TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM...

28
TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN Nr. 33 april 2016 Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 P802104

Transcript of TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM...

Page 1: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN

Nr. 33 • april 2016 Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104

Page 2: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

Beste ingenieurOpnieuw een nummer van GeniaaL over alumni, studenten en een faculteit volop in actie. Een prachtige forumavond rond STEM, het 95-jarig bestaan van VTK, de visitatie door CTI, P&O-prijzen voor onze uitstekende studenten en een inspirerend eredoctoraat.

Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en denoodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid doorgevoerd moeten worden om een voldoendebrede opleiding te blijven verzekeren. Dat er iets moet gebeuren aan de integratie tussen de vier vakdomeinen(de ‘E’ staat niet voor ‘en’ maar wel voor Engineering, een deel dat men wel eens durft te vergeten ...),

daar bestaat geen twijfel over.

Ondertussen werd ook het 95-jarig bestaan van de Vlaamse Technische Kring gevierd met een academische zitting en ludieke activiteiten. VTK is echt uitgegroeid tot een professionele studentenvereniging met de juiste balans tussen studiegerelateerde en sociale activiteiten. De jobbeurs en de 24-urenloop zijn hier mooie voorbeelden van.

Natuurlijk proberen we samen met Alumni Ingenieurs KU Leuven onze jonge ingenieurs in spe te ondersteunen. Zo reikt de alumni-vereniging elk jaar prijzen uit aan de beste P&O-teams, waarvan sommige zelfs het regionale nieuws op ROB-tv halen.

Ondertussen is ook de visitatie door CTI (Commission des Titres d’Ingénieur) achter de rug: een succesvolle primeur waarbij alleopleidingen ingenieurswetenschappen gezamenlijk gevisiteerd werden. Een ‘facultaire’ instellingsreview avant la lettre ...

Last but not least kun je lezen over het eredoctoraat dat werd uitgereikt tijdens het Patroonsfeest. Dit jaar vormden de eredoctoratenvan de KU Leuven een mooi evenwicht tussen de verschillende vakdomeinen. Van literatuur tot zoeken naar diplomatieke oplossingenin conflictgebieden, van technieken voor selectieve selectie van DNA-sequenties tot vermogenverbruik in onze elektronicatoestellenvolgepropt met chips. Het is in dit laatste domein dat onze faculteit via prof. Anantha Chandrakasan in het daglicht werd gesteld.

Ja, GeniaaL toont opnieuw dat onze burgerlijk ingenieurs en burgerlijk ingenieur-architecten in actie blijven ...

Michiel Steyaert, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen

Beste collega-alumnusOnze werking draait op volle toeren en we stellen dan ook telkens tevreden vast dat we hiermee heel wat ledenkunnen bereiken. Onze activiteiten zijn wat dat betreft de eerste graadmeter. Het was dan ook heel fijn om eengoed gevuld auditorium te zien op onze forumavond van februari met als thema ‘Wordt STEM het nieuwe Latijn?’.Het werd een heel boeiende avond, ik kan jullie alvast het artikel hierover verder in dit nummer aanraden.

Zoals eerder al aangegeven werken we nu heel intensief samen met de collega’s van de Faculteit IndustriëleIngenieurswetenschappen en dat zal later dit jaar voor het eerst resulteren in een aanbod van forumavondenop de technologiecampussen, bijvoorbeeld in Gent. Op die manier kunnen we burgerlijk ingenieurs die niet

in de buurt van Leuven wonen, ook de mogelijkheid bieden om interessante lezingen in ons vakgebied bij te wonen.

Ten slotte wil ik jullie allen graag aanmoedigen om eens een kijkje te nemen op het volledig vernieuwde alumniportaal http://alum.kuleuven.be/met een link naar Alumninet. De overkoepelende dienst Alumni Lovanienses heeft hier prachtig werk geleverd, waardoor jullie allen alsalumni en wij als vereniging een veel moderner, mooier en vooral efficiënter platform krijgen. Inloggen, beheer van uw persoonlijkegegevens, een selectief overzicht van voor u interessante activiteiten, inschrijven voor lezingen ... het is vanaf nu allemaal veel eenvoudiger.

Gegroet en tot gauw!

Gert Sablon, voorzitter Alumni Ingenieurs KU Leuven

Nieuws uit de faculteit 3GeniaaL gedacht 4-595 jaar VTK 6-7Faculty STARs 2016: Jars 8-9Review CTI 10-11Wordt STEM het nieuwe Latijn? 12-13Doctoraat Nick Vannieuwenhoven 14-15

Honorary Doctorate Anantha Chandrakasan 16-17Hugo Thienpont 18-19TML, Transport and Mobility Leuven 20-21GeniaLe alumni 22-23Reünie 1990 24Getuigenissen vanop de eerste rij 25Infodag 2016 26-28

INHOUD

Voorwoord

Page 3: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

Nieuws

3

Prijzen, onderscheidingen, ...• Christian Clasen, hoogleraar aan het Departement Chemische

Ingenieurstechnieken, ontving de Annual Award 2015 van The British Society of Rheology voor zijn ‘outstanding contributions to experimental rheology’.www.bsr.org.uk/awards.asp

• Simon Kuhn, hoofddocent aan het Departement ChemischeIngenieurstechnieken, ontving een ERC-2015 Starting Grant.www.kuleuven.be/english/research/EU/p/erc/news/160104-p-erc-stg

• Yves Moreau, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, heeft op 14 december 2015 in Diegem eenvan de AstraZeneca Foundation Awards 2015 in ontvangstmogen nemen voor zijn baanbrekend onderzoek in de bio- informatica. Hij en zijn team realiseerden een belangrijke doorbraak in de analyse van genetische data door nieuwewiskundige algoritmen en gegevensverwerkingsprocessen te bedenken die het mogelijk maken om op grote schaal gegevens te integreren. Zo kunnen onder meer de oorzakenvan zeldzame genetische ziekten geïdentificeerd worden.

• Eind januari 2016 werd Katrien Van Nimmen, postdoctoraalonderzoeker FWO aan het Departement Burgerlijke Bouwkunde,op de shortlist geplaatst voor de BNCTAM Award for the Best PhD Thesis – Edition 2015. Aan de genomineerden werd gevraagd om hun onderzoek en resultaten toe te lichtenin een kort filmpje.www.youtube.com/watch?v=D7ZOTtv-Gsk&feature=youtu.be

Het Belgian National Committee for Theoretical and AppliedMechanics heeft op 26 februari 2016 beslist haar de BNCTAMAward toe te kennen voor haar doctoraat 'Numerical and Experimental Study of Human-Induced Vibrations of Footbridges'.www.kuleuven.be/doctoraatsverdediging/fiches/3E11/3E110146.htm

• Jeroen Cappaert, een 27-jarige burgerlijk werktuigkundig ingenieur afgestudeerd aan KU Leuven, werd door het zaken-magazine Forbes verkozen als ‘jonge pionier’ in de categorie‘wetenschap’. Het Amerikaanse tijdschrift stelt elk jaar zijn ’30 Under 30’-lijst op met de ‘slimste jonge ondernemers,breakout talenten en change agents’. Na zijn studies burgerlijkingenieur trok hij naar de Franse International Space University(ISU) waar hij een Master in Space Studies behaalde. Daar leerdehij Peter Platzer en Joel Spark kennen met wie hij het bedrijfNanoSatisfi oprichtte dat later werd omgedoopt tot Spire Global.Het bedrijf maakt gebruik van nanosatellieten die ingezet wordenom allerhande zaken op aarde in het oog te houden, gaandevan schepen op internationale zeeroutes tot het weer. Jeroen Cappaert is Lead Payload Engineering. Hij houdt zichbezig met berekeningen voor de lanceringsraketten en met de elektronica van satellieten.

Alumni ingenieursprijzen voor P&O3Alumni Ingenieurs KU Leuven heeft in overleg met de FaculteitIngenieurswetenschappen enkele jaren geleden een prijs in hetleven geroepen voor de best uitgewerkte P&O3-opdrachten inde algemene bacheloropleiding en het beste architectuurontwerpin de derde fase van de bacheloropleiding ingenieur-architect.Tijdens de demodag van 16 december 2015 heeft de alumni -vereniging de prijs uitgereikt aan het project ‘Ontwikkeling vaneen eenvoudige elektrische handprothese’ van de studenten Heleen Maes, Michiel Mertens, Alexander Meulemans, MaartenMoeyaert, Hendrik Motmans en Margot Nijs onder leiding vanprof. Dominiek Reynaerts (werktuigkunde) en teamleden Laura Geukens en Phuong Toan Tran.http://eng.kuleuven.be/algemeen/nieuws/mech2b1.pdf

Runner-up werd het studententeam Nils Van Hoof, Robert van Lierde, Florian Vanquickenborne, Jelene Verbruggen, Jasper Vulsteke en Robin Wuytens met hun project ‘Ontwerp en bouw van een geopolymeren modelvaartuig’ onder leidingvan prof. Jef Vleugels (materiaalkunde) en begeleiders Lukas Arnout en Thomas Lapauw.http://eng.kuleuven.be/algemeen/nieuws/mtm1b4.pdf

De prijs voor het beste architectuurontwerp wordt uitgereikt op 20 mei 2016.

Binnenlandse Francquileer-stoel 2015-2016Op voordracht van Dominiek Reynaerts, gewoon hoogleraar aan het Departement Werktuigkunde, wordt de binnenlandseFrancquileerstoel 2015-2016 toegekend aan Hugo Thienpont,Chair Applied Physics and Photonics Department, Director ofResearch Brussels Photonics Team, Vrije Universiteit Brussel.De plechtige openingszitting vindt plaats op dinsdag 19 april 2016.Titel van zijn openingslezing is ‘Photonics: Light Technology as aKey Enabler for our 21st Century Society’. Dit onderwerp wordtverder uitgediept in een lessencyclus.

Voor meer informatie:https://eng.kuleuven.be/evenementen/binnenlandse-francqui-leerstoel-2015-2016/

In memoriamDe universitaire gemeenschap neemt afscheid van Erik Duval,gewoon hoogleraar aan het Departement Computerwetenschappen.Hij overleed in Leuven op 12 maart 2016.

Annemie Caproens

Page 4: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

GeniaaL gedacht

We willen meningen horen. Meningen van ingenieurs over wat hen nauw aan het hart ligt, meningenvan niet-ingenieurs over ingenieurs en ingenieuren, alles wat des mensen is, kan en mag aan bodkomen. Als het maar ‘uw gedacht’ is, mijn gedacht.

4

Managerie

‘Wir schaffen das!’ Gevleugelde woorden van Merkel. Hoewelde vleugeltjes aangenaaid zijn door de media en dus de tanddes tijds wellicht niet zullen overleven. Obama dacht wellichtaan iets anders, maar zijn slogan ‘Yes we can!’ verwoorddeeigenlijk hetzelfde idee: ‘We’ll manage’, al heeft ‘Yes we can!’een iets hoger tsjakka-gehalte. Want daar gaat het uiteindelijkom: hoe moet je grote (of kleine, maar liefst grote) veranderingenmanagen?

Gelukkig heeft daartoe een goddelijke voorzienigheid in alhaar wijsheid de managers geschapen naar haar eigen beelden gelijkenis. De juiste oorsprong van deze mutatie is moeilijkte achterhalen maar feit is dat de moderne versie gepokt engemazeld is in de Angelsaksische terminologie en dat doetvermoeden dat het fenomeen zich vanuit deze contreien heeftverspreid. Tot op heden is nog geen beschermend vaccin gevonden met als gevolg dat velen na een tijdje nuttige bijdrageaan de maatschappij geleverd te hebben, ongewild maar onherroepelijk tot manager metamorfoseren zoals GregorSamsa in Kafka’s Die Verwandlung.

De link met Kafka is trouwens niet toevallig. Managers zijn te vinden op het hoogste niveau, maar er zijn uitlopers tot in de fijnste administratieve nerven van de maatschappij. Management creëert de noodzakelijkheid van zijn eigen existentie. Waar de administratie in een ongeïnfecteerde samenleving de overige activiteiten vergemakkelijkt en onder-steunt, is dat in een vroeg stadium van vermanageriseringveranderd in een zelfstandig orgaan dat allerlei instrumentengenereert waar degene die vroeger ondersteund werd nu zelfmee aan de slag moet. De gebruikers hebben geen idee hoeen waarom die hinderlijke hulpmiddelen ontworpen zijn enwaarom ze hen worden opgedrongen. Ze doen meestal ooknet niet wat voor hen enigszins nuttig kan zijn. Daarom zwervengebruikers wat verweesd rond in dit kafkaëske doolhof waarhet managementees de voertaal is.

Mensen worden herleid tot humane grondstof en verschijnenals nummertjes, naast de vele andere nummertjes, in tabellenop de tablet van de manager waaraan die juist een kolommetjeheeft toegevoegd voor zijn eigen ontslagpremie. Daar moetook een nummertje komen, en tja, het moet toch érgens vandaan komen. Om dat te verdienen, elke keer opnieuw,worden de nummertjes deftig door elkaar geschud. ‘Veränderungmuss sein’, want wat is de bestaansreden van een managerdie niets wijzigt?

Men zou kunnen verwachten dat de manager zijn (of haar)huishouden beheert als een goede huisvader (of -moeder).De menage van de manager is toch enigszins anders. Om de zaken op orde te krijgen wordt orde op zaken gesteld.De menage wordt herschapen in een huishouden van Jan Steen waar alleen nog de manager een overzicht heeft.De onderste steen wordt bovengehaald en alles wordt op z’nkop gezet. De geur van gebakken flensjes zal je er niet waar-nemen want gebakken lucht heeft geen geur. Maar sommigemanagers slagen er wel in de gelijke van hun schepper teworden door in hun tabellen water in wijn te veranderen of opde financiële markt winst te maken met aandelen die zakkenin waarde. Een bedrijfje uit het Leuvense slaagt er zelfs in omop wereldschaal water in bier en winst om te zetten.

De topmanager jobhopt ook met het grootste gemak van het ene naar het andere bedrijfje. Wat dat bedrijf produceert,als het al iets produceert, heeft geen enkel belang. ‘Never stickyour nose in andermans menage’ staat niet in het woorden-boek van de West-Vlaamse manager. Een nieuwe menage,een nieuwe uitdaging en ‘Never waste another crisis’ is meer hun devies. De schaal speelt ook een belangrijke rol in de geest van de manager. Vooruitgang betekent groeien.De megalomanie van sommige managers is grenzeloos enhun envergure (en dus ook hun gage) wordt afgemeten aande grootte van de organisatie die ze managen. Meestal is

Page 5: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

5

groeien zelfs niet genoeg. Het is de bedoeling dat men sterkergroeit of meer winst maakt of meer doelpunten scoort of nógmeer treinen nóg trager doet rijden dan het vorige jaar ofonder de vorige manager.

Maar dit geloof in onbeperkte groei moet ooit het einde vandit maatschappelijk managementitis betekenen. Iedereen metgezond verstand weet dat een exponentiële stijging ofwel

onvermijdelijk tot een explosiezal leiden ofwel op een bepaaldmoment een buigpunt zal vertonen als de verzadigingbereikt wordt. Bedrijven die tesnel groeien zijn mooie zeep-bellen, maar spatten uiteindelijktoch uit elkaar. Nieuwe bedrijvenmet een nieuwe aanpak ennieuwe inzichten waar menselijkcontact nog belangrijk is zijnduurzamere alternatieven. Daar rekenen we op creatieveondernemers en ingenieurs. In de te grote organisaties wordthet een oncontroleerbare dieren -tuin met een amalgaam aan loslopend wild dat te veel vanelkaar verschilt. Het is een manège van przwalski’s enshetlanders maar ook van ezels

en zebra’s zodat muildieren, en exotischer zezels, zorses, lijgers,en teeuwen ontstaan. Enfin een zootje dat niet meer te managenvalt. Dus snoeit de manager drastisch tot alles weer in hokjespast zoals Mao de mussen liet verdelgen die graantjes vanhet veld pikten. Maar, misschien zou dit ecosysteem zichzelfwel perfect in evenwicht houden als de managers er zichmaar niet mee bemoeiden.

Adhemar Bultheel

Adhemar Bultheel is professor-emeritus aan de Faculteit Ingenieurs wetenschappen, verbonden aan de

Afdeling Numerieke Analyse en Toegepaste Wiskunde van het Departement Computerwetenschappen.

Hij heeft jarenlang opleidings onder delen in de toe gepaste wiskunde gedoceerd en is dan ook

een vaste waarde in de herinneringen van vele alumni.

© Joris Snaet

Page 6: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

6

95 jaar VTK

De Vlaamse Technische Kring vierde zijn 95-jarige bestaan met een academische zitting. Decaan Michiel Steyaert gaf er onderstaande speech.

Wat doet VTK zoal ... bedenk je je als je gevraagd wordt om tespreken op de viering van hun 95-jarig bestaan.

De beste start voor dit ‘onderzoek’ is om gewoon eens te gaankijken naar hun website: op de homepage staan de typischedoorverwijslinks. Bij VTK zijn dit: Bedrijvenrelaties, Media,Ondersteuning, Ontspanning, Over VTK en Studies. Maar nogveelzeggender zijn de subtopics binnen elke categorie: de meeste(13 topics) zijn natuurlijk te vinden onder ontspanning. Hoe kanhet ook anders voor een studentenvereniging ...

VTK is 95 jaar geleden ontstaan als een Vlaamse beweging,laten we maar zeggen een rebelse beweging. En gelijk hadden ze.In 1939, aan de vooravond van de donkere periode in Europa,studeerden er welgeteld twee Vlaamse burgerlijk ingenieurs af.Het aantal cursushandboeken in het Nederlands kon op een handgeteld worden ... Verandering mocht komen en is er dus gekomen.

Maar in de vele jaren nadien is VTK, naast de organisator vantalrijke studentenactiviteiten, uitgegroeid tot een professionelevereniging voor en door de studenten. Als ik teruggrijp naar hunhomepage en ik tel de subtopics van studies (9) en bedrijven -relaties (4) samen, dan kom ik ook tot 13. VTK is er dus perfectin geslaagd om een volmaakt evenwicht te bereiken tussen serieuze activiteiten (studies en bedrijvenrelaties) en ontspanning.En zo hoort het natuurlijk voor een studenten vereniging. Een welgemeende proficiat.

Hun professionele aanpak blijkt duidelijk in hun ‘Jobfair’: een goedgeorganiseerde bedrijvenbeurs voor onze studenten, waarbij duidelijkwordt wat de arbeidsmarkt zoal te bieden heeft, de startplaatsvoor de carrière na de studies. Die professionele aanpak zie jeevenzeer in het initiatief en de organisatie van de 24 urenloop,ondertussen uitgegroeid tot de beste interfacultaire sportmani -festatie van de KU Leuven. En ja, ook dit jaar zijn ze eerste geworden.

Mathematisch hebben ze wel niet gewonnen (1032 versus 1034rondjes), maar voor ons als burgerlijk ingenieurs heeft VTK ruimgewonnen. De uitleg is simpel: voor burgerlijk ingenieurs is heteerste beduidende cijfer het meest belangrijke, en dat is in ditgeval een één (1) ...

Als afsluiter wens ik, al uitkijkend naar hun 100-jarige viering, VTK nog vele succesvolle jaren toe. Ik wi hierbij ook van degelegenheid gebruikmaken om hen uitdrukkelijk te danken voor de prachtige samenwerking tussen VTK en de faculteit, een voorbeeld van hoe de kring geëvolueerd is tot een volwassenprofessionele vereniging voor en door onze burgerlijk ingenieursen burgerlijk ingenieur-architecten. En daarvoor doen we het natuurlijk.

Michiel Steyaert, Decaan

Robin Ska, preses in 2013-2014, dook in de archieven en groef in zijn eigen geheugen omterug te blikken op de rijke VTK-geschiedenis.

We schrijven 1920, de Grote Oorlog is net voorbij, de Vlaamsebeweging hierdoor aangewakkerd en de nood aan ingenieurs isgroter dan ooit tevoren. Het is in die broeihaard dat de studenten - beweging in Leuven ontwaakt en - hoe kan het ook anders - de ingenieursstudenten hieraan meedoen. In een tijd waarin er maar twee Nederlandstalige ingenieurscursussen waren(waarvan een door prof. Coppens, voorganger van wijlen TheoVan der Waeteren en oprichter van het Thermotechnisch Instituut),besluit een groepje studenten aangevoerd door J. Raskin het heftin eigen handen te nemen. De Technische Kring ziet het daglicht! De voornaamste activiteiten waren Nederlandstalige technischelezingen en er werd werk gemaakt van een Nederlandstaligebibliotheek.

De tijden zijn veranderd, Raskin leeft al lang niet meer, maar zijngeesteskind bestaat nu 95 jaar later nog steeds, groter en grootserdan ooit tevoren. De concrete bezigheden van het huidige VTK

Page 7: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

zijn nog maar zeer moeilijk te vergelijken met wat het 95 jaargeleden voorstelde, maar de geest is naar mijn aanvoelen welsteeds dezelfde gebleven. Het basisidee was namelijk een leemteopvullen voor de (ingenieurs)studenten aan de KU Leuven, iets watVTK doorheen de jaren altijd is blijven doen. In de beginjaren wasdat het gebrek aan Nederlandstalig onderwijs. Gaandeweg is ditgeëvolueerd naar allerlei andere domeinen, al of niet specifiekaan een bepaalde generatie. Zo was het maken van technischetekeningen een enorm tijdrovende bezigheid, VTK kwam te hulpen stelde een lichtbak ter beschikking van de leden om tekeningente kalkeren. Toen logistiek een knelpunt begon te worden en deautomobielsector voldoende gegroeid was, kocht VTK als eerstestudentenkring een ‘kar’ (toen een Renault 4 Fourgeonette). Een beslissing die ze tegenover de leden en de rest van Leuvengoed moesten verantwoorden wegens zeer gedurfd. Midden jaren90 brak het wereldwijde web uit en ook daar bleef VTK niet achter:op de servers vind je in 1996 de eerste digitale sporen terug.

Ook op minder specifieke noden werd steeds gretig ingespeeld.

Op cultureel vlak werden jaren aan een stuk de Sint-Barbara -feesten georganiseerd, waarbij een stoet door Leuven trok(helaas stop gezet door de invoering van het semestersysteem,waar VTK zich samen met de andere Leuvense kringen hevigtegen verzet heeft) en ontsproot het studentenimprogezelschapPreparee uit de VTK-lolploeg Improteam.

Op sportief vlak stond VTK aan de wieg van de 24 urenloop. De post Activiteiten richtte dan weer samen met andere kringenLOKOmotion op. In recentere jaren was er - ik citeer StudioBrussel - de leukste AfrekeningsTD van heel België en de steedsin naam en faam groeiende Jobfair. Op ‘serieuzer’ vlak is hetaantal vertegenwoordigers die later hoge functies bij deoverkoepelende organen invulden, niet op één hand te tellen. Dit zijn slechts een paar voorbeelden, maar ze illustreren de rodedraad: engagement, innovatie en succes. Laten dat nu ook netdrie eigenschappen zijn van een goede ingenieur.

Maar het succes van VTK moet echter niet enkel hier gezochtworden. Twee partners zijn namelijk doorheen al die jaren minstenseven belangrijk geweest in de uitbouw en groei van de vereniging.

Niet toevallig zijn dit nog steeds dezelfde partners die u vandaagdit blad bezorgen: de faculteit en de alumni. Vlaamse professorenwerden meteen betrokken bij de stichting en de samenwerkingliep dan ook zeer vlot. Bewijs daarvan is dat al in het derdewerkingsjaar door de Speciale Scholen (toen nog onderdeel vande Faculteit Wetenschappen) een lokaal ter beschikking werdgesteld voor de bijeenkomsten. De tekst van de decaan maaktduidelijk dat heden ten dage die band nog steeds sterk enlevend is. Ook met de industrie en de alumni werden de bandendoorheen de jaren versterkt; Nederlandstalige ingenieurs warennamelijk enorm belangrijk voor de heropbouw en ontwikkelingvan Vlaanderen. Diezelfde industrie zag in VTK een idealebondgenoot en leverde aan de lopende band sprekers aan. In latere jaren is ook deze band blijven bestaan. Zo hield eenlidmaatschap bij VTK in de jaren 60 ook een abonnement in op het Ingenieursblad van het toenmalig KVIV. Ook vandaag zijnAlumni Ingenieurs KU Leuven en VTK nog steeds goed metelkaar verbonden, als mijn schrijven voor dit blad daar al eenvoorbeeld van mag zijn.

Het is dus een combinatie van een hechte samenwerking engoede ingenieurseigenschappen die van VTK het succesverhaalhebben gemaakt dat we nu kennen. Ik zie dan ook geen enkelereden om te twijfelen aan de toekomst. Als deze kernwaardenVTK doorheen die 95 jaren gemaakt en gevormd hebben tot de kring die hij nu is, kunnen we al voorspellen hoe ver hij binnen 50 jaar zal staan. Al wat ik met volle zekerheid durf te zeggen isdat er 50 jaar rijke geschiedenis zullen aan toegevoegd wordenen dat ik nog steeds vol trots zal aanschouwen wat studentendoorheen al die jaren hebben neergezet.

Om te eindigen gebruik ik zonder schroom dezelfde woorden die de stichter al in 1935 gebruikte: ‘Moge deze voorlezing uaanzetten om deze bloeiende vereniging te leren kennen,liefhebben en gedenken doorheen gans uw loopbaan.’ Op naar het 100-jarig lustrum!

Robin Ska

7

Page 8: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

Faculty STARs 20Cultuur heeft een prominente plaats in de vorming van studenten aan de KU Leuven.Met het project Faculty Student Artists in Residence of kortweg Faculty STARs wil de Dienst Cultuur samen met de faculteitenhierop inspelen. De vele studenten met een artistiek talent verdienen immers groeikansenen een podium. In het najaar konden studentenzich kandidaat stellen om Faculty STAR teworden via www.facultystars.be.

Door publieksstemming en jurering werd voor de FaculteitIngenieurswetenschappen de rockband Jars als Faculty STARverkozen. Het jonge geweld stelt zichzelf voor.

Hoe en wanneer is Jars opgericht?

Arjan: Twee jaar geleden had ik het idee opgevat om met mijnbroer en twee vrienden een bandje op te richten, maar detoenmalige bassist kwam nooit opdagen, dus is er niet veelvan gekomen. Op school werd een festivalletje georganiseerden een maand vooraleer dat zou plaatsvinden had een bandafgezegd, dus dacht ik ‘we beginnen opnieuw maar nu meteen andere bassist’. We oefenden snel wat covers in en gavenbest een tof optreden. Jars was geboren. Een half jaar daarnazijn we met eigen werk begonnen en nu staan we hier.

Op de vraag naar de naam van de band krijgen we eenwoord-wederwoord van twee bandleden en een ‘geencommentaar’ van de anderen ☺ Hoe hebben jullie denaam gekozen en waarom ‘Jars’?

Stan: Jasper, de drummer, heeft een obsessieve verzameldrangvoor potten. Hij heeft er door de jaren heen op zijn kamer eengroot aantal verzameld en stopt hier geestverruimende middelen in.Dat gebeurt toch met degene die goed en – ik citeer - ‘spacy’

genoeg zijn. De andere worden op brutale wijze vernield meteen hamer op muziek van ‘Morbid Angel’, ‘Spinegrinder’ enandere donkere metalbands. Of als het ‘een van die dagen’ is,wordt ook wel eens vuur gebruikt. Het is zijn manier om zijngevoelens te uiten.

Jasper: Onze bassist Stan had een ongewone obsessie metpotten. Sinds zijn kindertijd verzamelde hij ze met overmaat.Het doel van deze extreme verzamelwoede is niet echt alledaags;hij eet ze op. Hij houdt er namelijk van dat het toiletpapier roodkleurt na de grote boodschap.

Hoe is de groep geëvolueerd? Hebben jullie al aan anderewedstrijden deelgenomen?

Arjan: We hebben meegedaan aan HekeRocken een derde stek gehaald op de InterfacultaireRockrally, da’s alles. We overwegen om mee te doen aan de volgende editie van De NieuweLichting van Studio Brussel. En qua evolutie:we gaan er gewoon op vooruit, onze nummerszijn meer doordacht. In het begin kwam ik aanmet wat akkoorden en dan begonnen wezomaar. Dat leverde toffe, maar geen goeiedingen op. Nu beginnen we met meeruitgewerkte ideeën. Onze nummers blijvenevolueren, we leren beter samen spelen.Iedere repetitie verandert er wel iets aan eennummer. Dat is een goed teken. We blijvenkritisch. Ik begin wel het gevoel te krijgen dat ze nooit af zullen zijn, dat we nooit zullenvinden dat onze nummers goed genoeg

zijn om op plaat te zetten. Maar bon, daar is nog tijd voor. Eerst ervoor zorgen dat we deftig live kunnen spelen en niet een beetje rommelig klinken.

Waarom hebben jullie deelgenomen aan de FacultySTARs? Wat verwachten jullie ervan?

Arjan: We hebben ons goed geïnformeerd, vandaar de deelname.Nu hopen we vooral met onze coach vooruitgang te kunnenboeken in het afwerken van onze nummers en live erop vooruitte gaan.

Roemer: We hebben onze eerste coachingsessies achter de rug en die zijn enorm productief gebleken.

Stan: De beweegredenen van het lot zijn ondoorgrondbaar. Ik verwacht gratis eten, liefst andalouse als het kan.

Jasper: Wij vonden allen dat de beloning voor deelname ergaangenaam was. Ik wist niet wat ik mocht verwachten, maar nuwe bezig zijn zie ik hoe het allemaal loopt en dat bevalt mij wel.Behalve dat ik gezien wordt als gastmuzikant en lijd onder eenextreme vorm van discriminatie.

8

Naam Geboorte datum Opleiding Muzikale opleiding

en -plaats

Arjan Poisquet °02/12/1997 1e fase bachelor conservatorium piano afgewerkt

Leuven burgerlijk ingenieur en 1 jaar gitaarles (beginnen met

songschrijven) in Het Depot

Jasper Poisquet °07/07/1999 5e jaar Grieks-Latijn 1 jaar drumles in de rockschool

Leuven

Roemer Spreij °09/12/1997 1e fase bachelor Klarinet (4 jaar les) Gitaar (1 jaar les)

Leuven burgerlijk ingenieur

Stan Depuydt °23/07/1997 1e fase bachelor 4 jaar muziekles (notenleer basis),

Leuven burgerlijk ingenieur 3 jaar keyboard (muziekschool),

4 jaar basgitaarlessen

(bij rockschool@play in Leuven)

Page 9: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

16: Jars

Is er een wederzijdse beïnvloeding van studiesen muziek?

Roemer: Als die beïnvloeding er onbewust is, heb ik daar nog niet veel van gemerkt. In iedergeval zorgen mijn studies ervoor dat ik mindergitaar kan spelen.

Arjan: Er is inderdaad weinig tijd om muziek tespelen vanwege de studie en dat is zeer spijtig. Ik studeer omdat ik te bang was om de sprongin het duister te wagen, om meteen al te gaanvoor de muziek. Ik redeneerde: ik zal toch maareerst een diploma halen. Ik speel dus op safewat niet echt rock-’n-roll is ;-)

Is succes in beide werelden mogelijk?

Arjan: Echt succes niet aangezien beide tijdrovende bezig -heden zijn en een dag maar 24 uur telt. Maar succes is relatief,een diploma halen en redelijke vooruitgang boeken als band isook al een kleine prestatie. Op Rock Werchter mogen spelenbeschouw ik als een succes, maar dan zou er geen plaatsmeer in mijn leven zijn voor differentiaalvergelijkingen.

Stan: Vroeg of laat zullen we moeten kiezen, maar dat kan wel wachten tot na de studies, die zijn belangrijk.

Wat is jullie droom of ambitie? Als ingenieur of alsmuzikant? En als groep?

Arjan: Als ingenieur heb ik eigenlijk geen dromen. Met de bandheb ik wel dromen en dat is vooral dat we er voltijds mee bezigkunnen zijn, liefst met Jars zoals het nu is. Gewoon dat muziekje job en leven is, dat zou prachtig zijn. Daar droom ik al heelmijn leven van, maar helaas ga ik daar waarschijnlijk de restvan mijn leven ook nog van moeten dromen.

Stan: Als muzikant: muziek maken die mensen blijer maakt,hen een gevoel geeft dat door het horen van een lied ze eenbepaalde emotie kunnen vastgrijpen. Als mensen dat ervarenmet onze muziek is het goed voor mij.Als ingenieur: een eigen bedrijf oprichten en daarmeewegkomen ☺

Roemer: Ik hoop dat ik ooit de geluiden leer maken die ik inmijn hoofd heb en die ik wil horen. Nu zit er vaak nog eenbarrière tussen wat ik wil en wat ik kan. Dit is ongetwijfeld tewijten aan mijn beperkte kennis van muziek. Als groep wil ikgewoon blijven muziek maken en ons amuseren.

Jelle De Borger

9

Het vervolg: Jars is derde geworden op de Interfacultaire Rockrally. Op dat optreden hebben ze veelnuttige feedback gekregen van de gespecialiseerde en veelzijdige jury: Roeland Boevevan Het Depot, Pieter-Jan Van Den Troost (zanger van Willow), Ewout Decraene (bassistvan Rhinos are people too).Jars gaat met Geert Maris alias Nona Mez, ook gitaardocent bij Het Depot, vooral werkenaan sound, strakheid, op elkaar ingespeeld raken.Hun artistieke peter Klaas Delrue, verantwoordelijke voor Depot Academy en bekend alszanger van Yevgueni, denkt dat ze heel veel progressie zullen maken op korte tijd.Ze mogen intussen alvast alle concerten in Het Depot bijwonen en gebruik maken vande repetitieruimten. Zoals alle Faculty STARs mogen ze daarenboven alle voorstellingen,concerten en films in STUK gratis bijwonen. We wensen Jars een geweldig parcours toe met een mooie evolutie op muzikaal vlak en op studiegebied.

Arjan, Roemer en Stan

Page 10: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

10

Faculty of Engineering Scienby ‘Commission des Titres d

The Faculty as a wholeIt was for the first time that the Faculty of Engineering Science of KU Leuven was subject to a self-evaluation and subsequentreview by an international team of experts in engineering science.

CTI was invited by the Faculty to carry out the review because of the importance it attaches to the disciplinary uniqueness andthe aspiration towards social commitment of each programme.The Faculty as a whole was judged on its ability to appropriatelyprepare its students for the engineering profession. This allowedto assess each programme in the same way.

The realisation of the self-evaluation report (SER) offered thedifferent programmes of the Faculty the unique chance to developa common vision on education, closely linked to the vision oneducation of KU Leuven.

The process of writing the SER was bottom-up, meaning that allstakeholders (students, teaching staff including teaching assistants,alumni and industry) were involved. Students and alumni filledout surveys, and industry was invited to join the IndustrialAdvisory Boards (IAB) of the different programmes. All thedifferent Educational Committees (EC) (in Dutch: POC) and the Faculty EC (in Dutch: FPOC) played a crucial role in thislarge-scale thorough reflection on education.

Some programmes already had an IAB before the start of the CTIreview, others were encouraged to establish one, in order toguarantee the involvement of the industry as a stakeholder. At these IAB meetings the curriculum, the programme outcomesand similar other matters were discussed. At Faculty level, the Faculty Senate was asked for input in several chapters of the SER about the mission, links with the industry, spin-offs,employability, etcetera.

Self-Evaluation ReportSome quality assurance instruments were developed and tested.All the study programme outcomes were updated according tothe ACQA (Academic Competence and Quality Assurance)framework, developed at TU Eindhoven, consisting of followingseven areas of competence: research, design, basic intellectualskills, scientific approach, competence in one or more disciplines,co-operation and communication, taking into account temporaland societal context. For each programme, a curriculummapping was made to support the programme outcomes.

The SER was divided into two main parts: a Faculty SER and the SERs of the specific programmes. The latter consists of four pages for each Master’s programme and eight pages for the Bachelor’s programmes. The former contains chapters aboutthe mission and organisation of the Faculty, the partnerships and links with industry, the educational process and programme,student selection and admission, graduate employment andquality assurance.

A large number of qualitative and coherent policy papers werewritten in order to communicate consequently about importanttopics such as tests and assessments, master’s theses, intern -ships, entrepreneurship, Problem-solving and Design and ACQA.

Each SER of the Faculty and of the specific programmes endedwith a SWOT analysis and action plan. Strengths, weaknesses,opportunities and threats were listed. The action plan drafted bythe Faculty was divided into short, medium and long term actions,respectively two, four and six years.

The review weekAfter meeting the deadline of delivering the SER to CTI, the Facultyprepared the site visit, which took place three months later. The first and last day were focused on the Faculty as a whole,the second, third and fourth day were devoted to the programmes,divided into seven clusters. Each programme review consistedof a meeting with the programme coordinators, the teachingstaff, the students and the alumni. Master’s theses and othercourse material were presented to the CTI committee as well.

The CTI committee existed of people from industry and the academic world. Six people, among them two students,attended the whole week, others were only present when the programmes of their expertise were reviewed.

Preliminary conclusionsAt the end of the week, Bernard Remaud, Chair of the CTIcommittee, pointed out some public conclusions andimpressions without giving away the final conclusion. First, Remaud acknowledged the excellence of our SER, which reflects the important work of many people. One smallerremark on the SER was that it was quite self-centred without any benchmarking done. Next, Remaud explained the distinctionbetween a ‘von Humboldt university’ and a ‘service modeluniversity’, the former focussing on academic research and

Two years of preparation, a one-week review and seven months waiting to know the verdict: the timeschedule of the CTI review seems rather time consuming. As vice-dean Yolande Berbers and Chair ofthe CTI commission Bernard Remaud explained: ‘The most important part of this review remains thepreparation work delivered during the last two years’. A short overview.

Page 11: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

ce and the review ’Ingénieur’ (CTI)

11

educating individuals with a very strong scientific background,the latter focussing on the service to the economy and society.The Faculty of Engineering Science belongs clearly more to the former one. Some pros of this model are the high-level ofscientific-based education, the very high employability and thestrong impact on (research) innovation. Yet, this model contains

some difficulties such as the strong content based approachand the smaller focus on soft skills.

A final conclusion made by Remaud was that the Faculty is top-ranked and has the potential to be very successful.

Cédric Suttels

Interview with Bernard Remaud, chair of the CTI commission at KU Leuven, andAnne-Marie Jolly, vice-president of CTI.

What is CTI?

Jolly: ‘CTI stands for Commission des Titres d’Ingénieurand is the quality agency that, by law, deals specifically withEngineering Education accreditation in France. Half of itsmembers comes from the academic world, and the otherhalf comes from the socio-economic world. In France, CTI’saccreditation allows higher education institutes to deliver to their graduates the title of Ingénieur Diplômé. Abroad, our evaluation allows either to deliver the EUR-ACE label at Master’s level, either, in case of a positive evaluation, the graduates of the foreign institution have the right to bearthe same title. Concerning the evaluation we did in Leuvenin February, it has both objectives.’

How did you prepare for this review? Was it quitedifferent than other CTI reviews in France (and how?)

Jolly: ‘It was a really long process. We first met the Facultyduring the SEFI Conference of 2013 in Leuven, and then we had several meetings with the VLIR to understand thespecificities of Flemish Education. Then, terms of referencewere prepared and acknowledged by the different faculties(KU Leuven, UGent and VUB) as well as by CTI. The evaluationcriteria we followed are specifically defined for foreign countriesbecause our cultural specificities such as mandatory internshipdo not exist in other countries. Another specific point for the

experts was the duration of the audit. In France audits neverlast more than three days. We had an important preparationtime assumed by the permanent staff of CTI, to proposestrictly defined preparation sheets, for example.’

Did you have some focus points from your side?

Remaud: ‘KU Leuven is representative for the top Europeanuniversities that are strongly research-oriented. It is interestingto observe how it deals with the engineering education whichhas an important professional orientation according to allinternational standards. KU Leuven has known competenciesin Science Education. It was worth seeing how they areeffectively applied in the curricula of the Faculty.’

How did the meetings go during the review?

Remaud: ‘The meetings exclusive to the CTI members form an essential part of the process, where the participantspresent their findings, exchange their views in order to builda commonly shared opinion on the main orientations, beforethe experts write their specific parts of the report. The interviewswith the KU Leuven staff, students and alumni are based onquestions raised by the experts when reading the SER andcollected in an internal document before the visitation. From the CTI point of view, the KU Leuven members werewell prepared and well informed on the objectives andprocesses of the review.’

What are the next steps in this CTI process?

Remaud: ‘Before the visitation, the tasks were assigned to every member of the review team. After the visitation, the experts by groups of two or more are writing the sectionswhich were assigned to them. A draft is prepared from allthese contributions by the CTI staff, which is then reviewedand edited by the chair of the team, to insure consistency inthe wording and in the conclusions. This document will circulateamong the experts team until a global agreement is reached.The result will be sent to the Faculty’s dean for commentsand factual errors, and corrections. The final report is expectedin June. It will be presented at the CTI plenary session ofSeptember, which takes the final decisions on the accreditationresults and approves the recommendations to be transmittedto the Faculty.’

Page 12: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

12

STEM, een acroniem voor Science, Technology, Engineering,Mathematics, staat voor een waaier van technologische, technische,exact-wetenschappelijke en wiskundige opleidingen en beroepen.Met het STEM-actieplan wil de Vlaamse regering loopbanen inwiskunde, exacte wetenschappen, techniek en technologiestimuleren. In een vorig nummer van GeniaaL (nr. 32 - januari2016) werden al verschillende STEM-initiatieven van de hoger -onderwijsinstellingen binnen de Associatie KU Leuven voorgesteld.

Tijdens de forumavond ging de aandacht vooral naar het invoerenvan STEM-gerichte opleidingen in het secundair onderwijs.

Voorzitter Gert Sablon zette de toon met de bewering dat in de industrie de zoektocht naar ingenieurs meer dan zes maandenduurt en dat 60% van de bedrijven hun ingenieurspopulatie wildoen groeien.

Integratie is de sleutelProf. Wim Dehaene begint zijn pleidooi bij de VRWI-studie waaruitblijkt dat in het secundair onderwijs 43% een STEM-richting volgt;in het hoger onderwijs is dat maar 19%. Vandaar de hamvraag:waarom kiezen leerlingen niet voor STEM?

Het ROSE-project (http://Roseproject.no), een internationalestudie over de houding van jongeren tegenover wetenschappenen techniek, bevestigt alleen de tendensen, maar biedt geenverklaring. In hoogontwikkelde landen zijn de jonge mensen, en zeker de meisjes, niet enthousiast over wetenschap op school.Weinigen willen wetenschapper worden, de jongens willen welnog ingenieur worden. Alleen in ontwikkelingslanden dromen de meeste jongeren van een technologisch georiënteerde job.

Volgens Wim Dehaene is integratie het sleutelbegrip bij het invoerenvan STEM in het secundair onderwijs. Wiskunde en wetenschappenmoeten dichter bij elkaar gebracht worden. Wiskunde moet ineen breder perspectief gezien worden, niet als een losstaandautonoom vak, maar als een essentieel instrument voor dewetenschappen, dat bijdraagt aan de grote uitdagingen van de toekomstige technologische en ICT-maatschappij, zoals duurzaamheid, energie, vergrijzing, beveiliging.

De algemene doelstelling is STEM-geletterdheid aanbieden aanelke leerling, op een wijze die de interdisciplinaire samenhangvan de verschillende STEM-componenten aantoont zonder deeigenheid van deze laatste te verloochenen, en daarbij de relevantievan STEM voor de samenleving te laten zien. Daarenboven moetdeze abstract gebrachte STEM toekomstige STEM-professionalsaanspreken. Vooral de engineering-component vormt een probleem,zeker in het ASO, veel minder in het TSO, maar dat laatste kamptdan weer met een ernstig imagoprobleem.

Hoe gaan wij de uitdaging aan, vraagt de spreker zich af. De methodesteunt op vijf pijlers: integratie, probleemgericht denken, onderzoekend

en ontwerpend denken, samen leren en aangepaste vakdidactischeinput. In zijn boek met de sprekende titel ‘Making learning whole’vat auteur David Perkins de essentie van STEM samen in deoneliner: ‘Play the junior version of the whole game’.

Ook voor de leerkrachten is de uitdaging enorm. De meestenzijn niet getraind in het oplossen van ‘open-ended’ problemen.Ontwerpen als discipline staat haaks op de rigoureuze natuurweten -schappelijke methode.

In het SBO-onderzoeksproject STEM@school (www.stematschool.be)zoekt een interdisciplinair team van wetenschappers, ingenieurs,pedagogen en beleidsmensen naar oplossingen. In vier clustersvan ontwikkelscholen wordt al het beschikbare studiemateriaalvan het 3e jaar uitgetest aan de hand van effectiviteitstesten.

Uit eerste vaststellingen blijkt dat het welbevinden van de leerlingentoeneemt. De leerwinst blijkt alsnog niet eenduidig aanwezig. Bij de leerkrachten is een positieve ingesteldheid te merken. Zij worden verplicht om hun vakdomein te overstijgen waardoorde werkdruk toeneemt. De leerplanrealisatie blijft nog een pijnpunt.

De tweede spreker, prof. Wim Van Dooren, Faculteit Psychologieen Pedagogie KU Leuven, pareerde de enthousiaste eerstespreker met een kritische reflectie over de geïntegreerde aanpakvan STEM in het secundair onderwijs. Hij had vooral twijfels bijde stelling van Wim Dehaene dat de toepassingscomponent alin het secundair onderwijs aanwezig moet zijn. Moet wiskundegemonopoliseerd worden in STEM? Moet er ook geen gedrags -component aanwezig zijn in STEM? Hij vroeg zich af of de gevolgdedidactische aanpak specifiek is voor STEM. Is die aanpak vanonderzoekend en ontdekkend leren zonder meer toepasbaar?En wat met de alternatieve evaluatievormen die gehanteerdworden? Is er geen gevaar dat het WYTIWYG (what-you-test-is-what-you-get)-syndroom optreedt?

Ook de vakdidactische insteek van STEM onderging enkelekritische vragen. De keuze tussen de ‘science’-aanpak en de ‘engineering’-aanpak is niet vanzelfsprekend. Ook bij hetselecteren van de doelstellingen is de vraag: waar zijn de ‘big ideas’?

Eens te meer bewees de grote opkomst dat de organisatoren een neus hebben voor relevante eigentijdse onderwerpen en STEM was weer een schot in de roos.

Forumavond AIumni Ingenieurs KU Leuven

‘Wordt STEM het nieuwe La

prof. Wim Dehaene

Page 13: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

13

Hoever staan we?Prof. Lieven Boeve, directeur-generaal van het Vlaams Secretariaatvan het Katholiek Onderwijs, poneerde de principes van KatholiekOnderwijs Vlaanderen (KathOndVla) bij de invoering van STEM:

• STEM-initiatieven in de 1e graad moeten alle geïnteresseerdeleerlingen kunnen aanspreken, los van hun cognitief niveau;

• de organisatie van klasgroepen behoort tot de autonomievan de school;

• alle STEM-componenten moeten evenwaardig aanwezig zijn.

De toekomstvisie van KathOndVla gaat uit van alle leerlingen -profielen, houdt rekening met de finaliteit van studierichtingen,creëert transparantie door ordening van studierichtingen in een2D-kader en stelt bestaande onderwijsvormen in vraag. Met dit2D-ordeningskader wordt een continuüm van studierichtingenvan abstract naar toepassingsgericht naar arbeidsmarkt-georiënteerd bedoeld, telkens in de volgende domeinen:economie & maatschappij, kunst & creatie, taal & cultuur, welzijn& maatschappij en wetenschappen & techniek, waardoor eenmatrixstructuur ontstaat.

De toekomstvisie van KathOndVla op STEM bevat volgendeelementen:

• in de 1e graad moet er een reductie van de basisopties komen,met één basisoptie STEM die echter geen voorafname op de bovenbouw mag vormen;

• in de 2e graad komen er twee clusters binnen het studiedomeinWetenschap & Techniek: Mens, Natuur & Milieu (life sciences)en Industrieel (STEM).

Er is nog veel werk aan de winkel, want: er is nog geen reductievan de basisopties, er is nog geen basisoptie STEM, er is noggeen aanzet tot een uittekening van een 2D-kadermatrix en er isnog geen studiedomein Wetenschap & Techniek. Er is nog geensprake van opheffing van onderwijsvormen. Momenteel is IW(Industriële Wetenschappen) in het TSO in de 2e en 3e graad de enige STEM-richting links op het continuüm.

Tot slot heeft Lieven Boeve nog een waarschuwing. Wij moetenopletten voor STEM als promotie-instrument en voor STEM als‘nieuw Latijn’. STEM mag geen hiërarchische ordening van debasisopties teweegbrengen, met alle nefaste gevolgen voor hettechnisch onderwijs.

Afsluitend leidde vicerector Georges Gielen een levendig debat.

In reactie op de kritische opmerkingen van Wim Van Doorenkiest Wim Dehaene resoluut voor de geïntegreerde aanpak entrekt hij de voorzichtigheid van Wim Van Dooren in twijfel.

Dan ontspint zich een discussie over eindtermen. Lieven Boevestelt eindtermen tegenover leerplannen en zegt dat deze nietindividueel tegenstelbaar zijn, maar voor de groep gedefinieerd.Eindtermen worden vertaald in leerplannen. Nieuwe leerplannenmoeten meer vanuit het vormingsproject bekeken worden en dusvanuit een geïntegreerde visie. Vandaar dat een STEM-vak meeris dan ‘een beetje engineering toevoegen’. Het secundair onderwijsheeft nood aan meer leerkrachten met een ingenieurs opleiding.

Georges Gielen wijst op de splitsing van life sciences en engineeringin de opleidingsprogramma’s, terwijl in het wetenschappelijkonderzoek deze domeinen verder aan het convergeren zijn.Volgens Wim Dehaene denken sommige scholen eraan Latijn-Grieks te laten evolueren naar Latijn-STEM.

De suggestie van vicedecaan Yolande Berbers om de integratie -gedachte in de STEM-opleiding niet te beperken tot STEM,maar uit te breiden naar de bredere maatschappelijke aspectenontlokt aan decaan Michiel Steyaert de vraag waarom er ook geenSTEM-vak in de humane wetenschappen kan aangeboden worden.

En ja, STEM is ook een marketingcampagne voor bepaalderichtingen om meer ingenieurs aan te trekken. Maar daar is nietsmis mee.

Een slotobservatie van Lieven Boeve: ‘Onderwijs is een tanker:hij reageert traag maar vaart haarfijn naar zijn aanlegkade.’

Het antwoord op de vraag in de titel van het Forum is dus neen;STEM is veel meer.

Hendrik Van Brussel

tijn?’ 23 februari 2016

prof. Wim Van Dooren

prof. Lieven Boeve

Page 14: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

14

3G, 4G of 5G?Beeld je de moeilijkheden in voor de ontwikkelaars van web -applicaties bij het plaatsen van een eenvoudige afbeelding.Idealiter moet je rekening houden met de heterogeniteit van de toestellen en dataverbindingen van de bezoekers. Voor eenbezoeker met een desktopcomputer en een 100Mbps-verbindingmaakt het weinig uit of een afbeelding 1KB dan wel 5MB groot is;ze wordt in beide gevallen meteen weergegeven. Een smartphone -gebruiker heeft er echter baat bij om een gecomprimeerdeafbeelding te ontvangen om het mobiele dataverbruik tebeperken. Een elegante oplossing voor deze heterogeniteitbestaat erin om een dataoverdrachtsprotocol op te stellen waarbijde bezoeker zelf kan bepalen hoeveel data verzonden mogenworden. De webapplicatie past dan een geschikt compressie -algoritme toe. Aangezien een populaire webapplicatie enkeleduizenden verzoeken per minuut moet kunnen afhandelen, lijkt een offline compressiefase gecombineerd met een slimmedataoverdracht de aangewezen strategie te zijn.

Een protocol dat bovenstaande beperkingen respecteert, kangebaseerd worden op de singulierewaardenontbinding (SWO).Ze ontbindt een matrix als een lineaire combinatie van rang-1matrices (singular vector tuples (SVTs) genaamd) die onderlingorthogonaal staan en zodanig zijn geordend dat de singulierewaarden een degressieve rij vormen. Het Eckart—Young (EY)theorema stelt dat de som van de eerste R SVTs de besterang-R benadering van de oorspronkelijke matrix vormt.

In een SWO-gebaseerd protocol beschouwen we eenafbeelding als een matrix en berekenen we haar SWO eerstoffline. Vervolgens kan elke bezoeker een gepersonaliseerdegecomprimeerde afbeelding vragen. De zender zal dan,zonder verdere berekeningen te vereisen, opeenvolgende

SVTs versturen, die bij de ontvanger eenvoudig geassembleerdkunnen worden tot een som van rang-1 matrices. Dit proceseindigt wanneer de bezoeker aangeeft geen verdere data tewillen ontvangen. Door het EY-theorema zal de gereconstrueerdematrix een optimale benadering vormen. Het versturen vaneen SVT kost weinig omdat enkel de singuliere waarde en de bijbehorende linkse en rechtse singuliere vector wordenverstuurd.

Figuur 1 illustreert het voorgaande idee. Na het ontvangen van de eerste 50 SVTs kan men de linkse afbeelding in Figuur 1reconstrueren. De compressiefactor voor de opslag van dezeafbeelding ten opzichte van de oorspronkelijke 500x698afbeelding bedraagt 500*698 / (50*(500+698)) = 5.8. Na hetontvangen van de eerste 100 SVTs kan men de middelsteafbeelding uit Figuur 1 reconstrueren. De compressiefactorbedraagt hier nog steeds 2.9. De afbeelding die men kanreconstrueren uit de eerste 200 SVTs, wordt rechts in Figuur 1weergegeven.

3D, 4D of 5D?

Een beperking van het voorgaande protocol is dat het enkelwerkt voor tweedimensionale rijen en dus niet overweg kanmet kleurenafbeeldingen. De voorstelling van een gekleurdepixel op een computerscherm in de gebruikelijke kleuren -systemen zoals RGB of CMYK vereist immers de specificatievan drie waarden. Een kleurenafbeelding is een voorbeeld van een (driedimensionale) tensor: een rij die met drie indicesgeadresseerd wordt.

Het concept van een rang-1 matrix A = u vT — een matrixwaarbij het element A(I,J) op positie (I,J) de waarde u(I) * v(J)heeft, waarin a(K) verwijst naar het Kde element in de vector a— kan uitgebreid worden naar tensoren: bij een rang-1 tensorA = u o v o w heeft het element A(I,J,K) op positie (I,J,K) dewaarde u(I) * v(J) * w(K). Elke tensor kan men schrijven als eenlineaire combinatie van rang-1 tensoren. Zo’n ontbinding van

Nick Vannieuwenhoven studeerde in 2010 af

als Master in de Informatica aan de Faculteit

Wetenschappen van KU Leuven. Vervolgens

startte hij zijn doctoraatsonderzoek bij de

onderzoeksgroep NALAG (Numerical Analysis

and Applied Mathematics) van het Departement

Computerwetenschappen, onder supervisie

van de professoren Karl Meerbergen en Raf

Vandebril. Een jaar later behaalde hij een FWO-aspirantenmandaat

voor zijn onderzoek dat resulteerde in de verhandeling getiteld:

‘The Tensor Rank Decomposition: Truncation and Identifiability’.

Nick Vannieuwenhoven behaalde op 24 februari 2015 de docto-

raatstitel met gelukwensen van de examencommissie. Sinds

oktober 2015 vervolgt hij zijn onderzoek aan de KU Leuven als

postdoctoraal onderzoeker van het FWO.

Doctoraat Nick VannieuwenhovThe Tensor Rank Decomposition: Truncatio

Figuur 1: Een SWO afknotten geeft aanleiding tot eensequentie van optimale benaderingen.

Page 15: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

15

minimale lengte noemt men dan een tensorrangontbinding(TRO). Het aantal rang-1 termen in deze minimale ontbindingdefinieert de rang van de tensor.

Een tensor kan men benaderen door een TRO met een kleineraantal rang-1 termen. Figuur 2 geeft hier een voorbeeld van.De linkse afbeelding toont een optimale benadering van rang 50.De middelste en rechtse afbeeldingen geven respectievelijkeen optimale benadering met een rang-100 en rang-200 TROweer. Men zou kunnen besluiten dat de TRO een goedegeneralisatie is van de SWO omdat Figuur 1 op een zwart-witversie van Figuur 2 lijkt. De compressiefactoren zijn nu zelfsnog beter: van links naar rechts bekomen we een factor 17.4,8.7 en 4.6. Voor elke rang-1 tensor dienen we namelijk slechtsdrie vectoren op te slaan: een van lengte 500, een van lengte698 en een van lengte 3.

No free lunchOm het protocol uit te breiden naar kleurenafbeeldingenwensen we ook een generalisatie van het EY-theorema: we zoeken een TRO die de eigenschap bezit dat de som van de eerste R rang-1 termen tegelijkertijd de beste rang-Rbenadering van de oorspronkelijke tensor oplevert. Het isprecies deze eigenschap waardoor je bij matrices uit één SWOeen sequentie van afbeeldingen kan reconstrueren waarin elke

opeenvolgende afbeelding er visueel beter uitziet dan devoorgaande. Het blijkt dat deze eigenschap op een spectaculairewijze kan falen voor tensoren. Dit fenomeen wordt weergegevenin Figuur 3, waar we een rang-200 TRO (rechts) afknotten naarrespectievelijk rang 50 (links) en 100 (midden). Het is duidelijkdat deze afgeknotte TROs niet lijken op de drie optimalebenaderingen in Figuur 2.

In samenwerking met prof. Johannes Nicaise van het DepartementWiskunde van de KU Leuven werd een bewijs geleverd voorhet ontbreken van een EY-theorema voor tensoren. We toondenaan dat een ontbinding met deze eigenschappen in hetalgemeen enkel kan bestaan voor matrices.

IdentificeerbaarheidHoewel er voor tensoren geen EY-theorema bestaat, beschiktde TRO wel over een andere wenselijke eigenschap: uit onder -zoek blijkt dat de individuele rang-1 termen in een TROnamelijk vaak uniek zijn.

In de chemometrie wordt de TRO gebruikt voor het identificerenvan individuele fluoroforen in een chemische mengeling. Bij eenfluorescente spectroscopie wordt op verschillende tijdstippeneen zogenaamde emissie-excitatiematrix opgesteld; deze matrixbevat op positie (I,J) de intensiteit van de reflectie van licht metgolflengte I wanneer de chemische mengeling geëxciteerdwordt met licht met golflengte J. Door deze matrices op testapelen in de derde dimensie verkrijgt men een driedimensionaletensor. Het blijkt uit de wet van Beer—Lambert dat deze tensoreen TRO bezit waarbij de rang exact overeenstemt met hetaantal fluoroforen in de mengeling. Dankzij de uniekheid vande TRO kan men dan de individuele fluoroforen identificerenaan de hand van de opgemeten tensor die de tijdsafhankelijkeemissie–excitatie intensiteiten bevat.

In samenwerking met prof. Luca Chiantini van de Universiteitvan Siena en prof. Giorgio Ottaviani van de Universiteit vanFirenze ontwierpen we een algoritme om na te gaan of eentensor een unieke TRO van een gegeven rang bezit.

ConclusiesIn deze thesis werden enkele fundamentele eigenschappen vande TRO onderzocht. We toonden aan dat zulke ontbindingenvaak uniek zijn. Helaas houdt dit ook in dat een generalisatievan het EY-theorema naar de TRO onmogelijk is.

Nick Vannieuwenhoven, Karl Meerbergen, Raf Vandebril

en:n and Identifiability

Figuur 2: Afzonderlijke TROs van toenemende rangen.

Figuur 3: Een TRO afknotten geeft geen sequentie vanoptimale benaderingen.

Page 16: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

16

Professor Anantha Chandrakasan is one of the most influentialresearchers in the field of integrated circuit design. This sentencemakes most sense to other researchers from that field. To anyoneelse, the enormous impact of Professor Chandrakasan’s workmay not be obvious at first. And yet, integrated circuits haveradically changed our everyday lives. Is it still possible to imaginea society without internet, tablets, or mobile phones? Can youimagine your daily life without wireless garage openers or TV remote controls? None of these things can exist withoutintegrated circuits or chips, as they are usually called. It is acommon mistake to think that the information society is onlyabout software. Software needs a platform to run on, and thatplatform is a piece of hardware. At the heart of that hardwareare chips.

In the world of integrated circuits there is a law, Moore’s law,about the complexity of chips. It is actually not really a law butrather a prophecy delivered by Gordon Moore. Back in 1965,he predicted that the number of transistors – switches, if you like – on digital chips would double every two years. The prophecy came true: the number of transistors on digitalchips has been doubling every two years for the past fivedecades. This is where Professor Anantha Chandrakasan’sresearch kicks in. Technology provides us with ever smallertransistors, but a whole engineering science had to bedeveloped to determine how digital circuits are to be designedwith first thousands, later millions and even billions of thosetransistors. When, in the late eighties, the wireless revolutionstarted with the advent of the mobile phone, circuit designbecame even more of a challenge: tremendous complexityhad to be combined with low energy consumption. The challengeis still there after all those years. Energy in a battery is scarceand nobody wants to recharge his phone every hour. Yet, new,ever smarter apps arise every day.

Professor Chandrakasan’s iconic paper about low-power digitalcircuit design dates from 1992. He was not even a professor in those days, but a PhD student with Bob Brodersen in Berkeley.Yet, the famous paper is still on the reading list of everymicroelectronics student worldwide. But that was only thestart. Later, Professor Chandrakasan joined the MIT EECSdepartment, that other famous breeding ground for brilliantdesigners. From his team originate ground-breaking papers onnear-threshold logic and reference processor designs for anydesign engineer or academic researcher trying to furtherreduce the energy consumption of his circuit.

American engineer and computer scientist Anantha P. Chandrakasan (47) is a world authority on electronic chip design. He has been doing research into energy-efficient circuits and systems for twenty-five years. With the Internet of Things, whereby practically all devices exchange informationwithout human intervention, we will need more and moretechnologies that function without electricity or batteries.

Anantha Chandrakasan received an honorary doctorate at KU Leuven on the occasion of the ‘Patroonsfeest’ of KU Leuvenon February 10, 2016. We are honoured to publish the laudatioby Wim Dehaene.

Honorary Doctorate An

Page 17: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

17

Making Moore’s prophecy into Moore’s law is an achievementof many industrial players and researchers, but, beyond anydoubt, Professor Anantha Chandrakasan is among the mostprominent of them.

But there is more. Ground-breaking research in itself is notenough. Research requires dissemination and debate.Engineering research must pass the test of industrial relevanceand implementation. In that respect, too, Professor Chandrakasanhas outstanding merits. He has been heading the world’s mostfamous forum on integrated circuit design, the InternationalSolid-State Circuits Conference, or ISSCC for the insiders, for several years now. We can safely say that this forum is the place where integrated circuit designers from industry and academy cross swords, challenge each other’s results,and get new inspiration. Thanks to his relentless efforts,Professor Chandrakasan has managed to maintain the balancebetween technical content and logistic considerations, betweenfundamental research and implemented engineering science.

Last but not least, Professor Chandrakasan’s striving for academiceducation and involvement of adolescents in technologydeserves credit as well. He set up several programmes wherestudents can develop themselves to become professionalswith a good eye for technical skills but also responsibleentrepreneurs in an ever more complex society. His efforts to engage more women are particularly worth mentioning . All of this makes Anantha Chandrakasan the all-round,committed scholar he is.

We can safely say that integrated circuit design would never bethe success story it is today without the invaluable contributionsof Professor Anantha Chandrakasan. It is a story of fundamentalresearch results. It is a story of iconic publications. It is a storyof milestone designs. It is a story of world forums whereresearchers and designers from all over the world meet. And finally, it is a story of high-quality academic education and social relevance. There are many co-authors, but the storyis signed Anantha Chandrakasan.

Zie ook http://nieuws.kuleuven.be/node/16219

antha Chandrakasan

Page 18: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

18

Vooreerst mijn felicitaties met uw aanstelling als titularis van deze prestigieuze leerstoel, die voorbehouden is voorwetenschappers die het verschil gemaakt hebben. U hebteen internationaal gerenommeerde onderzoeksgroep in defotonica vanaf nul opgebouwd aan de VUB. Kunt u even het domein van de fotonica, dat weinig bekend is aan KU Leuven, situeren?

‘Wij waren en zijn pioniers in de lichttechnologie – of fotonica -en haar toepassing in diverse domeinen, zoals de maakindustrie,sensortechnologie, beeldscherm- en lab-on-a-chiptechnologie.De fotonica is de wetenschap die de unieke eigenschappen vanlicht bestudeert om er innovatieve toepassingen uit te puren.Dankzij optische communicatie zijn bijvoorbeeld uiterst hogeinformatietransmissiesnelheden mogelijk. Licht speelt een belangrijkerol in de medische beeldvorming, o.a. om tumoren in beeld tebrengen of om cellen te karakteriseren. Er is kruisbestuiving met de domeinen van de nieuwe materialen, de biotechnologieen de maakindustrie. Kortom, het is een van de zes door de EU uitgeroepen sleuteltechnologieën (naast micro- en nano-elektronica, geavanceerde materialen, industriële biotechnologie,nanotechnologie en geavanceerde fabricagesystemen), met eengigantische economische impact.’

Welke zijn de uitdagingen in de fotonica, wetenschappelijken technologisch?

‘De uitdagingen zijn legio. Op het vlak van de lichtbronnen is ernood aan lasers met hogere vermogens en andere golflengtenvooral naar het infrarood toe, maar ook nieuwe compacte vrije-vormlenzen (en spiegels), met oppervlakteruwheden opnanometerschaal openen innovatiemogelijkheden en stellentegelijkertijd grote uitdagingen aan de productieprocessen. Op dit vlak werken wij trouwens samen met de groep vanDominiek Reynaerts aan de KU Leuven.

De echte uitdaging ligt echter in het informeren over en opleidenvan onze ingenieurs en ondernemers in de rijke mogelijkhedenvan de fotonica. In dat opzicht hebben wij aan de VUB eenvoortrekkersrol gespeeld. Al in 1993 richtten wij als eerste op het Europese vasteland het Photonics Curriculum for Engineersin en in 2004, samen met UGent, het Master in Photonicscurriculum. Dat laatste kreeg later het EC Erasmus Munduskwaliteitslabel. Intussen hebben verschillende universiteitenwereldwijd dit voorbeeld gevolgd.

Ik pleit aan de VUB trouwens, voorlopig tevergeefs, voor eenbasisvak fotonica in de bacheloropleiding.’

Welke zijn de bijdragen van uw onderzoeksgroep aan de fotonica?

‘Wij zijn in Vlaanderen en Europa voorlopers geweest van desamenwerking met de industrie inzake fotonica en optische

communicatie, met bedrijven als Barco, met TOMRA Sorting(het vroegere BEST nv), Commscope, Xeikon, Melexis, ICOS,Xenics, ETAP, Agfa en vele andere.

Qua onderzoek werken wij op verschillende domeinen: optischontwerp en prototyping, optische sensoren, microfluidics enniet-lineaire optica. Wij ontwikkelen microgestructureerdeoptische-vezelsensoren voor rekmetingen (Bragg-gratings) metintrinsieke temperatuurcompensatie. Een commerciële Bragg-gratingsensor is gevoelig voor rek, maar ook voor temperatuur.Deze sensoren worden bijvoorbeeld ingebed in composiet -structuren voor monitoringdoeleinden om delaminatie op te sporen.

Inzake microfluidics ontwikkelen wij lab-on-a-chipsystemen op basis van polymeren met geïntegreerde optische diagnose -sensoren, waarbij de microstructuren door ‘hot embossing’bekomen worden. Wij integreren, op waferniveau (300 mm),micro-optica met microfluidics, freeform optics, microlasers, dit alles op één chip.

Fotonische IC’s worden ontwikkeld met niet-lineaire eigenschappenwaarbij hogere harmonischen gegenereerd worden die kunnenleiden tot coherente breedbandlichtbronnen. Hierbij wordtgebruik gemaakt van grafeen, het nieuwe wondermateriaal.

Een andere groep werkt op vrije-vormoptica, zowel modelleringals productie met een 5-assige diamantdraaimachine met in-situinterferometrisch meetsysteem. Wij zijn stilaan op weg om eenautoriteit te worden voor het ontwerp en de fabricage van extreemnauwkeurige vrije-vormspiegels en lenzen, zoals bijvoorbeeldnodig voor EUV-lithografie.’

Binnenlandse Francquileers

Dit voorjaar zal prof. Hugo Thienpont van het Applied Physics and Photonics Department - VUB, op voordracht van prof. Dominiek Reynaerts, de binnenlandse Francquileerstoel bekleden. Tijd dus voor een nadere kennismaking.

Page 19: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

19

Met wie werkt u samen aan KU Leuven?

‘Hoofdzakelijk met prof. Dominiek Reynaerts op het vlak vanfijnmechanische (micro)productieprocessen, zoals precisie -draaien en –frezen, (micro)-vonkverspanen, ultrasoonbewerken,aanvullend aan de technieken waarover wij aan de VUBbeschikken, zoals ionenstraalfrezen met protonlithografie.’

Waar staat de Vlaamse industrie inzake fotonica? Zijn erook spin-offs ontstaan uit uw onderzoek?

‘Alhoewel dat op het eerste gezicht niet zo lijkt, neemt Vlaandereneen prominente plaats in het Europese industriële fotonica -landschap in. Zo heeft mijn Brussels Photonics Team, B-Photgenoemd, projecten uitgevoerd rond medische beeldschermenen high-end projectoren met Barco (met lichtsterkten van 60000lumen!), rond optische connectoren voor ‘fiber-to-the-home’ metTE Connectivity (nu Commscope), rond hogeresolutie LED- enlaserprinters met Punch Graphix, rond de optische kwaliteits -verbetering van germaniumkristallen voor zonnecellen metUmicore, rond datacomverbindingen in wagens met Melexis, en rond groentensortering met lasers met TOMRA Sorting. De meeste van deze projecten kregen financiële steun van hetIWT. Ik wil hier benadrukken dat wij niet alleen samenwerkenmet grote industrieën of kennisinstellingen; B-Phot wilnadrukkelijk haar kennis ook toegankelijk maken voor kmo’s via het Europese ACTPHAST-project (www.actphast.eu/).

Spin-offbedrijf Luceda Photonics, opgericht samen met UGenten imec, ontwerpt software voor fotonische chips en is zichuitstekend aan het profileren op deze markt.

Een ander belangrijk initiatief is het nieuwe VUB PhotonicsInnovation Centre dat onlangs in Gooik officieel werd ingehuldigd.Dit centrum huisvest nu het B-Phot onderzoeksinstituut datvooral dienstverlening aan de Vlaamse en Europese industrienastreeft met haar pilootlijn voor optische componenten en systemen.’

Welke onderwerpen zal u behandelen in de Francquileerstoel?

‘In de inaugurale les op 19 april zal ik de unieke aspecten van defotonica belichten en zal ik mijn visie schetsen op de toekomstigeontwikkeling van deze sleuteltechnologie in een aantal toepassings -domeinen, zoals de medische technologie, de maakindustrie ende energiesector.

In de daarop volgende vierdelige lessencyclus zal ik achtereen volgensbehandelen: optische datacommunicatie, hoog-vermogenlasersvoor de maakindustrie, fotonica voor de medische sector en devoedselveiligheid, en optische-vezelsensoren voor gebruik in‘slimme’ structuren en materialen.’

Allen op dus naar de Francquileerstoel voor een naderekennismaking met een fascinerende tak van de ingenieurs -wetenschap, met toepassingen in de meest uiteenlopendedomeinen.

Hendrik Van Brussel

toel 2016: Hugo Thienpont

Page 20: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

20

TML, Transport and Mobility iedereen ervaringsdeskundige in mobiliteit

Hoe is TML tot stand gekomen en hoe ben jij CEO geworden?

Ik ben mijn carrière als burgerlijk ingenieur gestart in consultancyin ruimtelijke planning. Na vijf jaar had ik het zowat gezien enkeerde ik naar de KU Leuven terug om er te werken aan eendoctoraat in verkeerskunde bij prof. Ben Immers, die verbondenwas aan TNO Eindhoven maar die in 2001 de KU Leuven vervoegde.Hij is een heel ondernemend iemand die verkeerskunde eennieuw elan bezorgde en probeerde veel projecten aan te trekken.De eerste twee jaren van mijn doctoraat hield ik me vooral bezigmet fundraising en het uitbouwen van netwerken. Dat is behoorlijktijdsintensief. Ben Immers werkte ook samen met prof. Stef Proostdie in de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschapen ook onderzoekverrichtte naar transport. Die laatste werd overbevraagd voorconsultancy inzake transport. Net op dat moment was er vanuitTNO Eindhoven een expansiedrang naar het buitenland en wildemen een spin-off creëren. Dit alles leidde tot de oprichting vaneen bedrijf dat zich specifiek toespitste op consultancy in detransportsector en verkeer. In februari 2002 zag TML het levenslicht.Daarbij heb ik enorm veel steun gekregen van LRD, met nameRudy Cuyvers verdient werkelijk een pluim.

Ik schreef het businessplan, legde contacten en de oprichtingwerd een fulltime job. Helemaal op het einde van de rit moest ernog een directeur gevonden worden. Er werd een lijst opgesteldvan kandidaat-directeurs. Plotsklaps kwam het voorstel van de partners om mij die job aan te bieden. Dit betekende dat ikhelemaal geen tijd meer kon steken in mijn doctoraat. Je kandus wel spreken van een atypisch parcours want vele spin-offsontstaan net uit een doctoraat.

En dan begint het verhaal en ben je moederziel alleen …

De eerste vier maanden ging ik alleen aan de slag en schreefvooral proposals om geld binnen te halen. En dan haalden wijons eerste project binnen: verkeerstellingen voor de FederaleOverheid analyseren. Dit project werd bijna onmiddellijk gevolgddoor een Europees project van prof. Stef Proost. Er werd onsgevraagd CO2- en voertuigemissies te analyseren: de EURO5-normen voor personenwagens. TML is gestaag gegroeid enondertussen bestaat ons team uit 19 medewerkers.

Waar is TML in gespecialiseerd?

Onze specialisatie is analytisch modeleren en impactanalyse, ex ante. Dit betekent dat je diverse opties onder de loep neemtvoordat je iets gaat uitvoeren. Wij maken een analyse van deeconomische en maatschappelijke kosten/baten en op basisdaarvan concluderen we wat de beste optie is. Het gaat bij onsmeer over de methodologie. Daarom werken we meestal inconsortia met onderzoeksinstituten, universiteiten en consultants.Zij brengen andere input. Transport ‘an sich’ is een breed begrip.We analyseren economische structuren en subsidiestructuren,maar we ontwerpen ook verkeerslichten. Bovendien bestrijken weeen geografisch breed domein: van een straat tot het luchtruim.

Is de impacttijd van jullie studies altijd zo groot? Er zit elf jaar tussen jullie aanbeveling voor invoering van hetrekeningrijden en de invoering ervan?

Inderdaad, nu komen mensen naar mij toe en beweren sommigendat ze rekeningrijden willen aanmoedigen terwijl ik hen vijf jaargeleden een heel andere stelling hoorde verdedigen. Oneliners als‘publiek transport moet gratis’, indertijd met Steve Stevaert alsgrote verdediger, zorgden ervoor dat onze studies niet populairwaren. Toch hebben we steevast onze studies verdedigd en nublijkt dat we gelijk krijgen. Op 1 april wordt rekeningrijden ingevoerd.

Projecten waarvoor een kostenbaten- of effectenanalyse wordtgevraagd, zijn vaak de projecten waarover men als instantietwijfelt om ze in te voeren. Die projecten hebben vaak negatieveresultaten. Wij moeten dan de slechte boodschap brengen datde baten eerder negatief zijn. Vooral bij de EU-projecten is dathet geval: bij elk voorstel hoort een impactassessment en vaakvalt dat negatief uit.

Uiteindelijk hebben we al veel tegengehouden en dan is het moeilijkte antwoorden op de vraag of je een grote maatschappelijkeimpact hebt. Heel veel projecten zijn er niet gekomen dankzijons. Minister Kathleen Van Brempt wilde bijvoorbeeld demaximumsnelheid voor vrachtwagens op autosnelwegenverlagen tot 80 km/u en die maatregel is er uiteindelijk nietgekomen dankzij onze analyse.

TML heeft niet als doel een orakel te zijn voor eender wie; wij doen enkel uitspraken op basis van degelijke analyses.

Page 21: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

21

Leuven: ? Een gesprek met CEO Griet De Ceuster

Jouw doelpubliek zijn vooral mensen die zichzelf ervarings -deskundige noemen en een mening hebben over detransportproblematiek. Hoe ga je daarmee om?

Wij hebben ons vanaf dag 1 zeer onafhankelijk opgesteld en ons altijd vooropgesteld om voor iedereen te werken. Daar hebbenwe nog steeds geen spijt van. We werken zowel voor Greenpeaceals voor ACEA (European Automobile Manufacturers’ Association)en de EU. Die onafhankelijkheid willen we hoog in het vaandelvoeren. Wij staan voor analytisch, wetenschappelijk onderbouwdonderzoek en standpuntenvrije resultaten.

Welke soort profiel wordt gezocht om voor TML te werken?

Momenteel werken er voornamelijk economisten en ingenieursbij TML, maar wij hebben ook een psycholoog en een bio-ingenieurin dienst. We willen vooral mensen aanwerven die flexibel met de inhoud van hun job kunnen omgaan. TML bestrijkt in zijnonderzoek een breed domein van transportthema’s: scheepvaart,luchtvaart, treinen, voertuigen, fietsen en dat voor heel Europa.Niettegenstaande alle werknemers binnen TML expert zijn in een of ander thema is het belangrijk dat ze zich ook over andereonderwerpen kunnen buigen. Dat is onze sterkte. We moetenniet telkens opnieuw op zoek naar specifieke profielen wantiedereen kan zich in een ander domein op korte termijn inwerken.TML heeft net daarom geen afdelingen, we zijn een groep.

Hoe houd je je mensen gemotiveerd als je al jaren voorspeltdat een weg zal dichtslibben of zegt dat er al lang rekening -rijden had moeten zijn?

Onze mensen vinden allereerst het werk op zich interessant enhebben allen dezelfde drive: ‘het moet juist zijn’. ’s Morgens neemthet ganse team in het koffielokaal de kranten door, wordenartikels over transport voorgelezen en volgt er een discussie.

Waar heeft u leren communiceren over zo’n breedmaatschappelijk item als mobiliteit aan het brede publiek?

Om eerlijk te zijn was ik er in het begin niet zo goed in. Ervaring helpt,maar je kan ook opleidingen volgen. Zo raad ik mijn werknemers aaneen training te volgen bij Leuven.Inc. Daar leer je bijvoorbeeldhoe je een krantenartikel schrijft. Wat zet je erin en wat niet? Als ingenieurs hebben we de neiging alle assumpties te willenweergeven. Vaak vraag ik de mensen die bij ons werken: ‘wat bedoel je met het artikel?’ en dan krijg ik vaak een grotetabel. Het blijft een permanent aandachtspunt. Een thesis schrijvenhelpt ook om zo’n boodschap over te brengen. Ik denk dat ditnet vaardigheden zijn die gemakkelijk aan te leren zijn.

Mobiliteit is toch iets wat maatschappelijk sterk appelleert.Toch zien we aan de universiteit weinig belangstelling bij de studiekeuze?

Dat ligt volgens mij aan de vooropleiding. Zelf heb ik ook geenvooropleiding gehad in verkeerskunde. Weet je dat er zelfs geenverkeerskundig vak is in de bacheloropleiding. Niemand weet watverkeerskunde inhoudt. En nochtans heb je er veel computer -wetenschappen bij nodig, namelijk algoritmes. Een grootmankement is dat in de bachelorsopleiding geen operationsmanagement wordt gedoceerd want daar bouwen wij op verder.Bij economische wetenschappen krijgen ze dat wel.

‘Optimalisatieproblemen’ wordt wel gedoceerd in de bachelor -opleiding, maar vaak vanuit een elektronicaperspectief. Het zoueen surplus betekenen als men een seminarie zou geven overde verkeersproblematiek. Dan kan je onmiddellijk de aandachttrekken van de studenten. Voor mij moet er zelfs geen vakverkeerskunde in de bacheloropleiding gegeven worden als je de lessen operations management met goede praktijkvoorbeeldenkleurt. Zo kan je bijvoorbeeld studenten verkeerslichten latenoptimaliseren. Dat is een leuk onderwerp. Zelf heb ik tijdens mijnstudies burgerlijk ingenieur projectwerk gekozen omdat wij danvrijstelling kregen van tekenen. Ook dit vak kan je kleuren metverkeerstechnische onderwerpen.

Als vrouw ‘je mannetje’ staan valt dat mee in die toch sterkemannenwereld?

Sorry, ik heb wel ingenieurswetenschappen gestudeerd, dat wasop zich al gedurfd. Ik was de enige uit het Heilig Graf van Turnhout,een meisjesschool. Als hobby programmeerde ik in de humaniora.Er was nog geen internet en mijn ouders gaven me geen computer -spelletjes: ‘programmeer dat zelf maar’ was het standaard antwoord.Ik was erg geïnteresseerd in wiskunde, fysica en chemie. Dat alleszorgde ervoor dat ik voor burgerlijk ingenieur opteerde. Alles zitin die opleiding vervat.

Verder heb ik er geen last van om als vrouw CEO te zijn van TML.Bij vergaderingen met externen zie je soms wel dat ze een manverwacht hadden, maar dat stoort me niet. Bij momenten is het zelfs grappig.

Ben je tevreden over de ingenieursopleiding?

Ingenieursstudies zorgen ervoor dat je een hele brede basis hebt.Daarom heb ik voor deze studies gekozen. Het is ook de sterktevan de KU Leuven. Als je onze ingenieursstudies vergelijkt metdie in het buitenland, stel ik vast dat die mensen vaak heel erggespecialiseerd zijn in een bepaald thema. Het zijn ‘one trickponies’. Ze missen vaak de basis om iets anders op te pakken.Burgerlijk ingenieurs uit Leuven zijn breder gevormd engemakkelijk inzetbaar in verschillende thema’s. Onze medewerkersmoeten zowel luchtvaart als rekeningrijden kunnen analyseren ofverkeerslichten ontwerpen. Als ik dan toch iets zou mogen wijzigenaan het curriculum, dan zou ik het vak operations researchtoevoegen. Dan leveren we nog betere verkeerskundigen af.

Isabelle BenoitYvan Verbakel

Page 22: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

GeniaLe alumni een gesprek

Op een zonnige middag heb ikafgesproken met Carmen Cordier.Ik ken haar als voormalig lid van deRaad van Bestuur van de AlumniIngenieurs KU Leuven, waar ze eenaantal jaren als ondervoorzittermee het beleid en de activiteitenvan en voor onze alumni bepaalde.In die tijd kende iedereen haarvooral als dochter en opvolgstervan John Cordier, die met hetnetwerkbedrijf Telindus een

topbedrijf in de Leuvense regio had opgericht. Carmen Cordier studeerde af als burgerlijk elektrotechnisch ingenieur:telecommunicatie aan onze Alma Mater in 1991 en volgde ookeen MBA in Oxford in 1999-2000.

Woelige jarenHet jaar 2002 was voor Carmen Cordier een moeilijk jaar. Haar vader overleed dat jaar op een veel te jonge leeftijd. Zij kreeg onmiddellijk de grote verantwoordelijkheid om meeTelindus te leiden. In de tweede helft van 2005 brak een woeligeperiode aan door een vijandig overnamebod van het toenmaligeBelgacom (nu Proximus) op Telindus. Na moeilijke onder -handelingen, bitse discussies en mediaheisa werd in 2006 deovername een feit. Carmen Cordier bleef nog meer dan eenjaar werken bij Telindus, maar besloot dan toch nieuwe padente bewandelen en haar ondernemerszin aan te wakkeren. De Telindusgebouwen werden verkocht aan de KatholiekeHogeschool Leuven die er haar administratie huisvest, alsookde nieuwe ‘Proximus-Campus’ voor studenten managementen technologie. Het beeld van John Cordier blijft er alsaandenken aan een van de pioniers en grote ondernemers in de Leuvense regio.

Oprichting van CrossroadIn november 2007 werd Crossroad opgericht door CarmenCordier en Peter Van Laer, beiden met een Telindusachtergrond.Peter Van Laer werd CEO, Carmen Cordier voorzitter en defamilie Cordier hoofdaandeelhouder. In februari 2008 werdende eerste werknemers aangeworven en groeide het bedrijf alsnel tot een tiental medewerkers. Momenteel zijn er een 45-taleigen mensen en een 20-tal contractors waarmee samen -gewerkt wordt. Het bedrijf kende een gestage groei en haaldein 2015 een omzet van 8.5 miljoen euro. In 2017 wordt ernaargestreefd om de kaap van 10 miljoen euro te overschrijden.

Crossroad is een consultancybedrijf dat ook mee implementeert.Ze noemen zichzelf ‘pragmatische consultants’, consultants

die ook de handen uit de mouwen kunnen steken. Oorspronkelijkwas het bedrijf iets meer technisch van aard en vooral gerichtop business en IT. Nu is het bedrijf georganiseerd rond drie assen:

• digitale transformatie: digitalisering van diverse diensten;• service-innovatie: innovatie van logistieke processen over

de gehele waardeketen;• human interaction: co-creatie met klant en/of leverancier.

De klanten van Crossroad zijn actief in verschillende markten,zoals de banksector (KBC, ING, Argenta), transport enlogistiek (De Lijn, Ewals), energie (Luminus), gezondheidszorg(Emmaüs), enzovoort.

Het klantenbestand groeit voornamelijk door relationelecontacten en het opbouwen van referenties. Bij aanwervingvan nieuwe medewerkers wordt gezocht naar mensen die inhet verhaal van Crossroad passen en die zich verbondenvoelen met zowel het bedrijf als de klant.

In 2012 gebeurde een eerste acquisitie van het bedrijf KiteConsultants, een adviesbureau dat bedrijven helpt bij hetverbeteren van de klantenervaring. Door deze overname kanCrossroad haar klanten beter adviseren bij het implementerenen verbeteren van bedrijfsprocessen.

WaardenCrossroad draagt vier waarden hoog in het vaandel:

• solide consultants: de klant moet op de consultantskunnen rekenen;

• gepassioneerd entrepreneurship: de medewerkersnemen ownership over hun projecten en helpen het teimplementeren in nauw teamverband met de klant;

• nieuwsgierig als een kind: de medewerkers moeten alert zijn voor nieuwe trends en nieuwe opportuniteiten.Daarbij nemen ze zelf initiatieven om nieuwe opportuniteitente ontdekken en te onderzoeken hoe die bruikbaar kunnenzijn voor de klanten;

• fun: af en toe moeten successen gevierd worden en datgebeurt in de bar in de kantoren in Mechelen. Ook depingpongtafel kan af en toe gebruikt worden om de geesteven leeg te maken.

Link met de KU LeuvenHeel wat werknemers komen uit de KU Leuven; Crossroadneemt actief deel aan de ‘Campus Recruitment’-initiatievenvan KU Leuven en VTK. Er worden niet alleen burgerlijkingenieurs aangeworven, maar ook psychologen enhandelsingenieurs. Bedoeling is om tot een goede mix van competenties en leeftijden te komen.

22

Page 23: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

met Carmen Cordier over het post-Telindustijdperk

Overige functiesNaast het laten groeien van wat Carmen Cordier haar baby –nu al puber – Crossroad noemt, bekleedt ze ook nog functiesvan diverse aard (technisch, economisch, cultureel en sociaal)in verschillende domeinen:

• ondervoorzitter van het Imeldaziekenhuis in Bonheiden;• onafhankelijk bestuurder van Arkafund, een joint venture

tussen Corelio, Belfius en de ParticipatiemaatschappijVlaanderen. Dit fonds ondersteunt de bedrijven in haarportfolio met een combinatie van operationeel inzicht enentrepreneurial begrip. Het fonds voorziet beginnendemedia- en internetvernieuwende bedrijven van startkapitaal,voor zover ze hun hoofdkwartier in Vlaanderen hebben. De einddatum van het fonds is gepland eind 2016;

• lid van de Raad van Bestuur van het Brussels Philharmonic;• voorzitter van het investeringscomité Cultuur Invest van

de Vlaamse Gemeenschap;• adviseur bij HPE Growth Capital in Nederland, dat investeert

in mature technologiebedrijven met hoofdzetel in Nederland,België of Duitsland. Het zijn bedrijven met een omzet vanrond de 50 miljoen euro die HPE helpt met de verdereinternationalisering.

Hobby’sCarmen Cordier is hevige supporter van KV Mechelen. Met bijna de hele familie wonen ze zo goed als alle thuismatchenvan KV Mechelen bij. Een schare van negen trouwe supporters!Haar tweede voetbalploeg is FC Barcelona, waar ze vooral detopwedstrijden en wedstrijden van de Champions Leagueprobeert bij te wonen. Barcelona beschouwt ze trouwens als haar tweede thuisstad. Buiten het voetbal is ze ook eenactieve golfspeler.

MantraTen slotte haar kijk op burgerlijk ingenieurs: de sterksteeigenschappen van ingenieurs zijn hun analytisch vermogenen de kunst om efficiënt te kunnen synthetiseren. En hetbelangrijkste voor de toekomst is om steeds wendbaar teblijven, snel te kunnen aanpassen aan nieuwe situaties ensteeds weer nieuwe dingen te leren en te ontdekken.

Patrick Pype

23

Page 24: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

Een kwarteeuw afgestudeerd als ingenieur van Leuven! Hiervoor zijn we met z’n allen op 5 december 2015 naar de Universiteitshallen getrokken, het hart van de KU Leuven.

Deze belangrijke reünie werd spijtig genoeg overschaduwddoor het plotse overlijden van Wim Kint, een jaargenoot enlid van het organisatieteam. Een dergelijke dramatischegebeurtenis de avond voor de reünie heeft uiteraard eenstempel gedrukt op heel het gebeuren.

We zijn de avond dan ook gestart met een ingetogenmoment om Wim te herdenken.

Na de verwelkoming door Kris Gielen was het de beurt aaneen aantal jaargenoten met een paar interessante ‘TEDir Talks’:

• Bart Van Der Schueren had het over ‘3D printing’. Of is het ‘additive manufacturing’?;

• Ann Caluwaerts sprak over ‘Digitale disruptie en de evolutie van het internet’;

• Stefan Tournoy besprak de laatste ‘Trends in e-commerce’ en

• Rudi Cartuyvels sloot af met een uiteenzetting over de ‘Technologische ontwikkeling voor digitalegezondheidszorg’.

De TEDir Talks werden gesmaakt door de 100 aanwezigenen er werd al snel aangegeven dat dit concept voorherhaling vatbaar is. Met dank aan alle sprekers uiteraard!

Van de prachtige Promotiezaal gingen we naar het al evenmooie kader van de Jubileumzaal. Daar kon iedereengezellig bijpraten tijdens een receptie en een diner metbuffetten en live cooking, wat voor een dynamischeinteractie zorgde tussen alle genodigden.

Een gesmaakte reünie dus! We kijken al uit naar de volgendeafspraak, binnen 5 jaar.

Wim, we hadden liever gehad dat je er nog bij kon zijn. We zullen je missen bij (de organisatie van) onze volgende reünie.

Patrick Naze

Reünie 1990

24

Page 25: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

Getuigenissen vanop de eerste rij

Camille Marie VanheckeIk ben altijd al geïnteresseerdgeweest in wiskunde enwetenschappen. Er is wel nooit één onderdeel geweest dat mij meer interesseerde dan een ander, dus er eentjeuitkiezen en bijvoorbeeld 'pure'wiskunde of 'pure' fysica gaandoen, is voor mij nooit een optiegeweest. De reden waarom ikvoor ingenieurs wetenschappenheb gekozen, is net omdat het jeeen totaalpakketje van wiskundeen wetenschappen aanbiedt.

Ik kan deze studies niet vergelijken met andere, maar één ding iszeker: ik doe het graag en zou voor geen geld iets anders willendoen! Ik heb ook het goede idee gehad om mij aan te sluiten bij de Revue, je leert daar studenten uit hogere jaren kennen en naast zot doen en je goed amuseren, zorgen ze ook voorenorme steun! Kies jij volgend jaar om ingenieurswetenschappente studeren kom dan zeker eens langs op de Revue en dan lerenwe elkaar misschien kennen! Burgievrouw vanaf dag 1!

Bjorn Van LooyIk heb gekozen vooringenieurswetenschappenomwille van mijn interesse inde wetenschap. Bovendienis het een uitgebreidvakgebied en biedt het vele beroepsmogelijkheden

in de verschillende takkenvan de industrie. Tot nutoe heb ik deze richting als erg positief ervaren.

Er is veel begeleiding, het monitoraat staat altijd voor onsklaar. De lessen zijn soms wat veel (vaak 8 uur per dag) maar dat wordt gecompenseerd door vrije namiddagen. Ook P&O isplezant omdat je jezelf dan een echte ingenieur voelt vanaf dagéén. Het is niet altijd even gemakkelijk maar een uitdaging ga ikzeker niet uit de weg. Kortom, het is een richting die je enorm zal boeien als je van wetenschap en techniek houdt.

Lucie VanMeerbeeckIn het middelbaar kwam ik er alsnel achter dat ik goed was inwiskunde en wetenschappen. Ik was zeer geïnteres seerd in de theoretische kant, maar ikwou ook heel graag mijn kennisgebruiken om dingen te doenin de maatschappij zoals het verbeteren van de infrastructuuren om effectief iets nuttigs te doen om een verschil te maken.Hoewel er in het eerste jaar zeer veel van de studenten wordtverwacht en het op sommige momenten zeer zwaar kan zijn,merk ik wel dat de leerstof echt nuttig is en van pas komt inpraktische toepassingen. Zo passen we bijvoorbeeld zeer veel van onze theoretische kennis toe bij het vak P&O. Ik ga nietontkennen dat het een zware studie is, maar als je goed plant en goed voorbereid naar de lessen gaat, is het zeker haalbaar.Ook haal je zeer veel voldoening uit wat je leert en wanneer jeafstudeert, verlaat je de universiteit met goede toekomst -perspectieven.

Arthur AckermansMijn keuze voor burgerlijk ingenieur-architect was vrij vroegduidelijk, al had ik het zelf nog niet echt in de gaten. Van jongs af aan was ik meerdere uren per week te vinden in deplaatselijke tekenschool. In het eerste middelbaar werd dat dan ‘architecturale vorming’: lessen die gericht waren opperspectieftekenen, presentatievormen en maquettes maken en een paar korte raakpunten met de bouwsector. Allemaal opeen heel toegankelijke manier.

Tegen het einde van het middelbaar werd duidelijk dat ik sterkwas in wiskunde en wetenschappen, maar wilde ik niet doorgaanin die puur wetenschappelijke richting. De voor de hand liggendekeuze was een richting die zowel artistiek als technisch was. Ik heb er nog geen moment spijt van gehad. Het is hard werken, maar er is eengrote verbondenheid. Iedereen heeftveel werk, dus helpen we elkaar waarhet kan.

Wat ik ook een groot pluspunt vind, is dat veel leerstof een sterke link toontmet onze dagelijkse omgeving. Dit kangaan over constructieve oplossingen,maar evengoed over een project op eenboogscheut van de campus dat besprokenwordt in architectuurgeschiedenis.

In deze tijd van het jaar staan weer duizenden laatstejaars uit het secundair onderwijs voor hun laatste examens en dus voor een studiekeuze. We laten enkele studenten uit onze bachelor -opleiding aan het woord over hun keuze.

25

Page 26: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

26

Infodag 2016Op zaterdag 12 maart 2016 begon de lente op Campus Arenberg met de ontvangst van meer dan 500 scholieren en bijna 600 ouders op dejaarlijkse infodag ingenieurswetenschappen. Het programma-aanbod was gevarieerd: infosessies over de opleiding tot burgerlijk ingenieur of burgerlijk ingenieur-architect, infomarkten met demo’s over deverschillende opleidingen, informatie over de ijkingstoets, de studies, de studentendiensten en studiebegeleiding, het studentenleven, …bezoek aan de ontwerpateliers van de burgerlijk ingenieur-architect -opleiding, aan de departementen Chemische Ingenieurs technieken,Elektrotechniek, Materiaalkunde en Werktuigkunde, aan imec en aan FabLab.

We hopen de jongeren terug te zien bij de ijkingstoets op 29 juni of 12 september 2016 of volgend academiejaar.

Meer info en foto's:eng.kuleuven.be/toekomstigestudenten/infodag-ingenieurswetenschappen-12-maart-2016

Nog vragen of suggesties? Mail gerust naar [email protected] of [email protected]

Foto’s: Etienne Beel

Page 27: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

27

Page 28: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Op de forumavond over STEM werd een mooi debat gevoerd over STEM in het secundair onderwijs en de noodzakelijke veranderingen die met de nodige traagheid

Infodagzaterdag 12 maart

COLOFON

‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurs -weten schappen en Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkersvan de faculteit, alumni en studenten.

‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.

verantwoordelijke uitgever: Michiel Steyaert

redactie: Isabelle Benoit, Adhemar Bultheel,Annemie Caproens, Jelle De Borger,Iris De Coster, Elke Kalokerinos,Sigrid Maene, Liliane Pintelon,Patrick Pype, Gert Sablon, Michiel Steyaert, Cédric Suttels,Hendrik Van Brussel, Yvan Verbakel,Yves Willems, VTK-Communicatie

redactieadres:GeniaaLFaculteit IngenieurswetenschappenJelle De BorgerKasteelpark Arenberg 1 bus 22003001 HEVERLEEtel. + 32 16 32 16 89fax + 32 16 32 19 [email protected]

grafisch ontwerp:altera.be

drukwerk:Van der Poorten NVDiestsesteenweg 6243010 KESSEL-LOtel. + 32 16 35 91 50