1/17

Ontheffing van de verplichting tot het aanwijzen van een netbeheerderAanvraagformulierVersie 2.1

2/17

Inhoud

Inhoud..............................................................................................................2

1 Inleiding....................................................................................................3

2 Adres- en contactgegevens aanvrager..................................................4

3 Samenvatting van de aanvraag..............................................................5

4 Definitie van gesloten distributiesysteem.............................................6

5 Eisen aan aanvrager................................................................................9

6 Ontheffingsgronden..............................................................................12

7 Mee te zenden documenten..................................................................15

8 Vertrouwelijkheid...................................................................................16

9 Ondertekening.......................................................................................17

3/17

1 Inleiding

Met dit formulier kan de eigenaar van een elektriciteits- of gastransportnet een ontheffing aanvragen van de verplichting om een netbeheerder aan te wijzen.1 De aanvrager van een ontheffing (hierna: aanvrager) dient in beginsel alle paars gearceerde onderdelen digitaal in dit formulier in te vullen en de gevraagde documenten als bijlagen (voorzien van een duidelijke en overzichtelijke nummering) bij dit formulier te overleggen. Elk onderdeel van het aanvraagformulier is voorzien van een toelichting en een beknopte beschrijving van de op te leveren informatie. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) merkt hierbij op dat als aanvrager niet beschikt over bepaalde informatie of bepaalde vragen niet kan beantwoorden, hij dit dient toe te lichten en – indien mogelijk – op andere wijze het gevraagde dient te motiveren.

ACM heeft zes maanden om te besluiten op een ontheffingaanvraag. ACM kan deze termijn met maximaal zes maanden verlengen. Gedurende deze periode vinden de volgende processtappen plaats: 1. Ontvangst van de ontheffingaanvraag.

ACM ontvangt de ontheffingaanvraag2 per post. ACM meldt de ontvangst van de aanvraag op haar internetpagina, www.acm.nl. Vervolgens controleert ACM de juistheid en volledigheid van de ontheffingaanvraag. Als de ontheffingaanvraag niet volledig of onjuist is, dan stelt ACM aanvullende vragen. ACM kan tevens informatie bij belanghebbenden of derden opvragen.

2. Vaststellen van het ontwerpbesluit op de ontheffingaanvraag. ACM legt haar oordeel op de ontheffingaanvraag in een ontwerpbesluit vast. Vervolgens legt ACM dit ontwerpbesluit voor een periode van zes weken ter inzage en meldt dit in de Staatscourant en op haar internetpagina. Gedurende deze periode kunnen aanvrager en andere belanghebbende(n) hun zienswijzen op het ontwerpbesluit schriftelijk en/of mondeling bij ACM indienen.

3. Vaststellen van het definitieve besluit op de ontheffingaanvraag. ACM beoordeelt de ontvangen zienswijzen. Met in achtneming van de zienswijzen stelt ACM vervolgens het definitieve besluit vast. ACM meldt dit in de Staatscourant en publiceert tegelijkertijd het besluit op de internetpagina van ACM.

Tegen het besluit van ACM staat geen bezwaar open. Aanvrager en andere belanghebbenden kunnen beroep aantekenen tegen het besluit bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

1 Indien een persoon eigenaar is van meerdere elektriciteits- of gastransportnetten, dan dient deze per elektriciteits- of gastransportnet een aanvraag voor een ontheffing in te dienen.2 De ontheffingaanvraag bestaat uit zowel het aanvraagformulier als de bijlagen bij het formulier.

4/17

2 Adres- en contactgegevens aanvrager

Alleen de eigenaar van een elektriciteits- of gastransportnet kan een aanvraag indienen voor een ontheffing van de verplichting om een netbeheerder aan te wijzen. De eigenaar van een elektriciteits- of gastransportnet kan daarnaast personen machtigen om op te treden als vertegenwoordiger. Uit mee te zenden schriftelijke machtigingen3 moet blijken welke personen daartoe bevoegd zijn.

Adresgegevens eigenaar

2.1 Naam (rechts)persoon

2.2 Handelsnaam (indien anders)

2.3 Kamer van Koophandel-nummer

2.4 Naam directeur

2.5 Naam en functie contactpersoon

2.6 Correspondentieadres2.7 Postcode2.8 Plaats2.9 Telefoonnummer2.10 Telefaxnummer2.11 E-mailadres

Adresgegevens gemachtigde (voor zover van toepassing)

2.12 Naam bedrijf gemachtigde2.13 Naam gemachtigde2.14 Correspondentieadres2.15 Postcode2.16 Plaats2.17 Telefoonnummer2.18 Telefaxnummer2.19 E-mailadres

Bijgevoegde bijlagen ter onderbouwing: Schriftelijke machtiging2

…..

3 Dit geldt niet voor advocaten.

5/17

3 Samenvatting van de aanvraag

ACM gebruikt deze informatie voor de berichtgeving op haar internetpagina en in de Staatscourant.

Samenvatting aanvraag

3.1 Naam bedrijf

3.2 Type net Elektriciteit Gas

3.3 Spannings- / drukniveau

3.4Gemeente(n) waarin het elektriciteits- of gastransportnet ligt

3.5

Kadastrale aanduiding van de percelen waarop het elektriciteits- of gastransportnet ligt

3.6Aangesloten op het elektriciteits- of gastransportnet van

Cogas DELTA Netwerkbedrijf Endinet Enexis GTS Liander Rendo Stedin TenneT Westland Anders, namelijk:

3.7

Aantal niet-huishoudelijke afnemers aangesloten op het elektriciteits- of gastransportnet

3.8Aantal huishoudelijke afnemers dat wordt voorzien van elektriciteit of gas

3.9Ontheffingaanvraag op grond van

het bedrijfs- of productieproces van de gebruikers van een gesloten distributiesysteem is om specifieke technische of veiligheidsredenen geïntegreerd (a-grond)

het gesloten distributiesysteem transporteert elektriciteit of gas primair voor de eigenaar van dat systeem of de daarmee verwante bedrijven (b-grond)

6/17

4 Definitie van gesloten distributiesysteem

Om in aanmerking te komen voor een ontheffing van de verplichting tot aanwijzing van een netbeheerder, dient er sprake te zijn van een gesloten distributiesysteem in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel aq, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) of artikel 1, eerste lid, onderdeel am, van de Gaswet. De onderdelen in dit hoofdstuk zijn er op gericht om dat vast te stellen. Daartoe dient aanvrager achtereenvolgens aan te tonen dat: er sprake is van een elektriciteitsnet of een gastransportnet (onderdeel 4.1), het elektriciteits- of gastransportnet geen onderdeel is van het landelijk

hoogspanningsnet of het landelijk gastransportnet (onderdeel 4.2), het elektriciteits- of gastransportnet binnen een geografisch afgebakende

industriële locatie, commerciële locatie of locatie met gedeelde diensten ligt (onderdeel 4.3),

op het elektriciteits- of gastransportnet minder dan 500 afnemers van elektriciteit of gas zijn aangesloten (onderdeel 4.4), en

het elektriciteits- of gastransportnet alleen niet-huishoudelijke afnemers van elektriciteit of gas voorziet, tenzij er sprake is van incidenteel gebruik door een klein aantal huishoudelijke afnemers dat werkzaam is bij of vergelijkbare betrekkingen heeft met de eigenaar van het gesloten distributiesysteem (onderdeel 4.5).

4.1 Aanvrager dient te motiveren dat er sprake is van een elektriciteits- of gastransportnet in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de E-wet of artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet. Ter onderbouwing dient aanvrager minimaal de volgende informatie te overleggen: een omschrijving van het elektriciteits- of gastransportnet inclusief

eventuele hulpmiddelen (zoals transformatoren). een kadastrale afbeelding waarop het elektriciteits- of gastransportnet

inclusief de aansluitingen van de afnemers en de aansluiting(en) op het openbare net is ingetekend.

een overzicht van de aangesloten onroerende zaken als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van . De aanvrager kan aan deze tabel zoveel rijen toevoegen als nodig is voor de beantwoording van deze vraag.

kopieën van de– bij aanvrager beschikbare – gemeentelijke beschikkingen inzake de onroerende zaakbelasting, waarop de aangesloten onroerende zaken zijn vermeld.

een single line diagram van het elektriciteits- of gastransportnet voorzien van een duidelijke legenda.

7/17

Tabel 1 Onroerende zaken die zijn aangesloten op het elektriciteits- of gastransportnetNr. Adres WOZ-object Naam eigenaar* Naam gebruiker*

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.* Indien deze niet bekend is, kan aanvrager “n.b.” invullen.

Bijgevoegde bijlagen ter onderbouwing: Een single line diagram van het elektriciteits- of gastransportnet voorzien van een duidelijke legenda.

Een kadastrale afbeelding waarop het elektriciteits- of gastransportnet inclusief de aansluitingen van de afnemers en de aansluiting(en) op het openbare net is ingetekend.

Kopieën van de– bij aanvrager beschikbare – gemeentelijke beschikkingen inzake de onroerende zaakbelasting, waarop de aangesloten onroerende zaken zijn vermeld.

Anders, namelijk …..

4.2 Aanvrager dient te motiveren dat het elektriciteits- of gastransportnet geen onderdeel is van het landelijk gastransportnet of van het landelijk hoogspanningsnet.

4.3 Aanvrager dient te motiveren dat het elektriciteits- of gastransportnet ligt binnen een geografisch afgebakende industriële locatie, commerciële locatie of locatie met gedeelde diensten. Aanvrager dient tevens een duidelijke beschrijving in woorden te geven van de geografische afbakening van het elektriciteits- of gastransportnet. Hierbij kan gedacht worden aan de adressen van de aangeslotenen, de naam van het bedrijfsterrein, de nummers van de kadastrale percelen waarop het elektriciteits- of gastransportnet ligt.

8/17

4.4 Aanvrager dient te onderbouwen dat op het elektriciteits- of gastransportnet minder dan 500 afnemers zijn aangesloten. Hierbij kan aanvrager gebruik maken van de informatie die in bij onderdeel 4.1 is verstrekt

4.5 Aanvrager dient te motiveren dat het elektriciteits- of gastransportnet geen huishoudelijke afnemers voorziet van elektriciteit of gas. Indien hier wel sprake van is, dan dient aanvrager aan te tonen dat er sprake is van incidenteel gebruik door een klein aantal huishoudelijke afnemers die werkzaam zijn bij of vergelijkbare betrekkingen hebben met de eigenaar van het gesloten distributiesysteem. Hierbij dient aanvrager overeenkomsten waaruit blijkt dat eventuele huishoudelijke afnemers werkzaam zijn bij of vergelijkbare betrekkingen hebben met de eigenaar van het elektriciteits- of gastransportnet te overleggen en aan te tonen dat deze huishoudelijke afnemers slechts incidenteel gebruik maken van elektriciteit of gas.

Bijgevoegde bijlagen ter onderbouwing: Overeenkomsten waaruit blijkt dat eventuele huishoudelijke afnemers werkzaam zijn bij of vergelijkbare betrekkingen hebben met de eigenaar van het elektriciteits- of gastransportnet.

Anders, namelijk …..

9/17

5 Eisen aan aanvrager

Om in aanmerking te komen voor een ontheffing van de verplichting tot aanwijzing van een netbeheerder, dient aanvrager ingevolge artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de E-wet respectievelijk artikel 2a, eerste lid, aanhef en onder c, van de Gaswet, te voldoen aan een . aantal eisen. Hij dient daartoe aan te tonen dat: hij eigenaar van het elektriciteits- of gastransportnet is (onderdeel 5.1), hij geen netbeheerder in de zin van de E-wet of Gaswet is (onderdeel 5.2), hij niet in een groepsmaatschappij met een netbeheerder verbonden is

(onderdeel 5.3).

5.1 Aanvrager dient aan te tonen dat hij beschikt over de eigendom van het elektriciteits- of gastransportnet. Dit kan aanvrager bewijzen door een uittreksel van het Kadaster te overleggen waarop hij is aangemerkt als de eigenaar van het ingeschreven elektriciteits- of gastransportnet. Als het elektriciteits- of gastransportnet niet staat ingeschreven, dan kan aanvrager de eigendom aantonen door te motiveren dat hij ingevolge artikel 5:20, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek is aan te merken als de ‘bevoegd aanlegger’ van het elektriciteits- of gastransportnet.4 Ter onderbouwing hiervan kan aanvrager facturen overleggen van de aanleg of uitbreiding van het elektriciteits- of gastransportnet met daarbij een beschrijving van de historische ontwikkeling van het net. Hierbij is het tevens van belang dat inzichtelijk wordt gemaakt wie het eigendomsrecht heeft van de kadastrale percelen waarop het elektriciteits- of gastransportnet ligt en de gevestigde beperkte zakelijke rechten (zoals opstalrecht of erfpachtrecht) op deze eigendomsrechten. Deze informatie kan aanvrager overleggen door het aanleveren van de kadastrale berichten van de percelen waarin het net ligt, en door het invullen van Tabel 2. Als het tevens niet mogelijk is om de eigendom aan te tonen door te motiveren dat aanvrager de bevoegd aanlegger is (omdat het elektriciteits- of gastransportnet bijvoorbeeld lang geleden is aangelegd), dan is het mogelijk om de eigendom te onderbouwen door aan de hand van bijvoorbeeld accountantsrapporten, jaarrekeningen en contracten met afnemers aan te tonen dat aanvrager de ‘exploitant’ is van het net. Tot slot wordt aanvrager verzocht het expliciet te vermelden als hij de eigendom van het elektriciteits- of gastransportnet ná 1 februari 2007 heeft verkregen.

4 Een beroep op artikel 20, eerste lid, uit boek 5 van het Burgerlijk Wetboek (verticale natrekking) is niet meer mogelijk als gevolg van de invoering van het tweede lid.

10/17

Tabel 2 Kadastrale percelen waarop het elektriciteits- of gastransportnet is gelegen

Nr.Kadastrale

aanduiding

Eigendoms-

rechtGevestigde zakelijke rechten

1. Ja / nee*, …..

2. Ja / nee*, …..

3. Ja / nee*, …..

4. Ja / nee*, …..

5. Ja / nee*, …..

6. Ja / nee*, …..

7. Ja / nee*, …..

8. Ja / nee*, …..

9. Ja / nee*, …..

10. Ja / nee*, …..* Haal weg wat niet van toepassing is.

Bijgevoegde bijlagen ter onderbouwing: Kadastraal uittreksel inzake de inschrijving van de eigendom van het elektriciteits- of gastransportnet in het Kadaster.

Notariële akten inzake de eigendom van het elektriciteits- of gastransportnet.

Kadastraal uittreksel inzake de inschrijving van beperkte zakelijke rechten met betrekking tot het elektriciteits- of gastransportnet in het Kadaster.

Notariële akten inzake beperkte zakelijke rechten met betrekking tot het elektriciteits- of gastransportnet.

Accountantsrapporten, jaarrekeningen, contracten met afnemers, etc om aan te tonen dat aanvrager de ‘exploitant’ is van het net.

Anders, namelijk …..

5.2 Aanvrager dient aan te tonen dat hij niet een netbeheerder in de zin van de E-wet en/of Gaswet is. Ter onderbouwing hiervan dient aanvrager de statuten van de rechtspersoon of de overeenkomst van de personenvennootschap te overleggen.

11/17

Bijgevoegde bijlagen ter onderbouwing: Statuten van de rechtspersoon. Overeenkomst van de personenvennootschap. Uittreksel Kamer van Koophandel. Anders, namelijk …..

5.3 Aanvrager dient aan te tonen dat hij geen deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het BW waarvan ook een netbeheerder in de zin van de E-wet en/of de Gaswet onderdeel uitmaakt. Ter onderbouwing dient aanvrager een schematische weergave van de concernstructuur te overleggen.

Bijgevoegde bijlagen ter onderbouwing: Schematische weergave van de concernstructuur. Uittreksel van de Kamer van Koophandel. Anders, namelijk …..

12/17

6 Ontheffingsgronden

Om in aanmerking te komen voor een ontheffing van de verplichting tot aanwijzing van een netbeheerder, dient ingevolge artikel 15, eerste lid, van de E-wet respectievelijk artikel 2a, eerste lid, van de Gaswet, de situatie op het elektriciteits- of gastransportnet te voldoen aan een van de twee ontheffingcriteria (vraag 6.1):a) het bedrijfs- of productieproces van de gebruikers van een gesloten

distributiesysteem is om specifieke technische of veiligheidsredenen geïntegreerd (ontheffingsgrond a; vraag 6.2), of

b) het gesloten distributiesysteem transporteert elektriciteit respectievelijk gas primair voor de eigenaar van dat systeem of de daarmee verwante bedrijven (ontheffingsgrond b; vraag 6.3).

ACM is niet verplicht om een ontheffing die voldoet aan de voorwaarden te verlenen. Daarnaast kan ACM aanvullende voorwaarden verbinden aan de ontheffingverlening. Om invulling te geven aan deze discretionaire ruimte, heeft ACM enige informatie over de context van de ontheffingaanvraag nodig (onderdeel 6.4).

6.1 Aanvrager dient aan te geven op welke ontheffingsgrond uit artikel 15, eerste lid, van de E-wet respectievelijk artikel 2a, eerste lid, van de Gaswet hij een beroep doet. Indien aanvrager een beroep wenst te doen op beide ontheffingsgronden, dient te worden toegelicht aan welke ontheffingsgrond ACM als eerste dient te toetsen (primaire grond).

Selectie van ontheffingsgrond

Ontheffingsgrond A Vraag 6.3 hoeft niet te worden beantwoordOntheffingsgrond B Vraag 6.2 hoeft niet te worden beantwoordBeide ontheffingsgronden Primaire ontheffingsgrond: A / B*

* Haal weg wat niet van toepassing is.

6.2 Indien aanvrager in aanmerking wil komen voor een ontheffing op grond van artikel 15, eerste lid, onderdeel a, van de E-wet respectievelijk artikel 2a, eerste lid, onderdeel a, van de Gaswet, dient hij in ieder geval gemotiveerd aan te tonen dat: Het bedrijfs- of productieproces van de gebruikers van het GDS om

specifieke technische redenen geïntegreerd is, en/of

Het bedrijfs- of productieproces van de gebruikers van het GDS om veiligheidsredenen geïntegreerd is.

Ter onderbouwing kan de volgende informatie worden verstrekt: een beschrijving van de bedrijfs- of productieprocessen van elke aangeslotene op het elektriciteits- of gastransportnet, informatie over de wijze waarop deze processen zijn geïntegreerd en waarom dit gewenst is, en informatie over de specifieke technische of veiligheidsredenen voor de integratie.

13/17

Bijgevoegde bijlagen ter onderbouwing: ….. ….. …..

6.3 Indien aanvrager in aanmerking wil komen voor een ontheffing op grond van artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de E-wet respectievelijk artikel 2a, eerste lid, onderdeel b, van de Gaswet, dient hij te motiveren dat het gesloten distributiesysteem elektriciteit dan wel gas primair transporteert voor de eigenaar van dat systeem of de daarmee verwante bedrijven. Hiertoe dient hij te motiveren hoeveel elektriciteit of gas er wordt getransporteerd ten behoeve van de eigenaar, verwante bedrijven en derden. Daarnaast dient aanvrager te motiveren dat het gesloten distributiesysteem in het verleden is aangelegd voor het transport van elektriciteit dan wel gas ten behoeve van aanvrager en eventuele verwante bedrijven (of de rechtsvoorgangers).ACM merkt hierbij op dat een verwant bedrijf is gedefinieerd als een verbonden onderneming in de zin van artikel 41 van de zevende Richtlijn nr. 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 of een geassocieerde onderneming in de zin van artikel 33, eerste lid daarvan of een onderneming die aan dezelfde aandeelhouders toebehoort. Indien aanvrager van mening is dat er verwante bedrijven zijn aangesloten op het elektriciteits- of gastransportnet, dan dient hij toe te lichten welke afnemers uit hij aanmerkt als verwante bedrijven en waarom.

Onderbouwing “primair transporteren voor eigenaar”

Hoeveelheid getransporteerde elektriciteit of gas in het jaar voorafgaand aan ontheffingaanvraag

Als % van totaal

Eigenaar …%Verwante bedrijven …%Derden …%Totaal 100%

Bijgevoegde bijlagen ter onderbouwing: ….. ….. …..

14/17

6.4 Aanvrager dient te beschrijven hoe de veiligheid en kwaliteit op het gesloten distributiesysteem worden geborgd. Ter onderbouwing dient aanvrager de volgende documenten te overleggen: een onderhoudsplan, een storingsplan, en het beleid ten aanzien van vervangings- en uitbreidingsinvesteringen op het net.

Bijgevoegde bijlagen ter onderbouwing: Het onderhoudsplan Het storingsplan ….. ….. …..

6.5 Aanvrager dient te beschrijven hoe derdentoegang op het gesloten distributiesysteem wordt geëffectueerd. Aanvrager hanteert het volgende systeem:

Derdentoegang via het elektronisch berichtenverkeer. Derdentoegang via suballocatie. Anders, namelijk via …..

15/17

7 Mee te zenden documenten

Hieronder kan aanvrager een korte beschrijving geven van de bij dit formulier gevoegde documenten ter onderbouwing van het gestelde in dit aanvraagformulier.

Tabel 3 Overzicht van aanvullende documentatieAanvullende documentatie

Nr. Titel

16/17

8 Vertrouwelijkheid

ACM beschouwt alle verstrekte informatie in beginsel als openbaar. Indien aanvrager van mening is dat bepaalde informatie vertrouwelijk is, dient aanvrager dit gemotiveerd aan te geven. De informatie die aanvrager als vertrouwelijk beschouwt, moet herkenbaar worden gemaakt (vet gedrukt) of worden opgenomen in een afzonderlijke bijlage.

8.1 Aanvrager dient aan te geven of de aanvraag vertrouwelijke informatie bevat.

Vertrouwelijkheid

Ja: De aanvraag bevat vertrouwelijke informatie

Onderdeel 8.2 moet worden ingevuld

Nee: De aanvraag bevat geen vertrouwelijke informatie

Onderdeel 8.2 hoeft niet te worden ingevuld

8.2 Aanvrager dient concreet aan te geven welke informatie in welke onderdelen van het aanvraagformulier of de bijlagen als vertrouwelijk moet worden aangemerkt en dit te motiveren op grond van relevante artikelen uit de Wet openbaarheid van bestuur.

17/17

9 Ondertekening

Ondertekening

Plaats

Datum

Naam

Functie

Handtekening