TIPS VOOR ONTWERP EN UITVOERING - static.wilsonart.com · PRODUKTE CHARAKTERISTIK WARRANTY UMWELT...
Transcript of TIPS VOOR ONTWERP EN UITVOERING - static.wilsonart.com · PRODUKTE CHARAKTERISTIK WARRANTY UMWELT...
1TIPS VOOR ONTWERP EN UITVOERING
2
Deze brochure met ontwerp- en uitvoeringsinstructies geeft algemene aanbeve-lingen over de toepassing van RESOPAL Facade platen.
In aanvulling op de hierin beschreven aanbevelingen moet er rekening worden gehouden met de nationale voorschriften van de betreffende toepassing.
3
Resopal ontwikkelt meer dan producten: in nauwe samenwerking met onze klanten bedenken we oplos-singen en concepten voor een moderne vormgeving van ruimtes en oppervlakken. We zijn pionier op het gebied van onder hogedruk geperste laminaten. RESOPAL is al sinds 1930 als patent aangemeld en wordt gekenmerkt door een van de hardste opper-vlakken; het staat tot op de dag van vandaag voor duurzame kwaliteit.
Gevels vormgeven met RESOPAL Facade – de nieuwe gevelplaat van Resopal. Dankzij de innovatieve en gepatenteerde oppervlakte technologie Resin Guard Technology (RGT). RESOPAL Facade maakt gebruik van speciaal ontwikkelde harsen en gaat bijzonder lang mee, is UV-bestendig en makkelijk schoon te maken – perfect geschikt dus om gevels er lang fris en nieuw uit te laten zien.
Het grote kleurenpalet, de decoren en formaten zor-gen voor een vrijwel onbeperkte bandbreedte van mogelijkheden op het gebied van vormgeving: van cool en urban tot warm en natuurlijk; van harmonisch in kleur-op-kleur tot opvallende accenten, inclusief alle kleurschakeringen.U hebt het voor het kiezen. Al naar gelang uw wen-sen past het gebouw met RESOPAL Facade harmo-nisch in de omgeving of het trekt door opvallende contrasten de aandacht.
Met RESOPAL Facade zijn verschillende bevestigings-mogelijkheden en de meest uiteenlopende soorten voegen mogelijk.De gevelplaten zijn geschikt om grote objecten en kleine details vorm te geven, van flatgebouw tot en met industriegebouwen, van nieuwbouw tot reno-vatie. Behalve het inzetten als voorgehangen geven-tileerde gevel is er nog een groot aantal toepassings-mogelijkheden, bijvoorbeeld als bekleding van een balkon, geveldeel, gevelelement of zonwering.
Maak gebruik van RESOPAL Facade bij het volgende door u te realiseren object – u vindt tips om dat goed te ontwerpen en te realiseren in deze brochure. En als u graag nog wat extra informatie zou willen hebben, dan mag u ons altijd opbellen of een e-mail sturen!
4
06 06 07 08 09
10 10 11 12 13
14 14 15 16 17
18 18 19 20 21 22 24 24 25 25 26 28
30 30 31 32 35 36
38 38 39
40 40 41
42 42 42
44 44 45 46 47 48 48 49 50 50 51
52
I. PRODUCT EN EIGENSCHAPPEN productopbouw en toepassingsgebieden
certificering formaten en dikte
esthetische aspecten decoren
technische gegevens
II. OPSLAG EN BEWERKING verpakking en opslag
hanteren op maat zagen
het bewerken van kanten boren
het verwijderen van zaagresten schoonmaken en onderhoud
III. GEVELTOEPASSINGEN geldige normen en certificaten
toepassingsgebieden en brandclassificatie algemene grondslagen voor de berekening
maximale bevestigingsafstanden en randafstanden
be- en ontluchting van de ventilatieruimte spanningsvrije montage
het maken van voegen en hoeken in gebogen platen
IV. ZICHTBARE BEVESTIGING OP HOUTEN ONDERCONSTRUCTIE
algemeen onderdelen van de onderconstructie
bevestigingspunten bevestigingsafstanden van de schroefbevestiging
details m.b.t. de houten onderconstructie
V. ONZICHTBARE BEVESTIGING OP HOUTEN ONDERCONSTRUCTIE
algemeen bevestiging met schroeven
bevestiging met haken details potdekseling met schroeven
details potdekseling met haken
VI. ONZICHTBARE BEVESTIGING OP METALEN ONDERCONSTRUCTIE
algemeen onderdelen van de onderconstructie
bevestigingspunten bevestigingsafstanden van de blinde bevestiging
details m.b.t. onzichtbare bevestiging op een metalen onderconstructie
VII. MATERIAALCOMBINATIES algemeen
details m.b.t. de materiaalcombinaties
VIII. GEVELDELEN algemeen
details m.b.t. de geveldelen
IX. PLAFONDBEKLEDINGEN algemeen
bevestigingsafstanden details m.b.t. plafondbekledingen
X. BALKONBEKLEDING algemeen
bevestiging met blindklinknagels of balkonbouten bevestigingsafstanden
bevestiging van stroken als balkonbekleding bevestiging op lippen met schroeven
bevestiging met glasprofielen
XI. ZONWERING algemeen
bevestiging
XII. LUIKEN algemeen
bevestiging
LEVERANCIERS
5
INHALT
6
PRODUKTE CHARAKTERISTIK
WARRANTY
UMWELT
PRODUCT & EIGENSCHAPPEN
I.
1 2
Productopbouw en toepassingsgebieden
1 / Decoratieve laag geïmpreg-neerd met UV-bestendige harsen 2 / donker kernpapier, geïmpreg-neerd met fenolhars
RESOPAL Facade platen zijn decoratieve kunststofplaten (HPL-Compact) conform EN 438, die in een grote variatie van decoren, formaten en dikten worden aangeboden. Op die manier bieden de gevelplaten veel speelruimte voor vormgeving.Dankzij de makkelijke bewerking en het geringe gewicht van de RESOPAL Facade platen kan de uitvoering snel en veilig worden gerealiseerd, bovendien kan het zaagverlies bij het op maat zagen door de variatie aan formaten gering worden gehouden.
De HPL-kunststofplaten worden geprodu-ceerd op basis van papierlagen en thermo-hardende en op water gebaseerde harsen. De decoratieve, met UV-bestendige harsen conform Resin Guard Technology geïmpreg-neerde bovenlaag wordt onder grote druk en hoge temperatuur op de donkere kernla-gen geperst. Zo ontstaat een homogene, weerbestendige en duurzame plaat die bui-ten in verticale toepassing kan worden inge-zet – voor gevel- en balkonbekleding alsook vo or geve lde len, geve l -el ementen, bouwdeel-onderzijden, luiken en zonwering.
7
Certificeringen
Formaat en dikte
Esthetische aspecten
RESOPAL Facade zijn buitengewoon weerbestendige platen, type EDF conform EN 438 deel 6, voor gebruik buitenshuis. De noodzakelijke CE-certificering voor de distributie van de platen is voorhanden.Het brandgedrag van de RESOPAL Facade platen wordt volgens EN 13501-1 als klasse B-s1,d0 gekarakteriseerd. De toepassing ervan als voor-gehangen gevelbekleding is in het Bouwbesluit geregeld. De zichtbare bevestiging met schroeven op een houten onderconstructie is in het KOMO Attest met product certificaat K93597/01 vastgelegd.Voor de niet-zichtbare bevestiging is de Europese Technische Goedkeuring (ETA) verkregen. RESOPAL Facade platen zijn PEFCTM gecertificeerd. Een milieuproductdeclaratie (EPD) is voorhanden.
De productiematen komen overeen met de toegestane toleranties van de lengte conform EN 438 van -0 /+10 mm’ en een rechte hoek van 1,5 mm/m. Om meer precisie in de afmetingen te realiseren, raden we aan om de platen op tenminste twee naast elkaar gelegen kanten op maat te zagen. De gebruiksmaat wordt op die manier 10 mm kleiner.
Voor de Wood- en Mineral decoren wordt bij het aanbrengen van de platen een uniforme richting (horizontaal of verticaal) aanbevolen.
Gebruiksmaat 4310 × 1650 mm 3650 × 1500 mm 3060 × 1230 mm 2590 × 2040 mm
Productiemaat 4320 × 1660 mm 3660 × 1510 mm 3070 × 1240 mm 2600 × 2050 mm
Dikte 6 mm / 8 mm / 10 mm / 12 mm
HEBT U VRAGEN?
Neem dan a.u.b. contact op met uw adviseur in de buitendienst,
of stuur ons een e-mail:
of bezoek onze homepage www.resopal.de.
Daar kunt u ook meer technische informatie vinden.
PRO
DU
CT
& E
IGEN
SCH
APP
EN
I.
8
NUMMER DECOR NCS-CODE RAL KLEUR
101F White Opal S0502-G 9016
102F White Kaolin S0502-Y 9010
103F White Ivory S0502-Y 1013
201F Spume S0502-G 9002 L
202F Concrete Grey S1500-N 7035
203F Grey Comet S3000-N 7032
204F Grey Lead S5000-N 7042 L
205F Titanium Grey S6000-N 7015
206F Graphite Grey S7500-N -
207F Mineral Grey S6000-N 7005
208F Smoked Grey S2502-Y 7038
209F Grey Calcite S1002-Y 9002
210F Black Ink S8500-N 9011
301F Vanilla S1005-Y20R 1015
302F Sahel S1010-Y20R 1015D
303F Peaty Brown S7005-Y50R 7006 D
304F Greige S4005-Y20R 1016
305F Sesame S3010-Y20R 7044 L
306F Dune S1005-Y50R 1013 D
307F Gazelle S3010 Y 30R 1019 L
308F Tonka Bean S7010-Y70R -
401F Eucalyptus S2040-G40Y -
402F Malachite Green S2555-B60G 5021
406F Mint Green S2070-G60Y -
407F Spring Green S0560-G60Y -
501F Glacial Blue S0510-R80B -
502F Aquarelle Blue S2010-B -
503F Blue Spume S2010-B50G -
506F Denim Blue S3030-R80B 5014
507F Pacific Blue S3060-B10G -
508F Alize Blue S2040-B 5024 L
509F Pastel Blue S1020-B -
601F Imperial Yellow S0550-Y 1016
602F Yellow Sand S0530-Y10R -
603F Pollen S1080-Y10R 1013
701F Ocher S3060-Y40R 8023 L
702F Sienna S3560-Y60R 8004 L
703F Tannin Red S1500-N 3009 L
705F Spicy Red S1080-Y90R 3000L
706F Valontines Red S0580-Y90R 3020
De informatie over RAL- en NCS-codes is bij benadering. De platen hebben aan beide kanten hetzelfde decor. RESOPAL Facade is beschikbaar in het oppervlak Satin (SI).
NUMMER DECOR
W01F Atlantic Oak
W02F Provence Oak
W03F Canadian Oak
W04F Sapelli
W05F Périgord Oak
W06F Corsica Oak
W07F Taiga Pine
W08F Sepia Oak
W09F Smoked Pine
W10F Smoked Oak
W11F Light Maple
W12F Golden Iroko
W13F Jatoba Brazil
W14F Merbau
NUMMER DECOR
M01F Brushed Metal
M02F Cobalt
M03F Corten Steel
M04F Aged Copper
M05F Cast Iron
M06F Grainy Stone
M07F Raw Concrete
M08F Worn Concrete
M09F Ancient Concrete
Decoren
Colours Woods
Minerals8
9
Technische gegevens
EDF: E (toepassing buitenshuis); D (zwaar belast); F (brandvertragend)
Graad: 5: geen zichtbare verandering; 4: alleen verandering van de glansgraad; 3: haarscheurtjes en/of erosie van het oppervlak; 2: oppervlaktescheuren; 1: blaasvorming en/of delaminering
9
kwaliteit brandklasse B
oppervlak Satin (SI)
dikte 6, 8, 10, 12 mm
materiaaltype EDF – conform EN 438-6
eigenschap norm eenheid
Fysieke eigenschappen en afmetingenDichtheid ISO 1183-1 g/cm3 ≥ 1,35
Diktetolerantie EN 438-2-5 mm6 mm: ± 0,40 / 8 +10 mm: ± 0,50 /
12 mm: ± 0,60
Lengte- en breedtetolerantie EN 438-2-6 mm – 0 / + 10
Tolerantie van de rechtheid van de kanten EN 438-2-7 mm/m ≤ 1,5
Tolerantie van de rechthoekigheid EN 438-2-8 mm/m ≤ 1,5
Tolerantie van de vlakheid EN 438-2-9 mm/m 6 + 8 mm: ≤ 5 / 10 + 12 mm: ≤ 3
Maatbestendigheid bij verhoogde temperatuur (70 °C’ en 40 °C bij 90 – 95 % vochtigheid)
• In de lengterichting• In de dwarsrichting
EN 438-2-17 % ≤ 0,20 ≤ 0,40
Mechanische eigenschappenE-modulus ISO 178 MPa ≥ 9000
Buigsterkte ISO 178 MPa ≥ 80
Stootvastheid t.o.v. een kogelvorm met grote doorsnee (324 g’ en 42,8 mm)
• doorsnede afdruk• valhoogte
EN 438-2-21
mmmm
≤ 10 ≥ 1800
Oppervlakte-eigenschappen / verouderingsbestendigheidOppervlaktekwaliteit
• op de punten• lineair
EN 438-2-4 mm2/m2
mm2/m2
≤ 2
≤ 20
bestendigheid tegen UV-straling (1500 uur)• contrast• uiterlijk
EN 438-2-28grijsmaatstafgraden (1 – 5)
≥ 4≥ 4
bestendigheid tegen kunstmatige verwering (3000 uur)• contrast• uiterlijk
EN 438-2-29grijsmaatstafgraden (1 – 5)
≥ 4≥ 4
bestendigheid tegen vochtigheid (48 uur in 65 °C warm water)
• massatoename• uiterlijk
EN 438-2-15
% graden (1 – 5)
≤ 8≥ 4
bestendigheid tegen snelle klimaatverandering• uiterlijk• buigsterkte-index Ds• e-modulusindex Dm
EN 438-2-19graden (1 – 5) ≥ 4
≥ 0,95≥ 0,95
Brandgedragclassificatie conform Euroklassen EN 13501-1 classificatie B-s1, d0
verbrandingswarmte EN ISO 1716 MJ/kg 18 – 20
warmtegeleidingscoëfficiënt EN 1524 W/mK 0,3
Gezondheidsaspecten, ecologische kwaliteitenKeurmerk PEFCTM % 40
10 Verpakking & opslag
OPSLAG & BEWERKING
II.
Om beschadiging van RESOPAL Facade gedurende opslag te voorkomen, dient u volgende aanwijzingen te volgen:
• Bewaar de platen in gesloten verpakking (hoezen).
• Gebruik vlakke en stabiele paletten met afmetingen, die tenminste overeenkomen met die van de gevelplaten zelf om elke vorm van verschuiven en overhangen te vermijden.
• De afstand van de ondersteuningen (hout-profiel) op de palet mag hoogstens 600 mm bedragen.
• Sla de platen op in een gesloten ruimte die beschermd is tegen vochtigheid en warmte, om vervorming door buigen te voorkomen (10 tot 30 °C’ en 40 tot 60 % relatieve luchtvochtigheid).
• Hergebruik onderlegplaat tussen palet en onderste plaat en ter afdekking op de bo-venste plaat bij herverpakken.
• Opslag van platen alleen horizontaal/vlak, om doorbuiging te voorkomen.
• Beschermfolie niet van de plaat verwijde-ren gedurende opslag. Platen kunnen met beschermfolie tot maximaal zes maanden worden opgeslagen, mits opslag plaats-vindt in geconditioneerde ruimten zonder extreem hoge temperaturen en zonder di-recte zoninstraling.
• Opslag buiten wordt afgeraden.
HEBT U VRAGEN?
Neem dan a.u.b. contact op met uw adviseur in de buitendienst,
of stuur ons een e-mail:
of bezoek onze homepage www.resopal.de.
Daar kunt u ook meer technische informatie vinden.
11
Hanteren
Op maat zagen
Om voor het decoratieve oppervlak een optima-le kwaliteit te kunnen realiseren, moeten de RESOPAL Facade platen zorgvuldig worden be-handeld. Ondanks de grote bestendigheid van de plaat wordt de volgende aanpak aanbevolen:
• Gebruik voor het ontladen van de paletten een heftruck met een capaciteit van minstens 2,5 ton en een vorklengte van 1,5 meter
• Til de platen een voor een op. Voorkom schuiven om beschadiging van het opper-vlak te vermijden.
• Bij handmatig hanteren van de platen wordt aanbevolen afdoende maatregelen te nemen om de gezondheid van mede-werkers te waarborgen. Bij een mecha-nisch omslagsysteem kan een zuigheffer worden gebruikt.
• Wij raden aan de platen tijdens bewerking vrij van stof en vuil te houden. Dit om on-nodige beschadiging tegen te gaan.
• Voor het verwerken van RESOPAL Facade platen wordt aangeraden minimaal van hardmetaal voorziene werktuigen gebruik te maken. Indien grote hoeveelheden be-werking moeten worden uitgevoerd, is het gebruik van met diamant bezette werktui-gen zeker een duurzame oplossing.
• Voor het op maat zagen van de gevelplaten kunnen de volgende machines worden ge-
OPS
LAG
& B
EWER
KIN
G
II.
Til de platen op en schuif ze niet over elkaar van de stapel
Afmetingen van plaat en nuttig oppervlakRESOPAL Facade platen worden kantrecht geleverd. De maattoleranties van de plaat ko-men overeen met de voorschriften van de EN 438. Aanbevolen wordt om de plaat recht-hoekig na te zagen, om ook te kunnen vol-doen aan de hoogste eisen aan de maatvoe-ring van de gezaagde platen. De nuttige op-pervlakte van de plaat is daardoor met 10 mm per richting gereduceerd. (voorbeeld: pro-ductiemaat 3070 × 1240 mm, max. nuttige gebruiksmaat 3060 × 1230 mm).
voorzijde vande gevelplaat
H
bovenzijdezaagtafel
H = 15 – 20 mmH = snijdiepte
RESOPAL Facade platen kunnen worden bewerkt als hardhout met
gangbare houtbewerkingsmachines.
afmetingen plaat opper- vlak / plaat
dikte van de plaat
gewicht / plaat
aantal platen / palet
opper- vlak / palet
gewicht / palet
lengte breedte
m m m² mm kg stuks m² kg
4,32 1,66 7,17
6 58,1 18 129,1 1180
8 77,4 18 129,1 1530
10 96,8 12 86,1 1300
12 116,2 12 86,1 1530
3,66 1,51 5,53
6 44,8 24 132,6 1180
8 59,7 24 132,6 1540
10 74,6 18 99,5 1450
12 89,5 18 99,5 1720
plaatafmeting opper- vlak / plaat
dikte van de plaat
gewicht / plaat
aantal platen / palet
opper- vlak / palet
gewicht / palet
lengte breedte
m m m² mm kg stuks m² kg
2,60 2,05 5,33
6 43,2 24 127,9 1130
8 57,6 24 127,9 1480
10 72,0 18 95,9 1390
12 86,3 18 95,9 1650
3,07 1,24 3,81
6 30,8 36 137,0 1180
8 41,1 36 137,0 1550
10 51,4 24 91,4 1300
12 61,7 24 91,4 1550
bruikt: handcirkelzaag, tafelcirkelzaag of verti-caal of horizontaal CNC gestuurde zaagmachi-nes.
• Aanbevolen wordt om de op beide plaat-zijden aangebrachte beschermfolie pas na het bewerken, maar in ieder geval voor eindmontage te verwijderen.
Het gewicht van paletten
op maat zagen met tafel- en formaatcirkelzaag
doorvoerrichting
12
Het bewerken van de kantenOm verwondingen tijdens of na de montage te verhinderen, wordt aanbevolen om de scherpe kanten te breken.
Om de kanten een bepaalde vorm te geven, kunnen ze eenvoudig worden bewerkt. De bewerkte kanten behoeven geen speciale behandeling, zoals impregneren.
Aanbevolen machines
Handcirkelzaag
Aanbevolen wordt om van hardmetaal of di-amant voorziene zaagbladen te gebruiken.
Industriezagen
Van hardmetaal of diamant voorziene zaag-bladen met grote doorsnee (bijvoorbeeld: 200 mm). Om de kwaliteit aan beide kanten te optimaliseren, kan worden gewerkt met een voorritszaag. Stel de uittreedhoek van het zaagblad zo in dat er aan beide decor-kanten een goede snijkant is. Fixeer de pla-ten om vibratie te vermijden. Gebruik bij voorkeur zaagbladen met afwisselend vlak- of trapeziumtand. Pas in elk geval de aan-voersnelheid voor de zaag aan de gewenste zaag kwaliteit en de dikte van de plaat aan.
CNC gestuurde machine
Van hardmetaal of diamant voorziene frees-werktuigen. Aanbevolen toerental tus-sen 18000 en 24000 U/min. Maakt bewerken aan beide kanten mogelijk zonder afsplinte-ren van het decor.
trapezium-vlaktand wisseltand
soort zaagdoorsnede zaagblad
(mm)aantal tanden
snelheid van de zaag rpm
snijdiepte (mm)
aanvoer- snelheid (m/min)
handmatig 160 48 4000 U / min 16 4 m / min
handmatig 180 48 4000 U / min 18 4 m / min
industrieel 200 72 9000 U / min 20 6 m / min
industrieel 280 72 9000 U / min 28 6 m / min
industrieel 300 72 9000 U / min 30 6 m / min
industrieel 330 72 9000 U / min 33 6 m / min
industrieel 350 72 9000 U / min 35 6 m / min
industrieel 360 72 9000 U / min 36 6 m / min
industrieel 380 72 9000 U / min 38 6 m / min
industrieel 400 72 9000 U / min 40 6 m / min
industrieel 420 72 9000 U / min 42 6 m / min
industrieel 450 72 9000 U / min 45 6 m / min
F
d½ d
HEBT U VRAGEN?
Neem dan a.u.b. contact op met uw adviseur in de buitendienst,
of stuur ons een e-mail:
of bezoek onze homepage www.resopal.de.
Daar kunt u ook meer technische informatie vinden.
13
Boren
Schoonmaken en onderhoud
Het verwijderen van zaagresten
Handmatig boren• zorg ervoor dat het toerental juist is inge-
steld om afsplinteren of verhitten te ver-mijden.
• drijf de boor rustig, zonder slag en even-tueel met meerdere bewegingen in het materiaal in.
• aan te raden is om op een ondergrond te werken die doorboord mag worden (bij-voorbeeld hardhoutplaat, spaanplaat of MDF-plaat).
CNC gestuurd boren• aanbevolen toerental tussen 18 000 en
24 000 tpm.• de plaat moet goed opgespannen zijn om
elke vorm van vibratie te vermijden.
Lopend onderhoudVervuilde oppervlakken kunnen worden schoongemaakt met lauwwarm water waar-aan eventueel een niet schurend, zwak schuimend huishoudelijk reinigingsmiddel is toegevoegd.Spoel de oppervlakken met schoon water af tot alle vreemde deeltjes zijn verwijderd. Ge-bruik hierbij een zachte spons of een vochti-ge, pluisvrije doek.Wrijf het oppervlak niet droog af.
Grondig schoonmakenBij sterkere vervuiling, met name door vet of bij resten van kleefstoffen, kunnen de RESOPAL Facade platen ook met de volgen-de middelen worden schoongemaakt:• gangbare huishoudmiddelen• aceton• terpentine
Het gebruik van een hogedrukreiniger met een druk van 50 tot 100 bar en een tempera-tuur tussen 50 en 60° C is ook mogelijk. Een afstand van 30 cm tot de plaat moet daarbij niet worden onderschreden.Om graffiti te verwijderen kan een in de handel verkrijgbare graffiti-verwijderaar worden ge-bruikt. Neem a.u.b. contact op met uw deskun-dige adviseur die u een product kan aanbevelen.
Dit moet u niet doen:• het oppervlak droog afwrijven.• gebruik maken van schurende schoon-
maakmiddelen, ruwe sponzen of doeken.• gebruik maken van mechanische syste-
men met roterende borstels of bezems die het oppervlak van de platen kunnen beschadigen, ook al worden ze met grote hoeveelheden water ingezet.
Aanbevolen wordt om de schoonmaakmidde-len voor gebruik te testen. Let a.u.b. op de in-formatie van de producent. RESOPAL GmbH is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door het gebruik van incorrecte reinigings-middelen, het niet juist inzetten van reinigings-middelen of het niet naleven van de omschre-ven reinigingsadviezen door Resopal.
Unterlage aus HartholzNEE
Het terugwinnen van energieGezien hun grote calorische waarde (18-20 MJ/kg) zijn RESOPAL Facade platen bijzonder ge-schikt voor thermische verwerking. Ze verbranden volledig bij 700 C met als restproducten wa-ter, koolstofdioxide en stikstofoxide. RESOPAL Facade biedt daarmee de voorwaarde voor een energetische verwerking. Aan de voorwaarden voor goede verbrandingsprocessen wordt vol-daan in moderne, door de autoriteiten goedgekeurde industriële verbrandingsinstallaties. De as uit deze verbrandingsprocessen kan naar een gecontrolleerde deponie worden gebracht.
Het verwijderen van afvalReststukken van RESOPAL Facade platen kunnen probleemloos naar een daarvoor bestemde deponie worden gebracht, in lijn met nationale en/of lokale regelgeving.Reststukken en afgesneden stukken vallen on-der afvalcode 03 01 05. Zaagstof moet worden verwijderd volgens afvalcode 03 01 04.
Bij voorkeur wordt er een van hardmetaal voorziene boor gebruikt.
ondergrond hardhout NEIN
OPS
LAG
& B
EWER
KIN
G
II.
14
GEVEL- TOEPASSINGEN
III.
Het voorgehangen geventileerde gevelsysteem heeft zijn waarde sinds decennia in de praktijk bewezen. In feite bestaat het uit de volgende componenten:
• de op de dragende gebouwconstructie verankerde onderconstructie (bij voorkeur van aluminium of hout) voor de opname van het eigengewicht van het bekledingsmateriaal alsmede de bij het gebouw optredende windlasten
• de thermische isolatie (indien vereist)• de ventilatieruimte voor een constructieve scheiding en bescherming van de thermische isolatie alsmede om de • vochthuishouding in het gebouw te reguleren.• het bekledingsmateriaal als designelement en ter bescherming tegen weersinvloeden van het gebouw incl. bijbehorende
bevestigingselementen.
Geldige normen en certificaten
RESOPAL Facade platen zijn CE-gekenmerkte, conform EN 438 geproduceerde hogedruk-laminaten (HPL). De toepassing ervan bij gevels en als plafondbekleding buitenshuis is geregeld in de nationale bouwvoorschriften van de betreffende landen. Bij het ontwerpen en realiseren van voorgehangen geventileerde gevelbekleding moet voldaan worden aan de geldende normen en voorschrif-ten. Voor de zichtbare bevestiging met schroeven op een houten onderconstructie is een KOMO Attest met Product certificaat verstrekt. Voor de onzichtbare bevestiging is een Europese Technische Goedkeuring (European Technical Assesment, ETA) voorhanden. Deze zijn beschikbaar via www.resopal.de.
15
Toepassingsgebieden en brandclassificatie
RESOPAL Facade is conform EN 13501-1 geclassificeerd als brandklasse B-s1, d0. De eisen voor toepassing van dit gevelbekledingsproduct zijn vastgelegd in het Bouwbesluit afdeling 2.9.Citaat:• Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de buitenlucht voldoet aan de in tabel 2.68 aangegeven brandklasse (afhankelijk van
gebruiksfunctie en eventuele vluchtwegen brandklasse C of D), bepaald volgens NEN-EN 13501-1.• Het deel van een zijde van een constructieonderdeel dat grenst aan de buitenlucht en hoger ligt dan 13 m, voldoet aan brandklasse B,
bepaald volgens NEN-EN 13501-1.• Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de buitenlucht, van een bouwwerk waarvan een voor personen bestemde vloer ten
minste 5 m boven het meetniveau ligt, voldoet vanaf het aansluitende terrein tot een hoogte van ten minste 2,5 m aan brandklasse B, bepaald volgens NEN-EN 13501-1.
Algemene grondslagen voor de berekening
Rekenwaarde voor gevelplaten en bevestigingselementenGebruik voor de rekenwaarden van gevelplaten en bevestigingselementen a.u.b. de volgende QR-Code resp. de volgende website http://www.resopal.de/facade_technik
De standzekerheid en constructieve veiligheid van de gevelbekleding moet door middel van projectspecifieke berekeningen worden aange-toond. Uitgangspunten hierbij zijn vastgelegd in het Bouwbesluit en in de certificaten voor specifieke bevestigingssystemen.
De opname van de windlasten conform EN 1991-1-4 (Eurocode 1) en het nationale toepassingsdocument moet voor de gevelbekleding worden aangetoond. Voor een gebouw met een voorgehangen geventileerde gevel kunnen gereduceerde windlasten worden toegepast als de buiten-wandbekleding als winddoorlaatbaar kan worden beschouwd en de overige gebouwomhulling als luchtdicht geldt.
De rekenwaarden van de eigenlast, de toegestane buigsterkte en de elasticiteitsmodulus van de gevelplaten alsook de toegestane gebruiksom-standigheden en belastingen van de bevestigingselementen en de onderconstructie zijn in nationale of Europese certificaten vastgelegd.
Extra lasten, bijvoorbeeld door reclameborden, mogen niet aan de gevelbekleding worden bevestigd, maar moeten via een aparte ondercon-structie aan de draagstructuur van het gebouw worden verankerd. Een montage die schadelijke spanningen in de gevelbekelding veroorzaakt, moet worden vermeden.
GEV
ELTO
EPA
SSIN
G
III.
16
Maximale bevestigingsafstanden en randafstandenIn de constructie mogen de maximale bevestigingsafstanden van de RESOPAL Facade platen van 650 mm bij 6 mm, 750 mm bij 8 mm en 800 mm bij 10 of 12 mm dikte platen niet worden overschreden. Op basis van de project gerelateerde aangetoonde standzekerheid en constructieve veiligheid kunnen geringere bevestigingsafstanden resulteren. De afstanden van de bevestigingsmiddelen tot de plaatrand van minstens 20 mm en hoogstens het 10-voudige van de plaatdikte moeten in acht worden genomen.
Be- en ontluchting van de ventilatieruimte
Spanningsvrije montage
Om de constructie duurzaam droog te houden en hem zo te beschermen tegen indringend neerslagwater, smeltwater of bouwvochtigheid moet voor een doorgaande ventilatieruimte met voldoende grote be- en ontluchtingsopeningen gezorgd worden. De afstand tussen gevelplaat en wand respectievelijk thermische isolatie moet minstens 20 mm zijn. Die mag plaatselijk bijvoorbeeld door de onderconstructie of door wand-oneffenheden worden gereduceerd tot op 5 mm. De be- en ontluchtingsopeningen van de onderste en bovenste wandafsluiting alsmede bij vensters en deuren moeten minstens 50 cm²/m bedragen. Openingen breder dan 10 mm dienen voorzien te worden van ventilatieroosters ter bescherming tegen ongedierte.Bij geventileerde RESOPAL Facade gevelbekleding mogen plaatselijk panelen met een maximale breedte van 12 cm zonder ventilatie worden toegepast.
RESOPAL Facade platen reageren net als de natuurlijke grondstof hout, op fluctuaties in de luchtvochtigheid met een verandering van volume. Bij de geveltoepassing komt daarbij nog de verandering van het volume door temperatuurfluctuaties. Die verande-ring is met name te constateren op plaatni-veau. Om een van de onderconstructie on-afhankelijke plaatbeweging mogelijk te ma-ken, worden de platen bevestigd zonder te klemmen. Dat gebeurt bij de mechanische bevestiging met blindklinknagel of schroef door de toepassing van een vast punt en meerdere glijpunten per plaat. Bij grote plaatformaten kan voor opname van het ei-gengewicht van de plaat een tweede vaste punt noodzakelijk zijn. Met de projectgere-lateerde statische berekening moet reke-ning worden gehouden.
Het vaste punt resp. beide vaste punten fixe-ren de plaat en dienen voor het opnemen van verticale lasten door eigengewicht. De als glijpunt uitgevoerde bevestigingspunten maken de lastafdracht van horizontale lasten (windlasten) mogelijk en zorgen tegelijker-tijd voor de vereiste bewegingsmogelijkheid van de gevelplaat. Voor het vormen van het glijpunt wordt de diameter van het boorgat groter uitgevoerd dan de diameter van de bevestigingselementen. Het vaste punt wordt altijd in het midden aangebracht, zo-dat bewegen in alle richtingen op gelijke wij-ze mogelijk is. Bij het aanbrengen van twee vaste punten worden die op twee parallel
verlopende onderconstructieprofielen op dezelfde hoogte aangebracht. Bij smalle platen die in verticale resp. horizontale rich-ting maar twee bevestigingsrijen nodig heb-ben, wordt het vaste punt op gemiddelde hoogte van één lange plaatrand ingebouwd. De positie van het vaste punt resp. de vaste punten moet op een geveloppervlak altijd op dezelfde plek worden gekozen.
Bij de onzichtbare bevestiging wordt om de positie te verankeren (bij door temperatuur- en vochtigheid veroorzaakte bewegingen van de ingehangen gevelplaat) een plaat-haak verbonden met het draagprofiel d.m.v. U-profielstukken en een fixeerschroef; zo is beweging uitgesloten. De andere plaatha-ken worden in hun bewegingsmogelijkheid niet gehinderd.
Schroefbevestiging op houten onder-constructie als vast punt
Schroefbevestiging op houten onderconstructie als glijpunt
Het aanbrengen van vaste punten en glijpunten bij verticale onderconstructie
G
G
V
GH
V
GGH
G
vast punt
optioneel tweede vaste punt
glijpunten
H = horizontale bevestigingsafstand V = verticale bevestigingsafstandG = randafstand van de
bevestigingsmiddelen ≥ 20 mm en ≤ 10 × plaatdikte
Ø 5,6 resp. 4,9 mm
Ø 8 mm
17
Het maken van voegen en hoekenBehalve de glijpunten van de bevestigingsmiddelen zorgen de voegen dat de gevelplaten spanningsvrij kunnen uitzetten en krimpen. Daarvoor, en ook voor het aanbrengen van een gelijkmatig voegbeeld als vormgevingselement, moeten alle voegen in een breedte van 10 mm worden uitgevoerd.
Het is over het algemeen niet nodig om voegen in de gevel te af te sluiten. Door de constante luchtstroom in de ventilatieruimte wordt eventu-ele binnendringende vochtigheid goed afgevoerd. Het is mogelijk om horizontale voegen door voegprofielen of ook door het vormen van een liplasverbinding te sluiten om verontreiniging van de ventilatieruimte te vermijden, met name bij een crèche of een school. Aangeraden wordt om de voegen alleen te sluiten in het onderste gedeelte van de gevel, omdat door gesloten voegen vuilophopingen en vuilstrepen door in de voegen achterblijvend stof kunnen ontstaan.De buiten- en binnenhoeken van de gevel kunnen naar keuze met of zonder hoekprofielen worden uitgevoerd. Hierbij moet ook op voldoende be-wegingsmogelijkheid van de platen worden gelet. Technisch voldoende zijn bij stomp gestoten hoeken of voegprofielen 5 mm brede voegen.
Gebogen platenRESOPAL Facade platen kunnen met een buigradius van ≥ 1500 mm bij 6 mm en ≥ 4000 mm bij 8 mm dikte worden gebogen. Ze kunnen met schroeven of blindklinkna-gels op een verticale of een vooraf gebogen horizontale draagconstructie worden ge-monteerd.Met de extra krachten die door de vervor-ming van de gevelplaat ontstaan, moet bij het aantonen voor de standzekerheid van de ge-velonderdelen rekening worden gehouden. Het toepassen van gebogen platen valt bui-ten de nationale en Europese certificaten.
Om het aantal bevestigingsmiddelen te bepa-len, kan van de volgende uitgangspunten wor-den uitgegaan: de afstand van de verticale draagprofielen onder elkaar moet tegenover de voor een vlakke plaat genoemde afstand met 50% worden gereduceerd. De afstand van de bevestigingsmiddelen op de draag-profielen moet met 25% worden gereduceerd.
• lengte van de gekromde kant: ≥ 1000 mm
• lengte van de rechte kant (in rechterhoek t.o.v. gekromde kant): 120 mm ≤ × ≤ 500 mm
• buigradius: plaatdikte 6 mm: buigradius ≥ 1500 mm plaatdikte 8 mm: buigradius ≥ 4000 mm
FFF F F F F
Fugenbreite F = 5-10 mmbreedte van de voegen F = 5 – 10 mm
III.
RESOPAL Facade
GEV
ELTO
EPA
SSIN
G
18
H
AlgemeenMet in achtname van de randvoorwaarden zoals aangegeven in het KOMO Attest met productcertificaat nr. K93597/01 en de na-volgend vermelde richtlijnen kan een stand-zekere, technisch en optisch hoogwaardige gevel gerealiseerd worden. De gehele hou-ten onderconstructie dient te voldoen aan NEN-EN 1995-1-1. De voldoende diepe vrije ventilatieruimte van 20 mm en de luchttoe-voer- en afvoeropeningen van 50 cm2/m ga-randeren een goed functionerende gevel-constructie. De maximale bevestigingsaf-standen (H) van 650 mm bij 6 mm, 750 mm bij 8 mm en 800 mm bij 10 en 12 mm dikke platen mogen niet worden overschreden.De gevelplaten worden met in bijbehorende kleur gelakte snelmontageschroeven beves-tigd op verticaal verlopende houten draag-profielen c.q. stijlen die met een EP-DM-voegband zijn beschermd. De verticale stijlen kunnen door wandsteunen, afst and-ankers of houten onderconstructies in meer-dere lagen worden bevestigd aan de dra-gende wandconstructie.
Als aan de opbouw van de buitenwand ver-der geen eisen zijn gesteld t.a.v. de warm-te-isolatie, bijvoorbeeld bij houtskeletbouw, waarbij het isolatievlak tussen de dragende staanders ligt, kan een enkelvoudige verti-cale stijl voldoende zijn. De houten onderconstructie dient te vol-doen aan duurzaamheidsklasse 1 of 2 con-form NEN EN 350
Voor het bevestigen van RESOPAL Facade op een houten onderconstructie worden zogenaamde snelmontageschroeven gebruikt die in een groot aantal kleurschakeringen verkrijgbaar zijn, passend bij de kleuren van de gevelplaat. Dit soort gevelconstructies is makkelijk aan te bren-gen, voordelig en duurzaam. Ze worden bij vele verschillende soorten gebouwen gebruikt.
H
IV.
ZICHTBARE BEVESTIGING OP HOUTEN ONDER- CONSTRUCTIE
19
Onderdelen van de onderconstructieDraagprofielen c.q. stijlenDe stijlen moeten overeenkomen met de minimale sterkteklasse C 18 conform NEN-EN 338. De minimale afmetingen volgen uit de minimale randafstanden van de gevelschroeven in het hout. Bij stijlen achter een voeg in de gevelbekleding volgen zij uit de voegbreedte en de mi-nimale randafstanden van de gevelschroeven tot de plaatrand.
Stijl volledig achter de gevelplaat:• onderconstructie voorgeboord: B × D = 40 × 40 mm• onderconstructie niet voorgeboord: B × D = 60 × 40 mm
Stijl ter plaatse van een voeg in de gevelbekleding:• onderconstructie voorgeboord: B × D = 100 × 40 mm• onderconstructie niet voorgeboord: B × D = 120 × 40 mm
• Boordiameter voor het vooraf boren van de onderconstructie: 3,3 mm
De stijlen moeten tegen binnendringend vocht met EPDM-voegbanden beschermd zijn. Het voegband moet ten opzichte van de stijl aan beide zijden 5 mm oversteken.
B
D
E
D
B
F
Constructie De lastafdracht van de stijl op de dragende wandconstructie kan bijvoorbeeld d.m.v. horizon-tale regels, een stijl- en regelwerk in meerdere lagen, afstandankers of wandsteunen gebeu-ren. Bij de keuze van de verbindingsmiddelen en de verankeringsmiddelen moet rekening worden gehouden met de desbetreffende normen, certificaten en attesten.
constructie met horizontale regels
constructie met afstandankers constructie met wandsteunen
ZIC
HTB
ARE
BEV
ESTI
GIN
G O
P H
OU
TEN
ON
DER
- CO
NST
RUC
TIE
IV.
E ≥ 20 mmE ≤ 10 x plaatdikteF = 10 mm
20
Bevestigingsmiddelen
Bevestigingspunten
In het KOMO Attest met product certificaat nr K93597/01 zijn navolgende schroeven opgeno-men. Deze zijn verkrijgbaar in alle RESOPAL Facade decoren. Ze kunnen worden gebruikt voor de plaatdikten van 6 tot 12 mm.
• MBE gevelschroef 5,5 × 45 mm, kopdiameter 12 mm• SFS TW-S-D12 4,8 × 44 mm, kopdiameter 12 mm
Vorming van vaste punten en glijpunten van de gevelplaatDoor veranderingen in temperatuur en luchtvochtigheid is er sprake van veranderingen in lengte (krimpen en uitzetten) van de gevelplaten, wat veroorzaakt wordt door de natuurlijke grondstof hout.Door het toepassen van glijpunten wordt ervoor gezorgd dat de plaat voldoende bewegings-vrijheid heeft. Dan kunnen ook grote plaatformaten tot 4310 × 1650 mm (gebruiksmaat) wor-den gebruikt.
Vaste punten
Het vaste punt dient voor het opnemen van de verticale belasting ten gevolge van het eigenge-wicht. Bij grote plaatformaten kan voor het opnemen van het eigengewicht van de plaat een tweede vaste punt noodzakelijk zijn. Met de projectspecifieke constructieve berekening moet rekening worden gehouden.Bij een vast punt komt de doorsnede van het boorgat overeen met de diameter van de snelmon-tageschroef. Bij de schroef 5,5 mm wordt met 5,6 mm geboord, bij de schroef met een diameter van 4,8 mm wordt met 4,9 mm geboord.
Glijpunt
De bevestigingspunten die als glijpunt worden uitgevoerd, dragen de horizontale windbelasting in de onderconstructie af en zorgen tegelijkertijd voor de vereiste bewegingsvrijheid van de ge-velplaat. Daarom wordt de doorsnede van het boorgat van de glijpunten in 8 mm uitgevoerd.
∅ 8 mm∅ 5,6 mmresp. 4,9 mm
∅ 8 mm
∅ 8 mm∅ 5,6 mmresp. 4,9 mm
∅ 8 mm
glijpunt
vast punt
21
Het positioneren van vaste punten en glijpunten
H = horizontale bevestigingsafstandV = verticale bevestigingsafstandG = randafstand van de bevestigings-
middelen ≥ 20 mm en ≤ 10 x plaatdikte
Het aanbrengen van vaste punten en glijpunten bij verticale onderconstructie
vast punt
optioneel tweede vaste punt
glijpunten
Randafstanden van de bevestigingsmiddelenDe randafstand van de bevestigingsmidde-len (tot het middelpunt van het boorgat), zo-wel horizontaal als verticaal, bedraagt min-stens 20 mm.De maximale randafstand van 10-voudige plaatdikte mag niet worden overschreden.
Het vaste punt wordt altijd in het midden aangebracht, zodat de bewegingsvrijheid in alle richtingen in dezelfde mate voorhanden is. Bij het aanbrengen van twee vaste punten worden deze op twee parallel verlopende stijlen op dezelfde hoogte aangebracht.Bij smalle gevelpanelen, die in verticale resp. horizontale richting maar twee beves-tigingsrijen nodig hebben, wordt het vaste punt op gemiddelde hoogte aan één lange plaatrand aangebracht. De positie van het vaste punt / de vaste punte(n) moet op een geveloppervlak altijd op dezelfde plaats worden gekozen.
E ≥ 20 mmE ≤ 10 x plaatdikteF = 10 mm
E
D
B
F
G
G
V
GH
V
GGH
G
Festpunkt
Gleitpunkt
Bevestigingsafstanden van de schroefbevestigingVoor geventileerde buitenwandbekledin-gen moeten door een constructeur project- specifieke berekeningen worden gemaakt die de standzekerheid en constructieve vei-ligheid van de constructie aantonen. De randvoorwaarden zoals weergegeven in het KOMO Attest met product certificaat nr K93597/01 vormen hiervoor de basis.
De maximale bevestigingsafstanden van 650 mm bij 6 mm, 750 mm bij 8 mm en 800 mm bij 10 en 12 mm dikke platen mogen niet worden overschreden.
H = horizontale bevestigingsafstand V = verticale bevestigingsafstand
V
H H
V V
H H
V
IV.
ZIC
HTB
ARE
BEV
ESTI
GIN
G O
P H
OU
TEN
ON
DER
- CO
NST
RUC
TIE
22
Details m.b.t. de houten onderconstructie
dilatatievoeg
buitenhoek
dagkant van metaal
binnenhoek
dagkant van plaatmateriaal
buitenhoek met buitenhoekprofiel
23
Details houten onderconstructie
daktrim
dagkant van plaatmateriaal
aansluiting begane grond
dagkant van metaal
vensterbank
vensterconstructie met buitenjalousie
IV.
ZIC
HTB
ARE
BEV
ESTI
GIN
G O
P H
OU
TEN
ON
DER
- CO
NST
RUC
TIE
24
UMSETZUNG VON METALLKONSTRUKTION
Algemeen
Bij potdekseling, ook wel potdekselwerk genoemd, gaat het om een plankachtige buitenwandbekleding met een paneelbreedte van ≤ 300 mm en een ondersteuningsafstand door de houtonderconstructie van ≤ 600 mm. Dat geeft de gevel optisch structuur en diepte.
Bij potdekseling worden de in stroken gezaagde RESOPAL Facade platen overlappend aangebracht. De bevestigingsmiddelen worden niet zichtbaar in het overlappende deel van de panelen aangebracht. Voor het bevestigen kunnen haken worden gebruikt die in gefreesde groe-ven aan de onderkant van het paneel vasthaken. Alternatief kunnen ook schroeven worden gebruikt.
Voor de gevelbekleding met een potdekseling worden minstens 8 mm dikke RESOPAL Facade platen in stroken gezaagd. De lengte van de stroken mag niet groter zijn dan 3650 mm.
De potdekseling wordt op verticale draagprofielen, traditioneel van hout, met een maximale onderlinge afstand van 600 mm aangebracht. De voorschriften m.b.t. de ventilatie van de ge-vel, het gebruik van voegband en houtbescherming gelden net zoals bij het vlak aanbrengen van grootformaat gevelpanelen.De stootvoegen van de panelen kunnen loodrecht op elkaar (verticaal verband) of versprin-gend worden aangebracht (bijvoorbeeld in wild of half verband).Om voor een gelijkmatig aanzicht te zorgen, is het nodig om aan de onderkant van de gevel-bekleding en ook bij uitsparingen – zoals bij vensters – dezelfde neiging van de panelen te re-aliseren als in het geveloppervlak. Daarvoor wordt een smalle strook gemonteerd aan het be-gin van de gevel onder het eerste paneel.Hoeken van gebouwen kunnen met in de vakhandel verkrijgbare profielen in de bij de gevel passende kleurschakering worden uitgevoerd. Bovendien zijn er varianten met in verstek ge-zaagde panelen mogelijk.
ONZICHTBARE BEVESTIGING OP HOUTEN ONDER- CONSTRUCTIE
V.
25
ON
ZIC
HTB
ARE
BEV
ESTI
GIN
G O
P H
OU
TEN
ON
DER
- CO
NST
RUC
TIE
V.
Bevestiging met schroevenDe gevelpanelen hebben bij de bevestiging met schroeven een maximale hoogte van 200 mm. De overlap van de panelen moet minstens 30 mm bedragen.Voor de bevestiging worden snelmontageschroeven gebruikt die ook bij vlakke gevelbekle-ding worden toegepast. Schroeven met gelakte kop kunnen om optische redenen in de bo-venste bevestigingsrij worden aangebracht.• MBE gevelschroef 5,5 x 45 mm te gebruiken voor plaatdikte van 8 tot 12 mm• SFS TW-S-D12 4,8 x 44 mm te gebruiken voor plaatdikte van 8 tot 12 mm
De gevelschroeven worden geschroefd in een hoek van 90° ten opzichte van het paneel zon-der daarbij de panelen te fixeren. De randafstand van de schroeven tot de paneelrand bedraagt minstens 20 mm. Bij het aanbrengen als potdekseling wordt in het midden van het paneel een vast punt aangebracht en door de overige bevestigingspunten als glijpunten uit te voeren vol-doende bewegingsvrijheid gerealiseerd.
Bij de bevestiging met haken worden de aan de onderkant ingefreesde panelen in de bevesti-gingshaken gezet en zo in hun positie vastgezet. De haken worden in de verticale houten stijlen geschroefd en houden zo de bovenkant van de onderliggende panelen vast. Het bovenste pa-neel wordt met kleurige gevelschroeven bevestigd. De overlapping van de panelen bedraagt ca. 25 mm. De maximale hoogte van de panelen bij de bevestiging met haken is 300 mm. Bij verticale voegen is het noodzakelijk om de beide uiteinden van het paneel elk met een haak te bevestigen. Om het ‘wandelen’ van de panelen te verhinderen moet elk paneel in het midden met een schroef worden gefixeerd. (De bevestiging met haken is geen onderdeel van het KOMO Attest met product certificaat K93597/01. De standzekerheid en constructieve veiligheid moe-ten met berekeningen worden aangetoond).
Bevestiging met haken
haak: MBEmateriaal rvs 1.4310 – inox. 301/2afmeting 30 × 45 × 0,8 mmdoorsnede van het gat 5,5 mmBij paneeldikte > 8 mm moet de geometrie van de haak worden aangepast.
schroef om de haak te bevestigen:type verzonken kopmateriaal rvs A2afmeting 4,5 × 30 mmkop torx of kruiskop
30
25
25
12
2,52,5 3
48
A ≥ 25 mmB ≥ 60 mm
D ≥ 40 mmG = 30 mm
D
G
A
BA ≥ 25 mmB ≥ 110 mmD ≥ 40 mm
E = 25 mmF = 10 mmG = 30 mm
F
B
D
A
E G
A ≥ 30 mmB ≥ 60 mmD ≥ 40 mm
D
B
A
F
B
D
A
E
A ≥ 30 mmB ≥ 120 mmD ≥ 40 mm
E ≥ 20 mm en E ≤ 10 x plaatdikte F = 10 mm
26
Details m.b.t. potdekseling met schroeven
dilatatievoeg
buitenhoek met hoekprofiel
binnenhoek
dagkant van plaatmateriaal
buitenhoek met alternatief hoekprofiel
dagkant van metaal
27
Details m.b.t. potdekseling met schroeven
daktrim
dagkant van plaatmateriaal
aansluiting begane grond
dagkant van metaal
vensterbank
vensterconstructie met buitenjalousie
V.
ON
ZIC
HTB
ARE
BEV
ESTI
GIN
G O
P H
OU
TEN
ON
DER
- CO
NST
RUC
TIE
28
Details m.b.t. potdekseling met haken
dilatatievoeg
buitenhoek met hoekprofiel
binnenhoek
dagkant van plaatmateriaal
buitenhoek met alternatief hoekprofiel
dagkant van metaal
29
Details m.b.t. potdekseling met haken
dagkant van plaatmateriaal
aansluiting begane grondvensterbank
vensterconstructie met buitenjalousie
daktrim dagkant van metaal
V.
ON
ZIC
HTB
ARE
BEV
ESTI
GIN
G O
P H
OU
TEN
ON
DER
- CO
NST
RUC
TIE
30
UMSETZUNG VON METALLKONSTRUKTION
ONZICHTBARE BEVESTIGING OP METALEN ONDER- CONSTRUCTIE
VI.
De bevestiging van RESOPAL Facade platen aan de achterkant d.m.v. een systeem van plaathaken in combinatie met het bevesti-gingssysteem TUF-S op een metalen onder-constructie is geregeld in ETA-15/0476 van SFS intec GmbH voor geveltoepassing en biedt zo optimale veiligheid bij het ontwer-pen en uitvoeren van de gevel.Bovendien worden door het voldoen aan de constructieprincipes van de desbetreffende normen de functionele veiligheid en de duurzaamheid van de gevelconstructie ge-garandeerd.De voldoende grote vrije ventilatieruimte van min. 20 mm diepte en een lucht toe-voer en afvoer van 50 cm²/m garandeert een goed functionerende veiligheid van de gevelconstructie. De max. bevesti-gingsafstanden (H) (verticaal en horizon-taal) van 750 mm bij 8 mm, 800 mm bij 10 mm en 12 mm dikke platen mogen niet worden overschreden. Met het bevesti-gingssysteem TUF-S worden voorgeboor-de plaathaken aan de achterkant van de gevelplaten bevestigd. De van plaathaken voorziene gevelplaten worden in de pas-
sende horizontaal verlopende draagpro-fielen gehangen en op een punt gefixeerd. De lastafdracht naar de ondergrond kan gebeuren door verschillende in de markt verkrijgbare onderconstructievarianten.
De onzichtbare (aan de achterkant aangebrachte) bevestiging van RESOPAL Facade met een dikte van 8 mm, 10 mm en 12 mm op een onder-constructie van metaal m.b.v. een systeem van plaathaken is een duurzame, kwalitatief hoogwaardige en attractieve oplossing voor nieuwbouw en renovatie.
GSPublisherEngine 0.0.100.100
GSPublisherEngine 0.0.100.100
Algemeen
H
31
Onderdelen van de onderconstructiePlaathakenDe onderconstructie bestaat uit een verticale basisonderconstructie, waarop horizontale draagprofielen worden aangebracht, in overeenstemming met het plaatraster.Per gevelplaat zijn minstens twee horizontale draagprofielen nodig. Op de achterkant van de gevelplaat worden plaathaken bevestigd, die in de horizontale draagprofielen worden gehan-gen. De horizontale draagprofielen en plaathaken moeten geometrisch bij elkaar passen. De componenten zijn te verkrijgen bij de desbetreffende producenten van systeem-ondercon-structies. Bij horizontale draagprofielen van aluminium moet een minimale profieldikte van 2,0 mm worden gekozen. De minimale dikte van de plaathaak bedraagt 2,0 mm. Om de positie bij door temperatuur en vochtigheid veroorzaakte bewegingen van de ingehangen gevelplaat te verzekeren wordt een plaathaak door U-profielstukken in de horizontale beweging gehinderd. M.b.v. stelschroeven op de twee buitenste plaathaken in de bovenste rij van plaathaken wordt het gevelpaneel op hoogte gesteld.De bevestiging van de plaathaak aan de achterkant van de RESOPAL Facade plaat gebeurt met bevestigingsmiddelen TUF-S van SFS intec GmbH. Daarom zijn de plaathaken voorzien van ga-ten met een diameter van 6,5 - 7,0 mm waar de bevestigingsmiddelen TUF-S in worden gezet.
Verticale draagprofielenBij gangbare draagprofielen van aluminium is een profieldikte van tenminste 2,0 mm noodza-kelijk. T-profielen moeten minstens 40 mm breed zijn. Bij een verbinding van de horizontale draagprofielen wordt bijvoorbeeld een 100 mm breed verticaal draagprofiel gemonteerd. Hierbij wordt een voeg van ca. 15 mm gevormd tussen de einden van de horizontale draag-profielen. Dat maakt het uitzetten van de horizontale draagprofielen mogelijk.Om in de voegen lichtreflecties van de onbehandelde onderconstructie profielen te vermijden kunnen zwart gecoate draagprofielen worden gebruikt.
WandsteunenBij het gebruik van aluminium wandsteunen wordt een onderscheid gemaakt tussen vaste pun-ten en glijpunten. De vaste punten nemen behalve horizontale lasten door windbelasting ook de verticale lasten op. Het glijpunt neemt horizontale lasten op en zorgt voor de spaningsvrije werking van de draagprofielen, die door temperatuurveranderingen kan optreden. Daartoe worden de bevestigingsmiddelen in slobgaten bevestigd. De bewegingsmogelijkheid in de voegen van de onderconstructie moet ook in de gevelplaten mogelijk zijn. Dus mogen de ge-velplaten niet over de dilatatievoeg van twee draagprofielen worden gemonteerd.
VERD
EKTE
BEV
ESTI
GIN
G O
P M
ETA
LEN
ON
DER
CO
NST
RUC
TIE
VI.
≥ 100 mm ≥ 40 mm
GSPublisherEngine 0.0.100.100
GSPublisherEngine 0.0.100.100
32
Bevestigingsmiddelen
Bevestigingspunten
De niet zichtbare bevestiging van de RESOPAL Facade platen kan gebeuren met de TUF-S be-vestigingsmiddelen conform de ETA-15/0476 van SFS intec GmbH. Al naar gelang de plaatdik-te (8 mm, 10 mm, 12 mm) en de dikte van de gebruikte plaathaak zijn verschillende boordiep-tes noodzakelijk. Er moet in elk geval op worden gelet dat er sprake is van een resterende plaatdikte van 3 mm. De minimale afstand van de TUF-S bevestiger tot de plaatrand bedraagt 40 mm. De maximale randafstand van de 10-voudige plaatdikte mag niet worden overschre-den. De minimale maat van de bevestigingsafstanden ten opzichte van elkaar bedraagt 100 mm. Bij gebruik van dubbele plaathaken bedraagt de minimale afstand tussen de bevestigings-groepen tenminste 100 mm.
TUF-S-6x XX-A4
afmetingen van bevestigingsmiddel TUF-S
8
Ø 3,3
Ø 6,0
L
Bevestigingsmiddel dikte van de plaatdikte van het profiel
van de plaathaakdiepte van het boorgat
TUF-S-6 × 7-A4 8 mm 2,0 mm 5,0 mm
TUF-S-6 × 8-A4 8 mm 3,0 mm 5,0 mm
TUF-S-6 × 9-A4
8 mm 4,0 mm 5,0 mm
10 mm2,0 mm 7,0 mm
2,5 mm 6,5 mm
TUF-S-6 × 10-A4
10 mm3,0 mm 7,0 mm
4,0 mm 6,0 mm
12 mm
2,0 mm 8,0 mm
2,5 mm 7,5 mm
3,0 mm 7,0 mm
4,0 mm 6,0 mm
TUF-S-6 × 11-A4 12 mm
2,0 mm 9,0 mm
2,5 mm 8,5 mm
3,0 mm 8,0 mm
4,0 mm 7,0 mm
TUF-S-6 × 12-A4 12 mm3,0 mm 9,0 mm
4,0 mm 8,0 mm
TUF-S-6 × 13-A4 12 mm 4,0 mm 9,0 mm
Bevestigingsmiddel en diepte van het boorgat
plaathaak plaat
boordiepte
33
Het maken van het boorgatBij het aanbrengen van blinde boorgaten in een timmerwerkplaats moet er op worden gelet dat een boor/frees met een nominale diameter van 6,0 mm zonder centreerspits wordt ge-bruikt en dat er rekening wordt gehouden met de boordiepte.Indien de blinde gaten niet vooraf zijn aangebracht, kunnen zij ook met de speciale HSS boor met diepteaanslag van SFS intec GmbH op de bouwplaats worden gemaakt. De boor dient loodrecht op het gevelplaatoppervlak gepositioneerd te worden.
Gebruik voor het vakkundig aanbrengen van blinde gaten - zoals in de ETA beschreven - een boor met diepteaanslag „Depth locator“. Boor HSS-6,0X40 mm tot HSS- 6,0-43,5 mm is ver-krijgbaar met een oplopende diepteaanslag in stappen van 0,5 mm.
VI.
boor HSS-6,0x40 tot 43,5 met diepteaanslag „Depth Locator“
VERD
EKTE
BEV
ESTI
GIN
G O
P M
ETA
LEN
ON
DER
CO
NST
RUC
TIE
Benaming voor boordiepte
diepteaanslag „Depth locator“
HSS-6,0 × 40 5,0 mm
HSS-6,0 × 40,5 5,5 mm
HSS-6,0 × 41 6,0 mm
HSS-6,0 × 41,5 6,5 mm
HSS-6,0 × 42 7,0 mm
HSS-6,0 × 42,5 7,5 mm
HSS-6,0 × 43 8,0 mm
HSS-6,0 × 43,5 8,5 mm
Boor en diepteaanslag
34
Montage van de plaathakenDe hoeveelheid van de op de achterkant van de gevelplaat te bevestigen plaathaken hangt af van de constructieberekeningen en het montageplan. De exacte positie van de boorgaten kan eveneens worden bepaald aan de hand van het montageplan. Na het positioneren van de plaathaak en het erdoorheen steken van het bevestigingsmiddel TUF-S wordt de trekstift er volledig uitgetrokken met het blindklinknagelpistool GESIPA PowerBird Pro.
blindklinknagelpistool GESIPA PowerBird Pro
Maken van het blind gat in de RESOPAL Facade plaat met de HSS speciaalboor (diameter 6,0 mm) met diepteaanslag. Door de diep-teaanslag wordt voor de juiste diepte van het blind gat gezorgd.
Positioneren van de voorgeboorde plaathaak en doorsteken van het bevestigingsmiddel TUF-S
Trekstift er met blindklinknagel-pistool GESIPA PowerBird Pro vol-ledig uittrekken (gebruik mond-stuk 17/36 of 17/40)
Montagevolgorde
35
Het positioneren van vaste punten en glijpunten
Randafstanden van de bevestigingsmiddelenDe randafstand van TUF-S (tot het middel-punt van het boorgat), zowel horizontaal als verticaal, bedraagt tenminste 40 mm. De maximale randafstand van 10-voudige plaat-dikte mag niet worden overschreden.
Om de positie bij door temperatuur en voch-tigheid veroorzaakte bewegingen van de in-gehangen gevelplaat te zekeren wordt een plaathaak d.m.v. U-profielstukken gehinderd in de horizontale beweging. Daarvoor wor-den U-profielstukken, die aan beide kanten van de plaathaak worden aangebracht, vast verbonden met het draagprofiel. De andere plaathaken worden in hun bewegingsvrij-heid niet gehinderd en zorgen op die manier voor een spanningsvrije werking van de ge-velplaat.
VI.
Bevestigingsafstanden van de blinde bevestigingVoor geventileerde buitenwandbekledin-gen moeten door een constructeur project-specifieke berekeningen worden gemaakt die de standzekerheid en constructieve vei-ligheid van de constructie aantonen. Daarbij is de wijze van ondersteuning van de onder-constructie van belang en dienen de rand-voorwaarden zoals in ETA-15/0476 aange-duid, te worden toegepast. De maximale bevestigingsafstanden (H en V) 750 mm bij 8 mm en 800 mm bij 10 en 12 mm dikte platen mogen niet worden over-schreden. De minimale maat van de beves-tigingsafstanden ten opzichte van elkaar be-draagt 100 mm.Als uit de constructieberekeningen blijkt dat de belasting van een enkele plaathaak te hoog is, dan worden dubbele plaathaken toegepast. De dubbele plaathaak is een be-vestigingsgroep van twee bevestigers met een asafstand van 20 mm < a < 40 mm resp.
40 mm< a < 100 mm. Bij gebruik van dubbe-le plaathaken bedraagt de minimale afstand van de bevestigingsgroepen ten opzichte van elkaar minstens 100 mm.
VERD
EKTE
BEV
ESTI
GIN
G O
P M
ETA
LEN
ON
DER
CO
NST
RUC
TIE
H = horizontale bevestigingsafstand V = verticale bevestigingsafstand
V
H H
V V
H H
V
G
V
GH
V
GGH
plaathaak met stelschroef als glijpunt (hier-mee wordt het eigen gewicht van het gevel-paneel op de onderconstructie overgebracht)
plaathaak met stelschroef als vast punt (hier-mee wordt het eigen gewicht van het gevel-paneel op de onderconstructie overgebracht)
glijpunt
H = horizontale bevestigingsafstandV = verticale bevestigingsafstandG = randafstand van de bevestigingsmiddelen
≥ 40 mm en ≤ 10 × plaatdikte
GSPublisherEngine 0.0.100.100
E FE FE FE FE F E F
E ≥ 40 mmE ≤ 10 × plaatdikteF = 10 mm
36
Details m.b.t. de onzichtbare bevestiging op metalen onderconstructie
dilatatievoeg
buitenhoek
dagkant van metaal
binnenhoek
dagkant van plaatmateriaal
buitenhoek met zwaard
37
VI.
VERD
EKTE
BEV
ESTI
GIN
G O
P M
ETA
LEN
ON
DER
CO
NST
RUC
TIE
Details m.b.t. de onzichtbare bevestiging op metalen onderconstructie
daktrim
dagkant van plaatmateriaal
aansluiting begane grond
dagkant van metaal
vensterbank
vensterconstructie met buitenjalousie
38
?UMSETZUNG VON METALLKONSTRUKTION
MATERIAAL-COMBINATIES
Iets bijzonders is de combinatie van klassieke gepleisterde gevels of van gecombineerde bui-tenisolatie-systemen met geventileerde gevels. Hiervoor is RESOPAL Facade bij uitstek ge-schikt. Door het grote aanbod van formaten, kleuren en decoren kan een gebouw een bijzon-der accent krijgen. De combinatie van de meest uiteenlopende materialen zorgt voor de indi-viduele uitstraling van een gebouw.
De technische uitvoering van de aansluitingen van de verschillende materialen kunnen met weinig moeite veilig en duurzaam worden gerealiseerd. Daarbij moet wel met het verschillen-de materiaalgedrag (bijvoorbeeld uitzetting) rekening worden gehouden, met name in de aan-sluitingen tussen de verschillende materialen.
AlgemeenHEBT U VRAGEN?
Neem dan a.u.b. contact op met uw adviseur in de buitendienst,
of stuur ons een e-mail:
of bezoek onze homepage unter www.resopal.de.
Daar kunt u ook meer technische informatie vinden.
VII.
39
H
Details m.b.t. materiaalcombinaties
vlakke horizontale overgang
verspringende horizontale overgang
binnenhoek
verticale overgang, RESOPAL Facade beneden
buitenhoek
verticale overgang, RESOPAL Facade boven
MAT
ERIA
ALC
OM
BIN
ATIE
S
VII.
40
GEVELDELEN
Algemeen
Door de bijzonder goede en voordelige manier van bewerken is RESOPAL Facade optimaal geschikt om verschillende geveldelen zoals boei-boorden, dakranden en dakkapellen te bekleden. Daarmee krijgt elk gebouw een individuele uitstraling en worden onderhoud en reparaties van de betreffende bouwonderdelen zo gering mogelijk gehouden.
Dezelfde bevestigingsmiddelen als beschreven in het KOMO At-test met productcertificaat voor geveltoepassingen, zijn hiervoor te gebruiken. De volgende gevelschroeven zijn verkrijgbaar in de bij de gevelplaat passende kleurstelling:
• MBE gevelschroef 5,5 × 45 mm voor plaatdikte van 6 tot 12 mm bruikbaar
• SFS TW-S-D12 4,8 × 44 mm voor plaatdikte van 6 tot 12 mm bruikbaar
Bij horizontale toepassing moeten de bevestigingsafstanden overeenkomstig de voorschriften van de plafondbekledingen bui-tenshuis worden gekozen.
lessenaarsnok
VIII.
41
Details m.b.t. geveldelen
daksparbekleding, aan de kant van de dakgootboeiboord
dakgoot, dakspar in het zichtdakoverstek
GEV
ELD
ELEN
VIII.
42
G
G
V
GH
V
GGH
G
UMSETZUNG VON METALLKONSTRUKTION
PLAFOND- BEKLEDINGEN
Bevestigingsafstanden
Met het gebruik van RESOPAL Facade als plafondbekleding buitenshuis, bijvoorbeeld bij in-gangen, luifels of terugspringende bouwlagen kan het materiaal van de gevel ook horizontaal worden doorgetrokken.
De RESOPAL Facade platen worden in de horizontale toepassing analoog aan de voorschrif-ten van de verticale geveltoepassing bevestigd. Met het oog op mogelijk op de achterkant van de plaat aanwezige vochtigheid wordt een onderconstructie van aluminium aanbevolen. Bij toepassing van een houten onderconstructie is de afvoer van condenswater en de ventilatie van de inwendige ruimte van groot belang. Er moet worden gelet op voldoende bewegings-vrijheid tussen de plaat en de horizontale profielen. Als bevestigingsmiddelen worden dezelf-de bevestigingsmiddelen gebruikt als bij de verticale toepassing. Het aanbrengen van vaste punten en glijpunten gebeurt analoog.
De maximale bevestigingsafstanden (H en V) van 420 mm bij 6 mm, 490 mm bij 8 mm en 520 mm bij 10 en 12 mm dikke platen mogen niet worden overschreden.
Algemeen
Het aanbrengen van vaste punten en de glijpunten bij verticale onderconstructie
H = horizontale bevestigingsafstandV = vertikale bevestigingsafstandG = randafstand van de bevestigingsmiddelen
≤ 20 mm ≤ G ≤ 10 × plaatdikte
vast punt
optioneel tweede vaste punt
glijpunten
IX.
43
Details m.b.t. de plafondbekleding
verlaagde plafondconstructie
zijdelingse aansluiting op verticale bouwonderdelen
zijdelingse aansluiting op muur
aansluiting op verticale bouwonderdelen
PLA
FON
D-B
EKLE
DIN
GEN
IX.
44
BALKONBEKLEDING
AlgemeenBalkonbekledingen zijn in de zin van het Bouwbesluit voorzieningen die het vallen van een vloer zoveel mogelijk voorkomen (Afdeling 2.3). Zij dienen gedurende de ontwerplevensduur niet te bezwijken door bijzondere belastingcombinaties zoals bedoeld in NEN EN 1990, waarbij wordt uitgegaan van een stootbelasting zoals bedoeld in NEN EN 1991 (Afdeling 2.1). Deze voorwaarde kan aangetoond worden met de glasparelzakslingerproef. RESOPAL Facade is conform de ETB richtlijn „Bouw-elementen die bescherming bieden tegen vallen“ in verschillende inbouwsituaties getest op harde en zachte stootbelas-tingen. Er zijn diverse ETB-certificaten beschikbaar. Horizontale tussenruimtes in de bekleding van balustrades moeten worden vermeden (overklauterbaarheid). Indien niet te vermijden mag de horizonta-le opening max. 20 mm hoog zijn.
RESOPAL Facade platen zijn gezien hun makkelijke verwerking en hun hoge belastbaarheid geschikt voor het bekleden van alle soorten balustrades en borstweringen.
e5
e1e2
H
e1e2
He3
e1
H
e2
e4
ee2
e5
e1e2
H
e1e2
He3
e1
H
e2
e4
ee2valhoogte min. hoogte veiligheidshek
1 m – 13 m 1,00 m
> 13 m 1,20 m
Min. hoogte van de balustrade of borst-wering conform Bouwbesluit
Max. opening conform Bouwbesluit:
nb: maximaal toegestane openin-gen in de balkonbekleding variëren per gebruiksfunctie, zie hiervoor Bouwbesluit afdeling 2.3, artikel 2.19
e1 100 mm
e2 50 mm
e3 nb
e4 nb
e5 nb
X.
45
BALK
ON
BEKL
EDIN
G
Bevestiging met blindklinknagels of balkonboutenIn de vakhandel zijn verschillende balkonbouten en blindklinknagels in plaatkleur verkrijgbaar. Om voor de bewegingsvrijheid van de plaat ten opzichte van de onderconstructie te zorgen, moet de plaat met één vastpunt (boordiameter 5,1 mm) en meerdere glijpunten (boordiameter 10 mm) worden bevestigd. Een projectspecifieke constructieberekening kan noodzakelijk zijn. De voegen tussen 2 bekledingsplaten zijn minstens 10 mm. Bij grote plaatformaten kan voor het opnemen van het eigengewicht van de plaat een tweede vaste punt noodzakelijk zijn.
Bevestigingsmiddelen voor staal- of rvs-constructiesBalkonbouten• MBE veiligheidsbalkonschroevenset met dopmoer of huls (A2 kwaliteit) M5 × lengte (al naar gelang het klembereik), kopdiameter 16 mm• SFS - balkonschroevenset met dopmoer (A2 kwaliteit) of balkonschroevenset met huls (A2 kwaliteit) M5 x lengte (al naar gelang het klembereik), kopdiameter 16 mm
Blindklinknagels• MBE blindklinknagel niro/niro; 5,0 × 16/18/21, klemlengte: 9 – 11 mm/11 – 13 mm/ 13 – 15 mm, kopdiameter 16 mm• SFS SSO-D15-50140, 5,0 × 14 mm; klemlengte: 6,0 – 9,5 mm, kopdiameter 15 mm SFS SSO-D15-50180, 5,0 × 18 mm; klemlengte: 9,0 – 13,5 mm, kopdiameter 15 mm SFS SSO-D15-50220, 5,0 × 22 mm; klemlengte: 13,0 – 18,0 mm, kopdiameter 15 mm
Bevestigingsmiddelen voor aluminium constructies:• MBE blindklinknagel alu/nbiro; 5,0 x16 / 18 / 21, klemlengte: 7 – 10,5 mm/ 9 – 12,5 mm/ 12,0 – 15,5 mm, kopdiameter 16 mm• SFS AP16-50160-S, 5,0 × 16 mm, klemlengte: 8,0 – 12,0 mm, kopdiameter 16 mm
SFS AP16-50210-S, 5,0 × 21 mm, klemlengte: 12,5 – 16,5 mm, kopdiamter 16 mm
vast punt glijpunt
X.
46
Bevestiging van strookvormige balkonbekledingen
De hoogte van de strookvormige bekledingselementen bedraagt 150 mm. De lengte van 3660 mm mag niet worden overschreden. Ter bevestiging worden blind-klinknagels of balkonbouten ge-bruikt.
BevestigingsafstandenBevestiging met blindklinknagels 6 mm 8 mm 10 / 12 mm
eenveldplaat
bevestigingsafstand A [mm]: afstand van de ondersteuningsprofielen 600 800 950
bevestigingsafstand B [mm]: afstand van de bevestigingspunten 500 550 550
meerveldplaat
bevestigingsafstand A [mm]: afstand van de ondersteuningsprofielen 700 1000 1200
bevestigingsafstand B [mm]: afstand van de bevestigingspunten 500 650 800
Bevestiging met balkonbouten 6 mm 8 mm 10 / 12 mm
eenveldplaat
bevestigingsafstand A [mm]: afstand van de ondersteuningsprofielen 600 800 950
bevestigingsafstand B [mm]: afstand van de bevestigingspunten 500 650 550
meerveldplaat
bevestigingsafstand A [mm]: afstand van de ondersteuningsprofielen 700 1050 1200
bevestigingsafstand B [mm]: afstand van de bevestigingspunten 500 850 800
plaatdikte
A
BB
A
BB
A B B
B B
AA
A
A
BB
A
BB
A B B
B B
AA
A
A
BB
A
BB
A B B
B B
AA
A
A
BB
A
BB
A B B
B B
AA
A
Bevestiging met blindklinknagels of balkonbouten van strookvormige balkonbekleding 10 mm 12 mm
eenveldplaat
bevestigingsafstand A [mm]: afstand van de ondersteuningsprofielen 800 1000
meerveldfeldplaat
bevestigingsafstand A [mm]: afstand van de ondersteuningsprofielen 1000 1300
A
AA
A
A
A
A
AA
A
A
A A
AA
A
A
A
A
AA
A
A
A
meerveldplaateenveldplaat
eenveldplaat meerveldplaat
47
BALK
ON
BEKL
EDIN
G
Bevestiging op aangelaste lippen met schroeven
Bevestiging met glasprofielen
A
BB
A
A
B
B
A
A
A
B
B
A
A
bevestiging met glasprofielen, aan 2 zijden ingeklemd
bevestiging met glasprofielen, rondom ingeklemd
bevestiging met glasprofielen, rondom ingeklemd
bevestiging op aangelaste lippen
bevestiging met glasprofielen met rubber kader
Bevestiging op lippen met schroeven 8 mm
bevestigingsafstand A [mm]: afstand van de bevestigingspunten 810
bevestigingsafstand B [mm]: afstand van de bevestigingspunten 800
Bevestiging met glasprofielen 6 mm 8 mm 10 / 12 mm
tweezijdig gehouden
bevestigingsafstand B [mm]: afstand van het frame
650 800 1000
bevestigingsafstand A [mm] 1000 1000 1000
rondom ingeklemd
1200 mm
1400 mm
bevestigingsafstand A [mm]: langere plaatkant
beve
stig
ings
afst
and
B[m
m]:
korte
re p
laat
kant
pla
atse
ite
1000 mm
800 mm
600 mm
400 mm
600
mm
800
mm
1000
mm
1200
mm
6 mm
8 mm
10 mm
1400
mm
1600
mm
1800
mm
2000
mm
2200
mm
2400
mm
2600
mm
2800
mm
3000
mm
3200
mm
X.
48
ZONWERING
Vaste punten en glijpuntenVaste punten
Het vaste punt brengt het eigengewicht van de lamel over op de onderconstructie. Er wordt per zonweringslamel een vast punt bepaald, over het algemeen in het midden van de gevel-plaatstrook. De boordiameter bedraagt 5,1 mm.
Glijpunten
Door het glijpunt kunnen de windlasten veilig worden overgebracht op de onderconstructie en wordt de werking van de stroken ten gevolge van temperatuur en vochtveranderingen mo-gelijk. De doorsnede van het boorgat bedraagt 10 mm.In de lengte van de platen zijn minstens drie bevestigingspunten noodzakelijk.
Het aanbrengen van zonweringslamellen gebeurt d.m.v. vaste punten en glijpunten om de stroken in hun positie te houden en voor de noodzakelijke bewegingsvrijheid met het oog op het uitzetten van de lengte te zorgen.Voor staalonderconstructies kunnen bevestigingsmiddelen - bijvoorbeeld van MBE (MBE blindklinknagel niro/niro 5,0 x 16/18/21 mm, kopdiameter 16 mm) of SFS (SFS SSO-D15- 50XXX-S-5,0; 5,0 x 14/18/22 mm, kopdiameter 15 mm) – worden gebruikt in de kleuren van de gevelplaten. Aanbevolen wordt om de elementen niet over het gehele oppervlak op de con-structie te bevestigen. De stroken moeten geventileerd worden toegepast.
In stroken c.q. lamellen gezaagde RESOPAL Facade platen bieden een effectieve zonwering en dragen daarmee bij tot een aangenaam binnenklimaat.
vast punt
glijpunten
AlgemeenHEBT U VRAGEN?
Neem dan a.u.b. contact op met uw adviseur in de buitendienst, of stuur
ons een e-mail:
of bezoek onze homepage www.resopal.de.
Daar kunt u ook meer technische informatie vinden.
XI.
49
Bevestiging
Bevestigingsafstanden
Blindklinknagels voor de bevestiging van plaatstroken• materiaal: aluminiumlegering en schacht van roestvrij staal, minstens A2 om op staal- en rvs-onderconstructie te bevestigen bijvoorbeeld MBE blindklindnagel niro/niro 5,0 x 16/18/21 mm, kopdiameter 16 mm of SFS SSO-D15-50XXX-S-5,0; 5,0 x 14/18/22 mm, kopdiameter 15 mm• kop gelakt in de kleuren van de platen• vergelijkbare blindklinknagels met minstens gelijkwaardige eigenschappen mo-
gen ook gebruikt worden.
De afstanden tussen de bevestigingspunten zijn afhankelijk van de lengte en breedte van de lamellen, de windbelasting en de ondersteunende constructie. De lamellen kunnen op een frame of in een frame geschoven worden aangebracht.Als de lamellen in een frame worden aangebracht, moet dat worden doorboord om het afvloeien van binnendringend water mogelijk te maken.
Open voegenOm het uitzetten in het vlak van de platen te kunnen opvangen moet een voeg van 8 mm voorzien worden bij de aansluiting van stroken onderling en met andere bouwonderdelen.
Bij een grotere overspanning als in de bovenstaande tabel aangegeven, moe-ten extra tussenstijlen in de metalen draagconstructie worden opgenomen.
ZON
WER
ING
XI.
≥ 8 mm
onderconstructie
RESOPALFacade
blindklinknagel≥ 8 mm
onderconstructie
RESOPALFacade
blindklinknagel
dikte breedte (B) bevestigings- afstanden
8 mm
120 mm ≤ B ≤ 200 mm
A ≤ 650 mm
10 mm A ≤ 750 mm
12 mm A ≤ 800 mm
l
AA
B
Ondersteuningsafstanden
50
LUIKEN
XII.
AlgemeenRESOPAL Facade platen kunnen in de dikte 8 mm, 10 mm of 12 mm als luik worden toe-gepast. Als dichte of geperforeerde plaat hebben ze een lange levensduur, en ze ver-gen niet veel onderhoud. De draagconstruc-tie en het verbindingssysteem, waarop de HPL-platen moeten worden aangebracht, moeten draagkrachtig zijn en voldoende be-stand tegen weersinvloeden. De platen kun-nen op een frame worden gemonteerd of in een frame worden geschoven dat de platen omvat.
PerforerenBij het perforeren van platen moet erop wor-den gelet dat hun draagkracht intact blijft. De afstanden worden per rij uitgevoerd, conform een vierkant raster. De perforaties worden uitgevoerd volgens het voorschrift: a ≥ d ; b ≥ d en c ≥ d.
Luiken van RESOPAL Facade kunnen als aanvulling op de gevel of apart als accent aan de bui-tenkant van het gebouw worden toegepast.
a = afstand tot de verticale kantb = afstand tot de horizontale kantc = afstand tussen twee boringend = diameter van de boring
doorsnede van de standaardgaten:25 mm, 30 mm, 40 mm, 49 mm
f ≥ e
H
V
H
V
d
c
b
a a e f
b
cd
d
c
b
a a e f
b
cd
51
Bevestiging
Frame
Staal- of rvs-constructie
De profielen die de platen opnemen, moe-ten aan beide verticale kanten van de platen een speling hebben van minstens 4 mm. De plaat wordt aan beide zijden vastgeklemd door een rubber kader als afdichting. Voor het bovenste glasprofiel moet een speling van 8 mm worden aangehouden. Het onder-ste profiel moet voorzien zijn van perforaties die het afvloeien van binnendringend water mogelijk maken.De platen moeten over een lengte van min-stens 20 mm per bevestigingspunt worden vastgezet.
LUIK
EN
XII.
Bij het aanbrengen op een frame worden de platen m.b.v. vaste punten en glijpunten be-vestigd. Gebruikt worden bevestigingsmid- delen b.v. van MBE (MBE blindklinknagel niro/niro 5,0 × 16/18/21, kopdiameter 16 mm) of SFS (SFS SSO-D15-50XXX-S-5,0; 5,0 × 14/18/22, kopdiameter 15 mm)De boorgatdoorsnede van het vaste punt komt overeen met 5,1 mm. Bij glijpunten wordt het bevestigingspunt met een diame-ter van 10 mm geboord.De afstand van de bevestigingen tot de plaatrand is minstens 20 mm en mag de 20-voudige dikte van de plaat niet over-schrijden.Neem bij vragen over speciale boringen of bewerkingsmogelijkheden a.u.b. contact op met de technische dienst van Resopal.
RESOPAL Facade
metalen frame
rubber kader
metalen frame
RESOPAL Facade
rubber kader
ontwateringsboring
20 mm min.
bevestiging met rvs-blindklinknagels
RESOPAL Facade
dikte H V
8 mm ≤ 600 mm ≤ 600 mm
10 mm ≤ 650 mm ≤ 650 mm
12 mm ≤ 750 mm ≤ 750 mm
G
20 mm ≤ G ≤ 20 × dikte van de platen
RESOPAL Facade
metalen frame
rubber kader
metalen frame
RESOPAL Facade
rubber kader
ontwateringsboring
20 mm min.
bevestiging met rvs-blindklinknagels
RESOPAL Facade
RESOPAL Facade
metalen frame
rubber kader
metalen frame
RESOPAL Facade
rubber kader
ontwateringsboring
20 mm min.
bevestiging met rvs-blindklinknagels
RESOPAL Facade
De in de tabel genoemde waarden gelden voor windbelastingen van 600 Pa. H: horizontale bevestigingsafstand V: verticale bevestigingsafstand
HEBT U VRAGEN?
Neem dan a.u.b. contact op met uw adviseur in de buitendienst,
of stuur ons een e-mail:
of bezoek onze homepage www.resopal.de.
Daar kunt u ook meer technische informatie vinden.
52
Leveranciers van accessoires bij RESOPAL Facade
Technische stand 2017
Alle tips en afbeeldingen komen overeen met de huidige technische stand en de daarop gebaseerde ervaringen. De afgebeelde vormen van toepass-ing zijn voorbeelden, er kan geen rekening gehouden worden met bijzonderheden in individuele gevallen. De geschiktheid van het materiaal voor het geplande gebruik moet op de bouwplaats worden gecontroleerd, aansprakelijkheid van Resopal GmbH is uitgesloten. Dat geldt ook voor drukfouten en veranderingen van de technische informatie achteraf.
MBE GmbHSiemensstraße 1D-58706 MendenDuitslandTel.: +49 (0) 23 73 / 17 43 00Fax: +49 (0) 23 73 /17 43 01 1E-Mail: [email protected]: www.mbe-gmbh.de
SFS intec GmbHIn den Schwarzwiesen 2D-61440 OberurselDuitslandTel.: +49 (0) 6171 7002-0Fax.: +49 (0) 6171 700255E-Mail: [email protected]: www.sfsintec.de
Bevestigingsmiddelen
53
Aantekeningen
54
55
56
TIPS VOOR ONTWERP EN UITVOERING
www.resopal.de
Resopal GmbHHans-Böckler-Strasse 464823 Gross-UmstadtGermanyTel.: + 49 (0) 607 80 0Fax: + 49 (0) 607 8 624E-Mail: [email protected]
RES
- 001
– N
L - 2
017