Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een...

144
Projectbundel Huisvesting en Klimaat Veehouderij niveau 3 en 4 Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 1 oriëntatie fase beroepsfas e afstudeerfase

Transcript of Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een...

Page 1: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

ProjectbundelHuisvesting en Klimaat

Veehouderij niveau 3 en 4

auteur: F. de Groot, H. Hermans en J van den Nieuwenhuizeneindredactie: Pieter Swinkels en Geert Willemsversie: april 2014

MBO Den Bosch

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 1

oriëntatiefase

beroepsfase afstudeerfase

Page 2: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

InhoudInhoud

Projectmatig werken

Projectoverzicht

Projectresultaat 7-8 1. huisvesting 9-28 2. stalinrichting 29-483. stalklimaat 49-74 4. RI&E 75-795. ongedierte bestrijding 80-826. afsluiting 837. peerranking 84-86

Bijlage1. feedbackformulier 872. scoreformulier 883. projectevaluatie 89

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 2

Page 3: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Projectmatig

Projectoverzicht

Projectresultaat

Je hebt een dierenverblijf ontworpen. De keuze van de diersoort is vrij.Bij het maken van het ontwerp staat het welzijn van de dieren centraal. Dit betekent dat je rekening moet houden met het gedrag, het voorkomen van dierziekten en het bereiken van een goede productie. Daarnaast moet duidelijk zijn dat rekening gehouden is met de werkomstandigheden van de mens. Bij het ontwerpen hoef je geen rekening te houden met de economie (bouwkosten).Je hebt het ontwerp, de presentatie en het verslag samen voorbereid met (2 of 3) medeleerlingen.Je hebt ook een beoordeling van je medeleerlingen gegeven over o.a. samenwerking en inbreng van kennis en vaardigheden.

richtlijn projecttijd 27 leer- & werkuren

Taak Titel gewenst resultaat verplichte kenmerken test - Theorie (T) of Praktijk (P)

1 Huisvesting

Je hebt de vragen en opdrachten over het hoofdstuk huisvesting gemaakt.Je kunt de belangrijkste eisen die een dier aan zijn/haar huisvestingsruimte stelt benoemen.

Zelfstudie Opdrachten maken Klassikale bespreking antwoorden Opslaan antwoorden in portfolio

T

2 Stalinrichting

Je hebt de opdrachten over het hoofdstuk stalinrichting gemaakt.Je kunt een evenwichtige verdeling aangeven ten aanzien van de huisvesting van de verschillende diercategorieën.

Opdrachten maken Individuele bespreking antwoorden met

docent Bespreking antwoorden met klasgenoten Opslaan antwoorden in portfolio

T

3 StalklimaatJe hebt de vragen gemaakt en nagekeken en deze in je persoonlijk portfolio gestopt en op livelink geplaatst.

Zelfstudie Opdrachten maken Klassikale bespreking antwoorden Opslaan antwoorden in portfolio

T

7 RI&E Je hebt de opdrachten over de RI&E gemaakt.

Zelfstudie Opdrachten maken Klassikale bespreking antwoorden Opslaan antwoorden in portfolio

T

10 Ongediertebe-strijding

Je hebt op Internet een aantal soorten ongedierte opgespoord en vastgelegd hoe je ze kunt

Onderzoek op Internet Opdrachten mken

T

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 3

Page 4: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

bestrijden.Je bent in staat wettelijke voorschriften t.a.v. de bestrijding van ongedierte op te zoeken.

11 Afsluiting Je afsluiting van je gehele project

Samenwerken in groep Plattegrond stal Verslag met keuzes Powerpoint Presentatie

T/P

12 PeerrankingEen overzicht van de beoordelingen van de groepsleden.

Elkaar beoordelenP

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 4

Page 5: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

projectgroepleden projectgroep contactgegevens

projectcoach(es) Fannie Ploegmakers

presentatiesInhoud voorbereiding taak

workshopsInhoud voorbereiding taak

excursiesInhoud bedrijf en adres datum/tijd taak

Zie Praktijkleren

literatuurbron/titel gegevens

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 5

Page 6: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Projectresultaatleef- werkomgeving

Veehouderij niveau 3 en 4 nr.4

resultaatJe hebt een dierenverblijf ontworpen. De keuze van de diersoort is vrij.Bij het maken van het ontwerp staat het welzijn van de dieren centraal. Dit betekent dat je rekening moet houden met het gedrag, het voorkomen van dierziekten en het bereiken van een goede productie. Daarnaast moet duidelijk zijn dat rekening gehouden is met de werkomstandigheden van de mens. Bij het ontwerpen hoef je geen rekening te houden met de economie (bouwkosten).Je hebt het ontwerp, de presentatie en het verslag samen voorbereid met (2 of 3) medeleerlingen.Je hebt ook een beoordeling van je medeleerlingen gegeven over o.a. samenwerking en inbreng van kennis en vaardigheden.

werktijdgedurende het project: tijdens de afsluitingsweek: 4 blokken

doen1. Ontwerp een dierenverblijf met zijn omgeving waarbij voor het dier zelf voldaan wordt aan de

zogenaamde “5 vrijheden van het dier” én waarbij ook aan het belang van de mens gedacht is. Tijdens de afsluitingsweek ga je in een groepje van in principe 3 leerlingen het verzamelde materiaal verwerken tot een presentatie en een verslag.

2. Beoordeel je groepsleden op de inbreng bij deze afsluiting t.a.v.: aandragen ideeën samenwerking/ werkverdeling kennisinbreng over de verschillende onderwerpen Powerpointpresentatie tijdens de afsluitende presentatie

Check

De volgende zaken moeten we kunnen zien, horen, voelen en ruiken in de presentatie en het verslag:

Een plattegrond van het bedrijf (inclusief de omgeving) dat centraal staat in jullie presentatie

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 6

oriëntatiefase

beroepsfase afstudeerfase

Page 7: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Een verslag waarin alle van belang zijnde keuzes of onderdelen gemotiveerd en toegelicht worden.

Bij de beoordeling van de presentatie als groepje zul je ook een beoordeling moeten geven over jouw medeleerlingen in het groepje. Je beoordeelt je mede leerlingen op de volgende punten: aandragen ideeën samenwerking/ werkverdeling kennisinbreng over de verschillende onderwerpen.

Bij deze beoordeling moet je iedereen binnen de groep een “ranking” geven voor diverse onderdelen.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 7

Page 8: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak voorbereiding

1. Huisvesting

planResultaat Je hebt de vragen en opdrachten over het hoofdstuk huisvesting gemaakt.

Vooraf Werktijd geschat op 6 blokken

BelangIn Nederland kennen we veel verschillende manieren van huisvesten van onze dieren. Door het onderstaande hoofdstuk te lezen en de vragen te maken krijg je hiervan een inzicht en kun je daardoor aangeven op welke manieren in Nederland onze landbouwhuisdieren worden gehuisvest.

do

Lees de tekst over huisvesting (onder voorbereiding) goed door. Ga dan naar de uitvoerende deeltaken en maak de opdrachten en vragen van de deeltaak

uitvoering: Huisvesting 1 en 2.

Print je antwoorden uit en bespreek deze in de klas.

Zorg dat je de juiste antwoorden in je persoonlijk portfolio stopt.

check & actAls de opdrachten huisvesting in je map persoonlijk portfolio zit en is goedgekeurd door de docent heb je deze deeltaak behaald.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 8

Page 9: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

1.1. Huisvesting algemeen

Begrippen

Wanneer je een nieuwe stal wil gaan bouwen, kom je er achter dat dit niet zomaar kan. Er zijn wetten en regels waar aan je je moet houden.. Het beste kun je eerst gaan informeren bij de gemeente wat de mogelijkheden zijn. Vervolgens kun je je plannen concreter maken en bijvoorbeeld met de aannemer plannen uitwerken. Je hoort dan allerlei termen en begrippen waar je waarschijnlijk nog nooit van gehoord hebt. Het is daarom goed dat je weet waar je het over hebt wanneer je bijvoorbeeld bouwplannen hebt.

Maak nu eerst opdracht 1

Productiecyclus

In de varkenshouderij gaat het om de productie van vlees, bij de melkveehouderij gaat het vooral om de productie van melk. Dit gebeurt volgens een bepaalde cyclus: de productie cyclus. Wanneer je een stal voor een varken of koe gaat ontwerpen, moet je weten hoe het productieproces eruit ziet.

Maak nu eerst opdracht 2

Stalindeling

Bij het bouwen van een huis denk je goed na over de indeling. De keuken op de eerste verdieping terwijl de eettafel beneden staat, is niet slim. En als er alleen beneden een wateraansluiting is, heb je boven niets aan een badkamer. Zo is dat ook met een stal.Je kijkt bij het bouwen van een stal of alles goed op elkaar is afgestemd.

Vleesvarkens en gespeende biggen mogen niet met elkaar in contact komen. Je hebt dan te veel kans dat ze ziektes aan elkaar overbrengen. Je zult dan ook nooit een gespeende biggenafdeling tussen vleesvarkens afdelingen in bouwen. Koeien moeten zoveel mogelijk melk geven van een goede kwaliteit. De melkstal moet dus niet in de jongveestal liggen. Soms lijkt het heel logisch, maar vaak spelen verschillende zaken mee. Je moet dan ook met veel dingen rekening houden. Je probeert niet alleen een goede stal voor de dieren te bouwen, maar ook voor de dierverzorger.

het gevoel dat het niet beter kan

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 9

Page 10: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Bijruimten

Een stal bestaat uit specifieke ruimten voor de dieren en uit bijruimten. In de bijruimten vind je onder andere:

voederruimte looppaden/gangen hygiënesluis kantine kantoor meterkast verwarmingshok keuken berging toilet

Vrijwel iedere stal heeft een aantal algemene ruimten, zeker als het woonhuis wat verder weg staat van de stal. Denk maar eens aan het gemak van een toilet. En als je ergens graag rustig pauze houdt, is een klein keukentje ook wel handig. En ook de meterkast voor de elektriciteit hoort zijn plaats te hebben.

Vaak heb je ook nog een aantal spullen in de stal staan, maar het is gemakkelijker hiervoor een berging te hebben. Voor een goede hygiëne is een hygiënesluis aanwezig. Deze bevindt zich vaak in of dicht bij de stal. Daarnaast moeten de computers ergens neergezet worden. Een kantoortje is hiervoor een geschikte plaats, maar het moet wel een beetje stofvrij zijn.

Ga je de varkens automatisch voeren, dan heb je een voerinstallatie nodig. Deze voerinstallatie moet niet te ver verwijderd zijn van de voersilo’s. Je kunt hem in een eenvoudige kleine ruimte of in een grote uitgebreide ruimte plaatsen. Heb je een vleesvarkensbedrijf, dan heb je een bijvoerkeuken nodig. Deze kan nog behoorlijk wat plaats innemen.

Je kunt dus veel bijruimten in een stal aantreffen.

Groen label

De laatste jaren worden er steeds meer stallen gebouwd met een zogenaamd Groen Label. Een groenlabelstal stelt eisen aan de huisvestingssystemen van de meeste diersoorten. De overheid heeft een groep mensen benoemd die een soort milieukeuring voor stallen hebben gemaakt. Hierbij gaat het vooral om de ammoniakuitstoot. Er zijn regels opgesteld waar een groenlabelstal aan moet voldoen. De stallen worden hier ook op gecontroleerd. Bij een groenlabelstal moet de ammoniakuitstoot met minstens 50% zijn verminderd. Groen label stallen zijn dus milieuvriendelijke stallen. Vaak wordt je als veehouder verplicht om bij nieuwbouw Groen Label systemen toe te passen. Deze maken het bouwen vaak aanzienlijk duurder.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 10

Page 11: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

1.2. Huisvesting: varkenshouderij

Een woning van een student ziet er vaak anders uit dan een huis voor een gezin met twee kinderen. Een student heeft één kamer en deelt een douche en keuken met anderen. Een gezin heeft andere woonwensen. Zo is dat ook bij dieren. Voor verschillende soorten dieren zijn er ook verschillende soorten stallen.

Zeugenstal

In een zeugenstal vind je meestal de volgende afdelingen: de kraamafdeling de guste-zeugenafdeling de dragende-zeugenafdeling de opfokzeugenafdeling de gespeende-biggenafdeling de ziekenboeg de doucheruimte

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 11

Page 12: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

pattegrond zeugenstal

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 12

Page 13: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Als de hele stal vol zou zijn met dieren, zou de stal voor 100% zijn gevuld. Dit is nooit het geval. Er zijn altijd minder dieren dan plaatsen. Dit wordt uitgedrukt in de bezettingsgraad. De bezettingsgraad is het aantal dieren gedeeld door het aantal plaatsen vermenigvuldigd met honderd.

De bezettingsgraad mag niet te laag zijn. De stal wordt dan niet voldoende benut.

Als voorbeeld zie je onderaan in figuur 2.2 zes afdelingen met kraamhokken. Hierin liggen zeugen met biggen.

In deze zes afdelingen liggen 6 × 6 = 36 zeugen.

In de afdeling in het bovenste deel van figuur 2.2 zijn eerst 4 × 23 ligboxen geplaatst, hierin liggen zeugen. In totaal 4 × 23 = 92 zeugenplaatsen.

In de laatste (bovenste) afdeling is plaats voor 25 + 17 = 42 ligboxen. Deze plaatsen zullen niet altijd bezet zijn. Immers als je in de kraamafdeling een afdeling leeg moet maken, zal je deze zeugen in een andere box moeten plaatsen.

Je hebt in totaal 36 + 92 + 42 = 170 ligplaatsen voor zeugen beschikbaar. Hierin kun je 170 - 6 = 164 zeugen plaatsen. De bezettingsgraad is dan 164 / 170 × 100 = 96,5%.

Kraamafdeling

In een kraamhok worden de biggen geboren. Zo’n hok dient dus warm te zijn en de zeug mag niet op de biggen gaan liggen of staan. Per hok is één zeug gehuisvest. Zo’n kraamhok bestaat uit een kraambox, waarin de zeug ligt, en een biggennest, waar de biggen liggen als ze geboren zijn. Bij voorkeur is het biggennest verwarmd. Dat kan met behulp van een warm-water-vloerverwarming, een elektrische vloerverwarming of een biggenlamp.

Je plaatst de zeug ongeveer een week voor het werpen in deze afdeling. Na een zoogperiode van 28 dagen verlaat de zeug de afdeling weer. Gaan de biggen er dan ook uit, dan noem je de ruimte een kraamhok. Blijvende biggen liggen tot ze ongeveer 25 kilogram wegen, dan noem je de ruimte een kraamopfokhok.

Uit hygiënisch oogpunt bestaat het vloergedeelte vaak uit een volledig rooster. Er zijn betonnen roosters, metalen roosters en kunststofroosters. Een betonnen rooster wordt in een kraamhok niet veel gebruikt. Ze hebben een slechte mestdoorlaat en zijn te ruw voor de biggen. Het metalen rooster voelt wat koud aan. Deze wordt dan ook vaak alleen op de plaats waar de zeug ligt gebruikt. Een kunststofrooster voelt warmer aan, maar heeft meestal een slechtere mestdoorlaat. Kunststofroosters kun je onderverdelen in roosters die volledig van kunststof zijn (volkern kunststofroosters) en kunststofroosters met een metalen kern. Daar waar de biggen lopen worden vaak kunststofroosters gebruikt.

Voor de ligging van een kraamhok in een afdeling kun je kiezen uit twee mogelijkheden: de lengte-opstellingen de dwarsopstelling. Bij de lengte-opstelling loop je langs de zijkant van de zeug. Bij de dwarsopstelling loopje langs de achterkant van de zeug of langs de kop van de zeug.

De opstelling van de zeug in een box kent ook twee mogelijkheden, namelijk een schuine opstelling en een rechte opstelling. Bij een schuine opstelling kun je wat ruimte besparen.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 13

Page 14: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Kraamopfokafdeling

Naast kraamhokken zijn er kraamopfokhokken. Bij een kraamhok gaan bij het spenen de zeug en biggen naar een andere afdeling, bij kraamopfokhokken blijven de biggen liggen en gaan de zeugen naar de dekstal. Het voordeel is dat de biggen minder stress hebben en het scheelt schoonmaakwerk. Het nadeel is dat het duurder bouwen is, omdat het kraam(opfok) hok het duurste hok is van de stal.

Guste-zeugenafdeling

De zeugen in de guste-zeugenafdeling komen uit het kraamhok. Het is de bedoeling de zeugen weer zo snel mogelijk te laten dekken of te insemineren. De guste-zeugenafdeling wordt dan ook vaak de dekafdeling genoemd. In de dekafdeling is ook de beer gehuisvest. Beter is om dit niet te doen i.v.m. gewenning. Een beer zit alleen in het hok: twee beren in één hok geeft vechtpartijen. De beer loopt los in het hok en heeft daar voldoende ruimte. Een berenhok mag geen gladde vloer hebben, het gevaar van uitglijden is dan te groot.

In deze dekafdeling staan meestal individuele boxen waar je de zeugen gemakkelijk in en uit kunt laten. In het verleden werden de zeugen vaak naar buiten in de uitloop gedaan om de berigheid te stimuleren. Tegenwoordig laat men de zeugen vaak in dekafdeling staan en zorgt men via andere methodes dat de berigheid zo spoedig mogelijk wordt opgewekt.

Als er op de bedrijven nog een uitloop aanwezig is dan is deze bij voorkeur verhard en overdekt en buiten de stal. Als de beer met de zeugen naar de uitloop gaat, bevordert dit de berigheid.

In de vloeren van de dekafdeling en in de gangen waar de dieren lopen liggen roosters. De zeugen moeten regelmatig in en uit hun box en een dichte vloer zou dan snel vervuilen. De roosters zijn meestal van beton.

In deze afdeling heb je veel daglicht nodig. Daarvoor hangen er dan ook extra lampen.

Afhankelijk van de grootte van de afdeling kunnen de dieren hier 1 tot 4 weken verblijven. Dit is van spenen tot dekken of van spenen totdat de zeugen drie weken dragend zijn.

de dekafdeling

Dragende-zeugenafdeling

In de dragende-zeugenafdeling is vooral rust van belang. In de wetgeving is vastgelegd dat de zeugen 4 dagen na insemineren vrij los moeten kunnen lopen. Slechts in uitzonderingsgevallen mag een zeug opgesloten zijn in deze periode. Er zijn verschillende manieren van huisvesten om aan deze wetgeving te voldoen. Je hebt individuele huisvesting met uitloop waarbij de zeugen tijdens het vreten opgesloten kunnen worden. Verder heb je grote groepen met voerstations. Bij dit systeem worden de zeugen middels een chip in het oor herkend en krijgen ze individueel voer verstrekt. Daarnaast kun je zeugen in kleine groepen huisvesten en gelijktijdig voeren, bijvoorbeeld via vloervoedering.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 14

Page 15: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Ook op deze afdeling zie je roosters op de vloer. De meest gebruikte roosters zijn nog betonroosters, maardoor de milieueisen zie je ook steeds meer metalen roosters. Bij de metalen roosters is het driekantroosterfavoriet, omdat de mestdoorlaat beter is. Het driekantrooster ontleent zijn naam aan de driekantige vorm van de roosterbalkjes. Driekantroosters gaan niet zo lang mee als betonroosters.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 15

Page 16: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

betonrooster / metalen driekantrooster

Opfokzeugenafdeling

De opfokzeug (gelt) wordt later zeug. Ze moeten hun hele leven dus nog in de stal verblijven.

De opfokzeugen zijn gehuisvest in groepen op een betonnen vloer met roosters. Dit is belangrijk voor het goed afslijten van de klauwen. Hierdoor ontwikkelen de opfokzeugen een goed beenwerk.

Verder is het van belang dat de gelten tot 70 kg onbeperkt gevoerd worden voor een optimale jeugdgroei. Hierna moeten ze beperkt gevoerd worden om ze niet te laten vervetten.

Het is belangrijk dat je opfokzeugen goed kunt zien. Het voeren gebeurt in een trog, die meestal langs het looppad ligt. Tijdens het voeren kun je dan alle varkens tegelijk zien en ze goed met elkaar vergelijken.

Een opfokzeugenafdeling is niet op alle bedrijven aanwezig. De opfokzeugen worden ook vaak dekrijp aangeleverd. De dieren worden dan in korte tijd berig en in de guste-zeugenafdeling gehuisvest.

Tegenwoordig worden opfokzeugen steeds vaker in een quarantaine stal geplaatst als ze op het zeugenbedrijf aankomen. Hier kunnen ze dan langzaam wennen aan de ziektekiemen die op het bedrijf voorkomen.

opfokzeugenafdeling

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 16

Page 17: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Gespeende-biggenafdeling

De biggen worden bij de zeug weggehaald en afgeleverd op ongeveer 25 kilogram.

Een zeug speent ongeveer 12 - 13 biggen per worp. Om te voorkomen dat biggen na het spenen gaan vechten met vreemde biggen, moet je de tomen bij elkaar houden. Dan moet je hokken van 13 biggen bouwen. De biggen blijven op die manier bij elkaar en er vindt ook geen overdracht plaats van ziektekomen van andere tomen. Sommige bedrijven bouwen grote hokken. Dit is goedkoper en de biggen krijgen zo de ruimte om voor elkaar uit de weg te gaan.

De huisvesting van gespeende biggen gebeurt in biggen(opfok)hokken. Er zijn diverse typen biggenopfokhokken. De verschillen zitten in de vloeruitvoering, hokafscheiding en voermethode. De meest gebruikte vloeruitvoering volledig rooster vloer. Meestal wordt er gekozen voor kunststof rooster. De reden hiervoor is dat dit warmer aanvoelt voor de biggen. Het voordeel van stalen rooster is dat de mestdoorlaat beter is en de prijs gunstiger. Er is een trend naar half rooster om het klimaat nog beter te sturen. In de winter via vloerverwarming en in de zomer door koud water door deze leidingen te sturen.

De hokafscheiding bestaat uit kunststof plaatwerk of stalen spijlen.

Het voer wordt meestal in een droogvoerbak verstrekt. Er treedt dan meestal weinig vermorsing op en de water voer verhouding is altijd goed. Bij brijbakken is de afstelling nogal eens niet goed en krijgen de biggen teveel of te weinig water. Dit beïnvloed zowel de voeropname als de groei negatief.

Een andere nieuwe trend is plateauhuisvesting. In een bestaand biggenhok wordt een nieuwe etage gebouwd. Meestal kunnen de biggen dan met een trap naar boven lopen om naar de tweede etage te komen. Op deze etage moet ook een water en voorziening aanwezig zijn zodat de biggen daar ook constant kunnen verblijven.De mest valt door de roosters op de onderste vloer en de biggen lopen de mest er door heen.Het voordeel is dat je binnen je bestaande huisvesting meer biggen kunt huisvesten en de bouwkosten liggen hierdoor lager. Het nadeel is dat het controleren en behandelen minder is, het laden van biggen is moeilijker en het schoonmaken meer tijd kost.

Biggenbatterij

Ziekenboeg

Zieke dieren zijn vaak niet meer te handhaven in een groep. Ze zijn te zwak om zich te verdedigen. Andere dieren kunnen een zwak dier makkelijk verwonden of verstoten bij de voerbak. Als je het dier apart zet, is het ook makkelijker te verzorgen en wat meer aandacht te geven.

De ziekenboeg is bij voorkeur een afdeling met kleine hokjes, een halfroostervloer, strooisel en eventueel een verplaatsbare tussenafscheiding. Zieke dieren kunnen hun lichaamstemperatuur vaak moeilijk op peil houden. Het is daarom belangrijk dat je extra aandacht aan de verwarming van deze afdeling besteedt.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 17

Page 18: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Doucheruimte

In sommige varkensstallen is een doucheruimte ingericht voor de zeugen. Zeugen moeten schoon zijn voor het werpen, omdat ze anders ziekteverwekkers op de biggen overdragen. Op bedrijven zonder doucheruimte maak je de zeugen schoon in het kraamhok. Je moet daarna ook het kraamhok weer goed schoonmaken.

De doucheruimte is uitgerust met sproeiers in de vloer en boven de zeugen. De ruimte is meestal bedoeld voor een groep zeugen. Hij is er doorgaans op berekend dat je de zeugen voor één kraamafdeling in een keer kunt douchen. Een werkende douche is steeds zeldzamer in Nederland.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 18

Page 19: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Vleesvarkens

Een vleesvarkensstal is niet ingedeeld in verschillende afdelingen. Alle afdelingen in één gebouw zijn meestal gelijk.

In een vleesvarkensstal liggen varkens vanaf gemiddeld 25 kilogram tot 115 kilogram. De verblijfstijd is krap vier maanden. Het hok waarin de varkens met een gewicht van 25 kg binnenkomen, is dan ruim genoeg. De stal wordt gebouwd op de maat die het vleesvarken aan het eind van de verblijfstijd heeft.

In een vleesvarkenshok liggen meestal acht tot twaalf varkens en in de afdeling 80 tot 120 varkens. Dit is afgestemd op de gespeende-biggenafdelingen. Grotere hokken en grotere afdelingen komen steeds vaker voor.

Een vleesvarken heeft 0,8 m2 nodig aan leef oppervlakte waarvan 40 % dicht is. De dichte vloer is bolle vloer in het midden van het hok, zodat de urine er snel vanaf loopt. Of er is een hellende vloer vanaf de controle gang naar de roostervloer. Via een deurtje in de wand kunnen de varkens het hok in- en uitlopen. Om de in- en uitloop makkelijker te maken, kun je ook vaak de hele wand opzij schuiven.

Daarnaast hebben sommige stallen een speciale afleverruimte. In de afleverruimte zet je de dieren klaar voor vervoer naar de slachterij.

vleesvarkenshok

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 19

Page 20: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

2. Huisvesting: rundveehouderij

Wanneer je koeien, jongvee of vleesvee wilt gaan houden, zul je moeten beschikken over een stal. Immers, zeker in de winter zul je de dieren moeten opstallen, omdat er buiten weinig voer te halen is. Bovendien is het weer vaak zodanig, dat de dieren zich prettiger voelen wanneer ze op stal staan. Een stal is dus een vereiste wanneer je rundvee wilt gaan houden.

In een stal voor rundvee kun je verschillende afdelingen of gedeelten onderscheiden. Zo staat op veel stallen het jongvee, of een deel ervan, bij de melkkoeien. Binnen zo’n stal spreek je dus over een melkkoeiengedeelteen een jongveegedeelte.

Jongvee stelt andere eisen aan een stal dan koeien. Zo zijn de maten van jonge dieren anders, waardoor bij- voorbeeld voerhekken en boxen van een andere afmeting zijn. De jongste kalveren staan bovendien vaak op stro in plaats van op roosters, omdat dit beter voor ze is. Algemeen kun je stellen dat je jongvee, jonger dan een jaar, vanwege ziektegevaar beter gescheiden kunt houden van de oudere dieren. Sommige veehouders hebben dan ook al het jongvee in een aparte jongveestal.

Verder heeft ieder bedrijf met melkkoeien een ruimte voor de melkopslag. Dat is nodig omdat de melk maar één keer in de twee of drie dagen wordt opgehaald. Deze ruimte noem je het tanklokaal.

Staltypes

Je kunt verschillende types stallen onderscheiden. Welk type het best past, is afhankelijk van het aantal dieren, van de manier van dieren houden, maar ook aan de persoonlijke voorkeur van de bioer.

De belangrijkste staltypes zijn de potstal, de grupstal en de ligboxenstal. De vrijloopstal is een nieuw staltype dat nog verder door ontwikkeld moet worden.

Potstal

Vroeger werd het vee gehouden in een zogenaamde potstal. Zo’n stal was eigenlijk niets anders dan een groot hok waarin de dieren in een groep verbleven. Dagelijks werd er nieuw strooisel ingegooid om ervoor te zorgen dat de dieren droog konden liggen en schoon bleven. Het strooisel bestond vroeger vaak uit heideplaggen. Vermengd met de mest van de dieren, leverde dit zeer goede mest voor het akkerland op. Kunstmest bestond toentertijd nog niet. Van mestoverschotten had men nog nooit gehoord. Mest was een kostbaar iets, waarmeeje de schrale akkers kon verrijken. Ook in de zomer werden de dieren vaak ‘s nachts opgestald, met als doel nog meer mest te verkrijgen. Eeuwenlang werd op deze manier met name op de zandgronden vee gehouden: de potstalcultuur

Dergelijke potstallen zijn in Nederland na 1900 geleidelijk verdwenen. Wel zijn sinds de 198o nieuwe, moderne en ruim opgezette potstallen gebouwd. Ze zijn vaak gebouwd voor vleesvee, omdat deze dieren op stro beter presteren en de zware bespiering het houden van deze dieren op roostervloeren bemoeilijkt. Is de hedendaagse potstal voor melkvee gebouwd, dan krijgt meestal een gedeelte van de stal een roostervloer, om zo ook stro te besparen. Vooral in de biologische melkveehouderij kom je vaak de potstal tegen: de kwaliteit van de mest uit een potstal (stalmest), is beter dan die uit een “normale” ligboxenstal.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 20

Page 21: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

bouwtekening potstal

Grupstal

Het staltype dat tot 1970 in Nederland het meeste voorkwam, is de grupstal. Bij dit type staan de koeien vastop een zogenaamde stand. De koe heeft de voerbak voor zich en achter de grup, waar de mest in valt. Bij de oude grupstal werd de stand ingestrooid en moest je de mest met de riek dagelijks uitmesten. Dit was zwaar werk.

Later werd deze ingestrooide grup vervangen door een grup die je kon afsluiten met een metalen rooster. Strooien en met de hand uitmesten was nu niet meer nodig. De mest werd met een vacuümmesttank uit de grup gezogen. In het buitenland worden nog zeer veel melkkoeien op deze manier gehouden. In Nederland staan nog maar weinig melkkoeien op de grup. De grupstal scoort slecht op het gebied van dierwelzijn en wordt op termijn verboden.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 21

Page 22: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

bouwtekening grupstal voor een 35 melkkoeien (ca 1970)

Het voordeel van een grupstal is dat je de koeien telkens op dezelfde plaats kunt zetten. Een buitenstaanderkan dan sneller de koeien herkennen, en je kunt de dieren ook individueel voeren.

Ligboxenstal

Vanaf 1965 kwam de ligboxenstal in zwang. Het aantal koeien per bedrijf werd groter en dit vroeg om een stal waarbij de arbeid per koe minder werd.

In een ligboxenstal lopen de dieren vrij rond. De stal bestaat uit een brede voergang, zodat het voeren met een trekker kan gebeuren. Het gedeelte waar de koeien verblijven, bestaat uit een roostervloer met daaronder een opslagkelder voor de mest. Verder verblijven de koeien in boxen waar ze kunnen rusten of slapen. Het melken gebeurt in een aparte melkstal. Het grote verschil met de grupstal is dat de koeien naar je toe komen voor het melken en om te vreten. Het overgrote gedeelte van het melkvee wordt vandaag de dag in een ligboxenstal gehouden, en deze stal kom je dan ook het vaakst tegen op een melkveebedrijf.

Ligboxenstal uit de jaren tachtig

Ontwerp ligboxenstal met AMS (2012)

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 22

Page 23: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Vrijloopstal

Het welzijn van het dier is de laatste jaren een steeds belangrijker onderwerp geworden. In dit kader kan ook de vrijloopstal geplaatst worden: in deze stallen hebben koeien meer ruimte en kunnen ze liggen op een zachte bodem. Deze stallen verkeren nog in een experimenteel stadium en met name de opbouw van de bodem is een onderwerp wat nog verder uitgewerkt zal moeten worden.

Vrijloopstal (2015): licht, lucht, ruimte en een zachte bodem

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 23

Page 24: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Melkstal

Koeien moeten gemolken worden. Op de meeste bedrijven gebeurt dit twee maal per dag. Op sommige bedrijven wordt drie maal per dag gemolken. Melken vraagt veel arbeid. Daarom moet je de capaciteit van je melkstal afstemmen op het aantal koeien dat je melkt.

Ongeveer 20 % van de bedrijven melkt met een AMS: een Automatisch Melk Systeem, oftewel een robot. Voor iedere 60 koeien heb je een robot nodig, dus je bent wat minder flexibel in het aantal koeien dat je gaat melken. Melken met een robot is over het algemeen duurder dan in een traditionele melkstal, maar dat staan veel voordelen tegenover.

De keuze van de melkstal of melksysteem heeft invloed op de verdere inrichting van de stal: denk hierbij aan wachtruimte, doorlopen en gangen, en separatie mogelijkheden.

Melkstallen heb je in verschillende soorten en maten. De meest voorkomende is nog steeds de visgraat, waarbij de melkkoeien als graten van een vis staan ten opzichte van de melker.De laatste jaren zijn verder populair de zij-aan-zij melkstal, de draaimelkstal en de swing-over melkstal.Eerder werden ook tandem- en driehoek-melkstallen gebouwd.

3. Verplaatsen van dieren

Als je zelf van een popconcert naar huis gaat, loop je in een grote groep naar de uitgang. Wanneer het te druk, donker en er weinig ruimte is, krijg je het benauwd en begin je misschien te zweten. Even later sta je buitenen loop je de kans kou te vatten. Zo gaat het ongeveer ook met varkens. Als je ze opjaagt en ze moeten met z’n allen door een kleine gang, dan kunnen ze wat gestresst raken. Bij het slachten kan dat nadelig doorwerkenop de kwaliteit van het vlees.

Het materiaal dat je gebruikt voor het verplaatsen van dieren moet in het belang zijn van het dier en van jezelf. Probeer in ieder geval materiaal te gebruiken waaraan dieren zich niet kunnen verwonden. Zorg dat de hekken goed vast staan en dat ze volledig dicht zijn, of spijlen hebben die dicht op elkaar staan.

Als je dieren verplaatst, kun je beste gebruik maken van het gedrag dat het dier van nature heeft.

Controleer eerst of het dier geschikt is voor verplaatsen. Het dier mag niet ziek zijn en moet goed kunnen lopen.

Als je één koe uit de wei moet halen, is dit vaak lastiger dan wanneer je de hele groep koeien ophaalt. Het dierProject leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 24

Page 25: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

wil bij de groep blijven, het is een echt kuddedier. Het is dan vaak handiger de koe in de stal aan het voerhek vast te zetten. Daarna kun je de koe een halster om doen en makkelijk uit de groep halen. Bij jonge dieren moet je met deze methode wel oppassen, ze zijn nog niet gewend om een halster aan te hebben. Op veel bedrijven zijn tegenwoordig de stallen zodanig ingericht dat de runderen nooit meer “aan touw” komen: alle dieren worden los gedreven van de ene stal of afdeling, naar de andere.

Ook moeten koeien weer wennen als ze voor het eerst in de wei komen. Dit geldt vooral voor jongvee wanneer het voor de eerste keer in de wei komt: ze kennen de afrastering niet en kunnen zomaar “door de draad” rennen.

Oudere koeien, die al verschillende jaren op je bedrijf aanwezig zijn, hebben vaak heel snel in de gaten wanneer er iets bijzonders staat te gebeuren. De ervaring van deze oudere koeien kun je gebruiken om “de jeugd” op sleeptouw te nemen.

Varkens kun je op verschillende manieren verplaatsen. Een varken kan heel goed horen en ruiken, maar heel slecht zien. Een varken zal nooit snel een donkere ruimte inlopen, daarom moet je altijd licht hebben op de plaats waar je ze wil hebben. Dit geldt trouwens voor bijna alle diersoorten ( koeien, geiten en paarden).Een varken is een nieuwsgierig dier dat graag alle nieuwe objecten wil onderzoek en besnuffelen. Zorg er dus voor dat er geen obstakels in gang staan en dat de laadgang zo prikkel arm is. Verder is de vloeruitvoering belangrijk. Een gladde vloer is funest voor varkens. Zorg voor een stroeve vloer met zaagsel zodat de varkens niet uitglijden.

Zowel een mens als een dier loopt graag van donker naar licht. Het dier kan dan zien waar het naar toe loopt. Het is dus goed om te zorgen voor veel, maar niet te fel licht buiten het hok of op de vrachtwagen. Er is dan maar weinig licht nodig in het hok. Een varken kent heel goed zijn eigen hok. Het is bovendien beter een varken te begeleiden via hekjes of schotjes naar de uitgang. Als één varken uit het hok stapt, volgt de rest vaak vanzelf. En mochten ze dan op een hoop lopen, zorg dan dat de eerste varkens verder kunnen. Jaag nooit de laatste varkens op als ze toch niet verder kunnen.

het verplaatsen van varkens

De gang waar de dieren lopen, mag niet te glad zijn en het liefst zo ingericht dat de urine weg kan lopen. Jehebt dan ook goed schoeisel nodig, om zelf stevig in je schoenen of laarzen te staan.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 25

Page 26: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Het kan zijn dat dieren erg ver moeten lopen. Je kunt dan een karretje gebruiken. Probeer als het mogelijk isde varkens te laten lopen. Als je een varken oppakt, zal het zich verzetten. Loopt een varken zelf, dan verzet het zich minder.

Een varken is slim. Zo weet een oudere zeug vaak waar ze naar toe moet. Het is soms een idee om een opfokzeug met een oude zeug mee te laten lopen. De oude zeug wijst op de manier de opfokzeug de weg.

Voor zeugen geldt verder dat je het dier gemakkelijker kunt verplaatsen door bijvoorbeeld een schop te gebruiken. Houd de schop voor of naast de kop van de zeug en ze gaat vanzelf terug. Zo kun je een zeug vaak moeiteloos uit een box halen. Probeer altijd je rust te bewaren. Een varken kan soms behoorlijk ‘eigenwijs’ zijn.

Bij het laden van vleesvarkens moet je er voor zorgen dat je de vleesvarkens zo snel mogelijk met zo min mogelijk stress op de vrachtwagen komen. Pas je inrichting hierop aan door gebruik van drijfschotjes, peddels en eventueel een laad dok met afleverruimte. Stress heeft een negatief effect op de slachtkwaliteit.

4. Bouwtekening

Laat je een architect een bouwtekening maken dan kost dat behoorlijk wat geld. Waarom laat iedereen dan toch een tekening maken?

Wil je een stal laten bouwen, dan ben je de opdrachtgever. De opdrachtgever laat een tekening maken van een gebouw. De opdrachtgever wil tijdens het bouwen ook wel eens controleren of alles nog klopt. Zijn de maten goed en ligt alles nog een beetje op schema. Daarnaast wil je als opdrachtgever kunnen overleggen met de mensen die iets over het gebouw beslissen. Dit zijn bijvoorbeeld de gemeenteambtenaar, de stalinrichter,de stalbouwer, de elektricien, de loodgieter en nog vele anderen. Je ziet dat een tekening door een groot aantal mensen bekeken en beoordeeld wordt.

De bouwtekeningen moeten wel door iedereen te lezen en te begrijpen zijn. Daarom moeten tekeningen aan bepaalde regels en voorschriften voldoen. Deze regels zijn vastgelegd door een commissie voor normalisatie(NEN).

Bij een bouwtekening zijn verder onderstaande zaken van belang:

Schaal op een tekening

Voordat je een stal kunt gaan bouwen, zul je met een groot aantal dingen rekening moeten houden. Als je een stal op papier wilt gaan zetten, zul je eerst goed moeten uitrekenen hoe groot alles wordt. Op de tekening isde stal uiteraard veel kleiner dan in werkelijkheid. De stal wordt op schaal getekend. De schaal geeft aan welke verkleining is gebruikt. Op een bouwtekening moet altijd de schaal vermeld worden. Bijvoorbeeld schaal 1:200 wil zeggen dat 1 centimeter op de tekening is in werkelijkheid 200 centimeter (2 meter) is.

Meestal staan de maten van de muren en daken op een tekening erbij geschreven. Sommige maten staan niet

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 26

Page 27: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

op de tekening. Je kunt dan door de tekening na te meten de werkelijke maat te weten komen. De tekening moet dan wel goed op schaal getekend zijn, anders ga je alsnog de fout in.

Projectie

De meest bouwtekeningen voor een stal worden in een rechte projectie getekend. Dit wil zeggen dat je er telkens recht voor staat. Je kunt geen diepte in de tekening zien. Als er een horizon is, zit er wel diepte in de tekening. Het nadeel is dan dat je de afmetingen niet goed kunt bepalen.

Vaak wil je ook het gebouw van de verschillende zijden zien. Je krijgt dan verschillende aanzichten. Via het bovenaanzicht wordt meestal de indeling van een stal duidelijk gemaakt. Door van bovenaf in het gebouw te kijken kun je ook zien hoe groot de verschillende vertrekken of afdelingen zijn. Zo krijg je een overzichtelijk beeld.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 27

Page 28: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

scheve projectie / Rechte projectie met aanzichten

De noordpijl

Als je in de zomer in de tuin wilt gaan zitten, zit je graag in de zon. Het is dan jammer als blijkt dat het huis zois neergezet, dat je altijd in de schaduw zit. Je probeert dus om een gebouw in de goede richting te zetten. Op een tekening wordt dit aangegeven door een grote pijl. Deze pijl geeft het noorden aan. De muur van een gebouw in de noordrichting is meestal het koudst. De totale muur aan de noordkant wordt de noordgevel genoemd. Voor stallen met een open zijde, bijvoorbeeld een open-frontstal voor jongvee, is het belangrijk datde open zijde niet te koud is.

De ondertekening en de legenda

Onder een bouwtekening dient ook duidelijk leesbaar (in blokletters) een naam te staan. Over het algemeenis dat de naam van de tekenaar, maar soms ook van de architect. De tekenaar tekent de tekening. Een architect ontwerpt het gebouw.

In een tekening worden verschillende tekens of symbolen gebruikt. Wat die symbolen betekenen, kun je vindenin de legenda die bij de tekening hoort.

Een tekening met verschillende kleuren is vaak beter te overzien. Bouwtekeningen worden meestal niet in kleur gemaakt.

De situatietekening

Op deze tekening is meestal een situatie weergegeven. De gegevens van het kadaster van de gemeente staan hierin aangegeven. Het kadaster is een instantie die allerlei stukken land in Nederland opmeet. Zo’n stuk land wordt perceel genoemd. Het kadaster geeft aan waar het perceel is gelegen. Dit staat aangegeven met een sectienummer. Via deze nummering kun je alle percelen in Nederland bij de gemeente terugvinden.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 28

Page 29: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Het oppervlak en de omtrek

Om de stal in te kunnen richten, zul je eerst het nodige rekenwerk moeten verrichten. Hier heb je de volgende formules bij nodig: oppervlakte rechthoek = lengte × breedte omtrek rechthoek = 2 × lengte + 2 × breedte omtrek cirkel = π × 2r

π (spreek uit pi) is een oneindig getal dat in het dagelijks gebruik meestal wordt afgerond op 3,14.

r is de straal. Dit is de afstand tussen het middelpunt en de omtrek van een cirkel. De straal is dus de halve diameter.

Om te bekijken of een tekening juist is getekend, zul je eerst de tekening goed moeten bestuderen. Alleen door vaak met tekeningen te werken, zul je snel een oordeel over het bouwwerk kunnen geven. Dit is een kwestie van tijd, ervaring en scholing.

Via het bestuderen van een bouwtekening kun je snel een overzicht krijgen van een stal. Het is een handig hulpmiddel om verbouwingen te voorspellen. Details (een soort uitvergrotingen) op een bouwtekening geven soms een beter beeld dan in de echte stal. Een bouwtekening van een stal is dus om meerdere redenen noodzakelijk.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 29

Page 30: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak uitvoering

1. Huisvesting 1

plan

resultaat Je kunt de belangrijkste eisen die een dier aan zijn/haar huisvestingsruimte stelt benoemen.

vooraf werktijd 2 blokken

belang

Om welzijnsproblemen tegen te gaan, staan in de welzijnseisen voor varkens de huisvestingsregels: de stalruimte die dieren moeten hebben; de inrichting van die stallen, hokken of kooien het soort stal waarin dieren gehouden mogen worden wat voor soort bodem de stal moet hebben de hoeveelheid buitenlicht die er minstens in de stal moet komen

Verder zijn er regels voor specifieke diersoorten (bijvoorbeeld varkens en kippen). Zo worden er voor kippen eisen gesteld aan de lengte van de voerbak, aan de hoogte van de kooi en aan de drinkwatervoorziening. Wat voor eisen er nu specifiek liggen voor de diersoort naar jou keuze ga je uitzoeken in deze opdracht.

do Maak de onderstaande opdrachten

1. Ga naar de site over de wet ‘Wet Dieren’, oft. Besluit houders van dieren. Deze is per 1 juli 2014 ingegaan. Zie: https:///welzijnseisen-voor-dieren (Varkens en kalveren hebben aanvullende eisen).

2. Noteer de minimumeisen, die de overheid stelt aan de huisvesting van varkens en rundvee.

3. Geef ook aan welke extra eisen bij de biologische varkens- en melkveehouderij gesteld worden. Deze kan je vinden via http://www.skal.nl/bio-veehouderij/rundvee/huisvesting-weidegang/

Maak van alle verzamelde gegevens een verslag.

Bespreek dit verslag met de groepsgenoten.

check & actAls je opdracht op tijd is ingeleverd en goedgekeurd door de docent is dit onderdeel goedgekeurd.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 30

Page 31: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak uitvoering

1. Huisvesting 2

planresultaat Een ingevulde vragenlijst

vooraf werktijd 2 blokken

belang Na het bestuderen van de theorie kun je de onderstaande vragen maken en beantwoorden. Hierdoor krijg je meer inzicht in de theorie van de huisvesting.

do Beantwoordt de onderstaande vragen en opdrachten

Opdracht 1 Begrippen Bouw

Maak van onderstaande begrippen een duidelijke omschrijving en/of zoek op internet een afbeelding op die duidelijk weergeeft wat het begrip inhoudt. Sla dit bestand vervolgens op zodat je later zaken kunt terug vinden.

Begrip Omschrijving

Bouwblok

Bestemmingsplan

Bouwvergunning

Omgevingsvergunning

Peil

Fundering

Heipalen

Poer

Spant

Spantvak

Gording

Windverband

Dakplaat

Nok

Open nok

Dakhelling

Windkap

Luchtinlaat

Steense muur

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 31

Page 32: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Spouwmuur

Baksteen

Kalkzandsteen

Damwand

Zuigput

Puttenplan

Zuigput

Opdracht 2 Productiecyclus

Maak een tijdsbalk waarin je de productiecyclus van een melkkoe en van een varken duidelijk maakt. De onderwerpen in onderstaande tabel moeten in deze productiecyclus verwerkt worden.

Koe Varken

Geboorte – gust - eerste kalving – geslachtsrijp – spenen – hoogproductief – kalf – pink - 1e inseminatie – lactatie – dracht - 2e kalving –tussenkalftijd - spenen - laagproductief-droog-spenen

Geboorte – spenen – werpen – gustperiode – zoogperiode - opfokbig – gelt - 1e inseminatie – geslachtsrijp – drachtperiode – werpen –verliesdagen – worpindex - opleg - 2e worpszeug - slacht

Opdracht 3 Wat wil het varken?

Ga naar het document “Wat wil het varken” en beantwoord de onderstaande vragen

a. Welke verschillende categorieën varkens onderscheiden we?

b. Wat zijn de verschillen tussen deze groepen en welke consequentie heeft dit voor de huisvesting?

c. Welke 13 verschillende behoeftes hebben varkens?Beschrijf deze in het kort!

d. Waarom kunnen varkens niet onbeperkt gevoerd worden?

Welke categorieën varkens beperken we in de voergift?

e. Een varken wil graag tegelijk vreten met andere varkens. Hoe richt je de voerplek in zodat je aan deze behoeft tegemoet komt?

f. Hoe zorg je ervoor dat de varkens het niet te warm krijgen?

g. Varkens zijn in de natuur een groot gedeelte van de dag bezig met het zoeken naar voedsel. Loslopende zeugen zijn wel 70 % van de tijd bezig met het foerageren. ( zoeken naar)

Hoeveel tijd zijn de varkens nu bezig met vreten?

Wat doe je er vervolgens om te zorgen dat varkens zich niet gaan vervelen?

Opdracht 4Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 32

Page 33: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Maak een lijst met 5 voorwaarden voor een goed functionerend kraamhok.Beoordeel vervolgens het plaatje linksonder of het kraamhok hieraan voldoet.

Opdracht 5

Zoek uit hoe lang het duurt voordat de zeugen na het spenen worden gedekt?Maak een lijst wat je moet doen om de zeugen zo snel mogelijk te insemineren na het spenen.Vergelijk deze met onderstaand plaatje en benoem de zaken die ontbreken.

Opdracht 6

Beschrijf de verschillende (5) huisvestingssystemen van drachtige zeugen en geef duidelijk aan hoe de voerverstrekking is. Geef aan wat de voor – en nadelen zijn per systeem.Onderzoek wat de huisvestingsnormen zijn voor drachtige zeugen.Denk aan de ruimte per dier, dichte vloer, uitvoering van de vloer, licht en speeltjes.

Opdracht 7

Hoeveel m2 oppervlakte per big heb je nodig voor een hok met gespeende biggen?Welke andere eisen zijn er voor het huisvesten van biggen?

Vragen1) Waarvoor is een goede indeling van een stal zo belangrijk? 2) Als een stal een groen label heeft, wat betekent dat dan?3) In de kraamafdeling worden verschillende roosters gebruikt. Welk soort rooster gebruik je in welke

situatie? 4) Waarom moeten zieke varkens naar een aparte afdeling?5) Waarom is er een aparte doucheruimte?6) Wat is het verschil tussen een fokvarkensstal en een vleesvarkensstal wat de indeling betreft?7) Geef een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van een potstal.8) Waarom hebben biologische melkveehouders vaak een potstal?9) Waarom scoort een grupstal slecht op welzijn?10) Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen een ligboxenstal uit 1980 en een uit 2015?11) Wat zijn de problemen die zich nog vaak voordoen bij een vrijloopstal?12) Een zeugenhouder wil honderd biggen afleveren aan een handelaar. De zeugenhouder heeft een

biggenafdeling met grondhokken. Eén big is kreupel. Deze mag niet met de vrachtwagen mee. De afdeling wordt leeggemaakt. De big kan dus niet terug. Waar gaat de big naar toe?

13) Waarom is het moeilijk om één koe uit de weide te halen? 14) Hoe kun je het beste jongvee verplaatsen?15) Welke maatregelen moet je nemen bij het verplaatsen van varkens?16) Op sommige bedrijven gaan de zeugen in een stal nog één à twee keer per dag naar buiten om de

bronst te stimuleren. Wat betekent dit voor de huisvesting?17) Noem drie manieren om een varken gemakkelijker uit zijn hok te krijgen.18) Noem minstens drie redenen waarom het belangrijk is om een bouwtekening te maken.19) Je hebt een gebouw met een duidelijke noord-, oost-, zuid- en westgevel. Hoe kun je dit op een

tekening zien? 20) Niet alleen op bouwtekeningen staat een schaal vermeld. Ook op tekeningen van materiaal dat in de

stal komt, staat vaak de schaal vermeld. Als voorbeeld pakken we een kadaverton. Deze ton staat vaak buiten in de open lucht. Steeds vaker wordt deze ton in een hokje geplaatst. Om zo’n hokje te kunnen maken, moet je wel de juiste maten van de ton weten.

21) Bekijk figuur 2.18. Wat is de werkelijke hoogte, in centimeters van de verticale pijl in de tekening?De breedte is in werkelijkheid 940 mm.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 33

Page 34: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Kadaverkoeling. Figuur 2.18.

22) Teken een rechthoek van 1,20 meter bij 2,40 meter. De schaal die je hierbij moet gebruiken is 1 : 20. Probeer de rechthoek ook haaks te maken, dit is eenvoudig te doen op millimeterpapier.

23) Stel dat de getekende rechthoek een bovenaanzicht is van een biggenhok. In dit hok moet een roostervloer komen, waarvoor je roosters van 40 × 60 centimeter gebruikt (zie figuur 2.19). De roosters kunnen zowel in de lengte als in de breedte gelegd worden. Voor de ondersteuning moeten ze wel allemaal in dezelfde richting liggen. Teken deze roosters als rechthoekjes in de getekende rechthoek. Hoeveel roosters gaan er in één hok?

24) Je besluit om toch andere roosters te gebruiken. Deze hebben een afmeting van 40 × 40 centimeter. Hoeveel roosters gaan er nu in één hok?

25) Stel dat de afdeling bestaat uit tien hokken en dat je zeven afdelingen hebt. Hoeveel roosters zul je dan moeten bestellen?

Onderbouw: een kunststofrooster 60 × 40 cm en een gietijzeren rooster 40 × 40 cm. Figuur 2.19.

Type al je opdrachten uit op de computer.

Bespreek de antwoorden met je klasgenoten

check & actAls deze opdrachten zijn goedgekeurd door de docent is deze opdracht goedgekeurd.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 34

Page 35: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak voorbereiding

2. Stalinrichting

planresultaat Je hebt de opdrachten over het hoofdstuk stalinrichting gemaakt.

vooraf werktijd 2 blokken

belang

In Nederland kennen we veel verschillende systemen en materialen voor de inrichting van de stal. Door het onderstaande hoofdstuk te lezen en de vragen te maken krijg je hiervan een inzicht en kun je gaan bepalen voor je zelf wat je makkelijk vindt om mee te werken en wat niet. Is het arbeidsmateriaal wel arbeidsvriendelijk of geeft het nog een hoop problemen? Door deze opdracht te maken ga je dit uitvinden.

do Lees de onderstaande tekst; stalinrichting, goed door.

Ga dan naar de uitvoerende deeltaken en maak de vragen van de; deeltaak uitvoering: stalinrichting

Print je antwoorden uit en bespreek deze in de klas.

check & actAls de opdrachten stalinrichting in je map persoonlijk portfolio zit en is goedgekeurd door de docent heb je deze deeltaak behaald.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 35

Page 36: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

2 Stalinrichting

Na een te gekke werkvakantie bij zijn oom in Texas was Cees helemaal enthousiast. De koeien altijd buitenen te paard rondrijden tussen het koppel, prachtig. Dat wilde hij ook in Nederland. Dus besloot Cees de koeien naar buiten te doen en de oude stal af te schaffen. Beter voor de koeien, leuk om te zien voor iedereen, en geweldig dat hij altijd buiten kon zijn.

Maar na een natte herfst in Nederland wist Cees het al ... het klimaat. Het klimaat dwingt ons de koeien voor een groot deel van het jaar binnen te houden. Regen, wind, vertrapte graszoden en geen grasgroei in de winter. Dit is Nederland!

Toe Bertha, doorlopen! Het gras staat in perceel 12.

Aandachtspunten bij de bouw van een stal

Of je nu een computer koopt of een stal bouwt, je let altijd op de prijs. De prijs voor een stal kan verschillend zijn. Dit kan komen door verschillen in het product, de regio waar je woont of door de stalinrichter.

Natuurlijk let je ook op de kwaliteit. Je wilt iets goeds kopen. Aan roosters die de mest niet goed doorlaten, hebje niets. Maar niet alleen het gebruikersgemak is een onderdeel van kwaliteit. Ook levensduur valt hieronder.Je wilt immers ook lang plezier hebben van je aankoop. Je kunt met dit soort zaken uren in de weer zijn.

Een investering in een gebouw moet je stap voor stap opzetten en uitvoeren. Er gaat veel denkwerk en planning aan vooraf. Stel dat je gedurende de bouw een tijd lang op een provisorische manier de bedrijfsvoering moet voortzetten. Bijvoorbeeld wanneer je een nieuwe stal op de plaats van een oude stal gaat bouwen. Je moet dan goed nadenken in welke periode van het jaar je het beste kunt bouwen.

Begin ook tijdig met je planning. Je moet nog veel procedures doorlopen die vaak veel tijd kosten, bijvoorbeeldbij het aanvragen van de benodigde vergunningen. Als je er te laat mee begint, kunnen ze je planning behoorlijk in de war sturen.

Omgeving en bouwvergunning

Voordat je een stal kunt bouwen, moet er al veel gebeuren. Je moet veel informatie verzamelen en beslissen hoe groot de stal wordt. Daarbij moet je rekening houden met allerlei wetten en regels die voorschrijven waaraan de stal en andere gebouwen moeten voldoen.

Zonder vergunning mag je niet bouwen. In vrijwel alle gemeenten moet je een vergunning aanvragen met speciale formulieren. Behalve de aanvraag moet je ook nog formulieren invullen over de omvang van de veestapel, de grootte van de mestopslag, de opslag van gevaarlijke stoffen en elektromotoren en dergelijke. De volgende beschrijvingen moet je onder andere bij de aanvraag voor een vergunning inleveren:

beschrijving van de aard van de inrichting; beschrijving van bestaande vergunningen en kennisgevingen; getekende plattegrond (schaal 1 : 200 of groter).

De complete aanvraag dien je in vijfvoud (soms zesvoud) in.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 36

Page 37: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Wanneer een bedrijf in twee gemeenten ligt, moet je de vergunning bij de provincie aanvragen. Indien er geen bezwaren zijn, duurt de procedure ongeveer zes maanden.

Een gemeente verleent een bouwvergunning als de plannen binnen het bestemmingsplan passen. Het bestemmingsplan geeft aan wat je op een bepaalde plaats mag bouwen, niet wat je moet bouwen. Voor nieuwbouw is altijd een bouwvergunning nodig. Dat is zo geregeld in de Woningwet.

Wanneer je voor een bouwplan een bouwvergunning nodig hebt of een meldingsplicht geldt, wordt het plan getoetst aan het beleid van de diverse overheden. De toetsing vindt plaats aan de hand van:het bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit;

de bouwverordening; het bouwbesluit; andere regelgeving, bijvoorbeeld met betrekking tot milieu, gezondheidszorg, bescherming stads-

of dorpsgezicht, geluidshinder, stads- en dorpsvernieuwing, monumenten, enzovoort.

Functies van de stal

De basisfunctie van de stal was de dieren te beschermen tegen winterse weersinvloeden, waarbij ze geconserveerde voedermiddelen van het voorafgaande groeiseizoen kregen. Hiervoor is de grupstal het meest geschikt, maar de grupstal heeft ook een aantal beperkingen. Het melken is op een grupstal een behoorlijk zware klus. Je moet met apparaat en al naar het dier. Het is veel gemakkelijker om de dieren naar je toe te laten komen. Doordat de melkveebedrijven steeds groter werden, werd een efficiënte manier van werken veel belangrijker. Een loopstal leent zich beter voor allerlei gemechaniseerde toepassingen dan een grupstal. Je kunt de dieren zelf naar het voerhek, de waterbak, de melkstal en de krachtvoerbox laten lopen. Een grupstal is over het algemeen ook niet goedkoper in aanschaf, omdat de benodigde ruimte per dier ongeveer even groot is.

Een stal heeft tegenwoordig meer functies. Hij moet niet alleen bescherming bieden aan het vee, maar ook gebruiksgemak voor jezelf. Het welzijn van de dieren wordt daarbij steeds belangrijker. Ook van buiten de sector wordt aangegeven hoe je dieren moet behandelen. Kortom: de moderne stal heeft een functie voor het dier, voor jou en voor de consument.

Wie, wat, hoe?

Wanneer je een stal wilt bouwen voor een diersoort, moet je natuurlijk eerst weten hoeveel dieren je in de stal wilt plaatsen. Maar er zijn meer zaken van invloed op de keuze van de stal. Welke mechanisatie wil je toepassen bij het voeren en de mestverwerking? Welk budget is er beschikbaar? Welke toekomstplannen heb je? En ga zo maar door. Je moet er goed van doordrongen zijn dat een stal een gebouw is dat lang mee moet gaan en een grote investering vergt. Voor een gebouw wordt vaak 25 jaar aangehouden als afschrijvingsperiode. Dat houdt meestal in dat je voor de rest van jouw actieve leven het met dit gebouw moet doen. Alleen aanpassingen of renovaties maken veranderingen in de bedrijfsopzet mogelijk.

Je moet een duidelijk beeld hebben van de bedrijfsvoering in de nabije toekomst. Verder is het belangrijk datje veranderingen die nu nog maar in een pril ontwikkelingsstadium zijn, probeert in te schatten. Een belangrijk voorbeeld uit het verleden is de ontwikkeling en introductie van de melkrobot. De ontwikkeling heeft vrij lang geduurd, maar toen de melkrobot praktijkklaar was, ging het sneller dan menigeen verwachtte. Blijkbaar hebben veel boeren afgewacht en toegehapt toen zij de tijd rijp vonden. Anderen zijn er nu nog niet aan toe omdat de stal zich niet leent voor de robot, of omdat de melkstal nog lang niet is afgeschreven. Een stal moet passen bij de grootte van het bedrijf en voldoende flexibiliteit bieden voor de toekomst.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 37

Page 38: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

overwegingen van een veehouder

2.1. Varkens: Roosters

de stal wordt ingericht

Waar moeten roosters aan voldoen? Als je verschillende soorten roosters bekijkt, moet je vooral op de volgende onderdelen letten:

Roosters moeten de mest goed doorlaten. De openingen moeten taps zijn, zodat de mest zich niet tegen de zijkanten kan vastzetten. Roosters moeten voldoende sterk zijn en lang mee gaan. Roosters moeten voldoende grip bieden aan de dieren. Roosters moeten voldoen aan de Welzijnswet.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 38

Page 39: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Volledige en gedeeltelijke roostervloeren

Bij biggen is er nog een keuze tussen volledig of gedeeltelijke roostervloer. Het grote voordeel van een roostervloer is dat de vloer goed schoon blijft. Hierdoor is er een goede hygiëne.

Bij biggen heeft een gedeeltelijke roostervloer ook wel technische voordelen. De vloer is minder klimaatgevoelig en de stookkosten zijn lager.

Als je weet of je een volledige of een gedeeltelijke roostervloer wilt, kun je een keuze maken uit vele soorten roosters.

Betonroosters

Betonroosters worden alleen nog maar als gedeeltelijke roostervloer gebruikt. De roosters moeten voldoen aan de eisen die staan beschreven in de norm NEN 3873 van het Nederlands Normalisatie Instituut. In deze norm staan bepalingen over ontwerp, vervaardiging en verwerking van betonroosters, maar ook over het gebruik ervan.

Het rooster moet 0,5 tot 1 cm lager liggen dan de aangrenzende dichte vloer. Als het rooster nog lager ligt, ontstaat een lastige richel. Varkens deponeren de mest vaak tegen de achterwand van het hok. De roostersin een vleesvarkenshok zijn vaak een kwartslag gedraaid. Zo ontstaat er net naast de muur een spleet van10 cm. Hierdoor valt de mest die de varkens tegen de muur deponeren naar beneden. Als de hokvorm goedis uitgevoerd, ondervinden de dieren hier geen nadelige gevolgen van.

Betonnen roosters zijn goedkoop door hun lange levensduur. De roosters zijn stroef waardoor de klauwen evenredig slijten en de dieren ook voldoende grip hebben.

Metalen roosters

De zogenaamde driekantroosters worden het meest toegepast. Ze bestaan uit driekantige spijlen van 10-12 mm breed, die vast gelast zitten op dwarsbalken. De spleetbreedte voor biggen is 10 mm.

Metalen roosters heb je in soorten en maten. Er zijn twee hoofdgroepen: Geheel vlakke roosters met bovenop gladde spijlen of spijlen met een licht profiel om ze iets stroever te

maken. Driekantroosters met een of meer buigingen in de spijlen. Ze worden vaak uni-slip genoemd. Deze

roosters zouden meer houvast bieden aan een zeug die gaat staan.

driekantrooster

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 39

Page 40: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

uni-slib rooster

Vanwege de zeer goede mestdoorlaat pas je metalen roosters veel toe in kraamhokken en biggenopfokhokken.Je kunt ze combineren met een metalen dichte vloer in een overspanning. Metalen roosters moeten vanzelf- sprekend goed verzinkt zijn en door de fabrikant zijn gegarandeerd. De oplegging moet minimaal 2-3cm bedragen.

In opfokhokken voor biggen gebruik je ook wel draadroosters. Deze roosters hebben een nog betere mestdoor- laat, maar bieden minder ligcomfort.

Kunststofroosters

Kunststofroosters gebruik je voornamelijk in de varkenshouderij in kraamhokken, kraamopfokhokken en big- genhokken. Er zijn diverse typen kunststofroosters op de markt en er komen nog regelmatig nieuwe typen bij.Je kunt ze in twee hoofdgroepen onderscheiden:

Volledige kunststofroosters. De roosterelementen zijn uitsluitend van kunststof. Voor de overspanning gebruik je draagelementen. Deze zijn meestal van gegalvaniseerd, roestvrij staal of kunststof.

Kunststofroosters met een metalen kern. De metalen delen van een metalen mat zijn omgeven door(opgesloten in) kunststof. De kunststofmat is opgenomen in een draagconstructie van metaal of metaal omgeven met kunststof. Deze roosters gebruik je vaak in combinatie met volledige kunststofroosters in kraamhokken. De kunststofroosters met een metalen kern hebben als voordeel dat ze koeler blijven.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 40

Page 41: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

één van de vele kunststofroosters

2.2 Varkens: vloeren

Aan de vloeren in stallen worden zeer hoge eisen gesteld: Het vloeroppervlak moet vlak zijn. Het vloeroppervlak moet een dichte structuur hebben. De vloer mag niet glad zijn, want dan hebben de dieren geen houvast meer. De vloer mag ook niet ruw zijn, want dat geeft vaak knie- en klauwbeschadiging. De vloer moet niet koud zijn. Een vloer moet bestand zijn tegen mest, de hogedrukreiniger, de ontsmettingsmiddelen en natuurlijk de

dieren die erop liggen en lopen.

Indeling vloeren

Je kunt twee soorten vloeren onderscheiden. De ongeïsoleerde en de geïsoleerde vloer. Ongeïsoleerde vloeren komen eigenlijk alleen voor in gangpaden, looppaden en buitenuitlopen voor de varkens. Je kunt ongeïsoleerde vloeren onderverdelen in vrijdragende en niet vrijdragende vloeren.

Geïsoleerde vloeren kom je overal tegen in de ligruimte voor de varkens, maar soms ook in gangpaden. Je isoleert vloeren om te voorkomen dat er veel warmte door de vloer weglekt. Een geïsoleerde vloer heeft een zwakke constructie. Het isolatiemateriaal moet dus zo sterk mogelijk zijn. En dan nog kun je dit isolatiemateriaal niet zo op de grond neerleggen. Er moet eerst nog een harde laag onder. Deze onderlaag is vaak een ongeïsoleerde vloer of een verdicht zandbed.

Vloerverwarming

Meestal verwarm je de vloer ter plaatse van het biggennest in een kraamhok. De vloerverwarming mag niet te dicht in de buurt bij de ligplaats van de zeug komen. De zeug ligt dan te warm en de biggen trekken te dicht naar de zeug toe. Dit vergroot de kans op dood liggen.

Je kunt een vloer op drie manieren verwarmen: elektrische vloerverwarming; warmwaterverwarming; lamp boven de vloer.

Elektrische vloerverwarming

Elektrische vloerverwarming pas je alleen toe bij ligruimteverwarming. De draden worden met een mat of een doek tot een werkbaar geheel gemaakt. Deze doek of mat wordt boven in de betondeklaag verwerkt. De betonlaag wordt ter plekke zo dun mogelijk gehouden. Doordat de constructie niet zo sterk is, wordt dit alleen maar toegepast in een biggennest. Vanzelfsprekend is deze vloer ook geïsoleerd.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 41

Page 42: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Warmwaterverwarming

Warmwatervloerverwarming pas je op meer plaatsen toe, zelfs in huizen. Natuurlijk kun je deze manier van verwarmen ook goed toepassen in een biggennest. De buizen van de warmwatervloerverwarming komen inde deklaag van de vloer te liggen. De buizen worden vastgemaakt voordat het beton wordt gestort. Hiermee voorkom je dat ze door het beton worden weggedrukt of gaan drijven.

Lamp boven de vloer

In Engeland wordt nog veel gebruik gemaakt van ‘creeps’. De biggenruimte is voor de zeug geplaatst en aande bovenkant dichtgemaakt met een deksel. In het deksel zit een uitsparing voor de biggenlamp. Tussen de biggenruimte en de zeug hangt een plastic gordijn of zijn er twee openingen waar de biggen doorheen kunnen lopen.

2.3 Varkens: hokafscheidingen

Een varken wil ook wel eens rust hebben. Een hokafscheiding geeft de dieren een beschutte en rustige plek. Tevens houdt het de dieren in hun eigen hok.

Waar moeten hokafscheidingen aan voldoen?

Bij hokafscheidingen spelen stevigheid, levensduur, reinigbaarheid, gewicht en bedieningsgemak een rol. De laatste jaren is ook kunststof in opmars. De materialen van de hokafscheidingen moeten glad en vochtbestendig zijn, zodat je ze goed kunt reinigen. Voor het bedieningsgemak moet een afscheiding licht van gewicht zijn.

Bij de keuze van een hokafscheiding moet je rekening houden met de manier van ventileren. De hokafscheiding beïnvloedt het ventilatiebeeld in een afdeling. Koude lucht stroomt langs de muur naar beneden. Hier zullen de dieren dus niet zo snel gaan liggen. Komt de lucht over de voergang en heb je daar een open hokafscheiding, dan zal de koude lucht direct het hok in stromen. De keuze van een hokafscheiding moet dus passen bij het ventilatiesysteem.

Bij de biggen in een kraamhok dient de hokafscheiding vooral als beschutting tegen tocht. Daarom voer je deze omwanding uit met dichte materialen. Bij een kraamopfokhok moeten de wanden hoger en sterker zijn. De biggen blijven immers langer in dit hok.

In hokken van vleesvarkens dient de hokafscheiding ongeveer 1 meter hoog te zijn. Het is belangrijk dat de dieren rust krijgen op de plek waar ze liggen. Maak daarom de hokafscheiding bij de ligplaats minstens 60 cm dicht.

verschillende materialen voor hokafscheiding

Materialen voor hokafscheidingen

Er zijn veel materialen voor hokafscheidingen ontwikkeld. Je hebt de keus uit de volgende materialen: dubbelgeperste vlakke vezelcementplaten; gelaagde kunstharsplaten (Trespa, Resoplan). Erg sterk, erg duur; als het breekt, is het snijvlak scherp; kunststofpanelen. Goed te reinigen; niet zwaar; rekoboard opgesloten in U-profielen; gemetselde muren, gestukadoord en glad gemaakt; betonelementen. Gaan lang mee; moeilijker te reinigen (gecoate betonelementen zijn makkelijker te

reinigen);

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 42

Page 43: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

betontriplex. De zaagsneden kunnen gaan rotten; de varkens kunnen dit aanvreten; polyesterbeton; gegalvaniseerde hekken (bij voorkeur verticale buizen) 10 cm boven de roosters geplaatst; gecoate spaanplaten (alleen in kraam- en biggenopfokhokken). Om indringen van vocht te voorkomen

moet je de randen goed behandelen met bijvoorbeeld een watervaste coating.Niet alleen het materiaal is van belang voor een goede hokafscheiding. Soms is het goed dat de hokafscheiding open is en soms is het beter dat ze dicht is. Dat hangt bijvoorbeeld af van de positie ten opzichte van de voergang (bevuiling), de plekken waar een dier wil rusten of liggen en het gedrag van het dier.

plattegrond hok opfokzeug, groepshuisvesting

gespeende-biggenafdeling

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 43

Page 44: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

2.3 Varkens: wanden

Wanden dienen om binnenruimtes onderling of om binnen- en buitenruimte van elkaar te scheiden. Een wand kan ook weersinvloeden tegengaan en stevigheid geven aan de constructie. Veel gebruikte materialen voor binnenwanden zijn kalkzandsteen en betonblokken. Kalkzandsteen is vrij poreus. Als je kalkzandsteen niet afwerkt, tasten invloeden van de varkens de wand aan. Om dit te voorkomen kun je een wand bijvoorbeeld coaten, net als een vloer.

2.4 Varkens: boxenEen box heeft verschillende functies. Het houdt de zeug op haar plaats, is de voerplaats van de zeug, geeft een goed overzicht over de zeugen en vergemakkelijkt het werken. Daarom moet een box zo zijn gebouwd dat de zeug voldoende ruimte heeft, de varkenshouder makkelijk bij de zeug kan komen en de zeug makkelijkin en uit de box kan lopen.

Kijk eerst eens naar figuur 3.23. Hierin staan de verschillende onderdelen van een box benoemd. Als je een box wilt kopen, moet je weten hoe de verschillende onderdelen heten, zodat je de uitleg over een box begrijpten een goede keuze kunt maken.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 44

Page 45: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Er zijn heel veel verschillende soorten boxen, omdat de zeug op elk moment in haar cyclus andere eisen aan de box stelt. Er zijn boxen voor zogende zeugen, guste zeugen en dragende zeugen.

Kraamboxen

De zeug staat los in een box. De box omsluit de zeug aan de voorzijde, zodat ze er niet uit kan klimmen. Het achterste deel van de box kan lager zijn. Het is belangrijk dat de achterzijde van de box laag is. Zo kun je onder andere de zeug beter bereiken bij het verrichten van verloskundige handelingen.

Een goede boxvorm is hier van groot belang. Door een goede boxvorm kan je het dood liggen van de biggen tegengaan. Vooral gedurende de eerste levensweken van de biggen moet de zeug makkelijk en rustig kunnen liggen. Hiervoor moet ze voldoende steun van de box krijgen. De box mag dus niet te breed, maar ook niet te smal zijn. Een ander belangrijk aspect van de box is de hoogteafstelling van de onderste buis. De buis mag niet te laag zitten, want de bovenste rij spenen van de zeug moet voor de biggen goed bereikbaar zijn. De buis mag ook niet te hoog zitten, want dan kan de zeug er met haar rug onder schuiven, met alle gevolgen van dien.

In kraamopfokhokken waar de biggen blijven liggen, moet je de zeugenbox gemakkelijk weg kunnen nemen. Zeugen zijn niet altijd even groot, dus zul je de box soms moeten aanpassen. Dit moet je zonder gereedschap kunnen uitvoeren.

Als de box afwijzers bevat, dienen ze naar buiten gericht te zijn. De afwijzers moeten aan de uiteinden voorzien zijn van kunststofdoppen of een ronde afwerking om verwondingen te voorkomen.

Boxen voor guste zeugen

Guste en pas gedekte zeugen worden overwegend gehuisvest in voerligboxen. Bij de keuze van zo’n box letje er vooral op dat de zeug voor de boer goed bereikbaar is. Daarnaast moet de zeug makkelijk in en uit de box kunnen en goed contact met de beer kunnen krijgen.

Boxen voor dragende zeugen

Dragende zeugen kun je in groepen of individueel houden. Vandaar dat er ook verschillende boxen zijn. Als jede zeugen in een groep houdt, is de box er vaak alleen voor om de zeug rustig te laten eten. Drachtige zeugen mag je tijdelijk individueel huisvesten als het welzijn van de zeug in het geding is. Denk aan magere of zieke zeugen.

Voerligbox

Bij dragende zeugen is er controle op voeropname, conditie en drachtigheid. Bij voerligboxen met uitloop kun je de voeropname direct zien. Daarnaast is de conditie van de zeugen ook makkelijk te volgen. Door de zeugen tijdelijk op te sluiten is de drachtigheid snel en makkelijk te controleren. De lengte van de box dient 200 cm te zijn, gemeten achter de trog. Bij een verzonken trog wordt de200 cm gemeten vanaf het voorfront van de box. Bij een verhoogde trog moet de zeug onder en boven de trog kunnen bewegen. Dan mag de ruimte onder de trog worden meegeteld.

Voerbox voor zeugen in groepshuisvesting

In deze box nemen de zeugen ieder apart hun portie voer op. Deze voerboxen moeten aan de volgende eisen voldoen:

het moet een doorloop voerstation zijn; achter erin, voor eruit; de box is 50 cm breed en ongeveer 180 cm lang; de zijwanden van de box zijn dicht, in ieder geval het voorste deel; de trog en de box zijn altijd verlicht; zeugen die geen recht meer hebben op voer, moeten op geen enkele manier (door tegen de box te

stoten, of door andere zeugen te verjagen) nog aan een korrel voer kunnen komen. De zeug die de box binnenkomt, moet snel herkend worden. Daarom verdient een dubbele herkenning, één bij de ingang en één bij de trog, de voorkeur.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 45

Page 46: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

2.5 Varkens: inrichting verschillende afdelingen

Inrichting kraamstal

Bij kraamboxen is het niet alleen van belang welke box je kiest, maar ook hoe deze box in het kraamhok staat.Je kunt drie mogelijkheden onderscheiden.

Ten eerste de opstelling met de kop naar de gang. Deze opstelling heeft als belangrijkste voordeel dat je het voeren van de zeug en de controle hierop makkelijk in de gaten kunt houden. Ook het verstrekken van extra water rond het werpen levert geen enkel probleem op. Als het biggennest tegen de voergang is geplaatst, isdit goed bereikbaar. Nadeel van deze opstelling is dat je geen zicht hebt op het achterstel van de zeug. De controle tijdens het werpen is daardoor lastiger.

Ten tweede kun je de box met de kop naar de muur plaatsen. Bij deze opstelling heb je goed zicht op het achterstel van de zeug. Je kunt zo makkelijker geboortehulp verlenen dan bij de andere opstellingen. De voordelen die gelden voor de opstelling met de kop naar de gang zijn hier de nadelen. Voeren met de hand isbij deze opstelling niet meer mogelijk. Je voert de zeug via een glijgoot of via mechanische voedering.

Mogelijkheid drie is de lengteopstelling. Bij de lengteopstelling heb je de voordelen van beide andere opstellingen, alleen zijn ze wat minder groot. De box wordt ook wel schuin in het hok gezet, waardoor de afmetingen van het hok kleiner kunnen zijn.

Inrichting guste-zeugenstal

Door de beren niet in de guste-zeugenstal te huisvesten treedt er geen gewenning op van de beer. Door twee maal per dag met de beer voor de zeugen langs te gaan kun je best de berigheid stimuleren en controleren. De zeugen kunnen dan de beer zien, ruiken en horen. Deze drie facetten stimuleren de berigheid, met name het ruiken stimuleert de berigheid enorm. Ook bij het insemineren is het goed om de beer voor de berige zeug te houden. Hiermee stimuleer je de bevruchting. Als de zeug steeds dezelfde beer ziet, zal het effect dat de beer op de zeug heeft, afnemen. Op grote bedrijven wordt hier al rekening mee gehouden. Daar rouleren de beren, ze schuiven steeds een plekje op.

Inrichting dragende-zeugenstal

Als je varkens in groepen huisvest, moet je zeker goed letten op het gedrag van de dieren. Een varken mest vaak tegen de muren. Daarom is het niet verstandig de dichte vloer tegen de muur aan te leggen. Ook ligt een varken niet graag op de tocht. Je moet dus rekening houden met het ventilatiesysteem. Als een varken rust,wil het ook rust. Het is dus verstandig om op de dichte vloer een afscheiding te plaatsen, zodat een varken zich kan afzonderen. Maak je gebruik van natuurlijke ventilatie, dan moet je ervoor zorgen dat het varken het niet koud kan krijgen. Hiervoor kun je stro gebruiken.

In het wild leeft een varken in grote groepen. Daar heeft het alle ruimte zodat het altijd voor een ander varken kan weg lopen. In het wild eten en drinken varkens met de hele groep tegelijk. Ga je de dragende zeugen in groepen huisvesten, houd dan rekening met dit eet- en drinkgedrag. In een kleine groep met slechts één voerstation, kunnen ze niet tegelijk vreten. Heb je een grotere groep, dan zijn er meer voerstations en kunnen er meer varkens tegelijk vreten.

Inrichting gespeende-biggenafdeling

De groepsgrootte is van belang voor de indeling van de afdeling. Dit komt omdat de gespeende-biggenafdeling eigenlijk een tussenafdeling is. De biggen komen uit de kraamstallen en gaan daarna naar de vleesvarkensstallen. Je moet dus rekening houden met de grootte van de groepen die uit de kraamstallen komen en met de groepsgrootte in de vleesvarkensstallen. Een groot dilemma dus. Dit dilemma wordt steeds groter omdat je vanaf 2008 moet werken met stabiele groepen.

2.6 Varkens: groepsgrootte

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 46

Page 47: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

De Welzijnswet maakt op basis van gewicht onderscheid tussen de verschillende diercategorieën. Per categorie is een ander oppervlakte vereist. Nu is het moeilijk en zeker duur om je hok met de varkens mee te laten groeien. Het is wel mogelijk! Vooral de oppervlakte dichte vloer speelt hierbij een belangrijke rol. Geef je een varken een te grote oppervlakte dichte vloer, dan zal hij die bevuilen. Kun je de dichte vloer niet steeds aanpassen aan de oppervlakte die de dieren nodig hebben, dan zijn er nog de volgende mogelijkheden. Je verplaatst de varkens één of meer keren naar een ander hok.

De voordelen van niet verplaatsen zijn: De technische resultaten zijn zonder verplaatsen beter. Het is minder werk. De dieren hebben minder stress.

De voordelen van wel verplaatsen zijn: Lagere bouwkosten en minder brandstofkosten. Je hoeft niet alle afdelingen volledig met verwarmingsapparatuur uit te rusten. Bij verplaatsing kan je van voersysteem wisselen.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 47

Page 48: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Of je nu kiest voor een grote of kleine groep, ze hebben beiden hun voor- en nadelen. Hoe groter de groep, hoe belangrijker de inrichting is. Als je met grote groepen vleesvarkens werkt, is de controle wel lastiger. Ookis het moeilijk om de slachtrijpe varkens uit het hok te krijgen. Maar er zijn ook voordelen. In een grote groep is de stal is makkelijker te reinigen. Als er een goede sturing van het mest- en liggedrag is, zijn de hokken schoon. Belangrijkste voordeel is dat de ruimte per varken met 10 % mag worden verkleind als de groepen groter zijn dan 40 varkens. Een belangrijke voorwaarde van grote groepen is dat de gezondheid hoog is, omdat de besmettingen sneller rond gaan in de afdeling. Denk hierbij b.v. aan staartbijten. Verder bewegen de varkens meer waardoor de voeropname en voederconversie hoger zijn.

plattegrond vleesvarkenshok

strostal voor vleesvarkensEen alternatief voor de traditionele huisvestingssystemen voor vleesvarkens is de strostal. Je hebt verschillende typen stallen voor vleesvarkens waarin je stro gebruikt. Zo is er onder andere de potstal. Hierin komt steeds weer een laagje schoon stro. Na elke periode of na meer periodes mest je de potstal uit. Dit staltype komt nog maar zelden voor. Een ander alternatief is het diepstrooiselsysteem. Bij dit systeem is de stal voorzien van een dik bed van zaagsel. Dit zaagsel moet een bacteriecultuur bevatten. Deze bacteriecultuur zet de mest steeds om.Een andere vorm is de hellingstal. Hier komt steeds weer een laagje stro of zaagsel bij. De varkens lopen het vieze stro of zaagsel naar beneden de helling af. Beneden aan de helling zit een rooster met hieronder een grup. In deze grup zit een schuif die de mest dagelijks wegschuift.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 48

Page 49: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

2.7 Rundvee: stalinrichting

Je denkt bij stalinrichting misschien meteen aan voerhekken en ligboxen of aan het vastzetsysteem. Je krijgtte maken met verschillende factoren, die je goed moet overwegen. Een verkeerde keuze heeft nog lang gevolgen voor de bedrijfsvoering en kan zelfs een beperkende factor zijn in de verdere bedrijfsontwikkeling. Vooral de maatvoering van het gebouw is een beperkende factor. De inrichting is over het algemeen nog welte wijzigen. Boxen en voerhekken zijn op termijn nog wel aan te passen, al kun je van een 1+ 1 ligboxenstal niet zo maar een potstal maken. Maar het gebouw is bepalend voor je werkt in de komende 20 tot 30 jaar!

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 49

Page 50: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

De veehouder

Als ondernemer wil je prettig in een stal werken. Als je een stal inricht, moet je dus goed weten hoe je wilt werken. Hoe ga je voeren? Op welke manier ga je het ligbed reinigen? Waar plaats je een bijruimte zoals een afkalfstal of ziekenstal? Korte en logische looplijnen bevorderen efficiënt werken. Hierbij zijn zaken als een doorstapruimte in het voerhek, de plaats en draairichting van loopdeuren en de opslagplaats van strooisel van belang. Prettig werken is belangrijk om plezier in je werk te houden en voor je gezondheid. Bovendien moeten voor je eigen veiligheid een heleboel zaken aan Arbo-eisen voldoen. Het maakt een groot verschil of het gebouw is aangepast aan de ondernemer, of dat de ondernemer zich maar moet aanpassen aan het gebouw!

De koeDe dieren, of misschien moet je wel zeggen juist de dieren, moeten in een stal voldoende comfort vinden. Koeien moeten een topprestatie leveren. Ze moeten dat bovendien zo lang mogelijk in een goede gezondheid vol- houden. De stal speelt daarbij een grote rol. Gladde vloeren, slechte ventilatie, slechte hygiëne, verkeerde maatvoering van ligplaatsen en voerhekken, een moeilijke toegang tot drinkwater en voer zorgen voor vervroegde uitval van dieren. Dat kost veel geld. Met een goede stalinrichting had je uiteindelijk geld bespaard.

Lucht en licht

De inrichting van de stal begint eigenlijk al bij de constructie van het gebouw. Hoeveel muren heb je nodig, hoe hoog wil je ze hebben? Wat wordt de toegepaste dakhelling? Hoe ga je ventileren? Waar laat je de mest? Waar komen de ramen en lichtdoorlatende platen, en hoeveel? Veel oudere stallen voldoen wat hoeveelheid lichten kwaliteit van de lucht betreft niet meer aan de normen. De kwaliteit van de lucht in de stal, of beter het stalklimaat, hangt sterk af van het stalvolume en de ventilatie. Doordat koeien nu veel meer melk produceren dan vroeger, produceren ze ook meer afvalstoffen. Met een goede ventilatie voer je een aantal afvalstoffen af. Het (dag)licht heeft invloed op het bioritme van een koe.

LigplaatsEen koe brengt een groot deel van de dag liggend door. Daarom moet je de koe een ligplaats aanbieden met voldoende comfort, vrij van tocht, en schoon en droog. Bovendien heeft de koe voldoende ruimte nodig om gemakkelijk te gaan staan of liggen.

Beton is voor de koe een te harde en koude ondergrond om op te liggen. Pas daarom een boxbedekking toe, een zogenaamd ligbed. Daarvoor zijn allerlei mogelijkheden, zoals een stro- of zaagselbed, een rubberen koematras, een rubbermat of een zandbed.

Het is belangrijk dat je het ligbed makkelijk kunt onderhouden. Een goede afstelling van keerbuizen en afscheidingen is daarbij essentieel.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 50

Page 51: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

pootloze (zwevende) boxafscheiding

R-boxafscheiding

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 51

Page 52: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Vreetplaats

Een koe moet om goed te kunnen produceren gemakkelijk bij het voer en water kunnen komen. Op de grupstal ligt het voer direct voor de ligplaats en is voor de koe alleen dat voer bereikbaar. Voor een goede opname moeter dus voldoende voer van goede kwaliteit voor elke plaats liggen. In een ligboxenstal moet de koe het voeren het water zelf halen. Het voordeel daarvan is dat ze het voer zelf kan selecteren. Een koe die mag kiezen, neemt vaak meer op. De koe moet het voerhek zonder veel moeite kunnen bereiken en verlaten. Ook het voer moet goed bereikbaar zijn, daarom wordt het voerpad 5 tot 10 cm hoger aangelegd dan de loop-eetruimte vande dieren. Vooral dieren die laag in de rangorde van de veestapel staan, moeten bij verstoring gemakkelijkweg kunnen komen. In veel stallen wordt gebruikgemaakt van voerhekken die zelfsluitend zijn. Als het nodigis, kan je hier eenvoudig de gehele veestapel vastzetten.

Water

De koeien krijgen hun drinkwater in de ligboxenstallen meestal in grote bakken van meer dan 300 liter. Reken een bak per 25 tot 30 koeien. Het is heel belangrijk dat je ze schoon drinkwater geeft en de bakken regelmatig reinigt. De kantelbak is bijvoorbeeld een gemakkelijk te reinigen drinkbak. In sommige (open)staltypen, waarinde temperatuur in de winter flink kan dalen, worden ook wel vorstvrije drinkbakken gebruikt.

Vloeren

in de stallen moeten veilig zijn voor mens en dier. Dit houdt in dat de vloer in het loopgedeelte vol- doende stroef, voldoende droog en schoon moet zijn. Meestal werden betonroostervloeren toegepast, waarbijde mest door het rooster in de onderliggende kelder valt. Andere toepassingen zijn sleuvenvloeren en dichte betonvloeren. Zowel bij dichte vloeren als bij roostervloeren pas je schuifsystemen toe om de mest te verwijderen. Bij roostervloeren is dit niet noodzakelijk, maar het wegschuiven van de mest bevordert wel de hygiëne in de stal en levert arbeidsverlichting op.Sinds 2015 is bij de bouw van een nieuwe melkveestal een Groen Label vloer wettelijk verplicht. Deze duurdere vloeren zorgen er voor dat de ammoniak emissie verminderd wordt. Er zijn verschillende merken en soorten van deze vloeren wettelijk goedgekeurd voor toepassing in melkveestallen

sleuvenvloer

Wanden en gevels

De wanden en gevels van stallen werden vaak uit baksteen opgetrokken. Je kunt ook andere materialen toe- passen, bijvoorbeeld damwandprofiel, hout en prefab beton of een combinatie van materialen. De uiterlijke aanblik van het gebouw wordt voor een flink deel bepaald door de toegepaste materialen. Sommige gemeenten hebben hierover regels opgenomen in de bouwvergunning (welstand eisen).

De wanden en gevels van de stal bieden bescherming tegen weersinvloeden. Al is onder normale omstandig- heden het buitenklimaat in ons land geen hoofdreden om dieren binnen te houden. Aan de bovenzijde van de zijwanden vind je openingen die als luchtinlaat voor de ventilatie dienen. De ventilatielucht wordt via een uitlaat- opening in het dak weer naar buiten geleid. De voor- en achtergevel echter worden wel geheel gesloten. Op die manier stroomt de lucht zoveel mogelijk in de breedterichting door de stal. Omdat het weer elke dag en per seizoen verandert, is er ook behoefte om de ventilatieopeningen te kunnen regelen, steeds vaker gekoppeld met een eerstation. Regelkleppen, optrekdoeken of zelfs opblaasbare wandzakken worden hiervoor toegepast.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Boxtel, niveau 3 en 4 52

Page 53: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Ventilatie en volume

De wandhoogte en de dakhelling van een stal bepalen het volume. Het volume is belangrijk bij het ventileren.In een stal met weinig volume kan door de warmteafgifte van de dieren de temperatuur snel oplopen. Over het algemeen wordt de ventilatie van rundveestallen op natuurlijke wijze geregeld. De wind kan hierbij een belangrijke rol spelen.

Koeien kunnen slecht tegen hitte: ze krijgen er hittestress van. Het is daarom belangrijk dat er juist op zwoele, windstille dagen voldoende lucht in de stal circuleert. Meestal worden er grote ventilatoren in de stal gehangen die zorgen dat ook bij warm weer er voldoende lucht circuleert. Sommige veehouders kiezen voor het vernevelen van water boven de koeien om hittestress te voorkomen

Warmteproductie en ventilatiehoeveelheid in relatie tot de melkproductie bij een omgevingstemperatuurvan 20ºC.

Licht

Licht is met name voor melkgevende koeien van belang. Het heeft effect op de voeropname en hormoonhuishouding. De eenheid voor lichtsterkte is Lux. Voor melkvee hanteren we als ondergrens 200 Lux, gedurende 16 uur per etmaal (16 uur licht, 8 uur donker)

Bijruimten

Als je een (ligboxen)stal bouwt, moet je er rekening mee houden dat je koeien soms moet afzonderen (separeren). Dit doe je bijvoorbeeld bij een behandeling, een inseminatie en bij zieke dieren. En wat denk je van dieren die moeten afkalven? De ruimtes die je hiervoor gebruikt, noem je bijruimten. Op de meeste bedrijven wordt de afzonderings- , zieken- en afkalfstal gecombineerd. Toch is dat een verre van ideale situatie. De dieren kunnen infectieziekten in dergelijke gecombineerde ruimten makkelijk op elkaar overgedragen. Vooral kalvende dieren en pas geboren kalveren zijn gevoelig voor infecties. Daarom gaat altijd de voorkeur uit naar aparte ruimten voor verschillend gebruik.

De bijruimten van een stal moeten op een logische plaats komen. Als de bijruimte voor de afzondering van dieren bedoeld is, moet de ruimte goed toegankelijk zijn en het liefst voorzien van een buitendeur. Maar je moet er ook rekening mee houden dat je de dieren in deze ruimten melkt. Vaak kies je voor een plaats vlak bijde melkstal. Het voordeel is dat je de dieren tijdens het melken kunt afzonderen. Bij een volgende melkbeurt kun je de dieren dan gemakkelijk door de melkstal halen. Wanneer je een vacuümleiding naar deze ruimte laat aanleggen, kun je de dieren eventueel in de afzonderingsruimte melken.

Door het gebruik van koekerkenning en separatie poortjes kun je vanuit de melkstal koeien sturen naar die ruimte waar ze moeten zijn. Grote bedrijven hebben vaak achter de melkstal een behandelstraat: hier kunnen meerdere koeien opgesloten worden om bijvoorbeeld door de diere

Behalve de bijruimten voor dieren is het prettig wanneer je ruimten voor een kantoor en opslag van bedrijfsbenodigdheden hebt. Een kantoor komt goed tot zijn recht als je vanuit die plek zicht hebt op de dieren,

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Boxtel, niveau 3 en 4 53

Page 54: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

maar medebepalend voor de plaats van het kantoor is bijvoorbeeld ook of je op het kantoor vaak bezoekers moet ontvangen.

Schoon en vuil

Zeker bij nieuwbouw, maar ook bij bestaande situaties moet er een scheiding zijn tussen schoon en vuil bedrijfsverkeer. De vertegenwoordiger, de RMO en ook de voerleverancier komen niet direct met dieren in contact, maar moeten ook op het erf zo weinig mogelijk in contact komen met vuil. Want zij komen wel op veel verschillende bedrijven en maken geen gebruik van de hygiënesluis(zie figuur 3.29). De dierenarts, de veehandelaar en eventueel de loonwerker komen juist wel in aanraking met bedrijfsvuil en vormen daardoor een groter risicofactor. Zonder passende maatregelen zouden zij een besmetting van bedrijf op bedrijf kunnen overbrengen. In de lay-out van een bedrijf en de aanleg van verhardingen breng je bijvoorbeeld een scheiding aan tussen schone en vuile toegang. Het gebruik van een hygiënesluis en bedrijfskleding moet het risico van ziekte insleep tot een minimum beperken.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Boxtel, niveau 3 en 4 54

Page 55: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

goede situering hygiënesluis

Interne hygiëne

Jongvee op het bedrijf kan ook intern gemakkelijk een besmetting oplopen. Een ziekte als paratuberculose komt nog op veel bedrijven voor. Interne besmetting voorkom je door alle jonge dieren onder een half jaar wegte houden van mogelijk besmette koemest of ruwvoer met mogelijk besmette mestresten. Daarom zie je dat veel bedrijven hygiënemaatregelen toepassen tussen de jongveestal en de melkveestal. Vuistregel: werk van jong naar oud!

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Boxtel, niveau 3 en 4 55

Page 56: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak Uitvoering

2. Stalinrichting

plan

resultaat Je kunt een evenwichtige verdeling aangeven ten aanzien van de huisvesting van de verschillende diercategorieën.

vooraf werktijd 2 blokken

belang Elk dier stelt zijn eigen eisen aan de stal die nodig is. Dit is mede afhankelijk van de leeftijd en het productiestadium van het dier.

do Maak de onderstaande opdrachten.

1) Inventariseer op het bedrijf welke verschillende diercategorieën voorkomen en welke verschillende huisvestingssystemen/hoktypen/afdelingen er voorkomen.

Diergroep/categorie Aantal dieren Huisvestingssysteem/ Afdelingen/hoktypen Aantal plaatsen

2) Geef een korte omschrijving van de inrichting van de verschillende huisvestingssysteem/ afdelingen/hoktypen.

3) Zoek in het handboek voor de varkens- / rundveehouderij (en/of bereken zelf) informatie betreffende de verschillende huisvestingssysteem /afdelingen/hoktypen op een bedrijf en de normatieve onderlinge verhouding van het aantal dierplaatsen.

4) Bereken de verhouding van de verschillende dierplaatsen op het bedrijf. Geef de resultaten in onderstaande tabel weer.

Huisvestingssys-teem/afdeling/hoktype

Aantal plaatsen Procentuele verdeling Normatieve verdeling

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Boxtel, niveau 3 en 4 56

Page 57: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

5) Maak een plattegrond van de bedrijfsgebouwen op het bedrijf waarin de verschillende huisvestingssystemen/afdelingen/hoktypen staan aangegeven (schaal 1:200).

6) Maak een kort verslag over de huisvesting op het bedrijf waarin je bovenstaande berekeningen weergeeft, aangevuld met jouw conclusies.

7) Bespreek het resultaat met je begeleider.

8) Ga tot slot met een andere groep aan tafel zitten. Bekijk elkaars werk goed. Geef vervolgens op de volgende manier commentaar:

Noem eerst drie goede punten van het werk van de andere groep; Noem daarna drie punten waarop verbetering mogelijk is.

check & actAls de opdracht goedgekeurd zijn door de docent is deze opdracht goedgekeurd.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 57

Page 58: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak voorbereiding

3. Stalklimaat

planresultaat Je hebt de opdrachten over het hoofdstuk stalklimaat gemaakt.

vooraf werktijd 2 blokken

belang

Klimaat in stallen en leefomgeving van dieren is erg belangrijk. De dieren moeten genoeg warmte hebben voor een goede groei, maar het mag ook niet te warm zijn anders kunnen de dieren hun eigen lichaamswarmte niet kwijt. Wat is nu de juiste tempratuur en hoe regel je dit in een stal. Door deze taak te maken krijg je hier meer inzicht in.

do Lees de onderstaande tekst over het stalklimaat, goed door.

Ga dan naar de uitvoerende deeltaken en maak de vragen van de deeltaak uitvoering: stalklimaat.

Print je antwoorden uit en bespreek deze in de klas.

Zorg dat je de juiste antwoorden in je persoonlijk portfolio stopt.

check & actAls de opdrachten stalklimaat in je map persoonlijk portfolio zit en is goedgekeurd door de docent heb je deze deeltaak behaald.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 58

Page 59: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

3.1. Klimaatfactoren

In het begin van de mensheid zaten mens en dier gezamenlijk om het kampvuur. Het vuur was heel belangrijk.Er werd op gekookt en het zorgde voor warmte. Had je het te koud, dan ging je wat dichter bij het vuur zitten.

In de loop van de tijd gingen mensen woningen en stallen bouwen. Voor de mens kwam er al eeuwen terug verwarming in de vorm van een haard. Voor de dieren was dit tot voor dertig jaar terug ondenkbaar.

Warmte kun je gedeeltelijk regelen door een trui extra of een korte broek aan te trekken. Vaak is dit toch te weinig om het niet te warm of te koud te hebben.

Een koe kan zich door zijn wintervacht nog iets aanpassen aan het klimaat. De lange haren zorgen voor extra isolatie. Voor het moderne varken is dit al bijna onmogelijk. Haren heeft het varken maar heel weinig en het spek is ook al weggefokt.

kampvuur

Klimaat beoordelenHoe beoordeel je of het klimaat in de stal goed is? In de praktijk loop je niet met een kar vol meetapparatuur door de stal. Je hebt wel wat anders te doen. Toch moet je weten of het klimaat optimaal is. Als je goed in de afdeling kijkt, kom je al veel te weten. Maar ja, waarnaar?

TemperatuurEen koe vreet om een hoge melkproductie te kunnen leveren. Een varken vreet om te kunnen groeien of om biggen te produceren. Bij de vertering van voer ontstaat warmte. Die warmte geeft het dier af aan de omgeving, anders zou de temperatuur van de koe of het varken veel te hoog oplopen. Normaal is de lichaamstemperatuur ongeveer 38,5°C. Dit moet het dier zo zien te houden.

Een dier heeft het te warm, als het te veel warmte produceert of te weinig warmte aan de omgeving kwijt kan. De warmteproductie ontstaat door veel eten of veel beweging.

Warmteverlies kan optreden door warmte-uitstraling naar de omgeving ( straling), door warmteafgifte aan de lucht ( convectie) of door warmteafgifte aan de (rooster)vloer waar het dier op ligt ( geleiding). Hoe groter het verschil is tussen de temperatuur van het dier en die van de omgeving, des te groter is de warmteafgifte. Je noemt dit de voelbare warmte.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 59

Page 60: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Hoe gaat een varken met zijn warmte om?

Het proces van warmteafgifte kun je vergelijken met een vers gefrituurde frikadel. Net uit het vet is die heet,minstens 80°C. Stop je hem meteen in je mond, dan hoef je voorlopig niet meer, want je hebt je flink verbrand. Een paar minuten wachten en het smaakt naar méér! De warmtestroom van de frikadel naar je mond is door het afkoelen van de frikadel, veel minder geworden.

Een andere mogelijkheid om het warmteoverschot kwijt te raken is zweten. In de huid zitten zweetklieren, waardoor het dier als het te warm wordt, vocht kan afscheiden. Dit vocht bestaat vooral uit water. Dit water verdampt. De warmte die daarvoor nodig is, wordt onttrokken aan de huid. Deze koelt dus af. Koeien kunnenop deze manier veel warmte kwijtraken. Varkens kunnen dit niet, ze hebben geen zweetklieren.

Een derde mogelijkheid is warmteafgifte via de longen. In de longen verdampt longvocht. Daarvoor is warmte nodig, die aan het lichaam onttrokken wordt. Ook dit geeft verkoeling. Je noemt dit de latente warmte.

Een vierde mogelijkheid om het niet te warm te krijgen, is geen warmte te produceren. Dit kan door niet te vreten. Maar daardoor zal de melkproductie zakken of het geboortegewicht van de biggen verminderen. Zaken die je absoluut moet vermijden. Zorg er dus voor dat dit niet gebeurt.

Een dier heeft het te koud als er te veel warmte naar de omgeving stroomt. Als dit niet gecompenseerd wordt door een grotere warmteproductie, daalt de lichaamstemperatuur. Als het te koud is, zal het dier proberen extra warmte te produceren door meer voer te verbranden. Dit voer wordt dan niet gebruikt om te groeien. Dit kostde boer geld.

Je wilt het dier in een bepaald temperatuurtraject houden, waarin het niet te koud en niet te warm is. Dit temperatuurtraject noem je de comfortzone.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 60

Page 61: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

de comfortzone van diverse diersoorten

In figuur 2.22 staan de gemiddelde grenzen van de comfortzone vermeld. Heb je een thermometer in de stalhangen, dan kun je vrij snel aflezen of de temperatuur binnen de grenzen blijft.

De minimum/maximum thermometer is een aanrader om in de stal te gebruiken. Deze geeft naast de actuele temperatuur, ook de laatste minimum en de laatste maximum temperatuur aan.

Hoe warm en koud was het de afgelopen nacht?

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 61

Page 62: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

ReukOf iets stinkt, is voor iedereen verschillend. Je ruikt wat, maar je komt niet verder dan dat het erg of maar een beetje stinkt. Het zou mooi zijn als je de reuk kunt aangeven met een bepaald getal. Bijvoorbeeld het reukgetalin een koeienstal mag drie zijn. Helaas kan dat niet.

Toch gebruik je in de stal je neus om te bepalen of je meer of minder verse lucht in de afdeling moet komen. Stinkt het te erg, dan ventileer je meer. Maar te veel ventileren kost geld in de vorm van extra stookkosten. Hetis dan ook beter om behalve op je neus af te gaan, ook op een andere manier achter de luchtkwaliteit te komen.

Als maat is de hoeveelheid koolstofdioxide (CO 2) genomen. De hoeveelheid CO 2 mag niet boven een bepaalde grenswaarde komen. Dit noem je een norm.

Het probleem is dat je CO2 niet kunt ruiken. Je kunt de hoeveelheid alleen maar bepalen door te meten.

Dit kun je het beste een aantal keren per jaar laten doen. Als je daarbij zelf probeert een verband te leggen tussen die meetwaarde en de reuk op de afdeling, kun je op den duur waarschijnlijk de luchtkwaliteit met behulp van je neus behoorlijk inschatten.

CO 2

De hoeveelheid lucht die je minimaal nodig hebt voor een goede luchtkwaliteit, noem je de minimum ventilatie.Omdat de neus niet zo’n betrouwbaar meetinstrument is, zijn er normen voor minimumventilatie ontwikkeld. Deze vormen een goede basis voor de luchtkwaliteit.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 62

Page 63: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

De minimum en maximum ventilatienormen voor diverse diersoorten.

De gegevens uit figuur 2.25 zijn een goed instrument om het minimum ventilatieniveau in te stellen. Stel bijvoorbeeld dat je een afdeling van 80 gespeende biggen hebt. De biggen wegen 7 kg per stuk. Om de luchtkwaliteit te garanderen, moet je 80 × 3 = 240 m³ per uur ventileren.

In figuur 2.25 vind je tevens de maximum ventilatienormen. In het kader van stankbestrijding spelen deze normen geen rol. Ze zijn bedoeld om in warme periodes de dieren te kunnen koelen met lucht. Je gebruikt ze om een klimaatregelaar volledig te kunnen instellen.

StofStof is een grote boosdoener in de varkenshouderij. Stof bevat naast mestdeeltjes, virussen en bacteriën ook huidschilfers. Het zijn stoffen, die agressief kunnen werken in de longen. Vooral de kleine huidschilfers kunnenop den duur kanker veroorzaken. Het is slecht voor zowel het varken als zijn verzorger.

Indien er veel stof in de lucht zit, komt er ook veel in de longen. Dit kan irritaties in de longen veroorzaken. In een erger geval leidt dit tot longontsteking.

Stof kan de oorzaak zijn dat varkenshouders op termijn grote longproblemen krijgen. Kijk ervoor uit en bescherm je!

Probeer de afdelingen zo veel mogelijk stofvrij te houden. Stofzuig geregeld of veeg de afdeling schoon. Vanuit Denemarken is er een nieuwe methode over komen waaien. Een plantaardige olie wordt een paar maal per dag zeer fijn verneveld in de afdeling. Deze olie is zo vettig, dat het stof heel goed vasthoudt. Deze methodeis heel wat effectiever dan het schoonvegen.

VochtigheidVarkens eten en ademen. Daarbij ontstaat waterdamp. Deze wordt uitgeademd en komt dus in de stal. Waterdamp komt ook de stal binnen via de aangevoerde buitenlucht.Als er te weinig waterdamp in de stal aanwezig is, is er sprake van te droge lucht. De omgeving is dus ook droog waardoor het slijmvlies van de luchtwegen uitdroogt. Hierdoor werkt het trilhaar van dit slijmvlies niet goed en wordt de lucht slechter gefilterd. Het gevolg is dat je eerder kans hebt op hoest. Te veel waterdamp in de stal komt vaak voor bij zowel een hoge als een lage temperatuur. Bij mist is er sprake van veel waterdamp bij een lage temperatuur. Is de temperatuur hoog, dan spreek je over drukkend weer.Een te hoge luchtvochtigheid is te zien doordat er druppels water op koudere plaatsen in de stal hangen. (condensdruppels) Het voelt onplezierig aan en het is benauwd.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 63

Page 64: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Afhankelijk van de luchttemperatuur kan er een bepaalde hoeveelheid waterdamp oplossen in lucht. Bij een lage temperatuur kan er weinig oplossen, bij een hoge temperatuur kan er veel oplossen.

In figuur 2.26 zie je bijvoorbeeld dat één kubieke meter lucht bij 0°C maximaal 4,8 gram waterdamp bevat. Ademen de varkens meer waterdamp uit, dan lost dit niet meer op, maar vormt druppels. Dit heet condenseren. Op koude plaatsen in de afdeling, vind je de meeste waterdruppels.

Absoluut waterdampgehalte van stal- en buitenlucht.

Veel bouwmaterialen kunnen niet tegen te veel vocht. IJzeren spanten gaan flink roesten en houten spantengaan rotten.

Ook voor de dieren ontstaan problemen. Het dier kan zich in een vochtige omgeving niet zo goed koelen, doordat het moeilijk vocht aan de omgeving kan afstaan. Daardoor wordt er minder warmte onttrokken aan het dier.

Vochtige lucht heeft ook een slechte kwaliteit, doordat bacteriën en virussen juist uitstekend groeien in een vochtige omgeving.

Is de vochtigheid in de stal te groot, dan moet je meer ventileren. De lucht van buiten bevat minder waterdamp, zodat er weer meer waterdamp oplost.

Is de vochtigheid te laag, zet dan bakken water in de afdeling zodat er meer water verdampt. Je kunt ook de voergang natmaken. In de praktijk zul je dit waarschijnlijk niet vaak doen, omdat het veel werk is.

TochtTocht heeft een te grote afkoeling van de huid tot gevolg. Tocht ontstaat meestal door een combinatie van luchtsnelheid en een lagere temperatuur. Het ontstaat meestal in ruimtes met gaten en kieren in muren en plafonds.

Door de te grote afkoeling van de huid vermindert de weerstand tegen ziektes. Verkoudheidsvirussen krijgen hierdoor de kans om zich te ontwikkelen en te groeien. In het minst erge geval is het een snotneus. Maar de kans op een fikse longontsteking is ook aanwezig.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 64

Page 65: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

tocht

Er zijn manieren om vast te stellen of er sprake is (kan zijn) van tocht. De Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is van ‘tochtschade’.

Deze vuistregel luidt: indien 100 biggen per 5 minuten, meer dan 25 maal hoesten of 50 maal niezen, dan is er iets mis met het klimaat. Dus door de hoest- en niesaanvallen te tellen, kun je een aardige indruk krijgen van het klimaat in de stal.

Je kunt ook naar het gedrag van de dieren kijken. Als dieren in groepen gehuisvest zijn, dan regelen ze zelf dat ze uit de tocht liggen. Oor- en staartbijten bij varkens duidt vaak op tocht. Hierbij speelt vaak nog wel een ziekteverwekker een rol, maar de afkoeling door lucht speelt meestal de hoofdrol. In de moderne veestal met ligboxen kun je het gedrag moeilijker beoordelen. Omdat het dier in een ligbox is gehuisvest, kan het niet aan de tocht ontsnappen.

Tocht is ook op te sporen met een rookapparaat. Het kan ook met een grote sigaar, maar daar zou je wel eens wat ‘witjes’ van kunnen worden. Je spuit rook in de afdeling, waardoor de luchtbeweging zichtbaar wordt.

Bij de vierde methode kijk je naar stofstrepen. Stof komt met de lucht door de gaten en kieren binnen. Doordat de luchtsnelheid bij binnenkomst afneemt, slaat het stof neer op plafonds en muren. Aan het patroon daarvan kun je vaak zien waar de tocht ontstaat.

Spinnenwebben verraden soms ook iets over tocht. Aan de hand van de beweging van het web krijg je een indruk van de luchtsnelheid op die plaats.

Wil je tocht voorkomen, zorg dan in ieder geval dat gaten en kieren gedicht zijn en het klimaatsysteem goed staat afgesteld.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Boxtel, niveau 3 en 4 56

Page 66: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

3.2. Klimaat: gedrag van dieren

Wanneer een dier het ergens niet prettig vindt, gaat het ergens anders liggen. Kan dit niet vanwege zijn huisvesting, dan probeert het zich toch aan de nieuwe omstandigheden aan te passen. Dat geldt zowel voor koeien als voor varkens.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 57

Page 67: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Het gedrag is afhankelijk van de afdelingstemperatuur.

Als een dier in een te koude stal leeft, daalt de lichaamstemperatuur. Een dier dat het koud heeft, kruipt in elkaar. Het warmteverlies aan het lichaamsoppervlak is dan zo klein mogelijk.

De dieren verminderen het warmteverlies ook door op elkaar te gaan liggen. De dieren profiteren op die manier van elkaars lichaamswarmte.

Als een dier het te koud heeft, probeert het zijn harenkleed rechtop te zetten. Hierdoor blijft meer stilstaande lucht tussen de haren hangen. Dit heeft een heel goede isolerende werking.

In een stal die te warm is, liggen de dieren languit en hijgen. Het lichaamsoppervlak is zo groot mogelijk. Ze liggen ook zo ver mogelijk uit elkaar, meestal op een rooster, omdat dat het koelst is. Daardoor komen ze wel volledig onder de mest te zitten.

Een dier dat het te warm heeft, drinkt graag koud water. Het nadeel is dat ze door het vele drinken een beetje diarree krijgen. Ook dit heeft tot gevolg dat de dieren onder een dun laagje mest komen te zitten.

Het dier kan het zo warm hebben dat het minder of niets meer wil vreten. Hierdoor produceert het zelf minder warmte. Natuurlijk is dit slecht voor je bedrijf.

3.3 Het klimaatsysteem

Het was warm en Klaas zou meehelpen beton te storten bij boer Verstegen. Prima denkt Klaas, dat levert weer wat zakgeld op. Dat kan ik goed gebruiken in het weekend.

Er moest een nieuwe betonvloer gestort worden in een gedeelte van de varkensstal. Je moest met de kruiwagen een eindje door een gang lopen. Daar waaide het wat. Het was wel lekker.

Maar de dag erna was het snotteren. Hartstikke verkouden en wat koorts. Het weekend lag Klaas in bed. Dat spaarde wel dubbel geld. Verdiend met beton storten en niet uitgegeven in het weekend. . .

kruiwagen

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 58

Page 68: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Wil je geen zieke varkens krijgen, dan moet het klimaatsysteem prima functioneren. Dat houdt in dat het systeem voldoende lucht aanzuigt, de lucht in de stal goed verdeelt en de afgewerkte lucht van de dieren en de warmte in de juiste hoeveelheid afvoert.

We maken onderscheid in twee manieren van ventileren:

a. natuurlijke ventilatie

Bij natuurlijke ventilatie maak je gebruik van het principe dat warme lucht opstijgt. De dieren warmen de binnenkomende lucht op en deze stijgt op naar de nok van de stal. De nok is open en werkt als een schoorsteen: hij trekt de opstijgende lucht uit de stal. De verse lucht komt via de luchtinlaat (vaak aan de zijkanten van de stal) binnen. De verse lucht verspreidt zich in de stal en op die manier blijft het in de stal fris.

Door de vorm van de nok wordt de beweging naar boven versterkt. Voor een goede werking vande nok moet de dakhelling 25 tot 30 graden zijn. De ventilatiehoeveelheid wordt tevens bepaald door het verschil van hoogte van de inlaat en de hoogte van de nok.

De werking van de nok wordt versterkt door de wind. Hoe harder het waait, des te harder trekt de nok.

De grootte van de open nok en luchtinlaat is afhankelijk van melkproductie en het hoogteverschil tussen open nok en luchtinlaat

Natuurlijke ventilatie wordt in nagenoeg alle rundveestallen toegepast.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 59

Page 69: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

b. mechanische ventilatie

Bij mechanische ventilatie maak je gebruiken van ventilatoren. Een ventilator zorgt voor onderdruk in de stal en daardoor wordt frisse lucht van buiten aangezogen. Bij overdruk blaas je frisse lucht de stal in die de afgewerkte lucht wegduwt naar buiten.

In varkens- en pluimveehouderij wordt bijna altijd gebruik gemaakt van mechanische ventilatie.

Bij opfok van kalveren zie je ook meer en meer dat mechanisch ventileren wordt toegepast.

.

Luchtinlaat in de stal

Het kan soms hard waaien in Nederland. En dat kan heel vervelend uitpakken in de stal. Het waait op plaatsen waar je het niet wilt hebben. Je moet dus proberen de windinvloed te verminderen. Dat kun je het beste aan- pakken op de plaats waar de lucht in de stal komt. Een prima oplossing is het toepassen van een winddrukkap.Met een goede winddrukkap komt de lucht op de juiste manier binnen.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 60

Page 70: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

De luchtinlaat moet ook groot genoeg zijn, anders kan er te weinig lucht door. De norm hiervoor bedraagt 2 cm² per m³ te ventileren lucht.

De buitenlucht komt door de luchtinlaat op de centrale gang of boven het plafond. De verse lucht wordt vervolgens door de stal verspreid door een luchtverdeelsysteem.

Luchtverdeelsysteem

Er zijn nogal wat luchtverdeelsystemen op de markt. Ieder bedrijf probeert een beter systeem te ontwikkelen als zijn concurrent. In hoofdlijnen kun je de volgende indeling maken voor de varkenshouderij:

Verdringing ventilatie:

Bij dit systeem duwt de frisse buitenlucht de stallucht de stal uit. Er zijn twee voorbeelden van dit systeem: deurventilatie en kanaalventilatie. Het voordeel is dat je minder luchtverversing nodig hebt om het klimaat op peil te houden. Het nadeel is dat je sneller tocht hebt, omdat het temperatuurverschil tussen binnen en buitenlucht groter is. Met name bij stallen waar geen verwarming is. Verder is de plaats van de voeler lastig, omdat de temperatuur in de afdeling nogal verschillend is.

Deurventilatie

Bij deurventilatie komt de lucht via een opening in of boven de afdelingsdeur op de voergang in de afdeling. De uitvoering, ook bij een opening boven de deur, moet zodanig zijn, dat er geen directe koude lucht bij de dieren terechtkomt.

De lucht op de voergang mengt zich iets met de afdelingslucht. Via het voorfront van het hok komt de lucht bij de dieren. In dit systeem zit de ventilator in de buurt van de deur. De lucht wordt naar voren gezogen. De praktijk wijst uit dat de luchtverdeling hierdoor beter is.

Bij deurventilatie is het belangrijk dat de windinvloeden zijn weggenomen. De luchtsnelheid van de binnenkomende lucht moet laag zijn. Daarom gebruik je voor de opening de norm: inlaat 2 à 2,5 cm²/m³ te ventileren lucht.

Omdat de lucht direct het eerste hok ingaat, moet de verwarming zodanig zijn, dat deze de binnenkomende lucht direct wordt verwarmd.De lucht kan ook binnenkomen via de deur.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 61

Page 71: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Kanaalventilatie

Bij kanaalventilatie gaat de lucht van buiten via het luchtkanaal onder de dichte vloer naar de middenpad. Hier komt de lucht naar boven en gaat langzaam de hokafscheiding over naar de varkens toe. De lucht wordt in het luchtkanaal in de zomer iets gekoeld en de winter iets opgewarmd. Een nadeel van dit systeem is dat er geen weerstand in het ventilatiesysteem zit waardoor de wind vaak vrij spel heeft. Om dit op te lossen wordt er vaak een rolgordijn voor de inlaat gehangen.

Mengventilatie

Bij dit systeem wordt de frisse buitlucht gemengd met de stallucht voordat deze bij de varkens komt. Hierdoor is lucht veel warmer voordat deze bij de varkens komt. Hierdoor is de kans op tocht kleiner.Echter het rendement is niet optimaal, omdat een gedeelte van de frisse lucht niet bij de varkens komt en via de ventilator verdwijnt.

klepventilatie; plafondventilatie.

Klepventilatie

Klepventilatie is een systeem dat je in oude stallen nog tegenkomt. De lucht komt via een opening in de muur over een klep in de afdeling. Bij dit systeem zit de ventilator aan de andere zijde van de afdeling. De lucht verdeelt zich over de klep en wordt naar achteren gezogen door de ventilator.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 62

Page 72: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

klepventilatie

Het systeem levert in de praktijk nogal wat problemen op. De aangevoerde lucht is koud. Koude lucht is zwaarder dan warme lucht. Daardoor valt de koude lucht naar beneden. Dit kan leiden tot tocht bij de dieren. Je moet bij dit systeem de lucht goed voorverwarmen.

De naverwarming in de afdeling kan plaatsvinden door een radiator onder de klep te monteren. Bij dit systeem moet de inlaat 2 cm²/m³ lucht bedragen.

Plafondventilatie

Bij plafondventilatie komt de verse lucht via het plafond bij de dieren. De binnenkomende lucht is zwaarder dan de afdelingslucht. Daardoor zakt de lucht naar beneden, naar de dieren toe.

Zo komt de lucht binnen bij plafondventilatie.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 63

Page 73: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Het materiaal van het plafond kan bestaan uit plastic folie met gaatjes of uit een dunne staalplaat ( damwand) met gaatjes of een houtwolcementplaat, waarop een laag glaswol ligt. Deze dekens worden ook gebruikt als isolatiemateriaal voor spouwmuren.De luchtverdeling via een damwand met glaswol is veel beter dan via een folieplafond met gaatjes. Bij folie moet de lucht door een aantal gaatjes. Bij glaswol gaat de lucht fijn verdeeld over het gehele plafond.Je hebt in het plafond ongeveer 075 cm² opening nodig per m³ te ventileren lucht. Bij gebruik van een houtwol- cementplaat moet minimaal 0,55 m² plafond per 100 m³ ventilatiehoeveelheid aanwezig zijn. De ruimte wordt verwarmd door verwarmingsbuizen, die ongeveer 0,5 meter onder het plafond hangen. Bij gebruik van een plastic-folieplafond moet je voorverwarmen. Er kunnen anders tochtverschijnselen optreden bij de dieren.

Het luchtafvoersysteem

Het luchtafvoersysteem haalt de door de dieren gebruikte lucht uit de stal. Bij warmer weer worden de dieren gekoeld met lucht. Het afvoersysteem zuigt in dat geval lucht in de stal.

Bij deze systemen kun je een onderscheid maken tussen natuurlijke en mechanische ventilatie.

Zo wordt de lucht vaak afgevoerd.

De ventilator bestaat uit een elektromotor die schoepen ronddraait. De schoepen hebben een zodanige vorm, dat ze de lucht naar buiten ventileren. Je regelt de ventilatiehoeveelheid door de elektromotor harder of zachter te laten draaien. De grootte van de ventilatiecapaciteit hangt af van de doorsnede van de ventilator. Zie figuur 2.41.

Met een diafragmaschuif kun je veel regelen.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 64

Page 74: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Capaciteit van ventilatoren.

Heel kleine ventilatiehoeveelheden zijn slecht te regelen. De ventilator loopt dan onregelmatig, omdat Door gebruik te maken van een diafragmaschuif bepaal je de afzuigopening. Afhankelijk van deze opening wordt een bepaalde hoeveelheid afgezogen.

Wil je bijvoorbeeld 200 m³/uur ventileren, dan moet je de schuif tot 12 bij 12 cm openen.Er zijn ook schuiven met een ronde opening. Bij deze schuif ga je uit van de oppervlakte van de opening. Bij een ventilatie van 200 m³/uur zou de opening 144 cm² moeten zijn.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 65

Page 75: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Oppervlakte diafragmaschuifopening en afzuigvolume.

de klimaatregelaarNu is het nog de kunst om de verschillende onderdelen optimaal met elkaar te laten samenwerken. In de rundveehouderij doe je dit meestal handmatig. In de varkenshouderij zie je alleen nog maar geautomatiseerde systemen.

Er zijn heel veel firma’s op klimaatgebied actief in de varkenshouderij. Dus er zijn ook heel veel verschillende producten.

Een eenvoudige regelaar.

De klimaatregelaar is een kastje vol met elektronische componenten. Er gaan elektrische signalen in en er gaan elektrische signalen uit. De regelaar meet de temperatuur in de afdeling via een voeler. Soms wordt ook het CO 2-gehalte gemeten. De regelaar vergelijkt de gemeten temperatuur met de ingestelde temperatuur. Is het te koud, dan wordt de verwarming aangezet. Is het te warm, dan stuurt de regelaar de ventilator naar een hoger niveau. Als het CO 2-gehalte te hoog is, wordt de ventilator ook naar een hoger niveau gestuurd.

Je wilt met je klimaat binnen bepaalde temperatuurgrenzen blijven. Kom je daar buiten, dan wil je dat graag weten. Vandaar dat de meeste regelaars een temperatuuralarm hebben.

de regelkarakteristiekJe voert een aantal waarden in de regelaar in waarop hij moet reageren. De regelaar moet zelf uit kunnen rekenen hoe hij bij een bepaalde afdelingstemperatuur moet reageren.

Dit gebeurt volgens een bepaalde regelkarakteristiek. Een regelkarakteristiek is een grafiek die op de x-as de afdelingstemperatuur en op de y-as de ventilatiehoeveelheid weergeeft. De grafiek wordt bepaald door de vijf punten die in figuur 2.44 genoemd worden.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 66

Page 76: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Omschrijving in te stellen waarden in een klimaatregelaar.

de bediening

Een FCT klimaatregelaar

Op iedere regelaar zitten de knoppen anders. Je zult dus goed de gebruiksaanwijzing moeten lezen voordat je aan de slag gaat.

Neem eens als voorbeeld een vleesvarkensstal van 100 vleesvarkens per afdeling. In de stal is een ventilator gemonteerd van 10 000 m³ per uur. Het ventilatieniveau wordt meestal uitgedrukt in percentages: 10 000 m³/uur is 100%. Hoe moet je nu de FCT-regelaar instellen? De comfortzone van biggen bij opleg in de vleesvarkensstal varieert van 25 tot 32°C. Zie ook figuur 2.23. Dat betekent dat deze biggen het bij 32°C te warm hebben. De ventilator moet dan maximaal lopen: de TM = 32°C.

De biggen hebben het te koud bij 25°C: de TVW = 25°C.

Voor de bandbreedte wordt meestal 5 of 6°C genomen. Je kunt dus bijvoorbeeld nemen: TV = 26°C.

De minimale ventilatiehoeveelheid bij biggen van 25 kg bij opleg in de vleesvarkensstal bedraagt 6 m 3/uur/big. Dit is dan (100 × 6 / 10 000) × 100% = 6%.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 67

Page 77: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

De maximumventilatie voor deze groep bedraagt 26 m³/uur/big. De maximumventilatie wordt dan (100 × 26/10000) × 100% = 26%.

Bij de FCT wordt dan het volgende ingesteld (zie figuur 2.46).

instellingen

Nummer 3 : 26 CNummer 4 : 5 – 6 C

3.4. Verwarming

Verwarming voor biggen is essentieel. In het kraamhok voor het biggennest en na het spenen voor in het biggenhok. Met name na het spenen als de biggen te weinig voedsel opnemen is verwarming noodzakelijk. Door deze lage voeropname is het kacheltje van de biggen nagenoeg uit. Zonder verwarming komt de big in de problemen en krijgt deze diarree. Voor de overige dier categorieën zien we steeds minder verwarming in de stallen. Als het dan te koud wordt voor de dieren gaan ze tegen elkaar liggen en ze gaan voer gebruiken om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.

het systeemIn principe heb je twee verwarmingssystemen: directe en indirecte verwarming.

Directe verwarming wil zeggen dat je de brandstof verstookt op de plaats waar je de warmte nodig hebt. Denk daarbij aan een kachel of een gaskachel.

Indirecte verwarming wil zeggen dat je op een bepaalde plaats de brandstof verbrandt en daarmee een bepaald medium opwarmt. Dit medium verwarmt daarna de plaats waar je de warmte nodig hebt. Als medium kun je water of lucht nemen.

gaskappenGaskappen hangen in de afdeling op de plaats waar het warm moet zijn. Ze geven plaatselijke warmte, vooral in de vorm van straling. Bij nieuwbouw worden ze nog maar weinig toegepast.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 68

Page 78: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Een gaskap geeft veel warmte op een bepaalde plaats.

Zorg bij gebruik van een gaskap dat er voldoende zuurstof wordt aangevoerd. Er ontstaan anders giftige verbrandingsproducten zoals koolmonoxide.

centrale verwarming (cv)Een veel gebruikt systeem in Nederlandse stallen is de centrale verwarming (cv).

Schematische voorstelling van een cv-installatie.

Een HR-ketel in schema.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 69

Page 79: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Het systeem bestaat uit een verwarmingsketel, een pomp, aanvoerleidingen, warmtelichamen, afvoerleidingen en een expansievat.

In de verwarmingsketel wordt water verhit. Op de ketel zitten een aantal beveiligingen die ervoor zorgen dat de watertemperatuur en de waterdruk in de ketel niet te hoog worden.

Een pomp pompt het water de stal in. Het water stroomt door de leidingen naar de afdeling. Is de afdeling te koud, dan wordt (automatisch) een kraan opengedraaid. Het warme water kan naar het verwarmingslichaam in de afdeling. Dit verwarmingslichaam is meestal een radiator of een deltabuis.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 70

Page 80: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Een andere manier van verwarmen is de deltabuis.

De radiator wordt warm en geeft zijn warmte af aan de lucht in de afdeling. Het afgekoelde water stroomt terug naar de ketel en wordt opnieuw verhit.

Een cv-installatie heeft altijd een expansievat.

Het expansievat bestaat uit een bol, waarin een rubberen flap zit. De rubberen flap verdeelt de bol in twee gedeelten. Eén gedeelte is gevuld met verwarmingswater, het andere met stikstofgas. Als door verhitting het water uitzet, wordt het stikstofgas iets ingedrukt. Het voordeel is dat de totale druk in het systeem niet te groot wordt.

Omdat het belangrijk is om zuinig met energie om te gaan, zijn de hoog-rendementketels ( HR) ontwikkeld. De warmte die normaal via de schoorsteen verdwijnt, wint de ketel terug. Daarvoor wordt het retourwater van de verwarming door de schoorsteen geleid (zie figuur 2.49).

Ook de ‘normale’ ketel is tegenwoordig beter geïsoleerd. Dit is de verbeterd-rendementketel ( VR). In deze ketel is de warmteoverdracht van de vlam naar het water verbeterd.

luchtverwarming wordt in de veehouderij niet erg veel toegepast

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 71

Page 81: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 72

Page 82: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak uitvoering

3. Stalklimaat

plan

resultaat je hebt de vragen gemaakt, nagekeken en deze in je persoonlijk portfolio gestopt en op livelink geplaatst.

vooraf werktijd 1 blok

belangJe kunt de belangrijkste klimaateisen van de betreffende diersoort en categorie opnoemen. Je hebt inzicht in de mogelijkheden om het stalklimaat te beheersen.

do Beantwoordt de onderstaande vragen.

1. Op welke punten beoordeel je het klimaat in de stal?

2. Hoe raakt het dier zijn warmte kwijt?

3. Wat is de comfortzone?

4. De vleesvarkens zijn drie weken oud. De vloeruitvoering in de stal bestaat uit halfrooster. Het is 17 graden in de afdeling. Is de temperatuur goed, te warm of te koud?

5. Als het volgens jou een beetje stinkt in de stal, ga je dan direct de ventilator harder zetten om er meer lucht uit te zuigen? Verklaar je antwoord.

6. Hoeveel moet je minimaal en maximaal ventileren in een afdeling van 120 vleesvarkens met een gemiddeld gewicht van 105 kg?

7. Stel je komt in een afdeling met vleesvarkens. De varkens hoesten wat. Waar zou je eerst naar kijken voordat je de dierenarts belt?

8. Wat is het nadeel van een te grote luchtvochtigheid?

9. Waar kijk je naar als je wilt weten of het tocht in de stal? Noem een hulpmiddel waarmee je dit nog beter kunt vaststellen?

10. Je komt in een afdeling met gespeende biggen. Je vindt het zelf een beetje koud. Kun je aan de dieren zien of ze het te koud hebben? Zo ja, waar moet je dan op letten?

11. Dragende zeugen krijgen onbeperkt water. Hoe weet je nu of de varkens voldoende water opnemen.

12. Waar moet een goede luchtinlaat aan voldoen?

13. In een afdeling met 100 vleesvarkens is het op een dag erg warm. De varkens wegen 80 kg. De ventilator draait maximaal. Hoe groot moet de inlaatklep bij de deur zijn?

14. In een afdeling voor 80 gespeende biggen hangt een folieplafond met ronde gaatjes. De gaatjes hebben een oppervlakte van 1 cm 2. In de afdeling wordt 2000 m 3 geventileerd. Hoeveel gaatjes moeten er minimaal in het folie zitten?

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 73

Page 83: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

15. Waar moet je bij gebruik van een folieplafond op letten?

16. In een ligboxenstal van 70 meter lang met een open nok is plaats voor 50 koeien. De melkproductie lag het laatste jaar op 7000 kg per koe. De inlaat ligt 3 meter onder de nok. Hoe groot moet de nokopening midden in de zomer zijn?

17. Het is 35°C in de afdeling van een vleesvarkensstal. Buiten is het 20°C. De 80 varkens in de afdeling wegen ongeveer 120 kg. Er zit een ventilator in met een doorsnee van 45 cm. De ventilator draait volop. Is dit genoeg?

18. Op een bedrijf zijn per afdeling 80 gespeende biggen. Het luchtafvoersysteem bestaat uit een ventilator met een handbediende diafragmaschuif. Je legt ’s middags de biggen op. Hoe moet je de diafragmaschuif instellen? Hoe regelt een regelaar het klimaat in de afdeling?

19. Op welke manieren kun je een varkensstal verwarmen?

20. Noem de belangrijkste onderdelen van een cv-installatie.

21. Noem een aantal verschillen en overeenkomsten tussen luchtverwarming en een cv.

Type de gevonden antwoorden uit.

Bespreek de antwoorden met de klasgenoten.

Stop de juiste antwoorden in je portfolio en plaats die op livelink.

check & actAls je de antwoorden in je portfolio hebt gestopt en op livelink geplaatst en dit is goedgekeurd door de docent dan ben je klaar met deze opdracht.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 74

Page 84: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak voorbereiding

4. RI&E

planresultaat Je hebt de opdrachten over RI&E gemaakt.

vooraf werktijd 2 blokken

belang Een deel van de Arbo-wet gaat over de RI & E op een bedrijf. Wat is dit RI & E en wat moet je er mee. Na het bestuderen van dit hoofdstuk weet je dat.

do Lees de onderstaande tekst over RI & E, goed door.

Ga dan naar de uitvoerende deeltaken en maak de vragen van de van de deeltaak uitvoering: RI & E.

Print je antwoorden uit en bespreek deze in de klas.

Zorg dat je de juiste antwoorden in je persoonlijk portfolio stopt.

check & actAls de opdrachten RI & E in je map persoonlijk portfolio zit en is goedgekeurd door de docent heb je deze deeltaak behaald.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 75

Page 85: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Risico-inventarisatie & -evaluatieIn de Arbo-wet staat dat het Arbo- beleid gebaseerd moet zijn op een risico inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Elk bedrijf hoort schriftelijk vast te leggen welke risico’s er zijn bij de verschillende werkzaamheden die op het bedrijf plaatsvinden. Dit betreft veiligheidsrisico’s en risico’s voor de gezondheid en het welzijn. Er wordt een reële inschatting gemaakt van de kans op schade en de ernst van de gevolgen van de schade.De risico-inventarisatie en -evaluatie bestaat uit drie elementen: de risico-inventarisatie van alle Arbo- risico’s in het bedrijf (op het gebied van veiligheid,

gezondheid en welzijn) de risico-evaluatie: dit houdt in dat gekeken wordt in hoeverre de risico’s opgelost moeten en

kunnen worden het plan van aanpak: de opsomming van de te nemen maatregelen

wie, wanneer en hoe vaak?Een risico-inventarisatie (en -evaluatie) mag een ondernemer zelf uitvoeren. Het is in het belang van het bedrijf dat er zo veel mogelijk zelf gedaan wordt, vooral financieel gezien. Daarnaast levert het zelf doen ook kennis op over het reilen en zeilen van het bedrijf. Belangrijk is ook dat er zo veel mogelijk werknemers bij de inventarisatie betrokken worden. Zij kennen de werkvloer het best en leveren vaak nuttige informatie aan. Sommige risico’s zijn alleen met een deskundig oog goed in te schatten. De wetgever heeft daarom bepaald dat bij het maken van een RI&E in sommige gevallen een arbodienst ingeschakeld moet worden. Wanneer er op een bedrijf geen of onvoldoende deskundigheid op het gebied van arbeidsomstandigheden aanwezig is, moet een arbodienst geraadpleegd worden.Werkgevers die meer dan 40 uur per week arbeid laten verrichten (door één of meer werknemers), zijn verplicht om de opgestelde RI&E te laten toetsen door een arbodienst. Dit geldt ook als dit slechts een week per jaar voorkomt.De RI&E moet voor bestaande situaties gemaakt worden. Maar ook bij nieuwbouw, verbouw, aanschaf van machines, verandering van werkprocessen of taken van werknemers en grote wijzigingen in het bedrijf die invloed hebben op de arbeidsomstandigheden, moet de RI&E worden aangepast of opnieuw worden uitgevoerd. Bij controle door de Arbeidsinspectie moet een bedrijf kunnen laten zien dat het een RI&E heeft.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 76

Page 86: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

verdieping veehouderij

introductie Zorgen voor goede arbeidsomstandigheden is ook van belang voor jullie thuis/stage bedrijf. Door te werken bij goede arbeidsomstandigheden is er minder risico op ongevallen en gezondheidsklachten. En, ingeval je werknemers hebt, kan het ziekteverzuim dalen. Een RI&E? Wat is dat? Arbeidsomstandigheden? Dat geldt toch alleen voor groterebedrijven? Niet dus. Ook voor bedrijven met relatief weinig medewerkers bestaat er wetgeving op gebied van arbeidsomstandigheden. En bij medewerkers kunt u al denken aan meewerkende partner, kinderen, stagiaires of ‘echte’ werknemers(al dan niet in een vast dienstverband). Een onderdeel van deze wetgeving is het hebben van een Risico- Inventarisatie en Evaluatie. Met een Risico- Inventarisatie en Evaluatie onderzoekt je of het werk gevaar op kan leveren of schade kan veroorzaken aan de gezondheid van de medewerker(s). Het is dus een onderzoek hoe het met de arbeidsomstandigheden op jou bedrijf staat. U kijkt of hierbij genoeg voorzorgsmaatregelen zijn genomen en of er nog risico’s zijn die aangepakt moeten worden. Het resultaat hiervan leg je schriftelijk vast in de zogenoemde Risico- Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). “Inventariseren” betekent hier het in kaart brengen van de gevaren. “Evalueren” betekent het schatten van risico’s en het vergelijken van die risico’s met een norm. Een goede RI&E is een soort preventiebeleid voor de gezondheid van jou medewerkers, maar ook voor je eigen gezondheid! Goede arbeidsomstandigheden: eraan blijven werken!

invullenJe moet een RI&E opstellen als je niet de enige persoon bent die op jou bedrijf werkt. Dus als je partner of kinderen meewerken of als stagiairs of werknemers (ook de bedrijfsverzorger) arbeid verrichten op jouw bedrijf. Het is verstandig je, bij het opstellen van een RI&E te laten ondersteunen door een arbodienst. De opgestelde RI&E moet je laten toetsen door een arbodienst. Deze toetsing is verplicht als één van de medewerkers of allen tezamen meer dan veertig uur per week op het bedrijf meewerken. Dit geldt ook als dit slechts een week per jaar voorkomt. De arbodienst geeft na toetsing advies over mogelijke verbeteringen van de arbeidsomstandigheden. Op onderdelen waar je een risico heeft geconstateerd, is een verbetering gewenst. Soms is een verbetering eenvoudig en kan je deze direct uitvoeren. Het kan zijn dat het werk op een andere manier uitgevoerd kan worden. Bijvoorbeeld door bij het verplaatsen van biggen de biggen te drijven in plaats van ze te tillen. Maar niet altijd is de verbetering even simpel. In die gevallen zal je vast moeten leggen wat verbeterd moet worden, wie de verbetering uitvoert en wanneer dit gedaan moet zijn. Dit legt je vast in het plan van aanpak. Dit plan stelt je jaarlijks op, voert je jaarlijks zo goed mogelijk uit en aan het eind van het jaar evalueert je de uitvoering.

actueelEen RI&E moet actueel zijn. Dit betekent dat de RI&E aangepast moet worden als zich belangrijke wijzigingen voordoen in jouw bedrijf. Bijvoorbeeld bij uitbreiding van het bedrijf (verbouw of nieuwbouw). Is dit niet het geval, dan is het verstandig de RI&E toch minstens eens in de vier jaar te actualiseren.

gezinsbedrijvenAls je als ondernemer, op enig moment in het jaar, niet meer dan ten hoogste veertig uur per week arbeid laat verrichten op jou bedrijf (door één of meer werknemers gezamenlijk; ook onbetaalde arbeid) bent je niet verplicht om de Risico- Inventarisatie en Evaluatie te laten toetsen door een arbodienst. Je bent wel verplicht om een RI&E uit te voeren, deze op schrift te stellen en deze jaarlijks met jou medewerker(s) te bespreken. Voor deze werkgevers bestaat een speciale checklist om de RI&E op te stellen. De Arbeidsinspectie heeft een checklist voor werkgevers met één werknemer. Stigas kan jou helpen aan een speciale checklist voor de intensieve veehouderij. Deze lijsten kunt jezelf invullen. Kondig bij medewerkers of meewerkende familieleden aan dat je een Risico- Inventarisatie en Evaluatie gaat uitvoeren en betrek hen hierbij. Dit maakt dat iedereen die op het bedrijf werkt zich betrokken voelt bij veilige en gezonde werkmethoden.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 77

Page 87: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

wat Wat moet in een RI&E staan?Voor een (wettelijk) complete RI&E moet u:1) zo goed mogelijk de gevaren inventariseren2) beoordelen of deze gevaren een risico opleveren voor de medewerkers3) de omvang van het risico vaststellen4) de RI&E laten toetsen door een arbodienst 5) een plan van aanpak opstellen6) een lijst opnemen met daarin alle arbeidsongevallen die tot verzuim hebben geleid.

aanpak Het plan van aanpak is een onderdeel van de RI&E. Hierin geeft je als werkgever aan binnen welke termijn je concrete verbeteringen in verband met de geïnventariseerde risico’s gaat nemen. Het is verstandig om de RI&E, het plan van aanpak zelf en de uitvoering ervan te bespreken met de medewerkers op het bedrijf. De Arbeidsinspectie toetst of de RI&E betrouwbaar, volledig en actueel is. Is dit bij een controle niet het geval, dan kan een boete volgen.

meer informatie Meer informatie over de wettelijke aspecten van de Risico- Inventarisatie en Evaluatie vindt je bij de Arbeidsinspectie (www.arbeidsinspectie.nl) en het Ministerie van SZW (www.minszw.nl). Meer informatie over de RI&E voor de (intensieve) veehouderij vindt je op www.agroarbo.nl of www.stigas.nl.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 78

Page 88: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak uitvoering

4. RI&E

planresultaat Je hebt de RI&E gemaakt van je thuis bedrijf.

vooraf werktijd 2 blokken

belang

Door een RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie) te maken ziet je wat de gezondheids- en veiligheidsrisico's binnen jou/een bedrijf zijn. Je maakt een Plan van Aanpak om de risico's op te lossen. Deze digitale RI&E is speciaal voor de veehouderijbranche. In vijf stappen maakt je voor jou bedrijf een RI&E en een Plan van Aanpak.

do Ga op de volgende webpagina van je thuis of stage bedrijf de Risico en Inventarisatie en Evaluatie

van je bedrijf invullen.

www.stigas.nl (wil je op het einde niet je thuis gegevens gebruiken maak dan gebruik van die van school)

Op de website kies je voor Risico-inventarisatie en evaluatie en selecteer je de sector van je thuis bedrijf. Vervolgens ga je de rest van de vragenlijst invullen.

Volg de 5 stappen. Doe dit zo zorgvuldig mogelijk met je thuis bedrijf in je gedachten.

Print het resultaat uit en kijk wat je sterke en zwakke punten op je bedrijf zijn.

Bespreek dit met je groep en ga kijken hoe je dit kan gebruiken voor het eindresultaat.

Stop de RI&E in je persoonlijk portfolio.

check & actAls de RI&E in je persoonlijk portfolio zit en de docent heeft dit nagekeken heb je dit onderdeel afgerond.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 79

Page 89: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak

5. Ongediertebestrijding

plan

resultaatJe hebt op Internet een aantal soorten ongedierte opgespoord en vastgelegd hoe je ze kunt bestrijden.Je bent in staat wettelijke voorschriften t.a.v. de bestrijding van ongedierte op te zoeken.

vooraf werktijd 1 blok

belang

Veel theoriekennis is snel verouderd. Sommige leerlingen zijn van mening dat het daarom nutteloos is om dingen van buiten te leren. Helaas is dat niet het geval. Je kunt nu eenmaal niet alles op zoeken, op het moment dat je het nodig hebt. Om die reden is tijdens dit project een stuk theorie aan bod geweest.Anderzijds heeft het natuurlijk weinig zin om alle details te willen onthouden. Dingen kunnen opzoeken is ook een belangrijke vaardigheid.In deze taak ga je ICT gebruiken om beter voorbereid te zijn bij de bestrijding van ongedierte.

Theorie

Er zijn verschillende soorten ongedierte.

Ongedierte kan in grote aantallen voorkomen wanneer: zij zich snel kunnen voortplanten én in een geschikt leefmilieu leven (vijanden, voedsel, omgeving)

De mens zorgt er soms voor dat de omstandigheden die ideaal zijn voor bepaalde soorten ongedierte, waardoor het ongedierte zich ongestoord kan voortplanten en ontwikkelen. Wanneer aantallen zo groot worden dat er schade op treed moet je gaan bestrijden.

Ongedierte bestrijden bestaat uit twee gedeelten, namelijk weren en bestrijden.

Bij de aanpak van ongedierte geldt altijd en overal: bij bestrijden moet je óók weren! Het is belangrijk dat het bestrijden van ongedierte op de goede manier gebeurt. Er is veel energie nodig is om ongedierte te weren en je moet voorkomen dat de aantallen zo groot worden dat er schade optreedt. Je moet ongedierte dus bestrijden vóórdat het een plaag is geworden!

Ook bij het houden van gezelschapsdieren kan ongedierte grote problemen veroorzaken. Op plaatsen waar voer aanwezig is en die toegankelijk zijn voor ongedierte, kun je ratten en muizen verwachten. Maar ook de hinderlijke vliegen, fruitvliegjes en mieren weten de weg in dierverblijven.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 80

Page 90: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Tegenwoordig zie je steeds vaker dieren in de hobbysfeer die gevoerd worden met zogenoemde prooidieren, zoals sprinkhanen, krekels, was- motlarven, rupsen, meelwormen morrianowormen en krulvliegen. Wanneer deze dieren ontsnappen, kunnen ze zich over het algemeen vrij goed in huis handhaven. Zo kunnen ook zij weer ongedierte worden.

Ongedierte is dus: dieren die door hun leefwijze schade of overlast veroorzaken voor de mens en zijn huisdieren

1. Soorten ongedierteJe kunt de verschillende soorten ongedierte die voor kunnen komen op de bedrijven of in diervertrekken op verschillende manieren indelen. Het ligt voor de hand dat je ze indeelt naar de soort schade die ze veroorzaken.De tabel hieronder is ingedeeld op het meest in het oog springende schade-effect dat het ongedierte in en om dierverblijven kan veroorzaken. De meeste soorten ongedierte veroorzaken echter meer dan een schadelijk effect en zijn daardoor ook in meerdere groepen in te delen.

Indeling verschillende soorten ongedierte:

Knaag-dieren

Hygiëne-ongedierte

Huidirriterendongedierte

Materiaal-ongedierte

Omgevings-ongedierte

bruine ratzwarte rathuismuis

krekelskakkerlakkenmierenpissebedden

mijtentekenvlooienwespen

spekkevermeeltorboktorhoutworm

molwoelratemelten

De schade door ongedierteDe schade die ongedierte aanricht, is heel verschillend. Kijk maar naar de volgende opsomming: Ongedierte is lastig voor mens en dier. Ongedierte kan ziekten overbrengen. De steken of beten zijn hinderlijk of pijnlijk. Ongedierte kan de omgeving en materialen aantasten. Denk bijvoorbeeld aan grasland.Ongedierte is bijna altijd een financiële schadepost en werkt dus kostenverhogend.

1.1 KnaagdierenKnaagdieren zijn een soort ongedierte dat van nature overal aan knaagt, voedsel, isolatiemateriaal en zelfs elektriciteit is niet veilig. Voorbeelden zijn: de bruine rat, de zwarte rat, de huismuis.De knaagdieren hebben deze naam gekregen, omdat ze moeten knagen om de tanden kort te houden. Doen ze dat niet, dan worden de tanden zo lang dat eten en drinken onmogelijk is en de dood volgt. De bruine rat, de zwarte rat en de huismuis zijn de meest voorkomende knaagdieren die je tot ongedierte mag rekenen.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 81

Page 91: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

SignalerenDe aanwezigheid van ratten en muizen kun je op verschillende manieren vaststellen. Sporen kun je vinden door: zien van de dieren zelf (ratten zoeken vaak aan een zijde dekking) voetsporen en sleepsporen van de staart ‘buiksmeer’ op veel belopen paden knaagsporen aan bijvoorbeeld isolatiemateriaal, leidingen en kabels uitwerpselen het ‘ritselen’ van muizen op de isolatieplaten

Aan de hand van de uitwerpselen kun je vaststellen welk soort ongediertede schade veroorzaakt.

Preventieve maatregelen tegen knaagdierenJe kunt de volgende maatregelen in en om dierverblijven treffen, waardoor ratten en muizen geen broedplaatsen, schuilgelegenheden en voedsel kunnen vinden.

1. Hygiënische maatregelen goede stalhygiëne (bijvoorbeeld voerresten en rommel opruimen) afsluitbare afvalbakken veevoer in polyester silo’s geen materialen rond en tegen de stal opslaan geen materialen in de stal of dierverblijven opslaan bedrijfsterrein goed onderhouden geen begroeiing om de stal of dierverblijven binnen een straal van 15 - 20 meter

2. Bouwtechnische maatregelen goed sluitende deuren (let op onderzijde) en rondom de stal goede verlichting doorvoeropeningen van leidingen in de buitenmuren zorgvuldig afdichten gaas voor ventilatieopeningen (maximale doorlaat 0,5 cm) golven van het dak dichtmaken met gaas of roestvrij plaatwerk plaats isolatieplaten op latten in plaats van direct tegen de gordingen zorg dat kabelgoten van boven open zijn of 100% muisdicht stootvoegen in metselwerk met gaas of schroot dichtmaken het erf een meter rondom de stal verharden of grof grint op worteldoek aanbrengen

Het bestrijden van ongedierteOndanks alle voorzorgsmaatregelen om ongedierte te weren, kan het toch voorkomen dat ongedierte in en om de diervertrekken moet worden bestreden. Bestrijden kun je doen met chemische middelen (verdelgingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen) en biologische middelen. Hierover meer in hoofdstuk 2 bestrijding ongedierte algemeen.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 82

Page 92: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

VallenHet werken met vallen heeft als grote voordeel dat je niet met giftige middelen hoeft te werken. Het nadeel is dat de dieren erg slim zijn. Ze hebben al gauw in de gaten dat vallen gevaar betekenen en dat ze een val moeten mijden. Toch is de val voor plaatsen waar je op kleine schaal ratten of muizen wilt bestrijden een prima methode. Voor de bestrijding op grotere schaal op bijvoorbeeld veehouderijbedrijven zal je toch al gauw naar de chemische middelen moeten grijpen, omdat de methode met vallen te arbeidsintensief is en in de praktijk vaak ook niet effectief genoeg is.

Bestrijding van knaagdieren met (vergiftigd) lokaas of vallenBij het plaatsen van lokaas let je op:

afsluitbare voerkisten van onbeschilderd hout of kunststof plaats waar ratten en muizen veel komen, ze hebben vaste looppaden meerdere plaatsen bestrijding van bruine ratten op de grond bestrijding van zwarte ratten op hooggelegen voer plaatsen gebruik vers aas aas moet net zo smakelijk zijn als overige producten die ze aankunnen gebruik handschoenen, zodat er geen mensengeur aan het lokaas blijft hangen ruim dode ratten en muizen onmiddellijk op zorg dat kinderen nooit bij bestrijdingsmiddelen kunnen komen

Voor het toepassen van bestrijdingsmiddelen bestaan wettelijk voorgeschreven gebruiksvoorschriften. Hierin staat bijvoorbeeld beschreven dat je lokaas altijd in een aan de bovenzijde afgesloten voerkistje/-doosje moet uitzetten.

Ratten en vooral zwarte ratten zijn moeilijk te vangen. Ze zijn enorm schuw en slim. Je moet eerst het vertrouwen winnen van zwarte ratten. De ratten leren zelf om altijd van dezelfde voerplaats te eten als die plek eenmaal vertrouwd is. Je moet ze in de voerkist zien te lokken met stukjes fruit. Dit kan enkele weken kosten. Als ze eenmaal vertrouwd zijn, kun je het giftige lokaas gebruiken.Daarnaast remigreren ratten naar hun geboorteplaats als de rest van de ratten dit toelaten. Zo kan de bestrijding in eerste instantie succesvol lijken totdat de ratten die ooit verdreven waren, terugkeren naar hun geboorteplaats.

1.2 MateriaalongedierteDit soort ongedierte heeft een voorkeur voor bouwmaterialen en isolatiematerialen. Door zijn leefwijze brengt dit soort grote schade aan de materialen toe. Voorbeelden zijn: motten, spekkever, tapijtkever, isolatiekever, meeltor en de broodkever.Een bijzondere groep binnen het materiaalongedierte zijn de houtaantasters. Deze insecten leven in en op hout en tasten door hun leefwijze het hout aan. Voorbeelden zijn: houtworm, boktor, doodskloppertje, houtrot en de parketkever.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 83

Page 93: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

SignalerenDe aanwezigheid van materiaalongedierte kun je op verschillende manieren vaststellen. Sporen kun je vinden door: zien van de dieren zelf knaagsporen en gaten aan bijvoorbeeld isolatiemateriaal, leidingen en kabels uitwerpselen

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 84

Page 94: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Preventieve maatregelen tegen spekkever en isolatiekever Zorg voor een goede hygiëne. Ruim mest, voer en eiresten regelmatig op. Verwijder zo snel mogelijk de mest uit de stal als de dieren uit de stal zijn. Reinig de stal grondig en pas een ontsmetting toe. Gebruik speciaal isolatiemateriaal met een goede aluminiumfolie. Werk de kopeinden en naden goed af. Bevestig op ongeveer een meter hoogte een gladde aluminiumstrip op de binnenwanden. De naden van het profiel moeten goed aansluiten en vul de ruimte tussen muur en strip met kit. Smeer naden, kieren en scheuren in de wanden goed dicht. Dit zijn ideale en voor de

mens moeilijk bereikbare schuilplaatsen.

Voorbeelden van aluminiumprofielen.

Het profiel vormt eenonneembare barrière.

1.3 HygiëneongedierteDeze beestjes vind je vooral op plaatsen waar de hygiëne onvoldoende is. Tot deze groep behoren de krekels, kakkerlakken, mieren, pissebedden, zilvervisjes, ovenvisjes en diverse soorten vliegen.

Deze insecten kunnen tot plaag uitgroeien onder minder goede hygiënische omstandigheden. Denk aan vliegen, kakkerlakken, krekels, mieren en motten.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 85

Page 95: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

SignalerenDeze groep komt voornamelijk voor op vochtige plaatsen. Signaleren is lastiger, vaak zie je het ongedierte zelf.

Preventieve maatregelenJe kunt de oorzaken van hygiëneongedierte aanpakken door de volgende preventieve maatregelen te nemen: Ruim gemorst voer, eierstruif en dergelijke op Reinig direct een leeggekomen stal Let op vochtproblemen (lekkende drinknippels/goten/bakken, regen of grondwater) Houd de vloer schoon Verschoon dierverblijven regelmatig Bewaar voer in afgesloten bakken Voorkom morsen van voer en voerresten Ververs elke dag fruit en groente Verwijder de oude resten in een goed afgesloten container Ververs en verschoon elke dag voer- en drinkbakken Kies voer- en waterbakken die het morsen van voer en water tot een minimum beperken Houd de diervertrekken overzichtelijk, opgeruimd en bezemschoon

BestrijdingsmaatregelenIn diervertrekken die niet al te groot zijn, kun je in het algemeen goed uit de voeten met de bestrijdingsmiddelen die je ook binnenshuis gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn kleef- of vaponastrips of vergelijkbare vliegenbestrijdingsmethoden.

Wil je geen chemische vliegenbestrijdingsmiddelen gebruiken, dan kun je ook nog een blauwe lamp ophangen. Het speciale licht van de lamp lokt de vliegen, die vervolgens verbranden.Overige middelen die veel gebruikt worden zijn:- Smeermiddelen (bevatten lokstof en worden via mond opgenomen)- Strooimiddelen (gebruik je in kieren en naden, bestrijdt alleen larven)- Vernevelingsmiddelen (denk aan de schadelijke nevelwerking)- Spuitmiddelen (opl. in water, denk aan de nevelwerking)

Er zijn bestrijdingsmiddelen die tegen volwassen vliegen werken, maar ook middelen die juist tegen de maden werken. Daarom is het bijna altijd van belang om zowel de maden als de vliegen te bestrijden.

INCLUDEPICTURE "http://www.novon.nl/fjc_images/912.ongediertebestrijding1.jpg" \* MERGEFORMATINET INCLUDEPICTURE

"http://www.novon.nl/fjc_images/912.ongediertebestrijding1.jpg" \* MERGEFORMATINET

INCLUDEPICTURE "http://bestrijding-ongedierte.maakjestart.nl/images/ratten_muizen_overlast.jpg" \* MERGEFORMATINET

INCLUDEPICTURE "http://bestrijding-ongedierte.maakjestart.nl/images/ratten_muizen_overlast.jpg" \*

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 86

Page 96: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

MERGEFORMATINET

1.4 Huidirriterend ongedierteDeze insecten leven vaak maar een korte periode op of in de huid. Hun steken of beten zijn niet alleen vervelend, maar kunnen ook huidproblemen veroorzaken. Mijten, teken, vlooien, steekmuggen, horzels en wespen horen bijvoorbeeld in deze groep thuis.

SignalerenDeze soort van ongedierte is vaak moeilijk te signaleren. Je moet zelfs goed kijken om het ongedierte zelf te kunnen zien. Dieren die van deze soort ongedierte last hebben herken je aan:

- Krabben - Kale of rode plekken - Bultjes - Gaten in de vacht

Preventieve maatregelingen- Kit kieren en naden dicht- Vermijd wanneer mogelijk hout en kunststof als bouwmateriaal- Goede vacht verzorging- Breng niet te veel dieren bij elkaar

Bestrijding - Reinig de omgeving van het dier met water en behandel de schuilplaatsen vervolgens

met een bestrijdingsmiddel.- Richt de bestrijding op schuilplaatsen van de mijten.- Gebruik middelen die specifiek voor deze diergroep bedoeld zijn.

Naast alle werende en bestrijdende maatregelen die deze paragraaf behandelt, is een goede vacht-, huid- of veerverzorging natuurlijk ook van groot belang.

1.5 OmgevingsongedierteOmgevingsongedierte is ongedierte dat schade veroorzaakt zonder dat dit ongedierte zich in de buurt van het dier of de dierverblijven bevindt. Voorbeelden van omgevingsongedierte zijn bijvoorbeeld de mollen en emelten. Mollen, emelten en aaltjes beschadigen door hun leefwijze het grasland dat nodig is voor de voeding van het dier.

SignalerenOmgevingsongedierte zie je dus door dat de omgeving van het dier schade oploopt. Afsterving van het grasland of gangen en natuurlijk molshopen kunnen gevolgen zijn van omgevingsongedierte.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 87

Page 98: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

2. Bestrijding ongedierte algemeen. Als dierverzorger kom je er zeker een keer voor te staan dat je ongedierte moet gaan bestrijden. Hiervoor heb je chemische en biologische bestrijdingsmiddelen.

Bij het gebruiken moet je goed denken aan: je eigen gezondheid en de gezondheid gezondheid van anderen, bijvoorbeeld kinderen schadelijkheid voor het milieu schadelijkheid voor overige dieren

De laatste tijd zie je steeds meer biologische bestrijdingsmethoden in de handel. Het is zeker de moeite waard om eerst eens te bekijken of je geen biologische bestrijdingsmethode kunt vinden vóór dat je naar een chemische bestrijdingsmiddel grijpt.

2.1 Biologische bestrijdingsmethodenEr zijn heel veel biologische bestrijdingsmethoden denkbaar die kunnen helpen om het biologische evenwicht te handhaven. Ongedierte krijgt zo minder kansen om tot een plaag uit te groeien. Het grote voordeel is natuurlijk dat je geen gebruik hoeft te maken van de chemische bestrijdingsmiddelen. Chemische bestrijdingsmiddelen belasten meestal het milieu en kunnen gevaar opleveren voor mens en dier die er mee in contact komen.Bij het gebruik van biologische bestrijdingsmethoden streef je meestal naar een biologisch evenwicht. Dit houdt in dat je het ongedierte niet totaal uitroeit, maar tot een acceptabel niveau terugdringt. Dit doe je door bijvoorbeeld natuurlijke vijanden aan te trekken. Deze natuurlijke vijanden kunnen zich echter alleen maar handhaven wanneer de omstandigheden gunstig blijven.

Voorbeelden van biologische middelen zijn de kat tegen muizen en ratten de roofvlieg tegen vliegen spreeuwen en zwaluwen tegen vliegen uilen tegen mollen ultrasone trillingen tegen mollen of vlooien uv-lampen tegen vliegen vangbakjes met suikerwater tegen wespen

2.2 Chemische bestrijdingsmethodenAls je gaat werken met bestrijdingsmiddelen (of willekeurig elk ander chemisch “goedje”) kun je meestal ontzettend veel informatie lezen op het etiket of de bijsluiter. Belangrijke informatie op een etiket is o.a.: het toelatingsnummer (wat, waarom, waarvoor enz.), bijzondere gevaren veiligheidsaanbevelingen gebruiksvoorschrift

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 89

Page 99: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

voorzorgsmaatregelen.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 90

Page 100: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Bij gebruik van bestrijdingsmiddelen moet zorg voor veiligheid en gezondheid centraal staan.- Overweeg eerst of andere niet chemische bestrijding mogelijk is.- Ontkom je daar niet aan, volg dan de zogenaamde “arbeidshygiënisch strategie”:

Deze bestaat uit 4 stappen: Eén: Neem VOORZORGSMAATREGELEN

Twee: Let op punten van Vóór de toepassing (etiket !!) Drie: Let op Tijdens de toepassing(etiket !!) Vier: Let op Direct na de toepassing (etiket !!)

Professionele ongediertebestrijdingSommige soorten ongedierte zijn moeilijk te bestrijden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de isolatiekever, de spekkever, de ratten en muizen, de bloedmijten bij pluimvee of de mollen. Het voordeel van het inzetten van professionele ongediertebestrijders is dat je binnen een certificeringprogramma vrij gemakkelijk kunt aantonen dat je op een verantwoorde wijze de ongediertebestrijding doorvoert op het bedrijf. Dit kost natuurlijk wel geld, maar het werkt sneller en effectiever dan wanneer je zelf aan de slag gaat.

Opdrachten ongedierte: 1.     Noem de bekendste knaagdieren die we als ongedierte beschouwen.

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

2.     Waarom hoort de spitsmuis eigenlijk niet in het rijtje schadelijke knaagdieren thuis?

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 91

Page 101: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

…………………………………………………………………………………………

3.     Noem een aantal verschillen tussen de bruine en de zwarte rat. Noteer deze verschillen in een overzichtelijk lijstje.

Bruine Rat Zwarte Rat

4.     Noem vijf manieren waarop ratten en muizen schade en overlast geven.

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 92

Page 102: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

5.     Waarom moet je intensief contact met uitwerpselen van ratten en muizen zo veel mogelijk voorkomen?

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

6.     Je kunt vaak de aanwezigheid van ongedierte vermoeden zonder dat je levende exemplaren ziet in de stal. Noteer welke aanwijzingen je in een stal kunt vinden die wijzen op de aanwezigheid van ongedierte (bijvoorbeeld ratten of muizen).

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

7.     Noem een aantal weringsmaatregelen die kunnen voorkomen dat ratten en muizen de stal in komen.

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

8.     Waarom zie je steeds vaker dat om een stal een strook open erf zonder beplanting of begroeiing wordt aangebracht?

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

9.     Noteer in een lijstje drie voordelen en drie nadelen van het gebruik van een val ten opzichte van het gebruik van giftig lokaas.

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 93

Page 103: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

10.     Waarom  maak  je  bij  de  bestrijding  van  ratten  en  muizen  in  de  intensieve  veehouderij  vooral  gebruik  van bestrijdingsmiddelen en niet van vallen?

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

11.     Waarom is het zo moeilijk om zwarte ratten te vangen of te doden?

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

12.     Wanneer je ratten of muizen met een giftig lokaas (bestrijdingsmiddelen) wilt bestrijden, moet je op een aantal punten letten. Zet deze punten eens in chronologische volgorde (in tijdsvolgorde) op een rijtje.

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 94

Page 104: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 95

Page 105: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak afsluiting

6. Afsluiting leef- en werkomgeving

planresultaat Je afsluiting van je gehele project

vooraf werktijd Het gehele project

belanghet gehele project ga je werken naar je einddoel. Dit is belangrijk omdat je dan in je groepje een proces creëert waardoor je weet waar je met zijn allen aan gaan werken. En wat voor soort bedrijf je gaat ontwerpen en ontwikkelen hierbij rekening gehouden met mens en welzijnsvriendelijke stal.

do Je gaat beginnen met het kiezen van een diergroep, dit mag alles zijn koeien, geiten, varkens,

kippen enz.

Na je onderwerp bekend is ga je kijken wie in de klas het zelfde onderwerp heeft gekozen. Hieruit ga je groepjes van drie maken. (schrijf dit op, op de blz. afspraken in het project)

Ga in je groep bespreken wat voor diersoort en hoeveel van elk diersoort je wild gaan houden.

Nu ga je van het dier dat je gekozen hebt onderzoeken wat de minimale welzijnseisen zijn voor dit dier.

Nu ga je aan de hand van alle theorieonderwerp van de bundel leef- en werkomgeving een stal ontwerpen die diervriendelijk is en op de tweede plaats mensvriendelijk is. LET OP: dit kan dus niets te maken hebben met een traditionele ligboxenstal of zeugenstal.

Ook moet je niet vergeten rekening te houden met de minimum eisen die in de wet staan.

Alle beslissingen die je neemt moet je vastleggen in een verslag.

check & actDe volgende zaken moeten we kunnen zien, horen, voelen en ruiken in de presentatie en het verslag:

Een situatieschets van het bedrijf (inclusief de omgeving) dat centraal staat in jullie presentatie

Een poster/affiche met de algemene bedrijfsgegevens Een verslag waarin alle van belang zijnde keuzes of onderdelen gemotiveerd en toegelicht

worden.

Bij de beoordeling van de presentatie als groepje zul je ook een beoordeling moeten geven over jouw medeleerlingen in het groepje. Je beoordeelt je mede leerlingen op de volgende punten: aandragen ideeën samenwerking/ werkverdeling kennisinbreng over de verschillende onderwerpen.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 96

Page 106: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

taak afsluiting

7. Peerranking

planresultaat Overzicht van de beoordelingen van de groepsleden.

vooraf werktijd 15 minuten

belang

Het eindresultaat van dit project is tot stand gekomen binnen een groep van 2/3 personen.Om inzicht te krijgen over je functioneren binnen de groep is voor een aantal kenmerken een ranking (volgorde) gemaakt door de groepsleden zelf.Uit dit overzicht kun je de sterke en zwakke punten halen als het gaat om het werken in groepsverband.

do Vul het peerranking-formulier in. Hieronder staat per kenmerk aangegeven waarop gelet kan

worden.

check & actLever het volledig ingevuld formulier bij de docent in.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 97

Page 107: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

PEERRANKING beoordelingsaspecten

positief negatief

SAMENWERKEN

Andermans mening respecteren

Afspraken goed nakomen

Bereid is tot overleg

Genegen is samen oplossingen te zoeken

Niet geïnteresseerd is in andermans mening

Afspraken niet nakomt

Niet overlegt

Alles alleen oplost

PROBLEMEN OPLOSSEN

Voorkomende snel problemen oplost

Snel de oorzaak van een probleem ziet

De problemen laat liggen

Een probleem nauwelijks herkent, zelden tot een oplossing komt

ACCURATESSEZorgvuldig is in het uitvoeren van werkzaamheden en het bijhouden van de resultaten

Weinig fouten maakt

Slordig is

Veel fouten maakt

ORGANISEREN PLANNEN

Overzicht heeft over wat er nog moet gebeuren

Goed kan kiezen wat belangrijk is

Taken kan verdelen

Steeds voor verrassingen komt te staan en alles nog ter plekke regelt

Geen volgorde ziet in werkzaamheden

Niet ziet hoe taken verdeeld kunnen worden

COMMUNICATIEGoed kan uitleggen wat hij bedoelt

Snel begrijpt wat je bedoelt

Moeite heeft duidelijk te maken wat hij bedoelt

Niet snel begrijpt wat jij bedoelt als je hem iets uitlegt

CREATIVITEIT Vaak verrassende goede ideeën heeft

Zelden een goed idee heeft

INZET

Probeert alles zo goed mogelijk te doen

Bereid is iets extra's te doen

Verantwoordelijkheid voor het eindresultaat neemt

De kantjes er af looptNiet meer doet dan het hoognodige

Niet of nauwelijks verantwoording neemt

STIMULEREN

Ideeën van anderen gebruikt om tot een beter product te komen

Complimenten geeft

Een houding heeft die interesse uitstraalt

Zijn eigen idee altijd het beste vindt

Zelden positief over een ander isWeinig tot niets uitstraalt; Er als een zoutzak bij zit

INITIATIEFNieuwe dingen verzint

Uit zichzelf taken uitvoert

Zelden nieuwe taken verzint

Alleen doet wat er gevraagd wordt

HANDIGHEIDGoed met de gebruikte materialen omgaat

Vlot en degelijk werkt

Veel stuk maakt

Stuntelig en langzaam werk

TOEPASSEN De theorie gebruikt om Zelden de theorie gebruikt om tot

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 98

Page 108: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

oplossingen in de praktijk aan te dragen

een praktische oplossing te komen

STRESS BESTENDIGHEID

Rustig blijft bij problemen

Overzicht behoud in moeilijke situaties

Het hoofd verliest bij problemen

Niet meer weet wat hij doet in moeilijke situaties

GROEPS VORMING

Helpt conflicten op te lossen

Probeert anderen bij de groep te betrekken

Groepsbesluiten loyaal uit voert, ook al zou hij zelf iets anders willen

Het conflict uit de weg gaat

Geen moeite doet anderen te betrekken

Afhaakt als het niet bevalt

SFEERJe regelmatig een kick geeft tijdens het project

Een grote bijdrage levert aan een prettige werksfeer binnen de groep

Regelmatig zorgt dat jij je teleurgesteld voelt

Geen bijdrage levert aan een prettige werksfeer

KRITIEKAanspreekbaar is als je vindt dat hij iets niet goed doet

Er iets mee doet als je zegt dat er iets niet goed is

Boos wordt als je kritiek hebt

Kritiek steeds negatief opneemt

GROEI alleen na eerste ranking

Duidelijk een verbetering in een aantal eigenschappen en vaardigheden heeft laten zien na de eerste peerranking

Geen enkele verbetering heeft laten zien; er is wellicht zelfs achteruitgang geconstateerd.

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 99

Page 109: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

1. Feedbackformulier

Stalontwerp

Product ontwikkeld door:

Feedback van:

Datum:

kenmerk product feedback

Plattegond

Verslag met keuzes

Powerpoint presentatie

overige opmerkingen

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 100

Page 110: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Bijlage

2. Scoreformulier bij presentatie

aandachtspunten max. punten

score punten opmerking

houding

naast hulpmiddel staan, mensen aankijken 10

ontspannen houding 10

niet voorlezen 10

rustig en duidelijk Nederlands 10

omgang met

publiek

interesse wekken voor het onderwerp 10

vragen stellen, vragen beantwoorden 10

inhoud

inleiding goed / origineel 10

informatie duidelijk 10

informatie correct en compleet 10

hulpmiddelen goed verzorgd 10

presentatietijd goed 10

afsluiting goed / origineel 10

totale te behalen = 120 = behaalde score

Presentatie door:

Beoordeeld door:

Datum:

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 101

Page 111: Trainersinstructie origineel - Wikiwijs€¦ · Web viewDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een vuistregel ontwikkeld waarmee je in de eigen stal kunt luisteren of er sprake is

Bijlage

3. Projectevaluatie

Namen leden projectgroep:

Datum:

Evalueer het project met je projectgroep. Noteer jullie bevindingen. Bespreek jullie evaluatie met de coach.

evaluatiepunten bevindingen projectgroep

samenwerking

begeleiding

werkproces

tijdsdruk

werkplezier

deelresultaten

projectresultaat

leer- & werkrendement (Wat hebben we geleerd? Hebben we voldoende geleerd?)

overige opmerkingen

Project leef en werkomgeving Helicon Opleidingen Den Bosch, niveau 3 en 4 102