TOF 2

60
TOF magazine is op geselecteerde plaatsen beperkt gras verkrijgbaar Oplage: 5.000 stuks YOU TUBER GIO Door miljoenen bekeken TOFFE UUTDRUKSELS! Door Pau Heerschap DE DUUSTERE KANT VAN FLAKKEE YOURI ZOON: KANTJE BOARD HELDEN VAN FLAKKEE De dierenambulance MAGIC MIKE OF GELEIN VAN WIE BEN JOE D’R ÊÊN? TOF magazine Tweede uutgaeve met GRATIS korte cursus FLAKKEES

description

Hallo toffe lezer, We kunnen u weer verrassen met een aantal heerlijke onderwerpen in deze uitgave. Overigens zijn we daar natuurlijk ook erg trots op. We hebben met ons (steeds verder uitbreidende) toffe team weer hard gewerkt aan de tweede editie van TOF-magazine. Door de overweldigende positieve reacties op de eerste editie kon het daarom niet uitblijven dat we door zouden gaan. Het was dan ook niet moeilijk om content te verzinnen voor deze uitgave. Want wat hebben we, buiten onze prachtige idylische panorama’s, ook een belachelijk aantal interessante mensen en bijzonderheden om over te schrijven. Van jonge Youtube vlogger tot nestor goochelaar. Ook helden zijn er zat op ons eiland, maar Goeree-Overflakkee heeft ook zijn duistere kant. Dat lichten we, als onafhankelijke redactie, ook graag toe. Toffe groet, Team TOF

Transcript of TOF 2

Page 1: TOF 2

TOF magazine is op geselecteerde plaatsen beperkt gratis verkrijgbaar Oplage: 5.000 stuks

YOU TUBER GIO Door miljoenen bekeken

TOFFE UUTDRUKSELS! Door Pau Heerschap

DE DUUSTERE KANT VAN FLAKKEE

YOURI ZOON: KANTJE BOARD

HELDEN VAN FLAKKEEDe dierenambulance

MAGIC MIKE OF GELEIN

VAN WIE BEN JOE D’R ÊÊN?

TOF magazine Tweede uutgaeve

met GRATIS korte cursus

FLAKKEES

Page 2: TOF 2

Kiek dan wah we noe weer voor toffe stukkies hah

Colofon TOF magazine #2

Uitgiftedatum: 10 december 2015

Copyright © 2015 stichting Trots Op Flakkee

Design:Alex van KampenLeonard BoekeeRené van der KuilWim van Puijvelde

Drukwerk:Drukkerij Damen

Redactie:Alex van Kampen (eindredactie)Gert van NieuwaalMoniek BakelaarMie-Wah PangLianne MulderAnne KarsbergenJaap ReedijkPau HeerschapKees van Rixoort (eindredactie)

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van stichting Trots Op Flakkee.

Page 3: TOF 2

InhoudTOF magazine #2

4 MEER TOF

6 TOFFE UUTDRUKSELS

10 YOU TUBER GIO

14 HELDEN VAN FLAKKEE: DIERENAMBULANCE

16 TOFFE WIELS

19 DICHTER OP FLAKKEE

20 TOFFE KIEKJES

22 DE DUUSTERE KANT VAN FLAKKEE

26 SURFHELD YOURI ZOON

30 UUT DE KUNST

32 DE VUURTOREN

36 MEESTER OF MAGIËR

40 VURKJE PRIKKE MET TOF

42 TOFFE MAENSE KIEKE

46 VAN WIE BEN JOE D’R ÊÊN

50 WERELDS AAN HET STRAND

52 CURSUS FLAKKEES 54 FLAKKEE HEIT TALENT

56 FLAKKEESE FAMILIENAEMEN

58 FLAKKEES SERVIES

59 SPONSOREN GEZOCHT!

3

Page 4: TOF 2

Wij zijnjoe toch aok?

Jij?Jij?

Page 5: TOF 2

Hallo toffe lezer,

We kunnen u weer verrassen met een aantal heerlijke onderwerpen in deze uitgave. Overigens zijn we daar natuurlijk ook erg trots op. We hebben met ons (steeds verder uitbreidende) toffe team weer hard gewerkt aan de tweede editie van TOF-magazine. Door de overweldigende positieve reacties op de eerste editie kon het daarom niet

uitblijven dat we door zouden gaan.

Het was dan ook niet moeilijk om content te verzinnen voor deze uitgave. Want wat hebben we, buiten onze prachtige idylische panorama’s, ook een belachelijk aantal interessante mensen en bijzonderheden om over te schrijven. Van jonge Youtube vlogger tot nestor goochelaar. Ook helden zijn er zat op ons eiland, maar Goeree-Overflakkee heeft ook zijn duistere kant. Dat lichten we, als onafhankelijke redactie, ook graag toe.

Niet in het laatste geval willen we iedereen bedanken die dit tweede magazine mogelijk heeft gemaakt. Een bijzonder bedankje voor de gulle gevers, de sponsoren (wij accepteren nog nieuwe sponsoren :-), de geïnterviewden en schrijvers, alle toffe lui die hun hart en ziel in het verwezenlijken van het magazine hebben gestoken en niet te vergeten onze toffe families en alle toffe inwoners van Goeree-Overflakkee voor hun steun en positieve reacties.

Bedankt, bedankt, bedankt en we hopen dat jullie net zo genieten van deze editie als wij.

Toffe groet,

Team TOF

ALEX, GERT, MIE-WAH, MONIEK, LIANNE, ANNE, JAAP, PAU, MAUREEN, KEES, EDWIN, DICK,

COERD, PIETER, WIM, JAN, PASCAL, DAGMAR, MATTHEW, ELLEN, ELLA, LEONARD, RENÉ, MARIJN,

MIRJAM, NIENKE, BERTRAND, MARIJN, LEONARD EN GERMA.

De eerste editie is nog online te lezen op www.trotsopflakkee.nl

5

Page 6: TOF 2

Toffe uutdru kselsPau Heerschap over de basis van de algemene sc hrijftaal: het dialect

tekst: Pau Heerschap

Er zijn veel mensen die denken dat een dialect een onbeschaafde, boerse variant is van het Algemeen Nederlands en het daarom om beschaafd over te komen vooral mijden. Zij beseffen niet dat het juist

omgekeerd is: de standaardtaal is een aantal eeuwen ge-leden ‘ontworpen’ met enkele streektalen als basis, om met een algemene schrijftaal beter te kunnen communiceren met een breed publiek. Men moest ‘verstaanbaar’ zijn in alle gewesten van de Republiek in die tijd.

VEEL RIJKER

Als men goed luistert, blijken dialecten veel rijker te zijn dan het Algemeen Nederlands. Ze beschikken over veel meer klanken. Zo kennen we op Goeree bijvoorbeeld vier vari-anten van de Nederlandse aa: haene voor haan, verwaond voor verwaand, lêêge voor laag en dan nog de heldere aa in Maria. Heel rijk is het arsenaal met spreekwoorden, gezegden,

uitdrukkingen en zegswijzen. Maar niet alles is hetzelfde: een spreekwoord is een volledige zin, die een algemene waarheid of wijsheid uitdrukt, die geen tegenspraak duldt en onveranderlijk is. De overige zijn altijd onderdeel van een zin, zoals in de genoemde volgorde van elk een voorbeeld: een kolfje naar zijn hand, zijn lier aan de wilgen hangen en een vrolijke frans. Voor het gemak zullen we ze in dialect allemaal maar uutdruksels noemen. Ze hebben in de meeste gevallen een humoristisch effect.

EEN THEMATISCHE AANPAK

In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd ik door de ‘Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek’ gevraagd om mee te werken aan een regioboek over de dialecten op Goeree-Overflakkee. Dit ter voorbereiding op de samen-stelling van een supplement op het in 1964 verschenen Woordenboek der Zeeuwse Dialecten. In totaal verschenen er negen regioboekenDeze zijn niet alfabetische gerangschikt, maar thematisch. Zo worden allerlei zaken van de samenleving in hun samen-

Page 7: TOF 2

hang gepresenteerd, wat veel leuker is dan het her en der moeten zoeken in een alfabetisch gerangschikt woorden-boek.In het vervolg zal ik steeds een aantal uutdruksels, die ik destijds voor dat regioboek verzameld heb, voor het voetlicht brengen. Elk regioboek heeft, wat de hoofd-stukken betreft, dezelfde indeling. Zo begint elk boek met een inleiding over de grammatica van het desbetreffende dialect, die vaak ingewikkelder is dan die van het Alge-meen Nederlands. Het tweede hoofdstuk gaat steeds over merkwaardig woordgebruik.

MERKWAARDIG WOORDGEBRUIK

In de dialecten van Goeree-Overflakkee zijn er woorden die een andere betekenis hebben dan hetzelfde woord in het Algemeen Nederlands. In de eerste plaats enkele woorden die eindigen op het achtervoegsel -achtig. Van een vrouw die veel huisdieren houdt, wordt soms gezegd: ‘Heur is nogal bêêstachtig’. In dit geval wordt dan bedoeld dat zij veel van dieren

houdt. Iemand die van kinderen houdt is kinderachtig en iemand die moeilijk van zijn geld af kan, is geldachtig. Het achtervoegsel -achtig betekent hier dus: houden van of gesteld zijn op.Dan is er het woord kittig. Dit betekent in het Nederlands parmantig, maar in het dialect is het aardig of veel: Heur is altied vriendelek, ’t is geweun ’n kittig wuufje. Hie heit kittig wat centen.

HET LICHAAM

Het hoofdstuk met deze titel bevat een aantal interes-sante uutdruksels, zowel positieve als negatieve, allemaal keurig op onderwerp gerubriceerd. Omdat de dialecten van de voormalige eilanden Goeree en Overflakkee ver-schillen is dat soms aangegeven. Eerst de Goereese vari-ant, dan de Flakkeese, bijvoorbeeld gôô/stae (gaan/staan). Hier en daar wordt ook de herkomst van het uutdruuksel aangegeven met de afkortingen (G) of (O) erachter.Nu dus een selectie van de meest aansprekende uutdruk-sels met het menselijk lichaam als onderwerp.

Toffe uutdru kselsPau Heerschap over de basis van de algemene sc hrijftaal: het dialect

Zeit, hoor ie mun?

Wajèt, mar ik begriep je nie!

7

Page 8: TOF 2

ZIEKTE EN LICHAMELIJKE ONGEMAKKEN

Ze is lêêlik an de sokkel/sukkel Zij / hij is aan het sukkelen’t Is haelen in briengen De toestand gaat erg op en neerZe was al ’n hêêl ende bekomme Ze was vooruit gegaanHie heit de griep in heur heit d’r oak ’n smeursel van Hij heeft de griep en zij heeft het ook te pakkenZe is zoo bevattelik, bie ’t minste zuchje stuukt ze weer in Ze is zo vatbaar voor ziekteHie heit d’n kwaejen hoewst, hie is borstig Hij heeft bronchitusZe kreeg ’t op de zenen Ze kreeg een zenuwinzinking’t Waeter loapt over m’n rik Ik heb koude rillingenIk mot geregeld zôô bulstere Ik moet steeds hard hoestenIk hè ’n puut (kikker) in m’n keele (G) Ik ben schor‘k Hè/hao ‘t in m’n rik Ik heb me vertild‘k Hè/hao zôô’n joekte van die moggebeet Ik heb zo’n jeuk van die muggenbuldNiet kraauwe ôôr, dan wordt ’t allêêne mar èrger Niet aan krabben dan wordt het alleen maar erger

LICHAAMSDELEN EN WAT DAARMEE SAMENHANGT

‘k Hè piene in m’n pooke Ik heb buikpijnHie heit moeite mit z’n ofgang Hij tobt met zijn ontlasting’n Kakhuus of ’n schiethuis Dit wordt gezegd van een verwaand iemand‘Vrêêselik, dêêr zou je toch de schiete van kriege! (G) Vreselijk, daar zou je toch de schijt van krijgen!Achter d’n baes z’n gat an loape hem altijd gelijk gevenHie laet lêêlik z’n gat zieje Hij doet niet wat afgesproken is Die laet z’n eige in z’n gat kieke Die laat zich kennen‘Pel, pel, je zou zègge: stront wie hei je geschete?’ Wie denk je wel niet dat je bentDaer zitte ze lêlik mit in d’r konte Daar zitten ze mee inZe hè gêênêêns naegels om d’r konte te kraauwen Het zijn opscheppersIk hè gêên gaetje in m’n hôôd, ôôr Ik ben niet gek, hoorBi je noe glad belaetaefelt! Ben je niet goed wijs? Ik hè ’n hôôd as ’n termien (vergiet) Ik ben erg vergeetachtig

HET UITERLIJK

’n Lang ènde mèns! Een heel erg mager mens’t Is net ’n in ’t zaed geschote suukerpee Een lang mager mens’n Stoepeschietertje, ‘n pierewurm, ‘n mispitbigge Een miezerig klein ventjeZe ziejt ‘r uut of ze in de maene (maan) (g)ebakke is Een heel erg bleek mensZe heit ’n flienke snoop/snoeptaefel Een dame met een grote boezem An d’r broche ka j’ zieje wêêr dat de voorkant zit Een dame met een zeer kleine boezemHie heit ’n kop as ’n slegge Hij heeft een groot hoofd. (Een slegge is een grote houten hamer, waarmee paaltjes de grond in geslagen werden.)Ze heit ’n lief as ’n meulepaerd Ze heeft een heel dik lijfHie is mar ’n roewstigen Hij heeft rossig haarZôô graew as ’n vuul hemde Een grauw gezicht hebbenHie kiekt mit z’n lienkse oage in z’n rekse broekzak Hij is scheel

Page 9: TOF 2

illustratie: Nienke van Rossum

TOT SLOT

We zullen het hier voorlopig maar bij laten en deze bijdrage beschouwen als de eerste aflevering van een serie. Er zijn nog genoeg onderwerpen.

Op het artikel over dialect in het eerste nummer van TOF-magazine mochten wij leuke reacties ontvangen. Het is altijd fijn om te merken dat iets gewaardeerd wordt. Van de heer Jelmer Birkhof ontvingen wij zelfs een aardige schriftelijke reactie. Hij wees mij erop dat dialectverlies niet alleen te wijten is aan het onderwijs, maar dat het ook een gevolg is van het gedrag van de dialectsprekers zelf. Ik ben het daar roerend mee eens.

Zowel in gesproken woord als in geschrift heb ik daar in het verleden al blijk van gegeven. Zoals ik in het begin al opmerkte zijn er mensen die hun dialect als onbeschaafd

ervaren en het daarom mijden. Toch merken wij van TOF dat ook heel veel mensen hun dialect waarderen. Mag deze bijdrage er weer toe bijdragen om dat nog te versterken. Reacties van lezers stellen wij dan ook zeer op prijs.

Tot slot: Ik merk dat er soms mensen bezig zijn om zelf een Flakkees woordenboek samen te stellen, maar het is niet nodig om vanaf de grond te beginnen. Eigenlijk is alles al een keer geïnventariseerd en dat heeft een plaats gekregen in het Zeeuwse woordenboek en het Supplement erop.

Bovendien is alles inmiddels gedigitaliseerd en met enige handigheid op te zoeken. Kijk maar eens op www.zeeuwsewoordenbank.nl. Het is misschien wel leuk om met de gegevens die daar te vinden zijn kleine thema-tische woordenboekjes te maken.

9

Page 10: TOF 2

‘Sommige fans gaan

zelfs huilen als ze me zien’

Flakkeese tweeling verovert

tekst: Anne Karsbergen foto’s: Jaap Reedijk

17 jaar is hij nog maar, en de wereld ligt al aan zijn voeten. Honderdduizenden Neder-landers en Belgen bekijken

zijn filmpjes op YouTube. Fans staan voor de deur, hij kan niet meer over straat zonder herkend te worden, bedrijven willen met hem samenwerken en een bijbaantje is niet nodig: hij verdient zijn geld met YouTube en hij heeft zijn eigen kledinglijn. TOF sprak af met YouTuber Giovanni (“Gio”) Latooy uit Oude-Tonge.

Giovanni heeft meer dan 200.000 abonnees op YouTube. Het aantal abonnees stijgt met ongeveer 1.000 per dag. Zijn filmpjes zijn ruim 20 miljoen keer bekeken. Dat Gio populair is werd ons ook voorafgaand aan het interview duidelijk. Drie uur voor ons gesprek plaatsen wij een bericht op Twitter: Wie heeft er nog toffe vragen voor Gio? Naast complete liefdesverklaringen bleven ook de vragen binnenkomen. De fans willen alles van hun idool weten. Maak kennis met onze Joe-tjoeb-ster!

Page 11: TOF 2

joe TjoepFlakkeese tweeling verovert

tekst: Anne Karsbergen foto’s: Jaap Reedijk

11

Page 12: TOF 2

Voor de mensen die jou nog niet kennen: wat doe jij precies?“Drie jaar geleden heb ik op YouTube een kanaal aangemaakt: GameplayWorldXL. Hier plaatste ik voornamelijk filmpjes over games. Later ben ik dat meer gaan uitbreiden. Ik plaats nu – naast filmpjes over games – vooral filmpjes over wat ik meemaak (vlogs – videoweblogs), beantwoord vragen van fans (Q&A’s), doe challenges (uitdagingen die fans insturen) en pranks (practi-cal jokes). Mijn ouders en tweelingzus Melanie hebben ook vaak een rol in mijn filmpjes. Die filmpjes zijn erg populair.”

Je bent inmiddels een bekende Nederlander. Wat vind je daar van?“Het is echt heel erg wennen. En het blijft apart, dat zoveel mensen iets van je willen. Het is wel leuk en ik geniet van de aandacht. Sommige fans gaan zelfs huilen als ze me zien. Da-gelijks deel ik handtekeningen uit en ga ik met fans op de foto. Niet alleen op straat, maar ook op school (RGO Middelharnis). Ook ga ik regelmatig naar fanmeetings, op locaties door heel het land. Thuis wordt er regelmatig aangebeld. Ik krijg zoveel mailtjes en berichten via social media, dat ik niet alles kan lezen. Mijn ouders helpen me daar gelukkig bij. Ik krijg veel mooie en soms ook heftige berichten van fans. Zoals berichten waarin fans (of ouders van fans) aangeven hoeveel ik voor hen beteken. Dat ze iets ergs hebben meegemaakt, en ik zorg voor een lach op hun gezicht. Daar krijg ik kippenvel van.”

Zijn er ook minder leuke dingen?“Ik krijg ook veel negatieve berichten (haatcomments) toege-stuurd. Dat zijn soms echt hele nare berichten. Mensen die zeggen dat ze je lelijk vinden, of je een ziekte toewensen. Dat deed me in het begin wel iets, maar dat kan ik nu wel loslaten. Vaak vragen mensen op deze manier om aandacht. Mijn ouders schrikken wel van die reacties. Ik behandel de negatieve reac-ties soms in filmpjes. Dan laat ik op een grappige manier zien dat het echt niet normaal is wat mensen toesturen. En daar scoor ik nog mee ook: die filmpjes worden ontzettend vaak bekeken.”

Als jij een filmpje plaatst dan weet je al dat minimaal 100.000 mensen naar je gaan kijken. Vind je dat weleens spannend?“Ik praat tegen de camera, dus dan heb ik niet het idee dat ik tegen zoveel mensen praat. Maar inderdaad, het is ook wel spannend. Het is soms best stressvol. Ik plaats vrijwel elke dag filmpjes. Mijn abonnees verwachten dat ook van me. Ik moet steeds met iets nieuws komen, mezelf blijven verbeteren. Dat brengt best wel wat druk met zich mee.”

Hoe bedenk je onderwerpen voor je filmpjes?“Ik hou de actualiteit in de gaten. Is er nieuws waarop ik kan inspringen? Is er een nieuwe rage? Ook laat ik kijkers opdrach-ten verzinnen of beantwoord ik vragen en reacties.”

Page 13: TOF 2

Je plaatst bijna elke dag een nieuw filmpje op YouTube. Hoeveel tijd besteed je eraan?“Ontzettend veel. Als ik uit school kom ga ik de filmpjes direct editen (bewerken). Mensen onderschatten vaak hoeveel tijd dat kost. Van het bedenken, tot het filmen en het editen: een filmpje in elkaar zetten duurt uren. Maar het voelt nooit als werk. Het is echt een hobby. Dat ik er geld mee verdien is een leuke bijkom-stigheid.”

Hoe combineer je dat met school? “Dat is erg lastig. Ik probeer al mijn huiswerk op school al af te hebben. Ik ben vorig jaar blijven zitten en een niveau gezakt (van vwo 5 naar havo 5). Het was niet meer te combineren met YouTube. Ik hoop dat ik mijn examen haal. Het is belangrijk om een diploma op zak te hebben.”

Hoe reageert jouw omgeving op je succes?“Op school was het de eerste dagen een gekkenhuis. In de zo-mervakantie is mijn kanaal erg gegroeid. De eerste dagen was ik in de pauze en tussen lessen door alleen maar bezig met foto’s maken en handtekeningen uitdelen. Mijn klasgenoten plagen me er wel mee. Mijn ouders en zus vinden het ontzettend leuk voor me. Ze genieten met me mee. Mijn zusje heeft ook veel fans. Ook zij wordt op straat aangesproken. Maar ook mijn ou-ders moeten regelmatig met fans op de foto. We weten allemaal

nog niet zo goed wat ons overkomt. We zijn nog overdonderd door het succes. Ik word op Goeree-Overflakkee op straat aangesproken. Maar ik denk dat ook veel mensen me niet kennen. Ik ben vooral populair bij de jeugd. En misschien is het ook wel de Flakkeese nuchterheid: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Dikwijls worden we aangesproken. Bijvoorbeeld als we in een restaurant zitten te eten. Vaak komt er dan een ouder naar ons toegelopen: ‘Ben jij Giovanni? Mijn kinderen willen graag met je op de foto…’ Ik blijf mezelf. Mijn ouders zorgen er ook wel voor dat ik met beide benen op de grond blijf staan.”

Kun jij verklaren waarom zoveel mensen naar jouw filmpjes kijken?“Verklaren waarom ik zo populair ben vind ik lastig. Ik blijf altijd mezelf en ben altijd vrolijk. Ik ben altijd bezig met de kijker: wat vinden ze leuk, wat willen ze zien? Daarnaast beschik ik over veel doorzettingsvermogen. Twee jaar geleden was ik nog ontzettend blij met zestig kijkers per filmpje. Ik bleef filmpjes plaatsen en werd steeds beter in het presente-ren en bewerken. Ik ging samenwerken met andere YouTubers en kocht betere apparatuur. Het aantal abonnees steeg snel. Mijn doel voor 2015 was het halen van 30.000 abonnees. Die had ik in de zomer al. Daarna ging het in een sneltreinvaart. Begin september haalde ik de 100.000 abonnees. En het blijft maar stijgen. Mijn ouders en tweelingzusje steunen me, spelen dus vaak mee in mijn filmpjes en brengen me overal naartoe. Ook dat is belangrijk. En trouwens: filmpjes met mijn familie zijn het populairst. Mensen vinden het leuk om een kijkje te nemen in het leven van een ander. Mijn zus is nu ook gestart met haar YouTube-kanaal. Binnen een week had ze 30.000 abonnees, terwijl ze nog niet één filmpje geplaatst had.”

Wie is jouw YouTube-voorbeeld?“Eigenlijk kijk ik vooral naar Amerikaanse YouTubers. Mijn grootste voorbeeld is Joe Weller. Dat is overigens een Brit. Zelf blijf ik me op Nederland en België focussen. Dat vind ik groot genoeg. En mijn Engels is ook niet zo goed.”

Wat vind je tof aan Goeree-Overflakkee?“De rust en de mooie omgeving. Mijn zusje zit in Rotterdam op school en zegt het wel eens als ze thuiskomt: lekker, rust! Dat kan ik goed begrijpen. Ik woon hier met veel plezier.”

Wat wil je nog bereiken? Waar zie je jezelf over vijf jaar?“Hopelijk ben ik dan nog steeds op YouTube te vinden. Ik ben benieuwd waar het allemaal naartoe gaat. Volgens mij is YouTube de toekomst. Wellicht kijken we dan al geen televisie meer? Ik zie wel waar het schip strandt. Na het halen van de havo wil ik me een jaar op YouTube richten. Kijken wat er uit kan voortkomen. Ik zou over vijf jaar graag samen met vrien-den, die ik via YouTube heb ontmoet, in een huis wonen. Niet op Goeree-Overflakkee, maar wellicht kom ik later wel weer terug.”

Bezoek het YouTubekanaal van Giovanni en Melanie:

www.youtube.com/La_Melaniewww.youtube.com/GameplayWorldXL

13

Page 14: TOF 2

Wat doet de dierenambulance precies? We vragen het aan Jan Lodder, een van de vrijwilligers op Goeree-Overflakkee. De dierenambulance op Goeree-Overflakkee zet zich in voor het welzijn van alle dieren op ons eiland.

Zo kun je de dierenambulance bellen als je een gewond dier ziet, maar ook als een dier is overreden. Wij hebben een samenwerkingsverband met de regio Spijkenisse en Rotterdam, dus ook in die gebieden komen we in actie.

Dat is mooi werk... of toch niet? Het is zeker mooi en veelzijdig werk, maar in sommige gevallen kan het ook best zwaar zijn. Zeker wanneer het dode dieren betreft. Huisdieren spelen vaak een belangrijke rol in ons leven. Als er iets met een dier is gebeurd, komt dit vaak hard aan.

Wie doen dit werk precies?Ons team bestaat uit 19 vrijwilligers. Zij staan 24 uur per dag klaar om dieren in nood te helpen. Om beurten hebben ze ‘dienst’, waarbij ze de dierenambulance mee naar huis nemen. Wanneer er een oproep komt, staan ze gelijk klaar om in actie te komen. Het kan voorkomen dat er op een dag niks gebeurt, maar 3 keer achter elkaar in actie komen komt ook voor.

Maar… mensen die de dierenambulance bellen, die krijgen vast een flinke rekening? Nee, dat is een misverstand. Indien de dierenambulance wordt ingeschakeld voor dieren in nood, komt dit voor rekening van de Dierenbescherming. Dit is anders wanneer een dier weer herenigd kan worden met de eigenaar: in

Helden van flakkee:

tekst: Moniek Bakelaar en Maureen van Leeuwen foto’s: De dierenambulance

De dieren ambulance

Heb je je altijd al

afgevraagd wie de

helden van Goeree-

Overflakkee zijn, die

zich dagelijks met

veel passie en liefde

bekommeren om onze

(huis)dieren? TOF ging

op onderzoek uit om u

er alles over te kunnen

vertellen. En helden

zijn het!

Page 15: TOF 2

dat geval kan de eigenaar wel een rekening verwachten.

De dierenambulance kan overigens ook een rol spelen bij het vervoer van dieren naar een dierenarts of een pen-sion. Daarnaast kan de dierenambulance ook helpen bij het regelen van de uitvaart van overleden dieren. Hier zijn uiteraard wel kosten aan verbonden.

Jullie komen veel verschillende dieren tegen. Zijn jullie hier goed voor uitgerust? Ja. De dierenambulance bevat een brancard, een kennel, dierenmandjes, schepnetten en zelfs een slangenhaak. Daarnaast is de ambulance uitgerust met gereedschap voor klemzittende dieren.

Wat ons nog wel zou helpen is een bootje. Mocht iemand een bootje ‘over’ hebben, dan houden we ons aanbevolen!

Heeft u misschien een bootje voor de dierenambulance? Bel 0900-1120000 of via de website www.dazhz.nlHoe lang doen jullie dit werk eigenlijk al? In 2016 bestaat de dierenambulance op Goeree-Overflak-kee 5 jaar! Een mooie tijd, waarin we allerlei avonturen hebben meegemaakt.

Helden van flakkee: TOT SLOT EEN KLEINE IMPRESSIE VAN ONS DANK-BARE WERK: ‘Vandaag kwam er een melding binnen om een hondje in Middelharnis te bevrijden, die met zijn kopje klem zat in een betonnen siersteen. Eenmaal daar aangekomen bleek dat wij hiervoor geen gereedschap hadden. Uitein-delijk hebben we samen met de Brandweer het hondje bevrijd.’

’Er is vandaag een vleermuis gesignaleerd in Goedereede. Deze bleek in een lokaal van een school rond te fladde-ren. De kinderen van 3 t/m 5 jaar waren al in een ander lokaal gebracht, toen wij aankwamen. Met een fijnmazig schepnet hebben we de vleermuis gevangen en voor het raam aan de kinderen laten zien. Zij waren onder de indruk! De vleermuis hebben wij hierna op een veilige plaats aan een muur met een klimop vrijgelaten. We kregen een luid applaus van de kinderen.’

’Op de terugweg naar Flakkee kregen we een oproep voor een aangereden poes in Rockanje. De poes was al overleden. De mogelijke eigenaar was niet thuis. Via een omweg hebben wij de poes geïdentificeerd en meegeno-men naar Rotterdam. Daar hebben we de poes, volgens de procedure, in de vriescel in opslag gegeven.Op de terugweg, kregen we een oproep van de eigenaar. Een (uiteraard) droevige mevrouw had al een gat gegraven in haar tuin en vroeg of deze diep genoeg was. Dit was niet het geval. Op haar verzoek hebben we het gat verder uit-gediept en de poes (Nina) in het gat gelegd. Uiteindelijk hebben we afscheid genomen van een verdrietige, maar dankbare mevrouw.’

’Vandaag hebben we langs een drukke verkeersweg een familieruzie tussen twee families van zwanen moeten sussen. Hier genaamd: fam. A en fam. B.Fam. A zat aan de overkant van de weg en mocht van fam. B niet in het water. Toen hebben we fam. B met veel moeite weggedreven, zodat we fam. A het water in konden drijven. Wat denk je, kwam pa van fam. B aanvliegen om fam. A het water weer uit te jagen. Dus hebben we fam. A naar een ander water gedreven, waar beide families uiteindelijk vrede mee hadden.’

tekst: Moniek Bakelaar en Maureen van Leeuwen foto’s: De dierenambulance

De dieren ambulance

15

Page 16: TOF 2

Toffe wielsOp een ouwe fiets mot je het lêêre !Een interview met Simon Groen alias “De Kuif”

Tekst: Gert van Nieuwaal & Alex van Kampen Foto’s: Alex van Kampen

Page 17: TOF 2

Ben joe oak zo Trots Op Flakkee?Simon: Zeker bin ik oak Trots op Flakkee! Geboren en getogen, in de Dirkbosstraat, net voor de grens met Sommerdiek in 1968. Ik woon en werk hier. Ik heb een

onderhoudsbedrijf in timmer- en metselwerk. Op Flakkee is het fijn wonen. Lekker relaxed, prima vind ik zelf en de drukte is zo opgezocht!

Waar en wanneer is de liefde voor deze fietsen ontstaan?Simon: De liefde voor de oude fiets is ontstaan op mijn 14e dus nu 33 jaar geleden! Er stond een leuk oud fietsje bij het oud vuil op het kamp in Middelharnis. Prachtig compleet, inclusief verli-chting en oud leren zadel. Een echte jaren ‘30 fiets met ballon-

banden. Ik vroeg wat die fiets moest kosten? 7,50 gulden! Kiek dat waere nog us priezen. Gefascineerd door die fiets en de mooie degelijke bouw ben ik verder gaan zoeken op beurzen en al snel kwam ik de Hoge Bi tegen!

Wat vind je eigenlijk zo tof aan fietsen?Simon: Fietsen geeft je een vrij gevoel. Lekker buiten en op spierkracht voortbewegen. Zonder motorische ingrepen.

Heb je het op een oude fiets geleerd?Simon: Begonnen met een 2e hands fietsje en snel daarna antiek gaan fietsen.

Is dit je enige fiets?Simon: Ik heb zo’n 60 fietsen van allerlei uitvoeringen. Van Hoge Bi tot transport fiets, tandems, bedjak, houten fietsen en dit alles samen gebracht, in een privé museum dat ik samen met een fietsvriend Cees van de Berg uit Poortvliet heb, genaamd Vieux Velo. Wat oude fiets betekent. De Bi is overigens afkorting van Bicycle.

Is het een originele uitvoering?Simon: Deze op de foto is een 56 inch hoge replica, gebouwd naar origineel model. De verhouding is ook mooi kloppend. Hier fiets ik tochten op van zo’n 80- 100 km per dag.

Kan er iemand achterop?Simon: Iemand achterop? Ja, dat zal dan op een klein bagage dragertje moeten! Boven het kleine wieltje. Zal niet echt comfortabel zijn :)

Is het moeilijk om te onderhouden?Simon: Het onderhoud valt mee. Af en toe lagering onder-houd, spaken vervangen en om de paar jaar banden vervan-gen.

Waar haal je nieuwe banden? Of: heb je altijd een banden-plak setje bij je?Simon: De banden laat ik maken in Zeewolde. Daar maken ze deze banden. Het zijn speciale massieve banden die op hardheid en diameter worden gemaakt. De banden van de Hoge Bi zijn 18 mm rond met een hardheid Shore 55. Dat wil zeggen dat je het rubber een beetje in kan duwen.

Hoe hoog zit je eigenlijk?Simon: De hoogte bedraagt zo rond de 1.50 meter, net boven het wiel dat 1.42 meter is.

Hoe hard val je dan? Is dat wel eens gebeurd?Simon: Bin d’r deur de jaren heen, toch wel tien keer of-gestuuterd hoor! Voorover, achterover en op zij. Dan val je behoorlijk hard hoor, maar gelukkig nooit wat gebroken!

Ga je sneller dan een gewone fiets?Simon: Door dat er geen versnelling op zit, moet je flink trappen en ga je op z’n top 31 km/u. Dat is wat ik wel eens gereden heb, met windje mee!

Zijn er wielerwedstrijden of toerritten?Simon: Iedere maand is er wel een toertocht en in Belgie houden ze wielerwedstrijd met De Hoge Bi.

Is er een vereniging?Simon: Ik ben lid van “de Oude Fiets”. Dat is de landelijke vereniging. Daarnaast ben ik ook nog lid van “Fietsgroep Noord” en “De Antieke Veloke’s” dus genoeg activiteiten.

17

Page 18: TOF 2

Kun je nog op een gewone fiets rijden?Simon: Moeilijk, ik ben zowat vergroeid met die ouwe dingen. Gewoon fietsen vind ik niet veel meer aan.

Heb je kinderen en op wat voor fiets leer je hen fietsen?Simon: Ik heb twee dochters van 15 en 19 jaar, die vinden het niet zoveel dat oude spul, wie weet komt dat nog. Ze hebben allebei een fiets met versnellingen en ze denken; “laat die ouwe maar lekker tobben!”

Welke reacties krijg je zoal van de mensen? Heb je daar nog een toffe anekdote over?Simon: De reacties, zijn altijd positief! Als ik een dagje ga fietsen dan ga ik wel 300 keer op de foto. Overal waar je stopt willen ze een foto maken. Altijd leuk. Sommige zeggen; “Die fiets is leuk, maar dat haar...geweldig! Maar klopt dit wel bij de tijdperiode van de fiets? Waarop ik antwoord: “Ik was m’n tijd ver vooruit!”

Hoelang heb je je kuif al? Hoe kwam je op het idee?Simon: Die kuif heb ik sinds m’n 18e jaar. Toch wel geïnspireerd op de Rock & Roll periode. Je zou me kunnen zien als een soort Nostalgist.

Hoort je kuif niet naar achteren? Ivm aerodynamiek?Simon: Als mensen dat vragen zeg ik dat ik altijd windje mee heb! Daar kunnen ze wel om lachen. Zo lang als het nog groeit houd ik het maar zo.

Waar haal je die fraaie kleding vandaan? Simon: De kleding komt van Marktplaats. Daar zoek ik naar iets aparts wat nog in goede staat verkeert, leuk van kleur is en wat niemand wil hebben, dan is het wat voor mij.Niet zo doorsnee. Een drollenvanger erbij en dan weer een lange broek opgekort! Schoenen die nieuw uit een ouwe voor-raad komen, maar er moeten rubberen zolen onder zitten voor de anti-slip. Vandaar meestal werkschoenen, maar dan in een uitgestorven model zeg maar.

Welke droomfiets zou je nog heel graag aan je collectie toe willen voegen?Simon: hmm...droomfiets? Dan zou het een late periode Hoge Bi moeten zijn. Ik denk aan een 1890 Columpia. Dat is een USA fiets, in een race uitvoering, zonder remmen en volledig vernik-keld ! Zoiets lijkt me wel wat!

En welke droom zou je nog willen vervullen op het gebied van de antieke fietsen , ritten, uitdagingen? Simon: Heb net Rotterdam - Leeuwarden gereden in drie etap-pes van 100 km per dag! Dat was een zware tocht maar het is me gelukt. Prachtig gebeuren! Misschien nog eens door Europa fietsen op de Hoge Bi zou leuk zijn. En alles wat je dan beleeft onderweg.

En wanneer ga je dat doen?Simon: Dat zal dan moeten als ik met pensioen ben! Als ik dan nog kan fietsen tenminste. Ik blijf nu maar gewoon rijden want je weet nooit eej wat er gebeurt! Van iedere dag maar volop genieten dat is het beste. Zo mot et!

Ik was m’n tijd ver vooruit!

Page 19: TOF 2

Zestig jaar geleden werd hij in Hilversum geboren. Van die zestig jaar woont Kees Kuijper ruimschoots de helft op Goeree-Overflakkee. Als ambtenaar Burgerzaken kent hij heel, heel veel van de burgers

van dit eiland.

Kees is een mensen-mens. En misschien wel juist daarom, en om de pracht het Flakkeese landschap, zo verknocht geraakt aan dit eiland.Kees is ruim 35 jaar gehuwd, vader van vier volwassen kinderen en enthousiaste opa van drie klein-

kinderen. Spelen met woorden is, naast het genieten van de natuur, één van zijn hobby’s. Of het nu het schrijven is van verhalen, poëzie, liederen of toneel, hij doet het allemaal graag. Daarmee is hij in landelijke en zelfs internationale schrijfwed-strijden meer dan eens in de prijzen gevallen.

In het gedicht “Mijn Flakkee” is in eenvoudige, toegankelijke taal de liefde voor dit eiland onder woorden gebracht. Door een overkanter, zeker, maar wel door één die niet van plan is Flakkee ooit te verlaten.

Mijn Flakkee

Mijn eiland heeft kracht door zijn water en graan,

door polders en waarden waar mensen voor staan,

met koppige huizen, die niet willen wijken

voor water en vuil, loerend achter de dijken.

Mijn eiland is muze voor schilders en dichters,

wanneer het door heldere sterren verlicht is,

en het een taal spreekt die steeds is doorspekt

van rustige woorden in mild dialect.

Mijn eiland heeft glans door zijn akkers en tulpen,

door grazende schapen, laagvliegende wulpen,

half Holland, half Zeeland: een parel te midden

van buizerd en valk, die de mens leren bidden.

Mijn eiland geeft rust door zijn wijsheid en vrede,

waar samengewerkt wordt, staand in het heden,

door een volk, kalm en weerbaar, geraakt door de zee.

Ik hou van dit eiland, ik hou van Flakkee.

Kees Kuijper

dichter op Flakkee

19

Page 20: TOF 2

Marlene van der Bok Elleke Griekspoor Joost van Wijk

Hannah Spelt Annegreet van Putten

Dennis Orgers Natasja de Leeuw Janine

Ruben Frencken

Erwin Brohm Lisette Groenendijk

Page 21: TOF 2

Wil je jouw kiekje terugzien in de vol-gende editie van TOF? Plaats ‘m op Facebook (Trots Op Flakkee), Twitter of Instagram met de vermelding: #trotsopflakkee

journalistjelle Heleen van der Made Corne van der Sar

Yvonne Schellevis Louis IJsselstein

William Klink Kevin Plaisier Ilona Ploegmakers

Oscar Maynard

Patricia in ‘t Veld

Yvon Haring 21

Page 22: TOF 2

Toen André Kuipers Nederland fotografeerde vanuit het International Space Station viel het gelijk op: Goeree-Overflakkee behoort tot de donkerste gebieden van Zuid-Holland. Overdag is het eiland ontzettend mooi, maar ’s nachts is er ook veel te zien: de hemel boven ons eiland.

Tekst en foto’s: Peter Jelier en Edwin van Balen-van Franeker

Donkerte is een kwaliteit van onze leefom-geving waarvan wij ons best meer bewust mogen zijn. En deze duistere zijde van Goeree-Overflakkee moeten we koesteren,

want er is zó veel te zien en te leren. Dat vinden Peter Jelier en Edwin van Balen-van Franeker uit Dirksland. Peter werkt in de metaalindustrie en is ’s avonds in het donker vaak in zijn tuin of op de Slikken van Flakkee te vinden. Als het helder is bestudeert hij met behulp van een verrekijker graag de gebeurtenissen en objecten in het heelal. Ook geeft hij lezingen over sterrenkunde voor geïnteresseerde groepen en scholen. Samen met Edwin organiseert hij jaarlijks een lezing voor de Nacht Van De Nacht. Als het donker en helder is, is ook Edwin, gewapend met een verrekijker en fototoestel, vaak in zijn tuin te vinden.

De duustere kant vanGoeree-Overflakkee

Page 23: TOF 2

ECHT DONKER

Peter: “Op de Slikken van Flakkee is het nog echt donker. Maar ook vanuit de dorpskernen is soms, op een maanloze nacht, de Melkweg, het sterrenstelsel waarin wij leven, te zien. En dat terwijl er Amerikaanse tieners zijn, die in met licht ver-vuilde steden wonen, die nog nooit een ster hebben gezien! Vergelijk dat eens met onze slikken en gorzen. In de schemer komen de vele reeën, soms met jongen, uit hun schuilplaat-sen tevoorschijn. Als het dan echt donker wordt is de gehele sterrenhemel in volle pracht te aanschouwen. Omdat het op Goeree-Overflakkee heel erg donker is kun je veel meer sterren zien dan bijvoorbeeld in de stad, de Europoort of het Westland.

En met een klein beetje kennis zijn er op een donkere nacht bijzondere dingen te zien. Wat dacht u van de komeet

Lovejoy? Deze was het hele voorjaar met een verrekijker gemakkelijk te zien. Venus als heldere ochtend- of avond-‘ster’, Jupiter met zijn vier Galileïsche manen of de rode ster Betelgeuze in het sterrenbeeld Orion, die op ontploffen staat (supernova). Misschien is het zelfs al gebeurd, want het licht van deze ster is 642,5 jaar onderweg naar de aarde, en dat met een snelheid van 300.000 km per seconde! Dit zou betekenen dat als hij in het jaar 1372 als supernova aan zijn einde is gekomen, wij dit nu pas in 2015 zouden kunnen aanschouwen!

“Laat de mooie wonderen van het heelal tot je doordringen en besef hoe nietig we zijn”

De duustere kant vanGoeree-Overflakkee

23

Page 24: TOF 2

En wat dacht u van het International Space Station (ISS)? Dit kunt u met gemak met het blote oog over zien komen, het ‘spoorboekje’ staat op internet, op de site Heavens Abo-ve (stel wel even uw locatie in). En zo kan ik nog wel even doorgaan.”

MET HET BLOTE OOG

Heb je dan geen telescoop nodig om sterren te kijken? Nee, niet per se. Met het blote oog kun je al veel zien, maar een goede verrekijker maakt nog veel meer zichtbaar. Kijk maar eens naar de schittering van de Pleiaden, of zoek de manen van Jupiter en de ringen van Saturnus. Vooral Venus is een planeet die zich vaak laat zien, maar ook Jupiter is goed zichtbaar. 30 juni en 1 juli kwamen Jupiter en Venus elkaar tegen, vanuit ons oogpunt. Dit noemen we een conjunctie of samenstand. Dit is een zeldzame gebeurtenis die eeuwen geleden als voorbode van grote gebeurtenissen werd gezien. Tegenwoordig weten we wel beter.”

“Als het helder is ben ik dus vaak in de tuin te vinden, gewa-pend met een verrekijker, een sterrengids en een fototoestel. Afgelopen winter heb ik weer twee keer de Melkweg gezien, nu in mijn eigen tuin. Het is dus mogelijk om op Goeree- Overflakkee de Melkweg te zien. Niet zo helder als op de foto van de vuurtoren van Ouddorp, die recent op internet te zien was, maar die Melkweg was ook niet hier gefotogra-feerd. De deskundigen van de sterrenwacht in Middelburg hebben de foto zorgvuldig gefileerd en concludeerden dat hij ergens op het zuidelijk halfrond is gemaakt. Het was wel een uitstekende reclame voor ons prachtige, donkere eiland.

LICHTVERVUILING

De meeste organismen hebben licht nodig om te leven. Niet alleen planten en dieren, maar zeker ook mensen. Ons bio-

ritme is ingesteld op de zonnecyclus. Overdag zijn we actief en ’s nachts slapen we over het algemeen. Tegenwoordig worden we continu omringd door kunstlicht, dag en nacht. Dit verstoort ons bioritme en ook dat van dieren. Dit gaat ten koste van onze gezondheid. We worden moe, maar we slapen slecht. Dit teveel aan licht in onze omgeving noemen we lichtvervuiling. Het grootste deel wordt veroorzaakt door straatverlichting. Maar ook de industrie en onze eigen huis- en tuinverlichting zorgt voor veel extra licht. Als we op Goeree-Overflakkee rond ons heen kijken zien we genoeg voorbeelden. In het noorden zien we de Europoort en het Westland, in het zuiden Antwerpen en Bergen op Zoom.

Peter: “Iedereen kan veel zelf doen om ons eiland duister te houden. Ga verantwoord om met licht, laat uw verlichting niet omhoog schijnen. Zet een tijdschakelaar op uw tuinver-lichting of gebruik verlichting met een sensor. Gebruik vooral led-verlichting, omdat dit bijna geen strooilicht geeft. U bespaart door te minderen met licht ook nog energie, en dat scheelt weer in uw portemonnee.”

Edwin is het daar helemaal mee eens. Hij begint met een schijnbare tegenstrijdigheid. “Ik werk in de wereld van de verlichting. Het is mijn werk om de omgeving te verlichten en veiligheid te geven. Zo kwamen Peter en ik achter onze ge-zamenlijke interesse. Ik zat met een wit gekalkte armatuur en Peter kende de dader toevallig. Veel verlichting straalt, vaak onbedoeld, naar boven. Ik noem dat strooilicht. Peter noemt dat vervelend. Strooilicht van veel lampen levert namelijk een grote hoeveelheid lichtvervuiling. Daardoor neemt de zichtbaarheid van de sterrenhemel af. Door mijn werk kwam

Edwin (rechts op bovenstaande foto): “Ik woon in een wijk met nieuwe straatverlichting. Deze led-verlichting heeft als voordeel dat ze weinig strooilicht geeft. In mijn woonwijk is de hemel een stuk donkerder dan in andere delen van Dirksland.”

“Iedereen kan veel zelf doen om ons eiland duister te houden.”

Page 25: TOF 2

ik te weten dat Goeree-Overflakkee een van de donkerste gebieden van Zuid-Holland is. Dat is ook een kwaliteit van ons mooie eiland.” Als kind was Edwin al gefascineerd door de duistere sterren-hemel boven ons eiland. “In de donkerste dagen van het jaar trotseerde ik al langere tijd de kou om naar de bijzondere patronen aan de hemel te kijken. Op de middelbare school kreeg ik voor het eerst een sterrenkaart, een draaischijf waarop je kon zien welke sterrenbeelden er waren op een bepaalde datum. Ik leerde het ezelsbruggetje voor het vinden van de poolster vanaf de Grote Beer. De kometen Hale-Bopp en Halley waren in het nieuws en ik staarde urenlang naar buiten om ze te vinden. Toen heb ik ook voor het eerst ge-probeerd een foto te maken, maar dat was geen succes. Mijn mooiste ervaring? Dat was het zien van de Melkweg. In een duister dal in de Alpen zag ik rond 1 uur ’s nachts een verlich-te band aan de hemel. Ik heb uren in een stoel liggen kijken naar dit zeldzame fenomeen. Zeldzaam, want dat kunnen we hier op Goeree-Overflakkee bijna niet zien.

Een andere hobby van me is fotografie. Laatst moest ik op stap met de huisfotograaf van een grote lampenfabrikant uit Eindhoven. Hij leerde me de kneepjes van het fotograferen in het donker. Kan dat? Dat kan, en dat levert bijzondere plaatjes op. Zo legde ik niet alleen die lichtvervuiling vast, maar ook een paar bijzonder heldere sterrenbeelden.”Tot slot nog een tip. Als je sterren gaat kijken, doe dan overal

het licht uit en laat je ogen aan het donker wennen. Je ogen hebben een kwartier nodig om het maximale zicht te krijgen. En daarna is het rustig genieten. Laat de mooie wonderen van het heelal tot je doordringen en besef hoe nietig we zijn.

MEEKIJKEN?

Nieuwsgierig geworden? Download dan eens een ster-renapp voor de tablet of vraag voor uw verjaardag eens een sterrenkaart. Voor de kosten hoeft u het niet te laten. Ook interessant is de Sterrengids, die jaarlijks wordt uitgegeven door Stip Media. Dit naslagwerk vertelt van dag tot dag wat er boven ons gebeurt.

Zelf geeft Peter ieder jaar een lezing over sterrenkunde, maar er zijn meerdere mogelijkheden. Interesse? Houd dan de media in de gaten. De toegang is gratis. Hij is ook te boeken via [email protected] “Dat het zo donker is op Goe-ree-Overflakkee vinden wij natuurlijk ontzettend belangrijk. Maar we zijn niet alleen op de wereld. De laatste zaterdag in oktober is de Nacht Van De Nacht. Dan vieren we overal in Nederland dat het donker is. Bedrijven en overheden doen zoveel mogelijk het licht uit en er worden overal activiteiten in het donker georganiseerd. Ook op Goeree-Overflakkee. Zie de website www.nachtvandenacht.nl voor wie het licht uitdoet en wil weten waar welke duistere activiteiten zijn.”

Op deze foto is het verschil tussen sterren en planeten goed te zien. Planeten zijn simpelweg veel helderder.

Misschien is het een idee een educatieve

sterrenwacht te bouwen op de Slikken van Flakkee, ter hoogte van de steiger. De toegangsweg ligt er al, en voor toeristen en

scholen zou het erg aantrekkelijk

kunnen zijn.

*

25

Page 26: TOF 2

tekst: Pascal Viskil foto’s: Youri Zoon en Dick van der Veer

KITESURFLEGENDE YOURI ZOON

“De Brouwersdamis en blijft een van mijn

favoriete plekken”Youri Zoon in actie op Bonaire. (Foto: Andy Troy)

Page 27: TOF 2

Youri Zoon was de eerste Flakkeëenaar die het schopte tot tweevoudig wereldkampioen. In 2011 en 2012 sleepte de kitesurfer met overtuiging de wereldtitel Freestyle in de wacht. En nog altijd behoort Youri tot de absolute wereldtop. TOF zocht hem op in zijn huis achter de duinen van Ouddorp. Om hem te vragen naar het kitesurfen, zijn ‘homespot’ op de Brouwersdam, zijn toekomst en stiekem ook een beetje om jeugdherinneringen op te halen.

Youri en zijn vriendin ontvangen ons in hun huis in Ouddorp. Het is prachtig weer, dus zitten we in de tuin. De chille muziek in de loungehoek zorgt voor een ontspannen vakantieachtig sfeertje. En tussen de nummers door hoor je de zee op de achtergrond

ruisen. Youri is net een paar dagen terug na een wedstrijd in het Spaanse Tarifa waar hij vijfde werd. Tijdens het wedstrijdseizoen vliegt hij van hot naar her. “Wij kiters volgen het windseizoen. Dat betekent dat we in het voorjaar en in de zomer veel in Europa varen. Tarifa, dus, maar,” somt hij op, “bijvoorbeeld ook bij Marseille en in Zweden. Verder kom ik regelma-tig in Brazilië, Kaapstad, Marokko, Nieuw-Zeeland en Australië.”

Je komt op de mooiste plekjes van de wereld. Toch ben je altijd trouw gebleven aan het eiland. Wat is het geheim van Flakkee? “Flakkee is thuis voor mij. Hier ben ik geboren, hier woont mijn familie, zitten mijn vrienden. Voor geen goud zou ik ergens anders willen wonen. Sterker nog, ik heb ook een huisje in Brazilië. En daar kom ik heel graag, maar het voelt niet als thuis.”

Is daar misschien ook nog een professionele reden voor? “Jazeker, de Brouwersdam is een fantastische plek om te kiten. Het is er groot, er staat veel wind. Natural High zit er. En het is gewoon een makkelijke en leuke plek om naartoe te gaan.”

Maar toch: een Braziliaans zandstrand of de Brouwersdam… “Hahaha, ik hoor het al. Het lijkt allemaal heel mooi misschien. Maar vergis je niet. Zo’n beachclub als Natural High heb je in het buitenland niet. Dat begint nu allemaal pas een beetje te komen. Bovendien gebeurt er hier ontzet-tend veel om het kiten te laten groeien. Zo is er een enorme kiteschool gebouwd. Daar lopen echt goede instructeurs rond. Geloof me, zoiets is uniek.”

Vertel eens over je carrière als kiter, want naast de – letterlijk – grote hoogten, kende je ook diepe dalen. “De jaren dat ik wereldkampioen werd waren heel speciaal voor mij. Natuurlijk, die titel is van zichzelf al bijzonder. Maar in het seizoen van 2007-2008 raakte ik geblesseerd. Zo heftig dat de buitenwereld dacht dat mijn tijd als kiter erop zat.” Met een glimlach: “Tja, en dat moet je tegen mij dus niet zeggen. Het jaar voordat ik geblesseerd raakte, deed ik mijn allereerste WK-wedstrijd en werd meteen derde. En dan zou het opeens over zijn?” Dankzij een goede fysio, gerichte trainingen en ongekend veel doorzet-tingsvermogen maakt Youri in 2009 zijn comeback. Meteen wordt hij tweede van de wereld. “Het jaar daarop moest en zou ik eerste worden. Alleen was ik zo gefocust dat ik mijn doel totaal voorbijschoot en juist derde werd. Met de juiste balans wist ik uiteindelijk in 2011 die titel te grijpen.”

Je was een tijdje te veel gefocust. Hoe sterk moet je mentaal zijn voor deze sport? “IJzersterk. Elke wedstrijd bestaat uit vijf heats. Als freestyler scoor je punten met de sprongen en de tricks die je maakt. Hoe hoger en ingewikkelder de trick, hoe meer punten je verdient. Tijdens elke heat vaar je tegelijk met een tegenstander. Vanuit je ooghoek zie je dus hoe zijn run gaat. Daarom probeer ik de ander altijd zenuwachtig te maken. Ik vaar heel explosief, heel gepowered. Ik gebruik al m’n kracht en open meteen met m’n moeilijkste trick. Dat is mijn stijl en dat kan goed uitpak-ken. Want als die eerste trick lukt, dan wordt de tegenstander nerveus en leg je de druk bij hem. Verderop in de run moet hij dat zien te overtreffen anders ligt-ie eruit.”

“De Brouwersdamfavoriete plekken”

27

Page 28: TOF 2

Als ik de berichten uit het nieuws mag geloven is kiten tricky business. Hoe kijk jij daar naar als professional? “Kiten kan inderdaad een gevaarlijke sport zijn. De laatste jaren is het aantal kiters explosief gegroeid. En dan heb je er altijd wel een paar die zonder na te denken het water op gaan of die niet genoeg veiligheidsmaatregelen nemen. Ja, dan gebeuren er ongelukken en bewijs je de sport een slechte dienst. Die onwetendheid en onvoorzichtigheid hebben ervoor gezorgd dat er nu een paar gebieden zijn aangewezen waar je mag kiten. Hier in de buurt zijn dat Vrouwenpolder, Neeltje Jans en de Brouwersdam dus.”

Op YouTube barst het van de clipjes waarin jij de hoofdrol vervult. Maar hoe ziet het leven van een profkiter eruit? “Op dagen zoals vandaag kijk ik ’s morgens meteen uit het raam of er genoeg wind staat. Als dat zo is, hang ik binnen een uur aan mijn kite. In het wedstrijdseizoen reis ik de hele wereld over en in de wintermaanden ben ik vooral thuis. Het seizoen stopt meestal in november. En dan ben ik in decem-ber thuis voor familie en vrienden. In die periode vind je me vooral in de sportschool. Vanaf januari pak ik de training weer op en ga ik ook het water weer op. In het voorjaar begint de competitie en reis ik van strand naar strand.”

Veel reizen dus. “Absoluut. En dat klinkt fantastisch, maar je moet het ook niet mooier maken dan het is. Want veel reizen betekent: overal wachten. Op het vliegveld, in het hotel, bij de wedstrijd. Wij kiters wachten op wedstrijddagen zelfs op goed weer. Wat dat betreft heeft het kiten als topsport nog een lange weg te gaan. Anders dan bij gevestigde sporten, zoals

Acht jaar later krijg ik een sms van een vriend. “Dit raad je nooit. Weet je Youri nog van de halfpipe?

Die is nu wereld-kampioen kitesurfen!!”

Vijftien jaar geleden kreeg Dirksland zijn eigen skatebaan. Na jarenlang verzoeken indienen bij de toenmalige gemeente Dirksland, handtekeningen-acties en goedbedoelde maar vet amateuristische demonstraties op de trap van het gemeentehuis was het eindelijk zover. Ondergetekende en een groepje enthousiaste skaters kregen hun felbegeerde half- pipe. En, laat dat gezegd zijn, een goeie ook.

Het toestel trok dan ook veel bekijks en al snel kwamen er kleine guppies met speelgoedskates de baan onveilig maken. Een van die guppies was de elfjarige Youri Zoon. Met zijn oudere broer en een paar vriendjes kwamen ze bijna dagelijks oefenen en zeker Youri had het al snel in de vingers. Met wat hulp klom hij met zijn skates op het bovenste hek van de halfpipe en voor we het wis-ten sprong hij de baan in om vervolgens de hoogste air te maken die ooit op dat ding gemaakt is. Vanaf dat moment wisten we het allemaal: dit gastje heeft talent. Zoals dat gaat als je jong bent, verloren we Youri langzaam uit het oog. Steeds vaker ging hij motorcrossen, zeilen of windsurfen. We begrepen niet zo goed waarom, want hij was beter dan wij allemaal bij elkaar. Heel af en toe kwam hij nog even een uurtje skaten, totdat hij het kiten ontdekte. Toen raakte Youri bij mij uit beeld. Acht jaar later krijg ik een sms van een vriend. “Dit raad je nooit. Weet je Youri nog van de half- pipe? Die is nu wereldkampioen kitesurfen!!” Ik geloof dat ik dat berichtje drie keer moest lezen voor ik dat kon geloven. Dat kleine guppie dat alles durfde wereldkampioen? Het bleek echt waar te zijn. Sterker nog, het jaar erop werd hij het weer…

DE SKATEJAREN2000 - 2003

Page 29: TOF 2

voetbal, ontbreekt de hele infrastructuur binnen de sport. Dus als je een wedstrijd hebt in Brazilië moet je zelf maar uitzoe-ken hoe je vanaf het vliegveld precies bij het strand komt. Inmiddels draai ik lang genoeg mee en weet ik de weg, maar veel nieuwe talenten lopen nog altijd tegen deze stressfactor aan.”

Dat is bijzonder. Hoe ontwikkelt de sport zich dan op top-niveau? “Op het water is de sport echt volwassen. De tricks worden nog altijd moeilijker, maar dat gaat niet meer zo snel als in het begin. Je ziet wel dat het niveau in de competitie inmiddels flink hoger ligt dan tien jaar geleden. Dat geldt ook voor de techniek van de kite. Daar zit ieder jaar nog wel een kleine verbetering in. Wat dat betreft zijn we van ver geko-men. Toen ik nog op de middelbare school zat, maakte ik mijn eigen boards. Al snel na mijn eerste wedstrijd kreeg ik een board van Brunotti. Dat was zo bijzonder. Ik mocht er gewoon eentje aanwijzen en meenemen. Onvoorstelbaar vond ik dat toen.”

Terwijl er nu boards en uitrustingen zijn die jouw naam dra-gen. “Ja, klopt. Een signature-lijn. Supergaaf toch?”

Hoe zie je jouw toekomst voor je? “Voorlopig zit ik nog volop in de race voor het wereldkampioenschap. Halverwege het seizoen sta ik op de derde plaats, dus het kan nog alle kanten op. Ik denk dat ik nog twee jaar wedstrijden kan rijden. Daarna wil ik mijn ervaring inzetten voor jong talent. Alleen de wedstrijd brengt voor een kiter al genoeg stress met zich mee. Je moet elke heat presteren onder druk. Dan kun je eigenlijk

al die andere toestanden er niet bij gebruiken. Een goed hotel vinden in de buurt, soepele aansluiting regelen. Misschien kan ik zorgen voor wat infrastructuur voor nieuwe sporters.”

Zie je op het eiland nieuwe talenten voorbijkomen? “Da’s een goeie. Bij Natural High zijn we een traject opgestart voor jong talent. Ik ben niet alleen naamgever van het talentteam, maar ook hoofdcoach. Op dit moment hebben we twee teams. Een A-team en een B-team. In het A-team is plaats voor vijf kiters, maar daar zitten er nu maar twee in. Ik ben heel streng; dat plaatsje moet je echt verdienen. Zodoende bestaat het B-team uit drie groepjes. Niks aan te doen. En nee, daar zitten geen Flakkeëenaars tussen, helaas.”

Waar herken je een kitetalent aan? “Dat zie je meteen. De manier waarop iemand aankant en afzet. Als je daar feeling voor hebt, ben je zonder twijfel getalenteerd. Maar daarmee ben je er niet. Ik zie ontzettend veel goede vaarders, maar dat maakt je nog geen wereldkampioen. En aan de andere kant zie ik veel kiters met een enorme drive. Alleen het is juist de zeldzame combinatie van die twee die je een topper maken.”

U hoort het: ondanks de perfecte condities is het nog maar de vraag of de opvolger van deze kitesurflegende van ons eiland komt.

“Flakkee is thuis voor mij. Hier ben ik geboren, woont mijn

familie en mijn vrienden. Ik heb ook een huisje in Brazilië en

daar kom ik heel graag, maar het voelt niet als thuis.”

YOURI ZOON(14 december 1989, Dirksland)

2003: begint met kiten op Brouwersdam2004: eerste wedstrijd: Brouwersdam

Nog te jong voor NK2004: deelname aan EK junioren2005: Nederlands kampioen2006: begint met fulltime wedstrijden2006: wint eerste WK-wedstrijd2007/8: blessurejaren2009: comeback en tweede plaats2010: eindigt als derde2011: wereldkampioen2012: wereldkampioen2013: raakt opnieuw geblesseerd2014: maakt comeback en eindigt als vierde

2929

Page 30: TOF 2

Uut de kunst!kunst in de openbare ruimte

Overal op het eiland kom je k unst tegen op straat.

Herkenbare beelden die je au tomatisch begrijpt, maar ook

abstracte kunstwerken die je laten gissen naar hun beteke-

nis. TOF ging met wat voor kennis de straat op en vroeg

omwonenden en voorbijgang ers naar hun mening. In deze

aflevering het Emmaplein in D en Bommel en de kruising van

de Langeweg en de Oost- Krakeelstraat op de grens van

Middelharnis en Sommelsdijk.

Ollie B. Bommel en Den Bommel. Een voor de hand liggende combinatie, als je begrijpt wat ik bedoel. Het standbeeld van de aristocratische beer kwam ruim vijftig jaar geleden in Den Bommel te staan.

Het begon allemaal met een actie van Leidse studenten. Hun jaarclub, Ollie B, wilde een standbeeld oprichten voor hun naamgever. Den Bommel leek hen de aangewezen plaats. En aldus geschiedde.

Al snel groeide het beeldje uit tot publiekslieveling. Hoe we dat zo precies weten? Nou, dit is al het tweede beeld. Het eerste beeld – gemaakt door kunstenaar André Henderickx – was van klei, chamotteklei om precies te zijn. Alleen het materiaal verbleekte en brokkelde af omdat kinderen er fanatiek mee knuffelden. Een restauratie in ’89 mocht niet baten want al snel miste de heer van stand een pink, een teen en een jaspand. Zodoende ontstond het plan voor het huidige beeld van brons. In de tijd dat crowdfunding nog geen crowdfunding heette,

werd een inzamelingsactie gehouden en in 1997 werd het bronzen afgietsel onthuld. Marten Toonder, de geestelijke vader van Bommel, kon daar helaas niet bij aanwezig zijn, maar zijn echte zoon wel. En de oerversie van klei staat nu bij een basisschool in Den Bommel: basisschool Ollie B. Bommel. Hoe kon het ook anders.

GELDVERSPILLING?

Het kunstwerk op de hoek van de Langeweg en de Oost-Kra-keelstraat is een stuk raadselachtiger. Op een gewone doordeweekse dag passeert er onophoudelijk verkeer. Auto’s, brommers, fietsers en voetgangers. Voor zover valt te zien laat iedereen de massieve stapeling van stenen links liggen. Een stukje verderop zitten een paar heren in de zon. Eens vragen wat zij in het bijna zes meter hoge bouwwerk zien. Vragende blikken volgen en het blijft een tijdje stil. Na wat onderling gemompel komt het hoge woord eruit: geldverspilling. Echt

tekst: Pascal Viskil foto’s: Jaap Reedijk

Page 31: TOF 2

Uut de kunst!kunst in de openbare ruimte

Overal op het eiland kom je k unst tegen op straat.

Herkenbare beelden die je au tomatisch begrijpt, maar ook

abstracte kunstwerken die je laten gissen naar hun beteke-

nis. TOF ging met wat voor kennis de straat op en vroeg

omwonenden en voorbijgang ers naar hun mening. In deze

aflevering het Emmaplein in D en Bommel en de kruising van

de Langeweg en de Oost- Krakeelstraat op de grens van

Middelharnis en Sommelsdijk.

interesse voor de uitleg is er ook niet. Dan maar eens informeren bij de mensen die dagelijks op de vuurtoren uitkijken, de dames achter de balie bij FidesWonen bijvoorbeeld. Gonda Struik en Ger-janne van Lenten willen wel meewerken. En het is stiekem extra leuk dat ze onderling van mening verschillen. Gerjanne is er niet zo kapot van. Zij ziet dat veel mensen er gewoon aan voorbijlopen. “Ik betrap mezelf er wel op dat ik meestal wel de bordjes lees om te weten wat zo’n kunstwerk nu voorstelt. Maar daar blijft het dan ook bij. Die vluchtigheid stoort me wel een beetje, ja. De meeste mensen letten er niet op en mensen zoals ik verliezen al snel hun belangstelling. Tja, dan vraag ik me wel af wat daar nu precies de meerwaarde van is. Zeker als je bedenkt wat het allemaal kost.”

Gonda staat daar anders in: “Ik voel me aangetrokken tot kunst. Hoewel ik moet toegeven dat ik persoonlijk meer van het beelden-de houd, dan van het abstracte.” Even is ze stil: “Nou ja, ik merk dat ik meer geniet van een beeldend kunstwerk. Maar ik vind de extra laag in abstracte kunst wel heel spannend.” Terwijl we staan

te kijken, ziet Gerjanne opeens dat het een vuurtoren voorstelt.

TEGENSTELLINGEN

De maker Ton Kalle uit Amsterdam gaf het de naam “Heeft u het licht al gezien?”. Het is een oude vuurtoren uit het stenen tijdperk. En vuurtorens markeren altijd de scheiding tussen water en land. Deze vuurtoren benadrukt zelfs allerlei verschillende overgangen. Wat te denken van de oude grens tussen Middelharnis en Som-melsdijk? En wat voor tegenstellingen – zoals water en land – zijn er eigenlijk allemaal op deze plek? Oude architectuur aan de ene kant van het plantsoen en gloednieuwe aan de overkant. En als je dat vertrekpunt eenmaal in gedachten hebt, bekijk je die alledaag-se kruising opeens met heel andere ogen. Welke is er nog meer? Hoog en laag. Een superdeluxe penthouse tegenover honderd jaar oude rijtjeshuizen. Kunstenaar Kalle hoopte met zijn kunstwerk een tussenstap te maken.

31

Page 32: TOF 2

Eigenlijk kun je er niet omheen. De vuurtoren van Ouddorp.Je kunt er namelijk niet echt dichtbij komen of er omheen lopen maar als je de mogelijkheid krijgt...

Wij mochten een kijkje nemen in de toren en met eigen ogen zien hoe onze kust er vanboven uitziet.Men zegt nogal eens “je zult er maar een hele dag moeten zitten”, maar als je boven staat en je kijkt over de Noord-zee, het prachtige duingebied en ons eiland dan is het toch anders. Dan merk je, bij het verlaten, dat je nog wel uren zou willen turen en observeren en vooral vragen. Want hoe is het om daar te werken, wat zie je allemaal en, vooral, wat maak je daar nu mee?

Op 56 meter hoogte zit daar de vuurtorenwachter. Ingebouwd tussen beeldschermen, computers en kijkers zit hij met zijn rug naar het land en met de blik gericht op het water. Daar gebeurt het…

Vanuit de toren ziet hij werkelijk alles. Is het niet met het blote oog of de grote kijker dan is het wel met de radarap-paratuur. Elke beweging op zee en in het duinengebied is te volgen. Alle verkeer op het water maar ook de wandelaars, fietsers, surfers of gewoon zonnende badgasten zijn vanaf boven gewoon te volgen. Niet in detail maar met behulp van de verrekijker zijn de eerste zeehonden gewoon te zien en elke wildplasser zou bekeurd kunnen worden.

De vuurtoren bran dt!

tekst: Moniek Bakelaar en Jaap Reedijk foto’s: Jaap Reedijk

Page 33: TOF 2

De vuurtoren bran dt!

33

Page 34: TOF 2

Saai is het werk van de vuurtorenwachter allerminst. Deze vuur-torenwachter vindt het werken in Ouddorp vooral erg leuk en gevarieerd. Hij komt al vanaf 1960 elke zomer in Ouddorp. De herinneringen aan deze jeugd jaren zijn mooi. Jutten op het strand en met de gevonden voorwerpen weer iets moois maken. Zo werden alle schuurtjes en hekwerken bij hun thuis gemaakt van hout dat ge-vonden was op het strand. Het gebeurde ook weleens dat ze bijvoorbeeld een tros bananen vonden op het strand, heel bijzon-der. Tegenwoordig kan men bijna elke beweging in het duin-gebied volgen. Je moet echter wel weten waar je op moet letten. Zowel in de duinen, op het strand als op zee.

Mensen die in de vuurtoren werken moeten ook echt zelf op zee hebben gezeten. Je moet weten wat er kan met een schip en vooral ook wat er niet kan. Het bedienen van de radar is behoorlijk ingewikkeld, dat kan niet zomaar iedereen. Voor de scheepvaart is een radar van cruciaal belang in de communicatie. De techniek aan boord en ook in de vuurtoren moet perfect in orde zijn. Op sommige schepen laat dat nog weleens te wensen over.

Zo vertelt de vuurtorenwachter over iemand die vanuit Rusland gewoon een bootje had gekocht, zonder verstand van varen.

Die liep vast voor de kust, maar de mensen aan boord spraken alleen maar Russisch. De ‘schipper’ had gelukkig een vertaalpro-gramma op zijn telefoon. Veel incidenten waar de vuurtorenwachters mee te maken krijgen komen voort uit slechte voorbereiding en/of onnozelheid.

De vuurtorenwachter verzendt elk uur een scheepvaartbericht. Dit bericht bevat algemene informatie, de golfhoogte, het weerbe-richt en de windvooruitzichten.

“Voor het beste uitzicht in de vuurtoren moet je wel een beetje geluk hebben”

...en als de lamp kapot

gaat?

Page 35: TOF 2

Je zou denken dat iedereen deze informatie tegenwoordig via een smartphone raadpleegt, maar... veel boten hebben geen internet, zeker niet als de boten ver op zee zitten. De scheep-vaartberichten worden daarom nog steeds omgeroepen. Hij verricht allerlei taken op het gebied van natura 2000 (tegengaan stropers), het helpen en begeleiden van de recreatievaart en de beroepsvaart. Ze vormen de oren en ogen van het gebied. De werkzaamhe-den zijn zeer gevarieerd. Dan maak je natuurlijk nog wel eens wat geks mee.

“Er waren mensen aan het varen bij Domburg. Op een gegeven moment kregen we telefoon. Het schip lag voor anker en een van de bezoekers van het schip was van boord gesprongen, naar de kant gezwommen en hij had de vuurtorenwachter ge-beld. De schipper had zelfmoordneigingen: hij zag het niet meer zitten en zijn motor deed het niet meer. De verontruste beller was bang dat het fout zou gaan. De vuurtorenwachter heeft toen overleg gehad met de kust-wacht. De schipper verkeerde helaas niet in acute nood, dus ze hadden geen bevoegdheid om hem van het water te halen. ’s Avonds kregen ze een nieuwe melding: De schipper had het anker opgehaald en toen spoelde hij met boot en al door de kering, dus toen konden ze wel ingrijpen. De schipper heeft het overleefd, maar het zijn rare situaties waar je dan als vuurtoren-wachter mee te maken krijgt”

Veel mensen hebben het besef dat daarboven ook echt alles te zien is. Wat dan vaak gebeurt: mensen bellen omdat ze iets gezien hebben, en iemand anders belt ook, met als gevolg dat er soms twee boten varen voor hetzelfde akkefietje, maar de mensen die bellen hebben allebei hun eigen versie van het verhaal. Iedereen weet dat Ouddorp bereikbaar is, dus vaak wordt er gewoon gebeld als mensen iets zien. Voor het beste uitzicht boven in de vuurtoren moet je altijd wel een beetje ge-luk hebben. De weersomstandigheden en de seizoenen spelen natuurlijk de grootste rol.

Wilt u dichtbij de vuurtoren komen dan is de parkeerplaats aan het Westhoofdduinpad de beste om vandaar naar het strand te lopen. Het terrein direct aan de voet van de toren is echter niet toegankelijk.

VOOR DE LICHTFANATEN

Boven de ‘cockpit’ van de vuurtorenwachter, op de hoogste etage, staan de lampen. Het zijn drie stuks van 2000 watt. Als er een lamp defect is schakelt hij auto-matisch door naar de volgende.

Het lichtkarakteristiek heeft drie schitteringen per 15 seconden en het licht heeft een sterkte van 5.200.000 candela en een zichtbaarheid van 30 zeemijlen.

In 1862 was de vuurtoren op Goeree van gietijzer. Deze werd in 1911 vervangen door een toren van ge-wapend beton die op Bevrijdingsdag, 5 mei 1945, door de Duitsers vernietigd werd. De apparatuur van de vuurtoren was echter al in veiligheid gesteld en werd later gebruikt op de vuurtoren van Ameland.

De huidige toren is in de periode 1947–1950 in deze vierkante vorm gebouwd.

35

Page 36: TOF 2

Gelein kan toverenHij weet het nog precies. Fred Kaps was op tv.

De bekende goochelaar deed een truc. Iets met een sjaaltje en een verdwijnende en weer opduikende beker. Balletjes die zomaar verdwenen

en weer tevoorschijn kwamen. Gelein Ruts was een jaar of achttien. Hij keek ademloos naar de buis. Fantastisch vond hij het. “Ik moest weten hoe het zat. Ik moest het kunnen.”

Meester of magiër?

tekst: Kees van Rixoort foto’s: Kaat Stieber en Jaap Reedijk

En het is gelukt. Gelein is goochelaar geworden. Of magiër, zoals hij zelf zegt. Het zat niet in de familie, zegt de Dirkslander. “In mijn hele familie is er niemand te vinden die dit doet.” Desondanks was zijn geboortedatum misschien al een aanwijzing: 9 – 10 – 50. Negen tien vijftig, zijn geboortejaar – het is al bijna een truc.

Page 37: TOF 2

Gelein kan toveren

Meester of

37

Page 38: TOF 2

MAGISCHE WERELD

De dag na het tv-optreden van Fred Kaps ging Gelein naar de boekhandel. “Ze hadden daar één boekje over goochelen. Van Baron. Maar dat was flauwekul, dat zocht ik niet. Ik wilde meteen ‘in de eredivisie voetbal-len’. Professioneel. Niet met een goocheldoos, dat is rommel en werkt niet motiverend. Er stond een adres in Maassluis in dat boekje. Ik ging ernaartoe en daar had-den ze een boek dat ingewikkeld was. De basis ontbrak. Maar via die man in Maassluis kwam ik wel in contact met de magische wereld.” Bij de Rotterdamse vereniging De 52 Schakels wist Gelein zich te bekwamen in de kunst van het goochelen. Hij slaagde er voor zijn examen en kon aan de slag. “De opleiding was zeer gedegen. Er was een avond dat ik met rode oortjes naar huis ging, zo overdonderd was ik door al die technieken en trucs.” Later werd hij lid van Goochelclub Rotterdam, de grootste van Nederland, en daar is hij nog steeds lid van. Gelein was ook bestuurder van die vereniging. Met zijn goochelkompaan John Anders gaf hij een tijdschrift uit – het was nog in de tijd van de stencilmachine – en schreef hij de trucrubriek van het vakblad van de Neder-landse Magische Unie.

Het eerste NK waaraan Gelein meedeed was een flop. Maar in 1985 wist hij de titel Goochelaar van het Jaar in de wacht te slepen tijdens een wedstrijd die door Richard Ross was georganiseerd. De prijs – een doos met goochelstaf – staat in Dirksland, in de werkkamer van Gelein. Daar staat, naast een indrukwekkende goochelbibliotheek, ook ‘het bedrijf van de goochelaar’: een koffer met kaartspelen, balletjes enzovoorts. “Ik was verbaasd dat ik die wedstrijd won”, lacht hij. “Ik heb nog twee keer aan het NK meegedaan en beide keren ein-digde ik als derde. De laatste keer, in Haarlem, maakte ik een foutje. Anders had ik gewonnen, denk ik.”

ENTERTAINMENT

Gelein behoorde dus tot de top van Nederland. Vooral door zijn weergaloze techniek. Wat hij het liefst deed was optreden aan tafeltjes in een restaurant, of tijdens kindershows. Hij werkte vijfentwintig jaar als hoofd-magiër Gelein in stadherberg De Mol in Delft. Aan die periode is net een einde gekomen. “Aan tafeltjes in een restaurant is het moeilijkst. Het is close-up goochelen, je ziet alles. In stadsherberg De Mol liepen tijdens een maaltijd allerlei artiesten rond, ook muzikanten. Na de soep ging ik aan het werk. Soms zaten er wel honderd-tachtig gasten. Het was hard buffelen, want je wilde ze allemaal je trucs laten zien. Het is entertainment, plezier maken.”

De mensen vonden het leuk. Als ze aan Gelein vroegen hoe hij het deed, wat regelmatig gebeurde, was zijn ant-woord: “Goed.” Soms, heel soms, legde hij weleens één trucje uit. Maar de goochelaar is er uiteraard alles aan gelegen om de illusie in stand te houden. “Men ziet het soms wel als bedriegen, maar je creëert een schijnwer-kelijkheid, een illusie. Af en toe een beetje uitsloven, dat hoort er ook bij.” Trucs met balletjes, kaarten, een touw,

elastiekjes – dat soort werk kon je van Gelein ver-wachten. Een vrouw doorzagen en dan weer aan elkaar plakken, nee, daar zag hij de lol niet zo van in. Lachend: “Ik weet wel hoe het moet, maar het is pas lollig als je ze niet meer aan elkaar plakt.”

Op Goeree-Overflakkee staat Gelein bekend als de goochelende schoolmeester. Hij werkte op obs d’n Tuun in Middelharnis. Het werk voor de klas combi-neerde hij jarenlang met optredens in stadsherberg De Mol en tal van andere locaties in Nederland. “Er waren jaren bij dat ik over de honderd schnabbels had. Ik reis-de letterlijk van Den Helder tot Maastricht. Als ik dat pak aantrok, was ik een andere persoon. Een artiest.”

GORTDROGE HANDEN

Goochelen is mooi, “meer dan een hobby”, en de goochelaar oogst waardering en bewondering. Gelein: “Je past een aantal basisprincipes toe: verdwijnen – verschijnen, kapotmaken – heel maken… Wat je als goochelaar doet is zoiets als bij een muziekstukje: je zet als het ware de noten mooi achterelkaar. Of er trucs zijn die ik niet beheers? Eh, ja. Dat komt omdat ik van die gortdroge handen heb. Voor sommige trucs heb je een beetje zweet nodig.”

Die truc van Fred Kaps, waar alles mee begon, ja, die kan magiër Gelein natuurlijk ook uitvoeren. Al is-ie wel moeilijk. “Ik moest weten hoe het zat. Ik moest het kunnen” – dat is aardig gelukt.

Page 39: TOF 2

Wilt u het verhaal op deze pagina lezen?

Zeg dan dan de magische spreuk

Aparecium

*

Aparecium is een complexe spreuk met een oorsprong vanuit het oude Latijnse woord apparere wat verschijnen betekent.Werkt de spreuk niet, dan verwijzen wij u naar Gelein :)

39

Page 40: TOF 2

De Kaai bij de haven in Ooltgensplaat zag er op 12 september heel anders uit. Wat een ambiance! Feesttenten met gezellig gedekte tafels, een keet als drankloket, een tent met buffet van culinaire hoog-standjes, vrolijke gasten en een muzikaal duo dat het sfeerplaatje geheel voltooide door het spelen van Franse chansons. En TOF was uitgenodigd om dit bijzondere eet- festijn te beleven en te beoordelen.

Ella en Lianne werden gelijk al enthousiast van de paardentrailer, van waaruit het hele spektakel eens goed bekeken kon worden. ‘Goed voor Goed’ had de kar geheel in stijl ingericht: alsof je even een neutje bij

je grootmoeder kwam doen. Ella maakte de foto’s en Lianne schreef:

Wat gelijk opvalt, is de saamhorigheid die (ex-)bewoners uut de Plaete met elkaar beleven en waardoor dit initiatief een jaar eerder tot stand is gekomen. Een naam die daar veel bij valt, is die van Ton Korteweg. “Een feest voor en door elkaar”, licht Lieke, één van de initiatiefnemers, toe. “De één houdt van koken, de ander heeft een biologische moestuin. Een derde is goed in brood bakken of bonbons maken, weer een ander heeft verstand van wijn en styling.

De jeugd serveert en wast af en mocht je hier allemaal niet aan kunnen voldoen, dan stel je je tafel en stoelen beschik-baar voor in de tent. Werkelijk iedereen wordt erbij betrok-ken.”

Verwacht niet dat je wordt bediend tijdens dit dorpsfeest à la France; je moet zelf je gerechten halen bij het buffet. Als deelnemer krijg je een 7-strippenkaart, voor elk gerecht heb je één strip nodig. Alles blijft in stijl. Er is zelfs een vergunning aangevraagd om glazen en porseleinen servies te kunnen gebruiken. Het past bij de duurzame gedachte achter dit hele evenement. Voor

Vurkje prikken met TOF op Kaoi culinair tekst: Lianne Mulder foto’s: Ella Vermaas

Page 41: TOF 2

WAH JOE KEN KENK OAK? PROBEREN MAAR!

BEREIDINGSWIJZE:

Verwarm de oven voor op 180C.

Meng citroensap, -rasp, basterdsuiker, eieren, eidooiers en 75 gram boter in een kom door elkaar.

Breng dit mengsel al kloppend aan de kook.

Laat 3 minuten doorkoken.

Zet de mengkom in een bekken met koud water en koel de massa al kloppend terug.

Voeg 75 gram boeter toe.

Stamp de speculaaskoeken tot kruim.

Smelt 150 gram boter en roer die door de fijngemaakte specu-laaskoeken.

Doe de kruim in een bakvorm en druk aan tot een koekbodem.

Zet de bodem 10 minuten in de oven.

Haal de bakvorm als de bodem gaar is uit de oven en giet de citroenmassa over een lepel op de bodem. Door de lepel te gebruiken, wordt de citroenlaag egaal verdeeld.

Serveer de taart met een lobbig geslagen room.“Zal best smaeke!”

BENODIGDHEDEN:

4 CITROENEN, RASP EN SAP

180 GRAM WITTE BASTERDSUIKER

3 STUK EIEREN

5 STUK EIDOOIERS

300 GRAM BOTER

1 PAK DE RUITER SPECULAASJES

CITROENTAART met een bodem van speculaos van “De Ruuter”

Vurkje prikken met TOF op Kaoi culinair

het toilet moet je naar de overkant van de haven, waar de plaatselijke watersportvereniging kosteloos het sani-tair ter beschikking stelt.

De gerechten worden allemaal door gepassioneerde hobbykoks gemaakt. De ingrediënten komen uit eigen tuin of van lokale producenten. Verrassende gerechten worden bereid. Geen simpel soepje, maar bijvoorbeeld Pompoen Naranjasoep of Saoto Kacang Pindasoep. Niet zomaar ‘aerepels, groent’n en vleis’, maar Var-kensfilet-Saltimbocca, of een Marquereau saute avec terrine (oftewel ‘geweun makreel). En dan het toetje! Citroen-speculaastaartje, Syllabub met speculaaslikeur en koffie met zinnenstrelende bonbons, zoals Lapsang Souchong-truffels! En dan te bedenken dat dit nog maar een kleine greep is uit wat er allemaal wordt geserveerd.

De organisatoren omschrijven Kaai Culinair zelf als een festijn waar proeven, muziek, ontmoeten en genieten hand in hand gaan. Daar is niets van gelogen. Dit feest moet een traditie worden.

Geen eenmalige gebeurtenis, daar is het gewoon te TOF voor!

41

Page 42: TOF 2

TOFFEmeansekieke foto’s: Dick van der Veer

Page 43: TOF 2

43

Page 44: TOF 2
Page 45: TOF 2

45

Page 46: TOF 2

Van wie ben joe d’r êên?Zeit...

tekst: Germa Graveland foto’s: Jaap Reedijk

Page 47: TOF 2

In de werkkamer hangt een portret van zijn twee dochters. De één in warme tinten, de ander in blauwtinten. “Zelf gemaakt, met als voorbeeld een foto,” zegt hij trots. “Wat wil je, als Rien Poortvliet familie van je is.” Oud-wielrenner Leen Poortvliet (72) lacht. “Verre familie. Als ik het goed heb, een achterneef van mijn vader.”

In het nieuwbouwappartement in Dirksland waar Leen en Bea Poort-vliet wonen hangen allemaal schilderijen van zijn eigen hand. De kwast hanteren is een geliefd tijdverdrijf van Poortvliet. Als hij geen lange fietstochten maakt met zijn vrouw. Van realistische portretten tot

abstracte kleurige schilderijen. Geregeld neemt hij ook les, zo vertelt de bezige bij. Maar schildertalent zit niet in de familie, het talent voor fietsen iets meer. “Mijn ouders hebben zelfs tot ze in de tachtig waren extreem lange fietstochten gemaakt. Dan gingen ze om 5 uur ’s ochtends weg om half 9 ’s avonds terug te komen. Ouddorp, Vlissingen, Arnemuiden, Goes, de Zeelandbrug en via Zierikzee en Bruinisse weer terug. 184 kilometer op een dag.”

Poortvliet was de eerste Flakkeeënaar ooit in de Tour de France. In 1969. “Ik heb hem niet uitgereden, hoor.” Het klinkt bijna verontschuldigend. “Ik viel in de tiende etappe bij de beklimming van de Galibier. Dat maakt ook niet uit, ik blijf toch de eerste.” Lang duurde zijn profcarrière niet. Een jaar later kwam zijn ploeg, Willem II Gazelle in conflict met de Belastingdienst. Er moest belasting worden betaald over de lonen voor de wielrenners. Het betekende het einde van de ploeg.Poortvliet ging als amateurwielrenner door en wist tot op hoge leef-tijd wel de ene na de andere wielerronde te winnen. Het leverde hem bekendheid in heel Nederland op. ‘Lange Leen’, zoals zijn bijnaam luidde, was met zijn 1.95 meter ook een bijzondere verschijning: destijds zelfs de langste renner uit de Tour. “Ik heb een foto uit de Tour, dat ze me naast de kleinste renner hadden neergezet. Een Spanjaard. Sta ik daar met mijn lange stelten.”

SLAGER

En dat als kleinzoon van slager Leen Poortvliet, van Straatdijk 30 in Dirksland. Een klein gedrongen mannetje met een snorretje. In die tijd één van de zeven of acht slagers in het dorp. Opa was een taaie, altijd in beweging en dan ook vingervlug. “Ik herinner me dat hij met kokendheet water de haren van een geslacht varken af moest halen. Dan ging hij met zijn hand heel snel het water in en nog rapper er weer uit. ‘Ja, het is warm genoeg’, zei hij dan, terwijl de stoom er vanaf kwam. We deden het hem niet na.”

Poortvliet had van kleins af aan groot respect voor zijn grootvader. “Dan vroeg iemand om bijvoorbeeld twee ons biefstuk en dan sneed hij dat op de gram nauwkeurig af. Zonder eerst te wegen. Als hij het dan op de weegschaal gooide, keek hij je met zo’n triomfantelijke blik aan. De hand van de meester.” Ook toen was mager vlees al erg in trek, want opa mopperde vaak over zijn klanten. ”Het zijn net schapen. Ze roepen maar ‘maeger’, ‘maeger’.” Grootmoeder Grietje Grinwis (oorspronkelijk uit Goedereede) hielp mee in de zaak, die precies aan de overkant was van waar nu wolwinkel Het Zwarte Schaap zit. “Oma had ooit iets aan haar knie gehad en liep moeilijk. Maar ze hielp altijd mee.”

De taaiheid van opa bleek ook toen hij op hoge leeftijd met de Solex ging rijden op de Heul in Dirksland. “Het voorwiel liep eruit. Hij maakte een koprol en liep gewoon weer verder. Geen centje pijn.” Leen lacht: “Maar als ik viel met wielrennen was hij in alle staten. ‘Wat een rotsport, wat een rotsport’, schold hij dan.”

De slager had graag gezien dat zijn enige zoon Cor de zaak zou over-nemen, maar dat ging niet. “M’n vader heeft het een aantal jaar gepro-beerd maar bij elk wondje had hij gelijk bloedvergiftiging. Hij moest dus iets gaan doen waarbij hij niet zo snel gewond zou raken. Dus werd hij postbode.”

Oud-wielrenner

‘Lange Leen’:

zoon van de

postbode

47

Page 48: TOF 2

Poortvliet denkt glimlachend terug aan zijn kindertijd. Baby Leen werd in het ziekenhuis van Dirksland geboren, op 20 juli 1943, midden in de oorlog. Hij lag verkeerd, dus het was nog ‘kiele kiele’. “Door dokter Stoel eruit getrokken, beroemd en berucht op het eiland.” De eerste jaren van zijn leven woonde hij in Sommelsdijk, in de buurt van de oude haven, maar daar-na werd het al gauw Dirksland. Daar maakte het gezin de Wa-tersnoodramp mee. De inwoners van het dorp hielden droge voeten. ”Ik weet nog dat ik die ochtend als eerste beneden kwam, de bel hoorde en omroeper Pietje Hof hoorde roepen: ‘Alle mannen moeten naar de dijk komen, want de dijk staat op doorbreken.’ Er moesten zandzakken neergelegd worden. Toevallig was er net zand voor het oude kerkhof gestort en waren er veel jutezakken.”

POSTECHTPAAR

Niet veel later vertrok het gezin Poortvliet, met de drie zoons Leen, Jaap en Jan, naar Herkingen. “Eerst naar de Peuterdijk, maar in 1954 verhuisden we naar het postkantoor, toen nog een redelijk nieuw pand aan de Molendijk.” Zijn ouders waren allebei al jaren in dienst bij de PTT, maar vanaf dat moment echt het ‘postechtpaar’ van Herkingen. “Elke dag kwam er een nieuwe stapel binnen. In de sorteer-kast werd alles uitgezocht, waarna mijn vader op de fiets ging bezorgen. Vooral de buitenroute was zwaar, naar de boeren. Vier kilometer de ene kant op, terug naar het dorp en dan weer vier de andere kant op. Door weer en wind.”

“Ik viel in de tiende etappe bij de be-klimming van de Galibier. Dat maakt ook niet uit, ik blijf toch de eerste.”

Zijn moeder Helena stond intussen in het postkantoor. “Dat deed ze al voordat ze wat met mijn vader kreeg. Zelfs al toen er nog niet zo lang telefoon was. Toen werkte het met stekkertjes, moest ze bellers letterlijk doorverbinden voor een telefoongesprek.” Zijn moeder werd ‘vrouw post’ genoemd. “Ze verkocht de postzegels, hielp met de stortingen op de Postspaarbank, geld wat in een grote kluis ging.”

Vaak ging hij in die tijd langs bij zijn grootouders van moeders kant, die verderop woonden aan de Molendijk: opa Jacob Wisse. “Mijn moeder is geboren in Zeeuws-Vlaanderen, maar nog voor de oorlog is het hele gezin naar Herkingen geko-men, naar een huisje aan de Molendijk. Opa was wagenma-ker, van die ouderwetse karren met prachtig houtsnijwerk maakte hij. Maar daar was weinig vraag naar, dus werd hij gewoon timmerman. Wel maakte hij nog altijd eggen, van die landbouwwerktuigen om kluiten uit de grond te halen.”

Poortvliet fronst als hij vertelt over de oorlogstijd, verhalen die hij uit ‘de overlevering’ meekreeg. “Dat was een drama in de familie. M’n opa zat bij het verzet, zijn zoon zat bij de SS. Op een gegeven moment was er bij Herkingen een vliegtuig neergestort. Iemand heeft toen gezegd dat hij een V-teken

tegen het vliegtuig in de lucht had gemaakt. Onzin, natuurlijk, maar mijn opa werd gelijk gevangen gezet. Dat was span-nend, hij kwam vrij toen bekend werd dat zijn zoon een SS’er was.”

De oud-wielrenner denkt dat in zijn tienerjaren de basis is gelegd voor zijn wielertijd. Elke dag ging hij met een vast ploegje naar de HBS in Middelharnis. “De bus was voor mietjes. Wij gingen op de fiets. Jan Murre, Henk Visser – allebei zonen van onderwijzers – Jaap van der Ster, zijn vader was de gemeentesecretaris, en ik, de zoon van de postbode.” Na een krantenwijk kon hij zijn eigen racefiets kopen. De rest is geschiedenis.

Poortvliet vindt het mooi dat nu aan hem de vraag is gesteld ‘Van wie ben joe d’r één?’ “Het laat me terugdenken aan mijn vader, die zeven jaar geleden overleed.” Zijn vader kende ie-dereen in Herkingen. “Logisch, hij zag als postbode ook prak-tisch dagelijks alle namen en adressen langskomen. Maar hij wilde ook alles weten. Dan kwam hij een klein ventje tegen, riep hem naar zich toe en vroeg ‘Van wie ben joe d’r een?”

Page 49: TOF 2

Alle toffe maensen bedankt!

Want dankzij jullie is de crowdfunding actie om ‘t Paerdje van Hernesseroord te laten restaureren een succes geworden. Op 7 november is de cheque ter waarde van € 1.000, namens jullie allemaal, over-handigd aan een zeer dankbare kinderboerderij Hernesseroord. De planning is dat het paardje in maart geheel hersteld weer wordt geplaatst op de originele plaats.

*OPROEP

Bij deze nogmaals een oproep om foto’s in te sturen van jezelf, van (klein)kinderen, van familie of van vrienden op ‘t paerdje. Alle foto’s worden verzameld en verwerkt in een collage, die opgehangen wordt bij de kinderboerderij. Een mooie herinnering aan mooie jeugdmomenten met ‘t paerdje. Stuur jouw foto naar [email protected]. Hartelijk dank, ook namens Hernesseroord.

49

Page 50: TOF 2

Dat uit zich onder meer in de in september gehouden End of Summer PartyEen avond om niet snel te vergeten, als het aan de bezoekers ligt. Die zijn deze avond in groten getale op het feest afge-komen. Niets is aan het toeval overgelaten om er een topavond van te maken. Al vanaf de parkeerplaats zijn de imposante en opvallende omtrekken van de beachclub goed te zien. Gasten worden via de rode loper ontvangen met een glaasje bubbels, waarna ze zich op het overdekte dans- en entertainmentterras begeven.

Daar staan een swingende DJ Slick Rick en Chocolate Brown achter de draaitafel om de eerste vroege vogels die al aanwezig zijn, op voorhand tot een dansje te verleiden. Maar die laten zich niet direct achter hun drankje vandaan halen en het duurt even voor de voetjes van de vloer gaan. En dan gaan ze ook goed los. “Wat een geweldig feest”, lacht Joost (47), terwijl hij een hoedje van het hoofd van een voorbijgangster plukt.

OESTERKONING

Te midden van dit feestgedruis maakt Guido de Oesterkoning – gehuld in een maliënkolder met open harnas – de feestgangers deelgenoot van zijn oesters. Die vinden gretig aftrek, hoewel de meningen over de smaak verdeeld zijn. “Lekker zacht voor de tong en ook best zout”, meent Pascalle (42), terwijl Guido alweer verder met zijn buidel vol schelpen tussen de dansende massa laveert en mensen verleidt tot het nemen van een hapje.

Werelds aan het Strand weet tropische temperaturen te halen

Te midden van de ongerepte natuur bij het Grevelingen-meer ligt bij Ecopunt-West beachclub Werelds aan het Strand. Een fenomeen voor de omgeving, niet in de laatste plaats vanwege haar idyllische uitstraling. Gelegen aan een baai waant de bezoeker zich in verre toeristische oorden à la Dubai. En die sfeer en uit-straling is precies wat Werelds beoogt, mét behoud van toe-gankelijkheid voor eenieder.

Page 51: TOF 2

Dan is het tijd voor entertainment. De sexy klanken van saxofonist Milan weerklinken door de ruimte, bijgestaan door de verleidelijke elegantie van de dames van Studio Jet van Dijk, die in kleurrijk uitgedoste outfits de avond in het licht zetten. Martino Latupeirissa op percussie weet ook van wanten. Het opzwepende ritme brengt de gasten in hogere sferen en ze klappen enthousiast op het ritme mee.

Werelds zou Werelds niet zijn als niet ook uitgebreid aan de inwen-dige mens is gedacht. Cati Gómez is één van de smaakmakers op de After Summer Party. De Spaanse maestra cortadora – meester snijder – van exclusieve ham van Iberische varkens, mag zich verheugen op grote belangstelling. De ham is dan ook een ware delicatesse en smelt bijna op de tong, zó flinterdun.

Terwijl de hamhapjes er goed in gaan, stijgt de stemming gaandeweg. Het gezoem gaat gestaag over in gebruis. Het tempo gaat omhoog, gasten worden vrijer in het contact en onderling ont-staat een mooie verbinding. Een bijzonder gegeven, temeer omdat de diverse aanwezigen behalve van Goeree-Overflakkee, vanuit de wijde omtrek komen. Zo is een clubje vrienden uit Breda dat met de boot is afgemeerd aan de buitensteiger, spontaan met de neus in de boter gevallen op het feest.Gastheer en eigenaar van Werelds aan het Strand Michel Schreuders is ook onder het publiek en tast bij zijn gasten af of zij een goede avond hebben, terwijl een act van een vuurspuwende dame enthousiast wordt ontvangen.

Het concept van Werelds is er één waarvan de roots niet bepaald Nederlands zijn. “We denken in Nederland vaak aan het bouwen van hotels met gangen en ‘konijnenhokken’”, legt architect Matthijs Zeelenberg uit. “Wij hebben juist gekozen voor laagbouw en bieden service en toewijding, we vertroetelen onze gasten. Het is geen vakantiepark, maar een 5-sterren hotelresort.”

NATUURLIJKE MATERIALEN

Voor het plan tot stand kwam, bogen Natuurrecreatieschap De Grevelingen en de gemeente Goeree-Overflakkee zich samen met veertig lokale ondernemers over de invulling van het gebied, waar-bij het ontwerp is ingebed in de natuur en de vakantiehuizen én het restaurant uit volledig natuurlijke materialen bestaan. Zo is gebruik gemaakt van houtskeletbouw en zijn de daken voorzien van mos.Te midden van de aangelegde duinen vormt de centraal gelegen beachclub een pleisterplaats, als het aan Michel Schreuders – tevens eigenaar van Werelds aan de Kade en Werelds Inside van Tieleman Keukens – ligt. “Je kunt bij ons het hele jaar door in een mooie luxe setting ongedwongen van het eten en van elkaar genieten. We bieden een goede prijs/kwaliteitverhouding en goede service. Wat je wilt beleven, kun je bij ons beleven. Voor elk wat wils en niet duur. De gast bepaalt uiteindelijk zelf wat hij uitgeeft.”Intussen staat de volumeknop voluit en gaan de gasten volledig uit hun dak. Als dan uiteindelijk ver na 01.00 uur de slottune klinkt, is de roep om ‘meer’ groot. Aan elk feest komt echter een einde, zo ook aan de End of Summer Party, die de boeken in gaat als ‘fantastisch’.

Werelds aan het Strand weet tropische temperaturen te halen

51

Page 52: TOF 2

Korte cursus Flakkeesdialect

Als wij Nederlanders op vakantie gaan passen we ons altijd aan aan het bezochte land. We kunnen er niets aan doen. Door de van ouds-

her ingebakken V.O.C.-mentaliteit zijn we nieuwsgierig naar gebruiken van de bewo-ners, willen we graag weten hoe de cultuur in elkaar steekt, wat ze eten en mengen we ons met veel plezier tussen de oorspronkelijke bevolking om de taal te leren. De ultieme test is dan om in hun taal een brood te bestellen of om de weg te vragen.

Om alle overkanters, toeristen en andere bezoekers van ons prachtige eiland ook dat stukje van Goeree-Overflakkee mee te geven hebben we een korte cursus Flakkees op-gezet. We zijn er zeker van dat u zich met deze basis woorden een eind zult redden op Goeree-Overflakkee.

Page 53: TOF 2

FLAKKEES PHONETISCH BETEKENT

ikke ikku ik joe joe jij mien mien mij saemen semme’n samen Zeit Zeit Zeg waer wer waar gae ge ga vraege vregge vragen heij hij heb loapen lappe lopen lang us langus haal eens bluuf bluuf blijf noe noe nu blie blie blij bejoer bezjoer tot kijk kwiet kwit kwijt waeter wèèter water warruk waaruk werk broad brot brood butter butter boter aerpel erpel aardappel juun jun uien vleis vlais vlees grôôtje gròtje vriendin/vrouw

Vul de betekenis van de onderstaande one-liners in, stuur de antwoorden naar [email protected] en maak kans op een TOF t-shirt!

Bin je d’r blie mee? ............................................. Ak je nie mêêr zie bejour éh .............................................

Loap mar deur or! ............................................. Heije butter op je hoad? .............................................

Noe binkut kwiet! ............................................. Wah joe ken ken’k oak! .............................................

Dat mok an’t grôôtje vraege ............................................. Da’s een kwaeien aerpel. .............................................

Zeit langus wat te zuupe! ............................................. Doe mar brun broad meh kaes. .............................................

Doe de test en win een TOF-shirt!

53

Page 54: TOF 2

Flakkee heit talentOp het tofste eiland van ons land, Goeree-Overflakkee, zijn veel verschillende sportverenigingen. In elk dorp is wel een voetbalclub te vinden, maar ook minder bekende sporten kom je tegen. Veel van deze verenigingen hebben leden die uitblinken in hun sport, maar sommigen bezitten talent voor hun sport. Deze sporttalenten krijgen de ruimte in deze rubriek.

Daphne van Peperstraten

tekst: Edwin van Os foto’s: Daphne van Pepertraten

Sporttalenten op Goeree-Overflakkee zijn geen uit-zondering. Op Flakkee passeerden al veel bekende sporters de revue. Deze oud-sporters stonden al vaak in de belangstelling en terecht, maar nu is het tijd

voor de nieuwe generatie. Deze jonge talenten staan nog aan het begin van misschien wel een imposante carrière. Zo ook het 15-jarige dressuurtalent Daphne van Peperstraten uit Oude-Tonge. Zij vertelt over haar prachtige paardenleven tot nu toe.

ANGST VOOR PAARDEN

Als klein meisje wilde Daphne niets van paarden weten, iets wat je vandaag de dag niet meer kunt voorstellen. Zo bang als ze was, nam ze altijd afstand van deze fantastische dieren. Tot het moment dat Daphne 8 werd en zij ineens wilde paardrijden. Opgetogen trokken moeder en dochter richting manege Oostmoer in Stad aan ‘t Haringvliet voor de wekelijk-se lessen. Dit vond Daphne zo geweldig, dat zij na twee jaar

Page 55: TOF 2

zelfs haar eerste eigen pony, Make my day, kreeg. Deze pony, die zij nog steeds bezit en nooit meer weg doet, heeft haar veel bijgebracht als het om dressuur gaat. Haar eerste dres-suurwedstrijd die Daphne reed op deze pony, reed zij samen met de vorige eigenaar van Make my Day. Dat zij talent had (en heeft) bleek hier al, want Daphne werd eerste. Daphne en haar pony groeiden uit tot een fantastisch team en mochten zelfs al in 2011 meedoen aan het NK Dressuur in Ermelo.

GROOT AMAZONE

Daphne bleek in de loop der jaren een uitzonderlijk goede amazone te zijn. Om dit nog beter te kunnen ontplooien reed zij diverse grote wedstrijden in Nederland. Vanaf 2012 reed zij zelfs internationale wedstrijden na de aankoop van een nog betere pony, Donata. Deze prachtige pony kocht zij samen met Tim Coomans uit Oud-Beijerland. De eerste wedstrijd in het buitenland was in Oostenrijk. “Internationaal rijden vind ik wel heel erg tof”, aldus deze jonge, enthousi-aste amazone. “Ik reed met Donata en Make my Day veel wedstrijden tegen het B-kader aan, maar ik wilde graag op het hoogste niveau rijden, het A-kader. Dit lukte niet met Donata en Make my Day en daarom hebben wij in oktober 2013 Don Camillo du Bois gekocht, waar ik gelijk wedstrij-den mee kon rijden. Hier lukte het wel mee.”

In november van datzelfde jaar kreeg Daphne de onver-wachtse mogelijkheid om nog een fantastische pony aan te schaffen. Wonderfull Girl, afkomstig uit Duitsland, bleek eveneens een fantastische dressuurpony. Na een half jaar intensief trainen gingen Daphne en Wonderfull Girl in één keer door naar het hoogste niveau, het A-kader. Daphne en haar moeder vertellen enthousiast over alle wedstrijden die zij sindsdien bezoeken met deze fantastische pony’s.

EUROPEES KAMPIOENSCHAP

Om zover te komen waren vele uren trainingsarbeid nodig. Sinds enige tijd traint Daphne zeven dagen in de week op diverse pony’s en een paard. Dit doet zij ongeveer een kleine drie uur per dag. De wedstrijden doet zij nog op Don en

Wondi, zoals zij hen liefkozend noemt, maar trainen doet zij ook al vaak op haar nieuwe paard Evita de la Vigne. Hier gaat zij binnenkort ook wedstrijden mee rijden. Daphne traint niet alleen op haar huisadres in Oude-Tonge, maar ze gaat ook twee keer in de week naar het Gelderse Brakel, waar zij traint bij de topruiters Marlies en Coby van Baalen. Deze twee begeleiden Daphne tijdens vele wedstrijden. Dit moet ook wel, wil je bij de Nederlandse dressuurtop horen. Dat zij hier al bij behoort bleek afgelopen jaar. Daphne werd geselecteerd voor het Nederlands dressuurteam pony’s, dat

onder leiding van bondscoach Tineke Bartels mocht deelne-men aan het Europees kampioenschap te Malmö, Zweden. Daphne haalde hier met het team en uiteraard samen met Don Camillo du Bois een prachtige vierde plaats. Individu-eel deed zij mee met een kuur op muziek. Ze werd daar-mee zevende en was daarmee de beste Nederlander. Een prestatie die in dressuurminnend Nederland uiteraard groots ontvangen is, maar in de eilandelijke pers nauwelijks of niet is genoemd.

SCHOOL

Door het drukke ponyleven van Daphne, zit zij op een specia-le school. Na de eerste twee jaar havo op de RGO te Middel-harnis, bleek dit niet meer te combineren. Nu zit Daphne op de topsportafdeling van het Thorbecke college in Rotterdam. Hier kan zij haar favoriete sport bedrijven en tegelijkertijd haar school afmaken. Iedereen kan naar deze school, maar omdat Daphne door het NOC/NSF is aangemerkt als topsporter heeft zij een aantal privileges om buiten haar schoolwerk om, ook haar sport optimaal te beoefenen. Doordat Daphne rijdt in het zogenaamde A-kader heeft zij recht op deze privileges. Dit betekent niet dat zij haar schoolwerk kan laten versloffen. Zij moet juist nog harder werken om haar havodiploma te ha-len. “Ik moet veel zelfstudie doen en dat is soms wel erg pittig. Heb ik een vraag, dan kan ik die via mail stellen, maar dat is uiteraard minder dan persoonlijk in een klas”, aldus Daphne. Hard werken voor een meisje van vijftien jaar, maar tot nu toe loopt zij heel goed door haar school.

INTENSIEVE SPORT

Dressuur rijden is een vrij intensieve sport. Niet alleen het reizen in haar eigen truck naar de wedstrijden, waarvan som-mige internationale wedstrijden ongeveer 1200 kilometer van huis zijn, maar ook de verzorging van haar pony’s, paard en zichzelf kost veel energie. Toch levert het haar veel posi-tieve energie. Als je iets graag doet, kost het geen energie, maar levert het juist veel op. Gelukkig zijn veel mensen en bedrijven haar goed gezind en zorgen voor de broodnodige spullen om Daphne uit te laten groeien tot een amazone van wereldformaat. Ook ondervindt Daphne veel steun bij haar ouders Tonnie en Helga, broer Thomas, dierenarts Margriet Visser en anderen die een heel team op de achtergrond vormen en haar helpen bij het verwezenlijken van haar grote droom: olympisch kampioen dressuur worden.

Ik reed met Donata en Make my Day veel wedstrij-den tegen het B-kader aan, maar ik wilde graag op het hoogste niveau rijden, het A-kader.

55

Page 56: TOF 2

Hoe hiet joe?Jan Both vertelt over de herkomst van de Flakkeese familienamen

tekst: Jan Both en Pau Heerschap

KOMMERKOMTEBEDDE

Iedere streek heeft zo zijn eigen familienamen. Dat kan zelfs per dorp verschillen. Je hoeft er maar een telefoonboek voor op na te slaan om te zien welke achterna-men waar het meest voorkomen. Ook de Nederlandse Familie-namenbank van het Meertens-instituut geeft aan waar bepaalde namen het meest geconcentreerd zijn. Hoe donkerder de kleur hoe meer naamgenoten er wonen in een gemeente. Het zal geen ver-rassing zijn, dat als je Grinwis of Tanis intypt de kop van het eiland donker kleurt.

Page 57: TOF 2

De naam Vroegindeweij vind je vooral in Middelhar-nis en Sommelsdijk. Zo zijn er meer namen die veel voorkomen en iemand die bekend is met het eiland kan daar direct een plaatsnaam bij noemen. Voor-

beelden aan de oostzijde van het eiland zijn o.a.: Vervloet (ook met d), De Boet (ook met d), Hotting, De Vos, Van Peper-straten, terwijl aan de westzijde namen zoals Hameeteman, Westhoeve, Sperling en Mierop veelvuldig voorkomen. Het zijn slechts enkele voorbeelden, want er zijn er veel meer te noemen.

De herkomst van de families is een studie op zich. Dit artikel heeft niet de pretentie een verslag te zijn van een uitgebreid onderzoek. Zie het als een eerste kennismaking. Het zou goed zijn om eens in kaart te brengen waar de voorouders van bekende families vandaan zijn gekomen. Duidelijk is wel dat velen uit Zeeland, Brabant en van de Zuid-Hollandse eilanden, maar ook wel uit het buitenland, met name uit Vlaanderen en Duitsland, afkomstig zijn.

Achternamen komen hier al vroeg voor. Zeer oude familiena-men zijn bijvoorbeeld Kattestaart en Breeman. In de zeven-tiende eeuw hebben de meeste mensen op het eiland al een achternaam, nog een enkeling heeft een patroniem. Zo wordt Janszoon, Jansen en Corneliszoon, Cornelissen. Maar velen krijgen een andere achternaam. In de meeste gevallen is de herkomst niet meer te achterhalen. Bij anderen is dat duide-lijk, bijvoorbeeld een beroep of plaats van herkomst (b.v. Van Alphen en Van Putten).

TYPISCHE VOORNAMEN Voornamen zijn de laatste decennia veel aan mode onder-hevig, maar eeuwenlang worden familieleden vernoemd, de zogenaamde patroniemen. In zekere families komen kenmer-kende voornamen daarom veel voor, soms nog tot op de dag van vandaag. Bij de familie Vroegindeweij is dat Dammis, bij Peeman is dat Danker en bij Van Eck is dat Floor. We zijn nu op het punt gekomen waar we enkele typische voornamen gaan noemen, die buiten het eiland minder gang-baar zijn. Dammis en Danker zijn al genoemd, maar er zijn nog enkele mooie voorbeelden te noemen. Denk daarbij aan: Dingeman, Eeuwit, Iman, Kommer, Dimmen, Stoffel, Balten en Gillis, Jillis of Nillis. Vroeger werden ook de voornamen Boelhouwer, Cent, Storm en Tobias gebezigd. Soms worden namen herontdekt. Zo is Storm een naam, die weer populair is voor jongens.

Vrouwen worden tot enkele decennia terug meestal ‘liefkozend’ met een verkleinwoordje aangeduid. Geertje, Antje, Huibertje, Jannetje, Maatje, Leuntje en ga zo maar door. Dat is in veel gevallen niet alleen hun roepnaam, maar ook

geboortenaam. Het zijn destijds vanzelfsprekend ook echte vrouwennamen en geen verkleinvorm van een mannelijke naam. Oude vrouwennamen zijn: Martina, Elizabeth, Lena, Pieternella en Geertruida, waarvan de roepnaam in veel geval-len toch weer wordt afgekort. Zo wordt Elizabeth meestal Betje en Geertruida doorgaans Trui.

BIJZONDERE ACHTERNAMEN

De naam Vroegindeweij is hier algemeen bekend. Ondanks dat er verschillende schrijfwijzen gebruikt worden, is het allemaal familie. De oorsprong ligt in de Hoeksche Waard. Daar komen we in de zeventiende eeuw Claes Dammisse Vroegindeweij tegen, die getrouwd is met Maeijcke Abrahams ’t Hoertje. Eén van hun kleinzoons komt naar Flakkee en de rest weten we.Lang niet bij alle veelvoorkomende familienamen van het eiland kan gezegd worden dat het allemaal familie is. Zo zijn er verschillende takken Tanis, Kiev(i)t en Van Es, die niet zijn te linken. Veel Nederlandse familienamen verwijzen naar een plaats van herkomst. Ook op het eiland zijn daar voorbeelden van, namelijk de namen Melissant, Goeree en Van Herken.

Mooie namen zijn: Onderdelinde, Schoonejongen, Den Eerzamen, Plokhooij en Komtebedde. Sommige families zijn (nog) maar heel klein. We kunnen dat eenvoudig nagaan op de Familienamenbank. De hierboven genoemde namen zijn daar voorbeelden van. Andere zijn: Breesnee, Gestel, Hardendood, Klapmuts, Koudijzer, Liefbroer, Nattekaas en Palingdood. Enkele namen van families die (bijna) uitgestorven zijn leven voort als toponiem. Voorbeelden hiervan zijn de Barna(r)t en Lukaartdreef in Nieuwe-Tonge en de Perdamusweg onder Middelharnis.

VERDWENEN VAN HET EILAND

Families komen en gaan. Er is van oudsher een instroom van personen en gezinnen naar het eiland, maar er zijn er ook die het eiland verlaten. Vaak is dat om economische redenen. Bij het uiteenklappen van de visserij in Middelharnis aan het begin van de vorige eeuw, zijn de meeste vissers naar andere vissersplaatsen vertrokken. In de negentiende eeuw vertrekt ongeveer een derde deel van de inwoners van Ouddorp en Goedereede naar de Verenigde Staten om daar een nieuw bestaan op te bouwen. Onder degenen die het eiland hebben verlaten, bevinden zich ook enkele vooraanstaande families, zoals Anemaet, Kolff en Van Weel. Familienamen die we nog wel tegenkomen in de oude bevolkingsregisters, maar die nu zijn verdwenen van het eiland en in Nederland nog zeer sporadisch voorkomen, zijn: Abeele, Armstrong, Berits, Masteluijn en Van de Roovaart,

VERDWENEN NAMEN

Sommige namen komen helemaal niet meer voor in ons land en soms is dat maar goed ook. Zo woont er in het begin van de zeventiende eeuw in Oude-Tonge een gezin met de naam Clootsack. In diezelfde periode komen we in Sommelsdijk de familie Sladoot tegen. Je roept het dan ook over jezelf uit, dat de familie is uitgestorven. Andere families die hier langere tijd hebben gewoond zijn: Bestenoompje, Breeborst, Dub-beldeturf, Dubbeldestuiver, Grouwkous, Olijkert, Vliegvis en Vrougenougst. Deze namen zijn voorgoed verleden tijd.

“Van oude vrouwennamen wordt de roepnaam in veel gevallen afgekort. Zo wordt Geertruida doorgaans Trui”

57

Page 58: TOF 2

Dat nodigt wel uit als je een beetje oor hebt voor het Flakkeese dialect. De tekst staat op – hoe kan het ook anders – een koffiekopje. Het kopje is een onderdeel van het ontbijtservies, dat

Meriam van Balen-van Franeker uit Dirksland onlangs op de markt heeft gebracht. “De eerste reacties zijn heel positief.” Meriam heeft een passie voor serviezen. “Ik ben er gek van”, zegt ze. Haar verzameling strekt zich uit over meerdere kasten in haar huiskamer, en ook in de keuken staat van alles. Kopjes, borden, schalen, schotels…

FLAKKEES“Ik wilde al een tijdje zelf iets met serviezen gaan doen, maar ik wist lange tijd nog niet in welke context. Tot anderhalf, twee jaar geleden. Toen besefte ik dat er geen Flakkees servies is. Er is bijvoorbeeld wel een Zeeuws servies, met plaatjes. Ik dacht meer aan een servies met teksten, hoewel ik later – als het lekker loopt – ook wel iets met plaatjes wil gaan doen. Plaatjes van herkenbare punten op het eiland.”

Om haar idee te realiseren legde Meriam contact met een porseleinbakkerij in Maastricht. Ook richtte ze een bedrijf op, De Servieskast van Flakkee, en lanceerde ze een web-site, die uiteraard www.deservieskastvanflakkee.nl heet.Een servies met teksten, dat sluit ook aan bij de trend die je in veel servieswinkels ziet. Maar er is een belan-grijk verschil: de teksten die Meriam op haar servies laat zetten zijn in dialect. ‘Komme maälek’, staat er in een

sierlijke schrijfletter op de melkbeker mét deksel. Naast de melkbeker en het koffiekopje is er natuurlijk ook een ontbijtbord. Op de rand staat: ‘Un sneetje brôot’.

Het driedelige ontbijtservies is nog maar het begin. Er staan verschillende andere serviesonderdelen in de spreekwoordelijke steigers. Zoals een papschaaltje en een mok met de tekst ‘Die MOK aok ha!’.

Als het Flakkeese servies aanslaat bij het publiek, volgen er meer uitbreidingen. Het servies trekt de aandacht, de eerste bestellingen zijn de deur al uit. Er kwamen ook aanvragen uit Rotterdam en zelfs Limburg binnen. Meriam verkoopt de serviezen nu nog alleen vanuit haar huiska-mer, maar op den duur zouden ze ook op verschillende verkooppunten verkrijgbaar moeten zijn.

BETAALBAARDe witte kopjes, bekers en borden hebben een gang-baar model en zijn van hoge kwaliteit. “Met het Flakkees servies zitten we aan de bovenkant van de markt, maar de prijzen zijn niet hoog. Het moet wel betaalbaar blijven, vind ik. Een mooi verjaardagscadeau en écht iets van Goeree-Overflakkee. Dit zet ons eiland op de kaart. Maar misschien komen er in de toekomst ook wel serviezen met andere dialecten. Er zijn al vragen vanuit het West-land en de Achterhoek…”

Het servies is verkrijgbaar bij VVV Ouddorp en “Bij Elles”.

Flakkees bakkie leut leutig bakkie

tekst: Kees van Rixoort foto’s: Meriam van Balen

in een

Page 59: TOF 2

Sfa Print b.v. tbp electronics b.v. Op Koers Semaphore Signs b.v. De Klepperstee Dörr en Van Rossum Estate Invest Bluehome Jaap Reedijk Gniaal WeDesignit Gelukkig Ondernemen Specialitaart EverJeans Point Office Support Design van Morgen Tieleman Keukens Razzle Dazzle design NIVU Beachclub ‘t Gorsje Straal! Eetcafé No. 9 De Vos financiële diensten Coolbergen De Mekkerstee Noordhuys Tomatoes JK LeesmappenDe Wit Mechanisatie Mondhygiëne praktijk ‘t Lesje Talk2MoveMaeckbaar Brasserie ‘t Vingerling Plaza ‘t HoekjeXSARUS Vogelcentrum GO Barbara’s HairfashionHet Huis van Jansen De Febriek Albert Heijn OuddorpInterGreen / InterChem Hormiga Management Wonen op FlakkeeRia Tiggelman ‘t Ford Prins Hendrik MM-Lab2serveU FidesWonen De Vogel TINC Advocatuur Werelds aan het Strand

TOF magazine is mogelijk gemaakt door de onderstaande toffe sponsoren:

Wil jij ons initiatief ook sponsoren dan vinden wij dat natuurlijk erg TOF. We willen namelijk graag een vervolg kunnen geven aan dit positieve initiatief. Daar hebben we fi-nanciële hulp voor nodig. Ben jij ook Trots op Flakkee? Dan kun je ons sponsoren! We bieden diverse sponsorpakketten aan. Kortom, de mogelijkheden zijn eindeloos... net als de trots op ons mooie eiland! Let wel: sponsor ben je niet voor het leven, maar voor één editie.

Buutegeweun TOF € 1.000,00 Je krijgt 100 exemplaren van TOF magazine

Das heel erg TOF € 500,00 Je krijgt 50 exemplaren van TOF magazine

Das erg TOF € 250,00 Je krijgt 25 exemplaren van TOF magazine

Das TOF € 100,00 Je krijgt 10 exemplaren van TOF magazine

Mail naar [email protected] met als onderwerp ‘sponsor’. Je maakt onze dag onwijs TOF als je ons met een financiële bijdrage wilt helpen. Namens TOF en alle maense van Goeree-Overflakkee alvast buutegeweun bedankt!

59

Page 60: TOF 2

[email protected] www.trotsopflakkee.nl