Blok 1 - mijnhva.nl · 2020. 7. 10. · 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 3 – DEFINITIEVE...

44
1 Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2020-2021

Transcript of Blok 1 - mijnhva.nl · 2020. 7. 10. · 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 3 – DEFINITIEVE...

  • 1

    Amsterdams onderwijs in beeld

    Studiewijzer Pabo Voltijd

    Blok 1.1

    2020-2021

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 2 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Inhoud

    BLOK 1.1 | DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD ................................................................ 3

    HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT? .................................................................................................................. 4

    HET ONDERWIJSPROGRAMMA VAN PABO HVA - EEN OVERZICHT VAN DEZE STUDIEWIJZER ............................................................ 4

    BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN TOETSING BLOK 1.1 VT ...................................................................................... 6

    HOOFDSTUK 1.| THEMAONDERWIJS - PEDAGOGIEK .............................................................................................. 7

    HOOFDSTUK 2.| BEROEPSOPDRACHT – AMSTERDAMSE LEERKRACHTEN IN BEELD ............................................... 9

    NEDERLANDS 1.1: HET KINDERBOEK OP DE BASISSCHOOL ..................................................................................................... 14

    NEDERLANDS: EIGEN VAARDIGHEID NEDERLANDS ............................................................................................................... 17

    REKENEN EN WISKUNDE: HELE GETALLEN ONDERBOUW ........................................................................................................ 18

    REKENEN EN WISKUNDE: EIGEN VAARDIGHEID .................................................................................................................... 20

    MENS & WERELD: GESCHIEDENISDIDACTIEK ...................................................................................................................... 21

    MENS & WERELD: AARDRIJKSKUNDEDIDACTIEK.................................................................................................................. 23

    MENS & WERELD: ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN ICT .............................................................................................. 25

    KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE: MUZIEK ................................................................................................................................ 26

    KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE: BEELDENDE VORMING ............................................................................................................. 28

    KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE: VAKOPDRACHT 1.2 BEELDENDE VORMING & MUZIEK ................................................................... 29

    HOOFDSTUK 4. | DE PRAKTIJK VAN HET BASISONDERWIJS ....................................................................................... 31

    HOOFDSTUK 5. | PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING ........................................................................... 33

    HOOFDSTUK 6. | PRAKTISCHE INFORMATIE ............................................................................................................... 35

    BIJLAGE 1. | BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSOPDRACHT 1.1 - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD .............. 37

    BIJLAGE 2. | BEOORDELINGSFORMULIER VAKOPDRACHT NEDERLANDS 1.1 .............................................................. 38

    BIJLAGE 3. | BEOORDELINGSFORMULIER VAKOPDRACHT KO 1.2 ............................................................................... 40

    BEOORDELINGSFORMULIER VAKOPDRACHT KO 1.2 MUZIEK ..................................................................................... 42

    BIJLAGE 4. | DE TAALNORM VAN PABO HVA .............................................................................................................. 43

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 3 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    BLOK 1.1 | Dit is Amsterdam! - Amsterdams onderwijs in beeld

    INLEIDING - Welkom in Amsterdam. Dit is de stad waar je wordt opgeleid tot leerkracht basisonderwijs. Niet alleen

    in het Kohnstammhuis van de HvA, maar vooral ook in al die Amsterdamse basisscholen. In deze scholen wordt de

    basis gelegd voor de toekomst van een nieuwe generatie Amsterdammers. Meesters en juffen zijn daarin

    onmisbaar. Zij dragen bij aan de ontwikkeling van kinderen door hen kennis, vaardigheden en een goede houding

    te laten verwerven. Zij spreken kinderen aan op hun talenten en mogelijkheden en laten kinderen dingen leren die

    zij zelf niet voor mogelijk hadden gehouden. Zij hebben oog voor alle kinderen in de klas en steken hun nek uit

    voor kinderen die extra steun in de rug nodig hebben. Deze meesters en juffen creëren zo’n sfeer in de klas dat

    kinderen met plezier naar school komen en zin hebben om te leren.

    Zo’n meester of juf word jij ook. De komende vier jaar werk je samen met medestudenten, docenten en

    leerkrachten in de Amsterdamse basisscholen om dat te bereiken. De lat ligt hoog. De Amsterdamse kinderen

    verdienen de beste leerkrachten. Maar wat weet jij eigenlijk al van het Amsterdamse basisonderwijs en van die

    duizenden Amsterdamse kinderen? Meestal heb je nog een redelijk goed beeld van je eigen basisschool. Van de

    vakken die je leuk vond, of juist niet. Van de leerkrachten waarover je enthousiast was, of juist niet. Maar heb je

    ook een goed beeld van hoe het er op andere basisscholen aan toe ging? Op welke manier het onderwijs daar

    werd vormgegeven?

    In dit eerste blok maak je kennis met de diversiteit van het Amsterdamse basisonderwijs. Je maakt kennis met de

    diversiteit aan kinderen, hun sociaal-culturele achtergronden en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Ook ga

    je jezelf verdiepen in de verschillende rollen van de leerkracht. Als leerkracht geef je niet alleen les, maar je bent

    bijvoorbeeld ook medeopvoeder van de kinderen in jouw klas, je ontwerpt eigen onderwijs, je maakt onderdeel uit

    van een team van leerkrachten.

    Dit studiejaar, 2020-2021, start vanuit een bijzondere situatie, we hebben immers te maken met een aantal

    overheidsmaatregelen als gevolg van de coronacrisis. Het is bij het samenstellen van deze studiewijzer nog niet in

    detail duidelijk op welke wijze het onderwijs vorm zal worden gegeven. Wél weten we dat het een blended

    onderwijsaanbod zal zijn, waarbij de nadruk vooral zal liggen op onlineonderwijs. Dit omdat de gebouwen

    vanwege de 1,5 meter-regel helaas slechts beperkt beschikbaar zijn.

    We weten uiteraard niet hoe de situatie rondom het coronavirus zich zal ontwikkelen. Mocht het nodig zijn, dan

    zal aanbod en wellicht ook de (wijze van) toetsing moeten worden aangepast.

    Wat betreft de stages volgen we de lijn van ‘het werkveld’, dus het basisonderwijs. Dat betekent dat zolang de

    basisscholen open zijn de stages gewoon doorgaan.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 4 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Hoe ziet de opleiding op hoofdlijnen eruit?

    Je bent nog maar net begonnen aan deze opleiding. Alles is nog nieuw. Bekijk hier het grotere plaatje van jouw

    opleiding met alle thema’s per blok op een rij, zodat je weet wat je de komende vier jaar ongeveer kunt

    verwachten.

    1 Kennismaken met onderwijs en met de stad Amsterdam Kind in de grote stad / Leerkracht in de grote stad

    1.1 Amsterdams onderwijs in

    beeld

    1.2 Lesgeven over Amsterdam 1.3 Leren door te spelen 1.4 Basisonderwijs in Nederland,

    toen en nu

    Praktijk Bovenbouw Bovenbouw Onderbouw (accent groep 1 en 2) Onderbouw (accent groep 1 en 2)

    2 Differentiatie in opvoeden en onderwijzen Kinderen leren op verschillende manieren

    2.1 Leren en ontwikkelen

    stimuleren

    2.2 Diversiteit: contact en

    communicatie

    2.3 Leren in en met de groep 2.4 De wereld verkennen: kinderen

    leren verschillend

    Praktijk Onderbouw (accent groep 3 en 4) Onderbouw (accent groep 3 en 4) Bovenbouw Bovenbouw

    3 Hanteren van verschillen tussen kinderen in onder-/ bovenbouw Minor

    3.1 Hanteren van verschillen tussen

    kinderen in de groep, in onder- c.q.

    bovenbouw

    3.2 Omgaan met verschillen:

    Samenwerken met ouders en

    deskundigen in en buiten de school

    Praktijk Bouw profilering leeftijdsgroep Bouw profilering leeftijdsgroep

    4 Verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep Voorbereiden overgang naar het werkveld

    4.1 Eigen (LiO)-groep:

    verantwoordelijkheid nemen voor

    het leerproces van kind en groep

    4.2 (Eigen) onderwijs ontwikkelen

    en verantwoorden

    4.3 Afstuderen / voorbereiden

    overgang naar het werkveld

    4.3 Afstuderen / voorbereiden

    overgang naar het werkveld

    Praktijk LIO-1 LIO-1 LIO-2 LIO-2

    Het onderwijsprogramma van Pabo HvA - Een overzicht van deze studiewijzer

    Ieder blok wordt het onderwijs op de pabo verzorgd rondom een specifiek thema. Voor het komend blok is dat

    Amsterdams onderwijs in beeld. Met deze studiewijzer geven we je graag een overzicht van wat je dit blok allemaal

    kunt verwachten.

    Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs / pedagogiek bestaat uit

    hoorcolleges en werkcolleges, waarvan de kennis aan het einde van het blok wordt getoetst in de thematoets (zie

    hoofdstuk 1 van deze studiewijzer).

    Daarnaast werk je het gehele blok aan een beroepsopdracht. Deze opdracht vormt de schakel tussen de kennis en

    vaardigheden die je tijdens de colleges opdoet en de praktische toepassing van die kennis voor de klas. Het

    beroepsproduct dat je aan het eind van het blok inlevert, heeft altijd een directe link met het werken in de klas en

    in de school (zie hoofdstuk 2).

    De vakinhoudelijke kennis en vaardigheden staan ook in het teken van het blokthema. Je volgt vakcolleges en je

    oefent je vaardigheden in de verschillende vakdomeinen. In hoofdstuk 3 zijn alle vakken die je dit blok gaat volgen

    uitgebreid beschreven, alsmede de literatuur die je ervoor nodig hebt, en alle andere relevante informatie.

    Let op: het is van belang dat je weet dat sommige, verschillende vakken vallen onder dezelfde SIS-code, die steeds

    als één eenheid worden getoetst. Aan het begin van hoofdstuk 3 van deze studiewijzer leggen we dat uit.

    We starten zo snel mogelijk met het stage lopen in de échte praktijk van het basisonderwijs. Al in de derde

    lesweek begin je daar mee en wel (onder voorbehoud dat het praktisch geregeld kan worden op jouw stageschool)

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 5 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    in de bovenbouw. Alle informatie over de praktijk vind je in de praktijkgids (die is te downloaden via intranet),

    maar in deze studiewijzer worden de belangrijkste zaken rondom de praktijk voor komend blok in hoofdstuk 4 nog

    even voor je op een rij gezet.

    Tijdens de persoonlijke professionele ontwikkeling (PPO, hoofdstuk 5 van deze studiewijzer) word je begeleid

    door je kerndocent. Deze ondersteunt je bij het uitvoeren van de beroepsopdracht, ziet toe op je studievoortgang

    en helpt je om systematisch terug te kijken op je praktijkervaringen en wat daarvan valt te leren met het oog op je

    professionele ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 6 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Beknopt overzicht studieprogramma en toetsing blok 1.1 VT

    Hieronder vind je een samenvatting van het studieaanbod en de wijze van toetsen van blok 1.1.

    Uitgebreide informatie (b.v. over de toetsstof en de omschrijving van de opdracht) vind je in deze studiewijzer bij

    het betreffende studieonderdeel.

    Let op: sommige studieonderdelen (zoals Persoonlijke professionele ontwikkeling) worden wel aangeboden, maar

    pas aan het eind van het volgende blok getoetst en in studiepunten ‘verzilverd’.

    BLOK 1.1 VT - STUDIEPROGRAMMA & TOETSING 2020-2021

    COLLEGES

    Door

    TOETSING STP. TOETSVORM TOETSMOMENT HERKANSING

    Pedagogiek Themalijn

    Werkcolleges

    Vakdocenten pedagogiek

    Thematoets 1.1 3

    Multiple choice

    40 vragen

    Toetsperiode

    blok 1

    Toetsperiode

    blok 2

    Vakcolleges

    Nederlands

    Vakdocenten Nederlands

    Vakopdracht

    Nederlands 1.1 2

    Verslag

    (zie voor de specifieke eisen de

    opdracht in de studiewijzer)

    Beoordeling door vakdocent

    a.d.h.v. beoordelingsformulier

    Toetsperiode

    blok 1

    Toetsperiode

    blok 2

    Werkcolleges

    Practica

    Beroepsopdracht

    Kerndocent Beroepsopdracht 1.1 2

    Verslag

    (zie voor de specifieke eisen de

    opdracht in de studiewijzer).

    Beoordeling door andere

    kerndocent a.d.h.v.

    beoordelingsformulier

    Toetsperiode

    blok 1

    Toetsperiode

    blok 2

    Stage

    Schoolopleider

    Stagementor Praktijk 1.1 3

    Stagebeoordeling

    Beoordeling door

    schoolopleider a.d.h.v.

    beoordelingsformulier

    Toetsperiode

    blok 1

    Toetsperiode

    blok 2

    Eigen vaardigheid

    Rekenen/wiskunde 1.1

    Vakdocenten rekenen

    Eigen vaardigheid

    Rekenen/wiskunde

    1.1 1

    Wiscat-toets Toetsperiode

    blok 1

    Zie toetsrooster

    Eigen vaardigheid

    Nederlands 1.1

    Vakdocenten Nederlands

    Eigen vaardigheid

    Nederlands 1.1 1

    Pabo HvA-taaltoets Toetsperiode

    blok 1

    Zie toetsrooster

    TOTAAL AANTAL STUDIEPUNTEN BLOK VT 1.1 12

    Tot slot: in hoofdstuk 6 van deze studiewijzer hebben we alle praktische informatie voor je op een rijtje gezet,

    zoals een kalenderoverzicht van dit blok, een overzicht van handige en belangrijke internetsites, de BSA-norm, een

    overzicht van het vereiste taalniveau, etc.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 7 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    HOOFDSTUK 1.| Themaonderwijs - pedagogiek Sis-code: Pedagogiek Themalijn 1.1 TS

    INLEIDING

    In dit blok maak je kennis met de (super)diversiteit van het Amsterdamse basisonderwijs. Je ontdekt dat er grote

    verschillen zijn tussen kinderen, onder andere op het gebied van sociaal-culturele achtergronden en

    ontwikkelingsniveau. Je leert over de basisbehoeften van leerlingen en hoe je door middel van goed

    klassenmanagement voorwaarden voor succesvol onderwijs kunt scheppen. Je leert hoe een (methode) les

    opgebouwd is en wat de verschillende lesfasen inhouden.

    Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van de reeks?

    • Je kunt definiëren wat adaptief onderwijs is en je weet wat de drie psychologische basisbehoeften relatie,

    competentie en autonomie inhouden.

    • Je weet op welke manieren je door middel van klassenmanagement de voorwaarden voor succesvol onderwijs

    kunt scheppen.

    • Je kent enkele manieren om het pedagogische klimaat te beïnvloeden.

    • Je weet welke informatie nodig is om de beginsituatie van je klas te beschrijven voor een lesvoorbereiding. Bij

    het beschrijven van die beginsituatie kan je informatie over de leef- en belevingswereld van je leerlingen

    betrekken.

    • Je kent de begrippen beginsituatie, lesdoel en lesinhoud in een lesvoorbereiding. Je kunt de inleiding, de kern

    en het slot van een (methode) les herkennen en je weet wat elke lesfase inhoudt.

    • Je herkent de eerste vier competentiegebieden leerkracht basisonderwijs in de praktijk van de basisschool.

    Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

    Bijeenkomsten

    De volgende onderwerpen zullen in deze lessen aan bod komen:

    - Het pedagogisch klimaat in de klas en de drie basisbehoeften van kinderen

    - Klassenmanagement; de regels in je klas

    - Kinderen begeleiden, bijvoorbeeld het starten van de les, ervoor zorgen dat jouw leerlingen opletten en meedoen.

    - De beginsituatie van je leerlingen, de leef- en belevingswereld en het daarop afstemmen van de lessen.

    - De drie lesfasen van een les (inleiding, kern en slot)

    - De verschillende taken en rollen van de leerkracht

    -

    Toetsing

    Tentamen (meerkeuzevragen). Op basis van 40 vragen en vier antwoordmogelijkheden, wordt de toets als

    voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 8 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Literatuur

    • Collegestof en artikelen aangeboden tijdens de lessen en op Brightspace.

    • Eijkeren, M. Van (2013). Pedagogisch-didactisch begeleiden. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

    • Hoofdstuk 1: Observeren

    • Hoofdstuk 4: Pedagogisch klimaat: in de groep

    • Hoofdstuk 5: Kinderen begeleiden: relatie

    • Hoofdstuk 6: Kinderen begeleiden: autonomie en competentie

    • Hoofdstuk 8.1 Drie niveaus van didactische vormgeving

    • Hoofdstuk 8.2 Didactisch analysemodel van Van Gelder

    • Hoofdstuk 9.1: Onderwijssituatie: voorbereiding van een onderwijsleersituatie.

    • Hoofdstuk 9.2: Onderwijs geven

    • Hoofdstuk 11.1: Klassenmanagement

    • Hoofdstuk 11.2: Inrichting klaslokaal

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 9 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    HOOFDSTUK 2.| Beroepsopdracht – Amsterdamse leerkrachten in beeld

    Sis-code: Beroepsopdracht 1.1

    INLEIDING

    Je oriënteert je op het Amsterdamse basisonderwijs en je verdiept je de leef- en belevingswereld van kinderen. Je

    houdt een interview met de stagementor en observeert zijn handelen in de klas. Hierdoor vorm je je een beeld van

    de drie bekwaamheden van de leerkracht basisonderwijs. Door middel van twee deelproducten werk je toe naar

    een eindproduct waarin de kinderen en de stagementor van deze Amsterdamse basisschool centraal staan.

    Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen?

    • Je kunt een interview systematisch voorbereiden en uitvoeren.

    • Je kunt de visie van de stagementor op de drie bekwaamheden beschrijven en onderbouwt deze met

    voorbeelden uit de onderwijspraktijk.

    • Je kent het verschil tussen de leefwereld en de belevingswereld van kinderen.

    • Je kunt de samenvatting van het interview over leef- en belevingswereld van twee kinderen in beeld brengen.

    Het programma

    Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf

    Bijeenkomst 1: De bekwaamheden voor de leerkracht basisonderwijs

    en de inhoud van beroepsopdracht 1.1

    Neem je laptop mee naar de bijeenkomst.

    Lees de beschrijving van de beroepsopdracht in de studiewijzer voor

    blok 1.1. Noteer de vragen die je hebt zodat je deze kunt bespreken

    met je kerndocent.

    Bijeenkomst 2: Voorbereiding interview met je mentor

    Bijeenkomst 3: Oefenen met het interview

    Bijeenkomst 4: Leef- en belevingswereld en interview met twee

    kinderen uit jouw stageklas

    Bijeenkomst 5: Infographics

    Bijeenkomst 6

    Feedback van je medestudenten op je deelproducten en het concept

    eindproduct.

    Neem alles wat je voor deelproduct 1 en 2 en het eindproduct hebt

    gemaakt mee naar deze bijeenkomst, zodat medestudenten feedback

    kunnen geven.

    Toetsing

    Het product wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als voldoende zijn

    beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de prestaties op de

    verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

    Studiemateriaal

    • Donk, C. van der en Lanen, B. van (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.

    • PowerPoints en artikelen, gebruikt in de lessen.

    Aanwezigheidsplicht Voor de colleges van de beroepsopdracht en de practica geldt een aanwezigheidsplicht.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 10 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Beschrijving van de beroepsopdracht

    De beroepsopdracht is een onderzoeksmatige opdracht waarin de koppeling tussen theorie en praktijk centraal

    staat en de verbinding wordt gemaakt tussen de lessen op de opleiding en de eigen stagesituatie.

    Deelproduct 1

    Je beschrijft de visie van jouw stagementor op de drie bekwaamheden van de leerkracht basisonderwijs en de

    wijze waarop hij/zij dit in de praktijk laat zien. Deze bekwaamheden zijn te vinden in de Amsterdamse Leerkracht-

    Lijn, welke is gepubliceerd is op extranet.mijnhva.nl. Hiervoor houd je een interview met je stagementor en

    observeer je hoe je mentor deze bekwaamheden in de praktijk toepast.

    Om het interview met je mentor te laten slagen is een goede voorbereiding en uitvoering belangrijk. Geef in de

    werkwijze daarom een onderbouwing van de keuzes die je hebt gemaakt voor het interview. Hierbij gaat het onder

    meer om het soort interview en de doorvragen die je wilt stellen. Geef achteraf een kritische reflectie op hoe het

    gesprek is verlopen. Het is raadzaam het gesprek op audio op te nemen.

    Deelproduct 2

    Je houdt een interview met twee kinderen om erachter te komen wat hun leefwereld en belevingswereld is.

    In de uitwerking van het interview licht je toe waarom bepaalde zaken bij leefwereld en belevingswereld horen.

    Om ook het interview met de kinderen te laten slagen is een goede voorbereiding en uitvoering belangrijk. Geef in

    de werkwijze daarom een onderbouwing van de keuzes die je hebt gemaakt voor het interview. Hierbij gaat het

    onder meer om het soort interview en de doorvragen die je wilt stellen. Geef achteraf een kritische reflectie op

    hoe het gesprek is verlopen. Het is raadzaam het gesprek op audio op te nemen.

    Anonimiseer de namen van de kinderen en vraag indien nodig toestemming aan de ouders voor het interview.

    Met het voorbereiden en uitvoeren van gesprekken met je mentor en de twee leerlingen oefen je in het

    systematisch verzamelen van gegevens gericht op een specifiek onderwerp. Hiermee word je voorbereid op het

    verwerven van gespreks- en onderzoeksvaardigheden zoals het houden van een interview het voeren van

    professionele gesprekken. Dit draagt bij aan de voorbereiding op het doen van onderzoek.

    Eindproduct

    De afronding van beroepsopdracht 1.1 bestaat uit volgende delen die gezamenlijk worden beoordeeld:

    1. Deelproduct 1.

    2. Deelproduct 2.

    3. Een digitale infographic op basis van deelproduct 2, waarin

    • je een samenvatting geeft van de kern van deelproduct 2.

    • de overeenkomsten en verschillen tussen de leef- en belevingswereld tussen twee kinderen in beeld

    worden gebracht.

    • de gemaakte keuzes in de infographic worden toegelicht.

    Een infographic is een vorm van presenteren van informatie waarbij alleen essentiële tekst wordt gebruikt en

    gegevens grafisch worden weergegeven. Het is een andere vorm dan een verslag en vraagt daarom dat je goed

    nadenkt over dat wat je hebt verzameld en de manier waarop je het aan anderen toont. Door het maken van een

    infographic oefen je vaardigheden die bijvoorbeeld nodig zijn bij het communiceren met collega’s en ouders.

    Voor de uitwerking van beroepsopdracht 1.1 kun je het hieronder gegeven verslagformat gebruiken. Controleer of

    de geschreven tekst voldoet aan de eisen die worden gesteld in de pabo taalnorm en het B2 taalniveau.

    https://extranet.mijnhva.nl/nl/stage_werkplekleren/pabo/Paginas/default.aspx

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 11 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Verslagformat beroepsopdracht 1.1

    Voorblad

    met bovenaan de naam van de opdracht, een toepasselijke illustratie en onderaan de naam van de student, het

    studentnummer, het vak, het studiejaar en de groep waar je in zit.

    Inhoudsopgave

    Inleiding

    Hier beschrijf je wat de aanleiding is tot dit verslag, wat er in het verslag staat en waarom heb je dit verslag gemaakt.

    Deelproduct 1

    1. Werkwijze

    Beschrijf waarom je welke keuzes hebt gemaakt voor het interview. Ga onder meer in op het soort interview, de vragen

    en doorvragen die je wilt stellen en geef een kritische reflectie op hoe het gesprek is verlopen.

    2. Visie van de stagementor op de drie bekwaamheden

    a. Beschrijf wat de bekwaamheden inhouden en benoem welke twee aspecten je per bekwaamheid hebt

    besproken in het interview met de stagementor en waarom je deze hebt gekozen.

    b. Beschrijf de visie van de stagementor op de

    • pedagogische bekwaamheid: benoem tenminste twee elementen.

    • vakinhoudelijke bekwaamheid: benoem tenminste twee elementen.

    • vakdidactische bekwaamheid: benoem tenminste twee elementen.

    3. Praktijkvoorbeelden

    Beschrijf tenminste één voorbeeld van hoe de stagementor zijn visie op het

    • pedagogisch bekwaamheid in praktijk brengt.

    • vakinhoudelijke bekwaamheid in praktijk brengt.

    • vakdidactische bekwaamheid in praktijk brengt.

    Deelproduct 2

    1. Werkwijze

    Beschrijf waarom je welke keuzes hebt gemaakt voor het interview. Ga in onder meer in op het soort interview, de

    vragen en doorvragen die je wilt stellen en geef een kritische reflectie op hoe het gesprek is verlopen.

    Anonimiseer de namen van de kinderen, vraag indien nodig toestemming aan de ouders voor het interview.

    2. Interview met leerlingen

    Je laat zien dat je weet wat de begrippen leefwereld en belevingswereld inhouden en wat het verschil is tussen beide

    begrippen. Op basis van het interview licht je voor beide leerlingen toe waarom bepaalde zaken onder leefwereld en

    onder belevingswereld vallen.

    Infographic Deelproduct 2

    Deze infographic is een samenvatting van de kern van deelproduct 2.

    De overeenkomsten en verschillen tussen de leef- en belevingswereld tussen twee kinderen in beeld worden gebracht

    en je licht de gemaakte keuzes in de infographic toe.

    Nawoord

    Je verwoordt hier wat je hebt geleerd van beroepsopdracht 1.1.

    Bijlagen

    a. Voeg het letterlijke transcript van het interview (incl. vragen en antwoorden) met de stagementor als bijlage toe.

    b. Voeg het letterlijke transcript van het interview (incl. vragen en antwoorden) met de leerlingen als bijlage toe.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 12 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Inleveren van het eindproduct

    Het eindproduct moet worden ingeleverd via Beroepsopdracht 1.1 op Brightspace. De deadline voor het inleveren

    wordt opgenomen in het (toets)rooster en staat vermeld op de inleverpagina van de betreffende pagina op

    Brightspace. Het is niet mogelijk om een opdracht ná de deadline in te leveren, de mogelijkheid tot inleveren sluit

    automatisch op de genoemde dag en tijd. Het is niet mogelijk om een opdracht op een andere wijze in te leveren

    dan via Brightspace, bijvoorbeeld via e-mail bij een docent. Ingeleverde documenten worden gecontroleerd op

    plagiaat. Daarna worden de documenten beschikbaar gesteld aan een docent voor de beoordeling.

    Geef je document een duidelijke naam volgens een vast format:

    Blok-StudiedeelStudiejaar-VoornaamAchternaam-Klas-InhoudDocument.docx.

    Voor deze beroepsopdracht wordt dat bijvoorbeeld:

    11-Beroepsopdracht1920-VoornaamAchternaam-Klas-Eindproduct.docx

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 13 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    HOOFDSTUK 3.| Kennis en vaardigheden - de vakcolleges

    INLEIDING - Dit onderdeel van de studiewijzer beschrijft de vakcolleges die je dit blok gaat volgen. Iedere

    beschrijving hieronder is op dezelfde wijze gestructureerd. We beginnen met een korte inleiding. Dan volgt steeds

    een beschrijving van de leerdoelen en een schema met het programma. Dit schema is opgedeeld in een kolom met

    daarin het onderwerp van het college en een korte beschrijving van de inhoud. Daarnaast een kolom waarin de

    voorbereiding staat vermeld die dat van je vraagt. Verder vind je informatie over de toetsing en een overzicht van

    de literatuur/toetsstof.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 14 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.1 Titel: Nederlands 1.1: Het kinderboek op de basisschool

    SIS-code: Vakopdracht Nederlands 1.1 OP

    INLEIDING – Het vak Nederlands op de Pabo HvA begint met de module Het kinderboek op de basisschool. Tijdens

    deze lessen staat het belang van lezen en voorgelezen worden voor het kind op de basisschool centraal. Een

    stimulerende leesomgeving en een positief leesklimaat in de klas zijn voor het kind belangrijk voor het plezier in

    lezen en uiteindelijk ook voor de gehele (taal)ontwikkeling. De leerkracht speelt in de totstandkoming van deze

    leesomgeving en het leesklimaat een belangrijke rol.

    Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

    • Je kent de kerndoelen primair onderwijs die met jeugdliteratuur te maken hebben.

    • Je kent de theorie omtrent het jeugdboek.

    • Je kent de uitgangspunten van de didactiek en de methodiek die horen bij jeugdliteratuur.

    • Je kent de geschiedenis van het kinderboek, kan de verschillende genres van jeugdliteratuur noemen en

    kan het belang van het kinderboek in de basisschool benoemen.

    • Je kunt jeugdliteratuur vanuit verschillende perspectieven beschouwen.

    • Je kunt de belangrijkste voorleestechnieken toepassen in de stage en hierop reflecteren.

    Het programma – Welke onderwerpen gaan we behandelen?

    In deze module staat het belang van lezen voor de (taal)ontwikkeling van het kind op de basisschool centraal. De

    volgende thema’s komen in deze module aan bod: het belang van geletterdheid voor het sociaal en

    maatschappelijk functioneren, lezen en voorlezen op de basisschool, het creëren van een stimulerend leesklimaat

    in de klas en de inrichting van een rijke leesomgeving in de school. De literatuur die je dient te bestuderen wordt

    gedurende de bijeenkomsten toegelicht en voorzien van praktijkvoorbeelden.

    Toetsing

    Schriftelijk verslag. Het product wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als

    voldoende zijn beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de

    prestaties op de verschillende criteria als goed worden beoordeeld.

    Studiemateriaal

    • Paus, H. (red.) (2018), Portaal, praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. Bussum: Uitgeverij

    Coutinho.

    • Broekhof, K. (2017), Meer lezen, beter in taal, Stichting lezen.

    • Alle collegestof, dat wil zeggen PowerPoints alsmede uitgereikte materialen.

    Beschrijving van de vakopdracht

    In deze vakopdracht analyseer en beoordeel je de leesomgeving en het leesklimaat de stageklas. Dit doe je door de

    omgeving te observeren en de mentor te interviewen. Daarnaast lees je zelf tenminste een keer klassikaal voor. De

    vakopdracht bestaat uit vier deelopdrachten die hieronder toegelicht worden.

    1. Bestudeer Meer lezen, beter in taal (Broekhof, 2017) en op www.tule.slo.nl kerndoel 9: De leerlingen

    krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 15 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    teksten. Verzamel aan de hand van deze literatuur belangrijke criteria voor een stimulerende

    leesomgeving.

    2. Observeer met behulp van deze criteria de leesomgeving in de klas en in de bibliotheek van de school.

    Beschrijf je bevindingen in deelopdracht 1: ‘Analyse van de leesomgeving’.

    3. Maak aan de hand van bovenstaande literatuur een interviewleidraad voor een gesprek met de

    stagementor. Bevraag hem of haar over:

    o de invulling van het vrij lezen;

    o de uitvoering van verschillende leesbevorderende activiteiten;

    o het voorlezen aan de klas.

    4. Werk vervolgens de beschrijving van het leesklimaat uit in deelopdracht 2: ‘Beschrijving van het

    leesklimaat in de klas’. Baseer je tekst op het interview met de stagementor. Zorg dat dit een feitelijke

    beschrijving is, zonder oordeel. Omvang: 1 A4.

    5. Schrijf op basis van de resultaten van beide deelopdrachten deelopdracht 3: ‘Beoordeling van de

    leesomgeving en het leesklimaat’. Je komt tot een beoordeling door jouw bevindingen te vergelijken met

    de beschrijvingen vanuit de bestudeerde literatuur. Sluit deze af met tenminste twee adviezen om de

    leesomgeving te optimaliseren en twee adviezen om het leesklimaat te bevorderen. Omvang: 1 A4.

    6. Deelopdracht 4: ‘Voorlezen in de stageklas’ staat los van bovenstaande drie deelopdrachten. Voor deze

    deelopdracht lees je in de stageklas aan de kinderen een (fragment uit een) boek voor. Bereid dit voor aan

    de hand van bijlage 1: ‘Voorlezen in de stageklas’. Laat de mentor deze voorleesles beoordelen met

    behulp van bijlage 2: ‘Beoordelingsformulier voorlezen in de stageklas’. Reflecteer zelf op het voorlezen in

    het tweede deel van het formulier ‘Voorlezen in de stageklas’.

    Vormgeving van de vakopdracht

    EISEN ALGEMEEN:

    • Het verslag vormt een geheel;

    • het verslag ziet er verzorgd uit;

    • het verslag kent geen spel- of stijlfouten en voldoet aan de HvA-taalnorm;

    • de pagina’s zijn genummerd;

    • ieder onderdeel begint op een nieuwe bladzijde;

    • de omvang van het verslag komt overeen met het gestelde aantal pagina’s.

    EISEN SPECIFIEK:

    Het verslag telt

    acht

    onderdelen

    Voorblad

    Vermeld:

    - naam;

    - klas;

    - studentnummer;

    - naam van de vakopdracht;

    - inleverdatum.

    Inhoudsopgave Alleen de beginpagina’s van de diverse onderdelen vermelden.

    Inleiding Leg uit hoe je te werk bent gegaan en maak duidelijk waar je deze

    vakopdracht hebt uitgevoerd; geef de naam van de stageschool,

    beschrijf kort de stagegroep en het aantal kinderen.

    Deelopdracht 1:

    analyse van de

    leesomgeving

    Werk in deze deelopdracht de observatie van de leesomgeving uit.

    Omvang: 1 A4.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 16 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Deelopdracht 2:

    beschrijving van het

    leesklimaat in de klas

    Werk in deze deelopdracht het interview met de mentor uit over de

    wijze waarop hij/zij het leesklimaat stimuleert.

    Omvang: 1 A4.

    Deelopdracht 3:

    beoordeling van de

    leesomgeving en het

    leesklimaat

    Kom tot een beoordeling door jouw bevindingen te vergelijken met de

    beschrijvingen vanuit de bestudeerde literatuur. Sluit deze af met

    tenminste twee adviezen om de leesomgeving te optimaliseren en

    twee adviezen om het leesklimaat te bevorderen.

    Omvang: 1 A4.

    Deelopdracht 4:

    voorlezen in de

    stageklas

    Deze deelopdracht bestaat uit bijlage 1: ‘Voorlezen in de stageklas’ en

    bijlage 2: ‘Beoordelingsformulier voorlezen in de stageklas’.

    Zorg voor een handgeschreven beoordeling van de mentor.

    Bronnenlijst De bronnenlijst is opgesteld volgens de APA-normen (zie Richtlijnen-

    APA.pdf).

    PPO-dossier

    Het PPO-dossier fungeert als reflectie-instrument. Hierin verzamel je alle als voldoende beoordeelde

    studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Je neemt het eindproduct van dit

    studieonderdeel, mits voldoende beoordeeld, op in je PPO-dossier.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 17 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.2 Titel: Nederlands: Eigen vaardigheid Nederlands

    SiS-code: EV Nederlands toets digitaal

    INLEIDING - Elke leerkracht moet correct kunnen spellen en formuleren alsmede vaardigheid bezitten in het

    redekundig en taalkundig ontleden van zinnen. Hij moet boven de stof staan om deze aan kinderen te kunnen

    uitleggen. Daarnaast worden van elke student verslagen en lesvoorbereidingen in correct Nederlands verwacht.

    Ook e-mails mogen geen taal- of spelfouten bevatten. In het eerste jaar wordt daarom een (digitale) toets over

    spelling, schriftelijk formuleren, interpunctie en grammatica afgenomen.

    Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

    • Je hebt kennis van de spellingregels van het Nederlands, de interpunctie, de correcte wijze van

    formuleren alsmede de regels voor redekundig ontleden (zinsdelen) en taalkundig ontleden

    (woordsoorten).

    • Je kunt die kennis in voldoende mate in de praktijk toepassen en bij de digitale taaltoets behaal je

    minimaal een score die gelijk staat aan het cijfer 5,5.

    Het programma – Welke onderwerpen gaan we behandelen?

    Tijdens deze module komen de volgende onderwerpen aan bod: de spelling van werkwoorden en niet-

    werkwoorden (onveranderlijke vormen), interpunctie, formuleren en taal- en redekundig ontleden.

    Aanbevolen literatuur:

    Weerdt, H. de (2008). De Taaltoets-pabo haal je zo. Bussum: Coutinho.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 18 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.3 Titel: Rekenen en wiskunde: Hele getallen onderbouw

    SiS-code: Vaktoets Rekenen HG 1.2 TS

    INLEIDING – In deze module wordt het vak rekenen op de basisschool geïntroduceerd. Rekenen op de basisschool

    is in te delen in verschillende domeinen die kort behandeld zullen worden. Vervolgens zoomen we in op een van

    die domeinen, namelijk hele getallen. Dit domein wordt in twee collegereeksen aangeboden: in dit blok wordt het

    onderdeel hele getallen onderbouw behandeld, in het tweede blok (1.2) staat het domein hele getallen

    bovenbouw centraal.

    Vanaf groep 1 zijn de leerlingen bezig met het ontwikkelen van hun gecijferdheid. In groep 1-2 noemen we dat

    ontluikende en beginnende gecijferdheid. In deze vakcolleges reken- en wiskundedidactiek staat de didactische

    begeleiding van de ontwikkeling van leerlingen van groep 1 tot en met groep 4 centraal. Aan de orde komen de

    volgende onderwerpen: (ontluikende) gecijferdheid, tellen en telontwikkeling, het optellen en aftrekken tot 10, 20

    en 100 en de tafeldidactiek. In de lessen wordt aandacht besteed aan de benodigde kennis en inzichten in de

    rekendidactiek en je leert hoe je een goede rekenles kan geven op de basisschool.

    Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

    • Je kent de uitganspunten van realistisch rekenen, waaronder de didactische opbouw context, model,

    formeel en kunt deze in praktijksituaties herkennen en toepassen.

    • Je kunt leerlingen rekenstrategieën aanreiken om rekenproblemen aan te pakken binnen het

    rekendomein hele getallen en weet hoe niveauverhogingen te bewerkstelligen.

    • Je kent de leerlijn tellen en getalbegrip en kan deze herkennen en beschrijven in praktijksituaties.

    • Je kent de leerlijn basisbewerkingen hele getallen tot 10, 20 en 100 en kan deze herkennen en

    beschrijven in praktijksituaties.

    • Je hebt een aantoonbaar voldoende niveau van gecijferdheid met betrekking tot hele getallen.

    Het programma – Welke onderwerpen gaan we behandelen?

    Onderwerpen Studiemateriaal

    1. Een rekenles op de basisschool

    Je maakt kennis met het vak rekenen op de basisschool. Welke

    onderdelen komen aan bod en hoe geef ik een rekenles? We

    behandelen de verschillende domeinen, de didactische opbouw van

    een rekenles en jouw rol als leerkracht.

    2. Ontluikende gecijferdheid en getalbegrip

    Getallen hebben verschillende betekenissen. Hoe ervaren jonge

    kinderen getallen en hoeveelheden? En hoe krijgen peuters en

    kleuters geleidelijk besef van deze verschillende betekenissen? Deze

    vragen staan centraal bij dit onderwerp. Vervolgens behandelen we

    de verschillende vormen van tellen. Als je kunt tellen, betekent dit

    namelijk nog niet dat je ook weet hoeveel iets is. Het leerproces om

    dit te bereiken wordt ook behandeld.

    Van den Brom-Snijders, Van den Bergh, Hutten, en Van Zanten (2014)

    hoofdstuk 2.

    3. Peilen van getalbegrip

    Om inzicht te krijgen in de rekenontwikkeling van jonge kinderen

    wordt er gebruik gemaakt van peilingsspelletjes. Je leert hoe je aan de

    hand van deze spelletjes getalbegrip bij kleuters kunt peilen.

    Van den Brom-Snijders et al. (2014) hoofdstuk 2.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 19 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    4. Rekenen tot 10 en 20

    In groep 3 leren de leerlingen optellen en aftrekken tot 20. Hiervoor

    zijn een leerlijn en veel materialen beschikbaar, die bij dit onderwerp

    behandeld en toegelicht zullen worden.

    Van den Brom-Snijders et al. (2014) hoofdstuk 3.

    5. Rekenen tot 100

    In groep 4 en 5 worden de getallen waarmee gerekend wordt steeds

    groter. Gebruik maken van contexten, modellen en materialen blijft

    hierbij belangrijk. Je maakt kennis met de didactische opbouw van het

    optellen en aftrekken tot 100.

    Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragrafen 4.1 en 4.2.

    6. Tafeldidactiek

    Kennis van de tafels is de basis voor onder andere cijferen en het

    werken met breuken. Daarom wordt er op de basisschool veel tijd aan

    besteed. De didactiek van realistisch rekenen probeert dat zo efficiënt

    mogelijk te doen. Je leert hoe je deze didactiek kan toepassen op de

    tafels.

    Van den Brom-Snijders et al. (2014) paragraaf 4.3.

    Toetsing

    Deze collegereeks rondom hele getallen onderbouw en bovenbouw wordt aan het eind van blok 2 getoetst. De

    toets betreft een schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen). De grens voldoende/onvoldoende hangt af van het

    aantal vragen en het aantal antwoordmogelijkheden. De toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien

    minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is.

    Let op: In het geval de actuele ontwikkelingen rondom het coronavirus zodanig zijn dat toetsing in grote groepen

    niet mogelijk is, dan wordt de wijze van toetsing aangepast.

    Studiemateriaal

    • Brom-Snijders, van den P, Bergh, van den, J. Hutten, O. & Zanten, van M (2014). Hele Getallen. Reken-

    wiskundedidactiek. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

    • Hoofdstuk 2: Ontluikende gecijferdheid.

    • Hoofdstuk 3: Aanvankelijk rekenen.

    • Hoofdstuk 4: Basisbewerkingen.

    • Oonk, W., Keijzer, R., Lit, S, den Engelsen, J. Lek, A. Waveren Hogervorst, C. & Barth, F. (2015). Rekenen-

    wiskunde in de praktijk: Kerninzichten. Groningen: Noordhoff.

    • De behandelde onderwerpen tijdens de bijeenkomsten inclusief de bijbehorende powerpoints maken

    deel uit van de toetsstof.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 20 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.4 Titel: Rekenen en wiskunde: Eigen vaardigheid

    SIS-code: EV Rekenen/Wiskunde toets digitaal

    INLEIDING - In jaar 1 maak je de WISCAT-pabo toets. Deze toets heeft als doel vast te stellen of je kunt rekenen op

    het niveau van groep 8+. Het gaat hierbij om alle domeinen van het rekenen. De toets start met een gedeelte

    hoofdrekenen, waarbij geen aantekeningen gemaakt mogen worden, en de sommen binnen korte tijd gemaakt

    moeten worden.

    Tijdens de bijeenkomsten werk je zowel aan het automatiseren (vlot opgaven kunnen oplossen), als

    aan begripsvorming en rekenstrategieën.

    Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

    • Je kunt hoofdrekenen op het niveau van groep 8+.

    • Je kunt omgaan met grote en kleine getallen, positief, negatief en ook kommagetallen/breuken.

    • Je kunt globaal benaderend rekenen en schattend gebruikmaken van een set referentiematen.

    • Je kunt op reflectieve wijze zijn eigen oplossingen en die van anderen analyseren, dat wil zeggen

    aangeven hoe gerekend is en de procedure controleren op juistheid en dit categoriseren op

    oplossingsniveau en –strategie.

    • Je kunt de context, het model en de formele oplossing in uitwerkingen herkennen en hanteren.

    Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

    Het programma bestaat uit zes bijeenkomsten. In die bijeenkomsten sluiten we zoveel mogelijk aan bij de

    beginsituatie en de behoefte van de studenten. In ieder geval komen de volgende onderwerpen aan de orde:

    hoofdrekenen, rekenen met hele getallen (waaronder cijferen), rekenen met kommagetallen, breuken, procenten

    en verhoudingen, meten (waaronder het metriek stelsel), meetkunde en verbanden. Om te oefenen worden

    tijdens de lessen sommen uit het boek gemaakt en wordt voor het huiswerk gebruik gemaakt van een digitaal

    oefenprogramma. Dit zal per week bekend gemaakt worden.

    Studiemateriaal

    Bergh, J. van den; Brom-Snijders, P. van den; Hutten, O.; Zanten, Marc van. Reken Wijzer. ThiemeMeulenhoff,

    Amersfoort 2012.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 21 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.5 Titel: Mens & Wereld: Geschiedenisdidactiek

    SIS-code: Vaktoets M&W 1.2 toets schr.

    INLEIDING – In deze collegereeks wordt het leergebied geschiedenis geïntroduceerd. Naast de kernconcepten bij

    geschiedenis wordt vooral aandacht besteed aan de vakdidactische kennis en vaardigheden die nodig zijn om een

    goede geschiedenisles in het basisonderwijs voor te bereiden en te geven.

    Let op: deze collegereeks wordt alternerend aangeboden. Dat wil zeggen dat je, afhankelijk van je rooster, het

    onderwijsaanbod in het eerste of de tweede blok van dit semester volgt.

    Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen?

    • Je kent de didactiek van het vak geschiedenis en kan de achterliggende theorie uitleggen.

    • Je kent de drie kernconcepten van het vak geschiedenis (tijdsbesef, historische werkelijkheid en historisch

    redeneren) en kan hun onderlinge relatie aan de hand van voorbeelden illustreren.

    • Je kunt lessen ontwikkelen waarin verschillende beeldvormers en werkvormen worden ingezet

    die historisch denken en redeneren bij kinderen stimuleren.

    • Je bent in staat een motiverende en/of activerende instap voor een geschiedenisles te bedenken en

    didactisch te onderbouwen.

    Het programma – Welke onderwerpen gaan we behandelen?

    • Wat is geschiedenis? Over de functie en ontwikkeling van geschiedenisonderwijs op de basisschool.

    Bijbehorende literatuur: Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016). Geschiedenis en samenleving.

    Hoofdstuk 11 (‘Er was eens…’)

    Boxtel, C. van en Drie, J. van (2008) ‘Vermogen tot historisch redeneren: onderliggende kennis,

    vaardigheden en inzichten’, in Kleio, nr 43, p 45-54. Te downloaden via:

    http://www.vvlg.be/echo_files/816-nl-srcBestand.pdf

    • Kinderen en (historisch) tijdsbesef.

    Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en samenleving. Par. 12.3, par. 16.4 en

    par. 16.5.1.

    Wilschut, A. (2012) ‘Historisch denken over tijd. Onderzoek naar tijdsbewustzijn', in: Kleio, nr 3, pag. 12-

    17. Te downloaden via: http://members.casema.nl/wilschut/Kleio_mei2011.pdf

    • Didactische mogelijkheden van de instap.

    Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004) Geschiedenisdidactiek. p. 257 – 272. (Wordt beschikbaar

    gesteld)

    Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en samenleving. Par. 14.2

    • Werken met beeldvormers: stilstaand en bewegend beeld.

    Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en samenleving. Par. 13.4.

    • Werken met de beeldvormer: historische (sleutel)begrippen.

    Kooij, K. van der & Groot-Reuvenkamp, M. (2016). Geschiedenis en samenleving. Par 13.5.

    Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004). Geschiedenisdidactiek. p. 53- 60; p. 290- 294. (Wordt

    beschikbaar gesteld)

    http://www.vvlg.be/echo_files/816-nl-srcBestand.pdfhttp://members.casema.nl/wilschut/Kleio_mei2011.pdf

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 22 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Toetsing

    Tentamen (meerkeuzevragen). Op basis van 40 vragen en vier antwoordmogelijkheden, wordt de toets als

    voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is. Het betreft

    een gecombineerde toets met vragen vanuit de vakken Geschiedenis en Aardrijkskunde. Let op: In het geval dat de

    actuele ontwikkelingen rondom het coronavirus zodanig zijn dat toetsing in grote groepen niet mogelijk is, dan

    wordt de wijze van toetsing aangepast.

    Studiemateriaal

    Boxtel, C. van, & Drie, J. van (2008). Vermogen tot historisch redeneren: onderliggende kennis, vaardigheden en

    inzichten, Kleio, 43 (Te downloaden via: http://www.vvlg.be/echo_files/816-nl-srcBestand.pdf)

    • p. 45 - 54

    Kooij, C. van der, & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek.

    Groningen: Noordhoff.

    • Hoofdstuk 11

    • Paragraaf 12.3

    • Paragraaf 13.4

    • Paragraaf 13.5

    • Paragraaf 14.2

    • Paragraaf 16.4

    • Paragraaf 16.5.1

    Wildschut, A., Straaten, D. van, & Riessen, M. van (2004). Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent.

    Bussum: Coutinho.

    • p. 53-60

    • p. 257–272

    • p. 290-294

    Wilschut, A. (2012). Historisch denken over tijd. Onderzoek naar tijdsbewustzijn. Kleio, 52 (3).

    Te downloaden via: http://members.casema.nl/wilschut/Kleio_mei2011.pdf

    • p. 12 -17

    • De PowerPoints van de colleges (zie Brightspace VT Mens & Wereld 1.2).

    Aanbevolen literatuur om de vakinhoudelijke kennis op peil te houden:

    Kooij, C. van der, & Groot-Reuvenkamp, M. (2016) Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek.

    Groningen: Noordhoff.

    http://www.vvlg.be/echo_files/816-nl-srcBestand.pdfhttp://members.casema.nl/wilschut/Kleio_mei2011.pdf

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 23 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.6 Titel: Mens & Wereld: Aardrijkskundedidactiek

    SIS-code: Vaktoets M&W 1.2 toets schr.

    INLEIDING - In deze collegereeks wordt het leergebied aardrijkskunde geïntroduceerd. Naast het ‘denken met

    aardrijkskunde’, wordt vooral aandacht besteed aan de vakdidactische kennis en vaardigheden die nodig zijn om

    een goede aardrijkskundeles in het basisonderwijs voor te bereiden en te geven.

    Let op: deze collegereeks wordt alternerend aangeboden. Dat wil zeggen dat je, afhankelijk van je rooster, het

    onderwijsaanbod in het eerste of in het tweede blok van dit semester volgt.

    Leerdoelen – Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van deze reeks?

    • Je kent de didactiek van het vak aardrijkskunde en kan de achterliggende theorie uitleggen.

    • Je hebt kennis van en inzicht in het geografisch instrumentarium: kaart en atlas.

    • Je kunt lessen ontwikkelen waarin (beeldende) bronnen en verschillende werkvormen worden ingezet

    die het geografisch besef bij leerlingen in het basisonderwijs bevorderen.

    • Je kent de verschillende vormen van veldwerk en kan de omgeving van de school inzetten bij

    aardrijkskundelessen.

    Het programma – Welke onderwerpen gaan we behandelen?

    • Wat is aardrijkskunde(didactiek)?

    Bijbehorende literatuur: De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Paragraaf 1.1 en 4.1

    Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek aardrijkskunde. Paragraaf 2.1 en 2.3.

    • Kaartvaardigheid. Lesgeven met het aardrijkskundige ‘basismateriaal’: kaart & atlas.

    De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Paragraaf 3.1.

    Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek aardrijkskunde. Paragraaf 7.3.5 en

    7.4.3.

    • Aspecten van een goede aardrijkskundeles Van lesvoorbereiding tot uitwerking van een

    aardrijkskundeles.

    De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Hoofdstuk 2.1 en 5.1.

    Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek aardrijkskunde. Paragraaf 5.1, 5.3 en

    5.4.

    • Werken met (beeldende)bronnen

    De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Paragraaf 6.1

    Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek aardrijkskunde. Hoofdstuk 6.

    • Aardrijkskundig veldwerk en -onderzoek. Met de directe omgeving van de school als uitgangspunt.

    De Hamer et al. (2007). Aardrijkskunde geven. Hoofdstuk 7.1 & 7.2.

    Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek aardrijkskunde. Hoofdstuk 8.1; 8.3 &

    8.4.

    Toetsing

    Tentamen (meerkeuzevragen). Op basis van 40 vragen en vier antwoordmogelijkheden, wordt de toets als

    voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is. Het betreft

    een gecombineerde toets met vragen vanuit de vakken Geschiedenis en Aardrijkskunde.

    Let op: In het geval dat de actuele ontwikkelingen rondom het coronavirus zodanig zijn dat toetsing in grote

    groepen niet mogelijk is, dan wordt de wijze van toetsing aangepast.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 24 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Studiemateriaal voor de vaktoets

    Hamer A. de, Bakker, A., Heck, M. van, & Broere, H. (2007). Aardrijkskunde geven: Praktische didactiek voor het

    basisonderwijs. Assen: Van Gorcum B.V.

    • Hoofdstuk 1.1: Wat is aardrijkskunde?

    • Hoofdstuk 2.1: Aardrijkskundedoelen.

    • Hoofdstuk 3.1: Lesgeven met de kaart.

    • Hoofdstuk 4.1: Leren waarderen.

    • Hoofdstuk 5.1: Lessen maken.

    • Hoofdstuk 6.1: Welke materialen gebruik je?

    • Hoofdstuk 7.1: Op onderzoek uit.

    • Hoofdstuk 7.2: Aardrijkskunde in je omgeving.

    Centrum voor educatieve geografie (2009). Handboek vakdidactiek aardrijkskunde. Amsterdam: Landelijk

    Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. (Gratis te downloaden: www.expertisecentrum-

    aardrijkskunde.nl/handboek).

    • Hoofdstuk 2.1: Aardrijkskunde, wat is dat voor vak? – Inleiding.

    • Hoofdstuk 2.3. Schoolaardrijkskunde, wat is dat eigenlijk?

    • Hoofdstuk 5.1: Een aardrijkskundeles ontwikkelen – Inleiding.

    • Hoofdstuk 5.3: Aspecten van een goede les.

    • Hoofdstuk 5.4: Het ontwikkelen van een goede les.

    • Hoofdstuk 6: Aardrijkskunde laten leven.

    • Hoofdstuk 7.3.5 en 7.4.3: Kaart en atlas in de klas.

    • Hoofdstuk 8.1: De eigen omgeving en veldwerk – Inleiding.

    • Hoofdstuk 8.3: De omgeving in het aardrijkskundeonderwijs.

    • Hoofdstuk 8.4: Veldwerk.

    • De PowerPoints van de colleges (zie Brightspace VT Mens & Wereld 1.2).

    Aanbevolen literatuur om de vakinhoudelijke kennis op peil te houden:

    Baltus, R. (2015 of 2019). Basiskennis aardrijkskunde. Groningen: Noordhoff Uitgevers.

    http://www.expertisecentrum-aardrijkskunde.nl/handboekhttp://www.expertisecentrum-aardrijkskunde.nl/handboek

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 25 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.7 Titel: Mens & Wereld: Ontwikkelingen op het gebied van ICT

    SIS-code: ICT (I)

    INLEIDING - Op de hoogte blijven van wat je vrienden doen, je rooster bekijken, geld overmaken voor de vakantie

    of je medestudenten een groepsbericht sturen dat het lokaal is gewijzigd. ICT is een alledaags middel geworden.

    Voor kinderen op de basisschool is dat niet anders. Zij zoeken informatie voor een werkstuk op internet, maken

    foto’s van hun knutselwerk en rekenen oppervlakte uit op een touchscreen.

    Het lijkt vaak alsof kinderen deze vaardigheden vanzelf ontwikkelen. Toch moeten zij ook hierbij worden geholpen

    door de leerkracht. Dat betekent dat de leerkracht zich daar bewust van moet zijn en ICT inzet als middel in het

    onderwijs. Om dat goed te kunnen doen ontwikkel je eigen vaardigheid op het technische vlak en kennis van de

    didactische toepassingen.

    Let op: deze collegereeks wordt alternerend aangeboden. Dat wil zeggen dat je, afhankelijk van je rooster, het

    onderwijsaanbod in het eerste of het tweede blok van dit semester volgt.

    Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van deze reeks?

    • Je bent op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van ICT en onderwijs;

    • Je hebt een onderzoekende houding naar ontwikkelingen op het gebied van ICT in het onderwijs.

    • Je maakt gebruik van diverse vindplaatsen van digitaal leermateriaal en arrangeert hieruit je eigen les.

    Het programma – Welke onderwerpen gaan we behandelen?

    In deze module worden de volgende onderwerpen besproken:

    • Wat zijn de mogelijkheden van ICT voor de student zelf? Welke middelen heb je tot je beschikking en op

    welke wijze gebruik je die voor je studie? Daarnaast gaan we in op de middelen die je in de stage

    tegenkomt en op welke manieren je die voor de les gebruikt.

    • De visie op onderwijs volgens TPACK, waarbij de technische, inhoudelijke en didactische principes in

    samenhang zijn om de les te ontwerpen. Deze principes vertalen we naar de eigen vaardigheden en

    mogelijkheden van zowel het kind als de leerkracht.

    • We bekijken praktische toepassingen en daarbij schat je voor jezelf in hoe je deze kunt integreren in je

    onderwijs.

    Toetsing

    In deze collegereeks komen essentiële, praktische vaardigheden aan bod. Daarom geldt een aanwezigheidsplicht

    en actieve deelname voor alle colleges. Voldoende en actieve deelname aan colleges is een van de onderwerpen

    van het functioneringsgesprek dat je voert met je kerndocent aan het eind van het semester.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 26 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.8 Titel: Kunstzinnige Oriëntatie: Muziek

    SIS-code: Vakopdracht Kunstzinnige Oriëntatie 1.2

    ’Het moet niet van een gelukje afhangen of je wel of niet in aanraking komt met muziekonderwijs op de basisschool’’, aldus Ilse

    de Lange tijdens een bezoek aan onze pabo, toen ze als ambassadeur van Meer Muziek in de Klas de aftrap gaf voor de

    aankomende leerkrachten.

    Met de landelijke subsidie Meer Muziek in het basisonderwijs die aan Pabo HvA is toegekend, werkt de pabo

    met het project ‘Muziek Verbindt’.

    Muziek verbindt mensen, muziek verbindt culturen. In een grote, diverse stad als Amsterdam is die verbinding een

    voorwaarde voor het verankeren van het vak muziek in het primair onderwijs. Gedurende je opleiding word je

    getraind om muzikale activiteiten in te zetten waarmee je kinderen met elkaar kunt verbinden. Hierbij is het

    belangrijk dat jij een goede muzikale basis hebt ontwikkeld.

    Deze module is gericht op de ontwikkeling van vocale en instrumentale vaardigheden.

    Dit vereist twee verplichtingen:

    1. De aanschaf van een ukelele of gitaar

    Kijk voor de aanschaf op: https://www.bax-shop.nl/

    2. Aanschaffen van een inlogcode voor Eigenwijs Digitaal voor €10 per jaar.

    Dit doe je met je HvA emailadres.

    Kijk op https://www.eigenwijsdigitaal.nl/bestellen

    Tijdens de bijeenkomsten worden de volgende activiteiten aangeboden:

    • Muziek en ik: waar luister ik naar, wat herken ik hierin aan muzikale aspecten en bijzonderheden in klank,

    vorm en betekenis?

    • Kennismaking liedrepertoire en het maken van een liedlijst.

    • Kennismaking ritmes horen en zien (tikken en uitvoeren).

    • Eigenvaardigheid zingen.

    • Eigen vaardigheid ukelele of gitaar (de basisakkoorden).

    Leerdoelen

    Muziek:

    • Je kunt zingen op een voor de kinderen geschikte toonhoogte.

    • Je laat horen toonvast te kunnen zingen.

    • Je hebt kennis van akkoorden en grepen.

    • Je kunt een muzikale lesactiviteit voorbereiden en uitvoeren in de praktijk.

    Aanbevolen leesstof :

    • Hoofdstuk 1: Muziek op de bassischool.

    • Hoofdstuk 2: Zingen.

    • Hoofdstuk 4: Muziek Maken.

    • Hoofdstuk 5: Muziek lezen en noteren.

    • Hoofdstuk 6: Vorm.

    https://www.bax-shop.nl/https://www.eigenwijsdigitaal.nl/bestellen

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 27 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    Toetsing

    Deze onderwijseenheid wordt getoetst in het onderdeel Vakopdracht 1.2- Beeldende Vorming en Muziek.

    De opdracht

    • Je maakt een liedlijst met drie liedjes per bouw (onderbouw, middenbouw, bovenbouw)

    • Je maakt een opname van drie liedjes die jij zelf op een voor kinderen geschikte toonhoogte zingt.

    • Je maakt een opname van de begeleiding van een lied naar keuze op ukelele, of gitaar.

    • Praktijkopdracht: Je ontwerpt een muzikale activiteit voor je stageklas en voert die uit.

    De activiteit kan zijn: Een energizer; een liedaanbieding; een activiteit met bodypercussie; een activiteit

    met ritmes lezen en uitvoeren.

    - Je levert een filmpje in van deze activiteit.

    - Je beschrijft een korte verantwoording ten aanzien van de keuze van deze activiteit.

    Deze opdracht lever je in indien mogelijk in zijn geheel in via Bright Space met een link, of links via You Tube voor

    de filmpjes.

    Alle theorie die in de lessen wordt behandeld zal worden getoetst in jaar 2, blok 2.2

    Literatuur

    Aanbevolen literatuur:

    Lei, R. van de, & Haverkort, F& Noordam L.(2015). Muziek Meester.4e druk Amersfoort: Thieme Meulenhoff.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 28 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.9 Titel: Kunstzinnige Oriëntatie: Beeldende Vorming SIS-code: Vakopdracht Kunstz. Or. 1.2 PD

    INLEIDING – Je volgt de lessen beeldende vorming om je eigen vaardigheid en je kennis van het vak te

    ontwikkelen. Tijdens de lessen maak je een collectie eigen beeldend werk en maak je kennis met de beeldaspecten

    en materialen en technieken. Deze beeldaspecten leer je samen met de materialen en technieken toe te passen in

    je eigen beeldende werk.

    Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen?

    • Je hebt basiskennis over de aangeboden materialen/ technieken en kan deze toepassen in je beeldende

    werk.

    • Je bent in staat de beeldende opdrachten volgens de gegeven criteria uit te voeren.

    • Je hebt kennis genomen van de beeldaspecten en kan deze toepassen in je beeldende werk.

    • Je bent in staat een procesverslag te schrijven volgens het format op MijnHvA.

    Het programma – Welke onderwerpen gaan we behandelen?

    • Wat is beeldende vorming?

    • Beeldende ontwikkeling van kinderen.

    • Beeldaspecten.

    • Vakspecifieke leerdoelen en kerndoelen.

    • Cirkelmodel beeldend onderwijs.

    • Reflectie op het persoonlijke proces en product.

    Toetsing

    • Je levert een beeldend portfolio in met daarin opgenomen een collectie van beeldende opdrachten vanuit

    beeldend onderzoek (d.w.z. inclusief schetsen, (materiaal)proefjes en verzameld beeldmateriaal ter

    inspiratie, dit als bewijs van je proces voor het tot stand komen van je product);

    • Je levert een geschreven reflectie op proces en product in door gebruik te maken van reflectieformulieren

    voor beeldende proces en product. Zie Brightspace.

    Het beeldend portfolio wordt digitaal aangeleverd.

    Literatuur

    1. Boermans, B. (2019) Basis Beeldende Begrippen. Amsterdam, Lambo.

    2. Onna, J. van & Jacobse, A. (2019) Laat maar zien. Didactiek voor beeldend onderwijs. Groningen,

    Noordhoff.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 29 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    3.10 Titel: Kunstzinnige oriëntatie: Vakopdracht 1.2 Beeldende Vorming & Muziek

    SIS-code: Vakopdracht Kunstz. Or. 1.2 PD

    INLEIDING - Deze vakopdracht bestaat uit een deelproduct voor beeldende vorming en een deelproduct voor

    muziek.

    Leerdoelen

    Beeldende vorming:

    • Je hebt basiskennis over de aangeboden materialen/ technieken en kan deze toepassen in je beeldende

    werk.

    • Je bent in staat de beeldende opdrachten volgens de gegeven criteria uit te voeren.

    • Je hebt kennis genomen van de beeldaspecten en kan deze toepassen in je beeldende werk.

    • Je bent in staat een procesverslag te schrijven volgens het format op MijnHvA.

    Muziek:

    • Je kunt zingen op een voor de kinderen geschikte toonhoogte.

    • Je laat horen toonvast te kunnen zingen.

    • Je hebt kennis van akkoorden en grepen.

    • Je kunt een muzikale lesactiviteit voorbereiden en uitvoeren in de praktijk.

    Beschrijving van de vakopdracht

    Voor deze vakopdracht voer je diverse opdrachten uit voor het vak beeldende vorming en muziek.

    Opdracht 1 Beeldende Vorming

    Via Bright Space lever je het volgende in:

    • Het beeldend portfolio (foto’s van voorstudies als schetsen, materiaalproefjes, verzameld beeldmateriaal

    ter inspiratie etc.), het eindresultaat en je reflectie op beeldend proces en product lever je in als één

    bestand.

    Opdracht 2: Muziek

    De opdracht muziek bestaat uit een onderdeel eigenvaardigheid en een activiteit in de stageklas.

    Dit vereist twee verplichtingen:

    1. De aanschaf van een ukelele of gitaar

    Kijk voor de aanschaf op: https://www.bax-shop.nl/

    2. Aanschaffen van een inlogcode voor Eigenwijs Digitaal voor €10 per jaar.

    Dit doe je met je HvA emailadres.

    Kijk op https://www.eigenwijsdigitaal.nl/bestellen

    De opdracht

    • Je maakt een liedlijst met drie liedjes per bouw (onderbouw, middenbouw, bovenbouw)

    • Je maakt een opname van drie liedjes die jij zelf op een voor kinderen geschikte toonhoogte zingt.

    • Je maakt een opname van de begeleiding van een lied naar keuze op ukelele, of gitaar.

    • Praktijkopdracht: Je ontwerpt een muzikale activiteit voor je stageklas en voert die uit.

    https://www.bax-shop.nl/https://www.eigenwijsdigitaal.nl/bestellen

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 30 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    De activiteit kan zijn: Een energizer; een liedaanbieding; een activiteit met bodypercussie; een activiteit

    met ritmes lezen en uitvoeren.

    - Je levert een filmpje in van deze activiteit.

    - Je beschrijft een korte verantwoording ten aanzien van de keuze van deze activiteit.

    Deze opdracht lever je in via Bright Space met een link, of links naar jouw filmpjes via You Tube.

    Toelichting toetsvormen

    • De vakopdracht wordt beoordeeld op basis van criteria die zijn opgenomen in het beoordelingsformulier

    dat is opgenomen in deze studiewijzer.

    • Tijdens het beoordelingsproces wordt er één cijfer voor beeldende vorming vastgesteld en één cijfer voor

    muziek. Het gemiddelde van beide cijfers is het eindcijfer van de gehele vakopdracht. Beide

    vakonderdelen dienen met een voldoende te zijn beoordeeld.

    Studiemateriaal

    Muziek (Aanbevolen)

    1. Lei, R. van de, & Haverkort, F. & Noordam, L. (2015) Muziek Meester! 4e druk. Amersfoort. Thieme

    Meulenhoff.

    Beeldende vorming:

    1. Boermans, B.(2017) Basis Beeldende Begrippen. Amsterdam, Lambo.

    2. Onna, J. van & Jacobse, A. (2017) Laat maar zien. Didactiek voor beeldend onderwijs. Groningen,

    Noordhoff.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 31 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    HOOFDSTUK 4. | De praktijk van het basisonderwijs SIS-code: Praktijk 1.1 beoordeling

    INLEIDING – In de praktijk voer je activiteiten uit die bijdragen aan de ontwikkeling van je

    bekwaamheden/vaardigheden. Deze ontwikkeling wordt gedurende de hele stageperiode gevolgd aan de hand van

    de Amsterdamse Leerkracht-lijn van de Pabo HvA. Je maakt in het eerste blok kennis met het basisonderwijs, het

    reilen en zeilen op een basisschool en met de kinderen in de groep. Je richt je op het contact maken met kinderen,

    individueel en in de groep en maakt een start met het lesgeven. Werken aan de hand van planningen en omgaan

    met feedback zijn aandachtspunten.

    Stagedoelen

    • Je weet jezelf duidelijk te presenteren aan jouw stageklas.

    • Je maakt op een natuurlijke, informele wijze contact met de groep.

    • Je kunt leerlingen individueel benaderen en leren kennen.

    • Je kunt in overleg met jouw mentor een realistische planning maken voor jouw praktijkactiviteiten per

    blok en per dag.

    • Je hebt je verdiept in de leef- en belevingswereld van de kinderen in de groep.

    • Je hebt je verdiept in de visie van de mentor op onderwijs en op de eerste dimensie, het primaire proces,

    de eerste drie bekwaamheidseisen voor een leerkracht basisonderwijs.

    • Je lessen zijn opgebouwd op basis van inleiding, kern en slot.

    • Je kunt de kinderen helpen en stimuleren bij hun leertaken.

    • Je laat zien dat je open staat voor feedback van je begeleiders.

    Overzicht van de stageactiviteiten

    Gedurende je stage voer je een aantal stageactiviteiten uit. Deze activiteiten zijn zodanig geformuleerd dat ze op

    elke basisschool, onafhankelijk van de visie of het concept van die basisschool, kunnen worden uitgevoerd. De

    stageactiviteiten komen onder andere voort uit de beroeps- en vakopdrachten. In deze opdrachten verbind je

    theorie en praktijk en vice versa.

    Hieronder zie je een overzicht van de stageactiviteiten voor dit blok. Ze zijn onder voorbehoud van kleine

    wijzigingen in de beroeps- of vakopdracht.

    Let op: stageactiviteiten zijn vaak handig met elkaar te combineren.

    ▪ Je maakt kennis met en stelt je voor aan de groep (op een originele en doordachte wijze).

    ▪ Je voegt in in de groep, ondersteunt de leerkracht bij het voorbereiden van de dag en bij het afsluiten /

    opruimen nadat de kinderen naar huis zijn.

    ▪ Je interviewt je mentor ten aanzien van de drie bekwaamheden van de leerkracht basisonderwijs (deelproduct

    1 voor Beroepsopdracht 1.1).

    ▪ Je voert gesprekken met twee leerlingen over hun leef- en belevingswereld (deelproduct 2 voor

    Beroepsopdracht 1.1).

    ▪ Je verzorgt met ingang van de stageweek iedere stagedag een voorbereide les, zodat je dus in totaal minstens

    zeven groepslessen uit voert, keuze/voorbereiding van de lessen onder intensieve begeleiding van de mentor,

    waarvan

    - één groepsles t.b.v. de vakopdracht Nederlands, waarvoor je een tekst voorleest en het daarbij horende

    beoordelingsformulier door de mentor laat invullen.

    - ten minste één rekenles in het domein Hele getallen.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 32 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    ▪ Je verzorgt met ingang van de stageweek iedere stagedag een individuele instructie, zodat je dus in totaal

    minstens zeven individuele instructies uit voert; keuze/voorbereiding van de lessen onder begeleiding.

    ▪ Je toont initiatief in het maken van informeel contact met ouders.

    ▪ Je actualiseert je stagemap met daarin tenminste je lesvoorbereidingen, activiteiten, de ontvangen feedback

    en stagebeoordelingen.

    Toetsing

    Stagebeoordeling (toets praktijk).

    De stage wordt beoordeeld aan de hand van criteria die zijn opgenomen in het beoordelingsformulier. De stage

    wordt als voldoende (cijfer: 6) beoordeeld als aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan en het vereiste

    aantal criteria (volgens de normering op het beoordelingsformulier) met een voldoende is beoordeeld.

    De beoordeling van de stage (de toekenning van het eindcijfer) wordt gegeven door de schoolopleider. De

    beoordelingsprocedure is als volgt:

    Aan het eind van blok 1.1 geeft de mentor een schriftelijke adviesbeoordeling door het beoordelingsformulier in te

    vullen met onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend. De mentor licht het advies mondeling toe in een gesprek

    met jou en stuurt de adviesbeoordeling naar de schoolopleider. De schoolopleider is de examinator en komt op

    basis van de adviesbeoordeling van de mentor (die in een gesprek met de student door de mentor is toegelicht),

    het eigen lesbezoek en het daarop aansluitende gesprek met jou tot een eindbeoordeling, vult het

    beoordelingsformulier in en geeft het cijfer.

    Meer informatie over de praktijk en de beoordelingsprocedure is te vinden in de Praktijkgids 2020-2021.

    Studiemateriaal

    • Praktijkgids 2020-2021

    PPO dossier

    Je bewaart gedurende je opleiding zelf alle stagebeoordelingen – mits voldoende - in je PPO-dossier. Dit dossier

    heb je nodig bij PPO-gesprekken, het LIO-bekwaamheidsgesprek en het Startbekwaamheidsgesprek.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 33 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    HOOFDSTUK 5. | Persoonlijke professionele ontwikkeling SIS-code: Persoonlijke professionele ontwikkeling 1.2

    INLEIDING - Het lesgeven in een stad als Amsterdam vraagt veel van de kennis, vaardigheden en attitude van jou

    als leerkracht. Je moet ervoor zorgen dat kinderen goed onderwijs krijgen in de verschillende vakgebieden, ervoor

    zorgen dat zij zich sociaal ontwikkelen in een groep en dat zij zich als individu leren ontplooien en hun talenten

    kunnen ontwikkelen. Je krijgt als leerkracht hierdoor te maken met dilemma's: in de interactie tussen jou en

    leerlingen, met ouders, collega's, de directeur en andere onderwijsprofessionals. Omgaan met dilemma's vraagt

    van jou als leerkracht dat je weet waar je voor staat en dat je eigen wijze keuzes kunt maken, die zijn gebaseerd op

    kennis, vaardigheden en een eigen visie op onderwijs en onderwijzen. Tijdens de bijeenkomsten voor persoonlijke

    en professionele ontwikkeling (PPO) leer je je eigen professionele handelen te verantwoorden, het maken van

    transfer, het ontwikkelen van eigenheid (waaronder een eigen visie op onderwijs en het beroep leerkracht) en het

    zelf sturing geven aan je eigen leerproces. Het PPO-dossier fungeert hierbij als reflectie-instrument.

    Leerdoelen

    Identiteit

    ▪ Je koppelt de Amsterdamse Leerkracht-Lijn aan je eigen ontwikkeling.

    ▪ Je leert je medestudenten en opleiding kennen (binden).

    ▪ Je herkent je eigen (culturele) achtergrond

    Eigen wijze keuzes maken

    ▪ Je beschrijft je eigen handelen in een dilemma in de studie of praktijk aan de hand van de reflectiecyclus.

    ▪ Je herkent in onderwijssituaties de theorie uit de opleiding.

    Professionele ruimte creëren

    ▪ Je kunt op basis van eigen ervaringen en feedback je eigen studiehouding beschrijven.

    PPO bestaat uit drie pijlers:

    Pijler

    1. Identiteit Je kunt je persoonlijke professionele ontwikkeling duiden, weet waar je voor staat

    (visie) en kunt deze verwoorden aan anderen.

    2. Eigen wijze keuzes Je kunt op basis van verworven kennis, inzichten en ervaringen eigen wijze keuzes

    maken in je beroepspraktijk, deze onderbouwen en verantwoorden aan anderen.

    3. Professionele

    ruimte creëren

    Je hebt een onderzoekende houding, stuurt je eigen ontwikkeling, voelt de noodzaak

    om jezelf te blijven professionaliseren en zoekt verbinding en samenwerking met

    collega’s en externen.

    Het programma – Wat gaan we per bijeenkomst behandelen?

    In de PPO-bijeenkomsten begeleiden wij studenten in hun persoonlijke professionele ontwikkeling, waarin

    reflecteren en de onderzoekende houding van de student een grote rol speelt. Hierbij gaan we ook in op identiteit

    en groepsprocessen.

    In de PPO-bijeenkomsten word je uitgedaagd een bijdrage te leveren aan onderstaande onderwerpen:

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 34 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    ▪ Wie ben ik: je presenteert wat je bezighoudt, waar je vandaan komt, wat je achtergrond is.

    ▪ Muurkrant: wekelijks wordt actueel nieuws uit onderwijsland gepresenteerd en een discussie met de klas

    (be)geleid.

    ▪ Lesvoorbereiding en –uitvoering: we bespreken de relatie tussen de lesvoorbereiding en –uitvoering.

    ▪ Professionele ontwikkeling: hoe ontwikkel jij je in studie en stage?

    ▪ Koppeling theorie en praktijk: geregeld wordt er een koppeling gemaakt van de praktijk naar de theorie en

    vice versa.

    ▪ Casusinbreng: in de vorm van een casus wordt er door iemand een succes- of leermoment ingebracht.

    ▪ Tip van de week.

    ▪ Energizer: wekelijks leert een student de klas een energizer.

    ▪ Spreekuur: studenten kunnen een afspraak maken en de kerndocent kan een afspraak maken met studenten

    om te praten over zaken m.b.t. studie en stage.

    De kerndocent voert in collegeweken 3 en 4 onder PPO-tijd kennismakingsgesprekken met de studenten. Dan is er

    geen PPO-college.

    Aanwezigheidsplicht

    Voor de colleges van PPO geldt een aanwezigheidsplicht.

    Toetsing

    Aan het eind van dit semester heb je een functioneringsgesprek van 20 minuten met je kerndocent. Voorafgaande

    aan het gesprek actualiseer je jouw PPO-dossier.

    Bij het gesprek en bij de beoordeling staan de volgende aandachtspunten centraal:

    ▪ Studievaardigheden, studiehouding, en studievoortgang. Actieve deelname aan de studie, waaronder

    aanwezigheid in de colleges, kan nadrukkelijk aan de orde komen tijdens het gesprek.

    ▪ Reflectie op de eigen professionele ontwikkeling en koppeling hiervan aan de bekwaamheden/vaardigheden

    zoals beschreven in de Amsterdamse Leerkrachtlijn.

    ▪ Reëel zicht op het vak van leerkracht basisonderwijs, de eigen sterke en te ontwikkelen punten en het

    formuleren van nieuwe leerdoelen voor semester 2.

    Je bereidt je voor op het PPO-gesprek door één document te maken en deze voor het gesprek met je kerndocent

    up te loaden op het studiedeel van dit vak op Brightspace.

    Je neemt in dit document de volgende zaken op:

    ▪ De gearceerde Amsterdamse Leerkracht-Lijn;

    ▪ Alle voldoende praktijkbeoordelingen (dus van blok 1.1 en 1.2);

    ▪ Een actuele print van je studieresultaten in SIS;

    ▪ Een schriftelijke voorbereiding op het gesprek. Hierin beschrijf je de volgende aspecten:

    - Hoe heb je je in je bekwaamheden/vaardigheden ontwikkeld? Je kunt hier concrete voorbeelden aan

    koppelen.

    - Welke kwaliteiten en welke aandachtspunten zijn bij deze items zichtbaar geworden?

    - Welke kennis heb je van deze items? Denk hierbij ook aan gelezen literatuur, de colleges en opdrachten op

    de pabo.

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 35 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    HOOFDSTUK 6. | Praktische informatie

    INLEIDING - Dit hoofdstuk biedt een overzicht van alle belangrijke praktische informatie omtrent dit blok zoals de

    blokkalender, de gebruikte literatuur en internetsites, het minimum taalniveau dat we hanteren, etcetera.

    Opzet blok 1

    Hieronder zie je in schema hoe dit blok verloopt: in de bovenste rij de weken van het blok, de rij eronder de

    kalenderweek, de rij daaronder de begindatum van die week, dan de invulling, en tenslotte de toets- en/of

    stageactiviteiten.

    Belangrijke internetsites

    ▪ http://rooster.hva.nl

    Hier vind je het meest actuele rooster van jouw klas.

    ▪ https://start.mijnhva.nl/paginas/lecturer.aspx

    Hier staat alle actuele informatie van de opleiding.

    ▪ https://brightspace.mijnhva.nl

    Hier staat alle actuele informatie van de verschillende vakken.

    ▪ https://extranet.mijnhva.nl/nl/Paginas/default.aspx

    Informatie van het stagebureau voor externen.

    ▪ https://sis.hva.nl

    Bekijk hier jouw studievoortgang.

    ▪ https://stip.hva.nl

    Je kunt STIP gebruiken bij alle vragen rond het zoeken, vinden en gebruiken van (wetenschappelijke en vak-)

    informatie.

    • https://taaluniversum.hva.nl

    Een online oefenmodule om je taalvaardigheid te verbeteren.

    • https://extranet.mijnhva.nl/nl/stage_werkplekleren/pabo/Paginas/amsterdamse_leerkracht_lIijn.aspx

    Informatie over de Amsterdamse Leerkracht-lijn

    Belangrijke documenten (downloaden via MijnHvA):

    • Amsterdamse Leerkracht-lijn “Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)”.

    • Praktijkgids 2020-2021.

    Boekenlijst

    Een overzicht van de verplicht aan te schaffen boeken voor het derde studiejaar vind je op deze website:

    https://www.athenaeum.nl/studieboeken

    BLOK 1 2020-2021

    1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

    36 37 38 39 40 41 42 43 44 45

    31/08 07/09 14/09 21/09 28/09 05/10 12/10 19/10 26/10 02/11 15/09:

    1e stagedag STAGEWEEK

    VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra

    HERFST

    TOETSWEEK.1 Stagebeoord. Beroepsopdr. Vakopdracht

    TOETSWEEK 2 Thematoets Vaktoets

    http://rooster.hva.nl/https://start.mijnhva.nl/paginas/lecturer.aspxhttps://brightspace.mijnhva.nl/https://extranet.mijnhva.nl/nl/Paginas/default.aspxhttps://sis.hva.nl/https://stip.hva.nl/https://taaluniversum.hva.nl/https://extranet.mijnhva.nl/nl/stage_werkplekleren/pabo/Paginas/amsterdamse_leerkracht_lIijn.aspxhttps://www.athenaeum.nl/studieboeken

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 36 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    BSA-norm

    Bij onvoldoende studievoortgang na jaar 1 kan de opleiding een negatief bindend studieadvies (BSA) afgeven. In

    dat geval zul je de opleiding helaas vroegtijdig moeten afbreken. Om zo’n negatief studieadvies te voorkomen

    moet je na het eerste studiejaar in het bezit zijn van minimaal 50 studiepunten.

    Taalniveau

    Voor een student aan de leerkrachtenopleiding basisonderwijs is het van belang een goede beheersing van het

    Nederlands te hebben voor alle taalvaardigheden (spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen en schrijven). Van

    alle studenten wordt verwacht dat zij het Nederlands beheersen op B2-niveau vanaf het einde van de propedeuse

    en op C1-niveau aan het einde van de hoofdfase. Een beschrijving van deze taalniveaus vind je op

    http://www.erk.nl/docent/niveaubeschrijvingen.

    Vereist niveau einde propedeuse (taalniveau B2)

    Aan het eind van de propedeuse moet je het B2-niveau aantonen op de volgende taalaspecten:

    1. Spreken (presenteren).

    2. Gesprekken voeren.

    3. Schrijven.

    4. Lezen.

    5. Luisteren.

    Je toont aan het eind van het eerste jaar, in blok 1.4, je B2-niveau aan in spreken, gesprekken voeren en schrijven

    tijdens de volgende daartoe aangewezen opdrachten:

    ▪ Schrijven: vaktoets Nederland 1.4 (schriftelijk), beoordeling door de docent Nederlands.

    ▪ Spreken (presenteren) en gesprekken voeren: vaktoets Nederlands 1.4 (mondeling), beoordeling door de

    docent Nederlands.

    Deze opdrachten staan inhoudelijk beschreven in de studiewijzers per blok. De opdrachten worden beoordeeld

    met beoordelingsformulieren voor schrijven, spreken en gesprekken voeren op B2-niveau. De beoordeling op

    taalniveau B2 staat los van de inhoud van de opdracht. Deze wordt apart beoordeeld. B2-niveau in luisteren en

    lezen wordt indirect aangetoond, namelijk via het volgen van (hoor)colleges en het lezen van studiestof. Je toont

    het B2-niveau luisteren en lezen aan door het behalen van de eerstejaarstoetsen. Bij deze taalonderdelen worden

    geen aparte beoordelingsformulieren voor ‘taalgebruik’ gehanteerd.

    Je krijgt de mogelijkheid gedurende het eerste jaar je taalniveau (zonodig) te ontwikkelen tot het vereiste B2-

    niveau. In blok 1 en 2, semester 1, van de propedeuse worden – als onderdeel van het vereiste B2-niveau - alle

    schrijfproducten van studenten taalontwikkelinggericht nagekeken met behulp van de Taalnorm Pabo-HvA (deze

    vind je in een van de bijlagen bij deze studiewijzer). Gedurende dit blok kunnen de schrijfproducten nog niet op

    taal worden afgekeurd. De student moet wel zijn groei kunnen aantonen op dit gebied.

    Vanaf semester 2 van de propedeuse (en de hierop volgende studiejaren) worden alle schrijfproducten met de

    taalnorm nagekeken en bij te veel fouten wordt het schrijfproduct met een onvoldoende beoordeling

    teruggegeven aan de student. Dit is dan ook gelijk de eerste beoordeling en je moet in dat geval het verslag in zijn

    geheel herkansen.

    http://www.erk.nl/docent/niveaubeschrijvingen

  • 2020-2021 Studiewijzer VT 1.1 pagina 37 – DEFINITIEVE VERSIE 10-07-2020

    BIJLAGE 1. | Beoordelingsformulier Beroepsopdracht 1.1 - Amsterdams onderwijs in beeld Pabo HvA 2020-2021

    Student: Cijfer:

    Klas: Datum beoordeling:

    Kerndocent: Beoordelende docent:

    A1. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee

    1. Het eindproduct bestaat uit deelproduct 1, deelproduct 2 en één digitale infographic. O O

    2. De student laat zien dat de stagementor en de leerlingen zijn geïnterviewd. O O

    A2. Formatieve beoordeling taalaspect (in semester 1 nog geen voorwaarde voor voldoende)

    3. Het schriftelijk werk voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA (zie bijlage in de studiewijzer). O O

    B. Inhoudelijke criteria

    Onvoldoende

    (0 punten)

    Niet helemaal

    voldoende

    (1 punt)

    Voldoende

    (2 punten)

    Goed (3 punten)

    Dit wordt door de beoordelaar

    verantwoord in de feedback. 1. Je kunt een interview

    systematisch voorbereiden en

    uitvoeren.

    • Je verantwoordt de systematische wijze

    waarop je de interviews met je mentor en

    de leerlingen hebt voorbereid en

    uitgevoerd.

    • Je verantwoordt de keuzes die je in dit

    proces hebt gemaakt.

    2. Je kunt de visie van de

    stagementor op de drie

    bekwaamheden beschrijven

    en onderbouwt deze met

    voorbeelden uit de

    onderwijspraktijk.

    • Kennis ten aanzien van de drie

    bekwaamheden wordt in het verslag

    verwerkt.

    • De visie van de stagementor op de drie

    bekwaamheden wordt beschreven en

    bestaat uit tenminste twee aspecten per

    bekwaamheid.

    • Met voorbeelden wordt toegelicht hoe de

    visie van de stagementor op de drie

    bekwaamheden in de praktijk zichtbaar is.

    3. Je kent het verschil tussen de

    leefwereld en de

    belevingswereld van

    kinderen.

    • In de inleiding op de infographic

    onderbouw je waarom de onderwerpen,

    vragen en antwoorden van het interview

    vallen onder leefwereld of

    belevingswereld.

    • De gemaakte keuzes in de infographic

    worden toegelicht.

    4. Je kunt de samenvatting van

    het interview over leef- en