurenVoorwerpen/symbolen
3
Welke
gebeurtenis? Over welke gebeurtenis gaat deze prent? (graven in je kennis)
4
BoodschapWat is de boodschap van de tekenaar? Welke beeldelementen zijn hiervoor gebruikt? 5
Antwoord
zonder bron
Bedenk een antwoord op de vraag zonder naar
de bron te kijken
Vragen Bronnen Hét antwoord
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 11
Hoe beantwoord je de vraag?
3) Leg het begrip uit (laat zien dat je het weet)
7) Noem de bron in je antwoord
6) Gebruik de vraag in je antwoord
1) Lees de vraag goed door
2) Bedenk wat je al weet
5) Kijk naar ‘signaal’woorden
4) Let op het aantal punten= stappen
Vragen Bronnen Hét antwoord
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 1: Jagers en boeren
Prehistorie
……. – 3000 v Chr
‘Voor’- geschiedenis
Geen geschreven bronnen
Wel artefacten (voorwerpen)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 1: Jagers en boerenKenmerkend aspect 1 Kenmerkend aspect 2 Kenmerkend aspect 3
De levenswijze van jagers en verzamelaars
Mensen leven van jagen en verzamelen:
- jagen op wild en vissen
- Verzamelen van noten, vruchten, planten
- Geen vaste woonplaats (nomadisch bestaan)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 12
Kenmerkend aspect 1 Kenmerkend aspect 2 Kenmerkend aspect 3
Tijdvak 1: Jagers en boeren
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Vanaf 10.000 v Chr
Langzaam afscheid van nomadisch
bestaan:
- Vissers
-Zaden planten
-Domesticeren van vee
Nieuwe activiteiten
Sedentair bestaan
Voedseloverschotten
Specialisatie
Groei gemeenschappen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Kenmerkend aspect 1 Kenmerkend aspect 2 Kenmerkend aspect 3
Tijdvak 1: Jagers en boeren
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Landbouw wordt efficienter:
Overschotten leiden tot handel
bevolkingsgroei
Specialisatie: nieuwe maatschappelijke
structuur
Hiërarchische organisatie
-Koning
-ambtenaren/priesters
-Ambachtslieden
-Boeren
-Slaven
Maatschappij is niet groter dan een stad
Organisatie vraagt om administratie en dus
ontstaat het schrift (einde prehistorie)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
De Oudheid
3000 v Chr – 500 na Chr
Grote ontwikkelingen
Die nog steeds van belang zijn:
-Christendom
-Griekse filosofie
-Romeinse recht
-Eerste vormen van wetenschap
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 13
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en
het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Oude Griekenland is geen politieke eenheid Maar stadstaten met gedeelde cultuur
Uitbreiding door “kolonisatie” na
overbevolking = voedseltekort
Oorlog met de Perzen
Gezamenlijke vijand,
Daarna weer “politieke” ruzie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en
het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Athene Sparta
Democratie
Dagelijks bestuur door burgers
Burgers:
Mannen
Met burgerschap
Oligarchie
Hoplieten:
Mannen
Soldaten
Dagelijks bestuur door koning
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en
het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Athene Sparta
Peloponnesische oorlog
(431-404 v Chr)
Toenemende spanning
Toenemend aantal bondgenoten
Athene: zeemacht
Sparta: landmacht
Athene wordt verslagen
Sparta ook ernstig verzwaktGriekse eenheid verdwenen
Pas hersteld in 338 v Chr
Herstel Griekse politieke wereld door Alexander de Grote en zijn
vader Phillipus II van Macedonië
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 14
Politiek geen eenheid
Wel gedeelde religie,
taal en cultuur
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en
het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Godsdienst; polytheïsme
Olympische Spelen
Veel impact Griekse cultuur
Hellenisme door Alexander de Grote
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en
het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Politiek denken sterk ontwikkeld
Natuur onderzoeken;
Andere verklaring dan “door de goden gedaan”
Natuurfilosofen
Mensen onderzoeken
Hippocrates
Denken zelf onderzoeken
Socrates
Daarna:
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
1) Bouwkunst
2) Beeldhouwkunst
Bewondering voor Griekse kunst is enorm: Hellenisme van Alexander de Grote
Later ook nog veel overgenomen
Romeinen kopiëren bijna letterlijk
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 15
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De groei van het Romeinse Imperium waardoor
De Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
Start Rome
-Romulus en Remus
-510 v Chr start de Republiek
Uitbreiding door verovering
= contact met Griekse cultuur
Rond 150 v Chr beheerst Rome
het hele Middellandse Zeegebied
117 n Chr is het Romeinse Rijk
op zijn grootst
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De groei van het Romeinse Imperium waardoor
De Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
27 v Chr: Republiek wordt keizerrijk
Start Pax Romana
Veroveringen gevolgd door
Romeinse invloed:
- Stedenbouw
- Culturele invloed
- Handel
Cultuur werd opgelegd EN
vrijwillig overgenomen
Romanisering
Opname lokale goden door Romeinen
Nl: Nehalennia
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en
de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
Germanen deels geromaniseerd
Germanen trekken Romeinse Rijk binnen
Maar: 3e eeuw: confrontaties
1. Verdreven
2. Bondgenootschap met Romeinen
3. Plundertochten
Chaos
Machtsgrepen door lokale generaals
Romeinse leger blijkt:
-Zwak leger
-Sterke regionale banden
Loyaliteit niet meer bij Rome
= Crisis van de 3e eeuw
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 16
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en
de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
Keizer Diocletianus (284-305 v chr) maakt einde aan crisis
- Romeinse Rijk in delen verdeeld
- Boeren moesten op hun land blijven
- Leger vergroten met Germanen
Romeinse Rijk overspoeld door vreemdelingen
Rijk valt uiteen
Daardoor in 476:
Rome ingenomen door een Germaanse generaal
Hunnen zorgen in de 5e eeuw voor grote volksverhuizingen
Einde West-Romeinse Rijk
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Natuurverschijnselen waren elk eigen god
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom
als de eerste monotheistische godsdiensten
Godsdienst in de Oudheid: polytheïstisch
Wel monotheïsme in de Oudheid
- Jodendom
- Later ook Christendom
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 2: Grieken en RomeinenAspect 5Aspect 4 Aspect 7Aspect 6 Aspect 8
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom
als de eerste monotheïstische godsdiensten
Crisis van de derde eeuw
Harde vervolgingen door Romeinen
Christenen weigerden om
Romeinse goden en keizer te vereren
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 17
Tijdvak 3: Monniken en ridders
Vroege Middeleeuwen
500-1000
Definitieve ondergang Romeinse Rijk
Uitbreiding invloed christendom
Verval van de economie
Botsingen met Islam
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 11 Aspect 12
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
Christendom groeide, ondanks felle Romeinse vervolgingen
391: Christendom als staatsgodsdienst
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
1) Nieuwe koningen kiezen voor christendom
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 11 Aspect 12
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
Na de val Romeinen groeit het Christendom omdat:
2) Missionarissen aan de slag gaan
3) Het aantal kloosters stijgt
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 18
- Beschermheer Heilige Kerk
- Christendom als bindende factor in zijn rijk
1) Nieuwe koningen kiezen voor christendom
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 11 Aspect 12
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
- Band met Romeinse elite behouden
- Steun kerk aan koning
- (Kerk kreeg in ruil bescherming)
Clovis
Karel de Grote
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Veel succes maar ook tegenslag:
Bonefatius in 754 vermoord bij Dokkum
- In opdracht van de Karel de Grote
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 11 Aspect 12
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
2) Missionarissen aan de slag gaan
- In opdracht van de paus
Willibrord en Bonifatius in Lage Landen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
- Monniken werkten aan kopiëren bijbels en geschriften
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 11 Aspect 12
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
3) Het aantal kloosters stijgt
- Veel kloosters dus veel mensen “zien” het geloof
- Kloosters als onderdak voor missionarissen op
doortocht naar niet christelijke gebieden
- Kloosters waren ook ziekenhuis en school
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 19
Snel veel aanhangers
Veel tegenwerking,
Dus vlucht naar Medina in 622
(Hidjra)
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 9 Aspect 11 Aspect 12
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
Aspect 10
610: Mohammed krijgt eerste visioen
= start islamistische jaartelling
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 9 Aspect 11 Aspect 12
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
Aspect 10
Breuk in Islamitische wereld in 661
Soennieten Sjiieten
Opvolgers Mohammed niet
per se familie
Opvolgers Mohammed wel
per se familie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Opmars Islam bedreiging voor Europa
Pas gestuit in 732: Slag bij Poitiers
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 9 Aspect 11 Aspect 12
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
Aspect 10
Spanje blijft wel Islamitisch
= Al Andalus
Christelijke Europa verovert vanaf 11e
eeuw Spanje terug. Zal duren tot 1492.
= Reconquista
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 20
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 9 Aspect 11 Aspect 12
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
Aspect 10
Belang Islam voor Europa:
wetenschap Arabieren bestudeerden de Griekse filosofen
Van Grieks naar Arabisch naar Latijn vertaald
Dus ook gelezen in Europa
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 11
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Aspect 12
Machtigste persoon: koning
Hulp nodig van zijn krijgers
Land in ruil voor steunVazallen,
leenheren
Land heet feodum
Land in ruil voor trouwLeenstelsel,
Feodale stelsel
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Leen werd erfelijk
Instellen achterleenmannen
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 11
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Aspect 12
Feodale stelsel niet zonder gebreken:
Loyaliteit niet meer gegarandeerd
Macht koning nam af
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 21
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 12
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door
een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Aspect 11
Romeinse Rijk: agrarisch-urbaan
Verval Romeinen Verval steden, verval urbane karakter
Bevolking trekt naar platteland
Gericht op zelfvoorziening Volledige agrarische cultuur
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Chaos na verdwijnen Romeinen
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 12
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door
een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Aspect 11
Steun zoeken bij machtiger personen:
grootgrondbezitters
Vrije boeren:
- Steun in ruil voor dienstplicht
- Afkopen dienstplicht dmv opgeven vrijheid
Horigen:
- Boeren die vrijheid hebben opgegeven
- Dienen onder beschermheer
- Land bewerken
- Werken in brouwerij, molen, etc
Hofstelsel
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 3: Monniken en riddersAspect 10Aspect 9 Aspect 12
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door
een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Aspect 11
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 22
Tijdvak 4: Steden en staten
Hoge en late Middeleeuwen
1000 - 1500
Langzame opbloei van de economie
Uitbreiding macht en invloed door vorsten
Conflict vorsten met de kerk
Kruistochten
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14 Aspect 16Aspect 15 Aspect 17
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het
herleven van een agrarisch-urbane samenleving
Aspect 13
Eerste helft Middeleeuwen: bevolkingskrimp
Ontginnen extra landbouwgrond
Drieslagstelsel
Kleine technische verbeteringen
klimaatsverbetering
Bevolkingsgroei, want
stijging voedselproductie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Zelfvoorziening was niet per se meer nodig
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14 Aspect 16Aspect 15 Aspect 17
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het
herleven van een agrarisch-urbane samenleving
Aspect 13
Andere beroepen: ambachtslieden
Meestal gevestigd in steden
Leenheren vonden dit ok, want:
Financiële voordelen
Stad bood bestuursmogelijkheden
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 23
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14 Aspect 16Aspect 15 Aspect 17
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het
herleven van een agrarisch-urbane samenleving
Aspect 13
Opbloei lange afstandshandel
VenetianenMidden-Oosten/
Middellandse zee
Noord-Europa
1) Jaarmarkten Champagne
2) Brugge
3) AntwerpenOok goed bereikbaar
voor Venetianen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 16Aspect 15 Aspect 17
De opkomst van de stedelijke burgerij en
de toenemende zelfstandigheid van steden
Trek naar stad Verval horigen-plichten
Voordelen leenheren ?? Extra inkomsten handel en nijverheid
Nieuwe bevolkingsgroep:
burgers
-Geen macht, geen horige
-(hoge) inkomsten
-Macht opeisen
Zoals bij de Guldensporenslag (1302)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Rechten van burgers/steden steeds meer vastgelegd
Oorkonden met stadsrechten, gegeven door leenheren
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 16Aspect 15 Aspect 17
De opkomst van de stedelijke burgerij en
de toenemende zelfstandigheid van steden
Leenheren gaven macht (deels op)
Voor financieel gewin
(= belasting heffen)
Afbrokkeling
feodale stelsel
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 24
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 16 Aspect 17
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke
dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
Aspect 15
395: Romeinse Rijk in twee bestuurlijke delen uiteen gevallen
391: Christendom als Romeinse staatsgodsdienst
Oost-Romeinen: Byzantijnse Rijk
-Keizer als wereldlijk leider
-Patriarch als geestelijk leider
West-Romeinen: verval in kleine delen
-Diverse koningen als wereldlijk leider
-Paus als geestelijk leider christelijk Europa
Ruzie West & Oost over geestelijke macht
Breuk in 1054:
Oosters Schisma
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
1084: wraak door Rome te bezetten
Paus vervangen, Hendrik IV tot keizer gekroond
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 16 Aspect 17
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke
dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
Aspect 15
1075: voorschriften paus Gregorius VII
genegeerd door Duitse koning Hendrik IVKerkelijke ban & boetetocht
Investituurstrijd
Wie benoemt de bisschoppen? Koning of paus
(= wie is de “echte” baas in Europa?)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Oplossing in 1122:
Concordaat van Worms
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 16 Aspect 17
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke
dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
Aspect 15
Paus benoemt bisschop en geeft geestelijke symbolen
Koning geeft daarna wereldlijke symbool
Paus “wint” maar alleen in theorie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 25
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 15 Aspect 17
De expansie van de christelijke wereld naar buiten
toe, onder andere in de vorm van kruistochten
Aspect 16
Eind 11e eeuw:
Wilde verhalen over Heilige Land
+ Byzantium bedreigd door Turkse stammen
Paus besluit te hulp te schieten, want
1) Toenadering na Schisma
2) Strijd tussen adel beteugelen
Eerste kruistocht gehouden in 1095
Bedacht door de paus,
Uitgevoerd door de adel
1099, Jeruzalem veroverd
Stichten van kruisvaardersstaten
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
1) Zonden zouden erdoor worden kwijt gescholdenReligieuze motieven
Waarom ging men op kruistocht?
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 15 Aspect 17
De expansie van de christelijke wereld naar buiten
toe, onder andere in de vorm van kruistochten
Aspect 16
Bedacht door de paus,
Uitgevoerd door de adel
3) Adellijke jongere zoons kregen zo toch kans op stuk
grondgebied
2) Als je omkwam, kwam je zeker in de hemel
4) Veroveringen, plunderingen zorgden voor rijkdom
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 16Aspect 15
Het begin van staatsvorming en centralisatie
Aspect 17
Engeland Frankrijk
Grondgebied in Frankrijk verloren
Ontevreden adel en bevolking
1215: Magna Carta
Koning deelt macht met Parlement
Klein Frans gebied behouden
1337: Start 100jarige oorlog
Engels grondgebied terug gewonnen
Gebied terug van overleden leenmannen
Koning krijgt meer macht
Honderdjarige oorlog:
Goed werkend belastingsysteem
Geschoold personeel inhuren
Adel buiten spel zetten
Geslaagde centralisatieMinder geslaagde centralisatie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 26
Gewesten “gedwongen” te overleggen in Staten-Generaal (1464)
Hakken in het zand:
particularisme
Bourgondische vorsten willen ook centralisatie
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 16Aspect 15
Het begin van staatsvorming en centralisatie
Aspect 17
Een van de oorzaken
van de Opstand
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Renaissance/ 16e eeuw
1500-1600
Centralisatie zet door
Ontdekkingsreizen
Renaissance
Scheuring in de christelijke kerk
Tachtigjarige Oorlog in de Nederlanden
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 19 Aspect 21Aspect 20 Aspect 22
Het begin van de Europese overzeese expansie
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 18
Specerijen uit Azië :
Populair maar duur
Europeanen gingen zelf op zoek
Tussenpersonen vermijden door zeeroute te zoeken
Ontdekkingsreizen
Start door Portugal:
Reconquista ging verder
Moslim-handel in West-Afrika schaden
1498: Da Gama bereikt India
Langs de route verschijnen factorijen
= handel langs de hele weg
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 27
Conquistadores: veroveringen behouden
Aspect 19 Aspect 21Aspect 20 Aspect 22
Het begin van de Europese overzeese expansie
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 18
Spanje richtte zich op de Amerika’s
Met dank aan Columbus
Geen specerijen maar wel veel grond en goud
Azteken en Inca’s werden bruut veroverd
1) Oorlogen
2) Dwangarbeid
3) Enge Europese ziektes
4) Gedwongen bekering
Locals:
1) Goud zoeken
2) Driehoekshandel van start
3) Schat aan nieuwe producten
Spanjaarden:
Ellende Grote winsten
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20 Aspect 22
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance
en het begin van de nieuwe wetenschappelijke belangstelling
& de hernieuwde oriëntatie op de klassieke Oudheid
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Opbloei economie & stedelijk cultuur Tijd en geld voor “hobby’s”
Klassieke vormentaal Grieken en Romeinen (KA 5):
Voorbeeld voor nieuwe bouw- en beeldhouwkunst
Nieuwe tijd aangebroken: Renaissance
Ook aandacht voor klassieke geschreven werken
Via Arabieren naar Europa
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Middeleeuwse versie zat vol met fouten
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20 Aspect 22
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance
en het begin van de nieuwe wetenschappelijke belangstelling
& de hernieuwde oriëntatie op de klassieke Oudheid
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Erasmus onderzocht vroege Bijbelvertalingen
Geloof verloor aan kracht
Wetenschap won aan kracht
Nieuwe culturen ontdekt
Nieuw wereldbeeld
Nadenken en onderzoeken = humanisme
Klakkeloos kerk volgen
Klakkeloos oude wetenschap volgen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 28
Aspect 19Aspect 18 Aspect 20 Aspect 22
De protestantse reformatie die splitsing van
de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 21
Dagelijks leven beheerst door kerk
Geestelijkheid druk met wereldlijke zaken
Bijbelvertalingen bleken fout te zijn
Kritiek!! (maar niet op geloof zelf)
Kerk boos:
Ketterij
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdens Rijksdag in Worms (1521): Rijksban
Monnik Maarten Luther: 95 stellingen
Aspect 19Aspect 18 Aspect 20 Aspect 22
De protestantse reformatie die splitsing van
de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 21
Luther in de kerkelijke ban
Steun van vorsten aan Luther
Schmalkadische oorlog: keizer wint
Tweede oorlog: vorsten winnen
Vrede van Augsburg (1555)
= lokale vorsten bepalen geloof in hun regio
Godsdienstoorlogen in Frankijk
1598: Edict van Nantes:
= Gewetensvrijheid voor hugenoten
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Paus niet nodig
Vorst ondergeschikt aan God
Geestelijkheid om geloof en bijbel uit te leggen
Aspect 19Aspect 18 Aspect 20 Aspect 22
De protestantse reformatie die splitsing van
de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 21
Meer hervormers: Calvijn
Predestinatie
Populair in Frankrijk
Later in Nederlanden
Regels overtreden?
Recht om vorst af te zetten
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 29
Aspect 19Aspect 18 Aspect 20 Aspect 22
De protestantse reformatie die splitsing van
de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 21
Katholieke kerk:
Hervormingen: Contrareformatie
Paus hield absolute gezag
Bijbelvertaling bleef zoals hij was
Tradities bleven behouden
Priesteropleiding
Hard optreden tegen ketters
Inquisitie:
Speciale rechtbank om te ondervragen,
martelen en veroordelen tot brandstapel
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde
in de stichting van een Nederlandse staat
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 22
1515: Karel V Heer der Nederlanden
Karel V had centralisatieplannen (KA 17)
Maar Nederlanden geen eenheid:
particularisme
-Grote economische verschillen
door opbloei handel en nijverheid in delen (KA 13)
- Stedelijke burgerij had vaak de macht in handen (KA 14)
- Adel/burgerij buiten spel zetten
- Belastingen heffen
- Bestuurlijke eenheid opbouwen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde
in de stichting van een Nederlandse staat
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 22
Eenheid door instellen Collaterale Raden (1531)
- Raad van Financiën (belastingen innen)
- Geheime Raad (centraliseren)
- Raad van State (adviesorgaan voor adel)
Plaatsvervangers vorst:
-landvoogd(es) (hele Nederlanden)
-Stadhouder (per gewest)
Overleg in:
Gewestelijke Staten
Staten-Generaal (hele Nederlanden)Macht ging steeds meer naar vorst
Nederlanden waren hier niet blij mee
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 30
Landvoogd
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde
in de stichting van een Nederlandse staat
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 22
Soeverein = koning
Collaterale raden:Raad van State, Geheime Raad, Raad van Financiën
Staten-Generaal
Gelderland
-Stadhouder
-Gewestelijke Staten
-Hof
-Rekenkamer
Holland
-Stadhouder
-Gewestelijke Staten
-Hof
En zo voor elk
gewest
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde
in de stichting van een Nederlandse staat
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 22
Karel V wilde ook eenheid van religie
Reformatie had dit ernstig verstoord (KA 21)
Calvinisme vooral populair in Nederlanden
Hard optreden door Karel V
1550: Bloedplakkaten
Zelfs afgekeurd door katholieken
Protesten en sabotage tegengaan,
door kerk bestuurlijk te hervormen
Angst voor centralisatie :
Meer onrust
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde
in de stichting van een Nederlandse staat
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 22
1555: Filips II wordt
Heer der Nederlanden
Centraliseren
Contrareformatie1566:
Smeekschrift der Edelen
Hagenpreken
1566:Beeldenstorm
Vlucht naar
buitenland na
Smeekschrift
Willem van Oranje
voelt zich als
hoge adel gepasseerd
Landvoogdes
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 31
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde
in de stichting van een Nederlandse staat
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 22
Alva wordt nieuwe landvoogd
Willem van Oranje keert in 1568 terug:
Slag bij Heiligerlee (tegen leger Alva)
Weinig succes
1572: Toch ook keerpunt
- Inname Den Briel
- Steden sluiten zich vrijwillig aan
- Vooral aanhang in Noorden
- Staten van Holland: tegen Filips
Reactie Alva: terreur
Belegering Leiden (1574)
-1e: grote voedselvoorraden
-2e: slecht weer verjoeg Spanjaarden
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde
in de stichting van een Nederlandse staat
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 22
Spaanse troepen slecht betaald,
dus “Spaanse furie” in 1576
PropagandaAlteratie van Amsterdam (1578)
Pacificatie van Gent (1576)
Pacificatie niet stabiel genoeg Unie van Atrecht (Zuiden)
Unie van Utrecht (Noorden)
Plakkaat van Verlatinghe (1581)
Zoektocht nieuwe leider ≠ succes
1588: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 19Aspect 18 Aspect 21Aspect 20
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde
in de stichting van een Nederlandse staat
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Aspect 22
Ook vervanging landsheer gezocht in Engeland:
Protestant en anti-Spaans
Spanje boos
Strafexpeditie: Spaanse Armada (1588)
Vloot & troepenmacht
Wet van Murphy Armada verpletterend verslagen
Spaanse vijand verslagen
Hulp vanuit EngelandGunstig voor Republiek
1588: Uitroepen Republiek
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 32
Tijdvak 6: Regenten en vorsten
Gouden Eeuw / 17e eeuw
1600 - 1700
Afwijking: Nederlandse Republiek
Regenten ipv absoluut vorsten
Burgers ipv adel
Groeiende wereldeconomie
Wetenschappelijke Revolutie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 24 Aspect 25 Aspect 26
Het streven van vorsten naar absolute macht
Aspect 23
Centralisatie begon in tijdvak 4 Nieuw hoogtepunt in tijdvak 6
Absolutisme vooral in Frankrijk
Lodewijk XIV (14)
-Alle macht bij de koning
-Belangen koning = belangen Frankrijk
-God gegeven macht: droit divin
Drie standen
1) Adel
2) Geestelijkheid
3) Derde stand
Nauwelijks
inspraak
Eenheid op gebied van religie
1685: Einde Edict van Nantes
Adel
Kerk
Boeren en burgers
Betalen
geen
belasting
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 24 Aspect 25 Aspect 26
Het streven van vorsten naar absolute macht
Aspect 23
Centralisatie begon in tijdvak 4 Nieuw hoogtepunt in tijdvak 6
Absolutisme vooral in Frankrijk
Lodewijk XIV (14) Enorme expansiedrang
Oorlog voeren kost geld
-Rijke Hugenoten verjaagd
-Belasting niet toereikend
-Geen parlement op willen roepen
Geldnood nam steeds verder toe
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 33
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 24 Aspect 25 Aspect 26
Het streven van vorsten naar absolute macht
Aspect 23
Nooit absolutisme in Engeland 1215: Magna Carta
Absolutistische ambities:
Jacobus II:
1688: katholiek dus weggewerkt
Glorious Revolution
Koning deelde macht altijd met Parlement
Steeds macht naar het Parlement
1689: Bill of RightsEngeland wordt
constitutionele monarchie
Toppunt:
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 23 Aspect 25 Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in
economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Aspect 24
Republiek:
-Geen centralisatie
-Geen koning
-Weinig adel
Wel:
-Particularisme
-Regenten
-Burgers
Bestuursvorm sinds 1588, onafhankelijkheid sinds 1648
Heel veel overleggen (poldermodel….)
In gewesten: Gewestelijke Staten
In de Republiek: Staten-Generaal
Elk gewest evenveel inspraak, maar
Grootste gewest Holland bepaalde het meest
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 23 Aspect 25 Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in
economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Aspect 24
Tijdens Opstand: Twaalfjarig bestand (1609-1621)
Tijdens Bestand: politieke problemen in Republiek
1619: Oldenbarnevelt geëxecuteerd
wegens landverraad
Johan van OldenbarneveltOpperbevelhebber Raadspensionaris
Spanje militair verslaan Onderhandelen met Spanje
Gomaristen (= “preciezen”) Arminianen (=“rekkelijken”)
1617: Scherpe Resolutie
Maurits van Nassau
Holland zet “eigen” leger in
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 34
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 23 Aspect 25 Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in
economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Aspect 24
Macht Holland/raadspensionaris: financieel
Veel aandacht voor buitenlandse politiek Vloot vóór leger
1672: Aanval door Engeland en Frankrijk
1650-1672: Eerste stadhouderloze tijdperk:
- Weinig aandacht voor leger
- Behoudende politiek
Politieke beleid had niet gewerkt
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 23 Aspect 25 Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in
economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Aspect 24
Behoudende politiek om economie te beschermen
Moedernegotie Gecommercialiseerde landbouw
Uitbreiding overzees handelsnetwerk Europa
Azië
Amsterdam: Stapelmarkt
Handelskapitalisme:
Investeren om winst te maken
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 23 Aspect 25 Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in
economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Aspect 24
Geen adel maar regenten Burgers
Burgerlijke cultuur ipv adellijke cultuur
Andere schilderij-onderwerpen
Andere schilderij-prijzen
Meer mensen hadden schilderijen
Geld meer verdeeld
over bevolking
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 35
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 23 Aspect 25 Aspect 26
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in
economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Aspect 24
Ook uniek in de Republiek Religieuze tolerantie
Gedwongen bekeerde Portugese Joden naar Amsterdam eind 16e eeuw (Sefardim)
Vervolgde Duitse en Oost-Europese Joden komen begin 17e eeuw (Asjkenazim)
Beide groepen kregen toestemming tot de bouw
van hun eigen synagogen in Amsterdam
Op zoek naar tolerantie
Portugese Joden ook naar meer welvaart
Wederzijdse belangen Joden- Amsterdam
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 24Aspect 23 Aspect 26
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme
en het begin van een wereldeconomie
Aspect 25
Republiek breidde handelscontacten steeds verder uit:
Start wereldeconomieHandelskapitalisme werkte!
Specerijen uit Azië meest winstgevend Steeds meer compagnieën
Slecht voor winsten
Staten-Generaal richt VOC op
- Handel met Azië
- Handel in Azië
- Aandelen + winstdeling
- Verregaande bevoegdheden
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 24Aspect 23 Aspect 26
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme
en het begin van een wereldeconomie
Aspect 25
1617: J.P. Coen wordt gouverneur-generaal van de VOC
Wensen:
-centrale handelspost in Azië: Batavia
-Keihard concurreren met Europese landen (geweld)
VOC:
-Monopolie op handel met Azië
-Belangrijke rol in inter-aziatische handel
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 36
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 24Aspect 23 Aspect 26
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme
en het begin van een wereldeconomie
Aspect 25
Succes Republiek Europa jaloers
Engeland:
Act of Navigation (1651)
Frankrijk:
mercantilisme
Republiek uitsluiten van
handel op Engeland
Franse markt
beschermen
Doorvoerhandel geschaad
Franse markt minder toegankelijk
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 24Aspect 23 Aspect 25
De wetenschappelijke revolutie
Aspect 26
Renaissance: Bijbel-waarheid op losse schroeven
17e eeuw: debat steeds meer openbaarWaarnemen om
waarheid te ontdekken
Oude wereldbeeld vaak (onbedoeld) onder vuur
Wetenschappers wilden Schepping van God aantonen
God’s mechanismen doorgronden
= controle over natuur
Grote hoeveelheid ontdekkingen:
Wetenschappelijke revolutie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 6: Regenten en vorstenAspect 24Aspect 23 Aspect 25
De wetenschappelijke revolutie
Aspect 26
Praktisch onderzoek leidde tot nieuwe theorievorming
Van Leeuwenhoek kijkt door de microscoop (doen)
Newton bedenkt wet van de zwaartekracht (denken)
Groeiende belangstelling
door koning/overheid:
Kennis = macht
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 37
Tijdvak 7: Pruiken en revoluties
Eeuw van de verlichting / 18e eeuw
1700 - 1800
Opkomst van burgers
Ancien Regime vecht voor behoud
Slavernij van opkomst tot afschaffing
Democratische revoluties
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 28 Aspect 29 Aspect 30
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen
van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Aspect 27
Verlichting: rationeel & denken
Verstand gebruiken om problemen op te lossen
Grote nadruk op kennis
Dus publicaties tegengehouden door heersende klasse
Groei-mogelijkheden voor oa burgerij
Al in tijdvak 6, maar nu buiten
de wetenschap
Toegepast op geloof, politiek, economie,
maatschappij en maatschappelijke verhoudingen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 28 Aspect 29 Aspect 30
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen
van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Aspect 27
Montesquieu: “over de geest der wetten”
Scheiden van
uitvoerende,
wetgevende en
rechtsprekende macht
Wetgeven
Recht
sprekenUitvoeren
Machtsmisbruik tegen gaan
Met onderlinge controle
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 38
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 27 Aspect 29 Aspect 30
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk
bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Aspect 28
Kritiek op maatschappij:
-Standenmaatschappij
- al sinds Middeleeuwen
- macht vooral bij koning
-Belastingdruk 3e stand
Ancien Régime
Behoud absolutisme
Belastingheffing:
-Vooral 3e stand
-Baan belastingheffer te koop
Belastingdruk
was gigantisch
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 27 Aspect 29 Aspect 30
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk
bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Aspect 28
Kritiek op de maatschappij werd gehoord Zelfs door vorsten
Catharina de Grote (Rusland)
Jozef II (Oostenrijk-Hongarije)
Frederik II van Pruisen
-Koning als dienaar van de staat
-Droit divin was onzin
-“Maatschappelijk contract”-Verbetering rechtspraak
-Aanpak belastingheffing
-Verminderen bureaucratie
-Religieuze tolerantie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 28Aspect 27 Aspect 30
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van
plantagekoloniën en de daarmee verbonden
transatlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme
Aspect 29
Spanje in Zuid-Amerika:
gericht op grondstoffen
GB, Fr, Nl in Noord- en Midden-Amerika:
gericht op plantagekoloniën
Suiker, tabak en later katoen
Arbeiders op plantages: slavenKwamen uit Afrika via
trans-Atlantische slavenhandel
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 39
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 28Aspect 27 Aspect 30
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van
plantagekoloniën en de daarmee verbonden
trans-Atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme
Aspect 29
Slavenarbeid was enorm zwaar
Handel in mensenChristelijke idealen?????
Opkomst abolitionismeKoopmansgeest bleek
ook heel sterkVerbod slavenhandel: 1807
Engeland
1814 Nederland, Frankrijk
Verbod slavernij
1833: Engeland
1848: Frankrijk
1863: Nederland
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 28Aspect 27 Aspect 29 Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg
discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Lodewijk XVI gaf veel geld uit
Lege schatkist
Poging tot belastingverhoging
Eerste en Tweede Stand
stemden tegen in Staten-Generaal
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 28Aspect 27 Aspect 29 Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg
discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Rijke burgerij boos: Liberté
Boze stedelingen: egalité
Boze boeren: meer land,
minder belasting
Boze Derde stand
Eigen Nationale
Vergadering
Eigen grondwet opstellen
14 juli 1789:
Parijse burgers bestormen
Bastille, op zoek naar
munitie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 40
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 28Aspect 27 Aspect 29 Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg
discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Kort na bestorming:
- Feodale rechten afgeschaft
- Grondwet is klaar
Staatsburgerschap
Boeren ontevreden:
- Kerkelijke landerijen verkocht
maar veel te duur voor hen
Macht van de koning gestript:
-Grondwet ondertekenen
-Koninkrijk werd Republiek
Koning onthoofd
Invoeren Trias Politica
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 28Aspect 27 Aspect 29 Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg
discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Terreur: veel volksvijanden onthoofd
Oorlogen met buurlanden: verspreiding revolutie
1795: Nederlanden binnengevallen
-Bataafse Republiek
-Eenheid ipv particularisme
ChaosVolksleger voor vaderland
(NIET voor de koning)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 7: Pruiken en revolutiesAspect 28Aspect 27 Aspect 29 Aspect 30
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg
discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Staatsgreep door Napoleon
Alleenheerser maar met grondwet
(“ Verlicht Absolutisme” )
Oorlog met Europa:
Continentaal Stelsel
Veldtocht naar Rusland
Volkerenslag bij Leipzig:
Napoleon verslagen
Terugkeer:
- Slag bij Waterloo (1815)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 41
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Industrialisatietijd / 19e eeuw
1800-1900
Industrialisatie
Opkomst arbeider
Emancipatie
Opkomst nationalisme
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34 Aspect 36
De industriële revolutie die in de westerse wereld de
basis legde voor een industriële samenleving
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 31
Middeleeuwen: landbouwsamenleving
Nijverheid door leden van gilde
Strenge regels omzeilen:
Huisnijverheid op platteland
Eind 18e eeuw:
Uitvindingen in textielproductie
Productie werd industrie-Schietspoel
-Spinning Jenny
-Waterframe
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34 Aspect 36
De industriële revolutie die in de westerse wereld de
basis legde voor een industriële samenleving
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 31
Waterframes:
Op vaste plekken
Veel tegelijk
Breuk met verleden
Ondernemers huisnijverheid blij met deze mills
-Fulltime nijverheid
-Vaste plek: meer controle op kwaliteit
-Lange werkdagen: veel inkomsten
1769: Stoommachine om waterkracht te omzeilen
Industriële Revolutie -Ontstaan industriële samenleving
- Urbanisatie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 42
Aspect 33 Aspect 35Aspect 34 Aspect 36
Discussies over de ‘sociale kwestie’
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 31 Aspect 32
Industriële Revolutie:
Urbanisatie
bevolkingsgroei
Wildgroei aan slechte woningen
Lage lonen
Slechte voedselvoorziening
Veel ziektes, etc
Geen oog voor sociale omstandigheden (= liberalisme)
In loop 19e eeuw: journalisten, dokters, kerk, schrijvers
Eerste sociale wet:
Kinderwetje van van Houten pas in 1874
“Eerste echte wet” : Bismarck in 1883 (soort ziektewet)
Discussie over sociale kwestie langzaam op gang
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 35Aspect 34 Aspect 36
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 33
Toenemende vraag naar grondstoffen
Afrika en Azië werden nu erg interessant
- leverancier
- afzetmarkt
Opnieuw kolonisatie
imperialisme: groot rijk opbouwen door gebiedsverovering
Modern imperialisme: intensiever bestuur en exploitatie
Industriële revolutie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 35Aspect 34 Aspect 36
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 33
1871: Duitse Keizerrijk uitgeroepen
1870-1871: Frans-Duitse oorlog, Frankrijk verslagen Franse wraak
Duits “plaats zoeken”
Officiële beleid Duitsland:
-Geen Europese gebiedsuitbreiding
-Geen overzees imperialisme ? Particuliere “kolonisatie”
Want industrie wilde grondstoffen
Europees wantrouwen tav Duitsland
Duitsland organiseert Conferentie van Berlijn (1884-1885)
Afrika wordt verdeeld onder Europese landen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 43
Aspect 32Aspect 31 Aspect 35Aspect 34 Aspect 36
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 33
Frankrijk zocht eerherstel Oost-west lijn in Afrika veroveren
Engels imperialisme Noord-zuid verbinding in Afrika
Ontmoeting bij Fashoda werd bijna oorlog
Europese landen wantrouwden elkaar enorm
Oorzaak voor Eerste Wereldoorlog
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 35Aspect 34 Aspect 36
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 33
Congo: een verhaal apart
België niet geïnteresseerd in imperialisme
Koning Leopold II wel,
Dus ontdekkingsreizigers op eigen initiatief
Conferentie van Berlijn
Congo aan België “gegeven”
Congo had rubber
Belastingheffing in rubber,
winst was voor de koningWinst, aanzien, nationale trots
Congo dus toch een ware kolonie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35 Aspect 36
De opkomst van emancipatiebewegingen
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 34
Emancipatie: streven naar gelijke rechten en zelfstandigheid
In 19e eeuw door:
-Arbeiders
-Confessionelen
-Vrouwen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 44
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35 Aspect 36
De opkomst van emancipatiebewegingen
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 34
Industrialisatie:
Veel arbeiders in slechte omstandigheden
Actie door arbeiders pas laat op gang
Zelf organisatie dmv vakbonden Lang veel tegen gewerkt
Discussie over sociale kwestie (KA 32)
Toenemende invloed vakbonden
Langzame verbetering
Beschavingsoffensief om cultuur en
beschaving bij te brengen
Stakingen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35 Aspect 36
De opkomst van emancipatiebewegingen
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 34
Confessionelen: groepen met geloof als uitgangspunt
1848: Vrijheid van godsdienst Start emancipatie katholieken
Halverwege 19e eeuw:
Katholieken met Protestanten in strijd voor gelijkstelling onderwijs
Schoolstrijd
Religieus onderwijs ook betaald
krijgen door overheidDoel:
50 jaar strijd zorgde voor meer verbondenheid
tussen protestanten en katholieken
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35 Aspect 36
De opkomst van emancipatiebewegingen
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 34
Feministen
Nederland had weinig werkende vrouwen
Halverwege 19e eeuw:
onvrede groeit
Wettelijke ongelijkheid man-vrouw belemmerde enorm
1870: groei feminisme in heel Europa
Focus: kiesrecht
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 45
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 34 Aspect 36
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds
meer mannen en vrouwen aan het politiek proces
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 35
1814: Nederland werd koninkrijk met grondwet
= constitutionele monarchie
Koning Willem I trok zich van grondwet niets aan
1840: Willem I trad af na fiasco “België”
Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden
samengevoegd na nederlaag Napoleon
Enorme verschillen,
Dus onvrede in zuiden
1830: Opstand Tiendaagse Veldtocht (1831)
1839: Breuk Nederland en België
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 34 Aspect 36
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds
meer mannen en vrouwen aan het politiek proces
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 35
Ook Willem II negeerde de grondwet
Grondwet stelde koning ook boven de wet
1845: steeds meer onrust in Nederland
1848: revoluties in Europa
Willem II wordt bang
Thorbecke krijgt opdracht tot schrijven grondwet
1848: zeer moderne grondwet
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 34 Aspect 36
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds
meer mannen en vrouwen aan het politiek proces
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 35
Latere aanpassingen aan de grondwet
om verder te democratiseren
Districtenstelsel werd evenredige vertegenwoordiging (1917)
Censuskiesrecht werd algemeen kiesrecht (1887, 1917, 1919)
Eerste politieke partij: Anti-revolutionaire Partij olv Abraham Kuyper (1878)
Socialistische Beweging in 1882 door Domela Nieuwenhuis
Streven naar algemeen kiesrecht
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 46
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 34 Aspect 36
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds
meer mannen en vrouwen aan het politiek proces
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 35
Socialisten
Karl Marx schreef in 1848 het Communistisch Manifest
-Bezittende vs niet-bezittende klasse
-In 19e eeuw: bourgeoisie vs proletariaat
- klassenstrijd: overwinning voor het proletariaat,
Dmv gewelddadige revolutie
- Gezamenlijk bezit productiemiddelen
In werkelijkheid:
-Langzame verbetering van omstandigheden
-Geen spontane gewelddadige revolutie
Splitsing
- Communisten
- Socialisten
Via wettelijke weg
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 36
Pacificatie 1917
4 politieke stromingen in Nederland:
-Katholieken
-Protestanten
-Socialisten
-Liberalen
Ka
tho
lieke
n
Pro
testa
nte
n
Lib
era
len
So
cia
liste
n
Politiek
Liberalisme:
Economie doet zelf zijn werk
Overheid bemoeit zich zo min
mogelijk met individu, economie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 36
Problemen tijdens WOI:
Politieke stromingen gedwongen tot samenwerking
Twee problemen opgelost:
Schoolstrijd
Algemeen kiesrecht
Beide partijen hun zin, als ze de ander ook hun zin gaven
Pacificatie 1917
Instelling
evenredige
vertegenwoordiging
1918: Alle mannen naar de stembus
1919: algemeen kiesrecht vrouwen
Democratisering
is “af”
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 47
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 36
Nationalisme,
Vooral in DuitslandGroeiend gevoel van eenheid
Op basis van:
-Taal
-Cultuur
-Geloof
-“ras”
Ontwikkeling nationale eer en
nationale identiteit
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 36
Na de slag bij Waterloo Congres van Wenen
Nieuwe indeling Europa bespreken
Pruisen aanwezig als “Duitsland”
Nationale gevoel in “Duitse
gebieden” enorm gegroeid
-Burschenschaften:
-Duitse taal
-Geschiedenis Duitsland
-Afzetten tegen niet-Duits
Invloed Romantiek:
tegenreactie op rationele denken Verlichting
Volgende stap:
Politiek nationalisme
Duitsland bijeenbrengen:
- Zollverein (1834)
- Praten over eenheid (1848)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 36
1862: Bismarck minister-president Pruisen
Droomde van Groot Duits Keizerrijk
1864: oorlog met Denemarken
1866: oorlog met Oostenrijk
-Uitbreiding grondgebied
- Noord-Duitse bond opgericht
1870: Frankrijk verklaart Pruisen de oorlog
( er zou een Pruis op Spaanse troon komen)
1870-1871: Frans-Duitse oorlog
Frankrijk verpletterend verslagen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 48
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 36
Pruisen krijgt:
-Herstelbetalingen
-Elzas-Lotharingen
Groei anti-Duits nationalisme Frankrijk
Groei nationalisme Duitsland
Bismarck roept Duitse Keizerrijk uit in 1871
Gevolgen Frans-Duitse oorlog 1870-1871
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 36
Al eerder politieke hervormingen
Al eerder militaire hervormingen
Snelle industrialisatie
Directe status van grootmacht:
Buitenlandse politiek lastiger
Veel anti-Duits sentiment
Engelse en Russische “concurrentie”
Koloniale ambities (Conferentie van Berlijn 1884-1885)
Bismarck kiest voor handhavingspolitiek
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Aspect 32Aspect 31 Aspect 33 Aspect 35Aspect 34
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Aspect 36
Na Wilhelm I werd Wilhelm II keizer
Enorme buitenland ambities
Weltpolitik
Eerst overzees imperialisme, maar geen succes
Dus focus terug naar imperialisme in (Oost)Europa
Rest Europa bang, want
-Groeiend militarisme
-Groeiende economieVlootwet (1898) maakte veel geld vrij voor vloot
Bondgenootschappen sluiten
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 49
Tijdvak 9: wereldoorlogen
Eerste helft 20e eeuw
1900-1950
Nationalisme groeit
Eerste en Tweede Wereldoorlog
Nieuwe manier van oorlogvoeren
Economische problemen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39 KA 38 KA 44KA 43KA 42
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen
en vormen van massaorganisatie
Massaorganisatie van alle tijden Maar, in 20e eeuw:
-Groter
-Blijvend karakter
-Goed georganiseerd
-Vaak doelbewust opgericht
Kenmerkend:
-symbolen, liederen, vlaggen, etc
-Presenteren als groep (optochten etc)
-Gemeenschap als hoogste ideaal
- grote leider als voorbeeld
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39 KA 38 KA 44KA 43KA 42
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen
en vormen van massaorganisatie
Propaganda van alle tijden Maar, in 20e eeuw:
-Nieuwe doelen
-Ander karakter
Massa beïnvloeden en sturen
Inzet “moderne” communicatiemiddelen
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 50
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39 KA 38 KA 44KA 43KA 42
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen
en vormen van massaorganisatie
In de Sovjet-Unie
Na machtsovername Lenin:
Meer en meer controle op dagelijks leven door politiek
- 1 politieke partij
- Tegenstanders “opgeruimd”
- verenigingen etc onder communistisch toezicht
- Economie gestuurd door politiek
- Aangepast onderwijsprogramma
Totale leven compleet doordrenkt met communisme totalitarisme(nazisme)
(fascisme)
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39 KA 38 KA 44KA 43KA 42
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen
en vormen van massaorganisatie
KA 37
In Nazi-Duitsland
Ook massaorganisatie en propaganda
Nazi’s verheerlijken
Jodenhaat verspreiden
Volledige controle dagelijks leven
Jeugdbeweging, vakbond, onderwijs
Alle kunst en cultuur onder toezicht: Rijkscultuurkamer
Nazificeren/
gelijkschakeling
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën
communisme en fascisme/nationaalsocialisme
Communisme in Rusland:
Rusland tot 1917: absolutistische tsaar
WO I liet zwak leger zien Slechte motivatie soldaten
Al eerder rellen in steden door voedseltekort
Tsaar verliest steeds meer macht en controle
Nieuwe regering
Steden vormden eigen raden (sovjets)
Chaos
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 51
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën
communisme en fascisme/nationaalsocialisme
Leider communisten Lenin keert daarna terug uit ballingschap
Doel: met revolutie (geweld)
boeren en proletariaat aan de macht krijgen
In de chaos doet Lenin een machtsgreep
-Oprichting geheime politie
-Verdrag Brest-Litovsk (1917)
Focus op omvormen Sovjet-Unie
tot communistische staat
Nieuwe Economische Politiek (NEP)
Via tussenfase naar communistische economie
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën
communisme en fascisme/nationaalsocialisme
1924: Lenin overlijdt, Stalin aan de macht
-Snelle industrialisatie
-Meer invloed staat en partij
-Vijfjarenplannen
-Collectivisatie landbouw
Einde NEP
Hardere communistische lijn
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën
communisme en fascisme/nationaalsocialisme
Fascisme in Italië
-Beloofde gebiedsuitbreiding bleef uit na WOI
-Slechte economische omstandigheden
-Politieke chaos
Boze, gefrustreerde
Italianen
Extreem rechts
met knokploegen
ziet kansenOntwikkeling fascisme
- Tegen zo’n beetje alles
- Voor eenheid van de natie
- Geweld en militarisme
- “niet denken maar doen”
- Sterke leider Mussolini
- 1 politieke partij
- Verdeeldheid verdwenen
- Economisch herstel
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 52
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën
communisme en fascisme/nationaalsocialisme
Nationaalsocialisme in Duitsland
Dreigend verlies WOI Chaos in Duitsland zelf:
Matrozenopstand,die zich over
Duitsland verspreidde Eis:
Meer inspraak
Geen succes, maar opleving door
terugkerende (verbitterde) soldaten
Privé-legertje onder leiding communistische Spartakisten
Neergeslagen, maar spanningen bleven
Spartacus-
opstand
(1919)
1918
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
GB, FR
VSDLD
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën
communisme en fascisme/nationaalsocialisme
Verkiezingen Voorstanders wapenstilstand WOI winnen
Vorming Republiek van Weimar
-Met veel tegenstanders
-Zonder stevige basis-Volk voelde zich verraden door Versailles
- Grote economische problemen
Economisch herstel dmv Dawesplan (1924)
Amerikaanse hulp aan Duitsland
1929: Amerikaanse economie onderuit
Europa ook onderuit
KA 37
- Herstelbetalingen
- Franse bezetting Rijnland
- Hyperinflatie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën
communisme en fascisme/nationaalsocialisme
Eén boze “Duitser” was Hitler
1923: Bierkellerputsch NSDAP mislukt
1929: Beurskrach en ineenstorting economie Nieuwe kans
1933: NSDAP grootste partij bij verkiezingen
Hitler werd Rijkskanselier
Nieuwe verkiezingen Opnieuw geen meerderheid
Rijksdagbrand “schakelde” communisten/socialisten uit
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 53
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën
communisme en fascisme/nationaalsocialisme
1934: Machtigingswet gaf Hitler dictatoriale macht
Parlement uitgeschakeld
Politieke partijen afgeschaft
gelijkschakelingTotalitaire staat
Inclusief concentratiekampen voor politieke
tegenstanders
Dachau al in gebruik vanaf maart 1933
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 37 KA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
De crisis van het wereldkapitalisme
WOI: boost voor Amerikaanse economie
Daarna op zelfde niveau verder
1) Al snel overproductie door afgenomen Europese vraag
2) Goedkoop lenen
3) Extreme speculatie met aandelen
4) Met geleend geld….
Beurskrach 1929 (wereldwijde) crisis,
door oa Dawesplan
Afwachtende houding werd New Deal -Sociale werkprojecten
-Uitkeringen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het voeren van twee wereldoorlogen
19e eeuw: vreedzaam door evenwicht tussen grootmachten
1871: Uitroepen Duitse keizerrijk zorgt voor wankelen
Bondgenootschappen leidden tot even sterke machtsblokken
(Industriële en koloniale ambities)
Dus wapenwedloop
Franse haat en wraakgevoelens
Nationalisme in elk Europees land
28 juni 1914: moord op kroonprins Frans Ferdinand
Start Eerste Wereldoorlog
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 54
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het voeren van twee wereldoorlogen
Door bondgenootschappen raakt heel Europa betrokken
De Centralen willen eerst Frankrijk verslaan, daarna Rusland
Aanval Frankrijk via België (von Schlieffenplan)
België was neutraal, maar
-Veel schade
-Veel geweld tegen bevolking
Ontmoeting in Noord-Frankrijk
Duitsers vs Fransen en Engelsen
Patstelling door ingraven
Gifgas en machinegeweren (industrialisatie) eisten VEEL slachtoffers
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het voeren van twee wereldoorlogen
1917: Russische Revolutie Sovjet-Unie trekt zich terug: Brest-Litovsk verdrag
1917: onbeperkte duikbotenoorlog trekt VS in de oorlog
11 november 1918: wapenstilstand Duitsland krijgt alle schuld:
-Gebied afstaan
-Leger en vloot sterk verkleind
-Demilitarisatie Rijnland
-Herstelbetalingen
Herhaling voorkomen:
VS wil Volkenbond
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het voeren van twee wereldoorlogen
Hitler maakt Versailles ongedaan:
-Herstelbetalingen stopgezet
-Leger opbouwen, met dienstplicht
Herstel en uitbreiding Duitse Rijk:
Heim ins Reich &
Lebensraum voor Ariërs
1936: inval gedemilitariseerde Rijnland
1938: Ansluß en Sudetenland
Europa wordt bang, dus Conferentie van München
Hitler krijgt zijn zin, in hoop dat hij het er verder bij laat
(eind aug) 1939: Deal Hitler met Sovjet-Unie: Molotov-Ribbentroppact
1 september 1939: Duitse aanval op Polen Start Tweede
Wereldoorlog
appeasement
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 55
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Het voeren van twee wereldoorlogen
Blitzkrieg Aangevallen en gebombardeerd, in hoog tempo
3 september: Engelse en
Franse oorlogsverklaringTweefronten-oorlog voor Hitler
April 1940: Denemarken, Noorwegen
Mei 1940: Benelux
Juni 1940: Frankrijk
Juni 1941: Operatie Barbarossa
Duits succes tot Slag om
Stalingrad (aug 42-feb 43)
Europees keerpunt in WOII
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen
Europa was al in oorlog
7 dec 1941: Japanse aanval op Pearl Harbor
Echte wereldoorlog
Japanse opmars in Zuidoost-Azië
Europese koloniën
Het voeren van twee wereldoorlogen
Sovjet-Unie
Engeland
VS
Duitsland
Japan
Geallieerden As-mogendheden
KA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogen
Het voeren van twee wereldoorlogen
Stalin wilde tweede front:
meer hulp van de Geallieerden:
tweede front
6 juni 1944: D-day
Duitsland zwaar bombarderen:
moraal bevolking breken
April 1945:
Inname Berlijn
zelfmoord Hitler
8 mei 1945:
Capitulatie Duitsland
Europa Azië
Japan verslaan kostte veel moeite:
Eilanden veroveren eiste
veel Amerikaanse levens
Inzet atoombom
Japanse capitulatie pas na 2 bommen
15 augustus 1945
KA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 56
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden
Al vanaf 1933: campagne tegen Joden
1935: Neurenburger rassenwetten
-Alleen staatsburgerschap voor Duitsers
- Beschermen van het Duitse bloed en eer
Start systematische discriminatie
Discriminatie is nu
wettelijk geregeld
- Boycot
- Uitsluiten
- Isoleren (in wijken en kampen)
- vernietigen
Wannsee-conferentie 1942
Untermenschen
KA 37
Ook Jodenvervolging in Nederland:
Vanaf 1941 steeds strengere maatregelen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
De Duitse bezetting van Nederland
WOI : Nederland neutraal Economisch wel voelbaar
Nauwe samenwerking politiek,
ondanks verzuiling
Nederland hoopte op neutraliteitWOII
Mobilisatie pas in zomer ‘39
- Nederlands leger niet opgewassen tegen Duitse leger
10 mei 1940: Duitse aanval
- Beetje weerstand gebroken door bombardement op Rotterdam
- Koningin vlucht naar Engeland
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
De Duitse bezetting van Nederland
15 mei 1940: Nederland capituleert
Begin Duitse bezetting
Macht in handen van de SS
-Nieuwe politieke koers
- Uitvoering door Nederlands bestuur
- Distributiesysteem, avondklok, persoonsbewijs
Duitse problemen
Vanaf 1942
Zwaardere maatregelen in Nederland
- Economische omvorming
-Arbeidseinsatz
-Razzia’s
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 57
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens
en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoeren
Totale oorlog Hele samenleving betrokken
-Soldaten aan het front
-Arbeiders en boeren aan thuisfront
Meer slachtoffers dan ooit ervoor
-Bevolking betrokken (bombardement Rotterdam)
-Nieuwe technologie
- WOI: onderzeeër, tank, gifgas, machinegeweer, vliegtuig
- WOII: langeafstandskanon, luchtbombardementen
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens
en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoeren
Massavernietigingswapens
Toppunt: atoombom
Japans fanatismeAmerikaanse
soldaten
Atoombom
Hiroshima & Nagasaki
120.000 doden & 100.000 gewonden Massavernietigingswapen
15 augustus 1945: Japan geeft zich over
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
Tijdens 20e eeuw: groeiend verzet tegen kolonialisme
WO I:
-Verlies westerse superioriteit
-Beloning na meevechten?
WO II:
-Verlies westerse superioriteit
-Azië bezet door Japan
Nationalisme: steeds meer kracht
Non- coöperatie, soms met geweld
India had Gandhi
Indonesië had Soekarno en WOII
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 58
Tijdvak 9: wereldoorlogenKA 41KA 40KA 39KA 38 KA 44KA 43KA 42
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
Nederlands-Indië
Veroverd door Japan in 1942
Indië hoopte op bevrijding van Nederlanders
Japan zag Indië als “wingewest” (olie)
-Nederlanders in Jappenkampen
-Lokale bevolking niet belangrijk
Japan wel van belang voor Indië -Groei nationalisme
- Nederlandse superioriteit onderuit
Nederland verzwakt na WOII
Niet direct terug naar Indië
Republik Indonesia
uitgeroepen door Soekarno en Hatta
KA 37
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computer
Tweede helft 20e eeuw
Vanaf 1950
VS en Sovjet-Unie als grote winnaars
Nucleaire dreiging: Koude Oorlog
Groeiende Europese Samenwerking
Economische groei
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Oplossing in 1122:
Concordaat van Worms
Tijdvak 4: Steden en statenAspect 14Aspect 13 Aspect 16 Aspect 17
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke
dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
Aspect 15
Investituurstrijd
Paus benoemt bisschop en geeft geestelijke symbolen
Koning geeft daarna wereldlijke symbolen
Paus “wint” maar alleen in theorie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 59
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Aspect 45
Blokvorming, vooral in Europa
West-Europa onder invloed van VS
Oost-Europa overheerst door Sovjet-UnieSatellietstaten
Oostblok
Scheidslijn: IJzeren GordijnEnorme angst voor elkaar
Wantrouwen
Spanning
OorlogsdreigingKoude Oorlog
Bewapenen
Bondgenootschappen
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Aspect 45
Isolationisme wordt actie Angst voor communisme was enorm groot
1) Containmentpolitiek
2) Truman-doctrine
Oa
Marshallplan
1) Indammen communisme
2) Dmv hulp bij dreiging door communisme
Luchtbrug bij Blokkade Berlijn
Oprichting NAVO
Marshallplan:
Financiele hulp aan West-Europa bij wederopbouw na WOII
Tegenstelling West en Oost:
alleen maar groter
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Aspect 45
Blokkade van Berlijn (1948-1949)
Westen start luchtbrug
Duitsland EN Berlijn verdeeld na WOII
Marshallhulp aan West Duitsland
EN West-BerlijnSovjet-Unie boos
Westen besluit tot permanent
samenwerken: NAVO (1949)
1949
-SU heeft atoombom
- China communistischAngst neemt hysterisch toe:
Redevoering McCarthy
Heksenjacht op communisten
in Amerika: McCarthyisme
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 60
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Aspect 45
Angst communisme blijft:
1956: Hongaarse OpstandSU grijpt hard in, tijdens opstand in satellietstaat
Grote protesten in Nederland:
Bestorming Felix Meritis in Amsterdam
(kantoor Communistische Partij Nederland)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Aspect 45
1961: bouw Berlijnse Muur
Stroom vluchtelingen via West-Berlijn stoppen
VS grijpt niet in Wel stellingname: “Ich bin ein Berliner” (Kennedy)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Aspect 45
1962: Cuba-crisis
Steun vanuit Sovjet-Unie (1962):
Nucleaire raketten gericht op VSVS: zee-blokkade van Cuba
SU lijkt blokkade te negeren
1959: Fidel Castro maakt Cuba communistisch
VS wil Castro wegwerken
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 61
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Aspect 45
Schrik zat er in na Cuba-crisisMeer overleg
Werken aan ‘ontspanning’
Focus van militair naar ruimte
Ontspanning leidt tot SALT I-akkoord (1972)
Strategic Arms Limitation Talks
SALT II mislukt door SU inval in Afghanistan
VS gaat weer herbewapenenStrategic Defense Initiative
Kruisraketten in Europa
Massale protesten in Amsterdam tegen plaatsing kruisraketten (1981)
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 45 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
Aspect 46
WOII had grote invloed op koloniën
Opkomend nationalisme verder versterkt
Superieure Westen ernstig verzwakt
Nationalisme opgekomen in jaren ‘20
Japan had Westerse superioriteit onderuit gehaald
Na WOII barstte de dekolonisatiestrijd uit in Azië
India: geweldloos verzet onder leiding van Mahatma Gandhi
Nederlands-Indië verklaarde zich onafhankelijk in 1945, met enorme
strijd tot gevolg
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 45 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
Aspect 46
1945: Soekarno roept onafhankelijkheid uit
“Indie verloren, rampspoed geborenpolitionele acties
NL: ingrijpen nav rebellie op
eigen grondgebiedIndonesië: oorlog tegen
dekolonisatie
Steun van VS
- Stopzetten Marshallhulp
1949: Nederland erkent onafhankelijkheid Indonesië
Strijd gaat verder in Indonesië:
Eenheidstaat (droom Soekarno) -Indo’s als vijand behandeld
-Molukken
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 62
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 45 Aspect 48Aspect 47 Aspect 49
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
Aspect 46
Noord-Afrika: vooral Engelse en Franse koloniën
Algerije was Franse kolonie, met veel Franse inwoners
Beschermen Franse bevolking Onafhankelijkheid
Bloedige burgeroorlog 1954-1962
Frankrijk verloor:
-Fransen naar huis
-Algerije zocht contact
met Arabische wereld
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46Aspect 45 Aspect 48 Aspect 49
De eenwording van Europa
Aspect 47
Samenwerking in Europa zou nieuwe oorlog voorkomen
Op gebied van economie
Kolen en staal industrie
= oorlogsindustrie Gezamenlijk toezicht
1957: Verdrag van Rome
- Gezamenlijke markt
1967: gezamenlijk landbouwbeleid
1993: Europese Unie (EU)
-Grenzen gaan open
2002: invoering Euro
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46Aspect 45 Aspect 48 Aspect 49
De eenwording van Europa
Aspect 47
Ondertussen in Oostblok
Grote armoede
Stalin hield ijzeren grip op Oostblok1953: Chroesjtsjov kiest voor
destalinisatie
Protesten in hoop op meer vrijheid:
Hongaarse Opstand (1956)
Praagse Lente (1968)
Hardhandig neergeslagen door SU
Breznjev-doctrine (va 1968)
VS start bewapening opnieuw:
Strategic Defense Initiative SU economisch (verder ) verzwakken
Met succes
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 63
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46Aspect 45 Aspect 48 Aspect 49
De eenwording van Europa
Aspect 47
1985: Gorbatsjov wordt nieuwe Sovjet-leider
Perestrojka: economische hervormingen
Glasnost: meer openheid
Onderhandelen met VS over wapens
Populair in buitenland
In SU slecht gewaardeerd
Oostblok ziet kansen op meer “onafhankelijkheid”
Polen: kerk en vakbonden steeds populairder
Hongarije: doorknippen ijzeren gordijn
DDR: protesten leiden tot opening Berlijnse Muur (9 nov 1989)
= Val van het communisme
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46Aspect 45 Aspect 48 Aspect 49
De eenwording van Europa
Aspect 47
Sovjet-Unie valt uiteen
Communisme in Europa verdwijnt
Armoede blijft
Nationalisme verschijnt- Tsjechoslowakije valt uiteen
- Burgeroorlog in Joegoslavië
Vanaf 2004:
Voormalig Oostbloklanden treden toe tot EU
Einde communisme zorgt dus voor verdere groei Europese Unie
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46Aspect 45 Aspect 47 Aspect 49
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste
eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
Aspect 48
Europa lag aan puin na WOII
Nederland:
Sober en zuinig
VerzuilingHard werken
Politieke samenwerking
Marshallhulp
Enorme economische groei
Werkgelegenheid in de stad: urbanisatie
Eerste stappen individualisering
Door welvaart kan politiek werken aan opbouw verzorgingsstaat
Jaren ‘60: protesten tegen sober en zuinig
Met explosieve loonstijging als gevolg
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 64
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46Aspect 45 Aspect 47 Aspect 49
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste
eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
Aspect 48
Culturele veranderingen als volgende stap
Babyboom-generatie
Verzuiling na WOII weer opgepakt totdat….. televisie verscheen
1 zender ≠ verzuiling
Opgegroeid met
individualisering
televisie
Andere mentaliteitAfzetten tegen “alles”
= protestgeneratie
Vrouwen weer in actie
voor meer gelijke rechten
Popmuziek !!
Verdere individualisering
Ontkerkelijking (secularisatie)Gevolg: pluriforme maatschappij
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46Aspect 45 Aspect 48Aspect 47
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
Aspect 49
Kort na WOII Nederland als emigratieland
Ook instroom van ‘buitenlanders’:
1) Nederlandse Indiërs
1) Molukkers hoopten op
terugkeer:
-Geen integratie
-Frustraties, treinkaping
- Later toch integreren
2) gastarbeiders
3) Surinamers & Antillianen
3) 1975: Suriname onafhankelijk4) Asielzoekers (vooral na 1990)
4) Op de vlucht voor armoede,
oorlog, onderdrukking, etc
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Tijdvak 10: televisie en computerAspect 46Aspect 45 Aspect 48Aspect 47
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
Aspect 49
Indiërs integreerden vrijwel volledig
Terugkeer gastarbeiders, dus in
begin geen integratie
Vele tussenvormen van
integratie ontstaanNederland als pluriforme en vooral
ook multiculturele samenleving
Laatste jaren meer en meer kritiek
“Integratiebeleid mislukt”
Extremisme, zoals 9/11Reacties zoals Pim Fortuyn &
Geert Wilders
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
___________________________________
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 65
Opdrachten HAVO
Tijdvak 1: Jagers en boeren
Vraag 1 (H2006-I,2):
Bron 1
De zonnetempel Stonehenge in Engeland, een monument uit de prehistorie
Toelichting
De stenen die gebruikt zijn in Stonehenge wegen gemiddeld 40.000 kg en werden 250
kilometer over land en water vervoerd tot de plek waar zij nu staan.
Een bewering
Stonehenge kan niet gebouwd zijn door jagers/verzamelaars, maar moet gebouwd zijn door
landbouwers.
4p Leg deze bewering uit. Doe dat door:
− de leefwijze van jagers/verzamelaars op twee kenmerken te vergelijken met de leefwijze
van landbouwers en
− daarmee telkens uit te leggen waarom jagers/verzamelaars Stonehenge niet konden
bouwen, en landbouwers wel.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 66
raag 2 (H2010-II,2):
Bron 2
Rotstekening uit Bohuslän, een gebied in Zweden. De tekening dateert van ongeveer 3000 v.
Chr.
Gebruik de bron
Bij deze rotstekening krijg je twee gegevens:
1 Rond 3000 v. Chr. heeft in Zweden de landbouwrevolutie plaatsgevonden.
2 Rond 3000 v. Chr. leven de Zweden nog in de prehistorie.
3p Gebruik deze gegevens om:
− (met bron) uit te leggen waardoor deze rotstekening een bewijs vormt dat in Zweden de
landbouwrevolutie al heeft plaatsgevonden en
− (zonder bron) aan te geven waarom wij verder weinig weten van de cultuur van deze
landbouwers.
Vraag 3: (H2009-I,2)
Bron 3
Kleitablet van omstreeks 2100 voor Chr., gevonden in het archief
van een opgegraven tempel uit Mesopotamië in het tegenwoordige
Irak
Toelichting
Het tablet in spijkerschrift is afkomstig van de administratie van de
tempel. Het bevat een lijst van arbeiders met de broodrantsoenen
die zij voor hun werk ontvangen hebben.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 67
Gebruik de bron
Dit kleitablet kan niet afkomstig zijn uit een samenleving van jagers en verzamelaars.
2p Geef daarvoor twee argumenten.
Vraag 4 (H2013-I, 2):
In de eerste stedelijke gemeenschappen werd het spijkerschrift ontwikkeld dat op
kleitabletten werd geschreven. Verreweg het grootste deel van deze kleitabletten bevatte
administratieve aantekeningen.
1p Geef hiervoor een verklaring.
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
Vraag 5 (H2006-II,4)
Bron 4
De Griekse historicus Herodotos (485 - 420 v Chr) onderzoekt de oorlogen die in zijn tijd
gevoerd worden tussen de Griekse stadstaten en het Perzische Rijk
Hier volgt een uiteenzetting van het onderzoek, dat Herodotos uit Halikarnassos heeft
ingesteld met de bedoeling dat de handelingen van de mensen niet op de lange duur
vergeten zouden worden. En dat de belangrijke en bewonderenswaardige daden, enerzijds
door Grieken, anderzijds door niet-Grieken verricht, beroemd zouden blijven. Ook wil hij
laten zien door welke aanleiding zij met elkaar in strijd zijn geraakt. (…)
Volgens de Perzen zijn de Grieken begonnen met een reeks gewelddaden door een prinses
te schaken. Een generatie later zou de zoon van de koning van Troje wraak willen nemen
door een Griekse prinses te roven. Zo had hij Helena geschaakt. Tot dan toe was het
gebleven bij schakingen over en weer, maar toen hebben de Grieken een veldtocht tegen
Azië ondernomen. Pas daarna zijn de Perzen naar Europa gekomen.
Dit is de mening van de Perzen, maar de Grieken denken er anders over. Ik ben niet van
plan hierover te gaan betogen dat het zus of zo gegaan is. Eerst zal ik de man aanwijzen
van wie ik zelf weet dat hij het eerst geweld tegen de Grieken heeft gebruikt, daarna zal ik
mijn verhaal voortzetten.
De Romeinse politicus en redenaar Cicero (106-43 v Chr) noemde Herodotus de ‘vader van
de geschiedschrijving’, omdat hij de eerste was die probeerde de geschiedenis op een
wetenschappelijke manier te onderzoeken.
4p Leg met twee voorbeelden uit dat Herodotus de geschiedenis op een wetenschappelijke
manier tracht te onderzoeken.
Vraag 6 (H2008-I, )
Een uitspraak:
De Griekse stadstaten vormen de bakermat van de westerse beschaving.
2p Noem een kenmerk van de Griekse stadstaten en leg daarmee de uitspraak uit.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 68
Vraag 7 (H2006-II)
Bron 5
Het amfitheater in Nîmes (Frankrijk) gebouwd aan het einde van de eerste eeuw na Christus
Overblijfselen van dergelijke amfitheaters uit deze periode zijn ook gevonden in Griekenland,
het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Spanje en Trier (Duitsland).
Gebruik de bron
2p Leg uit:
− waardoor deze grote verspreiding verklaard kan worden
− welke conclusie je kunt trekken over de culturele beïnvloeding in deze tijd en in dit gebied.
Vraag 8 (H2015-I, 2)
Bron 6
Velleius Paterculus (20 voor Chr. - 30) is lid van de militaire staf van de latere Romeinse
keizer Tiberius. In de jaren 4 en 5 neemt hij deel aan een grote militairecampagne onder
leiding van Tiberius naar de Elbe in Noord-Duitsland. Velleius schrijft hierover:
We hadden ons kamp opgeslagen aan deze zijde van de genoemde rivier (de Elbe), terwijl
de andere zijde blonk van de wapens van de vijandelijke krijgers, die bij elke beweging en
iedere manoeuvre van onze schepen meteen terugweken. Een van de barbaren, een man
op leeftijd, met een opvallende lichaamsbouw en naar zijn kleding te oordelen grote
waardigheid, stapte in een bootje (een uitgeholde boomstam, zoals daar gebruikelijk is) en
stuurde dit vaartuig alleen naar het midden van de stroom. Daar vroeg hij toestemming om
zonder gevaar op de oever te komen die wij bezet hielden, en Tiberius te zien. Dat verzoek
werd ingewilligd. Nadat hij zijn schuitje had aangemeerd, keek hij lange tijd zwijgend naar
Tiberius, en zei toen: "Onze krijgers zijn gek, want ze vereren jullie als goden wanneer jullie
er niet zijn, en wanneer jullie er wel zijn, vrezen ze liever jullie wapens dan zich onder jullie
hoede te stellen. Maar ik heb met uw welwillende toestemming, Tiberius, vandaag de goden
gezien over wie ik tot nu toe alleen maar had gehoord. Mijn hele leven lang heb ik geen
gelukkiger dag gewenst of beleefd." En nadat hem was toegestaan de hand van Tiberius aan
te raken, keerde hij terug naar zijn bootje en bleef onafgebroken naar hem omkijken toen hij
naar de oever van zijn stamgenoten terugvoer.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 69
Deze bron past bij verschillende kenmerkende aspecten van de oudheid.
2p Noem twee kenmerkende aspecten van de oudheid die bij deze bron passen en geef bij
elk kenmerkend aspect een passend voorbeeld uit de bron.
Vraag 9 (H2008-I,5)
Bron 7
Een van de vele sarcofagen (stenen doodskisten) met christelijke symbolen uit omstreeks
350, gevonden in een van de ondergrondse begraafplaatsen van Rome.
Gebruik de bron
In deze bron zijn uiterlijke vormen van de Grieks-Romeinse cultuur zichtbaar én komt de
verspreiding van het christendom naar voren.
3p Leg dit uit door:
− één voorbeeld te noemen uit de bron van een Grieks-Romeinse vorm en
− duidelijk te maken dat met deze bron de verspreiding van het christendom aan te tonen is.
Tijdvak 3: Monniken en ridders
Vraag 10 (H2008-I,8)
De paus en de Frankische koning werkten samen om het christendom te verbreiden. Beiden
steunden Willibrordus op zijn bekeringstochten.
3p Leg uit:
− welk belang de Frankische koning had om Willibrordus te steunen en
− welk belang de paus had om met de Frankische koning samen te werken en
− welk probleem in de middeleeuwen ontstond in de samenwerking tussen de paus en de
vorsten.
Vraag 11 (H2014-I,4)
In de zesde eeuw brak voor de eerste keer een pestepidemie uit in het Oost-Romeinse Rijk:
er stierven miljoenen mensen en de samenleving raakte ontwricht. Hoewel in de zevende en
achtste eeuw ook nog uitbraken van de pest voorkwamen, bleef de eerstvolgende grote,
zeer dodelijke pestepidemie uit tot 1347.
2p Verklaar met een kenmerkend aspect van de vroege middeleeuwen waardoor grote
pestepidemieën in die periode bijna niet voorkwamen in West-Europa.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 70
Vraag 12 (H2006-II,7)
Bron 8
In 743 neemt de Frankische heerser Pepijn de Korte (743-768) de volgende maatregel
Vanwege de oorlogsdreiging en de aanvallen van verschillende volken op onze grenzen
hebben we besloten, met de hulp van God en op advies van onze geestelijkheid (...), een
deel van het kerkelijk bezit te gebruiken voor de ondersteuning van ons leger.
De landerijen van de kerk worden tot leengoederen gemaakt. (…) Als de leenman overlijdt,
zal het leengoed aan de kerk worden teruggegeven. Als de oorlogsdreiging echter blijft, zal
de leenovereenkomst worden vernieuwd. De overeenkomst mag echter niet ten koste gaan
van de kerken en de kloosters. Als dat wel het geval is, moeten zij hun bezittingen
terugkrijgen.
De landgoederen omvatten niet alleen het land en het landhuis maar tevens alle huizen,
molens, stallen, bossen, weilanden, bewoners en horigen.
Gebruik de bron
In de tijd van Pepijn ontstaat het feodale stelsel. Uit deze tekst blijkt:
− een oorzaak van het ontstaan van het feodale stelsel en
− de afhankelijkheid in de vroege middeleeuwen van het centrale vorstelijke gezag van de
kerk.
2p Leg dit voor beide conclusies uit.
Vraag 13 (H2009-I,6)
Na de val van het West-Romeinse Rijk was er in West-Europa steeds minder geld in omloop.
Dit maakte aanpassingen nodig in de voedselvoorziening en in het bestuur.
4p Leg uit dat het gebrek aan geld werd opgevangen door:
− het hofstelsel en
− het feodalisme
Tijdvak 4: Steden en staten
Vraag 14 (H2015-I,4)
Bron 9
In 1348 sluiten de Prince of Wales (de Engelse troonopvolger) en Sir Henry Eam een
overeenkomst:
Toekenning voor de duur van het leven aan Sir Henry Eam van een jaarlijkse rente ter
waarde van 100 mark. De rente wordt in gelijke delen met Pasen en het St.-Michielsfeest (29
september) uitbetaald. (…) De genoemde Sir Henry (…) bood zich vrijwillig aan en beloofde
zich zijn leven lang in dienst te stellen van de prins, en hem te vergezellen waarheen de
prins maar wil (…), zowel in tijden van vrede als in tijden van oorlog. Hij zal voor hem tegen
iedereen vechten (…), wanneer de prins strijdt voor de verdediging van zijn eigen gebieden.
De prins van zijn kant wil Sir Henry graag een dusdanige beloning geven dat hij vast aan zijn
hof wordt verbonden.
Uit deze bron blijkt dat in de late middeleeuwen:
1 het feodalisme blijft bestaan en
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 71
2 de militaire organisatie zich heeft aangepast aan de nieuwe economische omstandigheden
van die tijd.
2p Toon de juistheid van beide conclusies aan.
Vraag 15 (H2007-I,9)
Bron 10
Uit het stadsrecht dat op 27 januari 1356 aan Enkhuizen verleend wordt
Hertog Willem van Beyeren, graaf van Holland, van Zeeland, heer van Vriesland en opvolger
van het graafschap Henegouwen, maken bekend aan ieder dat wij gegeven hebben en
geven voor ons en voor onze nakomelingen aan onze lieve en trouwe lieden (mensen) van
Enkhuizen (...) om de vele trouwe diensten die zij ons en onze voorvaderen vroeger gedaan
hebben en ons en onze nakomelingen nog doen zullen:
− Een vrijheid en een stadsrecht aan allen die binnen de genoemde plaats nu ter tijd wonen
of hierna wonen zullen en aldaar poorter (burger van een stad) zijn, (...)
− Voorts hebben wij gegeven en geven aan onze goede lieden, hiervoor genoemd, een
jaarmarkt veertien dagen lang durend (...)
− Voorts zo zullen ons onze goede lieden van onze poort van Enkhuizen voornoemd dienen
in onze heervaart (leger) met dertig mannen (...).
Gebruik de bron
Twee beweringen:
1 Het stadsrecht was financieel voordelig voor de stad, en ook voor de heer.
2 Het verlenen van stadsrechten door middeleeuwse vorsten verminderde de macht van de
adel en bevorderde de centralisatie van het bestuur.
4p Leg dit telkens voor beide onderdelen van de beweringen uit.
Vraag 16 (H2015-I,5)
Bron 11
In de elfde eeuw circuleert in West-Europa een Latijnse oorkonde waarin de Romeinse
keizer Constantijn de Grote (306-337) bekend maakt:
Wij geven ons paleis en de provincies, plaatsen en steden van de stad Rome, heel Italië en
de westelijke gebieden, aan onze zalige vader Silvester, bisschop van Rome en
gemeenschappelijke paus. En door ons betrouwbaar, keizerlijk oordeel dragen we dit over in
de macht en zeggenschap van hem en de pausen die hem opvolgen. Wij besluiten door
deze keizerlijke verordening dat dit alles zo ingericht wordt en wij staan toe, dat al dit gebied
afhankelijk blijft van de heilige, Romeinse kerk.
Deze oorkonde wordt gebruikt in een politiek conflict in de elfde eeuw.
2p Noem:
− dit politieke conflict en
− het argument dat de paus voor zijn standpunt aan deze oorkonde kan ontlenen.
Vraag 17 (H2008-II,9)
Bron 12
In 1095 roept paus Urbanus II voor het eerst op tot een kruistocht. Volgens de
kroniekschrijver Robert de Monnik zegt hij daarbij
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 72
Volken uit het rijk van de Perzen – een vervloekt volk, een volk dat van God is vervreemd –
zijn daar (in Palestina) het gebied van de christenen binnengedrongen en hebben dit te vuur
en te zwaard verwoest en geplunderd. Een deel van de inwoners hebben zij als gevangenen
meegevoerd, anderen zijn ellendig ter dood gebracht. Gods kerken zijn tot in hun
grondvesten vernield of dienstbaar gemaakt aan hun eigen eredienst (…).
Laat uw hart spreken en uw ziel moed vatten door de daden van uw voorouders, de
dapperheid en grootheid van Karel de Grote en uw andere koningen, die de macht van de
Heilige Kerk in hun land hebben gevestigd. En vooral, laat u bewegen ter wille van het
Heilige Graf van Jezus Christus, onze Verlosser, dat door onreine volken in bezit is
genomen. Laat varen uw onderlinge haat en twisten, maak een einde aan uw strijd,
beslecht uw bittere onenigheid. Begeeft u op weg naar het Heilige Graf, ontruk
het land aan de handen van dat verfoeilijke volk.
Gebruik de bron
In de tijd van Urbanus
− is het voor gelovigen heel belangrijk een bedevaart te maken naar het Heilige Land
− strijden overal in Europa feodale heren met elkaar om de macht.
4p Leg van elk van deze verschijnselen uit dat het voor de paus een motief kan zijn geweest
om op te roepen tot een kruistocht.
Vraag 18 (H2006-II,10)
Door de groei van de handel ontstond aan het einde van de middeleeuwen een nieuw
machtsevenwicht tussen vorsten en adel.
2p Leg uit welke machtsverschuiving er plaatsvond.
Vraag 19 (H2010-II,8)
Bron 13
Uit het Edict van Villers-Cotterêts, uitgegeven door koning François I van Frankrijk (1539)
Artikel 111: Wij willen dat voortaan alle besluiten, zowel van onze Koninklijke gerechtshoven
als van ondergeschikte en lagere rechtbanken, registers, verhoren, contracten,
machtigingen, testamenten en andere akten worden
uitgesproken, opgeschreven en uitgegeven aan partijen in de moedertaal, het Frans, en niet
anders.
Gebruik de bron
Twee beweringen:
− Artikel 111 van het Edict van Villers-Cotterêts kan gezien worden als een oorzaak en een
gevolg van centralisatie.
− Voor Franse nationalisten in de negentiende eeuw was François I een voorbeeld.
4p Leg beide beweringen uit.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 73
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Vraag 20 (H2010-II,13):
Een ontwikkeling:
Omstreeks 1500 begint de Europese overzeese expansie vanuit Portugal en Spanje.
Omstreeks 1600 gaan ook Hollandse en Zeeuwse kooplieden handelsroutes zoeken naar
Azië, Afrika en Amerika.
4p Beschrijf deze ontwikkeling door:
− een politiek motief te noemen dat de Hollanders en Zeeuwen hadden voor het zoeken naar
handelsroutes en
− een gevolg te noemen van het ontdekken van deze handelsroutes voor de economie van
de latere Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en
− uit te leggen waardoor deze zestiende-eeuwse ontwikkeling past bij een beginnende
wereldeconomie.
Vraag 21 (H2006-II,12)
In de zestiende eeuw begint de Europese expansie overzee en een nieuwe
wetenschappelijke belangstelling. Beide ontwikkelingen hebben elkaar beïnvloed.
4p Leg uit met telkens een voorbeeld:
− waardoor de nieuwe wetenschappelijke belangstelling de Europese expansie mogelijk
maakte en
− dat de expansie de wetenschappelijke belangstelling bevorderde.
Vraag 22 (H2007-I, 10)
Bron 14
Anatomische tekening van een mens door Leonardo da Vinci (1452-1519), Italiaanse
schilder, beeldhouwer, onderzoeker en geleerde
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 74
Deze prent van Leonardo da Vinci wordt vaak gebruikt om te laten zien dat de middeleeuwen
voorbij zijn.
4p Leg dit uit, door:
− eerst met de tekening uit te leggen dat deze tekening typerend is voor een geleerde uit de
Renaissance en
− daarna uit te leggen welke aanpak een middeleeuwse geleerde zou kiezen.
Vraag 23 (h2011-I)
Een gegeven:
Omstreeks 1500 bestudeerde de humanist Erasmus de Bijbel aan de hand van de
oorspronkelijke Griekse teksten. Hierdoor ontdekte hij in de gangbare Latijnse vertaling van
de Bijbel veel fouten.
2p Leg uit dat dit gegeven past bij twee kenmerkende aspecten van de zestiende eeuw.
Vraag 24 (H2013-I)
Bron 15
In Worms (Duitsland) vindt in 1521 een vergadering plaats waarbij de monnik Maarten Luther
zijn stellingen tegen misstanden binnen de rooms-katholieke kerk verdedigt. Keizer Karel V
zegt daarover tegen de aanwezige Duitse vorsten:
Ge weet, dat ik afstam van de aller christelijkste keizers van de edele Duitse natie (…). Naar
hun voorbeeld heb ik tot dusver steeds geleefd. Want het is zeker dat één enkele broeder
dwaalt, als hij zich keert tegen de mening van de gehele christenheid, omdat die christenheid
anders duizend jaar of nog langer gedwaald zou moeten hebben. Daarvoor ben ik ook
vastbesloten mijn koninkrijken en heerlijkheden, vrienden, lichaam en bloed, leven en ziel, in
te zetten. Want het zou een schande zijn voor ons en voor u, gij leden van de edele Duitse
natie, als door onze nalatigheid ook maar een schijn van ketterij en aantasting van het
christelijk geloof in de harten der mensen zou binnensluipen. Nadat we gisteren hier de rede
van Luther hebben gehoord, zeg ik u dat ik het betreur zo lang te hebben geaarzeld tegen
hem op te treden. Ik wil hem nooit meer horen. Hij moge zijn vrijgeleide hebben! Maar ik zal
hem voortaan als notoire ketter beschouwen en hoop dat gij allen als goede christenen
hetzelfde zult doen.
Gebruik de bron
Bij deze bron kun je twee uitspraken doen:
− Karel V heeft een politiek motief om deze toespraak te houden.
− Met deze toespraak draagt Karel V bij aan de splitsing binnen de christelijke kerk in de
zestiende eeuw.
4p Leg beide uitspraken uit.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 75
Vraag 25 (H2012-I,5 oud)
Bron 16
Een anonieme gravure uit 1569 met als titel: "De treurige onderdrukking van de
Nederlanden":
Toelichting
Egmont, Horn, Backerzele en Stralen: terechtgestelde personen.
Vergas en Del Rio: leden van de Raad van Beroerten, de speciale rechtbank van Alva
om de betrokkenen bij de Beeldenstorm te veroordelen.
Granvelle: kardinaal De Granvelle, adviseur van Alva.
Duc Dalba: de Hertog van Alva.
Ver Bum Dni (Verbum Domini): het woord van God (de Bijbel).
Alva zit op zijn troon met rechts van hem leden van de Raad van Beroerten. Rechts van het
midden vist Margaretha van Parma naar rijkdommen van veroordeelden in een bloedvijver.
Voor Alva knielen 17 maagden die de Nederlandse gewesten voorstellen.
De groep mannen geheel rechts zijn de Staten-Generaal. De gescheurde oorkonden op de
voorgrond zijn privileges.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 76
Gebruik de bron
In deze prent geeft de maker een mening weer over het optreden van Alva in de
Nederlanden.
4p Leg uit welke mening de maker van de prent hier weergeeft over het optreden van Alva
op politiek en op religieus gebied, telkens met een verwijzing naar de prent.
Vraag 26 (H2014-I,7)
Bron 17
In 1580 wordt in de Staten van Friesland (het bestuur van de provincie) een reeks wetten
aangenomen. Enkele van de bepalingen hieruit:
Art. 1. In de eerste plaats zullen alle priesters en andere geestelijken, zowel mannelijke als
vrouwelijke, zich onthouden van alle pauselijke reguliere ceremoniën, diensten en het
houden van preken, zowel in het geheim als openbaar, op straffe van het kwijtraken van
pensioen en correctie door een rechtbank.
Art. 2. Ten tweede, zullen de instellingen en voorrechten van pastoors en alle andere
ontvangers van kerkelijke inkomsten en lenen, zonder enige uitzondering dadelijk worden
ingetrokken en nietig verklaard (…).
Art. 18. De grietmannen1) zullen worden belast (elk in zijn eigen bestuursgebied) met het
zonder enige vertraging doen zuiveren van de kerken van beelden, altaren en alles wat tot
de rooms-katholieke ceremoniën en afgoderij gediend heeft.
noot 1 Een grietman is het hoofd van een grietenij, een bestuurseenheid in Friesland die
gelijk
staat aan een gemeente.
Gebruik de bron
Bij deze bron passen twee beweringen:
− De Reformatie heeft in 1580 Friesland bereikt.
− Met deze bepalingen kiezen de Staten van Friesland partij in de Opstand.
4p Toon de juistheid van beide beweringen aan, telkens met een verwijzing naar de bron.
Vraag 27 (H2015-I, 12)
Bron 18
Wouter Jacobsz. beschrijft wat er in 1578 in Amsterdam gebeurt:
Op 26 mei werd er in Amsterdam zwaar geleden door toedoen van de geuzen die zich in die
dagen zeer opdrongen. (…) Ze vaardigden enkele mensen af naar de magistraat (=het
stadsbestuur) in het stadhuis (...). Daar vroegen zij aan de burgemeesters of zij hun een kerk
in gebruik wilden geven (…). Nadat de burgemeesters geantwoord hadden dat ze daarmee
niet konden instemmen, werden zij door de geuzen overvallen. (…) Toen de geuzen de Dam
en het stadhuis hadden ingenomen, verspreidden ze zich (…). Ze liepen door heel de stad
met ontblote zwaarden in hun handen. Nadat ze de Dam, de poorten, de wallen en de
kloosters goed in handen hadden gekregen, trok de resterende meute naar de
minderbroeders (=kloosterorde), waar ze erg boosaardig tekeer gingen. Het altaar van de
kerk en de beelden en andere versieringen gooiden ze kapot. De goederen van het Klooster,
huisraad, boeken, ornamenten, levensmiddelen en dergelijke werden als buit meegenomen.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 77
De kloosterbroeders werden allemaal zwaar mishandeld, gevangengenomen, en
gezamenlijk, onder lasterlijk roepen, over Straat gedreven. Ze werden in een schip ruw op
elkaar gegooid. (…) Ze werden allemaal samen de stad uitgevoerd en op de dijk gezet,
vanwaar ieder zijns weegs mocht gaan.
Bij deze bron passen twee historische begrippen:
1 de Alteratie van Amsterdam en
2 de Opstand als burgeroorlog.
2p Toon dit voor elk van deze begrippen aan, telkens met een verwijzing naar de bron.
Tijdvak 6: regenten en vorsten
Vraag 28 (H2007-II,13)
De Franse koning Lodewijk XIV (1643-1715) staat bekend als een absoluut vorst. Hij
benoemde Jean-Baptiste Colbert (1619-1683), de zoon van een rijke lakenkoopman, tot
minister. Dat was voor die tijd een bijzonder benoemingsbeleid, omdat Colbert niet van adel
was.
4p Leg uit dat dit benoemingsbeleid:
− paste bij een absoluut vorst uit die tijd en
− samenhing met de maatschappelijke veranderingen die het handelskapitalisme met zich
meebracht.
Vraag 29 (H2014-I,8)
In 1603 werd de Engelse koning James I de eerste koning van Engeland, Ierland en
Schotland samen. Enkele jaren later introduceerde hij de 'Wetten van Iona'. Hierin werd
bepaald dat de kinderen van de Schotse katholieke adel opgeleid moesten worden op
Engelstalige protestantse scholen.
2p Leg uit waardoor de 'Wetten van Iona' konden bijdragen aan de centralisatie van het rijk
van James I.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 78
Vraag 30 (H2013-I,12)
Bron 19
Een schilderij omstreeks 1640-1660 gemaakt door Albert Cuyp:
Bij dit schilderij geeft het Rijksmuseum de volgende toelichting:
Een schilderij van een opperkoopman van de VOC (de Verenigde Oostindische Compagnie)
in Hollandse kleding, vermoedelijk Jacob Mathieusen en zijn vrouw. Achter de koopman en
zijn vrouw staat een slaaf met een parasol. Dit was in Azië een teken van macht. Op de
achtergrond de retourvloot op de rede van Batavia op Java.
Gebruik de bron.
Een bewering:
Dit schilderij illustreert verschillende aspecten van de zeventiende eeuw, namelijk de
economische bloei en de culturele bloei van de Republiek en het ontstaan van wereldwijde
handelscontacten.
3p Maak voor elk van deze drie aspecten duidelijk dat het schilderij dit aspect illustreert.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 79
Vraag 31 (H 2015-I,14)
Bron 20
Een foto van de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam:
Toelichting
In 1661 koopt Jan Hartman het grachtenpand
dat op de foto tweede van links staat.
Hartman laat de zolder ombouwen tot een
schuilkerk, waarin de rooms-katholieke
eredienst wordt gehouden. Het pand wordt
'Ons' Lieve Heer op Solder' genoemd en is
tot 1887 een belangrijke rooms-katholieke
kerk in het centrum van Amsterdam.
Bij deze foto van een kerkgebouw in Amsterdam merkt een historicus op, dat 'Ons' Lieve
Heer op Solder' de godsdienstpolitiek in de Republiek goed illustreert: er is wel sprake van
tolerantie, maar er is geen godsdienstvrijheid.
3p Leg dit uit, door aan te geven:
− wat de foto laat zien over de kerkgebouwen van de rooms-katholieken in de Republiek en
− waardoor hieruit blijkt dat er wel tolerantie is en
− waardoor hieruit blijkt dat er geen godsdienstvrijheid in de Republiek is.
Vraag 32 (H2010-I,1, oud)
Tussen het ontstaan van de moedernegotie en de opkomst van de gecommercialiseerde
landbouw in Holland bestond een verband.
3p Licht dit verband toe door:
− een omschrijving te geven van de moedernegotie en
− een omschrijving te geven van de gecommercialiseerde landbouw in Holland en
− het verband tussen beide te noemen.
Vraag 33 (V2011-I)
In 1628 veroverde kapitein-generaal Piet Hein vlak bij Cuba een Spaans konvooi dat zilver
uit de Spaanse zilvermijnen in Zuid-Amerika vervoerde naar Spanje. Hij bracht zijn buit naar
de Republiek waar het zilver voorlopig werd opgeslagen. Dit leidde in grote delen van
Europa tot een economische neerval door gebrek aan muntgeld.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 80
In de zeventiende eeuw ontstaat een wereldeconomie.
4p Leg uit, telkens met een verwijzing naar deze gebeurtenissen:
− waardoor deze wereldeconomie kon ontstaan en
− waardoor deze gebeurtenissen als bewijs kunnen dienen voor het bestaan van een
wereldeconomie.
Vraag 34 (H2014-II,8)
Bron 21
De natuurkundige Robert Hooke publiceert in 1665 een boek met zijn waarnemingen over de
natuur. Over de relatie tussen vuur en zuurstof schrijft hij:
Het lijkt redelijk om te denken dat er niet zoiets bestaat als een vuurelement, dat een vlam
doet opstijgen, maar dat die schijnende tijdelijke massa die wij 'vlam' noemen, niets anders is
dan een mengsel van lucht en vluchtige, zwavelhoudende delen van afbreekbare of
brandbare stoffen.
Deze hypothese heb ik getracht te onderbouwen met een eindeloze hoeveelheid observaties
en experimenten. Dit proces hier te beschrijven zou te ver gaan; het zal mogelijk op een
ander moment uit voldoende materiaal blijken te bestaan voor een veel grotere verhandeling.
Zuurstof is iets dat tot nu toe nog maar weinig werkelijk onderzocht en verklaard is en
waarover een ijverige onderzoeker maar zeer weinig informatie zal vinden, terwijl iedereen
het inademt en er in leeft, ook al is men zich hiervan niet bewust. Maar als men het eenmaal
voldoende zal doorgronden, dan zal dat iemand ongetwijfeld in staat stellen om een
rationele, ja zelfs een waarschijnlijke, zo niet de juiste verklaring te geven voor alle
verschijningsvormen van vuur.
Gebruik de bron
Een bewering:
De ideeën van Robert Hooke dragen bij aan het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie
van de zeventiende eeuw en aan het ontstaan van de Verlichting in de achttiende eeuw.
2p Leg beide delen van deze bewering uit.
Tijdvak 7: pruiken en revoluties
Vraag 35 (H2006-I,16)
Bron 22
In 1792 schrijft markies de Condorcet, een Franse edelman
We moeten ervan uitgaan dat de vooruitgang van de rede gelijk op zal gaan met de
vooruitgang in de kunsten en wetenschappen. Dat bijvoorbeeld de voortgang van de
geneeskunde (…) uiteindelijk zal resulteren in de vernietiging van alle besmettelijke en
overdraagbare ziekten en ook van de ziekten die het gevolg zijn van klimaat, voedsel en de
belasting door de dagelijkse werkzaamheden (…). Is het daarom raar te veronderstellen dat
de verbeterbaarheid van het lot van de mens ook geen grenzen kent?
De opvattingen van markies De Condorcet zijn een voorbeeld van de nieuwe manier van
denken in de achttiende eeuw.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 81
Gebruik de bron
2p Noem een kenmerk van deze manier van denken en leg uit hoe dit in de opvattingen van
de markies naar voren komt.
Vraag 36 (H2014-II,9)
Bron 23
Kroonprins Frederik van Pruisen schrijft op 5 januari 1737 aan de filosoof Voltaire:
Lodewijk XIV was in een oneindig aantal opzichten een groot vorst. Een fout tegen de
grammatica of tegen de spelling kan op geen enkele manier de schittering laten verbleken
van zijn reputatie, die gebaseerd is op tal van daden die hem onsterfelijk hebben gemaakt.
Hij had alle reden om te zeggen:
"Ceasar est super grammaticam" (De keizer staat boven de grammatica). Ik ben op geen
enkel terrein groot. Alleen door hard te werken kan ik me misschien op een dag nuttig maken
voor mijn vaderland. Dat is het enige waardoor ik me hoop te onderscheiden. Kunsten en
wetenschappen zijn altijd producten van de overvloed geweest. De landen waar ze bloeiden
hadden onmiskenbaar een voorsprong op de landen die in duisternis verkeerden door een
gebrek aan beschaving. Bovendien leveren de wetenschappen een grote bijdrage aan het
geluk van de mens. Ik zou erg blij zijn als ik ze naar onze afgelegen gebieden kon halen,
waar ze zich tot nu toe maar mondjesmaat hebben laten gelden.
Gebruik de bron
In deze brief portretteert Frederik van Pruisen koning Lodewijk XIV van Frankrijk als een
absoluut vorst en zichzelf als een verlicht vorst.
4p Leg dit uit door:
− een kenmerk van het absolutisme te noemen en
− aan te geven hoe dit kenmerk terugkomt in de beschrijving van Lodewijk XIV en
− een kenmerk van de Verlichting te noemen en
− aan te geven hoe dit kenmerk terugkomt in de ideeën van Frederik van Pruisen.
Vraag 37 (H2011-I, 16)
Bron 24
In 1700 publiceert de Amerikaanse rechter Samuel Sewall het pamflet“ The selling of
Joseph” (de verkoop van Jozef). Hierin schrijft hij:
Het huidige grote aantal slaven in de provincie, en hun ongemakkelijk leven door hun
slavernij, heeft velen aan het denken gezet of de grondslag van de slavernij wel stevig en
goed genoeg is gelegd om het grote gewicht te kunnen dragen van het systeem dat daarop
is gebouwd. Het is absoluut waar dat alle mannen, omdat zij als zonen van Adam mede-
erfgenaam van hem zijn, in gelijke mate recht hebben op vrijheid en alle andere uiterlijke
gemakken van het leven.
Toelichting
Volgens de Bijbel stammen alle mensen van Adam af.
Gebruik de bron
Over Samuel Sewall kun je, op grond van deze bron, zeggen dat hij verlichte ideeën heeft op
politiek gebied.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 82
2p Toon dit aan en geef aan welk verband er bestond tussen een ideaal van de Verlichting
en het abolitionisme.
Vraag 38 (H2006-II)
Bron 25
Een medaillon uit 1787 gemaakt door de Britse aardewerkfabrikant Josiah Wedgewood
(1730-1795). Hij kopieerde dit medaillon en stuurde het naar vrienden in New York. Het werd
een enorm succes: er werden meer dan 200.000 exemplaren van gemaakt en verkocht
Vertaling
Ben ik geen mens en broeder?
Deze afbeelding kan gebruikt worden als illustratie bij een aantal paragrafen uit een boek
over het abolitionisme, met de volgende titels:
− Verlichtingsideeën
− De trans-Atlantische slavenhandel
− De Industriële Revolutie
6p Leg voor elke paragraaf uit welk verband er bestaat tussen de titel van de paragraaf en
• het abolitionisme,
• de bron met het medaillon.
Vraag 39 (H2010-II,14)
Bron 26
Gedeelte uit de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger, die op 26
augustus 1789 wordt aangenomen door de Franse Nationale Vergadering
Bijgevolg erkent en verklaart de Nationale Vergadering in aanwezigheid en onder
bescherming van het Opperwezen, de volgende rechten van de mens en van de burger:
1 De mensen worden vrij en met gelijke rechten geboren en blijven dit. Maatschappelijke
verschillen kunnen slechts op het algemeen welzijn gebaseerd worden. (…)
3 De oorsprong van iedere soevereiniteit ligt bij het nut dat de gemeenschap ervan heeft.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 83
Geen instantie, geen individu kan gezag uitoefenen dat daar niet uitdrukkelijk uit voortkomt.
(…)
10 Niemand mag vanwege zijn opvattingen, zelfs godsdienstige, worden lastig gevallen, in
zoverre dat hun uiting de door de wet ingestelde openbare orde niet verstoort.
Gebruik de bron
De Franse Nationale Vergadering deelt de algemene kritiek die in de achttiende eeuw
bestond op het ancien régime op het gebied van:
− het bestuur
− burgerrechten en
− de bestaande maatschappelijke verhoudingen.
6p Licht dit toe door:
− (zonder bron) bij elk van deze drie punten de kritiek op het ancien régime die in die tijd
bestond, te noemen en
− (met bron) de verbetering aan te geven die de Nationale Vergadering voorstelt.
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines
Vraag 40 (H2013-I, 18)
Enkele gegevens over de Engelse stad Manchester:
− In 1730 werden de wegen vanuit Manchester naar omliggende steden zoals naar de
havenstad Liverpool verhard.
− Tussen 1773 en 1801 groeide het inwoneraantal van 22.481 bewoners naar 75.281
bewoners.
− In 1781 opende Richard Arkwright de eerste op stoomkracht aangedreven textielfabriek in
het centrum van Manchester.
3p Leg bij ieder gegeven uit waardoor dit bijdroeg aan de Industriële Revolutie.
Vraag 41 (h2015-I,17)
In 1874 publiceerde de Maastrichtse priester J.H. Wijnen een brochure waarin hij de sterk
toegenomen kinderarbeid in zijn stad veroordeelde.
3p Toon aan:
− dat de kritiek op kinderarbeid past bij twee kenmerkende aspecten van de moderne tijd en
− welk verband er bestaat tussen de groeiende aandacht van de rooms-katholieke kerk voor
de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders en de opkomst van het socialisme.
Vraag 42 (h2015-I, 18)
Bron 27
Op 15 november 1884 begint in Berlijn een conferentie van Europese
regeringsvertegenwoordigers over Afrika. In zijn openingstoespraak zegt de Duitse
rijkskanselier Von Bismarck:
Bij de uitnodiging voor deze conferentie heeft de keizerlijke regering zich laten leiden door de
overtuiging dat alle uitgenodigde regeringen dezelfde wens hebben, namelijk dat de
inheemse bevolking van Afrika zich kan aansluiten bij de beschaving. Dat kan door de
binnenlanden van dit continent te openen voor de handel, door de bevolking
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 84
opleidingsmogelijkheden te bieden, door missies en ondernemingen aan te moedigen de
noodzakelijke kennis te verspreiden. En door aan te dringen op het uitbannen van de
slavernij, vooral van de slavenhandel. (…) Het feit dat alle beschaafde naties veel
belangstelling tonen voor de materiële ontwikkeling van Afrika, garandeert dat zij zullen
samenwerken bij de opgave de handelsbetrekkingen met dit deel van de wereld te regelen.
Gebruik de bron
In deze toespraak komen twee motieven voor de Europese bemoeienis met Afrika omstreeks
1880 naar voren.
4p Noem die twee motieven en geef per motief aan hoe dit uit de toespraak blijkt.
Vraag 43 (H2010-II,16)
Bron 28
Tekening van Albert Hahn op de voorpagina van het socialistische, satirische weekblad De
Notenkraker van 6 juni 1909
Onderschrift
Kameraden zoo moet het gaan!
Toelichting
Op de bus staat stembus.
Gebruik de bron
In de negentiende eeuw ontstaat er een splitsing binnen de socialistische beweging. Eén
stroming binnen de socialistische beweging gaat ervan uit dat veranderingen alleen door een
gewelddadige revolutie te bereiken zijn, een andere socialistische stroming wil ook andere,
niet gewelddadige middelen toepassen.
In deze prent maakt tekenaar Hahn propaganda voor één van beide stromingen.
6p Licht dit toe door:
− eerst (met bron) aan te geven waarom dit een propagandaprent genoemd kan worden en
− daarna (met bron) aan te geven welke opvatting door Hahn hier wordt uitgedragen en
− ten slotte (zonder bron) te beredeneren of de boodschap van Hahn in Nederland de
meeste aanhang onder de socialisten heeft gekregen.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 85
Vraag 44 (H2010-II,15)
De Industriële Revolutie had grote gevolgen op maatschappelijk terrein.
4p Leg met een voorbeeld uit, wat het verband was tussen industrialisatie en:
− de opkomst van emancipatiebewegingen en
− de opkomst van nieuwe politieke stromingen.
Vraag 45 (H2008-II,17)
Bron 29
Carl Peters (1856-1918) koopt vanaf 1884 van stamhoofden gebieden in Oost-Afrika. Daaruit
ontstaat in 1885 de kolonie Duits Oost-Afrika. Carl Peters schrijft hier later over
Hoe zijn jullie (de Duitse kolonisten) er feitelijk toe gekomen in Oost-Afrika een Duitse
kolonie te stichten? Hoe dikwijls heeft men mij die vraag gesteld. Het motief lag in de
ontwikkeling van Duitsland vanaf de stichting van het Rijk. Mijn generatie heeft in haar jeugd
de strijd van 1870-1871 beleefd. De geweldige indrukken van Sedan en Versailles konden
niet zomaar aan ons voorbijgaan. Voor ons was het Duitse volk in die oorlog het sterkste
land ter wereld. En wanneer wij dan de landkaarten bekeken moesten wij vaststellen dat dit
machtigste land van Europa bijna het enige was dat geen kolonies had. Of wanneer wij in het
buitenland vertoefden en ondervonden dat het Duitse volk het minst geacht werd van alle
Europese volkeren, dat zelfs de Hollanders, Denen en Noren met verachting op ons
neerkeken, dan schaamden wij ons zeer.
Gebruik de bron
Carl Peters werd gesteund door missionarissen, fabrikanten en nationalisten.
5p Licht dit toe door:
− eerst (zonder bron) bij elk van deze drie groepen uit te leggen welk motief deze groep had
om het Duitse imperialisme in Afrika te steunen en
− vervolgens te beredeneren bij welke groep het motief van Carl Peters het best past.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 86
Vraag 46 (H2015-I,19 )
Bismarck verzette zich omstreeks 1880 tegen overzees imperialisme van Duitsland.
2p Leg uit dat dit verzet paste bij het buitenlands beleid dat hij voerde.
Tijdvak 9: wereldoorlogen
Vraag 47 (2009-II, 18)
Bron 30
Foto van soldaten uit Brits-Indië tijdens de Eerste Wereldoorlog in Noord-Frankrijk bij de
Somme, juli 1916
Toelichting
India (Brits-Indië) is in 1916 een kolonie van Groot-Brittannië.
Gebruik de bron
Een bewering:
Deze foto kunnen Indiase nationalisten gebruiken bij hun propaganda voor onafhankelijkheid
van India zowel
− onder de bevolking van Groot-Brittannië als
− onder de bevolking van India.
4p Leg dit uit voor beide bevolkingen.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 87
Vraag 48 (H2015-I,20)
Bron 31
In 1922 publiceert de voormalige Duitse keizer Wilhelm II zijn memoires. Hierin
schrijft hij over de revolutie van november 1918 in Duitsland:
De revolutie heeft onvoorstelbaar veel waardevols vernietigd en is doorgedrukt, uitgerekend
op het moment dat de strijd van het Duitse volk voor het herstel in de slotfase verkeerde en
de krachten gebundeld hadden moeten worden voor de wederopbouw. Het was een
misdaad tegen het Duitse volk. Ik weet dat velen die achter de sociaaldemocratische vlag
stonden de revolutie niet hebben gewild. Ook diverse sociaaldemocratische leiders wilden de
revolutie niet op dat moment. Velen van hen waren bereid om met mij samen te werken. De
sociaaldemocraten waren echter niet in staat de revolutie tegen te houden en dat maakt ze
medeverantwoordelijk voor de huidige politieke situatie in Duitsland. Dit valt hen des te
zwaarder aan te rekenen, omdat de socialistische leiders dichter bij de revolutionaire massa
stonden dan de vertegenwoordigers van de monarchie en dus veel meer invloed hadden
kunnen uitoefenen. (…) De Duitse arbeidersklasse heeft schitterend onder mij gestreden op
het slagveld en thuis jarenlang gezorgd voor voldoende munitie en wapens. Dat mag niet
worden vergeten. Pas later raakte zij verdeeld. Dat was echter de schuld van agitatoren en
revolutionairen, niet van het fatsoenlijke en vaderlandslievende deel van de arbeiders.
Gebruik de bron.
Uit deze bron worden twee conclusies getrokken:
1 Deze weergave van de oorzaken van de revolutie in november 1918 is eenzijdig.
2 Met zijn memoires heeft Wilhelm II bijgedragen aan het verzwakken van de Republiek van
Weimar.
4p Ondersteun elk van beide conclusies door:
− twee voorbeelden van de eenzijdigheid van zijn beschrijving uit dit fragment te noemen en
− met dit fragment uit te leggen waardoor de memoires van de keizer hebben bijgedragen
aan het verzwakken van de Republiek van Weimar.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 88
Vraag 49 (H2015-I,22)
Bron 32
In 1938 verklaart Adolf Hitler tijdens een toespraak over de Duitse jeugd:
Deze jongens komen op tienjarige leeftijd bij onze organisatie en krijgen dan voor het eerst
frisse lucht, en dan, vier jaar later, gaan ze van het Jungvolk naar de Hitlerjugend en daar
houden we ze voor nog eens vier jaar. En dan zijn we nog minder bereid hen terug te geven
aan diegenen die klassen- en statusbarrières opwerpen en nemen hen liever op in de SA of
de SS, in NSKK,1) enzovoort. En als ze daar achttien maanden of twee jaar zijn en nog altijd
geen echte nationaalsocialisten zijn geworden, dan gaan ze naar de Arbeitsdienst en worden
ze daar zes of zeven maanden bijgewerkt, en dat alles onder één enkel symbool, de Duitse
spade. En als er na zes of zeven maanden nog altijd restanten van klassenbewustzijn of
trots op status overgebleven zijn, dan zal de Wehrmacht de verdere behandeling voor twee
jaar overnemen. En als ze dan na twee of vier jaar terugkeren, dan nemen we hen, om te
voorkomen dat ze in oude gewoonten terugvallen, onmiddellijk op in de SA, SS, enzovoort
en zullen ze de rest van hun leven niet meer vrij zijn.
noot 1 De SA, de SS en de NSKK zijn paramilitaire organisaties van de NSDAP
Gebruik de bron
Deze redevoering past bij:
1 het in praktijk brengen van een totalitaire ideologie en
2 de opvatting van Hitler over een Duitse Volksgemeinschaft.
2p Toon dit voor beide aan.
Vraag 50 (H2011-I,20)
Bron 33
Twee mozaiëken op het Foro Italico in Rome, gemaakt na 1936, tijdens het bewind van de
fascistische dictator Mussolini:
Tekst op het eerste mozaïek
“9 mei 14 E.F., Italië heeft eindelijk haar imperium”
Toelichting
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 89
E.F. is de afkorting van “Era Fascista”. Dit tijdperk begint met Mussolini’s machtsovername in
1922. In 1936 verovert Italië Abessinië, het huidige Ethiopië in Afrika, om er een kolonie van
te maken.
Onderaan de afbeelding staan zes fasces (= een bijl met daaromheen een roede van
berkentakken. Dit was in de Romeinse tijd een symbool van macht).
Tekst op het tweede mozaïek
“Duce”: de aanspreektitel van Mussolini, leider
Gebruik de bron
Stel: je ziet bij een bezoek aan Rome deze mozaïeken en je constateert dat deze mozaïeken
passen bij het fascisme.
3p Noem drie kenmerken van het fascisme en geef aan hoe die in de mozaïeken naar voren
komen.
Vraag 51 (h2010-I,19)
Bron 34
In Duitsland wordt op 1 april 1933, direct na de machtsovername door de
nationaalsocialisten, een boycot van joodse winkels georganiseerd. De heer Lazarus uit
Oldenburg vertelt hierover
Er stonden voor onze winkel op de weg twee SA-mannen met een groot bord waarop stond
"Duitsers, koopt niet bij Joden!"
Maar het was koud, het was april en toen zei mijn moeder: "Mannen, willen jullie een kop
thee hebben?" Zij zeiden "Ja". Toen hebben ze het bord neergezet en zijn met ons naar
boven gegaan in de keuken, in uniform, en hebben een kop
thee gedronken en zijn weer naar buiten gegaan. "Duitsers, koopt niet bij Joden!", dat was
nu eenmaal de mentaliteit.
Toelichting
SA: de knokploeg van de NSDAP, de Duitse nationaalsocialisten
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 90
Gebruik de bron.
Deze anekdote komt uit de catalogus van een tentoonstelling in Duitsland over de
Jodenvervolging tussen 1933 en 1945. De makers van de tentoonstelling hebben hun
expositie "Ein offenes Geheimnis" (een openbaar geheim, iets dat iedereen weet, maar
waarvan iedereen doet alsof het niet bestaat) genoemd.
Naar aanleiding hiervan kom je tot twee uitspraken:
− In deze anekdote komt het begin van de openlijke Jodenvervolging in Duitsland goed naar
voren.
− Deze anekdote geeft het thema van de tentoonstelling "Ein offenes Geheimnis" goed
weer.
4p Ondersteun beide uitspraken met de bron.
Vraag 52 (H2011-II,24)
De jaren 1930 laten zien dat er een verband bestaat tussen economische omstandigheden
en politieke radicalisering.
2p Leg dit verband met een voorbeeld uit.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 91
Vraag 53 (H2015-I,21)
Bron 35
Vertaling van de tekst:
Verbreek de Dawes-kettingen.
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij, Hitlerbeweging, Lijst 10.
Deze poster wordt door de NSDAP gebruikt in een campagne voor de Rijksdagverkiezingen
van 20 mei 1928.
3p Geef aan:
welke boodschap de NSDAP met deze poster over wil
brengen en
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 92
Vraag 54 (h2014-II,19)
Bron 36
De Britse tekenaar David Low maakt in februari 1938 deze prent over de houding van
Groot-Brittannië (en Frankrijk) tegenover Nazi-Duitsland:
Vertaling:
Onderschrift: 'Toenemende druk.'
Toelichting
In de oorspronkelijke prent zegt Groot-Brittannië tegen Frankrijk:
"Waarom zouden wij ons druk maken over iemand die iemand anders duwt, terwijl het
allemaal zo ver weg is?"
Tekst op de personen van links naar rechts: Brittannië, Frankrijk, Noordwest-Europa,
Midden-Oosten, Balkan, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk. Op het mandje staat: Brits imperium.
Gebruik de bron
Tekenaar David Low geeft in deze prent een mening weer over de buitenlandse politiek van
Groot-Brittannië (en Frankrijk) in 1938.
3p Toon dit aan door aan te geven:
welke buitenlandse politiek van Engeland (en Frankrijk) in de prent wordt weergegeven en
(met een verwijzing naar de bron) welke kritiek de tekenaar weergeeft op dit beleid.
Vraag 55 (H2009-I,16)
Bron 37
Viktoria Louise von Hohenzollern, de dochter van keizer Wilhelm II, schrijft in haar memoires
over een gebeurtenis die zich afspeelt op 25 november 1914 in het Duitse hoofdkwartier in
Charleville (Frankrijk)
Vader sprak tijdens het eten over het nieuws van de ondergang van het Engelse slagschip
Audacious, dat op een Duitse mijn was gelopen. Een van de aanwezigen merkte op, dat het
maar een haar gescheeld had, of ook het passagierschip Oceanic, een van de Engelse
zeereuzen, was op een mijn gelopen. Vader antwoordde: "God zij dank, is dat niet gebeurd."
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 93
Toen hij zag dat zijn woorden zijn gesprekspartner verbaasden, ging de keizer rechtop zitten
en zei met klem: "Denkt er altijd aan, mijne heren, dat ons zwaard onbezoedeld moet blijven.
Wij voeren geen oorlog tegen vrouwen en kinderen. Wij zullen de oorlog fatsoenlijk voeren;
het geeft niet wat de anderen doen. Houdt daar rekening mee."
Gebruik de bron
Uit dit fragment blijkt dat keizer Wilhelm een onrealistisch beeld geeft van de oorlogvoering in
de twintigste eeuw.
2p Toon dat aan.
Vraag 56 (H2008-I,24)
Bron 38
Een foto van de Duitse stad Dresden na het bombardement in de nacht van 13 op 14
februari 1945. Op de voorgrond staat het standbeeld van de engel op de toren van het
raadhuis dat het bombardement heeft doorstaan
Gebruik de bron
Deze foto wordt soms in geschiedenisboeken gebruikt om een verandering in de
oorlogvoering in de twintigste eeuw te illustreren.
1p Noem die verandering.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 94
Vraag 57 (h2007-II, 21)
Bron 39
De nationalistische leider van India, Mahatma Gandhi, gaat in augustus 1931, als India nog
een Britse kolonie is, naar Groot-Brittannië voor een conferentie over onafhankelijkheid voor
India. Op dat moment boycot de Indiase bevolking massaal Britse katoenen stoffen omdat
Gandhi hen daartoe heeft opgeroepen. Tijdens het bezoek wordt hij door een fabrikant
uitgenodigd om naar Manchester te komen om de gevolgen te zien van de Indiase boycot. In
de Northern Daily Telegraph van maandag 29 september 1931 staat deze foto van het
bezoek
Onderschrift uit de krant
De heer Gandhi met enkele wevers te Greenfield Mill, Spring Vale, Darwen.
Gebruik de bron
Met deze bron (de foto met de toelichting) kun je het volgende laten zien:
− het verband tussen imperialisme en industrialisatie en
− vormen van verzet tegen het Britse imperialisme en
− de rol van moderne propaganda- en massacommunicatiemiddelen.
6p Leg dit voor elk onderdeel uit met een passende verwijzing naar de foto met de
toelichting.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 95
Tijdvak 10: televisie en computer
Vraag 58 (H2015-I,26)
Bron 40
In juli 1947 overlegt Molotov, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, met
Groot-Brittannië en Frankrijk over de invoering van het Marshallplan. Kort daarna
verschijnt deze politieke prent in de Britse krant Evening Standard van tekenaar
David Low, met als titel "Neuzen naar links!":
Onderschrift:
Mevrouw Molotovs School voor Satellieten.
Toelichting
Op het raam staat: Amerikaanse hotdog kraam.
In deze prent geeft tekenaar David Low een mening weer over de verhouding op dat moment
tussen de Sovjet-Unie en Oost-Europa.
4p Licht dit toe door aan te geven:
− met twee verwijzingen naar de prent, welke mening de tekenaar hier weergeeft over de
verhouding op dat moment tussen de Sovjet-Unie en Oost-Europa en
− zonder bron, welke reden de Sovjet-Unie had om niet deel te nemen
aan het Marshallplan.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 96
Vraag 59 (H2014-I,21)
Bron 41
Deze prent van tekenaar Jordaan verschijnt in Vrij Nederland onder de titel: "Sinterklaas
1948":
Onderschrift: "Eerlijk zullen wij alles delen".
Tekst op de taart: "Berlijn"
Toelichting
De figuren op de prent zijn (van links naar rechts): Molotov (minister van buitenlandse zaken
van de Sovjet-Unie), Stalin, Marianne (Frankrijk), John Bull (Groot-Brittannië), Uncle Sam
(Verenigde Staten).
Gebruik de bron.
In deze prent geeft tekenaar Jordaan een mening weer over de situatie rondom Berlijn in
1948.
3p Licht dit toe door:
− aan te geven naar aanleiding van welke situatie deze prent is gemaakt, en
− (met een verwijzing naar de bron) uit te leggen welke mening Jordaan hier weergeeft.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 97
Vraag 60 (h2014-I,25)
Bron 42
Op 21 augustus 1968 verklaart president Johnson het volgende:
Het tragische nieuws uit Tsjecho-Slowakije schokt het wereldgeweten. De Sovjet-Unie en
haar bondgenoten hebben een onverdedigd land aangevallen om het herleven van
doodgewone menselijke vrijheid neer te slaan. Het geeft een triest beeld van het
communisme dat vrijheid in Tsjecho-Slowakije wordt gezien als een bedreiging voor de
veiligheid van de Sovjet-Unie. De verklaringen die de Sovjet-Unie gaven zijn verzonnen. De
Tsjecho-Slowaakse regering heeft haar bondgenoten niet gevraagd zich te bemoeien met
haar binnenlandse zaken. Er was geen enkele buitenlandse bedreiging voor Tsjecho-
Slowakije. De actie van het Warschau Pact is een overduidelijke overtreding van de regels
van de Verenigde Naties. We zijn in spoedoverleg om te zien welke stappen de Verenigde
Naties kunnen nemen. Ambassadeur George Ball heeft de opdracht om met de andere
naties in de Veiligheidsraad aan te dringen op het naleven van de rechten van Tsjecho-
Slowakije en zijn volk. Intussen roep ik de Sovjet-Unie en haar bondgenoten op om, in naam
van de vrede, haar troepen terug te trekken uit Tsjecho-Slowakije. Ik hoop dat
woordvoerders van regeringen en volkeren overal ter wereld hetzelfde zullen doen. Het is
nooit te laat om de rede te laten zegevieren.
Gebruik de bron
Een interpretatie:
Je kunt in het optreden van de Sovjet-Unie in Tsjecho-Slowakije in 1968 en in de reactie van
de Verenigde Staten daarop een continuïteit zien in het buitenlandse beleid van beide landen
sinds 1956 tegenover Europa.
3p Ondersteun je interpretatie door aan te geven wat de overeenkomst is in:
de koers van het bewind in Hongarije en het bewind in Tsjecho-Slowakije en
het optreden van de Sovjet-Unie in beide jaren en
de reactie van de Verenigde Staten in beide jaren daarop.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 98
Vraag 61 (H2014-I, 29)
Bron 43
In 1981 worden in Bonn en Amsterdam demonstraties gehouden tegen de plaatsing van
kruisraketten met kernkoppen. Uit een pamflet over deze demonstraties:
Toelichting
Boven het pamflet staat: "BONN 3 oktober (19)81: 300.000 demonstranten"
Op het bovenste spandoek staat in vertaling: "Wij hebben niet alleen woede en angst, maar
ook moed en verstand".
Onder het pamflet staat: "Amsterdam 21 november (19)81: 450.000
Gebruik de bron
Tijdens de Koude Oorlog treedt er in de publieke opinie in het Westen een verandering op in
de mening over kernbewapening. Deze demonstraties zijn daarvan een uiting.
4p Leg uit:
− met welk kenmerkend aspect van deze tijd deze bron in verband gebracht kan worden en
− waarom de Sovjet-Unie op dat moment deze demonstraties toejuicht.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 99
Vraag 62 (H2011-I,24de )
Bron 44
In 1973 publiceert Abdul Chalid Salim een boek over het gevangenkamp Boven-Digoel. In dit
kamp op Nieuw-Guinea (Irian-Djaja) worden Indonesische politieke gevangenen
geïnterneerd tijdens het Nederlandse koloniale bewind. Salim verblijft 15 jaar in het kamp als
politiek gevangene:
Zo zouden populaire figuren als onze latere vice-president, drs. Mohammad Hatta, en de
bekende staatsman Soetan Sjahrir naar Digoel worden verbannen. En zo zou dit oord dan
terecht de rol van “bakermat van de Indonesische onafhankelijkheid” vervullen!
De benaming aan onze voorstrijders door de Nederlandse militairen, het plaatselijk bestuur,
het politie- of gevangenispersoneel gegeven, liep nogal uiteen. Ze varieerde vooral in de
gevangenissen van “tuig”, “bandieten”, (…) tot “bendeleden” en “agitatoren”. Te Boven-
Digoel werden we weer “staatsgevaarlijken”, “extremisten” of kortweg “communisten”
genoemd. Deze laatste benaming was natuurlijk geheel foutief, omdat de Hollanders maar ál
te goed wisten, dat wij, Digoelisten, uiteindelijk voor minstens 40% uit nationalisten
bestonden. Maar het klonk voor de buitenwereld nu eenmaal aannemelijker alle
geïnterneerden communisten te noemen. Bovendien trachtte men zo de vele miljoenen in de
archipel wonende islamieten hierdoor enigszins te verzoenen met het bestaan van het
ballingsoord. De vrees dat wij ooit nog eens door deze of gene als Indonesische
vrijheidsstrijders zouden worden gezien, noodzaakte de koloniale machthebbers ons
tegenover het grote publiek steeds als ongewenste “extremisten” voor te stellen. Het was
dan ook voor ons in die tijd (…) moeilijk, zo niet onmogelijk, om de Hollanders duidelijk te
maken, dat onze revolutie in wezen een algemeen volksontwaken inhield.
Gebruik de bron
Uit deze bron kun je de volgende conclusie trekken:
Het in Boven-Digoel gevangen zetten van politieke tegenstanders had een onbedoeld gevolg
voor de Nederlandse koloniale overheid.
2p Ondersteun deze conclusie.
Vraag 63 (H2013-I,26)
Bron 45
Een foto uit 1949 van Nederlandse militairen in
Sabang, Indonesië:
Gebruik de bron
Een bewering:
Deze foto zou geschikt geweest zijn voor een
propagandacampagne van de Nederlandse
regering tijdens de dekolonisatie van Indonesië.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 100
2p Leg dit uit door aan te geven:
- welke boodschap de Nederlandse regering met de foto had kunnen overdragen en
- tot welke doelgroep de Nederlandse regering zich daarbij had kunnen richten.
Vraag 64 (H2008-I,28)
De EU heette in 1957 nog EEG (Europese Economische Gemeenschap) en was uitsluitend
een economisch verbond. De oprichting van de EEG werd in verband gebracht met:
het nationalisme dat twee wereldoorlogen had veroorzaakt en
de Koude Oorlog.
4p Leg dit voor beide onderdelen uit.
Vraag 65 (H2008-I,29)
Bron 46
Tekening van Chappatte in NRC-Handelsblad van 22 maart 2007
Vertaling
− For 50 years Europe has meant peace: Al vijftig jaar betekent Europa vrede
− So boring: Zo saai
Gebruik de bron
De tekenaar constateert dat de oude generatie en de nieuwe generatie anders denken over
de Europese Unie.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 101
2p Leg uit welke reden de tekenaar hiervoor suggereert.
Vraag 66 (H2007-I,25)
In 1960 waren er in Nederland per honderd gezinnen ongeveer twintig geregistreerde
televisietoestellen. In 1970 was dat aantal gegroeid tot tachtig televisietoestellen per honderd
gezinnen.
Er bestond een verband tussen dit gegeven en
− de welvaartsontwikkeling en
− sociaal-culturele veranderingsprocessen in Nederland.
4p Leg bij elk van beide uit, wat het verband was met de groei van het aantal
televisietoestellen.
Vraag 67 (H2008-II,28)
Bron 47
Cartoon van Stefan Verwey in het dagblad De Gelderlander van 20 mei 1995
Toelichting
“Da kank nie begriepen datie butenlenders nog gin Hollands kenne proaten” is:
“Dat kan ik niet begrijpen, dat die buitenlanders nog geen Hollands kunnen praten.”
Gebruik de bron
Stefan Verwey levert in deze prent commentaar op een maatschappelijk verschijnsel.
2p Leg uit wat zijn commentaar is.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 102
Uitwerkingen
Tijdvak 1: Jagers en boeren
Vraag 1:
- Jagers-verzamelaars zijn de hele dag bezig met voedsel verzamelen en hebben dus geen
tijd om dergelijk monumenten op te richten. Boeren laten hun voedsel groeien op een vaste
plaats, hoeven dus niet te zoeken en hebben tijd om monumenten te bouwen.
- Jagers-verzamelaars trekken rond in kleine groepen en hebben nooit genoeg mankracht
om grote projecten als Stonehenge te bouwen. Boeren wonen in grotere gemeenschappen
waardoor er genoeg mensen beschikbaar zijn om dergelijke projecten te bouwen.
Vraag 2:
- Op de rotstekening in de bron is een ploeg te zien, en dit is een typisch landbouwwerktuig.
Ook is te zien dat dieren ingezet worden bij de activiteiten, wat duidt op gedomesticeerde
dieren en ook dat is een typisch kenmerk voor boeren.
- Toch weten we verder weinig van deze cultuur van landbouwers omdat er geen geschreven
bronnen beschikbaar zijn.
Vraag 3:
Dit kleitablet kan niet afkomstig zijn uit een samenleving van jagers en verzamelaars omdat
er in de tijd van jagers en verzamelaars geen landbouw werd bedreven. Landbouw en
voedseloverschotten zijn nodig voor het ontstaan van een stedelijke samenleving. Dit
kleitablet spreekt over arbeiders die voedsel ontvangen, en dus niet zelf werkzaam zijn als
boer. Dit betekent dus dat er sprake moet zijn van landbouw die overschotten produceert en
dus kunnen jagers-verzamelaars dit kleitablet niet hebben gemaakt.
Vraag 4:
Door het ontstaan van de landbouw kwamen er langzaam voedseloverschotten. Hierdoor
ontstonden de eerste steden. Door de voedseloverschotten kon er specialisatie plaatsvinden.
Sommige groepen werden hierdoor afhankelijk van de voedselproductie van anderen. Het
bijhouden van de voedselvoorraden werd hierdoor noodzakelijk en dit hiervoor was
administratie nodig, waarvoor het schrift werd ontwikkeld.
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
Vraag 5:
Herodotus probeert de geschiedenis op een wetenschappelijke manier te onderzoeken
omdat hij vooraf aangeeft wat zijn probleemstelling is. Daarnaast probeert hij object te
onderzoeken door de standpunten van de Grieken en de Perzen weer te geven. En als
conclusie schrijft hij dat er niet genoeg bewijs is om een schuldige aan de oorlog aan te
wijzen. Bewijs is dus bepalend.
Al deze kenmerken zijn uitingen van een wetenschappelijke benadering.
Vraag 6:
Athene was een Griekse stadstaat, waarin democratie de bestuursvorm was. Deze
democratie is verder ontwikkeld en wordt tegenwoordig in veel Westerse landen toegepast.
Het startpunt ervoor ligt dus in de oude Atheense volksvergaderingen, waardoor de Griekse
stadstaten de bakermat van de Westerse beschaving genoemd kunnen worden.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 103
Vraag 7:
Het Romeinse amfitheater in de bron ligt in Nîmes, in Frankrijk. Onder de bron staat dat er
op meerdere plaatsen in Europa dergelijke theaters gevonden zijn. Al deze plaatsen hebben
dus tot het Romeinse Rijk behoord, anders zouden er geen Romeinse bouwwerken gebouwd
zijn. De Romeinse cultuur werd dus verspreid in de gebieden die de Romeinen hadden
veroverd (door onder andere bouwwerken).
Vraag 8:
In de bron is te lezen dat de Romeinen zich bevinden bij de rivier de Elbe in Noord-Duitsland.
Dit sluit aan bij kenmerkend aspect 5, de groei van het Romeinse imperium waar door de
Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
Verder is in de bron te lezen dat “…, terwijl de andere zijde blonk van de wapens van de
vijandelijke krijgers. Dit past bij kenmerkend aspect 7, de confrontatie tussen de Grieks-
Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
Vraag 9:
- In de bron is te zien dat de sarcofaag Grieks-Romeinse elementen bevat, namelijk de
kleding van de soldaten en de toga’s. Een van de figuren krijgt een lauwerkrans. Ook de
bouwwerken die zijn afgebeeld zijn heel duidelijk Grieks-Romeins door de zuilen en de
driehoekige timpanen aan de linker en rechterbovenkant.
- Toch kan met de bron ook duidelijk gemaakt worden dat het christendom zich heeft
verspreid omdat het gaat om een sarcofaag met christelijke symbolen zoals de krans in het
midden met het chi-rho(“kruis met p”) teken. Deze sarcofaag is gevonden in een catacombe
onder Rome, waaruit blijkt dat het christendom dus tot in Rome heeft weten door te dringen.
Tijdvak 3: Monniken en ridders
Vraag 10:
- De Frankische koning steunde Willibrordus omdat hij op deze manier zijn macht verder kon
uitbreiden, met behulp van de steun van de christelijke kerk
- De paus werkte samen met de Frankische koning omdat hij op die manier meer veiligheid
kon bieden (via de koning) aan kerken, kloosters en missionarissen. Ook zag hij zo ook het
christelijke geloof verder verspreid raken.
- Deze samenwerking tussen paus en vorsten zorgde er later voor dat er een discussie
ontstond over wie het hoogste gezag zou hebben, de paus of de vorsten(= de
Investituurstrijd).
Vraag 11:
In de vroege middeleeuwen was de samenleving sterk gericht op zelfvoorziening.
Handelscontacten en andere contacten met andere landen of zelfs regio’s waren er
nauwelijks. Grote epidemieën als de pest konden zich daardoor maar moeilijk verspreiden
over West-Europa. Hierdoor kwamen deze ziekten dus ook bijna niet voor.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 104
Vraag 12:
In de bron is te lezen dat de oorlogsdreiging een oorzaak is van het ontstaan van het feodale
stelsel. Dreigende aanvallen zorgen ervoor dat Pepijn overgaat tot het in leen geven van
kerkelijk bezit aan vazallen, die dan zijn leger komen versterken.
Hieruit blijkt dat het centrale vorstelijke gezag afhankelijk is van de kerk, omdat Pepijn zijn
rijk niet kan verdedigen zonder de goederen/landerijen van de kerk.
Vraag 13:
- Het gebrek aan geld werd door het hofstelsel opgevangen omdat er een zelfvoorzienend
voedselsysteem ontstond na de val van het West-Romeinse Rijk. Door deze zelfvoorziening
was er geen geld meer nodig om eten te kunnen kopen, men verbouwde het immers zelf.
- Het gebrek aan geld werd ook door het feodale stelsel opgevangen omdat de leenheer
gebieden ging verdelen onder zijn leenmannen. Hierdoor hoefde hij geen betaalde
ambtenaren meer in dienst te hebben, de leenmannen bestuurden het geleende gebied uit
naam van de leenheer.
Tijdvak 4: Steden en Staten
Vraag 14:
In de bron is te lezen dat Sir Henry Eam betaald wordt met geld (jaarlijkse rente ter waarde
van 100 mark). Dit geeft aan dat er geld in omloop is en dat de leenheren niet meer “betaald”
worden met leen. Hieruit blijkt dat de militaire organisatie zich heeft aangepast aan de
nieuwe economische omstandigheden van die tijd. (Opbloeiende economie in de late
middeleeuwen, kenmerkend aspect 13)
De overeenkomst die de Prince of Wales en Sir Henry Eam aangaan omvat nog steeds een
belofte van trouw (beloofde zich een leven lang in dienst te stellen van de prins) waaruit blijkt
dat het feodalisme nog steeds bestaat.
Vraag 15:
- Het stadsrecht was financieel voordelig voor de stad omdat er veel geld verdiend kon
worden op de jaarmarkt, die volgens dit stadsrecht nu georganiseerd mag worden. De heer
profiteerde hier vervolgens ook financieel van omdat er uit een welvarende stad veel
belasting te halen viel.
- Het verlenen van stadsrecht verminderde de macht van de adel omdat de steden nu ook
soldaten of het geld voor soldaten konden leveren. De landheer was hiermee niet meer
afhankelijk van de adel voor het vormen van een leger. De centralisatie van bestuur werd
hierdoor ook bevorderd omdat de landheer meer macht had over zijn gebied en over zijn
ambtenaren. De adel had over het algemeen meer vrijheid en was minder loyaal en dat
probleem werd nu ondervangen.
Vraag 16:
- Het politieke conflict waarbij deze oorkonde uit de bron gebruikt werd is het conflict in de
christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat
behoorde te hebben. De Investituurstrijd wordt ook goed gerekend.
- Het argument dat de Paus aan deze oorkonde uit de bron kon ontlenen was dat de keizer
de macht over Italië aan de paus en al zijn opvolgers heeft gegeven. Hieruit trekt de paus de
conclusie dat de geestelijke macht dus het primaat heeft. De keizer heeft de macht immers
af gestaan.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 105
Vraag 17:
- Het feit dat het voor gelovigen heel belangrijk is een bedevaart naar het Heilige Land te
maken kan door de paus ingezet zijn om de mensen er van te overtuigen het Heilige Land te
gaan beschermen tegen wat hij in de bron het verfoeilijke volk noemt.
- De onderlinge strijd tussen de Europese feodale heren kan een motief geweest zijn voor de
paus om op te roepen tot een kruistocht omdat hij hiermee hoopte de rust en vrede in
Europa terug te laten keren. Hij roept in de bron namelijk op om onderlinge haat en twisten te
laten varen, een einde te maken aan uwe strijd en het beslechten van bittere onenigheid.
Vraag 18:
Door de groei van de handel ontstaat er opnieuw een geldeconomie. Steden en de burgers
spelen hierbij een grote rol. De vorsten gaan steeds meer samenwerken met de steden om
zo de macht van de adel te kunnen ondermijnen. De machtsverhoudingen tussen vorst en
adel brokkelt hiermee dus af, ten nadele van de adel, maar ten gunste van de vorst en de
steden.
Vraag 19:
- In de bron is te lezen dat alles wat met rechtspraak te maken heeft, voortaan geregeld moet
worden in het Frans, de moedertaal. Dit bevordert de centralisatie omdat de inwoners zich
hierdoor meer met elkaar verbonden zullen gaan voelen. Frans wordt dan de eenheidstaal.
- Voor Franse nationalisten zal François I een voorbeeld geweest zijn omdat de koning met
dit edict eenheid in taal en cultuur aanbracht en hiermee de eenheid onder alle Fransen
heeft bevorderd.
Tijdvak 5: Ontdekkers en hervormers
Vraag 20:
- Een politiek motief van de Hollanders en de Zeeuwen voor het zoeken naar handelsroutes
is dat zij de Spaanse vijand tijdens de Opstand wilden tegenwerken.
- Een gevolg van de daadwerkelijke ontdekking van deze handelsroutes is dat een
ongekende economische bloei in de Republiek, de zogenaamde Gouden Eeuw.
- Door deze ontdekkingsreizen die later handelsreizen ontstonden er wereldwijde
handelscontacten. Het handelskapitalisme zette aan tot meer handel en hieruit ontstond de
beginnende wereldeconomie. Zonder de ontdekking van de handelsroutes was dit
onmogelijk geweest.
Vraag 21:
- De nieuwe wetenschappelijke belangstelling zorgde voor allerlei uitvindingen waar de
scheepvaart enorm van profiteerde, zoals het kompas en betere schepen. Overzeese reizen
werden hierdoor mogelijk.
- De expansie die vervolgens ontstond zorgde ook voor verdere wetenschappelijke
belangstelling omdat de ontdekking van nieuwe gebieden voor ontdekking van nieuwe
planten, dieren, volken, grondstoffen zorgde, waar de wetenschap meteen onderzoek naar
ging doen. Ook werd de belangstelling voor cartografie verder aangewakkerd
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 106
Vraag 22:
- de tekening in de bron is typerend voor een geleerde uit de Renaissance omdat er eerst
goed gekeken is naar het lichaam, voordat het is getekend. Dit duidt op empirisch onderzoek
en dat is precies wat geleerden uit de Renaissance doen, namelijk eigen onderzoek.
- De middeleeuwse geleerde zou voor een heel andere aanpak gekozen hebben, want deze
geleerde zou zich baseren op geleerden uit de Oudheid en de gezaghebbende geschriften
van christelijke geleerden. Zelf onderzoeken zou geen onderdeel zijn van zijn aanpak.
Vraag 23:
- Erasmus hield zich bezig met het bestuderen van oude teksten uit de klassieke Oudheid.
Dit past bij kenmerkend aspect 20: de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke
Oudheid.
- Erasmus bestudeerde de oude teksten opnieuw. Dit betekent dat hij zelf onderzoek doet.
Dit past bij kenmerkend aspect 19: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de
Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
- De bestudering door Erasmus leidt tot de ontdekking van vele fouten in de Bijbelvertaling
die door de kerk gebruikt werd. Hierdoor ontstaat er steeds meer kritiek op en uiteindelijk een
breuk in de kerk.
Dit past bij kenmerkend aspect 21: De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke
kerk in West-Europa tot gevolg heeft.
Vraag 24:
- Karel V heeft een politiek motief om de toespraak in de bron te houden, omdat hij wil dat al
zijn vorsten hetzelfde beleid voeren. Dit past bij zijn beleid van centralisatie.
- In de bron roept Karel V op om Luther als een ketter te beschouwen. Hiermee draagt hij bij
aan het vergroten van de tegenstellingen binnen de kerk. Het uiteindelijke gevolg was een
splitsing van de christelijke kerk.
Vraag 25:
De mening van de maker is dat Alva de vrijheid van de Nederlanden heeft ingeperkt op
zowel politiek als religieus gebied.
- In de bron is te zien dat de Nederlanden politiek zijn ingeperkt door
1) de ketenen waarmee de 17 maagden (de gewesten) vast zitten en worden vastgehouden
door Alva.
2) Ook is te zien in de bron dat de Staten Generaal (die achter de maagden staan) staan
toe te kijken met hun vinger op hun mond, waarmee wordt bedoeld dat zij niet kunnen
zeggen wat ze willen.
3) Tot slot zie je in de bron dat er voor de maagden op de grond oorkonden liggen met
privileges, die zijn verscheurd. Hiermee wordt aangegeven dat Alva de privileges van de
gewesten heeft ontnomen.
- Ook op religieus gebied worden de Nederlanden door Alva ingeperkt.
1) In de bron is te zien dat Alva de pauselijke tiara (hoofddeksel) boven het hoofd
gehouden wordt, door de duivel. Dit katholieke beleid is in strijd met het heersende geloof
in de Nederlanden, namelijk het protestantisme.
2) De protestanten worden bovendien streng gestraft wat te zien is op de achtergrond in de
bron. Vier edelen worden onthoofd, namelijk Egmont, Horne, Stralen en Backerzele.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 107
Vraag 26:
- In de bron is te lezen dat … “zich onthouden van pauselijke reguliere ceremonieën” Hieruit
blijkt dat de paus dus niet meer gezien wordt als de leidende figuur. Daarnaast wordt er
opgeroepen om alle beelden etc verwijderd moeten worden. Hieruit blijkt dat Friesland het
katholicisme heeft ingeruild en zich dus aan de kant van de Reformatie heeft geschaard.
- De grietmannen worden opgeroepen de maatregelen uit te voeren. De ambtenaren, dus de
overheid moeten de antikatholieke maatregelen uitvoeren, waarmee Friesland zich tegen het
katholieke bestuur van de Habsburgers schaart en dus partij kiest in de Opstand.
Vraag 27:
De Alteratie van Amsterdam vond plaats in 1578. Het tot dan toe katholiek bestuur werd
vervangen door een protestants stadbestuur. In de bron staat te lezen dat de stad
Amsterdam werd overvallen door de Geuzen waarbij ze de Dam en het stadhuis innemen.
De inname van het stadhuis betekent dat het bestuur werd afgezet en vervangen.
Daarnaast is te lezen dat de geuzen naar de minrebroeders trekken en daar boosaardig
tekeer gingen. Dit laat zien dat men in de Nederlanden onderling met elkaar slaags raakte.
Dus er werd gevochten tussen burgers en dit maakt de Opstand tot een burgeroorlog.
Tijdvak 6: regenten en vorsten
Vraag 28:
- Het benoemingsbeleid past bij een absoluut vorst uit die tijd omdat een absoluut vorst er
naar streefde zelf alle macht in handen te krijgen en de macht van de adel dus zoveel
mogelijk in te perken en betaalde (en dus loyale) ambtenaren in dienst te nemen.
- Het benoemingsbeleid hing ook samen met de maatschappelijke veranderingen die het
handelskapitalisme met zich meebracht omdat door het handelskapitalisme de burgerij
steeds rijker en belangrijker werd. Door deze belangrijker geworden burgerij in te zetten als
bestuurders kon de koning de adel dus uit het bestuur weren.
Vraag 29:
De “wetten van Iona” zorgden ervoor dat de kinderen van de Schotse adel protestants
werden opgevoed. Daarnaast leerden ze ook Engels en de Engelse gewoonten en
gebruiken. Hiermee kreeg koning James meer vat op de Schotse adel en werd de
centralisatie die hij voor ogen had gemakkelijker. Ook werkte hij hiermee aan toenemende
eenheid binnen zijn rijk.
Vraag 30:
- De economische bloei van de Republiek komt in de bron naar voren door de
handelsschepen op de achtergrond. Op het schilderij is ook de opperkoopman van de VOC
te zien, waaruit blijkt dat hij blijkbaar genoeg geld heeft om een dergelijk schilderij te laten
maken. Ook hieruit blijkt dus de economische voorspoed van de Republiek.
- De culturele bloei van de Republiek is in de bron terug te vinden in de grote belangstelling
voor schilderijen door burgers, zoals de dame en heer op dit schilderij.
- In de bron zijn ook de wereldwijde handelscontacten terug te vinden want het schilderij laat
de retourvloot op de rede in Batavia zien en de schepen zijn duidelijk van
Hollandse/Europese afkomst. In dit schilderij is dus te zien dat de Hollanders in Azië
aanwezig zijn om handel te drijven, wat duidt uit op wereldwijde handelscontacten.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 108
Vraag 31:
De foto van de bron laat zien dat rooms-katholieke kerkgebouwen wel mogelijk zijn maar dat
ze niet zichtbaar mogen zijn. De foto laat namelijk een gebouw zien waarvan men weet dat
er een schuilkerk zit, maar het gebouw is niet herkenbaar als kerkgebouw.
Hieruit blijkt dat er in de Republiek sprake was van tolerantie omdat de kerk wel wordt
toegestaan, maar er is geen sprake van godsdienstvrijheid want het is wel een schuilkerk,
dus rooms-katholieken mogen niet in het openbaar katholiek zijn en kerkdiensten houden.
Vraag 32:
De moedernegotie was de graanhandel met de Oostzee, waarbij er graan werd ingevoerd
om de Hollandse steden van voedsel te voorzien.
Gecommercialiseerde landbouw is het verbouwen van handelsgewassen voor de markt en/of
zuivelproductie en veehouderij.
Het verband tussen moedernegotie en gecommercialiseerde landbouw is dat het verbouwen
van graan in Holland niet meer winstgevend was door het goedkope graan uit de Oostzee.
De Hollandse bodem was er bovendien niet erg geschikt voor. De boeren schakelden
daarom over op andere, meer winstgevende goederen. De moedernegotie maakte deze
gecommercialiseerde landbouw dus mogelijk.
Vraag 33:
- De wereldeconomie kon ontstaan door de zilvermijnen in Zuid-Amerika. De Spaanse en
Nederlandse aanwezigheid rond Cuba zijn voorbeelden van de Europese expansie die de
eerste aanzet vormden tot het ontstaan van de wereldeconomie.
- de gebeurtenissen zijn bovendien een bewijs voor het bestaan van de wereldeconomie
omdat het opslaan van Spaans zilver, afkomstig uit Zuid-Amerika een economische crisis tot
gevolg had. Er is dus sprake van internationale economische afhankelijkheid.
Vraag 34:
- De ideeën van Robert Hooke dragen bij het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie
omdat in de bron te lezen is dat hij “een eindeloze hoeveelheid observaties en experimenten”
heeft uitgevoerd. Het zelf zaken onderzoeken is kenmerkend voor de wetenschappelijke
revolutie.
- De ideeën van Robert Hooke dragen ook bij het ontstaan van de Verlichting omdat hij
belang hecht aan rationeel denken: “…in staat stellen een rationele, ja zelfs een
waarschijnlijke, zo niet juiste verklaring te geven…”. Ook het publiceren van zijn ideeën is
kenmerkend voor de Verlichting.
Tijdvak 7: Pruiken en Revoluties
Vraag 35:
De nieuwe manier van denken in de achttiende eeuw is het Verlichtingsdenken. Hierbij ligt er
een grote nadruk op het uitgaan van de rede en het wetenschappelijk benaderen van zaken.
Ook geloofde men sterk in vooruitgang, die werd bereikt door de nieuwe ideeën in te zetten
op vrijwel elk denkbaar terrein van de samenleving.
In de bron is te lezen dat de vooruitgang van de rede gelijk op zal gaan met de
vooruitgang in de kunsten en wetenschappen. De markies heeft dus groot vertrouwen in
vooruitgang door inzet van de rede. Hiermee past hij dus goed bij de nieuwe manier van
denken in de achttiende eeuw.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 109
Vraag 36:
- Een kenmerk van absolutisme is dat alle macht in handen van de koning ligt.
- Dit zie je terug in de beschrijving van Lodewijk XIV, in de bron. Daar staat namelijk in dat
Lodewijk XIV zichzelf zelfs boven de grammaticaregels vond staan. Dus algemene regels
voor iedereen, golden in de ogen van Lodewijk niet voor de koning.
- Een kenmerk van de Verlichting is interesse in wetenschap, kunst en een andere manier
van denken.
- En dit komt terug in de ideeën van Frederik van Pruisen, omdat te lezen is in de bron dat hij
de wetenschap naar achtergelegen gebieden (zijn eigen volk) wil halen.
Vraag 37:
In de bron is te lezen dat Sewall vindt dat alle mannen in gelijke mate recht hebben op
vrijdag en alle andere uiterlijke gemakken van het leven. Deze gelijkheid van alle mensen is
een Verlichtingsideaal.
De slavernij wordt hiermee door Sewall dus ook ter discussie gesteld en dat is een stap in de
richting van het abolitionisme, de beweging die streeft naar het afschaffen van de slavernij.
Vraag 38:
Het abolitionisme is de beweging die streeft naar het afschaffen van de slavernij.
- De afbeelding van de bron kan gebruikt worden bij de paragraaf over Verlichtingsideeën
omdat het abolitionisme geïnspireerd werd door het Verlichtingsidee ‘gelijkheid van alle
mensen’. In de bron komt dit naar voren in de tekst op het medaillon: “ben ik niet een mens
en een broeder?”
- De afbeelding past ook bij de paragraaf over trans-Atlantische slavenhandel, omdat de
slaven daar onderdeel van uitmaken. Door het bekend worden van allerlei misstanden in
deze handel kregen de abolitionisten steeds meer middelen in handen in hun strijd tegen de
slavernij. In de bron komt de trans-Atlantische slavenhandel naar voren door de ketenen
waarmee de slaaf vast zit.
- Tot slot past de bron ook bij de paragraaf over de Industriële Revolutie omdat door de
industrialisatie de slavenhandel toenam, door de groei van het aantal katoenplantages, waar
de slaven aan het werk moesten. Het medaillon past ook hierbij omdat door de Industriële
Revolutie de verspreiding van deze medaillons in grote getale mogelijk werd.
Vraag 39:
- De kritiek die er bestond op het ancien régime op het gebied van bestuur was dat de
absolute vorst alle macht in handen had. De Nationale Vergadering stelt in de Verklaring van
de Rechten van de Mens en van de Burger voor dat de macht (soevereiniteit) bij het volk
moet komen te liggen, zoals beschreven in artikel 3.
- De kritiek die er bestond op het ancien régime op het gebied van burgerrechten was dat er
geen vrijheid van godsdienst bestond. De Nationale Vergadering stelt voor dit op te lossen
door niemand meer lastig te vallen vanwege zijn opvattingen zolang de openbare orde niet
wordt verstoort, zoals beschreven in artikel 10.
- De kritiek die er bestond op het ancien régime op het gebied van de bestaande
maatschappelijke verhoudingen was dat er een standenmaatschappij en dus ongelijkheid
bestond. De Nationale Vergadering wil dit oplossen met artikel 1: er wordt verklaard dat alle
mensen vrij en met gelijke rechten geboren zijn.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 110
Vraag 40:
- De verharding van de wegen droeg bij aan de Industriële Revolutie omdat de aanvoer van
goederen hierdoor makkelijker werd en werd er een grotere markt toegankelijk.
- De bevolkingsgroei droeg bij aan de Industriële Revolutie omdat er nu meer
arbeidskrachten beschikbaar waren. Ook steeg de vraag naar producten uit de
textielindustrie.
- De eerste op stoomkracht aangedreven textielfabriek droeg bij aan de Industriële Revolutie
omdat de productie door stoommachines (de kern van de vroege industrialisering) hierdoor
groter werd en dit zette anderen aan om ook over te stappen op stoommachines.
Vraag 41:
Kinderarbeid ontstond door het opkomen van industrie. Dus het veroordelen van de sterk
toegenomen kinderarbeid past bij kenmerkend aspect 31: de industriële revolutie legde in de
Westerse wereld de basis voor een industriële samenleving.
De kritiek op kinderarbeid past ook bij kenmerkend aspect 35: discussies over de sociale
kwestie.
De groeiende aandacht van de rooms-katholieke kerk voor de werk- en leefomstandigheden
van de arbeiders hangt nauw samen met de opkomst van het socialisme. De kerk was
namelijk bang dat de katholieke arbeiders het geloof zouden verlaten en zich zouden
aansluiten bij de socialisten. Om dit te voorkomen, ging de kerk zich ook inzetten voor de
arbeiders. Een andere reden van de kerk om zich in te zetten voor de arbeiders was om het
katholieke geloof een plaats te geven. Veel arbeiders wilden wel katholiek zijn en blijven en
konden daarmee niet terecht in het socialisme. En tot slot past het helpen van de medemens
heel goed bij de leer van de katholieke kerk.
Vraag 42:
Europese bemoeienis met Afrika had twee redenen.
1) het verspreiden van de Europese beschaving. In de bron is dit terug te lezen in: “namelijk
dat de inheemse bevolking van Afrika zich kan aansluiten bij de beschaving.”
2) Het vinden van grondstoffen voor de industrie in Europa en het vinden van afzetmarkten
voor de Europese producten buiten Europa. In de bron is dit terug te vinden in: “Dat kan door
de binnenlanden te openen voor de handel”.
Vraag 43:
- De prent in de bron kan propaganda genoemd worden omdat er reclame gemaakt wordt
voor een politiek doel. Dit zie je terug in het onderschrift. En de tegenstelling in de prent
scherper wordt afgebeeld dan de tegenstelling in werkelijkheid is.
- Hahn maakt propaganda voor de democratische richting omdat er duidelijk een stembus
staat afgebeeld. De andere richting is die van geweld die komt hier niet duidelijk naar voren.
- In Nederland heeft democratische opvatting (net als die van Hahn in prent) de meeste
aanhang gekregen, want de communistische richting is altijd klein gebleven en een
socialistische revolutie heeft er in Nederland ook niet plaatsgevonden.
Vraag 44:
- De industrialisatie zorgde voor de opkomst van emancipatiebewegingen omdat arbeiders
die in fabrieken werkten zich gingen organiseren om zo verbeteringen in de
arbeidsomstandigheden geregeld te krijgen. Dit gold ook voor vrouwen, die door steeds
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 111
meer buitenshuis te gaan werken, elkaar tegen kwamen en zich gingen organiseren in
vakverenigingen.
- De industrialisatie zorgde ook voor de opkomst van nieuwe politiek stromingen.
Socialisme: steeds meer mensen gingen zich het lot van de arbeiders aantrekken en enkelen
daarvan besloten dit op politiek niveau te gaan aanpakken door onder andere politieke
partijen op te richten.
Liberalisme: Fabrikanten kregen door de industrialisatie steeds meer economische macht,
die zij ook op politiek niveau wilden gaan inzetten. Om dit voor elkaar te krijgen gingen zij
zich politiek organiseren en vormden zij de liberale stroming
Vraag 45:
- De verschillende groepen die het Duitse imperialisme in Afrika steunden waren
1. Missionarissen die het christendom wilden verspreiden
2. Fabrikanten die afzetmarkten voor hun producten en grondstoffen zochten
3. Nationalisten die met koloniën hoopten status en aanzien te verwerven
- In de bron is te lezen dat de Duitsers zich schaamden over het niet hebben van koloniën en
op zich neergekeken voelden. Hieruit blijkt dat deze bron het beste past bij het standpunt van
de nationalisten.
Vraag 46:
Rond 1880 verzette Bismarck zich tegen Duits overzees imperialisme. Hij was bang dat
Duitsland hierdoor op andere continenten in conflict zou raken met andere Europese landen.
Dit zou het machtsevenwicht tussen dezelfde landen in Europa in gevaar kunnen brengen.
Juist het Europese machtsevenwicht was de kern van het beleid van Bismarck.
Tijdvak 9: Wereldoorlogen
Vraag 47:
- De Indiase nationalisten kunnen de foto in de bron gebruiken als propaganda in hun strijd
voor onafhankelijkheid onder de bevolking van Groot-Brittannië omdat ze hiermee kunnen
aantonen dat India trouw is gebleven aan Groot-Brittannië en de oorlogssituatie tijdens de
Eerste Wereldoorlog niet heeft gebruikt om onafhankelijk te worden. Ook laat het zien dat
India gevochten heeft voor Groot-Brittannië en dat daar best iets tegen over mag staan
- De Indiase nationalisten kunnen de foto in de bron gebruiken als propaganda in hun strijd
voor onafhankelijkheid onder de bevolking van India om te laten zien dat India een beloning
verdient voor de inzet die ze getoond hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook laat het
zien dat Groot-Brittannië niet onaantastbaar is, omdat er soldaten uit India nodig zijn in de
Europese strijd van de Eerste Wereldoorlog
Vraag 48:
In de bron geeft keizer Wilhelm I een eenzijdig beeld van de revolutie van 1918. Hij beschrijft
namelijk - dat de revolutie het werk was van een minderheid van sociaaldemocraten (“Ik
weet dat velen die achter de sociaaldemocratische vlag stonden de revolutie niet hebben
gewild. Ook diverse sociaaldemocratische leiders wilden de revolutie op dat moment niet.
Velen waren bereid met mij samen te werken”)
- dat de arbeiders achter hem als keizer en het besluit door te vechten stonden. Dit klopt niet,
want de arbeiders waren ook oorlogsmoe.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 112
- dat veel sociaaldemocratische leiders met hem wilden samenwerken (Ook diverse
sociaaldemocratische leiders wilden de revolutie op dat moment niet. Velen waren bereid
met mij samen te werken) en dat was helemaal niet het geval.
De memoires van de keizer hebben bijgedragen aan het verzwakken van de republiek van
Weimar. De sociaaldemocratische leiders worden beschuldigd van het verraden van
Duitsland, omdat ze de revolutie niet konden tegenhouden waardoor ze
medeverantwoordelijk zijn voor de revolutie, volgens de keizer.
Hiermee ondermijnt de keizer het gezag van de sociaaldemocratische leiders en juist deze
leiders zijn de stichters van de Republiek van Weimar. Als juist een belangrijk persoon (ook
al is hij gevlucht) de leiders van de nieuwe Republiek niet erkent, verzwakt dat de Republiek
van Weimar.
Vraag 49:
In de bron is te lezen dat Hitler jongens vanaf hun tiende jaar verplicht lid wil laten zijn van
verenigingen die nauw verbonden zijn aan de NSDAP en waar ze een militaire opleiding
volgen.
Dit past bij het in praktijk brengen van een totalitaire volksideologie omdat er zo totale
controle over de opvattingen en denkbeelden van de jongens wordt verkregen. Afwijkende
opvattingen en daden moeten worden gecorrigeerd, volgens Adolf Hitler in de bron.
Tegelijk komt ook het ideaal van Hitler over een Duitse Volksgemeinschaft naar voren omdat
Hitler door middel van de opleidingen van de jeugd de klassen- en statusverschillen in de
Duitse samenleving wil opheffen.
Vraag 50:
In de mozaïeken in de bron zijn verschillende kenmerken van het fascisme te herkennen.
Het nummer achter het element geeft uit welk mozaïek het element komt:
- het militarisme, door het geweer(2), tank(1) en vliegtuigen (2)
- het nationalisme, door het terugverwijzen naar het Romeinse verleden van Italië, door het
gebruik van mozaïeken en het gebruik van bijlen (fasces) (1).
- de agressieve expansie is terug te vinden in de tekst “Italië heeft eindelijk haar rijk” (1)
- Het leiderschapsprincipe is terug te vinden in de herhalende tekst “Duce” (2).
- het totalitarisme is terug te vinden in de tekst “Era Fascista” (1), waarmee aangegeven
wordt dat de fascisten zichzelf zien als de nieuwe, allesbepalende periode.
Vraag 51:
- Het begin van de openlijke Jodenvervolging komt in de bron goed naar voren omdat te
lezen is dat bij de Joodse winkel twee SA-mannen staan met een bord om de Duitsers op te
roepen niet bij Joodse winkels te kopen. Hiermee worden de Joden dus geïsoleerd van de
Duitse bevolking. En deze isolatie was de eerste stap in de Jodenvervolging door de Nazi’s.
- Het thema van de tentoonstelling “Ein offenes Geheimnis” komt in de bron goed naar voren
omdat het duidelijk is dat er iets ergs gebeurt, namelijk het isoleren van de Joodse bevolking
er toch geprobeerd wordt zo normaal mogelijk te doen, doordat de SA-mannen “gewoon”
een kopje thee gaan drinken bij de Joodse winkelmedewerkster.
Vraag 52:
Door het ineenstorten van de wereldeconomie, door de beurskrach op Wallstreet in 1929
ontstonden er moeilijke economische omstandigheden in landen als Duitsland en Italië. Er
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 113
was veel werkloosheid en daardoor veel armoede. In Duitsland stond het
nationaalsocialisme op, wat beloofde een oplossing te hebben voor de economische
moeilijkheden van Duitsland. Ditzelfde nationaalsocialisme bleek een zeer radicale kant te
hebben. Toch stemden veel Duitsers op Hitler, juist omdat het radicale karakter in combinatie
met de oplossingen voor de economische problemen een goede uitweg leek te bieden.
Vraag 53:
In de bron zie ik een pols, geketend door “Dawes” kettingen. Er wordt vervolgens
opgeroepen de kettingen te verbreken. De NSDAP wil met deze poster duidelijk maken dat
het Duitse volk onderdrukt wordt (vastzit door de ketenen) door het Dawes-plan.
De boodschap van de NSDAP sloeg in 1928 niet aan bij het Duitse volk omdat het Dawes-
plan juist begon te werken. Het Dawes-plan waren de Amerikaanse leningen aan Duitsland
om de Duitse economie weer op gang te krijgen. De economie begon weer te draaien, het
ging weer beter met Duitsland, dus het Duitse volk wilde helemaal niet af van de
zogenaamde Dawes-ketenen.
Vraag 54:
- De buitenlandse politiek van Engeland en Frankrijk die wordt weergegeven in de bron is de
appeasementpolitiek. Dit is het beleid om deels toe te geven aan de eisen van Hitler om zo
te voorkomen dat het opnieuw oorlog wordt in Europa.
- In de bron wordt kritiek geleverd op deze politiek omdat de appeasementpolitiek de druk op
de Duitse buurlanden doet toenemen. Dit is te zien aan de zware Duitser die drukt op veel
kleinere mannetjes die Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, de Balkan etc voorstellen. Aan het
einde van het rijtje staan Engeland en Frankrijk zelf en ook zij zullen uiteindelijk (in deze
tekening in elk geval) omvallen.
Vraag 55:
Keizer Wilhelm geeft een onrealistisch beeld van de oorlogvoering in de 20e eeuw, omdat hij
beschrijft dat Duitsland ‘fatsoenlijk’ oorlog zal voeren, door niet te strijden tegen vrouwen en
kinderen. Oorlogvoering in de 20e eeuw heeft echter juist als kenmerk dat terreur werd
ingezet tegen de hele bevolking, dus ook vrouwen en kinderen. (= totale oorlog)
Vraag 56:
Uit de foto in de bron blijkt dat de Duitse stad Dresden volledig is gebombardeerd. Dit geeft
aan dat er een grootschalig bombardement op een burgerdoel (de stad) heeft
plaatsgevonden. Er is hier dus sprake van een totale oorlog, waarbij ook de burgerbevolking
slachtoffer is geworden. Tot aan de 20e eeuw werd er niet op deze manier oorlog gevoerd en
bleef de burgerbevolking (meestal) buiten schot.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 114
Vraag 57:
Imperialisme is het uitbreiden van de koloniën aan het einde van de 19e eeuw.
Industrialisatie is de snelle overgang van het met de hand produceren naar machinaal
produceren van goederen.
- In de bron is te zien dat de Engelse industrie haar producten afzet in koloniaal India, waar
tegen Gandhi (en de Indiase bevolking) in protest komen. Het verband tussen imperialisme
en industrialisatie is dat de industrie de producten afzette in de koloniën.
- De bron is een voorbeeld van het verzet tegen het westers imperialisme omdat India, na
een oproep van Gandhi de Engelse katoenen stoffen boycot en zich dus verzet tegen de
Engelse overheersing.
- De bron kan ook gebruikt worden om de rol van propaganda- en
massacommunicatiemiddelen aan te tonen omdat Gandhi zich heeft laten fotograferen met
de juichende fabrieksarbeidsters. Hij verschijnt vervolgens in de krant die door een breed
publiek gelezen zal worden.
Tijdvak 10: Televisie en computer
Vraag 58:
De mening van de tekenaar is dat er sprake is van een ongelijke machtsverhouding tussen
de Oost-Europese landen en de Sovjet-Unie. In de bron is dit te zien aan Mevrouw Molotov,
die de leerkracht is terwijl de Oost-Europese landen als leerlingen worden neergezet.
Daarnaast mogen de leerlingen van mevrouw Molotov niet eens ruiken aan de hotdogs (dus
ze mogen niet eens nadenken over de opties die de VS hen aanbiedt). De meeste Oost-
Europese landen (de leerlingen) hebben echter wel belangstelling voor de opties van de VS,
want ze draaien hun neuzen niet naar links en ruiken toch even aan de hotdogs. De naam
van de school van mevrouw Molotov geeft ook aan dat er sprake is van een ongelijke
machtsverhouding, want door de scholing wil ze de leerlingen opleiden tot goede satellieten.
De tekenaar wil hiermee duidelijk maken dat de Sovjet-Unie de Oost-Europese landen
dwingt om het Amerikaanse aanbod van de Marshallhulp af te slaan.
- De Sovjet-Unie neemt zelf ook geen deel aan het Marshallplan omdat ze geen kapitalistisch
bemoeienis willen, geen controle van de VS in belangrijke gebieden wilde hebben en zich
ook bedreigd voelden door de VS.
Vraag 59:
- De prent in de bron is gemaakt naar aanleiding van de Blokkade van Berlijn in 1948.
- In de bron zie je Molotov en Stalin als Sinterklaas en Zwarte Piet, die cadeautjes (stukjes
van Berlijn) uitdelen aan de West-Europese leiders, die daar keurig netjes op zitten te
wachten.
De mening van de tekenaar is dat de Sovjet-Unie probeert de West-Europese leiders weg te
sturen met een klein stukje van Berlijn. Stalin hoopt hiermee zelf een groot deel van de
macht in Berlijn in handen te krijgen.
Vraag 60:
In 1956 kiest Hongarije ervoor zich als land onafhankelijker op te stellen van de Sovjet-Unie.
Dit is de zogenaamde Hongaarse Opstand. In 1968 probeert Tsjecho-Slowakije eenzelfde
beleid te voeren, In de bron is namelijk te lezen dat “het herleven van doodgewone
menselijke vrijheid” is neergeslagen.
Deze poging is bekend onder de naam Praagse Lente.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 115
Beide pogingen tot een meer onafhankelijke opstelling door communistische landen in Oost-
Europa werden door de Sovjet-Unie met harde hand neergeslagen. In beide gevallen trokken
de Sovjettanks het land binnen om de “opstand” neer te slaan.
De Verenigde Staten keurt beide keren het optreden van de Sovjet-Unie keihard af, maar
grijpt zelf niet in. De Sovjet-Unie mag dus haar eigen gang gaan, in haar eigen invloedssfeer
van Oost-Europa.
Vraag 61:
- Het demonstreren tegen de besluiten van de regering (in dit geval kernbewapening) is
kenmerkend voor de protesten in de jaren ’60. Dit past bij het kenmerkend aspect ‘de
toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw aanleiding geeft
tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen. Vooral jongeren gaan zich meer
tegen de gevestigde orde afzetten en protesteren wat duidelijk te zien is in de bron.
- Op dat moment zal de Sovjet-Unie de demonstraties hebben toegejuicht omdat zij de
wapenwedloop waar deze kruisraketten met kernkoppen onderdeel van uit maken voor de
Sovjet-Unie financieel niet meer kunnen bijhouden. De demonstraties zullen de Sovjet-Unie
het gevoel van steun uit het Westen tegen de wapenwedloop hebben gegeven.
Vraag 62:
In de bron is te lezen dat de Nederlandse overheid politieke tegenstanders bij elkaar plaatste
in Boven-Digoel. Dit samen gevangen zetten van Indonesische nationalisten droeg bij aan de
samenwerking tussen deze nationalisten. Bovendien werden ze vaak onterecht gevangen
gezet en door de samenwerking nam de toewijding aan het nationalisme door deze
nationalisten alleen maar verder toe.
Vraag 63:
- De foto van de bron had door de Nederlandse regering gebruikt kunnen worden om
duidelijk te maken dat de Nederlandse militairen in Indonesië vriendelijk en behulpzaam
waren, dus dat Indonesische bevolking geen baat zou hebben bij de dekolonisatie.
- Hierbij had de Nederlandse regering zich kunnen richten op de Indonesische bevolking en
het thuisfront in Nederland om duidelijk te maken de Nederlanders hulp boden in Indonesië
en dus goed werk verrichten.
Vraag 64:
- Door het oprichten van de EEG hoopte men in Europa meer samen te werken en niet meer
tegen elkaar te strijden wat beide wereldoorlogen had veroorzaakt. Een belangrijke oorzaak
van beide oorlogen was het nationalisme in Europa.
- De Koude Oorlog speelde ook een rol bij het oprichten van de EEG omdat een sterk,
samenwerkend en verenigd Europa een goed tegenwicht zou zijn voor het communisme.
Bovendien konden de kosten voor een groot sterk leger op deze manier beter verdeeld
worden.
Vraag 65:
In de bron is te lezen dat de jongere generatie geen reden ziet om enthousiast te zijn over de
EU, ondanks de vrede die het heeft opgeleverd na beide wereldoorlogen. De ontstaansreden
van de EU is voor de jongere generatie lang niet meer zo belangrijk als voor de oudere
generatie.
Nationale Examentraining | Geschiedenis | HAVO | 2016 116
Vraag 66:
- De stijgende welvaart zorgde voor hogere lonen. Hierdoor konden steeds meer mensen
een televisie aanschaffen.
- In het begin waren er nog weinig zenders op de televisie en dus keek elke tv-bezitter naar
dezelfde programma’s. De verzuiling kwam hierdoor langzaam onder druk te staan en
brokkelde uiteindelijk af. De eerste stappen hiervoor werden gezet door de komst van de
televisie.
Vraag 67:
In de bron is te lezen dat Nederlanders commentaar hebben op hun buren, die nog geen
Nederlands spreken. Zelf spreken ze ook niet goed Nederlands maar met een accent, of in
dialect (wat onder andere blijkt uit de vertaling van de “Nederlandse” uitspraak van de
Nederlandse dame).
De tekenaar levert hiermee commentaar op de bekrompen houding van veel Nederlanders
tegenover de multiculturele samenleving.