Sien Winters Onderzoeksleider HIVA – KULeuven Coördinator team wonen Steunpunt Ruimte en Wonen
Toekomst Industrie in België Paul De Grauwe KULeuven en London School of Economics
description
Transcript of Toekomst Industrie in België Paul De Grauwe KULeuven en London School of Economics
Toekomst Industrie in België
Paul De GrauweKULeuven en
London School of Economics
Het probleem: gestadige afbraak van de industriële tewerkstelling
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
België Duitsland Italië Japan Nederland Frankrijk Groot-Brittannië
VerenigdeStaten
Industriële werkgelegenheid als percentage van de totale beroepsbevolking
1970
2004
De oorzaken van de teloorgang
De fundamentele oorzaak is de productiviteitsstijging
Deze laat toe elk jaar dezelfde productie te realiseren met gemiddeld 2,5% minder arbeiders.
Deze productiviteitsstijging vinden we niet in dezelfde mate in de dienstensector
Productiviteitsstijging: vooral geconcentreerd in industrie
Gemiddelde input aan arbeid in de industrie in België en Nederland (1990=100)
60
65
70
75
80
85
90
95
100
105
1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006
België
Nederland
Analogie met de landbouw Honderdvijftig jaar geleden werkte
ongeveer de helft van de actieve bevolking in de landbouw. Vandaag nog amper 2%.
De oorzaak is dezelfde als in de industrie. Technologische vooruitgang drijft de productiviteit naar omhoog met het gevolg dat arbeid uit de landbouw wordt gestoten.
Dit proces is nu reeds 150 jaar aan de gang en gaat nog altijd verder.
En de loonkosten dan?
Traditionele analyse: de fundamentele oorzaak ligt in te hoge loonkosten.
De hoge loonkosten leiden tot verlies aan competitiviteit en dus minder productie en tewerkstelling
Deze analyse is fout
Als de loonkosten in de industrie aan hetzelfde ritme stijgen als de productiviteit, dus 2,5% per jaar, is er met de competitiviteit niets aan de hand.
De reden is de volgende: als de loonstijging de stijging van de productiviteit volgt, dan is de loonkost die aanwezig is in een bepaald product onveranderd.
Soms gebeurt het wel dat de loonkosten sneller stijgen dan de productiviteit.
Dit was het geval in de jaren zeventig In die periode was er wel sprake van een competitiviteitverlies.
Afbraak van de tewerkstelling in de industrie toen veel hoger was dan nu.
Sinds het midden van de jaren negentig is er geen noemenswaardig probleem meer met de Belgische competitiviteit. De lonen stijgen aan ongeveer hetzelfde ritme als de productiviteit.
Relatieve loonkosten per eenheid product
70
80
90
100
110
120
130
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Italy
Greece
Denmark
Ireland
Spain
Netherlands
Belgium
France
Austria
Germany
Bron: Europese Commissie, AMECO
Relatiieve loonkost per eenheid product
Waarom blijft de tewerkstelling in de industrie dan dalen ondanks dit goede nieuws?
Antwoord: technologische vooruitgang. Ondernemingen in een markteconomie,
met veel concurrenten dus, zoeken voortdurend naar de goedkoopst mogelijke productiewijze.
Ze proberen te besparen op alle kosten, arbeidskosten, materiaalkosten, energiekosten.
Hoe sterker de concurrentie hoe groter deze dwangmatige neiging van de ondernemers.
Dit betekent dat ze voortdurend op zoek zijn naar nieuwe technologieën die de productiekosten drukken.
Het gevolg is dat de productie steeds minder arbeid, maar ook minder energie, materialen, enz. nodig heeft.
Productiviteit stijgt en leidt tot uitstoot van arbeid
Degenen die hun job behouden hebben een hogere productiviteit en dus een hoger loon
De causaliteit gaat dus van productiviteit naar lonen
De oorzaak van de afbouw van de industriële tewerkstelling is dus de productiviteitsgroei
Dat is ook de reden waarom het aantal jobs in de automobielsector zal blijven dalen
En de globalisering dan
Leidt globalisering niet tot delocalisatie? Is dat geen oorzaak van deindustrialisatie? Niet noodzakelijk. Globalisering leidt tot een afbouw van
industriële activiteiten die veel gebruik maken van laaggeschoolde arbeid
Niet van hooggesschoolde arbeid Globalisering stimuleert actviteiten die veel
gebruik maken van hooggeschoolde arbeid
Is de industrie gedoemd te verdwijnen? NEEN
Industriële productie en werkgelegenheid in België (1990=100)
60
70
80
90
100
110
120
130
1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006
productie
werkgelegenheid
Is de industrie gedoemd te verdwijnen?
De productie hoeft niet te dalen; kan zelfs stijgen als we de juiste niches vinden van productie dat gebruik maakt van hooggeschoolde arbeid
Maar de globale industriële tewerkstelling zal jaar in jaar uit blijven dalen
Perspectieven voor de toekomst van de industriële tewerkstelling
Tendensen zullen zich verder zettende productiviteitsstijgingen zullen zich
doorzettende technologie staat niet stilen vooral nu niet in een geglobaliseerde
wereldDit is in feite goed nieuws: de
vrijgekomen arbeidskrachten kunnen ingezet worden in interessantere jobs
In sectoren die meedraaien internationaal
Het goede nieuws: de expansie van de dienstensector
Het vorige kan leiden tot groot pessimisme
Is ons tewerkstellingsprobleem niet onoplosbaar?
Antwoord : neenEr worden meer jobs gecreëerd in de
dienstensector dan er verloren gaan in de industrie
Deze laatste zijn meestal interessantere jobs
-182
350
-500
0
500
1000
1500
2000
2500
industrie diensten
Werkgelegenheid in industrie en diensten in België(duizendtallen)
1991
2005
verandering
Totale tewerkstelling (1991=100)
80
90
100
110
120
130
140
150
160
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
tew
erk
ste
llin
g
Belgium
Germany
Spain
France
Italy
Netherlands
UK
Opmerking
Dienstensector bevat een belangrijke component van service aan industrie.
Waarschijnlijk meer dan vroeger Vergelijk pc van de jaren tachtig met
laptop vandaag Pc jaren tachtig was hoofzakelijk
hardware Pc nu is hoofzakelijk software
Zin en onzin van vermindering patronale bijdragen
Patroons willen al jaren een vermindering van patronale lasten gecompenseerd door BTW-verhoging
Dat zou de hoge loonkosten verminderen En zo meer industrie in België houden Zorgt een verlaging van patronale lasten
voor een verlaging van de loonkosten wanneer alle effecten zijn uitgewerkt?
Antwoord: nee
Verschuiving van patronale lasten naar BTW leidt onvermijdelijk tot stijging van de Consumptieprijsindex
Nettolonen zullen zich daar aan aanpassen omdat werknemers hun koopkracht willen veilig stellen
De druk op nettolonen leidt tot een stijging van brutolonen.
Gevolg: het initieel gunstig effect van lastenverlaging op bruto loonkost wordt teniet gedaan.
Er is geen verband tussen niveau van werkgeversbijdrage en loonkosten
Landen met lage werkgeversbijdragen (Denemarken) hebben even hoge of nog hogere loonkosten als België
Een herschikking van de belastingstructuur brengt geen soelaas.
Wat dan wel?
Alleen een vermindering van het overheidsbeslag (en in het bijzonder sociale zekerheid) kan de loonkosten drukken.
Maar willen de mensen wel zo een vermindering van het overheidsbeslag?
In theorie: ja In de praktijk: nee Werkgevers moeten leren leven met hoge
loonkosten
Dank u voor uw aandacht