Toelichting OMS landschap

18
Bijlage 1a Het OMS landschap anno 2014. Inleiding: onderwerpen binnen het OMS landschap. Hieronder staat een indeling van alle strategische en operationele onderwerpen op het gebied van OMS. Deze onderwerpen zijn toegelicht met een afbeelding in de PowerPoint bijlage 1b. Veel van de onderwerpen hebben geen direct gevolg voor de inrichting van LMO op korte termijn. De onderwerpen staan echter allemaal in verband met het ontvangen en beoordelen van OMS meldingen door de meldkamer. Bij veranderingen moeten daarom alle onderwerpen in ogenschouw genomen worden. 1. Wat is een OMS abonnee 2. Doel van een aansluiting op OMS 3. De functie van OMS 4. Uitvoering in huidige situatie 5. Verantwoordelijkheid 6. Objectpreparatie, toezicht op noodzaak aansluiting OMS, kwaliteit verbindingen. 7. Beheer 8. Alarmoverdracht en repressief optreden De strategische onderwerpen ( 1, 2 en 5) zijn bepalend voor de toekomst van OMS en de opdracht die het LMO gaat krijgen van de veiligheidsregio’s (en dus ook de nog te ontwikkelen visie `het ontvangen en beoordelen van automatische medlingen`. De functie van OMS en de technische uitvoering in de huidige situatie (3 en 4) zijn bepalend voor de manier waarop op korte termijn het ontvangen en beoordelen van OMS meldingen technisch uitgevoerd kan gaan worden door de LMO. De onderwerpen 6,7 en 8 gaan over de manier waarop de meldkamer vervlochten is met lokale brandweerprocessen (risicobeheersing en operationele voorbereiding). Onderwerpen 6 en 7 vragen om het uniformeren van afspraken tussen lokale processen en de meldkamer. Men name “8 Alarmoverdracht en repressief optreden” is van invloed op de werkwijze bij het ontvangen en beoordelen van OMS meldingen door de LMO. 1

Transcript of Toelichting OMS landschap

Page 1: Toelichting OMS landschap

Bijlage 1a Het OMS landschap anno 2014.

Inleiding: onderwerpen binnen het OMS landschap.

Hieronder staat een indeling van alle strategische en operationele onderwerpen op het gebied van OMS. Deze onderwerpen zijn toegelicht met een afbeelding in de PowerPoint bijlage 1b.

Veel van de onderwerpen hebben geen direct gevolg voor de inrichting van LMO op korte termijn. De onderwerpen staan echter allemaal in verband met het ontvangen en beoordelen van OMS meldingen door de meldkamer. Bij veranderingen moeten daarom alle onderwerpen in ogenschouw genomen worden.

1. Wat is een OMS abonnee2. Doel van een aansluiting op OMS3. De functie van OMS4. Uitvoering in huidige situatie5. Verantwoordelijkheid6. Objectpreparatie, toezicht op noodzaak aansluiting OMS, kwaliteit verbindingen.7. Beheer 8. Alarmoverdracht en repressief optreden

De strategische onderwerpen ( 1, 2 en 5) zijn bepalend voor de toekomst van OMS en de opdracht die het LMO gaat krijgen van de veiligheidsregio’s (en dus ook de nog te ontwikkelen visie `het ontvangen en beoordelen van automatische medlingen`.

De functie van OMS en de technische uitvoering in de huidige situatie (3 en 4) zijn bepalend voor de manier waarop op korte termijn het ontvangen en beoordelen van OMS meldingen technisch uitgevoerd kan gaan worden door de LMO.

De onderwerpen 6,7 en 8 gaan over de manier waarop de meldkamer vervlochten is met lokale brandweerprocessen (risicobeheersing en operationele voorbereiding). Onderwerpen 6 en 7 vragen om het uniformeren van afspraken tussen lokale processen en de meldkamer. Men name “8 Alarmoverdracht en repressief optreden” is van invloed op de werkwijze bij het ontvangen en beoordelen van OMS meldingen door de LMO.

1

Page 2: Toelichting OMS landschap

1. Wat is een OMS abonnee

Toelichting bij figuur 1. De OMS abonnee doet zaken met verschillende spelers, elke keer vanuit een andere rol.

De OMS abonnee vervult minimaal vijf rollen;

Abonnee is vergunninghouder die aan bepaalde voorschriften moet voldoen. Abonnee is zakelijke klant die de aansluitkosten betaalt. Abonnee is melder / noodorganisatie die reageert op de interne melding, die

bereikbaar is voor de meldkamer en de brandweer opvangt. Abonnee is een brandweeringang, deelobject of verzameling daarvan. Abonnee is een technische voorziening in de vorm van een doormeldeenheid.

a) Er is onduidelijkheid over deze verschillende rollen en daarom hebben we geen definitie wat één OMS abonnee is .

b) Dezelfde termen worden gebruikt voor verschillende onderwerpen én verschillende termen worden gebruikt voor hetzelfde onderwerp. Goede definitie van termen is nodig om allemaal dezelfde taal te spreken.

c) Ook in de onderwerpen 2 t/m 8 heeft de “OMS abonnee” steeds een andere betekenis. d) In de huidige architectuur van iDBK wordt onvoldoende rekening gehouden met de

verschillende rollen die “één klant” kan hebben.

Het is niet eenduidig geregeld met wie de OMS abonnee welke relatie heeft

e) De OMS aanbieder heeft over het algemeen een focus op de doormeldeenheid. Het nummer van de doormeldeenheid is tevens het OMS abonnee nummer. Vanuit het perspectief van de brandweer en meldkamer is de noodorganisatie en de brandweeringang belangrijk, niet de doormeldeenheid.

f) In sommige gevallen heeft de OMS abonnee een overeenkomst met de veiligheidsregio, in sommige gevallen met de OMS aanbieder.

g) De OMS abonnee heeft ook een relatie met operationele voorbereiding om objectgegevens aan te leveren en de telefoonnummers van de noodorganisatie actueel te houden.

h) De OMS aanbieder onderhoudt soms een webportal om aan- en afsluitprocessen te ondersteunen. Gegevens moeten handmatig worden overgenomen in het meldkamersysteem.

i) In elke regio zijn er andere abonnementskosten voor de OMS abonnee.j) In elke regio is er een andere brandweervergoeding. We weten niet of deze kan herleid

worden naar onkosten die gemaakt worden ten gunste van de OMS abonnee.k) Zijn de kosten / baten overdraagbaar?

2

Page 3: Toelichting OMS landschap

2. Doel van een aansluiting op OMS

Toelichting bij figuur 2. Een aansluiting op OMS maakt onderdeel uit van een pakket van maatregelen om er voor te zorgen dat de brandweer optimaal gefaciliteerd wordt om snel en effectief op te kunnen treden1. Er zijn namelijk bepaalde risico’s aanwezig die vragen om snel en effectief brandweeroptreden als reguliere voorzieningen falen.

Als er sprake is van een “verplichte aansluiting” dan volgt dat meestal uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

a) We weten niet wat de motivatie is van een OMS abonnee om aangesloten te zijn (slapende kinderen of gevaarlijke stoffen?).

b) De motivatie om aan te sluiten is waardevolle informatie voor preparatie, repressie en preventie.

c) We hebben geen uniform beleid over het toelaten van “niet verplichte” aansluitingen.d) Bij een aansluiting op OMS is er impliciet een verwachting dat de brandweer zal optreden om

bovengenoemde risico’s af te dekken. Er is geen standpunt of deze aanspraak op brandweerzorg terecht is.

Een OMS aansluiting maakt onderdeel uit van een pakket aan maatregelen. Andere maatregelen in het pakket zijn;

e) Snel ontdekken en melden (brandmeldinstallatie, BHV, OMS aansluiting).f) Toetreding (geprepareerde brandweeringang, vaak met sleutelbuis).g) Verkennen (Geografisch paneel, nevenindicatoren).h) Bereikbaarheidskaart.

1 Een aansluiting op OMS heeft alleen zin als men verwacht dat de brandweer een binnenaanval of redding zal gaan plegen. Het object moet daarop zijn voorbereidt. Alleen als de omstandigheden dat toelaten zal de brandweer een binnenaanval of redding inzetten.

3

Page 4: Toelichting OMS landschap

Andere Strategische onderwerpen zijn;

i) Het doel van de doormelding volgens de toelichting op het bouwbesluit en het Biza infoblad “Bouwbesluit 2012 Brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie”.

j) Welke brandweerzorg past bij een OMS melding. k) De verantwoordelijkheid van de gebruiker (melden en verifiëren) en de meldkamer

(ontvangen en beoordelen) zie ook hoofdstuk 5.l) Bevindingen van brandonderzoek over de rol van de automatische doormelding. m) Tijdswinst door snelle melding en alarmering. Tijdsverlies door verificatie en beoordeling.

Tijdswinst door meer informatie bij automatische melding en betere preparatie. n) Hoe om te gaan met diverse andere elektronische meldingen van airbags, zelfgebouwde aps,

via social media etc.o) Wie is de eigenaar van het OMS? Wie mag het exploiteren of gunnen? p) Wat is de juiste verdeling van verantwoordelijkheden voor verschillende onderdelen van

OMS. q) De relatie met OMS en opkomsttijden en inzetvoorstellen uit de leidraad repressieve

brandweerzorg.

3. De functie van OMS

Toelichting bij figuur 3. De functie van OMS is het overdragen van een melding vanuit de brandbeveiligingsinstallatie bij de OMS abonnee naar de meldkamer. De alarmmelding wordt snel en zeker overgedragen, zonder tussenkomst van menselijke handelingen. Adres, aanduiding brandweeringang, toedracht kan automatisch worden “ingeschoten” in het meldkamersysteem.

Het doel van figuur 3 is om duidelijk te maken dat het OMS onderdeel uitmaakt van een keten van gebeurtenissen. Het openbaar meldsysteem bestaat zelf uit minimaal drie onderdelen;

1. IN: Het oppikken van de melding bij de abonnee2. Het overdragen van de melding via uiterst betrouwbare verbindingen3. UIT: Het presenteren van de melding op de meldkamer

Technisch horen deze drie onderdelen bij elkaar. De veiligheidsregio is echter niet verantwoordelijk voor deze onderdelen. Zie hoofdstuk 5.

4

Page 5: Toelichting OMS landschap

4. Uitvoering in huidige situatie

Toelichting bij figuur 4. In de huidige situatie heeft de veiligheidsregio de verantwoordelijkheid genomen voor de overdracht van de melding.

a) Er zijn meerdere2 OMS aanbieders op de Nederlandse markt. b) De meeste veiligheidsregio’s hebben OMS uitbesteed aan één OMS aanbiederc) Bij het samenvoegen van regio’s zijn sommige meldkamers gedwongen om met meer dan

één OMS aanbieder te werken.d) In één geval is er bewust gekozen voor een vrije keuze van OMS aanbieder, maar de

veiligheidsregio blijft wel nadrukkelijk een rol spelen als degene die gunt. e) Elke OMS aanbieder werkt met een PAC om de verbindingen te bewaken. (De melding wordt

zonder tussenkomst van menselijk handelen doorgezet naar de meldkamer). f) Elke OMS aanbieder heeft een eigen ontvangststation en gebruikt daarvoor serverruimte (of

andere infrastructuur) op de meldkamer. Heeft daarom ook toegang nodig. g) Elke OMS aanbieder heeft een automatische koppeling met het meldkamersysteem

5. Verantwoordelijkheid

Toelichting bij figuur 5. Net zoals bij telefonische meldingen is de abonnee verantwoordelijk voor het melden en de meldkamer verantwoordelijk voor het ontvangen.

In de huidige situatie heeft de veiligheidsregio de verantwoordelijkheid genomen voor de overdracht van de melding (vorige hoofdstuk). Dit heeft verschillende redenen;

a) Gevoel van verantwoordelijkheid voor het faciliteren van een doormelding vanuit objecten. Bepaalde objecten hebben immers een wettelijke verplichting om aangesloten te zijn. Andere objecten vertegenwoordigen een bepaalde maatschappelijke waarde, of hebben zelf een wens om aangesloten te zijn.

b) Gevoel van verantwoordelijkheid voor de snelheid en betrouwbaarheid van de verbinding met risico-objecten.

c) In de begintijd van OMS was automatisch dataverkeer nog geen gemeengoed.d) De veiligheidsregio ziet OMS als inkomstenbron of werkverschaffing.e) Vrees bij de meldkamer voor onduidelijke of onnodige meldingen.f) Willen bewaken van toegang tot de meldkamer en meldkamersystemen.

2 KPN, Robert Bosch, Siemens, ASB security, Securitas, G4S, Chubb Fire & Security, Telesignaal.Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland exploiteert OMS zelf.

5

Page 6: Toelichting OMS landschap

6

Page 7: Toelichting OMS landschap

6. Objectpreparatie, toezicht op noodzaak aansluiting OMS, kwaliteit verbindingen.

Toelichting bij figuur 6. De figuur toont drie processen;1) Voorbereiden op brandweerinzet (zwart), bijvoorbeeld door een inzet voorstel of het maken

van een bereikbaarheidskaart van een OMS object.2) Aan- en afmelden abonnees (blauw). Dit start bij het bevoegd gezag. Uitvoering meestal

door Risicobeheersing. Abonnee meldt zich bij OMS aanbieder voor aansluiting. Ook operationele voorbereiding wordt in kennis gesteld van nieuwe abonnee en object wordt aangemaakt in het meldkamersysteem.

3) Testen van de doormelding (rood). OMS abonnee moet periodiek testen en OMS aanbieder moet verbindingen bewaken

Het is de taak van het Wabo bevoegd gezag (gemeente en provincie) om toe te zien op het feit dat de verplichte abonnee aangesloten is en dat er aan de kwaliteitseisen voldaan wordt. Er zijn niet altijd afspraken met bevoegd gezag Wabo over het toezicht.

7

Page 8: Toelichting OMS landschap

Brandweer voelt zich vaak verantwoordelijk voor het feit dat een verplichte abonnee aangesloten is, of voelt zich medeverantwoordelijk voor het belang dat een abonnee heeft om aangesloten te zijn.

a) Als een abonnee verzoekt om afsluiting wordt er vaak door risicobeheersing een toets uitgevoerd of de abonnee afgesloten mag worden.

b) We hebben geen uniforme werkafspraak over de oplevering van een installatie voordat deze wordt aangesloten. Wie voert dit toezicht uit, wat komt aan bod.

c) We hebben geen uniforme werkafspraak over het toetsen aan PvE, NEN normen, aansluitvoorwaarden etc.

d) We hebben geen uniforme werkafspraak over toezicht op maximaal aantal toelaatbare meldingen en de wijze van handhaven.

e) We hebben nog geen uniform beleid over het toepassen van vertraging van doormelding3.

f) Het is onbekend welke nadere eisen mogen worden gesteld in de aansluitvoorwaarden. Technische eisen uit de aansluitvoorwaarden mogen niet overlappen met de Wabo of verder gaan dan het bouwbesluit.

g) Het is onbekend of de inhoudelijke aspecten onder b) t/m f) anders zijn voor abonnees die verplicht zijn aangesloten of vrijwillig zijn aangesloten.

h) De OMS abonnee wordt nu herkent aan zijn OMS – Abonnee nummer. Dit is de code van zijn doormeldeenheid. In Nederland zijn deze codes niet uniek. Er wordt nagedacht over een nationaal nummerplan. Misschien is het beter om de brandweeringangen te gaan voorzien van een uniek nummer dat wordt doorgemeld.

i) De kwaliteit van de aangesloten installatie volgen uit de NEN2535. Als er teveel extrene loze meldingen worden gedaan dan wil dat zeggen dat de installatie niet aan de kwaliteit voldoet. Bevoegd gezag kan dan handhaven op de gebrekkige kwaliteit van de installatie. Het niet onnodig alarmeren van de brandweer is geen functionele eis die staat beschreven in de NEN2535. Dit moet dus worden geregeld in de aansluitvoorwaarden.

3 om het aantal externe meldingen te beheersen kan de gebruiker de interne melding verifiëren. Daarvoor is tijd nodig. Zie pagina 25 in Biza infoblad “Bouwbesluit 2012 Brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie”.

8

Page 9: Toelichting OMS landschap

Het is de taak van het Wabo bevoegd gezag (gemeente en provincie) om toe te zien op het feit dat het gehele OMS aan de kwaliteitseisen voldoet. Dit toezicht wordt nu uitgevoerd door de brandweer.

j) Toezicht op de kwaliteit van de OMS verbinding houdt onder andere in dat de alarmoverdracht getest wordt tot en met het punt waar de alarmering van een brandweervoertuig plaatsvindt (zie ook rode pijl in figuur 5 en 6)4.

k) Daarnaast moet elke OMS aanbieder zijn verbinding kunnen testen vanaf de eigen PAC tot en met de centralist bij intake. Elke OMS aanbieder heeft dus toegang nodig tot de meldkamer en claimt capaciteit van de centralisten. Welke afspraken moeten hierover gemaakt worden.

Objectpreparatie door objecteigenaar en operationele voorbereiding.

Zoals beschreven in hoofdstuk “2 doel aansluiten OMS” maakt de OMS aansluiting onderdeel uit van een pakket van maatregelen om brandweeroptreden te ondersteunen.

l) We hebben nog geen uniform beleid hoe eisen over de brandweeringang5 praktisch worden toegepast en getoetst;

m) Mag een onbeperkt aantal gebouwen doorgemeld worden als één object? n) Eisen aan aantal en locatie van brandweeringangen (in relatie tot inzetdiepte)6

o) De uitvoering van de ontsluiting van de brandweeringang (sleutelbuis). p) Wie is eigenaar van de sleutelbuis, wie heeft toegang en wie is verantwoordelijk voor de

inhoud van de sleutelbuis. q) Wie pleegt toezicht op naleving van de aansluitvoorwaarden. r) Onder welke voorwaarden kan de veiligheidsregio zelfstandig sancties uitdelen of

eenzijdig afsluiten. s) We hebben geen uniform beleid over het apart doormelden van criteria (hand /

automatisch / blussing ect) en het apart doormelden van brandweeringangen.

4 Op dit moment lopen er gesprekken bij hetCCV over deze wijze van testen.5 Bouwbesluit art 6.366 de leidraad “bluswatervoorziening en bereikbaarheid” uit 2003 gaf aanwijzingen voor de maximale inzetdiepte.

9

Page 10: Toelichting OMS landschap

7. Beheer

De OMS aanbieder heeft vaak een dienst waarmee abonnees aan- en afgesloten kunnen worden en waar ook objectgegevens in verzameld kunnen worden. Gegevens van OMS abonnees moeten handmatig worden overgezet in het meldkamersysteem.

Er is geen koppeling met iDBK, workflowsystemen, wabo-bevoegd gezag en het is niet zaakgericht ingericht.

Er zijn geen uniforme afspraken over:

a) Aansluiten en afsluiten van abonnees. b) Het testen van de doormelding door de abonnee.c) Het in onderhoud zetten of het langere tijd uitschakelen van doormelding. d) Wie is namens de abonnee bevoegd om in onderhoud te zetten, hoe wordt dat

gecontroleerd. e) Het verzamelen en registreren van abonnee gegevens. f) Actualiseren van telefoonnummers van de noodorganisatie (de telefoonnummers die

gebruikt worden voor contrabellen, uitvragen etc). g) Hoeveel gebruikers / processen zijn betrokken bij het aanmaken of muteren van een nieuwe

abonnee.h) Gebruik van basisregistraties of andere systemen.i) Synchronisatie van objectgegevens met de meldkamer systemen, iDBK, het workflowsysteem

bij de afdeling risicobeheersing en het bevoegd gezag.j) Signaleren van objecten die extra aandacht vragen van preparatie.

Per regio zijn andere afspraken over wie, per onderdeel, het beheer uitvoert; meldkamer of OMS aanbieder, of andere afdeling van de brandweer.

10

Page 11: Toelichting OMS landschap

8. Alarmoverdracht en repressief optreden

a) In sommige regio’s gebruikt de centralist het ontvangststation van de OMS aanbieder. b) Er is geen afspraak over de informatie die de centralist moet zien bij OMS alarm.c) Informatie nodig voor het aanmaken van een standaard pagerbericht. d) Bij OMS melding kan er automatisch een melding aangemaakt worden in het

meldkamersysteem, waarbij direct de juiste meldkamerclassificatie gekozen wordt. e) De BMI bij de klant heeft veel informatie over hoe de brand die zich ontwikkelt. De

doormelding draagt maar heel weinig informatie hiervan over aan de meldkamer.f) Op dit moment wordt bij doormelding nog geen onderscheid gemaakt tussen reguliere

melding en technisch geverifieerde melding. g) Welke informatie loopt via de meldkamer, welke via iDBK. h) Er is een Europees protocol voor elektronische meldingen; “E112”. i) Er worden verschillende beoordelingsprotocollen7 gevolgd (bv contrabellen)

Maximale beoordelingstijd Onderscheid betrouwbaarheid hand / auto / sprinkler Is de melding bij de gebruiker geverifieerd of vertraagd. Gebruik van de “rode telefoon”.

j) Door wie moet het beoordelingsprotocol worden vastgesteld?

Er is geen uniforme afspraak over;

k) de alarmering van potentieel (en met welke prio) dat wordt gealarmeerd bij een ongeverifieerde melding.

l) ontalarmering als de melding loos blijkt te zijnm) doorrijden om oorzaak OMS te achterhalen of om gesprek aan te gaan met abonnee. n) afwijken van het standaard uitrukvoorstel. o) de taak van de eerste TS bij OMS meldingp) de betekenis van een tijdige melding en de brandweerdoctrine.

q) In sommige regio’s heeft de meldkamer een rol bij het ontsluiten van de brandweeringang of het vrijgeven van de moedersleutel voor sleutelbuizen.

r) Het verzamelen van gegevens over toedracht bij loze melding; registratie voor handhaving en registratie voor statistiek.

s) Definitie van “onecht” en “ongewenst” wordt als moeilijk ervaren.

7 “De meldkamer moet beoordelen of er sprake is van acute hulpvraag . . . het is dus niet vanzelfsprekend dat een ontvangen melding altijd en onmiddellijk wordt beantwoord met het alarmeren van een tankautospuit” pagina 26 in Biza infoblad “Bouwbesluit 2012 Brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie”.

11