TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5...

9
© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 1 / 1 TIPS VOOR OUDERS | BLOK 4, WEEK 2, LES 1 | GROEP 7-8 ACHTERGRONDINFORMATIE Uitleg In deze les oefenen de kinderen met de leesstrategie Voorspellen. Het onderwerp van de tekst is Dansen, aansluitend bij de Internationale Dag van de Dans (29 april). Benodigdheden de les zonder antwoorden, op papier: hiermee gaat je kind aan het werk de les met antwoorden, op papier of digitaal: hiermee kun je de les nakijken INTRODUCTIE 5 MIN Foto Praat samen met je kind over deze foto. Wat zie je? (Een jongen die een ingewikkelde beweging maakt) Wat doet hij? (Hij is waarschijnlijk aan het breakdancen.) Praat samen kort over dansen. Wat weet je kind daarvan? En welke dansvormen kent hij of zij? INSTRUCTIE 15 MIN Bekijk de informatie in het kader bij Wat moet je weten? Lees dit samen door. Herhaal zo nodig wat globaal lezen inhoudt: je leest of bekijkt titels, kopjes, opvallende woorden en foto’s. Ook kijk je naar indeling en opbouw. Teksten Bekijk alleen de moeilijke woorden. Verken en lees de teksten nog niet! Dit komt in de les vanzelf aan de orde. TOELICHTING OP VRAGEN DIE MOGELIJK PROBLEMEN GEVEN 20 MIN Vraag 1 Als je kind er niet uitkomt, help hem of haar dan. Bij 1a: ‘Ik lees de titels van de teksten, en daardoor weet ik al een beetje waar ze over gaan: over dansen.’ Bij 1b: De kopjes van tekst 1 zijn Hiphopdansen en Streetdance. Dat zijn twee dansvormen, dus dat vul ik in bij tekst 1. Bespreek tekst 2 en tekst 3 op dezelfde manier. Bij 1c: Bij tekst 1 zie ik een duidelijke indeling in alinea’s en duidelijke kopjes. Tekst 1 lijkt me daarom een artikel. De kopjes van tekst 2 zijn vragen. Daaronder zie ik stukjes tekst met aanhalingstekens. Iemand geeft antwoord op de vragen. Een interview dus. Tekst 3 heeft de indeling van een stukje uit het woordenboek.’ Vraag 2 Bij 2a: ‘Ik denk zelf dat er weinig moeilijke woorden in de tekst staan en dat de zinnen niet erg lang zijn. Maar wat denk jij?’ Bij 2b: ‘Alinea 2 begint met het ontstaan van de hiphopmuziek. De alinea heet Hiphopdansen, dus ik denk dat hij ook gaat over het ontstaan van die dansvorm. Alinea 3 heet Streetdance en dat woord lees ik ook in de laatste zin van de alinea. Ik denk dat alinea 3 gaat over het ontstaan van streetdance.’ Vraag 3 Bij 3a gaat het om wat van toepassing is op jouw kind. Het geeft niets als hij of zij niet goed voorspeld heeft. Het gaat erom dat je een voorspelling altijd kunt bijstellen. Vraag 5 Ook bij deze vraag gaat het erom wat je kind zelf denkt. Vraag 6 Bij 6a gaat het vooral om de beargumentering. Bij 6b bedenkt je kind een titel waardoor de lezer beter kan voorspellen waar de tekst over gaat, maar die wel de aandacht trekt. Een beetje verrassend mag dus wel. Vraag 7 Voordat je kind een flaptekst kan schrijven, moet hij of zij een beknopte verhaallijn bedenken. Over wie gaat het verhaal? Wat gaat er mis? Hoe komt het weer goed? Vraag 8 Je kind hoeft niet helemaal uit te schrijven wat er op de website moet komen. Hij of zij bedenkt alleen welke soort informatie erop moet, zoals de lestijden, de prijzen en de locatie. Vervolgens bedenkt hij of zij daar duidelijke kopjes bij.

Transcript of TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5...

Page 1: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5 10 1 5 10 2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8 1 Van de straat naar de dansschool

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 1 / 1 ❯

TIPS VOOR OUDERS | BLOK 4, WEEK 2, LES 1 | GROEP 7-8

achtergrondinformatie

Uitleg

In deze les oefenen de kinderen met de leesstrategie Voorspellen. Het onderwerp van de tekst is Dansen, aansluitend bij de Internationale Dag van de Dans (29 april).

Benodigdheden

• de les zonder antwoorden, op papier: hiermee gaat je kind aan het werk• de les met antwoorden, op papier of digitaal: hiermee kun je de les nakijken

introductie 5 MIN

Foto Praat samen met je kind over deze foto. Wat zie je? (Een jongen die een ingewikkelde beweging maakt) Wat doet hij? (Hij is waarschijnlijk aan het breakdancen.)

Praat samen kort over dansen. Wat weet je kind daarvan? En welke dansvormen kent hij of zij?

instructie 15 MIN

Bekijk de informatie in het kader bij Wat moet je weten? Lees dit samen door. Herhaal zo nodig wat globaal lezen inhoudt: je leest of bekijkt titels, kopjes, opvallende woorden en foto’s. Ook kijk je naar indeling en opbouw.

TekstenBekijk alleen de moeilijke woorden. Verken en lees de teksten nog niet! Dit komt in de les vanzelf aan de orde.

toelichting op vragen die mogelijk problemen geven 20 MIN

Vraag 1Als je kind er niet uitkomt, help hem of haar dan. Bij 1a: ‘Ik lees de titels van de teksten, en daardoor weet ik al een beetje waar ze over gaan: over dansen.’ Bij 1b: ‘De kopjes van tekst 1 zijn Hiphopdansen en Streetdance. Dat zijn twee dansvormen, dus dat vul ik in bij tekst 1. Bespreek tekst 2 en tekst 3 op dezelfde manier. Bij 1c: ‘Bij tekst 1 zie ik een duidelijke indeling in alinea’s en duidelijke kopjes. Tekst 1 lijkt me daarom een artikel. De kopjes van tekst 2 zijn vragen. Daaronder zie ik stukjes tekst met aanhalingstekens. Iemand geeft antwoord op de vragen. Een interview dus. Tekst 3 heeft de indeling van een stukje uit het woordenboek.’

Vraag 2Bij 2a: ‘Ik denk zelf dat er weinig moeilijke woorden in de tekst staan en dat de zinnen niet erg lang zijn. Maar wat denk jij?’ Bij 2b: ‘Alinea 2 begint met het ontstaan van de hiphopmuziek. De alinea heet Hiphopdansen, dus ik denk dat hij ook gaat over het ontstaan van die dansvorm. Alinea 3 heet Streetdance en dat woord lees ik ook in de laatste zin van de alinea. Ik denk dat alinea 3 gaat over het ontstaan van streetdance.’

Vraag 3Bij 3a gaat het om wat van toepassing is op jouw kind. Het geeft niets als hij of zij niet goed voorspeld heeft. Het gaat erom dat je een voorspelling altijd kunt bijstellen.

Vraag 5Ook bij deze vraag gaat het erom wat je kind zelf denkt.

Vraag 6Bij 6a gaat het vooral om de beargumentering. Bij 6b bedenkt je kind een titel waardoor de lezer beter kan voorspellen waar de tekst over gaat, maar die wel de aandacht trekt. Een beetje verrassend mag dus wel.

Vraag 7 Voordat je kind een flaptekst kan schrijven, moet hij of zij een beknopte verhaallijn bedenken. Over wie gaat het verhaal? Wat gaat er mis? Hoe komt het weer goed?

Vraag 8Je kind hoeft niet helemaal uit te schrijven wat er op de website moet komen. Hij of zij bedenkt alleen welke soort informatie erop moet, zoals de lestijden, de prijzen en de locatie. Vervolgens bedenkt hij of zij daar duidelijke kopjes bij.

Page 2: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5 10 1 5 10 2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8 1 Van de straat naar de dansschool

2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8

Voorspellen

Wat ga je leren?

Je kunt straks:• uitleggen wat je doet na het voorspellen• uitleggen hoe je tijdens het lezen controleert of je voorspelling klopt

Wat ga je doen?

Je gaat drie teksten lezen.Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet!

Wat moet je weten?

Je weet dat je veel kunt voorspellen over een tekst. Door een tekst globaal te lezen, kom je erachter wat het onderwerp is. Ook weet je dan wat de tekstsoort is en weet je al iets over de inhoud en over het taalgebruik.

Als je klaar bent met globaal lezen en je hebt een voorspelling gedaan, neem je een besluit:• Ik ga deze tekst helemaal lezen, want: - hij past bij mijn leesdoel. - ik denk dat ik hem goed kan begrijpen.• Ik ga deze tekst niet lezen, want: - hij gaat niet over het onderwerp waarover ik wil lezen. - ik denk dat ik hem te moeilijk vind.

Stel, je besluit om de tekst te lezen. Dan ben je nog niet klaar met je voorspelling! Tijdens het lezen controleer je of je voorspelling klopt:• Is de tekst toch niet te moeilijk?• Heb ik al iets nieuws gelezen of weet ik alles al?• Gaat hij nog steeds over het onderwerp dat ik voorspeld had?

Je kunt zelfs tijdens het lezen nog kiezen om te stoppen of om door te gaan.

Moeilijke woorden

acrobatisch = voor een acrobatische beweging moet je sterk en lenig zijn en goed je evenwicht kunnen bewarengelikt = gladjes, bijna té mooide choreografie = (je zegt: goreograf ie) een ontwerp voor een dans, bedacht door een choreograaf: iemand die bepaalt hoe de dansers zich bewegen en hoe de dans eruit gaat ziende souplesse = (je zegt: soeplesse) de lenigheid

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 1 / 4 ❯

Page 3: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5 10 1 5 10 2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8 1 Van de straat naar de dansschool

1

5

10

15

20

25

1

5

10

1

5

10

2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8

1 Van de straat naar de dansschool

Wat is de overeenkomst tussen Rihanna, Beyoncé, Justin Bieber en Bruno Mars? Precies: ze kunnen goed zingen. Maar ze kunnen óók nog eens heel goed dansen. Geen klassiek ballet of een Weense wals, maar streetdance. Hoe is deze populaire dansvorm eigenlijk ontstaan?

HiphopdansenRond 1980 ontstaat er in de arme buurten van New York een nieuwe muzieksoort: hiphop. De jongeren die hierop dansen, bedenken zelf bewegingen. Zo ontstaan er nieuwe dansvormen. Bijvoorbeeld de acrobatische breakdance, en popping, met robotachtige moves. Door te dansen, vertellen de jongeren over hun emoties en hun problemen. Ze dansen gewoon op straat, vaak in battles (wedstrijden). Zo is de naam streetdance ontstaan. Maar Justin Bieber voert zijn gelikte moves niet uit op straat. Waarom noemen we dat dan streetdance?

StreetdanceIn 1981 gaat de nieuwe tv-zender MTV non-stop videoclips uitzenden. De zender wordt razend populair bij jongeren. In de clips is een nieuwe manier van dansen te zien. Deze dansvorm heeft kenmerken van de hiphop, maar een verschil is dat de dansers in grote groepen een strakke choreografie uitvoeren. Populaire artiesten zijn Madonna, Michael Jackson en zijn zus Janet. Veel jongeren willen ook zo leren dansen. Dansscholen gaan lesgeven in de nieuwe dans, die ze streetdance noemen. Misschien omdat dat lekker stoer klinkt? Maar een echte dans van de straat is deze streetdance dus niet.

2 ‘Ik dans elke dag’

Rosie (12 jaar) doet al zes jaar aan streetdance.

Wat vind je zo leuk aan streetdance?‘Streetdance is niet één vaste manier van dansen. Het lijkt wel heel strak, maar je kunt ook zelf dingen bedenken. Daardoor kan ik mijn gevoel er goed in kwijt. Als ik boos ben, dans ik anders dan wanneer ik vrolijk ben.’

Hoe vaak oefen je?‘Ik heb twee keer per week les en ik oefen elke dag thuis. Omdat ik steeds beter wil worden, maar vooral omdat ik dansen superleuk vind.’

3 Breakdancede breakdance [bregde:ns] Engels; dans waarbij de danser souplesse en lichaamsbeheersing tot uitdrukking brengt in acrobatische kunststukjesDe naam breakdance vindt zijn oorsprong in New York, waar men aan het eind van de jaren zeventig van de vorige eeuw in achterstandswijken muziek begon te mixen met behulp van draaitafels. De instrumentale, ritmische hoogtepunten van de num-mers, breaks genaamd, werden daarbij door de dj langdurig herhaald. De adolescen-ten die dansten op deze breaks, werden break boy (b-boy) respectievelijk break girl (b-girl) genoemd; het woord breakdance is eveneens afgeleid van deze benaming.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 2 / 4 ❯

Page 4: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5 10 1 5 10 2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8 1 Van de straat naar de dansschool

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 3 / 4 ❯

2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8

Maak de vragen

1 Lees de titels van de drie teksten.a Weet je nu al waar de teksten over gaan? Kruis aan en vul in.

Ja, een beetje. Ze hebben alle drie te maken met

Nee, want

b Lees van tekst 1 en 2 de kopjes en bekijk de foto’s. Lees van tekst 3 regel 3 en 4. Wat weet je nu nog meer? Vul in.

Tekst 1 gaat over twee

In tekst 2 vertelt een meisje over

Tekst 3 legt uit wat

c Bekijk van elke tekst de opbouw en de indeling. Wat voor soort teksten zijn het? Kruis aan.

stukje uit een interview

artikel stukje uit een woordenboek

tekst 1

tekst 2

tekst 3

2 Lees in tekst 1 van elke alinea de eerste en de laatste zin.a Wat kun je zeggen over tekst 1? Markeer de antwoorden die bij jou passen.

Er staan veel / weinig moeilijke woorden in de tekst.De zinnen in de tekst zijn wel / niet erg lang.

b De eerste, vetgedrukte alinea is een korte inleiding. Voorspel van alinea 2 en 3 de inhoud. Vul in.

Ik denk dat in alinea 2 en 3 wordt uitgelegd

c Welk leesdoel past het best bij tekst 1? Kruis aan.

Ik wil weten hoe hiphopdansen en streetdance zijn ontstaan. Ik wil weten hoe je de dansmove op de foto kunt leren. Ik wil weten waar ik bij mij in de buurt kan leren hiphopdansen. Ik wil weten wat op dit moment de populairste videoclips zijn.

3 Lees tekst 1. Controleer tijdens het lezen of je voorspellingen kloppen.a Had je goed voorspeld of de tekst makkelijk of moeilijk was?

Markeer de antwoorden die bij jou passen.

Ik vond de tekst makkelijk / moeilijk. Dat had ik goed / niet goed voorspeld.

b Kijk naar je antwoorden op vraag 2b en 2c. Klopten ze? Zo niet, verbeter ze dan met een andere kleur.

c Heb je iets nieuws gelezen of wist je alles al? Markeer in de tekst wat je nog niet wist.

Page 5: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5 10 1 5 10 2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8 1 Van de straat naar de dansschool

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 4 / 4 ❯

2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8

4 Lees de titel en de kopjes van tekst 2 nog eens.a Stel, je wilt weten of streetdance iets voor jou is.

Wat denk je: past tekst 2 dan bij je leesdoel? Markeer en vul in.

Ja / Nee, want

b Lees tekst 2. Past de tekst inderdaad bij je leesdoel? Markeer en vul in.

Tekst 2 past wel / niet bij mijn leesdoel, want

5 Lees in tekst 3: De ... draaitafels. (r. 5 t/m 7)a Stel, je wilt weten hoe de naam breakdance is ontstaan. Wat kun je zeggen

over tekst 3? Markeer de antwoorden die bij jou passen.

De tekst gaat wel / niet over het onderwerp waarover ik wil lezen.Er staan veel / weinig moeilijke woorden in de tekst.De zinnen in de tekst zijn wel / niet erg lang.

b Wat besluit je na het lezen van deze zin? Kruis aan en vul in.

Ik lees verder, want

Ik stop met lezen, want

Maak de vragen 6, 7 en 8 op een apart blaadje.

6 Lees tekst 2 nog een keer.a Heeft de tekst een goede titel volgens jou? Geef één reden waarom het wel

een goede titel is. Geef ook een reden waarom het juist geen goede titel is.

b Bedenk een andere titel voor tekst 2 waardoor je beter kunt voorspellen waar de tekst over gaat. Let op: de titel moet wel de aandacht trekken!

7 Stel, je hebt een boek geschreven over een danswedstrijd. Bedenk een titel voor je boek en schrijf de flaptekst, de tekst die op de achterkant van het boek komt. Ze moeten duidelijk maken waar je verhaal over gaat. Ook moeten mensen zin krijgen om het te lezen.

8 Bij veel dansscholen kun je lessen streetdance volgen.a Vaak kun je er ook leren hiphopdansen. Wat vind jij: kun je in een

dansschool wel leren hiphopdansen of leer je dat alleen goed op straat? Geef een argument voor je mening.

b Stel, jij maakt een website voor een dansschool. Bedenk welke informatie daarop moet staan. Bedenk voor elk onderdeel een kopje. Zorg dat de lezers aan de kopjes kunnen zien welke informatie ze waar kunnen vinden. Voorbeeld: Lestijden.

Wat heb je geleerd?

Deze les ging over voorspellen. Na het globaal lezen neem je een besluit: lees ik de tekst wel of niet? Voorspellen doe je ook tijdens het lezen. Controleer steeds! Klopte je voorspelling? Of zat je ernaast?

Page 6: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5 10 1 5 10 2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8 1 Van de straat naar de dansschool

2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8

Voorspellen

Wat ga je leren?

Je kunt straks:• uitleggen wat je doet na het voorspellen• uitleggen hoe je tijdens het lezen controleert of je voorspelling klopt

Wat ga je doen?

Je gaat drie teksten lezen.Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet!

Wat moet je weten?

Je weet dat je veel kunt voorspellen over een tekst. Door een tekst globaal te lezen, kom je erachter wat het onderwerp is. Ook weet je dan wat de tekstsoort is en weet je al iets over de inhoud en over het taalgebruik.

Als je klaar bent met globaal lezen en je hebt een voorspelling gedaan, neem je een besluit:• Ik ga deze tekst helemaal lezen, want: - hij past bij mijn leesdoel. - ik denk dat ik hem goed kan begrijpen.• Ik ga deze tekst niet lezen, want: - hij gaat niet over het onderwerp waarover ik wil lezen. - ik denk dat ik hem te moeilijk vind.

Stel, je besluit om de tekst te lezen. Dan ben je nog niet klaar met je voorspelling! Tijdens het lezen controleer je of je voorspelling klopt:• Is de tekst toch niet te moeilijk?• Heb ik al iets nieuws gelezen of weet ik alles al?• Gaat hij nog steeds over het onderwerp dat ik voorspeld had?

Je kunt zelfs tijdens het lezen nog kiezen om te stoppen of om door te gaan.

Moeilijke woorden

acrobatisch = voor een acrobatische beweging moet je sterk en lenig zijn en goed je evenwicht kunnen bewarengelikt = gladjes, bijna té mooide choreografie = (je zegt: goreograf ie) een ontwerp voor een dans, bedacht door een choreograaf: iemand die bepaalt hoe de dansers zich bewegen en hoe de dans eruit gaat ziende souplesse = (je zegt: soeplesse) de lenigheid

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 1 / 4 ❯

Page 7: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5 10 1 5 10 2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8 1 Van de straat naar de dansschool

1

5

10

15

20

25

1

5

10

1

5

10

2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8

1 Van de straat naar de dansschool

Wat is de overeenkomst tussen Rihanna, Beyoncé, Justin Bieber en Bruno Mars? Precies: ze kunnen goed zingen. Maar ze kunnen óók nog eens heel goed dansen. Geen klassiek ballet of een Weense wals, maar streetdance. Hoe is deze populaire dansvorm eigenlijk ontstaan?

HiphopdansenRond 1980 ontstaat er in de arme buurten van New York een nieuwe muzieksoort: hiphop. De jongeren die hierop dansen, bedenken zelf bewegingen. Zo ontstaan er nieuwe dansvormen. Bijvoorbeeld de acrobatische breakdance, en popping, met robotachtige moves. Door te dansen, vertellen de jongeren over hun emoties en hun problemen. Ze dansen gewoon op straat, vaak in battles (wedstrijden). Zo is de naam streetdance ontstaan. Maar Justin Bieber voert zijn gelikte moves niet uit op straat. Waarom noemen we dat dan streetdance?

StreetdanceIn 1981 gaat de nieuwe tv-zender MTV non-stop videoclips uitzenden. De zender wordt razend populair bij jongeren. In de clips is een nieuwe manier van dansen te zien. Deze dansvorm heeft kenmerken van de hiphop, maar een verschil is dat de dansers in grote groepen een strakke choreografie uitvoeren. Populaire artiesten zijn Madonna, Michael Jackson en zijn zus Janet. Veel jongeren willen ook zo leren dansen. Dansscholen gaan lesgeven in de nieuwe dans, die ze streetdance noemen. Misschien omdat dat lekker stoer klinkt? Maar een echte dans van de straat is deze streetdance dus niet.

2 ‘Ik dans elke dag’

Rosie (12 jaar) doet al zes jaar aan streetdance.

Wat vind je zo leuk aan streetdance?‘Streetdance is niet één vaste manier van dansen. Het lijkt wel heel strak, maar je kunt ook zelf dingen bedenken. Daardoor kan ik mijn gevoel er goed in kwijt. Als ik boos ben, dans ik anders dan wanneer ik vrolijk ben.’

Hoe vaak oefen je?‘Ik heb twee keer per week les en ik oefen elke dag thuis. Omdat ik steeds beter wil worden, maar vooral omdat ik dansen superleuk vind.’

3 Breakdancede breakdance [bregde:ns] Engels; dans waarbij de danser souplesse en lichaamsbeheersing tot uitdrukking brengt in acrobatische kunststukjesDe naam breakdance vindt zijn oorsprong in New York, waar men aan het eind van de jaren zeventig van de vorige eeuw in achterstandswijken muziek begon te mixen met behulp van draaitafels. De instrumentale, ritmische hoogtepunten van de num-mers, breaks genaamd, werden daarbij door de dj langdurig herhaald. De adolescen-ten die dansten op deze breaks, werden break boy (b-boy) respectievelijk break girl (b-girl) genoemd; het woord breakdance is eveneens afgeleid van deze benaming.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 2 / 4 ❯

Page 8: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5 10 1 5 10 2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8 1 Van de straat naar de dansschool

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 3 / 4 ❯

2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8

Maak de vragen

1 Lees de titels van de drie teksten.a Weet je nu al waar de teksten over gaan? Kruis aan en vul in.

■ Ja, een beetje. Ze hebben alle drie te maken met dansen. Nee, want

b Lees van tekst 1 en 2 de kopjes en bekijk de foto’s. Lees van tekst 3 regel 3 en 4. Wat weet je nu nog meer? Vul in.

Tekst 1 gaat over twee dansvormen / manieren van dansen. In tekst 2 vertelt een meisje over streetdance. Tekst 3 legt uit wat breakdance is.

c Bekijk van elke tekst de opbouw en de indeling. Wat voor soort teksten zijn het? Kruis aan.

stukje uit een interview

artikel stukje uit een woordenboek

tekst 1 ■tekst 2 ■tekst 3 ■

2 Lees in tekst 1 van elke alinea de eerste en de laatste zin.a Wat kun je zeggen over tekst 1? Markeer de antwoorden die bij jou passen.

Er staan veel / weinig moeilijke woorden in de tekst.De zinnen in de tekst zijn wel / niet erg lang.

b De eerste, vetgedrukte alinea is een korte inleiding. Voorspel van alinea 2 en 3 de inhoud. Vul in.

Ik denk dat in alinea 2 en 3 wordt uitgelegd hoe hiphopdansen en streetdance zijn ontstaan.

c Welk leesdoel past het best bij tekst 1? Kruis aan.

■ Ik wil weten hoe hiphopdansen en streetdance zijn ontstaan. Ik wil weten hoe je de dansmove op de foto kunt leren. Ik wil weten waar ik bij mij in de buurt kan leren hiphopdansen. Ik wil weten wat op dit moment de populairste videoclips zijn.

3 Lees tekst 1. Controleer tijdens het lezen of je voorspellingen kloppen.a Had je goed voorspeld of de tekst makkelijk of moeilijk was?

Markeer de antwoorden die bij jou passen.

Ik vond de tekst makkelijk / moeilijk. Dat had ik goed / niet goed voorspeld.

b Kijk naar je antwoorden op vraag 2b en 2c. Klopten ze? Zo niet, verbeter ze dan met een andere kleur.

c Heb je iets nieuws gelezen of wist je alles al? Markeer in de tekst wat je nog niet wist.

Page 9: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 2, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2020. 4. 15. · 1 5 10 15 20 25 1 5 10 1 5 10 2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8 1 Van de straat naar de dansschool

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 4 / 4 ❯

2020 | blok 4, wEEk 2, lEs 1 | Groep 7-8

4 Lees de titel en de kopjes van tekst 2 nog eens.a Stel, je wilt weten of streetdance iets voor jou is.

Wat denk je: past tekst 2 dan bij je leesdoel? Markeer en vul in.

Ja / Nee, want Bijvoorbeeld: Ja, want in de tekst legt een meisje van mijn leeftijd uit wat ze er leuk aan vindt.

b Lees tekst 2. Past de tekst inderdaad bij je leesdoel? Markeer en vul in.

Tekst 2 past wel / niet bij mijn leesdoel, want Bijvoorbeeld: niet, want ze vertelt niet wat ze precies doet in de lessen.

5 Lees in tekst 3: De ... draaitafels. (r. 5 t/m 7)a Stel, je wilt weten hoe de naam breakdance is ontstaan. Wat kun je zeggen

over tekst 3? Markeer de antwoorden die bij jou passen.

De tekst gaat wel / niet over het onderwerp waarover ik wil lezen.Er staan veel / weinig moeilijke woorden in de tekst.De zinnen in de tekst zijn wel / niet erg lang.

b Wat besluit je na het lezen van deze zin? Kruis aan en vul in.

Ik lees verder, want ik begrijp de tekst goed. Ik stop met lezen, want de tekst is te moeilijk voor mij.

Maak de vragen 6, 7 en 8 op een apart blaadje.

6 Lees tekst 2 nog een keer.a Heeft de tekst een goede titel volgens jou? Geef één reden waarom het wel

een goede titel is. Geef ook een reden waarom het juist geen goede titel is.

b Bedenk een andere titel voor tekst 2 waardoor je beter kunt voorspellen waar de tekst over gaat. Let op: de titel moet wel de aandacht trekken!

7 Stel, je hebt een boek geschreven over een danswedstrijd. Bedenk een titel voor je boek en schrijf de flaptekst, de tekst die op de achterkant van het boek komt. Ze moeten duidelijk maken waar je verhaal over gaat. Ook moeten mensen zin krijgen om het te lezen.

8 Bij veel dansscholen kun je lessen streetdance volgen.a Vaak kun je er ook leren hiphopdansen. Wat vind jij: kun je in een

dansschool wel leren hiphopdansen of leer je dat alleen goed op straat? Geef een argument voor je mening.

b Stel, jij maakt een website voor een dansschool. Bedenk welke informatie daarop moet staan. Bedenk voor elk onderdeel een kopje. Zorg dat de lezers aan de kopjes kunnen zien welke informatie ze waar kunnen vinden. Voorbeeld: Lestijden.

Wat heb je geleerd?

Deze les ging over voorspellen. Na het globaal lezen neem je een besluit: lees ik de tekst wel of niet? Voorspellen doe je ook tijdens het lezen. Controleer steeds! Klopte je voorspelling? Of zat je ernaast?