Tijdschrift voor Verloskundigen · Ovimex bv, Deventer Abonnementsprijzen Abonnementsprijs voor...

64
Tijdschrift voor Verloskundigen Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen september 2011 36e jaargang ICM Durban 19-23 juni 2011, verslag

Transcript of Tijdschrift voor Verloskundigen · Ovimex bv, Deventer Abonnementsprijzen Abonnementsprijs voor...

Tijdschrift voor Verloskundigen

Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen

september 201136e jaargang

ICM Durban 19-23 juni 2011,

verslag

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.1 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

FINANCIEEL ADVISEURS VOOR VERLOSKUNDIGENSibbing & Wateler is een onafhankelijk financieel adviesbureau, gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding van vrije medische beroepsbeoefenaren, waaronder verlos-kundigen. Wij bieden u een gevarieerd dienstenpakket voor al uw financiële zaken, nu en in de toekomst.

Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl

Er is werk aan de wereld.

Je bent hoogopgeleid en hebt een goede baan in de verloskunde. Toch mis je iets: uitdaging, meer verdieping. VSO, een internationale ontwikkelings organisatie, biedt je dat. Als VSO’er lever je met je kennis en kunde een constructieve bijdrage aan de ontwikkeling van een land en zijn bevolking. Je ontvangt een salaris dat in het betreffende land gebruikelijk is. En je komt terug met een schat aan ervaringen.

Wij zijn op zoek naar Verloskundigen en Docenten Verloskunde die hun kennis en kunde willen inzetten in Afrika of Azië. Ben je creatief, een doorzetter en heb je een afgeronde hbo-opleiding Verlos kunde met minimaal een jaar werkervaring? En wil je weten wat wij te bieden hebben? Kom dan naar de informatie-middag op zaterdag 17 september. Schrijf je in op www.vso.nl.

Wel eens een kip gekregen voor het begeleiden van een bevalling?

VerloskundigenDocenten Verloskunde

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.2 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

3

TIJDSCHRIFT

Join the revolution! 5Wil van Veen

KNOV

Bestuurlijke zaken 6Marianne Wigbers

Bijzondere ervaring 7Angela Verbeeten

Een handreiking kan helpen! 8Wilma van Driel

Omgaan met incidenten 9Wilma van Driel

Hoge participatiegraad kwaliteitsregister 11Maudy Dettingmeijer

Vraag van de maand [email protected]

THEMA ICM 2011 DURBAN

Markant 12fotoimpressie

ICM, bestuurlijke zaken achter de schermen 13Erna Kerkhof & Franka Cadee

Percepties en ervaringen 15Ageeth Rosman

Nederlandse en Sierraleoonse twins inspireren en versterken elkaar 16Franka Cadee & Hilde Perdok

UNFPA rapport 2011 18Suze Jans

Ervaringen van een Nederlandse twin 19Meike Beukema

Normal birth in the USA: development of a consensus statement 21Pien Offerhaus

Public Health binnen de verloskunde 22Inger Aalhuizen

Een vrouw met vele petten 23Suze Jans

Storytelling in Durban 25Marianne Wigbers

Hoe ervaren vrouwen met seksueel misbruik in het verleden de verloskundige zorg? 27Suze Jans

Vaders: geen bezoekers, geen patiënt, maar partner 29Antje Beuckens

Een holistische kliniek in Amerika 31Mieke Beentjes

Het verhaal van de twins 32fotoimpressie

Zwangeren omarmen de toekomst 34Suze Jans

De herintroductie van de vaginale stuitbevalling in Canada 37Aafke Bruinsma

Central European Region 38

Vooraankondiging 30e ICM congres in Praag 38

WETENSCHAP

Kennispoort Verloskunde 39Redactie Kennispoort

ONDERWIJS

Goede stagebegeleiders verhogen de kwaliteit van de opleiding 43Nic van Son & Els Koelewijn

PRAKTIJK

Tussen hemel en aarde 45Ruth Evers

Vijfminuteninterview met Diane Holzer 47

INTERNATIONAAL

Nederlandse verloskunde in Zuid-Afrika 49Suze Jans

BERICHTEN

Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidzorg te Amsterdam 53Geslaagd 56NEXT 57Congres & Cursus 59 Personalia 62

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.3 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

4

RedactieRelinde van der Stouwe, Suze Jans, Wil van Veen (hoofd- en eindredactie), Kristel Zeeman

Medewerkers september 2011 Inger Aalhuizen, Mieke Beentjes, Antje Beuckers, Meike Beukema,Aafke Bruinsma, Franka Cadee, Ton van de Coevering, Rafael van Crimpen, Maudy Dettinmeijer, Wilma van Driel, Ruth Evers,[email protected], Erna Kerkhof, Els Koelewijn, Pien Offerhaus,Hilde Perdok, Redactie Kennispoort, Ageeth Rosman, Nic van Son,Angela Verbeeten, Marianne Wigbers, Jolanda Zocchi

RedactieadresTijdschrift voor VerloskundigenWielingenweg 318, 1826 BX AlkmaarE: [email protected]: grote bestanden: [email protected]

Abonnementen, personalia en adreswijzigingenKNOV, Jolanda ZocchiPostbus 2001, 3500 GA Utrecht T: 030 282 3115, F: 030 282 3101E: [email protected]

PersoneelsannoncesWil van VeenT: 072 5624400 / 06 53359153 E: [email protected]

Advertentie-exploitatieOvimex bv, Frank DijkmanT: 0570 674240 E: [email protected]

VormgevingAnnemiek Voogd, Ovimex bv

DrukOvimex bv, Deventer

AbonnementsprijzenAbonnementsprijs voor niet-leden van de KNOV: € 130,- per jaar (11 nummers), Europa € 156,-, buiten Europa € 182,-. Voor studenten aan buitenlandse opleidingen: € 104,-.Los nummer € 17,- aan te vragen bij de KNOV. Alle prijzen zijn incl. BTW en verzendkosten.

Voorzitter KNOVAngela Verbeeten

Foto’sLinus Harms, GrouSander van der Torren, HaarlemDurban fotografie:Suze Jans, Hilde Perdok en Serena Debonnet (België)Nationale Beeldbank

© 2011 Koninklijke Nederlandse Organisatie van VerloskundigenMercatorlaan 1200, 3528 BL UtrechtT: 030 282 3100

Oplage: 3950

ISSN 0378-1925

Cover foto

Inzenden kopij en advertenties

de inhoud van geplaatste reacties en opiniebijdragen.

van de redactie en de auteur.

Personeelsadvertenties van leden voor het volgende nummer tot 27 september.formaat en het factuuradres te vermelden. Voor commerciële advertenties:

11 oktober 2011.

Het beeldje dat Linus Harms

heeft gefotografeerd voor het

septembernummer is in het

bezit van Anne van der Wal,

verloskundige en docent aan

de Verloskundige Academie

Groningen. Anne werkte in

1997 in Angola voor Artsen

zonder Grenzen en heeft dit

beeld daar gekocht. De maker

van het beeld is onbekend.

Meer informatie:

www.linusharms.nl

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.4 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

5

Dit themanummer over het ICM congres 2011 in Durban (Zuid-Afrika) staat zo

vol Engelse termen en citaten dat ik dacht: die kop boven mijn redactioneel kan

er ook nog wel bij. Bij uitzondering dan, want ik verzet mij voortdurend tegen

Engelstalig gedoe in dit tijdschrift; we zijn tenslotte een Nederlandstalig blad. Dit

als inleiding ter gelegenheid van de lancering van een wereldwijde campagne.

Want wat is het geval?

Op 1 september jl., een aantal dagen voordat dit tijdschrift bij u op de deurmat

valt, werd door Alex Wakeford en Toni Harman, twee Engelse filmmakers, een

campagne met bijbehorende website gestart met de naam: One World Birth.

Met behulp van de website, die een doorlopende online TV-zender over zwanger-

schap en geboorte wil worden, willen zij vrouwen en de wereld waarschuwen

voor doorgeschoten medicalisering van zwangerschap en geboorte, een situatie

waarin vrouwen en hun partners geen keuze meer hebben.

En voordat u nu denkt dat het weer gaat om een vage actie van zweverige types:

neem even de tijd en kijk eerst zelf naar het filmpje op www.oneworldbirth.com.

In het filmpje komen toonaangevende experts en hoogleraren verloskunde aan

het woord, vanuit de hele wereld. En ja, natuurlijk worden de oude bekenden,

zoals Michel Odent, Sheila Kitzinger en Ina May Gaskin voor de buis gesleept,

maar gelukkig komen ook vooraanstaande hedendaagse onderzoekers zoals

Soo Down, Dennis Walsh, Lesley Page, Kersten Moberg, Sally Tracy en vele

anderen aan het woord. Zij waarschuwen voor de negatieve gevolgen van steeds

verder oprukkende medische interventies en het gevaar van steeds verdergaand

defensief beleid in de verloskunde.

Ook Kathy Warwick, de voorzitter van de Royal College of Midwives en leden

van het Royal College of Obstetricians and Gynaecologists uit het Verenigd

Koninkrijk, Beverly Beech en Mary Newburn, directeur van de onderzoeks-

afdeling van de National Childbirth Trust, de machtige patiëntenorganisatie in

Engeland, hebben hun medewerking toegezegd en komen aan het woord in

de filmpjes.

De filmmakers willen mensen over de hele wereld met elkaar in contact brengen

om zo een verandering te weeg te brengen. Ik moet zeggen: ik kreeg een warm

gevoel bij het zien en horen van beeld en tekst. Wanneer pluggen we onze eigen

verloskundige visionisten en wetenschappers met een Engelstalige Nederlandse

bijdrage in?

Er is een tienstappenplan bedacht waarin een wereldwijd publiek geïnspireerd

wordt tot het nemen van actie.

”We want to build a powerfull community so that people will have to listen,”

zegt een van de filmmakers.

Hopelijk raakt u zo geïnspireerd door het filmpje dat u het downloadt, op een

dvd brandt, op de Mediamarkt een DVD-box koopt en het filmpje in een

continue presentatie beschikbaar stelt voor uw wachtende cliënten. Mogelijk zet

u kijkers op het spoor dat u zelf het liefst met hen zou volgen.

Wil van Veen

Join the revolution!

Agenda

20 september 2011 Platform Klinisch Verloskundigen

25 september 2011Symposium perinatale sterfte en audit

30 september 2011 KNOV Ledencongres 2011 Trends en Balans

8 november 2011 Dag 3 training kringbestuurders

18 november 2011 Algemene Ledenvergadering

21 november 2011 Klankbordgroep Prenatale Screening

21 november 2011 Platform Internationaal

6 december 2011 Platform Klinisch Verloskundigen

3 februari 2012 Kennispoortcongres

12 maart 2012Kringvoorzittersoverleg

15 juni 2012Algemene Ledenvergadering

10 september 2012Kringvoorzittersoverleg

16 november 2012Algemene Ledenvergadering

Kijk voor meer informatie in de rubriek Congres en Cursus achter in dit tijdschrift of op www.kennispoort-verloskunde.nl

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.5 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

6

Alweer enkele jaren geleden omarmde ik Twitter als nieuw

medium voor het delen van verloskundige ervaringen.

In mijn queeste genaamd: ‘Mooie verhalen moeten meer

verteld worden!’ is het verzenden van een kort twitter-

bericht een prima manier om af en toe eens een ander

verloskundig geluid te laten horen dan de kommer en

kwel die je over het algemeen in de media hoort en leest.

In honderdveertig tekens schrijf ik over een leuke

thuisbevalling, een negenponder gebaard zonder

hechtingen, een vliegende priem, of een boerenzoon na

vier dochters. Op mijn beurt lees ik van een vroedvrouw

uit Arnhem hoe ze een prachtige badbevalling begeleidde,

of van de kring uit Leiden dat ze vergaderd hebben over

de toekomst.

Maar niet alleen verloskundigen twitteren. Zo kwam op

21 juli jl. een tweet langs waarin stond dat Minister

Schippers had gereageerd op de visie van de gynaecolo-

gen. Via het Twitteraccount van de NVOG las ik na één

muisklik die reactie van Minister Schippers op het

NVOG-visiedocument: ‘Een stap verder.’

Zij constateert dat de visie van de NVOG aansluit bij haar

visie over zwangerschap en geboorte. De NVOG-visie

geeft aan dat in de toekomst verloskundige zorg idealiter

in één organisatie zou moeten worden ondergebracht om

de juiste zorg, op de juiste tijd, op de juiste plaats door de

juiste zorgverlener aan de zwangere of bevallende vrouw

en haar partner te leveren. Ook de Minister vindt dat er in

dat kader gezocht moet worden naar toekomstbestendige

alternatieven die de toegankelijkheid en bereikbaarheid

van verloskundige zorg garanderen.

In een volgende alinea gaat het over de plaats van de

bevalling.

Ik had me al een keer verslikt in het NVOG-advies om

nullipara op een locatie met directe beschikbaarheid van

acute specialistische hulp te laten bevallen. Mevrouw

Schippers schijnt in dat kader veel van eerstelijnsgeboorte-

centra te verwachten. Zij schetst een situatie met continue

aanwezigheid van verloskundigen en kraam verzorgenden

in nauw contact met de gynaecoloog. Zij ziet dat als een

alternatief voor een thuisbevalling op een mogelijk

onveilige plaats.

Dat het innovatietarief dit jaar alweer afloopt, - lees de

geldkraan dichtgedraaid wordt- wordt kort genoemd. In

mijn hoofd vormt zich een twitter bericht dat niet binnen

de honderdveertig tekens past.

Ik kijk uit naar de extra Algemene Ledenvergadering op

12 september a.s. met alle ruimte voor het debat over de

toekomst van de verloskunde. Hard nodig, onze verlos-

kundigenvisie moet helder en duidelijk zijn, daar kunnen

we het allemaal over eens zijn.

Gestruikeld werd er over de keuze voor het woord

autoriteit, in plaats van autonoom. Bij een visie ligt het

vaak in de fijne nuances, en de interpretatie van de lezer.

Een autonoom persoon probeert zaken na te streven die

voor hem of haar belangrijk of waardevol zijn en bewan-

delt op die manier een eigen levenspad. Dat klinkt als op

ons lijf geschreven.De autonome medische professional,

de verloskundige.

En ik kijk uit naar het Ledencongres op 30 september a.s.,

‘Trends en Balans’. Innovaties, ontwikkelingen en in

balans blijven. Er is zelfs een Twitterworkshop.

@poldervroedvrou: #aandeslag!

Marianne Wigbers

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.6 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

Welke verloskundige kent niet dat bijzondere gevoel dat je krijgt van het

bijwonen van een nachtelijke baring? Dat je daarna vreemde mensen op straat

tegenkomt en denkt: jullie moesten eens weten wat ik zojuist heb meegemaakt!

Net zo bijzonder was mijn ervaring vorige maand in Zuid-Afrika toen ik over-

nachtend in een wildpark wakker werd van een onbekend geluid: plof ... (pauze)

plof ... (pauze) ... plof. Er liepen giraffen over de vlakte voor ons verblijf.

Ze waren in het donker slechts schimmen, maar desondanks indrukwekkend

groot en het geluid was vooral speciaal: paardenhoeven in het gras, maar dan

luider en vertraagd. Heel bijzonder!

De reis naar Zuid-Afrika was een aaneenschakeling van bijzondere ervaringen!

Op het ICM-congres in Durban ontmoette ik, na twee jaar mailen, voor het eerst

mijn twinsister Joan Shepherd, voorzitter van beroepsvereniging SLMA in Sierra

Leone. Ook de andere 24 Nederlandse twins ontmoetten daar in Durban hun

twinmaatjes. Het welkom was warm en zonder reserve met veel knuffels. We

kregen borden vol eten toegeschoven om vooral samen van te eten. Ondanks

de soms moeizaam verlopende communicatie was het een fantastische ervaring:

vijf dagen lang drijven op een wolk van internationale vroedvrouwenpassie. In

de wandelgangen van het congres trokken we veel bekijks met de kostuums die

onze twins hadden meegenomen uit Sierra Leone, met het samen zingen en met

onze girlpower. Verloskundigen uit andere landen kwamen vragen hoe ze óók

zo’n twinningproject konden opzetten…

We maakten veelbelovende actieplannen. We leerden van

onze twins om wat trotser op onszelf te zijn. Tijdens een

workshop over Leadership, gegeven door Rafael van

Crimpen en haar twin Frances Fornah, werd gevraagd wie

van de twins zich een ‘leader’ voelde. Schoorvoetend

stonden drie NL-twins op en verder ruim de helft van de

SL-twins. Een van hen zei: “Sinds mijn man overleed, voed

ik alleen vier kinderen op én ik ben een midwife, DUS ik

ben een leader!”

Waar de Sierraleoonse verloskundigen niet aan konden

wennen was die rare gewoonte van de Nederlandse

collega’s om vroeg op te staan en bij zonsopgang een duik

te nemen in de Indische Oceaan. We probeerden hen

enthousiast te krijgen door te vertellen dat het water, echt waar, warm was en

het uitzicht op de opgaande zon geweldig, maar ze kwamen er hun bed niet

voor uit. Tot de laatste ochtend: toen verschenen er in de hotelhal twee Afri-

kaanse twins, gestoken in dikke flanellen beertjespyjama’s, om mee te lopen

naar het strand.

Joan vertelde mij later dat de ontmoeting met de Nederlandse vroedvrouwen

leek op het Nederlandse snoepgoed: eerst even wat bitter van buiten, maar

daarna al snel zoet van binnen. Het duurde even voordat ik begreep dat ze het

had over de kaneelstokken die ik haar had gegeven. De bijzondere ervaringen

zullen ons altijd bijblijven en ik hoop dat we elkaar blijven inspireren nu we weer

ieder naar ons eigen land zijn vertrokken. Misschien moeten we op de ALV

voortaan ook samen zingen?

Angela Verbeeten

7

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.7 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

8

Bent u ook bezig om verandering in uw praktijk door te

voeren? Of denkt u er aan, maar ziet u er tegenop om

alles uit te zoeken? U hoeft dit niet alleen te doen! KNOV

handreikingen zijn speciaal bedoeld om u beknopt te

informeren en op weg te helpen in verschillende onder-

werpen.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg gaat in 2012 extra

toetsen of de V-mis in de verloskundige praktijk gebruikt

wordt [Reulings P et al, 2011]. U moet hiermee aan de

slag, maar hoe pakt u dat aan? Speciaal voor u is de

handreiking ‘Stoppen met roken’ geschreven. Hierin kunt

u lezen hoe u de V-mis toe kunt passen in uw praktijk.

Of bent u van plan om iets met het melden van incidenten

te doen en wilt u op die manier voorkomen dat wat niet

de bedoeling, is nog een keer gebeurt? Dan heeft u

wellicht iets aan de handreiking ‘Incidenten melden’.

Weet u niet zo goed hoe u uw collega’s kunt opvangen

die iets naars hebben meegemaakt tijdens hun werk.

Daarvoor is er de handreiking ‘Opvang na een traumati-

sche gebeurtenis’ geschreven.

In het kader ziet u een overzicht van alle zestien hand-

reikingen. Handreikingen zijn praktische hulpmiddelen

die u kunt gebruiken bij u dagelijkse werk. Handreikingen

zijn nooit verplichtend, tenzij het om zaken gaat die u

verplicht in uw verlostas moet hebben. Het is wellicht

zinvol dat u, voordat u met iets nieuws begint, even

checkt of er een handreiking over verschenen is.

Deze zomer is er een bijzondere handreiking herzien. De

handreiking ‘Inhoud van de verlostas en zuurstofkoffer’

wordt gebruikt tijdens de accreditering. Het was soms

voor zowel de verloskundige als de accrediteur niet

duidelijk of spullen wel of niet verplicht waren. Hoe zit het

bijvoorbeeld met de maagsonde of het blaascatheter?

In de nieuwe handreiking staat duidelijk omschreven en

onderbouwd waarom bepaalde spullen aanwezig moeten

zijn in de verlostas en zuurstofkoffer. Verloskundigen uit

de ITV groep kwaliteit in Zaanstreek-Waterland hebben

meegelezen en nieuwe richtlijn van waardevolle feedback

voorzien.

Deze en de andere handreikingen zijn te vinden op de

ledensite onder het kopje ‘werken aan kwaliteit’. Zij zijn

veelal een onderdeel van het Praktijk Analyse Instrument

en ook daar te vinden. De handreikingen kunnen

natuurlijk ook los van de praktijkaccreditering of het PAI

worden gebruikt.

Referenties

Wilma van Driel

Analyse cliëntengegevens

Belinstructies

Cliëntgegevens

Functioneringsgesprekken

Juridische zaken rond geboorte

Klachtenregeling voor de verloskundige

praktijk

Omgaan met incidenten

Opstellen protocol

Opvang na een traumatische gebeurtenis

Overdracht

Praktijkinformatie

Relevante wetgeving met betrekking tot de

cliënt

Stoppen met Roken

Verlostas en zuurstofapparatuur

Verslaglegging

VOKS-1 Rapportage

KNOV Handreikingen

© N

atio

nal

e B

eeld

ban

k

Handreiking; straattheater in Delft, januari 2010

Wilma van Driel is beleidsmedewerker Kwaliteit en Beroepsinhoud

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.8 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

9

Er kan natuurlijk altijd wat fout gaan in de drukte van alle dag. Net de vitamine-K-druppels vergeten te geven of vergeten om de uitslag van een onderzoek aan uw cliënte door te geven. Het kan allemaal gebeuren. Vaak wordt dit type gebeurtenissen snel opgelost en hebben zij geen grote gevolgen voor de gezondheid van moeder en kind. Soms heeft het wel gevolgen. Dan gaat het om ernstiger zaken, zoals bijvoorbeeld een zuurstofcilinder die niet goed werkte op het moment dat dit nodig was.

Incident of calamiteitVoorvallen, waarbij dingen gebeuren die niet de bedoeling

zijn en moeten worden voorkomen, worden incidenten

genoemd. Incidenten zijn niet alleen situaties waarbij

schade is ontstaan. Ook ‘bijna’-fouten, waarbij er alleen

sprake is geweest van een onveilige situatie, worden

incidenten genoemd.

Wanneer een gebeurtenis het overlijden of ernstige

morbiditeit tot gevolg heeft, heet dat een calamiteit. Een

calamiteit is ‘Iedere niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis

die betrekking heeft op de kwaliteit van zorg en die heeft

geleid tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg

voor een cliënte en/of haar kind’. Een calamiteit moet u

melden aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Of het nu om een klein incident gaat of om een calamiteit,

het is altijd goed om na te gaan wat er precies is gebeurd.

Daarbij moet u zich afvragen waarom het niet is gegaan

zoals het had moeten gaan en natuurlijk hoe u dit in de

toekomst kunt voorkomen.

KlachtenIn de context van incidenten en calamiteiten worden ook

vaak klachten genoemd. Een klacht is iets anders dan een

incident. In de handreiking ‘Klachtenregeling’ wordt een

klacht als volgt omschreven: ‘Elke uiting van ontevreden-

heid, al dan niet resulterend in een officiële klacht bij de

klachtencommissie of een andere instantie’.

Een klacht en een incident verschillen nogal van elkaar.

Een klacht kan het gevolg zijn van een incident. Maar ze

kunnen ook los van elkaar vóórkomen: een klacht zonder

incident of een incident zonder klacht.

Wat hetzelfde is, is dat er zowel bij een klacht als bij een

incident gestreefd moet worden om deze in de toekomst

te vermijden. Het gaat er om te willen leren van wat er

niet goed is gegaan. Hieronder kunt u in een voorbeeld het

onderscheid tussen een klacht en een incident nalezen.

Een verloskundige heeft een epi te strak gehecht. Na drie

dagen is de wond rood en gespannen (incident). De

verloskundige realiseert zich dat zij het niet goed heeft

gedaan maar zegt niets. Later komt de cliënte er toch

achter en dient een klacht in over de verloskundige. De

klacht bestond uit twee onderdelen:

had gehecht, waardoor zij veel extra pijn had.

moeten informeren.

Omgaan met incidentenHet belangrijkste van incidenten (en natuurlijk ook van

klachten en calamiteiten) is dat u voorkomt dat zij in de

toekomst nog een keer plaatsvindt. Tijdens de thema-

bijeenkomsten in het voorjaar 2010 heeft u kunnen zien

dat er in de tweede lijn veel aandacht aan het melden van

incidenten wordt besteed. Het bleek dat het melden en

analyseren van incidenten tot gevolg had dat problemen

konden worden opgelost, zodat die incidenten veel

minder vaak voorkwamen.

De KNOV heeft een handreiking ‘Omgaan met incidenten’

geschreven. Hierin staat praktisch beschreven hoe u

stapsgewijs met incidenten kunt omgaan. In deze

handreiking worden de volgende stappen beschreven:

Allereerst moeten de incidenten geregistreerd worden.

U spreekt met elkaar af welke incidenten geregistreerd

worden en op welke manier. Bij de handreiking is ook

een voorbeeld van een registratieformulier opgenomen.

Vervolgens bespreekt u de incidenten en gaat u na

waarom een incident heeft plaatsgevonden. In de

handreiking staat een aantal vragen die u tijdens de

bespreking kunt stellen.

Dan gaat u na welke onderwerpen prioriteit hebben om

aan te pakken. Dit zijn incidenten die ernstig van aard

zijn of die vaak vóórkomen. In de handreiking is een

voorbeeld van een verbeterplan opgenomen.

Vanzelfsprekend moet de cliënt zo snel mogelijk op de

hoogte gebracht worden van het incident en de

Wilma van Driel

Wilma van Driel is beleidsmedewerker Kwaliteit en Beroepsinhoud

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.9 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

10

Onlangs is het jaarverslag van het Kwaliteitsregister

Verloskundigen over 2010 vastgesteld. Daarin staan de

resultaten van het vijfde jaar beschreven. Het Kwaliteitsre-

gister Verloskundigen wil verloskundigen stimuleren om

hun deskundigheid bij te houden en/of te verbeteren.

Door registratie in het Kwaliteitsregister Verloskundigen

laten verloskundigen zien dat zij actief hun kennis en

vaardigheden bijhouden en reflecteren op hun verloskun-

dig handelen. Het kwaliteitsregister is geen op zichzelf

staand kwaliteitsinstrument, maar maakt deel uit van het

totale kwaliteitsbeleid van de KNOV dat gericht is op

onderbouwing van de verloskundige zorg, op transparan-

tie en kwaliteit van zorg.

Het Kwaliteitsregister Verloskundigen heeft sinds de

invoering ervan steeds meer bekendheid gekregen. Dit

heeft er toe bijgedragen dat het aantal inschrijvingen

behoorlijk is gegroeid. Het percentage verloskundigen dat

staat geregistreerd is sinds 2009 80%. De verschillen in

participatie tussen de regio’s zijn klein. De verschillen

tussen kringen lopen verder uiteen met uitersten van

61% participatie tot 100% (in vijf kringen). Een hoge

participatiegraad draagt bij aan de profilering van de

beroepsgroep. Voor kringen die een wat lagere participa-

tiegraad hebben, is het zinvol om het kwaliteitsregister

(nogmaals) op de agenda te zetten en zo kringleden te

stimuleren zich te registreren.

Eind 2010 is er een terugblik geweest op vijf jaar

Kwaliteitsregister in de Algemene Ledenvergadering. De

focus lag daarbij op de helderheid en haalbaarheid van de

registratie-eisen. De belangrijkste conclusie is dat het

totaal aantal uren deskundigheidsbevordering haalbaar is,

maar dat met name het aanbod aan methodisch intercol-

legiaal overleg en vaardigheidstrainingen spoedeisende

handelingen bij de aanvang van het kwaliteitsregister

onvoldoende was. Degenen die vanaf de start zijn

geregistreerd in het kwaliteitsregister hebben relatief

meer moeite om de eisen van het kwaliteitsregister te

voldoen. Hiervoor is een dispensatieregeling opgesteld.

In de tweede helft van 2010 is gewerkt aan de voorberei-

ding van de eerste reguliere herregistratie. Eind 2010 zijn

de eerste verloskundigen opgeroepen zich aan te melden

voor herregistratie.

De integrale tekst van het jaarverslag staat op www.knov.

nl/kwaliteit/kwaliteitsregisterverloskundigen/jaarverslag

Maudy Dettingmeijer is beleidsmedewerker Kwaliteit

gevolgen die dit heeft voor haar of haar kind. Wanneer

een cliënte het gevoel heeft dat zij niet goed is geïnfor-

meerd dan zal zij sneller een klacht indienen. In de

handreiking staan onderwerpen vermeld die minimaal

aan bod moeten komen in het gesprek met de cliënte.

Natuurlijk is een incident een vervelende situatie voor

de cliënt, maar het kan ook heel naar zijn voor de

verloskundige. Zeker als het een calamiteit betreft. De

KNOV heeft een handreiking ‘Opvang na een traumati-

sche gebeurtenis’ geschreven, waarin staat hoe u kunt

omgaan met een collega na een schokkend voorval.

In bijvoorbeeld het kwaliteitsjaarverslag of op u website

kunt u aangeven dat u bezig bent met het registreren

en voorkomen van incidenten.

De handreiking is te vinden op de ledensite.

Maudy Dettingmeijer

Speciaal voor verloskundigen heeft STIVORO de V-MIS training

ontwikkeld (Minimale Interventiestrategie Stoppen met roken

voor de Verloskundigenpraktijk). In de drie uur durende praktijk-

gerichte training leert men op een prettige, snelle en effectieve

manier hoe men het onderwerp roken met zwangere vrouwen

en hun partners kan bespreken. De training omvat zowel plenaire

presentaties als interactieve stukken en het oefenen van vaardig-

heden (via opdrachten, rollenspelen etc.).

Waar en wanneerCongres en vergadercentrum Domus Medica op vrijdag

4 november a.s. van 13.30 - 16.30 uur. Accreditatie: 3 punten.

Kosten€ 142,80 incl. btw per persoon, dankzij subsidie van het ministerie

van VWS. Dit is inclusief trainingsmateriaal, koffie en thee. De

parkeerkaart à € 5,- van Domus Medica is voor eigen rekening.

AanmeldenVia www.stivoro.nl/professionals of direct via het aanmeldingsfor-

mulier: http://stivoro.custhelp.com/ci/documents/detail/2/vmis2011

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.10 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

11

Gemiddeld worden er zo’n 200 vragen per maand gesteld aan de helpdesk. In deze rubriek wordt iedere keer een interessante, veelge-stelde, opmerkelijke of ingewikkelde vraag behandeld.Deze maand: het medisch beroepsgeheim en het verstrekken van gegevens aan de politie.

De vraagOnlangs kreeg ik bezoek van twee rechercheurs van de

politie. Zij wilden van mij weten of een zekere vrouw op

een bepaalde datum en tijdstip bij mij op het spreekuur

was geweest. Ik heb hen naar hun identificatie gevraagd

en deze gekregen, en keek vervolgens in mijn agenda. De

zwangere was inderdaad bij mij geweest, maar in de

ochtend en niet ’s avonds; zoals zij de politie had verteld.

Ik heb deze informatie gegeven.

Later vroeg ik mij af of ik mijn zwijgplicht niet heb

doorbroken. Ik heb geen inhoudelijke zwangerschaps-

informatie gegeven. Ik heb alleen haar alibi niet kunnen

ondersteunen. Ik wilde daar ook niet over liegen. Had ik

dit anders moeten doen?

Het antwoordDe verloskundige heeft als BIG professional een medisch

beroepsgeheim te bewaken. Het medisch beroepsgeheim

houdt in dat een hulpverlener geen gegevens van een

patiënt aan anderen mag verstrekken.

Dit geldt voor zowel medische gegevens als de vraag of

een bepaalde zwangere bij een verloskundigenpraktijk is

ingeschreven en zeker ook voor de vraag of een cliënte

op een bepaald spreekuur is verschenen. Dit beroeps-

geheim mag niet zo maar worden doorbroken. Als er

bijzondere omstandigheden zijn, dan kan de verloskundige

in een situatie van een conflict van plichten verkeren en

mogelijk redenen zien om toch iets aan de politie te vertellen.

Doorbreking van het medisch beroepsgeheim door het

verstrekken van gegevens aan de politie mag alleen als

sprake is van:

aan politie kan (mogelijk) acuut en direct gevaar voor

de veiligheid of het leven van de cliënt of anderen

worden voorkomen.

ToestemmingAls de cliënte toestemming geeft voor het openbaar

maken van haar gegevens aan de politie dan is de

verloskundige niet gehouden aan haar beroepsgeheim.

Dat betekent echter niet dat ze dan verplicht is te

spreken. Wel moet ze goede redenen hebben om dan

nog informatie geheim te houden.

Wettelijke plicht tot spreken

Voorbeelden zijn bepalingen in de Wet op de lijkbezorging

en de Infectieziektewet.

Conflict van plichten

Een conflict van plichten kan zich voordoen wanneer een

zwaarwegend belang van de patiënt of een ander dan de

patiënt de doorbreking van de geheimhoudingsplicht

rechtvaardigt, omdat het bewaren van het geheim voor

de patiënt of de ander ernstig nadeel of gevaar oplevert.

Van een conflict van plichten is slechts in zeer uitzonder-

lijke gevallen sprake, het moet gaan om een noodsituatie.

Een voorbeeld hiervan kan het melden van kindermishan-

deling zijn. U moet al het mogelijke geprobeerd hebben

Vraag van de maand

[email protected]

Praktische tips als de politie vraagt om informatie

over de cliënte:

a) deel aan de politie mee dat u later (dus niet ter

plekke) zult nagaan of een zwangere bij uw prak-

tijk is ingeschreven. Hiermee koopt u dus tijd;

b) ga in overleg met de cliënte. Vertel dat u een

verzoek heeft gekregen van de politie en vraag of

ze toestemming geeft voor het openbaar maken

van haar gegevens aan de politie;

c) teken hetgeen u bespreekt met de cliënte aan op

de medische kaart. Wanneer de cliënte niet wil

dat u iets kenbaar maakt aan de politie, vraag dan

naar de redenen. Zo kunt u een goede afweging

maken of er gronden zijn om vanwege een con-

flict van plichten het medisch beroepsgeheim toch

te doorbreken;

d) koppel terug aan de politie. Ook wanneer u

uiteindelijk besluit om niets te vertellen op grond

van het medisch beroepsgeheim.

Praktische tips

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.11 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

12

om zonder doorbreking van uw geheimhoudingsplicht

het probleem op te lossen. Bijna altijd gaat het om het

afwenden van gevaar. De dreiging voor de patiënt of een

ander moet reëel zijn en niet op een andere, minder

ingrijpende wijze afgewend kunnen worden. Deze zorgvul-

dige afweging dient u als hulpverlener zelf te maken. U

moet kunnen verantwoorden waarom u inbreuk maakt

op de geheimhoudingsplicht die u tegenover uw patiënt

heeft. Indien de verloskundige besluit om de politie te

informeren dan moet zij niet meer gegevens verstrekken

dan strikt noodzakelijk is voor het doel. Het is verstandig

om van je afwegingen aantekeningen te maken in het

medisch dossier.

Aansprakelijkheid bij ten onrechte doorbreken van geheimhoudingsplichtAls u persoonsgegevens aan de politie verstrekt zonder

dat u dat mag of dat u daartoe verplicht bent, kunt u

daarvoor door een betrokkene aansprakelijk gesteld

worden. Dus als de politie u vraagt gegevens te verstrekken,

vraag dan zoveel mogelijk informatie en, indien nodig,

bedenktijd om het verzoek van de politie te kunnen

overwegen. Win zo nodig juridisch advies in.

Professor Rose Ezonbodor-Akwagbe is verloskundige en

hoog leraar aan de Niger Delta University, Faculty of Nursing

and Midwifery, Willberforce Island, Bayelsa State in Nigeria.

Zij onderscheidde zich in hoge mate door haar extravagantie.

De professor tijdens

de openingsceremonie

De professor op dag 1

De professor op dag 2

De professor op dag 3

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.12 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

13

Voorafgaand aan het ICM Congres vond van 13 tot en met 17 juni jl. de vijfdaagse ALV van de ICM plaats. Deze ALV, ook wel ‘council’ genoemd, wordt maar één keer in de drie jaar zo uitgebreid en groots georganiseerd. We beginnen de vergadering met 118 stemgerech-tigde leden van 62 verschillende verloskundige organisaties uit 53 landen. Het is bijzonder indrukwekkend om tussen al die vakzusters te zitten van over de hele planeet. De hele wereld is er!

Voordat een en ander van start kan gaan, wordt eerst de

simultaanvertaling in het Frans en Spaans gecheckt en of de

stemmachines werken. Na het vaststellen van de agenda en

het goedkeuren van de notulen vertelt iedere regio van

de ICM over de gang van zaken in de regio’s. Belangrijke

zaken worden meegenomen naar de workshops die op

de laatste dag worden gehouden.

Education standardsEr is de laatste jaren erg hard gewerkt aan diverse

projecten. Om te beginnen worden de rapporten

gepresenteerd van de midwifery education committee.

Zij hebben gewerkt aan education standards. Met een

meerderheid van stemmen worden deze standaarden

aangenomen. De standaarden beschrijven de minimale

opleidingseisen waaraan collega’s in de toekomst moeten

voldoen. Doel is, dat ongeacht de plek waar een vroed-

vrouw is opgeleid, zij voldoet aan wereldwijd geldende

algemene opleidingseisen.

Regulation and other standardsDaarna is de midwifery regulation committee aan de

beurt om haar werkzaamheden uit de doeken te doen en

ook zij zijn erin geslaagd om te komen tot regulation

standards.Regulation standards beschrijven de wet- en

regelgeving die nodig is om het verloskundig beroep te

kunnen uitvoeren. Het maakt dat de titel ‘vroedvrouw’

beschermd is in het betreffende land. Waar je ook komt

in de wereld: een vroedvrouw is een vroedvrouw en het is

eveneens helder aan welke kwaliteitseisen ze moet voldoen,

wat ze kan en wat ze mag.

Als laatste komt de vertegenwoordiger van het midwifery

research committee aan het woord. Dit is een wereldwijd

netwerk van 135 vroedvrouwen die zich hebben gebogen

over alle abstracts die zijn aangeboden voor het congres.

Ook een aantal Nederlandse onderzoekers maken deel uit

van dit netwerk. Het is telkens weer een enorme klus om

een goede afweging maken welk abstract wel wordt

aangenomen en welke niet. Er zijn zoals u in het vorige

tijdschrift hebt kunnen lezen veel Nederlandse sprekers

uitverkoren om hun opwachting te maken.

Alle landen hebben via hun beroepsorganisaties een oproep

gekregen zich uit te spreken over de competenties waarover

een vroedvrouw moet beschikken. Er waren al Essential

competencies for basic midwifery, daterend uit 2002 en

deze zijn nu bijgewerkt zodat we wereldwijd van elkaar

weten welke vaardigheden bij de vroedvrouw horen

voordat iemand zich een midwife kan noemen.

De definitie van de vroedvrouw is aangepast aan de

bovengenoemde rapporten. Hierbij is behoorlijk wat

gediscussieerd omdat veel organisaties bang zijn dat ze

niet aan de eisen zullen kunnen voldoen. Wel hebben

deze landen nu een helder en duidelijk document in

handen waarmee ze naar de diverse overheden kunnen

gaan om veranderingen doorgevoerd te kunnen krijgen.

Nestor Moyo, een van de medewerkers van ICM, heeft

het MACAT of Member Association Capacity Assessment

Tool ontwikkeld. Dit is een instrument dat elke organisatie

handvatten biedt om grondig de eigen organisatie door

te lichten, te evalueren, verbeterplannen te maken en die

vervolgens te implementeren. Tijdens het council kwam

naar voren dat de ICM zo sterk is als de zwakste schakel

en als alle deelnemende vroedvrouwenorganisaties

sterker worden, wordt de ICM dat op haar beurt ook.

ICM opereert zogezegd aan de hand van drie belangrijke

‘pilars’: Education, Regulation en Association. In de wandel-

gangen worden de pilars samengevat in de afkorting

ERA.

Bestuur en financiën De penningmeester van de ICM is Marian van Huis, oud-

voorzitter van de KNOV. Zij geeft een presentatie over

de financiën. Dankzij de Nederlandse en de Zweedse

regering heeft ICM projecten kunnen opzetten in landen

achter de schermen

Erna Kerkhof en Franka Cadee

Erna Kerkhof is bestuurslid KNOV, belast met internationale zaken;

Franka Cadee is beleidsmedewerker KNOV, belast met internatio-

nale zaken

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.13 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

14

waar de maternale sterfte hoog is. De ICM hoopt op deze

manier de de verloskundige zorg te verbeteren en

zwangerschapsuitkomsten te verbeteren. Helaas gaat

deze steun per 2013 stoppen en moet er naar nieuwe

financiële bronnen worden gezocht .

Tijdens de ICM-Council worden ook altijd de nieuwe

bestuursleden geïnstalleerd. Francis Day-Stirk uit Groot

Brittannië van de Royal College of Midwives wordt de

nieuwe voorzitter en Marian van Huis blijft aan als

penningmeester. Omdat er in de procedure voor het zich

kandidaat stellen voor vice-voorzitter het een en ander

misgegaan, zal het bestuur ervoor zorgen dat de

kandidaatstelling uiterlijk in september 2011 helder en

opnieuw gebeurt zodat ook deze post opgevuld wordt.

Position StatementsHet volgende onderwerp dat tijdens de vergadering aan

de orde komt, is het opnieuw aannemen en updaten van

position statements. De KNOV is penvoerder van een

nieuw position statement over midwifery led care. Met

overgrote meerderheid van stemmen wordt het state-

ment aangenomen. Dit is een belangrijk document. Er

komt steeds meer bewijs dat midwifery led care-modellen

de voorkeur hebben boven andere modellen.

ICM heeft een nieuw richtlijn aangenomen inzake het op

fysiologische wijze managen van het derde tijdperk

wanneer geen medicamenten voorhanden zijn. Verder

zijn nog een aantal andere position statements herzien.

Alle hiervoor genoemde rapporten, documenten,

richtlijnen en position statements zijn te vinden op de

website van de ICM, www.internationalmidwives.org.

Neem er eens een kijkje. Ook zijn er veel foto’s te vinden

die laten zien wat er allemaal gebeurd is in Durban.

Op de laatste dag van de vergadering zijn we allemaal in

groepen uiteengegaan om plannen te smeden voor de

toekomst. Na de brainstorm volgde het kaderen van de

gewenste strategische plannen voor de ICM. Op de eerste

plaats gaat er gewerkt worden aan de ‘advocacy’ van

midwifery. Met advocacy wordt de aanbeveling van vroed-

vrouwen bedoeld. In een aantal landen is midwifery illegaal.

‘Advocacy’ heeft te maken met de visie dat het vanzelfspre-

kend is dat er een vroedvrouw betrokken is bij de zorg. Een

soort ‘reclame’ maken voor midwifery.

Het volgende onderwerp op het lijstje is de uitleg en

verspreiding van ‘ERA’, de drie eerder genoemde belang-

rijke pilaren van de ICM. Dan volgt de interne (binnen de

ICM) en externe (met diverse externe organisaties)

communicatie en de lijst wordt afgesloten door onder-

zoek en ‘best practice’. Dat alles met het doel ‘midwifery’

in haar algemeenheid beter op de (wereld)kaart te zetten.

Concluderend kunnen we stellen dat de ICM niet heeft

stilgezeten in de afgelopen drie jaren. We gaan geïnspi-

reerd en vol energie beginnen aan het volgende triënnium.

Op naar Praag in 2014 en Toronto in 2017!

Na drie jaar vice-voorzitter geweest te zijn in

het bestuur van ICM is Francis Day-Stirk door

de Council (ALV) in Durban gekozen tot de

nieuwe president van ICM. Van origine komt

Frances uit Jamaïca en is dertig jaar geleden

opgeleid tot verloskundige in het Verenigd

Koninkrijk. Sinds 1998

werkt ze voor de Royal

College of Midwives

(RCM) waar ze een

belangrijke rol gespeeld

heeft om de fysiologie

weer op de verloskundi-

ge kaart te zetten door

campaign for normal

birth te initiëren. Haar

CV is onuitputtelijk en haar ervaring in de

praktische verloskunde, management, beleid

en wetenschappelijk onderzoek, in combina-

tie met haar internationale ervaring, zal haar

zeker de tools geven om de internationale

verloskundigengemeenschap, waaronder ook

de KNOV, goed te vertegenwoordigen. Frances

is geen grote prater. Op het podium oogt ze

ingetogen, haar stem is zacht en ze spreekt

rustig en verstandig. Toch gaat Francis Day-

Stirk doelgericht te werk en laat ze op haar

rustige Jamaïcaanse manier horen waar wij als

verloskundigen voor staan en waar wij naar

toe willen. Ze kent het klappen van de zweep.

ICM heeft een nieuw gezicht aan het roer!

Heel veel jaren ervaring aanwezig: Elisabeth Becker (67 jaar) uit

Sierra Leone en Imtiaz Kamal (85 jaar)

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.14 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

15

Rondlopend door de gangen van het congrescentrum

werd ik aangesproken door onze collega uit Zwitserland,

Ans Luyben: of ik even een sessie wilde voorzitten omdat

de geplande voorzitter niet aanwezig bleek te zijn. En dus

werd ik geheel onverwacht voorzitter van de sessie

‘Perceptions and Experiences’. Op het papiertje in de zaal

stond vermeld wat van mij verwacht werd. Ik zou me er wel

mee redden, was de geruststellende mededeling van Ans.

En daar zat ik dan, met mijn steenkolen Engels, voor een

grote groep belangstellenden. Ik had zeer kort even

kennisgemaakt met de spreeksters in mijn sessie en heel

kort geïnformeerd waarover zij zouden gaan spreken. Het

leek een zeer interessante sessie te worden.

Als eerste introduceerde ik Lotta Halvorsen uit Noorwegen.

Zij hield een goede en duidelijke presentatie over de

uitkomsten van de partus bij moeders die van hun eerste

kind bevielen en in hun voorgeschiedenis allen een

verkrachting hadden meegemaakt. Lotte en collega’s heb-

ben de geboorteuitkomsten in deze groep gebruikt voor

de opzet van een uitgebreide screeninglijst. Deze

screening passen zij nu toe bij iedere zwangere die zich

meldt voor de zwangerschapscontroles. Hierdoor sporen

zij meer zwangere vrouwen op die een dergelijk belaste

anamnese hebben en kunnen zij hen durante partu beter

begeleiden. Zij hebben gemerkt dat het in de zwangerschap

bespreekbaar maken van negatieve seksuele ervaringen

veel belemmeringen durante partu weg kunnen nemen

en zien, na de standaardinvoering van de screeninglijst bij

iedere zwangere, betere geboorteuitkomsten.

De tweede spreekster was Carola Eriksson uit Zweden.

Zij hield een presentatie over de opvattingen van hoog-

opgeleide Zweedse mannen en vrouwen en hun keuze

om wel of geen kind te nemen. Uit haar (kwalitiatieve)

onderzoek kwam naar voren dat de reden om nu nog

niet te kiezen voor een kind veelal een economische

achtergrond had. De meeste ondervraagden spraken uit

in de toekomst wel twee of drie kinderen te willen

hebben, maar nu nog niet. De vrouwen gaven aan hun

laatste kind te willen baren voor hun 35ste levensjaar.

Echte zorgen over hun fertiliteit waren niet overtuigend

aanwezig. Wel bleken vrouwen zich iets meer zorgen te

maken over de combinatie van hun opleiding met het

moederschap en mogelijk negatieve gevolgen van het

moederschap voor hun carrièreplanning. Mannen bleken

hier duidelijk minder zorgen over te hebben.

De derde spreekster was Sally Boyle uit Engeland. Zij had

aan 21 zwangere vrouwen gevraagd gedurende de

gehele zwangerschap een dagboek bij te houden. Doel

van dit onderzoek was het vroegtijdig opsporen van

signalen die aanwijzingen zouden kunnen geven voor

problematiek durante partu. Sally sprak zeer enthousiast

over haar ervaringen bij het lezen van de dagboeken en

voelde zich af en toe een luistervinkje. Deze studie liet

zien dat het bijhouden van een dagboek een zeer goede

methode is om angsten en vroege signalen op te sporen

die mogelijk tot een verstoring van het baringsproces

zouden kunnen leiden. Haar advies was dan ook het

zoveel mogelijk aanmoedigen van zwangere vrouwen om

hun gevoelens op papier te zetten en de verloskundige

deelgenoot te maken van deze gevoelens.

Als samenvattende conclusie van deze sessie konden we

vaststellen dat vroegtijdige opsporing van signalen in de

zwangerschap, die zouden kunnen leiden tot een verstoring

van het baringsproces, van zeer grote waarde is.

Percepties en ervaringenAgeeth Rosman

TeleurgesteldEen aantal van onze trouwe lezers reageerde teleur-

gesteld op het feit dat in de uitgave van juni een

advertentie stond van Floradix en in juli van Nutrilon

Zwangerschap en Borstvoeding.

Voor uw hoofdredacteur, die uitvoering geeft aan

het advertentiebeleid, waren beide advertenties

acceptabel. Het betreft hier voedingsupplementen

en die sluiten we niet buiten.

Mij was echter ontgaan dat Floradix uit de nieuwe

richtlijn Anemie is geschrapt en door u niet meer

geadviseerd wordt. Wat ik eveneens ‘miste’, was

dat het voedingssupplement Nutrilon wel heel sterk

aanleunt tegen de flesvoeding van dezelfde naam.

Aangezien beide producten meervoudige adverten-

tieruimte hebben gekocht, zult u er nog een aantal

keren mee geconfronteerd worden, zoals in deze

uitgave met Floradix.

In de toekomst zal ik alerter zijn op wat ons aan

advertenties wordt aangeboden.

Wil van Veen, hoofdredacteur.

[email protected]

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.15 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

16

Voor veel van de twins vormde het bezoek aan het ICM-congres het hoogtepunt van het Twinningproject tot nu toe. Het congres betekende veelal de eerste ontmoeting met hun tweelingzus uit Sierra Leone. Naast de sociale activiteiten is er ook hard gewerkt in Durban.

DoelHet Twinningproject tussen de KNOV en de Sierra Leone

Midwives Association (SLMA) heeft als doel de verenigingen

te verbinden door het uitwisselen van kennis en ervaring.

Onderdeel van dit geheel is het koppelen van 25 verlos-

kundigen – van daar met hier - die elkaar inspireren en

versterken. Deze zogenoemde twins werken minimaal

gedurende drie jaar samen, waarin zij een persoonlijke

relatie opbouwen. Door intensief samen te werken, willen

zij bijdragen aan het terugdringen van de hoge maternale

en neonatale morbiditeit en mortaliteit in Sierra Leone en

aan de bewustwording hiervan in Nederland. Dit wordt

onder andere gedaan door de verkoop van de ’Here I

am’- mutsjes in veel verloskundige praktijken in Nederland.

Zichtbare verbinding Voor de herkenbaarheid van de twins tijdens het congres

hadden de SLMA-twins kostuums gemaakt in de kleuren

van ieders vlag. De Nederlandse twins liepen tijdens de

openingsceremonie in rood-wit-blauwe en de Sierra-

leoonse twins in groen-wit-blauwe pakken. Ze droegen

daarbij sjaals met aan de ene zijde de tekst ’SLMA’ en aan

de andere zijde ‘KNOV’. Bij het binnendragen van de

Nederlandse en de Sierraleoonse vlag was de samenwer-

king tussen onze landen direct duidelijk: wie luisterende

naar het luide applaus, de zang en het gejoel kon het

stimulerend effect, veroorzaakt door de twins, niet

ontgaan.

Hard werkenTijdens het congres was een aantal specifieke workshops

voor en door de twins. Rafael van Crimpen, directeur van

de verloskundige opleiding in Maastricht, heeft bijvoor-

beeld samen met haar twin Frances Fornah, directeur van

de verloskundige opleiding van Makeni, een inspirerende

workshop verzorgd over vrouwelijk leiderschap. Tijdens

een interactief gedeelte werden de Twins uitgedaagd om

met elkaar te spreken over elkaars persoonlijke kenmerken.

Onder veel hilariteit vertelde een aantal twins over hun

‘zus’. Meestal op een positieve manier, maar verbeter-

punten werden niet achterwege gelaten.

Franka Cadee, Hilde Perdok

Franka Cadee is verloskundige en beleidsmedewerker belangen-

behartiging KNOV (belast met internationale betrekkingen en

coördinator van het Twinningproject).

Hilde Perdok MSc is klinisch verloskundige, voorzitter van m4m en

coördinator Twin to Twin.

Coördinator Hilde Perdok met twin coördinator

Hossainatu Kanu Rafael van Crimpen en haar twin, Francis Fornah

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.16 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

1717

Ook werd een workshop gegeven voor het verder ontwik-

kelen van gezamenlijke actieplannen. Deze plannen geven

een concrete omschrijving van een te ontwikkelen

‘product’ waaraan in groepjes gedurende het komende

jaar zal worden gewerkt. De bedoeling is dat al deze

producten bijdragen aan het verminderen van de

perinatale sterfte en tevens de beroepsgroepen versterken.

Er zijn in totaal dertien verschillende actieplannen

gemaakt over onder meer:

beide landen, aan de president van Sierra Leone en aan

Koningin Beatrix. Onze voorzitter Angela Verbeeten en

haar twin Joan Shepherd (voorzitter SLMA) zullen

hiermee politieke bekendheid geven aan het belang van

de zorg door de verloskundige.

KNOV-twins was het confronterend te horen dat bijna

alle SLMA-twins besneden zijn en dat zij ook hun doch-

ters hebben laten besnijden. Daarnaast worden

verkrachtingen in Sierra Leone meer beschouwd als een

maatschappelijke norm dan als een strafrechtelijk

probleem. Discussie hierover binnen de hele groep was

erg leerzaam en kan worden beschouwd als één van de

successen van het Twin to Twinproject. Voor de

verhalenbundel zullen vrouwen worden geïnterviewd

die zelf besneden zijn. Bedoeling is dit onderwerp zo

objectief mogelijk onder de aandacht te brengen

zonder er een waardeoordeel aan te verbinden.

Tijdens bijeenkomsten van de twins in Sierra Leone en

Nederland zal in de komende periode gediscussieerd

worden over de realiseerbaarheid van diverse ideeën. Ook

zullen alle actieplannen worden beoordeeld door een

aantal experts van Cordaid, ICM en het KIT (Koninklijk

Instituut voor de Tropen). De haalbaarheid van de

voorgestelde acties binnen dit project zal worden getoetst

en of deze acties ook daadwerkelijk de beroepsgroepen

zal kunnen versterken. In oktober 2011 zal bekend

worden welke plannen uitgevoerd gaan worden in 2012.

Wederzijds begrip De wederzijdse verwachtingen van de twins liepen sterk

uiteen. Dit was zeker een grote uitdaging voor meerdere

twinkoppels. Hier en daar is bemiddeld tussen twins om tot

een gedeelde visie te komen. De verschillen in cultuur, leeftijd,

levensinstelling en karakter zijn soms erg groot.

Het was een intensieve week waarin hard is gewerkt.

Gelukkig is de meerderheid van de twins met een voldaan

gevoel naar huis gegaan. Maar het project is nog niet

afgerond. De twins hebben nog een klus te klaren. Met

behulp van deze gemotiveerde en flexibele groep komt er

hopelijk over een jaar een tastbaar en creatief resultaat. Het is

de bedoeling dat dit eind 2012 in de vorm van een tentoon-

stelling aan de leden van de KNOV kan worden getoond.

Nieuwe samenwerkingsverbandenHet Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) doet door

middel van focusgroepdiscussies onderzoek naar met

name het Twin to Twin-deel van het project. De resultaten

worden verwerkt tot een draaiboek dat eind 2012 klaar

zal zijn. We hopen dan het project te kunnen herhalen

met een verloskundige vereniging uit een ander land.

Gedurende het congres heeft een aantal organisaties al

aangegeven geïnteresseerd te zijn in samenwerking met

ons in de toekomst.

Kijk op www.midwives4mothers.nl voor beeldmateriaal van

Durban. Filmmaakster Hilde Leenmans, gesponsord door

Romae, reisde mee naar Durban en maakte een verslag.

De reis naar Durban was niet mogelijk geweest zonder de

enorme inspanning inzake fondsenwerving door Agaath

Schoon en de twins zelf. Dit is een enorme prestatie!

Komt wapenzusters, Neêrlands dochteren

Door ‘t zelfde levensdoel verwant

Met heilig vuur bezield voor ‘t ééne

Verknocht door den zelfde Vroedvrouwenband

Verheft, verheft den zang...

etc.

(vrij naar v.Essen/Abel, 1887)

Franka Cadee met naast haar collega en twin Betty Sam

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.17 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

18

Tijdens het congres in Durban werd het eerste rapport

gepresenteerd dat de positie van verloskundigen wereld-

wijd beschrijft. Het rapport geeft een analyse van de

verloskundige zorg in 58 landen in de wereld.

Het verbeteren van de toegang tot goede verloskundige

zorg is de focus van organisaties zoals United Nations

Population Funds (UNFPA), de Wereld Gezondheid

Organisatie (WHO) en uiteraard ook ICM. Een eerste

stap hierin is het beoordelen van de huidige situatie.

De analyse bevestigt dat er een tekort van 350.000

verloskundigen bestaat in de wereld, waarvan 112.000

in de 38 landen waar de nood het hoogst is.

Het rapport geeft de meest recent beschikbare cijfers

over bijvoorbeeld:

het aantal verloskundigen in een land;

zijn ze georganiseerd en hoe;

worden ze beschermd door landelijke wetgeving;

wat zijn de maternale en perinatale sterftecijfers;

het aantal tienerzwangerschappen;

de toegang tot verloskundige zorg en ga zo maar door.

Maar het uitgebreide rapport bestaat niet alleen uit

cijfers. Het geeft ook verloskundige standaarden en

richtlijnen voor onderwijs en praktijkuitoefening zoals

opgesteld door de ICM. Wanneer u de website van het

rapport bezoekt, staan er een aantal slim bedachte

interactieve onderdelen tot uw beschikking, die allen

inzicht geven in hoe het er met de verloskunde in de

wereld voor staat.

Het rapport is beschikbaar in drie talen, te weten Engels;

Spaans en Frans (eveneens de drie officiële talen van

ICM). De website van de UNFPA is sowieso een bezoek

waard voor wie zijn Engels, Frans of Spaans goed

beheerst. Maar tevens is ook hier het volledige rapport en

de interactieve onderdelen, gratis toegankelijk op http://

www.unfpa.org/sowmy/report/home.html

PROFESSIONAL ASSOCIATIONSA midwives association exists

Number of midwifery professionals represented by an association

Association(s) affiliated with ICM; ICN

POLICIESA national maternal and newborn health plan exists that includes the midwifery workforce

The plan is costed

The national health workforce plan specifically addresses midwifery

Compulsory notification of maternal deaths

Systematic maternal death audits and reviews

Confidential enquiry for maternal deaths

Compulsory registration of all births

All maternal and newborn health services are free (public sector)

SERVICESNumber of facilities providing essential childbirth care

Number of Basic Emergency Obstetric and Newborn Care (EmONC) facilities

Number of Comprehensive EmONC facilities

Facilities per 1,000 births

Midwives per 1,000 live births

Birth complications per day; rural

Lifetime risk of maternal death

Intrapartum stillbirth rate (per 1,000 births)

Neonatal mortality as % of under-5 mortality

Where women give birth: urban vs. rural

Who attends births: urban vs. rural

Projected number of births, by age of mother

Trends in maternal mortality: 1990–2015

www.stateoftheworldsmidwifery.com

MIDWIFERY BAROMETER

Explanatory notes: *Annex 2 provides a complete list of source data. All data sources are from 2008 unless otherwise stated. Where country respondents stated that data were not available, the term ‘Unavailable’ is used. In all other instances, ‘–‘ is used to denote a nil response or data that requires further verification. 1. 2008 estimates based on country data returns and the WHO Global Atlas of the Health Workforce. 2. Includes midwives, nurse-midwives and nurses with midwifery competencies. These figures do not necessarily reflect the number of practising midwives or the ICM definition of a midwife. 3. Auxiliary midwives and auxiliary nurse-midwives.

129PART 4: COUNTRY PROFILES

SIERRALEONE

Freetown

GUINEA

LIBERIA

Yes

250

Yes; No

Yes

Yes

No

Yes

No

Yes

Yes

17

1

100; 62

1 in 21

14

25

0102030405060708090

100

% o

f liv

e bi

rths

Urban Rural2008

Home (own or someone else’s)

Private/NGO facility

Public facility

0102030405060708090

100

% o

f liv

e bi

rths

Urban Rural2008

Other/no one

Midwives/nurse-midwives/auxiliaries

Doctor

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

num

ber o

f birt

hs (t

hous

ands

)

2010-2015

2020-2025

2025-2030

2015-2020

35-49

20-34

15-19

SIERR

A LEO

NE

Actual MMR trendTarget 2015

0

350

700

1050

1400

20152010200520001990 1995

mat

erna

l dea

ths

per 1

00,0

00 li

ve b

irths

325

9701100

130013001400

THE STATE OF THE WORLD’S MIDWIFERY2011

DELIVERINGHEALTH,SAVINGLIVES

THE STA

TE OF TH

E WO

RLD

’S MID

WIFER

Y 2011D

ELIVER

ING

HEA

LTH

, SAV

ING

LIVES

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.18 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

19

Daar gaan we dan! Ruim een jaar nadat we als Neder-

landse twins zijn gekozen, reizen we af naar Durban,

Zuid-Afrika. Daar zullen we onze Sierraleoonse twins

ontmoeten. Op Schiphol worden de laatste familieleden

gedag gezegd en met een hoop gekakel vertrekt een

zeventienkoppige delegatie op weg naar Durban. De één

vol goede zin, de ander toch enigszins zenuwachtig. Hoe

zal het eerste contact met onze twins verlopen? Kunnen

we wel goed contact met elkaar maken, of zullen er

problemen ontstaan? Gelukkig is er met zoveel verloskun-

digen bij elkaar voldoende afleiding! De vlucht verloopt

voorspoedig. Er staat ons een lange dag te wachten,

ondanks het feit dat niet iedereen goed heeft geslapen.

De openingsceremonie begint namelijk twee uur na

aankomst in Durban. Onze twins zijn eerder die ochtend

naar de Multi Faith Ceremony, de traditionele start van

het ICM congres, gegaan en zullen ons straks ophalen

om gezamenlijk naar het congrescentrum te lopen. Dit

geeft ons nog even de gelegenheid om te douchen en

onze ‘mooie’ kostuums aan te trekken. Deze kostuums

zijn speciaal gemaakt voor de twins en hebben vooraf

voor een hoop commotie gezorgd. Iedereen mag zelf

raden waarom!

Dan is het zo ver. Eén voor één druppelen de twins

binnen. Er wordt veel geknuffeld, gelachen en vooral

gekeken. Zal ik mijn twin wel herkennen, vraag ik me af.

Sommige Sierraleoonse twins moeten hetzelfde hebben

gedacht. Hun tactiek is luid de naam van hun eigen

Nederlandse twin roepen en kijken wie er reageert. Er

hoeft niets geroepen te worden, ik zie mijn twin.

Alhoewel ik vooraf geen idee had hoe ik zou reageren,

sluit ik haar in de armen. Het is alsof twee geliefden

elkaar na een lange tijd weer ontmoeten. We kijken

elkaar aan, zeggen hoe fijn we het vinden en hoe speciaal

dit moment is. Ik krijg een mooie sjaal van Ramatu, mijn

twin. De ene helft van de sjaal heeft de kleuren van de

Sierraleoonse vlag, de andere helft die van de Nederlandse

als teken van verbondenheid. En zo voelt het nu ook. Nog

wel wat onwennig, maar verbonden als echte twins.

In een grote kleurrijke stoet lopen we naar het congres-

centrum. Met alle Nederlandse verloskundigen en onze

Afrikaanse twins genieten we van de opening van het

congres. Zodra de vlaggenceremonie begint staat heel

het congres op zijn kop. Wat een bijzonder moment! De

afvaardiging van de 27 Sierraleoonse verloskundigen

wordt aangekondigd, waarop ook alle Nederlandse

verloskundigen gaan staan en juichen. Vol kippenvel kijk

ik hoe de Sierraleoonse vlag wordt binnengedragen. Ik

voel me trots en vereerd dat ik hier mag zijn, samen met

mijn twin. Het belooft een mooie week te worden.

Natuurlijk zijn er ook strubbelingen. Twee culturen

ontmoeten elkaar en dat botst weleens. Maar er ontstaan

ook prachtige vriendschappen. Wanneer vrijdag, de

laatste dag van het congres, een groep verloskundigen

vertrekt, zingen de twins ‘I’m leaving on a jetplane, don’t

know when I’ll be back again, I hate to see you go’. En

dan komen de tranen. Nog eenmaal afscheid nemen van

je twin en van een bijzondere week.

Nu, een paar dagen later, ben ik thuis aan het afkicken.

Niet meer vroeg opstaan om de prachtige zonsopgang te

bewonderen. Niet meer de dag doorbrengen met een

bijzondere groep verloskundigen. En ook de Afrikaanse

zang en dans heb ik achtergelaten in Durban. Wel hoor ik

nog steeds een echo in mijn hoofd van het lied dat zo

vele malen door alle twins werd gezongen ‘I want to be a

midwife, that’s something I love to be!’.

Meike Beukema

Alle twins bijeen tijdens de openingsceremonie

Meike met haar

twin: Ramatu

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.19 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

Het HagaZiekenhuis is hét

toonaangevende topklinisch

opleidingsziekenhuis van de

regio Haaglanden met

23 medisch specialistische

opleidingen, waarvan

14 poortspecialismen.

Het HagaZiekenhuis biedt

uitstekende basiszorg en

onderscheidende

topklinische functies zoals

het Hartcentrum en de

geneeskunde bij kinderen in het

Juliana Kinderziekenhuis.

Bovendien huisvest het

ziekenhuis één van de drukst

bezochte SEH’s van Nederland.

Het HagaZiekenhuis stimuleert

wetenschappelijk onderzoek en

bericht daarover in het eigen

wetenschapsmagazine

HagaScoop. Tot 2014 wordt het

ziekenhuis ingrijpend

gemoderniseerd. Kortom een

ideale setting voor

ambitieuze professionals.

Het HagaZiekenhuis is

gevestigd aan de Leyweg en

Sportlaan in Den Haag.

HagaZiekenhuis is

lid van de Vereniging

Samenwerkende Top-

klinische opleidingsZiekenhuizen

Ter versterking van het verloskundig

team van het HagaZiekenhuis zijn

wij op zoek naar 1 klinisch verlos-

kundige voor 24-36 uur per week.

Onze vraag

U levert verloskundige zorg op

tweedelijns niveau aan patiënten met

een medische indicatie, waarbij u

zelfstandig werkt onder supervisie van

de gynaecoloog. Daarnaast heeft u

een belangrijke rol in het onderwijs

van arts-assistenten, studentverlos-

kundigen en coassistenten. U bent in

het bezit van het diploma verloskun-

dige en u bent BIG-geregistreerd.

U heeft minimaal 2 jaar ervaring als

verloskundige in de eerste lijn.

Echo-ervaring is een pré. Collegialiteit,

fl exibiliteit en een servicegerichte

instelling zijn belangrijke eigenschap-

pen. Wij bieden u een afwisselende,

zelfstandige functie in een plezierige

werkomgeving, met ruimte voor

vakinhoudelijke ontwikkeling.

Uw werkkring

Het HagaZiekenhuis is een topklinisch

opleidingsziekenhuis in Den Haag

waarvan één van de speerpunten het

Moeder Kind Centrum is. Er bevallen

circa 2400 vrouwen, waarvan 1900 met

een medische indicatie. Het team van

verloskundigen bestaat momenteel uit

zeven verloskundigen. Er is een nauwe

samenwerking met gynaecologen,

arts-assistenten en verpleegkundigen.

Tevens is er nauw contact met

verloskundigen uit de eerste lijn. Met

elkaar bieden wij hoogwaardige zorg

waarbij de patiënt centraal staat. Het

verloskamercomplex bestaat uit acht

verloskamers en drie weeënkamers, die

tezamen met de klinische afdeling en

de polikliniek een organisatorische

eenheid vormen. De polikliniek bevindt

zich op twee locaties, locatie Sportlaan

en locatie Leyweg. Eind 2008 is in ons

ziekenhuis een geboorte hotel

geopend voor eerstelijns partussen.

Uw vragen

Voor meer informatie over deze functie

kunt u contact opnemen met mevrouw

drs. A. H. Feitsma, gynaecoloog, via

(070)2100000, pieper 7474 of met de

heer W.L. Kouijzer, sectormanager van

de RVE Gynaecologie, Urologie,

Obstetrie, Dagbehandeling en

Seksuologie, via (070)210 0000, pieper

6830. Zie voor meer informatie ook:

www.gyn-care.nl. De arbeidsvoorwaar-

den zijn conform CAO ziekenhuizen.

Uw sollicitatie

U kunt uw schriftelijke sollicitatie met

curriculum vitae sturen, onder ver mel-

ding van “Klinisch verloskundige” aan

HagaZiekenhuis, t.a.v. mevrouw

drs. A.H. Feitsma, gynaecoloog,

Postbus 60605, 2506 LP Den Haag

of per e-mail naar:

[email protected].

Klinisch verloskundige

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.20 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

21

Een van de indrukken die mij is bijgebleven van het ICM congres is dat ‘midwifery’ overal ter wereld zo’n politiek geladen onderwerp is. In elk land hebben vroedvrouwen wel iets te bevechten. Op het ICM congres voel je je dan ook al snel lid van een wereldwijde beweging. Naast het vergaren van nieuwe informatie of het leggen van contacten is het congres dé plek voor vroedvrouwen om de batterijen op te laden voor weer drie jaar strijd voor de goede zaak.

In de geïndustrialiseerde landen is het vaak de opruk-

kende medicalisering, waar vroedvrouwen een tegen-

wicht tegen willen bieden. Een voorbeeld daarvan is de

presentatie die ik bijwoonde op woensdag 22 juni jl.

Er zijn drie Noord-Amerikaanse organisaties: de ACNM

(American College of Nurse Midwifes), de MANA

(Midwife Alliance of North America; zie ook verderop in

dit tijdschrift), en de NACPM (National Association of

Certified Nurse Midwifes ). Samen werken zij aan een

gezamenlijke verklaring over de normale, fysiologische

baring (joint statement on normal physiological birth).

Deze verklaring kent een duidelijke, werkbare definitie,

meetbare criteria voor een normaal proces en normale

uitkomsten, en evidence based factoren die een normaal

proces bevorderen. De verklaring moet hen steunen in

het terugdringen van een oprukkende technologische

bevalcultuur in de Verenigde Staten.

Op het ICM congres presenteerden zij een concept van

hun inspanningen. De drie gezamenlijke organisaties

wilden graag de aanwezigheid van verloskundigen uit de

hele wereld op het congres benutten om een discussie te

kunnen voeren over onder ander de definitie die voor-

lopig als volgt luidt: “Een normale, fysiologische baring

vindt plaats met minimale interventie van buitenaf en

wordt bevorderd door de ondersteuning van het aange-

boren vermogen van de vrouw”.

Een normale, fysiologische baring:

spontane progressie van de weeën;

resultaat.

Een normale, fysiologische baring vindt plaats zonder:

Dit riep natuurlijk reacties op uit de zaal. Kun je iets

‘normaal’ noemen als misschien maar 10% van alle

geboorten in de VS aan deze definitie voldoet? Zijn alle

andere baringen dan abnormaal? Misschien is een

keizersnede inmiddels wel normaler in de VS… Ik ben

benieuwd wat de Amerikanen gaan doen met deze

feedback.

Ook de genoemde criteria voor een fysiologische baring

roepen reacties op. Opvallend is dat een stuitligging en

een tweelinggeboorte wel aan de criteria voldoen, terwijl

een baring van 36+6 of 42+1 weken niet als normaal

fysiologisch wordt gedefinieerd. ‘Laat afnavelen’ wordt

niet verder gespecificeerd en zou in Nederland eigenlijk

geen relevante toevoeging zijn, dat doen we allemaal al.

In een Nederlandse variant zou juist de keuze voor een

thuisbevalling misschien moeten worden toegevoegd. In

Engeland valt bevallen onder regionale anesthesie weer

binnen het normale spectrum.

Wat ‘normaal, fysiologisch’ is, is dus niet zo eenduidig en

hangt kennelijk ook af van de bevalcultuur waarbinnen je

het definieert.

Zou het misschien nuttig zijn om ook in Nederland eens

de discussie te voeren over de definitie en kenmerken van

een fysiologische bevalling? Zodat we helder voor ogen

houden wat we binnen een toekomstig integraal

zorg model dienen te beschermen.

of a consensus statementPien Offerhaus

Normal Birth in the US: Development of a consensus

statement werd gepresenteerd door: Tanya Tanner,

in samenwerking met Holly Kennedy, Kerri Schuiling,

Geradine Simkins, Mary Lawlor.

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.21 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

22

Een multidisciplinair team van zorgverleners werkt intensief samen met cliënten aan het verbeteren van de gezondheid van gezinnen met een laag inkomen. In Durban vertelt Shioban Connor over de speciale werkwijze in gezondheidscentra in Nieuw-Zeeland. Wellicht een goed voorbeeld voor de Nederlandse praktijk?

Complexe problematiekVerloskundigen in Nieuw-Zeeland komen in hun dagelijkse

praktijk vrouwen tegen met verschillende culturele achter-

gronden, zoals de Maori, Pacific Nation people, vrouwen

uit het Midden-Oosten, Azië, Afrika en de Pa- keha-

(Euro-

pese Nieuwzeelanders). Bij de lager opgeleide vrouwen

is vaak sprake van complexe problematiek: naast leefstijl-

factoren zijn er ook sociaal-economische factoren van

invloed op hun gezondheidsstatus en op de uitkomst van

de zwangerschap. Vaak zijn bij de zorg voor deze vrouwen

meerdere instanties betrokken. De samenwerking tussen

de verschillende instanties was onvoldoende. Men won

veel dubbele informatie in en deelde de informatie slecht.

In Nederland is de situatie niet anders. Complexe

problematiek zorgt er vaak voor dat verloskundigen deze

cliënten naar diverse loketten moeten sturen. Elk loket is

meestal weer een extra drempel voor deze zwangeren.

Dat de geldstromen voor medische zorg en preventie

gescheiden zijn, werkt niet bevorderend voor de samen-

werking tussen diverse partijen. In het rapport Zwanger-

schap en Geboorte is een van belangrijkste aanbevelingen

dat de cliënt centraal moet staan. In Nieuw-Zeeland heeft

men dit gedaan door het oprichten van Primary Health

Care Centra. Hier wordt medische zorg en maatschappe-

lijke ondersteuning aangeboden onder hetzelfde dak. Een

manager zorgt voor inkomsten vanuit diverse geldstro-

men, zoals die van zorgverzekeraars en de overheid.

Bijzonder teamNewtown Union Primary Health Care Service in South

Wellington, Nieuw-Zeeland is een niet commerciële,

eerstelijns gezondheidsservice. Het is eigendom van de

gemeenschap en biedt betaalbare, toegankelijke en

passende zorg aan gezinnen met een laag inkomen. Dit

doen ze op een bijzondere manier. Een multidisciplinair

team werkt samen met verschillende culturele gemeen-

schappen en ontwikkelt specifieke programma’s om de

gezondheid van de bevolking van deze gemeente te

verbeteren. Het team bestaat uit huisartsen, verpleeg-

kundigen, verloskundigen, een sociaal werker en een

Maori maatschappelijk werker. Regelmatig komen

daarnaast diëtisten, psychologen en podologen naar

het gezondheidscentrum om cliënten te begeleiden.

Er is veel aandacht voor de onderlinge samenwerking

binnen het team. Elke week is er een lunchoverleg,

waarna in een gevarieerd programma veel ruimte is voor

discussie. Er is aandacht voor het verbeteren van kwaliteit

en vaak zijn er gastsprekers. Teamleden hebben intensieve

werkrelaties met verschillende partijen: medische

specialisten, ambulante geestelijke gezondheidszorg,

verpleegkundigen, diabetesverpleegkundigen, vluchtelin-

genwerk en migrantenorganisaties.

Cliënt heeft inspraakDe Primary Health Care Service wordt gerund door en

voor de mensen die gebruik van deze service maken. De

leden (dit zijn alle geregistreerde cliënten) kiezen ieder

jaar het bestuur. Het bestuur benoemt vervolgens de

manager die verantwoordelijk is voor de rest van het

personeel en de financiën. Bij de sollicitatiegesprekken

zijn naast de zorgprofessionals en de manager ook twee

cliënten aanwezig. Belangrijk bij de selectie van nieuwe

werknemers is de vraag of zij achter de gemeenschappe-

lijke doelstelling staan.

KansenOp dit moment is er onderzoek gaande naar uitkomsten

van de zwangerschap bij deze manier van zorg. Helaas

zijn er nog geen cijfers beschikbaar. Connor vertelt dat

cliënten heel tevreden zijn over de zorg onder één dak en

de verloskundigen hebben meer plezier in hun werk

doordat er meer dynamiek bestaat tussen alle partijen,

waarbij zij de autonomie in hun werk behouden.

Ligt hier misschien ook een kans voor Nederland?

Inger Aalhuizen

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.22 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

23

Geradine Simkins, 61 jaar oud, is verloskun-dige, voorzitter en interim directeur van MANA: Midwives Alliance of North America, een van de drie verloskundige organisaties uit de Verenigde Staten (VS). Als voorzitter draagt ze het belang uit van samenwerking tussen verloskundigen met verschillende opleidingen. Daarnaast stimuleert en inspireert ze jongere generaties vroedvrouwen om een autonome positie in de verloskundige zorg in te nemen

Ze voelt zich een beetje ongemakkelijk bij het nemen van

de foto’s. “Ik zie er normaal heel netjes uit,” verzekerd ze

me. I do wear suits, you know, and lipstick!” Ze vindt

eigenlijk dat ze representatiever zou moeten zijn nu ze

wordt geïnterviewd voor het Nederlandse Tijdschrift voor

Verloskundigen.

Geradine “without the L!” is al twee weken in Durban.

Als voorzitter van MANA maakt ze deel uit van de

Council van ICM en die vergadert zoals altijd in de week

voordat het congres begint.

Simkins is een vrouw met meerdere petten. Ze heeft niet

alleen twee petten op binnen MANA omdat ze zowel

voorzitter is als interim-directeur, maar ook omdat ze én

een direct entry midwife én een nurse-midwife is. In de

eerste plaats is ze een direct entry midwife: opgeleid als

autonome verloskundige zonder daarbij ook verpleegkun-

dige te zijn. Maar om haar kansen op werk te verbeteren

als alleenstaande moeder met drie kinderen deed ze ook

de opleiding tot nurse-midwife. In de VS zijn dit twee

verschillende categorieën verloskundigen die vroeger niet

veel met elkaar op hadden. Daarom bestaan er ook twee

beroepsorganisaties, MANA en de ACNM (American

College of Nurse Midwives).

Sinds kort is er een derde bijgekomen, vertelt Geradine:

de National Organisation of Certified Professional

Midwives (NACPM). Zij vertegenwoordigen de CPMs: de

Certified Professional Midwives, ook direct entry midwives.

“Ik begrijp eigenlijk niet waarom deze organisatie is

opgericht,“ zegt Geradine. Ze vindt het jammer. “Krach-

ten moeten worden gebundeld, deze verloskundigen

horen gewoon bij MANA.”

Het voordeel van alle petten is dat ze beide groepen

verloskundigen goed kent. Ze ziet het als haar missie om

hierin een brugfunctie te vervullen. Dit komt onder

andere tot uiting in het gezamenlijke document over de

normale fysiologische baring dat de drie organisaties aan

het ontwikkelen zijn [zie elders in dit tijdschrift, red.].

“Maar het werkt niet altijd in mijn voordeel,” vertelt ze.

“Van beide kanten vinden sommige collega’s dat ik in het

verkeerde kamp zit.”

Suze Jans

Geradine Simkins is een vrouw met meerdere petten.

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.23 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

24

Als voorzitter heeft ze het belang van samenwerking

altijd uigedragen. Inmiddels is er steeds meer samenwer-

king tussen de verschillende organisaties. MANA erkent

dat er verschillende soorten verloskundigen zijn, maar

draagt uit dat alle verloskundigen zijn opgeleid om

zelfstandig volledige verloskundige hulp te bieden.

Haar tweede termijn als voorzitter van MANA loopt ten

einde. Ze blijft wel bij MANA werken als (interim)

directeur. Het is voor het eerst dat de beroepsorganisatie

een directeur heeft die verantwoordelijk is voor de

dagelijkse gang van zaken op het bureau.

Naast haar werk bij MANA, ligt haar focus bij het

ondersteunen van haar collega’s en het belang van de

autonome verloskunde. Net zoals haar collega Diane

Holzer [zie 5 minuten interview, red.] vindt ze het

belangrijk om de volgende generatie verloskundigen te

ondersteunen en er voor te zorgen dat er nieuwe leiders

en collega’s met visie opstaan.

Om de jongere generatie voorbeelden te geven, heeft

Geradine een boek geschreven. In dit boek komen 25

verloskundige leiders uit de VS aan het woord. Ze heeft

haar hart en ziel in het boek gelegd. Aan het woord

komen de verloskundigen uit de jaren ’70, waar Geradine

zelf ook deel van uit maakt. Ze vertellen over de strijd van

de normale bevalling, de strijd tegen de steeds verder

oprukkende medicalisering. Het is het verhaal van de

verloskundigen in Noord-Amerika, de VS.

Op mijn vraag over haar praktijkervaring, antwoordt ze

dat ze meer dan dertig jaar ervaring heeft als praktiserend

verloskundige. Naast haar werk als klinisch verloskundige,

heeft Geradine de nodige thuisbevallingen begeleid.

Is ze nu met al haar drukke bezigheden nog steeds in

staat om te praktiseren? “Nee,” zegt ze met spijt in haar

stem, “mijn laatste hands-on job was bij de Indianen, the

indigenous people or the so-called first people of the US”.

Als verloskundig docent hielp ze de gemeenschap van de

Bay Mills Indianen in Mitchigan met het ontwikkelen van

de verloskundige zorg in hun gebied. Haar sociale

betrokkenheid komt nu naar boven borrelen. “De

maternale en perinatale sterftecijfers onder de Indiaanse

bevolking in de reservaten van de VS zijn vergelijkbaar

met die in ontwikkelingslanden,” vertelt ze. De Indianen

in de VS vormen de armste bevolkingsgroep in dit land.

De werkeloosheid is hoog en de algemene gezondheid

van deze bevolkingsgroep is slecht. De overheid in de VS

is wettelijk verplicht om voor adequate gezondheidzorg

te zorgen in de reservaten waar een gedeelte van de

oorspronkelijke Amerikaanse bevolking woont. De

gezondheidscentra en ziekenhuizen hebben echter te

kampen met een chronisch te kort aan middelen.

Door onder andere de kolonisatie kenden de Bay Mills

Indianen inmiddels geen verloskundigen meer op het

moment dat Geradine bij hen kwam werken. “Maar de

vroedvrouwentraditie was pas één generatie verloren,”

vertelt ze, “dus ik had het gevoel dat er een goede kans

was om deze traditie in ere te herstellen. Dat gevoel werd

versterkt op mijn eerste werkdag toen ik bij de hoofdingang

van het ziekenhuis voor de foto stond van de vrouw naar

wie het ziekenhuis was vernoemd: Ellen Marshall. It didn’t

take me long to realize that I was looking at a midwife. “

“Ik kon niet geloven dat ze het ziekenhuis naar een

vroedvrouw hadden vernoemd, maar tegelijkertijd geen

vertrouwen gehad zouden hebben in de kwaliteit van

de zorg die gegeven wordt door vroedvrouwen. “Vroed-

vrouwen zijn ouderwets Geradine!,’ zeiden de artsen en

verpleegkundigen tegen me.”

Tijdens haar lessen greep Geradine iedere kans aan om

het verloskundige zorgmodel naar voren te brengen om

zodoende het personeel van het ziekenhuis te overtuigen

van het belang van verloskundigen. “Until they got pissed

of with me. Ze waren er zo van overtuigd dat ik ze iets

voorspiegelde dat niet mogelijk was. Maar,” zo vertelde

ze haar leerlingen, “you have to start by dreaming it. Toen

ik een aantal jaar later terugkeerde om een bijscholings-

cursus te geven, waren ze dolenthousiast om me te zien:

“Geradine,” zeiden ze, “er werkt een verloskundige in

het ziekenhuis!” Haar enthousiasme had gewerkt. Dat ze

het zelf voor elkaar hadden gekregen, hadden ze nog

niet eens door. “Ik moest tegen ze zeggen: it was you

that made it happen…”

Het Boek van Geradine Simkins getiteld “Into these

hands. Wisdom from midwives” is verkrijgbaar via

Amazon. ISBN 978-0981870854. Voor meer informatie

over de beroepsorganisaties in de VS: www.mana.org,

www.nacpm.org, www.midwife.org

Ellen Marshall

(1860-1959), medicijn-

vrouw en vroedvrouw,

lid van de Bay Mills

indianen stam, naar wie

het Ellen Marshall

Memorial Health

Center vernoemd is.

Tot in de jaren ‘50 deed

zij bevallingen!

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.24 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

25

Op de eerste dag kies ik een workshop die de titel

‘Storytelling’ draagt. Een gemêleerde club van jonge en

oudere verloskundigen wacht voor zaal 103B. We staan

in een uitwaaierende rij en kletsen ondertussen met de

verschillende dames voor en achter ons. Making contact,

it’s so easy here. Saamhorigheid, het hart voor ons vak als

internationale binding.

‘Waar kom je vandaan? Werk je in een ziekenhuis, ben je

al lang verloskundige?’

We willen van alles van elkaar weten, en desgevraagd

vertellen we over ons eigen Nederlandje en onze bijzondere

traditie van thuisbevallen. Storytelling begint al op de gang.

Ik ben samen met Marleen, een Groningse vroedvrouw,

en onze Twinsisters Hannah en Edna. Twee maal rijzig en

blond, twee maal klein met kunstig ingevlochten

kroeshaar, het maakt ons tot een opvallende combinatie.

We geven een kort interview aan een Engelse midwifery-

student over het Twinningproject. Ze had er over gelezen

en herkende de roodwitblauwe/blauwwitgroene KNOV-

SLMA sjaaltjes die we gevieren dragen. Zij, op haar beurt,

vertelt dat haar reis gesponsord is door de opleiding, en

dat ze speciaal daarvoor een weblog bijhoudt over alle

belevenissen die deze paar dagen op haar pad gaan komen.

En zo komen wij in haar story en zij in die van ons.

We mogen naar binnen en zoeken een plaatsje tussen

een aantal Afrikaanse dames. Ze zijn in prachtige exact

op maat gesneden ‘Healthcare’- jurken uitgedost. In

lichtblauwe letters met een oranjewit babylogo laat het

patroon lezen en zien dat gezondheid een belangrijk

goed is.

De spreekster legt uit wat de bedoeling is. Zij brengt een

casus waar verschillende kanten aan zitten en ze hoopt

dat iedereen iets vanuit zijn eigen visie toevoegt. Ze draagt

op om als eerste te zeggen waar je vandaan komt en

waar je werkt. De casus gaat over een mogelijk vaginale

bevalling na een eerdere sectio, een Vaginal Birth After

Cesarean, een VBAC.

Het is fascinerend om de verschillende manieren van

benadering te beluisteren. Botswana, een hele groep

Canadezen, verloskundigen uit Zweden, Oeganda,

Zimbabwe, Amerika, een Iranese die in Canada werkt,

Australië, ik probeer bij te houden welke nationaliteiten

er allemaal aan bod komen. Naast me zit een grijzige

Britse dame, (thirty-seven years in business) ze is het

duidelijk niet eens met de keizersnedencultuur uit

Zuid-Afrika. Ze hist en sist als een Zuidafrikaanse stelt

dat het in haar kliniek vaak ‘eens een sectio, altijd een

sectio’ is. De spreekster gooit er een schepje bovenop.

“What about a H-VBAC?”, waarbij de H voor Home staat.

Misschien wil ik daar ook wel iets over zeggen, maar

bijna de helft van de zaal springt op voor commentaar.

Marleen en ik lachen om de term ‘Membrane Sweep’, uit

het rondzwaaiende gebaar met twee gestrekte vingers,

maken we op dat hier ons ‘strippen’ mee bedoeld wordt.

We vinden het een grappige omschrijving en fluisteren

naar elkaar dat we die term in onze praktijken gaan

introduceren. Ik luister terwijl de tijd vliegt. Wat een

kennis en womenpower is hier verzameld.

What a story’s to tell.

Storytelling in DurbanMarianne Wigbers

En soms werd het iemand zomaar even te veel. “Oogjes

dicht, … en welterusten”

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.25 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

Maatwerk voor al uw verzekeringen, zowel zakelijk als privé. In 1 pakket met aantrekkelijke kortingen.

Geen lidmaatschapsbijdrage en lage aov premies.

www.sikkingadvies.nl

Financieringen Hypotheken Verzekeringen Contracten Pensioenen

Sikking Advies is gespecialiseerd in

financiële en juridische dienstverlening

voor verloskundigen, fysiotherapeuten

en andere (para)medische beroeps-

beoefenaars. Deskundige adviezen en

begeleiding tijdens uw waarneemperiode,

dienstverband en praktijkvestiging.

[email protected]

030 252 66 55

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.26 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

27

Montgomery begint haar presentatie met een waarschuwing: “Mijn verhaal heeft krachtige woorden en zal niet gemakkelijk zijn.” Achteraf blijkt dat ze gelijk heeft. Het is geen gemakkelijk onderwerp wat ze heeft uitgekozen voor haar promotieonderzoek, maar wel een onderwerp dat de aandacht van verloskundigen nodig heeft.

Dit blijkt onder andere uit de prevalentiecijfers. Deze zijn

- vanwege een lastig vast te stellen definitie en onder-

rapportage - moeilijk in te schatten, maar gedacht wordt

dat wereldwijd één op de vijf vrouwen ervaring heeft met

seksueel misbruik. Dit betekent dat u, indien u een praktijk

deelt van bijvoorbeeld driehonderd zorggevallen, zestig

vrouwen onder zorg heeft met seksueel misbruik in de

anamnese!

Ondanks deze prevalentie en het feit dat bekend is dat veel

van deze vrouwen de bevalling als traumatisch ervaren, is

er nog maar weinig onderzoek gedaan naar dit onderwerp.

Om haar vraag te kunnen beantwoorden, heeft Montgo-

mery statusonderzoek uitgevoerd, interviews afgenomen

bij negen vrouwen en twee focusgroepdiscussies

gehouden met verloskundigen. Gezien het onderwerp

was de inclusie van de vrouwen niet eenvoudig.

Voetstappen op de gangDe resultaten van haar onderzoek laten zien hoe schijnbaar

kleine dingen in de zorg, die goedbedoeld worden uitge-

voerd, een enorme inpact op deze vrouwen kunnen hebben.

Opvallend genoeg zijn voor de hand liggende zaken zoals

vaginaal onderzoek niet altijd de meest traumatische.

Voetstappen op de gang hebben een hele andere betekenis

als iemand als kind misbruikt is…

Vrouwen willen graag om hulp vragen, maar durven dat

niet altijd uit angst of schaamte. Een vrouw gaf aan dat zij

hoopte dat de verloskundige zou merken dat er iets aan de

hand was en ernaar zou vragen, maar had niet de moed er

-

Suze Jans

I don’t have control I start panicking [...] I wanted things a certain wayI wanted to be listened toI wanted people to pay attention I felt I think I felt so I felt almost like an animal I had everyone just looking at meI felt embarrassedI felt degradedI felt dirtyI felt horrible! Horrible! I just wanted to run away I couldn’t I’m gonna have to say something to somebodyI think [...]I won’t let itI won’t let it spiral out of control[...]if people think I’m difficult then so be it I will keep going on I won’t do it on my own this time

I poem van Elizabeth

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.27 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

28

zelf over te beginnen: “Het enige wat ik nodig had, was een

heel kleine opening, zodat ik mijn verhaal kon doen…”

Vrouwen hebben vooral tijdens de bevalling veel moeite

met het verliezen van controle en macht over gebeurte-

nissen; dezelfde gevoelens die ze gehad hebben ten tijde

van het seksueel misbruik. Een van de vrouwen uit het

onderzoek gaf aan dat zij het als traumatisch had ervaren

dat ze aan het bed was gekluisterd; ze kon geen kant op

en kon niets voelen of doen: “…je hebt maar te doen wat

ze je zeggen, je hebt geen keus….” Daarom is bijvoor-

beeld het gebruik van een epiduraal tijdens de bevalling

bij deze vrouwen niet altijd de goede oplossing.

Montgomery concludeert dan ook dat ‘controle en

macht’ kernbegrippen zijn in de ervaringen van vrouwen

met zorgverleners. Het is belangrijk dat juist deze

vrouwen zich veilig voelen in de kwetsbare periode van

zwangerschap en bevalling.

Illustratief is ook het verhaal van een van de vrouwen uit

het onderzoek, die een badbevalling thuis had gepland.

De enige die op de hoogte was van haar verleden, was in

dit geval juist wel de verloskundige. Ook de moeder van

deze vrouw, die aanwezig was tijdens de bevalling, was

niet op de hoogte. Tegen het eind van de voorspoedig

lopende ontsluiting, wilde de verloskundige de vooruit-

gang beoordelen. Omdat zij de sfeer in de donkere kamer

niet wilde verstoren, gebruikte zij hierbij een zaklamp. Dit

bracht de herinnering aan het seksueel misbruik acuut

terug waardoor de vrouw in paniek raakte. Haar moeder

legde als troost haar handen op de schouders van haar

dochter waardoor zij zich nog onmachtiger ging voelen.

Het resultaat was een niet-vorderende ontsluiting met

een verwijzing naar het ziekenhuis voor een epiduraal.

Ondanks dat zij inmiddels een sectio wenste, beviel deze

vrouw met steun van haar verloskundige toch vaginaal.

Ze is achteraf trots op zichzelf en heeft de bevalling als

helend ervaren.

Montgomery heeft de zogenaamde voice-centred relational

method (VCR) gebruikt om haar resultaten te analyseren. Dit

is een kwalitatieve onderzoeksmethode die uit het vakgebied

psychologie komt en wordt geassocieerd met een feministisch

uitgangspunt. Het perspectief van de deelnemers staat

centraal in deze methode. VCR probeert relationele ontologie

(tak van de filosofie, de zogenaamde ‘zijnsleer’) te vertalen in

methodologie. Hierbij worden de interviews met deelnemers

geanalyseerd in termen van de relatie die zij met zichzelf

hebben; hun relatie met de mensen om zich heen en hun

relaties gezien in de bredere sociale, structurele en culturele

context van hun omgeving. Op deze manier worden de

verschillende lagen in de data blootgelegd.

VCR maakt onder andere gebruik van zogenaamde

I-poems, oftewel ik-gedichten. I-poems kunnen de

analyse van de bevindingen ondersteunen waarbij ze de

stem van de deelnemer in de eerste persoon zijn. Een

I-poem wordt gemaakt vanuit het transcript en laat zien

hoe de deelnemers aan het onderzoek denken of hoe zij

zich voelen. Een I-poem hoeft niet per se vanuit één

persoon te zijn geschreven.

Montgomery concludeert dat seksueel misbruik in de

anamneses een onderwerp is dat de aandacht van

verloskundigen nodig heeft. Juist omdat vrouwen dit vaak

niet (durven) rapporteren. Het is belangrijk dat verloskun-

digen alert zijn op signalen die kunnen duiden op

seksueel misbruik in het verleden en hier op sensitieve en

respectvolle wijze mee om gaan.

Meer weten: [email protected]

Montgomery:

seksueel misbruik is

een onderwerp dat de

aandacht van verlos-

kundigen nodig heeft

Suze Jans reisde voor

uw tijdschrift naar Durban

en leverde daarmee het

leeuwen aandeel in dit

tijdschrift.

De foto’s die bij de artikelen

over Durban zijn gebruikt

zijn afkomstig van:

Suze Jans, Hilde Perdok en

Serena Debonnet

(Vlaanderen).

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.28 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

29

Vaders spelen een belangrijke rol bij het proces van

zwangerschap en baring. Op het ICM-congres werd

aandacht besteed aan de rol en de ervaringen van vaders.

Hier de bevindingen.

Veel vaders zien zwangerschap en baring als een riskante

gebeurtenis en geven aan dat ze eigenlijk niet weten wat

normaal is bij zwangerschap en baring. De informatie die

ze krijgen, komt vaak via hun vrouw: tweedehands info.

De informatie en voorlichting, zowel mondeling als op

schrift, richt zich met name op de vrouwen en niet op de

(aanstaande) vaders.

Door deze tweede-

hands informatie

voelen mannen zich

buitengesloten.

Tijdens de bevalling

voelen vaders zich

vaak niet op hun

gemak en weten

niet bij wie ze

terecht kunnen met

hun vragen en

emoties. Uit de

verhalen van vaders

een voorbeeld: de

moeder gaat naar de

operatiekamer voor

een spoedsectio en de

vader blijft achter. Hij weet

niet wat er gebeurt en zit alleen

met zijn emoties van angst en onmacht.

In Zweden onderzochten Margareta Johansson e.a. van

de Mid Sweden University, de ervaringen van 820

mannen met de bevalling. De mannen die positief

terugkijken op de bevalling (74%) hadden hun vrouw

spontaan zien baren en hadden veel vertrouwen in de

verloskundige. Ze hadden het idee in goede handen te

zijn. Een kwart van de vaders was minder positief; zij

kregen vaker te maken met een spoedsectio, een

vacuümextractie of andere complicaties. Deze vaders

vonden dat ze niet de beste zorg kregen, dat de verlos-

kundige hen niet goed begeleid of ondersteund had en

dat ze onvoldoende waren geïnformeerd over de

bevalling.

Asa Premberg van de Universiteit van Gothenburg,

eveneens uit Zweden, geeft aan dat de reacties van

mannen, die voor de eerste keer vader werden, variëren

van euforisch tot kwellend. Zij heeft de reacties ingedeeld

in vier clusters en geeft daarmee aan dat de behoeftes en

wensen van mannen onderling ook variëren.

Zo is er een groep mannen die het prima vindt om niet

alles te weten wat er gaat gebeuren tijdens de bevalling.

Zij nemen een duik in het onbekende. De tweede groep

ziet de bevalling als een belangrijke ervaring die je deelt

met anderen. Deze groep vaders

spreekt in termen van “wij”.

Ze hebben het bijvoor-

beeld over “wij gaan

borstvoeding

geven”. Deze

vaders hebben het

gevoel erbij te

horen, dat ze

contact hebben

met hun vrouw en

met de verloskun-

dige. Ze vinden het

prettig dat de verloskun-

dige hen taken geeft. De

derde groep mannen beschrijft

een gevoel van machteloosheid en

sterke emoties. Deze vaders vinden

het moeilijk te zien dat hun vrouw zoveel

pijn heeft en vinden het erg daar niets aan te kunnen

veranderen. De vierde groep mannen bestaat uit mannen

die hun vrouw begeleiden. Ze ondersteunen hun vrouw

bij het persen en hebben een positieve insteek. Ze willen

hun vrouw vooral niet ongerust maken en vinden het fijn

iets te kunnen doen.

De vader wil dus graag betrokken zijn en heeft de verlos-

kundige nodig! Hij wil graag voorlichting die op hem van

toepassing is. Hij wil weten wat hij kan doen en heeft

ondersteuning en opvang nodig, met name als er

complicaties zijn. De vader heeft geen rol als bezoeker of

als patiënt maar als partner!

maar partnerAntje Beuckens

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.29 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

De afdeling De subafdeling Verloskunde & Prenatale Geneeskunde heeft als speerpunten de zorg en het

onderzoek van de zwangere vrouw met pre-eclampsie, de ontstaanswijze van aangeboren afwijkingen en de

kwaliteitsverbetering van de verloskundige zorg in de stad Rotterdam. De omvang van de academische

verloskundige patiëntenzorg is de grootste in Nederland. Er vinden ruim 2000 medische bevallingen plaats op de

locatie Sophia. Er is een Centrum voor Jonge Zwangerschap en een kort verblijf unit voor zwangeren met een

spoedeisende of geplande verloskundige zorgvraag. Binnen onze afdeling worden ondermeer patiënten met

maatschappelijke dan wel psychische problemen multidisciplinair behandeld. De klinische verloskundige is bij

uitstek de aangewezen professional om aan al deze taken een belangrijke bijdrage te leveren.

Functie-inhoud U begeleidt samen met de gynaecoloog zwangere vrouwen tijdens de verloskundige spreekuren

en op de kort verblijf unit. Tijdens de baring begeleidt u vrouwen met een veelal complexe 2e lijns of 3e ljjns

indicatie. U verzorgt de visites op de kraamafdeling.

Functie-eisen U hebt minimaal één jaar verloskundige ervaring en een duidelijke visie ten aanzien van

ontwikkelingen binnen de verloskunde. U pioniert graag, bent enthousiast en bent bereid nieuwe uitdagingen aan

te gaan. Van u wordt verwacht dat u de masteropleiding PA Klinisch Verloskundige, die in samenwerking met de

Hogeschool Rotterdam en de Verloskunde Academie Rotterdam is opgezet, volgt.

Arbeidsvoorwaarden Het bruto maandsalaris bedraagt, afhankelijk van opleiding en ervaring, maximaal €

3.860,00 (schaal 10) bij een volledige werkweek. De arbeidsvoorwaarden zijn conform de CAO Universitair

Medische Centra (UMC).

Inlichtingen Voor meer informatie over deze functie kunt u contact opnemen met dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog,

telefoon (010) 703 6109, mw. drs. J. de Graaf, zorgmanager, telefoon (010) 703 4194 of de afdeling P&O,

telefoon (010) 703 4351 of (010) 7038503.

Sollicitatie Uw brief met curriculum vitae kunt u binnen 3 weken na het verschijnen van deze advertentie bij

voorkeur per mail richten aan: [email protected], of per post naar Erasmus MC, Afdeling

P&O Clusterbureau Cluster 12, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam, onder vermelding van vacaturenummer

26.13.11.C12 in de onderwerpregel of op de brief en de envelop.

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.30 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

31

Kathleen Moriarty is een Amerikaanse vroed-vrouw die gespecialiseerd is in een holistische benadering van de verloskunde. Dit uit zich onder andere door het gebruik van aanvullende alternatieve therapieën in haar verloskundige werk. Tijdens het congres hield zij een inspire-rende presentatie over haar manier van wer-ken en hoe zij dit geïntegreerd heeft in een nieuwe kliniek voor verloskundige zorg.

Volgens Moriarty zijn vroedvrouwen van oudsher

betrokken bij de transitie van vrouwen naar het moeder-

schap. In een tijd waarin obstetrische interventies stijgen

en wereldwijd medicalisering van de geboorte toeneemt,

wordt het des te belangrijker hoe vroedvrouwen de zorg

benaderen en een fysiologische geboorte bevorderen,

aldus Moriarty.

Voor Kathleen was het mede oprichten van de eerste

Complementary & Integrative Therapies Clinic for

Pregnancy & Reproductive Women’s Health in Amerika

een manier om de fysiologische zwangerschap en bevalling

te bevorderen. De visie van de kliniek is gebaseerd op het

Feng Shui-concept; een specifieke en totale kijk op de

mens als fysiek, emotioneel, mentaal en energetisch

wezen in relatie tot zijn omgeving. Volgens Kathleen is er

een groeiend veld van publicaties en onderzoek dat stelt

dat het verbeteren van onze omgeving impact heeft op

ons geestelijk en lichamelijk welzijn. Hiervan uitgaande

hebben Moriarty en haar collega’s de zorg rondom de

vrouw meer geïndividualiseerd en haar familie en omgeving

meer bij de zorg van de zwangere betrokken. Zij zijn van

een meer medisch model overgestapt naar zoals zij zelf

zegt, een ‘welness’-model. Het uitgangspunt hierbij is

niet ziekte, maar gezondheid en zorg voor zowel lichaam

als geest. Hierbij gebruiken zij het Welness Wheel met de

onder andere de categorieën ‘mind, body and spirit’.

Een van de kernbegrippen is persoonlijke aandacht,

waarbij tijdens het consult gekeken wordt wat iemand

naast de standaard medische zorg op dat moment nodig

heeft. Dat kan bijvoorbeeld een acupunctuur- of acupres-

suurbehandeling zijn vanwege zwangerschapsmisselijkheid

of stressverminderende technieken en massage om te

ontspannen. Ook wordt er gebruik gemaakt van Moxa bij

het keren van een kind in stuitligging. De vrouwen zijn

bekend met de mogelijkheden van deze technieken

waardoor deze ook tijdens de bevalling worden gebruikt

indien dat nodig is. Acupunctuur en massage worden

bijvoorbeeld gebruikt voor pijnbehandeling en ontspanning.

Een van de opmerkingen uit de zaal was dat al deze

behandelingen en zorg extra tijd kosten. Dit heeft

Moriarty opgelost door meerdere behandelkamers in

haar kliniek te gebruiken. Zo heeft ze de gelegenheid om

de aanvullende behandelingen die meer tijd kosten, maar

ook meer rustmomenten kennen, tegelijk te kunnen

uitvoeren. Daarbij volgen de vroedvrouwen voor bijvoor-

beeld de acupunctuurbehandelingen, geen jarenlange

opleiding maar slecht een deelopleiding, gericht op

zwangerschap en bevalling.

De indruk die zij zelf had, was dat interventies en vooral

sectio’s sterk zijn verminderd. De aantallen zijn nu nog

klein omdat zij nog niet zo lang bezig zijn. Het plan is wel

hier ter zijner tijd over te publiceren.

Ik was wel onder de indruk van haar werk. Eigenlijk is het

een eeuwenoud concept om bij de zorg lichaam, geest en

omgeving te betrekken. Aanvullende of Oosterse

therapieën zijn hier een goed hulpmiddel bij. Er valt te

discussiëren over de vraag of deze behandelingen zelf het

gewenste effect geven of dat het komt door de aandacht

die je hiermee aan het hele individu geeft. Dat maakt ook

niet zo veel uit, Kathleen Moriarty heeft het voor elkaar

gekregen om in het gemedicaliseerde Amerika een kliniek

neer te zetten met holistische zorg als uitgangspunt en

zo, als vroedvrouw, een bijdrage te leveren aan de

fysiologische zwangerschap en geboorte.

Mieke Beentjes

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.31 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

32

ICM Congres Durban: het verhaal

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.32 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

33

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.33 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

34

Bijzonder is het dat zo’n grote groep Palestijnse verloskundigen aanwezig is op het ICM congres in Durban. Zij hebben een lange en ingewik-kelde reis achter de rug. Dit betekent niet alleen vaak overstappen, maar ook het oversteken van de grens met slechts een vluchtelingen-paspoort en het overbruggen van diverse checkpoints.Maar ze zijn er. En ze hebben ook nog wat te vertellen. In 2007 werd samen met een verlos-kundige uit Noorwegen een vierjarig pilot-project gestart, ondersteund door het Noorse Palestinacomité, de Palestinian Red Crescent Society (PRCS, het Palestijnse Rode Kruis) en het Noorse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Doel van het project was de toegang tot verloskundige zorg te verbeteren en het bieden van ondersteuning aan Palestijnse verlos-kundigen. De groep gebruikt een volledige sessie op het ICM-congres om over het project te vertellen. Na afloop spreek ik met twee van de verloskundigen uit het project.

AchtergrondVroeger, zo’n 50 jaar geleden, bevielen de meeste Palestijnse

vrouwen thuis, onder begeleiding van een Daya (traditio-

nele vroedvrouw). Langzaam verloren de vroedvrouwen

terrein en werd het domein verloskunde overgenomen

door de artsen, waardoor de bevalling zich verplaatste

naar het ziekenhuis. Palestina kent een hoog geboorte-

cijfer: het totale fertiliteitscijfer is 5,6, een van de hoogste

in de regio. Bovendien volgen zwangerschappen kort op

elkaar: 27% van de vrouwen rapporteert een geboorte-

interval van slechts 18 maanden. De meeste bevallingen

vinden nog steeds plaats in gezondheidsinstellingen. Het

sectiopercentage is 12,4% en het perinatale sterftecijfer

27,6 per duizend geboortes [Wick et al 2005; Abdul

Rahim et al, 2009]. Voldoende en goed opgeleide

verloskundige hulpverleners zijn hard nodig. Dit heeft er

onder andere toe bijgedragen dat de situatie voor

verloskundigen een stuk is verbeterd. Door het opzetten

van een goede opleiding op universitair (bachelor) niveau

is het vak een stuk aantrekkelijker geworden voor jonge

vrouwen en vormen verloskundigen inmiddels 2,5% van

de beroepsbevolking in de gezondheidszorg [PCBS, 2007].

Maar de omstandigheden waaronder zwangeren moeten

bevallen in Palestina blijven precair. Ziekenhuizen kampen

met een tekort aan middelen en personeel. Door gebrek

aan kennis in sommige ziekenhuizen schiet de zorg te kort

[Wick et al, 2005]. Bovendien is de economische situatie

voor de Palestijnen er alleen maar slechter op geworden

in de afgelopen jaren en is armoede een ernstig probleem.

Erger nog is de invloed van de politieke situatie. Om het

spreekuur of het ziekenhuis te bereiken moeten vrouwen

die niet in de grote steden wonen door de Israëlische

checkpoints heen, waardoor de toegang tot de zorg

ernstig wordt gehinderd. Het is inmiddels een goed

gedocumenteerd feit dat sommige vrouwen gedwongen

worden te bevallen aan de kant van de weg omdat zij

door de soldaten niet worden doorgelaten. Ook ambu-

lances met vrouwen in baringsnood krijgen niet altijd

toestemming om naar het ziekenhuis te rijden met soms

dramatische gevolgen, zoals het overlijden van een kind;

zelfs situaties die hebben geleid tot maternale sterfgeval-

Suze Jans

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.34 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

35

len zijn bekend [United Nations Population Fund, 2007].

Tussen 2000 en 2006 zijn officieel 69 bevallingen bij een

Israëlisch checkpoint gerapporteerd [Abdul Rahim, 2009].

Dit was voor de Noorse verloskundige Berit Mortensen

aanleiding om initiatief te nemen. “Mum is going to

Palestine,” meldde ze haar kinderen terloops tijdens het

avondeten.

Het projectIn het project gaan verloskundigen zelfstandig naar een

aantal afgelegen dorpen om daar op locatie prenatale

zorg te geven. Dit voorkomt dat zwangere vrouwen lang

in de rij moeten staan voor de checkpoints. Elke verlos-

kundige gaat één dag per week naar hetzelfde dorp en

werkt vijf dagen per week in het ziekenhuis [de Pales-

tijnse werkweek kent zes dagen, red.]. Het project wil

continuïteit van zorg stimuleren. Er is veel aandacht voor

privacy en persoonlijk contact. Zo kent het project ‘de

gesloten deur’ en ‘de open deur’: De gesloten deur is voor

het spreekuur; de open deur voor de groepsvoorlichting

die de verloskundigen ook geven. De verloskundigen en

de projectleiders komen maandelijks bij elkaar ter evaluatie.

Vaak wordt er tijdens deze evaluatie een workshop

gegeven door een psycholoog om de verloskundigen

psychisch te ondersteunen; zij ervaren hun werk als zwaar

en ondervinden op deze manier veel steun bij elkaar.

Inmiddels worden er in samenwerking met de plaatselijke

universiteit meer verloskundigen opgeleid om het project

te kunnen blijven voortzetten. Ook is er een internationale

studentenuitwisseling: Palestijnse student-verloskundigen

gaan op stage in Noorwegen en Noorse studenten

bezoeken het project in Palestina.

Samar Maghari-Al Turk, 48 jaar, is verloskundige en

coördinator van het project. Ze woont en werkt in Ramallah

op de West-Bank en heeft zelf zes kinderen. Zij haalde

haar verloskundige diploma in 1990 aan de Makassed

Universiteit in Jerusalem. “Toen ik de advertentie voor

het project in de krant zag, was ik meteen enthousiast,”

lacht ze. Ze werd uit de vele kandidaten gekozen als

coördinator en klinische supervisor van het project.

Waarom wilde ze zo graag voor het project werken? “Ik

vind het belangrijk dat verloskundigen zelfstandig kunnen

werken. We hebben zo’n gebrek aan verloskundigen en

het is een inspiratie om voor een eigen organisatie te

kunnen werken. Dit project is opgezet met de hulp van

Noorwegen, maar het is ons eigen project. Wij runnen

het als verloskundigen zelfstandig. Ik wil bijdragen aan

het verbeteren van de positie van de verloskundigen in

Palestina. We hebben meer betrokkenheid nodig en die

begint bij jezelf!”

Maar het gaat om meer. Dit is een sociaal bewogen vrouw

die strijdt voor haar land. Ze vindt dat het werken met

moeders en kinderen van nationaal belang is: “Zij zijn

onze toekomst,” zegt ze vastberaden.

Ze is trots op het feit dat er geen gynaecoloog betrokken

is bij het project. Haar team bestaat uit een aantal

verloskundigen, een kinderarts, een kwaliteitscoördinator

en een diëtist.

Een voorbeeld van de kwaliteitsverbetering waar ze mee

bezig zijn op dit moment, is de invoering van het partogram.

Hoe is het voor de verloskundigen om iedere week weer

door de checkpoints te moeten om hun werk uit te voeren?

“We krijgen wel ondersteuning via de PRCS, maar het

gaat niet zonder problemen. Maar het is beter om één

verloskundige langs het checkpoint te sturen, dan 20

zwangeren bij de soldaten te laten wachten,” vertelt ze

laconiek.

Itimad Abu Ward kijkt me aan met haar stralende lach.

Ondeugend is ze, denk ik terwijl ik met haar praat. Maar

Samar (witte hoofddoek):

“Wij runnen het als verlos-

kundigen zelfstandig. Ik

wil bijdragen aan het verbe-

teren van de positie van de

verloskundigen in Palestina.

We hebben meer betrokken-

heid nodig en die begint bij

jezelf!”

Berit is de derde van links.

Itimad staat uiterst rechts.

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.35 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

36

het is lef en vastberadenheid die uit de ogen van deze

verloskundige uit Gaza straalt. Ze deed haar opleiding

verpleegkunde bij de Amerikaanse baptisten in Gaza en

vervolgde haar opleiding verloskunde net zoals Samar in

het Makassad Ziekenhuis in Jeruzalem. Na vier jaar in

Jeruzalem was de druk van haar familie groot om terug te

keren naar Gaza. Maar het Engelse DFID (Department for

International Development) bood haar aan om gesponsord

haar Masters aan een Engelse universiteit te gaan doen.

Haar vader zei nee. Maar zoals ik al zei, vastberaden, dus

bedacht ze een plan. Inmiddels had een jeugdvriend een

huwelijksaanzoek gedaan. Ze maakte een deal: “I said to

him: If you let me out, I’ll marry you,” giechelt ze. En zo

gebeurde het. Inmiddels heeft ze haar Master of Science

gehaald aan Kingston University, is ze getrouwd en heeft

ze zes kinderen!

Tegenwoordig heeft ze een coördinerende baan voor de

verloskunde bij de WHO in Gaza. “Ik ken alle verloskundi-

gen in Gaza, vertelt ze trots. De verloskundigen in Gaza

zijn erg geïsoleerd. Vanwege de blokkade kunnen ze

geen kant op. Het is bijna onmogelijk om verloskundigen

voor bijscholing naar Jeruzalem te sturen.”

UitbreidingGraag zouden deze bevlogen verloskundigen het project

uitbreiden; de zorg die gegeven wordt, is van goed

niveau en de vrouwen zijn tevreden. Het Palestijnse

Ministerie van Volksgezondheid heeft dit ook erkend.

In principe is er een beslissing genomen om het project

te ondersteunen. Itimad heeft goed contact met Samar

en is bezig met plannen om het project ook naar Gaza te

halen. “Maar het is niet makkelijk,” verzucht Samar.

“Er is gebrek aan geld en gebrek aan verloskundigen.”

Een idee is om de opleiding tot verloskundige omhoog te

tillen naar het universitaire masterniveau. De reden

hierachter is dat de opleiding nu twee jaar duurt en leidt

tot een diploma op bachelorniveau. Maar studenten

geven de voorkeur aan het halen van hun masterdiploma

in een ander vak dat in dezelfde tijd gedaan kan worden.

WensSamen hebben de verloskundigen nog een wens. Op dit

moment is het zo dat de beroepsorganisatie gevormd wordt

door een gezamenlijke organisatie met de verpleegkundi-

gen. Het midwifery committee komt een keer per maand

bij elkaar in Ramallah. Vanwege de blokkade is het lastig

voor Itimad om deze bijeenkomst bij te wonen. Hun wens is

het om een zelfstandige verloskundige beroepsorganisatie

te vormen. Ze voelen zich geïnspireerd door het congres

in Durban en weten dat er ondersteuningsmogelijkheden

bestaan bij ICM.

Zou het niet mooi zijn als we over drie jaar bij het volgende

congres in Praag een kersvers ICM-lid zouden mogen

begroeten: The Palestinian Midwives Organisation!

Een kort filmpje over Palestijnse geboortes bij Israëlische

checkpoints met een bijbehorend interview met verlos-

kundige en onderzoeker Laura Wick, is te bekijken op de

website van het United Nations Population Fund: http://

video.unfpa.org/video/0-71654071001-birth-at-the-

checkpoint

Referenties-

PCBS, Palestinian Central Bureau of Statistics. General Statistics for Population and

To our beloved home that we breath in and lives in our heartsTo all who believe in white dovesTo all who were touched by a woman in their livesTo all who cherish the family and a coherent communityTo you, midwives, who embrace humanity and its future

De Palestijnse Samar en de Noorse Berit omarmen elkaar, maar

meer nog de toekomst

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.36 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

37

Na de publicatie van de Term Breech Trial (TBT) in 2000 [Hannah M.E. et al, 2000] nam het aantal sectio’s bij een stuitligging enorm toe. In 2004 werd in de tweejaar follow-up van de TBT geen significant verschil gezien in het risico voor de baby tussen de geplande vagi-nale stuitbevalling en een geplande sectio in landen met een laag perinatale sterfte [Whyte H. et al., 2004]. Het werd toen duidelijk dat de grote discrepantie in serieuze morbiditeit tussen de geplande sectio en de vaginale stuitbevalling meteen post partum van korte duur is.Het onderzoeksteam van Betty-Ann Daviss heeft in 2006 een vragenlijst ontwikkeld voor de ziekenhuizen in Canada om hun veranderingen aan te geven na het publiceren van zowel de TBT, als de follow-up. Met dertig centra werd contact gelegd, twintig centra retourneerden de vragenlijst. De resultaten van deze studie werden door haar gepresenteerd op de ICM conferentie [Daviss B. et al., 2010].

De antwoorden laten zien dat 95% van de ziekenhuizen

in Canada het uitvoeren van een geplande sectio bij

stuitligging als standaard beleid heeft aangenomen na

het uitkomen van de TBT. Zeer opvallend is dat na de

follow-up slechts de helft van de ziekenhuizen zich

bewust is van deze nieuwe uitkomsten en heeft slechts

de helft overwogen de vaginale stuitbevalling weer te

implementeren op de werkvloer. Acht van de twintig

centra gaven aan dat een primaire sectio nu nog steeds

het aanbevolen protocol is bij elke vorm van stuitligging.

De uitkomst suggereert dat de resultaten van de TBT de

trend die al gaande was legaliseerde en nu moeilijk terug

te draaien is. Een schril contrast is dat de uitkomsten van

de follow-up genegeerd worden en niet doordringen,

vergeleken met de massaal genomen maatregelen na de

publicatie van de TBT.

De ontwikkeling is zorgwekkend. Dat vindt Betty-Ann,

maar dat vinden wij als luisteraars ook. Ze is niet stil

blijven zitten, maar ze vertrok naar Europa. In de hoop

om met invloed van Europese onderzoeksresultaten de

vaginale stuitbevalling in Canada te herintroduceren.

Uiteindelijk leerde ze in Frankfurt van gynaecoloog Frank

Louwen een nieuwe techniek: een vaginale stuitbevalling

on all-fours. Adembenemende video’s liet zij zien. Een

enthousiaste zaal liet zij achter. Voor geïnteresseerden

haar website: www.understandingbirthbetter.com.

In juni 2009 heeft de Canadese organisatie van obstetrie

en gynaecologie een nieuwe richtlijn uitgegeven [SOGC,

2009] waarin de verloskundige zorgverleners worden

aangemoedigd om een vaginale stuitbevalling aan te

bieden aan zwangeren. Dit nieuwe beleid is voor Canada

de eerste stap in het herintroduceren, maar vooral het

normaliseren van de vaginale stuitbevalling en het

terugbrengen van meer keuzevrijheid voor vrouwen en

hun families. De richtlijn meldt specifiek dat de keuze

voor de manier van bevallen thuishoort bij de zwangere

en dat zelfs wanneer de gynaecoloog niet achter haar

keuze staat, “she must not be abandoned but given the

best possible in-hospital care.” Helaas vermeldt de richtlijn

niets over de uitwendige versie.

Van verschillende onderzoekskanten wordt overwogen

om af te zien van de conclusies uit de Term Breech Trial.

Of beter nog: sommige onderzoekers adviseren zelfs dat

de resultaten van het onderzoek officieel moeten worden

teruggetrokken.

Ook hier in Nederland valt nog winst te behalen, want naar

mijn idee zijn zowel de ontwikkelingen na de publicatie van

de Term Breech Trial en de uitkomsten van Betty-Ann’s

onderzoek volledig te generaliseren naar ons land.

Literatuur-

-

an section versus planned vaginal birth for breech presentation at terme: a randomised

of children at 2 years after planned caesarean birth vs. planned vaginal birth for breech

De herintroductie van de vaginale stuitbevalling in Canada

Aafke Bruinsma

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.37 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

38

Het volgende ICM congres zal van 1 tot 5 juni 2014

plaats vinden in de Tsjechische hoofdstad Praag. Het

algemene thema voor dit jubileum congres is Midwives:

Improving women’ health globally. Dit thema staat in

direct verband met Millenniumdoel 5, het verbeteren van

de maternale zorg dat in het jaar daarop, 2015, behaald

moet zijn.

Ook andere thema’s zullen op dit congres aan de orde

komen. Praag staat bekend om zijn vele bruggen. De

Tsjechische verloskundige confederatie heeft zich dan ook

door deze bruggen laten inspireren bij het samenstellen

van de subthema’s:

van kwalitatief hoogwaardige verloskunde zorg;

-

kunde;

ontwikkeling;

Het wetenschappelijke programma van het congres wordt

ruim van te voren samengesteld. Hopelijk kan het congres

ook in 2014 weer in flinke bijdrage van de Nederlandse

verloskundigen verwachten.

Voor meer informatie over deelname aan het congres en het

eventueel indienen van abstracten, bezoekt u de website van

het 30e ICM congres: www.midwives2014.org.

30e ICM congres in Praag

De ICM is verdeeld in negen regio’s. Twee in Azië, twee in

de Amerika (Noord/Zuid), twee in Afrika (Oost/West) en

drie in Europa (Noord/Midden/Zuid). Nederland is lid van

de regio midden Europa, de ‘Central European Region’

(CER). De voorzitter van elke regio is automatisch lid van

het ICM bestuur. Van de CER is dat momenteel Mary

Higgins uit Ierland.

Eens per jaar, in het voorjaar, ontmoeten vertegenwoordi-

gers van de verenigingen van verloskundigen van de CER

elkaar op wisselende locaties. Dit jaar was dat in Keulen,

met als gastvrouw de Duitse vereniging van verloskun-

digen. Op de CER is altijd speciale aandacht voor de

verloskunde in het land waar de vergadering wordt

gehouden. Zo kwamen we te weten dat de Duitse

verloskundigen veel werken vanuit geboortehuizen, en

dat zij een eigen postzegel hebben!

Een breed scala aan onderwerpen komt aan bod. Dit

jaar is er uitvoerig gesproken over de situatie van

verloskundigen die thuis bevallingen begeleiden in

Hongarije en het effect van de negatieve persaandacht

over de thuisbevalling in Nederland, ook over de grens.

De driejaarlijkse ALV van ICM is voorbereid en de CER

heeft twee position papers geschreven die geaccepteerd

zijn op de ALV van ICM in Durban. Deze position papers

over midwifery led care en de thuisbevalling zijn te vinden

op de website van de KNOV en ICM.

In 2012 is Nederland de gastvrouw van de CER. De

bijeenkomst wordt dan gehouden bij de Academie voor

Verloskunde in Amsterdam. Heb je interesse om een

vergadering als ‘observer’ bij te wonen?

Meld je aan bij [email protected] .

Vanuit Durban 2011 op weg naar Praag 2014

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.38 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

Nieuwsbrief / september 2011 / Jaargang 7

Screening op depressie bij alle zwangeren wordt in NICE richtlijnen aanbevolen, omdat onbehandelde depressie negatieve gevolgen kan hebben voor moeder en kind, bijvoor-beeld vroeggeboorte. De Edinburgh Depression Scale (EDS) is de nieuwe naam van de gevalideerde veelgebruikte Edinburgh Postnatal Depression Scale van tien vragen (totaal score 0-30). Er is nog geen consensus over afkappunten van de EDS tijdens de zwangerschap.De onderzoekers evalueerden de EDS in een populatie van 845 Nederlands sprekende blanke zwangeren in vijf verloskundige praktijken rond Eindhoven (respons 76%) tijdens de drie trimesters van de zwangerschap. Voor de voor-spellende validiteit gebruikten de onderzoekers de depressiemodule van het Composite International Diagnostic Interview en voor de vergelijkende

validiteit de angst en somatisatie subschalen van de Symptom Checklist 90 (SCL-90). Alleen vrouwen met een depressieve episode volgens de DSM-IV criteria werden gezien als cases.Tijdens de drie trimesters nam de prevalentie van depressie af: 5.6%, 5.4%, en 3.4%. Depressiescores liepen af, terwijl de angstscores opliepen. De test-hertest betrouwbaarheid en de vergelijkende validiteit waren hoog.De afkappunten elf in het eerste trimester en tien in de andere trimesters vormden de beste combinaties van sensitiviteit (70 tot 89%), speci citeit (94 tot 97%) en positief voorspellende waarde (29 tot 41%). De auteurs bevelen de EDS aan als een gebruiksvriendelijk, betrouwbaar screening instrument voor de Nederlandse zwangeren. Van belang zijn daarbij duidelijke afspraken over interpretatie en verwijzing voor nader

onderzoek en behandeling en lagere afkappunten dan de postpartum afkappunten.

Kritiek van Ian Chalmers op de obstetrie leidde tot de Cochrane Collaboration, waarin systematisch bewijs wordt verzameld voor protocollen en richtlijnen in de praktijk. Vanaf de introductie van evidence-based medicine benadrukte grondlegger

David Sackett dat besluitvorming in de praktijk gebaseerd moet zijn op de integratie van wetenschappelijk bewijs, individuele waarden van cliënten en klinische expertise. Toch wordt die integratie nog weinig expliciet benoemd in de Pregnancy en Childbirth Cochrane Database en in NICE richtlijnen. Meer recente bewegingen naar realistisch onderzoek (wat werkt voor wie in welke context) en narratieve methoden (met analytische klinische verhalen) leggen nu accenten op individuele cliënt-zorgverlener interacties.

Met het voorbeeld van baring en geboorte legt de onderzoekster het paradigma uit van een complex adaptief systeem (CAS). Een CAS is complex, dynamisch, zelforganiserend

en adaptief, dus voortdurend vloeiend en veranderend. Daarna beschrijft zij gebruikte narratieve methoden in onderwijs over fysiologische baring. Door re ectie op werkelijk gebeurde klinische verhalen kunnen verloskun-digen leren denken over zwangerschap en geboorte als CAS. Dit helpt bij de vraag wat werkt voor wie, in welke situatie, gegeven variaties in bewijs, waarden en overtuigingen van de cliënt en de zorgverlener, en klinische kennis en kunde. Analytische klinische verhalen vertellen is een manier om door re ectie op de praktijk oplossingen te vinden voor complexe dynamische problemen. Het onderkent dat de praktijk van klinische experts meer is gebaseerd op herkenning van patronen dan toepassing van regels.

Instrument voor screening Nederlandse zwangeren op depressie

Analytische klinische verhalen over zwangerschap en geboorte

Bergink V, Kooistra L, Lambregtse-van den Berg MP et al. Validation of the Edinburgh Depression Scale during pregnancy: J Psychosom Res. 2011;70:385-389

Downe S. Beyond evidence-based medicine: complexity and stories of maternity care: J Eval Clin Pract. 2010;16:232-237

kennispoort-verloskunde.nl

Edinburgh

39

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.39 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

www.kennispoortverloskunde.nl

Wereldwijd is in ziekenhuizen continue ondersteuning bij de baring eerder uitzondering dan regel geworden. Deze geactualiseerde Cochrane Review omvat 21 gerandomiseerde gecontroleerde studies in vijftien landen (n= 15.061) naar de effecten van continue één-op-één begeleiding bij de baring vergeleken met standaard zorg. Bovendien werd onderzocht in hoeverre de effecten werden beïnvloed door standaard zorg en beleid, de relatie van de zorgverleners met ziekenhuis en zwangere, en tijdstip begin baring.

Zwangeren in de groep met continue begeleiding bevielen vaker spontaan

(RR 1.08;1.04-1.12), gebruikten minder vaak intrapartum analgesia (RR 0.90;0.84-0.97), en rapporteerden minder vaak ontevredenheid (RR 0.69; 0.59-0.79). Zij hadden kortere bevallingen (verschil -0.58 uur;-0.86 tot -0.30), minder sectio’s (RR 0.79; 0.67-0.92), kunstverlossingen (RR 0.90;0.84-0.96), plaatselijke analgesia (RR 0.93;0.88-0.99), en babies met een lage vijf-minuten Apgar score (RR 0.70;0.50-0.96). Er waren geen effecten op andere intrapartum interventies, maternale of neonatale complicaties, en borstvoeding. Continue één-op-één begeleiding leek het meest effectief als deze geboden

werd door een vrouw met ervaring of training in begeleiden bij de baring die niet behoorde tot de verloskundige zorgverleners of het persoonlijke netwerk van de zwangere. Een omgeving zonder routinematige beschikbaarheid van epidurale analgesia verhoogde de effecten van continue begeleiding, maar de invloed van het tijdstip waarop de baring begon bleef onduidelijk.De conclusie was dat alle zwangeren continue begeleiding bij de baring zouden moeten krijgen vanwege de klinisch belangrijke voordelen en omdat er geen negatieve klinische effecten bekend zijn.

Continue begeleiding door vrouw naast professional en partnerHodnett ED, Gates S, Hofmeyr GJ et al. Continuous support for women during childbirth. Cochrane Database of Systematic Reviews 2011, Issue 2. Art. No.: CD003766

Kinkhoest veroorzaakt de grootste complicaties in jonge zuigelingen, met ook het hoogste aantal ziekenhuis-opnames. Vrijwel alle sterfgevallen als gevolg van kinkhoest treden op bij zuigelingen jonger dan zes maanden. De auteurs onderzochten of vaccinatie tegen difterie-kinkhoest-tetanus (DKT) tijdens de zwangerschap leidde tot bescherming van pasgeborenen tegen kinkhoest. Er werd bloed afgenomen bij de moeder en van de navelstreng tijdens de bevalling.

Er werden 52 zwangeren met DKT-vaccinatie en 52 zwangeren zonder DKT-vaccinatie geïncludeerd. Er waren geen bijwerkingen van de vaccinatie gerapporteerd. Pasgeborenen van moeders die een DKT-vaccinatie hadden gekregen tijdens de zwanger-schap hadden signi cant hogere concentraties antistoffen tegen difterie, tetanus en kinkhoest. De kans dat een pasgeborene van een gevaccineerde moeder beschermd was tegen kink-hoest was elf keer groter (OR: 11.3;

4.1-31.2) vergeleken met de kans bij een niet-gevaccineerde moeder.

Beperkingen van de studie waren dat het exacte moment van vaccinatie niet voor alle vrouwen bekend was en dat er geen bloedwaardes waren bepaald voorafgaand aan de vaccinatie. De auteurs concludeerden dat vaccinatie van zwangeren kinkhoest bij pasge-borenen kan voorkomen doordat ze beschermd zijn vanaf de geboorte totdat ze zelf gevaccineerd worden.

Zwangeren vaccineren tegen kinkhoestGall SA, Myers J, Pichichero M. Maternal immunization with tetanus-diphteria-pertussis vaccine: effect on maternal and neonatal serum antibody levels. Am J Obstet Gynecol 2011;204:334.e1-5

De perinatale sterfte in landen met een hoog inkomen is nauwelijks verbeterd in de laatste twintig jaar. Deze systematische review en meta-analyse probeerde aandachtspunten voor preventiestrategieën te identi ceren en lette vooral op te beïnvloeden risicofactoren door leefstijl of medische interventies.

Er werden 76 cohort en twintig case-control studies van hoge kwaliteit geïncludeerd. Maternaal overgewicht (BMI>25 of BMI>30) was de belang-rijkste beïnvloedbare risicofactor met

een populatie attributief risico (PAR) van 8-18 procent. Overgewicht draagt jaarlijks bij aan 8.000 doodgeboortes ( 22 weken) in alle landen met een hoog inkomen. Hoge leeftijd van de moeder (>35 jaar) leidde tot een PAR van zeven tot elf procent en roken tot een PAR van vier tot zeven procent. In achtergestelde gebieden kan roken bijdragen aan twintig procent van de perinatale sterfte. Ook pre-existerende diabetes en hypertensie bleken belang-rijke risicofactoren. Daarnaast droeg primipariteit bij aan vijftien procent en dismaturiteit aan 23 procent van de

sterfte. Een andere belangrijke factor bleek placentaloslating.

Deze review toonde aan dat een groot deel van perinatale sterfte in landen met een hoog inkomen te wijten is aan deels voorkombare risicofactoren, vooral overgewicht, leeftijd en roken. De toenemende waardering en implementatie van effectieve interventies voor deze risicofactoren hebben prioriteit voor de preventie van perinatale sterfte in die landen.

Voorkombare risicofactoren voor perinatale sterfteFlenady V, Koopmans L, Middleton P et al. Major risk factors for stillbirth in high-income countries: a systematic review and meta-analysis. Lancet 2011;377:1331-1340

40

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.40 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

www.kennispoortverloskunde.nl

Er wordt verondersteld dat oxidatieve stress van de placenta een essentiële tussenstap is in het ontstaan van pre-eclampsie. Deze review onderzocht of suppletie van vitamine C en E (beide anti-oxidanten) tijdens de zwangerschap de kans vermindert op pre-eclampsie en vele andere nadelige uitkomsten.

De negen geïncludeerde RCT’s omvatten totaal 19.810 vrouwen, waarbij de interventiegroep dagelijks 1.000 mg vitamine C en 400 IU vitamine E kreeg, ongeveer vanaf het tweede trimester van de zwangerschap. Er was geen verschil in risico op pre-eclampsie tussen de interventiegroep en de controlegroep (beide 9,6%; RR: 1.00; 0.92-1.09). Er was ook geen verschil in pre-eclampsie bij subgroepanalyses bij vrouwen met een hoog risico op pre-eclampsie of vrouwen met een laag of gemiddeld risico. Vrouwen in de vitaminegroep hadden wel een verlaagd risico op placentaloslating (RR: 0.63; 0.43-0.94); echter, zij hadden tevens een verhoogd risico op zwangerschapshypertensie

(RR: 1.11; 1.05-1.17) en vervroegd breken van de vliezen (RR: 1.73; 1.34-2.23). Er werden geen verschillen gevonden in risico op alle andere uitkomsten, zoals geboortegewicht, vroeggeboorte, sterfte, opname op NICU. Mogelijk was er voor sommige van deze uitkomsten te weinig power, omdat niet elke studie alle uitkomsten had bestudeerd.

De conclusie luidt dat suppletie van vitamine C plus E tijdens de zwanger-schap niet beschermt tegen pre-eclampsie. Eventuele vervolgstudies zouden kunnen focussen op vrouwen met verhoogde oxidatieve stress en ook langetermijn effecten meenemen.

Vitamine C en E voorkomen pre-eclampsie nietConde-Agudelo A, Romero R, Kusanovic JP et al. Supplementation with vitamins C and E during pregnancy for the prevention of preeclampsia and other adverse maternal and perinatal outcomes: a systematic review and metaanalysis. Am J Obstet Gynecol 2011;204:503.e1-12

De optimale manier van baren voor tweelingen is nog niet vastgesteld. Deze review onderzocht neonatale uitkomsten bij tweelingen, waarbij vooral gelet werd op de volgorde van geboorte, manier van baren en positie van de foetus. Deze meta-analyse

omvatte achttien observationele studies tussen 2002 en 2010 met 39.571 levendgeboren tweelingen.

Neonatale morbiditeit was signi cant lager bij het eerste dan bij het tweede kind (3.0% versus 4.6%). Dit gold ook voor neonatale sterfte (0.3% versus 0.6%). Van de eerstgeborenen werd 82,0% geboren in achterhoofdsligging, was 75,3% een geplande vaginale bevalling en 61,9% een daadwerkelijke vaginale bevalling. Neonatale morbiditeit was hoger bij achterhoofdsligging vergeleken met niet-achterhoofdsligging, was niet verschillend tussen geplande vaginale bevalling of keizersnede, en was lager na een vaginale bevalling dan na een keizersnede. Er werden geen verschillen gevonden in sterftecijfers.Van de tweede geborenen werd 83,5% geboren in achterhoofdsligging, was 75,3% een geplande vaginale bevalling en 51% een daadwerkelijke vaginale

bevalling. Er waren geen signi cante verschillen in neonatale morbiditeit en mortaliteit tussen de categorieën van deze drie factoren. Als het eerste kind vaginaal en het tweede kind met keizersnede was geboren (4,9%), dan was de morbiditeit van het tweede kind hoger (19,8%) dan bij vaginale baring (9.5%) of keizersnede (9.8%); mortaliteit was niet verschillend. Als de uitkomsten werden gestrati ceerd naar zowel presentatie als manier van baren, dan was sterfte voor het tweede kind lager na een vaginale bevalling dan na een keizersnede. Dit gold voor zowel de achterhoofdsligging groep als de niet-achterhoofdsligging groep. De auteurs concludeerden dat bij een tweeling het tweede kind meer kans heeft op complicaties dan het eerste kind en dat een poging tot vaginale bevalling moet worden overwogen bij tweelingen als beiden in achterhoofdsligging liggen.

Vaginale bevalling voor tweelingen in achterhoofdsliggingRossi AC, Mullin PM, Chmait RH. Neonatal outcomes of twins according to birth order, presentation and mode of delivery: a systematic review and meta-analysis. BJOG 2011;118:823-532

41

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.41 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

www.kennispoortverloskunde.nl

Colofon: Kennispoort Verloskunde is een initiatief

van de Samenwerkende Opleidingen Verloskunde

(SOV). Deze maandelijkse nieuwsbrief verschijnt

ook als emailversie. Aanmelden kan gratis op

www.kennispoort-verloskunde.nl, het grootste

kennisplatform voor Nederlands verloskundig

onderzoek.

Postbus 2040, 3000 CA ROTTERDAM

e-mail: [email protected]

telefoon: 020 - 89 434 11

Hoofdredactie:

Paul Heere (Limetree Business Refreshment)

Redactieraad:

Elies de Geus (AVAG), Judith Manniën (AVAG/EMGO),

Irene Korstjens (AVM), Stans Verschuren (VAR),

Bernadette Kroon (AVAG).

StellingDe stelling in de afgelopen periode luidde: De latente fase bestaat niet.

Josien de Boer, KNOV: "Het

meerendeel (62%) is het niet eens met deze stelling. Gelukkig, want in de KNOV-standaard Niet-vorderende ontsluiting wordt wél uitgegaan van een latente en een actieve fase.

Waarom? Om twee redenen: 1) Om de cliënt duidelijkheid te

geven over waar zij staat en wat zij kan verwachten. Iedereen weet dat de meeste barenden niet pats-boem in de actieve fase zijn. De baring moet op gang komen en dat heeft tijd nodig. De cliënt ondervindt dit aan den lijve. Je kan tegen een cliënt die pijnlijke weeën heeft, ook al ko-men ze om het kwartier en heeft ze pas 2 centimeter ontsluiting, niet zeggen dat de (echte) baring nog niet begonnen is. Wél kan je uitleggen in welke fase de baring is en met haar en haar partner bespreken wat dat inhoudt voor hun verwachtingen en de bege-leiding.

2) Het verloop van deze beginfase is belangrijk om te bepalen of en welke interventies er nodig zijn. De effectiviteit van een aantal interventies, zoals continue on-dersteuning, is groter wanneer er vroeg, vóór de actieve fase, mee wordt begonnen. Daarom beveelt de standaard aan om langs te gaan bij vrouwen die bellen dat de baring begonnen is, om vast te stellen in welke fase de baring verkeert.

Of je deze ‘beginfase’ de ‘pre-labor’ (Hendricks) of de latente (Fried-man) fase noemt, maakt eigenlijk niet veel uit. Latent betekent ‘onzichtbaar aanwezig’ en eigenlijk is dit wel een goede benaming. De verstrijking en ontsluiting verlopen ongemerkt, alleen aan de vaak onregelmatige weeën merken de cliënt en de verloskundige dat de baring op gang komt. Belangrijker dan de naam is een duidelijke omschrijving van de kenmerken van de fasen. De wetenschappelijke onderbouwing van de standaard Niet-vorderende ontsluiting is te vin-den op Kennispoort Verloskunde.

kennispoort-verloskunde.nl

standaard niet

In dit opiniestuk pleiten de auteurs voor een eenduidige diagnose van het baringsbegin als voorwaarde voor hoogwaardige zorg bij de bevalling. Daarbij houden ze het boek van Reuwer, Bruinse en Franx Proactive Support of Labor: the challenge of normal childbirth (2009) aan voor objectieve criteria.

Een zwangere met pijnlijke contracties – minstens om de tien minuten – wordt in partu verklaard als zij een volledig verstreken portio heeft, en/of ‘tekent’, dat wil zeggen de slijmprop verliest, en/of spontaan gebroken vliezen heeft.

Voldoet zij niet aan deze objectief te veri ëren criteria, en heeft zij ook na één uur geen volledig verstreken portio, dan is zij niet in partu. Voldoet zij er wel aan dan begint vanaf dát moment de professionele verantwoordelijkheid en mag een barende niet meer alleen worden gelaten.

De KNOV-richtlijn Niet vorderende ontsluiting hanteert de latente fase, maar Reitsma et al noemen deze fase een achterhaald concept waarmee de diagnose wel of niet in partu nog steeds wordt omzeild.

Duidelijkheid is hun devies: een zwangere is wel of niet in partu. Volgens hen is dat de basis van een rationeel, consistent en vrouwvriendelijk beleid waarmee baringsleed en operatieve interventies mogelijk kunnen worden voorkomen. Daarnaast zijn antenatale voorlichting, tijdige diagnostiek en beleidsvorming, toezegging dat de barende binnen twaalf uur zal bevallen, één-op-één begeleiding, en tijdige herkenning en correctie van ineffectieve weeën noodzakelijk. Lees ook de reactie op de stelling hieronder.

Pleidooi: zwangere is wel of niet in partuReitsma W, Lammerink EAG, Zeeman GG. De diagnose van het baringsbegin: meer dan een definitiekwestie: Ned Tijdschr Geneesk. 2011;155:A2273

De stelling voor de komende periode luidt: Alle vrouwen hebben recht op continue ondersteuning tijdens de baring. Ga naar de Kennispoort-website voor de toelichting en om uw stem uit te brengen.

42

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.42 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

43

De Academie Verloskunde Amsterdam- Groningen, de Verloskunde Academie Rotterdam en de Academie Verloskunde Maastricht houden actuele verloskundige ontwikkelingen bij en integreren nieuwe kennis en inzichten in hun opleidingsactiviteiten. In deze rubriek brengen zij gezamenlijk elke maand een actueel onderwerp onder de aandacht. Deze keer: goede stagebegeleiders zijn belangrijk voor het opleiden van verloskundigen.

Het vak van verloskundige leer je voor een belangrijk deel

in de praktijk. Ongeveer de helft van het leren vindt

buitenschools plaats, voor het overgrote deel via stages in

de eerstelijns praktijk. Studenten worden in die praktijk

bijgestaan door de stagebegeleider. Esther Schoffelen is

zo’n stagebegeleider, al sinds 1995. “Ik doe dat omdat ik

het belangrijk vind om nieuwe mensen voor onze

beroepsgroep mee op te leiden. Maar voor mezelf heb ik

er ook voordeel van: studenten brengen de nieuwste

inzichten mee.”

Zelf ontdekkenSchoffelen heeft een duidelijk beeld van de rol van de

stagebegeleider. “Ik vind het belangrijk dat studenten

zich op hun gemak voelen, dat ze geen druk voelen om

te moeten presteren. Ik geef veel verantwoordelijkheid en

ruimte om zelf dingen te ontdekken, zonder er bovenop

te zitten. Soms laat ik ze bewust wat aanmodderen. Dat

eindigt wel eens in tranen – ‘Ik dacht dat ik dat al

kon’– maar als ze een probleem zelf hebben opgelost,

houden ze daar een positief gevoel aan over.”

Een goede eigenschap voor een stagebegeleider, vindt

Willemijn Bos, stagecoördinator van de Verloskunde

Academie Rotterdam. “Je moet de student de tijd geven

om zelf dingen te ontdekken. Een goede stagebegeleider

kan meegaan in de individuele ontwikkeling van de

student. Binnen het competentiegerichte onderwijs volgt

die namelijk niet een voorgeschreven programma, maar

formuleert ze haar eigen leerproces.” Bos maakt dit concreet

aan de hand van de competentie ‘diagnosticeren’.

“Vroeger kreeg de student een lijstje mee: je moet

bloeddruk kunnen meten, urine kunnen controleren,

uitwendig onderzoek kunnen doen. Als je dat goed deed,

zetten wij een handtekening. Nu verwachten wij van de

student dat zij zelf in beeld kan brengen wat diagnostice-

ren inhoudt. Dat is een andere manier van leren en dat

vraagt dus ook om een andere stagebegeleiding. Niet

zozeer beoordelen, maar kijken wat de student doet, dat

bespreken, de student erop laten reflecteren en hiermee

weer nieuwe leervragen creëren.”

BetrokkenVoor veel stagebegeleiders is dit nieuw en dat vergt een

andere didactische benadering, beseft Bos. “Wij vragen

hen om zoveel mogelijk het leerproces te beschrijven, hoe

de student een en ander heeft aangepakt, op welke

punten zij vooruitgang heeft geboekt. Dus niet alleen of

het goed of fout ging. Stagebegeleiders vinden het soms

moeilijk om hun feedback op die manier te formuleren.”

Het is voor Bos dan ook niet meer dan normaal om de

Goede stagebegeleiders verhogen

stagebegeleiders, en dat loont

Nic van Son en Els Koelewijn

Nic van Son is freelance tekstschrijver, Els Koelewijn is verbonden

aan de Verloskundige Academie van Maastricht

© S

and

er v

an d

er T

orr

en

“Het is belangrijk dat studenten zich op hun gemak voelen, dat ze

geen druk voelen om te moeten presteren”

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.43 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

44

stagebegeleiders daarin goed te ondersteunen. “Informe-

ren, onderhouden van persoonlijk contact, uitleggen wat

er van hen verwacht wordt, we nemen daar de tijd voor.

En dat loont: stagebegeleiders voelen zich dan gewaar-

deerd, voelen zich meer betrokken bij de opleiding en

nemen sneller contact op als er vragen of problemen zijn.”

Gewoon leukSchoffelen vindt het contact met de opleiding van groot

belang. “Als je al lang stagiaires begeleidt, is de valkuil

dat je een gevoel ontwikkelt dat je alles al gezien hebt,

zelfs als je nascholing volgt. Maar je hebt natuurlijk wel

de verantwoordelijkheid om die vaardigheid bij te houden

en te zien hoe de opleiding zich ontwikkelt. Ik deed dat

bijvoorbeeld als lid van de werkveldcommissie van de

AVM. Ik zit dan dicht bij het vuur, weet precies wat er

speelt en kan ook dingen kwijt die in onze praktijk spelen.”

Ook Renate Hazel begeleidt al 15 jaar lang stagiaires. Zij

beaamt de woorden van Schoffelen. “Onze stagiaires

komen van de Academie in Rotterdam. De Academie is

nog niet zo lang geleden begonnen om praktijken

persoonlijk te bezoeken, in elke stageperiode. Dat

face-to-face contact werkt erg fijn en we worden snel

geïnformeerd over de nieuwe aanpak van de opleiding.

En dat persoonlijke contact werkt ook naar de andere

kant toe: wij vertellen de opleiding waar wij mee bezig

zijn, zoals een sociaal project rondom preconceptiezorg.

De VAR staat daar heel open voor, zorgt meteen voor twee

studenten die in zo’n project kunnen meedraaien. Dat is

nou echt ‘samen opleiden’, en het is ook gewoon leuk!”

InzichtEen andere manier voor stagebegeleiders om vernieuwin-

gen in de opleiding bij te houden en contacten te

onderhouden, is deelname aan de vierdaagse cursus

‘Stagewerkbegeleiding’. Alle opleidingen bieden die aan,

in verschillende vormen. Astrid Merkx organiseert de

cursusen van de AVM. Tweemaal per jaar is er een groep

van maximaal 15 stagebegeleiders. “De cursus bestaat uit

een theoretisch deel, een oefengedeelte en een uitvoerend

deel,” legt Merkx uit. “In het theoretische deel wordt

onder meer uitleg gegeven over het competentiegerichte

curriculum. De cursus zelf gaat ook uit van competentie-

gericht leren. Zo belichten we uitgebreid de diverse rollen

volgens het ‘competentieprofiel stagebegeleider’:

stageorganisator, begeleider/coach, rolmodel, assessor

en innovator.” Na de theorie volgt het oefengedeelte.

“Cursisten vinden dat altijd leerzaam,” vertelt Merkx.

“Ze dragen zelf een casus aan en spelen die uit in kleine

groepjes. Studenten of acteurs spelen dan de rol van de

stagiaire. Daarna bespreken we het rollenspel. Omdat de

cursisten het competentiegericht leren nu zelf ervaren,

ontstaat er bij hen veel inzicht, bijvoorbeeld in de manier

waarop je feedback kunt geven.”

KwaliteitsverbeteringHazel gaat binnenkort met een collega de cursus in

Rotterdam volgen. “Wij gaan serieus om met stage-

begeleiding. Wij voelen ons verantwoordelijk om

studenten een plek met een goed leerklimaat te bieden.

Het is alweer een aantal jaar geleden dat wij een cursus

gevolgd hebben, maar in de komende anderhalf jaar

gaan wij allemaal meedoen, twee aan twee. Om weer

helemaal up-to-date te zijn.” Bos is er blij mee: “Stage-

begeleiders hebben een verantwoordelijke taak en wij als

opleidingen investeren veel tijd om hen te ondersteunen,

van cursus tot persoonlijke contacten tot laagdrempelige

bereikbaarheid. Stagebegeleiders steken er op hun beurt

ook veel energie en tijd in en we zien dat dit absoluut

leidt tot een flinke kwaliteitsverbetering. In de stages en

dus ook in de opleidingen.”

© S

and

er v

an d

er T

orr

en

© S

and

er v

an d

er T

orr

en

“Wij vragen hen om zoveel mogelijk het leerproces te beschrijven,

hoe de student een en ander heeft aangepakt, op welke punten

zij vooruitgang heeft geboekt.”

Stagebegeleiders steken er op hun beurt ook veel energie en tijd in

en we zien dat dit absoluutleidt tot een flinke kwaliteitsverbetering.

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.44 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

45

Amsterdam heeft alles. Je rijdt rond in villawijken en in asielzoekerscentra, je

wordt als voetveeg behandeld of binnengehaald als de koningin. Alles kan.

Op een dag werd ik gebeld door de kennis van iemand die dringend hulp nodig

had. Maar een adres kon ze niet geven en een naam eigenlijk ook niet. Ik slaagde

erin de vrouw ervan te overtuigen dat het allerminste wat ze me moest geven

een adres was. Ik beloofde het adres aan niemand door te geven en meteen

weer te vergeten.

Toen ik aankwam, had de onbekende vrouw haar baby al verloren. Twintig

weken oud, goed herkenbaar als een jongetje, maar niet levensvatbaar. De

illegale moeder zat op een kleedje. Haar leven was in duigen. Deze baby

was haar hoop op een toekomst geweest. Ze was al moeder van twee

kinderen. Die had ze achtergelaten bij haar familie. Zonder

kinderen dacht ze meer mogelijkheden te hebben om geld te

verdienen en dan zou ze later haar kinderen hierheen halen.

Zes jaar had ze haar kinderen al niet meer gezien.

Nu had ze een man ontmoet uit Oostenrijk. Hij had haar

gouden bergen beloofd. Als ze een kind van hem zou

hebben, zou hij haar naar Oostenrijk halen. Dan zouden

ze trouwen en doordat ze dan al een kind samen

hadden zou het makkelijk zijn haar papieren rond te

krijgen. Dan zou ze weer legaal ergens kunnen wonen,

weer iemand kunnen zijn met een paspoort, een status

en een baan. Dan zouden de andere twee kinderen

naar Europa kunnen komen. Zes jaar lang had ze huizen

schoongemaakt en elk beetje geld wat ze verdiende

opgestuurd. Van niets had ze geleefd.

En nu, nu was haar twintig weken oude hoop vervlo-

gen. Gewoon, zomaar, op een doodnormale dinsdag,

uit haar schoot gevallen. Zonder kind hoefde ze zich

niet in Oostenrijk te vertonen.

Als vroedvrouw kan je weinig.

Ik bekeek foto’s van haar kinderen. Ik luisterde en

luisterde, steeds maar weer naar hetzelfde verhaal. Ik legde

mijn hand in de hare. Ik zweeg. Zij ook, na een tijd.

Er zijn in Nederland allerlei instanties maar meestal niet voor

illegalen. Er zijn in Nederland allerlei potjes, maar meestal niet voor illegalen.

En bovendien, het zijn nomaden. Ze hebben geen vaste woon- en verblijfplaats,

ze wisselen constant van 06-nummer, geven valse namen en geboortedata door

en ze zijn vaak na een tijdje niet meer te vinden. Wij zijn niet opgeleid tot

maatschappelijk werksters maar we hebben goede oren, warme handen en

brede schouders. Laten we die behouden, laten we al onze eigenschappen, die

niet zo gemakkelijk in evidence te vangen zijn, behouden en laten we onthou-

den hoe uniek we daarin zijn. Bescheidenheid heeft soms een hoge prijs.

Ruth Evers

Tussen hemel en aarde

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.45 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

Verloskundigen Praktijk de Eedenburgh

Hilversum

Wij zijn op zoek naar een echoscopiste voor 1 dagdeel per week.

Kun je iets voor ons betekenen?We bestaan uit een driemanspraktijk, waarin we op onze eigen locatie 1e lijns echo’s aanbieden.Heb je er zin in? Mail of bel ons graag:Verloskundigen Praktijk de Eedenburgh Frederik van Eedenlaan 13E1215 EK HilversumTel. 06-53448288Email: [email protected]: www.eedenburghverloskundigen.nl

Op zoek naar een Opvolger:

Onze verloskundige praktijk in het midden van het land is op zoek naar iemand die ambitie heeft om de praktijk over te nemen.

dienst (parttime)

omvat enkele dorpen met een plezierige cliëntenpopulatie.

de 140-150 per jaar

collega praktijken alsook de plaatselijke ziekenhuizen

begeleiding staan bij ons hoog in het vaandel

Heb je interesse stuur dan een sollicitatie met je cv per mail:

[email protected]

We nemen dan zo spoedig mogelijk contact met je op.

Vroedvrouwenpraktijk Ruyschstraat in Amsterdam zoekt per 1 januari 2012 een verloskundigen die interesse heeft om bij ons te komen werken.

Er komt een plek voor een nieuwe maat vrij, dus zoeken wij iemand om ons team aan te vullen.Wij zijn werkzaam in Amsterdam-Oost, Watergraafs meer en Centrum en hebben tussen 200-300 zorg gevallen per jaar.Onze populatie is multicultureel en een goede afspiegeling van de samenleving in Amsterdam. We hebben 4 dagen per week een praktijkassistente.Vanaf 2010 werken we in roosters waarin de dienst en de kraamvisite zijn gescheiden. Heb je interesse om ons team aan te vullen, ontvangen wij graag je sollicitatie per post of mail tot 10 november 2011 tav Eveline Corporaal.Heb je vragen betreffende de vacature kun je altijd bellen of mailen. Vroedvrouwen RuyschstraatRuyschstraat 71-hs1091 BX Amsterdam020-463-5858/06-54626698info@vroedvrouwen-ruyschstraat.nlwww.vroedvrouwen-ruyschstraat.nl

Honger in deHoorn van Afrika!Help de slachtoffers in Ethiopië, Kenia en Somalië.

Giro 555Den Haag

S A M E N W E R K E N D E H U L P O R G A N I S A T I E Swww.giro555.nl

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.46 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

47

Heb je altijd verloskundige willen worden?

No! Ik deed een biologieopleiding en ik woonde destijds

in een woongemeenschap; we waren allemaal hippies.

Daar zijn we ooit begonnen om elkaars bevallingen te

doen. Dit was in de jaren ’70. Zodoende werd mijn

interesse gewekt. Ik begon er wat meer over te lezen en

realiseerde me wat er allemaal kon gebeuren en begreep

toen dat ik meer training nodig had!

Dienstauto: Opgeruimd of een puinzooi?

Nu heb ik wel een auto en die is best opgeruimd. Toen ik

voor het eerst begon te werken, deden we alles op de

fiets. Veel van mijn collega’s hebben een fourwheeldrive

omdat ze soms naar afgelegen gebieden moeten om een

bevalling te doen. Maar dat betekent natuurlijk niet

automatisch een opgeruimde auto!

Vreemdste plek waar je ooit een bevalling deed?

In een Tipi in een National Forest. Om er te komen moest

ik anderhalf uur lopen over een klein pad vanaf de

dichtstbijzijnde weg in het bos. Het was in onze hippietijd

en sommigen van ons leefden als nomaden. Deze vrouw

was zelf ook een verloskundige. Ze was zelfs mijn mentor

destijds, dus ze wist drommels goed wat ze deed.

Grootste overeenkomst tussen jou en je collega’s?

The woman’s right to choose. Wij delen met z’n allen een

heel sterke mening dat indien een zwangere goed

geïnformeerd is over alle voors en tegens van een

bepaalde keuze ten aanzien van haar zwangerschap of

bevalling, dat we haar hierin te allen tijde moeten

steunen. Als het een keuze is waar ik echt niet achter kan

staan, dan zorg ik er voor dat ik een collega voor haar

vind die haar wel wil begeleiden. We zorgen er met

elkaar voor dat de zwangere de zorg krijgt die zij wenst.

Waar zijn jij en je collega’s het altijd over oneens?

Over de normality of birth. Er is altijd een bepaalde

spanning tussen wat andere collega’s ‘normaal’ vinden en

wat de regelgeving ons toestaat nog te doen (de

zogenaamde scope of practice. Ik heb inmiddels meer

dan dertig jaar ervaring en heb zo’n duizend bevallingen

begeleid en denk vaker dat iets nog wel kan en normaal

is dan sommige van mijn collega’s.

Waar zou je in de praktijk meer aandacht aan willen

besteden?

Ik zou willen dat ik mezelf beter zou kunnen organiseren,

zodat ik meer tijd heb… Dan zou ik bijvoorbeeld meer

kunnen schrijven en een bijdrage kunnen leveren aan

tijdschriften en dergelijke. Ook zou ik tijd willen hebben

om onderzoek en meer internationaal werk te doen.

Zou je zelf in het ziekenhuis of thuis bevallen?

Ik ben twee keer bevallen op de manier zoals ik dat wenste:

thuis. Ik heb twee kinderen. En als ik nog een keer moest

bevallen, dan zou ik weer zo doen. De eerste keer ben ik

bevallen met vriendinnen die alle zes student verlos-

kundigen waren. Er waren ook nog twee gediplomeerde

verloskundigen bij. O ja, en mijn man natuurlijk! Ik had

een langdurige bevalling dus ik had iedereen ook echt

wel nodig.

De tweede keer ben ik alleen in aanwezigheid van mijn

man en mijn vijfjarige dochter bevallen. Mijn dochter

heeft de navelstreng doorgeknipt. Ik wilde er die tweede

keer echt geen andere mensen bij. Ik werkte destijds in

een geboortecentrum dat op tien minuten om de hoek

“Ik zou willen dat ik mezelf beter zou kunnen

organiseren,zodat ik meer tijd heb…”

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.47 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

Jannet JH Bakker MSc won de prijs voor de beste

publicatie van 2010 vanuit het Amsterdams Medisch

Centrum. Het ging om haar publicatie in het New

England Journal Medicine van 28 januari 2010 (362;4).

Het artikel droeg als titel Outcomes after Internal versus

External Tocodynamometry for Monitoring Labor.

Jannet J.H. Bakker, M.Sc., Corine J.M. Verhoeven, M.Sc.,

Petra F. Janssen, M.D., Jan M. van Lith, M.D., Ph.D.,

Elisabeth D. van Oudgaarden, M.D., Kitty W.M. Bloemen-

kamp, M.D., Ph.D., Dimitri N.M. Papatsonis, M.D., Ph.D.,

Ben Willem J. Mol, M.D., Ph.D., and Joris A.M. van der

Post, M.D., Ph.D.

48

lag. Dus als er echt problemen waren geweest, had ik ze

zo kunnen bellen. Het was een magische ervaring!

Als je Minister van Volksgezondheid zou zijn, wat is

het eerste dat je zou veranderen?

In de Verenigde Staten (VS) bestaat geen Ministerie van

Volksgezondheid. Gezondheidszorg is geen onderdeel

van de Bill of Rights [De Bill of Rights is de naam van de

eerste tien amendementen van de grondwet van de VS.

nvdr.] De Republikeinen in de VS vinden dat er geen recht

op gezondheidszorg bestaat en hun invloed is te sterk om

hier verandering in aan te brengen. Dus ik zou er voor zorgen

dat er een Ministerie van Volksgezondheid zou komen!

Wie is je grootste inspiratie in je vak?

Ik ben geïnspireerd door veel mensen, maar vooral door

mijn vriendinnen en collega’s zoals Naoli Vinaver, een van

mijn studenten van lang geleden en mijn goede vriendin

Leopi Sanderson. Beiden hebben zo’n enorm vertrouwen

in het geboorteproces. Zij houden hier beiden regelmatig

spreekbeurten over en brengen daarbij de schoonheid

van dit proces naar voren.

Hoe denk je dat het vak eruit ziet over tien jaar?

Ik denk dat we dan een stuk verder zijn. De pendule slingert

altijd heen en weer en ik denk dat de pendule naar de kant

slingert van de verloskunde en de fysiologische bevalling.

Ik hoop ook dat het vak verloskunde en de vierjarige

opleiding tot verloskundige tegen die tijd eindelijk zullen

zijn gelegaliseerd in alle staten van Amerika. Het zou

fantastisch zijn om onderdeel te worden van de reguliere

zorg zodat wij bijvoorbeeld ook gewoon onze rekening

kunnen indienen bij de zorgverzekeraars. Het zou

geweldig zijn indien we een soortgelijk verloskundig

systeem zouden kunnen hebben als in Nederland!

Heb je nog ambities?

Jazeker. Ik wil graag een Youth Leadership project

opzetten. Wij, de oude garde, worden oud en er zijn

onvoldoende mensen om ons werk voort te zetten and

there is still so much work to do!

© A

MC

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.48 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

49

Nederlandse ouders, geboren in Zuid-Afrika, gedeeltelijk opgegroeid in Nederland, opgeleid in België en een flinke dosis werkervaring opgedaan in Nederland: Margreet Wibbink ging op zoek en vond zichzelf in Jeffrey’s Bay waar zij samen met een Zuidafrikaanse collega een verloskundige praktijk oprichtte op basis van de Nederlandse werkwijze. Verslag van een bezoek.

Margreet staat ons - ik reis samen met Inger Aalhuizen - op

te wachten bij de luchthaven van Port Elizabeth; we gaan

meteen op pad. We worden verwacht op de opleiding

verloskunde van de Nelson Mandela Metropolitan

University, ofwel de NMMU. Dr. Sindisiwe James, hoofd

van de opleiding verloskunde, wil graag nader kennis

maken met de twee Nederlandse verloskundigen die haar

‘star-pupil’ komen bezoeken. Margreet doet de tweeja-

rige opleiding Advanced Midwifery and Neonatal Science

aan deze universiteit. De on-top opleiding, die doet

denken aan onze opleiding voor klinisch verloskundigen,

zorgt voor verdere verdieping van het vak verloskunde.

De studenten leren ondere andere het uitvoeren van een

uitwendige versie, een vacuümextractie, microbloedon-

derzoek en leren zelfs omgaan met forceps. Het skills lab

voor de klinische lessen ziet er dan ook goed uit: alle

benodigde fantomen zijn aanwezig.

De basisopleiding verloskunde in Zuid-Afrika duurt een

jaar bovenop de driejarige opleiding verpleegkunde.

Verloskundige is net zoals in Nederland een beschermde

titel in Zuid-Afrika. Iedere jaar komen zo’n 25-30 nieuwe

verloskundigen van de opleiding af op NMMU. We steken

ons hoofd om de deur bij de verloskundige studenten die

vlak voor hun examens zitten. In de klas bevinden zich

maar liefs vier mannelijke studenten!

Als we hierna de afdeling verloskunde bezoeken van het

academische Dora Nginza ziekenhuis in Port Elizabeth,

blijkt wel dat de Advanced opleiding geen overbodige

luxe is. De afdeling wordt min of meer gerund door de

Suze Jans

Suze Jans is verloskundige en lid van de redactie

PROFESSIONAL ASSOCIATIONSA midwives association existsNumber of midwifery professionals represented by an association

Association(s) affiliated with ICM; ICN

POLICIESA national maternal and newborn health plan exists that includes the midwifery workforceThe plan is costed

The national health workforce plan specifically addresses midwiferyCompulsory notification of maternal deathsSystematic maternal death audits and reviewsConfidential enquiry for maternal deathsCompulsory registration of all birthsAll maternal and newborn health services are free (public sector)

SERVICESNumber of facilities providing essential childbirth careNumber of Basic Emergency Obstetric and Newborn Care (EmONC) facilitiesNumber of Comprehensive EmONC facilitiesFacilities per 1,000 births

Midwives per 1,000 live birthsBirth complications per day; ruralLifetime risk of maternal deathIntrapartum stillbirth rate (per 1,000 births)

Neonatal mortality as % of under-5 mortality

Where women give birth: urban vs. rural

Who attends births: urban vs. rural

Projected number of births, by age of mother

Trends in maternal mortality: 1990–2015

www.stateoftheworldsmidwifery.com

MIDWIFERY BAROMETER

Explanatory notes: *Annex 2 provides a complete list of source data. All data sources are from 2008 unless otherwise stated. Where country respondents stated that data were not available, the term ‘Unavailable’ is used. In all other instances, ‘–‘ is used to denote a nil response or data that requires further verification. 1. 2008 estimates based on country data returns and the WHO Global Atlas of the Health Workforce. 2. Includes midwives, nurse-midwives and nurses with midwifery competencies. These figures do not necessarily reflect the number of practising midwives or the ICM definition of a midwife. 3. Auxiliary midwives and auxiliary nurse-midwives.

133PART 4: COUNTRY PROFILES

ZIMBABWE

Pretoria

SOUTH AFRICA

BOTSWANAMOZAMBIQUE

SWAZILAND

LESOTHO

NAMBIA

Yes

72,000

Yes; Yes

No

Yes

No

Yes

Yes

Yes

Yes

Yes

Unavailable

430

229

452; 172

1 in 100

10

30

0102030405060708090

100

% o

f liv

e bi

rths

Urban Urban RuralRural1998 2003

Home (own or someone else’s)Private/NGO facility

Public facility

0102030405060708090

100

% o

f liv

e bi

rths

Urban Urban RuralRural1998 2003

Other/no one

Midwives/nurse-midwives/auxiliariesDoctor

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

num

ber o

f birt

hs (t

hous

ands

)

2010-2015

2020-2025

2025-2030

2015-2020

35-49

20-34

15-19

SOU

TH

AFR

ICA

Actual MMR trendTarget 2015

0

125

250

375

500

20152010200520001990 1995

mat

erna

l dea

ths

per 1

00,0

00 li

ve b

irths

58

410440

380

230260

Hoop doet leven. Medewerkers van de praktijk

Margreet in de spreekkamer van de praktijk

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.49 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

50

verloskundigen. Zij doen bijna alle bevallingen behalve de

sectio’s. Gemelli’s, kunstverlossingen, stuiten, ze lijken

hun hand er niet voor om te draaien. De artsen zijn in de

buurt mocht het noodzakelijk zijn.

Het publieke ziekenhuis, Dora in de volksmond, wordt

voornamelijk bezocht door de zwarte en zogenoemde

gekleurde bevolking uit Port Elizabeth en omgeving. De

blanke en meestal rijkere bevolking maakt voornamelijk

gebruik van de privéziekenhuizen. De afdeling beschikt

over negen verlosbedden en doet ruim zeshonderd

bevallingen per maand. Het sectiopercentage is 50%,

maar alle hoogrisico zwangeren uit de wijde omgeving

worden naar dit overheidsziekenhuis verwezen. Ter

vergelijking: het sectiopercentage in het streekziekenhuis

in Humansdorp waar Margreet haar zwangeren naar toe

verwijst, is 16 %. De HIV epidemie in Zuid-Afrika is nog

steeds de grootste ter wereld. De helft van de bevolking

leeft in armoede. Het perinatale sterftecijfer in Zuid-Afrika

is 19 per 1000 geboortes; het maternale sterftecijfer is

410 per 100.000 [UNFPA 2011].

We bezoeken de verloskamers. Zuurstof en entenox zijn

beschikbaar via een uitgang in de muur, en een birthing

chair staat glimmend maar ongebruikt in de hoek. Van

continue begeleiding lijken ze nog nooit gehoord te

hebben en veel privacy hoeven de vrouwen die het

ziekenhuis bezoeken niet te verwachten. De verloskamers

tellen drie bedden per kamer; de deur van een van de

kamers staat open en laat een moederziel alleen liggende

barende vrouw zien. De gordijntjes om het bed zijn niet

dichtgetrokken. Maar vergeleken bij sommige andere

ziekenhuizen, is de zorg redelijk, vertelt Margreet. Er

werkt adequaat geschoold personeel in het ziekenhuis, er

zijn voldoende beschikbare middelen, de hygiëne is goed

en de zorg is gratis beschikbaar. “Maar”, verzucht ze,

“de professionaliteit en passie voor het vak zijn vaak ver

te zoeken, vooral op de verloskamers...”

Op de afdeling neonatologie wemelt het van de vaders en

moeders. Opvallend is de aandacht voor de kangoeroe-

methode om de vele pre- en dysmaturen te verzorgen. De

kinderen gaan vroeg naar huis; ze worden met een

gewicht van 1,5 kg. ontslagen. Ook thuis worden de

ouders daarom gestimuleerd om hun kind bij zich te

houden. De prevalentie van wiegedood in Zuid-Afrika is

hoog; 21 per 1000 geboortes [UNFPA 2011].

De praktijk van Margreet is gevestigd in een modern

gebouw naast een apotheek, waarin ook een huisarts is

gevestigd. ‘Healthy mom and baby clinic’ staat er gegraveerd

op de glazen deuren die toegang tot de praktijk verschaffen.

Margreet en haar collega Laura Birch hebben de verlos-

kundige praktijk opgezet met steun van onder andere het

NCDO [NCDO is het Nederlandse kennis- en adviescentrum

voor burgerschap en internationale samenwerking en wordt

gefinancierd door het Ministerie van Ontwikkelingssamen-

werking, red.]. Maar ook met sponsoring van de kerk -

gemeenschap waartoe de beide verloskundigen behoren.

Haar geloof is een van de sterke drijfveren van Margreet.

Er is dagelijks spreekuur. De praktijk heeft een eigen

echoapparaat waarmee Margreet termijn- en liggings-

echo’s maakt. Ondanks dat hier wel een kleine bijdrage

voor wordt gevraagd, wordt er veel gebruik van gemaakt:

het alternatief is een busreis naar Humansdorp en lange

wachttijden in het ziekenhuis.

Glimmend

maar ongebruikt

De kangoeroemethode wordt aangemoedigd

Praktijkingang van de ‘Healthy mom and baby clinic’

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.50 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

51

Margreet en Laura zijn vorig jaar een public-private

partnership aangegaan met de publieke overheid. Dit

betekent dat ze alle vaccinaties en medicijnen kosteloos

via de overheid kunnen bestellen. Daar staat tegenover

dat zij hun diensten zonder betaling moeten aanbieden

omdat de basis gezondheidzorg gratis is in Zuid-Afrika.

De zorg in de verloskundige praktijk van Margreet en

Laura is voor alle bevolkingsgroepen toegankelijk: zwart,

blank, rijk en arm; iedereen is welkom. Verloskundigen in

Zuid-Afrika hebben een uitgebreide voorschrijfbevoegd-

heid: anticonceptie, maar ook antibiotica voor bijvoor-

beeld seksuele overdraagbare aandoeningen mogen door

hen worden voorgeschreven. En dat is maar goed ook:

naast het hoge HIV percentage is de prevalentie van

seksueel overdraagbare aandoeningen hoog: Syfilis komt

bij 5-15% van de patiënten op het prenatale of anticon-

ceptiespreekuur voor; gonorroe bij 8%; en chlamydia en

andere vaginale infecties bij 16 tot 49% van de gevallen

[Pham-Kanter, 1996].

De salarissen van de twee verloskundigen worden echter

niet betaald door het reguliere gezondheidsysteem. Dat

maakt de aansluiting met de reguliere gezondheidszorg

ook lastig. Ook is het zo dat het makkelijker is om

subsidie te krijgen voor een nieuw project dan om een

project te onderhouden. Ze zijn dan ook voornamelijk

afhankelijk van hun sponsoren. Om hun inkomens te

suppleren, heeft Margreet af en toe dienst voor het

particuliere ziekenhuis in Humansdorp; Laura wordt

‘gesponsord’ door haar man.

TienerzwangerschappenDe praktijk heeft veel aandacht voor tienerzwangerschap-

pen; het aantal tienerzwangerschappen in Zuid-Afrika is

relatief hoog en bedraagt 5,4 % van alle geboorten

[UNFPA, 2011] (ter vergelijking: In Nederland is dit Neder-

land: 0,53% [CBS 2010]) De praktijk geeft regelmatig

voorlichtingsmiddagen speciaal voor jonge moeders. Er is

een speciale ruimte ingericht om hen in alle rust te

kunnen counselen. Ook is er een zogenaamde safetybox

beschikbaar aan de buitenkant van de praktijk, waar

moeders in nood hun kind te vondeling kunnen leggen.

Gelukkig is daar tot nu nog nooit gebruik van gemaakt.

We gaan op stap met de mobile clinic. Dat betekent de

wijk in, of beter het township in om visites te rijden. Het

township bestaat uit een grote verzameling zogenaamde

Mandelahuizen. Er zijn zo’n 40.000 (de belofte destijds

was tenminste een miljoen) van deze huizen gebouwd na

het aantreden van Nelson Mandela als president. Hij vond

dat iedere Zuidafrikaan recht had op een stenen huis. De

woningnood is groot. Achteraan in het township bevindt

zich een grote verzameling schamele golfplaten bouw-

sels; de weg is vaak niet meer dan een hobbelig modder

pad. Elektriciteit, riolering of stromend water zijn zeldzaam

in dit deel van het township. In een van deze golfplaten

huizen is een crèche gevestigd waar de kinderen vandaag

worden gewogen en vitamine-supplementen krijgen

toegediend.

Er is nauwelijks speelgoed en de muren zijn van karton.

De kinderen laten zich gewillig wegen en helpen elkaar

met aan en uit kleden. De groeikaarten worden nauw-

keurig bijgehouden en er wordt opgelet dat de kinderen

regelmatig gezien worden op het consultatiebureau. Dit

kan op de reguliere locatie, maar ook op de praktijk van

Margreet en Laura. Daar heeft Sister Loretta Nel de

verantwoordelijkheid over het consultatie bureau. Omdat

de wachttijden minimaal zijn en er meer aandacht en

voorlichting wordt gegeven komen moeders graag.

De visite aan de pasgeboren drieling maakt indruk. De

meerlingzwangerschap werd pas tijdens de bevalling

ontdekt. Het gezin bestaat nu uit zes kinderen. De vader

Het township: niets meer dan een hobbelige modderweg

vol met gaten en schaars sanitair

Achteraan in het township bevindt zich een grote

verzameling schamele golfplaten bouwsels...

Koud in de winter, heet in de zomer

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.51 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

52

is werkeloos. Moeder maakt zich duidelijk zorgen over

hun financiële situatie. Alhoewel het onderwijs gratis is,

moeten de kosten voor de schoolbus van haar dochter

wel nog worden betaald anders kan zij niet naar school.

De moeder is HIV positief (status vader onbekend). In

verband met de overdrachtskans van het virus, betekent

dat of volledige borstvoeding of overgaan op flesvoeding

(bij gemengd voeden is de overdrachtskans het grootst

[Nat. Dept. Of Health, 2008]. Gelukkig is kunstvoeding

gratis beschikbaar. Het huis is koud en vochtig. De situatie

lijkt zorgelijk. Maar tijdens de controle blijkt dat de

kinderen goed drinken en mooi op gewicht zijn.

Post natale zorg is geen onderdeel van de reguliere zorg

in Zuid-Afrika, maar de praktijk van Margreet zorgt in

ieder geval voor één postnatale controle thuis. De

moeders worden verzocht om voor een volgende controle

naar de praktijk of de reguliere kliniek te gaan.

Het spreekuur de volgende dag is eigenlijk identiek aan

een spreekuur bij een Nederlandse praktijk. Met het

verschil dat de casussen stuk voor stuk indrukwekkend

zijn. We zien die dag onder andere een zwangere met

syfilis, een vrouw met een kind met foetaal alcohol

syndroom in de anamnese en de helft van de vrouwen is

HIV positief. Controles die ons in Nederland veel tijd

zouden kosten zijn hier de normaalste gang van zaken.

De apartheid in Zuid-Afrika werd officieel in de periode

van 1990-1994 afgeschaft. Maar de economische

verschillen en daarmee ook de verschillen in gezondheids-

en zwangerschapsuitkomsten, tussen de zwarte en de

blanke bevolking lijken nog steeds onoverkomelijk groot.

De omstandigheden in de Eastern Cape, waar Jeffreys

Bay zich bevindt, zijn een van de minst gunstigste.

Margreet denkt hardop: “Dat is misschien wel waarom ik

in J-Bay terecht ben gekomen.”

Meer informatie over de praktijk van Margreet Wibbelink

en Laura Birch kunt u vinden op www.healthymomand-

babyclinic.com

Referenties

-

De crèche: er is nauwelijks speelgoed en de muren zijn van karton.

De visite aan de pasgeboren drieling maakt indruk. Het gezin

bestaat nu uit zes kinderen. De vader is werkeloos. Moeder maakt

zich duidelijk zorgen over hun financiële situatie:drie extra mon-

den om te voeden...”En straks moeten ze ook nog naar school...”

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.52 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

53

Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 7 juli 2010 binnen-gekomen klacht van: A, en B, in hun hoedanig-heid van Senior-Inspecteur, respectievelijk Inspecteur voor de Volksgezondheidszorg te C, klaagsters,tegenD, verloskundige, wonende te E, destijds werkzaam te F, verweerster, gemachtigde prof. mr. J.G. Sijmons, advocaat te Zwolle.

1. Het verloop van de procedureHet college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift met de bijlagen;

- het verweerschrift met de bijlagen;

- de repliek;

- de correspondentie betreffende het vooronderzoek;

- de brief van de gemachtigde van verweerster van 29

november 2010, binnengekomen op 30 november 2010.

De klacht is ter openbare terechtzitting, op voet van

artikel 57 lid 1 en lid 2 van de Wet op de beroepen in de

individuele gezondheidszorg (hierna: de Wet BIG) ,

gezamenlijk behandeld met de klachtzaak van klaagsters

tegen G, geregistreerd onder nummer 10/190 en de

klachtzaken van H en I tegen verweerster en G geregistreerd

onder respectievelijk de nummers 11/024 en 11/025V.

Partijen waren aanwezig.

Verweerster werd bijgestaan door prof. mr. Sijmons

voornoemd.

Klaagsters, verder te noemen IGZ, en prof. mr. Sijmons

hebben over en weer een toelichting gegeven aan de

hand van een pleitnota die aan het college is overgelegd.

2. De feitenOp grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting

heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden

uitgegaan:

Verweerster is als klinisch verloskundige verbonden

geweest aan het J te F, verder het ziekenhuis.

De klacht heeft betrekking op de bevalling van mevrouw I,

verder te noemen patiënte, op 5 mei 2009.

Een eerdere zwangerschap van patiënte was gecompli-

ceerd geweest door diabetes gravidarum, een primaire

weeënzwakte en een matig CTG, uitmondend in een

spoedsectio. Uiteindelijk werd een gezonde zoon

geboren.

Bij deze tweede zwangerschap van patiënte zijn op de

polikliniek alle risico’s ingeschat en onderkend en met de

ouders besproken door de behandelend gynaecoloog, K

(verder K). Er is onder meer afgesproken dat vroegtijdig

met 39 weken op 7 mei 2009 een proefbaring van drie

uur door middel van een cervixdilatatie zou plaatsvinden.

De à terme datum was 15 mei 2009.

Op 4 mei 2009 zijn bij patiënte om 07.00 uur de weeën

begonnen. Patiënte heeft zich bij het ziekenhuis gemeld,

maar werd naar huis gestuurd omdat zij nog niet in partu

was.

Op 5 mei 2009 (nationale feestdag met zondagsdienst)

om 01.00 uur heeft patiënte zich wederom gemeld in het

ziekenhuis met krachtigere contracties. Zij is weer naar

huis gestuurd zonder een gynaecoloog te spreken,

hoewel zij daarom wel had verzocht.

Om 06.25 uur is er telefonisch contact geweest tussen

patiënte en personeel in het ziekenhuis, waarna patiënte

naar het ziekenhuis is gegaan. Om 06.45 uur is zij

aangesloten aan het CTG apparaat. Om 10.30 uur is

patiënte getoucheerd door een verloskundige en is 4 cm

ontsluiting geconstateerd.

Om 13.00 uur is bij patiënte een epiduraal ingebracht op

de verkoeverkamer van de OK.

Om 13.30 uur heeft de gynaecoloog (die vanaf 9 uur dienst

had) voor de eerste keer patiënte bezocht en is een

proefbaring en bijstimulatie besproken.

De dienstdoende verloskundige heeft om 14.00 uur de

vliezen van patiënte gebroken en meconiumhoudend

vruchtwater geconstateerd. Na overleg met de gynaeco-

loog heeft de verloskundige opdracht gegeven om bij te

stimuleren met oxytocine.

Verweerster is om 15.00 uur begonnen met haar dienst in

het ziekenhuis.

Verweerster heeft rond die tijd tegenover de gynaecoloog

haar bezorgdheid geuit over het ingezette beleid (over de

combinatie van een litteken-uterus, epiduraal en bijstimu-

leren; zij stelde de vraag, hoe lang het nog verantwoord

was om door te gaan). De gynaecoloog heeft toen

geantwoord dat, als zij dacht dit niet aan te kunnen, zij

niet geschikt was voor tweedelijns verloskunde, of

woorden van gelijke strekking. Dit incident heeft plaats-

gevonden in het bijzijn van een verpleegkundige en een

co-assistent. Tussen verweerster en de desbetreffende

gynaecoloog had zich niet lang daarvoor een incident

voorgedaan bij een soortgelijke bevalling.

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.53 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

54

Om 16.45 uur heeft de gynaecoloog patiënte voor de

tweede maal gezien.

Verweerster en gynaecoloog hebben om 16.45 uur bij

patiënte een druklijn geplaatst.

De gynaecoloog is om 17.10 uur naar huis gegaan. Hij

had thuis de mogelijkheid het EPD (elektronisch patiënten

dossier) te lezen maar geen mogelijkheid om het CTG te

zien. In het EPD staat om 18.15 uur vermeld dat de

ontsluiting 6-7 cm is. De gynaecoloog heeft dat als

gunstig beoordeeld. Tevens wordt in het EDP een

duidelijke omschrijving gegeven van het CTG dat een

diepe deceleratie met late component, herstel tot 180sl/

min en daarna moeilijk te beoordelen basislijn laat zien.

Ook het reeds bekende feit dat het vruchtwater meconi-

umhoudend was is hier zichtbaar. Hij heeft geen contact

opgenomen met verweerster.

Verweerster heeft om 18.15 uur patiënte opnieuw

getoucheerd. De ontsluiting was dus 6-7 cm en bij het

verrichten van het VT liet het CTG diepe deceleraties zien.

Verweerster heeft daarop voor de tweede maal de stand

van de epiduraalpomp opgehoogd. De aard van de pijn

bij patiënte was inmiddels veranderd.

Tussen 19.30 uur en 20.10 uur is niemand bij patiënte op

de verloskamer geweest. Verweerster had ook de zorg

voor een andere patiënte op de afdeling met een HELLP

syndroom.

Om 20.10 uur is de co-assistente bij patiënte gekomen en

heeft zij opgemerkt dat het CTG was verslechterd. Zij

heeft onmiddellijk verweerster geïnformeerd waarna de

gynaecoloog is gebeld. De gynaecoloog is om 20.30 uur

gekomen en heeft tot een spoedsectio besloten.

Bij de spoedsectio is een uterusruptuur geconstateerd

met een dehiscentie (openscheuren) van het oude

litteken. Het kind bevond zich met hoofd en schouders in

de buikholte en de placenta lag los. Het meisje, L, is om

21.01 uur geboren en was in zeer slechte toestand.

L is gereanimeerd en beademd overgeplaatst naar het M

met de diagnose perinatale asfyxie.

Op 7 mei 2009 is vanwege de infauste prognose de

behandeling stopgezet.

L is in bijzijn van de ouders op 7 mei 2009 overleden.

Op 22 mei 2009 heeft er een gesprek plaatsgevonden,

waaraan de ouders, K en de gynaecoloog hebben

deelgenomen.

De ouders hebben aangifte bij justitie gedaan tegen de

gynaecoloog wegens dood door schuld.

Op 26 juni 2009 heeft de Raad van Bestuur van het

ziekenhuis na overleg met IGZ melding gemaakt van deze

calamiteit aan IGZ. Het ziekenhuis heeft N om een

rapportage gevraagd die op 20 juli 2009 is uitgebracht.

3. De klacht en het standpunt van IGZDe klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster:

1. gelet op haar verantwoordelijkheid in deze en de

grenzen die zij in acht had moeten nemen ten aanzien

van deze verantwoordelijkheid in verhouding tot die

van de supervisor-gynaecoloog, niet de beslissing heeft

genomen de gynaecoloog te informeren toen het CTG

verslechterde en de pijn veranderde, maar zich heeft

laten leiden door hetgeen vlak daarvoor tussen hen

was voorgevallen en op een vorige ervaring met deze

gynaecoloog gebaseerde verwachting;

2. haar professionele verantwoordelijkheid niet heeft

genomen door beleid uit te voeren waar ze niet achter

kon staan;

3. terwijl zij de regie had over de bevalling, toegestaan

heeft dat patiënte enige tijd zonder observatie en/of

CTG alleen is gelaten, hoewel zij zich zorgen maakte

over het gevoerde beleid en het CTG.

4. Het standpunt van verweersterMet betrekking tot het eerste klachtonderdeel maakt

verweerster zichzelf het verwijt dat zij rond 18.00 uur de

gynaecoloog niet heeft gebeld. Zij was door zijn eerdere

reactie ervan overtuigd dat hij niet naar haar zou luisteren

en dat het voor het verloop van de avond geen verschil

zou maken.

Verweerster voert met betrekking tot het klachtonderdeel

onder 2. aan dat het niet aan haar was om het beleid te

bepalen maar dat zij erop mocht vertrouwen dat de

gynaecoloog, die de eindverantwoordelijke was, de

situatie juist zou inschatten.

Ten aanzien van het derde klachtonderdeel erkent

verweerster dat zij patiënte niet van 19.30 uur tot 20.00

uur alleen had mogen laten.

5. De overwegingen van het collegeHet eerste klachtonderdeel is gegrond. Het is niet te

begrijpen dat verweerster, die rond 18.00 uur had bemerkt

dat het CTG diepe deceleraties liet zien, de gynaecoloog

daarvan niet direct op de hoogte heeft gesteld. Verweer-

ster erkent dat zij dat had moeten doen. Door de

gynaecoloog niet te informeren met de gedachte - argu-

ment a - dat hij toch niet zou luisteren heeft verweerster

haar professionele verantwoordelijkheid miskend. Zij wist

dat het ongunstige CTG informatie bevatte, of kon

bevatten, die zij moest melden. De gynaecoloog was de

verantwoordelijke, had met die informatie mogelijk zijn

beleid om de vaginale baring af te wachten alsnog

gewijzigd en was mogelijk naar het ziekenhuis gekomen

om alsnog de sectio uit te voeren. Haar verwachting dat

hij niet zou luisteren was blijkbaar ingegeven door haar

slechte ervaring met de gynaecoloog ruim twee uur

eerder, toen deze haar – naar het lijkt ten onrechte – te-

recht wees over haar twijfel omtrent zijn beleid en haar

ervaring enkele weken eerder waarop de gynaecoloog

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.54 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

55

eveneens haar professioneel functioneren in een soort-

gelijke situatie had bekritiseerd. Het is onprofessioneel

dat zij zich door die ongunstige verwachting over zijn

reactie heeft laten leiden. Ze heeft daarmee zelf een

verantwoordelijkheid genomen die ze niet kon dragen en

tegelijkertijd de gynaecoloog informatie onthouden

waarmee hij zijn verantwoordelijkheid had kunnen dragen.

Hoe slecht de verhouding tussen haar als verloskundige

en de gynaecoloog ook was, zij had aan de zorg voor en

het belang van de patiënte en het ongeboren kind meer

waarde moeten hechten dan aan haar onzekerheid of de

gynaecoloog met haar informatie iets zou doen.

Verweerster vermoedde voorts - argument b - dat de

informatie over het CTG van rond 18.00 uur voor het

verdere verloop van de avond geen verschil zou maken.

Daarmee heeft zij een verkeerde inschatting gemaakt. Zij

kende de voorgeschiedenis van patiënte, waarover zij zelf

haar twijfels al had geuit tegenover de gynaecoloog die

zijn afwachtende beleid voortzette. Zij mocht daarom niet

aannemen dat de ernstig verslechterende CTG slechts een

incident was dat voor het verdere verloop van de baring

geen betekenis had.

De conclusie is dat verweerster afstand had moeten

nemen van het beleid dat de gynaecoloog voor stond.

Hoewel de gynaecoloog de eindverantwoordelijkheid

had, had zij in het slechte CTG van 18.00 uur aanleiding

moeten vinden de gynaecoloog te informeren om hem

daarmee in staat te stellen zijn beleid te heroverwegen.

Klachtonderdeel 2 miskent dat het niet verweerster maar

de gynaecoloog is, die de eindverantwoordelijkheid had.

Het gaat onder de gegeven omstandigheden te ver om

van de verloskundige te verlangen dat zij zou weigeren

om mee te werken aan uitvoering van het beleid van de

gynaecoloog. Dit neemt niet weg dat, zoals hiervoor al is

overwogen, de verloskundige haar professionele verant-

woordelijkheid in het oog had dienen te houden en haar

visie kenbaar had dienen te maken, waar nodig nog een

keer extra en zeker gelet op de veranderde omstandighe-

den die steun leken te geven aan de juistheid van haar

eerder ingenomen standpunt. Het klachtonderdeel, dat

van een in haar algemeenheid te vergaande plicht van de

verloskundige uitgaat, is ongegrond.

Verweerster heeft gesteld dat zij gedurende zekere tijd

haar zorg en aandacht tussen patiënte en een andere

patiënte met een HELLP-syndroom moest verdelen. Dat

zou verklaren dat verweerster enige tijd, te weten vanaf

19.30 uur tot (omstreeks) 20.10 uur, toen overigens niet

zij maar de co-assistente de sterke achteruitgang van het

CTG ontdekte, patiënte niet heeft geobserveerd of laten

observeren. Voor zover in deze lezing ondanks de

erkenning van de fout als zodanig toch een verweer (van

een conflict van plichten) besloten ligt, gaat dit verweer

niet op. Ook hier moet worden benadrukt dat het

verweerster is die verantwoordelijk is voor haar taken.

Mocht de combinatie van haar taken op een onverwacht

moment aan een verantwoorde hulpverlening in de weg

zijn komen te staan, dan mocht van haar verwacht

worden dat zij maatregelen zou nemen om de ontstane

problemen zo effectief mogelijk het hoofd te bieden. Ter

zitting is komen vast te staan dat deze mogelijkheden er

wel waren. In dit geval had zij, bijvoorbeeld, de gynaeco-

loog terug kunnen roepen of de communicatie met de

gynaecoloog over de zorg van de andere hoog-risico

patiënte over kunnen laten aan de verpleegkundige. Zij

heeft dat niet gedaan en daarmee het niet te verwaar-

lozen risico genomen dat het CTG ongemerkt opnieuw

zou verslechteren. Voor haar keuze bestaat geen recht-

vaardiging en dat is haar te verwijten. Zoals hierboven is

overwogen, geldt ook hier dat het de plicht van verweer-

ster als verloskundige is om te voorkomen dat zij proble-

men over zich heen laat komen en in plaats daarvan

gepaste maatregelen te nemen.

De conclusie van het voorgaande is dat de klacht (voor de

onderdelen 1. en 3.) deels gegrond is. Verweerster heeft

gehandeld in strijd met de zorg die zij ingevolge artikel 47

lid 1 van de Wet BIG jegens het ongeboren kind en de

ouders had behoren te betrachten.

De oplegging van na te melden maatregel is daarvoor

passend. Verweerster heeft op verschillende momenten

niet de van haar als verloskundige te verwachten

verantwoordelijkheid genomen maar de ontwikkelingen

op verwijtbare wijze op hun beloop gelaten. Hoewel de

gevolgen dramatisch zijn mag dat volgens geldende

tuchtrechtspraak niet beslissend zijn voor de aard van de

maatregel. Een zwaardere maatregel zou gerechtvaardigd

zijn, maar in de omstandigheid, dat aan deze zaak reeds

veel publiciteit is gegeven, met alle gevolgen van dien,

ook voor verweerster, het feit dat zij tijdens het onder-

zoek door IGZ en tijdens de behandeling van de tucht-

zaak in heeft gezien dat ze onjuist heeft gehandeld en

het feit dat zij niet meer als verloskundige werkzaam is,

wordt aanleiding gevonden om de maatregel te beperken

tot die van waarschuwing.

Om redenen, aan het algemeen belang ontleend, zal de

beslissing zodra zij onherroepelijk is op na te melden

wijze worden bekend gemaakt.

Ten overvloede merkt het college op met verontrusting te

hebben geconstateerd dat in de onderzoeksrapporten

van N en de IGZ meerdere substandard factoren binnen

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.55 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

de vakgroep Obstetrie van het betreffende ziekenhuis worden

beschreven, die een rol gespeeld hebben bij het verloop

van deze casus.

De door N geformuleerde aanbevelingen die, naar IGZ ter

zitting heeft opgemerkt, inmiddels worden opgevolgd,

worden met instemming door het college ondersteund.

6. De beslissingHet Regionaal Tuchtcollege waarschuwt verweerster.

Bepaalt dat de beslissing ingevolge artikel 71 van de Wet

op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in de

Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt

en aan het Tijdschrift Medisch Contact en Tijdschrift

KNOV ter bekendmaking zal worden aangeboden.

Aldus gewezen op 12 april 2011 door:

mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter,

M.L.A. van Heijst en F.C.D. Buist, leden-verloskundigen,

mr. S.S. van Gijn, als secretaris,

en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van

7 juni 2011 door de voorzitter in aanwezigheid van de

secretaris.

w.g. J.S.W. Holtrop, voorzitter

w.g. S.S. van Gijn, secretaris

56

Eva Alblas

Sarah Ashkol

Linde de Baaij

Anne Bedaux

Rosalinde van den Broek

Evelien Brons

Martine Gerritsen

Daphne van der Heijden

Renske Kuiper

Mariska van der Laan

Josine Lageweg

Hester Louwen

Yvette van Male

Brenda Meijer

Jonne Morren

Henja Nijkamp

Marlies Piksen

Karin Salomons

Rianne Scholten

Willeke Sier

Sophie Six

Judith Snijders

Stephanie van Tussen-

broek

Jorine Veldman

Leonoor Vink

Louise de Winter

GroningenDanielle Bouma

Elze Diekman

Annegreet van Dieren

Nienke van Dijk

Lysanne Dijkstra

Ella Ekkers

Maureen Hoekstra

Anne-Joleen de Lange

Ellen Mane y Oostinga

Berdien Pepping

Cora Rietberg

Elsbeth Scholing

Jorien Scholten

Mirjam Schubert

Samatha Siersema

Esther Wind

GeslaagdMaastrichtEllen Arends

Annegien Bakkers

Regien Berendschot

Michelle Berger

Lisa Berghuis

Corinna Bongardt

Andrea Bruijnen

Inge Brunenberg

Dionne Denessen

Tanne van Dooren

Silvia Geesink

Marian Gerits

Joelle Habets

Dominique van Ierssel

Sanne Jacobs

Karin Leermakers

Dieke Lukassen

Moniek Renkens

Anouk van de Rijdt

Steffi Roos

Lonneke van Summeren

Martine de Swart

Steffie Thoonen

Marloes Verhagen

Suzanne van de Voort

Danielle Wesseling

Ellen Zanders

Karin den Besten

Tessa Büscher

Marieke Bijl

Eline Hemminga

Kim Honcoop

Yvon Noordermeer

Eva Schot

Renate Simmelink

Yvet Snoek

Klasina Sperling

Lianne Stam

Lianne Zondag

Esther Dingemanse

Minke van Dort

Ruth Hakkenberg

Joost Hooijmeijer

Ilse de Jagher

Sabine Logtenberg

Chantal te Molder

Marielle de Munnik

Annemarie Rietveld

Annelies van der Sanden

Liesbeth de Winter

Suzanne van Wouwe

Masteropleiding

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.56 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

57

Koemelkallergie is een zeldzame ziekte, die waarschijnlijk

bij minder dan 1% van de zuigelingen voorkomt. Dit

stellen de kinderartsen Paul Brand en Hanneke Rijk-van

Gent in een artikel over nieuwe inzichten rondom

koemelkallergie bij zuigelingen. Over de werkelijke

prevalentie bestaan geen betrouwbare gegevens, omdat

in geen enkel onderzoek gebruik is gemaakt van de

gouden standaard voor de diagnostiek van voedsel-

allergie, namelijk de dubbelblind placebogecontroleerde

voedselprovocatie. Dat vermeende koemelkallergie veel

vaker voorkomt, komt omdat de verschijnselen, zoals

excessief huilen, spugen en slecht groeien, aspecifiek zijn

en de dubbelblinde provocatietest niet vaak wordt gebruikt

als diagnosticum. Ook wordt eczeem vaak gezien als een

uiting van koemelkallergie, terwijl er tussen die twee

geen causaal verband is.

Als koemelkallergie daadwerkelijk is aangetoond, bestaat

de behandeling uit koemelkvrije voeding, bij voorkeur

met intensief gehydrolyseerd wei-eiwit (zoals Nutrilon

Pepti, Frisopep), vanaf het moment dat de borstvoeding

mindert of stopt. Bij borstvoeding hoeft de moeder geen

koemelkvrijdieet te volgen, tenzij het kind klachten heeft.

Bijvoeding kan volgens het gebruikelijke schema, met de

gebruikelijke voedingsstoffen worden geïntroduceerd.

Van de aangedane kinderen is naar schatting 75%

tolerant voor koemelk op de leeftijd van een jaar en 90%

op de leeftijd van vier jaar.

Het advies om baby’s met een positieve gezinsanamnese

voor allergische ziekten ter preventie hypoallergene

voeding te geven na de borstvoeding, is op grond van

recent wetenschappelijk onderzoek niet langer houdbaar,

aldus Brand en Rijk-van Gent. Hypoallergene voeding

helpt niet om voedselallergieën in de toekomst te

voorkomen.

NTvG, 29 juni 2011

Sinds juni 2011 mogen zorgverzekeraars gegevens van

verzekerde patiënten opvragen bij verloskundigen, artsen

en andere zorgaanbieders. Deze informatie kan een

verzekeraar nodig hebben om de levering van zorg in het

kader van de AWBZ en aanvullende zorgverzekeringen te

controleren.

Als een zorgverzekeraar controles uitvoert, dan is de

zorgaanbieder wettelijk verplicht om de noodzakelijke

medische persoonsgegevens te verstrekken. Zorgverzeke-

raars moeten daarbij wel strikte regels volgen. Pas dan

mogen zorgverzekeraars controleren of een zorgaanbie-

der een gedeclareerde prestatie daadwerkelijk heeft

geleverd (rechtmatigheid) en of die prestatie de meest

aangewezene was (doelmatigheid). Deze bevoegdheid en

de voorwaarden zijn voor de verplichte zorgverzekeringen

vastgelegd in de Regeling Zorgverzekering. Sinds juli van

dit jaar gelden dezelfde bevoegdheden voor de vrijwillige/

aanvullende verzekeringen en de AWBZ.

www.artsennet.nl

In juli 2010 berichtte de KNMG haar leden over de

controle op de levering van zorg in het kader van de

Zorgverzekeringswet. Evenals toen adviseert de KNMG

artsen om bij zo’n controle de gevraagde dossiergegevens

niet op te sturen naar de zorgverzekeraar, maar de

medisch adviseur uit te nodigen voor inzage ter plaatse.

Dit advies geldt ook voor een verzoek om inzage in het

kader van controle op de vrijwillige verzekering en op de

AWBZ. Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van

dit bericht kunt u contact opnemen met de helpdesk van

de KNOV.

Vrijdag 8 juli 2011 heeft de ministerraad ingestemd met

het voorstel van minister Leers van Immigratie en Asiel.

Vreemdelingen die illegaal in Nederland verblijven worden

strafbaar en in bewaring gesteld om te worden uitgezet.

Omdat illegaal verblijf een overtreding wordt (en niet een

misdrijf), zal humanitaire hulp aan illegalen niet strafbaar

worden.

Er zitten nog veel onduidelijkheden aan de voorgenomen

plannen. Er wordt gesproken van een overtreding met als

straf het betalen van een boete, maar ook over het

vastzetten in vreemdelingendetentie teneinde mensen

zonder papieren uit te zetten.

Door de maatregelen van het kabinet bestaat het gevaar

dat artsen, verloskundigen en andere instanties zich

terughoudender opstellen ten aanzien van mensen

zonder geldige papieren. Onderzoek van Dokters van de

Wereld laat nu al zien dat mensen regelmatig geweigerd

worden in de zorg. Veel mensen hebben geen weet van

hun recht op medisch noodzakelijke zorg (die volgens

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.57 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

58

Leers wel blijft bestaan), wachten lang om zorg te gaan

zoeken en hebben veel angst om zich bij een instantie te

melden.

Verwacht wordt dat de ‘illegalen’ nog meer angst hebben

om hulp te gaan zoeken bij medische problemen.

www.doktersvandewereld.org

Britse gynaecologen eisen radicale veranderingen in de

Het rapport High Quality Women’s Health Care: A

proposal for change, dat de Royal College of Obstetricians

and Gynaecologists (RCOG) deze zomer uitbracht, komt

met flinke voorstellen voor een radicale verandering in de

zorg voor vrouwen in de Britse National Health Service

(NHS) waarmee zij het accent van de zorg willen verleggen

van interventie naar preventie.

Het rapport is geschreven tegen de achtergrond van NHS

hervormingen; bezuinigingen en tekorten op de arbeids-

markt, in combinatie met demografische veranderingen

(oa veroudering) en een toenemende, steeds complexer

wordende, vraag naar zorg.

De RCOG stelt voor dat er een zogenaamde levensloop-

benadering van de gezondheidzorg voor vrouwen zou

moeten worden ingesteld waarbij alle zorg voor vrouwen

door een multidisciplinair team wordt gecoördineerd. Het

rapport stelt dat de zorg zich in de eerste lijn zou moeten

concentreren in goede samenwerking met de tweede en

derde lijn.

Alhoewel het rapport voor de verloskunde concentratie

van zorg voorstelt, vindt de RCOG wel dat de zorg meer

midwifery-led moet zijn. Voor de zorg in de meer

afgelegen gebieden moeten alternatieve oplossingen

worden bedacht.

Dr Tony Falconer, voorzitter van de RCOG, zei bij de

presentatie van het rapport: “We hebben veel om trots

op te zijn; onze perinatale en maternatale sterftecijfers

dalen nog steeds, maar er is nog genoeg ruimte voor

verbetering en een dringende noodzaak voor verbetering

van zorg in alle delen van de UK.”

De levensloopbenadering kan er voor zorgen dat de NHS

in iedere fase van het leven van een vrouw het gewenste

advies en de benodigde zorg kan geven, onafhankelijk

van haar persoonlijke situatie en sociaal-maatschappelijke

achtergrond. Een dergelijke holistische benadering geeft

vrouwen consistente en meer volledige informatie en

zorg vanaf jonge leeftijd waardoor ze beter in staat zijn

om de juiste keuzes te maken ten aanzien van hun

gezondheid. Dit is een document dat empowerment

geeft aan zowel vrouwen als de NHS. Aldus de voorzitter.

Ook de Britse organisatie van verloskundigen, de Royal

College of Midwives, was betrokken bij de totstand-

koming van het rapport. Het volledige rapport is gratis te

downloaden van de website van de RCOG.

www.rcog.org.uk

Save the Children eert

Verloskundigen Madina Rashidi uit Afghanistan (links op

de foto) en Catharina Ojo uit Nigeria(rechts op de foto)

werden in Durban door Save the Children en de Inter-

national Confederation of Midwives (ICM) geëerd met de

‘Midwive Award for exceptional contribution’ voor hun

gedrevenheid om vrouwen- en kinderlevens te redden.

Hiermee drukken de organisaties hun erkenning uit voor

het belangrijke werk van vroedvrouwen, met name in

gebieden waar de aanwezigheid van vroedvrouwen niet

vanzelfsprekend is. Het merendeel van de 358.000

moeders en 3.3 miljoen baby’s die in het kraambed sterft,

overlijdt in ontwikkelingslanden. De rol van vroedvrouwen

in het voorkomen van deze moeder- en kindersterfte is

cruciaal.

De 20-jarige Madina Rashidi (links op de foto) woont op het

platteland van de

provincie Jawzjan,

Afghanistan. Zij

was de enige

vrouw in haar

gemeente die de

middelbare school

afrondde en werd

geselecteerd om

de vroedvrouwenopleiding te volgen. Sinds 2009 – ze was

toen 18! - is zij de enige vroedvrouw in het dorp en levert

zij in de kliniek 24 uur per dag zorg aan zwangere

vrouwen voor, tijdens en na de bevalling. Madina heeft

een doorslaggevende rol gespeeld in het veranderen van

eeuwenoude tradities. De meeste vrouwen bevielen thuis

met hulp van familie of volkomen alleen. Zij wist de

mannen in haar gemeenschap te overtuigen van het

belang van een vroedvrouw bij de bevalling en moedigde

vrouwen aan om naar de kliniek te komen.

Hoofdverpleegkundige Catharine Ojo (rechts op de foto)

woont in het Noorden van Nigeria. Ze startte in het

ziekenhuis waar zij werkt een afdeling voor bijzondere

zorg. Ze is een ware leider en traint andere vroedvrouwen

in de zorg voor pas-

geborenen, prenatale zorg (zoals de kangoeroemethode)

en het voorkomen van moeder-kind HIV overdracht.

Daarnaast coacht ze jonge vroedvrouwen en is ze

betrokken bij diverse studies en onderzoeken om de zorg

voor pasgeborenen in Nigeria te verbeteren.

ICM

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.58 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

59

Cong

res

en C

ursu

sU

itg

ebre

ide

info

rmat

ie o

ver

de

in d

it o

verz

ich

t o

pg

eno

men

cu

rsu

ssen

, co

ng

ress

en e

n s

ymp

osi

a vi

nd

t u

op

de

web

site

van

Ken

nis

po

ort

Ver

losk

un

de:

w

ww

.ken

nis

po

ort

-ver

losk

un

de.

nl o

f o

p d

e in

de

teks

t aa

ng

egev

en w

ebsi

tes.

Co

ng

res/

curs

us

dat

um

p

laat

s in

fo

accr

edit

atie

ko

sten

(€

)

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.59 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

60

15

-12-

201

1

20

-12-

2011

12

-12-

2011

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.60 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

61

Jan en Margot Noteborn steunen hun huisarts

die in Tanzania een klein ziekenhuis start en een

jonge vrouw in de gelegenheid heeft gesteld

een opleiding tot vroedvrouw te volgen. Haar

opleiding is binnenkort afgerond, maar het

ontbreekt haar aan de noodzakelijke uitrusting

om haar werk goed te kunnen doen.

De vraag van Jan en Margot luidt: wie heeft een

basisuitrusting voor een vroedvrouw in Afrika?

Nieuw of gebruikt, gratis of tegen geringe

vergoeding. Wie kan helpen?

Jan & Margot Noteborn

Eijkerstraat 19J, 6269 BL Margraten

+31 (0)43 8518856

[email protected]

Basisuitrusting

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.61 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

62

Geboren

Liam Ezra -

Fleur

Siep

Nine & Senn

Jette

Breda

Kaat

Thomas

Zara

Amélie

Jasmijn

Imre

Tiemen

Abel

Rosa

‘s -Gravenhage

Saar

Sep

Silas

Pelle

Wies

Daan

Guusje

Julot

SECTOR NOORDOOST NEDERLAND

Nieuwe leden (m.i.v. 01-07-2011)

Nieuw lid (m.i.v. 01-10-2011)

Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2011)

Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2012)

SECTOR NOORDWEST NEDERLAND

Nieuw lid (m.i.v. 01-07-2011)

Nieuw lid (m.i.v. 01-10-2011)

Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2011)

Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2012)

Voorzetting lidmaatschap

SECTOR ZUID NEDERLAND

Nieuwe leden (m.i.v. 01-07-2011)

Nieuwe leden (m.i.v. 01-10-2011)

Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2011)

Voortzetting lidmaatschap

Art. 1

Afkortingen

Personalia

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.62 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

Volg ons op

Werken bij het OLVG maakt je beter.

Wie bij het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) binnenkomt, komt er beter uit. Dat geldt voor onze patiënten, maar ook voor onze medewerkers. Jouw persoonlijke, vakmatige ontwikkeling staat altijd voorop. Net als het continu verbeteren van de zorg. Zo starten we binnenkort met de bouw van een uniek zorg concept, Family Centered Care, waarbij verloskunde en neonatologie geïntegreerd worden in één afdeling. Zo kunnen moeder en kind tijdens hun verblijf in het OLVG altijd bij elkaar blijven. Hoe jij daar als verloskundige beter van wordt? Wij zijn op zoek naar

VerloskundigenAls verloskundige in het OLVG verzorg je pre- en postnatale zorg in een veelzijdige en inhoudelijk dynamische functie. Jaarlijks begeleiden we ruim 2700 partus. En als enige ziekenhuis in Amsterdam zijn we een verregaande samenwerking gestart met de 1e lijn.

Meer weten en een dagje meelopen? Kijk op werkenbijhetolvg.nl.

Het Spaarne Ziekenhuis is een modern, topklinisch ziekenhuis, centraal gelegen in Hoofddorp. We behandelen steeds meer patiënten. Voor die behandelingen gebruiken we de nieuwste technieken. Zo hebben we een volledig digitaal patiëntendossier en moderne technieken bij radiologie en in de operatiekamers. We zijn altijd op zoek naar nieuwe talenten die met ons mee willen groeien.

De functie Je verleent optimale verloskundige zorg tijdens de zwanger-schap en de bevalling aan de zwangere en haar partner. Je geeft daarnaast voorlichting en levert een bijdrage aan onderwijs en aan onderzoeksprojecten. Heb je HBO-werk- en denkniveau en meerdere jaren relevante werkervaring op het gebied van verloskunde? Dan is deze functie wellicht iets voor jou!

Geïnteresseerd? kijk op www.spaarneziekenhuis.nl voor de volledige vacaturetekst.

Klinisch verloskundige (28 – 36 uur per week)

Het Spaarne Ziekenhuis is op zoek naar een

Diaconessenhuis Leiden: een algemeen ziekenhuis waar samenspel van mensen en kennis voorop staat en vrijwel alle specialismen aanwezig zijn. Met bijna 1300 professionals creëren we een omgeving van vertrouwen en geborgen-heid voor de inwoners van Leiden en de Duin- en Bollenstreek.

Mens&Mensen komen graag bij ons werken als

Verloskundige (tweedelijns) m/vVoor de maatschap Obstetrie & Gynaecologie, zo spoedig mogelijk, 27 uur per week met een mogelijke uitbreiding naar 32 uur. De functie is ingeschaald in FWG 60.

U & WijHet Diaconessenhuis heeft een specialistisch verloskundig team dat in een ongedwongen maar professionele sfeer samenwerkt. Uw werkzaamheden zullen onder meer bestaan uit het begeleiden van zwangerschap en bevalling, verloskundig spreekuur op de polikliniek, en begeleiding van co-assistenten en (tropen) arts-assistenten.

Meer weten?De uitgebreide vacaturetekst vindt u op onze website: www.diaconessenhuis.nl.

_0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.63 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!

O

__0AQX8_200659 TvV september.pdf - pag.64 September 2, 2011LET OP !!! Lage resolutie!